Isolatiemaatregelen Infectiepreventie
Inleiding Ieder mens draagt miljarden bacteriën met zich mee. Bacteriën worden ook wel micro-organismen genoemd omdat zij niet met het blote oog te zien zijn maar wel met een microscoop. Zij komen bijvoorbeeld voor op de huid, in de neus, mond en darmen. In onze contacten met andere mensen of voorwerpen pakken we bacterien op en geven andere weer af. Dit gebeurt vele malen per dag. De meeste bacteriën zijn niet ziekmakend. Ze helpen ons zelfs, bijvoorbeeld bij de vertering van voedsel. Er zijn maar enkele soorten bacteriën die wel mensen ziek kunnen maken. Gelukkig beschermt een goede afweer u tegen infecties en tegen deze bacteriën. In het ziekenhuis bevinden zich veel mensen dicht bij elkaar, waardoor de kans op verspreiding van bacteriën wordt vergroot. Daarnaast hebben de patiënten in het ziekenhuis vaak een verminderde weerstand en kunnen ze sneller een infectie oplopen met ziekmakende bacteriën. Maatregelen bij bronisolatie Bij u is onlangs een micro-organisme gevonden, waarvoor in het ziekenhuis speciale voorzorgsmaatregelen dienen te worden genomen. Dit micro-organisme kan een bacterie of een virus zijn. Het is mogelijk dat u zelf geen klachten ondervindt van dit micro-organisme. Deze folder bevat informatie over de speciale maatregelen die tot doel hebben verspreiding van dit micro-organisme naar patiënten, bezoekers en ziekenhuismedewerkers te voorkomen. Welke maatregelen nodig zijn, hangt af van het soort micro-organisme dat is aangetroffen. Er zijn vier vormen van speciale verzorging: • contact isolatie, • druppel isolatie, • aërogene isolatie en • strikte isolatie. Deze worden hierna uitgelegd.
2
Contact isolatie Contact isolatie wordt ingesteld om overdracht van het micro-organisme via direct contact (handen) of via besmette voorwerpen te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een wond of bij diarree. Om verspreiding naar andere patiënten te voorkomen wordt u op een éénpersoonskamer verpleegd. De te nemen maatregelen staan vermeld op een gele kaart die buiten op de deur is aangebracht. De kamerdeur is dicht tijdens uw verblijf. De ziekenhuismedewerker (o.a. arts, verpleegkundige) neemt de volgende maatregelen: • Het dragen van handschoenen en een schort bij contact met de plaats op/in het lichaam waar het micro-organisme zich bevindt. • Na contact met de patiënt worden de handen gedesinfecteerd met handalcohol. Voor bezoekers gelden geen bijzondere maatregelen. Druppel isolatie Druppel isolatie wordt ingesteld om overdracht van het micro-organisme via druppels over een afstand van ongeveer 1,5 meter te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij hoesten en niezen. Om verspreiding naar andere patiënten te voorkomen wordt u op een éénpersoonskamer verpleegd. De te nemen maatregelen staan vermeld op een blauwe kaart die buiten op de deur is aangebracht. De kamerdeur is dicht tijdens uw verblijf. De ziekenhuismedewerker (o.a. arts, verpleegkundige) neemt de volgende maatregelen: • Voor het betreden van de kamer wordt een mondneusmasker voorgedaan. • Bij direct contact worden handschoenen gedragen. • Soms wordt een schort gedragen. • Na contact met de patiënt worden de handen gedesinfecteerd met handalcohol. Bezoekers nemen de volgende maatregelen: • Bezoekers dienen zich vooraf bij de verpleging te melden. De verpleging zal het bezoek instrueren over de juiste wijze van handdesinfectie. • Bij het verlaten van de kamer dienen de handen te worden gedesinfecteerd met handalcohol.
3
Aërogene isolatie Aërogene isolatie wordt ingesteld om overdracht van het micro-organisme via aërosolen, hele kleine druppeltjes, te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij hoesten en niezen. Om verspreiding naar andere patiënten te voorkomen wordt u op een éénpersoonskamer met sluis verpleegd. De te nemen maatregelen staan vermeld op een groene kaart die buiten op de deur is aangebracht. De kamerdeur is dicht tijdens uw verblijf. De ziekenhuismedewerker (o.a. arts, verpleegkundige) neemt de volgende maatregelen: • Op de deur hangt een lijst waarop alle medewerkers hun naam invullen. • Voor het betreden van de kamer wordt een filter-mondneusmasker voorgedaan. • Na contact met de patiënt wordt het filter-mondneusmasker afgedaan en worden vervolgens de handen gedesinfecteerd met handalcohol. Bezoekers nemen de volgende maatregelen: • Bezoekers dienen zich vooraf bij de verpleging te melden. • De verpleging zal het bezoek instrueren omtrent de te nemen maatregelen en zal erop toe zien dat deze juist worden uitgevoerd. • Het bezoek dient een filter-mondneusmasker te dragen. Het filtermondneusmasker wordt bij het verlaten van de kamer in de sluis afgedaan. • Na contact met de patiënt wordt het filter-mondneusmasker afgedaan en worden vervolgens de handen gedesinfecteerd met handalcohol. • Na afloop van het bezoek aan u dienen de bezoekers het ziekenhuis te verlaten. Eventuele andere bezoeken in het ziekenhuis kunnen zij afleggen voordat ze naar u toekomen. Strikte isolatie Strikte isolatie wordt ingesteld om overdracht van het micro-organisme via handen, voorwerpen en via aërosolen, hele kleine druppeltjes, te voorkomen. Om verspreiding naar andere patiënten te voorkomen wordt u op een éénpersoonskamer met sluis verpleegd. De te nemen maatregelen staan vermeld op een rode kaart die buiten op de deur is aangebracht. De kamerdeur is dicht tijdens uw verblijf. Wanneer er sprake is van MRSA is hierover een specifieke folder beschikbaar. De ziekenhuismedewerker (o.a. arts, verpleegkundige) neemt de volgende maatregelen: • Op de deur hangt een lijst waarop alle medewerkers hun naam invullen. • Het aantrekken van een beschermende jas.
4
Het opzetten van een muts. • Het voordoen van een masker. • Het aantrekken van handschoenen. • Na de verzorging worden de handen met handalcohol gedesinfecteerd. Wanneer u naar een behandel- of onderzoeksafdeling gaat, bijvoorbeeld de röntgen- of operatiekamer, dan worden ook daar maatregelen getroffen om verspreiding van het micro-organisme tegen te gaan. Bezoekers nemen de volgende maatregelen: Als u tijdens uw opname verpleegd wordt met isolatiemaatregelen, kunt u gewoon bezoek ontvangen. Ook zwangeren en kinderen kunnen u zonder risico bezoeken. Bezoekers moeten zich de eerste keer vooraf wel melden bij de verpleegpost. De beschermende kledingvoorschriften gelden niet voor het bezoek. Bezoekers die in de gezondheidszorg werken moeten wel beschermende maatregelen nemen. Zij moeten in de sluis een beschermende jas, muts, handschoenen aantrekken en een mond-neusmasker voordoen. Tevens moeten alle bezoekers na afloop van het bezoek, voor ze de sluis verlaten, de handen desinfecteren met handalcohol. Als uw bezoekers nog meer mensen in het ziekenhuis willen bezoeken, is het belangrijk dat zij u als laatste bezoeken en na het bezoek, het ziekenhuis verlaten. Controlekweken Regelmatig wordt bij u nagegaan of het micro-organisme nog aanwezig is. Hiertoe kunnen verschillende soorten kweken worden afgenomen, bijvoorbeeld een kweek van een wond, faeces (ontlasting), urine, bloed of opgehoest sputum. Deze kweken worden in het laboratorium gecontroleerd op de aanwezigheid van het microorganisme. Dit gebeurt totdat het zeker is dat u het micro-organisme niet meer heeft. Op dat moment worden de speciale verzorgingsmaatregelen opgeheven. Na uw ontslag Wanneer u uit het ziekenhuis ontslagen bent, zijn deze maatregelen niet nodig. Indien u terugverwacht wordt op de polikliniek voor verdere behandeling kan het zijn dat er nog controlekweken worden afgenomen. Geen van bovengenoemde isolatiemaatregelen worden toegepast op de polikliniek. Echter, indien u TBC heeft, moet u bij binnenkomst in het ziekenhuis een filter-mondmasker voordoen.
5
Nadere informatie We vragen begrip voor het nemen van deze voor u en uw bezoek soms ingrijpende maatregelen. Deze maatregelen worden in alle Nederlandse ziekenhuizen getroffen en zijn gebaseerd op landelijke richtlijnen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de behandelend arts en bij de verpleegkundige.
3485p DIV.009/0608.JB.A
6