Inhoud Blz. 1.
Inleiding
2
2.
Algemene 2.1. 2.2 2.3
3.
Basisondersteuning Interventies, ondersteuningsstructuur, standaarden, inspectieoordeel
5
4.
Extra ondersteuning
7
5.
Randvoorwaarden
8
6.
Conclusies en ambities
8
gegevens contactgegevens visie kengetallen
Bijlagen: Bijlage 1: onderwijsondersteuningsstructuur: wie-wat-hoe Bijlage 2: Standaarden Basisondersteuning voorjaar 2014 Bijlage 3: meest recente inspectieoordeel (april 2013)
Verwijzing naar Ondersteuningsplan van Profi Pendi
2
Schoolondersteuningsprofiel (SOP) van SBO De Wenteltrap Versie: 8 mei 2014
1. Inleiding. De schoolbeschrijving brengt de eigen schoolsituatie, zowel kwalitatief als kwantitatief, in beeld. Het geeft informatie over de leerlingen, het team, het beschikbare budget en formatie, het onderwijs, de ondersteuningsbehoefte en –mogelijkheden. Doel van het SOP is ouders en andere belangstellenden te informeren over de (on)mogelijkheden van de school. Ook dient het SOP als basis voor het professionaliseringsbeleid. Tenslotte geeft het zicht op de plek van de school binnen het SWV en de mogelijkheden voor interne en externe ondersteuningsmogelijkheden. Omdat de feitelijke situatie tijdens het schooljaar zal veranderen, gaan we nu uit van een verwachte situatie aan het begin van het schooljaar 2014-2015 op 1 oktober 2014.
2. Algemene gegevens 2.1. Contactgegevens school Adres: Telefoonnummer: E-mail adres: Website: Naam directeur: Naam adjunct directeur: Naam intern begeleiders:
SBO De Wenteltrap; Baden Powellweg 3, 3401 RR IJsselstein 030-6884656
[email protected] www.sbodewenteltrap.nl Jan van Etten Leo Verleun Ellen Peekstok / Harriette van den IJssel
2.2 Visie Wij willen het kind helpen zich te ontwikkelen tot een zelfstandige jongere die met vertrouwen de toekomst tegemoet ziet. Op cognitief gebied (= wat betreft het leren) begeleiden, stimuleren en ondersteunen wij de kinderen en dagen hen uit. Aanleg en mogelijkheden zijn daarbij het belangrijkste uitgangspunt. Onze werkwijze is gebaseerd op de principes van ‘Adaptief Onderwijs’. De uitgangspunten zijn daarbij: Competentie ik kan het Autonomie ik kan het zelf Relatie ik kan het samen / ik hoor erbij
Je kunt dit stimuleren en ondersteunen door kinderen vertrouwen te geven. Als zij zelfvertrouwen ontwikkelen durven en kunnen zij meer. Door kinderen te leren dat ze veel dingen ook samen met anderen kunnen en mogen doen, wordt het leren niet alleen leuker maar ook waardevoller.
SOP SBO/OPDC De Wenteltrap
pagina 2
versie 2-7-2014
Waarom? Wij vinden dat kinderen recht hebben op een optimale en duurzame ontwikkeling. Voor die kinderen, waarbij dat niet op een reguliere basisschool kan, willen wij ons inzetten. Als blijkt dat wij ook niet aan de specifieke onderwijsbehoeften tegemoet kunnen komen, zullen wij meedenken waar het kind dan wel het beste begeleid kan worden. Wat? Wij zetten ons in om voor ieder kind de persoonlijk hoogst haalbare ontwikkeling mogelijk te maken. Dit uit zich in zowel de sociaal emotionele, de cognitieve, als de creatieve ontwikkeling. Hoe? Wij bieden onderwijs aan met moderne (bewezen) methoden. Wij gebruiken daarbij onze deskundigheid m.b.t. instructie en analyse. Wij volgen, beschrijven en analyseren systematisch de ontwikkeling van het kind. Daardoor kunnen wij telkens opnieuw vaststellen of wij op de goede weg zijn. Het is van belang om vast te stellen of de ontwikkeling al dan niet volgens verwachting verloopt en te analyseren waardoor dat komt. Om de bovenstaande doelstelling waar te kunnen maken, stellen wij van alle kinderen een ontwikkelingsprofiel en een ontwikkelingsperspectief (OPP) op. Tijdens de schoolloopbaan gaan wij na of er voldoende ontwikkeling is. Als die achterblijft bij de verwachting, onderzoeken wij samen met de ouders/verzorgers en het kind wat de oorzaak daarvan is. Daarna bespreken wij met elkaar wat nodig is om alsnog de gewenste ontwikkeling in gang te zetten. Zo nodig passen wij het OPP daarbij aan. In de visie hebben wij beschreven waarop ons handelen is gebaseerd. Wij streven ernaar dat dat in onze school echt zichtbaar is.
SOP SBO/OPDC De Wenteltrap
pagina 3
versie 2-7-2014
2.3. Kengetallen Hier wordt de leerling-populatie en diversiteit van de school beschreven. Ook geven wij een overzicht van de ‘uitstroomniveaus’ van de afgelopen 4 jaar. In 2.3.1 wordt de diversiteitomvang van de leerling-populatie van de school weergegeven. Het totaal aantal leerlingen per leerjaar en de school wordt aangegeven in de eerste regel “Totaal aantal leerlingen”. (*) Tussen april en de zomervakantie verwachten wij nog nieuwe inschrijvingen. Het totaal aantal leerlingen wordt zeer waarschijnlijk dus nog hoger.
De leerlingen worden vervolgens verdeeld over vijf categorieën, deze zijn: 1. Leerlingen met een SBO – indicatie. 2. Leerlingen met een SBO – indicatie en daarnaast een complexe ondersteuningsvraag. 3. Leerlingen met een SBO – indicatie en daarnaast een zeer complexe ondersteuningsvraag. 4. Leerlingen met een SO – indicatie, cluster 1 en 2. 5. Leerlingen met een SO – indicatie, cluster 3 en 4. Elke leerling kan slechts eenmaal in één van de categorieën voorkomen. Op basis van deze gegevens worden het diversiteitquotiënt en profiel vastgesteld. Een score van 1 of minder betekent een standaard diversiteit of minder. Is een score 1,5 of hoger dan is er sprake is van een verhoogde mate van diversiteit, zodat extra ondersteuning noodzakelijk kan zijn. 2.3.1. Diversiteitomvang per leerjaar: Stand per 1-10-2014 (aanname april 2014) (*) Groepen
JRLA JRLB
3
4
5
6
7
8
Totaal
Totaal aantal leerlingen 10 8 25 17 30 34 39 42 per leerjaar Uitsplitsing per leerjaar voor leerlingen met diverse onderwijs –ondersteuningsvragen Met ‘zwaarte indicatie’. SBO leerlingen; 1. 8 4 15 9 13 12 11 5
205
SBO leerlingen met complexe ondersteuningsvragen; 1,50. SBO leerlingen met zeer 2 complexe ondersteuningsvragen; 1,75 Leerlingen met een SO – indicatie (1 en 2) 1,75 Leerlingen voor cluster 1.
2 3
6
7
14
4
8
18
32
17
14
17
80
1
1
1 1
1
1
1
1
1
1
Leerlingen voor cluster 4. Subtotaal (in aantallen) TOTAAL (in ‘zwaarte’) Gemiddelde llng-zwaarte
2
1
Leerlingen voor cluster 2. Leerlingen met een SO – indicatie (3 en 4) 2 Leerlingen voor cluster 3.
77
3
5
1 2
14
1
4
3 30
2
10
39
42
205
10
8
25
17
11,5
11.25
32,25
23,25 43,5
49,75 59,25 65,75 297
1,2
1,4
1.3
1,4
1,5
1,5
34
5
1,5
1,6
1,4
2.3.2. Leerlingaantallen op schoolniveau per 1-10 2014. (aanname april 2014) Leerlingen Totaal aantal leerlingen. Aantal leerlingen categorie 1. (zwaarte 1) Aantal leerlingen categorie 2 (complex) (zwaarte 1,50) Aantal leerlingen categorie 3 (zeer complex) (zwaarte 1,75) Aantal leerlingen categorie 4 (cluster 1 en 2) (zwaarte 1,75) Aantal leerlingen categorie 5 (cluster 3 en 4) (zwaarte 2,0) Percentage leerlingen met een extra ondersteuningsvraag.
SOP SBO/OPDC De Wenteltrap
pagina 4
aantal 205 77 32 80 2 14 128
percentage 100% 38% 16% 39% 1% 7% 62%
versie 2-7-2014
2.3.3. uitstroomgegevens (laatste 4 jaar)
overzicht gemiddelde uitstroom periode '11 t/m '14 schooltype Praktijkonderwijs
Gemiddelde uitstroom in % 15,4%
BBL + LWOO
54,5%
BBL
3,2%
KBL + LWOO
6,4%
KBL
8,3%
GL + LWOO
0,0%
GL
0,0%
TL + LWOO
0,0%
TL
5,1%
TL-Havo
3,2%
VSO
3,8% 100%
Gemiddelde uitstroom in % 60% 50% 40% 30% 20% 10% O VS
av o
TL
TL -H
TL
+
LW
O O
G L
O O
L G L
+
LW
KB
O O
L
LW
BB
+ L KB
Pr ak
tij k
on de rw BB ijs L + LW O O
0%
schooltype trend uitstroom 2011-2014
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2011
SOP SBO/OPDC De Wenteltrap
2012
2013
pagina 5
2014
Praktijkonderwijs VMBO BBL + LWOO BBL KBL + LWOO KBL GL + LWOO GL TL + LWOO TL TL-Havo VSO
versie 2-7-2014
3. Basisondersteuning a. preventieve en licht curatieve interventies vroegtijdige signalering van leer- opgroei en opvoedproblemen veilig schoolklimaat aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie toegankelijk schoolgebouw aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen protocol voor medische handelingen b. onderwijsondersteuningsstructuur functies en taakprofielen; zie bijlage 1 (gemiddelde) groepsgrootte en beschikbare formatie; zie bijlage 1 gecertificeerde expertise; zie bijlage 1 beschikbare professionals van buiten de school; zie bijlage 1 samenwerkingsrelaties, ook met organisaties voor jeugdhulp; zie bijlage 1 c. planmatig werken volgens indicatoren inspectie en HGW; zie bijlage 2 d. basiskwaliteit volgens het meest recente inspectieoordeel; zie bijlage 3 Bijlage 1: onderwijsondersteuningsstructuur: wie-wat-hoe Bijlage 2: Standaarden Basisondersteuning voorjaar 2014 Bijlage 3: meest recente inspectieoordeel (april 2013)
SOP SBO/OPDC De Wenteltrap
pagina 6
versie 2-7-2014
4. Extra ondersteuning Extra ondersteuning wordt omschreven in termen van ‘arrangementen’ die al dan niet structureel onderdeel uitmaken van het onderwijsaanbod van de school. Een arrangement bestaat uit 5 componenten: a. deskundigheid b. aandacht en tijd c. voorzieningen, programma’s, methodieken d. mogelijkheden van het schoolgebouw e. samenwerking met ouders en externe ondersteuners
SBO/OPDC De Wenteltrap Arrangement/doelgroep Kinderen bij wie het aanleren van de schoolse vaardigheden en/of de ontwikkeling van de persoonlijkheid niet als vanzelfsprekend verloopt binnen het basisonderwijs. Mogelijke oorzaken kunnen zijn: beperkte cognitieve mogelijkheden (ondergrens is een IQ van 55); een complexe problematiek zoals: - een algehele ontwikkelingsachterstand, - een specifieke leerstoornis (bijv.ernstige dyslexie), - problemen in het autistisch spectrum, - gedragsproblemen , - problemen op het gebied van spraak/taal, - epilepsie en/of een (andere) lichamelijke beperking;
ondanks een gemiddelde en/of bovengemiddelde intelligentie niet tot leren komend; sociaal-emotionele problemen en/of een problematische thuissituatie; een specifieke gedragsstoornis.
Voor alle kinderen geldt dat er per kind gekeken wordt of de ondersteuningsvraag van het kind past binnen de mogelijkheden van SBO De Wenteltrap. Verder werken wij met een andere basisaanpak dan het reguliere bao. Voorbeelden: - voor alle kinderen een OPP (ontwikkelingsperspectief) het OPP is het uitgangspunt - meer mogelijkheden voor individuele begeleiding - meer aanvullende ondersteuning binnen de school - gemiddeld kleinere groepen en meer maatwerk t.a.v. leerstofaanbod
SOP SBO/OPDC De Wenteltrap
pagina 7
flexibele arrangementen onderzoek en diagnostiek; trainingen (intern en extern) op het gebied van gedrag, DGM, coöperatieve werkvormen en woordenschatontwikkeling; ontwikkeling van materialen t.b.v. stimulering taalontwikkeling voor het jonge kind (‘boekenkoffers’); coaching voor externen (bijvoorbeeld leerkrachten basisonderwijs); observatie en advies m.b.t. leerlingen binnen het bao; zorgloket: advies aan scholen en ouders o.a. bij clusteraanvragen, informatie en verwijzing naar andere hulpverleners; ondersteuning bij het opstellen van ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen in het bao; Logopedische screening en ondersteuning bij Cluster 2aanvragen; inzet Kind en Motoriek voor kinderoefentherapie of advies op motorisch gebied; PMKT(psychomotorische kind therapie). kindbegeleiding (individueel en/of in een groepje) op sociaal-emotioneel gebied; sociale vaardigheidstraining; schoolmaatschappelijk werk; video-interactiebegeleiding (v.a. 2014-2015).
versie 2-7-2014
5. Randvoorwaarden Wat zijn de grenzen van de ondersteuning die de school kan bieden. Voor kinderen die meer ondersteuning nodig hebben dan wij middels onze basisondersteuning (hoofdstuk 3) en extra ondersteuning (hoofdstuk 4) kunnen bieden, zullen wij actief mee zoeken naar de meest geschikte en meest thuisnabije onderwijssetting. Wij doen dat in overleg met de ouders/verzorgers en externe deskundigen (bijvoorbeeld van scholen voor speciaal onderwijs). Wij beschikken over een groot netwerk (sociale kaart), waardoor we vaak snel met de juiste persoon of instantie in contact kunnen komen. Als de veiligheid van de kinderen en ons personeel niet gewaarborgd kan zijn, zal altijd een oplossing gezocht moeten worden buiten onze instelling. 6. Conclusie en ambities Welke ondersteuningsmogelijkheden wil de school in de nabije toekomst realiseren? Wij willen onderwijsondersteuning kunnen blijven bieden aan kinderen die geholpen zijn met ons aanbod uit de basis- en extra ondersteuning. Uit bijlage 2 blijkt dat wij onze basisondersteuning nog verder moeten ontwikkelen op de volgende aspecten: o
De school werkt met groepsplannen waarin het onderwijs op drie niveaus wordt aangeboden en wordt gewaarborgd dat alle leerlingen minimaal alle essentiële (tussen)doelen bereiken.
o
De school betrekt ouders en leerlingen bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van het ondersteuningsarrangement en maakt samen met de leerling en de ouders afspraken over de begeleiding en wie waarvoor verantwoordelijk is.
Het is onze ambitie om uiterlijk bij aanvang van het schooljaar 2016-2017 ook deze onderdelen in ruime mate in onze school geïmplementeerd te hebben. In het schooljaar 2013-2014 zijn dit al speerpunten geweest en onderdeel van studiemomenten. Wij willen onze expertise beschikbaar stellen om ondersteuning voor kinderen en hun ouders/verzorgers (ook voor kinderen buiten onze eigen school) te optimaliseren. Wij willen onze positie binnen het Samenwerkingsverband graag blijven invullen, zoals dat tot op heden praktijk is. Wij willen bijdragen aan het verhogen van ondersteuningskwaliteit op de basisscholen, zodat Passend Onderwijs vooral daar zichtbaar wordt. Wat voor ons nog onzeker is, is de ontwikkeling m.b.t. de Transitie Jeugdzorg. Vooralsnog lijkt het erop dat wij als school een deel van onze autonomie moeten afstaan aan gemeentelijk ingerichte jeugdteams. Onze zorg is dat daarmee de handelingssnelheid en de inzet van eigen expertise ondergeschikt wordt gemaakt aan een ‘nieuw model’. Door volop te participeren in de gemeentelijke ontwikkelingen proberen we schade te voorkomen en optimaal bij te dragen aan de ondersteuning die wij allen voor ogen hebben.
SOP SBO/OPDC De Wenteltrap
pagina 8
versie 2-7-2014