Schoolondersteuningsprofiel van GBS Immanuël
Datum teambespreking: 17 / 09 / 2013 5 / 11 / 2013 Advies MR: 31/ 10 / 2013 Datum: Vaststelling bestuur met datum: 18 / 11/ 2013
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 1
Inhoudsopgave Schoolondersteuningsprofiel 1. Inleiding 2. Algemene gegevens 2.1 Contactgegevens 2.2 Onderwijsvisie/schoolconcept 2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren 3. Basisondersteuning 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs 3.2 Planmatig werken 3.3 Preventieve en licht curatieve interventies 3.4 schoolondersteuningsstructuur 4. Extra ondersteuning: Onderwijsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 4.1 Leer- en ontwikkelingsondersteuning 4.2 Fysiek medische ondersteuning 4.3 Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning 4.4 Ondersteuning in de thuissituatie 5. Randvoorwaarden 6. Conclusies en ambities
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 2
1.Inleiding De Functie van het School ondersteuningsplan : Toelating van leerlingen op school: Het geeft verheldering in hoeverre de onderwijsbehoefte van een leerling past bij de mogelijkheden van de school. Communicatie: Het school- ondersteuningsprofiel is de basis voor de communicatie met ouders. Op basis van het profiel kan uitgelegd worden wat de school wel of niet voor hun kind kan betekenen. Als ouders hun kind aanmelden bij de school, dient het ondersteuningsprofiel als basis voor de afweging of een school de onderwijsondersteuning kan bieden waaraan het kind behoefte heeft. Het ondersteuningsprofiel zal vrijwel nooit direct en eenduidig een antwoord bieden op die (éne) vraag; ieder kind en iedere situatie is uniek. Toch zal het ondersteuningsprofiel helpen om een beargumenteerde afweging te maken. Professionalisering: Het ondersteuningsprofiel ondersteunt het professionaliseringsbeleid van de school. Mede op basis van dit document kan bepaald worden welke competenties leerkrachten moeten beheersen om onderwijs en ondersteuning te verzorgen zoals de school heeft omschreven. Het ondersteuningsprofiel kan ambities van de school in kaart brengen als het gaat om extra ondersteuningsmogelijkheden. Deze ambities kunnen worden meegenomen in het schoolplan en zijn medebepalend voor het professionaliseringsbeleid.
Tot stand gekomen: Het schoolondersteuningsprofiel wordt opgesteld door het team: directie en leerkrachten en onderwijsassistenten. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht bij de vaststelling. Vervolgens stelt het bevoegd gezag het ondersteuningsprofiel van de school vast, minstens eenmaal in de vier jaar.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 3
2. Algemene gegevens 2.1Contactgegevens GBS Immanuël Van Lumeystraat 1 5684 CH Best Postadres Postbus 163 5680 AD Best 0499-373449
[email protected] www.immanuel.nl Brinnummer: 03ZJ Bestuur: Vereniging voor Gereformeerd onderwijs in Midden Brabant Voorzitter David de Wit Postbus 163 5680 AD Best
[email protected] directie: Annemieke Huizinga IB: Dineke v/d Horst Teamleden: Hannie Sonneveld; Corinka Schipper; Janine Popping; Aleida v/d Velden; Liesbeth de Kruijff; Hendrina de Pooter; Jolien Treurniet; Petrie Herfst; Marianne v/d Wal; Jannita van Pijkeren; Petra Pronk. Zorgleerkracht: Karine Braakman Onderwijsassistente: Barbera van Leur (kindercoach) en Dorien Sollie (voorheen logopediste) Schoolbestuur: Voorzitter: David de Wit Secretaresse: vacature Penningmeester: Lourens Heres Lid (algemeen adjunct): Anneclair Baas Lid : Ewout van Loenen
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 4
Samenwerkingsverband Passend onderwijs Eindhoven e.o. (3007) Samenwerkingsverband Eindhoven e.o. Keizer Karel V Singel 8 5615 PE EINDHOVEN T: 040 259 45 94 E:
[email protected] Postadres: Postbus 985 5600 AZ EINDHOVEN
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 5
2.2 Visie van de school De kinderen Kinderen zijn een zeer kostbare gift van de Schepper. Ieder kind is uniek door Hem geschapen, met specifieke talenten en mogelijkheden. Ieder kind komt tot z’n doel als het leert zijn Schepper te eren met die talenten. Onderweg naar de nieuwe hemel en nieuwe aarde vindt de gezamenlijk ontdekkingstocht plaats naar de contouren van die Wereld. Kinderen zijn voortdurend in ontwikkeling. Dit wordt bepaald door wat het kind al in zich draagt aan karaktereigenschappen en talenten. En tegelijk wordt het kind gevormd door z’n omgeving, ouders, broers en zussen en verdere familie. Daarin spelen leerkrachten en klasgenoten een grote rol. God heeft ieder kind een plek gegeven. En een belangrijke taak van de Immanuël-school is de voorwaarden scheppen voor het kind om de talenten die nog verborgen liggen, tot ontwikkeling te kunnen brengen. Ieder kind mag weten dat het geliefd is door God en uit die bron van liefde putten. Om dat te kunnen ervaren is veiligheid een voorwaarde; ook een veilige sfeer op school dient hiertoe bij te dragen. Dat betekent dat de kinderen ook onderling en in contact met de leerkracht leren om elkaar te respecteren zoals ze zijn en om elkaar te helpen. De gebrokenheid van het leven wordt ook zichtbaar in kinderen. Zij kunnen bedoeld of onbedoeld schade toebrengen aan anderen en (daarmee) ook aan zichzelf. Zij hebben daarom duidelijke regels nodig en het is heilzaam als zij leren respect te hebben voor leerkrachten en andere volwassenen in en rond de school. Onderwijs De Immanuël-school is in de eerste plaats een basisschool. Het is dus een school met jonge kinderen die nog een lange schoolcarrière voor zich hebben. Het is de verantwoordelijkheid van de school om hun met de beschikbare middelen en gaven het beste onderwijs te geven. Het reken- en taalonderwijs zijn hierin de belangrijkste pijlers. Onderwijs is niet alleen gericht op cognitieve vaardigheden maar ook op persoonlijke vaardigheden. Hoe ga je met elkaar om en hoe respecteer je elkaars verschillen? Maar ook, wie ben jij zelf en waar ben je goed in? Zelfstandig leren werken is een belangrijk element in de onderwijsvormen van de Immanuël-school. Ons leven is bedoeld om God groot te maken. In dat licht wordt onderwijs gegeven en daarom krijgt het geloven in de drie-enige God nadrukkelijk de aandacht bij de inrichting van ons onderwijs. Elk kind is uniek. Er kunnen grote verschillen zijn in de vaardigheden en het gedrag van kinderen. De Immanuël- school is een basisschool, geen speciaal basisonderwijs. Maar wel wordt alle moeite gedaan om kinderen passend onderwijs te bieden. In principe wordt daarom passend onderwijs voor elk kind geboden, vanuit het ideaal om uit elk kind het beste te halen; jongen of meisje, met veel of weinig capaciteiten. Op de basisschool wordt onderwijs gegeven aan jonge kinderen. Die van het leven mogen genieten. Die met plezier naar school toe gaan en ook met plezier weer thuis komen. Rijker, wijzer en gezegend. Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 6
De ouders Ouders sturen hun kinderen naar de Immanuël-school omdat ze belang hechten aan goed christelijk onderwijs op gereformeerde grondslag. Deze ouders moeten er zeker van kunnen zijn dat hun kind onderwijs krijgt dat ook op dat kind is afgestemd. Een belangrijk deel van de ouders laat hun kinderen grote afstanden reizen om op de Immanuelschool te komen. Alle ouders die de kinderen naar onze school sturen zijn er gezamenlijk verantwoordelijk voor om dat vervoer goed te organiseren en te bekostigen. De grote geografische afstand die er is vergroot het belang om extra aandacht te besteden aan de communicatie en het betrekken bij de school van de ouders die ver weg wonen. Dan weten de ouders dat er goed onderwijs wordt gegeven en dat er zorg en aandacht is voor hun kind. Het is belangrijk dat de ouders hun kinderen met een gerust hart naar school laten gaan en dat in de toekomst ook blijven doen. Buiten de Gereformeerde kerken (vrijgemaakt) en de Nederlands en Christelijk Gereformeerde Kerken zijn er ook ouders die hun kinderen goed christelijk onderwijs willen geven. Wanneer zij de grondslagen van het onderwijs op de Immanuël-school onderschrijven zijn zij van harte welkom. Opvoeden is een uitdaging. Opvoeden mislukt soms ook. De school heeft mede de verantwoordelijkheid dit tijdig te signaleren. Daarom is er beleid geformuleerd om een rol in de preventieve jeugdzorg te spelen. Het bijbrengen van discipline en respect is belangrijk. Het ondersteunen van ouders bij bijvoorbeeld seksuele opvoeding is een van de voorbeelden van preventieve jeugdzorg. Personeel De Immanuël-school is een kleine school, een school waar elke leerkracht telt. Als goede werkgever willen bestuur en directie dat de leerkrachten met plezier kunnen werken. Daarom moet de sfeer in het team van directie, onderwijzers, vervangers en ondersteuners goed zijn. Door het geven van passend onderwijs zijn er meer mogelijkheden voor leerkrachten om zich verder te ontwikkelen. Bovendien is er een modern ICT beleid, waardoor modern onderwijs gegeven wordt met de bijpassende extra mogelijkheden van de automatisering. De Immanuël-school is vanuit gereformeerd perspectief een school die ver in het zuiden ligt. Daarom is leerkrachten aantrekken en ze behouden steeds weer een uitdaging.
Omgeving De Immanuël-school staat in Best, centraal in Brabant, maar ver weg van andere gereformeerde basisscholen. Voor identiteitsgerelateerde zaken wordt zeer gehecht aan banden met andere gereformeerde scholen in Nederland. Voor school- en onderwijstechnische zaken wordt samengewerkt in de Brabantse omgeving.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 7
Kinderen worden er bewust van gemaakt dat zij uniek zijn en wat dit betekent voor de relaties met mensen om hen heen, bijvoorbeeld op het algemeen christelijk of neutraal voortgezet onderwijs. Ouders zijn verantwoordelijk voor de geloofsopvoeding van hun kinderen. De school is daarin slechts één, maar wel een hele belangrijke, schakel. De Immanuël-school neemt die verantwoordelijkheid volledig op zich; ook wordt het voortouw genomen om de voor- en achterliggende schakels aan elkaar te koppelen. Onderwijsconcept: Kernwaarden: Gereformeerd (Immanuël); Ons team werkt vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Doelgericht; Elke groep werkt met een groepsplan waarin aangegeven hoe de doelgericht de leerkracht aan het werk is met zijn groep.
Groei Leerkrachten en leerlingen groeien door zich leerbaar op te stellen. Ontwikkelen is super belangrijk. Om leerlingen te helpen hun werk goed te zijn we duidelijk, voorspelbaar en hebben een structuur in de groepen Partnerschap met ouders is belangrijk voor de resultaten en de groei van de leerlingen Rust Voorwaarde voor goed onderwijs is een veilige en goede sfeer in de klassen en daar zijn wij trots op
Wij willen graag ontwikkelingsgericht onderwijs geven: Ons onderwijs is erop gericht kennis, vaardigheden en inzicht te ontwikkelen bij kinderen. Dat doen we doelgericht en met afstemming op de kinderen om hen de kansen te bieden om op allerlei gebied te groeien. Wij geloven dat ieder kind uniek is . Elk kind heeft zijn eigen talenten. Wij helpen hen deze talenten te ontdekken en te ontplooien. Daarnaast leren wij de kinderen elkaar te waarderen, accepteren en respecteren en volgen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van ieder kind nauwkeurig. Dat is onze kracht. De sfeer op onze school is erg goed. Er is veel rust. Er is aandacht voor positief opvoeden. Wij besteden veel extra tijd aan het omgaan met elkaar en het complimenteren van elkaar. Wij nemen ook veel tijd voor individuele gesprekken met kinderen die behoefte hebben om ergens over te praten. Daar maken wij bewust tijd en ruimte voor en hebben bewust een collega, die kennis heeft van kindercoaching , tijd gegeven om daar mee aan de slag te zijn.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 8
Meervoudige Intelligentie:
Elk kind is op een verschillende manier knap. Dat heeft weinig te maken met de intelligentie van dat kind maar meer met wat zijn of haar sterke kanten zijn. Die sterke en minder sterk ontwikkelde kanten van een kind noemen we intelligenties. Mensen blijken in de praktijk gebruik te maken van een reeks verschillende intelligenties vandaar ook meervoudige intelligentie. Op onze school gaan we uit van de meervoudige intelligentie van de kinderen. Wij geloven dat ieder kind door God uniek is geschapen met specifieke talenten en mogelijkheden. Onderwijs is niet alleen gericht op cognitieve vaardigheden maar ook op persoonlijke vaardigheden. Hoe ga je met elkaar om, maar ook, wie ben jij zelf en waar ben je goed in? Op onze school willen we voorwaarden scheppen voor de kinderen om hun talenten tot ontwikkeling te brengen. Op het plaatje hierboven zijn de 8 intelligenties afgebeeld. Wij gebruiken voor de intelligenties naar de kinderen toe andere namen die voor hen begrijpelijker zijn zoals woordknap, beweegknap, beeldknap enz. Elk kind leert het beste als zijn of haar sterke kanten ingeschakeld worden. Door MI is het mogelijk om aan te sluiten bij de sterke kanten van de leerlingen. Met MI wordt de leerstof voor alle kinderen beter toegankelijk. Als je als leerkracht aansluit bij de verschillende intelligenties en daarin afwisselt help je de leerlingen om de leerstof beter te begrijpen. Didactische structuren: We sluiten in onze instructie lessen aan bij de verschillende intelligenties van kinderen. Dit doen we door te werken met didactische structuren. In het kort komt het hierop neer dat er verschillende werkvormen gebruikt worden die elk een andere intelligentie prikkelen. Door voor dezelfde leerstof verschillende werkvormen aan te bieden, aansluitend bij de verschillende intelligenties, krijgt elk kind de kans om zijn of haar sterk ontwikkelde intelligentie te gebruiken. Zo krijgt elk kind de kans om op zijn manier toegang te krijgen tot de leerstof. Didactische structuren zijn coöperatieve werkvormen. Dat betekent dat de kinderen leren door samen te werken. Uit onderzoek is gebleken dat dit een leerwinst oplevert. Verder zorgt het ervoor dat samenwerkingsvaardigheden ontwikkeld worden en dat er een positief leerklimaat ontstaat. Het is belangrijk dat een kind veel leert (ieder naar vermogen) en elke dag met plezier naar school gaat. Omdat elk kind uniek is leren niet alle leerlingen op dezelfde manier. De leerkracht bekijkt per kind welke opdracht het meest geschikt is en hoeveel instructie daarbij nodig is. Sommige kinderen Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 9
krijgen naast de basisstof extra of ander werk; andere kinderen krijgen meer stof om de basis te oefenen. Een rustig werkklimaat in de school is erg belangrijk voor de resultaten van de kinderen. Het is voor de leerkracht belangrijk om de instructie af te stemmen op de kinderen. Daarom is het belangrijk dat kinderen die geen aandacht van de juf kunnen krijgen toch niet vastlopen met hun werk. Om dit te waarborgen kent onze school ‘flexplekken’, waar kinderen in stilte aan het werk gaan. In deze ruimte is een onderwijsassistent aanwezig die, waar nodig, begeleiding kan geven. Kinderen kunnen er zelf voor kiezen naar de flexplek te gaan en daar hun werk af te maken. We werken in alle groepen ontwikkelingsgericht met de kinderen vanuit thema’s. Voor groep 3 t/m 8 staan in de ochtenden rekenen, taal (nederlands en engels) , (begrijpend) lezen en spelling op het rooster. Taal en de thema’s voor W.O (wereldorientatie) worden zoveel mogelijk gekoppeld. Alleen het rekenonderwijs staat los van het thema. Door verschillende werkvormen en opdrachten te gebruiken, maken de leerlingen zich de stof van de vakken eigen. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van diverse onderwijsprogramma’s op de computer. Door bijvoorbeeld taal-rekenspelletjes leren de kinderen, naast het vak zelf, ook om te gaan met de computer. De middag staat thematisch werken centraal (muziek, dans, drama zijn geïntegreerd en gym wordt apart op een middag gegeven) . We hebben ‘s ochtends een vast moment om verhalen uit de Bijbel te vertellen en uit te leggen aan de kinderen. Het is belangrijk dat kinderen zelfstandig leren werken. Bij ons op school wordt hier al op jonge leeftijd spelenderwijs mee geoefend. In de lessen werken we veel met opdrachten, die na een kort instructiemoment zelfstandig uitgevoerd worden en waar nodig met elkaar besproken. We werken ernaar toe dat de kinderen aan het einde van hun schoolloopbaan hun werk zelf kunnen plannen en evalueren. Op school werken we iedere 6 weken met een ander thema. We laten kinderen meedenken en brainstormen over het thema, wat ieder kind op zijn eigen manier kan uitwerken. De samenwerking met klasgenootjes wordt bevorderd en de creativiteit van het kind gestimuleerd. Zo leren kinderen ook de verschillen tussen elkaar te zien en daar op een goede manier mee om te gaan. Vanaf groep 4 en 5 dagen we de leerlingen uit om informatie te zoeken bij het thema, op internet, in boeken of in kranten. Deze informatie mogen ze verwerken in een zelfbedacht project (onderbouw door spel en bovenbouw door onderzoeksactiviteiten). Zo leren ze goed omgaan met de huidige mediabronnen en leren ze teksten te analyseren en deze te verwerken tot een goed resultaat. De inzet van ict / techniek en huidige mediabronnen is voor onze school als een prioriteit vastgesteld. We vinden het belangrijk dat wij aansluiten bij de kracht van onze regio Brabant.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 10
2.3 Kengetallen leerlingenpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren Kengetallen: Leerlingaantallen ( feitelijke aantallen) Teldatum 1-10-2010 137
Teldatum 1-10-2011 136
Teldatum 1-10-2012 131
(Prognose)Teldatum 1-10-2013 127
Teldatum 1-10-2012 2,3
(Prognose)Teldatum 1-10-2013 2,4
Het percentage gewogen leerlingen Teldatum 1-10-2010 2,2
Teldatum 1-10-2011 1,5
Aantal en percentage deelnemers voorschoolse opvang groep 1 ( PZ en/of KDV met VVE): Aantal
Percentage
0
0
2010-2011: 4 rugzakken( kind met indicatie?), 2 kinderen gewicht 0,3, 1 kind gewicht 1,2 2011-2012: 2 rugzakken, 1, kind 0,3, 1 kind 1,2 2012-2013: 4 rugzakken, 2 kinderen 0,3, 1 kind 1,2 2013-2014: 2 rugzakken, 2 kinderen 0,3, 1 kind 1,2.
Stroomgegevens → juli Jaar →2010
Teldatum 1 oktober
Instroom/ tussentijds 137
15
Doorstroom Uitstroom groep 8 / tussentijds 0 3d
23
4
27
16
6
24
10
10
20
17
6
23
1v →2011
136
16
6 4d 1v
→2012
131
3
8 2d 1v
→2013
Verwacht 127
19
7 2d 0v
d = doubleren v- versnellen
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 11
specificatie
20092010
VO 2013 20102011
ongewogen leerlingen (per 1-10) CITO school
150
137
136
131
537,90
533
533,4
542,4
Aantal lln groep 8
24
16
10
17
uitstroom VWO
4
uitstroom HAVO-VWO
4
Uitstroom HAVO
1
uitstroom VMBO/THAVO uitstroom VMBO/T
3 8
10
Uitstroom VMBO/K
1
2
uitstroom VMBO/BVMBO/K uitstroom VMBO/B
1
4 6
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
2
6
4
VO 2013
3
4
1
20112012
5
4
Plaatsing op Voortgezet 1 SO terugplaatsing SO Plaatsing op SO
3
VO 2013
5
5 6
5 2
4
20122013
1 2
3
3
1
1 (Leonardo ond)
Pagina 12
3. Basisondersteuning Basisondersteuning bestaat uit ondersteuningsniveau 1, 2 en 3. 3.1 Basiskwaliteit van het onderwijs Recent oordeel van de inspectie van het onderwijs over de kwaliteit van onze school: de leerprestaties (po) en opbrengsten (vo) van de school zijn voldoende en het onderwijsleerproces of de ondersteuning en begeleiding voldoet aan de gestelde norm. Wij werken in onze school handelingsgericht en maken daarbij gebruik van groepsplannen . In een groepsplan beschrijft de leerkracht hoe de verdeling is in instructie en werkniveau van alle kinderen in haar klas. Dat doen ze niet zomaar. Leerkrachten zijn doel gericht aan het werk en weten wat ze met hun groep willen bereiken. Vervolgens kijken ze naar de resultaten van de kinderen om de doelen te formuleren. Omdat zij een doel willen bereiken kijken ze naar de onderwijsbehoefte van de kinderen (wat hebben ze nodig om hun doel te bereiken). In een groep ontstaat een basisgroep en meestal 2 subgroepen. Zij krijgen de instructie en het zelfstandig werk aangeboden vanuit de doelen die zij moeten halen. Twee keer per jaar bespreken we de werkwijze met het team. Zodat de groepsplannen eenduidig zijn in onze school. Leerkrachten houden de veranderingen bij in het groepsoverzicht en gebruiken dat om een nieuw groepsplan te maken. Wij doen dit 2 keer per jaar. Het verbeterteam “ Handelings- en Opbrengstgericht werken” bekijkt de groepsplannen, geeft feedback aan de leerkracht en bespreekt algemene punten in het team. Indien nodig wordt het protocol groepsplannen aangepast.
3.2 Planmatig en opbrengstgericht werken op GBS Immanuël Opbrengstgericht werken is systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van prestaties door beschikbare data te benutten. Opbrengstgericht werken is de hedendaagse manier van kijken naar het totale onderwijsplaatje: in de groep en op het niveau van de school. Opbrengstgericht werken werkt : De relatie tussen opbrengstgericht werken en leerresultaten blijkt een duidelijk positief verband. Ook hebben opbrengstgerichte scholen meer positieve trends van leerresultaten dan weinig opbrengstgerichte scholen. Een belangrijke winst zie je in de mate waarin leerkrachten zelf de regie voeren over hun onderwijskwaliteit. De opbrengsten van technisch lezen, rekenen, begrijpend lezen van de groepen 3 t/m 8 zijn in het schooljaar 2012-2013 75% AB en 25 % C-score. De DE scores zijn minimaal. Kinderen waarvan we weten dat zij de doelen van de jaargroepen niet halen en met een eigen programma werken krijgen Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 13
een behandelingsplan met daarbij een ontwikkelingsperspectief, waarbij duidelijk beschreven staat welke tussendoelen het kind per jaar moet kunnen behalen. In februari en juni worden de toetsresultaten besproken in het team. Voor deze bespreking is het belangrijk dat leerkrachten kennis hebben van de vaardigheidsscore en welke waarden horen bij groei. De opbrengsten per groep krijgen een plek binnen de gesprekkencyclus en wordt in ieder geval op het functioneringsgesprek besproken. Opbrengstgericht werken is een cyclisch proces. Om het team goed mee te nemen is het van belang dat we vanuit een visie werken. Duidelijk aangeven wat we verwachten. Een goede voorbereiding noodzakelijk is. Door middel van het bespreken van de visie en de waarde van de scores begrijpen ze beter waarom dit een logische stap is in het proces van handelingsgericht werken. Plan-do-check-act Plan: Belangrijk om de koppeling helder te maken tussen HGW en Opbrengstgericht werken.
Het begint bij plan (groepsplan) . Met de beschikbare data (parnassys) kun je de opbrengsten analyseren/onderzoeken. Naast toetsgegevens zijn observaties, achtergrondkenmerken van de leerlingen, lespraktijk en de randvoorwaarden van de school belangrijke gegevens. (groepsoverzicht) Met al deze gegevens zet je interventies in. (groepsplan)
Do: Doelen stellen: De kunst van het doelen stellen. Voor opbrengstgericht werken moet een school precieze en reële doelen stellen. Een goed middel daarbij zijn de tussendoelen en leerlijnen van de methode. Bij de citotoetsen maak je gebruik van de groepskaart (niveauwaarde) en de vaardigheidsscore (groei meten)Met deze informatie kan een leerkracht veel gerichter aan de slag gaan met de kinderen en kan hij of zij hen stap voor stap richting het tussendoel brengen. Zo ga je steeds meer doelgericht onderwijzen.
Verder is van belang de doelen samen te formuleren: niet ieder voor zich, maar met het hele team. Check: (dit worden de besprekingen LVS in teams) Op het ‘doen’ volgt altijd een ‘check’: de effectiviteit van de interventie wordt nagegaan. (evaluatie groepsplan) Ook dit vereist een nieuwsgierige houding en hierbij is het inspirerend om een professionele dialoog te voeren op basis van verzamelde data (gezamenlijk LVS) Dat kan bijvoorbeeld door bij elkaar in de groep te kijken, door gesprekken te voeren met collega’s als critical friends en door nauwgezette analyse van de leerlingresultaten. Act: Volgend op de check worden acties bijgesteld en beproefde succesformules geborgd. Het komt ook voor dat doelen naar boven of naar beneden worden bijgesteld.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 14
Leerkrachtvaardigheden: Leerkrachten kunnen groepsanalyses en leerling-analyses maken mbv Parnassys Leerkrachten kunnen interventies plannen vanuit de opbrengsten Tijdens OGW bijeenkomsten worden de analyses en interventies besproken Leerkrachten verwerken e.e.a. in groepsplannen Leerkrachten kunnen in Parnassys vinden en interpreteren:
Groepsanalyse Leerling analyse Schoolanalyse Ontwikkelingsperspectief Groepskaart Groepsoverzicht toetsen per leerjaar en toets
We hebben de rollen van de leerkrachten LA , LB , IB en de directie omschreven in ons beleidsstuk. Daarnaast hebben we een bouwsteen geschreven (in het kader school-aanzet) : De leerkracht doet ertoe.
Verwijzing naar : Plan van aanpak : opbrengstgericht werken Inspectie rapport: Oudertevredenheidsrapportage 2013 : Hoe werkt de ondersteuning bij ons op school: Wij zijn een positief christelijke school. Dat betekent dat ouders kiezen voor onze school vanwege onze identiteit. Een Speciale school met onze identiteit is niet te vinden in onze regio. Daarom hebben wij ons zo ontwikkeld dat we slechts in uitzonderlijke gevallen kinderen verwijzen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen zo lang mogelijk vanuit onze visie en missie lessen kunnen volgen.
Elke groep werkt met een groepsplan waarin aangegeven hoe de doelgericht de leerkracht aan het werk is met zijn groep. Wij werken met combinatiegroepen waardoor er een strakke organisatie is in het klassenmanagement en de weektaken. Vanuit de Passend Onderwijsgedachte hebben we een felxplek ingericht (heeft u al kunnen lezen). Voor ondersteuning en begeleiding van de kinderen voeren we gesprekken met kinderen. Dat doet de leerkracht en in specifieke gevallen van een moeilijke thuissituatie kunnen de kinderen in gesprek met onze kindercoach.
3.3 Preventie en lichte curatieve interventies
Ons team werkt vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het kind is niet van een leerkracht, maar van ons allemaal. We werken in een open sfeer zodat we elkaar indien nodig kunnen Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 15
ondersteunen. Deze basis is nodig om de kinderen in de school een veilig gevoel te geven. Daarnaast vinden we het partnerschap met ouders belangrijk. We weten uit ervaring dat als we goed samenwerken met ouders we veel kunnen bereiken. Voorwaarde voor goed onderwijs is een veilige en goede sfeer in de klassen. Dat is de kracht van ons onderwijs. In onze groepen is er veel aandacht voor team- en klasse bouwers waardoor de kinderen elkaar goed kennen en ook meer van elkaar weten. Dat helpt om positief met elkaar om te gaan en elkaar te respecteren. We hebben een eenduidige werkwijze in de hele school. De leerkracht staat ’s morgens bij de deur en heeft oog voor elke leerling en geeft hen een hand. Het eerste contact is gelegd. De leerkracht kan al bij binnenkomst zien of er iets is, ook kinderen kunnen direct iets aangeven. In de pauzes is er ook volop begeleiding waar nodig. Kinderen leren voor elkaar te zorgen en samen problemen op te lossen. Wij besteden veel tijd aan sociaal emotionele ontwikkeling in de groep. Soms met behulp van leerkrachten die daar expert in zijn. Elke groep krijgt preventief lessen over de meidenkoffer (voorheen meidenvenijn). Daar hebben we experts voor die dat met hen doen. De rust die in onze school heerst is de basis om daarnaast om te kunnen gaan met kinderen met extra ondersteuning In de groepen zorgen wij voor voorspelbaarheid , duidelijkheid en structuur. Vanuit deze werkwijze kunnen wij veel kinderen (ook met specifieke zorg) een goede plek bieden. Wij weten dit omdat na indicatie er handelingsadviezen worden beschreven en wij die manier van werken geborgd hebben in ons schoolsysteem. Door ervaring al veel kinderen een plek gegeven. Daarnaast hebben we een leerkracht die expert is op dit gebied en hebben we de flexplek wat voor deze kinderen een goede plek is om te leren zelfstandig te werken en hun taken leren op te pakken. Nog belangrijker is is het feit dat onze leerlingen leren hun hulpvraag te stellen. Dat is belangrijk ook richting het V.O. Wat moeten leraren van mij weten. Elke groep werkt met een groepsplan waarin aangegeven hoe de doelgericht de leerkracht aan het werk is met zijn groep. Leerkrachten kunnen ook vragen hebben omtrent de zorg en begeleiding van een leerling. Omdat je beslissingen niet alleen wilt nemen en adviezen nodig hebt is er bij ons op school een Intern Begeleider die de zorgteams leidt. Zij is er ter ondersteuning van de leerkrachten. Het kan ook zo zijn dat de vragen van een leerkracht niet intern beantwoord kunnen worden dan is het mogelijk om de orthopedagoog van Best te vragen mee te kijken met de hulpvraag van de leerkracht, vragenlijsten af te nemen rondom kinderen of onderzoek te doen. Dit complete aanbod helpt ons om veel intern op te lossen. We hebben in onze school veel kinderen met dyslexie. Veel van onze kinderen hebben ondersteuning van een lokale logopediste Wij hebben goed contact met haar en zij is ook regelmatig bij ons op school. Zodoende kunnen wij vaak van haar expertise gebruik maken. We werken samen met het centrum voor Jeugd en gezin. Bij Beste Betsy (CJG) kun je terecht met vragen over opgroeien en opvoeden of voor ondersteuning in de vorm van een aantal gesprekken. Ze is er voor alle kinderen, jongeren en hun ouders, maar ook voor anderen die professioneel, via vrijwilligerswerk of als buurtbewoner vragen hebben over opgroeien of opvoeden. Vragen kunnen gaan over ingewikkelde kwesties, maar kunnen ook heel simpel zijn. Ouders kunnen op school Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 16
binnen lopen en een leerkracht aanspreken. Ook kan een IB-er of directeur luisteren naar het verhaal van de ouder en hen helpen. We kunnen schoolmaatschappelijk werk inzetten (Licht pedagogische hulp) of doorverwijzen naar anderen. Wij kennen ons lokale netwerk goed en kunnen via persoonlijke contacten gezinnen verder helpen. Wij zien ouders als een belangrijke partner voor het bereiken van de beste resultaten voor onze kinderen. Wij vinden het belangrijk om, daar waar mogelijk, samen met u ons onderwijs en onze zorg voor uw kind zo goed mogelijk vorm te geven. Thuis en school zijn de belangrijkste leefmilieus van een kind. Als ouders doet u van jongs af aan dagelijks ervaringen op met uw kind. U weet veel over het karakter, de ontwikkeling en de beste aanpak van uw kind. Leerkrachten maken uw kind ook een groot deel van de dag mee en zien van uw kind vooral de ontwikkelingen in het leren en het gedrag in de groep. Wij vinden het belangrijk om deze ervaringen met elkaar uit te wisselen. Daarmee kunnen we gezamenlijk de ontwikkeling van uw kind zo goed mogelijk stimuleren en begeleiden. Soms heeft de school zelf niet voldoende mogelijkheden om, indien nodig, de situatie van uw kind echt te verbeteren. De school kan dan, na overleg met u, het IZAT inschakelen. Het IZAT staat voor Intern Zorg en Advies Team. Het IZAT heeft als doelstelling de school te adviseren en ondersteunen zodat kleine problemen geen grote problemen worden. Het bestaat uit de intern begeleider(s) van 2 of 3 scholen samen, de jeugdverpleegkundige van de GGD (Simone Vermeer) en de maatschappelijk werker van de Dommelregio. Naast deze vaste deelnemers kunnen ook leerkrachten of andere deskundigen gevraagd worden deel te nemen. Deze deskundigen kunnen met hun specifieke kennis een bredere kijk geven op de ontwikkeling van uw kind en op wat er nodig is aan hulp en/of ondersteuning. Zij kunnen die hulp soms zelf bieden of zij kunnen u en uw kind begeleiden naar andere hulp. Het IZAT komt ongeveer zes keer bij jaar bij elkaar. Rondom de zorg van het kind hebben alle Beste basisscholen zitting in het ZAT in Best. ZAT betekent Zorg advies team. Dit netwerk is een overleg tussen personen die vanuit hun professionele functie werken met kinderen en/of hun ouders. In dit overleg proberen de gezamenlijke deelnemers oplossingen te zoeken, waarbij gebruik wordt gemaakt van elkanders deskundigheden en mogelijkheden. Zorgen over het functioneren van bepaalde leerlingen kunnen ter sprake komen en er kunnen begeleidingsafspraken gemaakt worden, die in overleg met de ouder(s)/opvoeder(s) en de leerling worden uitgevoerd. Een keer in de zes weken ontmoeten deze partners elkaar. Het netwerk bestaat uit een kernteam. In het kernteam zitten: Bureau Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, Maatschappelijk werk, Politie, beroepskrachten van de GGD, Consultatiebureau en de Leerplicht ambtenaar. Het netwerk wordt aangevuld met betrokkenen uit de Scholen. Kinderopvang, Peuterspeelzalen, en de Thuiszorg. Kinderen kunnen via een van de partners worden ingebracht in het ZAT. Namens onze school neemt de intern begeleider Dineke v.d. Horst deel aan het overleg. Het ZAT maakt deel uit van de zorgstructuur van de school. Inbreng van een casus wordt in overleg met en met toestemming van de ouders gedaan. Onze directeur heeft namens het basisonderwijs Best de voorzittersrol voor dit overleg. Zij is ook expert in het toeleiden naar zorg.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 17
Waar zijn wij goed in: Rust in de school Aandacht voor de persoonlijke situatie van de kinderen Goede structuur in de groepen en veel voorspelbaarheid in de school (geen verrassingen) Samen voelen we ons verantwoordelijk We kunnen kinderen met autisme goed begeleiden We signaleren meer en hoogbegaafden We hebben een flexplek met een onderwijsassistent die ook ruimte heeft als kindercoach We durven als leerkracht de regie te nemen en durven zelf keuzes te maken in de lesstof doordat we goed weten welke doelen we willen behalen. We hebben een goede relatie met de orthopedagoog, de logopediste en de psychologe
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 18
3.4 Schoolondersteuningsstructuur Onze school kent de volgende expertise:
Leerkrachten met werkervaring Leerkrachten die voorspelbaar en duidelijk zijn Kindercoach Leerkracht die expert is op het werken met kinderen met autisme (meerdere cursussen/certificaten) Leerkrachten die expert zijn op sociale vaardigheden (vb lessenserie Meidenvenijn / sociale vaardigheden) we hebben een werkgroep Respect en de expertise is geborgd in het visiestuk Respect. Leerkracht met een management opleiding IB-er met vakbekwaamheid opleiding IB Video interactie begeleiding Gecertificeerde taalcoördinator Gecertificeerde cultuurcoördinator Coach Meervoudige Intelligentie Directeur heeft naast de Master Leadership en Education ook de opleiding Post-Bachelor Jeugdprofessional afgerond. Leerkracht met kennis van JaMaRa
Wij werken met 6 groepen met maximaal 25 leerlingen. Personeelsformatie 8,7 fte waarvan de directeur 0,6955 werkt En er dus 8 fte voor de groepen en de ondersteuning is ingeruimd 6 groepen dat is 1,3 fte per groep We maken ook gebruik van professionals die buiten de school direct beschikbaar zijn: Scholen binnen Stichting Best Onderwijs. Orthopedagoog: Lous de Jong Licht pedagogische hulp (SMW) : Simone Vermeer Logopediste: Maria Berghuis Psychologe Omnia: Jolanda van Nistelrooij Reis van Brandaan: Angelika Bongenaar De Rungraaf : Anne Das en collega’s SSOE Externe Dienstverlening: Esther de Wert (AB cluster 2) BJZ: Rami Alsiddiq Maatschappelijk werk: Floor Rooijakkers Buurtbrigadier: Bas Ensing Leerplichtambtenaar: Jack Smolders Netwerk CJG (MEE.GGZE, Politie, leerplicht, dommelregio, zuidzorg, GGD, coördinator CJG, gemeente Best) Externe vertrouwenspersoon: Centraal Nederland: Lonneke Panjer
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 19
Rondom jeugdzorg hebben wij goed contact met gezinsvoogden en degene die zorgmeldingen oppakt. Wij zorgen er altijd voor dat we samen in gesprek zijn met de ouders en eventueel de kinderen. Wij willen niet over hen praten maar met hen praten. Wij kijken eerst naar dat wat goed gaat en wat de omstandigheden te weeg brengen. Daarna zoeken we naar buffers die nodig zijn om het gezin weer op de rit te krijgen. Op school niveau werken wij als éénpitter samen met Stichting Best Onderwijs en zijn één gezicht naar de gemeente en overige instantie. We ondersteunen elkaar en helpen elkaar waar mogelijk.
4. Extra ondersteuning: ondersteuningsarrangementen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Op onze school werken leerkrachten en onderwijsassistenten die op veel gebieden ervaring hebben. Als wij kinderen binnen krijgen op zorgniveau 4 is het voor ons belangrijk dat wij geld vrij kunnen maken om ons personeel extra in te zetten. Dat valt onder het stukje aandacht en tijd. In ons klassikale lesgeven lopen we er tegen aan dat we wel dingen willen en kunnen maar dat we een klas vol hebben en dus niet alle aandacht hebben voor bepaalde leerlingen met problematiek. Voor deze leerlingen is één eigen plan van aanpak vastgesteld. Daarin willen we zoveel mogelijk haalbare doelen stellen. We schrijven voor deze kinderen één OPP (ontwikkelingsperspectief) , waarbij we vooral kijken naar de onderwijsbehoefte van de leerlingen(wat hebben de leerlingen nodig om de doelen te halen) en volgen op de leerlingen zich ontwikkelen conform het OPP. In het plan wordt de inzet van middelen en menskracht benoemd. We formuleren de tussen – en einddoelen voor de leerlingen.
4.1 Leer- en ontwikkelingsondersteuning
Expertise: autisme, pddnos , dyslexie, moeilijke thuissituaties, kinderen met een leerprobleem en een laag IQ rond 80. Competenties van het team ligt op coöperatief werken, differentiëren op niveau , het bieden van voorspelbaarheid en structuur. Teamleden zijn bereid extra inzet te plegen. We leren vooral ook veel van elkaar. De leerkracht doet er toe, zij zijn degene die passend onderwijs daadwerkelijk vorm geven. Aandacht en tijd: onderwijsassistente, kindercoach, IB-er . We hebben talenten in ons team die op het moment dat er meer formatie beschikbaar is de kinderen in onze school verder kunnen helpen. Voorzieningen: Ruimte zoals flexplek ; extra lokaal voor activiteiten; voldoende spreekkamers. De lokalen zijn veilig, ordelijk en doelmatig ingericht. Leermiddelen zijn afgestemd op de leerdoelen. Gebouw: Alle onderwijsvoorzieningen zijn op de begane grond beschikbaar. De school beschikt over ruime gangen en een centrale hal.Samenwerking is al beschreven in het vorige hoofdstuk. We hebben veel expertise in onze omgeving die we kunnen benaderen.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 20
Samenwerking met alle scholen in Best inclusief de Rungraaf en het Voortgezet Onderwijs. Orthopedagoog beschikbaar. Daarnaast contacten met MEE, logopediste, psychologe, leerplichtambtenaar en coördinator CJG
4.2 Fysiek medische ondersteuning
Expertise: Geen . Er is wel een bereidheid om dingen aan te leren. Aandacht en tijd: onderwijsassistent aanwezig. Directeur en IB-er zijn beide een aantal dagen ambulant. Voorzieningen: geen speciale voorzieningen. Kunnen met de ruimte die we nu hebben wel iets creëren Gebouw: De hoofdingang en het toilet is moeilijk toegankelijk voor rolstoelers. Een kleine hellingbaan is een minimumvereiste in het geval van toelating van leerlingen met een rolstoel. De sanitaire voorzieningen zijn niet geheel geschikt voor leerlingen met een (ernstig) fysieke handicap. Samenwerking : wel contacten met Zuidzorg en GGD.
4.3 Sociaal-emotioneel en gedragsondersteuning
Expertise: autisme, pddnos , dyslexie, moeilijke thuissituaties. Wij hebben een kindercoach in ons team en onze directeur heeft zich gespecialiseerd op ouderschapstheorie (v/d Pas) en transitie jeugdzorg. Gedragsspecialist rondom autisme en aanverwant. We hebben goede contacten met gezinsvoogden en hulpverleners nu nog bij BJZ. Teamleden zijn bereid extra inzet te plegen. We leren vooral ook veel van elkaar. De leerkracht doet er toe, zij zijn degene die passend onderwijs daadwerkelijk vorm geven. Ook de doorgaande lijn naar V.O en jongerenwerk is aanwezig. Het gevaar van het noemen van indicaties is dat je indicaties overslaat. Moet je een indicatie hebben. Wat hebben de indicaties gemeen waar je in je onderwijs rekening kunt houden. Aandacht en tijd: onderwijsassistente, kindercoach, IB-er . We hebben talenten in ons team die op het moment dat er meer formatie beschikbaar is de kinderen in onze school verder kunnen helpen. Leerkrachten zijn opgeleid om specifieke lessen te kunnen geven in de groepen (meidenkoffer / no blaim/ oplossingsgericht ) Voorzieningen: extra ruimte voor lessen Meidenkoffer (voorheen meidenvenijn) individuele gesprekken met kinderen en No Blaim methode. Op het plein is er ruimte om een plein plan te maken met leerlingen. Wij hebben in de loop der jaren veel boeken en materialen verzameld rondom dit onderwerp. Die zijn beschreven in het visiestuk Respect. Gebouw: 4 lokalen leegstand die we inzetten voor o.a sociaal – emotionele ondersteuning. De gymzaal ligt op loopafstand van de school. Samenwerking is al beschreven in het vorige hoofdstuk. We hebben veel expertise in onze omgeving die we kunnen benaderen. Omdat we jaarlijks studiedagen en conferenties bezoeken hebben we ook al een heel netwerk opgebouwd.
4.4 Ondersteuning in de thuissituatie
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 21
Expertise: kindercoach, we gaan in gesprek met ouders en hebben korte lijnen met de hulpverlening. Onze kracht ligt in het sterke netwerk dat we ontwikkeld hebben en zo vinden we expertise die we in kunnen zetten Aandacht en tijd: onderwijsassistente, kindercoach, IB-er . Kinderen kunnen altijd terechte voor een gesprek. Leerkrachten geven de kinderen echte aandacht. Het begint al ’s morgens als de kinderen een hand krijgen en leerkrachten kijken naar het kind. Je hebt direct een beeld van het kind en hoe het met hem of haar gaat. Lopende de dag houdt je de kinderen in de gaten. Op de pleinmomenten zijn wij aanwezig. Kinderen leren in de onderbouw stapsgewijs hoe ze samen kunnen spelen en zelf tot oplossingen bij conflicten kunnen komen. Door dit bewust te doen en kinderen te belonen als pleinbikkel hebben we daar in de bovenbouw profijt van. Voorzieningen: Ruimte zoals flexplek ; voldoende spreekkamers. Een plein waar kinderen verschillende activiteiten kunnen doen. Gebouw: geen informatie Samenwerking met Licht pedagogische hulp, externe vertrouwenspersoon, coördinator CJG. Jeugdzorg, psychologe, maatschappelijk werk en zie bovenstaande organisaties
5. Randvoorwaarden De mogelijkheden van ons team zijn niet onbegrensd. Het team ziet mogelijkheden als leerlingen leerbaar zijn en het klimaat voor medeleerlingen en leraren veilig is. Wij hebben geen ervaring met kinderen die blind , doof, lichamelijk gehandicapt zijn of het syndroom van Down hebben. Wij kunnen leerkrachten extra tijd geven om met deze kinderen te werken, maar dan hebben we middelen nodig om die uren te kunnen betalen. Wij kunnen kinderen die individuele begeleiding nodig hebben niet begeleiden binnen onze huidige formatie. Als een school de afweging moet maken of voor een individuele leerling (nog steeds) passend onderwijs kan worden geboden, kunnen deze randvoorwaarden meegewogen worden.
6. Ambities Wij willen zoveel mogelijk kinderen van ouders die bewust voor onze school kiezen binnen ons onderwijs een plek geven. Daarbij weten we dat we nog kunnen ontwikkelen. Samen met het team hebben we de volgende punten genoemd waar wij als eerste mee aan de slag willen:
Partnerschap: Openheid van leerkracht en ouders en het bespreekbaar maken van zorgen Wat kunnen we de “meer”en “hoog” begaafden in ons onderwijs nog meer bieden Ontwikkelingsgericht onderwijs: hoe krijgen we iedereen(alle leerlingen) mee Meer eigen expertise ontwikkelen op verschillende gebieden Een eigen psycholoog / jeugdprofessional in onze school Het werken met kinderen met een eigen leerlijn Het schrijven van een ontwikkelingsperspectief en de consequenties daarvan overzien.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 22
Bijlage A. Beschikbare deskundigheid.
deskundigheid
beschikbaar
Wijze waarop beschikbaar
nee
Uit eigen formatie
ja
Op Bestuursniveau
Op niveau SWV
Inhuur op afroep
Toelichting
logopedist jeugdarts Medewerker BJZ CJG ZAT Fysiotherapeut Ergotherapeut Schoolmaatschappelijk werker psycholoog orthopedagoog speltherapeut Remedial teacher Motorisch remedial teacher Coach en video
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 23
interactie begeleiding Ambtenaar leerplicht Politie
Checklijst/instrument Algemene gegevens van de school: School : Adres: Brinnr:
Directeur:
Telefoon: Email:
Internbegeleider(s):
Bestuur:
Samenwerkingsverband
Kengetallen: Leerlingaantallen ( feitelijke aantallen) Teldatum Teldatum 1-10-2010 1-10-2011
Teldatum 1-10-2012
(Prognose)Teldatum 1-10-2013
Het percentage gewogen leerlingen Teldatum Teldatum
Teldatum
(Prognose)Teldatum
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 24
1-10-2010
1-10-2011
1-10-2012
1-10-2013
Aantal en percentage deelnemers voorschoolse opvang groep 1 ( PZ en/of KDV met VVE): Aantal Percentage
Overzicht van het aantal leerlingen dat in het ZAT is besproken Schooljaar
09/10
10/11
11/12
12/13
Aantal leerlingen Percentage
Gebruik hierbij het Inspectiekader. Analyses en waardering van opbrengsten.
Uitstroompercentage VO Aantal en percentage per 1 okt. > 12 jaar Schooljaar
09/10
10/11
11/12
12/13
Aantal leerlingen Percentage ll. > 12 jaar dat niet is doorgestroomd Gebruik hierbij het Inspectiekader. Analyses en waardering van opbrengsten.
Aantal verwijzingen naar SBO (niet voor SBO) Aantal en percentage per 1 okt.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 25
Schooljaar
09/10
10/11
11/12
12/13
09/10
10/11
11/12
12/13
Aantal leerlingen Aantal naar SBO Percentage Gebruik hierbij het Inspectiekader. Analyses en waardering van opbrengsten.
Aantal verwijzingen naar SO Einde schooljaar Schooljaar SO 4 SO 3 SO 2 SO 1 totaal
Aantal lln met LGF-financiering Einde schooljaar Schooljaar
09/10
10/11
11/12
12/13
REC 4 REC 3 REC 2 REC 1 Totaal
Leerlingen met een OPP Einde schooljaar.
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 26
09/10
10/11
11/12
12/13
groep 6 groep 7 groep 8
Leerlingenstromen SBO (niet voor BAO) Einde schooljaar. Schooljaar
08/09
09/10
10/11
11/12
Terugplaatsingen BAO Doorstroom SBO-SO
Passend Onderwijs, conceptversie 1.1 oktober 2013
Pagina 27