Schoolondersteuningsprofiel SO W.A. van Lieflandschool 2015 – 2016
1
Inhoudsopgave
Bladzijde
1.
Inleiding
3
2.
Algemene gegevens a. Contactgegevens b. Kengetallen c. Huisvestingssituatie en faciliteiten d. Methoden e. Missie en visie van het samenwerkingsverband passend onderwijs 22-01 f. Visie Plateau Openbaar Onderwijs g. Visie W.A. van Lieflandschool Basisondersteuning a. Handelingsgericht werken volgens de 1-zorgroute b. Preventieve en licht curatieve interventies c. Zorgniveaus en besliscriteria Onderwijsondersteuningsstructuur a. Beschikbare expertise binnen de school b. Functies, taakprofielen en taakverdelingen c. Samenwerkingsrelaties ketenpartners Extra ondersteuning (arrangementen) Zorgplicht en grenzen aan de mogelijkheden van de school Plannen en ambities
4 4 4 5 5 6 7 8 10 10 13 14 15 15 15 16 17 17 18
3.
4.
5. 6. 7.
2
1. Inleiding Met de invoering van passend onderwijs zijn scholen verplicht een keer per vier jaar een schoolondersteuningsprofiel op te stellen (Wet op het Primair Onderwijs, artikel 8, lid 5 en Wet op de Expertisecentra, artikel 11, lid 2). Binnen Plateau is er voor gekozen om het schoolondersteuningsprofiel jaarlijks op te stellen om de gegevens zo up-to-date mogelijk te houden. De werkgroep bestaande uit Anna Molleman (onderwijskundig medewerker Plateau), Catharina Hoiting (adjunct directeur de Meander, school voor speciaal basisonderwijs) en Yvonne Blankenstijn (intern begeleider o.b.s. het Sterrenschip) sturen dit aan. Het schoolondersteuningsprofiel beschrijft de voorzieningen die zijn getroffen of kunnen worden getroffen voor leerlingen die ondersteuning behoeven. Het bevoegd gezag stelt ieder schooljaar het schoolondersteuningsprofiel vast. De medezeggenschapsraad van de school heeft adviesrecht. Het schoolondersteuningsprofiel kan worden gezien als een onderdeel van de schoolgids, zodat voor ouders, leerlingen en anderen inzichtelijk is wat de mogelijkheden en de grenzen van de school zijn. Het schoolondersteuningsprofiel heeft een functie bij de uitvoering van de zorgplicht van schoolbesturen en bij het realiseren van een dekkend aanbod van onderwijs en ondersteuning in de regio. Dit laatste is een verantwoordelijkheid van de nieuwe samenwerkingsverbanden passend onderwijs. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband moet de relatie worden gelegd met de schoolondersteuningsprofielen van de scholen in de regio. In het kader van passend onderwijs wordt een onderscheid gemaakt tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Basisondersteuning is het door het samenwerkingsverband afgesproken geheel van preventieve en lichte curatieve interventies die binnen de onderwijsondersteuningsstructuur van de school planmatig en op een overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, worden uitgevoerd. Het samenwerkingsverband kiest er voor om toe te werken naar een ‘hoog’ niveau van basisondersteuning. Deze keuze sluit aan bij de uitgangspunten van het samenwerkingsverband om zoveel mogelijk verantwoordelijkheden te beleggen bij de schoolbesturen en zoveel mogelijk middelen in te zetten op schoolniveau. Een ‘hoog’ niveau van basisondersteuning betekent dat scholen veel kunnen bieden aan kinderen. Zij hoeven dit niet allemaal zelf te doen; scholen kunnen externen inschakelen om de benodigde ondersteuning (op school) te realiseren. Extra ondersteuning is ondersteuning die het niveau van basisondersteuning overstijgt. Uitgaande van een hoog niveau van basisondersteuning, kent het samenwerkingsverband een beperkt aantal mogelijkheden voor extra ondersteuning. Van extra ondersteuning is in ons samenwerkingsverband sprake als kinderen deelnemen aan speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs cluster 3 en 4 of als kinderen ondersteuning nodig hebben, die de expertise en mogelijkheden van speciaal 1 onderwijs cluster 3 en 4 overstijgt .
1
Bron: Ondersteuningsplan 2014- 2018, P.O. 22-01, maart 2015.
3
2. Algemene gegevens De W.A. van Lieflandschool De W.A. van Lieflandschool is een school voor Speciaal Onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden. Wij bieden specialistisch onderwijs, samen met andere partners in een veilige omgeving, aan kinderen van vier tot twintig jaar. De school heeft een SO-afdeling (Speciaal Onderwijs voor leerlingen van vier tot twaalf jaar) en een VSO-afdeling (Voortgezet Speciaal Onderwijs voor leerlingen van twaalf tot twintig jaar). De startsituatie is voor iedere leerling verschillend. Sommige leerlingen stromen op hun vierde jaar in bij de jongste groep, anderen stromen pas later in bij één van de vervolggroepen. a. Contactgegevens School: Adres: Telefoon: E-mail: Website: Directie:
W.A. van Lieflandschool Witterhoofdweg 1G, 9405 HX, Assen 0592 820650
[email protected] www.liefland-assen.nl Mevr. C. van den Barg (directeur) Mevr. E. Boelens (waarnemend adjunct directeur) Dhr. N. van Doeveren (waarnemend adjunct directeur) Mevr. N. Jongsma Plateau openbaar onderwijs Postbus 136, 9400 AC Assen, 0592-820500 www.plateau-assen.nl Samenwerkingsverband passend onderwijs 22-01 p.o. www.passendonderwijs-po-22-01.nl
Intern begeleider: Bestuur: Website bestuur: Samenwerkingsverband: Website samenwerkingsverband: b. Kengetallen
2015-2016
2014-2015 58
2013 -2014 63
2012-2013 58
2011-2012 60
1 56 0 0 1
nvt 60 1 1 1
nvt 54 2 1 1
12
11
10
nvt 45 5 0 1 2 (Eekwal) 7 (MKD Yorneo) 10
0,6360 0,5000 * 3 6 1 0 1
0,6360 0,5000 14
0,6360 0,5000 8
0,6360 0,5000 11
0
1
Uitstroom RENN 4
0
0
1
Uitstroom Kinderdag Centrum
0
0
0
0 0
0 0
0 0
0 (+7 MKD Yorneo) 0 (+1 MKD Yorneo) 0 (+1 MKD Yorneo) 0 1
Aantal leerlingen (teldatum 1 oktober) TLV Indicatie ZML Indicatie MG Indicatie LG Indicatie LZ Plaatsbekostiging
Gemiddelde groepsgrootte Totale beschikbare formatie Formatie inzet interne begeleiding Formatie inzet orthopedagoog Uitstroom SO Uitstroom SO leerroute A Uitstroom SO leerroute B Uitstroom SO leerroute C Uitstroom SO leerroute D Uitstroom SBO
Uitstroom Praktijkonderwijs Vrijstelling van leerplicht
0,6957 0,4837
3 2
4
Toezichtsarrangement Basis Basis Basis onderwijsinspectie *Vanaf schooljaar 2014-2015 uitsplitsing in leerroute in Schoolondersteuningsprofiel.
Basis
c. Huisvestingssituatie en faciliteiten Het schoolgebouw van de W.A. van Lieflandschool (SO en VSO) is gehuisvest binnen een Multi Functionele Accommodatie (MFA), het Schakelveld, in de wijk Baggelhuizen. In het gebouw zijn tevens een openbare en een christelijke basisschool, een zorgexpertisecentrum, buitenschoolse opvang en een wijkcentrum gehuisvest. Vanaf augustus 2015 zal ook het speciaal onderwijs voor leerlingen met stoornissen en gedragsproblemen in het gebouw gehuisvest worden. De school is aangepast aan de huidige inzichten en opvattingen van hedendaags onderwijs. De SO-afdeling heeft de beschikking over: 5 leslokalen, overzichtelijk ingericht; per groep tenminste twee netwerkcomputers met hierop passende software; ruimtes voor individuele begeleiding/onderzoek/overleg; kantoren voor onderwijsondersteunend personeel; een gezamenlijke orthotheek met het VSO met informatie voor personeel en ouders/verzorgers; een handvaardigheid lokaal; een grote centrale ruimte, tevens personeelsruimte; een speellokaal; een sporthal in het gebouw en sportvelden buiten; een minder validentoilet; rolstoelvriendelijk ruimtes; meerdere ruime schoolpleinen met speelmogelijkheden voor de leerlingen; een verwarmd zwembad dat we gebruiken voor de watergewenning en zwemles gericht op zelfredzaamheid. d. Methoden
Beredeneerd aanbod groep 1 en 2 Aanvankelijk lezen
DORR
Zo leer je kinderen lezen en spellen Kleuterdeel Technisch lezen Zo leer je kinderen lezen en spellen Begrijpend lezen Nieuwsbegrip Lezen…denken…begrijpen! Taal Fototaal Spelling Zo leer je kinderen lezen en spellen Rekenen/wiskunde Eigen methode gebaseerd op Rekenboog, Maatwerk, Met sprongen vooruit en de Winkel. Schrijven Zo leer je kinderen lezen en spellen Schrijven op Maat Oriëntatie op ruimte SLO thema mappen Schooltv Oriëntatie op tijd SLO thema mappen Schooltv Natuuronderwijs Fototaal NME programma Kunstzinnige Moet je doen
Jaar van aanschaf Vanaf 2010 jaarbundel
2014
2014 2011 2014 2012 2014
2012 2013 2014
n.v.t. n.v.t. n.v.t. Jaarlijks aanbod n.v.t.
5
oriëntatie: beeldenddramatische vorming Verkeer Techniek
Burgerschap en integratie Engels Gymnastiek
Sociaal Emotionele Vorming
Fototaal Verweven in onderwijs aanbod Fototaal Constructie materialen Verweven in onderwijs aanbod Fototaal Nog niet van toepassing Schoolbordportaal Engels Stroes en van Gelder Basisdocument Bewegingsonderwijs Braam Groels MRT STIP PBS gedragslessen Handboek de groep een groep De gouden weken
2014 (op voeten &fiets) n.v.t.
n.v.t. Beheer van de vakdocent
n.v.t.
Overige
e. Missie en visie van het samenwerkingsverband passend onderwijs 22-01 Missie Het samenwerkingsverband stelt zich ten doel een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de scholen te realiseren en wel zodanig dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Visie 1. Voor alle leerlingen realiseren we passend onderwijs. Passend onderwijs en ondersteuning wordt zoveel mogelijk in de eigen woonomgeving aangeboden. Indien het in het belang is van de ontwikkeling van een kind, begeleiden wij de leerling naar een speciale voorziening. 2. Leraren vormen de spil in het onderwijs en de ondersteuning. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor een goede toerusting van leraren. 3. Alle scholen hebben een goede basiskwaliteit en bieden basisondersteuning. De basisondersteuning voldoet aan de kwaliteitseisen die het samenwerkingsverband afspreekt. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de basisondersteuning op de scholen. 4. De scholen voor speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs bieden naast basisondersteuning, ook kwalitatief goede extra ondersteuning. Om de kwaliteit en efficiency van speciale onderwijsvoorzieningen te versterken, streven we er naar de expertise in de regio te bundelen en (zo mogelijk) te komen tot een geïntegreerde speciale onderwijsvoorziening(en). De schoolbesturen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de bekostiging van de instandhouding van deze voorziening(en), de onderwijsinhoudelijke verantwoordelijkheid ligt bij het schoolbestuur waar deze voorziening onder valt. We streven ernaar het verblijf op een speciale voorziening zoveel mogelijk tijdelijk te laten zijn. Instroom in een speciale onderwijsvoorziening gaat bij voorkeur via een basisschool. Het samenwerkingsverband passend onderwijs 22.01 stelt een streefpercentage vast voor deelname aan speciale onderwijsvoorzieningen. 5. Er is sprake van vroegtijdige signalering en daar waar nodig handelingsgerichte hulpverlening/ aanpak. Indien het noodzakelijk is een kind te plaatsen in een speciale setting zijn de onderwijsen ondersteuningsbehoeften van een kind uitgangspunt bij de beslissing. De beslissing en plaatsing gebeurt onafhankelijk, snel, transparant en efficiënt via een eenduidige zorgroute.
6
6. Ouders zijn onze partners. Partnerschap schept wederzijdse verplichtingen. We betrekken ouders bij het onderwijs en de begeleiding van hun kinderen en nemen hun inbreng over hun kind serieus. We respecteren de keuzevrijheid van ouders, tenzij dit het belang van het kind schaadt. 7. Voor een succesvolle schoolcarrière is voor enkele kinderen passende ondersteuning noodzakelijk. We werken samen met partners uit het Centrum voor Jeugd en Gezin, politie, tweedelijnszorg en andere ketenpartners. De samenwerking gaat uit van de gedachte één gezin, één plan. 8. Het samenwerkingsverband passend onderwijs 22-01 werkt samen met andere samenwerkingsverbanden passend onderwijs om het zogenaamde ’grensverkeer’ en de overgang naar het voortgezet onderwijs zo goed mogelijk te regelen. 9. Het bieden van onderwijs en begeleiding vindt plaats op de scholen. De ondersteuningsmiddelen gaan zoveel mogelijk via de schoolbesturen, terug naar de scholen/groepen. De organisatie van het samenwerkingsverband is klein en slagvaardig en wordt gekenmerkt door korte lijnen en transparantie. 10. Het samenwerkingsverband passend onderwijs 22-01 gaat uit van een goede balans tussen uniformiteit (wanneer dat bijdraagt aan kwaliteit en/of efficiënt is) en ruimte voor eigen identiteit. 11. Het samenwerkingsverband passend onderwijs 22-01 is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van (een) kwalitatief goede speciale onderwijsvoorziening(en), de route ernaar toe en de route terug naar de basisschool. 12. De schoolbesturen kunnen in onderling overleg afspreken om een deel van de middelen gezamenlijk aan te wenden voor bijvoorbeeld de inzet van orthopedagogen en ambulant begeleiders en professionalisering. 2 13. Het samenwerkingsverband passend onderwijs 22-01 hanteert de Code Goed Bestuur f. Visie van Plateau openbaar onderwijs In het projectplan passend onderwijs 2011 – 2015 van Plateau zijn acht ambities geformuleerd. 1. Wij nemen de verschillen tussen kinderen als uitgangspunt en stemmen ons onderwijsaanbod en handelen af op de mogelijkheden en behoeften van kinderen. Voor een beperkte groep kinderen 3 en stellen wij individuele ontwikkelingsperspectieven op. Ons onderwijsaanbod en de begeleiding en ondersteuning van kinderen sluit hierop (groepsgewijs en/of individueel) aan. 2. Wij richten ons onderwijs zo in dat kinderen zoveel mogelijk onderwijs kunnen volgen in de eigen woonomgeving. Waarin dit niet langer voor de ontwikkeling van het kind verantwoord is begeleiden wij het kind naar een speciale voorziening. We streven er daarbij naar dit zoveel mogelijk een tijdelijk verblijf te laten zijn. Zo snel als verantwoord plaatsen we het kind terug in een van onze basisscholen. In samenwerking met partners streven we ernaar de expertise in de regio te bundelen en te komen tot één geintegreerde speciale onderwijsvoorziening. 3. Leraren in onze basisscholen vormen de spil van ons onderwijs en de eerste lijns zorg aan leerlingen. We willen dat onze leraren voldoende middelen en ‘tools’ hebben om goed onderwijs-opmaat te bieden. Leraren hebben behoefte aan verdere professionalisering op drie terreinen: klassenmanagement (inclusief handelingsplannen en groepsplannen), communiceren met ouders en omgaan met gedragsproblemen. Via netwerken, trainingen, intervisie willen we leraren hiervoor faciliteren. 4. Leraren kunnen het niet alleen. We willen ondersteuning bieden door, waar nodig, het verkleinen van groepen te organiseren, de inzet van assistenten en het direct in de groepen inzetten van specialisten (interne begeleiding, taal, rekenen, hoogbegaafdheid, ambulante begeleiding). Daarnaast bieden we onze leraren de mogelijkheid zich te ontwikkelen tot specialisten. We willen meer gebruik maken van talenten onder ons personeel en deze in de eigen school en in andere scholen ruimte bieden hun talenten en expertise in te zetten. 2
De Code Goed Bestuur is opgesteld door de Raad Primair Onderwijs (PO-Raad) om de kwaliteit van schoolbesturen te verhogen. 3 In de wet passend onderwijs heeft het ontwikkelingsperspectief een andere betekenis gekregen. Hier wordt nog uitgegaan van de definitie zoals Plateau deze in 2009 heeft vastgesteld.
7
5 . Ouders zijn onze partners. We willen ouders meer betrekken bij het onderwijs en de begeleiding van hun kinderen. We nemen ouders als ervaringsdeskundigen serieus. Partnership schept wederzijdse verplichtingen. Waar ouders dit partnership niet aan willen gaan en een voorspoedige ontwikkeling van hun kind(eren) in de weg staan zullen wij hen op hun verplichtingen wijzen en dit eventueel in een contract vastleggen. 6. Wij staan voor vroegtijdige en snelle signalering en hulpverlening. Problemen van kinderen blijken zich al eerder aan te kondigen dan het moment dat ze manifest en problematisch worden. Onze zorgstructuur en volgsysteem zal zo worden ingericht dat vroegtijdige signalering gevolgd wordt door een handelingsgerichte aanpak. In dit verband zal de komende tijd het accent liggen op ontwikkelingen in de onderbouw van onze scholen. 7. Indien het noodzakelijk is een kind te plaatsen in een speciale setting, willen we dat de onderwijsen zorgbehoeften van een kind uitgangspunt zijn bij de beslissing. De beslissing en plaatsing gebeurt snel en efficient. We willen hierover samen met partners op korte termijn afspraken maken. In gevallen waarin snelle plaatsing niet mogelijk is zorgen we voor tijdelijke oplossingen. 8. Voor een succesvolle schoolcarrière is voor een aantal kinderen passende ‘zorg’ noodzakelijk. We zetten ons in voor (wijkgerichte) samenwerking met partners zoals jeugdzorg, GGZ (geestelijke gezondheidszorg), GGD (gemeenschappelijke gezondheidszorg), (school)maatschappelijk werk en politie. Deze samenwerking gaat uit van de gedachte: ėėn kind, ėėn plan. Een van de belangrijkste uitwerkingen van deze ambities betreft de implementatie van het handelingsgericht werken volgens de 1-Zorgroute op alle scholen (zie ook kader 1-Zorgroute Plateau). g. Visie W.A. van Lieflandschool De W.A. van Lieflandschool verzorgt het onderwijs voor een deel van de leerlingen van het samenwerkingsverband primair onderwijs 22.01 die aangewezen zijn op onderwijs binnen een speciale onderwijsvoorziening. Het onderwijs aan leerlingen met een verstandelijke beperking is de afgelopen jaren sterk veranderd. Er heeft een verschuiving plaats gevonden in de visie op ZML-onderwijs: van volgend naar ontwikkelingsgericht werken; de leerling zien als een kind met mogelijkheden. Deze verandering van visie heeft zijn weerslag op de kwaliteit van het onderwijs. Planmatig werken is nu steeds meer verankerd binnen het onderwijs aan leerlingen met een verstandelijke beperking. Binnen de door de school gerealiseerde voorwaarden is het de bedoeling dat leerlingen optimaal profiteren van het ZMLonderwijs. In plaats van volgend is het onderwijs nu sturend in haar aanpak. Opbrengsten van het onderwijs en de ontwikkeling van de leerling worden betrouwbaar en inzichtelijk vastgesteld en herkenbaar in beeld gebracht. In het huidige ZML-onderwijs wil de W.A. van Lieflandschool uitgaan van de mogelijkheden van haar leerlingen: wat kunnen de leerlingen? Tegelijkertijd zal er ook steeds rekening worden gehouden met de beperkingen van de leerling: wat kan/ wil/ durft hij of zij? Hierbij wordt gekeken naar het niveau van de sociale vaardigheden en emotionele ontwikkeling van de leerling.
Ons motto : samen leren, samen werken, samen leven. Onze visie: Wij willen dat onze leerlingen bij het verlaten van de school zo zelfstandig mogelijk kunnen participeren in de maatschappij op het gebied van wonen, werken en vrije tijd. Hierbij gaan wij uit van de mogelijkheden in plaats van de beperkingen.
8
Wij realiseren onze visie door: Het model adaptief onderwijs: Het uitgangspunt van adaptief onderwijs is dat relatie, competentie en autonomie de basisbehoeften zijn van alle leerlingen. We voegen de basisbehoeften van leerlingen en de interventies van leraren om aan deze behoeften tegemoet te komen (interactie, instructie en klassenmanagement), samen binnen één omgeving. Leerkrachtontwikkeling: De kern van de kwaliteit van het onderwijs is de kwaliteit van de leerkracht. Versterking: De interne onderwijskwaliteit wordt verhoogd. Opbrengstgericht werken is gemeengoed. Een veilig schoolklimaat is van groot belang om te komen tot leren. Samenwerking met overige onderwijsinstellingen voor speciaal onderwijs maakt dat we onze expertise delen en uitbreiden. Passend onderwijs krijgt nog beter vorm.
Onze visie is samengevat in de volgende richtinggevende uitspraken: wij willen een hoogwaardige vorm van onderwijs bieden aan leerlingen die aan onze zorg zijn toevertrouwd; wij hebben hoge verwachtingen van de leerlingen; wij willen onze leerlingen een veilige, stimulerende, respectvolle, plezierige en uitdagende leeromgeving bieden, waarin zij zich, samen, breed kunnen ontwikkelen; wij werken als team samen in deze leeromgeving, waarin ieder teamlid verantwoordelijkheid voelt voor de kwaliteit van het onderwijs en het welzijn van de leerlingen en elkaar; wij dragen samen met ouders gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de (school)ontwikkeling van de kinderen. Tussen school en ouders/verzorgers is sprake van een pedagogisch bondgenootschap, dat zich kenmerkt door het structureel overleggen over de ontwikkeling van het kind; wij werken samen met externe partners om leerlingen optimaal te kunnen begeleiden in hun ontwikkeling. Wij maken ons hard voor de participatie van onze leerlingen in een zo regulier mogelijke (leer-/woon-/werk) omgeving; wij werken samen met andere scholen (PO/VO, regulier/speciaal) om de integratie van onze leerlingen te stimuleren en om de doorstroom naar ander onderwijs te bevorderen, waar mogelijk.
9
3. Basisondersteuning a. Handelingsgericht werken volgens 1-zorgroute De basis van het handelingsgericht werken is de handelings- en oplossingsgerichte houding waarbij we kijken naar de totale ontwikkeling van het kind. Met de 1-zorgroute wordt op groeps-, school- en bovenschools niveau het onderwijs passend gemaakt aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De kern van de 1-zorgroute is de cyclus van handelingsgericht werken met groepsplannen. Hierin is proactief handelen het uitgangspunt. Het ontwikkelingsperspectief Alle leerlingen bij ons op school hebben een ontwikkelingsperspectief (OPP).In het (V)SO behoort een ontwikkelingsperspectief tot de basisondersteuning. Het ontwikkelingsperspectief is een document welke leidend is binnen de schoolloopbaan van de leerling. Het beschrijft een inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerling voor een bepaalde langere periode en leidt tot een prognose van het uiteindelijke uitstroomniveau van een leerling. Door het instroomniveau te koppelen aan de mogelijkheden en beperkingen van de leerling kun je een prognose maken van het te verwachten uitstroomniveau en ontstaat een ontwikkelingslijn. Voor de leerkracht vormt het ontwikkelingsperspectief een belangrijk instrument om het onderwijs planmatig en opbrengstgericht vorm te geven. Het ontwikkelingsperspectief vormt daarnaast een geschikt instrument voor afstemming en communicatie tussen school en de ouders van de leerling, doordat het tegelijkertijd voor de ouders een instrument is waarmee zij vanaf plaatsing op onze school een beeld kunnen vormen van het toekomstperspectief van hun kind en van de weg waarlangs de school dit wil bereiken. Verder biedt het ontwikkelingsperspectief feitelijke onderzoeksgegevens en een integratief beeld waarmee zij de ontwikkeling van hun kind kunnen volgen. Het uitstroomniveau dat de school benoemt, moet gezien worden als een streefniveau voor de school. Naarmate de leerling ouder is wordt het perspectief steeds concreter geformuleerd. De school stelt het ontwikkelingsperspectief voor de eerste keer vast 6 weken na toelating van de leerling. Het vaststellen van het perspectief gebeurt op basis van 4 belangrijke pijlers die het onderwijs op de W. A. van Lieflandschool vormgeven. Te weten: verstandelijke mogelijkheden emotionele ontwikkeling adaptieve ontwikkeling schoolse vaardigheden Op basis van deze gegevens en de bevorderende en belemmerende factoren wordt een integratief beeld opgesteld. Het integratief beeld is gebaseerd op de visie van het bio-psychosociale model waarin functioneren en het hebben van een verstandelijke beperking gezien wordt als resultaten van een interactie tussen de fysieke en mentale toestand van een persoon en de sociale en fysieke omgeving. Het integratief beeld vormt het aanknopingspunt tot handelen door het in kaart brengen van de ondersteuningsbehoefte(n) van de leerling en de daarbij passende benaderingswijze.
10
VSO/ regulier
VSO
VSO
VSO/ elders
Theoretisch perspectief 4 5 6 7
Startperspectief 8
9
Uitstroomperspectief
Uitstroombestemming
10
12
11
Ontwikkelingsperspectief SO Bij het opstellen van een ontwikkelingsperspectief in het SO worden verschillende stappen onderscheiden bij het volgen van de leerling: theoretisch perspectief; startperspectief; uitstroomperspectief; uitstroombestemming. Theoretisch perspectief e e De leerling stroomt meestal rond het 4 of 5 jaar in binnen het SO. In het ontwikkelingsperspectief wordt op dat moment het theoretisch perspectief vastgesteld op basis van de dan op voorhanden zijnde gegevens. Voor deze jonge leerlingen wordt een voorlopige schoolloopbaanverwachting ste uitgesproken. Een leerling volgt tot het 8 jaar in principe het basisarrangement, tenzij er bij instroom reeds een duidelijke aanleiding is om hiervan af te wijken. De focus in deze periode ligt op het gericht werken aan alle leerlijnen om een zo volledig mogelijk beeld op te bouwen van de leerling. Hiermee wordt de basis gelegd voor de verdere schoolloopbaan. Startperspectief ste Rond het 8 jaar wordt in het ontwikkelingsperspectief het startperspectief opgesteld. Dit betekent dat de leerling geplaatst wordt in leerroute (zie grafiek hierboven). Te weten leerroute A (VSO/ regulier),B (VSO),C (VSO) of D(VSO/elders). Op dat moment is de leerling langer in beeld en zijn er meer gegevens bekend van tussentijdse observaties, onderzoeken, toetsen en evaluaties. Op basis hiervan kan er een gerichte uitspraak worden gedaan over de ontwikkeling van de leerling.
11
Uitstroomperspectief e Rond het 10 jaar wordt in het ontwikkelingsperspectief het uitstroomperspectief opgesteld. Hier wordt vastgelegd naar welke bestemming de leerling zal uitstromen. Uitstroombestemming In het schooljaar voordat leerlingen 12 jaar worden, zullen ouders geïnformeerd worden over de mogelijke uitstroombestemmingen. De nodige onderzoeken zullen plaatsvinden in de eerste helft van het schooljaar. Vanaf januari zullen er individuele gesprekken plaatsvinden over de uitstroombestemming en kunnen de benodigde papieren bijtijds aangevraagd worden. In de groep De cyclus van handelingsgericht werken wordt tenminste vier keer per jaar door de leerkracht doorlopen en kent de volgende stappen: 1. evalueren en verzamelen van gegevens; 2. signaleren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften; 3. het benoemen van specifieke onderwijsbehoeften; 4. het clusteren van leerlingen met gelijksoortige specifieke onderwijsbehoeften; 5. opstellen van het groepsplan; 6. uitvoeren van het groepsplan. Het groepsplan Het groepsplan vormt de basis van het planmatig werken in de groep. In het groepsplan staan op basis van het ontwikkelingsperspectief de korte termijndoelen uitgewerkt in een concreet aanbod passend bij de onderwijsbehoeften van de leerling. Binnen de W.A. van Lieflandschool wordt er voor de vakken technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen gewerkt in niveaugroepen. Leerlingen worden ingedeeld op basis van scores op genormeerde toetsen (cito) en methode gebonden toetsen. Deze niveaugroepen worden groepsdoorbrekend georganiseerd, waarbinnen de leerkracht de instructie afstemt op de onderwijsbehoefte van de leerling. Per niveaugroep wordt er een groepsplan opgesteld met een looptijd van 20 weken. Na tien weken vindt er een tussenevaluatie plaats en na 20 weken een eindevaluatie. Bij het evalueren van de groepsplannen wordt aangegeven of de gestreefde doelen en niveaus zijn behaald. Tijdens de evaluatie wordt kritisch gekeken naar handelen van het teamlid: wat kan ik versterken en/ of verbeteren in mijn onderwijsaanbod om de behaalde resultaten te borgen of te versterken? Na eindevaluatie van het groepsplan kan de samenstelling van de groepen veranderen. Schoolniveau Op onze school wordt de leerkracht ondersteund bij het doorlopen van de cyclus van handelingsgericht werken. De intern begeleider is hierbij de coach van de leerkracht. Hiervoor heeft de intern begeleider drie ankerpunten in de begeleiding: - de groepsbespreking; - de leerlingbespreking; - de klassenconsultatie. De groepsbespreking Vier maal per jaar vindt een groepsbespreking plaats. In de groepsbespreking wordt niet zo zeer ingegaan op de individuele leerlingen, maar op de vraag hoe de leerkracht de komende periode tegemoet komt aan de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen in haar groep. Tijdens de groepsbespreking staat het groepsplan centraal. Er wordt geëvalueerd of de in het vorige groepsplan gestelde doelen bereikt zijn en welke aanpassing/ differentiatie de komende periode nodig is. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee type groepsbesprekingen: een groepsbespreking: tussenevaluatie; een groepsbespreking: eindevaluatie. Bij de groepsbespreking zijn tenminste de leerkracht en de intern begeleider betrokken. De groepsbespreking tussenevaluatie vindt plaats in week 10 van de groepsplan periode.
12
De groepsbespreking eindevaluatie vindt plaats in week 20 en volgt na het methodeonafhankelijke toetsingsmoment. Bijzonderheden vanuit de groepsbespreking gaan door naar de Commissie voor de Begeleiding. De leerlingbespreking Twee maal per jaar vindt een leerlingbespreking plaats. In deze bespreking wordt de individuele leerling besproken. Bij de leerlingbespreking zijn altijd de leerkracht en de intern begeleider aanwezig. Tijdens de leerlingbespreking staat het ontwikkelingsperspectief van de individuele leerling centraal, waarbij gekeken wordt of de leerling zich volgens verwachting ontwikkelt op didactisch, emotioneel en adaptief gebied. Hierbij staat centraal hoe de leerkracht handelingsgericht tegemoet komt aan het ontwikkelingsperspectief en de onderwijsbehoeften van de leerling. Bijzonderheden vanuit de leerlingbespreking gaan door naar de Commissie voor de Begeleiding. De klassenconsultatie Een klassenconsultatie heeft tot doel om de leerkracht te professionaliseren in het aansturen van de onderwijsleerprocessen in zijn groep. Binnen de 1-zorgroute staat het werken met groepsplannen centraal. Hierin is onder andere vastgelegd hoe de leerkracht differentieert, hoe hij omgaat met de diverse onderwijsbehoeften in zijn groep en hoe hij dat organiseert. Het plan is dus de basis van het handelen van de leerkracht. De klassenconsultaties worden gesystematiseerd door de observatiepunten vast te leggen in een observatielijst. Vaak bevat deze lijst nog meer punten dan alleen het omgaan met het groepsplan. Zo kunnen er ook afspraken betreffende de wijze van instructie geven in worden opgenomen of de manier waarop het zelfstandig werken moet worden vormgegeven. Kortom: schoolafspraken over hoe de onderwijsleerprocessen in de groep moeten zijn, worden hierin opgenomen. b. Preventieve en licht curatieve interventies Leren Binnen de school werken wij met niveaugroepen voor de vakken technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Door te werken met niveaugroepen kan de leerkracht tegemoet komen aan een uitdagend onderwijsaanbod door het aanpassen van de didactiek, de leerstof (verdiepen, verrijken of dispenseren), het leertempo en heel incidenteel overplaatsing naar een andere groep. Dit gebeurt na overleg met ouders/verzorgers. Om leerlingen te leren leren is het belangrijk om rekening te houden met de emotionele ontwikkeling van het kind en de adaptieve vaardigheden. De juiste verhouding tussen deze domeinen zorgt dat leerlingen zich kunnen ontwikkelen. Te denken valt hierbij aan de balans zelfstandigheid – nabijheid; stemgebruik; krachten en valkuilen van de leerling. Positive Behavior Support stimuleert de leerkracht naar de leerling toe een positieve toon te hanteren. Het Eigen Initiatief Model (voor 10+ leerlingen) hebben wij passend en ondersteunend gemaakt voor onze leerlingen en bevordert de zelfredzaamheid middels denkstimulatie.
Medisch-fysiek Binnen Plateau is het volgende met betrekking tot medicijnverstrekking/verrichten medische handelingen vastgesteld: “Op Plateauscholen zal, onder bepaalde voorwaarden, medewerking worden verleend aan het verstrekken van medicijnen. Voor wat betreft het verrichten van medische handelingen is de keuze gemaakt dat de scholen van Plateau hieraan in principe géén medewerking verlenen.” Gezien het speciale karakter van onze school is hiervoor een uitzondering gemaakt. Afspraken rond medische handelingen worden van tevoren met ouders/verzorgers besproken en vastgelegd. Voor meer informatie verwijzen we u naar ons protocol medicijnverstrekking/medisch handelen. Voor leerlingen die specifieke medische zorg behoeven is een individueel protocol opgesteld. Voor leerlingen met een (beperkte) visuele beperking kunnen wij advies en ondersteuning vragen aan ambulante begeleiders van cluster 1. Voor leerlingen met een (beperkte) auditieve beperking kunnen wij advies en ondersteuning vragen aan ambulante begeleiders van cluster 2. Een team bedrijfshulpverleners draagt zorg voor de bewaking van de (medische/fysieke) veiligheid, verleent eerste hulp bij ongelukken en inventariseert per schooljaar de (medische) incidentregistratie.
13
Waar noodzakelijk, werkt de school nauw samen met medische experts om het welbevinden van de leerling te waarborgen. Gedrag Sociale veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen heeft een hoge prioriteit op onze school. Aandacht voor de zelfredzaamheid, weerbaarheid, sociale vaardigheden en emotionele ontwikkeling is vastgelegd binnen een veiligheidsplan, waarin middels het werken met verschillende expertgroepen, beleid is vastgesteld voor o.a.: sociale vaardigheden (methode Stip), weerbaarheid (Rots en Water / Wijsweerbaar), heldere gedragsverwachtingen (eenduidige en visueel ondersteunde school- en klassenregels) en aanleren van positief gedrag (Positive Behavior Support), protocollen (o.a. een pestprotocol en meldcode huiselijk geweld en mishandeling) en aandacht voor het bevorderen van de zelfredzaamheid en denkstimulatie (Eigen Initiatief Model). Thuissituatie De school werkt samen met de jeugdarts en de schoolmaatschappelijk werker in de Commissie voor de Begeleiding. Daarnaast volgt de school de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld4 en al onze teamleden zijn hiervan op de hoogte en geschoold. Aanpak ter voorkoming van thuiszitters Een aanpak ter voorkoming van thuiszitters is een preventieve manier van zorg. De school houdt nauwlettend in de gaten wanneer en waarom leerlingen worden thuis gehouden. Bij regelmatig ziekmelden, ook al is het voor slechts een dag of enkele dagen, is de school alert omdat dit een voorspeller voor thuiszitten kan zijn. Wij volgen hierbij het protocol ziekteverzuim van de GGD. We werken hierbij nauw samen met de leerplichtambtenaar van onze school. c. Zorgniveaus en besliscriteria voor de zorg Binnen de W.A. van Lieflandschool verschillen de kinderen in de mate van (extra) zorg die ze ontvangen. Om aan te kunnen geven welke vorm van zorg de leerling ontvangt, werken wij met zorgniveaus. Door de kinderen in zorgniveaus onder te brengen, wordt in kaart gebracht welke soorten zorg en de intensiteit daarvan binnen school te vinden zijn. Wij definiëren een leerling met extra zorg als volgt: ‘Een leerling is een leerling met extra zorg wanneer de leervorderingen afwijken van de beoogde schoolloopbaan, zoals vastgesteld in het ontwikkelingsperspectief en/of waarbij toenemende gedragsproblematiek wordt geconstateerd’. We onderscheiden 4 zorgniveaus: zorgniveau 0: De leerling volgt zijn ontwikkelingsperspectief en komt op de juiste manier mee met de groep. Er zijn geen extra zorgen. zorgniveau 1: De leervorderingen blijven achter of lopen juist voor op de beoogde leerroute en/of er is sprake van versterkte gedragsproblematiek. De aanpak kan door de groepsleiding binnen de huidige groepsplanning gerealiseerd worden. (leerkracht) zorgniveau 2: De leervorderingen blijven noemenswaardig achter op de beoogde leerroute en/of er is sprake van sociale, emotionele of adaptieve problematiek al dan niet met als gevolg gedragsproblematiek en/of zorg rondom de thuissituatie. Onderzoek en hulp kunnen door de school worden geboden. (zorgteam) zorgniveau 3: De leervorderingen blijven sterk achter op de beoogde leerroute en/of er is sprake van sociale, emotionele of adaptieve problematiek al dan niet met als gevolg gedragsproblematiek en/of zorg rondom de thuissituatie. Er is nader onderzoeken/of begeleiding door interne of externe deskundigen nodig. (Commissie voor de Begeleiding).
4
Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van dit soort geweld. Bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten en medewerkers van jeugdinrichtingen. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht zo'n meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring.
14
zorgniveau 4: De Commissie voor de Begeleiding zoekt samen met de ouders/verzorgers en evt. externe instanties naar een passende oplossing buiten de school (Commissie voor de Begeleiding). 4. Onderwijsondersteuningsstructuur a. Beschikbare expertise binnen de school Het betreft de beschikbare expertise binnen het SO, waarbij voor sommige specialismen gebruik gemaakt kan worden van expertise van het VSO. Dit staat aangegeven. leerkrachten met master SEN-opleiding of SO-opleiding; leerkrachten met de opleiding tot gedragsspecialist; leerkrachten met de opleiding tot remedial teacher; onderwijsassistenten; 1 leerkracht Lichamelijke Opvoeding; 1 Motorisch Remedial Teacher (MRT); 1 leerkracht met VVErsterk scholing (Voor- en vroegschoolse educatie); 1 interne begeleider; 1 orthopedagoog; 1 taal-leesspecialist; 2 rekenspecialisten SO/VSO; 3 rots en watertrainer; (VSO) 2 weerbaarheidstrainers voor de doelgroep ZML: train de trainer; (VSO) 1 beeldcoach; 2 Bedrijfshulpverleners (BHV); 1 geregistreerde medewerker binnen de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG); Scholing m.b.t. Meldcode Kindermishandeling. 1 trainer Eigen Initiatief Model (EIM); (VSO) b. Functies, taakprofielen en taakverdeling Binnen de SO afdeling van de school zijn de volgende functies beschikbaar: Directie De school wordt geleid door de directeur. Zij wordt ondersteund door twee adjunct-directeuren (in waarneming). Leraren, vakleerkracht en onderwijsassistenten De leerkrachten verzorgen het onderwijs aan de groepen. We streven ernaar dat iedere leerkracht over het Diploma Speciaal Onderwijs/Master SEN of een vergelijkbare HBO of universitaire opleiding beschikt. De school beschikt over een vakleerkracht Lichamelijke Opvoeding, die bewegingsonderwijs geeft aan alle groepen. Daarnaast geeft hij zwemles en Motorisch Remedial Teaching voor leerlingen met een (tijdelijke) bewegingsachterstand. De leraren worden ondersteund door onderwijsassistenten. Binnen de SO afdeling is de belangrijkste taak van de assistenten het assisteren in de groepen. Orthopedagoog Binnen de SO afdeling beschikken we over een orthopedagoog. Zij heeft een adviserende taak bij de begeleiding van leerlingen en verricht daarnaast diagnostisch onderzoek op verschillende ontwikkelingsgebieden, zoals de intelligentie en de adaptieve en emotionele ontwikkeling. De orthopedagoog is indien gewenst aanwezig bij de leerlingenbespreking en is officieel lid van de Commissie voor Begeleiding. Intern begeleider De intern begeleider zorgt voor de onderwijsinhoudelijke en praktische ondersteuning van personeelsleden. Verder coördineert zij de zorg en de kwaliteit hiervan. In principe is de leraar het eerste aanspreekpunt voor ouders/verzorgers. Bij specifieke problemen zal de intern begeleider de zorg rondom een leerling coördineren. De interne begeleider is aanwezig bij
15
de leerlingen- en groepsbespreking. Daarnaast heeft zij een informerende en adviserende rol naar de Commissie voor de Begeleiding. Motorisch Remedial Teacher De school beschikt over een motorische remedial teacher voor leerlingen met een (tijdelijke) bewegingsachterstand. Rots en watertrainers De school beschikt over drie Rots & Water trainers voor het uitvoeren van of het ondersteunen bij de uitvoering van een Rots & Water training. Deze training worden ingezet met als doel om de weerbaarheid van kinderen te vergroten en de veiligheid en sfeer in de groep te verbeteren. Daarnaast beschikt de school over twee weerbaarheidstrainers met specifieke scholing voor de doelgroep ZML. Beeldcoach De school beschikt over één beeldcoach om beter zicht te krijgen op de interactie tussen een leraar en een kind of groep kinderen, met als doel de interactie te verbeteren en de professionele kracht van de leerkracht te vergroten. BIG geregistreerde medewerker/Bedrijfshulpverleners (BHV) De school heeft één BIG (Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg) geregistreerde medewerker. Dit teamlid is bevoegd tot het uitvoeren van (beperkte) medische handelingen. Daarnaast beschikt de school over zeven bedrijfshulpverleners die jaarlijks geschoold worden in brandpreventie en bestrijding en eerste hulp bij ongelukken. c. Samenwerkingsrelaties ketenpartners De school heeft beschikking over de volgende externe deskundigen: Jeugdarts De jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg van GGD Drenthe screent alle leerlingen op hun lichamelijke en sociale ontwikkeling. De jeugdarts adviseert ouders en school. Na de start op school wordt een bezoek aan de jeugdarts gepland. Op basis van onderzoek en een gesprek met ouders/verzorgers worden medische aspecten die van invloed kunnen zijn op het ontwikkelingsperspectief van hun zoon/dochter besproken. Vervolgens volgt eenmaal per twee jaar voor alle leerlingen een schoolonderzoek. De aanwezigheid van ouders/verzorgers hierbij is gewenst en zij ontvangen hiervoor een uitnodiging. De jeugdarts is officieel lid van de Commissie voor de Begeleiding. Maatschappelijk werker Aan onze school is een maatschappelijk werker verbonden. De maatschappelijk werker bezoekt alle ouders/verzorgers van nieuwe leerlingen van onze school. De maatschappelijke werker kan o.a. begeleiding bieden aan het gezin, ondersteunen bij het aanvragen van speciale regelingen (bijv. Wajong) en informeren over specifieke (ouder)organisaties. De schoolmaatschappelijk werker is officieel lid van de Commissie voor de Begeleiding. Ambulante begeleiding vanuit het Speciaal Onderwijs cluster 1 en 2 Als een leerling met een auditieve en/of communicatieve beperking extra ondersteuning behoeft, kan er een beroep worden gedaan op de ambulant begeleiders van Visio (cluster 1) en Kentalis (cluster 2). De school kan ook ambulant begeleiders inschakelen voor preventieve ondersteuning voor een hulpvraag op het betreffende expertisegebied. Zorgondersteuners Binnen de groepen worden enkele leerlingen op individuele basis ondersteund door zorgondersteuners. Sinds januari 2015 wordt dit bekostigd vanuit de Jeugdwet (gemeente), Wet langdurig zieke kinderen (rijksmiddelen) of zorgverzekeraar. Overige partners waarmee wordt samengewerkt: Leerplichtambtenaar Politie MEE-Drenthe;
16
Accare gedragsdeskundigen, instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie; Ambiq, orthopedagogisch centrum dat zorg biedt aan kinderen, jongeren en volwassenen met een licht verstandelijke beperking; Centrum voor Verstandelijke Beperking (CVBP); VanBoeijen; Praktijken voor logopedie en fysiotherapie in de regio; Bureau Jeugdzorg; Pleegzorg instanties; (Gezins)voogdij William Schrikkergroep; Visio, screening en ondersteuning voor leerlingen met visuele beperking; Zorgexpertisecentum de Arkel; Promens-Care; Gezinsvervangende tehuizen (o.a. Ons Huis/Vanboeijen); Gemeenteambtenaren voor het leerlingenvervoer; Scholen voor Zeer Moeilijk Lerenden Drenthe en Groningen; Praktijkonderwijs Assen; Basisonderwijs/Speciaal basisonderwijs/Voortgezet onderwijs Plateau Assen, COG Drenthe.
Indien ouders in verband met de ontwikkeling van hun kind al dan niet op advies van de school deskundigen hebben ingeschakeld, staat de school in principe open voor afstemming. Te denken valt bijvoorbeeld aan dyslexiebehandelaar, psychologen, kinderartsen, orthopedagogen, fysiotherapeuten, huisartsen, logopedisten. Behandeling door de betreffende deskundigen vindt buiten schooltijd plaats, tenzij behandeling onderdeel uitmaakt van een ondersteuningsarrangement (extra ondersteuning).
5. Extra ondersteuning / arrangementen Zoals beschreven in dit schoolondersteuningsprofiel heeft het samenwerkingsverband ervoor gekozen om toe te werken naar een ‘hoog’ niveau van basisondersteuning. We spreken pas van extra ondersteuning als de ondersteuningsbehoeften die van de basisondersteuning overstijgt. Van extra ondersteuning is in ons samenwerkingsverband sprake als kinderen deelnemen aan speciaal onderwijs cluster 3 en 4 of als kinderen ondersteuning nodig hebben, die de expertise en mogelijkheden van speciaal onderwijs cluster 3 en 4 overstijgt. Dat betekent dat het volledige aanbod van de W.A. Van Lieflandschool zoals beschreven in het schoolondersteuningsprofiel gezien kan worden als extra ondersteuning. 6. Zorgplicht en grenzen aan de mogelijkheden van de school Het schoolbestuur heeft per augustus 2014 zorgplicht; dat wil zeggen dat het schoolbestuur verantwoordelijk is om voor iedere leerling een passend onderwijsaanbod te realiseren. Dit kan op de school waar de ouders de leerling hebben aangemeld, of op een andere school. We vinden het belangrijk dat ieder kind onderwijs krijgt dat hij of zij nodig heeft. Daarbij is het van belang dat kinderen zich prettig voelen op school, dat zij zich goed ontwikkelen en voldoende leervorderingen maken. Wat kan de school? De school heeft samengevat de volgende mogelijkheden om het onderwijs- en ondersteuningsaanbod af te stemmen op de leerling: aanpassing van het programma (hoeveelheid werk, niveau, werktempo, keuze van het werk); differentiatie in instructie; een langer verblijf in een bepaalde groep; een op samenwerking gerichte houding; afstemming pedagogische aanpak. Wat vraagt dit van de leerling? de leerling laat zich sturen op gedrag. een mate van zelfstandigheid.
17
Wat vraagt dit van de ouders? een op samenwerking gerichte houding. Wanneer kan de school het niet (meer)? De W.A. van Lieflandschool is gespecialiseerd in het geven van onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden. Wij streven ernaar de zorg voor leerlingen op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin wij als school de grenzen van onze mogelijkheden ervaren. In het algemeen geldt dit bij leerlingen met een zware externaliserende gedragsproblematiek, een meervoudig, complexe problematiek of als het gaat om leerlingen met een te laag ontwikkelingsperspectief met als gevolg: verstoring van de rust, veiligheid en orde op school; ontoereikendheid van zorg en begeleiding welke de school kan bieden; verstoring van het onderwijsproces van andere leerlingen doordat de begeleiding zoveel aandacht vereist. Voor meer informatie wordt verwezen naar het toelatingsbeleid van Plateau openbaar onderwijs. Indien er twijfels zijn of de school voldoende ondersteuning kan bieden aan een kind, wordt er een zorgvuldige afweging gemaakt. De uitkomsten hiervan zijn onder meer afhankelijk van de onderwijsen ondersteuningsbehoeften van het kind, de omvang en samenstelling van de groep waarin het kind geplaatst wordt en de ervaring en deskundigheden van het team. Indien het op onze school niet (langer) lukt, om een passend onderwijsaanbod te realiseren, gaan we in overleg met ouders andere mogelijkheden bespreken, zoals: - een (andere) school voor speciaal onderwijs; - vrijstelling van de leerplicht; - kinderdagcentrum; - dagbesteding. 7. Plannen en ambities Schoolniveau Expertise van het team. Onze organisatie draait op menskracht. Het is van belang om voldoende te investeren in deze menskracht, zodat teamleden zich bekwaam kunnen/blijven voelen en hun eigen professionele ontwikkeling doorgang blijft vinden. Goed opgeleide medewerkers verzorgen kwalitatief goed onderwijs. Een beknopt overzicht van onze ambities rond scholing voor het komende schooljaar: scholing Zo leer je kinderen lezen en spellen, expertgroep; scholing Master SEN leraren; scholing EIM, team en expertgroep; scholing Gezond Werken Noord Nederland, individuele teamleden; (na)scholing weerbaarheidstrainers; scholing de-escalerend gedrag, team; analyseren toetsgegevens, leerkrachten; scholing rond emotionele ontwikkeling, team; scholing rond psychologische diagnoses, team; samenwerking versterken met het Regionale Expertisecentrum Noordnederland, cluster 4; deelname in het Onderwijskundig Expertisecentrum voor het Jonge Kind (4-7 jaar)*; Samenwerking Praktijkonderwijs Assen – Balansgroep**. Voor een nadere toelichting op de ‘Plannen en ambities’ en de uitwerking daarvan wordt verwezen naar het schoolplan en het schooljaarplan van de school. * W.A. van Lieflandschool heeft in samenwerking met SBO De Meander en de Aventurijn (SO cluster 4) de volgende ambitie: Gezamenlijk oprichten van een Onderwijskundig Expertisecentrum voor het Jonge Kind (4-7 jaar) binnen het samenwerkingsverband 22-01 PO voor Jonge (Risico?) Kinderen van 4 tot 7 jaar die in aanmerking komen voor extra ondersteuning binnen het samenwerkingsverband of waarvan
18
onvoldoende helder is welke vorm van onderwijs het beste aansluit bij de onderwijs en ondersteuningsbehoeften. Juist voor jonge kinderen is het van belang dat expertise in samenhang beschikbaar is. Bij jonge risicokinderen is veelal niet duidelijk op welke gebieden er ontwikkelingsachterstanden zijn en wat de ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Het expertisecentrum voor Jonge (Risico) Kinderen van 4 tot 7 jaar biedt deskundigheid en huisvesting onder 1 dak in samenwerking met SBO, SO (Cluster 3 en 4) en ketenpartners.
** Praktijkonderwijs – Balansgroep; In augustus 2015 start de Balansgroep op het Praktijkonderwijs Assen. Het doel van de Balansgroep is de overstap van het SO cluster 3 naar het Praktijkonderwijs te verbeteren. De afgelopen jaren is gebleken dat de overstap van het SO cluster 3 naar het Praktijkonderwijs voor leerlingen een te grote stap is. Met name op sociaal en emotioneel gebied kost het leerlingen vanuit cluster 3 een lange tijd voordat zij zich binnen de groep veilig voelen en met plezier naar school gaan. De Balansgroep biedt een veilige setting binnen het Praktijkonderwijs, waarna doorstroom naar een reguliere groep binnen het Praktijkonderwijs plaats kan vinden.
19