SCK•CEN legt klacht neer tegen onbekenden n.a.v. lasterlijke aantijgingen Na beraadslaging in het Bureau van de Raad van Bestuur van het Studiecentrum voor Kernenergie, SCK•CEN, in Mol, werd beslist om een klacht met burgerlijke partijstelling tegen onbekenden neer te leggen bij de Onderzoeksrechter van de rechtbank in Turnhout, in verband met lasterlijke aantijgingen in de pers. Het betrof voornamelijk een artikel in Humo van 25 januari 2005 waarin een anonieme getuige (beweerde ex-werknemer van het SCK•CEN) aan het woord kwam en verder een interview op Radio 2 omroep Antwerpen met de makers van "Vlaanderen NV" op Canvas, die beide het programma van 30 januari 2005 aankondigden. De klacht werd op 15 februari 2005 neergelegd in naam van het SCK•CEN en van het Hoofd van de Arbeidsgeneeskundige Dienst, wiens naam en faam sterk in het gedrang werd gebracht door leugenachtige verklaringen als zou zijn dienst dosisgegevens manipuleren en toelating geven tot dosisoverschrijding. Ook zouden er volgens de aantijgingen van anonieme getuigen meer kankergevallen zijn in de omgeving van het SCK•CEN. Het eerste verwijt wordt ten stelligste ontkend. De dosisbelasting op het SCK•CEN bleef overigens steeds ver onder de wettelijk voorgeschreven stralingsnormen. Het tweede verwijt wordt tegengesproken door epidemiologische studies. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) bracht op 16 februari verslag uit in de Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De algemene conclusie luidt: "De resultaten van dit onderzoek zijn geruststellend en wijzen niet op ontoelaatbare gebreken of praktijken." Het volledige rapport is gepubliceerd op website http://www.fanc.fgov.be/nl/communiques.htm Vroegere reacties vanwege het SCK•CEN zijn opgenomen in dit document. Paul Govaerts Afdelingshoofd
Reactie aan ‘Knack’: Hoe ver mag de pers gaan? Democratie is ondermeer gegarandeerd door de persvrijheid. Het is dus belangrijk die te beschermen en te bewaren. Nochtans kan deze persvrijheid dicht aanleunen bij de ontkenning van de democratie wanneer ze gebruikt wordt om te verklikken, wraak te nemen of zelfs als "heksenjacht", wanneer de journalist onvoldoende zijn bronnen controleert. Het is inderdaad zijn verantwoordelijkheid, en die is hier enorm, om de zaken waarover hij bericht via verschillende bronnen, zelfs tegengestelde, grondig te onderzoeken. Het gebeurt echter dat omwille van de sensatie, de wedloop voor de primeur, hij hiervoor onvoldoende tijd neemt. Bepaalde mensen profiteren hiervan om zonder scrupules beschuldigingen en zelfs laster te verspreiden, vooral als ze weten dat het onderwerp op zich "sensationeel" is. We hebben dit nu meegemaakt op het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol, waar voormalige werknemers zich tegen het SCK•CEN keren of ertoe aangezet werden het imago van hun voormalige werkgever door het slijk te halen, door anoniem zaken te vertellen die onmiddellijk sensationeel zijn, omdat ze te maken hebben met het nucleaire. Hun getuigenissen werden zelfs niet gecontroleerd door een onafhankelijke wetenschapper, en technische onzin werd gepubliceerd, waarschijnlijk omdat het sensationeel schijnt. Omdat het hier gaat over het nucleaire, een controversieel onderwerp dat het niet-geïnformeerde grote publiek gemakkelijk afschrikt, werd er in verschillende media (Humo, Het Volk, Het Nieuwsblad...) en op TV (Canvas: Vlaanderen NV) bericht over feiten die angst aanjagen of die nalatigheid laten uitschijnen van de bevoegde autoriteiten en de hiërarchie. Door een taal te gebruiken die de leek niet begrijpt en eenheden waarmee men niet vertrouwd is (bijvoorbeeld 1000 Becquerel radioactiviteit: dit lijkt veel... maar veel minder als men weet dat het eigen lichaam meer dan 7000 Becquerel radioactiviteit bevat!!) slaagt men erin schrikwekkende berichten op te stellen. Is dit nu niet juist de rol van de journalist om dergelijke zaken te onderzoeken en te analyseren om te begrijpen en te doen begrijpen waarover het eigenlijk gaat? Indien voormalige straatvegers van de Stad Antwerpen, aan de deur gezet omwille van diverse redenen, anoniem zouden komen vertellen over gevaarlijke feiten maar die controversieel zijn voor wat betreft de behandeling van het afval, zou men zich dan niet bij de bevoegde diensten gaan informeren, of zelfs bij de verantwoordelijke schepen alvorens eender wat te publiceren? Niet wanneer het over het nucleaire gaat! Men publiceert eerst anonieme getuigenissen, en nadien zal men de verantwoordelijken gaan ondervragen. Bestaat hier niet het gevaar dat de grenzen van de persvrijheid en de verdediging van de democratie overschreden worden? En dit wel op twee manieren:
het verlies van vertrouwen in de journalistieke analyses, wanneer men merkt dat de onderwerpen niet gecontroleerd en geanalyseerd worden, en dat men eender wat publiceert vanaf het ogenblik dat het sensationeel is; maar vooral het risico dat de pers gebruikt wordt om te verklikken, eerste vijand van de democratie. Riskeren we weldra lasterlijke verklaringen te lezen van anonieme getuigen over feiten en daden van onze overbuur... omdat hij een donkere huidskleur heeft?
Persberichten die gepubliceerd worden zonder voorafgaandelijke analyse, enkel aantrekkelijk omwille van de sensatie, tot waar kunnen ze leiden? Niemand weet het maar het kan gevaarlijk zijn... Tenslotte is er een laatste aspect waarmee men rekening moet houden: die arme "anonieme" kerels (hun anonimiteit was trouwens snel verdwenen) die getuigd hebben, hebben zij dit echt alleen georganiseerd? Of werden ze aangespoord, zelfs gemanipuleerd om deze dikwijls totaal vertekende "informatie" en zelfs manifeste leugens -zogezegd sensationeel maar reeds 5 à 10 jaar oud zoals één van de getuigen zelf zegt- juist nú te publiceren? Wie heeft hier voordeel bij? Zou de pers, deze naam waardig, zich hierover geen vragen moeten stellen? Wie trekt aan de touwtjes achter deze zogenaamde sensationele verklaringen? Dit blijft in het duister. Er werd geen enkele poging ondernomen om dit uit te zoeken. Maar natuurlijk, dit is informatie die veel moeilijker te vinden is, die onderzoek vergt en dus meer tijd... Toch zou het de moeite lonen hiervoor een beetje inspanning te leveren want indien dit niet gebeurt, wie zal er de volgende keer aan de beurt zijn?... Vincent Massaut Mol
Reactie op de beweringen in Het Laatste Nieuws van 04.02.2005 (artikel: "Werknemers SCK klagen over onveiligheid op het werk") Geachte Redactie, De meeste beweringen van de 2 (ex?-)werknemers van het SCK op het vlak van de veiligheid op het werk zijn dermate absurd dat wij wel moeten reageren: 1.
2.
3.
4.
5. 6.
7.
8.
9.
de wettelijke stralingsdosissen werden en worden nooit overschreden: het SCK heeft eigen normen die zelfs nog een factor 2 strenger zijn dan de wettelijke. Dit in tegenstelling tot de manifest valse beschuldiging alsof er courant wettelijke normen zouden overschreden worden; omwille van de continue bezorgdheid van de directie en de hiërarchie op het SCK werden procedures ontwikkeld om de stralingsblootstelling voor het personeel bij alle interventies steeds zo laag als redelijkerwijze mogelijk te houden. Het is dus niet verwonderlijk dat de gemiddelde jaarlijkse uitwendige stralingsblootstelling van het eigen en ook van het (zelfs langdurig tewerkgesteld) extern personeel op het SCK slechts enkele procenten van de wettelijke norm bedraagt; inwendige besmettingen kunnen door gebruik van aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen gemakkelijk vermeden worden. De periodieke controles op het personeel d.m.v. uiterst gevoelige meetapparatuur (die van het SCK behoort zelfs tot de beste ter wereld op het vlak van gevoeligheid en meetprecisie) tonen aan dat er geen inwendige besmetting in routine wordt vastgesteld en dat is ook de bedoeling; er zijn inderdaad dosimeters die in principe kunnen gemanipuleerd worden maar alle officiële dosisgegevens (die ook aan de arbeidsgeneesheren van de externe bedrijven en aan de overheid bezorgd worden) worden geregistreerd met niet manipuleerbare en wettelijk erkende dosimeters; wanneer werknemers dosimetriegegevens zouden willen vervalsen is dit een zeer zware beroepsfout die in de nucleaire sector terecht meestal met direct ontslag wordt bestraft; iedereen met gezond verstand weet dat persoonlijke beschermingsmiddelen variëren naargelang de aard en de ernst van het stralingsrisico. Soms zijn een gewone labojas en handschoenen al voldoende, in andere gevallen zijn volgelaatmaskers of zelfs het gebruik van hermetisch gesloten interventiepakken in overdruk noodzakelijk. De zogenaamde "papieren" overalls zijn in werkelijkheid stofdichte overalls in meerlagig geweven polypropyleen. Deze overalls hebben enkel het uitzicht van een papieren overall maar zijn (zoals bepaalde types van witte postomslagen) o.a. uitzonderlijk bestand tegen scheuren en andere agentia; in welbepaalde arbeidsomstandigheden worden urinecontroles verricht om in routine na te gaan of personen toch wel besmettingsvrij blijven. Zij hebben dus helemaal niets te maken met het oplopen van een overdosis zoals in het artikel beweerd werd; de stralingsgegevens zijn hoegenaamd niet geheim voor de betrokkene zelf: tijdens het periodiek medisch onderzoek op het SCK wordt ook deze informatie besproken met de personeelsleden. De verantwoordelijken stralingscontrole in de diverse gebouwen verschaffen eveneens graag deze gegevens op eenvoudige navraag; de omgevingsimpact van de SCK-activiteiten is verwaarloosbaar in vergelijking met (zelfs de schommelingen in) de natuurlijke radioactiviteit;
Dr. L. Holmstock, Diensthoofd Medische Dienst ir. F. Joppen, Diensthoofd Interne Preventiedienst en Fysische controle
Aangaande het artikel verschenen in "Het Nieuwsblad", van donderdag 3 februari 2005. Het artikel met als titel "Nieuwe getuige spreekt over wantoestanden bij SCK" bevat enkele verklaringen die om opheldering vragen. Op de meeste van de opmerkingen die de manier van werken op BR3 betreffen, voel ik me verplicht om te reageren. "…Daarnaast zijn er ook digitale meters en de zogenaamde stylo's waarmee de resultaten wel kunnen worden aangepast" Reeds jaren gebruikt het SCK elektronische dosismeters (momenteel Siemens EPD mark 2). BR3 was één van de eerste installaties van het SCK die werd uitgerust met elektronische dosismeters, nu ongeveer 10 jaar geleden (Stephen Gammacom). Gedurende verschillende jaren worden op het SCK de stylo-dosismeters niet meer gebruikt door operatoren in gecontroleerde zone. Bovenop de toestellen gebruikt door Stralingscontrole, krijgt elke operator in de gecontroleerde zone een elektronische dosismeter die hij initialiseert alvorens de zone te betreden. Op deze manier kan hij constant de dosis aflezen waaraan hij blootgesteld wordt (zonder welke mogelijke tussenkomst dan ook). De dosismeters gebruikt door Stralingscontrole om de ontvangen dosissen op te volgen zijn niet manipuleerbaar: dit is technisch onmogelijk. "In 1998 was er zelfs een lading bestraald metaal als oud ijzer verkocht." … En dat gebeurt nu nog. Bestraald metaal is niet noodzakelijk sterk radioactief. We verkopen zelfs metaal dat voordien besmet was. We decontamineren het en, indien na twee afzonderlijke metingen met een tussenperiode van meerdere maanden blijkt dat het metaal niet meer radioactief is, verkopen we het. "En dan hebben ze eerst nog gezocht naar diegene die de brief had geschreven. Ze schieten dus op de boodschapper in plaats van het probleem aan te pakken" Het SCK•CEN heeft tegelijkertijd zowel een interne als een externe enquête gevoerd (we zijn ter plaatse bij de schroothandel gaan controleren of er ooit besmet materiaal geleverd werd, en we hebben formeel bewezen, door op het door ons geleverde materiaal metingen uit te voeren, dat het niet besmet was). "Zo bestaan er vier stappen om kritiek bij werknemers de kop in te drukken" BR3 is een ontmantelingswerf. Ontmantelingoperaties worden vooral uitgevoerd door arbeiders, en niet door labotechniekers. Het gaat over een werk dat uitgevoerd wordt door een ploeg, waar iedereen zijn deel van het werk moet doen samen met de anderen; vanwaar een bepaalde druk en een controle die waarschijnlijk hoger ligt dan elders. Vandaar wordt er soms ook op een meer autoritaire toon een opmerking gemaakt door de hiërarchie indien bepaalde personen het ritme niet volgen, maar ook al schertsend door de collega's die geen lijntrekker willen... Integendeel, er is geen isolement: op BR3 kan men zich niet permitteren personen "te laten rusten" in een hoekje terwijl de anderen werken. "Als een soort straf moest hij een kraan van meer dan 1000 (becquerel) doorzagen in het snijatelier" Dit toont aan dat wij waarschijnlijk de opleiding van werknemers moeten verbeteren die werken met radioactieve materialen. Inderdaad, 1000 Becquerel is de activiteit die men bijvoorbeeld vindt in tien kilo aardappelen. Een graniettegel van 1 kg bevat bijvoorbeeld gemiddeld 8000 Becquerel en die hebben we waarschijnlijk allemaal al gezaagd om het salon, de trap of een terras te renoveren. "Vooral in BR3-reactor is er een schrikbewind" Tenslotte, collega's die in terreur leven, zouden die samen deelnemen aan dergelijke manifestaties?
Guy Collard Afdelingshoofd
Rechtzetting artikel Laatste Nieuws - Paul Govaerts In het Laatste Nieuws van 4 februari jl. word ik geciteerd onder het artikel "Werknemers SCK klagen over onveiligheid op het werk - Directie spreekt aantijgingen grotendeels tegen" Ik zou u willen vragen volgende rechtzetting in uw krant op te nemen: 1.
2.
3. 4.
Ik heb nooit beweerd dat het SCK•CEN geen klacht zal neerleggen tegen bepaalde personen die al dan niet gekend zijn. Ik heb wel beweerd dat het SCK•CEN geen technici viseert die blijkbaar misvattingen hebben over risico's en beschermingsmaatregelen. Wij begrijpen zelfs de personen die zouden reageren op basis van eerlijke angstgevoelens. Het SCK•CEN viseert wel degenen die deze personen misbruiken om het SCK•CEN schade toe te brengen. Mijn verklaringen over de relatie tussen de beschermingskledij en de alfa-besmetting is uit de lucht gegrepen. Op BR3 is geen alfabesmetting. De verantwoording van de beschermingskledij is een heel ander verhaal. De afvoerleiding naar de Molse Nete wordt uitgebaat door Belgoprocess en niet door Belgonucléaire. Ik heb niet gezegd dat er gepest wordt op BR3 maar wel dat BR3 een typisch mannelijke werkplaats is. Zoals op andere plaatsen wordt er al wel eens een grap onder kameraden uitgehaald.
Vriendelijke groeten Paul Govaerts Directeur-generaal
Reactie gemeenschappelijke vakbonden op artikel in Humo - 2005-02-01 Betreft: Artikel verschenen in Humo op 25 januari 2005. De ex-werknemer: "Over tien jaar is de streek rond de reactor één groot kankergezwel". Na het lezen van het artikel in Humo zien wij ons als gemeenschappelijk vakbondsfront van het personeel op het SCK•CEN, genoodzaakt om op dit artikel te reageren. Als vakbonden hebben we het recht en de plicht om gebeurlijke wantoestanden aan te klagen. Op het SCK CEN, een nucleair bedrijf, is dat niet anders. We zijn dan ook vastberaden om in alle omstandigheden toe te zien op het welzijn en de veiligheid van én het eigen personeel én het personeel in onderaaneming tewerkgesteld. Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (C.P.B.W.), het vroegere Veiligheidscomité, is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de werknemersafgevaardigden, de directie, de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van werknemers en de medische dienst. Het C.P.B.W. ziet strikt toe op de nauwkeurige naleving van de veiligheidsregels en het welzijn van het personeel. Wij kunnen formeel stellen dat en het C.P.B.W. en de medische dienst volledig onafhankelijk en nauwkeurig werkt. De medische dienst hanteert trouwens een stralingsnorm die 50% lager ligt dan de wettelijke opglegde normen. Voor iedere activiteit die wordt uitgevoerd in een ruimte met verhoogde kans op radioactieve besmetting 1 en/of bestraling worden procedures opgesteld volgens het ALARA principe. We zijn nooit op de hoogte gebracht van de in uw artikel, eenzijdig ongecontroleerde, en aangehaalde feiten op de BR3. Als we door een werknemer worden aangesproken over een onveilige toestand, wordt dit onderzocht en op het C.P.B.W. gebracht, waar dit genotuleerd wordt. (Deze notulen worden op het SCK•CEN openbaar aan de ad-valvas borden opgehangen). De werknemers kunnen steeds via de vakorganisaties een klacht anoniem laten behandelen door het C.P.B.W. Wanneer een werknemer een onveilige toestand aanklaagt heeft dit nog nooit tot een sanctie of ontslag geleid. Dit is ook geweten door alle werknemers. Wanneer "werkgelegenheid en veiligheid" in gevaar komen, doordat de overheid onze dotatie wil terugschroeven, dan trekken vakbonden en directie aan hetzelfde zeel. Dit is totaal iets anders dan "één pot nat" met de directie zijn. Onze basisfilosofie is en blijft in alle onafhankelijkheid de verdediging van de belangen en de veiligheid van de werknemers. Hiervan afstappen is zeker geen optie. Hopend dat u deze elementen kan opnemen in een recht op antwoord verblijven wij met beleefde groeten, Namens het gemeenschappelijk vakbondsfront BBTK, LBC-NVK en ACLVB van SCK•CEN.
1
(As Low As Reasonably Achievable) wordt toegepast op elke activiteit die uitgevoerd wordt in een ruimte met verhoogde activiteit. Dit behelst:
Exacte aanduiding van de stralingsbronnen Bepaling van de interventietijd Uitvoerige beschrijving van de werkzaamheden in een werkprocedure Spreiding van de belasting over verschillende personen Vastleggen van de evacuatiewegen en evacuatietijd Schatting maken van de individuele dosis en collectieve dosis.
Reactie op artikel in Humo door Arbeidsgeneeskundige dienst Betreft: artikel in Humo 25-01-2005: De ex-werknemer: "Over tien jaar is de streek rond de reactor één groot kankergezwel" Na het lezen van het bovenvermeld artikel zijn wij zonder meer genoodzaakt om te reageren op sommige beweringen en de compleet valse beschuldigingen aan het adres van de artsen van de interne Medische Dienst. Volgens de deontologie zou men bovendien de bronnen minstens mogen geverifieerd hebben voorafgaand aan de publicatie. 1.
2.
3.
4. 5.
6.
de wettelijke blootstellingsnormen in de nucleaire sector zijn zeer streng. Bovendien worden op het SCK•CEN op eigen initiatief nog merkelijk strengere normen opgelegd dan de wettelijke. Zéér uitzonderlijk kan voor welbepaalde werken inderdaad een overschrijding van deze interne SCK-normen toegestaan worden na overleg met de Dienst Stralingscontrole. De wettelijke normen worden dan echter nog steeds ruimschoots gerespecteerd. Dit geldt uiteraard evenzeer voor de werknemers van de onderaannemers. Er is dus geen sprake van "grove wantoestanden". de beweringen alsof de "tellers" i.v.m. de opgelopen stralingsdosis door de Medische Dienst soms "teruggeschroefd" (?)worden, zijn flagrante leugens want: wij zijn daar technisch zelfs niet toe in staat, en ook nooit toe in staat geweest; wij kunnen stellig bevestigen dat we NOOIT vanwege de werkgevers van de bedrijven op de nucleaire site van Mol-Dessel enige druk zouden ondervonden hebben om dan eventueel op indirecte wijze dosisgegevens te "laten corrigeren"; wij hebben trouwens een (wettelijk verplichte) volledig onafhankelijke vertrouwensfunctie naar de werknemers en naar de werkgevers toe: door fraude zetten we gewoon per definitie onze werkgelegenheid op het spel; de beweringen alsof betrokkene zelf ooit zou betrokken geweest zijn bij deze frauduleuze praktijken doet ons meer dan de wenkbrauwen fronsen; dit zou het onderwerp moeten uitmaken van zware sancties. het SCK was zelf vragende partij voor het laten uitvoeren van een volledig onafhankelijk extern onderzoek. Dit gebeurde intussen door het FANC (Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle; het FANC is zeer duidelijk in haar conclusie: er werd geen enkele ontoelaatbare praktijk m.b.t. de bescherming van de werknemers op de nucleaire site van Mol vastgesteld; uitgaande van de totaal onaanvaardbare valse beschuldigingen aan het adres van de Medische Dienst is het dus niet meer dan normaal dat het SCK hiertegen bij de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout formeel klacht heeft ingediend, op basis van de punten die onmiskenbaar als laster en eerroof beschouwd worden; wij twijfelen er niet aan dat de betrokkene verschillende mensen kent met kanker. Dit is niet abnormaal gezien in de algemene bevolking ongeveer 1 persoon op 4 uiteindelijk sterft van kanker. De vraag die evenwel moet gesteld worden is de volgende: komt er méér kanker voor en sterven er bij de (ex-) werknemers en bij de omgevende bevolking méér mensen aan kanker dan normaal verwacht? Hieromtrent werden zowel in binnen- als buitenland tal van onderzoeken verricht. Tot hiertoe kon zelfs bij werknemers nog nooit op éénduidige wijze een verhoging van het kankerrisico aangetoond worden. Dit ondanks het feit dat er toch al dikwijls duizenden tot ettelijke tienduizenden werknemers in de studies opgenomen werden: men vindt trouwens in de meeste gevallen minder kanker dan verwacht, en dat is ook zo in de Belgische studie! Om hier meer klaarheid in te brengen loopt er momenteel ook nog een internationaal WGO-onderzoek waarbij gegevens betreffende enkele honderdduizenden werknemers uit een 15-tal landen werden samengevoegd (het SCK•CEN coördineert de Belgische bijdrage). Men hoeft geen groot expert te zijn om dus te kunnen concluderen dat wanneer zulke grote onderzoekspopulaties nodig zijn om een eventueel stralingsrisico in het licht te stellen, dit beroepsmatig risico dan wel erg klein moet zijn.
Dr. L. Holmstock Dr. E. Van Mieghem Stralingsbeschermingsdeskundigen Medische Dienst SCK•CEN, Mol
Reactie van Stralingscontrole Betreft: Artikel verschenen in Humo op 25 januari 2005. De ex-werknemer: "Over tien jaar is de streek rond de reactor één groot kankergezwel". Bij het ter kennis nemen van het artikel in Humo zie ik mij genoodzaakt hierop te reageren omdat de getuigenissen van de anonieme personen niet meer dan regelrechte leugens zijn met als doel het SCK•CEN en sommige van haar personeelsleden te schaden. Sinds 1974 ben ik tewerkgesteld op het SCK•CEN in de dienst Stralingscontrole op de reactor BR3 meer bepaald en waarvan sprake in het artikel. De dienst Stralingscontrole werkt geheel onafhankelijk van de installaties waarop zij toezicht houdt op het naleven van de ter zake geldende wettelijke veiligheidsvoorschriften. Mijn taak bestaat erin in alle onafhankelijkheid toe te zien dat de wettelijke voorschriften inzake de bescherming van personen tegen ioniserende straling en besmetting strikt worden nageleefd. In deze functie heb ik gedurende vele jaren de periode van uitbating en sinds nu meer dan 15 jaar de periode van ontmanteling meegemaakt. Ik kan stellen dat het SCK•CEN in het belang van haar personeel, zowel intern als extern, normen hanteert die een factor 2 strenger zijn dan de geldende opgelegde wettelijke normen ter zake. In de praktijk zijn de opgelopen doses nog veel lager.De wet zegt niet dat het streefdoel géén dosisbelasting is maar stelt dat er moet worden voldaan aan het principe van een zo laag als redelijkerwijze mogelijke dosisbelasting, het zogenaamde ALARA principe (As Low As Reasonably Achievable). Bovendien ben ik gedurende mijn ganse loopbaan NOOIT EN OP GEEN ENKELE WIJZE benaderd door de vroegere en huidige hiërarchie om de resultaten inzake stralingsdoses of besmettingen op enigerlei wijze te vervalsen met als doel de werknemers langer te kunnen laten werken in de gecontroleerde zones ten koste van hun gezondheid en veiligheid. Het is bovendien technisch onmogelijk de bekomen resultaten van de meetapparaten op enigerlei wijze te vervalsen. Ik kan bijgevolg stellen dat de getuigenissen van de anonieme werknemer(s) gebaseerd zijn op leugens en dat zij helemaal niet spreken met kennis van zaken. Het SCK•CEN en het personeel heeft steeds de veiligheid en de gezondheid van haar personeel hoog in het vaandel gedragen. Ik vind het daarom spijtig dat voor de publicatie van het artikel de bronnen van informatie niet werden gecontroleerd. Ik ben er bovendien van overtuigd dat CANVAS in het belang van het nucleair onderzoek en meer bepaald voor het SCK•CEN de bronnen van informatie zal nagaan om meer objectiviteit na te streven i.p.v. sensatie. Chody Francis Gebouwverantwoordelijke voor Stralingscontrole BR3 SCK•CEN