Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
INFECTIEPREVENTIE OP MATERNITEIT Infectiepreventie op materniteit ................................................................................................ 1 Parturiënte ................................................................................................................................. 2 Vulvazorg........................................................................................................................................... 2 Vulvazorg ≠ vulvaspoeling............................................................................................................................ 2 Parturiënte met zelfzorg................................................................................................................................. 2 Parturiënte die hulp nodig heeft..................................................................................................................... 3
Postsectio wondzorg.......................................................................................................................... 3 Aandachtspunten ........................................................................................................................................... 3
Borstvoeding/Afkolving/Flesvoeding (zie procedure HACCP melkvoeding) .............................. 4 Aandachtspunten ........................................................................................................................................... 4
Baby ........................................................................................................................................... 5 Eerste wasbeurt na 24u..................................................................................................................... 5 Navelzorg ........................................................................................................................................... 5 Luierwissel ......................................................................................................................................... 5 Oogzorg .............................................................................................................................................. 6 Oogcredatie (wettelijk verplicht) ..................................................................................................... 6 Onderhoud specifieke materialen.................................................................................................... 6
Wat te doen bij MRSA? ............................................................................................................. 6 Decontaminatie.............................................................................................................................................. 7 Screening na decontaminatie ......................................................................................................................... 8 Screening in geval van een epidemie............................................................................................................. 8
Infecties bij medewekers ........................................................................................................... 8 Herpes simplex virus......................................................................................................................... 8 Andere infecties bij medewerkers ................................................................................................... 8
Literatuur................................................................................................................................... 8
RPZ West-Vlaanderen
2008
11
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen INFECTIEPREVENTIE OP DE MATERNITEIT Op materniteit zijn er specifieke aandachtspunten bij infectiepreventie van moeder en kind. Deze worden op een rij gezet. Soms wordt er verwezen naar bestaande procedures (bijvoorbeeld: standaardvoorzorgsmaatregelen (SVM), HACCP in de melkkeuken, afvalbeleid, …). Deze tekst is geschreven vanuit de invalshoek van ziekenhuishygiëne,
andere
principes
(zoals
verloskundige
observaties
en
handelingen, visies rond borstvoeding, …) worden hier buiten beschouwing gelaten. PARTURIËNTE Vulvazorg Vulvazorg ≠ vulvaspoeling
Vulvazorg omvat: -
hygiënisch wassen (reinigen) van de vulva als onderdeel van de dagelijkse persoonlijke hygiëne
-
dagelijkse observatie van de vulva (lochia: kleur, geur, hoeveelheid, episiotomie,…) op infectietekenen
Respecteer de SVM: o.a. handhygiëne, handschoenen bij contact met bloed of lichaamsvochten, …. . Een goede hygiëne en observatie is voldoende.
Een vulvaspoeling is het overgieten van de vulva met water. Vulvaspoelingen voorkomen geen postpartum infecties, maar kunnen tot het comfortgevoel van de parturiënte bijdragen. Een vulvaspoeling waarbij de SVM niet correct worden toegepast,
houdt
een
risico
in
op
kruisinfecties.
Toevoegingen
van
1
ontsmettingsmiddelen zijn tegenaangewezen . Parturiënte met zelfzorg
-
Dagelijks douchen aanbevelen. Zorg ervoor dat de vulva wordt nagedroogd.
-
Vulvazorg na elke mictie:
wassen met wegwerpwashandje
of 1
vulvaspoeling met enkel lauw water t.h.v. toilet;
Producten op basis van Povidone Iodine interfereren met de waarden van de Guthrietest van de
baby. Producten op basis van chloorhexidine remt de wondheling.
RPZ West-Vlaanderen
2008
22
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
zelfspoelsysteem t.h.v. toilet: − thermostatische
kraan
+
doucheslang
+
herbruikbare douchekop: kop moet na elke parturiënte worden gereinigd en gedesinfecteerd (verkrijgbaar in sanitairzaken) − thermostatische kraan + slang + kop waarop een wegwerp sproeier past (www.stuyck.com)
douchetoilet: de uitschuifbare sproeikop en droogkop moet na elke parturiënte thermisch ontsmet worden; de boiler wordt ingesteld op water warmen op moment van vraag www.geberit.be; www.stuyck.com
het correct gebruik en onderhoud van de systemen moet worden opgenomen in een procedure.
Parturiënte die hulp nodig heeft
-
Goed uitgevoerd vulvatoilet bij bedbad is voldoende voor de ochtendzorg
-
Vulvaspoeling na elke mictie
Probeer parturiënte zo snel mogelijk te mobiliseren.
Indien er toch ‘met recipiënt’ moet worden gespoeld:
handhygiëne
‘het recipiënt’ individueel houden en tussen parturiënten door thermisch desinfecteren
gebruik lauw leidingwater zonder toevoeging
het gebruik van ‘recipiënt met slang’ is niet toegelaten omdat deze niet op een correcte manier kan worden gemanipuleerd en onderhouden
-
Zorg ervoor dat de vulva goed wordt nagedroogd.
-
Volg het advies van de gynaecoloog bij aanwezigheid van infectietekenen.
Postsectio wondzorg Aandachtspunten
-
Laat het verband dicht de eerste 48 uur na de sectio indien niet bebloed/bevuild. Een waterdicht wondverband (poly-urethaan) biedt het voordeel dat er kan worden gedoucht.
RPZ West-Vlaanderen
2008
33
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen -
Ontsmet de handen voor patiëntencontact.
-
Verwijder het bebloed / bevuild wondverband met niet steriele handschoenen.
-
Gooi de niet steriele handschoenen weg samen met het verband en doe een hygiënische handontsmetting.
-
Gebruik een steriel pincet om de wonde te reinigen met steriel water of fysiologische oplossing en dep goed droog met steriele kompressen.
-
Indien droog mag de wonde na 48u bloot worden gelaten.
-
Volg het advies van de gynaecoloog bij een wondinfectie.
-
Het ontsmetten voor en na het verwijderen van de hechtingen heeft geen enkele effect op het voorkomen van wondinfecties.
-
De hechtingen kunnen verwijderd worden 7-10 dagen na de ingreep.
-
Voorkom intertrigo door goed te drogen na douche of bad.
Borstvoeding/Afkolving/Flesvoeding (zie procedure HACCP melkvoeding) Aandachtspunten
-
Stimuleer de zelfzorg.
-
Stimuleer de parturiënte om de handen te wassen alvorens de baby aan te leggen, af te kolven of het flesje te geven.
-
Indien hulp nodig: de vroedvrouw/verpleegkundige ontsmet vooraf de handen
-
Inspectie van de borsten, de huid onder de borsten, de tepel en het tepelhof ter preventie van tepelkloven, borstabces en/of intertrigo.
-
Er wordt geen aanbeveling gegeven bij het gebruik van zalven bij tepelkloven of na iedere borstvoeding. Indien een zalf wordt gebruikt, is het belangrijk dat deze parturiënte-gebonden is en respecteer de SVM.
-
Indien gebruik van tepelhoedjes:
na gebruik:
afspoelen onder stromend water
goed afdrogen met een proper wegwerphanddoekje
droog en proper bewaren
voor gebruik:
controleer of het tepelhoedje droog en proper is.
pas handhygiëne toe.
RPZ West-Vlaanderen
2008
44
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen -
tepelkloven - borstabces
preventie van tepelkloven en borstabces bestaat o.a. uit een goede hygiëne (handhygiëne en borsthygiëne)2
er wordt geen aanbeveling gegeven bij de behandeling van tepelkloven of abces.
bij beiden mag borstvoeding verder worden gegeven.
Volg het advies van de gynaecoloog.
BABY Eerste wasbeurt na 24u -
Bij de geboorte van de baby worden enkel het haar en de stuit gereinigd (geen volledig badje om afkoeling te voorkomen).
-
Handhygiëne alvorens het proper materiaal klaar te leggen en de pasgeborene vast te nemen.
-
Pas de SVM bij het verwijderen van de luier.
Navelzorg -
Pas handhygiëne toe voor de zorg.
-
De baby met een nog niet opgedroogde navelstomp mag in bad en dep de navelstrengstomp nadien droog.
-
De navelstrengstomp droog houden en blootstellen aan de lucht (of licht bedekt met propere kledij).
-
Indien bevuild, kleverig: wassen met water en zeep.
-
De luier onder de navelstrengstomp plooien.
-
Geen verband aanbrengen.
-
Bij infectietekenen: aanstippen met alcohol 70° en volg het advies van de pediater.
Luierwissel -
Pas de SVM bij het verwijderen van de luier.
-
Indien een pasta of zalf wordt gebruikt, is het belangrijk dat deze babygebonden is. Zoniet: ontsmet de handen vooraleer de pasta/zalf te manipuleren.
2
Zowel preventie als behandeling van tepelkloven en borstabces zijn uitvoerig beschreven op
www.kindengezin.be .
RPZ West-Vlaanderen
2008
55
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen -
Pas handhygiëne toe na de zorg.
Oogzorg -
Ontsmet de handen alvorens het materiaal klaar te leggen:
De kompressen moeten niet steriel zijn op voorwaarde dat:
deze fabriekschoon zijn,
tijdens de bewaring op de afdeling niet worden gecontamineerd.
Er kan gebruik worden gemaakt van leidingwater op voorwaarde dat de eerste waterstraal niet wordt gebruikt.
Oogcredatie (wettelijk verplicht anno 2008. Nut? Vraag gesteld aan de Hoge Gezondheidsraad, tot op heden geen antwoord)
Gebruik bij voorkeur unitdosissen – cave bewaring duur en temperatuur cfr apotheek.
Zo vlug mogelijk na de bevalling; liefst op het verloskwartier.
Onderhoud specifieke materialen
Thermometer: reinigen en ontsmetten met alcohol 70°
Babyweegschaal - verzorgingskussen - bad:
reinigen na gebruik (intacte huid)
indien bevuild met bloed/lichaamsvochten: reinigen en desinfecteren
Babybed:
reinigen bij ontslag
indien bevuild met bloed/lichaamsvochten: reinigen en desinfecteren
Fopspeen: start met een nieuwe fopspeen, spoel deze dagelijks af en steeds indien deze gevallen is op de grond.
Knuffelbeertjes: hou deze babygebonden, bij voorkeur nieuwe, i.g.v. bevuiling mee naar huis geven om te wassen.
WAT TE DOEN BIJ MRSA? Indien moeder of baby positief is en samen op materniteit verblijven worden zij samen in contactisolatie verzorgd. De medewerkers nemen de algemeen geldende specifieke maatregelen t.o.v. baby en moeder en vader (omwille van hoog knuffelgehalte) geen onderscheid makend wie de MRSA positieve is.
RPZ West-Vlaanderen
2008
66
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen Moeder en vader moeten t.a.v. baby geen specifieke maatregelen nemen ook al is er direct contact; hen wel attent maken op: goede persoonlijke hygiëne handhygiëne bij contact met baby geen bezoek aan andere patiënten in het ziekenhuis. Bezoekers nemen de algemeen geldende specifieke maatregelen
handhygiëne bij het verlaten van de kamer
overschort, handschoenen en masker zijn niet nodig, tenzij er wordt ingestaan voor andere zieken of indien er nog patiënten worden bezocht.
geen bezoek aan andere patiënten in het ziekenhuis – zeker geen bezoek aan neonatologie of pediatrie.
Decontaminatie
Baby, moeder en vader onafgezien wie positief is. Volg het normale decontaminatieschema. Opmerkingen m.b.t. pasgeborene: -
Gebruik geen product op basis van chloorhexidine of povidone-iodine.3
-
Gebruik een gewone zeep voor het badje van de pasgeborene, daar er geen referenties zijn voor andere ontsmettende zepen i.v.m. resorptie en nevenwerkingen bij pasgeborenen.
-
Alternatieven door de fabrikant aanbevolen maar met onvoldoende studies naar werking en nevenwerkingen, zijn o.a.:
Een
zeep
op
basis
van
undecylenamidopropyltrimonium
methosulphate (4%) en phenoxyethanol (2%) (bv: Stellisept®Med zeep). Zeep de baby in en spoel na 30 seconden contacttijd af. Doe dit 1 x per dag gedurende 5 dagen.
Een breedspectrum antisepticum oplossing op basis Triclosan (bv. Aquasept®). Verdun Aquasept® volgens voorschrift en geef de pasgeborene een bad (nek tot voeten). Vermijd contact badwater en gelaat (ogen), respecteer 1 minuut contacttijd en spoel daarna af met proper leidingwater.
3
Deze producten mogen niet worden gebruikt onder de 30 maanden (productinformatie: zie bijsluiter)
RPZ West-Vlaanderen
2008
77
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen Screening na decontaminatie
Volg het normale screeningsschema. Het screenen van de navelstrengstomp is niet nodig. Screening in geval van een epidemie
Volg de richtlijnen die gelden binnen het ziekenhuis. INFECTIES BIJ MEDEWERKERS Herpes simplex virus Medewerkers met een actieve herpes simplex labialis bij het behandelen en verplegen van pasgeborenen, letten op volgende zaken:
een masker dragen
voorkomen de herpes laesies aan te raken
extra aandacht te schenken aan de handhygiëne
Indien bovenvermelde maatregelen correct worden toegepast, bieden die voldoende bescherming, zodat een werkverbod niet nodig is. Andere infecties bij medewerkers Andere infecties bij medewerkers (steenpuist, nagelbedontsteking, diarree, blaasjes, conjuctivitis,…)
kunnen
risico’s
inhouden
voor
de
pasgeborene:
zeker
standaardvoorzorgsmaatregelen toepassen. LITERATUUR
Eindwerk vroedvrouwen KATHO Kortrijk: “Kan Nonsense?” 2007-2008
Observation of the umbilical area may be more appropriate than cleaning it – Medves & O’Brien, 1997 – 214
WIP richltijnen: Melding infecties bij medewerkers, december 2003
RPZ West-Vlaanderen: standaardvoorzorgsmaatregelen; 2007
RPZ West-Vlaanderen: wondzorg,
RPZ West-Vlaanderen: zuigelingenvoeding HACCP, 2005
Productinformatie povidone-iodine en chloorhexidine
Website Kind&Gezin
Delmée, M., Verellen, G., Avesani, V., Francois, G. (1988). Clostridium difficile in neonates: serogrouping and epidemiology. Eur J. Peditr., 147, 3640
RPZ West-Vlaanderen
2008
88