Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost-Vlaanderen
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
INFECTIEPREVENTIE IN HET VERLOSKWARTIER CONSENSUSDOCUMENT NR. 2006 / 02
Auteurs PIOZ OOST-VLAANDEREN ..............................................RPZ WEST-VLAANDEREN Dr. I. Vanslembrouck Dr. A. Van den Abeele Dr. C. Labit Dr. L. Van Nimmen M. Ellegiers E. De Baets I. Vermoesen M. Vanneste P. De Waegemaeker
Dr. B. Gordts K. Ponsaerts C. Verplancke
Met dank aan: l. Deryckere (hoofdvroedvrouw, AZ Maria Middelares, Gent) S. Van De Vijver (hoofdvroedvrouw, AZ St Vincentius, Deinze)
PIOZ Oost-Vlaanderen: voorgelegd aan de vergadering van 12 december 2006 en goedgekeurd RPZ West-Vlaanderen: goedgekeurd in de vergadering van 10 mei 2007
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
1
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
INLEIDING ........................................................................................................ 3 DEEL 1 - ALGEMENE ORGANISATIE.................................................................... 3 DEEL 2 - ZIEKENHUISHYGIËNE.......................................................................... 3 1
ZONES EN INRICHTING ................................................................................ 3
2
ALGEMEENHEDEN ......................................................................................... 4
3
2.1
Toegang .................................................................................................. 4
2.2
Kledij ...................................................................................................... 5
2.3
Standaardvoorzorgsmaatregelen (SVM) ....................................................... 5
2.4
Bezoek.................................................................................................... 6
2.5
Latex vrije kit........................................................................................... 6
HYGIËNISCHE AANDACHTSPUNTEN TIJDENS HET VERBLIJF VAN DE PARTURIËNTE............................................................................................... 6 3.1
Opname .................................................................................................. 6
3.2
Arbeid..................................................................................................... 6
3.3
Bevalling ................................................................................................. 6
3.4
Relaxatie- en bevallingsbad........................................................................ 9
3.5
Ontslag uit verloskwartier ........................................................................ 11
4
OMGAAN MET MATERIAAL EN APPARATUUR............................................... 11
5
LINNEN....................................................................................................... 12
6
INSTRUMENTARIUM ................................................................................... 13
7
AFVAL......................................................................................................... 13
8
REINIGINGSTECHNIEKEN EN ONDERHOUD ................................................ 13
9
BIJKOMENDE VOORZORGSMAATREGELEN PARTURIËNTE ........................... 13
10 SURVEILLANCE EN OMGEVINGSCONTROLES............................................... 13 REFERENTIES .................................................................................................. 14
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
2
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
INLEIDING Het verloskwartier is een bijzondere afdeling binnen een ziekenhuis. Er zijn specifieke infectie- en andere risico’s voor moeder, kind en personeel, waar we preventief kunnen optreden. Het reglement van inwendige orde (RIO) van het verloskwartier wordt opgesplitst in het luik ‘organisatie’ en het luik ‘ziekenhuishygiëne’. Deze richtlijn is vanuit de invalshoek van ziekenhuishygiëne geschreven en andere principes, toepasselijk bij verloskundige handelingen, worden hier buiten beschouwing gelaten. De West- en Oost-Vlaamse werkgroep Ziekenhuishygiëne zijn samen tot dit consensus document gekomen. Deze kan voorgelegd worden aan het comité ziekenhuishygiëne en de dienst gynaecologie van het ziekenhuis. Gezien de samenwerking tussen de twee werkgroepen, zijn verwijzingen naar andere documenten uit de tekst gebannen. Niettemin is het nuttig om andere relevante documenten mee in beschouwing te nemen bij de implementatie van dit RIO.
DEEL 1 - ALGEMENE ORGANISATIE Dit hoofdstuk dient door de instelling zelf verder te worden uitgewerkt. Organigram Medisch team (wie, vermelding van permanentie) Verpleegkundig team (functie omschrijving van de hoofdverpleegkundige, bestaffing en permanentie) Verpleegkundig team Samenwerking met huisarts Samenwerking met zelfstandige vroedvrouwen Verwittigen van de pediater: indicaties en permanentie pediater Transport van baby’s naar neonatologie in een ander ziekenhuis en terug Afspraken rond geplande bevallingen en sectio’s en dringende sectio’s Registraties (van elke bevalling, medisch dossier moeder en kind)
DEEL 2 - ZIEKENHUISHYGIËNE 1
ZONES EN INRICHTING
Het verloskwartier verdient bijzondere aandacht reeds vanaf de ontwerpfase. Elke ruimte, of het nu een gewone verloskamer of de sectiozaal betreft, dient te worden ontworpen met het oog op minimale overdracht van micro-organismen naar moeder en kind en naar personeel. Zo dient elke kamer te beschikken over voldoende mogelijkheden voor handhygiëne, een eigen toilet en bij voorkeur ook een eigen douche of bad
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
3
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
vereisten
wettelijk essentieel
Minimum 2 verloskamers
X
X
Minimum 1 arbeidskamer
X
X
Ruimte voor voorbereiding (handhygiëne)
X
X
Kraan: met elleboogbediening of automatisch
X
X
Handalcohol
X
Lokaal verzorging/reanimatie van de baby
X
X
Sanitair en douche voor personeel
X
X
Sas: onderzoekslokaal en wachtkamer
X
X
Omkleedruimte voor personeel (sectiozaal) X
X
Apparatuur om veiligheid moeder-kind te garanderen
X
X
Het verloskwartier zonder sectio zaal moet geen luchtbehandeling hebben en wordt aanzien als niet-kritische zone. Indien sectio zaal binnen het verloskwartier valt: toepassing van reglement inwendige orde van het operatiekwartier: met onderverdeling niet-kritische zone, semi-kritische zone en kritische zone (luchtbehandeling).
2
ALGEMEENHEDEN
2.1 Toegang Het verloskwartier is een “gesloten” eenheid (2 mogelijkheden): indien het verloskwartier architectonisch met de dienst kraamafdeling verbonden ligt: deuren toe of duidelijke visuele scheiding indien het verloskwartier architectonisch apart van de dienst kraamafdeling ligt: deuren toe – te openen liefst met parlofoon systeem De toegang tot het verloskwartier is enkel toegelaten voor personen die er noodzakelijk zijn en wordt beperkt tot ziekenhuismedewerkers: gynaecologen, anesthesisten en neonatologen/pediaters, vroedvrouwen, verpleegkundigen , paramedici en onderhoudspersoneel (de laatste 3 groepen verbonden aan de afdeling). Alle andere personen die het verloskwartier wensen te betreden, melden zich bij de verantwoordelijke vroedvrouw: parturiënten, elk met maximum 1 begeleidend persoon andere ziekenhuismedewerkers huisartsen die bevallingen doen techniekers eventueel zelfstandige vroedvrouwen of kinesisten Personen die strikt genomen niet noodzakelijk zijn (bv. vertegenwoordigers) worden niet toegelaten in het verloskwartier.
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
4
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen Alle personen met toegang tot het verloskwartier houden zich strikt aan de richtlijnen opgenomen in dit reglement van inwendige orde. Er worden geen persoonlijke zaken meegebracht binnen het verloskwartier, tenzij daar specifieke ruimte is voor voorzien: d.w.z. dat handtas, aktetas en dergelijke opgeborgen wordt in de kleedkast of in ‘eigen’ bureau.
2.2 Kledij De personeelsleden, eigen aan de dienst, dragen de gewone ziekenhuiskledij, steeds met korte mouwen, die bij verontreiniging onmiddellijk kan ververst worden. De personeelsleden, niet eigen aan de dienst (bv technische dienst) dragen het eigen uniform, maar er wordt op gelet dat het proper is bij het betreden van de dienst. De geneesheren dragen gepaste kledij in functie van het toepassen van een correcte handhygiëne (d.w.z. korte of opgerolde mouwen). De schoenen zijn niet afdelingsgebonden, op voorwaarde dat deze goed te reinigen en bij voorkeur te desinfecteren zijn. De parturiënte draagt eigen kledij (slaapkledij). Ook de begeleidende persoon kan de eigen propere kledij of overschort dragen. Gaat het om een sectio, dan dient de kledij van alle betrokkenen aangepast te zijn aan de omstandigheden van een operatiekwartier.
2.3 Standaardvoorzorgsmaatregelen (SVM) Alle ziekenhuismedewerkers (verpleegkundigen, artsen,…) passen steeds de SVM toe. Iedere parturiënte wordt als potentieel besmet beschouwd. Een goede handhygiëne is de basis van de SVM: handontsmetting met handalcohol (i.g.v. geen zichtbare bevuiling) handen wassen met water en zeep én nadien ontsmetten met handalcohol (in geval wel zichtbare bevuiling). Indicaties handhygiëne (SVM): vóór contact met de parturiënte na contact met de parturiënte vóór een zuivere / invasieve handeling na blootstelling aan lichaamsvochten of slijmvliezen na contact met de directe patiëntenomgeving Tijdens de werkzaamheden in het verloskwartier worden nooit juwelen gedragen aan handen en voorarmen (geen ringen, armbanden, polshorloges) of lange halskettingen, lange oorringen, … (SVM). Persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, ondoordringbare beschermschort met lange mouwen, masker en beschermbril) worden gedragen als men contact of spatten met bloed of lichaamsvochten voorziet en zeker bij patiënten met besmettelijke ziekten (vb. Hepatitis B en C, …). Het gebruik van handschoenen is steeds aangewezen bij het manipuleren van de placenta en van de pasgeborenen tot de eerste zorgen zijn toegediend. Er wordt niet op instrumententafels, materiaalkarren e.a. gezeten en niet met schoenen op het meubilair gesteund.
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
5
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen Voet- , arm- en andere steunen worden niet op de grond geplaatst: alles wat op de grond geplaatst is, is besmet en moet ontsmet worden vooraleer terug bij de patiënt te gebruiken.
2.4 Bezoek Bezoek in het verloskwartier is niet toegelaten, er mag slechts 1 persoon aanwezig zijn bij de arbeid en bevalling (partner of vertrouwenspersoon). Deze persoon blijft in de kamer van de parturiënte en maakt geen wandeling op de dienst.
2.5 Latex vrije kit Interne afspraak: opvolgen procedure
3
HYGIËNISCHE
AANDACHTSPUNTEN
TIJDENS
HET
VERBLIJF
VAN
DE
PARTURIËNTE
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de hygiënische aandachtspunten bij een aantal handelingen. De medische en verpleegtechnische handelingen komen hier niet aan bod.
3.1 Opname De opname van de parturiënte gebeurt rechtstreeks op de kraamafdeling, via het onthaal, de consultatie of de spoedopname, vanwaar ze te voet, in rolstoel of in bed begeleid wordt naar de arbeidskamer.
3.2 Arbeid Naast de gebruikelijke SVM moeten er bij een aantal handelingen bijkomende maatregelen getroffen worden. Bij invasieve handelingen worden minimum correcte SVM getroffen. Voorbeelden: toedienen lavement: niet steriele handschoenen na handhygiëne vaginale toucher: steriele handschoenen na handhygiëne plaatsen epidurale katheter: steriele handschoenen na handhygiëne breken vliezen: steriele handschoenen na handhygiëne, beschermschort, masker en beschermbril bij risico op spatten. aanbrengen intra-uteriene druklijn of schedel elektrode: steriele handschoenen na handhygiëne, wordt op aseptische wijze ingebracht (creëren van een steriel veld). Voor aanbrengen ontsmetten van de vulva Indien gel wordt gebruikt (doptone, cardiotocografie,…): De flacon komt niet rechtstreeks op de huid. Op de stift (doptone) of op de cups (cardiotocografie) wordt rechtstreeks vanuit de flacon gespoten. Deze flacon wordt nooit opnieuw bijgevuld.
3.3 Bevalling Bij invasieve handelingen worden minimum correcte SVM getroffen. Handschoenen worden best tussen verschillende handelingen verwisseld. Handelingen die zeker steriele handschoenen vereisen zijn: het uitvoeren van een episiotomie, het manueel verwijderen van de placenta en het hechten van de episiotomie. Vóór de bevalling past de verloskundige de chirurgische handontsmetting toe.
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
6
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
3.3.1 Vaginale bevalling Bij volledige ontsluiting, persdrang, … wordt de parturiënte naar de verloskamer gereden in het bed van de arbeidskamer. Het bed wordt tot naast de verlostafel gereden, waar de parturiënte geïnstalleerd wordt op de verlostafel. Het bed wordt verwijderd uit de verloskamer. Ontharen perineum Ter voorbereiding op de partus en episiotomie: ter preventie van wondinfecties heeft dit geen bewezen voordeel; wordt wel uitgevoerd omwille van chirurgisch technische redenen. Indien noodzakelijk, dient het geschoren oppervlak zo beperkt mogelijk gehouden te worden en bij voorkeur met tondeuse (clipper). Reinigen en ontsmetting van vaginale en peri-anale streek voor de bevalling Reinigen en ontsmetten met povidone-iodine 10% in water of chloorhexidine 0.05% in water respecteer de contacttijd van 30 seconden respecteer de richting van ontsmetten Gebruik van ventouse/forceps Deze instrumenten worden enkel gebruikt na sterilisatieproces. Het inbrengen gebeurt op aseptische wijze. Episiotomie Gezien de tijdspanne tussen het plaatsen en hechten van de episiotomie, zitten de instrumenten beter niet in dezelfde set, omwille van de mogelijke contaminatie van de hechtset. Voor het hechten van de episiotomie worden de steriele handschoenen gewisseld. Geboorte placenta Spontane geboorte placenta: opvangen met handschoenen + beschermbril Manueel verwijderen placenta: met steriele handschoenen met lange manchet of disposable armovertrekken, na handontsmetting. Afvoer placenta Afvoer placenta gebeurt met niet steriele handschoenen, bij overgieten in ander recipiënt: met beschermbril en mondneusmasker (om spatten van bloed te voorkomen) of verpakt in plastiek zak. Verwijdering: als risicohoudend medisch afval (in vormvaste lekvrije container), (cf. procedure afvalverwerking) Onderzoek anatoompathologisch labo (procedure voor veilige afvoer uitschrijven i.s.m. het labo) Zorgen aan de pasgeborene Een checklist wat er onmiddellijk na de geboorte wordt gedaan dient te worden opgemaakt. Hierbij dient men steeds aandacht te hebben voor het toepassen van de standaardvoorzorgsmaatregelen. Geef (indien mogelijk) de baby terug aan de moeder (skin to skin contact beïnvloedt de kolonisatie van de huid), indien de moeder niet geïnfecteerd is.
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
7
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
3.3.2 Sectio Algemeenheden In de sectiozaal en de bijhorende lokalen worden de richtlijnen voor het operatiekwartier gevolgd. Het personeel volgt dezelfde voorzorgen als in het operatiekwartier, voor wat betreft handhygiëne en kleding. Ook betreffende aanvoer van materiaal en afvoer van afval en vuil instrumentarium, reinigen en desinfecteren van de infrastructuur en desinfectie/sterilisatie worden de OKrichtlijnen gevolgd. Bijzondere aandacht dient te gaan naar het luchtbehandelingsysteem. Er kan hiervoor verwezen worden naar het reglement inwendige orde van het operatiekwartier. Aanwezigen tijdens de sectio Opererend team: chirurgische handontsmetting, boven hun kledij een steriele schort + muts + masker. Omloop vroedvrouw en aanwezige artsen (pediater, anesthesist,…) dragen ook steeds een chirurgisch masker en muts. De partner of vertrouwenspersoon draagt in de zaal een masker, overschort, muts en proper schoeisel. Pre operatieve huidontsmetting bij sectio Volgende producten komen in aanmerking: povidone iodine 5% in 70% alcohol chloorhexidine 0.5% in 70% alcohol jodium 1% in 70% alcohol Voordat het operatiegebied wordt afgedekt moet de huid droog zijn, dus de wachttijd respecteren (30 seconden). I.g.v. dringende sectio: men moet erop letten niet te veel alcohol te gebruiken (plasjes met alcoholische ontsmettingstof kunnen vuur vatten als men insnijdt met de cauter). Aandachtspunten bij gebruik van elektrische bistouri De neutrale plaat wordt op een gespierde, goed doorbloede, droge en egale huid geplaatst en zo dicht mogelijk bij de incisiewonde met een minimum afstand van 15 cm ten opzichte van een ECG elektrode. Niet ter hoogte van littekens, vetlagen, dikke hoornlagen, benige structuren en zones distaal van de knelband. Er mogen zich geen implantaten of pacemakers in de stroomlijn (tussen actieve pool en neutrale plaat) bevinden. Zorg dat er geen raakvlakken zijn tussen de huid en andere geleidende onderdelen uit de directe omgeving van de patiënt (operatietafel, instrumententafel, …). Voorkom dat de patiënt in aanraking komt met plasjes alcohol of ether (brandgevaar). Geplande en dringende sectio Zowel voor operatiezaal binnen of buiten het verloskwartier volgt de begeleider het RIOOK Indien de sectiozaal deel uit maakt van het verloskwartier: het bed van de arbeidskamer komt niet in de sectio zaal (contaminatie) de operatietafel wordt in de verbedruimte gereden waar de parturiënte wordt geïnstalleerd. RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
8
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
3.4 Relaxatie- en bevallingsbad Onderwaterbevallingen komen steeds vaker voor. Het warme water zou ervoor moeten zorgen dat de aanstaande moeder zich kan ontspannen, de weeën draaglijker zijn en de bevalling vlotter verloopt. Niettemin zijn er een aantal risico’s voor de moeder en voor de pasgeboren baby. Sommigen hiervan situeren zich op het vlak van ziekenhuishygiëne.
3.4.1 Contra-indicaties voor ziekenhuishygiëne
onderwater
bevallen
in
het
kader
van
De hierna volgende situaties vormen volgens de literatuur geen echte tegenindicaties. Het gaat hier vooral om het beschermen van het personeel, maar ook van de baby, tegen overdracht van micro-organismen. meconiaal vruchtwater maternele koorts ( meer dan 38°C) abnormaal bloedverlies huidaandoeningen Herpes genitalis HIV seropositief Hepatitis C draagster intra-veneuse lijn (katheter afsluiten bij het in bad gaan) Hepatitis B draagster - het personeel is beschermd door vaccinatie (tenzij niet reageren op het vaccin), doch de baby zelf loopt een groter risico bij contact met bloed (er is slechts 5 tot 10% intra-uteriene overdracht) Groep B-streptokokken positief Voortijdig gebroken vliezen (PROM1), maar ook wanneer de vliezen reeds langer dan 24u gebroken zijn. P-PROM2 (<37 weken) epidurale katheter
3.4.2 Voorbereiden van het bad en de omgeving De mengkraan 15 sec. laten lopen op koud water, zonder de afvoerklep te sluiten. De mengkraan gedurende 2 minuten laten lopen op heet water (indien mogelijk meer dan 60°C) zonder de afvoerklep te sluiten. Het bad goed uitspoelen (schadelijke ontsmettingsstoffen te verwijderen). De afvoerklep sluiten en het bad vullen. Controleer de temperatuur van het bad (35 tot 36°C) en de omgevingstemperatuur (max 26°C). Maak geen gebruik van schuimende badzepen of olie.
3.4.3 Voorbereiden van de parturiënte screen de parturiënte op contra-indicaties
1 2
Premature Rupture of the Membranes preterm Premature Rupture of the Membranes
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
9
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen de optie kan genomen worden om een informed consent af te nemen dien een lavement toe (indien tijd genoeg) de parturiënte neemt indien mogelijk vóór de bevalling een douche (intiem toilet) vaginaal onderzoek: met steriele handschoenen
3.4.4 Zorgen tijdens de bevalling veiligheid: de parturiënte niet zonder begeleiding in het bad laten gaan gebruik een wegwerp plastiekschort (vroedvrouwen en artsen) een mogelijkheid tot bescherming is het dragen van handschoenen met lange manchet faeces worden verwijderd met een schepnetje. Er kan eventueel gebruik gemaakt worden van een aangepast aspiratietoestel, indien dit aangesloten wordt op het centrale vacuümsysteem. Elektrische systemen zijn niet toegelaten, gezien deze niet in de nabijheid van water mogen opgesteld worden. indien sterke vervuiling van het bad: het bad leegmaken en opnieuw vullen bij een bad mat airjets mogen deze maar enkele minuten per keer worden gebruikt (intermittent) baby laten geboren worden onder water en langzaam naar de oppervlakte brengen navelstreng afklemmen en doorknippen placenta op ‘het droge’ laten geboren worden
3.4.5 Nazorgen aan de moeder parturiënte voor het verlaten van het bad, afspoelen begeleiden van de parturiënte bij het verlaten van het bad om afkoeling bij de patiënte te vermijden na het verlaten van het bad, vlug afdrogen geef (indien mogelijk) de baby terug aan de moeder (skin to skin contact beïnvloedt de kolonisatie van de huid), indien de moeder niet geïnfecteerd is na de bevalling is lichaamshygiëne (vb. douche) van de moeder aangewezen
3.4.6 Nazorgen aan het bad Na elk gebruik van het ontspanning- of bevallingsbad haal de afsluitdop uit het bad en reinig hem zorgvuldig spoel het bad uit met heet water reinig het bad met detergent (volg instructies van de fabrikant) spoel het bad na ontsmet het bad met een desinfecterende spray (niet naspoelen) of volg de geautomatiseerde ontsmettingscyclus van het bad droog na plaats de afsluitdop terug slang van douchekop droog bewaren RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
10
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen een bacteriefilter is weinig nuttig, doch de firma’s geven anders geen garanties. De vervangfrequentie van de firma wordt hierin gevolgd. Zinvolle alternatieven: 1x/24u gedurende 5 minuten flushen reinig en desinfecteer de gummi van de deur. Indien nodig wordt deze vervangen door een nieuwe. Let op voor latex vul na elk gebruik én na elke onderhoudsbeurt van het bad het logboek in Bij een bad met airjet: volg de instructies van de fabrikant kijk na of airjet-mondjes niet bevuild zijn na ongeveer 10’ begint de automatische droogblazing van de airjets, na dit doorblazen het bad niet meer met water behandelen
3.4.7 Microbiologische surveillance en Legionella preventie Zie punt 10
3.4.8 Aandachtspunten bij aankoop geen watercirculatie, wel luchtcirculatie leidingen moeten droog kunnen gehouden worden na vullen van het bad
3.5 Ontslag uit verloskwartier De parturiënte: naar de kraamafdeling of naar ICU na de geboorte naar operatiekwartier i.g.v. sectio in het operatiekwartier De baby: naar de kraamafdeling: mee in het bed van de mama, baby voldoende inwikkelen om onderkoeling te voorkomen naar de neonatologie: in de transportincubator. De pediater en de verpleegkundige begeleiden de baby naar de neonatologie.
4
OMGAAN MET MATERIAAL EN APPARATUUR
Er wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van disposable materiaal. Niet-disposable materiaal wordt na gebruik, gereinigd en/of gedesinfecteerd. Een leidraad hiervoor is de Spaulding classificatie. Niet kritische materialen = materialen die in contact komen met intacte huid Æ enkel te reinigen Semi-kritische materialen = materialen die in contact komen met slijmvliezen of niet-intacte huid Æ reinigen en desinfecteren
Kritische materialen = materialen die in contact komen met steriele weefsels Æ reinigen en steriliseren RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
11
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen Alle materialen gebruikt bij een patiënt bij wie overdrachtsgebonden voorzorgen worden toegepast dienen steeds te worden gereinigd én gedesinfecteerd. Algemene principes Alle niet disposable materiaal en toestellen besmeurd met bloed of lichaamsvochten dienen steeds te worden gereinigd en gedesinfecteerd. Het gaat onder andere om de volgende materialen of toestellen (niet limitatieve lijst): het verlosbed (demonteren om alles goed te kunnen reinigen) de reanimatietafel (het opmaakbare gedeelte) het aspiratietoestel verbindingsslang na elk gebruik vervangen de babyweegschaal, de stethoscoop, de lintmeter de koppen van het CTG toestel, infuuspomp, PCEA pomp, infuusstaander, bloeddrukmeter en stethoscoop de verlostafel Bij het gebruik van intra uteriene echoprobe dient deze voorzien te worden van condoom. Het gebruik van condoom ontslaat de zorgverlener niet van reiniging en desinfectie van de probe na gebruik Maak zoveel mogelijk gebruik van wegwerpdoeken Producten voor ontsmetting van materiaal gebruikt bij pasgeborenen mogen geen chemische residu’s nalaten en de toestellen niet beschadigen Opslag en verzameling van proper en bevuild materiaal moet ruimtelijk strikt gescheiden zijn Houdt rekening met het principe first in, first out Soorten materiaal dat wordt binnengebracht: geneesmiddelen uit apotheek instrumentarium uit CSA niet steriel materiaal uit magazijn linnen uit linnenkamer
5
LINNEN
Volg de interne procedure. De banden van het CTG toestel worden bij bevuiling en op regelmatige manier vervangen. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een zitbal (relaxatie), wordt de koord boven de bal en de eventuele overtrek, indien bevuild, naar de wasserij afgevoerd. De bal zelf wordt gereinigd en gedesinfecteerd. De handdoeken, badjas, … volgen het gewone circuit. De steriele linnen bevoorrading gebeurt in gesloten verpakkingen (sets per soort linnen), in een centrale voorraadkast of -kar. Een voorraad van het benodigde linnen is aanwezig in elke verloskamer en wordt aangebracht tussen de bevallingsactiviteiten door het personeel van het verloskwartier. Het linnen dient in de verloskamers en arbeidskamers beperkt gestockeerd in gesloten kasten.
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
12
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen Het linnen wordt verzameld en afgevoerd volgens de richtlijnen van het ziekenhuis en volgens de afspraken met de wasserij.
6
INSTRUMENTARIUM
Volg de interne richtlijnen van de CSA
7
AFVAL
Het afval volgt het circuit beschreven in de plaatselijke afvalsorteringsprocedure. De placenta wordt steeds verwijderd in een vormvaste, lekvrije container voor vloeibaar en pasteus risicohoudend afval. Dit geldt tevens voor alle andere afval dat kan lekken, zoals de vochtopvangbak onder de bevallingstafel, …
8
REINIGINGSTECHNIEKEN EN ONDERHOUD
tijdens alle reinigingstechnieken worden niet-steriele handschoenen gedragen en nadien wordt handhygiëne toegepast algemeen principe: oppervlakken die met bloed en lichaamsvochten (vruchtwater) gecontamineerd zijn, worden gereinigd en ontsmet de arbeidskamer wordt na elk gebruik gereinigd de verloskamer wordt na elk gebruik gereinigd en ontsmet verlostafel, toestellen en werkoppervlakken worden na ieder gebruik gereinigd en ontsmet indien gecontamineerd met bloed of lichaamsvochten Volg de interne procedure.
9
BIJKOMENDE VOORZORGSMAATREGELEN PARTURIËNTE
De bijkomende voorzorgsmaatregelen worden aan de SVM toegevoegd indien het gaat om parturiënten waarvan men weet of vermoedt dat ze geïnfecteerd of gekoloniseerd zijn met een epidemiologisch belangrijk pathogeen waarvan de SVM niet volstaan om overdracht te voorkomen. Ze beogen contact, druppel of luchtoverdracht te voorkomen (cf. richtlijnen bijkomende voorzorgsmaatregelen).
10 SURVEILLANCE EN OMGEVINGSCONTROLES Volgens de wet op de ziekenhuizen dient de graad van asepsis minstens om de drie maanden met de daartoe geëigende bacteriologische onderzoeken worden gecontroleerd. Er worden verder geen instructies gegeven. Het lijkt echter zinvol om zich tot de volgende controles te beperken: Microbiologische controles van het drinkwatercircuit, met inbegrip van het bevalling/relaxatiebad: •
totaal kiemgetal bij 22°C (geen abnormale veranderingen)
•
totaal aantal coliformen (0 per 100ml)
•
fecale coliformen (0 per 100ml)
•
Clostridium perfringens (0 per 100ml)
•
Legionella pneumophila serotype 1 en serotype legionellabesluit of eigen lokaal vastgelegde normen)
2-14
(aanbevelingen
bij
Microbiologische controles van de lucht in de sectiozalen Bij gebrek aan Belgische of Europese normen kan geen advies gegeven worden. RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
13
Regionaal Platform Ziekenhuishygiëne West-Vlaanderen
REFERENTIES Barry C., Augustin A. and Vearncombe M.: perinatal care (chapter 38) in APIC Text of Infection and Epidemiology, 2nd Edition, January 2005. Bowden K., et al: Underwater birth: Missing the evidence or issing the point? Pediatrics 2003; 112; 972-973. Batton G., et al: Underwater births. Pediatrics (2005) 115: 1413-1414. Pinette M., Wax J. and Wilson E.: The risks of underwater birth. American Journal of obstetrics and gynecology (2004) 190: 1211-1215. WIP: Veilig werken bij kraamzorg en partusassistentie (2004) Fehervary P. et al: Water birth:microbiological colonisation of the newborn, neonatal and maternal infection rate in comparison to conventional bed deliveries. Arch Gynaecol Obstet (2004) 270: 6-9. Prims A, De wet op de ziekenhuizen gecoördineerd op 7 augustus 1987; de tekst van de wet en de uitvoeringsbesluiten op datum van 1 september 1994 (uitgeverij UGA), deel 3: erkenning p118-119. Richtlijnen van CDC, OVAM, VLAREA en HGR.
RPZ West-Vlaanderen
10/05/2007
14