SERVICE NIVEAU OVEREENKOMST
afgesloten tussen
CENTRUM VOOR WERK EN INKOMEN ‘s-Hertogenbosch
en GEMEENTEN Boxtel, Haaren en Vught
1. Het Centrum voor Werk en Inkomen, gevestigd te ‘s-Hertogenbosch, vertegenwoordigd door J.M.A. van Hamont ( adj. Districtsmanager), verder te noemen het CWI, en 2.
De GEMEENTEN Boxtel, Haaren en Vught verder te noemen de gemeenten -
zijn belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van de Suwiwet- en regelgeving en de Wet werk en bijstand (Wwb) in het werkgebied van het CWI wensen in aanvulling daarop nadere afspraken te maken met het oog op de samenwerking tussen partijen en de afstemming tussen de betrokken uitvoeringsorganisaties
PARTIJEN HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER HET VOLGENDE: Preambule Doelstellingen: Het CWI en de gemeenten achten samenwerking noodzakelijk, gelet op de huidige verdeling van taken en verantwoordelijkheden van beide organisaties, conform SUWI en Wwb. Partijen zien als gezamenlijke doelstelling het leveren van kwalitatief hoogwaardige dienstverlening aan de gemeenschappelijke cliënten, waarbij wordt gestreefd naar: 1. het zorgen voor werk voor degenen die zich inschrijven als werkzoekende 2. het verstrekken van een uitkering aan degenen die daarop aangewezen zijn 3. het zo spoedig mogelijk bieden van werk aan degenen die afhankelijk zijn van een uitkering, door middel van reïntegratie en activering. Daarbij wensen partijen: gezamenlijk vorm te geven aan de ketendienstverlening en gezamenlijk zorg te dragen voor een efficiënte en effectieve uitvoeringstructuur. Arbeidsmarktsituatie: Om de doelstellingen te kunnen realiseren is inzicht nodig in de ontwikkelingen van zowel de vraag- als de aanbodzijde van de regionale arbeidsmarkt. Partijen komen overeen, dat: 1. het CWI per kwartaal informatie levert aan de gemeenten over de stand van zaken, de ontwikkelingen, knelpunten en vraag op de regionale arbeidsmarkt; 2. de gemeenten hierop anticiperen bij de inzet van reïntegratiemiddelen en de toeleiding van cliënten naar de arbeidsmarkt; 3. de gemeenten per kwartaal informatie leveren aan het CWI over de ontwikkelingen in het aanbod van arbeidskrachten, volgend uit de reïntegratieen activeringsinspanningen 4. Medio 2005 het CWI het initiatief zal nemen om te komen tot een toelichting van de regionale arbeidsmarkt (trends, ontwikkelingen, kansen en bedreigingen)
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
2
Uitgangspunten: In het kader van deze Service Niveau Overeenkomst zijn partijen overeengekomen, dat de volgende uitgangspunten worden gehanteerd: de Suwi wetgeving (de spreiding van) de CWI-vestigingen werk boven inkomen als kern van de poortwachterfunctie de klant is de maat der dingen erkenning van het financieel belang van de gemeenten bij het terugdringen van het aantal uitkeringsgerechtigden respect voor elkaars (kern)taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden het bestaan van een gezamenlijke verantwoordelijkheid m.b.t. de keten samenwerking en ondersteuning waar mogelijk uniforme werkwijze van de randgemeenten, die aan CWI ‘s-Hertogenbosch zijn gekoppeld Wederzijdse eisen en verwachtingen: Om tegemoet te kunnen komen aan wederzijds bestaande verwachtingen zijn partijen overeengekomen dat: 1. partijen elkaar aanspreken op ieders verantwoordelijkheden en de daaromtrent gemaakte afspraken 2. partijen elkaar ondersteunen daar waar mogelijk, gericht op de verbetering van de kwaliteit van de (keten)dienstverlening 3. partijen willen in 2005, samen zorgdragen voor een verdiepingsslag in de samenwerking Communicatie: Partijen achten geregelde communicatie en periodiek overleg op verschillende niveaus een belangrijke succesfactor voor het realiseren van de doelstellingen. Hiertoe wordt de opzet en inrichting van het regionaal ketenoverleg (REKO) vormgegeven. Daarnaast vindt er veelvuldig overleg plaats op uitvoerend niveau middels het uitvoeringsoverleg.
Reikwijdte: In deze SNO hebben partijen afspraken vastgelegd met betrekking tot de uitvoering van de wettelijk opgedragen taken. De afspraken zullen in het REKO worden geëvalueerd. Dit zal gebeuren op basis van vaste agendaonderdelen. Indien partijen wederzijds andere dienstverlening vragen wordt hiervoor een aanvullende overeenkomst gesloten.
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
3
Artikel 1: Afbakening
In deze SNO worden achtereenvolgens nadere afspraken gemaakt met betrekking tot de volgende onderwerpen: •
poortwachterfunctie (Artikel 2) • werk boven inkomen • voorkomen onterechte uitkeringsaanvragen
•
ketendienstverlening CWI-gemeenten v.v. (Artikel 3) • ketendienstverlening gericht op Werk (3.1) • activiteiten van het CWI: • Dienst Bemiddelingsactiviteiten • Dienst Reïntegratie-adviezen • activiteiten van de gemeenten: • ketendienstverlening gericht op Inkomen (3.2) • activiteiten van het CWI: • Dienst Uitkeringsintake • Kennisgeving verwijtbaar gedrag • Activiteiten van de gemeenten: • Terugkoppeling overdracht uitkeringsdossier en kennisgevingen • afwijkende procedures (3.3)
•
termijnen van overdracht (Artikel 4) • termijnen • wijze van overdracht • Kwaliteit van dossieroverdracht
•
management- en stuurinformatie (Artikel 5) • informatie vanuit het CWI • Informatie vanuit de gemeente
•
rapportage en verantwoording (Artikel 6)
•
communicatie en overleg (Artikel 7)
•
klanttevredenheids-onderzoeken en klantenparticipatie (Artikel 8)
•
duur van de overeenkomst (Artikel 9)
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
4
Artikel 2: Poortwachtersfunctie
2.1
Werk boven inkomen
Het CWI draagt zorg voor de uitvoering van de poortwachterfunctie, in die zin, dat aan degenen die zich melden als nieuwe werkzoekenden in eerste instantie werk wordt aangeboden alvorens te komen tot een uitkeringsintake. Indien er toch sprake is van een dossieroverdracht blijft het CWI fase 1 klanten intensief naar werk bemiddelen om zo de uitstroom uit de uitkering te bespoedigen. Kwantitatieve doelstelling CWI ten opzichte van Poortwachtersfunctie: Preventiequote: 45 % Uitstroomquote fase 1 binnen 6 maanden na overdracht uitkeringsdossie r: 55 % Zie bijlage 1 •
Definitie van de Preventiequote:
Het aantal mensen dat zich meldt bij het CWI met het verzoek om een uitkering aan te vragen waarbij het uiteindelijk niet komt tot een daadwerkelijke overdracht van uitkeringsdossier aan de uitkerende instantie. De preventiequote wordt berekend per uitkerende instantie en in het geval van een WWB uitkering per gemeente. De Quote wordt uitgedrukt in een percentage. •
Definitie van uitstroomquote:
Het aantal mensen gefaseerd in fase 1 waarvan het uitkeringsdossier is overgedragen aan de uitkerende instantie waarbij binnen een half jaar na overdracht van het uitkeringsdossier de klant zich weer uit laat schrijven bij het CWI. De Quote wordt uitgedrukt in een percentage.
2.2
Voorkomen onterechte uitkeringsaanvragen
Het CWI is eveneens verantwoordelijk voor het tweede aspect van de poortwachterfunctie: het voorkomen dat personen een uitkeringsaanvraag doen, waarvan vooraf is vastgesteld dat dit niet tot een toekenning van een uitkering zal leiden. Het CWI geeft expliciet met de tekst “ Staat op aanvraag “ op het aanvraagformulier aan dat betrokken cliënt de uitkeringsaanvraag heeft doorgezet ondanks de melding van het CWI, dat deze mogelijk niet tot een uitkering zou kunnen leiden 1 . De gemeenten leveren bij het CWI documentatie aan waarin informatie wordt gegeven over de lokale procedures en informatie over de WWB/ IoaW. Het CWI zal bij het opstellen van het klantprofiel voor uitreiking zorgdragen. Iedere gemeente heeft een vaste contactpersoon waar vragen vanuit het CWI aan gesteld kunnen worden. Deze contactpersoon participeert ook in het uitvoeringsoverleg.
1
Cliënten hebben recht om aanvraag te doen, CWI heeft wettelijke plicht om aanvraag in te nemen.
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
5
Artikel 3: Ketendienstverlening CWI-Gemeenten v.v.
3.1
Ketendienstverlening gericht op Werk
Activiteiten van het CWI: Dienst Bemiddelingsactiviteiten Het CWI wijst de cliënt bij het opstellen van het klantprofiel al op de mogelijkheden van de ‘beursvloer’ om snel en duurzaam werk te vinden. Eveneens wordt bij melding de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt zoveel mogelijk gestimuleerd en wordt de cliënt geïnformeerd over de procedure m.b.t. ‘kennisgeving verwijtbaar gedrag’. •
•
• •
Het CWI voert bemiddelingsgesprekken met alle fase 1 klant-werkzoekenden die naar de inschatting van het CWI niet direct zullen uitstromen, met als doel hun z.s.m. uit te laten stromen naar werk. Het CWI stelt zich als doel om iedere nieuwe klant in de eerste 3 weken na melding minimaal 1 keer per week uit te nodigen voor een bemiddelingsgesprek. Na deze periode van drie weken wordt een fase 1 klant, afhankelijk van de zelfredzaamheid, minimaal 1 keer per maand uitgenodigd voor een bemiddelingsgesprek. De maximale bemiddelingsperiode bedraagt een half jaar. Het CWI voert bemiddelingsgesprekken op verzoek van de gemeenten ten behoeve van werkzoekenden die naar werk bemiddeld kunnen worden tijdens of na een reïntegratietraject. Dit zal voor deze groep worden voorafgegaan door een kwalificerende intake (herfasering) om te voorkomen dat werkzoekenden die daar nog niet aan toe zijn worden bemiddeld naar werk. Het CWI verzorgt workshops voor klanten, te weten; o Workshop voor hoger opgeleiden ( ook gericht op netwerken) o Workshop gericht op sollicitatietraining Het CWI organiseert in 2005 diverse lokale banenmarkten waarvoor het fase 1 bestand wordt uitgenodigd. De gemeenten worden daarbij betrokken.
Dienst Reïntegratie-adviezen In geval van nieuw ingeschreven werkzoekenden wordt de Kwalificerende intake uitgevoerd na de uitkeringsintake. Op verzoek van de gemeente kan ook voor cliënten uit het ‘zittend bestand’ een Kwalificerende intake worden uitgevoerd. Bij het vermoeden van (gedeeltelijk) arbeidsgehandicapten kan het CWI adviseren een REA-toets te laten uitvoeren om de belastbaarheid te laten vaststellen. De gemeenten kan het CWI verzoeken een reïntegratie-advies op te stellen voor (gedeeltelijk) gehandicapte werkzoekenden, waarvoor een belastbaarheidonderzoek is uitgevoerd. Kwaliteitseisen: De Kwalificerende intake omvat de relevante informatie van de cliënt m.b.t.: scholing/opleidingen arbeidsverleden competenties reïntegratiemogelijkheden (relatie arbeidsmarktmogelijkheden) analyse werkbelemmeringen (fase 4 cliënten)
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
6
De gemeenten voeren een actief reïntegratiebeleid. In relatie tot het CWI kan men dan denken aan: Creëren van voorzieningen die een snellere toeleiding naar de arbeidsmarkt kunnen bevorderen (kinderopvang e.d.) Indienen van verzoeken tot herfasering, Het beschikbaar stellen van belastbaarheidpatronen Aanbieden van reïntegratietrajecten en afsluiten van reïntegratiecontracten. 3.2
Ketendienstverlening gericht op Inkomen
Activiteiten van het CWI Dienst uitkeringintake. Het CWI draagt na inname van het ondertekende aanvraagformulier aan de gemeenten alle gegevens en bewijsstukken over die voor het vaststellen van het recht op een uitkering noodzakelijk zijn, alsmede de gegevens die bij de melding/bepalen klantprofiel en de werkintake zijn opgenomen conform de door beide partijen vastgestelde boodschappenlijst. Het CWI draagt de gegevens zo volledig mogelijk over. Op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht is de gemeente verantwoordelijk voor de eventuele aanvulling van gegevens. Het CWI wijst cliëntwerkzoekenden op het belang om alle benodigde bewijsstukken bij de uitkeringsintake, volledig aan te leveren. Bij de dossieroverdracht wordt door het CWI omschreven welke gegevens ontbreken. Bij het ontbreken van gegevens, geeft het CWI aan welke afspraken met de cliënt gemaakt zijn teneinde de gegevens alsnog door de klant bij de gemeente aan te laten leveren. Eventuele verwijtbaarheid van de cliënt m.b.t. het ontbreken van de gegevens wordt hierbij meegenomen.
Kennisgevingen verwijtbaar gedrag Het CWI informeert op grond van artikel 56 van de SUWI-wet de gemeenten over het (vermoedelijk) niet nakomen van verplichtingen door cliënten uitkeringsgerechtigden. De kennisgeving vindt plaats op de hiervoor vastgestelde uniforme wijze. Naast de kennisgeving verwijtbaar gedrag informeert het CWI de gemeente over zaken die niet direct met verwijtbaar gedrag te maken hebben maar die wel van belang zijn voor de gemeente om te weten. Activiteiten van de gemeente Terugmelding t.a.v. afwijzen van een uitkeringsaanvraag middels het overdrachtsformulier.
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
7
3.3
Afwijkende procedures 2
1. Direct doorverwezen naar de gemeenten voor het indienen van een uitkeringsaanvraag worden: • aanvragers van een IOAZ- en Bbz-uitkering • personen die in een inrichting verblijven • personen ouder dan 65 jaar, tenzij er een partner is die jonger is dan 65 jaar. • aanvragers van bijzondere bijstand en WVG. 2. Niet-uitkeringsgerechtigden: De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het casemanagement van reintegratietrajecten van de niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden. Het CWI biedt niet-uitkeringsgerechtigde cliënten basisdienstverlening aan in de vorm van informatie & advies en het opstellen van het klantprofiel. Indien een niet-uitkeringsgerechtigde cliënt ingedeeld wordt in fase 1, kunnen de werkintake en bemiddelingsactiviteiten worden ingezet. Indien een niet-uitkeringsgerechtigde cliënt niet in fase 1 wordt ingedeeld, volgt een kwalificerende intake en overdracht met een reïntegratie advies aan de betreffende gemeente. 3. Verkorte procedure: Voor draaideurcliënten die na stopzetting van de uitkering, binnen een periode van 3 maanden wederom verzoeken om een bijstandsuitkering ,uitgaande van de door de klant verzochte ingangsdatum uitkering kan door het CWI een verkort intakeformulier worden gebruikt, waarin mogelijke wijzigingen in de situatie van de cliënt worden opgenomen (adres, werkervaring e.d.). Als er wijzigingen in de woon/gezinssituatie zijn dan wordt gebruik gemaakt van een volledige aanvraag. Als de klant binnen 30 dagen terugkomt, uitgaande van de verzochte ingangsdatum uitkering door de klant, wordt deze direct doorverwezen naar de gemeente. Draaideurclienten die na stopzetting van de uitkering, na een periode van 3 maanden of langer wederom verzoeken om een bijstandsuitkering, uitgaande van de door de klant verzochte ingangsdatum uitkering, wordt de lange procedure gehanteerd. 4. Schoolverlaters en jongeren tot 23 jaar: Voor schoolverlaters en jongeren tot 23 jaar, die zich inschrijven bij het CWI wordt alleen de werkintake uitgevoerd met verwijzing naar uitzendbureaus. Voor schoolverlaters worden in beginsel geen uitkeringsintakes gestart. Hiermee worden de reeds bestaande afspraken voortgezet. Deze groep word door het CWI in het kader van de bestrijding jeugdwerkeloosheid, nadrukkelijk gevolgd. Door het maximaliseren van de contactfrequentie, inzet van collectieve activiteiten en waar nodig maatwerk wordt ingezet om binnen 6 maanden werk, dan wel een andere activiteit gerealiseerd te hebben voor de jongeren.
2
Hieronder vallen o.a. de uitzonderingen zoals voorheen bepaald in Art. 63a lid 2 Abw
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
8
5. Personen behorend tot de doelgroep van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN): Het CWI voert op grond van de WIN een werkintake 3 uit. Op basis van de werkintake maakt het CWI een advies dat door gemeenten mede wordt gebruikt voor het bepalen van de inhoud van het inburgeringprogramma. De gemeenten houden het CWI tussentijds op de hoogte van de voortgang van het inburgeringprogramma. Op lokaal niveau kunnen hierover afspraken worden gemaakt. Tegen het einde van het inburgeringprogramma verzorgt het CWI, indien de cliënt nog geen werk heeft gevonden, een kwalificerende intake wat resulteert in een advies aan gemeenten en cliënt over de doorstroming naar een traject richting arbeid. De kwaliteit van de advisering rondom de inburgering van nieuwkomers en de terugkoppeling door de gemeente hierover wordt periodiek geëvalueerd. 6. Broodnoodprocedure: In geval van broodnood informeert het CWI de cliënt over het beoordelingskader van de gemeente. Aan het formulier worden de benodigde gegevens en bewijsstukken toegevoegd. De gemeente beoordeelt de noodzaak tot het verstrekken van een voorschot.
3
Het CWI voert een (verkorte) intake uit aan het begin van het inburgeringprogramma en de werkintake met reïntegratieadvies aan het eind van dit programma. In de praktijk wordt vaak een ‘driegesprek’ gevoerd: cliënt-CWI-Gemeente.
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
9
Artikel 4: Termijnen van overdracht 4.1 Termijnen Het CWI stelt zich tot doel om met betrekking tot de volgende activiteiten binnen de als uiterlijk gestelde termijnen te blijven. Indien als gevolg van calamiteiten de als uiterlijk gestelde termijnen niet haalbaar blijken te zijn, zal het CWI dit melden bij de betreffende gemeente en bij de districtsmanager CWI. § §
§
§
§
§
de werkintake wordt uitgevoerd op de dag van de 1e melding. de uitkeringsintake volgt maximaal 10 werkdagen na de werkintake. In deze periode vindt overdracht naar de adviseur plaats die de klant in het kader van de 1 op 1 benadering gaat begeleiden. In deze periode vindt ook het eerste bemiddelingsgesprek plaats. de dossieroverdracht uitkeringsintake volgt maximaal 8 werkdagen na indiening van het ondertekende aanvraagformulier, indien nodig zal de klant in deze periode extra worden uitgenodigd om nog ontbrekende bewijsstukken ten behoeve van de uitkeringsaanvraag aan te leveren. een verzoek tot herfasering c.q. reïntegratieadvies zal uiterlijk binnen 15 werkdagen worden afgehandeld. Ingeval het een REA-kandidaat betreft voorziet de gemeente het CWI bij het verzoek van het benodigde belastbaarheidprofiel. indien een werkzoekende wordt ingedeeld in ntb/fase 2,3,4, zal het reïntegratieadvies en het uitkeringsdossier uiterlijk binnen 15 werkdagen na de werkintake aan de gemeente worden overgedragen. Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid tot het aanvragen van spoedkwints. De procedure hiervoor is reeds in 2003 vastgesteld kennisgevingen verwijtbaar gedrag, schriftelijke melding bij gemeenten binnen 3 werkdagen nadat het verwijtbaar gedrag zich heeft voorgedaan.
4.2 Wijze van overdracht De overdracht van de gegevens door het CWI aan de gemeenten vindt plaats middels de hiertoe vastgestelde uniforme set van gegevens en lijst van bewijsstukken. Dossiers worden per aangetekende post door het CWI verzonden. 4.3 Kwaliteit van dossieroverdracht Het CWI stelt zich tot doel om in zoveel mogelijk gevallen de uitkeringsaanvraag tijdig en volledig over te dragen aan de gemeenten. De termen Tijdigheid en volledigheid van overdracht zijn gedefinieerd in de handreiking kwaliteitstoets uitkeringsintake ABW van november 2002. Tijdig overgedragen dossiers in 2005: Volledig overgedragen dossiers in 2005:
85 % 80 %
De prestatie-indicatoren ten behoeve van de tijdigheid en volledigheid van de uitkeringsintake behoren tot het presteren van CWI als ketenpartner Werk en Inkomen. Daarmee samenhangende indicatoren met betrekking tot kwaliteit zijn juistheid en consistentie. Deze zijn alleen te toetsen via onderzoek bij de ketenpartners. Terugkoppeling op overdracht van het uitkeringsdossier (kwaliteitsinstrument) en kennisgevingen wordt alleen dan gedaan indien de gemeente naar aanleiding van de overdracht op – of aanmerkingen heeft. Indien de aanvraag volledig en akkoord is volgt er geen individuele terugkoppeling.
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
10
Artikel 5: Management- en stuurinformatie Voor de beoordeling van de prestaties, zoals overeengekomen in deze SNO wordt management- en stuurinformatie verzameld. Een groot deel van de benodigde informatie wordt in de systemen van het CWI en de gemeenten vastgelegd. De gegevens worden opgenomen in een managementrapportage, die besproken wordt in het REKOmanagementoverleg. Bij de bestaande managementcijfers die het CWI aanlevert, zullen ook de gemeenten hun managementcijfers toevoegen. Uiterlijk in april 2005 wordt de informatie behoefte aangepast zodat een informatieset ontstaat die tijdig door partijen geleverd kan worden en voldoende transparant is om operationele doelstellingen te formuleren en te evalueren binnen het REKO- managementoverleg. Het CWI informeert aan het eind van ieder kwartaal over: • Aantal indiceringen, mogelijk recht op uitkering • Percentage nieuwe instroom mogelijk uitkeringsgerechtigden dat niet tot uitkerings-overdracht komt (preventiequote) • Percentage uitstroom fase 1 binnen 6 maanden na datum overdracht dossier ( uitstroomquote) • Aantal uitgevoerde uitkeringsintakes • Aantal overgedragen dossiers • Aantal uitgevoerde Kwalificerende intakes • Aantal vervolggesprekken fase 4 • Aantal herfaseringen GSD • Aantal gemelde kennisgevingen verwijtbaar gedrag
De gemeenten informeren aan het eind van ieder kwartaal over: • Aantal cliënten nieuwe instroom per kwartaal, waarvan: • Aantal toegekende uitkeringen • Percentage volledig en tijdig aangeleverde dossiers • Aantal onterechte doorverwijzingen • • • • • • •
Resultaat kennisgevingen van het CWI Resultaten overeengekomen termijnen van afhandeling aanvragen door gemeenten Kwaliteit uitgevoerde Kwalificerende intakes Kwaliteit overgedragen dossiers Percentuele groei c.q. teruggang aantallen overgedragen dossiers ten opzichte van voorgaande jaren Gemiddelde duur uitkering, toetsing schadelastbeperking Volume uitkeringsgelden, percentage realisatie t.o.v. taakstelling, toetsing schadelastbeperking
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
11
Artikel 7: Communicatie en overleg Het overleg tussen het CWI en de gemeenten vindt plaats op drie niveaus: • Uitvoering • Management • Strategisch
•
• • •
•
Er is een werkgroep met vertegenwoordigers van de ketenpartners met als taakopdracht: o Afstemmen van werkprocessen tussen betrokken ketenpartners. o Kleinschalige problemen voor zover mogelijk binnen de werkgroep oplossen. o Oplossingen waarvoor toestemming van Hoofden Sociale-/ Burgerzaken en de CWI- manager vereist is, worden voorgelegd aan het REKO. (Leden van de werkgroep informeren de eigen leidinggevenden voorafgaand aan het REKO) Na accordering worden deze afspraken vastgelegd in de notulen van het REKO en vervolgens in de eerstvolgende SNO verwerkt. o Controle functie m.b.t. de naleving van de lokale afspraken zoals vermeld in de SNO. o Opdrachten, voortvloeiend uit het REKO, worden door de CWI- manager aan de voorzitter van de werkgroep gecommuniceerd. o Voorstellen/ verslagen van de werkgroep worden door het CWI uitgewerkt. o De werkgroep komt éénmaal per kwartaal, (minimaal) twee weken voorafgaand aan het REKO bijeen. Indien de werkgroep dit nodig acht kan de frequentie verhoogd worden. Gemeenten en CWI komen tenminste eenmaal per kwartaal middels een regionaal ketenoverleg bijeen. Betrokken ketenpartners zijn op toerbeurt voorzitter en ‘gastheer’ van het REKO. De voorzitter is eveneens verantwoordelijk voor het maken van de agenda en notulen. In het REKO wordt de naleving van de SNO bewaakt, kan gesproken worden over bijstelling en eventueel te nemen maatregelen. Eveneens vindt tijdens het REKO informatie-uitwisseling plaats omtrent lokale- en organisatieontwikkelingen. Nadrukkelijk wordt in 2005 binnen het REKO ingezet op een verdiepingsslag in de samenwerking Indien de behoefte wordt geconstateerd vindt er overleg plaats tussen de Districtsmanager CWI en de Portefeuillehouders Soza van de betrokken gemeentes, onderwerpen van dit overleg kunnen zijn resultaten, beleidsontwikkelingen en ervaringen omtrent lopende samenwerking CWI- Gemeenten. Dit overleg zal voorbereid worden in het REKO overleg.
Artikel 8: Klantparticipatie
Klantparticipatie: De klantparticipatie wordt vormgegeven middels de Cliëntenraden bij gemeenten en de Cliëntenraad CWI District Zuidoost Nederland.
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
12
Artikel 9: Duur van de overeenkomst Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd, ingaande 1 februari 2005. In onderling overleg kunnen tussentijds wijzigingen worden aangebracht als aanhangsel bij deze SNO. Aldus overeengekomen te 's-Hertogenbosch
CWI ‘s-Hertogenbosch
Gemeenten,
J.M.A. van Hamont Adj. Districtsmanager CWI Zuidoost Nederland
J. de Groot, Burgemeester gemeente Vught
J.A.M. van Homelen, Burgemeester gemeente Boxtel
F.H.G.M. Ronnes Burgemeester gemeente Haaren
SNO CWI – Gemeenten Boxtel, Haaren, Vught van 2005
13