SCHOOLPLAN Voortgezet Vrijeschool Onderwijs
CULEMBORG
Inleiding De school voor Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg is een middelbare school die aansluit op de staatsvrije Vrijeschool de Werfklas in Culemborg. De wens om deze Vrijeschool te beginnen komt voort uit het verlangen leerlingen een school te bieden waar ze leren in verbinding te zijn en te blijven met zichzelf, anderen en de wereld om hen heen. Waar ze zich kunnen ontplooien tot mensen die vanuit vrijheid zinvol willen en kunnen scheppen in en vormgeven aan werk en sociaal leven in een veranderende maatschappij. In dit schoolplan vindt u de uitgangspunten en kwaliteitsaspecten van de school. Hieruit voortvloeiend wordt de organisatie van de school geschetst. In de bijlage staan de randvoorwaarden. Dit schoolplan is gevormd door inzichten vanuit de antroposofie en de inspiratie van de initiatiefgroep van ouders en leraar. Het blijft een plan in ontwikkeling.
Maart 2015 Initiatiefgroep Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg en Michiel van Gent (leraar)
Ich lebe mein Lebe in wachsende Ringen,… (Rainer Maria Rilke)
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
1
Uitgangspunten De Vrijeschool Ieder mens heeft iets eigens dat ontwikkeld en verwezenlijkt wil worden. Vanuit de Vrijeschool pedagogiek wordt getracht de leerlingen uit te dagen dat eigene te ontdekken en tot verschijning te laten komen. De school wil in die zin geen vat vullen, maar een vuur ontsteken. Het gaat erom leerlingen in hun zoektocht, om vrij denkende, voelende en scheppende mensen te worden, te begeleiden zodat ze hun eigen plek in de maatschappij kunnen innemen en zinvolle initiatieven en bijdragen daaraan kunnen geven. Het is daarom van belang dat het onderwijs levend is. Levend onderwijs Voor levend onderwijs is gemeenschapsvorming nodig. Beweging en spel vormen een krachtig instrument om levendigheid, vrolijkheid, afstemming, ontspanning, verbondenheid en gezelligheid te laten ontstaan. Een andere voorwaarde voor levend onderwijs is het contact met de natuur en maatschappij en daar zorg voor te dragen. De natuur en maatschappij zijn de bron van leven waarmee ieder mens onlosmakelijk verbonden is. Het onderwijs wordt levend als de docent in relatie tot de leerling(en) zelf zijn lesstof kan creëren. Hoe verder in de ontwikkeling hoe meer de docent in dit proces wordt tot regisseur en de leerling meer en meer de wilskrachtige acteur. Dit geeft plezier, enthousiasme en gedrevenheid. De echtheid die ervaren wordt en van de docent en het proces afstraalt is aanstekelijk en nodigt de leerlingen uit om in te stappen. Zo wordt een ruimte gecreëerd waarbinnen de leerling met eigen initiatieven kan komen en zich kan verbinden. Verbinden met het eigen innerlijk, de omgeving en met de medemens. Levend onderwijs maakt leerlingen bewust dat ze onderdeel uitmaken van de samenleving, dat ze daaraan een eigen bijdrage kunnen leveren of daarin een verschil kunnen maken. Opvoeding en onderwijs Op de Vrijeschool zijn opvoeding en onderwijs nauw met elkaar verbonden. Het onderwijs wordt gebruikt om op te voeden. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid. Het leren vormen van eigen ideeën, ook op basis van kennis van vorige generaties, van cultuur en traditie. De keuze voor lesstof op de Vrijeschool is gebaseerd op ontwikkeling van de leerling en leeftijdsgroep en is daardoor ondersteunend aan die ontwikkeling. Opvoeding is zelfopvoeding. De leraar fungeert als voorbeeld voor de leerling en leeft voor hoe je je met jezelf en met de wereld kunt verbinden. Het werkt aanstekelijk om te handelen met aandacht, helemaal aanwezig te zijn. De leerling neemt waar hoe de leraar ten diepste is en houdt deze een spiegel voor. Dit is steeds opnieuw een uitnodiging aan de leraar om naar zichzelf en de leerling te kijken. Wie ben ik als docent? Wat kan ik de leerling bieden? Kan ik stemmingen oproepen die passend zijn bij het onderwerp in relatie met de leerling? Humor maakt dat we uitademen en ons met de omgeving verbinden, ernst en tragiek maken dat we inademen en ons met onszelf verbinden. Door als docent inlevend met de
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
2
werkelijkheid om te gaan en dit in het werk te verweven, leert ook de leerling dit ‘ademen’, waardoor de werkelijkheid als wezenlijk, als levend kan worden ervaren. De Vrijeschool kent een warme en betrokken aandacht voor de leerlingen en zet in op een sterke band die tussen leraren en leerlingen kan ontstaan. Verbinding is belangrijk voor een vruchtbare schoolloopbaan, hierdoor groeit en bloeit een kind tot een jong volwassene. De Vrijeschool verwacht dat leerlingen, aangesproken in hun wil, hun best doen. Inzet is wat telt en gewekt moet worden. Met half werk wordt geen genoegen genomen geen vrijblijvendheid dus. De leerling wordt intrinsiek zowel als extrinsiek gemotiveerd en leert daarin keuzen te maken. Het verlangen van inzet gaat hand in hand met verbinden. Die combinatie is van vitaal belang voor het ontwikkelen van vrijheid. De essentie van de Vrijeschool pedagogie.
De Vrijeschool De sociale impuls is voor mij het meest tot de verbeelding sprekende aspect van de Vrijeschool pedagogiek. Gezamenlijk een onderwerp, verschijnsel, probleem, actie of vaardigheid verkennen en eigen maken vanuit gegroeide, gedeelde interesse en verbinding. En dat door een groep leerlingen met verschillende karakters, talenten, niveaus en mogelijkheden. Vanuit mijn eigen ervaring heb ik geleerd hoe wekkend en motiverend dit element werkt op de groeps- en individuele ontwikkeling en wilskracht. Daarom streef ik er naar dit waardevolle principe hernieuwd geldend te maken in een nieuw te starten school voor voortgezet voor vrijeschool onderwijs. In periodes van 3 tot 6 weken worden onderwerpen in vakken tijdens een blokuur hoofdonderwijs (HO) door leerlingen (vmbo t/m vwo) gezamenlijk onderzocht en geleerd. De een inspireert de ander, aangezet tot verdiept ervaren en leren met elkaar. Dat gebeurt ook bij sport en kunstlessen later op de dag. In de andere vaklessen, waarin specifieke vakkennis en vaardigheden worden geschoold, wordt gewerkt in niveaugroepen, verticaal en horizontaal. De inhoud van de leerstof is zo gekozen dat deze zoveel mogelijk aansluit bij de innerlijke ontwikkeling van de leerlingen en de groep. Naast de aanwending van kennis van algemeen geldende en waarneembare ontwikkelingspsychologische aspecten, is het voor leraren een innerlijke noodzakelijk, door individuele en gezamenlijke fenomenologische beschouwingen, inzicht te verkrijgen en toegesneden handelwijzen te ontdekken om zo richting aan het leerproces te kunnen geven. Vandaar dat het leerplan op hoofdlijnen wordt beschreven en de 'fine-tuning' ontstaat in de praktijk van de dag en periode. Het voorgaande is gebaseerd op de holistische menskunde van de antroposofie. Michiel van Gent, Vrijeschoolleraar
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
3
Onderwijsgebieden Dagelijkse “Opmaat” Elke dag begint met een gezamenlijke “opmaat” in de vorm van muziek, beweging, acrobatiek of spel afhankelijk van de inbreng van leerlingen en docenten. Klassen kunnen hier gezamenlijk beginnen. Periode-onderwijs Op de Vrijeschool wordt periodeonderwijs gegeven. Gedurende enkele weken worden de leerlingen iedere ochtend de eerste twee lesuren in een vak ondergedompeld. Hierbij gaat het om bijvoorbeeld taal, wiskunde, geschiedenis, scheikunde, natuurkunde, biologie. De periode wordt meestal door de klassenleraar zelf gegeven. Deze kan ook vakmensen uitnodigen die vanuit hun werkveld en hun passie de interesse van de leerlingen kunnen wekken. Het periodeonderwijs leent zich ervoor te zoeken naar de overlap tussen verschillende vakken. Het wordt spannend daar waar ze elkaar raken. Het leven is een geheel, een eenheid. Alles heeft met elkaar te maken, heeft invloed op elkaar. Vertelstof/filosofiestof Door o.a. vertellingen van (auto) biografieën, geschiedkundige verhalen, ervaringsverhalen leren de leerlingen de wereld kennen. De vertelstof is bij uitstek ondersteunend aan de ontwikkelingsfase van de leerling. Er wordt een vertaalslag naar eigen inzichten gemaakt, er worden filosofievragen gesteld en besproken en eigen verhalen verteld en geschreven. Dit gebeurt o.a. in de periodetijd en de lessen religieuze oriëntatie. Vaklessen De leerlingen krijgen vaklessen zoals Nederlands, vreemde talen, wiskunde, muziek en koor, handwerken en handenarbeid. Deze vakken kunnen gegeven worden door vakleerkrachten die geen klassenleerkrachten zijn. In deze lessen wordt gestreefd naar talent en vaardigheid ontwikkeling en kan horizontaal zowel als verticaal worden georganiseerd. In de zin van leeftijd en jaargroepen zowel als niveaus. Vrij initiatief De leerling heeft tijd om zelf te kunnen invullen. Hierbij kan hij kiezen uit mogelijkheden die andere leerlingen of docenten aandragen of zelf een project initiëren. Ook kan er verder gewerkt worden aan een vak of kan dat vak worden verdiept. Hier kunnen ambacht en handenarbeid ruimte krijgen. Zo kan de interesse van de leerling een plek krijgen en leert het om eigen impulsen te volgen, de eigen gedachtegang te ontplooien, iets zelf te doen en eigen tijd vorm te geven.
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
4
Projecten Op school worden uiteenlopende projecten opgezet en uitgevoerd in de perioden. De leraren reiken mogelijkheden aan en de leerlingen kunnen met initiatieven komen. In een project zijn leraar en leerlingen samen bezig. In een project kan behandelde stof worden ervaren en kan de overlap tussen vakgebieden zichtbaar worden. De mogelijkheden zijn divers, afhankelijk van de vraag van een leerling, de omgeving of de docenten.
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
5
Ich lebe mein Leben in wachsenden Ringen, die sich über die Dinge ziehn. Ich werde den letzten vielleicht nicht vollbringen, aber versuchen will ich ihn. (Rainer Maria Rilke) De Vrijeschoolpedagogie is goed te beschouwen vanuit bovenstaand gedichtdeel. Vanuit een kern die groeit. Dat kun je ervaren in kleine en grote voorbeelden uit de rijke historie van de schoolbeweging en het leerplan dat is gevormd vanuit de inzichten van de denker en filosoof, Rudolf Steiner (1861-1925). Groeiende ringen. De allereerste schooldag leren kinderen op nagenoeg alle Vrijescholen wereldwijd dat alles begint met ‘de rechte en de kromme’: │ ( Van daar uit begint de uitdagende groeitocht. Maar hoe ver je ook komt je herinnert je de oorsprong. Dat is te ervaren als een meditatieve houding. De leerling reflecteert voortdurend, bewust of onbewust, op oorsprong en voortgang. Binnenwereld en buitenwereld. Groeiende ringen. Aan het begin van de dag zeggen de leerlingen op nagenoeg alle Vrijescholen wereldwijd een gedicht, ook bekend als de ‘ochtendspreuk’. Een gemeenschappelijke meditatie oefening, zo kun je dit moment zeker betitelen. De leerlingen en leraren staan stil bij de gedachten dat je de wereld in kijkt en met de verkregen indrukken een verhouding probeert te vinden. Sommige buitenstaanders raken uit balans als het woord ‘godesgeest’ wordt genoemd. Maar als gaandeweg wordt beseft dat het hier om de diepste menselijke drijfkracht gaat verbonden met het ‘ik’ van de mens, begrijpt men de dagelijkse oefening van het bewustzijn van de pendeling van buiten naar binnen. Ik zie rond in de wereld, waarin de zon haar licht zendt, waarin de sterren fonkelen, waarin de stenen rusten, de planten levend groeien, de dieren voelend leven, waarin de mens bezield de geest een woning geeft; Ik schouw diep in de ziel, die binnen in mij leeft, De godesgeest, hij weeft in zon- en zielenlicht, in wereldruimten buiten, in zielendiepten binnen.— Tot u, o godesgeest, wil ik mij vragend wenden, dat in mij kracht en zegen, voor leren en voor arbeid, tot wasdom mogen komen. Rudolf Steiner
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
6
Concept leerplan Vrijeschool Bovenbouw Culemborg MGE (Michiel van Gent) Dit plan start met een globale opzet van het leerplan klas 7 en 8 (klas 1 en 2. Vanuit de traditie en de Vrijeschoolgedachte de schoolloopbaan als een geheel te zien, wordt na de kleuterleeftijd geteld van 1 t/m 12 (groep 3 (b.o.) t/m 6e klas (v.o.)) In de eerste zeven jaar is de wereld ‘goed’. De tweede zevenjaarsfase kenmerkt zich door een beleving van de wereld is ‘mooi’. De pedagogische grondhouding van de leraren sluit daarbij aan. Na de basisschool gaan de leerlingen op weg naar een nieuwe fase in hun ontwikkeling. Namelijk die van de prepuberteit. Een nieuwe wereld gaat open voor de leerlingen, grenzen worden verlegd en onbekende gebieden moeten worden ontdekt. Deze ontdekkingsreis wordt aangegaan vanuit een veilige situatie, het bekende land van de kindertijd. In de zevende klas kunnen de leerkrachten nog een veilige thuishaven vormen van waaruit de leerlingen de ontdekkingsreis aangaan. Eenmaal een eind weegs in de prepuberteit komt ook in het bewustzijn om vaarwel te zeggen aan denkbeelden die lange tijd onaantastbaar leken. Een belangrijke stap, die wij met ons onderwijs kunnen steunen. De miniatuur ‘reformatie’ maar ook de persoonlijke ontdekkingen in de ‘natuurwetenschap’ die zich bij de leerlingen afspelen. In de achtste klas worden de leerlingen veertien jaar. De leeftijd waarop de derde zevenjaarsfase aanbreekt. Dat is de tijd waarin de wereld als ‘waar’ wordt onderzocht. Dit betekent een beleving met vaak een hoger abstractieniveau. Deze bewustzijnsfasen kun je vergelijken met de periode van de Renaissance in de Westerse geschiedenis (met name voor klas 7). Maar ook de tijd van industriële ontwikkelingen en grote maatschappelijke veranderingen (met name voor klas 8). De leerling in de achtste klas groeit tot een bovenbouw leerling. Een leerling die minder (op) kijkt naar de leerkracht die hem voor gaat. Hem in elk geval kritischer beschouwt. De naderende puberteit en de ontwikkeling van een vrijkomend zielenleven en de geslachtsrijping zorgen ervoor dat deze leerling op een andere manier de wereld beleeft en beschouwt. De achtsteklasser wordt meer dan ooit geïnspireerd door lotgevallen, aspiraties en beschouwingen van ‘grote’ en ‘gewone’ mensen’. Verhalen en biografieën geven de achtsteklasser daar toegang toe. In deze fase worden de krachten van de antipathie ook steeds belangrijker voor deze leerlingen.
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
7
Programma Globale dagopzet: 8.30
-
9.00
: Start
9.00
-
10.45 : HO
10.45 -
11.00 : pauze
11.00 -
12.45 : vaklessen A en/of B
12.45 -
13.30 : pauze
13.30 -
15.30 : vaklessen B en/of vrij initiatief
15.30 -
17.00 : huiswerk, verder werken aan schooltaken en vrij initiatief
Globale week opzet: Dagopzet alle dagen behalve woensdag. Woensdag lessen tot 12.30. Middagoverleg en vergadermogelijkheden leraren en ouders. Open werkplaats voor leerlingen.
Globale periode opzet vakken: Perioden HO: NE
6w
Creatief schrijven, grammatica en spelling
GS
6w
Ontdekkingen en vaderlandse en wereldgeschiedenis
AK
6w
Geologie en staats en volkenkunde, Europa en Wereld
BI
6w
Voeding, stofwisseling, organen en primaire celbiologie
NASK
3 w Fenomenologische beschouwingen natuurverschijnselen (optica, mechanica e.d.) Basale scheikundige fenomenen en beschouwingen (verbranding, kalk (zuur en base))
WI/AL
3w
Vergelijkingen e.a. algebra
WI/MT
3w
Constructies geometrische vormen en stelling Pythagoras
MIJ/EC
3w
Burgerschap en staatsinrichting, zelfredzaamheid
LOB/FI
3w
Filosofie
Vaklessen: A: DU
2 (50 min)
Grammatica, lees, spreek en schrijfvaardigheid
FR
2 (50 min)
Grammatica, lees, spreek en schrijfvaardigheid
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
8
EN
2 (50 min)
Grammatica, lees, spreek en schrijfvaardigheid
WI/RE
2 (50 min)
Vaardigheid oefenen wiskunde en rekenen
B: 2D
2 (100) (combi 3D) en kunsttheorie
Tekenen, schilderen, fotografie en grafische technieken
3D
2 (100) (combi 2D) Boetseren, beeldhouwen, houtbewerken, 3D plastiek en printen en kunsttheorie
LO
1 (60)
MU
4 (2 x 20 en 1 x 60) Zang (20) en instrumenten en zang/koor (60)
EUR
1 (60)
Euritmie en dans
RO
2 (20)
Religieuze oriëntatie en levensbeschouwing
VI
1 (60) en woensdagmiddag Vrij initiatief
Gym en sport
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
9
Organisatie School van de leerkrachten en leerlingen. De leerkrachten zijn de kracht achter de school. Zij zijn autonoom dát te ontwikkelen en te doen waarvan zij denken dat goed is voor de leerlingen. Het team van de klassenleerkrachten bestuurt zichzelf. Zij hebben een wekelijkse pedagogische vergadering waarin er samen gestudeerd wordt en waarin de kinderen besproken worden. Op een ander moment wordt er afgestemd over organisatorische zaken. Waar mogelijk zullen leerlingen betrokken worden in overleggen en een stem krijgen bij beslissingen, bijvoorbeeld als concrete acties gevraagd worden. Ook zullen leerlingen verantwoordelijkheden krijgen rondom het wel en wee van de school. Aanname leerlingen. De aanname van de leerling ligt ook in het takenpakket van de klassenleerkracht, die heeft het overzicht en ervaring om een groep samen te stellen. Aantal leerlingen. Er zullen 15 tot 24 leerlingen per klas zijn. Grootte van de gemeenschap. De school kent één stroom, d.w.z. dat er één klas is per leerjaar. Niveaus. De leerlingen werken op een individuele of gemeenschappelijke manier op hun eigen niveau binnen de klas. De klassen zijn in die zin heterogeen. Zo kunnen de leerlingen de verrijking ervaren van praktische, technische, kunstzinnige of cognitieve talenten van anderen. In vaklessen is differentiatie op specifiek niveau mogelijk. Aanname klassenleerkrachten. De eerste leerkrachten zullen door de initiatiefgroep worden gekozen. De volgenden worden in samenwerking met de leerkrachten aangenomen. Als de lerarengroep stevig genoeg is zullen zij als zelfbesturend orgaan hun collega’s aannemen. Aanname vakleerkrachten. De vakleerkrachten komen volgens afspraak en roosterwensen les geven en zullen aangenomen worden door de klassenleerkrachten. Ook worden ze gecoacht door een ervaren vrijeschoolleerkracht, zo mogelijk van binnen de schoolgemeenschap. Scholing van de leerkracht. Leraren blijven zich scholen en ontwikkelen, in hun vakgebied, de antroposofie, de intuïtieve pedagogiek of andere belangrijke levenskunst. Taak van de initiatiefgroep.
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
10
De eerste jaren zal de oudergroep die de oprichting van de school heeft geïnitieerd betrokken blijven en waar nodig ondersteuning bieden in de organisatorische zaken. Financiering. De school zal door haar kleinschaligheid en voor de extra projecten en ervaringen die het aan de leerlingen wil geven een extra budget moeten creëren. Zo is er geld nodig voor duurzame lesmaterialen, extra vakleerkrachten, financiering van kleinere klassen, zelfstandige locatie en de opstartfase van de school. Hiervoor zal actief door de initiatiefgroep en oudergroep naar sponsoren, subsidies en giften worden gezocht. Er zal een ouderbijdrage gevraagd worden.
Kwaliteitsbewaking Leerlingvolgsysteem en beoordeling Leerlingen zullen werken met portfolio’s waarin hun eigen ontwikkeling en voortgang zichtbaar gemaakt worden. Hierin verzamelt de leerling werk waarop hij trots is en beschrijft de klassenleerkracht het leerproces en de evaluatie daarvan. Er wordt gebruik gemaakt van feedback en bespreking. De klassenleerkrachten zullen minimaal twee maal per jaar gesprekken voeren met iedere leerling om te kijken waar deze in zijn ontwikkeling staat en of het zijn of haar mogelijkheden benut. Er wordt per vak gekeken naar begrips- en inzicht vorming en naar de ontwikkeling op sociaal, emotioneel en lichamelijk gebied. In de wekelijkse pedagogische vergadering worden de leerlingen in het lerarenteam besproken. Ook worden twee keer per schooljaar ouder/leerling gesprekken gevoerd om zo een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de leerling. Kwaliteit van de school De groep verantwoordelijke leerkrachten zorgt voor de bewaking voor de kwaliteit. Iedere klassenleerkracht heeft evenveel zeggenschap heeft in de organisatie van de school. De leerkrachten maken zelf de school en de gemeenschap; de lijnen blijven kort. Leerkrachten zullen zoeken naar verbetering en zullen elkaar aanspreken en wakker houden. Ook de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de leerlingen zorgt ervoor dat de kwaliteit bewaakt blijft. De ouders zijn betrokken en geven signalen af over de kwaliteit van de school, zeker als deze in het geding lijkt te komen. Ook de scholing van de leraren zorgt ervoor dat de leraren in beweging en ontwikkeling blijven, en dit vertaalt zich naar de kwaliteit van de hele school.
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
11
Bijlage
Randvoorwaarden Om een vernieuwende school met levend onderwijs zoals hiervoor beschreven te kunnen oprichten, is een vrijplaats nodig. Een vrijplaats waarbinnen de school zich organisch kan ontwikkelen, waar vernieuwingsimpulsen en initiatiefkracht alle ruimte krijgen. Autonomie is daarbij een centraal begrip en is vrijheid van onderwijs essentieel. Dit vormt het vertrekpunt van waaruit de volgende randvoorwaarden begrepen kunnen worden. Onderwijskundig: • Heterogene groepen, alle niveaus (VMBO, HAVO, VWO) bij elkaar in een klas bij HO, kunst en bewegingslessen. • Mogelijkheid tot 6 jarige VMBO en HAVO. • Leraar creëert eigen lesstof, geen voorgeschreven methodes als basis voor het lesgeven. • Leeroverzicht in vorm van bijvoorbeeld portfolio’s. • Ruimte voor vrij initiatief en projecten. • Mentor/klassenleraar is een vrijeschool leraar, eerstegraads bevoegd, met ervaring die de school wil dragen. De ouderinitiatief zorgt voor eerste aanname. • (Vak)docenten nieuw in het Vrijeschoolonderwijs worden gecoacht door de klassenleraren. Schaalgrootte: • Kleinschaligheid: Klassen van 15 a 24 leerlingen. • Klas 7 t/m 12. • Gemeenschap van circa 150 mensen, waaronder 144 leerlingen als school volgroeid is met 6 klassen. • Een goed gefundeerd aannamebeleid gevormd door lerarencollege. • Bij oprichting van de school starten met 2 klassen of combinatie (klas 7 en 8) vanwege behoefte leerlingen aan zekere schaalgrootte. Organisatorisch: • Platte organisatiestructuur met korte lijnen. • Pedagogische vergadering eens per week. • Ouders zijn betrokken. Locatie: • Een zelfstandige locatie in een natuurlijke omgeving.
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
12
Financieel: • Extra middelen worden beheerd door de Bovenbouw Culemborg. Denk aan ouderbijdrage, extra sponsoring/schenkingen. • Genereren van andere (aanvullende) geldstromen. Juridisch: • De klassenleraren zijn gezamenlijk inhoudelijk verantwoordelijk; ze leggen verantwoording af het bestuur van de ‘moederschool’. • Opstellen samenwerkingsconvenant bij aansluiting bij bekostigd onderwijs. Afspraken worden vastgelegd voor een langere periode. • Vrijeschool onderwijs
Schoolplan Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Culemborg
versie 7 maart 2015
13