SECUNDAIR ONDERWIJS
Onderwijsvorm:
BSO
Graad:
tweede graad
Jaar:
eerste en tweede leerjaar
Studiegebied:
Handel
Studierichting:
Kantoor Specifiek gedeelte
Vak(ken):
TV Kantoortechnieken TV Toegepaste economie
Leerplannummer:
2006/126 (vervangt 2000/052, 2000/053, 2000/009, 2000/010)
Nummer inspectie:
2006 / 22 // 1 / J / SG / 1 / II / / D/
3/3 lt/w 5/5 lt/w
BSO – 2e graad – SG Kantoor
1
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
INHOUD Visie ..........................................................................................................................................................2 Beginsituatie .............................................................................................................................................3 Algemene doelstellingen ..........................................................................................................................4 Leerplandoelstellingen / leerinhouden......................................................................................................6 Pedagogisch-didactische wenken ......................................................................................................... 45 Minimale materiële vereisten................................................................................................................. 58 Evaluatie ................................................................................................................................................ 59 Bibliografie ............................................................................................................................................. 60
BSO – 2e graad – SG Kantoor
2
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
VISIE Van de studierichting Kantoor wordt verwacht dat ze een praktijk- en bedrijfsgerichte vorming aanbiedt die een flexibele inzet op de arbeidsmarkt mogelijk moet maken. In de tweede graad wordt hiervoor de basis gelegd. Deze basiscompetenties worden in de derde graad verder ontwikkeld door onder meer een ruime stage. Na het voltooien van de derde graad Kantoor zijn de leerlingen voldoende gewapend om routinematige, administratieve taken te vervullen als bediende, telefonist, receptionist … in KMO’s, grote ondernemingen, openbare diensten, scholen, ziekenhuizen … De nadruk in de opleiding ligt op een praktijkgerichte aanpak van alle leerstofitems, weliswaar onder sterke begeleiding van de leerkracht. Het ontwikkelen van communicatieve en sociale vaardigheden en een correcte attitudevorming zijn de pijlers van de vorming. Een leerling uit de studierichting Kantoor heeft interesse voor de brede administratieve taken binnen het bedrijf. Hij is bereid tot uitvoerend werk, maar kan deze zelfstandig vervullen. Het vak toegepaste economie speelt hier ruimschoots op in door een uitgebreide kennismaking met de handelsdocumenten en de boekhouding. De nadruk ligt op het correct en efficiënt omgaan met deze documenten. Het vak kantoortechnieken vormt de meer praktijkgerichte component in de opleiding. Administratieve medewerkers dienen taken uit te voeren met een hoge mate van nauwkeurigheid. De mate van autonomie bij het uitvoeren van de taken is relatief beperkt. Het werk is vaak iteratief en daarom in veel gevallen gestandaardiseerd. Naast de noodzakelijke beroepscompetenties worden ook de attituden en vaardigheden sterk gewaardeerd. Bij het opstellen van dit leerplan werd rekening gehouden met het beroepsopleidingprofiel van ‘secretariaatsmedewerk(st)er’.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
3
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
BEGINSITUATIE Een specifieke voorkennis voor handelseconomie, boekhouden en kantoortechnieken is niet vereist. Het merendeel van de leerlingen in het 1e jaar van de 2e graad Kantoor komen ofwel uit 2 BVL, beroepenveld Kantoor – verkoop, ofwel uit de 1e graad basisoptie ‘Handel’. De leerlingen die afkomstig zijn uit 2 BVL, beroepenveld Kantoor – verkoop, of uit de 1e graad basisoptie ‘Moderne wetenschappen’ of ‘Handel’ beschikken al over een initiërend inzicht in de basisbeginselen van de handelseconomie. Ze hebben reeds kennis gemaakt met koopgedrag, goederen en diensten, inkomen, sparen, de winkel en het kantoor. Leerlingen die uit een andere basisoptie komen, hebben nog geen voorkennis maar dit vormt geen beletsel.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
4
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Het vak toegepaste economie betekent voor de leerlingen een verdere kennismaking met het boeiende economische leven. Het doel van de handelseconomie is de leerlingen kennis te laten maken met de handelswereld en de courante handelsdocumenten, gesitueerd in een breder economisch kader. Het boekhouden richt zich in de eerste plaats tot de basisprincipes van het dubbel boekhouden en de studie van de elementaire balans- en resultatenrekeningen. In beide deelvakken dienen de leerlingen de volgende vaardigheden te verwerven: •
hanteren van de documenten;
•
reken- en cijfervaardigheid;
•
sociale en communicatieve vaardigheden;
•
vaardigheid in het zien van details.
In elk geval moeten zij bijzondere aandacht besteden aan een correct taalgebruik.
De leerlingen moeten tijdens het vak kantoortechnieken een beroepsondersteunende kennis en een praktijkgericht inzicht verwerven in de werking van een kantoor. Het leerplan omvat hierbij de volgende streefdoelen: •
de leerlingen vertrouwd maken met de specifieke termen en begrippen;
•
ze kennis laten maken met de recente ontwikkelingen in de kantoorwereld.
De leerlingen dienen vooral de specifieke vaardigheden te verwerven die nodig zijn voor het vervullen van de functie van secretariaatsmedewerk(st)er: •
in staat zijn om routinematige werkzaamheden op het gebied van post- en tekstverwerking, communicatie en klassement onder begeleiding te verrichten;
•
sociale en communicatieve vaardigheden;
•
moderne burotica-apparatuur kunnen hanteren;
•
bijzondere aandacht besteden aan een correct taalgebruik.
In aansluiting op het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs wordt van de leerlingen verwacht dat zij zowel in toegepaste economie als in kantoortechnieken onder begeleiding van de leerkracht de volgende attitudes1, die gericht zijn op de vereiste beroepshoudingen, ontwikkelen en nastreven: •
zin voor orde, netheid en nauwkeurigheid: bij het vastleggen van zakelijke gegevens moet men ordelijk, met netheid en uiterst precies te werk gaan. Nauwkeurigheid is eveneens vereist bij het verwerken van gegevens, organiseren en archiveren;
•
assertiviteit in functie van het uitvoeren van een taak: niet aarzelen om meer uitleg te vragen over een opdracht opdat men een exact beeld heeft van het verwachte eindresultaat;
•
resultaatgerichtheid: gedreven naar het einddoel van de activiteit werken;
•
zelfstandigheid en zin voor initiatief: zelfstandig een taak kunnen afwerken en problemen durven aanpakken;
1
De weergegeven omschrijving is in functie van de beroepshouding.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
5
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
•
contactbereidheid en zin voor samenwerking: correct kunnen omgaan met personen binnen en buiten het bedrijf. Belangrijk is dat men zeer goed samenwerkt met collegae en vooral met de directe verantwoordelijke;
•
discretie en betrouwbaarheid: alle vertrouwelijke en geheime informatie met de nodige omzichtigheid behandelen ten einde niet bedoelde informatieoverdracht te voorkomen;
•
veiligheid-, milieu- en hygiënebewustzijn: actief en pro-actief gericht zijn op veiligheid, op het voorkomen van situaties die personen, de infrastructuur en / of het milieu kunnen schaden en op het naleven van hygiënische richtlijnen.
•
accuratesse: erop gericht zijn binnen de voorgeschreven tijd een taak nauwkeurig te voltooien.
Het is essentieel dat het leerplan als een geheel geïnterpreteerd wordt, m.a.w. naast de leerinhouden en leerplandoelstellingen zijn de pedagogisch-didactische wenken duidende en waardevolle aanvullingen.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
6
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN TV TOEGEPASTE ECONOMIE: HANDELSECONOMIE 1e jaar: 2 lestijden/week, 2e jaar: 2 lestijden/week
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
1
Inleiding en situering
1.1
Basisbegrippen
•
het begrip behoefte omschrijven en concretiseren via voorbeelden;
1.1.1
Behoeften
•
de begrippen goederen en diensten omschrijven en concretiseren via voorbeelden;
1.1.2
Goederen en diensten
•
de begrippen produceren (productie) en consumeren (consumptie) omschrijven en concretiseren via voorbeelden;
1.1.3
Produceren en consumeren
•
de productiefactoren (natuurlijke hulpbronnen, arbeid en kapitaal) opsommen en omschrijven;
1.1.4
Productiefactoren
•
het begrip economie omschrijven;
1.1.5
Economie
•
een eenvoudige economische kringloop opbouwen (gezinnen en 1.2 bedrijven) en toelichten via voorbeelden.
2
Economische kringloop
2
Ondernemingen en bedrijven
2.1
Bedrijfskolom
•
de verschillende stappen beschrijven en schematisch voorstellen 2.1.1 hoe een product bij de consument komt;
Begrip bedrijfskolom
•
het begrip toegevoegde waarde omschrijven en uit de bedrijfsko- 2.1.2 lom de toegevoegde waarde voor elke stap bepalen;
Toegevoegde waarde
BSO – 2e graad – SG Kantoor
7
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
het begrip BTW omschrijven;
2.1.3
BTW
•
aan de hand van de bedrijfskolom het principe van de BTW verklaren en aantonen dat BTW een verbruiksbelasting is;
2.1.4
Principe van de BTW
•
de verschillende sectoren opsommen en bedrijven in de juiste sector onderbrengen;
2.2
Sectoren
•
de verschillende ontstaansreden tussen bedrijven uit de profit en 2.3 de non-profit sector verklaren en toelichten met voorbeelden;
Profit en non-profit sector
2.4
Bedrijven: indeling volgens grootte
2.4.1
Grootbedrijf – kleinbedrijf
•
de begrippen grootbedrijf en kleinbedrijf omschrijven en toelichten via voorbeelden;
•
enkele voor- en nadelen beschrijven van een grootbedrijf en een 2.4.2 kleinbedrijf;
2.5
Voor- en nadelen
Indeling van de ondernemingen naar juridische maatstaven
•
de begrippen eenmanszaak en vennootschap omschrijven, con- 2.5.1 cretiseren via voorbeelden en enkele voor- en nadelen van beide ondernemingsvormen (formaliteiten, aansprakelijkheid, continuïteit, winstverdeling …) toelichten;
Eenmanszaak versus vennootschappen
•
de voornaamste handelsvennootschappen (NV, (E)BVBA) vergelijken op basis van enkele criteria (aansprakelijkheid, kapitaal, vennoten …);
Indeling van de handelsvennootschappen
2.5.2
BSO – 2e graad – SG Kantoor
8
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.6
Financiële instellingen
•
de rol van financiële instellingen omschrijven en hun bestaansre- 2.6.1 denen verantwoorden;
Bestaansredenen
•
de begrippen debetrente en creditrente toelichten;
2.6.2
Debetrente en creditrente
•
uitgaande van de deposito-opneming en kredietverstrekking het ontstaan van de intrestmarge verklaren;
2.6.3
Deposito-opneming, kredietverstrekking en intrestmarge
•
de dienstverlening van financiële instellingen omschrijven en illustreren (beleggingsadvies, aanbod van verzekeringen, vreemde valuta, safes, belastingadvies ...).
2.6.4
Bankdiensten
3
Handel en handelaar
3 •
de begrippen handel en handelaar omschrijven;
3.1
Begrippen
•
de voornaamste functies van de handel schetsen;
3.2
Functies van de handel
3.3
Indeling van de handel
•
de begrippen groothandel en kleinhandel omschrijven en toelich- 3.3.1 ten met voorbeelden;
Groothandel en kleinhandel
•
de begrippen collecterende en distribuerende handel omschrijven en toelichten met voorbeelden;
3.3.2
Collecterende en distribuerende handel
•
de begrippen binnenlandse en buitenlandse handel omschrijven en toelichten met voorbeelden;
3.3.3
Binnenlandse en buitenlandse handel
•
de begrippen intracommunautaire levering, intracommunautaire verwerving, invoer en uitvoer omschrijven en toelichten met voorbeelden;
3.3.4
Intracommunautaire levering, intracommunautaire verwerving, invoer en uitvoer
•
de begrippen doorvoerhandel en veredelingsverkeer omschrijven en toelichten met voorbeelden.
3.3.5
Doorvoerhandel en veredelingsverkeer
BSO – 2e graad – SG Kantoor
9
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4 •
de stappen in het verkoopproces (prijsaanvraag, prijsofferte, bestelling, levering, betaling) ordenen en omschrijven;
4
Kopen en verkopen
4.1
Het verkoopproces
4.2
Documenten in het verkoopproces
•
de functie van de prijsaanvraag aantonen, het document herken- 4.2.1 nen en rangschikken binnen het koopproces;
•
de functie van de prijsofferte (bestek) aantonen, het document herkennen en rangschikken binnen het koopproces;
•
de functie van de bestelbon aantonen, het document herkennen 4.2.3 en rangschikken binnen het koopproces en de bestelbon invullen uitgaande van een prijsofferte;
•
de functie van de leveringsbon aantonen, het document herkennen en rangschikken binnen het koopproces;
4.2.4
Leveringsbon
•
de functie van de factuur aantonen, het document herkennen en rangschikken binnen het koopproces (zie ook boekhouden);
4.2.5
Factuur
•
de functie van de creditnota aantonen, het document herkennen en rangschikken binnen het koopproces (zie ook boekhouden);
4.2.6
Creditnota
•
een klachtenbrief opstellen;
4.2.7
Klacht
•
de verkoopsvoorwaarden (hoeveelheid, kwaliteit, prijs, levering, betaling) opzoeken en toelichten.
4.3
Verkoopsvoorwaarden
4.2.2
Prijsaanvraag Prijsofferte (bestek) Bestelbon
BSO – 2e graad – SG Kantoor
10
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5
5
Betaling
5.1
Rechtstreekse betaling
•
het begrip kwijting omschrijven, de kwijting herkennen en hanteren;
5.1.1
Kwijting
•
het begrip kwijtschrift (kwitantie) omschrijven, het kwijtschrift (kwitantie) herkennen en hanteren;
5.1.2
Kwijtschrift (kwitantie)
•
het begrip ontvangstbewijs omschrijven, het ontvangstbewijs herkennen en hanteren;
5.1.3
Ontvangstbewijs
5.2
Onrechtstreekse betaling
5.2.1
Tussenkomst van de financiële instellingen
5.2.2
Betalingstechnieken
•
de rol van financiële instellingen bij onrechtstreekse betaling toelichten;
•
het begrip storting omschrijven, de storting herkennen en het document invullen;
5.2.2.1 Storting
•
het begrip overschrijving omschrijven, de overschrijving herkennen en het document invullen;
5.2.2.2 Overschrijving
•
het begrip bankcheque omschrijven en de bankcheque herkennen;
5.2.2.3 Bankcheque
•
het begrip domiciliëring omschrijven en voorbeelden van nuttige toepassingen aanhalen;
5.2.2.4 Domiciliëring
•
het begrip permanente of doorlopende opdracht omschrijven en voorbeelden van nuttige toepassingen aanhalen;
5.2.2.5 Permanente of doorlopende opdracht
•
het begrip protonkaart omschrijven, de gebruikswijze toelichten en voorbeelden van nuttige toepassingen aanhalen;
5.2.2.6 Elektronische betaling: protonkaart
5.2.2.7 Elektronische betaling: debetkaart
BSO – 2e graad – SG Kantoor
11
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen • •
• •
het begrip debetkaart omschrijven, de gebruikswijze toelichten en voorbeelden van nuttige toepassingen aanhalen; het begrip kredietkaart omschrijven, de gebruikswijze toelichten, voorbeelden van nuttige toepassingen aanhalen en de gevaren van het gebruik toelichten; 5.3
PC-banking
5.4
Het rekeninguittreksel
6
Krediet
6.1
Begrip en belang
6.2
Krediet op korte termijn
6.2.1
Kredietopening
actuele software hanteren voor financiële toepassingen;
uit een rekeninguittreksel relevante informatie afleiden.
6 •
5.2.2.8 Elektronische betaling: kredietkaart
het begrip krediet omschrijven en het belang ervan aantonen;
•
het begrip kredietopening omschrijven en het gebruik van de kredietopening toelichten;
•
het begrip kaskrediet omschrijven en het gebruik van het kaskre- 6.2.2 diet toelichten;
Kaskrediet
6.3
Krediet op lange termijn
•
het begrip lening op afbetaling omschrijven en het gebruik van de lening op afbetaling toelichten;
6.3.1
Lening op afbetaling
•
het begrip verkoop op afbetaling omschrijven en het gebruik van de verkoop op afbetaling toelichten;
6.3.2
Verkoop op afbetaling
•
het begrip verkoop op termijn omschrijven, het gebruik van de verkoop op termijn toelichten en concrete toepassingen opzoeken;
6.3.3
Verkoop op termijn
BSO – 2e graad – SG Kantoor
12
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
het begrip persoonlijke lening omschrijven en het gebruik van de 6.3.4 persoonlijke lening toelichten;
Persoonlijke lening
•
het begrip hypothecaire lening omschrijven en het gebruik van de hypothecaire lening toelichten;
6.3.5
Hypothecaire lening
•
het begrip leasing omschrijven en het gebruik van leasing toelichten;
6.3.6
Leasing
•
een eenvoudige intrestberekening toepassen (bijvoorbeeld voor een kaskrediet);
6.4
Intrestberekening
•
de (reële) intrestlasten van een aantal kredietvormen vergelijken en de voor- en nadelen van de verschillende financieringsvormen afwegen;
6.5
Intrestvergelijking
•
6.6 de mogelijke gevaren voor de kredietnemer toelichten (terugbetalingsplicht, financiële draagkracht, risico’s en waarborgen);
Valkuilen voor de kredietnemer
•
de wet op het consumentenkrediet opzoeken en het doel ervan verduidelijken;
6.7
Bescherming van de kredietnemer: wet op het consumentenkrediet
•
de steunmaatregelen bij specifieke financieringsvormen opzoeken.
6.8
Steunmaatregelen bij specifieke financieringsvormen
7
Verzekeringen
7 •
verzekeringen begripsmatig omschrijven en het belang van (verplichte en wenselijke) verzekeringen voor de verzekeringsnemer aantonen;
7.1
Begrip en belang
•
de basisterminologie met betrekking tot verzekeringen hanteren op basis van een contract uit de leefwereld van de leerling (bijvoorbeeld bromfietsverzekering) en met voorbeelden illustreren;
7.2
Verzekeringscontracten en verzekeringspartijen
BSO – 2e graad – SG Kantoor
13
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de belangrijkste verzekeringen (burgerlijke aansprakelijkheid, autoverzekering, brandverzekering …) schematisch ordenen en bondig toelichten.
8
7.3
Soorten van verzekeringen
8
Gezinnen
8.1
Inkomensvorming
8.1.1
Inkomen uit arbeid
•
de verschillende stelsels van vergoedingen verklaren en beoordelen;
8.1.1.1 Vergoeding van arbeid
•
de inkomensvorming uit arbeid omschrijven m.b.t. stelsels van vergoedingen van arbeid in dienstverband versus zelfstandige;
8.1.1.2 Dienstverband versus zelfstandige ondernemer
•
de begrippen nominaal en reëel loon verwoorden;
8.1.1.3 Nominaal en reëel loon
•
de verschillende inkomsten uit kapitaal omschrijven en toelichten;
8.1.2
Inkomen uit kapitaal
•
de elementen van de inkomensbesteding (consumptie, sparen en belastingen) omschrijven en onderling vergelijken;
8.2
Inkomensbesteding
8.3
Belastingen
•
de noodzaak van belastingen met voorbeelden aantonen;
8.3.1
Noodzaak
•
het onderscheid tussen directe en indirecte belastingen aantonen en verduidelijken met voorbeelden;
8.3.2
Directe en indirecte belastingen
8.4
Sparen en beleggen
8.4.1
Begrippen
•
de begrippen sparen en beleggen omschrijven;
•
enkele bepalende factoren bij de keuze van beleggingen opsom- 8.4.2 men (inclusief ethisch beleggen);
Motieven voor beleggen
BSO – 2e graad – SG Kantoor
14
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
een beperkt aantal spaar- en beleggingsvormen (spaarrekening, termijnrekening, aandelen … ) toelichten en onderling vergelijken.
9
8.4.3
Spaar- en beleggingsvormen
9
Actualiteitsmap
•
een actualiteitsmap aansluitend bij leerplanitems over bedrijven / 9.1 ondernemingen en / of over een bedrijfseconomisch thema (voorbeeld een bedrijfssector, bedrijven uit de regio …) aanleggen en erover communiceren;
Het bedrijfsleven
•
een actualiteitsmap over een algemeen economisch onderwerp (voorbeeld de arbeidsmarkt, sparen en beleggen, buitenlandse handel …) aanleggen en erover communiceren.
9.2
Algemeen economisch
10
Didactische uitstappen (minimaal 1 per jaar)
10 •
de doelstellingen van de didactische uitstap formuleren;
10.1
Formulering van doelstellingen
•
in samenwerking met de leerkracht de didactische uitstap voorbereiden;
10.2
Voorbereiding
•
verslag over de didactische uitstap uitbrengen;
10.3
Rapportering
•
de didactische uitstap evalueren in functie van de doelstellingen. 10.4
Evaluatie
BSO – 2e graad – SG Kantoor
15
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
TV TOEGEPASTE ECONOMIE: BOEKHOUDEN 1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
De cursief gedrukte leerplandoelstellingen (U) zijn uitbreidingsdoelstellingen en kunnen worden aangeboden wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd of wanneer de school economie aanbiedt in het complementair gedeelte. 1
1
Inleiding tot het boekhouden
1.1
Begrip
•
het begrip boekhouden omschrijven;
•
de noodzaak van het bijhouden van een boekhouding toelichten. 1.2
2
Noodzaak
2
Basisbegrippen van het dubbel boekhouden
2.1
Inventaris
•
het begrip inventaris omschrijven;
2.1.1
Begrip inventaris
•
een (eenvoudige) inventaris opstellen aan de hand van beschikbaar cijfermateriaal;
2.1.2
Opstellen van een inventaris
•
uit de inventaris het vermogen van de onderneming afleiden;
2.1.3
Vermogen
2.2
Balans
•
het begrip balans omschrijven door gebruik te maken van de begrippen actief en passief, de begrippen actief en passief hanteren in concrete situaties en het balansevenwicht toelichten;
2.2.1
Begrippen balans, actief, passief, balansevenwicht
•
het begrip balanspost toelichten;
2.2.2
Balansposten
•
de balans afleiden uit de inventaris;
2.2.3
Opstellen van een balans
•
een (eenvoudige) balans rubriceren;
2.2.4
Rubrieken van de balans
•
(eenvoudige) wijzigingen in actief en passief op de balans weergeven;
2.3
Wijzigingen in actief en passief
BSO – 2e graad – SG Kantoor
16
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.4
Rekeningen en grootboek
•
het begrip rekening en grootboek toelichten;
2.4.1
Begrippen rekeningen en grootboek
•
de balans uitsplitsen in rekeningen;
2.4.2
Van beginbalans naar rekeningen
•
de boekingsregels van rekeningen van het actief en passief toe- 2.4.3 passen door gebruik te maken van de begrippen debet en credit;
Werking van de balansrekeningen
•
het boekhoudalgoritme / de coderingstabel gebruiken bij boekhoudkundige verrichtingen;
•
de noodzaak van het gebruik van het MAR illustreren;
•
de rekeningnummers uit het MAR afleiden;
•
het begrip journaal omschrijven;
•
(eenvoudige) verrichtingen in het journaal registreren;
•
het begrip proef- en saldibalans omschrijven;
•
de noodzaak van het opstellen van een proef- en saldibalans verduidelijken;
•
Boekhoudalgoritme / coderingstabel
2.5
MAR
2.5.1
Noodzaak van het gebruik van een rekeningstelsel
2.5.2
Werking van het MAR
2.6
Salderen van de rekeningen
2.7
Journaal
2.7.1
Begrip journaal
2.7.2
Journaliseren
2.8
Proef- en saldibalans
2.8.1
Begrip proef- en saldibalans
2.8.2
Noodzaak van het opstellen van een proef- en saldibalans
2.8.3
Opstellen van een proef- en saldibalans
2.9
Eindbalans
het saldo van de rekeningen bepalen en interpreteren;
•
•
2.4.4
uitgaande van het grootboek de proef- en saldibalans opstellen;
uitgaande van de saldibalans de eindbalans afleiden;
BSO – 2e graad – SG Kantoor
17
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
zelfstandig de opeenvolgende stappen van inventaris tot eindba- 2.10 lans toepassen in een (eenvoudige) monografie.
3
Monografie
3
Resultaat en resultatenrekening
3.1
Resultaat
•
het begrip resultaat omschrijven;
3.1.1
Begrip
•
het resultaat berekenen (eenvoudig);
3.1.2
Berekening
3.2
Resultatenrekening
•
het begrip resultatenrekening omschrijven;
3.2.1
Begrip resultatenrekening
•
de resultaten groeperen volgens hun aard (bedrijfsresultaten, financiële resultaten, uitzonderlijke resultaten en belastingen op het resultaat);
3.2.2
Indeling
•
het boekhoudalgoritme / de coderingstabel gebruiken bij boekhoudkundige verrichtingen;
3.2.3
Boekhoudalgoritme / coderingstabel
•
de boekingsregels voor resultatenrekeningen afleiden uit de werking van de rekening kapitaal;
3.2.4
Boekingsregels
•
de resultatenrekeningen situeren in het MAR.
3.2.5
Situering in het MAR
BSO – 2e graad – SG Kantoor
18
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4
•
de aankopen indelen volgens hun aard (aankopen van handelsgoederen, aankopen van diensten en diverse goederen en aankopen van vaste activa);
4
Verrichtingen in verband met aankopen en verkopen van handelsgoederen
4.1
Soorten aankopen
4.2
Factuur
•
het begrip factuur omschrijven en het document herkennen;
4.2.1
Begrip factuur
•
het belang van het opstellen van een factuur toelichten;
4.2.2
Belang van het opstellen van een factuur
•
een factuurberekening (met BTW, handelskorting, aankoopkosten, waarborg verpakking en financiële korting) uitvoeren;
4.2.3
Factuurberekening
•
de factuur (met BTW, handelskorting, aankoopkosten, waarborg verpakking en financiële korting) invullen (zie ook handelseconomie);
4.2.4
Opstellen van een factuur
•
het begrip creditnota omschrijven en het document herkennen;
4.3
Creditnota
•
het belang van het opstellen van een creditnota toelichten;
4.3.1
Begrip creditnota
•
een berekening van een creditnota uitvoeren;
4.3.2
Belang van het opstellen van een creditnota
•
de creditnota invullen (zie ook handelseconomie);
4.3.3
Berekening van een creditnota
4.3.4
Opstellen van een creditnota
4.4
Aankoopfacturen van handelsgoederen
•
een aankoopfactuur van handelsgoederen (met BTW, handelskorting, aankoopkosten, waarborg verpakking en financiële korting) boekhoudkundig verwerken;
BSO – 2e graad – SG Kantoor
19
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
een inkomende creditnota van handelsgoederen boekhoudkundig verwerken;
•
de betaling van aankoopfacturen van handelsgoederen (inclusief 4.6 creditnota’s) boekhoudkundig verwerken;
Betaling van aankoopfacturen (inclusief inkomende creditnota’s)
•
een verkoopfactuur van handelsgoederen (met BTW, handelskorting, aankoopkosten, waarborg verpakking en financiële korting) boekhoudkundig verwerken;
Verkoopfacturen van handelsgoederen
•
een uitgaande creditnota van handelsgoederen boekhoudkundig 4.8 verwerken;
•
de inning van verkoopfacturen van handelsgoederen (inclusief creditnota’s) boekhoudkundig verwerken;
•
zelfstandig aankoopfacturen, verkoopfacturen, inkomende credit- 4.10 nota’s, uitgaande creditnota’s, inningen en betalingen registreren in het grootboek en in het journaal via een monografie.
4.5
4.7
4.9
Inkomende creditnota’s van handelsgoederen
Uitgaande creditnota’s
Inning van verkoopfacturen (inclusief uitgaande creditnota’s)
Monografie
BSO – 2e graad – SG Kantoor
20
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5 •
een aankoopfactuur van diensten en diverse goederen (inclusief BTW, handelskorting, aankoopkosten en financiële korting) boekhoudkundig verwerken;
5
Verrichtingen met bedrijfsresultaten
5.1
Aankopen van diensten en diverse goederen
5.2
Bezoldigingen en sociale lasten
5.2.1
Loonberekening
(U)
•
uitgaande van het brutoloon van een arbeider of een bediende, de RSZ, de bedrijfsvoorheffing en het nettoloon berekenen en uitgaande van het nettoloon van een bediende, het brutoloon bepalen (via de teruggaande calculatie);
(U)
•
de werkgeversbijdrage voor een arbeider en een bediende bere- 5.2.2 kenen;
Werkgeversbijdrage
(U)
•
de totale loonkost van een werknemer bepalen;
5.2.3
Loonkost
•
een loonstaat herkennen en uit het document relevante gegevens afleiden (brutoloon, nettoloon, RSZ, bedrijfsvoorheffing, werkgeversbijdrage en loonkost);
5.2.4
Loonstaat
•
bezoldigingen van arbeiders en bedienden (inclusief de werkgeversbijdrage) boekhoudkundig verwerken.
5.2.5
Boekhoudkundige verwerking
6
Verrichtingen met balansrekeningen
6.1
Liquide middelen
6
•
verrichtingen in verband met de kas, kredietinstellingen en de Bank van de Post boekhoudkundig verwerken (betalingen, inningen, bankkosten …);
6.1.1
Kas, Kredietinstellingen en Bank van de Post
•
de noodzaak van de rekening interne overboekingen toelichten en interne overboekingen gebruiken bij transfers tussen kas, kredietinstellingen en Bank van de post;
6.1.2
Interne overboekingen
BSO – 2e graad – SG Kantoor
21
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DECR. NR.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6.2
Materiële vaste activa
•
de materiële vaste activa indelen naar hun aard (terreinen en gebouwen, installaties, machines en uitrusting, meubilair en rollend materieel) en toelichten met voorbeelden;
6.2.1
Indeling
•
een aankoop van materiële vaste activa boekhoudkundig verwerken (inclusief aankoopkosten);
6.2.2
Aankoop (inclusief aankoopkosten)
6.2.3
Jaarlijkse afschrijving
(U)
•
de grootte van de jaarlijkse afschrijving bepalen volgens de lineaire afschrijvingsmethode;
6.2.3.1 Bepalen van de grootte van de jaarlijkse afschrijving
(U)
•
een jaarlijkse afschrijving van materiële vaste activa boekhoudkundig verwerken.
6.2.3.2 Boekhoudkundige verwerking
7
7
Eindejaarsverrichtingen
•
de noodzaak van de eindejaarsverrichtingen verantwoorden;
7.1
Verantwoording
•
het verloop van de eindejaarsverrichtingen schetsen.
7.2
Verloop
8
Monografie
8 •
zelfstandig de behandelde verrichtingen uit de tweede graad registreren via een monografie.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
22
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
TV KANTOORTECHNIEKEN 1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
1
Bedrijven en hun werkzaamheden
1.1
De structuur van een bedrijf
•
het begrip organisatie omschrijven;
1.1.1
Begrip organisatie
•
de noodzaak van organisatie aantonen via concrete voorbeelden;
1.1.2
Noodzaak van een organisatie
•
enkele functies binnen een bedrijf opnoemen en de inhoud van deze functies illustreren met voorbeelden;
1.1.3
Functies in een bedrijf
1.2
Organogram
•
het begrip organogram omschrijven en op basis van beschikbare 1.2.1 informatie een (eenvoudig) organogram opstellen;
Begrip
•
de verschillende afdelingen binnen een bedrijf in het organogram 1.2.2 situeren en de belangrijkste taken beschrijven;
De afdelingen van een bedrijf
•
een onderscheid maken tussen lijn- en stafafdelingen;
1.2.3
Lijn- en stafafdelingen
•
uitgaande van personeelsadvertenties een aantal (essentiële) vereisten op gebied van kennis, vaardigheden en attitudes afleiden voor werknemers in verschillende afdelingen;
1.2.4
Profielen van de werknemers
1.3
Het kantoorwerk
•
het begrip kantoorwerk omschrijven en situeren;
1.3.1
Begrip en situering
•
het profiel van een kantoorbediende afleiden (uit bijvoorbeeld personeelsadvertenties) en toelichten.
1.3.2
Profiel van een kantoorbediende
BSO – 2e graad – SG Kantoor
23
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2
2
De kantoorinrichting
•
het begrip kantoorinrichting omschrijven en illustreren;
2.1
Begrip
•
het belang van een aangepaste kantoorinrichting aantonen;
2.2
Het belang van de kantoorinrichting
2.3
De kantoorruimte
•
een cellenkantoor herkennen, de opstelling omschrijven en verantwoorden;
2.3.1
Het cellenkantoor
•
een landschapskantoor herkennen, de opstelling omschrijven en 2.3.2 verantwoorden;
Het landschapskantoor
•
een schematische voorstelling van een kantoorinrichting (met de 2.3.3 juiste verhoudingen en verdelingen) opstellen;
Schematische voorstelling
•
enkele nieuwe tendensen op het vlak van de kantoorinrichting opzoeken en toelichten;
2.3.4
Nieuwe tendensen.
2.4
Het kantoormeubilair.
2.4.1
Ergonomie
•
het begrip ergonomie op kantoor omschrijven;
2.4.1.1 Begrip
•
ergonomische aspecten op kantoor herkennen en aantonen;
2.4.1.2 Ergonomische aspecten op kantoor
•
ergonomisch werken;
2.4.1.3 Ergonomisch werken
•
de eigenschappen van verschillende soorten kantoormeubilair (schrijftafel, bureaustoel, bijzetmeubelen …) opzoeken;
2.4.2
Eigenschappen van kantoormeubilair
•
opstellingsmodaliteiten van verschillende soorten kantoormeubilair (schrijftafel, bureaustoel, bijzetmeubelen …) opzoeken en verantwoorden;
2.4.3
Opstellingsmodaliteiten van kantoormeubilair
BSO – 2e graad – SG Kantoor
24
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.5
Kantoorbenodigdheden.
•
het meest gebruikelijke kantoormaterieel herkennen, benoemen en correct hanteren;
2.5.1
Het kantoormaterieel: o.a. perforator, nietjesmachine, brievenopener ...
•
het meest gebruikelijke kantoormateriaal herkennen, benoemen en correct hanteren;
2.5.2
Het kantoormateriaal: o.a. papier, omslagen ...
2.6
Kantoorapparatuur (o.a. computer, printer, scanner, beamer, kopieerapparaat, dicteerapparaat, rekenmachine, papiervernietiger, overheadprojector ... )
2.6.1
Gebruiksmogelijkheden
•
de gebruiksmogelijkheden van kantoorapparatuur opzoeken, toelichten en hanteren in routinematige situaties;
•
het klein onderhoud van kantoorapparatuur uitvoeren (zoals 2.6.2 vervangen van een toner in een kopieermachine, vervangen van een cartridge in een printer, vervangen van batterijen in een rekenmachine, ledigen van de papiervernietiger …).
3
Klein onderhoud
3
De postbehandeling
3.1
De inkomende post
•
inkomende post ontvangen en voorsorteren (daarbij persoonlijke 3.1.1 post van bedrijfspost onderscheiden);
•
ontvangen post vakkundig openen;
3.1.2
Openen
•
geopende post afstempelen;
3.1.3
Afstempelen
•
afgestempelde post registreren;
3.1.4
Registreren
•
inkomende post na registratie sorteren;
3.1.5
Sorteren
•
inkomende post na sorteren verdelen;
3.1.6
Verdelen
Ontvangen en voorsorteren
BSO – 2e graad – SG Kantoor
25
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
op aanwijzing van de directe chef via een pc een kort briefje of tekst typen en opmaken;
•
uitgaande post sorteren;
•
gepaste omslagen kiezen voor het verzenden van de uitgaande post;
•
brieven (ook met bijlagen) vouwen en in omslagen steken;
3.2
De uitgaande post
3.2.1
Typen van een briefje of korte tekst
3.2.2
Sorteren
3.2.3
Vullen van de omslagen 3.2.3.1 Soorten omslagen 3.2.3.2 Brieven vouwen
•
brieven manueel adresseren;
•
adressenbestanden raadplegen, updaten en gebruiken voor adressering van omslagen;
•
briefomslagen gepast frankeren op basis van hun gewicht en van de geldende posttarieven;
•
het gebruik van een frankeermachine toelichten na een verkregen demonstratie;
•
3.2.4
3.2.4.1 Manueel 3.2.4.2 Op basis van een adressenbestand, na updating 3.2.5
Frankeren 3.2.5.1 Wegen van de briefomslagen – Posttarieven 3.2.5.2 Frankeermachine
verschillende manieren van verzenden onderscheiden en toepassen (gewone zending, luchtpost, aangetekende zending, koerierdienst …).
4
Adresseren
3.2.5.3 Het verzenden (gewone verzending, luchtpost, aangetekende zending, koerierdiensten …) 4
Het klassement en het archief
•
het onderscheid tussen klassement en archief verwoorden en illustreren;
4.1
Onderscheid tussen klassement en archief
•
de vereisten van een klassement en archief toelichten;
4.2
Vereisten van een goed klassement en archief
BSO – 2e graad – SG Kantoor
26
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
te klasseren of te archiveren documenten verzamelen, sorteren, coderen en inschrijven op lijsten en / of steekkaarten;
4.3
Te klasseren documenten
•
overhandigingfiches bij het uitlenen van geklasseerde documenten opstellen en invullen;
4.4
Overhandigingfiches
4.5
Methoden
•
de alfabetische klasseermethode herkennen en gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de alfabetische klasseermethode;
4.5.1
Alfabetisch
•
de numerieke klasseermethode herkennen en gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de numerieke klasseermethode;
4.5.2
Numeriek
•
de chronologische klasseermethode herkennen en gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de chronologische klasseermethode;
4.5.3
Chronologisch
•
de geografische klasseermethode herkennen en gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de geografische klasseermethode;
4.5.4
Geografisch
•
de decimale klasseermethode herkennen en gegevens klasseren, opzoeken en terugzetten volgens de decimale klasseermethode;
4.5.5
Decimaal
•
het beschikbaar klasseermateriaal herkennen en hanteren;
4.6
Klasseermateriaal
•
documenten op aanwijzing in het archief opbergen;
4.7
Het archief
•
documenten in het archief opzoeken.
4.7.1
Opbergen
4.7.2
Opzoeken
BSO – 2e graad – SG Kantoor
27
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5
5
Communicatie
5.1
Inleiding
•
het begrip communicatie omschrijven;
5.1.1
Begrip
•
het belang van communicatie herkennen en becommentariëren;
5.1.2
Belang
•
vormen van communicatie aanbrengen, herkennen en omschrijven;
5.1.3
Vormen
5.2
De telefoon
•
de evolutie van de telefonie opzoeken en toelichten;
5.2.1
Evolutie
•
de voor- en nadelen van de telefoon toelichten;
5.2.2
Voor- en nadelen
•
de concurrentie in de telefonie vaststellen en een persoonlijke keuze verantwoorden onder andere op basis van een vergelijking van de prijzen en aangeboden service;
5.2.3
De concurrentie in de telefonie
•
telefoonfacturen begrijpend lezen en toelichten;
5.2.4
Telefoonfacturen
•
functies van de telefoon (opnemen, afsluiten, doorverbinden, in wachtrij plaatsen, telefoonnummers opzoeken, laatste nummer oproepen, telefoonnummers programmeren …) aanwenden;
5.2.5
Telefoonfuncties
•
comfortdiensten onderscheiden en toelichten;
5.2.6
Comfortdiensten
•
telefoongidsen hanteren (in boekvorm, op cd-rom en via het internet);
5.2.7
Binnen- en buitenlandse telefoonnummers opzoeken in telefoongidsen, op cd-rom en op het internet
•
binnen- en buitenlandse telefoonverbindingen realiseren;
5.2.8
Binnen- en buitenlandse verbindingen
•
een kort zakelijk telefoongesprek voeren;
5.2.9
Efficiënt telefoneren
•
enkele voor- en nadelen van verschillende soorten telefoons en aanverwante toestellen opzoeken en toelichten;
5.2.10
Soorten telefoons en aanverwante toestellen o.a.: standaardtelefoon, draadloze telefoon, gsm, antwoord- en registreerapparaat ...
BSO – 2e graad – SG Kantoor
28
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 5.3
Fax
•
het principe van de fax en zijn werking toelichten;
5.3.1
Principe en werking
•
een faxnummer (nationaal, internationaal) opzoeken;
5.3.2
Opzoeken van faxnummers
•
een faxverbinding tot stand brengen;
5.3.3
De verbinding
•
de voor- en nadelen van een fax aangeven;
5.3.4
Voor- en nadelen
5.4
Email
•
communicatiesoftware voor het werken met e-mails opstarten;
5.4.1
Communicatiesoftware
•
een e-mail versturen (inclusief meerdere afzenders, bijlagen, CC, BCC en het aangeven van de prioriteit))
5.4.2
Versturen van een e-mail
•
een e-mail ontvangen en openen (inclusief bijlagen);
5.4.3
Ontvangen van een e-mail (inclusief bijlagen)
•
een e-mail beantwoorden (inclusief bijlagen, CC, BCC, leesbevestiging en het aangeven van de prioriteit);
5.4.4
Beantwoorden van een e-mail (inclusief bijlagen, CC, BCC, leesbevestiging, prioriteit)
•
ontvangen en verzonden e-mail bewaren in mappen.
5.4.5
Klasseren in mappen
6
Ondersteunen van vergaderingen
6 •
een uitnodiging versturen (via e-mail en per post);
6.1
Uitnodigingen
•
een vergadering logistiek voorbereiden (aanbrengen van beweg- 6.2 wijzering, klaarzetten van de vergaderzaal en voorzien van de nodige apparatuur zoals beamer, overhead, flip-over …, aanmaken van naamkaartjes, voorzien van drank …);
Voorbereiding
•
het onthaal van een vergadering verzorgen (registratie van de aanwezigen, registratie van afwezigen en verontschuldigingen, uitdelen van documentatie, begeleiden naar de vergaderruimte …).
6.3
Onthaal
BSO – 2e graad – SG Kantoor
29
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 7
7
Verplaatsingen
•
de meest efficiënte reisroute uitzoeken (ook via routeplanner);
7.1
Uitstippelen van een reisroute – routeplanner
•
trein-, vlieg-, hotel- en restaurantgidsen raadplegen op internet;
7.2
Raadplegen van trein-, vlieg-, hotel- en restaurantgidsen (op internet)
•
een taxi, hotel en restaurant bespreken.
7.3
Bespreken van taxi, hotel en restaurant
8
Actualiteitsmap
9
Didactische uitstappen
8 •
een actualiteitsmap aansluitend bij leerplanitems over het moderne kantoor aanleggen en erover communiceren.
9 •
de doelstellingen van de didactische uitstap formuleren;
9.1
Formulering van doelstellingen
•
in samenwerking met de leerkracht de didactische uitstap voorbereiden;
9.2
Voorbereiding
•
verslag uitbrengen over de didactische uitstap;
9.3
Rapportering
•
de didactische uitstap evalueren in functie van de doelstellingen. 9.4
Evaluatie
BSO – 2e graad – SG Kantoor
30
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
UITBREIDINSDOELSTELLINGEN HANDELSECONOMIE Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen De cursief gedrukte leerplandoelstellingen (U) zijn uitbreidingsdoelstellingen en kunnen worden aangeboden wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd of wanneer de school economie aanbiedt in het complementair gedeelte.
(U)
1
1
Uitdieping van de leerstof handelseconomie
(U)
2
2
Handelsrekenen
2.1
De vier hoofdbewerkingen
•
de optelling in de courante praktijk van handelsactiviteiten correct 2.1.1 toepassen;
Optellen
•
de aftrekking in de courante praktijk van handelsactiviteiten correct toepassen;
Aftrekken
•
de vermenigvuldiging in de courante praktijk van handelsactivitei- 2.1.3 ten correct toepassen;
•
de deling in de courante praktijk van handelsactiviteiten correct toepassen;
2.1.4
Delen
•
een eenvoudige zakrekenmachine gebruiken voor courante handelsberekeningen;
2.2
Zakrekenmachine
2.3
Procentberekening
2.1.2
Vermenigvuldigen
•
het procent van het honderd berekenen in handelsgerichte toepassingen;
2.3.1
Procent van het honderd
•
het procent onder het honderd berekenen in handelsgerichte toepassingen;
2.3.2
Procent onder het honderd
•
het procent boven het honderd berekenen in handelsgerichte toepassingen;
2.3.3
Procent boven het honderd
BSO – 2e graad – SG Kantoor
31
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
Decr. nr.
(U)
(U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
enkelvoudige intrestberekeningen uitvoeren;
2.3.4
Enkelvoudige intrest
•
via de regel van drie een onbekende grootheid (voor courante handelsberekeningen) berekenen.
2.4
Regel van drie
3
Uitbreiding leerstof handelseconomie
3.1
Ondernemingsplan
3
•
de rol van het ondernemingsplan bij het beperken van het onder- 3.1.1 nemingsrisico beschrijven;
Rol
•
de voornaamste onderdelen van het ondernemingsplan onderscheiden (eenvoudig).
3.1.2
Voornaamste onderdelen
4
Projecten
4.1
Het bedrijf
4
•
de doelstellingen van het project formuleren;
4.1.1
Formuleren van doelstellingen
•
contacten leggen met een bedrijf (individueel of in groep) om er relevante informatie (bijvoorbeeld geschiedenis van de onderneming, juridische vorm van de onderneming, beschrijving van de producten, afzetmarkten, samenstelling van het personeelsbestand, het organogram van het bedrijf, de vereiste competenties van enkele medewerkers, …) te verzamelen;
4.1.2
Verzamelen van gegevens
•
een schriftelijk verslag opstellen (gebruik makend van een tekst- 4.1.3 verwerkingsprogramma en een rekenblad) van hun bevindingen;
•
hun bevindingen presenteren; 4.1.4
Verslaggeving (gebruik maken van tekstverwerking en rekenblad) Presentatie
BSO – 2e graad – SG Kantoor
32
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
de doelstellingen van het project formuleren;
4.2
Bedrijfssimulatie of simulatie van een bedrijfsactiviteit
•
in samenwerking met de leerkracht het project voorbereiden en uitvoeren;
4.2.1
Formulering van doelstellingen
•
4.2.2
Voorbereiding en uitvoering
verslag over het project uitbrengen;
•
het project evalueren in functie van de doelstellingen.
4.2.3
Rapportering
4.2.4
Evaluatie
BSO – 2e graad – SG Kantoor
33
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
UITBREIDINSDOELSTELLINGEN BOEKHOUDEN Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen De cursief gedrukte leerplandoelstellingen (U) zijn uitbreidingsdoelstellingen en kunnen worden aangeboden wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd of wanneer de school economie aanbiedt in het complementair gedeelte.
(U)
1
1
Uitdieping van de leerstof boekhouden
(U)
2
2
Uitbreiding leerstof boekhouden
2.1
Materiële vaste activa
•
een uitzonderlijke afschrijving van materiële vaste activa motiveren en boekhoudkundig verwerken;
2.1.1
Uitzonderlijke afschrijving
•
een verkoop van materiële vaste activa boekhoudkundig verwerken;
2.1.2
Verkoop
2.2
Andere bedrijfskosten
•
het begrip bedrijfsbelastingen omschrijven en boekhoudkundig verwerken;
2.2.1
Bedrijfsbelastingen
•
een voorbeeld van diverse bedrijfskosten opnoemen en boekhoudkundig verwerken;
2.2.2
Diverse bedrijfskosten
2.3
Andere bedrijfsopbrengsten
•
het begrip bedrijfssubsidies omschrijven en boekhoudkundig verwerken;
2.3.1
Bedrijfssubsidies
•
huuropbrengsten boekhoudkundig verwerken;
2.3.2
Huuropbrengsten
BSO – 2e graad – SG Kantoor
34
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
Decr. nr.
(U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
3
2.4
Leningen op korte termijn
•
(eenvoudige) intrestberekeningen uitvoeren;
2.4.1
Intrestberekening
•
de verschillende stappen in de levensloop van een lening boekhoudkundig registreren (aangaan van de lening, kosten verbonden aan de lening, kapitaalaflossingen en intresten);
2.4.2
Boekhoudkundige verwerking
•
een BTW-regularisatie doorvoeren;
2.5
BTW-regularisatie
2.6
Voorraadrekeningen
•
de betekenis van het saldo van de rekening Voorraad handelsgoederen omschrijven;
2.6.1
Betekenis
•
wijzigingen in de voorraad handelsgoederen boekhoudkundig verwerken.
2.6.2
Voorraadwijzigingen handelsgoederen
•
een aantal veel voorkomende verrichtingen (aankopen, verkopen, betalingen, inningen …) registreren via een didactisch boekhoudpakket.
3
Didactisch boekhoudpakket
BSO – 2e graad – SG Kantoor
35
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
UITBREIDINSDOELSTELLINGEN VERKOOP DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
De cursief gedrukte leerplandoelstellingen (U) zijn uitbreidingsdoelstellingen en kunnen worden aangeboden wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd of wanneer de school economie aanbiedt in het complementair gedeelte. (U)
1 •
het “verkopen” toelichten en omschrijven;
1
Verkopen, een beroep
1.1
Wat is verkopen?
1.2
Taken van de verkoper
•
de functie van winkelbediende onderscheiden van de andere functies in de detailhandel en de taken van een winkelbediende in de winkel herkennen en toelichten;
1.2.1
Winkelbediende
•
de functie van verkoopchef onderscheiden van de andere functies in de detailhandel en de taken van een verkoopchef in de winkel herkennen en toelichten;
1.2.2
Verkoopchef
•
de functie van filiaalhouder onderscheiden van de andere functies in de detailhandel en de taken van een filiaalhouder in de winkel herkennen en toelichten;
1.2.3
Filiaalhouder
•
de functie van zaakvoerder onderscheiden van de andere functies in de detailhandel en de taken van een zaakvoerder in de winkel herkennen en toelichten;
1.2.4
Zaakvoerder
•
de noodzaak van een grondige opleiding tot verkoper naast de vereiste aanleg en ervaring inzien en aantonen;
1.3
Opleiding van de verkoper
•
kenmerken van de verkoper afleiden uit jobaanbiedingen;
1.4
Kenmerken van de verkoper
BSO – 2e graad – SG Kantoor
36
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN •
(U)
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen de vereiste attitudes van de goede verkoper (beleefdheid, respect, tact, eerlijkheid, hulpvaardigheid, geestdrift, inlevingsvermogen en zelfvertrouwen) herkennen.
2
1.5
Vereiste attitudes van de verkoper
1.5.1
Beleefdheid
1.5.2
Respect
1.5.3
Tact
1.5.4
Eerlijkheid
1.5.5
Hulpvaardigheid
1.5.6
Geestdrift
1.5.7
Inlevingsvermogen
1.5.8
Zelfvertrouwen
2
Het uiterlijk van de verkoper
•
fysische kenmerken van een verkoper herkennen en toelichten;
2.1
Fysische kenmerken
•
enkele richtlijnen met betrekking tot persoonlijke hygiëne verwoorden en toepassen;
2.2
Persoonlijke hygiëne
•
enkele voorschriften betreffende kleding illustreren en toepassen; 2.3
Kledij
•
de impact van een verzorgd uiterlijk op klanten aantonen.
Verzorging van het uiterlijk
2.4
BSO – 2e graad – SG Kantoor
37
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET (U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 3
3
De klanten
•
het begrip ‘koopmotief’ omschrijven en illustreren;
3.1
Begrip koopmotief
•
de koopmotieven van klanten herkennen en toelichten;
3.2
Koopmotieven van klanten
•
enkele factoren die de koopmotieven beïnvloeden, opsommen en toelichten;
3.3
Factoren die de koopmotieven beïnvloeden
•
verkoopargumenten formuleren in functie van de koopmotieven;
3.4
Verkoopargumenten in functie van de koopmotieven
•
de klantentypes herkennen en toelichten en deze verscheidenheid aan klanten specifiek benaderen;
3.5
Klantentypes
3.5.1
Indeling naar sekse
3.5.2
Indeling naar leeftijd
3.5.3
Indeling naar gedrag
3.5.4
Bijzondere klantentypes
3.6
Stimulering van de verkoop en klantenbinding
•
de verkoop stimuleren en klantenbinding creëren.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
38
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET (U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4
4
De goederen
•
het onderscheid tussen massaconsumptiegoederen, duurzame consumptiegoederen, kapitaalgoederen en diensten herkennen en toelichten;
4.1
Soorten goederen
•
informatie over de praktische warenkennis van een artikel / artikelengroep naar keuze opzoeken en toelichten aan de hand van verschillende bronnen en dit klantgericht benaderen, rekening houdend met bijvoorbeeld het gebruik, de oorsprong, de kwaliteitsverschillen, het belang van de grondstoffen, de presentatie, de verpakkingsmogelijkheden …;
4.2
Warenkennis van een artikel / artikelengroep
•
aantonen dat een grondige kennis van het artikel noodzakelijk is voor een goede verkoper;
4.3
Noodzaak van een goede warenkennis
•
de principes voor het plaatsen van goederen in de toonbank en de display toepassen;
4.4
Plaats van de goederen in de winkel
4.5
Het assortiment
•
het begrip assortiment gepast hanteren;
4.5.1
Begrip
•
afmetingen van een assortiment herkennen en toelichten;
4.5.2
Afmetingen van het assortiment
•
assortimentstypes herkennen, toelichten en illustreren;
4.5.3
Assortimentstypes
•
het onderscheid tussen kern- en randassortiment aantonen;
4.5.4
Kernassortiment versus randassortiment
BSO – 2e graad – SG Kantoor
39
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
(U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4.6
Winkelvoorraad
•
voor- en nadelen van een grote en kleine voorraad omschrijven;
4.6.1
Grootte van de voorraad
•
voorraden aanvullen volgens de aanvulprincipes;
4.6.2
Aanvulprincipes
•
de voorraadadministratie toepassen;
4.6.3
Voorraadadministratie
•
de volgorde van de eigen opdrachten plannen;
4.6.4
Planning van de werkzaamheden
•
de veiligheidsvoorschriften en richtlijnen i.v.m. bedrijfshygiëne naleven;
4.6.5
Veiligheid en hygiëne
•
etiketteringmethoden toepassen;
4.6.6
Etikettering
•
defecten en gevaarlijke situaties herkennen en signaleren;
4.6.7
Defecten en gevaarlijke situaties
•
winkeldiefstal herkennen en gepast reageren;
4.6.8
Winkeldiefstal
•
beveiligingsmethoden herkennen en toelichten.
4.6.9
Beveiligingsmethoden
5
Verkoopvormen
5.1
Indeling op basis van het contact met de koper
5.1.1
Traditionele bediening (toonbankwinkel)
5.1.2
Visuele verkoop
5.1.3
Zelfbediening
5.1.4
Verkoop via automaten
5.1.5
Ambulante verkoop
5.1.6
Directe verkoop aan de consument
5.1.7
Partyverkoop
5.1.8
Verkoop op beurzen
5.1.9
Postorderverkoop
5.1.10
Televerkoop
5.1.11
Elektronische verkoop
5 •
•
de verschillende verkoopvormen in de kleinhandel herkennen, bondig toelichten (inclusief de voor- en nadelen van elk) en illustreren op basis van het contact met de koper;
de verschillende verkoopvormen in de kleinhandel herkennen,
BSO – 2e graad – SG Kantoor
40
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN bondig toelichten (inclusief de voor- en nadelen en de mogelijke vestigingsplaatsen van elk) en illustreren op basis van de aard van de winkel;
(U)
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
6
5.2
Indeling volgens de aard van de winkel
5.2.1
Traditionele winkel
5.2.2
Hypermarkten en supermarkten
5.2.3
Discounts
5.2.4
Nachtwinkels
5.2.5
Convenience stores
5.2.6
Outletstores (fabriekswinkels)
6
De kassa-activiteiten
6.1
Kassa-activiteiten
•
de kassa-activiteiten in de juiste volgorde toepassen: controle van de verkochte goederen, etiketten en beveiligingen van de verkochte artikelen verwijderen, inpakken van de verkochte artikelen;
6.1.1
Handelingen
•
het werkmateriaal en –materieel van de kassa-activiteiten herkennen en hanteren;
6.1.2
Materiaal en materieel
•
kortingsystemen (zoals klantenkaart, zegels, waardebonnen, promotieacties, solden …) herkennen en hanteren;
6.2
Kortingsystemen
•
omgaan met retouren;
6.3
Retouren
6.4
Afrekening
•
de kassa werkklaar maken en bedienen;
6.4.1
Kassa
•
verschillende betaalmiddelen herkennen en hanteren (zie ook handelseconomie).
6.4.2
Betaalmiddelen en betaling
BSO – 2e graad – SG Kantoor
41
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET (U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 7
7
Het verkoopgesprek
•
structuur van het verkoopproces (AIDA-formule) toelichten;
7.1
Structuur van het verkoopproces
•
de verschillende fasen in het verkoopgesprek herkennen en toelichten;
7.2
Fasen in het verkoopgesprek
•
de klanten op de gepaste manier ontvangen;
7.3
Klanten ontvangen
•
de koopbehoeften van de klanten vaststellen;
7.4
Klanten en hun koopbehoeften
•
de kooplust van de klanten opwekken;
7.5
Klanten en hun kooplust
•
nevenaspecten van een verkoop toelichten, illustreren en ermee omgaan;
7.6
Nevenaspecten van een verkoop
7.6.1
Bijverkoop
7.6.2
Omruilen
7.6.3
Klachten
7.7
Het voeren van verkoopgesprekken
•
eenvoudige verkoopgesprekken voorbereiden en een verkoop correct afhandelen met toepassing van de AIDA-formule en in verschillende situaties (inclusief bijverkoop, omruilen, klachtenbehandeling).
BSO – 2e graad – SG Kantoor
42
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET (U)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 8
8
Project “Mijn eigen winkel”
(Via het project Jieha zijn deze doelstellingen perfect te realiseren. De leerkracht is echter vrij om een ander project te definiëren met dezelfde doelstellingen.) 8.1
Ondernemingsplan
•
de rol van het ondernemingsplan bij het beperken van het onder- 8.1.1 nemingsrisico beschrijven;
Rol
•
aan de hand van een voorbeeld de voornaamste onderdelen van 8.1.2 het ondernemingsplan onderscheiden;
Voornaamste onderdelen
•
een originele naam voor de eigen winkel bedenken en de keuze verantwoorden;
8.1.3
Keuze van de naam
•
een origineel logo voor de eigen winkel ontwerpen en de keuze verantwoorden;
8.1.4
Keuze van het logo
8.1.5
Het marktonderzoek
•
een (eenvoudig) marktonderzoek opstellen;
8.1.5.1 Opstellen van een marktonderzoek
•
een (eenvoudig) marktonderzoek uitvoeren;
8.1.5.2 Uitvoeren van een marktonderzoek
•
de resultaten van het marktonderzoek verwerken via een grafiek of een tabel;
8.1.5.3 Verwerking van het marktonderzoek
•
de resultaten van een marktonderzoek interpreteren en hieruit conclusies trekken voor de eigen winkel;
8.1.5.4 Interpretatie van de resultaten
•
de keuze van de verkoopplaatsen (binnen én buiten school) en de verkooptijdstippen (minimaal vier) plannen;
8.1.6
Keuze van de verkoopplaats en verkooptijdstippen
•
de potentiële klantengroep bepalen en beschrijven;
8.1.7
Klanten
•
de potentiële concurrenten opzoeken en beschrijven;
8.1.8
Concurrenten
BSO – 2e graad – SG Kantoor
43
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen •
op basis van de voorgaande elementen een (eenvoudige) SWOT-analyse opstellen;
8.1.9
SWOT-analyse
•
de doelstellingen voor de eigen winkel omschrijven en verantwoorden;
8.1.10
Vastleggen van de doelstellingen
•
op basis van de bovenstaande elementen het ondernemingsplan 8.1.11 voor de eigen winkel opstellen en toelichten;
•
het begrip marketingmix omschrijven, het belang van de verschillende elementen verantwoorden en toelichten met concrete voorbeelden;
Opstellen van een ondernemingsplan
8.2
Aan de slag: de marketingmix
8.2.1
Marketingmix
8.2.2
Product
•
de goederen die in de eigen winkel aangeboden worden, bepalen, omschrijven en de keuze motiveren;
8.2.2.1 Vaststellen van het productgamma
•
de kenmerken van de goederen die in de eigen winkel aangeboden worden, opzoeken en toelichten;
8.2.2.2 Kenmerken van de producten
•
de goederen die in de eigen winkel aangeboden worden, indelen in categorieën (zie ook 4);
8.2.2.3 Indeling van de producten 8.2.3
Prijs
•
de uitgaven ramen en de gemaakte uitgaven bepalen;
8.2.3.1 Uitgaven
•
de verkoopprijs voor elk goed vastleggen;
8.2.3.2 Verkoopprijs
•
de BTW op de verkoopprijs bepalen en de verkoopprijs inclusief BTW uitrekenen;
8.2.3.3 BTW
•
verschillende vormen van promoties voor de eigen winkel bedenken en uitwerken;
•
de keuze van de verkoopplaatsen en de verkooptijdstippen motiveren;
8.2.4
Promotie
8.2.5
Plaats
BSO – 2e graad – SG Kantoor
44
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week); TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
•
8.3 de voorraad en ontvangen bestellingen van klanten bijhouden en 8.3.1 bestellingen bij leveranciers plaatsen en verantwoorden;
•
de inkomsten en uitgaven bijhouden in een kasboek en de kastoestand bepalen en evalueren;
•
het resultaat van een bepaalde periode berekenen;
•
Aan de slag: financieel beheer Voorraadbeheer en bestellingen
8.3.2
Bijhouden van inkomsten en uitgaven (kassa-activiteiten)
8.3.3
Bepalen van het resultaat
de doelstellingen van hoofdstuk 7 in concrete situaties toepassen;
8.4
Het verkoopgesprek
•
een verkoopsstand aangepast aan de verkochte producten ontwerpen;
8.5
De verkoopsstand
•
verslag over het verloop van het project uitbrengen;
8.6
Rapportering
•
hun eigen functioneren en het functioneren van andere leerlingen beschrijven en evalueren.
8.7
Reflectie
BSO – 2e graad – SG Kantoor
45
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
ICT Wat? Onder ICT verstaan we het geheel van computers, netwerken, internetverbindingen, software, simulatoren, enz. Telefoon, video, televisie en overhead worden in deze context niet expliciet meegenomen. Waarom? De recente toevloed van informatie maakt levenslang leren een noodzaak voor iedereen die bij wil blijven. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT. Enerzijds speelt het in op de vertrouwdheid met de beeldcultuur en de leefwereld van jongeren. Anderzijds moeten jongeren niet alleen in staat zijn om nieuwe media efficiënt te gebruiken, maar is ICT ook een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Het nastreven van die competentie veronderstelt onderwijsvernieuwing en aangepaste onderwijsleersituaties. Er wordt immers meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, het zelfstandig of in groep leren werken, het kunnen omgaan met enorme hoeveelheden aan informatie ... In bepaalde gevallen maakt ICT deel uit van de vakinhoud en is ze gericht op actieve beheersing van bijvoorbeeld een softwarepakket binnen de lessen informatica. In de meeste andere vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers: −
het leerproces in eigen handen nemen;
−
zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;
−
op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).
Hoe te realiseren? In de eerste graad van het SO kunnen leerlingen onder begeleiding elektronische informatiebronnen raadplegen. In de tweede en nog meer in de derde graad kunnen de leerlingen “spontaan” gegevens opzoeken, ordenen, selecteren en raadplegen uit diverse informatiebronnen en –kanalen met het oog op de te bereiken doelen. Er bestaan verschillende mogelijkheden om ICT te integreren in het leerproces. Bepaalde programma’s kunnen het inzicht verhogen d.m.v. visualisatie, grafische voorstellingen, simulatie, het opbouwen van schema’s, stilstaande en bewegende beelden, demo ... Sommige cd-roms bieden allerlei informatie interactief aan, echter niet op een lineaire manier. De leerling komt via bepaalde zoekopdrachten en verwerkingstaken zo tot zijn eigen “gestructureerde leerstof”. Databanken en het internet kunnen gebruikt worden om informatie op te zoeken. Wegens het grote aanbod aan informatie is het belangrijk dat de leerlingen op een efficiënte en een kritische wijze leren omgaan met deze informatie. Extra begeleiding in de vorm van studiewijzers of instructiekaarten is een must. Om tot een kwaliteitsvol eindresultaat te komen, kunnen leerlingen de auteur (persoon, organisatie ...) toevoegen alsook de context, andere bronnen die de inhoud bevestigen en de onderzoeksmethode. Dit zal het voor de leraar gemakkelijker maken om het resultaat en het leerproces te beoordelen. De resultaten van individuele of groepsopdrachten kunnen gekoppeld worden aan een mondelinge presentatie. Een presentatieprogramma kan hier ondersteunend werken. Men kan resultaten en/of informatie uitwisselen via e-mail, blackboard, chatten, nieuwsgroepen, discussiefora ... ICT maakt immers allerlei nieuwe vormen van directe en indirecte communicatie mogelijk. Dit is zeker een meerwaarde omdat ICT op die manier niet alleen de mogelijkheid biedt om interscolaire projecten op te zetten, maar ook om de communicatie tussen leraar en leerling (uitwisselen van cursusmateriaal, planningsdocumenten, toets- en examenvragen ...) en leraren onderling (uitwisseling lesmateriaal …) te bevorderen. Sommige programma’s laten toe op graduele niveaus te werken. Ze geven de leerling de nodige feedback en remediëring gedurende het leerproces (= zelfreflectie en -evaluatie).
BSO – 2e graad – SG Kantoor
46
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
BEGELEID ZELFGESTUURD LEREN Wat? Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: −
de opdrachten meer open worden;
−
er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn;
−
de leerlingen zelf keuzes leren maken en verantwoorden;
−
de leerlingen zelf leren plannen;
−
er feedback wordt voorzien op proces en product;
−
er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct.
De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. Waarom? Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. −
leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken;
−
leerlingen voorbereiden op levenslang leren;
−
het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen.
Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als: −
keuzebekwaamheid;
−
regulering van het leerproces;
−
attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren.
In onze huidige (informatie)maatschappij wint vaardigheid in het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. Hoe te realiseren? Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: −
de leerling wordt aangesproken op zijn motivatie en “leer”kracht;
−
de leraar krijgt de rol van coach, begeleider;
−
de school dient te ageren als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties.
De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat −
doelen voorop stellen;
−
strategieën kiezen en ontwikkelen;
BSO – 2e graad – SG Kantoor
47
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week) −
oplossingen voorstellen en uitwerken;
−
stappenplannen of tijdsplannen uitzetten;
−
resultaten bespreken en beoordelen;
−
reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen;
−
verantwoorde conclusies trekken;
−
keuzes maken en verantwoorden
is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.
VOET Wat? Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen – niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming. De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting). Waarom? Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen. Hoe te realiseren? Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
48
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
2
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
HANDELSECONOMIE Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
1
Dit leerplan geldt voor een lestijdenpakket van 25 weken op schooljaarbasis.
2
Bij het aanbrengen van de leerstof wordt steeds vertrokken vanuit concrete situaties uit de leefwereld van de leerlingen en via cijfermateriaal, krantenartikels, nieuwsberichten, folders …
3
De leraar dient in toenemende mate, maar op een nuttige en efficiënte wijze gebruik te maken van ICT (inoefenen van leerstof, aanvragen van informatie, opsporen van documentatie ...). Het streefdoel is om 10 à 15 % van de beschikbare tijd te besteden aan ICT-toepassingen. Het bevorderen van het probleemoplossend denken dient te worden nagestreefd. De leerlingen worden geregeld gestimuleerd om informatie te verzamelen, te verwerken en te beoordelen.
4
Hoewel kennisoverdracht een basisconcept blijft om de economische realiteit te verklaren, dient rekening gehouden te worden met een verschuiving naar zelfstandige kennisverwerving en leren leren. Dit om de terugkoppeling naar de realiteit te realiseren en te beantwoorden aan de verwachtingen van het levenslang leren. Ook de maatschappelijke vraag naar het versterken van de attitude- en waardevorming wordt uitdrukkelijker geïmplementeerd.
5
Belangrijk is dat de leerlingen een uitgebreid economisch begrippenarsenaal leren hanteren. Het gebruik van het juiste begrip in een bepaalde context en het kunnen toelichten en concretiseren van economische begrippen primeert op de definiëring. De leraar waakt erover dat de leerlingen steeds de geijkte vakterminologie aanwenden.
6
Handelseconomie leent zich, zonder afbreuk te doen aan de traditionele didactische werkvormen zoals het onderwijsleergesprek, uitstekend tot het gebruik van activerende werkvormen zoals groepswerk, zelfstudie, opdrachten (al dan niet in een open leercentrum) … Voor welke werkvorm de leraar ook kiest, de leerling moet steeds actief bij het onderwijsgebeuren betrokken worden.
7
De inleiding is bedoeld om een aantal economische begrippen die in het verdere verloop van het curriculum aan bod komen, te introduceren en het economisch leven via een eenvoudige economische kringloop te schetsen. Een algemene kadering primeert in dit hoofdstuk op een al te grote diepgang.
8
In het hoofdstuk Ondernemingen en bedrijven wordt uitgegaan van de bedrijfskolom. Deze leent er zich toe om de werking van de BTW te verklaren. Het achterliggend principe van de BTW is van groter belang dan de wetgeving. Het toenemend belang van de vermaatschappelijking van de onderneming (stakeholders en duurzaam ondernemen) verdient de nodige aandacht. Deze items kunnen via een actualiteitsmap verder aangevuld worden.
9
De handel en de handelaar zijn klassieke items waar vooral een aantal begrippen verduidelijkt worden. Bij de rechten en plichten van de handelaar staat het “kunnen opzoeken” centraal. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen de rechten en plichten opsommen maar wel dat ze de rechten en plichten aan de hand van brochures, het internet … kunnen opzoeken en toelichten.
10
Kopen en verkopen laat de leerlingen uitgebreid kennismaken met handelsdocumenten. Centraal staat het aantonen van het nut van het document; het correct plaatsen in de documentenstroom en het opzoeken van relevante informatie op dit document. Van de leerlingen mag verwacht worden dat ze de aangehaalde documenten ordelijk en correct invullen en correct situeren binnen de handelsactiviteiten. De nodige documenten vindt men twee.be/bedrijfsdocs/documenten/default.asp
11
onder
meer
terug
op
http://www.o-
Bij de betaling ligt de klemtoon op de moderne betaaltechnieken en middelen. Het aangeven en herkennen van een correct betaalmiddel in een bepaalde situatie is van groot belang.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
49
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
Nr.
Pedagogisch-didactische wenken Van de leerlingen mag verwacht worden dat ze de aangehaalde documenten ordelijk en correct invullen. Een uitstap naar een plaatselijke self-banking-terminal is wenselijk. Voor het hanteren van software voor PC-banking kan men gebruik maken van de demo’s zoals deze terug te vinden zijn op de websites van de meeste banken.
12
Bij kredieten gaat de aandacht naar de maatschappelijke gevolgen van krediet, zoals de valkuilen voor de kredietnemer. De leraar bespreekt hierbij ook de achtergronden bij de wet op het consumentenkrediet.
13
De tendens dat de overheid zich steeds meer terugtrekt uit het privé-leven betekent dat het individu steeds meer onderhevig wordt aan het nemen van persoonlijke beslissingen. Hierbij speelt het inschatten van mogelijke risico’s en het anticiperen daarop via verzekeringen een belangrijke rol. Dit hoofdstuk wordt dan ook vanuit dit standpunt benaderd. Het praktisch omgaan met verzekeringen (leren hanteren van een verzekeringscontract en het aanduiden in welke situatie een verzekering aangewezen is) staat hierbij centraal.
14
In het hoofdstuk Gezinnen wordt aandacht besteed aan de inkomensvorming en de bestedingen van de gezinnen. In dit hoofdstuk moet de band met de realiteit maximaal uitgespeeld worden door de link te leggen met het dagelijkse leven van de leerlingen. Dit kan gebeuren door het afnemen van enquêtes, gebruik van krantenartikels, het bezoeken van een financiële instelling …
15
Het bijhouden van een actualiteitsmap beperkt zich niet tot het verzamelen van een aantal artikels. De leerlingen gaan op een actieve wijze met deze map om door van de teksten samenvattingen te maken, begrippen op te zoeken en in hun juiste context plaatsen, verslag uitbrengen, standpunten innemen en argumenten formuleren … Uiteraard worden de leerlingen geleid naar artikels die voor hen verstaanbaar zijn.
16
De bedoeling van de didactische uitstappen en de projecten is de leerlingen in contact brengen met de economische realiteit. Om de didactische uitstappen een meerwaarde te geven, leunt het onderwerp van de uitstap aan bij de leerstof die in deze periode wordt behandeld. De leerlingen worden nauw betrokken bij de organisatie en het uitwerken van de doelstellingen.
17
Door de analoge opbouw van het leerplan toegepaste economie in Kantoor en in Verkoop zijn samenzettingen van de beide studierichtingen mogelijk.
18
De leraar heeft de mogelijkheid zelf de spreiding van de leerplandoelstellingen binnen de graad te bepalen. Indien de volgorde van het leerplan wordt nageleefd, is het aangewezen in het eerste jaar de leerstofitems 1 tot en met 4 te behandelen. De leerstofitems 5 tot en met 8 komen aan bod in het tweede jaar. De leerstofitems 9 en 10 worden zowel in het 1e leerjaar als in het 2e leerjaar behandeld. Het biedt pedagogisch een meerwaarde als dezelfde leraar voor dit vak aangeduid wordt in het eerste jaar en in het tweede jaar. Indien verschillende leraars optreden, is samenspraak binnen de vakgroep noodzakelijk.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
50
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
BOEKHOUDEN Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
1
Ook voor boekhouden wordt er uitgegaan van een lestijdenpakket van 25 weken.
2
De leraar streeft naar het bereiken van leerwinst bij alle leerlingen.
3
De leerstof boekhouden is beperkt gehouden om de leraar de mogelijkheid te geven de basisverrichtingen zoals ze in dit leerplan worden opgenomen grondig aan te leren. Het inoefenen van de leerstof maakt dan ook de kern uit van de lessen boekhouden. Gezien de verschillende snelheden waarmee de leerlingen de leerstof boekhouden verwerken, leent boekhouden zich uitermate tot het gedifferentieerd en zelfstandig werken, zeker in het 2e leerjaar wanneer de leerlingen de basis van het boekhouden al verworven hebben.
4
Bij de behandeling van de leerstof primeert het inzicht in het boekhoudkundig mechanisme, zijn werking en zijn toepassing als beleidsinstrument. Om het boekhoudkundig redeneren te bevorderen, wordt er gebruik gemaakt van het boekhoudalgoritme (coderingstabel). Het is aangewezen elk nieuw boekhoudkundig probleem aan te vatten door gebruik te maken van dit boekhoudalgoritme. Op deze wijze zal het boekhoudkundig redeneren bij de leerlingen de bovenhand krijgen op het reproductief verwerken van de leerstof. Om het boekhoudalgoritme toe te passen, kan er gebruik gemaakt worden van het volgende schema:
Document: Betekenis
Nr. 5
6
7
Bedrag
A/P/K/O
Rek. nr.
+/-
D/C
Pedagogisch-didactische wenken Uitgaande van een duidelijke situering (vertrekkende van documenten) en een nauwkeurige omschrijving van termen, begrippen en rekeningen worden de leerstofitems op grond van een doordachte aanpak behandeld. De boekhouding dient op een concentrische wijze behandeld te worden: •
via het eenvoudige naar het meer gecompliceerde;
•
via het kleine (de kernrekening) naar het meer gediversifieerde.
De T-vorm (balans en rekeningen) wordt als een permanent werkinstrument gehanteerd, om het overzichtelijk en snel boekhoudkundig verwerken te bevorderen. Het journaal wordt opgevat als de techniek om de boekhoudkundige betekenis van de verrichtingen schriftelijk vast te leggen. Het gebruiken van de correcte rekeningnamen is een noodzaak. Steeds wordt gewezen op fouten tegen de vakterminologie. Het rekeningstelsel fungeert terzake als leidraad.
8
Het ligt voor de hand dat de leerlingen het MAR mogen hanteren. Het is geenszins de bedoeling dat leerlingen de rekeningnummers van buiten leren. Er dient vermeden te worden al te moeilijke (spitsvondige) en uitgebreide opgaven te laten uitwerken.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
51
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
9
Tussen handelseconomie en boekhouden worden regelmatig relaties gelegd (zie belastingen, kopen en verkopen, verrichtingen met de BTW-rekeningen …).
10
Bij toepassingen, herhalings- en synthesemomenten kan gebruik gemaakt worden van een eenvoudig, didactisch boekhoudpakket.
11
Het is aangewezen om in een gepaste omgeving (i.f.v. de leerstofitems, doelstellingen en de gekozen werkvormen) hedendaagse didactische media (beamer, overheadprojector, computer) aan te wenden. Op deze wijze worden de lessen aantrekkelijker gemaakt en verbetert de klassfeer.
12
Bij het bordgebruik moet de schikking logisch opgebouwd zijn en het overzicht synthetisch. Verrichtingen die met elkaar verband houden, worden in een overzichtelijk schema aangeboden en aangewend in de klas.
13
Bij de eindejaarsverrichtingen ligt de nadruk op het verloop en niet op het boekhoudkundig registreren van deze verrichtingen.
14
De leraar heeft de mogelijkheid zelf de spreiding van de leerplandoelstellingen binnen de graad te bepalen. Indien de volgorde van het leerplan wordt nageleefd, is het aangewezen in het eerste jaar de leerstofitems 1 tot en met 4.3 te behandelen. De leerstofitems 4.4 tot en met 8 komen dan aan bod in het tweede jaar. Het biedt pedagogisch een meerwaarde als dezelfde leraar voor dit vak aangeduid wordt in het eerste jaar en in het tweede jaar. Indien verschillende leraars optreden, is samenspraak binnen de vakgroep noodzakelijk.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
52
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
KANTOORTECHNIEKEN NR. 1 2
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Dit leerplan geldt voor een lestijdenpakket van 25 weken op schooljaarbasis.
Integratie van de vakken Kantoortechnieken, Toegepaste informatica en Dactylografie in de 2e graad BSO Kantoor In het vak kantoortechnieken moeten de leerlingen o.a. een praktijkgericht inzicht verwerven in de werking van een modern kantoor. Het spreekt dus vanzelf dat de ICT daarin een grote rol zal spelen. In het vak Toegepaste informatica verwerven de leerlingen basisvaardigheden over ICT, meer bepaald over de voornaamste toepassingspakketten. In het vak Dactylografie ligt de nadruk aanvankelijk op het vlot leren typen maar daarna komt het leren werken met een tekstverwerker aan bod. De aangeleerde basisvaardigheden kunnen maximaal toegepast worden binnen het vak Kantoortechnieken en omgekeerd zullen de voorbeelden en oefeningen die in Toegepaste informatica en Dactylografie aan bod komen, verband hebben met het vakgebied Kantoor. De leraren die voor deze vakken verantwoordelijk zijn, zullen dus nauw met elkaar moeten samenwerken en ervoor zorgen dat zij onderling materiaal uitwisselen, voorbeelden en cases aan elkaar doorgeven, overleggen over de opmaak van hun jaarplan. In de vakken Kantoortechnieken en Toegepaste informatica zal de leraar dus niet slaafs de volgorde van de onderdelen van het leerplan volgen, maar in tegendeel een parallelle en coherente leerstoflijn uitwerken zodat leerlingen de gelegenheid hebben om wat ze in Toegepaste informatica hebben aangeleerd praktisch te kunnen toepassen in het vak Kantoortechnieken zonder dat daar een groot aantal weken tussen zit. De concrete toepassing volgt als het ware naadloos op het aanleren van de basisvaardigheden. Het is niet de bedoeling dat er in het vak Kantoortechnieken gebruik gemaakt wordt van ICThulpmiddelen zonder dat deze eerst in de andere vakken werden aangeleerd. Verschillende onderdelen van het vak Kantoortechnieken vermelden expliciet ICT zoals het typen van een korte tekst of briefje bij de uitgaande post (waarbij uiteraard moet gebruik gemaakt worden van de tekstverwerker); opzoeken op Internet (van bijvoorbeeld een telefoonnummer, route of hotel); het functioneel gebruik van e-mail. Het aanleren van het functioneel gebruik van e-mail neemt hier een bijzondere plaats in omdat zuivere toepassingen hier van minder belang zijn en het eerder erop aankomt het pakket zelf onder de knie te krijgen. Het is daarom aan te bevelen dat ofwel de leraar Kantoortechnieken ofwel de leraar Toegepaste informatica dat onderdeel behandelt. Ook in de andere rubrieken van het leerplan Kantoortechnieken kan ICT geïntegreerd worden. Hierna worden een aantal suggesties in dat verband opgesomd.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
53
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
Kantoortechnieken
Toegepaste informatica en Dactylografie
Een eenvoudig organogram opstellen. Een kantoorinrichting schematisch voorstellen.
Kan via een tekenpakket zoals Paint of een ander eenvoudig (freeware) pakket dat toelaat een plan te tekenen, of zelfs via de grafische mogelijkheden van de tekstverwerker.
Het profiel van een bediende omschrijven uitgaande van een advertentie.
Via de tekstverwerker kan een vrije tekst worden opgesteld.
Kantoormeubilair en kantoorbenodigdheden.
Hiervoor kan als basis de tekstverwerker (of een desktop-publisher) gebruikt worden waar zowel teksten als figuren en artikels uit het Internet of cd-rom (bijvoorbeeld een encyclopedie) worden geïmporteerd en verwerkt tot een geheel.
Actualiteitsmap aanleggen. Didactische uitstappen rapporteren.
Desnoods kan ook een presentatie gemaakt worden. Inkomende post registreren en sorteren.
Kan gemakkelijk met een rekenblad gebeuren.
Adresbestand raadplegen, aanpassen en gebruiken voor adressering.
Hierbij kan een adresbestand geraadpleegd worden dat opgemaakt werd met de databankfunctie van het een rekenblad ofwel via een echte databank zelf. De eigenlijke mailing (bijvoorbeeld via de tekstverwerker) kan maar in de 3e graad aan bod komen.
Verschillende klasseermethodes toepassen.
De leraar kan een simulatie van een archief opmaken met een rekenblad en de leerlingen kunnen via het sorteren op de verschillende velden de ordening van de documenten ervaren.
Telefoontarieven vergelijken.
Telefoontarieven zijn doorgaans nogal complex maar uitgaande van een bepaald belpatroon kunnen de leerlingen een aantal variabelen in een rekenblad invoeren zodat de totale kostprijs kan vergeleken worden.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
54
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
NR. 3
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN In het geheel van het leerplan dient de leerkracht aandacht te besteden aan een praktijkgerichte benadering (zelfs) van de theoretische items. De specifieke termen, begrippen en aspecten van het kantoorwerk dienen geconcretiseerd te worden via voorbeelden en toepassingen.
4
Leerlingen moeten nog geen brieven zelfstandig kunnen ontwerpen, schikken en opmaken. Dit is voorzien voor de 3e graad. Het volstaat om hen een vooraf opgemaakte tekst of brief met zeer strikte aanwijzingen te laten typen.
5
De leraar zal erover waken dat het kantoormaterieel en de kantoorapparatuur in kantoorversie aanwezig is. In het 2e jaar zal de leraar starten met een herhaling van de basisbegrippen, het hanteren van kantoormaterieel, kantoormateriaal en kantoorapparatuur.
6 7
In functie van de leerstofitems en lesdoelstellingen dient een variatie van werkvormen gehanteerd te worden. Ze bevatten de principes van leerlingenmotivatie, aanschouwelijkheid en actieve deelname aan het lesgebeuren.
8
Cases of gevallenstudies kunnen opgevat worden als concrete situatiebeschrijvingen. Ze kunnen fungeren als sluitstuk bij elk hoofdstuk of geïntegreerd worden bij de behandeling van bepaalde items. Cases stimuleren niet enkel het denkwerk van de individuele leerling, maar lijken tevens interessant voor het opzetten van een geleide groepsdiscussie.
9
De variatie in aanbreng van de leerstof ondersteunt de leerkracht door het gebruik van de didactische hulpmiddelen zoals: bord, video, overheadprojector, PC en beamer, internet … Er kan gewerkt worden aan veiligheid- en milieubewustzijn. Dit kan onder meer door:
10
de veiligheidsvoorschriften na te leven: ergonomisch gebruik van toestellen (link met de lessen LO); milieuvriendelijk te handelen met materialen, documenten, onderhoud … 11
Gezien de dynamiek van het vakdomein (i.c. de snelle ontwikkelingen) moeten de leerlingen vertrouwd gemaakt worden met de zelfwerkzaamheid, het werken in een open leercentrum en het werken in groepsverband. Daarnaast is er aandacht voor het aanleggen van een documentatiemap, het opzoeken en verzamelen van actuele informatie, het uitvoeren van opdrachten op zelfstandige basis.
12
Goed voorbereide didactische uitstappen, waarbij de inbreng van de leerlingen essentieel is, leveren een waardevolle bijdrage tot het verwerven van een praktijkgericht inzicht in de concrete kantoorwerkzaamheden.
13
Het biedt pedagogisch een meerwaarde als dezelfde leraar in het 1e en 2e jaar van deze 2e graad de lessen kantoortechnieken voor zijn rekening kan nemen. Mocht dit niet het geval zijn, dan is samenwerking en overleg binnen de vakgroep onmisbaar.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
55
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
UITBREIDINGSDOELSTELLINGEN HANDELSECONOMIE Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
1
Indien de school kiest voor handelseconomie in het complementair gedeelte of wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd, kan de leraar kiezen voor of inspiratie halen uit de aangeboden leerstofitems. Andere items en/of projecten zijn steeds mogelijk.
2
Indien handelseconomie in het complementair gedeelte wordt aangeboden ligt de nadruk nog meer op een actieve inbreng van de leerlingen en activerende werkvormen. De bedoeling deze uitbreidingsdoelstellingen is niet op de eerste plaats kennisoverdracht dan wel het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes die de economische bewustwording stimuleren of als ondersteuning van de minimale leerplandoelstellingen.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
56
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
UITBREIDINGSDOELSTELLINGEN BOEKHOUDEN Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
1
Indien de school kiest voor boekhouden in het complementair gedeelte of wanneer de overige leerplandoelstellingen zijn gerealiseerd, kan de leraar kiezen voor of inspiratie halen uit de aangeboden leerstofitems. Andere items en/of projecten zijn steeds mogelijk.
2
Indien boekhouden in het complementair gedeelte wordt aangeboden ligt de nadruk nog meer op een actieve inbreng van de leerlingen en activerende werkvormen. De bedoeling van deze uitbreidingsdoelstellingen is niet op de eerste plaats kennisoverdracht dan wel het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes die de economische bewustwording stimuleren of als ondersteuning van de minimale leerplandoelstellingen.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
57
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
UITBREIDINGSDOELSTELLINGEN VERKOOP Nr. 1
2
Pedagogisch-didactische wenken Indien de school kiest voor verkoop in het complementair gedeelte, kan de leraar kiezen voor of inspiratie halen uit de aangeboden leerstofitems. Andere items en/of projecten zijn steeds mogelijk. Cases of gevallenstudies kunnen opgevat worden als concrete situatiebeschrijvingen. Ze kunnen fungeren als sluitstuk bij elk hoofdstuk of geïntegreerd worden bij de behandeling van bepaalde items. Cases stimuleren niet enkel het denkwerk van de individuele leerling, maar zijn tevens interessant als aanzet tot een geleide groepsdiscussie.
3
De variatie in aanbreng van de leerstof ondersteunt de leerkracht door het gebruik van de didactische hulpmiddelen zoals: bord, video, overheadprojector, PC en beamer, internet …
4
Indien gekozen wordt voor verkoop, is het aangewezen om zeker hoofdstuk 8 “Project – Mijn eigen winkel” te behandelen.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
58
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN1 Betreffende materiële elementen is er voor toegepaste economie een uitgerust leslokaal met bord, prikbord of magneetbord, kast (voor en met documentatie en tijdschriften, documenten, naslagwerken en boeken) en overheadprojector. Het lokaal wordt zodanig "aangekleed" dat het geheel het uitzicht heeft van een "economische leeromgeving". Voor het vak kantoortechnieken dient een lokaal te worden voorzien met het uitzicht van een kantoor en dat voorzien is van een minimum aan kantoorapparatuur, kantoormaterieel, kantoormeubilair en kantoormateriaal: computer, printer, scanner, dicteerapparaat, rekenmachine, papiervernietiger, overheadprojector, telefoon, weegschaal voor post, perforator, nietjesmachine, brievenopener, schrijftafel, bureaustoel, bijzetmeubelen, kast voor het klasseren en archiveren, klasseermateriaal, papier, omslagen, slides … De leraar moet met zijn leerlingen ook gebruik kunnen maken van een fax, een beamer en een kopieerapparaat. Daarnaast is er een leerboek, werkschrift of cursus. De leerlingen leggen een documentatiemap aan voor aanvullende informatie en voor de opdrachten Er wordt gestreefd naar de aanwezigheid van computermateriaal in het vaklokaal. De leerlingen hebben alleszins toegang tot een informaticalokaal met internetaansluiting.
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex, ARAB, AREI, Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
59
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
EVALUATIE De evaluatie dient te passen binnen het eigen evaluatiebeleid dat de school heeft uitgewerkt. Het staat de school vrij om te kiezen voor om het even welke vormen van evaluatie, zoals permanente evaluatie. Daarnaast zal de vakgroep afspraken maken en nakomen binnen de krijtlijnen van dit coherent evaluatiebeleid. Een goede evaluatie vertrekt vanuit de leerplandoelstellingen. De evaluatie zal vooral dienen om de leerlingen een spiegel voor te houden m.b.t. de mate waarin ze in staat zijn de leerplandoelstellingen te realiseren. Problemen met betrekking tot de leerinhouden en doelstellingen worden gedurende het schooljaar deskundig opgevolgd en geremedieerd. In aansluiting op het Pedagogisch Project wordt van de leerlingen verwacht dat zij de vermelde attitudes ontwikkelen en/of nastreven.
BSO – 2e graad – SG Kantoor
60
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
BIBLIOGRAFIE De onderstaande bronnen zijn in hoofdzaak bedoeld als achtergrondinformatie voor de leerkracht. Bij gebruik in de klas dient de leraar erover te waken dat de informatie op het niveau van de leerlingen wordt aangeboden. Uitgeverijen www.pelckmans.be
Pelckmans
www.deboeck.com
Deboeck
www.woltersplantyn.be
Wolters Plantyn
www.novum.be
Novum
www.kluwer.nl
Kluwer
www.denarend.be
Den Arend
Onderwijs www.ond.vlaanderen.be
Departement onderwijs
www.gemeenschapsonderwijs.be
Gemeenschapsonderwijs
www.ond.vlaanderen.be/edulex
Wetten, decreten en omzendbrieven voor het Vlaamse onderwijs
www.ond.vlaanderen.be/dbo
Dienst beroepsopleiding van het departement onderwijs
www.ond.vlaanderen.be/adiovwww
Automatisch documentatie- en informatiesysteem voor onderwijs in Vlaanderen
www.onderwijsinspectie.be
Onderwijsinspectie
www.vlor.be
Vlaamse Onderwijsraad
www.vl-leonardo.be
Europese projecten
www.viabo.be
Vlaams Instituut voor Advies in Bedrijfsbeheer en Opleiding
www.klasse.be
Tijdschrift klasse
Federale -, Europese - en Vlaamse overheid www.fgov.be
Portaalsite van de federale overheid
www.vlaanderen.be
Portaalsite van de Vlaamse overheid
www.fed-parl.be
Federaal parlement
www.vlaamsparlement.be
Vlaams parlement
www.staatsblad.be
Het Belgisch staatsblad
www.europa.eu.int
Europese Unie
www.europarl.eu.int
Europees parlement
Internationaal www.imf.org
IMF
www.worldbank.org
Wereldbank
www.oecd.org
OESO
www.ryckevelde.be
Internationaal vormings- en informatiecentrum
BSO – 2e graad – SG Kantoor
61
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
Kranten en tijdschriften www.krantenkoppen.be
Artikels uit de belangrijkste kranten
www.destandaard.be
De Standaard
www.tijd.be
De Tijd
www.hbvl.be
Het Belang van Limburg
www.hln.be
Het Laatste Nieuws
www.gva.be
Gazet van Antwerpen
www.demorgen.be
De Morgen
www.hetvolk.be
Het Volk
www.nieuwsblad.be
Het Nieuwsblad
www.freemetro.be
Metro
www.knack.be
Knack
www.trends.be
Trends
www.trends.be/trendsopschool
Trends op school
www.test-aankoop.be
Testaankoop
www.vacature.com
Vacature
www.jobat.be
Jobat
www.econict.be
Didactisch tijdschrift
Bedrijfsleven, bedrijfseconomie en bedrijfsbeheer www.mineco.fgov.be
Ministerie van economische zaken
www.banvlaanderen.be
Business angels netwerk
www.ondernemen.vlaanderen.be
Ondernemend Vlaanderen
www.startersservice.be
Startersservice van UNIZO
www.unizo.be
UNIZO
www.vbo.be
VBO
www.lvz.be
Liberaal verbond voor zelfstandigen
www.voka.be
Vlaams netwerk van ondernemingen
www.kmobizz.be/
Portaalsite voor de ondernemer
www.dvo.be
De Vlaamse ondernemer
www.europages.com
Gids voor bedrijven
www.acv-csc.be
ACV
www.abvv.be
ABVV
www.aclvb.be
ACLVB
www.marketing.pagina.nl
Portaalsite over marketing
http://marketing.startkabel.nl/
Portaalsite over marketing
www.stichtingmarketing.be
Stichting marketing
www.marketing-online.nl
Website over marketing
www.pouseele.be
Actuele bedrijfsinformatie
BSO – 2e graad – SG Kantoor
62
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
http://www.o-twee.be/o2/illusmat.asp
Handelsdocumenten
Verzekering, bank en beurs www.abb-bvb.be
Belgische Vereniging van Banken
www.assuralia.be
Beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen
www.febelfin.be
Belgische federatie van financiewezen
www.bnb.be
Belgische Nationale Bank
www.ecb.int
Europese Centrale Bank
www.ethias.be
Ethias
www.kbc.be
KBC
www.fortis.be
Fortis
www.dexia.be
Dexia
www.ing.be
ING
www.axa.be
Axa
www.euronext.com
Euronext
Economie en ethiek www.dirkbarrez.be
Economie en ethiek
www.menscentraal.nl
Economie en ethiek
Sociaal recht www.inami.fgov.be
RIZIV
www.onprvp.fgov.be
Rijksdienst voor pensioenen
www.svmb.be
Sociaal zekerheidsfonds voor zelfstandigen
Economie www.meta.fgov.be
Ministerie van tewerkstelling en arbeid
www.mineco.fgov.be
Ministerie van economische zaken
http://ecodata.mineco.fgov.be/
Ecodata
www.statbel.fgov.be/
Nationaal instituut voor de statistiek
www.plan.be
Federaal planbureau
www.begroting.be
Ministerie van begroting
www.serv.be
SERV
www.vdab.be
VDAB
http://economie.pagina.nl
Portaalsite economie
http://www.xs4all.nl/~mkalk/economie.htm
Portaalsite economie
http://economie.2link.be/
Portaalsite economie
http://nu.nl/rubriek.jsp?n=99&c=30
Economische artikels
http://home.wanadoo.nl/econworld/index.ht Economische artikels m www.mesotten.be
Portaalsite voor economie
BSO – 2e graad – SG Kantoor
63
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
Burgerlijk – en handelsrecht http://www.cass.be/
Portaalsite van de rechtbanken
www.notaris.be
Belgisch notariaat
www.advocaat.be/
Orde van Vlaamse balies
www.just.fgov.be
Federale overheidsdienst justitie
www.notaris-moyson.be/
Juridische sites
www.gerechtsdeurwaarders.be
Nationale kamer van gerechtsdeurwaarders
Fiscaal recht www.fiscalcedities.be
Actuele bedrijfseconomische en fiscale informatie
www.fiscalnet.be
Actuele informatie over fiscaliteit
www.taxtoday.be
Actuele informatie over fiscaliteit
www.hamburg-mannheimer.be
Actuele informatie over fiscaliteit
www.dvv.be/taxweb
belastingprogramma
www.finform.fgov.be
Ministerie van financiën
www.taxup.com
Actuele informatie over fiscaliteit
Toerisme http://www.ping.be/~tori0060/Toerisme_Ve Portaalsite voor toerisme rkeer.htm www.toervl.be
Toerisme Vlaanderen
www.belgie-toerisme.net
Tourisme Wallonie-Bruxelles
Kantoor www.managementsupport.nl
Secretariaat
http://kantoor.startkabel.nl/
Portaalsite voor kantoorbenodigdheden
http://users.online.be/~sk002697/
Het virtuele kantoor
Virtuele leeromgevingen www.openleerhuis.be
Digitale toepassingen voor economie
www.digikids.be
E-learning
www.smartbit.be
E-learning
www.digitaledidactiek.nl
E-learning
www.leerhof.be
Centrum voor levenslang leren
http://web.uvic.ca/hrd/hotpot/
Hot patatoes
Lerarenverenigingen www.vlew.be
VLEW
www.vecon.nl
VECON
BSO – 2e graad – SG Kantoor
64
TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
www.vvl-onderwijs.be
VVL
Verkoop http://www.oivocrioc.org/teksten/pdf/603.pdf
Distributievormen
www.tfc.nl
Videoclips verkoop
www.lichaamstaal.nl/verkoop.html
Lichaamstaal voor de verkoper
verkoop.startpagina.nl
Portaalsite voor verkopen
Didactiek www.cito.nl
Instituut voor toetsontwikkeling
www.lweo.nl
Werkgroep economie-onderwijs
http://leerkrachten.start.be
Portaalsite voor leraren
http://www.docentenplein.nl/
Portaalsite voor leraren
http://klascement.net
Onderwijssite voor leraren
www.pienternet.be
Onderwijssite voor leraren
www.bin.be
Belgisch Instituut voor Normalisatie
http://www.o-twee.be/o2/attitude.asp
Sam-schaal
http://www.spelinfo.be/
Educatieve spelen
http://www.motherearth.org/bulletin/01_10/ gec.htm
Educatieve spelen
http://www.vecon.nl/software/lijst_software. Educatieve spelen html
Projecten www.vlaamse-jongeondernemingen.be
Vlaamse jonge ondernemingen
www.rys.be
Responsible young starters
www.vives-comito.be
Onderwijs en ondernemen
Tijdschriften Macro-Micro, Tijdschrift van de vereniging voor leraren in de economische wetenschappen Trends Op School Budget en Recht Test Aankoop
Bedrijfssimulaties Actief ondernemen, Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005 Jieha!, VLAJO, Kapeldreef 60, 3001 Heverlee, www.vlajo.org Bizzkidz, http://bkinschr.bitpresseducatie.nl/be/ Bizzgames, http://www.bizzgames.be/ Top Team Starters, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Teddytronic, http://www.kuleuven.ac.be/alo-etew/ttartikel.htm
BSO – 2e graad – SG Kantoor TV Toegepaste economie (1e jaar: 5 lestijden/week, 2e jaar: 5 lestijden/week) TV Kantoortechnieken (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 3 lestijden/week)
FuturisBiz, www.futuris.be
Boeken Coppieters, André, e.a., "Economie on Line – 1e jaar van de 2e graad", Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005 Goedgebeur, Jacques, e.a., "Economie on Line – 2e jaar van de 2e graad", Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005 Snoeck, M., e.a., “De h@ndel en wij 3.1”, Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005 Snoeck, M., e.a., “De h@ndel en wij 3.2”, Uitgeverij Wolters Plantyn, Mechelen, 2005 Debels, Jan, e.a., "Economix 3", Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005 Debels, Jan, e.a., "Economix 4", Uitgeverij Pelckmans, Kapellen, 2005 Claus, Danielle, e.a., “Economische Topper 3", Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Claus, Danielle, e.a., “Economische Topper 4", Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Geuens, Patrick, e.a., “Optimum 2.1 – handelseconomie en boekhouden”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Massy, Maurits, “Optimum 2.2 - boekhouden”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Huybrechts, Nadine, “Optimum 2.2 - handelseconomie”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Brawers, Dirk, e.a., “Fundamenten van het boekhouden”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2004 Barroo, Mia, e.a., “Handelwijs 3”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Van Caer, Francis, “Handelswijs 3 – FVISEM”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Brawers, Dirk, “Handelwijs 4”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Vleminckx, Cisse, “Kringen 1”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005 Vleminckx, Cisse, e.a., “Kringen 2”, Uitgeverij de boeck, Antwerpen, 2005
65