8 juli
juli 2011
Inleiding Halverwege het jaar is hier weer onze Nieuwsbrief. De meldingen van 2010 zijn verwerkt en geanalyseerd en de recente literatuur is bekeken op nieuwe oorzaken, nieuwe risico’s en andere relevante wetenswaardigheden. Samenvattingen hiervan zijn toegevoegd. Wij wensen u veel leesplezier.
Inhoud Als deelnemer aan het Peilstation willen we u eerst weer deelgenoot maken van het resultaat van uw meldingen met een 6-jaars overzicht. Deze worden besproken naar voornaamste diagnoses,
In dit nummer Overzicht van de meldingen p.2 Aantal meldingen en aantal teruggestuurde kaarten Diagnosen Interstitiële longaandoeningen Beroepsgerelateerde astma & rhinitis Vergelijking meldingen bedrijfsartsen Literatuurbespreking p. 7 Wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen Proefschriften en review Oorzaken en risicofactoren Agenda p. 12 Logistiek van het melden p. 13
Contactgegevens Dr. T.M. Pal / drs. G.J. de Groene Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Coronel Instituut AMC Postbus 22660 1100 DD Amsterdam Tel: 020-5665387 fax: 020-5669288 E-mail:
[email protected] Dr. J.M. Rooijackers Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen Postbus 8605 3503 RP Utrecht Tel: 06- 45408864 E-mail:
[email protected]
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
juli 2011
sectoren en blootstelling. Vervolgens een toch niet geheel willekeurige selectie van in onze ogen relevante maar vooral ook interessante informatie over recent verschenen publicaties op het gebied van beroepslongaandoeningen. Als afsluiting volgt de agenda met aankondiging van aan te bevelen lezingen en congressen. We hopen u met de inhoud van deze Nieuwsbrief weer nieuwe inspiratie te geven om uw gevallen te signaleren en aan ons te melden.
Overzicht van de meldingen Aantal meldingen en aantal teruggestuurde kaarten In 2010 werd 16% (2009: 15%) van de meldingskaarten teruggestuurd, waarvan 26% met een melding van longaandoeningen. Na de lichte stijging in 2009 (n=55) bleef het aantal teruggestuurde kaarten in 2010 ongeveer gelijk (n=54). Het aantal beroepslongaandoeningen liep ten opzichte van 2009 (n=54) sterk terug in 2010 (n=32). Het grootste aantal meldingen is weer afkomstig van academische centra met specifieke expertise op het gebied van beroepslongaandoeningen. In 2010 hebben 3 artsen hun deelname aan het PAL project beëindigd.
Overzicht aantal meldingen 400 350 aantal verzonden kaarten
300
aantal kaarten retour
Aantal
250 200 150
aantal kaarten zonder meldingen
100
aantal meldingen
50 0 2005
2006
2007
2008
2009
2010
Jaar Figuur 1 Aantal meldingen en aantal teruggestuurde kaarten in 2005 t/m 2010
Diagnosen Aantallen Afgelopen jaar zijn er 32 longaandoeningen gemeld door de aan het Peilstation deelnemende longartsen. De interstitiële longaandoeningen staan met 15 meldingen op de eerste plaats. Op de tweede plaats staat het beroepsgerelateerde astma met 11 meldingen en op de derde plaats de overige aandoeningen met 3 meldingen, zie tabel 1.
Pagina 2 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
Diagnose Beroepsgerelateerd astma
juli 2011
2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal 14
25
47
30
10
11
137 75
Allergische rhinitis
0
2
42
23
7
1
Interstitiële Longaandoening
3
2
10
4
29
15
63
Overige aandoeningen
1
0
4
2
1
3
11
Pleura-aandoeningen
2
0
0
1
6
1
10
Chronisch Obstructief Lijden
1
1
1
0
0
1
4
Longkanker
0
1
0
0
1
0
2
Totaal
21
31
104
60
54
32
302
Tabel 1 Meldingen van longartsen/ allergologen binnen het PAL project in de periode 2005 t/m 2010
Interstitiële longaandoeningen. De interstitiële longaandoeningen zijn met 15 meldingen het meest gerapporteerd. Deze komen vrijwel allemaal uit de bouw. In de bouwnijverheid is in 2007 gestart met de actieve opsporing van silicose nadat uit eerdere onderzoeken was gebleken dat er in deze sector duidelijk rekening moet worden gehouden met het optreden van deze beroepslongaandoening. Aangezien er geen therapie voor silicose bestaat, is het van belang deze aandoening vroeg op te sporen om verdere expositie en daarmee progressie van de aandoening te voorkomen. Met behulp van een diagnostisch model kan de waarschijnlijkheid van de aanwezigheid van de aandoening worden geschat (Suarthana et al 2007). In dit diagnostisch model wordt gekeken naar de volgende parameters: leeftijd (>40 jaar), rookgewoonten (roker), een functie met een relatief hoge blootstelling, 15 jaar of langer werkzaam in de bouw en een FEV1 < -1 SD ten opzichte van wat voorspeld is. Vervolgens worden werknemers met een hoog risico voor nader medisch onderzoek verwezen naar het NKAL (Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen) in samenwerking met het UMCU (Universitair Medisch Centrum Utrecht). Het NKAL-onderzoek bestaat onder andere uit een low dose high resolution CT-scan (HRCT) en longfunctieonderzoek. Dit actieve opsporingsprogramma in de bouw heeft een continu karakter. Meijer et al. (2011) hebben pneumoconiose en emfyseem onderzocht bij bouwvakkers met behulp van HRCT en longfunctie. Laaggradige silicose kon niet worden uitgesloten bij bouwvakkers met een normale X-thorax. Bij bouw vakkers met een relatief hoge expositie werd een zevenvoudig verhoogd risico gevonden op nodulaire silicose. Emfyseem op de HRCT was geassocieerd met roken in het heden of verleden, maar niet met expositie aan kwartsstof, en leidde tot een gereduceerde diffusie capaciteit. ‘Airflow limitation’ werd voornamelijk bepaald door het huidige rookgedrag en was niet geassocieerd met nodulaire silicose.
Literatuur •
•
•
Meijer E, Tjoe Nij E, Kraus T, van der Zee JS, van Delden O, van Leeuwen M, Lammers JW, Heederik D. Pneumoconiosis and emphysema in construction workers: results of HRCT and lung function finding. Occup Environ Med 2011; 68:542-546 Suarthana E, Moons KGM, Heederik D, Meijer E. A simple diagnostic model for ruling out pneumoconiosis among Construction workers. Occ Environ Med 2007; 64:595-601.et al 2007 Pal TM. Diagnostisch model voor screening op pneumoconiose in de bouwnijverheid. TBV 2008; 4:177.
Pagina 3 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
juli 2011
Astma en rhinitis In tabel 2 wordt een onderverdeling gemaakt van de diagnose astma in ‘beroepsgebonden astma’ of wel het door het werk verergerd astma, en het ‘beroepsastma’ veroorzaakt door het werk met de onderverdeling immunologisch t.o.v. niet-immunologisch. De opvallende stijging in 2007 van het aantal meldingen van astma (n=47) en rhinitis (n=42) (tabel 1) komt geheel voor rekening van gevallen van meelstof allergie. Vergeleken met 2007 is er in 2010 voor astma (n=11) en rhinitis (n=1) een forse daling van het aantal meldingen te zien nu het bakkersproject is afgerond. Het aantal meldingen van niet-immunologisch beroepsastma en door het werk verergerend astma (in de meldingen beroepsgebonden astma) (tabel 2) laat vanaf 2005 tot en met 2010 slechts geringe fluctuaties zien.
Diagnose
2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal
Beroepsgebonden astma
9
12
9
4
3
5
42
Beroepsastma immunologisch
1
8
34
21
7
4
75
Beroepsastma niet-immunologisch
4
5
4
5
0
2
20
Total
14
25
47
30
10
11
137
Tabel 2 Specifieke diagnosen van beroepsgerelateerd astma in de periode 2005 t/m 2010
Sectoren astma en rhinitis In de tabellen 3 en 4 wordt een overzicht gegeven van de sectoren waaruit de astma respectievelijk de rhinitis meldingen afkomstig zijn. Sector
2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal
Voedingssector
0
8
31
13
2
3
57
Industrie
1
3
4
5
3
4
20
Overige sectoren
2
4
3
3
1
1
14
Agrarische sector
4
3
2
1
1
0
11
Schoonmaaksector
1
0
3
3
1
0
8
Metaalsector
1
1
1
0
1
2
6
Cosmetica en lichaamsverzorging
2
1
0
1
0
1
5
Gezondheidszorg
0
3
2
0
0
0
5
Transport
0
0
1
1
1
0
3
Detailhandel
1
1
0
1
0
0
3
Bouwnijverheid
1
1
0
1
0
0
3
Onderwijs
0
0
0
1
0
0
1
Publieke dienstverlening
1
0
0
0
0
0
1
Total
14
25
47
30
10
11
137
Tabel 3 Sectoren waaruit meldingen van beroepsgerelateerde astma afkomstig waren in de periode 2005 t/m 2010
Pagina 4 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
Sector
juli 2011
2005 2006 2007 2008 2009 2010 Totaal
Voedingssector
0
0
36
20
2
1
59
Industrie
0
1
3
2
1
0
7
Overige sectoren
0
0
1
0
3
0
4
Agrarische sector
0
1
1
0
1
0
3
Metaalsector
0
0
0
1
0
0
1
Gezondheidszorg
0
0
1
0
0
0
1
Total
0
2
42
23
7
1
75
Tabel 4 Sectoren waaruit meldingen van beroepsgerelateerde allergische rhinitis afkomstig waren in de periode 2005 t/m 2010
Oorzakelijke blootstelling Een overzicht van de aangegeven oorzakelijke blootstellingen bij de meldingen van astma, rhinitis en interstitiële longaandoeningen is weergegeven in tabel 5.
Oorzakelijke blootstelling
Beroepsgebonden astma
Allergische rhinitis
Interstitiële longaandoeningen
Silica (kristallen incl. kwarts, cristobaliet, etc)
0
0
12
Onbekend
3
0
2
Meel, bloem
2
1
0
Andere isocyanaten
1
0
0
Planten
1
0
0
Hout en houtstof (cedar woodoil)
1
0
0
Antibiotica
0
0
1
Nikkel
1
0
0
Zepen en detergentia, emulgatoren
1
0
0
Lijmen ongespec.
1
0
0
Totaal
11
1
15
Tabel 5 Oorzakelijke blootstellingen bij de meldingen van beroeps(gebonden) astma en allergische rhinitis en interstitiële longaandoeningen binnen het Peilstation Arbeidsgebonden Longaandoeningen (PAL) in 2010
De tabel spreekt voor zich. Duidelijk is dat de meerderheid van de meldingen van interstitiële longaandoeningen meldingen van silicose betreffen. Van de meldingen van beroepsgebonden astma en allergische rhinitis komen er drie meldingen van blootstelling aan allergenen aanwezig in de bakkersbranche. Bij de overige agentia, die als oorzakelijk zijn aangegeven bij de meldingen van (beroepsgerelateerd) astma gaat het steeds om een klein aantal waarnemingen. Het gaat hier dan overigens wel om stoffen waarvan bekend is uit de literatuur dat zij astma kunnen veroorzaken. Hoewel in de ons omringende landen en dan vooral in de UK isocyanaatastma een van de meest
Pagina 5 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
juli 2011
voorkomende oorzaken van beroepsastma is, zien we dit door de jaren heen niet terug in de meldingen in Nederland. Het aantal meldingen van isocyanaatastma is al jaren laag.
Vergelijking met meldingen door bedrijfsartsen In 2010 kreeg het NCvB 117 meldingen van long- en luchtwegaandoeningen, gelijk aan de 117 meldingen in 2009. Van de meldingen is 24,8% (2009: 27,4%) gesignaleerd tijdens de verzuimbegeleiding, 55,6% (2009: 26,5%) tijdens het Preventief Medisch Onderzoek (PMO) en 17,9% (2009: 22,2%) tijdens het arbeidsgezondheidskundig spreekuur. Tabel 6 geeft de verdeling weer naar het type aandoening. Het grootste deel van de gevallen komt voor rekening van respectievelijk beroepsastma, overige aandoeningen van de luchtwegen en longen, positieve Mantoux omslag bij de screening op tuberculose en aandoeningen van de bovenste luchtwegen nemen. De overige aandoeningen van de luchtwegen en longen betreft vooral niet nader gespecificeerde diagnoses (18). Bij de bovenste luchtwegen is nog een onderverdeling te maken in allergische klachten (8), chronische ontsteking van de neusbijholtes (3) en meldingen van de gevolgen van luchtdrukverschillen op neusbijholten en oren (barotrauma) (2).
Aandoening
2005
2006
2007
2008
2009
2010
(Beroeps)astma
40
24
29
41
23
22
Extrinsieke allergische alveolitis
3
3
7
2
2
1
Toxische inhalatiekoorts/alveolitis
1
3
3
2
1
0
Chronische luchtwegobstructie
12
9
7
10
12
13
Aandoeningen van de bovenste luchtwegen
50
35
43
34
29
15
Stoflongen
2
2
4
6
10
11
Tuberculose
17
4
1
9
15
19
Overige long- en luchtweginfecties
9
5
3
3
6
9
Mesothelioom
11
8
8
8
6
5
Longkanker/keelkanker/neus Kanker
2
1
1
0
2
2
Overige aandoeningen van de luchtwegen en longen
6
10
5
8
11
20
153
104
111
123
117
117
Totaal
Tabel 6 Diagnose overzicht aantal meldingen door bedrijfsartsen van long- en luchtwegaandoeningen van 2005 t/m 2010
Veruit de meeste meldingen kwamen uit de sector bouwnijverheid (57,3%). De bijdrage van de overige sectoren binnen de top 5 (gezondheidszorg en maatschappelijk dienstverlening, industrie, vervoer en opslag, openbaar bestuur en defensie) varieert van 18,8% tot 2,6%. De uitsplitsing naar beroepen vormt een weerspiegeling van de onderverdeling naar sectoren. De top 3 van beroepsklassen wordt aangevoerd door vakkrachten in de bouwnijverheid, gevolgd door hogere en middelbare landbouw- en paramedische beroepen en middelbare verpleegkundigen, en machinebedieners en montagemedewerkers. Deze beroepsklassen vertegenwoordigen 60% van de meldingen.
Pagina 6 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
juli 2011
Literatuurbespreking Wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen Rapporten Gezondheidsraad De Gezondheidsraad heeft in 2010 drie adviezen over gezonde arbeidsomstandigheden gepubliceerd die betrekking hebben op het voorkómen van aandoeningen van de luchtwegen. Aluminium en aluminiumverbindingen – Gezondheidskundige advieswaarde Aluminium, aluminiumpoeder, aluminiumlegeringen en aluminiumverbindingen worden in uiteenlopende bedrijfstakken verwerkt. Voor een specifieke aluminiumverbinding, aluminiumchloorhydraat is een gezondheidskundige advieswaarde vastgesteld van 0,05 mg/m3 (inhaleerbare stof; acht uur tijdgewogen gemiddelde). Voor andere aluminiumverbindingen en voor aluminium zelf is het vaststellen van een veilige blootstelling vooralsnog niet mogelijk door een gebrek aan wetenschappelijke kennis; een limietwaarde vaststellen voor deze stoffen is daarmee nog niet mogelijk. Endotoxinen – Gezondheidskundige advieswaarde Beroepsmatige blootstelling aan endotoxinen komt vooral voor in de agrarische sector en aanverwante bedrijfstakken. Dit heeft geleid tot een aanbeveling voor een gezondheidskundige advieswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan endotoxinen van 90 EU/m3, gemiddeld over een achturige werkdag. (EU= Endotoxin Unit; 10 EU= 1 ng endotoxine) Cyclische zuuranhydriden - Gezondheidskundige advieswaarde Cyclische zuuranhydriden worden gebruikt in de chemische industrie, vooral bij de productie van polyesters, plastics en harsen. Het risico op allergische overgevoeligheid is in kaart gebracht voor trimellietzuur-anhydride (TMA) en hexahydroftaalzuuranhydride (HHPA). Voor andere cyclische zuuranhydriden worden geen aanbevelingen gedaan vanwege een gebrek aan goede gegevens. De gezondheidskundige advieswaarde voor TMA is 0,18 microgram/m3 3 en voor HHPA: 0,007 microgram/m als een gemiddelde concentratie over een achturige werkdag. Dit correspondeert met een extra risico van 0,1% door beroepsmatige blootstelling.
Literatuur •
www.gezondheidsraad.nl/nl/adviezen
Beleidsverklaring American Thoracic Society over COPD De American Thoracic Society heeft een openbare beleidsverklaring gepubliceerd over nieuwe risicofactoren en de mondiale last van COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Diseases). Eisner et al (2010) concluderen na uitgebreid literatuuronderzoek dat er sterk bewijs is voor een oorzakelijke relatie tussen COPD en de expositie aan agentia in het werk. De belangrijkste risicofactor voor het ontwikkelen van COPD is echter roken. Sterk bewijs is er tevens voor de invloed van genetische afwijkingen zoals het α1-antitrypsine deficiëntie. Minder sterk is de bewijslast voor de invloed van luchtvervuiling, meeroken, rook van biomassa en dieetfactoren.
Literatuur •
Eisner MD, Anthonisen N, Coultas D, Kuenzli N, Perez-Padilla R et al. An official American Thoracic Society public policy statement: Novel risk factors and the global burden of chronic obstructive pulmonary disease. Am J Respir Crit Care Med. 2010 Sep 1; 182(5):693-718
Pagina 7 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
juli 2011
Position paper m.b.t. preventie van allergie bij leerlingen. Leerlingen lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van werkgerelateerde allergische luchtwegaandoeningen. Dit consensus document geeft suggesties voor de aanpak hiervan. Deze suggesties zijn gebaseerd op wetenschappelijk bewijs en op de expertise van een panel van ter zake kundige artsen. Leerlingen met expositie aan allergenen met een hoog molecuul gewicht hebben vaker een specifieke sensibilisatie voor werkgerelateerde allergenen die een relatie hebben met atopie en bronchiale hyperreactiviteit (BH). De incidentie van werkgerelateerde klachten is hoger in de eerste 2-3 jaren na het begin van de expositie en nemen daarna af. Werkgerelateerde rhinitis en astma komen meer voor bij degenen die al bekend zijn met allergische rhinitis en/of BH. Voor verschillende allergenen zoals enzymen, groen koffie-, castor- en sojabonen, meel, proefdieren en allergenen uit de kassenteelt is bekend dat sensibilisatie voor veel voorkomende inhalatieallergenen geassocieerd is met het ontwikkelen van werkgerelateerde luchtwegklachten. Atopie kan interacteren met de relatie van expositie en respons. Aanwijzingen worden gegeven voor gezondheidmonitoring en preventie.
Literatuur •
Moscato G, Pala G, Boillat MA, Folletti I, Gerth van Wijk R et al. EAACI Position Paper; Prevention of work-related respiratory allergies among pre-apprentices or apprentices and young workers. Allergy 2011; DOI:10.1111/j.1398-9995.2100.02615.x.
Nieuwe Registratierichtlijnen NCvB In 2010 zijn door het NCvB twee nieuwe registratierichtlijnen op het gebied van de luchtwegaandoeningen uitgegeven: werkgerelateerde rhinitis en werkgerelateerde stemstoornis. In deze richtlijnen worden de diagnostische en meldingscriteria beschreven voor bedrijfsartsen. Beide registratierichtlijnen zijn vergezeld van achtergronddocumenten waarin de wetenschappelijke literatuur is samengevat.
Literatuur •
www.beroepsziekten.nl
Proefschriften en review In november 2010 is bedrijfsarts F. van Rooy gepromoveerd op zijn proefschrift ‘An interdisciplinary approach to occupational respiratory disorders’. In het proefschrift wordt een multidisciplinaire benadering van de bedrijfsgezondheidszorg verkend voor wat betreft arbeidsgerelateerde respiratoire (long en luchtweg) aandoeningen in verschillende werknemerspopulaties. De benadering wordt geïllustreerd aan de hand van een aantal studies. De beschreven studies exploreren de arbeidsgerelateerde problemen op interdisciplinaire wijze door concepten uit de arbeidshygiëne, arbeidsgeneeskunde, epidemiologie en klinische gezondheidszorg te integreren. Vier studies zijn beschreven. De eerste studie is gedaan bij werknemers van een chemische fabriek waar diacetyl werd geproduceerd en er werd gekeken naar het voorkomen van het bronchiolitis obliterans syndroom (BOS). Van Rooy et al. detecteerden vier nieuwe gevallen en deden vervolgens een epidemiologisch onderzoek in een groep (ex-)werknemers. De tweede studie had plaats in een fabriek waar vloeibare wasmiddelen werden geproduceerd. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat de werknemers die werden blootgesteld aan enzymen in vloeibare wasmiddelen het risico liepen gesensibiliseerd te raken en een respiratoire allergie te ontwikkelen. Dit was de eerste keer dat dergelijke casuïstiek in de literatuur werd beschreven. Een derde studie betrof respiratoire klachten bij werknemers in een aluminium producerend bedrijf. Piekblootstelling aan fluoride leek daarbij een grote rol te spelen, aangezien de gemiddelde blootstelling aan ander factoren als inhaleerbaar stof, metalen, waterstoffluoride, fluorzouten en zwaveldioxide relatief
Pagina 8 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
juli 2011
laag was in vergelijking tot de referentiewaarden. In de vierde studie ging het om het ontwerpen van een eenvoudig triage systeem om gevallen van beroepsastma bij bakkerijmedewerkers beter op te sporen. Van Rooy constateert dat er helaas geen publieke geldmiddelen beschikbaar blijken te zijn voor de verdere ontwikkeling van deze specifieke vorm van bedrijfsgezondheidszorg, noch op nationaal noch op Europees niveau. Zodoende is het een uitdaging voor alle betrokken aandeelhouders (werknemers, werkgevers, overheid, verzekeringsmaatschappijen en professionals in de bedrijfsgezondheidszorg) om de boven beschreven integrale vorm van bedrijfsgezondheidszorg verder te ontwikkelen.
Literatuur •
Rooy van FGBGJ. Proefschrift ‘An interdisciplinary approach to occupational respiratory disorders’ Universiteit Utrecht. 2010
In april 2011 is toxicoloog F. Greven gepromoveerd op zijn proefschrift ‘Respiratory effects of fire smoke exposure in firefighters and the general population’. Zijn betrokkenheid bij de nasleep van de ‘ATF-brand’, een brand in een opslagplaats voor gevaarlijk afval in 2000, leidde tot het idee om een wetenschappelijk onderzoek op te zetten rondom het Reactive Airways Dysfunction Syndrome (RADS) bij milieu-incidenten. Zo werd de relatie onderzocht tussen blootstelling aan rook van branden en het voorkomen van effecten op de luchtwegen bij hulpverleners en de algemene bevolking. Hiertoe zijn enquêtes uitgevoerd en medisch onderzoek bestaande uit o.a. longfunctieonderzoek, een (histamine of methacholine) provocatietest, immunologisch onderzoek en bepaling van serum pneumoproteïnen bij bewoners en hulpverleners die aan branden waren blootgesteld. Uit analyse van 138 mensen geëxposeerd aan de rook bij de ‘ATF-brand’ bleken de 25 mogelijke RADS casussen meer blootgesteld dan de 99 controles. Vervolgens werd het onderzoek gericht op brandweerlieden. Uit een Nederlandse web-based studie onder 1330 brandweerlieden bleek een statistisch verband tussen luchtwegklachten en het aantal branden dat men had bestreden in de voorafgaande 12 maanden. Een sterke relatie werd gevonden voor een inhalatie-incident en luchtwegklachten. In een deelpopulatie van 402 uit de bovengenoemde populatie brandweerlieden bleek hyperreactiviteit geassocieerd te zijn met het aantal branden dat men had bestreden. Bij beide onderzoeken bleken atopici een verhoogd risico te hebben op luchtwegklachten. Persoonlijke beschermingsmiddelen werden niet optimaal gebruikt. Een volgend onderzoek betrof medisch onderzoek na het inademen van rook binnen 24 uur, na een week en na 3 maanden. Er werden geen veranderingen in bronchiale hyperreactiviteit en serum pneumoproteïnen gevonden na rookblootstelling. Wel had 44% verhoogde percentages neutrofiele cellen in het sputum (> 60%). Samenvattend zijn er relaties gevonden tussen blootstelling aan rook en astma-achtige effecten in de bevolking en bij brandweerpersoneel. Voor zover de auteur bekend is nu voor het eerst beschreven dat herhaalde blootstelling aan relatief lage concentraties rook bij branden soortgelijke gezondheidseffecten kan geven als beschreven bij irritant-induced astma na een enkele of herhaalde blootstelling aan hoge concentraties gas, rook of damp. Omdat dit verschijnsel is opgetreden zowel bij brand van chemisch afval als ook bij andersoortig materiaal, rijst het vermoeden dat de gezondheidseffecten bij branden worden onderschat.
Literatuur •
Greven F. Proefschrift ‘An interdisciplinary approach to occupational respiratory disorders’ Universiteit Utrecht. 2011
Review: Workplace interventions for treatment of occupational asthma. De Groene et al. (2011) hebben in een systematic review onderzocht welke interventiemaatregelen effect ressorteerden op de klachten van astma, de longfunctie en de socio-economische status bij
Pagina 9 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
juli 2011
werknemers met beroepsastma. Er werd geselecteerd op onderzoeken met een controle groep. Hoewel de literatuursearch ruim 12.000 titels opleverde, voldeden slechts 21 studies aan de inclusiecriteria. Alle studies waren van een lage kwaliteit. Stoppen met expositie gaf een verbetering van zowel de klachten van astma als van de longfunctie. Vermindering van expositie gaf tevens een verbetering van de klachten, echter minder dan bij stoppen met expositie. Een nadeel van het stoppen was de verhoogde kans op werkloosheid in tegenstelling tot vermindering van expositie. Juist vanwege dit laatste is er behoefte aan beter gecontroleerde studies over het effect van gerichte bedrijfsgeneeskundige begeleiding bij patiënten met beroepsastma. Die zouden beter dan nu het geval is duidelijk moeten maken of bij bepaalde patiënten voortzetting van eigen werk toch mogelijk is onder bepaalde condities.
Literatuur •
de Groene GJ, Pal TM, Beach J, Tarlo SM, Spreeuwers D, Frings-Dresen MHW, Mattioli S, Verbeek JH. Workplace interventions for treatment of occupational asthma. Cochrane Database of Systematic Reviews 2011, Issue 5. Art. No.: CD006308. DOI: 10.1002/14651858.CD006308.pub3.
Effectiviteit van interventies voor beroepsastma en allergie bij bakkers Meijsters et al. (2010) hebben een simulatiemodel ontwikkeld om de effectiviteit te kunnen bepalen van een interventiestrategie om beroepsmatige (allergische) luchtwegaandoeningen in de bakkers populatie te verminderen. De onderzochte interventies werden verdeeld in maatregelen om de expositie aan meelstof en α-amylase te reduceren, preventief medisch onderzoek (PMO) in combinatie met expositie reducerende maatregelen en keuring bij intrede. Het effect van de meeste interventies op de ziektelast was beperkt, over het algemeen minder dan 50%. Alleen een goed PMO waarbij gesensibiliseerde medewerkers en/of medewerkers met bovenste luchtwegklachten werden opgespoord en waarbij de individuele expositie kort na de diagnose met 90% werd gereduceerd, zorgden voor een afname van bijna 60% in ziektelast na 20 jaar. Volgens Meijsters kan de op deze wijze geaggregeerde informatie beleidsmakers helpen bij de keuze uit de verschillende interventies en handreikingen geven voor de bereikbare afname in de ziektelast.
Literatuur •
MeijstersT, Warren N, Heederik D et al. What is the best strategy to reduce the burden of occupational asthma and allergy in Bakers? Occup Environ Med 2010 doi:10.1136/oem.2009.053611
Oorzaken en risicofactoren Follow-up studie allergie in paprikateelt Patiwael et al. (1999) vonden bij een dwarsdoorsnede onderzoek onder 472 werknemers in de paprikateelt in Nederlandse kassen dat 28% gevoelig was voor paprikapollen en dat bij 54% sprake was van werkgerelateerde allergische symptomen. Acht jaar later hebben zij bij 280 werknemers van bovengenoemde groep opnieuw een vragenlijst afgenomen en bij 250 een allergietest uitgevoerd. In de acht jaar sinds het vorige onderzoek was het aantal gevallen van overgevoeligheid voor paprikapollen met 9% toegenomen, het aantal gevallen van werkgerelateerde rhinitis met 19% en het aantal gevallen van werkgerelateerde astma symptomen met 8%. Atopie en roken waren bijkomende risicofactoren voor het ontwikkelen van werkgerelateerde klachten binnen de paprikateelt (Patiwael et al. 2010). In dezelfde studie is gekeken naar het effect van het vermijden van het oorzakelijk agens door mensen met een door paprikapollen veroorzaakte rhinitis. In 2007 bleken 33 van de 91 met een beroepsgebonden rhinitis niet meer werkzaam te zijn in de paprikateelt. Bij deze groep waren de rhinitisklachten verbeterd (Gerth van Wijk et al. 2011).
Pagina 10 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
juli 2011
Literatuur •
•
Patiwael JA, Jong NW, Burdorf A, Groot H, Gerth van Wijk R. Occupational allergy to bell pepper pollen in greenhouses in the Netherlands, an 8-year follow-up study. Allergy 2010; 65: 14231429 Gerth van Wijk R, Patiwael JA, de Jong NW, de Groot H, Burdorf A. Occupational rhinitis in bell pepper greenhouse workers: determinants of leaving work and the effects of subsequent allergen avoidance on health-related quality of life. Allergy. 2011; 66: 903-908
Beroepsastma door triglycidyl isocyanaat (TGIC) Anees et al. (2011) beschrijven zes werknemers die beroepsastma hebben ontwikkeld door indirecte expositie aan verhit triglycidyl isocyanuraat (TGIC). Het TGIC werd gebruikt als verharder in poederverf die ter bescherming en decoratie op metalen gastanks voor huiselijk gebruik werd gespoten. De werknemers kwamen ermee in aanraking in het verdere verloop van het productieproces: als de gastanks via de lopende band langs hen heen kwamen. De diagnose werd bij vier van hen bevestigd door middel van een specifieke provocatietest. Beroepsastma en allergisch eczeem ten gevolge van blootstelling aan TGIC was al gerapporteerd bij verfspuiters, echter nog niet bij werknemers met een indirecte expositie.
Literatuur •
Anees W, Moore VC, Croft JS, Robertson AS, Burge PS. Occupational; asthma caused by heated triglycidyl isocyanurate. Occup Med 2011;61:65-67
Beroepsrisico voor musici Zowel bij een trombonist als een saxofonist zijn klachten van hoesten, kortademigheid en koorts beschreven gerelateerd aan het musiceren. Beiden bleken een extrinsieke allergische alveolitis te hebben. Bij nader onderzoek van de muziekinstrumenten konden diverse schimmels worden gekweekt. De saxofonist bleek ook specifieke IgG antilichamen te hebben tegen de gevonden schimmels. Nadat de musici hun instrumenten regelmatig gingen schoonmaken met desinfectans verdwenen de klachten. Ook de meeste instrumenten van de collegae koperblazers en saxofonisten bleken met schimmels besmet en een aantal van hen had ook luchtwegklachten (Metersky et al. 2010; Metzger et al, 2010).
Literatuur • •
Metersky ML, Bean SB, Meyer JD, Mutambudzi M, Brown-Elliott BA et al. Trombone’s players lung: A probable new cause of hypersenitivity pneumonitis. Chest 2010;138:754-756 Metzger F, Haccuria A, Reboux G, Nolard N, Balphin JC et al. Hypersensitivity pneumonitis due to molds in a saxophone player. Chest 2010;138:724-726
Dodelijke nanodeeltjes Phillips et al. (2010) beschrijven een 38-jarige, voorheen gezonde, werknemer die overlijdt aan longfalen (Adult Respiratory Distress Syndrome) 14 dagen na het inademen van nanodeeltjes van nikkel. Hij had de deeltjes ingeademd tijdens het sprayen van nikkel op de borstels voor de lagers van een turbine. Dit was gebeurd met een metalen-boogproces waar nikkeldeeltjes uitkwamen met een diameter van gemiddeld 50 nm. De werknemer had zijn halfgelaatsmasker afgedaan en was 90 minuten blootgesteld. De achteraf berekende blootstelling bedroeg ongeveer één gram nikkeldeeltjes. Bij obductie werden nikkeldeeltjes van < 25 nm in doorsnede gevonden in de longmacrofagen en een hoog niveau van nikkel in de urine en nieren duidend op acute necrose van de niertubuli. De hypothese is dat nanodeeltjes zich door het lichaam kunnen verspreiden en andere organen aantasten. In deze casus waren de longen en de nieren het doelorgaan.
Literatuur Pagina 11 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen •
juli 2011
Philips JI, Green FY, Davies JCA, Murray J. Pulmonary and systemic toxicity following exposure to nickel nanoparticles. Am J Ind Med. 2010; 53: 763-767.
Work-associated irritable larynx syndrome (WILS) Hoy et al. (2010) betogen dat werkgerelateerde luchtwegklachten veroorzaakt kunnen worden door zowel aandoeningen van de hogere als van de lagere luchtwegen. Zij analyseerden daartoe de gegevens van 448 patiënten van een polikliniek voor beroepsgebonden luchtwegaandoeningen. Negentig patiënten bleken werkgebonden astma en 30 patiënten bleken work-associated irritable larynx syndrome (WILS) te hebben. De belangrijkste symptomen van WILS waren stemklachten en kortademigheid met het gevoel van een luchtwegvernauwing in de keel. Globus gevoel (“brok in de keel”) en chronische hoest werden in mindere mate gerapporteerd. De diagnose werd met laryngoscopie gesteld en na het uitsluiten van andere pathologie. De klachten konden veroorzaakt of getriggerd worden door onder andere rook, parfum, uitlaatgassen, schoonmaakmiddelen, houtstof en verfdamp. Vijftien van de 30 patiënten rapporteerden een incident op de werkplek waarna de klachten ontstonden. Kenmerkend voor WILS is dat de klachten snel ontstaan en ook snel weer verdwijnen.
Literatuur •
Hoy RF, Ribeiro M, Anderson J, Tarlo SM. Work-associated irritable larynx syndrome. Occupational Medicine. 2010; 60: 546 - 551
Agenda - Symposium: New ERS Guidelines ‘Management of Work-Related Asthma’ Op dinsdagmiddag 27 september 2011 zal als onderdeel van het Jaarcongres van de European Respiratory Society (ERS) de nieuwe richtlijnen met betrekking tot het omgaan met werkgerelateerd astma worden gepresenteerd. Tijdens dit symposium zal de laatste stand der wetenschap, de nieuwste diagnostische mogelijkheden, risk assessment, preventie en behandeling van beroepsgerelateerd astma de revue passeren. Aan de hand van vijf vragen zullen evidence-based verklaringen en aanbevelingen worden gepresenteerd. Meer informatie over het symposium en het congres is te vinden op de website: www.erscongress2011.org - Congres NVKA: Met het oog op werk Op vrijdag 30 september 2010 vindt in het Conferentiecentrum Woudschoten te Zeist het vierde jaarcongres plaats van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Arbeidsgeneeskunde (NVKA). Iedereen die beroepshalve affiniteit heeft met de klinische arbeidsgeneeskunde zoals medisch specialisten, bedrijfsartsen en andere disciplines kunnen lid worden van deze vereniging. De vereniging wil de ontwikkeling van de klinische arbeidsgeneeskunde bevorderen. Klinische arbeidsgeneeskunde wordt gezien als het domein binnen de geneeskunde waarin structureel gebruik gemaakt wordt van arbeid- en bedrijfsgeneeskundige kennis in een reguliere klinische of transmurale setting in de zorg voor patiënten waarbij de factor arbeid relevant is voor de diagnostiek, behandeling en/of prognose. Het jaarcongres heeft de titel: Met het oog op werk: “vergrijzing, oogheelkundige problemen en oplossingen in de werksituatie” meegekregen. Met de vergrijzing van de beroepsbevolking valt een toename van de oogheelkundige problemen op het werk te verwachten. Het ouder wordende oog zal minder goed gaan functioneren: dit geldt voor de refractie, accommodatie, maar ook ontstaat meer hinder door strooilicht waardoor verbindingsproblematiek ontstaat. Oogaandoeningen als glaucoom, diabetische retinopathie en macula-degeneratie zijn erg leeftijdsgebonden en komen bij verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd ook vaker in beeld van de bedrijfsarts en klinisch
Pagina 12 van 13
Nieuwsbrief Peilstation arbeidsgebonden longaandoeningen
juli 2011
arbeidsgeneeskundige. Het congres wordt georganiseerd in samenwerking met de Werkgroep Ergofthalmologie van het oogheelkundige Gezelschap. Meer informatie over de vereniging en het congres is te vinden op de website: www.nvka.nl. - Heyermanslezing van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Op vrijdagmiddag 16 december 2011 vindt in het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam de Heyermanslezing van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Het onderwerp zal zijn: Beroepsziekten in de metaal. Metaaldampkoorts, keteldoofheid en huidallergie tegen metaalbewerkingvloeistoffen; drie voorbeelden van bekende beroepsziekten in de metaal. In de volgende Heijermanslezing komt meer systematisch aan de orde wat de impact van het werk in de metaalindustrie op de gezondheid kan zijn. Er wordt een overzicht gegeven van de veelheid van werkzaamheden: verschillende metaalsoorten, bewerkingstechnieken en oppervlaktebehandelingen hebben verschillende gezondheidsrisico’s. De gezondheidsrisico’s van lasdampen, en metaalbewerkingvloeistoffen worden uitgelicht en sociale partners en Arbeidsinspectie geven een toelichting op de manier waarop in de branche de aanpak van arbeidsomstandigheden wordt gerealiseerd. Twee keer per jaar organiseert het NCvB een Heijermanslezing. Er zijn geen kosten verbonden aan de lezingen. Op de website van het NCvB en in de Nieuwsbrief van eind september wordt het programma van de lezing in december gepresenteerd. Aanmelding is mogelijk vanaf half september via de homepage van deze site, www.beroepsziekten.nl
Logistiek van het melden De datamanager van het PAL project is Fred Moeijes. Gelieve hem uw meldingskaarten toe te sturen: Fred Moeijes Nederlands Centrum voor Beroepsziekten AMC, Coronel Instituut Postbus 22660 1100 DD Amsterdam Tel.: 020 – 566 37 03 fax: 020 – 566 92 88 e-mail:
[email protected] Het verzoek aan u om de meldingskaarten na afloop van iedere maand naar ons op te sturen, ook als er geen arbeidsgebonden longaandoeningen zijn aangetoond.
Pagina 13 van 13