SECUNDAIR ONDERWIJS
Onderwijsvorm:
ASO/TSO
Graad:
tweede en derde graad
Jaar:
eerste en tweede leerjaar
Studiegebied:
Sport
Studierichtingen:
Wetenschappen-topsport (ASO 2) Handel-topsport (TSO 2) Topsport (TSO 2) Moderne talen-topsport (ASO 3) Wetenschappen-topsport (ASO 3) Wiskunde-topsport (ASO 3) Handel-topsport (TSO 3) Topsport (TSO 3)
Basisvorming en specifiek gedeelte
AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport: golf) Leerplannummer:
2006/153
Inspectienummer:
2006 / 83 // 1 / T / BS / 1 / II / / V/08 2006 / 101 // 1 / T / BS / 1 / III / / V/08
2/2 lt/w 10/10 lt/w
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
1
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen..............................................................................................................................9 Tweede graad ................................................................................................................................9 Derde graad ................................................................................................................................ 11 Leerinhouden......................................................................................................................................... 14 Tweede graad: kennis van de technieken van de basisslagen .................................................. 14 Derde graad: verfijning en automatisering van de technieken van de basisslagen.................... 19 Pedagogisch-didactische wenken en timing ......................................................................................... 24 Minimale materiële vereisten................................................................................................................. 27 Evaluatie ................................................................................................................................................ 28 Bibliografie ............................................................................................................................................. 29
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
2
VISIE ALGEMEEN De maatschappelijke betekenis van topsport in ons dagelijks leven laat zich schetsen vanuit drie dimensies: -
de individuele ontplooiing van diegenen die meer dan sportief begaafd zijn;
-
de sociaal-culturele dimensie: topsport is niet alleen topamusement. Topsport levert ook een bijdrage aan de passieve recreatie en de sociale cohesie en integratie in de samenleving;
-
de economische betekenis van topsport voor de samenleving, die zowel in financiële zin als op het gebied van de werkgelegenheid gegroeid is dankzij de sterk gestegen publieke belangstelling.
SPECIFIEK De Vlaamse Vereniging voor Golf wil via de Topsportschool Golf talentvolle jongeren de mogelijkheid bieden om zich te ontwikkelen tot topsporter1 gecombineerd met een voltijdse schoolopleiding. Aangezien de kans bestaat dat ons einddoel niet door iedereen kan bereikt worden, wordt veel belang gehecht aan de studiekansen. Hierdoor wordt de toekomst van deze leerlingen niet gehypothekeerd. Gezien een golfspeler er niet moet staan op 18 jaar, na het beëindigen van de secundaire cyclus, wensen wij hen ook in te lichten over de bestaande toekomstmogelijkheden. De kwaliteitsvolle begeleiding van deze talentrijke jongeren is gebaseerd op: -
gemotiveerde leerlingen die weten waaraan ze beginnen en die bereid zijn dagdagelijks inspanningen te leveren en door te zetten;
-
trainers die op een professionele manier de jongeren opleiden en aanzetten tot de nodige zelfdiscipline;
-
optimale infrastructuur, fitness, medische omkadering, ontspanning.
(1) 1 Belgisch topniveau, Europees topniveau, Wereldtopniveau
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
BEGINSITUATIE OP SPORTIEF VLAK Toelating tot de topsportschool Om toegelaten te worden tot de topsportschool Golf moet de leerling aan de selectiecriteria en herselectiecriteria voldoen. Deze criteria worden door de Cel Topsport van de Vlaamse Vereniging voor Golf opgesteld en goedgekeurd door de selectiecommissie. Deze commissie is samengesteld uit de Vlaamse topsportmanager, de vertegenwoordigers van BLOSO en BOIC. Individuele beginsituatie Niet al onze leerlingen beschikken over dezelfde technische en tactische, mentale en fysieke vaardigheden. Het is dus een heterogene groep. De trainers stellen de individuele beginsituatie vast gedurende de eerste weken van elk schooljaar. OP STUDIEVLAK Aangezien we ervan overtuigd zijn dat ons einddoel niet door iedereen kan worden bereikt, hechten we zeer veel belang aan de studiekansen die de topsportschool biedt op het niveau ASO en/of TSO. Studiebegeleiding Naast de normale lesuren zijn er volgende vormen van studiebegeleiding: •
de leerkrachten van de school organiseren op de vrije momenten en in samenspraak met de trainers en sporttechnisch coördinator inhaallessen wanneer ze oordelen dat de leerling een studieachterstand heeft voor één of meerdere vakken;
•
de trainers en sporttechnisch coördinator overleggen met de leerkracht of een training moet en kan vervangen worden door een inhaalles.
Medische begeleiding Een sportmedisch begeleidend team is voorhanden bestaande uit: •
Sportmedisch centrum Merksem: zij voeren het sportmedisch onderzoek uit;
•
sportarts;
•
sportkinesist(e);
•
sportpsycholo(o)g(e).
De sportarts heeft een vast wekelijks bezoekuur. Hij is daarenboven onmiddellijk bereikbaar indien nodig. De sportkinesist komt minimaal 3x per week om acute kwetsuren te behandelen, om preventief te werken tegen belastingsletsels en om onevenwichten in het lichaam bij te stellen. Bij concrete behoefte kan een sportdiëtist(e) ingeschakeld worden.
3
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
ALGEMENE DOELSTELLINGEN 1. Motorische competentie: motoriek, fysiek, perceptie •
het ontwikkelen van de motorische vaardigheden met gebruik van de juiste techniek;
•
individueel en in groep bewegingen en acties kunnen uitvoeren met inzicht en vaardigheid;
•
het inzetten van motorische vaardigheden en fysieke bekwaamheden om op het gepaste moment te komen tot sportefficiënte bewegingsuitvoeringen in golf;
•
kennis van en inzicht in de uitgevoerde bewegingen en acties kunnen tonen;
•
taakgericht werken en het belang ervan ervaren voor esthetisch-expressieve en/of sportefficiënte beweging in verschillende omstandigheden;
•
bij bewegingsuitvoeringen aandacht hebben voor de samenhang van kwalitatieve aspecten.
2. Motorische competentie: leren en sturen •
de bewegingsuitvoering kunnen bijsturen en optimaliseren bij zichzelf en anderen;
•
toelichting kunnen geven m.b.t. trainingsdoelen;
•
zelfstandig kunnen oefenen en reflecteren in het belang van de individuele prestatie;
•
vanuit eigen bewegingservaringen en lichaamssignalen de eigen neergezette golfprestaties herkennen, inschatten en verbeteren.
3. Gezondheid en veiligheid •
inzicht hebben op de invloed van bewegingen op de fysieke, mentale en sociale gezondheid duiden en vergelijken met andere factoren, die de gezondheid beïnvloeden;
•
het ontwikkelen van een optimale fitheid gebaseerd op uithouding, lenigheid en snelkracht;
•
het kennen en toepassen van de belangrijke principes van veiligheid, blessurepreventie, voeding en lichaamshouding bij de eigen sportbeoefening;
•
de principes van medisch verantwoord sporten kunnen toepassen;
•
evenwicht nastreven tussen de sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid, met een controle hiervan door een correcte interpretatie van meetresultaten.
4. Zelfconcept en sociaal functioneren •
ervaren dat motivatie, bewegingsvreugde, betrokkenheid en positief zelfbeeld belangrijke aspecten zijn bij topsportbeoefening, sportbeleving en sportief presteren;
•
mentale vaardigheden en routines kunnen gebruiken om progressies te maken in het omgaan met spanning, stress, het behouden van controle ... met het oog op een esthetisch-expressieve en/of sportefficiënte beweging;
•
samenwerking en teamvorming realiseren;
•
sociaal aanvaardbaar gedrag vertonen op het vlak van fair play, loyaliteit, regelgeving, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen, opmerkingen en gevoelens;
•
ervaren dat topsportbeoefening bijdraagt tot sociale interacties.
4
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
5
5. Samenleving •
zich kunnen informeren over organisaties en netwerken, die het topsportlandschap sturen;
•
op een positieve wijze kunnen omgaan met externe factoren, zoals media en toeschouwers, referees, enz.;
•
zich kunnen informeren over verdere studiemogelijkheden;
•
zich kunnen informeren over arbeidswetgeving en verzekeringsproblematiek, eigen aan de topsport;
•
kunnen ervaren, via eigen sportbeoefening en sportbeleving, dat topsport verweven is met, en effecten heeft op andere maatschappelijke domeinen.
6. Onderzoekscompetentie •
zich leren oriënteren op een onderzoeksprobleem ter ondersteuning van de bewegingspraktijk;
•
het kunnen reflecteren over en rapporteren van onderzoeksresultaten.
7. Vakoverschrijdende doelstellingen •
probleemoplossend kunnen werken, individueel of in in groep;
•
oorzaken van slagen en mislukken kunnen aangeven en hiermee kunnen omgaan;
•
het ontwikkelen van een positief zelfbeeld;
•
kunnen leiding geven en aanvaarden, verantwoordelijkheid nemen;
•
het tonen van luisterbereidheid bij conflicten;
•
respect en waardering uitdrukken voor anderen, pestgedrag vermijden;
•
ordelijk, systematisch en regelmatig oefenen;
•
een goede hygiëne en verzorging nastreven;
•
de richtlijnen van een gezonde voeding kennen en hanteren;
•
...
Wij wensen de leerplangebruiker erop te wijzen dat deze lijst met vakoverschrijdende doelstellingen zeker niet limitatief is en slechts enkele sportgerelateerde voorbeelden bevat uit de verschillende vakoverschrijdende thema’s. De uitbreiding van deze lijst is sterk afhankelijk van de aanpak van de individuele leerkracht alsook van de projecten opgezet door de vakgroep en/of door de school.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
6
DOELSTELLINGEN TOPSPORTOPLEIDING GOLF – COMBINATIE TOPSPORT EN STUDIE • De talentvolle en beste spelers van Vlaanderen via een selectiesysteem samenbrengen in een kwaliteitsvolle topsportafdeling van een topsportschool. • De leerlingen een leerpakket aanbieden waarbij studie en topsport harmonieus verdeeld worden met het oog op een latere: -
uitbouw van een topsportcarrière als professionele golfspeler;
-
uitbouw van een kwaliteitsvolle sportieve carrière als amateurgolfer op Europees en wereldniveau in combinatie met een professionele loopbaancarrière.
• De leerlingen in optimale accommodatieomstandigheden brengen om: -
de golfsport perfect te trainen en uit te oefenen;
-
studies optimaal af te werken.
• De leerlingen de mogelijkheid aanbieden om de beschikbare tijd optimaal te gebruiken: -
via lessentabel tijdens de schooluren;
-
via invulling vrije tijd na de schooluren;
-
via stages (binnen- en buitenland) en deelname aan wedstrijden (nationale en internationale).
• De leerlingen informeren over de verdere toekomstmogelijkheden (studies verder zetten op universitair of hoger niet-universitair niveau – teaching pro – touring pro). Om te kunnen beantwoorden aan de hierboven vermelde doelstelling, is de vorming van de leerling-topsporter in 2 niveaus verdeeld: •
2e graad: gewoontevorming en verwerking van het trainingsvolume en evolutie Ö niveau 2 (leren trainen en technische kennis vergaren)
•
3e graad: vervolmaking Ö niveau 3 (verfijning en automatisering van de diverse technieken en toepassen van het herhalingsprincipe)
Het resultaat van de vorming van een jonge atleet om het allerhoogste competitieniveau te bereiken, is afhankelijk van zijn talent en staat in verhouding tot zijn potentieel en de geïnvesteerde trainingsarbeid. Zonder de nodige trainingsuren zal het vooropgestelde einddoel nooit bereikt worden. Uiteraard wordt de juiste hoeveelheid training bepaald door de draagkracht van de leerling, maar het spreekt voor zich dat de door ons geselecteerde spelers over de nodige fysieke capaciteiten moeten beschikken om de minimumhoeveelheden af te werken. Ons streefdoel wat het aantal trainingsuren betreft (zowel in de 2e als 3e graad) is: •
van maandag tot vrijdag binnen de topsportschool: - dinsdag: 150’ begeleide golftraining + 120’ vrije training - woensdag: 180’ begeleide golftraining + 90’ vrije training - donderdag: 150’ begeleide golftraining + 120’ vrije training - vrijdag: 120’ conditie- en/of krachttraining + 180’ begeleide golftraining
•
zaterdag en/of zondag: training club/federatie of deelname nationale wedstrijden tijdens het wedstrijdseizoen
• De leerlingen trainen onder deskundige begeleiding golf: •
golftechnisch,
•
fysisch,
•
mentaal,
•
medisch en paramedisch.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
7
PERSOONLIJKHEIDSONTWIKKELING De verwachtingen zijn hoog binnen de topsportschool, zowel op sportief als op studievlak. De studie is heel belangrijk om als leerling-topsporter te kunnen slagen. De combinatie studie en topsport vergt enorm veel inzet, doorzettingsvermogen en motivatie. De voorbereiding op een carrière van topsporter vergt echter nog meer van de leerling. Hij/zij fungeert als voorbeeldfunctie, ambassadeur en staat steeds in het middelpunt van de belangstelling zowel in het dagelijks gebeuren als op sportief gebied. De school en haar leerkrachtenteam trachten een begeleidende en opvoedende taak tot een goed einde te brengen bij de uitbouw van: •
zijn/haar persoonlijkheid,
•
zijn/haar zelfstandigheid,
•
zijn/haar zelfdiscipline,
•
zijn/haar maturiteit.
HET RESPECTEREN VAN DE POLYVALENTIE EN DE AANDACHT VOOR DE EINDTERMEN •
De invulling van de eindtermen gebeurt op een uitgebreide en adequate wijze. Op die manier durven we zeggen dat de opleiding Topsport Golf beantwoordt aan een polyvalente opleiding;
•
Het aspect FYSIEK komt ruimschoots aan bod en dekt ladingen als uithouding, weerstand, kracht, snelheid, lenigheid enz.;
•
Tijdens het tussenseizoen (oktober – maart) krijgen andere sporttakken meer aandacht om o.a. de coördinatie en teamgeest verder te ontwikkelen. Daarnaast brengen behendigheidscircuits en slagbalsporten de nodige motorische ontwikkeling, een sociale vaardigheid en een gezonde en veilige levensstijl bij.
•
Golf steunt op de 4 hoofdcomponenten: GOEDE BASIS – HOUDING – ZWAAIBEWEGING EN TIMING (EVENWICHT – COÖRDINATIE – TIMING)
NIVEAUS IN PLAATS VAN LEERJAREN In dit leerplan wordt gepraat over de 2e en 3e graad zoals gebruikelijk is bij de algemene leerplannen LO. Het essentiële verschil tussen de 2e en de 3e graad bestaat hierin dat in de 2e graad de swing (= de basisbewegingsuitvoering) en de diverse technieken correct worden aangeleerd en dat de intensiteit matig is terwijl in de 3e graad gewerkt wordt op basis van herhalingen met als resultaat een verfijning en automatisering van de swing en perfecte uitvoering van de diverse technieken. Een leerling die in de 2e graad zou moeten overzitten, kan toch overgaan naar de 3e graad wat de sporttrainingen betreft. De trainingen voor de 2e en 3e graad worden gezamenlijk georganiseerd. Via een gedifferentieerde aanpak kan elke leerling op zijn/haar niveau de vooropgestelde trainingsdoelen bereiken.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
8
VAKOVERSCHRIJDENDE DOELSTELLINGEN • Internationalisering: jaarlijks wordt er deelgenomen aan: 1.
Tornooien Naast de deelname aan de tornooien in eigen land wordt op regelmatige basis deelgenomen aan internationale wedstrijden met als doel de leerling-topsporter enerzijds ervaring te laten opdoen in dergelijke wedstrijden en anderzijds om internationale prestaties neer te zetten en aldus de spelers optimaal voor te bereiden op een professionele carrière. Daarnaast leveren deze momenten meer dan “gewone” culturele- en taalervaringen op.
2.
Stages 2 mini-stages worden in het buitenland georganiseerd. Naast het kennismaken met lokale gewoontes en taalgebruik wordt hier sterk gewerkt aan het gedrag in groep en andere sociale vaardigheden.
• Zelfstudie Tijdens deze verblijven met een internaatskarakter krijgen de leerlingen indien nodig leerpakketten mee die door de leerkrachten samengesteld worden. De leerlingen moeten met begeleiding de opdrachten uitvoeren of de leerstof op zelfstandige basis instuderen. • Aanvaarden en respecteren van het inwendig reglement. Vooral de volgende aspecten worden beklemtoond: 1. het belang van de studie. Het diploma blijft het belangrijkste streefdoel; 2. het wederzijdse respect voor de fysieke ongeschondenheid en voor de revalidatie; 3. het ethische gedrag is 24 op 24 uur van primordiaal belang tijdens de opleiding.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN TWEEDE GRAAD ET LO
DSET
De leerlingen – topsporters kunnen A. Motorische competentie: motoriek, fysiek, perceptie
6-7
1
conditioneel een wedstrijd van 4 uur op behoorlijk hoog niveau spelen. Zij: • kennen en begrijpen de techniek van de golfswing • kunnen de gepaste slag uitvoeren i.f.v. de situatie • kunnen het mentaal aan om met goede en slechte prestaties om te gaan
7-8
2
op basis van inzicht tactische oplossingen brengen die adequaat zijn aan de probleemstelling
6-8-17
3
op elk moment onder druk een goede clubkeuze maken, rekening houdend met de omstandigheden van het moment, het spelniveau, de gesteldheid van het terrein, stand van de wedstrijd op dat moment, inschatting van de kansen voor de volgende slag. Dit alles zal meer tot ontwikkeling komen door veel herhalingen
14-15
1-3
geleerde bewegingsvaardigheden transfereren en toepassen in andere bewegingsactiviteiten
9
4
inzicht betonen in de sporttak golf door: • zelf grenzen te trekken en zichzelf te sturen in eender welke wedstrijdsituatie • kennis van het swingverloop en via de aangeleerde routines de juiste slag uitvoeren • het toepassen van de meest aangewezen en correcte techniek of tactiek in complexe training- en wedstrijdsituaties • een juiste interpretatie te geven van een correcte lichaamshouding, opwarming en cooling-down, stabilisatie, algemene en specifieke uithouding
8-10-11-12
5
op een efficiënte manier prestaties leveren zodat het eindresultaat dat van de tegenspelers overstijgt
11-12-16
6
bewegingen uitvoeren die relateren met de ruimte en de tijd. De houding en de vormspanning van het lichaam krijgen al de aandacht bij de uitvoering van bewegingsopdrachten. Het ritmisch verloop van de diverse technieken en de explosieve impulsen onderscheiden deze leerlingen van de anderen B. Motorische competentie: leren en sturen
4-5-6-11
7
goede en slecht uitgevoerde slagen onderscheiden, de uitgevoerde slagen corrigeren en dit zowel bij zichzelf als bij de anderen door: • de techniek (van de swing) van een uitgevoerde slag te kunnen beschrijven en analyseren; • de swingbeweging te begrijpen via voldoende inzicht in de verschillende fasen van het swingverloop (backswing, downswing, follow-through) • aangepaste oefenvormen te zoeken en in te oefenen
8
toelichting geven bij de gekozen techniek of tactiek
1-3-4
9
op hun niveau zelfstandig oefenen. Zij worden in staat geacht om hun kunnen productief te maken in functie van de groep en/of het belang van de individuele prestatie
5
10
bij zichzelf nagaan of er al dan niet vorderingen zijn gemaakt (zich naar waarde inschatten en verbeteren). Door het leren luisteren naar de lichaamssignalen zal in functie hiervan gehandeld worden
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week ET LO
DSET
10
De leerlingen – topsporters kunnen C. Gezondheid en veiligheid
18
11
begrijpen dat sportprestaties niet alleen het resultaat zijn van training alleen, maar ook in verhouding staan met het mentale evenwicht en sociale gezondheid
22*-23*
12
begrijpen dat rust en relaxatie even belangrijk zijn als trainen. Zij beseffen eveneens dat stabilisatie, herstellend trainen, stretching, opwarming en coolingdown en het werken aan de specifieke conditie onontbeerlijk zijn om topprestaties te leveren
1-2-13-20
13
de gevaren en risico’s van bewegingssituaties inschatten en herkennen onveilige bewegingssituaties. Zij kunnen door afspraken en regels na te leven verantwoordelijkheden opnemen in bewegingssituaties omtrent elkaars veiligheid
19-23*
14
op een aangepaste manier met het eigen lichaam omgaan om kwetsuren te voorkomen. Leren belastende houdingen en bewegingen te vermijden door kennis van het lichaam en er optimaal aandacht aan te besteden
15
onderscheiden wat gezonde sportvoeding is en wat het belang van een gezonde sportvoeding is
18-21*-22*
16
de principes van medisch verantwoord sporten toepassen
23*
17
weten dat doping of andere ongeoorloofde genotsmiddelen verboden zijn en een gevaar betekenen voor de gezondheid van het eigen lichaam
23*-28*
18
een evenwicht nastreven tussen de sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid. Dit evenwicht wordt gecontroleerd door metingen en testen. De interpretatie van deze metingen en testen moeten correct verlopen D. Zelfconcept en het sociaal functioneren
26*
19
weten dat motivatie, bewegingsvreugde en positief zelfbeeld belangrijke aspecten zijn om topsportprestaties te leveren
7-9
20
door mentale vaardigheden en routines gedurende de ganse wedstrijd waarbij stress continu bij elke slag aanwezig is, toch optimaal functioneren. Kunnen de mentale druk waaronder moet gespeeld worden goed in de hand houden
8-25-29*
21
samen werken in team tijdens de training of wedstrijd. Ze staan open voor teambuilding en zien de noodzaak en het nut van het “team” in. Voor golf is dit voornamelijk tijdens de Europese Kampioenschappen per ploeg
27*
22
slechte prestaties aanvaarden. Zij hebben respect voor hun tegenspeler(s), coach, captain en federatie
24
23
ondervinden dat topsportbeoefening bijdraagt tot sociale contacten E. Samenleving
30*
24
zich informeren over nationale en internationale golforganisaties en -netwerken zowel op amateur- als professioneel niveau via o.a. internet
25
weten op welke manier moet omgegaan worden met de trainer, federatie, pers, supporters, sponsors
26
zich informeren over verdere studiemogelijkheden (universitair - niet universitair niveau – combinatie studie en golf Amerika), amateursstatuut of professioneel statuut (teaching pro of touring pro)
27
zich informeren over de arbeidswetgeving en verzekeringsproblematiek eigen aan de topsport en golfsport
28
via de eigen sportbeoefening en sportbeleving ervaren dat topsport verweven is met en effecten heeft op andere maatschappelijke domeinen F. Onderzoekscompetentie
25
29
gericht informatie zoeken en in staat zijn om op een geordende manier een oplossing te vinden voor een probleem
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
11
DERDE GRAAD ET LO
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen – topsporters kunnen A. Motorische competentie: motoriek, fysiek, perceptie
6-7-8-1112-13
1
conditioneel een wedstrijd van 4 uur op behoorlijk hoog niveau spelen. Zij: • kennen en begrijpen perfect de techniek van de golfswing • kunnen de gepaste slag perfect uitvoeren i.f.v. de situatie • kunnen het mentaal optimaal aan om met goede en slechte prestaties om te gaan
7-8-11
2
op basis van perfect inzicht tactische oplossingen brengen die adequaat zijn aan de probleemstelling
6-8-11
3
op elk moment onder druk een goede clubkeuze maken, rekening houdend met de omstandigheden van het moment, het spelniveau, de gesteldheid van het terrein, stand van de wedstrijd op dat moment, inschatting van de kansen voor de volgende slag. Dit alles zal meer tot ontwikkeling komen door veel herhalingen
9-11-12
4
inzicht tonen in de sporttak golf door: •
zelf grenzen te trekken en zichzelf te sturen in eender welke wedstrijdsituatie
•
perfecte kennis van het swingverloop en via de aangeleerde routines de juiste slag perfect uitvoeren
•
het toepassen van de meest aangewezen en correcte techniek of tactiek in complexe training- en wedstrijdsituaties
•
een juiste interpretatie te geven van een correcte lichaamshouding, opwarming en cooling-down, stabilisatie, algemene en specifieke uithouding
8-10-11-12
5
op een fysiek efficiënte manier prestaties leveren zodat het eindresultaat dat van de tegenspelers overstijgt
11-12-16
6
bewegingen uitvoeren die relateren met de ruimte en de tijd. De houding en de vormspanning van het lichaam krijgen al de aandacht bij de uitvoering van bewegingsopdrachten. Het ritmisch verloop van de diverse technieken en de explosieve impulsen onderscheiden deze leerlingen van de anderen B. Motorische competentie: leren en sturen
4-6-11
3-4-5
7
8
goede en slecht uitgevoerde slagen onderscheiden, de uitgevoerde slagen corrigeren en dit zowel bij zichzelf als bij de anderen door: •
de techniek (van de swing) van een uitgevoerde slag te kunnen beschrijven en analyseren
•
de swingbeweging te begrijpen via voldoende inzicht in de verschillende fasen van het swingverloop (backswing, downswing, follow-through)
•
aangepaste oefenvormen te zoeken en in te oefenen
toelichting geven bij de gekozen techniek of tactiek. Zij kunnen: •
de mentale en conditionele impact van de vooropgestelde doelstellingen precies inschatten
•
de gestelde prioriteiten begrijpen
1-2-4-5
9
op hun niveau zelfstandig oefenen. Zij worden in staat geacht om hun kunnen productief te maken in functie van de groep en/of het belang van de individuele prestatie
6
10
bij zichzelf nagaan of er al dan niet vorderingen zijn gemaakt = zelfevaluatie (feedback-zelfcorrectie). Dit gebeurt door zelfkennis en inzicht. Door het leren luisteren naar de lichaamssignalen zal in functie hiervan gehandeld worden
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week ET LO
DSET
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen – topsporters kunnen C. Gezondheid en veiligheid
16
11
begrijpen dat sportprestaties niet alleen het resultaat zijn van training alleen, maar ook in verhouding staan met het mentale evenwicht en sociale gezondheid
20-21*-22*
12
begrijpen dat rust en relaxatie even belangrijk zijn als trainen. Zij beseffen eveneens dat stabilisatie, herstellend trainen, stretching, opwarming en coolingdown en het werken aan de specifieke conditie onontbeerlijk zijn om topprestaties te leveren
17-18
13
onderscheiden welke bewegingen, welke contacten of welke spelsituaties gevaarlijk zijn voor zichzelf, de medespeler of voor de tegenstander. Zij kunnen bijj een sportongeval gepast reageren en o.a. het gebruik van ijszakjes bij een acuut letsel toepassen
9-19
14
zelfstandig stabiliserende en/of proprioceptieve oefeningen uitvoeren. Zij kunnen zelfstandig een recupererende of revaliderende duurloop lopen.
16-20
15
de essentie en het belang van een gezonde sportvoeding onderscheiden. Zij dienen al de curatieve maatregelen, de bepalingen en de aanbevelingen in acht te nemen met het oog op het fysiek en psychisch welzijn van al de sportbeoefenaars
17
16
de principes van medisch verantwoord sporten hanteren
17
weten dat doping of andere ongeoorloofde genotsmiddelen verboden zijn en een gevaar betekenen voor de gezondheid van het eigen lichaam
18
een evenwicht nastreven tussen de sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid. Dit evenwicht wordt gecontroleerd door metingen en testen. De interpretatie van deze metingen en testen moeten correct verlopen
19-21*-22*
D. Zelfconcept en het sociaal functioneren 15*
19
weten dat motivatie leidt tot spelvreugde. Zij beseffen dat een grote betrokkenheid en een positief zelfbeeld belangrijke aspecten zijn om degelijke prestaties te kunnen leveren
20
op een bewuste wijze aan hun zelfbeheersing werken. Zij leren omgaan met elementen als spanning, verlies en winst. Zij zijn bezig met het verbeteren van hun stressbestendigheid en hun mentale weerbaarheid
2-8-23-24
21
samen werken in team tijdens de training of wedstrijd. Zij staan open voor teambuilding en zien de noodzaak en het nut van een teamgeest in.
25
22
slechte prestaties aanvaarden. Zij hebben respect voor hun tegenspeler(s), coach, captain en federatie
14*-25
23
ondervinden dat topsportbeoefening bijdraagt tot sociale contacten E. Samenleving
14*-16-25
24
zich informeren over nationale en internationale golforganisaties en -netwerken zowel op amateur- als professioneel niveau via o.a. internet
25
zich gedragen ten opzichte van supporters, scheidsrechters en media
26
zich informeren over verdere studiemogelijkheden (universitair - niet universitair niveau – combinatie studie en golf Amerika), amateursstatuut of professioneel statuut (teaching pro of touring pro)
27
zich op de hoogte stellen over de arbeidswetgeving en verzekeringsproblematiek die eigen is aan de topsport
28
via de eigen sportbeoefening en sportbeleving ervaren en begrijpen dat topsport effecten heeft op andere maatschappelijke domeinen
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week ET LO
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen – topsporters kunnen F. Onderzoekscompetentie
24
29
gericht informatie zoeken en zijn in staat om op een geordende manier een oplossing te vinden voor een probleem
30
aan de hand van referentiewaarden een vergelijkende studie maken en een onderzoeksopdracht uitvoeren en evalueren
31
de onderzoeksresultaten en besluiten rapporteren en ze vergelijken met andere verschillende resultaten en standpunten
13
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
14
LEERINHOUDEN TWEEDE GRAAD: KENNIS VAN DE TECHNIEKEN VAN DE BASISSLAGEN LEERINHOUDEN
A. TECHNIEK 1. SET-UP (ADRESPOSITIE) De swing, die de speler met de club maakt, kan nooit beter zijn dan de opstelling die hij ten overstaan van de bal inneemt en als de opstelling goed is, is de kans dat er constant goed golf gespeeld wordt veel groter. Indien de opstelling “set-up” niet correct is, bestaat er weinig kans dat de speler het verwachte shot maakt. •
Oplijning van het clubblad Richtlijnen: de rand van het clubblad “leading edge” wordt achter de bal en loodrecht op deze lijn geplaatst. Het clubblad is nu loodrecht (square) aan de bal-doellijn (ballto-target line)
•
Oplijning van het lichaam Richtlijnen: schouders, heupen, knieën en voeten parallel oplijnen met de bal-naar-doellijn
•
Posture (= lichaamshouding) Richtlijnen: om evenwicht en vastheid in de swing te krijgen, wordt het zitvlak naar achteren geduwd waardoor een rechte onderrug gecreëerd wordt. De armen hangen onder de schouders. De benen worden lichtjes geplooid. Het gewicht wordt verdeeld over beide voeten.
•
De Grip (geldig voor alle basisslagen behalve de putting): correcte positie linker- en rechterhand Richtlijnen: de grip vormt de basis van een golfswing. Enkel de handen van de golfspeler hebben contact met de club. Het zijn de handen die de hoek, gevormd door het clubblad tijdens de swing, controleren.
•
Balpositie Richtlijnen: De balpositie is afhankelijk van de club die men gebruikt. Hoe verder naar achteren de bal bij de stance geplaatst is, hoe steiler de slaghoek zal zijn; indien de bal echter naar voren verplaatst wordt, zal de hoek steeds vlakker worden, tot uiteindelijk de fase bereikt wordt waarbij het clubblad evenwijdig aan de grond beweegt. Er zijn 3 manieren om contact met de bal te maken: 1. De bal wordt geraakt vóór de club het laagste punt van de swing bereikt. De bal wordt meer in de richting van de rechtervoet geplaatst. 2. De bal wordt direct op het laagste punt van de swing geraakt. Positie bal: middenpositie tussen de voeten. 3. De bal kan achter het laagste punt van de swing geraakt worden. De bal wordt meer in de richting van de linkervoet geplaatst. Deze basisopstelling is van cruciaal belang om de swing correct te kunnen uitvoeren.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
15
LEERINHOUDEN 2. DE SWING Zoals het woord al aangeeft is de swing of zwaai een ononderbroken handeling, die het de golfspeler mogelijk maakt stuwkracht en snelheid te scheppen die via het clubblad op de bal kunnen worden overgebracht. De golfswing is geen stoot; het is een zeer harmonieuze beweging, ontworpen om op een uitgebalanceerde ritmische manier maximale snelheid van het clubblad te ontwikkelen. Om deze balans en dit ritme tot stand te brengen, moeten de bewegingen van de swing in de juiste volgorde worden gecoördineerd. •
De backswing Richtlijnen: schouders zijn 90° gedraaid – heupen zijn 45° gedraaid – rechterknie is nog gebogen – linkerarm is vrij recht – rechterelleboog wijst naar beneden – Hoofd blijft centraal – clubblad is square – swingvlak is bij iedere persoon verschillend al naar gelang de morfologie van de speler
•
De downswing Richtlijnen: de 1e beweging komt vanuit de benen en er is een gewichtsverplaatsing naar links – de armen worden naar beneden gebracht en de hoek gevormd tussen de arm en clubshaft – de zogenaamde wrist-cock – blijft behouden. Er komt een release van de armen als de impact-zone nadert.
•
De follow through Richtlijnen: 1e deel: de armen worden uitgestrekt met een square clubblad (rollen van de rechterhand) – het hoofd draait mee met de schouders en de heupen als de handen op heuphoogte komen. 2e deel: ontspannen positie opzoeken met het lichaam naar het doel gericht
De basiszwaai is een coördinatie van twee bewegingen: a. De rotatie van het lichaam b. De hand- en clubrotatie 3.
PRE-SHOT ROUTINE
4.
LANG SPEL
Standaardslag: juiste balvlucht: richting + afstand
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
16
LEERINHOUDEN 5.
KORT SPEL
→ PUTTING: KORTE – HALFLANGE – LANGE PUTTS Bij de putting zijn er twee aparte elementen: de een is het lezen van de green om in staat te zijn de bal met de juiste snelheid en in de juiste richting weg te slaan en de andere is het ontwikkelen van een krachtige slag om het correct raken van de bal te bevorderen •
De grip Richtlijnen: de omgekeerde en overlappende greep “reverse overlapping grip”. Deze greep gaat uit van de standaard greep met enkele aanpassingen
•
Oplijning clubblad Richtlijnen: het clubblad wordt loodrecht aan de bal-doellijn geplaatst
•
Stance & Posture Richtlijnen: bal ligt iets meer naar de linkervoet toe – ogen recht boven de bal – de voeten staan ongeveer 15 à 20 cm uit elkaar – knieën gebogen – lichaam naar voren gebogen in die zin dat de ogen boven de bal uitkomen
•
Swing Het belangrijkste bij het putten is dat het clubblad square staat op het moment van impact. De hiernavolgende punten zijn advies maar geen verplichting: vermijd polsactie probeer armen en schouders het werk te laten doen backswing & follow through zonder +/- dezelfde lengte, zwaaiboog moeten hebben korte putt: kortere backswing - Lange putt: langere backswing de wijze waarop de speler snelheid in de slag brengt is voor iedereen anders. De zwaaiboog kan voor de korte en lange putts even lang gehouden worden, maar elke slag kan ook in een bepaald tempo worden uitgevoerd, ongeacht de lengte die de slag behoeft voor een langere putt verlengt de speler dan de zwaaiboog, terwijl hij deze voor een kortere putt korter houdt
→ CHIPPING •
De grip: swing of puttinggrip, maar de club iets korter nemen
•
Oplijning clubblad
•
Stance & Posture: balpositie: op rechts en gewicht op linkervoet
•
Swing: idem putting met dit verschil dat de bal eerst in de lucht gaat en daarna rolt. Een correcte inschatting van richting en afstand is heel belangrijk.
Basisprincipe begrijpen van constant balcontact bij gebruik van diverse clubs
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
17
LEERINHOUDEN → PITCHING (GELOBDE BAL) •
De grip: standaardgrip maar de club iets korter nemen afhankelijk van de te spelen afstand
•
Oplijning clubblad
•
Stance & Posture: balpositie: in midden en gewicht op linkervoet. Breedte stance: afhankelijk van de te spelen afstand
Swing: idem basisswing. Een correcte inschatting van richting en afstand is heel belangrijk. Basisprincipe begrijpen van constant balcontact bij gebruik van diverse clubs → BUNKERSLAGEN: KORTE – GEPLUGDE - LANGE •
KORTE Richtlijnen: open stance – balpositie op links – open clubblad – swing: door de open stance: iets meer “outside-in” swingvlak en 3 à 4 cm voor de bal in het zand slaan
•
GEPLUGDE Richtlijnen: balpositie centraal – clubblad licht gesloten – swing: 3 à 4 cm voor de bal in het zand slaan
•
LANGE Richtlijnen: houding: idem klassieke slag – voeten in het zand stevig vastzetten – grip steviger vasthouden – swing: idem normale swing
6.
SPECIAL SHOTS
Een golfspeler wordt tijdens een golfronde geconfronteerd met verschillende slagen die speciale technieken vereisen. Spelen van ongelijke en slechte lies, spelen om hindernissen te omzeilen … Uiteraard wordt hieraan ook uitgebreid aandacht besteed vermits een goede beheersing van deze techniek een rechtstreekse invloed zal hebben op het spel. De leerling topsporter begrijpt de situatie en kan i.f.v. het terrein de slag uitvoeren • Hook • Fade – Draw • Punch • Techniek voor downhill lie • Techniek voor uphill lie
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
18
LEERINHOUDEN B. TECHNISCH-TACTISCH 7.
COURSEMANAGEMENT
8.
MENTALE TRAINING De onderdelen variëren in functie van het seizoenverloop: uitbouwen zelfstandigheid – zelfdiscipline – zelfbeheersing – eigen analyse gebruiken als eerste stap bij problemen – mentale attitude is bij training dezelfde als bij de wedstrijd – moed en ambitie om iets te bereiken – competitiegeest – vechtersgeest, zelfs bij slecht spel – positive thinking – ontwikkelen van een positieve spelhouding – positieve benadering – positieve “self talk” – weerstand tegen stress en toepassing van relaxatietechnieken in dergelijke omstandigheden – simple thinking – focused trainen en spelen – optimale ingesteldheid bereiken en deze kunnen vasthouden gedurende de ganse wedstrijdronde – zelfvertrouwen uitbouwen – optimaal werken/evalueren met doelen – verantwoordelijkheid – goed scoren / slecht scoren: juist beoordelen.
9.
FYSIEKE TRAINING
•
Uithouding Voor de verbetering van de algemene uithouding komen diverse sport- en spelvormen in aanmerking: lopen, zwemmen, fietsen, circuittraining, omnisport.
•
Snelkracht Bij het opstellen van de trainingsprogramma’s moet voldoende aandacht besteed worden aan de persoonlijke ontwikkeling van de individuele atleet. Specifiek voor de krachtsport moeten de trainers rekening houden met de groeispurt.
•
Lenigheid Lenigheid is van groot belang voor het correct uitvoeren van de swingbeweging. Het is van belang een lenig maar gelijktijdig stabiel lichaam te ontwikkelen, daarom dient ook voldoende aandacht aan de letselpreventieve trainingen besteed te worden. In geval van kwetsuur is het belangrijk dat de sporter snel en volledig herstelt. Hiertoe worden revaliderende trainingen voorzien onder de leiding van de kinesist.
•
Coördinatie Het verbeteren van de algemene coördinatie met in het bijzonder aandacht voor de oog-handcoördinatie
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
19
DERDE GRAAD: VERFIJNING EN AUTOMATISERING VAN DE TECHNIEKEN VAN DE BASISSLAGEN LEERINHOUDEN
A. TECHNIEK 1
SET-UP (ADRESPOSITIE)
De leerling topsporter kan de set-up perfect innemen De swing, die de speler met de club maakt, kan nooit beter zijn dan de opstelling die hij ten overstaan van de bal inneemt en als de opstelling goed is, is de kans dat er constant goed golf gespeeld wordt, veel groter. Indien de opstelling “set-up” niet correct is, bestaat er weinig kans dat de speler het verwachte shot maakt. •
Oplijning van het clubblad Richtlijnen: de rand van het clubblad “leading edge” wordt achter de bal en loodrecht op deze lijn geplaatst. Het clubblad is nu loodrecht (square) aan de bal-doellijn (ballto-target line)
•
Oplijning van het lichaam Richtlijnen: schouders, heupen, knieën en voeten parallel oplijnen met de bal-naar-doellijn
•
Posture (= lichaamshouding) Richtlijnen: om evenwicht en vastheid in de swing te krijgen, wordt het zitvlak naar achteren geduwd waardoor al dusdanig een rechte onderrug gecreëerd wordt. De armen hangen onder de schouders. De benen worden lichtjes geplooid. Het gewicht wordt verdeeld over beide voeten.
•
De Grip (geldig voor alle basisslagen behalve de putting): correcte positie linker- en rechterhand Richtlijnen: de grip vormt de basis van een golfswing. Enkel de handen van de golfspeler hebben contact met de club. Het zijn de handen die de hoek, gevormd door het clubblad tijdens de swing, controleren.
•
Balpositie Richtlijnen: de balpositie is afhankelijk van de club die men gebruikt. Hoe verder naar achteren de bal bij de stance geplaatst is, hoe steiler de slaghoek zal zijn; indien de bal echter naar voren verplaatst wordt, zal de hoek steeds vlakker worden, tot uiteindelijk de fase bereikt wordt waarbij het clubblad evenwijdig aan de grond beweegt. Er zijn 3 manieren om contact met de bal te maken: 1. De bal wordt geraakt vóór de club het laagste punt van de swing bereikt. De bal wordt meer in de richting van de rechtervoet geplaatst. 2. De bal wordt direct op het laagste punt van de swing geraakt. Positie bal: middenpositie tussen de voeten. 3. De bal kan achter het laagste punt van de swing geraakt worden. De bal wordt meer in de richting van de linkervoet geplaatst.
Deze basisopstelling is van cruciaal belang om de swing correct te kunnen uitvoeren.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
20
LEERINHOUDEN 2. DE SWING De leerling topsporter kan de swingbeweging perfect uitvoeren tijdens training en wedstrijd. Zoals het woord al aangeeft, is de swing of zwaai een ononderbroken handeling, die het de golfspeler mogelijk maakt stuwkracht en snelheid te scheppen die via het clubblad op de bal kunnen worden overgebracht. De golfswing is geen stoot; het is een zeer harmonieuze beweging, ontworpen om op een uitgebalanceerde ritmische manier maximale snelheid van het clubblad te ontwikkelen. Om deze balans en dit ritme tot stand te brengen, moeten de bewegingen van de swing in de juiste volgorde worden gecoördineerd. •
De backswing Richtlijnen: schouders zijn 90° gedraaid – heupen zijn 45° gedraaid – rechterknie is nog gebogen – linkerarm is vrij recht – rechterelleboog wijst naar beneden – hoofd blijft centraal – clubblad is square – swingvlak is bij iedere persoon verschillend al naar gelang de morfologie van de speler
•
De downswing Richtlijnen: de 1e beweging komt vanuit de benen en er is een gewichtsverplaatsing naar links – de armen worden naar beneden gebracht en de hoek gevormd tussen de arm en clubshaft – de zogenaamde wrist-cock- blijft behouden. Er komt een release van de armen als de impactzone nadert.
•
De follow through Richtlijnen: 1e deel: de armen worden uitgestrekt met een square clubblad (rollen van de rechterhand) – het hoofd draait mee met de schouders en de heupen als de handen op heuphoogte komen. 2e deel: ontspannen positie opzoeken met het lichaam naar het doel gericht.
De basiszwaai is een coördinatie van twee bewegingen: a. De rotatie van het lichaam b. De hand- en clubrotatie 3.
PRE-SHOT ROUTINE
4.
LANG SPEL
De leerling topsporter beheerst de verschillende technieken en kan deze slagen perfect uitvoeren tijdens training en wedstrijd. Standaardslag: juiste balvlucht: richting + afstand
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
21
LEERINHOUDEN 5. KORT SPEL De leerling topsporter beheerst de verschillende technieken en kan deze slagen perfect uitvoeren tijdens training en wedstrijd. → PUTTING: KORTE – HALFLANGE – LANGE PUTTS Bij de putting zijn er twee aparte elementen: de een is het lezen van de green om in staat te zijn de bal met de juiste snelheid en in de juiste richting weg te slaan en de andere is het ontwikkelen van een krachtige slag om het correct raken van de bal te bevorderen. •
De grip Richtlijnen: de omgekeerde en overlappende greep “reverse overlapping grip”. Deze greep gaat uit van de standaard greep met enkele aanpassingen.
•
Oplijning clubblad Richtlijnen: het clubblad wordt loodrecht aan de bal-doellijn geplaatst.
•
Stance & Posture Richtlijnen: bal ligt iets meer naar de linkervoet toe – ogen recht boven de bal – de voeten staan ongeveer 15 à 20 cm uit elkaar – knieën gebogen – lichaam naar voren gebogen in die zin dat de ogen boven de bal uitkomen.
•
Swing Het belangrijkste bij het putten is dat het clubblad square staat op het moment van impact. De hiernavolgende punten zijn advies maar geen verplichting: vermijd polsactie probeer armen en schouders het werk te laten doen backswing & follow through zonder +/- dezelfde lengte, zwaaiboog moeten hebben korte putt: kortere backswing - Lange putt: langere backswing de wijze waarop de speler snelheid in de slag brengt is voor iedereen anders. De zwaaiboog kan voor de korte en lange putts even lang gehouden worden, maar elke slag kan ook in een bepaald tempo worden uitgevoerd, ongeacht de lengte die de slag behoeft voor een langere putt verlengt de speler dan de zwaaiboog, terwijl hij deze voor een kortere putt korter houdt
→ CHIPPING •
De grip: swing of puttinggrip, maar de club iets korter nemen
•
Oplijning clubblad
•
Stance & Posture: balpositie: op rechts en gewicht op linkervoet
•
Swing: idem putting met dit verschil dat de bal eerst in de lucht gaat en daarna rolt. Een correcte inschatting van richting en afstand is heel belangrijk. Basisprincipe begrijpen van constant balcontact bij gebruik van diverse clubs
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
22
LEERINHOUDEN
→ PITCHING (GELOBDE BAL) •
De grip: standaardgrip maar de club iets korter nemen afhankelijk van de te spelen afstand
•
Oplijning clubblad
•
Stance & Posture: balpositie: in midden en gewicht op linkervoet. Breedte stance: afhankelijk van de te spelen afstand
Swing: idem basisswing. Een correcte inschatting van richting en afstand is heel belangrijk. Basisprincipe begrijpen van constant balcontact bij gebruik van diverse clubs. → BUNKERSLAGEN: KORTE – GEPLUGDE - LANGE De leerling topsporter beheerst de verschillende technieken en kan deze slagen perfect uitvoeren tijdens training en wedstrijd. •
KORTE Richtlijnen: open stance – balpositie op links – open clubblad – swing: Door de open stance: iets meer “outside-in” swingvlak en 3 à 4 cm voor de bal in het zand slaan
•
GEPLUGDE Richtlijnen: balpositie centraal – clubblad licht gesloten – swing: 3 à 4 cm voor de bal in het zand slaan
•
LANGE Richtlijnen: houding: idem klassieke slag – voeten in het zand stevig vastzetten – grip steviger vasthouden – swing: idem normale swing
6. SPECIAL SHOTS Een golfspeler wordt tijdens een golfronde geconfronteerd met verschillende slagen die speciale technieken vereisen. Spelen van ongelijke en slechte lies, spelen om hindernissen te omzeilen … Uiteraard wordt hieraan ook uitgebreid aandacht besteed vermits een goede beheersing van deze techniek een rechtstreekse invloed zal hebben op het spel. De leerling topsporter herkent en begrijpt de situatie en kan i.f.v. het terrein de verschillende slagen perfect uitvoeren Hook – Fade & Draw – Punch – Techniek voor downhill lie – Techniek voor uphill lie
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
23
LEERINHOUDEN B. TECHNISCH-TACTISCH 7.
COURSEMANAGEMENT
8.
MENTALE TRAINING De onderdelen variëren in functie van het seizoenverloop: uitbouwen zelfstandigheid – zelfdiscipline – zelfbeheersing – eigen analyse gebruiken als eerste stap bij problemen – mentale attitude is bij training dezelfde als bij de wedstrijd – moed en ambitie om iets te bereiken – competitiegeest – vechtersgeest, zelfs bij slecht spel – positive thinking – ontwikkelen van een positieve spelhouding – positieve benadering – positieve “self talk” – weerstand tegen stress en toepassing van relaxatietechnieken in dergelijke omstandigheden – simple thinking – focused trainen en spelen – optimale ingesteldheid bereiken en deze kunnen vasthouden gedurende de ganse wedstrijdronde – zelfvertrouwen uitbouwen – optimaal werken/evalueren met doelen – verantwoordelijkheid – goed scoren/ slecht scoren: juist beoordelen.
9.
FYSIEKE TRAINING:
Verdere uitbouw van •
Uithouding Voor de verbetering van de algemene uithouding komen diverse sport- en spelvormen in aanmerking: lopen, zwemmen, fietsen, circuittraining, omnisport.
•
Snelkracht Bij het opstellen van de trainingsprogramma’s moet voldoende aandacht besteed worden aan de persoonlijke ontwikkeling van de individuele atleet. Specifiek voor de krachtsport moeten de trainers rekening houden met de groeispurt.
•
Lenigheid Lenigheid is van groot belang voor het correct uitvoeren van de swingbeweging. Het is van belang een lenig maar gelijktijdig stabiel lichaam te ontwikkelen, daarom dient ook voldoende aandacht aan de letselpreventieve trainingen besteed te worden. In geval van kwetsuur is het belangrijk dat de sporter snel en volledig herstelt. Hiertoe worden revaliderende trainingen voorzien onder de leiding van de kinesist.
•
Coördinatie Het verbeteren van de algemene coördinatie met in het bijzonder aandacht voor de oog-handcoördinatie
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
24
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING De leerstof dient op een didactisch verantwoorde wijze overgebracht te worden naar de leerlingen met de nadruk op het gebruik maken van een aangename en leerrijke methode. De methode is de weg waarlangs en de middelen waarmee de kennis en vaardigheid wordt overgedragen. Deze weg bestaat uit een concrete opbouw van de middelen om het beoogde doel te bereiken. Aangezien de golfsport een enorm technische sportdiscipline is, is de techniek uiteraard de belangrijkste eigenschap. Het technische en tactische leerproces in het golfspel is als dusdanig belangrijk en dit wordt dan ook uitvoerig uitgediept in het leerplan. In dit leerplan wordt dan ook uitgebreid stap voor stap aandacht besteed aan de basistechnieken vermits deze de sleutel zijn tot een goede golftechniek. Hoezeer de speler zich ook bij het golfspel inspant, als de basistechnieken niet correct en op een geautomatiseerde wijze consequent worden toegepast, zal de speler nooit de top kunnen bereiken. Anderzijds wordt er ook veel aandacht besteed aan de balcontrole met name het slaan van effectballen, het kunnen spelen vanaf een helling, vanuit een bunker en het spelen onder diverse weersomstandigheden. Daarenboven wordt elke slag geoefend naar een bepaald target, doel. De nadruk ligt tevens op de mentale benadering vooral omdat er zich tijdens een golfronde zoveel problemen kunnen voordoen. Eénmaal de speler de basistechnieken optimaal beheerst, is de golfsport voor 90% een mentale sport. De kwaliteit van de opleiding vereist volgende parameters: • duidelijke controle op de kwaliteit van de geselecteerde spelers; • individualisering van de technische trainingen; - differentiëring; - aangepaste oefenstof jongens/meisjes; • stiptheid in opvolging van de spelers; • aandacht voor de wedstrijdkalender; - voorbereidingsperiode: van november - februari; - wedstrijdperiode: maart – oktober; • sterke verantwoordelijkheidszin van de spelers ten aanzien van hun opdrachten en levenshygiëne.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
25
ONDERZOEKSCOMPETENTIE Wat? In de specifieke eindtermen voor de verschillende polen in het ASO komt er telkens een onderdeel onderzoekscompetentie voor. Het onderdeel onderzoekscompetentie wordt geconcretiseerd in 3 specifieke eindtermen (SET): •
zich oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken;
•
een onderzoeksopdracht voorbereiden, uitvoeren en evalueren;
•
de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren en confronteren met andere standpunten.
Deze drie SET’s kunnen vertaald worden naar een aantal onderzoeksvaardigheden die samen een onderzoekscyclus uitmaken. Waarom? Het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij het PPGO, waarbij we “streven naar de totale ontwikkeling van de persoon: kennisverwerving, vaardigheidsontwikkeling, attitudevorming met bijzondere aandacht voor een kritische en creatieve ingesteldheid ten aanzien van mens, natuur en samenleving”. Het nastreven van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij de noodzaak om lerenden efficiënt en effectief te leren omgaan met de veelheid aan informatie. Meer en meer is men genoodzaakt om die informatie te kunnen omzetten van beschikbare naar bruikbare kennis. Het werken aan onderzoeksvaardigheden ontwikkelt het probleemoplossend vermogen van leerlingen. Het werken aan onderzoeksvaardigheden is een aanzet tot een wetenschappelijke attitude, nodig voor het vervolgonderwijs. Naast een kennismaking met elementaire onderzoeksvaardigheden van een bepaald wetenschapsdomein dient maximale transfer van deze vaardigheden naar andere contexten nagestreefd te worden. In het kader van de vakoverschrijdende eindtermen kan het een aangewezen sluitstuk zijn van de leerlijn “leren leren” over de drie graden heen en tevens een belangrijke bijdrage leveren aan “sociale vaardigheden”. Het werken aan onderzoeksvaardigheden geeft de school mogelijkheden om aan begeleid zelfgestuurd leren te doen. Hoe te realiseren? Samenwerking tussen leraren Om de studielast van de leerlingen en de planlast van de leraren beheersbaar te houden, zijn afspraken en samenwerking met betrekking tot een aantal aspecten onontbeerlijk. Studielast van leerlingen, bijv.: •
afspraken rond het aantal en de spreiding van de onderzoeksopdrachten;
•
transfer van vaardigheden (zie onderzoekend leren in de eindtermen van de basisvorming, bepaalde deelvaardigheden zoals verslaggeving, informatieverwerving en -verwerking, bibliografische verwerking …);
•
voortbouwen op verworven kennis en vaardigheden;
•
coöperatief leren;
•
…
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
26
Planlast van de leraren, bijv.: •
afspraken over wie welke deelvaardigheden realiseert;
•
gelijkgerichte didactische visie;
•
ontwikkelen van bepaalde begeleidings- en evaluatiemodellen, bijv. portfolio, logboek, zelfevaluatie …;
•
efficiënt gebruik van bepaalde lokalen, materialen en werkingsmiddelen;
•
afspraken over wie wat wanneer begeleidt;
•
…
Een gestructureerde aanpak: het OVUR-schema Om de SET te realiseren in de verschillende polen van het ASO kan het OVUR-schema (Oriënteren, Voorbereiden, Uitvoeren en Reflecteren) een goede leidraad zijn. In dit schema kan de onderzoekscyclus in een aantal stappen worden uitgewerkt. Stappen 1 Oriënteren
Oriënteren op het onderzoeksprobleem Formuleren van onderzoeksvragen
2 Voorbereiden
Maken van een onderzoeksplan
3 Uitvoeren
Verwerven van informatie Verwerken van informatie Beantwoorden van vragen en formuleren van conclusies Rapporteren
4 Reflecteren
Eigen evaluatie van het onderzoeksproces en het onderzoeksproduct
De onderzoeksopdracht als proces Het werken met onderzoeksopdrachten biedt mogelijkheden om procesmatig aan de ontwikkeling van onderzoekscompetentie te werken. Een onderzoeksopdracht is een (begeleid) zelfstandig onderzoek binnen een onderzoeksthema dat aansluit bij één of meerdere vakken van de pool. Hoewel de onderzoeksvaardigheden in elk vakleerplan zijn opgenomen, dienen ze niet in elk vak gerealiseerd te worden, maar afhankelijk van de onderzoeksopdracht gebeurt dit in samenspraak binnen het geheel van de pool. De concretisering gebeurt op het niveau van de vakgroep. Met betrekking tot de tweepolige studierichtingen zijn geïntegreerde projecten mogelijk. Daarin komen de onderzoeksvaardigheden uit beide polen aan bod. Evaluatie Bij de evaluatie van onderzoekscompetentie gaat het om de mate waarin de leerling de hierboven vermelde eindtermen heeft gerealiseerd. Hierbij kan de leraar het stappenplan als leidraad gebruiken. Bij elke stap zal een aantal beoordelingscriteria moeten opgesteld worden.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
27
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN1 De leerling moet beschikken over: •
zijn/haar golfmateriaal m.n.: golfclubs, ballen, aangepast schoeisel, aangepaste sportkledij
De federatie en de school zorgen voor al het nodige materiaal en de infrastructuur die noodzakelijk zijn om de processen van dit leerplan optimaal te kunnen verwezenlijken. MIDDELEN •
Personeel: ter beschikking stellen van een voltijdse verantwoordelijke en deeltijdse trainers
•
Infrastructuur: golfterrein met optimale trainingsmogelijkheden en trainingtools, fitnesszaal, verzorgingskamer
•
Schoolstructuur: convenant met de onderwijsinstelling die de nodige opties aanbiedt, zoals ASO, TSO ...
•
Financiering: Departement Onderwijs Vlaamse Vereniging voor Golf Flanders Nippon Golf & Business Club Hasselt De school KA2 Hasselt De gemeentelijke sportdienst Stad Hasselt
•
Kwantiteit 12 tot 18 uur trainingsarbeid gedurende de week waarbij we toch een harmonisch evenwicht trachten te behouden tussen sport, studies, vrije tijd en recuperatietijd
•
Kwaliteit De trainingen moet doelgericht en veeleisend zijn opdat de verworven grondslagen standvastig en goed geautomatiseerd zijn voor de verdere toekomstige topsportcarrière van de topsportleerling.
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex, ARAB, AREI, Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
28
EVALUATIE De evaluatie zal gebeuren op basis van de te behalen doelstellingen die duidelijk omschreven worden en aanvaard zijn door de selectiecommissie. De federatie en haar trainers bespreken bij aanvang van het schooljaar deze criteria met de leerling en maken deze ook kenbaar. De duidelijk vastgestelde doelstellingen (golftechnische evaluatie – evaluatie op wedstrijdgebied) zijn de concrete uitwerking van de hoge eisen die worden gesteld voor de verschillende prestatieonderdelen. Deze doelstellingen geven de mogelijkheid om de speler te evalueren en te monitoren op het niveau van: -
zijn/haar mogelijkheden: handeling van de club en attitude
-
zijn/haar spelniveau: technische bekwaamheid en tactisch inzicht
-
zijn/haar kennis: swing-mechanica, strategie, golfregels
-
zijn/haarinzet: vechtlust, creativiteit, zelfbeheersing, vastberadenheid
-
zijn/haar fysieke conditie: noodzakelijk niveau voor golfcompetitie
Naast de jaardoelen zijn er uiteraard ook korte termijndoelen bepaald. Deze doelen moeten haalbaar zijn en zullen zeer belangrijk zijn om de motivatie in elke training hoog te houden en om tijdens de tussentijdse evaluaties (maandelijks) de leerling in staat te stellen zijn vorderingen in te schatten. De tussentijdse evaluaties en het continue werken met doelen zijn noodzakelijk om maximale leervorderingen te verkrijgen (procesevaluatie). Deze tussentijdse evaluaties gebeuren op basis van het topsportrapport waarbij aandacht wordt besteed aan enerzijds de techniek (lange slagen – korte slagen – bunker – putting) en anderzijds de topsporthouding (inzet, motivatie en orde – gebruik topsportagenda – gedrag en uitstraling tijdens training en wedstrijden). De beoordeling (kwaliteitsniveau) gebeurt op basis van cijfers. De tussentijdse- en lange termijndoelen staan onder de supervisie van de hoofdtrainer en de sporttechnische coördinator. Tijdens de eindevaluatie (productevaluatie) op het einde van het schooljaar zal dus nagegaan worden in hoeverre de leerlingen de vooropgestelde doelen bereikt hebben en of ze in aanmerking komen voor een hernieuwing van de selectie.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
29
BIBLIOGRAFIE 1. BOEKEN M. ADAMS/TJ TOMASI; The academy of golf at PGA national play better golf, Carlton Books ltd P. COWEN; The Peter Cowen Teaching manual, Peter Cowen Golf Academy CHARTEX PRODUCTS; Keeping Fit for Golf B. HOGAN; Ben Hogan five lessons: The modern fundamentals of golf, Simon Schuster New York A. HAY en J. WORTHINGTON; Golf: Training –Techniek – Taktiek, Elmar J. JACOBS, K. ADWICK, I. CONNELLY, V. SAUNDERS; Golf: Een complete handleiding voor het verbeteren van uw golfspel, Helmond – Helmond T. JAMES, S. GIRVAN, R. MCMASTER; The Golf Fitness System D. LEADBETTER; The fundamentals of Hogan by David Leadbetter, Sleeping Bear Press 2000 J. MC LEAN; Golfers digest ultimate drill book, Gotham Books penguin Group USA NATIONAL GOLF FOUNDATION; Twaal beknopte Golf Lessen met meer dan 100 tekeningen, Equipe D. PELZ WITH J.A. FRANK, Dave Pelz’s Putting Bible, Aurum Press D. PELZ WITH J.A. FRANK, Dave Pelz’s Short Game Bible, Aurum Press D. PETRIE; Compatible Golf Academy, Compatible Golf PGA OF AMERICA; PGA TEACHING MANUAL THE PROFESSIONAL GOLFER’S ASSOCIATION; PGA Training Manual, Allied Publicity Services Limited Dr. B. ROTELLA WITH B. CULLEN; Golf is a game of confidence, Simon Schuster New York Dr. B. ROTELLA WITH B. CULLEN; Golf is not a game of perfect, Simon Schuster New York VRIJENS, J., BOURGOIS, J., LENOIR, M.; Basis voor Verantwoord Trainen, 5e en volledig herwerkte uitgave, Monografie voor LO nr. 42, Sint-Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 2001
2. VAKTIJDSCHRIFTEN, BROCHURES, INTERNE NOTA' S Afwezigheden en in- en uitschrijvingen in het voltijds gewoon secundair onderwijs, Omzendbrief SO 65, 25-06-1999 Brochure “Bij de hand in het buitenland”, Ministerie Buitenlandse Zaken Brochure “Veilig op tocht”, Provincie Antwerpen CRUM, B., Conceptuele verschillen in Europese opleidingsprogramma’s, Tijdschrift Lichamelijke Opvoeding KVLO Nederland, Jaargang 86 nr.3 februari 1998, p. 100-104 en nr.5 maart 1998 p. 204-207.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
30
DE KNOP, P., DAEMS, J., De burgerlijke aansprakelijkheid van de ondeskundige sporttrainer en van de sportclub die hem/haar aanstelt, Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding – Jaargang 1997 nr.6, p. 6-8 DE KNOP, P., Op weg naar een verantwoord jeugdsportbeleid, BLOSO Jeugdsportcampagne, Koning Boudewijnstichting, 1992 “Gezondheid! Activiteiten voor het secundair onderwijs”, te bestellen bij het Belgische Rode Kruis: G.V.O. 812: Leerlingenbrochure G.V.O. 820: Alcohol G.V.O. 840: Pakket voeding G.V.O. 860: Pakket tabak G.V.O. Pakket verslaving Handboek "Eurofit Testbatterij" voor leerkrachten Lichamelijke Opvoeding, BLOSO, 1993 Handleiding "Probleemgedrag op school", Comité Bijzondere Jeugdzorg Brugge, 1995 Het ABC van de lichaamshygiëne, Belgische Rode Kruis, Brussel, 1983 Houdingen tegenover roken, alcohol, geneesmiddelen en illegale drugs, Centrum voor Nascholing Gemeenschapsonderwijs, Jette. Informatiemap "Medisch Verantwoord Sporten", Brussel, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Gezondheidszorg, Keiveilig sporten, doe het. De 12 geboden om veilig te sporten, Lespakketten rond GVO "Gezondheid: Activiteiten voor S.O.", Brussel, Proges, 1991-1992 MUSCH, E., MERTENS, B., GOETHALS, R., VAN DEN BOSSCHE, W., COEN, W., DOBBELAERE, D., Het sportspelconcept van de RUG, Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding - Theorie, Praktijk, 110, 1988 p. 2-8 Rode Kruis - Vlaanderen, Dienst Gezondheidspromotie, Brussel, 1995 Sportverzekeringen, Informatiebrochure BLOSO 1995 Veiligheidslijsten voor scholen, Antwerpen, Provinciaal Veiligheidsinstituut, 1994 3. BEELDMATERIAAL – VIDEO/DVD Ben Hogan in Pursuit of perfection; Clem Darracott Quadrant Video Ben Hogan Improve your golf; Jim Mc Lean, The Golf Channel Home Video Body Talk stretching gids, Kalmthout, Uitgeverij Biblo, Conquering Golf, Butch Harmond, Gracedale sports & Entertainment EHBO video's van het Rode Kruis Instructiefilm Rugscholing, De Witte, Erembodegem, 1994 Looptraining voor Spelsporters; H. Dost – looptrainer van FC Twente Rug- en nekklachten klein krijgen met Ingrid Berghmans, Backfun basic 1, PVLO 2002 Train your Brain, dr. Karl Morris, Quadrant Video
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week
31
CD-ROMS The Body in Golf, Int. Physiotherapy systems incorporating the Melbourne Golf Injury Clinic Bodyworks, Multimediagids van het menselijk lichaam, Nederlandstalige versie, TLC Domus Golf Fitness System; Int. Physiotherapy systems incorporating the Melbourne Golf Injury Clinic Het lichaam van de mens, Nova Zembla,Stichting Edupro (NL), tel. 0180-461065, (Interactieve encyclopedie over het functioneren van het lichaam) Medische encyclopedie, Philips Interactive Media Benelux BV 1996 cat.nr.8145063 De Mens in 3D, Encyclopedie over het menselijk lichaam, cd-rom verkooppunten COMMETTI, G., Methodes modernes de musculation, Tome 1 et 2 (DVD) 1988 Univ. Dijon Training for Golf; Int. Physiotherapy systems incorporating the Melbourne Golf Injury Clinic Voedingsplanner, voedingsmiddelentabel, NUBEL, Brussel, 1999
4. NUTTIGE ADRESSEN – INTERNETSITES Bond voor Lichamelijke Opvoeding, Waterkluiskaai 16, 9040 Gent/Sint-Amandsberg http://www.bvlo.be BLOSO, Koloniënstraat 31, 1000 Brussel http://www.bloso.be Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Gezondheidszorg, Markiesstraat 1, 1000 Brussel Dopinglijn Vlaamse Overheid http://www.dopinglijn.be Gezond Sporten http://www.gezondsporten.be Rode Kruis - Vlaanderen, Dienst Gezondheidspromotie, Vleurgatsesteenweg 98, 1050 Brussel http://www.redcross.be SVS (Stichting Vlaamse Schoolsport), Steenweg op Jette, 1080 Brussel http://www.schoolsport.be VLOR (Vlaamse Onderwijsraad), Leuvense Plein, 4, 1000 Brussel Bodytalk-VUB nieuwsbrief, Biblo, Brasschaatsesteenweg, 308, 2920 Kalmthout Tips en Advies Gezondheid, Indicator N.V., Tiensesteenweg 269, 3000 Leuven Federatie van de Voedingsindustrie, Kortenberglaan 172, 1000 Brussel http://www.fevia.be Pedagogische Begeleidingsdienst van het Gemeenschapsonderwijs, J. de Lalaingstraat 28, 1040 Brussel http://www.rago.be/pbd/ Vlaamse Diabetes Vereniging, Ottergemsesteenweg 456, 9000 Gent http://www.diabetes-vdv.be
ASO/TSO – 2e en 3e graad – BV + SG AV Lichamelijke opvoeding + AV Sport (topsport golf): 2e en 3e graad: 12 lestijden/week Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie, G.Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel http://www.vig.be MARTIN BUCHHEIT referenties en vergelijkingen tussen de Léger-test en de 30-15 test (interval) http://www.martin-buchheit.net Vlaamse Vereniging voor Golf, Terhulpsesteenweg 110 3a, 1000 Brussel http://www.golfvlaanderen.be Koninklijke Belgische Golf Federatie, Terhulpsesteenweg 110, 1000 Brussel http://www.golfbelgium.be European Golf Associaton http://www.ega-golf.ch Amateur Golf Council http://www.wagc.org The European Tour http://www.europeantour.com The Ladies European Tour http://www.ladieseuropeantour.com The Royal & Ancient G.C. of St. Andrews http://www.randa.org
32