D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E | 7 7
SESSIE 4 WARME MAALTIJD EN GROENTEN & NIEUWE SMAKEN LEREN KENNEN 1. Inleiding: thema’s en doelstellingen 78
1.1
Thema voedingsluik: warme maaltijd en groenten
78
1.2
Thema opvoedingsluik: nieuwe smaken leren kennen
78
1.3
Programma sessie 4: warme maaltijd en groenten & nieuwe smaken leren kennen
79
2. Verloop van de sessie 80
2.1
Het onthaal: opvolging vorige sessies
2.2
Het voedingsluik: warme maaltijd en groenten
80
80
2.2.1 Koken 80
2.2.2 Voedingsinformatie
80
2.2.3 Maaltijd
84
2.2.4 Ervaringen en tips
85
2.3
Opvoedingsluik: nieuwe smaken leren kennen
87
2.3.1 Vorming 87
2.3.2 Ervaringen en tips
90
2.4
Afronding
90
Sessie 4
Warme maaltijd en groenten & nieuwe smaken leren kennen
1. INLEIDING: THEMA’S EN DOELSTELLINGEN
1.1 thema voedingsluik: warme maaltijd en 1.2 thema opvoedingsluik: nieuwe smaken leren groenten kennen
Veel van onze deelnemers hechten maar weinig belang aan groenten in de maaltijd. Groenten dienen vaak louter als versiering van de maaltijd of smaakmaker van de saus. Vlees, gevogelte of vis blijven voor velen het belangrijkste ingrediënt van de (warme) maaltijd. In deze workshop gaan we dieper in op het belang van groenten in een evenwichtige maaltijd, op basis van de voedingsstoffen die ze leveren. Veel van onze deelnemers zijn ten einde raad: hun kind eet niet goed. Ze hebben al alles geprobeerd, maar niets lijkt te werken. Groenten hebben ze al helemaal opgegeven; dat zullen hun kinderen wel nooit lusten. Andere ouders slagen er niet in om hun kinderen andere groenten voor te schotelen dan de één of twee groentensoorten die telkens opnieuw op het menu staan.
Bovendien merken we dat heel wat deelnemers weinig verschillende groentesoorten kennen of alleszins niet weten hoe ze deze moeten klaarmaken. We leren dat elke groentesoort verschillende vitamines en mineralen leveren en dat het daarom belangrijk is om te variëren. In deze workshops krijgen de ouders een aantal tips om hun kinderen de nieuwe smaak van groenten te laten leren kennen. 5. Nieuwe smaken leren kennen
6. Afronding
30 min
4. Maaltijd
3. Voedingsinformatie: belang van groenten
2. Koken: Warme maaltijd
1. Evaluatie vorige sessies en inleiding sessie 4
MODULES
30 min
1u
45 min
1u15
30 min
TIJDSVERLOOP
OPVOEDINGSLUIK
Afwas
Inkopen volgende sessie onderverdelen
AFRONDING
De ouders kunnen aan de hand van de tips en richtlijnen thuis aan de slag om hun kinderen stilletjes aan te laten wennen aan de smaak van groenten
De ouders weten waarom kinderen van nature meestal niet dol zijn op groenten
De ouders zijn er zich van bewust dat kinderen groenten moeten leren eten. Het is een echt leerproces is waarbij kinderen gewend raken aan nieuwe smaken
Proeven van elkaars gerechten
De ouders kunnen een evenwichtige warme maaltijd samenstellen met groenten
De ouders kennen de rol en het belang van groenten
De ouders zijn er zich van bewust dat groenten een essentieel onderdeel vormen van de (warme) maaltijd en geven groenten een belangrijkere plaats in de maaltijd
Recepten voor een warme maaltijd met groenten
VOEDINGSLUIK
Opvolging sessie 1, 2 en 3: successen en struikelblokken, uitwisselen van ervaringen en tips
ONTHAAL
DOELSTELLING
WERKVORM
Mondelinge uitwisseling
Stellingen
Interactieve les
Mondelinge uitwisseling
1.3 programma sessie 4: warme maaltijd en groenten & nieuwe smaken leren kennen
Inkoopbriefje
Poster
10 kaarten met stellingen
De onbekende groenten van de deelnemers
Magneten of afbeeldingen met groenten
Kaarten met vitamines en mineralen
Magnetisch, wit bord en stiften
4 voedingskaarten
Drievaksbord (of tekening)
Kookgerief
Voedingsmiddelen
Aanwezigheidslijst en naamkaartjes
Koffie, thee, gedroogd fruit of koekjes
MATERIAAL
7 8 | D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E | 7 9
8 0 | D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E
D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E | 8 1
2. VERLOOP VAN DE SESSIE
2.1 het onthaal: opvolging vorige sessies Bespreek bij aanvang van de sessie opnieuw met de deelnemers wat ze uit de vorige sessie onthouden hebben. Laat de ouders onderling ervaringen en tips uitwisselen.
DE IDEALE VERHOUDINGEN IN EEN WARME MAALTIJD
Dagelijks worden volgende hoeveelheden aanbevolen:
In de eerste sessie zagen we dat groenten (samen met fruit) een van de groepen van de actieve voedingsdriehoek uitmaken.
• Volwassenen: minimum 300 g (350g onbereid)
Als dessert tonen we een gemakkelijk en bijzonder lekker recept op basis van peren. De recepten vind je terug in bijlage.
• Kinderen van 3-6 jaar: 100 – 150 g • Kinderen van 6 – 12 jaar: 250 – 300 g
2.2 het voedingsluik: warme maaltijd en groenten 2.2.2 Voedingsinformatie 2.2.1 Koken Vandaag staan groenten centraal, en in het bijzonder groenten die de meeste deelnemers niet kennen of waarvan ze niet weten hoe ze klaar te maken. We bereiden een warme hoofdmaaltijd met venkel, een warm bijgerecht met prei en een koud bijgerecht met kool en dille.
• Kinderen ouder dan 12 jaar: 300 g
Deel 4 voedingskaarten uit waarop telkens één voedingsmiddel staat afgebeeld: twee kaarten met elk een groente, een kaart met een stuk vis, vlees of gevogelte en een kaart met een graanproduct of aardappelen. Vraag de deelnemers welke hoeveelheid ze van elk van deze producten gewoonlijk gebruiken in de dagelijkse warme maaltijd. Verdeel hiervoor een bord in één helft en twee kwarten waarop de deelnemers kunnen aangeven in welke verhouding ze de verschillende producten gebruiken in de hoofdmaaltijd.
BELANG VAN GROENTEN IN EEN EVENWICHTIGE MAALTIJD
Groenten bevinden zich in een van de onderste, bredere lagen van de actieve voedingsdriehoek. In een evenwichtige maaltijd nemen groenten verhoudingsgewijs dan ook een belangrijkere plaats in. Bespreek samen met de deelnemers de ideale verhouding van de warme maaltijd: • de helft groenten;
Tip: Vraag de ouders of ze zich nog herinneren waar de groep van de groenten zich in de actieve voedingsdriehoek bevindt en wat dit betekent voor de hoeveelheid groenten die we dagelijks zouden moeten eten.
• Kinderen van 1-3 jaar: 50 – 100 g (3-5 eetlepels)
• een kwart vis, vlees, gevogelte of peulvruchten (linzen, kikkererwten); • een kwart graanproducten of aardappelen.
Waarom zijn groenten nu zo belangrijk in een gezonde maaltijd? Groenten zijn van essentieel belang voor een goede gezondheid en de ontwikkeling. Ze bevatten grote hoeveelheden voedingsstoffen die essentieel zijn voor ons lichaam zoals vitamines en mineralen en bevatten weinig calorieën en vetten. Groenten bevatten ook minder suikers dan fruit. Mineralen (zoals bijvoorbeeld ijzer, calcium, magnesium) en vitaminen (met vitamine C waarschijnlijk als bekendste) zijn chemische elementen die noodzakelijk zijn om een aantal essentiële lichaamsfuncties in stand te houden. Het lichaam kan deze voedingsstoffen niet of onvoldoende zelf aanmaken en moet ze dus uit voedsel opnemen.
Doelstellingen 1. De ouders zijn er zich van bewust dat groenten een essentieel onderdeel vormen van de (warme) maaltijd en geven groenten een belangrijkere plaats in de maaltijd. 2. De ouders kennen de rol en het belang van groenten.
• Ze weten welke voedingsstoffen groenten bevatten (mineralen en vitaminen) en kennen het belang van deze voedingstoffen.
• Ze weten dat verschillende groentesoorten ook verschillende mineralen en vitaminen bevatten en dat variëren daarom de boodschap is.
• Ze kennen de juiste verhoudingen van de verschillende bestanddelen in een evenwichtige maaltijd.
3. De ouders kunnen een evenwichtige warme maaltijd samenstellen met groenten.
Tip: Vraag aan de deelnemers wie van hun dokter al de diagnose anemie of ijzertekort kreeg en vraag welke symptomen ze toen ondervonden? Vaak gaat dit gepaard met moeheid, futloosheid, verwarring, ademtekort, droevigheid, ... Groenten bevatten ook voedingsvezels die de spijsvertering stimuleren, de stoelgang vergemakkelijken en een verzadigd gevoel geven. Groenten zouden ook beschermen tegen bepaalde ziekten als kanker, darmaandoeningen, hartkwalen en diabetes. Men ontdekt geregeld nieuwe stoffen die de gezondheid bevorderen. Bovendien bestaan groenten voor 80 % uit vocht. Tip: Haal er het flesje water, het vitaminetablet en de eetlepel zemelen of de tarwespriet uit de vorige sessie bij. De deelnemers zullen zich deze visuele symbolen van de verschillende voedingsstoffen zeker herinneren. VARIËREN IS DE BOODSCHAP Daarnaast zien we ook dat heel wat van onze deelnemers maar weinig verschillende groentesoorten kennen, of toch geen idee hebben hoe ze deze moeten klaarmaken. Deelnemers van Afrikaanse origine kennen nauwelijks ‘westerse’ groenten, deelnemers uit de Maghreb gebruiken hoofdzakelijk mediterrane groenten. Het gezondheidsbevorderende effect van groenten is echter niet toe te schrijven aan één bepaald bestanddeel dat in alle groenten terug te vinden is. De groentesoorten zijn elk verschillend van samenstelling en leveren elk hun eigen specifieke vitaminen en mineralen. Sommige groenten bevatten meer ijzer, vitamine A, andere meer vitamine C, andere meer calcium. Om deze verschillende voedingsstoffen op te nemen is het dan ook erg belangrijk om te variëren.
8 2 | D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E
D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E | 8 3
Eerst leren we een aantal mineralen en vitamines en hun specifieke functie. • Het geeft je sterke botten helpt om zenuwprikkels over te dragen. Hoe heet dit mineraal? • Als je tekort hebt aan dit mineraal ben je moe en bleek. Wat is het? • Welke vitamine helpt om goed te zien en geeft je een mooie huid? • Welke vitamine helpt om niet ziek te worden (is goed voor de immuniteit)?
GROENE GROENTEN: RIJK AAN CALCIUM EN IJZER
} Calcium } Ijzer } vitamine A } Vitamine C
Aan de hand van een praktische oefening leren we de deelnemers vervolgens in welke groenten we deze verschillende vitaminen en mineralen terugvinden.
Tip: geef ouders volgende vuistregel mee als garantie om voldoende verschillende vitaminen en mineralen op te nemen: zorg elke dag voor een kleurenpalet
We delen de groenten op in twee groepen: groene groenten en gekleurde rode en oranje groenten. Vandaar dat we op het magnetisch bord werken met een groene en een rode cirkel. Samen met de deelnemers plaatsen we de groentemagneten of afbeeldingen in de juiste groep*. Overloop op basis van het schema de gezondheidstroeven van de vitamines en mineralen die we terugvinden in de verschillende groentesoorten die we op het magnetisch bord hebben geplaatst. Opgelet, dit is uiteraard een vrij complexe materie. Het moet in de eerste plaats enkel dienen om de ouders het belang van variatie aan te tonen.
op je bord of eet elke dag een groente van een andere kleur.
afbeelding groene en rode cirkel
Varieer binnen de
Eet dus niet elke dag tomaten.
Enkele voorbeelden: courgette, sla, prei, broccoli, chinese kool, witte kool, bloemkool, bonen, spruitjes, selder, postelein, ... Gezondheidstroeven: • Preventie osteoporose • Goed voor de groei • Goed voor zenuwprikkeloverdracht Rijk aan ijzer Enkele voorbeelden: spinazie, prei, selder, sla, groene boontjes ... Gezondheidstroeven: • Transport van zuurstof in het bloed • Ontwikkeling van rode bloedcellen
GEKLEURDE GROENTEN: RIJK AAN VITAMINE C EN (PRO-)VITAMINE A Rijk aan (pro-)vitamine A Enkele voorbeelden: pompoen, wortelen, tomaat, knolselder, ... Gezondheidstroeven: • Ontwikkeling van zichtvermogen
Rijk aan vitamine C Enkele voorbeelden: paprika, tomaat, raap, courgette, ... Gezondheidstroeven:
groep van groene en gekleurde groenten.
Rijk aan calcium
• Versterkt de immuniteit (waardoor men minder snel ziek wordt) * Dit is uiteraard een sterke vereenvoudiging om de deelnemers het belang van variëren tussen verschillende groentesoorten aan te tonen. In werkelijkheid zijn de meeste groenten rijk aan meerdere van deze mineralen en vitamines.
8 4 | D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E
D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E | 8 5
BEREIDINGSWIJZEN Het is belangrijk om in deze sessie aandacht te besteden aan de bereidingswijze van groenten. Die, en de manier waarop de groenten gegeten worden, bepalen namelijk de hoeveelheid voedingsstoffen die het lichaam zal kunnen opnemen. We geven een aantal tips die ervoor zorgen dat groenten hun voedingswaarde maximaal behouden, zowel voor als tijdens het koken. • Schil, was en snijd de groenten liefst net voor de bereiding. Spoel de groenten snel af onder de kraan. Als je de groenten lange tijd op voorhand schilt en dan in water laat staan, gaan heel wat voedingsstoffen verloren. • Bij verhitting of contact met water gaat sowieso een deel van de vitaminen en mineralen verloren. Het is daarom aan te raden om regelmatig ook een portie rauwe groenten te eten, bijvoorbeeld een slaatje als bijgerecht.
De maaltijd valt bij iedereen erg in de smaak. Ouders schrikken wel van de hoeveelheid rijst. Thuis nemen ze over het algemeen een grotere portie. Ondertussen is de maaltijd uitgegroeid tot een zeer leuk moment waarbij de ouders gezellig kunnen babbelen.
• Bij koken in water gaan heel wat voedingsstoffen verloren in het kookvocht. Een alternatief is koken met stoom. Hierdoor blijven de vitaminen en mineralen beter behouden. • Maar ook voor het koken in water zijn er een aantal tips die ervoor zorgen dat de vitaminen en mineralen zo weinig mogelijk verloren gaan. Gebruik slechts een kleine hoeveelheid water, wacht tot het water kookt vooraleer de groenten onder te dompelen en laat de groenten nooit langer dan nodig in het water. • Vermijd het warm houden of het opnieuw opwarmen van groenten. • Kies eens andere bereidingswijzen: wokken, (niet te lang) stoven (in de tajine), grillen, … Tip: opnieuw is variëren de boodschap. Variatie in de bereidingswijze en het afwisselen van rauwkost met bereide groenten zorgen ervoor dat je verschillende vitaminen en mineralen opneemt.
2.2.4 Ervaringen en tips Het is tenslotte belangrijk om de echte smaak, de textuur en het uitzicht van een groente te leren kennen: • Licht kruiden kan de echte smaak van de groente tot uiting brengen: gebruik bijvoorbeeld tijm of komijn en/of citroen bij wortelen. • Beperk echter het gebruik van room, zout of bouillonblokjes die de smaak volledig veranderen. • Om kinderen gewoon te maken aan de smaak van groenten, kan je beginnen om ze te verwerken in aardappelpuree of sauzen of er soep van te maken. Op lange termijn is het echter belangrijk dat ze ook het uitzicht en de textuur van de groenten leren kennen en moet het ‘verbergen’ van groenten afgebouwd worden. Op het einde van het voedingsluik tonen we op een weegschaal heel concreet met welke hoeveelheid de dagelijks aanbevolen hoeveelheid (250 g) overeenkomt. Het gebruik van een balans schrikt de meeste deelnemers eerst af. Ze vrezen dat ze alles telkens moeten afwegen. We gebruiken dit enkel om ouders een idee te geven van hoeveelheden. Het belangrijkste om te onthouden zijn echter de onderlinge verhoudingen. 2.2.3 Maaltijd Tijd om te genieten van de recepten die we in de voormiddag bereid hebben. Aan het einde van de vorige sessie vroegen we de deelnemers om vandaag elk een groente mee te brengen die ze niet kennen. Je kan deze groenten tijdens de maaltijd op tafel verzamelen en de deelnemers onderling recepten laten uitwisselen. Ondertussen hebben de ouders al tijdens verschillende sessies samengewerkt en heerst er een sfeer van vertrouwen. Laat de ouders tijdens de maaltijd verder ervaringen, tips en receptjes uitwisselen.
ONBEKEND IS ONBEMIND Veel van onze deelnemers, en in het bijzonder ouders van Afrikaanse origine, kennen maar weinig ‘Westerse’ groenten of weten niet hoe ze deze moeten klaar maken. Groenten als prei, selder, rapen, venkel, witloof, artisjok, schorseneren en witte, rode en groene kool hebben ze vaak wel al op de markt of in de winkel zien liggen, maar ze weten niet hoe ze smaken en hoe ze deze groenten moeten bereiden. Tip: toon afbeeldingen van enkele typisch Belgische groenten of laat elke deelnemer een groente van de markt meebrengen die ze niet kennen. Maak samen met hen gerechten klaar met deze onbekende groenten of laat ouders onderling recepten uitwisselen. Groenten worden dan ook niet als een belangrijk onderdeel van de maaltijd aanzien. Vaak dienen ze louter als versiering bij de maaltijd of als smaakgever in sausen. De warme maaltijden worden bij Afrikaanse ouders gedomineerd door vlees of kip enerzijds, en zetmeelhoudende producten zoals bakbananen, peulvruchten, rijst of bereidingen op basis van tarwe, gierst, maïs of maniok anderzijds. Vlees wordt aanzien als de belangrijkste energiebron. De zetmeelhoudende producten worden dan weer vaak als groente aanzien. Tips: • Het drievaksbord met de helft groenten, een kwart vlees of vis en een kwart zetmeelhoudende producten is een goed visueel hulpmiddel voor ouders om de juiste verhoudingen te onthouden. • Vertel dat deze verhoudingen ook toegepast moeten worden op traditionele gerechten: minder vetstof, meer groenten en eventueel volkoren graanproducten (bijvoorbeeld couscous). • Vertel dat vlees vooral rijk is aan eiwitten, ijzer, verzadigde vetten en cholesterol; vitaminen en mineralen moet je uit groenten en fruit halen.
‘Wij eten zeker
Vaak worden telkens
voldoende groenten.
opnieuw dezelfde
Elke dag staat
groenten gebruikt.
er minstens een
Door te variëren
groente op het
nemen kinderen
menu: aardappelen,
ook verschillende
kikkererwten, linzen,
vitamines en
bonen, maniok,
mineralen op.
bakbananen, ...’ VARIËREN IS DE BOODSCHAP Marokkaanse gezinnen verwerken vaak dezelfde groenten, zoals tomaten, paprika’s, uien, wortelen en knoflook, in verschillende gerechten (couscous, tajine, soepen, ...). Als verse kruiden gebruiken ze meestal koriander, platte peterselie en munt. Andere groenten of kruiden gaat men nauwelijks gebruiken. Sommige gezinnen maken regelmatig een groentestoofpotje met verschillende groenten klaar, in de hoop dat hun kinderen minstens één groente zal lusten. Kinderen zullen de groenten die ze al lusten er uitpikken en niet vlug een nieuwe groente proberen. Tips: • Stel voor om in elk gerecht telkens een of twee groenten te gebruiken en regelmatig te variëren. Zo kan het kind telkens nieuwe groenten proeven. • Door groenten ook regelmatig afzonderlijk te bereiden kunnen de kinderen de smaak en textuur van verschillende groenten leren kennen. • Je kan kinderen ook al eens laten kiezen tussen twee groenten. Laat het dan kiezen tussen twee groenten dat het nog niet kent.
De Westerse keuken staat bij veel van onze deelnemers vaak bekend als een gezonde, maar bijzonder smaakloze keuken, die in bijzonder contrast staat met hun rijke en sterk gekruide gerechten. Tips: • Maak samen met de deelnemers een aantal groentegerechten klaar zonder bouillonblokjes, room of kaas te gebruiken. De deelnemers staan meestal te kijken van de gerechten die we in deze sessie klaarmaken. De prei met gember of de witte kool met dille zijn meestal een voltreffer! • Raad de deelnemers aan om seizoensgroenten te gebruiken. Deze bevatten veel meer smaak en mineralen en vitamines. Ze zijn bovendien ook nog ecologisch en goedkoper.
‘Zitten hier geen bouillonblokjes in? Ik kan het bijna niet geloven, het smaakt zo lekker!’
8 6 | D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E
D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E | 8 7
GROENTEN SPELEN VERSTOPPERTJE Ouders tonen zich bijzonder inventief om hun kinderen toch maar groenten te laten eten. Ze gaan de groenten proberen te verstoppen onder een laag kaas of gratin, te raspen in de spaghettisaus of te verbergen in een grote hoeveelheid puree. Hierbij kan de smaak van de groenten echter helemaal verloren gaan en wordt de groente voor de kinderen iets dat per definitie een slechte smaak heeft. Ook door kinderen een dessertje te beloven als ze hun groenten opeten wordt er teveel een negatieve nadruk gelegd op de groenten; het worden bijna slecht smakende medicijnen die de kinderen moeten slikken maar waar een beloning moet tegenover staan. Tips: • In het begin kan je groenten zeker combineren met iets dat het kind wel (al) lekker vindt. Zo kan je de bittere smaak van een groente in het begin wat verzachten door wat suiker toe te voegen, door bittere groenten te combineren met zoetere groenten als wortelen of kerstomaten, of door de groenten te mengen in een lekkere saus. Op lange termijn moet de groente wel meer en meer ‘puur’ gegeten worden; bouw de hoeveelheid suiker af, bouw de verhouding van de groenten in de maaltijd stelselmatig op, ... • Probeer niet té veel aandacht te besteden aan de groenten. Breng ze elke dag opnieuw aan tafel, eet er zelf van, en vraag het kind telkens om minstens even te proeven.
Groenten worden soms bijna monsters die verborgen moeten worden en waar een beloning tegenover moet staan. Een beloning die wél lekker is!
• Soep is een andere manier om de groenten te ‘verbergen’. Een gezonde soep levert inderdaad kostbare vitaminen, mineralen en voedingsvezels en vormt dan ook een goede manier om kinderen groenten te laten eten. Maar let wel: soep alleen is niet voldoende! Door het koken in water gaat een deel van de vitamines verloren en in het kookvocht zitten zeker niet evenveel vitamines en mineralen als in de groenten zelf. Als je de soep mixt gaan een deel van de vezels van de groenten bovendien verloren. Bovendien bestaat soep vaak uit een grote hoeveelheid water en een kleine hoeveelheid groenten.
2.3 opvoedingsluik: nieuwe smaken leren kennen 2.3.1 Vorming Veel van onze deelnemers klagen over ‘moeilijke eters’; groenten hebben ze vaak al helemaal opgegeven. Spruitjes, broccoli, witloof of prei, het zijn niet direct de favoriete gerechten van hun kinderen. In dit opvoedingsluik leggen we de nadruk op het leerproces om kinderen te laten wennen aan nieuwe smaken. GROENTEN ETEN MOET JE LEREN
‘Mijn kinderen eten de groenten uit de tajine niet. Dat is niet zo erg, in het sap zitten toch alle vitaminen van de verschillende groenten!’ Onze deelnemers zijn er vaak van overtuigd dat hun kinderen gewoonweg geen groenten lusten en dat ook nooit zullen doen. Groenten eten gaat echter niet vanzelf; groenten moet je léren eten!
In de eerste plaats zijn kinderen heel wat gevoeliger voor nieuwe smaken; ze hebben namelijk meer smaakpapillen dan volwassenen, verspreid over de hele mond en de keel. Dat zorgt ervoor dat kinderen anders en bij wijze van spreken ‘méér’ proeven. De vaak opvallende smaak van groenten wordt doorgaans dan ook niet sterk geapprecieerd door kinderen. Bovendien is zoet een vertrouwde smaak voor kinderen. Het zou een aangeboren voorkeur zijn die verder ontwikkeld wordt door de zoete smaak van borstvoeding of het flesje. De meeste groenten hebben een bittere of vaak opvallende smaak en smaken, behalve wortelen, paprika’s en rode bieten, niet zoet. Kinderen hebben dus van nature een voorkeur voor zoets en een afkeer van sterke en bittere smaken. Groenten die vaak een bittere of opvallende smaak hebben en, behalve wortelen, paprika’s en rode bieten, en nauwelijks zoet smaken, worden dus niet sterk geapprecieerd door kinderen. Het komt er op aan kinderen van jongs af aan te laten wennen aan de (nieuwe) smaak van groenten. Uiteindelijk kunnen kinderen alle groenten leren eten en waarderen!
STELLINGENSPEL Geef elke deelnemer een kaartje met een stelling erop. Geef de ouders even de tijd om de stellingen te lezen en wat na te denken. Laat vervolgens elke deelnemer de stelling luidop voorlezen en zijn of haar mening hierover geven. Laat de andere deelnemers vervolgens in een groepsgesprek reageren of aanvullen en tips en ervaringen uitwisselen. Ouders kunnen hierbij veel van elkaar leren. Elke stelling moet uiteindelijk lijden tot één tip. Vraag aan de deelnemers of deze tips toepasbaar zijn op hun eigen situatie: welke tips zou jij gebruiken? Welke tips zijn voor jou het meest nuttig? Zijn de tips haalbaar? Kan je er eens met je partner over praten ? Ga hierbij zoals in de vorige sessies zeker dieper in op de positieve ervaringen die de ouders naar voor brengen en probeer deze te versterken.
Stelling 1. ‘Ik geef hem maar enkele scheppen op zijn bord.’ Richtvragen: hoeveel scheppen geven jullie dan? Wat werkt het best: meteen het bordje volscheppen of een klein beetje geven? Tip: Geef je kind een klein beetje groenten.
Myriam vindt dat je Doelstellingen
je kind alles moet
1. De ouders zijn er zich van bewust dat kinderen groenten moeten leren eten. Het is een echt leerproces waarbij kinderen gewend raken aan nieuwe smaken.
kunnen aanbieden
2. De ouders weten waarom kinderen van nature meestal niet dol zijn op groenten. 3. De ouders kunnen aan de hand van de tips en richtlijnen thuis aan de slag om hun kinderen stilletjes aan te laten wennen aan de smaak van groenten.
en laten proeven. Zoubida daarentegen wil haar kind niet forceren...
8 8 | D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E
D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E | 8 9
Stelling 2. ‘Ik verplicht mijn kind om te proeven.’ Richtvragen: waarom is het zo belangrijk dat hij of zij proeft ? Wat verstaan jullie onder proeven? Een keer in zijn mond en terug uitspuwen, een hapje eten, drie lepels, …? Tip: Het kind moét proeven ! Het kan zijn dat een kind 10-20 keer moet proeven alvorens het iets nieuws lust.
Stelling 5. ‘Als ik naar de winkel ga, laat ik mijn kind helpen bij het kopen van de groenten.’
Stelling 3. ‘Als mijn kind zijn groenten niet wil, forceer ik hem om zijn bord leeg te eten.’ Richtvragen: Heeft hij al geproefd en wil hij niet verder eten, wat doen jullie dan? Kook je dan nog iets anders voor hem? Eis je dat hij zijn bord toch nog leeg eet? Laat je hem zitten tot hij zijn bord heeft leeggegeten (Zie sessie 3: maximum 20-30 min)? Tip: Niet dwingen om de rest op te eten, proeven is genoeg!
Nisa zal een bepaalde groenten blijven aanbieden, ook al wil haar zoontje het absoluut niet eten. Goma probeert de groente in dat geval op een andere manier klaar te maken.
Stelling 4. ‘Als mijn
Richtvragen: Is het mogelijk dat je kind helpt in de winkel, zien jullie dat zitten? Wat kan je kind allemaal doen in de winkel? Je kan je kind de groente een naam laten geven, uit de rekken laten nemen, laten vasthouden, eens laten ruiken, voelen, de kleur en de vorm benoemen, aan de kassa op de band leggen, in de zak steken, ... Tip: Betrek je kind bij het aankopen van de groenten.
Stelling 6. ‘Groenten die het kind heeft Stelling 7. ‘Aan tafel
het vaak liever.’
probeer ik eerst het
Stelling 8. ‘Ik meng
kind aan te sporen
de groenten onder de
om te eten, ik eet wel
rest van het eten, zo
achteraf.’
eten ze makkelijker
kind geen bonen lust, gaat het dat nooit lusten.’ Richtvragen: hoeveel keer denken jullie dat het nodig is dat je kind iets proeft vooraleer het de groente apprecieert? Hebben jullie zelf zaken die jullie vroeger niet lusten en je nu wel lust? Tip: Pas na 10 keer de groente te eten, leert je kind het graag/niet graag eten.
Een aantal extra stellingen:
helpen bereiden, eet
Richtvragen: Is het mogelijk dat je kind helpt in de keuken, zien jullie dat zitten? Waarmee kan het kind allemaal helpen? Je kan het kind de groenten laten wassen, pellen of als ze al iets ouder zijn laten snijden. Of je kan de kinderen de kom, een snijplankje, de kookpot uit de kast laten halen, de groenten en andere ingrediënten uit de koelkast laten nemen, … Tip: Laat je kind meehelpen bij het wassen, snijden, pellen van de groenten.
groenten.’ Richtvragen: herinneren jullie je het toneeltje uit de eerste sessie nog, wat hebben we toen besproken? Is het jullie ondertussen al gelukt om samen te eten? Tip: Eet de groentjes samen met je kind! Zien eten, doet eten ! (Herinner de ouders aan hun voorbeeldfunctie).
Richtvragen: hoe hebben jullie zelf de groenten al eens gecamoufleerd? Moeten ze altijd gecamoufleerd of gepureerd zijn? Tip: geef dezelfde groente in een andere vorm.
‘Ik laat mijn kind zelf zijn groenten opscheppen.’ ‘Mijn zoon lust geen worteltjes, dus, bereid ik dat beter niet meer.’ ‘Als ik suiker op zijn groentjes strooi, eet hij gemakkelijker zijn groentjes op .’ ‘Ik kies altijd welke groenten we gaan eten.’ AFSLUITING Deze poster verzamelt de verschillende tips die voortkomen uit de stellingen. Overloop deze stellingen nog eens met de ouders en probeer de tips die de ouders zelf naar voor brachten hierin een plaats te geven.
9 0 | D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E
D R A A I B O E K R ATAT O U I L L E | 9 1
2.3.2 Ervaringen en tips
‘Mijn kinderen lusten geen groenten, dat is nu eenmaal zo.’
OUDERS MOETEN HET GOEDE VOORBEELD GEVEN Ouders moeten zelf het goede voorbeeld geven en ook proeven, net zoals ze van hun kinderen verwachten. Leg uit dat een kind de wereld volop aan het ontdekken is en dat zijn smaken nog niet vastliggen. Groenten eten gaat niet vanzelf, het is een écht leerproces! DE KEUKEN: VERBODEN TERREIN VOOR KINDEREN Scherpe messen, kokend water, elektrische apparaten, een heet fornuis en een hete oven, ... Niets dan gevaren. Ouders houden hun kinderen liefst zoveel mogelijk uit de keuken. De keukens van onze deelnemers zijn bovendien meestal erg klein en kinderen lopen alleen maar voor de voeten. Kinderen laten meehelpen bij het koken is dan ook eerder een uitzondering, bijvoorbeeld bij speciale gelegenheden zoals het bakken van pannenkoeken of taarten voor een feestje. • Laat kinderen helpen in de keuken daar waar ze kunnen: groenten aanreiken, wassen, de buitenste blaren van bladgroenten scheuren, bloemkoolroosjes plukken, eventueel groenten schillen, ...
‘Dat heeft hij van zijn vader, die lust ook geen boontjes!’
• Probeer je kinderen zeker op minder drukke momenten, bijvoorbeeld in het weekend, zoveel mogelijk te betrekken bij het voorbereiden van de maaltijd.
‘Ik heb liever dat iedereen uit ‘mijn’ keuken blijft!’
PROEVEN WEL, FORCEREN NIET! In een van de vorige sessies zagen we al dat heel wat ouders zich vlug druk maken als de kinderen hun bord niet leegeet. ‘Bord altijd leegeten’ is dan ook vaak het motto, ook de groentjes... • Laat je kind altijd proeven van een groente. Je mag het echter nooit verplichten om alles op te eten. Laat je kind de groente terug uit de mond nemen als het het niet lust! Na een aantal keren proeven zal het kind de groente leren kennen en misschien ook lekker vinden. • Begin altijd met kleine porties. Later kan je de porties stelselmatig opbouwen.
• Probeer je kinderen ook bij de bereiding van dagelijkse maaltijden te betrekken, en niet alleen bij feesten of desserten! Zo gaat je kind ook deze maaltijden beginnen appreciëren. • Laat je kind al eens kiezen tussen twee groenten.
2.4 afronding Bedank de deelnemers voor hun actieve deelname. Moedig de ouders aan de dingen die ze tijdens de sessie van vandaag geleerd hebben de komende week thuis uit te proberen. Bij aanvang van de volgende sessie zullen alle ouders gevraagd worden hun ervaringen met elkaar uit te wisselen.