Schoolondersteuningsprofiel van: CBS De Fontein Goudenregenstraat 21 7775 AX te Lutten
Jaargang 2015-2016 Versie Oktober 2015
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding
2. Algemene gegevens
3. Basisondersteuning
4. Extraondersteuning
5. Grenzen aan onderwijs
6. Conclusies en ambities
2
1. Inleiding
In dit document treft u informatie aan over het doel, de visie, de leerlingpopulatie, het schoolconcept en de daarbij horende werkwijze van CBS De Fontein te Lutten. Vervolgens wordt in dit document aangegeven welke zorg wij kunnen verlenen aan kinderen en wat er gebeurt met kinderen die het gewone lesprogramma niet of niet voldoende kunnen volgen. Ook wordt in dit plan aangegeven welke zorg we kunnen bieden, maar daarbij ook tegen welke grenzen we aanlopen. Bij kinderen waar verwacht wordt het niveau F1 niet te halen wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld met daarin de aangepaste doelen en de manier waarop we die doelen denken te bereiken. De Fontein valt onder het samenwerkingsverband Veld, Vaart en Vecht, afdeling Hardenberg. Voor meer info: http://www.veldvaartenvecht.nl Al met al is dit document bedoeld om de mogelijkheden voor afstemming in het kader van passend onderwijs verder te versterken. Voor het samenwerkingsverband wordt dit document gebruikt om te komen tot een dekkend netwerk.
3
2. Algemene gegevens
2a. Contactgegevens CBS De Fontein Goudenregenstraat 21 7775 AX Lutten Tel.0523-682508 Brinnummer 07DZ
[email protected] www.cbsdefonteinlutten.nl
-Contactpersonen: Mevrouw I. Vogelzang, Intern Begeleider Mevrouw E. de Joode, Intern Begeleider Mevrouw J. Rouwenhorst, Directeur
4
2b.Onderwijsvisie/missie en doel
Onze visie
De Fontein is een Christelijke basisschool en heeft een Protestants Christelijke identiteit. Dat betekent, dat we de Bijbel als uitgangspunt nemen en ons handelen daaraan toetsen. De Fontein staat open voor ieder kind, ongeacht milieu, geloofsovertuiging of culturele achtergrond, een school waar elk kind zich thuis mag voelen. Een school die datgene aanbiedt wat hij of zij nodig heeft om tot ontplooiing te komen. Een school waar veel aandacht is voor waarden en normen, waar respect wordt verwacht en waar kinderen leren, op basis van deze visie, juiste keuzes te maken in het leven.
Onze missie
Gelukkige kinderen met passende resultaten.
Ons doel is
Werken aan vertrouwen in- en respect voor elkaar, in een open en prettige sfeer, het bieden van goed onderwijs en zorg op maat, kinderen stimuleren in een optimale ontwikkeling en hen een fijne schooltijd bezorgen als stevige basis voor hun verdere leven.
5
Onderwijsvisie / schoolconcept algemeen In schooljaar 2015-2016 werkt C B.S. De Fontein met 7 groepen in de ochtenden , waaronder 2 combinatiegroepen, een 6/7 en een 7/8 combinatie. ‘s Middags zijn er 5 combinatiegroepen. De groepen tellen een leerlingenaantal van gemiddeld 20 leerlingen per groep. Binnen de jaargroepen wordt gedifferentieerd in 3 niveaugroepen. Onze school valt hiermee onder het type: neo-klassikale school. We beschrijven hieronder kort de kenmerken van de neo-klassikale school, typologie van Jan Hooiveld, omdat we in dit type het meest van het onderwijsconcept van CBS De Fontein te Lutten herkennen. Neo-klassikale scholen zijn gebaseerd op een lineair curriculum en zijn klassikaal georganiseerd. Het standaard aanbod is bepalend en de differentiatie is vooral van het type basisstof –extra stofverrijkingsstof. Hooiveld noemt dit type school de neo-klassikale school omdat hierin het oorspronkelijke leerstof jaarklassensysteem herkenbaar is, maar tegelijkertijd binnen dit type scholen in Nederland de afgelopen jaren veel afstemming van het onderwijs op individuele verschillen (onderwijsbehoeften) is gerealiseerd. Ook onze school is volop in ontwikkeling gericht op afstemming. De centrale vragen als het om afstemming gaat binnen onze school zijn: Wat heeft deze leerling nodig om te profiteren van het onderwijsaanbod in deze klas? Wat heeft de leerling nodig om de gestelde onderwijsdoelen te halen? In het schema hieronder is met een kruisje aangegeven op welke onderdelen ons schoolteam de afgelopen jaren mede vanuit deze vraagstelling de grenzen van het systeem heeft “opgerekt”.
>10 % x
x
x
x
x
x
Scherp en tijdig gebruik maken van datafeedback: Opbrengstgericht werken Na elke cito-toets worden de resultaten geanalyseerd; naar aanleiding van de uitkomsten worden voor de kinderen met 4- en of 5 scores handelingsplannen opgesteld en wordt ons onderwijs aan deze kinderen aangepast. In de groepsplannen worden de nieuwe doelen vastgelegd. Ditzelfde gebeurt n.a.v. de analyse van de methodetoetsen. Er wordt een plan van aanpak opgesteld en in de weekplanning opgenomen. We werken dus met groepsplannen en handelingsplannen en sinds september 2014 met een didactisch groepsoverzicht. Preventieve en contextgerichte aanpak van pedagogisch klimaat. Invoering Kanjertraining, gebruik van pestprotocol, dagelijkse gesprekken, sovatraining, Viseon en kleuterobservatielijst. Ook het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen op dit gebied hoort hierbij. Bewustzijn van onderwijsbehoeften en beter / tijdiger observeren M.n. door het maken van een didaktisch groepsoverzicht, het analyseren van de uitkomsten van de cito-toetsen en het bestuderen van zelfevaluaties worden de leerkrachten zich meer en meer bewust van de verschillende onderwijsbehoeften. Leerlingen betrekken bij het feit dat iedereen anders is en bij helpen van elkaar. Zie punt 2. T.a.v. het klassenmanagement kan nog worden toegevoegd dat we veel werken met werkvormen van het Coöperatief leren. Het helpen van elkaar en het rekening houden met elkaar krijgt hierin vaak een plaats. Vergroten van mogelijkheden van leerkrachten tot didactische differentiatie en klassenmanagement (werken met groepsplannen) We differentiëren convergent en werken met 3 niveaugroepen. Hiervoor zijn diverse cursussen gevolgd door het team. Groepsplannen en handelingsplannen worden opgesteld. Vergroten van teamleren, ib-er doet meer aan leerkrachtcoaching. De IB.er
>.50%
> 80% x
x
x
x
x
x
6
x
x
x
x x x
x
bespreekt met de leerkrachten de resultaten en biedt hulp bij het opstellen van de handelingsplannen en groepsplannen. De zelfevaluaties worden gemaakt, de doelstellingen en de grafieken in Cito worden bekeken. Dit gebeurt vaak in tweetallen of in teamverband. Arrangement-gelden specifiek inzetten voor zorgleerlingen. Voor de arrangementen is een onderwijsassistente aangesteld die de beschikbare uren inzet voor begeleiding van de kinderen met een arrangement. Eventueel kunnen een aantal andere leerlingen hierop meeliften. Externe experts meer bij je school betrekken (schoolmaatschappelijk werk integreren, schoolspecifieke aanpak zorgteam e.d.) Dit gebeurt door inzet, hulp en advies van het zorgteam, schoolmaatschappelijk werk, orthopedagoog, GGD, fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist. Aandacht voor de kwaliteit van handelingsplanning en handelingsgericht werken. Dit is de laatste twee jaar volop in ontwikkeling en de eisen die we hieraan stellen worden steeds hoger. De schoolbegeleidingsdienst begeledit de school hierin. De IBer bewaakt dit proces en tijdens de teamvergaderingen is dit onderdeel een terugkomend agendapunt. Ook aandacht hiervoor tijdens de cursus hoogbegaafdheid. Verwijzing binnen de school: plusklas , hulpklas van grote kwaliteit Ambulante begeleiding clusteren, afstemmen op aard van de school en interne organisatie. Indien mogelijk. Verbeteren van extra aanbod en activiteiten voor meerbegaafden . Nieuwe methodes bieden meer mogelijkheden tot differentiatie. Daarnaast wordt verrijkingsstof gezocht en geboden. Middels de weektaak extra opdrachten. Taal- en leesexperts, gedragsdeskundigen in het team inbouwen. Kan middels de functiemix verder uitgebouwd worden. Wel is er expertise op het gebied van autisme en het syndroom van Down. Invoeren tweede leerwegen, werken met individuele ontwikkelingsperspectieven. Dit gebeurt volop. Voor kinderen waarbij we verwachten op grond van onderzoek, dat ze niveau F1 niet halen, wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld.
x
x
x
x x x
x
x
Kengetallen leerlingpopulatie over huidig schooljaar (telling 1 oktober 2015): Telgegevens Teldatum: 1 oktober 2015 Totaal aantal leerlingen: 144 Leerlingen met een gewicht 0.3: 20 Leerlingen gewicht 1.2:0 Leerlingen met indicatie en/of specifieke onderwijsbehoefte over huidig schooljaar :
Aantal leerlingen Geïndiceerd: Cluster 1 Cluster 2 Cluster 3 Cluster 4 Arrangement CAT
Gp 1
Gp 2
Gp 3
Gp 4
Gp 5
Gp 6
Gp 7
Gp 8
Totaal
15
24
16
16
19
15
19
20
144
1 1
Niet geïndiceerd, maar met individueel ontwikkelingsperspectief i.v.m.: leervordering 1 gedrag
1 2 3
2 2
1
1
3
7
anders
Kengetallen leerlingpopulatie over huidig schooljaar en de afgelopen 6 jaar: Schooljaar
2015-2016
2014-2015
2013-2014
2012-2013
2011-2012
Aantal 1 zittenblijvers
4
3
5
6
Verwijzingen sbo en so
-
1
-
-
5 (herfstkin deren) -
1 2
1 1
1 1
20102011 1
20092010 4
-
2
-
-
3
4
Hieronder de rugzakkinderen van verschillende clusters (geen verwijzingen
cl 1 cl 2 cl 3 cl 4 Deelname HBG groep
1 2 2
1 2 1
8
1-102008 181
2009 167
2010 160
2011 161
2012 155
2013 148
2014 147
2015 144
Aantal groepen
8
8
8
8
mo 8 mi 7
mo 8 mi 6
7
mo7 mi 5
Aantal zittenblijvers
5
4
1
5
6
5
4
Aantal verwijzingen naar sbo
0
2
0
0
0
0
0
1
Aantal verwijzingen naar so per cluster
0
0
0
0
0
0
0
0
Aantal leerlingen met een rugzak /arrangement
4
4
3
2
2
3
2+1 arr.
3
Aantal leerlingen met een afstemmingsbeschikking
0
0
0
0
0
0
0
0
7
5
5
4
3
1
2
Totaal aantal leerlingen
Aantal leerlingen (niet geïndiceerd) maar met een individueel ontwikkelingsperspectief Deelname HBG groep Leerkrachten/ondersteuning Per leerjaar/groep inzet van extra handen ( alleen stagiaire)
4
T.b.v. directe zorg aan leerlingen (r.t., pre-teaching, sova-training) aantal uren dat hierop een medewerker wordt ingezet uit eigen formatie. Onderwijsassistente alleen voor leerlingen met arrangement
10
T.b.v. begeleiding/ondersteuning/coaching: aantal uren dat directie/IB-er hiervoor is vrijgeroosterd
12
10
6
5
6
2
2
7
3
4¾
5
1
10 12
7¾
9¾
9¾
9¾
4
Amb. bege leide r ¾ u. p.w.
Amb. bege leide r ¾ u. p.w.
Amb. bege leide r2¾ u.p.w
Ergo the rape
Ergo the rape
Ergo thera peut
Amb. Bege leide r 2 ¼ u.p.w .
AB-er cluster 3 tbv team en oude rs ½
Inzet externen Aantal uren dat per week op de inzet van externen t.b.v. leerlingen gerekend kan worden; samenwerking met andere instanties
9
ut ¾ u.p.w . SMW 1u.p. w.
ut 1 ½ u. p.w.
1 uur p.w.
uur pw
Logo pedis t3 uur p.w.
Logo pedis t3 u.p.w .
GGD 1 u. p.6 weke n
GGD 1 u. p. 6 weke n
ABer cluster 4 :0u pw (40 u. toegezegd) Logo pedist 5 upw
GGD 1 u. p. 6 weke n Dysle xie begel eidin g ½ pw.
Relevante data verder uitgesplitst Toelichting t.a.v. de leerlingpopulatie De leerlingenpopulatie Ongeveer 14 % van de leerlingen van De Fontein betreft de zgn. gewichtenleerlingen. Dat wil zeggen dat de ouders van deze leerlingen een opleiding hebben genoten tot of tot en met LBO-niveau. Het gewicht levert de school iets extra geld op voor de formatie. Per 1-10-2015 heeft ongeveer 17 % van de ouders een Havo/vwo, Hbo-of universitaire opleiding, 27,5 % heeft een lbo opleiding en 55,5 % heeft een Mavo/MBO opleiding. Kinderen van ouders, die na het LBO nog langer naar school zijn gegaan, een paar jaar MBO hebben gevolgd, een MBO diploma of hoger hebben, komen niet voor een gewicht in aanmerking. Veel kinderen komen binnen met spraak-taalproblemen en hebben direct al logopedie nodig.
Toenemende problematiek in de gezinnen Er valt de laatste jaren een toenemende problematiek te bemerken bij de gezinnen. Scheidingen komen steeds vaker voor en veel ouders hebben eigenlijk opvoedingsondersteuning nodig. Ook komen er steeds meer werkende ouders en wordt er elders opvang gezocht of kinderen zijn na
10
schooltijd alleen thuis. Er komen regelmatig een-ouder gezinnen in Lutten wonen, waarschijnlijk omdat er een aantal goedkopere huurwoningen beschikbaar is. Steeds meer leerlingen hebben gedragsproblemen en er vindt steeds vaker overleg plaats met de GGD of BJZ. Er is de laatste jaren ook een aantal meldingen gedaan bij het AMK. Voor onze Intern Begeleiders zijn 5 schooltijden ambulante tijd ingericht, wat vaak nog niet toereikend is. Verder valt op te merken dat ouders mondiger worden en dat de leerkrachten en directie zich vaker dan voorheen moet verantwoorden over het handelen. Kinderen met gedragsproblemen Kinderen vertonen steeds meer gedragsproblemen; veel kinderen vragen daarom om een speciale benadering. Door de jaren heen heeft de school ervaring opgedaan met verschillende problematieken bij kinderen: PPD-NOS, ASS, ADHD, ADD, concentratiestoornissen en het syndroom van Down. Momenteel (oktober 2015) heeft de school voor 3 kinderen een arrangement: een kind met ADD (grote aansturingsproblemen), een kind met ASS/PPD NOS en een kind met het syndroom van Down. Daarnaast is er een aantal leerlingen waarvoor geen extra financiële middelen beschikbaar zijn, maar die wel qua gedrag veel extra aandacht en zorg nodig hebben.
3. Basisondersteuning Basiskwaliteit (uit schoolplan) en goedgekeurd door inspectie Indicatoren kwaliteitszorg: • De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. • De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. • De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. • De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. • De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. • De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van onderwijs en leren. • De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. Op De Fontein worden de kwaliteitskaarten van Cees Bos in een cyclus van kwaliteitszorg in het kwaliteitsbeleid opgenomen en door het team ingevuld en besproken. De aandachtspunten worden hierbij in beeld gebracht. De uitkomsten hiervan, samen met de kwaliteitsaspecten Begeleiding, Zorg en Kwaliteitszorg volgens de inspecteur zijn gemiddeld als voldoende beoordeeld. Werkwijzen voor het afstemmen op verschillen T.a.v. de cognitieve ontwikkeling Er wordt convergent gedifferentieerd en dit betekent dat het differentiëren binnen de jaargroepen plaatsvindt. Er wordt binnen de vakken rekenen, taal en lezen gedifferentieerd in 3 niveaugroepen. Een basisgroep, die de basisstof maakt, een verrijkingsgroep (de meerbegaafde kinderen), die sneller met de (soms ingedikte) basisstof aan het werk kan en extra opdrachten krijgt middels het pluswerkboek, en een groep die verlengde instructie nodig heeft en werkt in het bijwerkboek. Bij het vak begrijpend lezen wordt ook in niveaugroepen gewerkt met een AA, A of B niveau.
11
In enkele gevallen wordt er klassendoorbrekend gewerkt. Een aantal kinderen werkt op de tweede leerweg (ontwikkelingsperspectief) en heeft dus t.a.v. een of meer hoofdvakken een individueel programma. De extra zorg voor de kinderen in de instructiegroep wordt dagelijks geboden om ervoor te zorgen dat ook deze kinderen zoveel mogelijk kansen krijgen om hunleerdoelen te bereiken. Er zijn momenteel 2 hoogbegaafde leerlingen die de plusklas van het samenwerkingsverband in Hardenberg bezoeken : Manifesto. Bij hen wordt het compacten en verrijken uitgevoerd. De kinderen die een 4 of 5 score hebben op de cito-toetsen krijgen een handelingsplan. Dit geldt ook voor de kinderen die uitval vertonen op de methodetoetsen, of voor degenen die gedrags- en/of werkhoudingproblemen hebben. De meeste groepen werken met een dag-of weektaak. Op deze taak staan de extra opdrachten voor de kinderen die minder instructietijd nodig hebben. Het zelfstandig werken vindt binnen alle groepen plaats. In het groepsplan is te zien welke kinderen in de bepaalde niveaugroepen zijn ingedeeld en welke kinderen speciale onderwijsbehoeften hebben en hoe hier inhoud aan wordt gegeven. T.a.v. de sociaal-emotionele ontwikkeling In schooljaar 2013-2014 is de Kanjertraining ingevoerd. Het team heeft de cursus gevolgd en de kinderen werken met de bijbehorende materialen. Daarnaast vinden er vaak dagelijks gesprekken plaats n.a.v. actuele gebeurtenissen en wordt er aandacht besteed aan het pestprotocol. Ook wordt i.h.k.v. de sociaal emotionele ontwikkeling veel aandacht besteed aan dramalessen. De toets Viseon van Cito wordt afgenomen bij de kinderen van groep 3 t/m 8 en bij kleuters de kleuterobservatielijst van Cito. In voorkomende gevallen wordt er een handelingsplan opgesteld voor kinderen die op sociaal emotioneel gebied extra zorg nodig hebben. We gaan hierbij uit van de D en E scores. Het programma Kid’s Skills is een van de mogelijkheden die in het kader van de sociaal emotionele ontwikkeling wordt gebruikt ter remediering. Zelfevaluaties: Zoals al eerder vermeld worden de methodetoetsen en de cito- toetsen geanalyseerd; de zelfevaluatie van het cito-LOVS wordt bekeken en de 4- en 5 scores worden in beeld gebracht. De vaardigheidsgroei wordt bewaakt. De kinderen met lage scores worden opgenomen in het groepsplan en voor de r.t. kinderen wordt een apart handelingsplan geschreven. Dyslexie: Bij vermoeden van dyslexie wordt het protocol dyslexie zoveel mogelijk gevolgd zoals deze in het SWV is besproken. Bij hardnekkige lees- en/of spellingsproblemen wordt de logopediste ingeschakeld. Hoogbegaafdheid: Ten aanzien van de hoogbegaafde leerlingen worden middels de zelfevaluatie de 1 en 2 scores in beeld gebracht en samen met de kindkenmerken wordt bekeken welke kinderen in aanmerking komen voor extra verrijkingsstof. Het SIDI-protocol hoogbegaafdheid zoals in het SWV besproken wordt hierbij gevolgd. (digitaal) Indien wenselijk wordt er verder getoetst. Bij 2 kinderen is hoogbegaafdheid vastgesteld. Deze leerlingen bezoeken de plusklas Manifesto en werken op school verder aan hun extra opdrachten.
Preventieve en licht curatieve interventies De scholen in ons SWV rekenen de volgende maatregelen t.b.v. afstemming tot basisondersteuning:
12
a. De maatregelen t.b.v. leerlingen met dyslexie zoals beschreven in het protocol dyslexie (in overleg met de IB-ers zal hier een verwijzing komen naar een bijlage met het betreffende document) b. De maatregelen t.b.v. leerlingen die “meerbegaafd” zijn en de signalering van “hoogbegaafde leerlingen zoals beschreven in ”protocol hoogbegaafdheid. T.b.v. hoogbegaafde leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte is in de afdeling Hardenberg een “groepsaanbod voor extra-ondersteuning”: Manifesto.
c. De aanpak voor het voorkomen van gedragsproblemen (moet nog overeengekomen worden).
Ondersteuningsstructuur (Uit schoolplan) ZORGLIJN binnen C.B.S. “De Fontein” Observaties in de klas. Leerkrachten kijken naar het individuele kind.
Toetsen en methodewerk
Leerling- en groepsbespreking met de I.B-er in okt./nov. en maart/april. (Kan ook tussentijds; kinderen met D/E-scores worden altijd besproken) Bij eventuele problemen: Er wordt een handelingsplan gemaakt voor in de groep en/of R.T.(een h.p op cognitief gebied moet een meetbaar doel hebben) door leerkracht en/of R.T.-er. De ouders worden op de hoogte gebracht middels formulier of mondeling contact. I.B.-er krijgt afschrift.
Het kind wordt meteen aangemeld bij het Zorgteam, na overleg met de ouders.
Uitvoering van het handelingsplan door leerkracht/R.T.
Evaluatie handelingsplan door leerkracht/R.T./I.B. na 8 weken. Leerkracht informeert ouders, schriftelijk of mondeling. Eventuele verlenging handelingsplan. Zo nodig, na overleg met de ouders: Zorgteamoverleg (leerlingbegeleider, GGD, I.B-er)
13
Zo nodig na onderzoek door IJsselgroep of GGD. Voortzetting Handelingsplan traject n.a.v.advies handelingsplannen leerlingbegeleider. met of zonder R.T. Of verwijzing naar andere instantie (Zorgteam, kinderarts enz.)
Tweede Een andere vorm Verdieping/verbreding,extr Leerweg, eigen van a werk, groep hoger. programma onderwijs(bijv. voor in de Speciaal groep. onderwijs)
Toelichting: -
leerkracht volgt de ontwikkeling van de kinderen en signaleert de toetsresultaten, de cijfers, de cito-scores (IVen V-scores) worden besproken met de I.B.er tijdens de leerlingbesprekingen leerkracht dient zo nodig, een signaalbrief in bij de Intern Begeleider. Er wordt zo goed mogelijk geanalyseerd wat het probleem is; diagnose wordt gesteld handelingsplan wordt opgesteld, door I.B.-er R.T.-er en leerkracht samen, ouders worden in kennis gesteld leerkracht voert plan uit, evt. met hulp van de r.t.-er. evaluatie na ongeveer 8 weken mogelijk vervolgplan zonodig inroepen collegiale ondersteuning van uit de sbo-school, de Prof. Waterinkschool tenslotte hulp van de IJsselgroep inschakelen. Dit kan door leerlingbesprekingen (consultatiegesprekken) met de leerlingbegeleider van de IJsselgroep; ook kan het kind voorgelegd worden aan het zorgteam (I.B.er, leerlingbegeleider begeleidingsdienst en schoolarts (GGD), schoolmaatschappelijk werkster)
Wanneer op een bepaald vakgebied een dusdanige achterstand is ontstaan, van een jaar of meer, kan besloten worden het kind op de tweede leerweg te plaatsen. Hiervoor is een protocol opgesteld, waarnaar wordt verwezen. Ook wordt er voor kinderen met een tweede leerweg een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Voor het eventueel blijven zitten is ook een protocol opgesteld, met daarin de criteria om voor doubleren in aanmerking te komen. Ook voor het vervroegd doorschuiven naar de volgende groep zijn criteria opgesteld.
Zorglijn op De Fontein (schoolplan)
Extra zorg kan worden ingezet n.a.v: -
-
Leerlingbesprekingen. In oktober en maart door Leerkracht/ I.B. Scores Cito-toetsen. Leerkrachten evalueren na elke toets. Overleggen met de I.B. bij D/Escores, hoge A-scores, stagnerende vaardigheidsgroei, opvallende scores. De I.B. bewaakt het proces. Rapportcijfers. Leerkrachten schakelen de I.B in bij tegenvallende cijfers of opvallende resultaten. De I.B. bewaakt het proces. Uitslagen Viseon. (wordt elk jaar in oktober afgenomen). De scores worden in een teamvergadering besproken en eventueel te nemen stappen worden vastgelegd. Tussentijdse observaties. Bij bijzonderheden op cognitief of op sociaal-emotioneel gebied wordt overlegd met I.B.
14
-
Oudercontacten. Aan het begin van het schooljaar vindt er een soort intake plaats middels een formulier. Indien wenselijk kan naar aanleiding daarvan een gesprek plaatsvinden, twee tot drie keer per jaar is er een 10-minuten gesprek en tussentijds kunnen ouders ook altijd contact opnemen met school.
Mogelijkheden t.a.v. extra zorg -
-
-
(Groeps) Handelingsplan, uitgevoerd in de groep. Dit wordt opgesteld door de leerkracht in overleg met I.B. RT (hulp buiten de groep). De Rt-er maakt het handelingsplan samen met de Leerkracht. Bij onvoldoende effect van bovenstaande mogelijkheden: bespreking in Zorgteam (GGD, Schoolmaatschappelijk werk, orthopedagoog, I.B, zo nodig aangevuld met andere disciplines). Daaruit kan voortvloeien: verwijzing naar logopedie, (school)arts, orthopedagoog, fysiotherapie enz. Voor advies, het aanvragen van een arrangement of toelaatbaarheidsverklaring S(B)O kan een leerling aangemeld worden bij de CAT van het SWV. Ouders kunnen ook op advies van school of op eigen initiatief bij de huisarts een verwijzing vragen voor orthopedagoog, kinderarts, Dimence enz.
Organisatie Elk jaar wordt door de I.B. een jaarprogramma opgesteld. Het schooljaar wordt in 4 tijdvakken verdeeld. Elk tijdvak bevat de volgende onderdelen: - Samenstellen nieuw programma voor de onderwijsassistente. - Aanpassen lopende handelingsplannen, opstellen nieuwe handelingsplannen. Opstellen ontwikkelingsperspectieven indien nodig. - Aanpassen groepsplan. Hierin is een overzicht te vinden van alle leerlingen die extra zorg nodig hebben. Ook de samenstelling van de niveaugroepen voor lezen en rekenen binnen één groep wordt hierin vermeld. - Tijdstip van afname en evaluatie Cito-toetsen. - Evaluatie handelingsplannen.
4. Extra-ondersteuning In het algemeen hebben we in ons SWV alle leerlingen met een individueel ontwikkelingsprofiel aangemerkt als leerlingen die op extra-ondersteuning zijn aangewezen. Voor de toewijzing van aanvullende extra-ondersteuning vanuit de afdeling in de vorm van een arrangement kan de school een ondersteuningsvraag indienen bij de CAT.
Leerlingen die daarvoor in aanmerking komen, kan de school aanmelden voor een Sova-training die vanuit het SWV wordt georganiseerd. Leerlingen die daarvoor in aanmerking komen kan de school aanmelden voor een groepsaanbod HBG: Manifesto.
Arrangementen voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte: In schooljaar 2015-2016 heeft de school 3 leerlingen met een arrangement.
15
Ook is in onze school ten behoeve van 3 leerlingen die daarop aangewezen zijn in nauw overleg met de betreffende ouders extra-ondersteuning gerealiseerd om het onderwijs in de school af te stemmen op hun onderwijsbehoeften. In 2013-2014 is hiervoor het format voor een individueel OPP binnen de afdeling (zie site afdeling Hardenberg) vastgesteld. Het overzicht hieronder geeft de inhoudelijke aandachtspunten van het team bij onze extraondersteuning weer (zie bijlage actualisering SOP):
Aard van de extra onderwijsbehoefte of aard van de beperking.
Wijze waarop het team betrokken is voor keuze arrangement.
Betrokkenheid ouders.
Deskundigheid team.
Aandacht en tijd. (“Handen in de klas”)
Voorzieningen.
Gebouw.
- Sovatraining voor vergroten weerbaarheid, Fysiotherapie voor ondersteuning fijne motoriek, Begeleiding n.a.v. arrangement vanwege ADHD, autisme en Syndroom van Down, Tweede Leerweg Rekenen/Spellen, Leerlingen met een OPP omdat ze niveau F1 niet gaan halen. De keuze voor het al dan niet begeleiden van een leerling met een arrangement op onze school wordt door het hele team gemaakt. In overleg met de ouders en voltallig team wordt bekeken of er voldoende draagvlak is en of het kind bij ons op de juiste plek is. De andere vormen van extra ondersteuning worden door leerkracht, I.B-er, ouders vastgesteld en steeds geëvalueerd. De handelingsplannen van kinderen met een extra onderwijsbehoefte worden structureel samen met de ouders geëvalueerd. De ouders hebben dan vanzelfsprekend inbreng in de aanpak. Incidenteel worden er op school work-shops gegeven door bv. een ambulant begeleider, A.Bers begeleiden leerkrachten, teamleden gaan zo nu en dan naar scholingsdagen, de netwerken van het Samenwerkingsverband worden bijgewoond, de I.B-er ondersteunt de leerkrachten. In groepen met leerlingen met een arrangement wordt indien mogelijk een stagiaire geplaatst en er is een onderwijsassistente die hen gem. 2 uur per week individueel begeleidt. De AB-er werkt niet meer met de leerling zelf maar is er vooral voor de coaching van de leerkracht. Momenteel is er geen AB-er voor de cluster 4 kinderen. De O.A. geeft instructie aan kinderen met een Tweede Leerlijn. Er zijn remediërende methodes voor Spelling en Rekenen. De taal-en rekenmethode wordt in 3 niveaus aangeboden. Er zijn materialen voor de begeleiding van kinderen met autisme/PDD-nos en voor het cluster 3 kind. Computerprogramma’s voor extra oefening. Er zijn een aantal kleine ruimtes waar met groepjes leerlingen gewerkt kan worden. De
16
Samenwerking met Partners.
ingangen zijn rolstoelvriendelijk, evenals één van de toiletten. De school participeert mee binnen het SWV rond de PWS. Verder zijn er intensieve contacten met de andere éénpitters binnen het SWV (directieen IB overleg). Er zijn regelmatig contacten met GGD en schoolmaatschappelijk werk. Structureel wordt gebruik gemaakt van de diensten van IJsselgroep of een andere begeleidingsdienst. Voor de leerlingen met een arrangement zijn er contacten met AB-ers cluster 3 en 4. Verder zijn er contacten met logopedie, schoolmaatschappelijk werk, fysiotherapie, orthopedagogen, kinderarts ziekenhuis. De logopedist heeft 1 keer per week zitting op De Fontein. De schoolverpleegkundige heeft 1 keer per maand inloopspreekuur op De Fontein.
5. Grenzen aan het onderwijs Het schoolconcept In hoofdstuk 2 hebben we het schoolconcept van de CBS De Fontein te Lutten beschreven als een neo-klassikale school aan de hand van de typologie van Jan Hooiveld. In de neo-klassikale school is een leerstofverdeling over de onderscheiden leerjaren een basisprincipe. In hoofdstuk 3 (basisondersteuning) hebben we de ondersteuning beschreven die de school kan bieden voor leerlingen die om de leerdoelen voor hun klas te bereiken zijn aangewezen op extra instructie en of begeleiding (sociaal-emotioneel) en eventueel ook andere instructie en verwerking. Het accent ligt daarbij vooral op “ het hoe”. De leerdoelen zelf blijven zoveel mogelijk ongemoeid. De grenzen van het “klassikale uitgangspunt” zijn in onze school weliswaar “opgerekt” maar worden in de praktijk van alledag vooral ervaren in de groep als grens aan handen in de klas. Een belangrijke grens aan de afstemming van het onderwijs is met de verdeling van leerdoelen over de jaarklassen eveneens een gegeven: leerlingen die de eindtermen van het basisonderwijs niet zullen bereiken zijn aangewezen op speciale maatregelen. Deze maatregelen hebben niet alleen betrekking op het hoe maar ook op “het wat” (de leerdoelen). In hoofdstuk 4 (Extra-ondersteuning) hebben we beschreven hoe de school daarin zijn weg zoekt o.a. door het met partners realiseren van speciale arrangementen op basis van een individueel ontwikkelingsperspectief. Expertise en draagvlak bij team Het team wordt regelmatig betrokken bij de ontwikkelingen rond passend onderwijs. De studiedagen hierover , georganiseerd door het samenwerkingsverband worden door alle teamleden bijgewoond. Tijdens teamvergaderingen komt het onderwerp “Leerlingenzorg’ als vast agendapunt aan de orde. Ons team is zich ervan bewust dat alle kinderen recht hebben op onderwijs en dat we er alles aan zullen doen om elk kind dat bij De Fontein wordt aangemeld een plaats te bieden. Echter, er zijn grenzen. Het team ervaart toenemende druk wanneer er meer kinderen zijn die extra zorg behoeven. Het protocol t.a.v. het plaatsen van rugzakleerlingen wordt gevolgd. Per situatie zal in ieder geval worden gekeken hoe groot de groep is, hoeveel zorgleerlingen er inmiddels al in een bepaalde groep zitten, hoeveel zorg het betreffende kind nodig heeft en of de leerkracht deze zorg kan bieden. Uitgangspunt blijft: Is het kind gelukkig met een plaats op deze school en kan het kind geboden
17
worden wat het nodig heeft? Ook zal per jaar meerdere keren een evaluatie plaatsvinden over de bevindingen tot dan toe. Wanneer is de grens bereikt? Kan de leerkracht het aan, kan de leerkracht de aandacht voor de verschillende leerlingen goed verdelen en ieder de aandacht geven die het nodig heeft, is het gedrag van de leerling niet storend voor de rest van de groep etc. Deze zorgen worden dus wel groter en oplossingen kunnen niet altijd geboden worden. Omdat er inmiddels verschillende kinderen met PPD-NOS, ADHD, concentratiestoornissen en syndroom van Down de school bezoeken of hebben bezocht, is er bij verschillende leerkrachten expertise opgedaan in de omgang en begeleiding van kinderen met deze problematieken. Structuur kan worden geboden, het geven van individuele instructie vraagt echter meer tijd dan beschikbaar is. Dit levert wel knelpunten op. Zolang de kinderen redelijk zelfstandig kunnen werken en qua gedrag zich kunnen aanpassen in de groep kunnen onze leerkrachten deze kinderen opvangen. Meer ondersteuning is daarbij wel gewenst door een r.t. er of een onderwijsassistent. Hiervoor zijn nauwelijks middelen beschikbaar.(extra handen in de klas)
De beschikbaarheid van expertise (gecertificeerd) op specifieke gebieden is binnen onze school als volgt: Aard expertise
2
Omgang met het mongoloïde kind
teamniveau
3
nee
Individuele teamleden 3
4
bereidheid tot inzet voor 5 SWV Ja (waarschijnlijk wel)
We hebben geen specialisten die op een bepaald terrein gecertificeerd zijn. Wel ontwikkeling via netwerkbijeenkomsten, eenmalige cursussen, praktijkervaringen, informatie via ambulant begeleider Ambelt en Boslust e.d.
Inventarisatie leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte
Groepsindeling en inzet van extra handen in de klas (buiten de handen van de aanwezige groepsleerkracht )
6
2
Hieronder kan de school aangegeven t.a.v. welke onderwijsbehoeften, werkwijzen, stoornissen e.d. de school in haar team over veel expertise kan beschikken. 3 Wanneer 80% van de teamleden over de betreffende expertise beschikt (bijv. naar aanleiding van teamscholing) in deze kolom een kruisje plaatsen. 4 Hier alleen wanneer in de vorige kolom geen kruisje is geplaatst aangeven hoeveel teamleden over de betreffende expertise beschikken. 5 Met kruisje aangeven of het SWV (denk aan verzorgen workshops e.d.) of vanuit andere scholen van het SWV (denk aan advisering) een beroep op deze expertise gedaan kan / mag worden. 6
In uren per week vanuit eigen formatie inclusief WSNS-middelen.
18
Opmerking: Er zijn nauwelijks extra handen in de klas; er is 3 dagen per week een stagiaire, die is niet ingezet voor de leerlingen met een arrangement of OPP, maar ondersteunt in een grote combi-kleutergroep en helpt bij verschillende activiteiten door de hele school (hulp bij individuele hp’s t.a.v. het lezen en n.a.v. uitval T en L ) 7Bijvoorbeeld onderwijsass. / remedial teacher / ab-er / stageaire / leerkracht in opleiding / ouder.
2015-2016 4 6/7a 7b/8
Aantal leerlingen 16 (mo) 24 (mi) 26 28
Extra handen O.A. O.A . O.A .
7
Aantal uren per week 4 4 3
Handen in de klas Binnen de afdeling van ons samenwerkingsverband vormen de volgende uitgangspunten het voorlopige kader voor wat we m.b.t. handen in ( of buiten) de klas gerelateerd aan ons onderwijsconcept onder basisondersteuning rekenen: Uitgangspunt voor groep van 26 leerlingen: De leerkracht kan dan drie instructiegroepen hanteren. (bijvoorbeeld: (ver)korte instructie / basisinstructie / verlengde instructie). Ten behoeve van de begeleiding van leerlingen met een individueel ontwikkelingsprofiel is bij deze groepsgrootte extra ondersteuning van de groepsleerkracht nodig.
Grenzen We bemerken dat over het algemeen de concentratie bij de kinderen afneemt. Kinderen hebben veel prikkels te verwerken en zijn druk met allerlei bezigheden. Ook de thuissituatie is niet bij ieder kind even stabiel en kansrijk. Er is extra tijd nodig om de kinderen voldoende ondersteuning te kunnen bieden om aan de onderwijsbehoefte van deze kinderen te kunnen voldoen. Kortom, steeds meer kinderen vragen extra zorg. Op school is dit te merken. Zie hiervoor ook hoofdstuk 2: Leerlingpopulatie. De grootte van de groepen blijft een aandachtspunt. Elk kind heeft aandacht nodig en de ervaring leert dat er altijd tijd te kort is om elk kind dagelijks de gewenste aandacht te geven. Het klassenmanagement zal georganiseerd moeten zijn om de kinderen in de 3 niveaugroepen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden. M.i.v. schooljaar 2014-2015 zijn er 2 combinatiegroepen gevorm en ook in 2015-2016 wordt en met combiklassen gewerkt. Dit vraagt extra aandacht t.a.v. het klassenmanagement.
19
Om de zorgleerlingen met rugzak of ontwikkelingsperspectief goed te begeleiden wordt een groot beroep gedaan om de mogelijkheden van de leerkracht. Hier lopen we tegen grenzen aan. Een half uur per dag tijd voor deze kinderen is lang niet altijd mogelijk. Er zijn geen extra handen in de klas en hier is wel degelijk behoefte aan. Soms een stagiaire aanwezig die extra hulp kan bieden, maar deze inzet is niet altijd structureel. Ook zijn de mogelijkheden van deze stagiaires(MBO) heel verschillend. En verder is er structureel tijd tekort voor de inzet van de I.b.er. Door de toenemende problematiek bij kinderen en in de gezinnen, vraagt de coördinerende rol voor de I.B.er hierbij steeds meer tijd. Gebouw
Behoefte aan: x x x
Rolstoeltoegankelijk, lift ontbreekt Time-out ruimte, is niet in de buurt van de lokalen aanwezig Extra grote lokalen, gangen-lokalen zijn klein Extra kwaliteit speelplein Verzorgingsruimte of ruimte voor fysio- therapie, revalidatie- niet aanwezig Omgeving voor sensorische beleving (snoezelen e.d.) Rustruimte-niet aanwezig Handenarbeidlokaal / atelier / technieklokaal-niet aanwezig Speel-/gymlokaal Keuken (voor leerlingen) Schooltuin Dierenverblijf Zwembad
x x x
6. Conclusies en ambities De Fontein wil de komende jaren verder inzetten op: • • • • • • • •
Goed aanbod voor hoogbegaafden en het organiseren daarvan (extra instructietijd creëren) Opzetten van Didaktische groepsoverzichten, speciale onderwijsbehoeften nog beter in kaart brengen Opbrengstgericht werken met een duidelijk doel voor ogen Handelings-en groepsplannen; verfijning van de huidige plannen. Leerlingen zelf meer betrekken bij het te halen doel Meer differentiatie op taalgebied Vergroten van de know-how t.a.v. leer-en gedragsproblemen Zorgen voor goed klassenmanagement ivm de combinatiegroepen.
Oktober 2015
20
Bijlage 1: Actualiseren SOP
0.
Basisondersteuning
Extra Ondersteuning
Inzet in fte Man. School: Janneke Rouwenhorst Ondersteuning: Groepen: 6.5 groepen, 7fte. …… Aantal Bedrag ….forma Inzet lln school tie 9179,43 3 lln met OPP, zonder arrangement, zie SOP blz. 7 en 15.
1.
Rechtstreeks vanuit afdeling € …per ll.
2.
Arrangement CAT
3.
Deelname HBG-groep
2
4.
Deelname Sovatraining Deelname sbo (lln die laatste 5 jaar zijn verwezen): € 4000,per ll. Deelname so Laatste 5 jr verwezen nu nog natura AWBZ-compensatie
5.
6.
7.
3
7350,-
Zie OPP lln en SOP blz 7 en 15.
nvt
2x 40 uur vanuit de Ambelt 1x40 uur vanuit Boslust nvt
-
nvt
nvt
nvt
1
nvt
nvt
nvt
-
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
Zie OPP lln en SOP blz 12
-
21