Schoolondersteuningsprofiel Wellantcollege Houten Vmbo 1 Inleiding Met dit schoolondersteuningsprofiel worden de mogelijkheden van Wellantcollege VMBO Houten beschreven voor het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Ook omschrijft de school welke ambities zij heeft voor de toekomst. Het schoolondersteuningsprofiel geeft een beeld van zowel de onderwijsinhoudelijke als de procesmatige en structurele kenmerken van de school op het niveau van basis- en extra ondersteuning. Daarvoor worden veel gegevens opgenomen die direct en indirect betrekking hebben op de mogelijkheden van de school. Het gaat bijvoorbeeld om gegevens over de aanwezige deskundigheid en methodieken in het team, de ruimte die er is om aandacht en tijd te schenken aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, de voorzieningen waarover de school beschikt en tot slot de kwaliteit van de organisatie. Het profiel wordt verkort weergegeven in de schoolgids opdat voor iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is wat de mogelijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning. Het samenwerkingsverband legt alle profielen bij elkaar om een dekkend aanbod te realiseren. Doel is immers dat alle leerlingen een passende plek krijgen. De schoolondersteuningsprofielen voor de verschillende scholen laten onderwijsinhoudelijke en (ortho)pedagogische verschillen zien tussen het onderwijsaanbod van scholen. Die verschillen worden duidelijk doordat de ondersteuningsprofielen volgens een vergelijkbaar stramien zijn opgesteld.
2 Algemene Gegevens 2.1. Gegevens school Naam school Brin nr Onderwijssoort Leerweg Specifieke profilering
Wellantcollege Houten VMBO 01OE37 VMBO BBL-KBL-GL (incl. LWOO) Zie Schoolvensters www.scholenopdekaart.nl en Schoolkompas www.schoolkompas.nl
Uitstroomresultaten
Zie Schoolvensters www.scholenopdekaart.nl en Schoolkompas www.schoolkompas.nl
Toezichtarrangement per richting
Nog niet toegekend door inspectie vanwege korte bestaan
Adres Postcode/Plaats Telefoon E-mail
Randhoeve 2 3992 XH Houten 030-6377204
[email protected]
Directie Regiodirecteur Directielid interne ondersteuning
Namen Dhr. L. van Baar Dhr. H. Thomassen
Namen en contactpersonen interne ondersteuners
Mevr. Eva de Jong Dhr. Hans Thomassen Mw. Romy van de Louw Dhr. Owin Pattijn Mw. Dianne Spruijt Mw. Anne Thunnissen
Teamleider VMBO Onderbouw Teamleider VMBO Bovenbouw Coördinator onderbouw Coördinator bovenbouw Zorgcoördinator Dyslexie en dyscalculie / coach extra ondersteuning Vertrouwenspersoon Vertrouwenspersoon
Mw. Patricia Goorden Dhr. Ron Jansen Namen en contactpersonen Kernpartners Samenwerkingsverband
Dhr. J. de Jong , LZVO Zuid Utrecht tel: fax: 030-6041440 mobiel: 0629036878 email:
[email protected]
Leerplicht
Mw. M. van de Ruit- van Rhijn Leerplichtambtenaar Gemeente Houten Bezoekadres: Onderdoor 25 Postbus 30 3990 DA Houten Tel +31 30 6392 134 Fax +31 30 6392 899 Aanwezig : di-wo-do-vr www.houten.nl Mw. M. van Rheenen Algemeen maatschappelijk werker & schoolmaatschappelijk werker Tel: 030 – 880 24 48 Mail adres:
[email protected] Hollandspoor 3 3994VT Houten Vitras /CMD
Schoolmaatschappelijk werk
Jeugdgezondheidszorg
Politie Houten
030-6032845
Mw M.Wouters, afd. JGZ, GGD Midden-Nederland Nieuwegein Arts M&G T 030-6305451
[email protected] Mw M. van Dam Wijkagent Houten Noordwest Politie | Midden-Nederland | District Utrecht-West | Houten Bezoekadres: De Brug 2A, 3991 LN, Houten Postadres: Postbus 100, 3430 AC, Nieuwegein Telefoon: 0900-8844
CJG Houten
Mw T. de Waard, Manager Hollandsspoor 3 3994 VT Houten www.cjghouten.nl 030-8802210
Bureau Jeugdzorg
Mw. B. Jhagroe Casemanager Geïndiceerde Jeugdzorg Bureau Jeugdzorg Utrecht, locatie Nieuwegein Graaf Karellaan 1-35 3434 DT Nieuwegein
T 030-6007700 F 030-6007799 E
[email protected] I www.bjzutrecht.nl Jongerenwerk
Mw J. de Lange, 'van Houten&co' Maatschappelijke Stages / Jongerenwerk 'van Houten&co', ondernemend in welzijn tel. 030-70 01 569 www.mashouten.nl www.jonginhouten.nl
Timon
Orthopedagoog generalist NVO GZ psycholoog BIG Kinder- en jeugdpsycholoog NIP
www.vanhoutenenco.nl Mw. A. Davidse - Godfroid Ambulant begeleider Timon Woongroepen/Jeugdzorg p/a Laan van Vollenhove 3209 3706 AR Zeist
[email protected] Orthopedagogische Psychologische Praktijk Heeroma Hollandsspoor 40 / 3994 VV Houten / tel. 030-6994255
2.2. Missie en Visie van Wellantcollege Wellantcollege Houten vmbo wil een school zijn waar medewerkers en leerlingen met plezier vertoeven en waar gevarieerd onderwijs aangeboden wordt. Met ons onderwijs dagen wij ieder uit tot zelfredzaamheid en stimuleren wij persoonlijke groei in een omgeving die als kleinschalig beleefd wordt. Wellantcollege is een ontmoetingsplaats waar in een groene leeromgeving leerlingen, medewerkers en cursisten leren door kennis te delen, toe te passen en te creëren”. Onze uitgangspunten zijn: -
Onze leerlingen zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces Onze leerlingen leren actief en in toenemende mate zelfstandig Onze leerlingen leren samen met anderen Onze leerlingen oriënteren zich op hun leer- en werkomgeving Onze leerlingen leren in een uitdagende, veilige en gezonde leeromgeving
Kernbegrippen daarbij zijn: Variatie in het onderwijsprogramma Structuur d.m.v. heldere afspraken voor alle betrokkenen over hoe we de dingen doen Begeleiding waar nodig Maatwerk voor iedere leerling Veiligheid en Respect
-
Leren kiezen Samen leren & Zelf doen Competentiegericht leren met zicht op eigen ontwikkeling.
Wellantcollege richt zich op ontwikkeling van kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten. Daarbij stuurt zij op zelfredzaamheid van de leerling. Van ouders wordt verwacht dat zij, waar dat nodig is, ondersteunend zijn. 2.3. Kengetallen leerlingpopulatie. Wellant heeft haar gegevens opgenomen in Vensters voor Verantwoording (www.scholenopdekaart.nl). Met behulp van de site van Schoolkompas ( www.schoolkompas.nl) is ook een vergelijking mogelijk met andere scholen.
3 De kwaliteit van onze basisondersteuning. Dagelijks verzorgen onze leraren onderwijs voor onze leerlingen. Wellantcollege streeft naar optimale ontplooiing van iedere leerling, daarbij rekening houdend met zijn of haar onderwijsbehoeften. Waar nodig wordt ondersteuning geboden. Basisondersteuning is de ondersteuning die alle scholen moeten bieden en die integraal onderdeel vormt van het onderwijs en het aanbod van elke school in het samenwerkingsverband. De basisondersteuning is afgeleid van de kwaliteitseisen die de inspectie hanteert bij het toezicht op scholen. De basisondersteuning bestaat uit 7 afgesproken voorwaarden die beschrijven welk kwaliteitsniveau van passend onderwijs de samenwerkende scholen in het samenwerkingsverband VO Zuid-Utrecht willen bereiken. a. 1.
Voorwaarden De school heeft zicht op de leerontwikkeling van alle leerlingen en werkt opbrengstgericht. Dit is terug te zien doordat: -‐ De school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard, -‐ De school de ontwikkeling en vorderingen van iedere leerling systematisch bijhoudt, -‐ De school voortbouwt op het leerlingvolgsysteem van de school van herkomst, -‐ De school gebruik maakt van digitale overdrachtsystemen.
2.
De school neemt leerlingen zorgvuldig aan en draagt leerlingen zorgvuldig over Dit is onder andere terug te zien doordat: -‐ de school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard, De school zich houdt aan de regionale afspraken voor doorgaande schoolloopbanen (POVO, VO- MBO), -‐ De school systematisch uitstroomgegevens bijhoudt, -‐ De school met kernpartners voor warme overdracht van leerlingen met een extra onderwijsondersteuningsbehoefte zorgt, -‐ De school voor een goede aansluiting op het vervolgonderwijs zorgt, -‐ Ouders tijdig betrokken worden bij de overdracht en overgang van leerlingen.
3.
De school heeft een goed pedagogisch klimaat en is fysiek en sociaal veilig voor leerlingen en docenten Dit is terug te zien doordat:
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐
de school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard, De school leerlingen actief ondersteunt bij het versterken van sociale vaardigheden, De school hiervoor gebruik maakt van effectieve (ortho)pedagogische programma’s en methodieken, De school een veilig sociaal-pedagogisch klimaat voor leerlingen en docenten bevordert, De school ouders betrekt bij het bevorderen van een veilig sociaal-pedagogisch klimaat voor leerlingen en docenten.
b. Basisondersteuning in de school en in de klas 1. De school werkt handelingsgericht en versterkt de handelingsbekwaamheid en competenties van haar personeel. Dit is terug te zien, doordat: 1 -‐ Docenten aan de competenties van SBL voldoen. Dat wil zeggen: interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch competent, competent in het samenwerken met collega’s en met de omgeving, competent in reflectie en ontwikkeling. -‐ Docenten goed kunnen omgaan met verschillen in de klas, -‐ De leerontwikkeling inzichtelijk is en systematisch met ouders en leerling wordt besproken, -‐ De school de competenties van docenten in handelings- en opbrengstgericht werken versterkt. -‐ De school voor elke leerling met extra onderwijsbehoeften een ondersteuningsarrangement opstelt en dit vastlegt in een onderwijsondersteuningsplan, -‐ De school met groepsondersteuningsplannen werkt, -‐ De school ondersteuning en begeleiding heeft ingericht volgens de vijf cycli van handelingsgericht werken: analyseren, nader diagnosticeren, plannen voorbereiden, plannen uitvoeren, evalueren, -‐ De school ouders bij het opstellen van een handelingsplan betrekt. 2. De school werkt samen met kernpartners aan een effectieve ondersteuningsstructuur Dit is terug te zien doordat: -‐ de school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard -‐ De school de rollen en verantwoordelijkheden van interne ondersteuners heeft vastgelegd en volgens het model van het NJI werkt, -‐ De school de interne werkprocessen hierop heeft ingericht, -‐ De school ouders bij beslissingen over de ondersteuning van hun kind betrekt. 3.
De school heeft de verantwoordelijkheid van leerling, ouders, docenten en ondersteuners voor de ontwikkeling van de leerling vastgelegd. De school heeft in haar schoolveiligheidsplan duidelijk omschreven: -‐ Wat zij leerlingen biedt aan onderwijs- en ontwikkelingsmogelijkheden, -‐ Hoe de interne signalerings-, ondersteunings- en begeleidingsstructuur is ingericht, -‐ Welke rollen en verantwoordelijkheden interne ondersteuners hebben, -‐ Wat ouders van de school mogen verwachten, -‐ Wat de school van ouders verwacht en hoe inspraak en medezeggenschap zijn geregeld, -‐ Hoe bij klachten en geschillen moet worden gehandeld (transparante procedures), -‐ Hoe zij ouders betrekt bij beslissingen die hun kind betreffen, -‐ Hou zij ouders toegang biedt tot informatie en tot begeleiding bij de toewijzing van extra onderwijsondersteuning.
1
SBL: Stichting Beroepskwaliteit Leraren
4.
De school stelt jaarlijks de effectiviteit van de ondersteuning en begeleiding vast. Dit is terug te zien doordat: -‐ de school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard, -‐ De school doelen heeft geformuleerd voor het ondersteuningsaanbod en ook heeft beschreven hoe zij die wil realiseren, -‐ De school kan aantonen welke ondersteuning en begeleiding zij aan leerlingen met een (extra) ondersteuningsbehoefte heeft geboden, -‐ De school jaarlijks met kernpartners de inzet en opbrengst van de ondersteuning en begeleiding evalueert, -‐ De school met leerling en ouders de inzet en opbrengst van ondersteuning en begeleiding evalueert aan de hand van het ondersteuningsplan.
3.1. De onderwijsondersteuningstructuur op Wellantcollege Wellantcollege kent 3 niveaus van ondersteuning: A: Standaardondersteuning B: Aanvullende ondersteuning C: Geïndiceerde ondersteuning A: Standaardondersteuning: -‐ Leidt ertoe dat de leerling op het juiste niveau geplaatst wordt, -‐ Bestaat uit begeleiding van de hele klas/groep (mentoraat, beroepskeuzebegeleiding, levensvaardigheden), -‐ Bestaat uit de individuele ondersteuning van de leerling (mentoraat, vakbegeleiding, beroepskeuze) -‐ Afname van toetsen, standaardtesten en onderzoeken B: Aanvullende ondersteuning: -‐ School Maatschappelijk Werk -‐ Individuele- of groepstraining -‐ Bestaat uit begeleiding in de klas voor speciale leerlingen, bijvoorbeeld bij dyslexie: compensatie in tijd, hulpmiddelen of dispensatie voor bepaalde onderdelen of vakken. -‐ Ondersteuningsplan C: Geïndiceerde ondersteuning: -‐ De leerlinggebonden ondersteuning (leerlinggebonden financiering) -‐ Uitbestede zorg buiten de school: bijvoorbeeld Rebound/Op De Rails, jeugdhulpverlening, geestelijke gezondheidszorg. De eerste begeleidingslijn is de vakdocent (vakinhoudelijk) en de klassenmentor (sociaal/emotioneel). De mentor begeleidt de individuele leerlingen en de klas als groep en is daarmee de eerst verantwoordelijke en eerste aanspreekpunt voor de ouders. De tweede begeleidingslijn wordt gevormd door de specialisten in de school. Hun primaire taak is de klassenmentor en vakdocent te adviseren/ondersteunen. De derde begeleidingslijn wordt gevormd door de deskundigen buiten de school, zoals School Maatschappelijk Werk, Bureau-Jeugdzorg, logopedist, orthopedagoog en psycholoog. 3.2. Preventie en licht curatieve interventies 1.
Aanname en overdracht:
a. Aanname: - Het aannamebeleid is conform de afspraken van het SWV - De informatie uit het Onderwijskundig Rapport (OKR) wordt gebruikt ter vaststelling van de plaatsbaarheid en vormt het startpunt van begeleiding. b. Overdracht: - De school houdt zich aan de regionale afspraken voor doorgaande schoolloopbanen (PO-VO, VO- MBO). - De school houdt systematisch uitstroomgegevens bij. - De school zorgt met kernpartners voor warme overdracht van leerlingen met een extra onderwijsondersteuningsbehoefte. - De school zorgt voor een goede aansluiting op het vervolgonderwijs. - Ouders worden tijdig betrokken bij de overdracht en overgang van leerlingen. 2.
De school heeft een mentoraat dat als basis geldt voor de ondersteuning - De mentor is de spil in de begeleiding en is het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders.
3.
De school heeft een goed pedagogisch klimaat en is fysiek en sociaal veilig voor leerlingen en docenten A. -
B. -
4.
5.
Toegankelijkheid en veiligheid van het gebouw en schoolomgeving De school is gelegen aan de rand van Houten. De school is goed per fiets bereikbaar. De school is toegankelijk voor rolstoelgebruikers (drempelloos, lift). De school heeft een beleid dat gericht is op het werken aan sociale vaardigheden en hoe leerlingen en medewerkers omgaan met elkaar De school heeft m.b.t. het pedagogisch klimaat een duidelijk beleid dat gericht is op respect en veiligheid van alle deelnemers. De school heeft haar schoolregels helder geformuleerd en vastgelegd in de schoolgids. De school besteedt in de mentorlessen aandacht aan het op een respectvolle manier omgaan met elkaar, dieren en dingen. Docenten handelen naar dit principe en stellen daarbij het belang van de groep voorop. Het resultaat van begeleiding moet zichtbaar zijn in groei en ontwikkeling. Bij stagnatie (lees: handelingsverlegenheid) wordt er naar externe oplossingen gezocht.
De vakdocent is op de hoogte van de onderwijsbehoefte van de leerling - De vakdocent verkent en benoemt de onderwijsbehoeften van de leerling o.a. door het analyseren van dossiergegevens, toetsen, observatie en gesprekken, - De vakdocent reflecteert op zijn eigen rol en het effect van zijn handelen op het gedrag en het functioneren van de leerling, - De vakdocent is zich bewust van de invloed die hij heeft op de ontwikkeling van de leerling, - De vakdocent werkt samen met de leerling. Hij betrekt hen bij de analyse en benut de ideeën en oplossingen van de leerling. - De vakdocent werkt, indien gewenst, samen met ouders. Hij betrekt hen bij de analyse van de situatie en het bedenken van een plan van aanpak. De school initieert activiteiten om leerlingen actief bij elkaar en de school te betrekken
-
6.
Er is een leerlingenraad die frequent in overleg treedt met het MT De school organiseert het leren ook buiten de deur (Werken Aan Prestaties) en zet leerlingen actief in bij maatschappelijke activiteiten in/buiten de school. De school organiseert binnen- en buitenschoolse activiteiten om positieve groepsvorming te stimuleren.
De school heeft meerdere begeleidingsmogelijkheden en expertise Begeleidingsmogelijkheden Remediale hulpverlening taal/rekenen d.m.v. steunlessen Dyslexie/dyscalculie Faalangstreductietraining Sova-training Agressieregulatietraining Rouwverwerking Loopbaanoriëntatiebegeleiding (LOB) Stagebegeleiding
In huis (1) of op basis van doorverwijzing (2) 1 1 2 2 2 2 1 1
7. De school doet aanpassingen in het curriculum om tegemoet te komen aan de extra onderwijsbehoeften van (groepen) leerlingen -
voor leerlingen met reken- en of taalachterstanden of met een specifieke ondersteuningsbehoefte/vak zijn er steunlessen.
8. Grenzen aan de ondersteuning De school heeft middels procedures en protocollen helder vastgelegd, hoe er in diverse situaties gehandeld wordt. Ondanks alle inspanningen kunnen er situaties zijn waarin de school handelingsverlegen is. In dergelijke gevallen zal in overleg met ouders gezocht worden naar oplossingen buiten de school. 3.3. Planmatig werken
De school heeft zicht op de leerontwikkeling van alle leerlingen en werkt opbrengstgericht: -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
De leerlingen zijn in niveaugroepen geplaatst en werken met studiewijzers. Vorderingen worden frequent getoetst middels schooltoetsen, CITO-VAS-toetsen en Taalen Rekentoetsen. Het toetsbeleid van leerjaar 3 en 4 is omschreven in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA), het toetsbeleid van leerjaar 1 en 2 is omschreven in het Programma van Toetsing in de Onderbouw (PTO). Dit is nog in ontwikkeling Voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte wordt een ondersteuningsperspectiefplan opgesteld.
Leerlingen worden periodiek besproken -‐
-‐
-‐
-‐
1 maal per 5 weken zijn er leerlingenbesprekingen/leerjaar. Hierin worden leerlingen/klassen besproken en ondersteuningsperspectiefplannen/groepsplannen gemaakt/geëvalueerd/bijgesteld. Alle docenten van het betreffende leerjaar zijn hierbij aanwezig. Mentor bespreekt aanbevolen aanpassingen met leerling (eigenaarschap). Periodiek vindt er een Intern Zorgoverleg (IZO) plaats. De mentor en de bouwcoördinator bespreken opvallende zaken m.b.t. verzuim, resultaten, planning/organisatie, gedrag en werkhouding van leerlingen. Het leerlingvolgsysteem TP is hierbij leidend. Bij complexe vraagstukken wordt de zorgcoördinator gevraagd mee te denken. 4x/jaar zijn er rapportenvergaderingen. Hierin worden de studieresultaten van de leerlingen besproken en afspraken gemaakt over mogelijke individuele ondersteuning. Alle docenten van het betreffende leerjaar en de teamleider zijn hierbij aanwezig. Minimaal 3x/jaar voert de mentor een voortgangsgesprek met de leerling. In dit gesprek richt de aandacht zich op de leerprestaties, het welbevinden, de ondersteuningsbehoefte en het toekomstperspectief van de leerling.
3.4. Basiskwaliteit van het onderwijs. De school stelt jaarlijks de effectiviteit van de ondersteuning en begeleiding vast Dit is terug te zien doordat: -‐ De school voldoet aan de inspectie-eisen op dit onderdeel in de standaard, -‐ De school jaarlijks een zelfevaluatie uitvoert aan de hand van het waarderingskader Inspectie -‐ De school jaarlijks een locatieplan opstelt waarin voorgenomen (verbeter)acties zijn vastgelegd. -‐ De school doelen heeft geformuleerd voor het ondersteuningsaanbod en beschreven heeft hoe zij die wil realiseren. -‐ De school kan aantonen welke ondersteuning en begeleiding zij aan leerlingen met een (extra) ondersteuningsbehoefte heeft geboden. -‐ De school jaarlijks met kernpartners de inzet en opbrengst van de ondersteuning en begeleiding evalueert. -‐ De school periodiek met leerling en ouders de inzet en opbrengst van ondersteuning en begeleiding aan de hand van het ondersteuningsplan evalueert.
-‐
De school onderzoekt jaarlijks de tevredenheid van de leerlingen over de school Zie resultaten tevredenheidsonderzoek op www.scholenopdekaart.nl
-‐
4 Extra ondersteuning Extra onderwijsondersteuning Binnen het samenwerkingsverband wordt een dekkende infrastructuur van extra onderwijsondersteuning ingericht om alle kinderen en jongeren met een extra ondersteuningsvraag een passend aanbod te bieden. Deze extra onderwijs-ondersteuning omvat alle vormen en combinaties van onderwijs, ondersteuning en/of zorg die de basisondersteuning overstijgen. De grens tussen basisondersteuning en extra ondersteuning wordt door het samenwerkingsverband bepaald. Aan de bovenkant wordt de extra ondersteuning begrensd door het beschikbare budget van het samenwerkingsverband. Arrangementen De extra onderwijsondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze kunnen variëren van licht curatief en tijdelijk van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard. Als uitgangspunt geldt dat – waar mogelijk – de leerling weer terugkeert op de reguliere school met inzet van de ondersteuningsstructuur van de school. Een arrangement bestaat uit meerdere onderdelen.: Het gaat om expertise, aandacht en tijd, voorzieningen, mogelijkheden van het gebouw en samenwerking met externe partners De extra ondersteuning van de school wordt handelingsgericht wordt geformuleerd en kan betrekking hebben op: • Leer- en ontwikkelingsondersteuning • Fysiek medische ondersteuning • Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning • Ondersteuning in de thuissituatie Grenzen VO school en leerlingkenmerken VSO De ondersteuningsbehoefte van de leerlingen kan de mogelijkheden van de reguliere VO school overstijgen. Te denken valt aan: • de veiligheid van leerlingen en medewerkers • de leerbaarheid en aanspreekbaarheid van leerlingen in relatie met voorgang leerproces van alle leerlingen • de leerling moet opgeleid kunnen worden naar een diploma • intensiteit en verantwoordelijkheden t.a.v. lichamelijke verzorging • mogelijkheden (ook financieel) tot aanpassing van het gebouw en aanschaf van middelen • het totaal aantal leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte en/of verdeling over de klassen (binnen het Samenwerkingsverband wordt een evenredig verdeling nagestreefd) Kenmerken van leerlingen, waarbij de ondersteuningsmogelijkheden van de regulier VO scholen worden overschreden (deze leerlingen kan een passender aanbod geboden worden op een VSO school): Leerlingkenmerken voor toelaatbaarheidsverklaring voortgezet speciaal onderwijs, nu cluster 3 en 4 (nog sterk in ontwikkeling) Categorie: Cognitie (nu ZML) Vastgesteld T IQ < 55 en zeer geringe sociale zelfredzaamheid. De volgende onderwijsondersteuningsbehoeften worden vastgesteld: • • •
op het niveau van een verstandelijke beperking aangepast lesaanbod en taalniveau; de leerling heeft een leeromgeving nodig die zeer prikkelarm en rustig is; de leerling heeft een instructie nodig in zeer kleine stappen met een vast stappenplan met zeer veel voortdurende en blijvende herhaling;
• •
• • • • •
de leraar functioneert als model en geeft altijd les volgens het model voordoen, samendoen, zelf-doen; de leerling heeft een aanpak nodig waarbij nieuwe vaardigheden moeten worden aangeleerd vanuit concrete ervaring en moeten aansluiten bij de belevingswereld van het kind; de leerling heeft activiteiten nodig die structuur bieden met een stap voor stap plan en die zelfcorrigerend zijn met directe feedback; de leerling heeft een leerkracht nodig die hem de tijd geeft om informatie te verwerken en hem beloont voor zijn inzet; de leerling heeft een leraar nodig die leerstof in hoeveelheid beperkt en structureert zodat de leerling succes kan ervaren; de leerling heeft altijd voor- en verlengde instructie nodig; de leerling heeft een leraar nodig die voortdurend ordening en structuur van buitenaf aanbiedt.
Categorie: Lichamelijke stoornis (nu LG en meervoudig MG) en langdurig ziek (nu LZ) Hoofdzakelijk lichamelijke beperking, in combinatie met werkhouding en/of sociaal-emotionele problemen. Zwaardere motorische, lichamelijke, en medische problemen, die tot ziek zijn leiden.. Onderwijsondersteuningsbehoeften liggen hoofdzakelijk op het gebied van: • • • • •
gespecialiseerde (medische- en revalidatie-) zorg en dat meerdere keren per dag; aangepaste onderwijs- en leeromgeving wat betreft ruimte, bed, verschoningsruimte, hygiëne, veiligheid; zelfredzaamheid / zelfstandigheid > een leraar en assistent die meer individuele hulp kan bieden: fysiek: hulp bij de dagelijkse verzorging; educatief: hulp bij organisatie- en planningsvaardigheden.
Categorie: gedragsproblematiek en sociaal-emotionele ontwikkeling (nu cluster 4) Werkhouding: •
• • •
de leerling heeft vaker en intensiever dan de andere leerlingen aandacht / aansturing / aanmoediging nodig in de taakcyclus; dit is meetbaar te maken door bijvoorbeeld het aantal keren dat de leraar moet langsgaan tijdens de GIP-rondes, of in een percentage (GIP staat voor: Groeps- en Individueel gericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leraar); toezicht op andere modellen zoals activerende of directe instructie in het vo. de leerling heeft vaker dan andere leerlingen remedial teaching nodig of voor meer vakken (niet als gevolg van laag IQ); de leerling heeft erg veel structuur en toezicht nodig; de leerling is in een trajectgroep geplaatst, maar valt ook daar uit.
Reactieve problemen/sociaal-emotioneel: • • • • Gedrag: •
de leerling heeft meerdere keren per week voorbereiding nodig op het gedrag in de vrije situatie / de pauze in de aula/ het wisselen van roosters e.d; de leerling heeft meer dan gemiddeld positieve feedback nodig; de leerling heeft meer dan gemiddeld communicatie nodig tussen school en ouders over de beleving op school; de leraar moet meer dan gemiddeld zijn best doen om contact te krijgen met de leerling. de leerling is een gevaar voor zich zelf of de omgeving, fysiek of verbaal ongewenst gedrag richting andere leerlingen of volwassenen, of richting zichzelf (bedreiging, intimidatie, daadwerkelijk geweld);
• • • •
heeft meerdere keren per week extra toezicht nodig in vrije situaties; heeft meerdere keren per dag bijsturing nodig op het storende gedrag in de klas; heeft meerdere keren per week (dag) extra stimulans nodig om mee te doen in de groep (samenwerken, contacten leggen); heeft meer dan gemiddeld communicatie nodig tussen school en ouders over het gedrag op school.
5 Onze ontwikkelagenda. De ambitie van alle scholen binnen het SWV is om de docenten zodanig te ondersteunen dat zij binnen 5 jaar in staat zijn handelingsgericht te werken, uitgaande van de verschillende ondersteuningsbehoeften van leerlingen. De ondersteuning zal geboden worden door orthopedagogen binnen de scholen en deskundigen vanuit de diensten Ambulante Begeleiding. De school participeert dit schooljaar in leerKRACHT, een initiatief van de Onderwijscoöperatie. Doel is om een kwaliteitsverbetering tot stand te brengen in de school en m.n. de expertise van docenten op de werkvloer te verhogen. Dit traject zal gedurende 2 jaar begeleid worden door een externe coach. Geaccordeerd d.d. 9-10-14