Schoolondersteuningsprofiel De Vuursteen
CNS-basisschool De Vuursteen Balgzand 2 6718 MJ Ede Tel. 0318-653759 Tel. 06 46140820
Directeur: A.T. ( Dolf) Mansens
[email protected] Intern Begeleider: M.A. ( Ria) Scheffer- Keehnen
[email protected]
2
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................................ 4 Deel I Inventarisatie .............................................................................................................................................. 5 1.
Korte typering van de school .......................................................................................................................... 5
2.
De kwaliteit van de basisondersteuning.......................................................................................................... 5 Het volgen van de leerling................................................................................................................................... 6 Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften .................................................................................................. 6 De groep, sociaal emotionele ontwikkeling en gedrag ........................................................................................ 8 Leren doe je samen ............................................................................................................................................ 8 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................................................... 8 Sociaal-emotionele ontwikkeling ......................................................................................................................... 9 Waarden en normen ........................................................................................................................................... 9 Gedrag ................................................................................................................................................................ 9 Preventieve en curatieve interventies ................................................................................................................. 9
3.
Beschikbare deskundigheid voor ondersteuning .......................................................................................... 10
4.
Ondersteuningsvoorzieningen ...................................................................................................................... 12 De hoeveelheid/ aantal handen in de groep...................................................................................................... 12 Onderwijsmaterialen ......................................................................................................................................... 12
5.
Voorzieningen in de fysieke omgeving ......................................................................................................... 13
6.
Samenwerkende ketenpartners .................................................................................................................... 14
7.
Belangrijke kengetallen ................................................................................................................................. 14
Deel II Analyse en Beleid ................................................................................................................................... 15 1.
Inhoud van de analyse.................................................................................................................................. 15
2.
Vervolgstappen in hoofdlijnen ....................................................................................................................... 17
Bijlage m.b.t. basisondersteuning .......................................................................................................................... 18 Bijlage m.b.t. ondersteuningsdeskundigheid ......................................................................................................... 20 Bijlage m.b.t. ondersteuningsvoorzieningen .......................................................................................................... 22 Bijlage m.b.t. voorzieningen in de fysieke omgeving en ketenpartners ................................................................. 23 Deel III
Vaststelling en Ondertekening ............................................................................................................ 24
3
Inleiding Onze school biedt onderwijsondersteuning aan leerlingen die speciale onderwijsbehoeften hebben. Wanneer onze school tegen haar grenzen aanloopt, is er de mogelijkheid om de leerling en zijn of haar ouders te verwijzen naar een andere school, een school voor speciaal (basis)onderwijs. Scholen verschillen in de onderwijsondersteuning die zij (kunnen) bieden. Een leerling waarbij de ene school tegen de grenzen van haar onderwijsondersteuning aanloopt, kan op een andere school zonder al te veel inspanning passend onderwijs krijgen. Maar ook, de ene leerling met een functiebeperking en/of ontwikkelingsstoornis is de andere niet. Soms is de reden waarom een school tegen haar grenzen aanloopt makkelijk aanwijsbaar: een school in een gebouw met veel trappen en weinig ruimte is niet zomaar passend voor een leerling in een rolstoel. Maar meestal is het lastiger om aan te geven wanneer een leerling niet en wanneer wel op de school terecht kan. Zowel voor de school zelf, als voor ouders en voor de bovenschoolse organisatie die het bovenschoolse netwerk van onderwijs ondersteuningsvoorzieningen inricht (schoolbestuur, samenwerkingsverband po, regionaal netwerk Passend Onderwijs), is het van belang te weten waar de school staat voor wat betreft de onderwijsondersteuning en wat mogelijkheden zijn om de onderwijsondersteuning te versterken en eventueel uit te breiden. Dit schoolondersteuningsprofiel is bedoeld om inzicht te geven in waar De Vuursteen op dit moment staat ten aanzien van haar ondersteuningsmogelijkheden; wat onze ambities zijn en welke stappen we daarin willen ondernemen.
4
Deel I Inventarisatie 1. Korte typering van de school De Vuursteen is een christelijke school voor basisonderwijs. De school is in schooljaar 20112012 gestart in een noodlocatie in afwachting van de bouw van de nieuwe school. In augustus 2012 is de school verhuisd naar een nieuw schoolgebouw in de wijk Kernhem in Ede. De school beschouwt het als haar kerntaak om haar leerlingen op te voeden tot kritisch democratische burgers. De school wil daarbij het christelijk onderwijs op een eigentijdse, open manier gestalte geven. De kernwaarden van waaruit op De Vuursteen gewerkt wordt zijn inspiratie, vertrouwen, aandacht, ontwikkeling, verantwoordelijkheid en genieten. De school werkt met een continurooster, waardoor kinderen elke middag ruim tijd hebben om te spelen. In samenwerking met de buitenschoolse opvang ‘De Blauwe Kolibrie’ wordt een dagarrangement geboden. De school is gebouwd op een snelle groei van de wijk (prognose 200 leerlingen in 2016), maar nu door de crisis de bouw achterblijft, groeit de school veel minder snel dan verwacht. Op 1 oktober 2013 waren er 79 leerlingen verdeeld over vijf groepen. In groep 1/2 is bewust gekozen voor heterogene groepen. Gezien het aantal leerlingen is in alle groepen sprake van combinatiegroepen. De leraren zijn ingespeeld op het omgaan met verschillen in leerniveau in hun groep. De leerlingpopulatie van De Vuursteen kan gekarakteriseerd worden als relatief homogeen ( minder dan 15 % leerlingen met een leerlinggewicht). Binnen de groepen is er diversiteit in het niveau van leren. De school heeft leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ( ASS, ADHD, dyslexie en leerproblemen)
2. De kwaliteit van de basisondersteuning De school voldoet aan de indicatoren behorend bij het toezichtkader van de inspectie met betrekking tot de basiskwaliteit. Deze basiskwaliteit is uitgangspunt voor de basisondersteuning die wij kunnen en willen bieden. De groepsindeling gebeurt op basis van het leerjaar. De focus op basisvaardigheden is erg belangrijk ( rekenen, taal, lezen en spellen). De school werkt opbrengstgericht. In de visie van de school is opbrengstgericht werken onlosmakelijk verbonden met handelingsgericht werken. In schooljaar 2013-2014 is de school gestart met de formele implementatie van handelingsgericht werken. De school heeft uitgesproken zoveel mogelijk leerlingen een passend onderwijsaanbod te willen bieden, waarbij we rekening houden met de onderwijsbehoeften van de leerling. De zorg vindt ( zoveel mogelijk) in de eigen groep plaats. We stellen hierbij hoge doelen. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen betrokken zijn bij en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen leerproces. Het leren leren staat centraal en procesevaluatie is een belangrijk onderdeel van ons onderwijsleerproces. Onze zorgstructuur heeft tot doel de leerlingen in hun ontwikkeling te volgen, vroegtijdig te signaleren en indien nodig extra begeleiding te geven. Op deze manier willen wij
5
handelingsgericht werken; dat wat wij signaleren, daar waar de onderwijsbehoeften van een leerling liggen, daar maken wij de keuzes voor differentiatie in tempo en/of lesstof. We onderscheiden hierbij vijf niveaus van zorg. Deze vijf niveaus worden beschreven in de zorgbreedte map en zijn terug te vinden op de groepsoverzichten. We maken onderscheid tussen zorg op cognitief gebied en zorg op gedragsmatig gebied, waarbij we de wisselwerking tussen deze twee gebieden niet uit het oog verliezen.
Het volgen van de leerling Om alle leerlingen zo goed mogelijk te volgen worden zoveel mogelijk gegevens (nietmethodegebonden toetsen, observaties, oudergesprekken enz.) genoteerd in ParnasSys (ons leerlingvolgsysteem). Het totaal van deze gegevens is leidraad voor ons pedagogisch en didactisch handelen, gesprekken met elkaar en gesprekken met de ouders. Afspraken hierover zijn geborgd in onze interne schoolgids en de zorgbreedte map. Vier keer per jaar worden er groepsbesprekingen gehouden. De leraar spreekt met de IB-er alle leerlingen door, met een korte verslaglegging in ons leerlingvolgsysteem Parnassys. Deze groepsbespreking zijn steeds voorafgaand aan voortgangsgesprekken en/of rapportgesprekken. Waar nodig of wenselijk worden er daarnaast ook leerlingbesprekingen gehouden. Wanneer er zorg is over een kind brengen wij ouders hier zo spoedig mogelijk van op de hoogte. Wij zien ouders als partners in de zorg en begeleiding van hun kinderen. Om onze leerlingen goed te kunnen volgen werken wij, naast methodegebonden toetsen, ook met niet-methodegebonden toetsen om de leervorderingen van de leerlingen goed in kaart te brengen. Wij gebruiken de CITO LOVS toetsen om de leervorderingen van alle leerlingen in kaart te brengen en te volgen. In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van het ontwikkelvolgmodel KIJK! Dit brengt de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen in kaart gerelateerd aan hun leeftijd. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de groepen 3-8 wordt gevolgd door ZIEN. Beide volgmodellen zijn in schooljaar 2013- 2014 nog in een implementatie fase. In schooljaar 2014- 2015 willen we ook de leerlingvragenlijst van ZIEN implementeren. De IB-er stelt jaarlijks, voor de start van het schooljaar, een toetskalender op van de af te nemen niet- methodegebonden toetsen. De leraren houden zich aan de afnamedata van deze toetsen en voeren deze ( niet-methodegebonden) toetsresultaten in, in het leerlingvolgsysteem. Naar aanleiding van deze toetsen vinden gesprekken plaats tussen de IB-er en de groepsleraar over de resultaten en vaardigheidsgroei van de individuele leerlingen. Daarbij staat de vraag centraal wat deze leerling nodig heeft om een voldoende ontwikkeling te waarborgen. De toetsresultaten worden ook besproken in een teamvergadering en aan de hand van een trendanalyse wordt gekeken waar ons onderwijs wellicht aangepast/ verbeterd moet worden.
Leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften Onze groepsoverzichten geven een beeld van het zorgniveau van een leerling, het gebied van zorg, welke belemmerende en bevorderende factoren een rol spelen en of er zorg is op het gebied van werkhouding, concentratie, motivatie en/ of zelfstandigheid. Afhankelijk van het niveau van zorg ( v.a. niveau 3) worden de onderwijsbehoeften van een leerling meer specifiek in kaart gebracht. Op deze manier streven we ernaar de omgeving, lesstof en instructie zo adequaat mogelijk aan te passen aan de onderwijsbehoeften van de leerling. Deze gegevens worden vertaald naar het groepsplan, waarin de leraar ernaar streeft naast de methode doelen, specifieke op de leerlijn en onderwijsbehoeften aangepaste doelen te stellen ( implementatiefase gestart in schooljaar 2013- 2014). 6
Individuele handelingsplannen willen wij op deze manier zoveel mogelijk voorkomen. Ook dit sluit aan bij de visie van de school, waarin samenwerken en leren van en met elkaar een belangrijke pijler is. In schooljaar 2013-2014 wordt het groepsplan rekenen geïmplementeerd. Deze groepsplannen beslaan een periode van 4 tot 8 weken, waarna ze worden geëvalueerd en leidend zijn voor de nieuwe periode. De IB-er is betrokken bij het monitoren en de evaluatie van het groepsplan. We streven ernaar onze leerlingen door aanpassing in instructie, tempo en verwerkingsstof zo lang mogelijk mee te laten doen met ( minimaal) de basisleerlijn die hoort bij de leeftijdsgroep/ het leerjaar. Wanneer ondanks alle extra begeleiding blijkt dat dit voor een leerling niet meer haalbaar is, doen we aanpassingen in het onderwijsaanbod. We hebben dan al heel regelmatig overleg gehad met de ouders en ouders zijn op de hoogte van de gesignaleerde problematiek. Mogelijk heeft ook al een capaciteiten onderzoek plaatsgevonden om zo zicht te krijgen op de mogelijkheden van de leerling, de opbouw van het intelligentieprofiel, waarbij we vooral ook kijken naar de bevorderende factoren. In overleg met de ouders stellen we dan de einddoelen van het basisonderwijs bij. Er wordt voor deze leerlingen twee keer per jaar een ontwikkelperspectief opgesteld. In dit ontwikkelperspectief worden de belemmerende en bevorderende factoren van het kind benoemd en de relevante gegevens uit het diagnostisch onderzoek. Er wordt een te verwachten uitstroomniveau geformuleerd voor de verschillende vakgebieden ( dit kan ook één vakgebied zijn). Op grond van dit uitstoomniveau worden tussendoelen gesteld, uitgedrukt in DLE-s en/of vaardigheidsscores. Op grond van deze tussendoelen worden concrete leerstofdoelen gesteld en wordt er gekeken of een eigen leerlijn wenselijk en/of noodzakelijk is. Zowel het ontwikkelperspectief als de eigen leerlijn wordt met ouders besproken en door zowel school als ouders ondertekend. Ook hier worden weer hoge doelen gesteld. Vooral kinderen die moeite hebben met de lesstof kunnen een negatief zelfbeeld ontwikkelen. We blijven voortdurend kijken of we het uitstroomniveau moeten bijstellen ( bij voorkeur omhoog). Het welbevinden van leerlingen die extra ondersteuning krijgen én een blijvende ontwikkeling gemeten in vaardigheidsgroei ( hoe klein ook) zijn voor ons de ijkpunten om ons af te vragen of de leerling zich voldoende ontwikkelt in het regulier onderwijs, of dat verwijzing naar speciaal (basis)onderwijs wenselijk is. Op school wordt een dyslexieprotocol gebruikt, gebaseerd op het protocol van het Expertisecentrum Nederlands. Dit protocol is toegespitst op onze schoolspecifieke situatie. Onze leerlingen worden -volgens dit protocol - al vanaf de kleutergroepen gevolgd in hun (voorbereidende) leesontwikkeling. Voor de groep leerlingen die ‘verdacht’ is ten aanzien van dyslexie volgt extra instructie (methodisch) en extra inoefening. Individuele doelen worden in een handelingsplan geformuleerd in plaats van in het groepsplan. Wanneer er voldoende gegevens verzameld zijn en we vermoeden dat er sprake is van ernstige enkelvoudige dyslexie, wordt ouders geadviseerd via de zorgverzekering een diagnose en behandeling aan te vragen. Kinderen bij wie dyslexie is vastgesteld hebben recht op compenserende en dispenserende maatregelen. Wij kiezen op school vooral voor compenserende maatregelen in de vorm van extra tijd, vergroten van teksten en aanbieden van geschreven tekst in spraak. Kinderen bij wie dyslexie is vastgesteld kunnen daar waar nodig en wenselijk gebruik maken van ondersteunende software ( Kurzweil). Schoolboeken kunnen aangeschaft worden via Dedicon. Er is samenwerking met ketenpartners bij de behandeling van dyslexie.
7
Kinderen met ernstige rekenproblemen worden tijdens de groepsbesprekingen gevolgd. In de groep krijgen deze kinderen tijdens rekenen verlengde instructie en extra inoefening. Het is belangrijk om zicht te krijgen of het hierbij gaat om automatiseringsproblemen of rekenbegrip. Een protocol om dyscalculie in kaart te brengen is nog niet ontwikkeld. We maken gebruik van het protocol ERWD ( Ernstige Rekenwiskunde-problemen en Dyscalculie). Leerlingen met ernstige spelling- lees- en rekenproblemen krijgen dezelfde begeleiding als leerlingen met vastgestelde dyslexie of dyscalculie. Ondersteunende software helpt bij de inoefening. Wanneer er dyslexie of dyscalculie is vastgesteld hebben deze leerlingen recht op compenserende en dispenserende maatregelen. De school kiest ervoor alle zorg zoveel mogelijk in de eigen groep te laten plaatsvinden. De school heeft geen formatie voor een RT-er en/of extra handen in de groep. De groepsleraar is eindverantwoordelijk voor de zorg in de groep. De IB-er ondersteunt en begeleidt de groepsleraar.
De groep, sociaal emotionele ontwikkeling en gedrag Leren doe je samen Deel uitmaken van een groep leeftijdsgenoten die veel gemeenschappelijk heeft, maar ook allerlei verschillen kent, biedt leerlingen de kans de eigen kwaliteiten en die van anderen te leren kennen en waarderen. Wij vinden dat zo belangrijk dat wij onze manier van lesgeven afstemmen op het leren in een groep. We bedenken steeds hoe we de groep kunnen benutten om leren te bevorderen. Bijvoorbeeld door vanuit een gezamenlijk thema te werken of door subgroepjes onderwerpen uit te laten werken waar de rest van de groep ook van kan profiteren. Samenwerken is een vaardigheid die van groot belang is om goed te kunnen functioneren in de maatschappij. We zetten o.a. coöperatieve werkvormen in waarbij leerlingen in kleine groepjes leren om op een gestructureerde manier samen te werken. Ze werken samen aan een leertaak met een gezamenlijk doel. Daarbij zijn de leerlingen niet alleen gericht op hun eigen leren, maar ook op dat van hun groepsgenoten.
Pedagogisch klimaat Wij vinden het heel belangrijk dat er een goede sfeer heerst tussen de leraren en de leerlingen, tussen de leerlingen onderling en tussen de leraren onderling. Een goed pedagogisch klimaat biedt de leerlingen mogelijkheden om positieve (leer)ervaringen op te doen. Begrippen als sfeer, structuur, warmte, veiligheid, geborgenheid, acceptatie, respect, waardering, genegenheid en vertrouwen vindt u terug in ons pedagogisch handelen. Het pedagogisch klimaat binnen onze school beperkt zich dan ook niet alleen tot de relatie leraar – leerling. Het heeft ook te maken met de wijze waarop wij als team met elkaar omgaan en ons gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor het welzijn van onze leerlingen, het schoolgebouw en de schoolomgeving. Het pedagogisch klimaat is niet direct meetbaar, het ligt meer in de voorwaardelijke sfeer en is af te lezen uit de gedragingen van de leerlingen en leraren. Een belangrijke voorwaarde voor het welbevinden van de leerlingen op school, is goed contact tussen school en ouders. Ouders mogen van ons een respectvolle benadering verwachten. Wij verwachten dit andersom ook van ouders. Dit is de basis voor een veilig pedagogisch klimaat op school en van invloed op de schoolresultaten van de leerlingen.
8
Sociaal-emotionele ontwikkeling Naast het ontwikkelen van kennis en vaardigheden binnen de vakgebieden, leren we kinderen sociale vaardigheden en hebben we aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Daarbij gaat het om: Wie ben ik ten opzichte van mezelf en de ander? Een goede sociaalemotionele ontwikkeling is belangrijk om een evenwichtige plaats in onze maatschappij in te kunnen nemen. De jaargroep waar de leerlingen deel van uitmaken, is een prachtige oefenplek voor deze vaardigheden. Hoe luister je goed naar elkaar, hoe kun je goed samenwerken, hoe los je conflicten op? Welke plek neem je in de groep in, hoe maak je gebruik van de verschillen die er onderling zijn, hoe leer je samen verantwoordelijk te zijn voor de sfeer in de groep, voor het leren? Al deze kwesties komen aan de orde in de klas. We noemen dit teamcoachen of groepsontwikkeling. Als een groep goed functioneert, is er weinig pestgedrag, werken leerlingen goed samen, luisteren ze goed naar elkaar en voelen ze zich resultaatverantwoordelijk. Door regelmatig te evalueren en situaties uit te spelen of te bespreken, leren we kinderen te reflecteren op hun eigen gedrag en dat van anderen. We maken er samen afspraken over en leren ons daar ook aan te houden, om het samen goed te hebben.
Waarden en normen Het bijbrengen van waarden en normen staat bij ons hoog in het vaandel. Als school hebben wij schoolregels die ervoor moeten zorgen dat we met respect met elkaar omgaan, waardering hebben voor elkaar en verdraagzaam zijn naar elkaar. Dit zijn de zgn. ‘Vuursteenregels”. Wij zorgen voor een positieve en veilige sfeer op school. Wij zorgen dat iedereen erbij hoort. Wij zorgen goed voor onszelf en voor elkaar. Wij zorgen goed voor onze eigen spullen en die van elkaar. Daarmee willen wij structuur en veiligheid bieden. Daarnaast heeft iedere groep zijn groepsregels. Op De Vuursteen moet iedereen zich veilig en geaccepteerd voelen.
Gedrag Wanneer een leerling, ondanks interventies ( planmatig en systematisch) en gesprekken met leerling en ouders opvallend en/of storend gedrag blijft vertonen kan er een moment aanbreken dat school zich handelingsverlegen voelt. We gaan er daarbij vanuit dat het gedrag dat het kind laat zien geen onwil is, maar een vraag om hulp en dat adequaat handelen noodzakelijk is om erger te voorkomen. Na overleg met externen, onderzoek en handelingsgerichte adviezen, kan het gebeuren dat een leerling een dusdanig claim legt op de groep dat het welbevinden van de leraar, de groep en de leerling in het geding komt. Wanneer ondanks extra ondersteuning en begeleiding geen verbetering van het gedrag optreedt, zien wij ons genoodzaakt een andere vorm van onderwijs voor een kind te zoeken, waarbij wij steeds handelen in zorgvuldig overleg met de ouders en bij voorkeur met betrokken ketenpartners.
Preventieve en curatieve interventies Binnen het geheel van onze zorgstructuur vinden wij het belangrijk om vroegtijdig te signaleren en bij voorkeur preventief te werken bij het doen van interventies. Ons klassenmanagement is afgestemd op het creëren van ruimte om leerlingen individueel of in kleine groepen te kunnen begeleiden tijdens de verschillende vakgebieden. We werken daarbij volgens het principe van het directe instructiemodel. Korte en effectieve instructies, met vaste patronen en helderheid voor de kinderen dragen bij aan ruimte voor leerlingen die meer en/of andere ondersteuning nodig hebben.
9
De methoden die we gebruiken voor de basisvakken bieden ons de mogelijkheid aanpassing naar instructiebehoeften en niveau te doen. De methode voor zaakvakken biedt naast de mogelijkheid om kennis en vaardigheden op verschillende niveaus aan te bieden, ook de mogelijkheid om de verschillende leerstijlen te oefenen en te observeren. Binnen de visie van de school past het om niet altijd met homogene instructie- of werkgroepen te werken; de kinderen leren immers van en met elkaar. De planmatigheid van de aanpak is hierbij voor ons van groot belang. Wanneer een leerling meer ondersteuning nodig heeft dan zichtbaar wordt in het groepsplan, wordt een handelingsplan gemaakt met specifiek geformuleerde, meetbare doelen. Wij streven ernaar zoveel mogelijk kinderen preventief te begeleiden door middel van het groepsplan. Dit groepsplan wordt als document geïmplementeerd in schooljaar 2013-2014, de werkwijze wordt al toegepast vanaf de start van de school. Er is bewust gekozen voor een leerstofjaarklassensysteem. We proberen leerlingen met gelijke onderwijsbehoeften zoveel mogelijk te clusteren, zodat we niet met te veel verschillende programma’s in de groep werken. Dit biedt leerlingen ook de mogelijkheid zich te oefenen in samenwerken. Afspraken over klassenmanagement ondersteunen de werkwijze. Deze afspraken worden geborgd in de interne schoolgids. Preventieve en (licht) curatieve maatregelen Wat betreft preventieve en( licht) curatieve interventies kan de school passend onderwijs bieden aan
kinderen die een gestructureerde omgeving nodig hebben meer –en hoogbegaafde leerlingen leerlingen met lees- en spellingproblemen leerlingen met rekenproblemen leerlingen die een rustige school nodig hebben (op dit moment nog met kleine groepen).
Daarbij dient opgemerkt te worden dat er behoefte is aan extra handen in de groep, omdat dit meer ondersteuning kan bieden aan bovengenoemde leerlingen. Dit is gezien onze formatieruimte op dit moment niet haalbaar.
3. Beschikbare deskundigheid voor ondersteuning De Vuursteen beschikt over een team van ervaren leraren. De leraren zijn goed toegerust om bovengenoemde (licht) curatieve en preventieve maatregelen binnen hun groep en klassenmanagement toe te passen. De methoden zijn daarbij sturend. De leraren werken bij IPC ( geïntegreerd zaakvakken systeem) met het uitzetten van activiteiten naar aanleiding van ingeplande doelen. Hierbij oefenen de leraren de vaardigheid om zicht te houden op doelen en leerlijnen en daarbij los te komen van de methoden. Het gaat dan om de vraag wat de volgende stap in de ontwikkeling van de leerling moet worden, waarbij de leerling zelf ook een mening moet vormen. Met het ontwikkelen van handelingsgericht werken, hopen we zo ook de methoden meer sturend dan leidend te laten zijn. De Vuursteen heeft teamexpertise op het gebied van handelings- en opbrengstgericht werken, teamcoaching en competenties om ouders als partner te betrekken bij de onderwijsondersteuning voor hun kind.
10
De teamexpertise op het gebied van teamcoaching en handelingsgericht werken is op dit moment speerpunt en- met het uitbreiden van leraarvaardigheden -opgenomen in het jaarplan van onze school. Voor teamcoaching is al een traject afgelegd, waarbij gebruik is gemaakt van externe ondersteuning. Het doel van teamcoachen is het ontwikkelen van competenties die de leerlingen in de huidige en toekomstige maatschappij nodig hebben. Binnen de groepen is teamcoachen erop gericht om groepen beter te laten functioneren, het pestgedrag te voorkomen en de kinderen tot leren te laten komen. Ongewenst gedrag wordt herleid naar de vier basisafspraken. Met het ontwikkelen van teamcoaching ontwikkelen we tegelijkertijd onze teamaanpak voor gedrag. De directeur heeft een cursus voor coaching gevolg bij de School Voor Coaching met een aanvulling als teamcoach en brengt zijn expertise over aan het team. De intern begeleider heeft naast de opleiding tot intern begeleider ook een opleiding tot specialist lees- en spellingproblemen gevolgd. Daarnaast is er brede ervaring/ deskundigheid opgebouwd door de betrokkenheid bij ambulant begeleidingstrajecten van leerlingen met leerlingebonden financiering ( cluster 2, 3 en 4) op voorgaande scholen. Relevante kennis en informatie wordt gedeeld in leerling- en groepsbesprekingen en tijdens team- en/of onderwijskundig overleg. Na een tweetal studiedagen gestart door een externe , stuurt de intern begeleider op dit moment de ontwikkeling van het handelingsgericht werken aan. Er is een leraar die de opleiding tot gedragsspecialist heeft gevolgd en haar kennis, daar waar nodig en wenselijk, deelt met de andere collega’s. Er zijn leraren met een sturende rol in de onderbouw of bovenbouw vanuit de expertise die zij door ervaring hebben opgedaan. Er is een onderbouwleraar geschoold in het ontwikkelvolgmodel KIJK! Zij begeleidt op dit moment de andere leraren van de groepen 1 en 2, ondersteund door de intern begeleider. Alle leraren hebben ervaring met het werken met en begeleiden van leerlingen met ASS en ADHD in de groep. De ervaring leert dat elk kind uniek is en dat bij leerlingen met deze ontwikkelingsstoornis de aanpak ook steeds weer afgestemd moet worden op de specifieke situatie van dit kind in deze groep. Voor sommige leerlingen blijft externe begeleiding wenselijk om onze expertise uit te breiden. Daarnaast is juist bij deze groep kinderen de wenselijkheid van extra handen in de groep groot. Een aantal leraren heeft ervaring met of zich verdiept in het onderwijsaanbod aan leerlingen met een andere culturele achtergrond/ NT2 leerlingen. Ten aanzien van de beschikbaarheid van de verschillende expertises het volgende overzicht, waarbij we onderscheid maken tussen ja, nee en beperkt.
11
Binnenschools
Buitenschools snel toegankelijk
Expertiseveld
nee beperkt nee nee beperkt beperkt ja ja beperkt nee ja ja ja
ja ja nee nee ja ja ja ja nee ja ja ja nee
Visuele beperkingen Auditieve beperkingen Spraakmoeilijkheden en taalstoornissen Verstandelijke beperkingen Motorische beperkingen Beperkingen door chronische ziektes Autisme Spectrum Stoornissen (ASS) ADHD en ADD Angst- en hechtingsstoornissen Overige psychiatrische aandoeningen Gedragsproblemen cluster 4 Dyslexie Onderwijsachterstanden andere culturen
4. Ondersteuningsvoorzieningen De hoeveelheid/ aantal handen in de groep Omdat we een startende school zijn, hebben we onze formatie nodig om de huidige groepsindeling in stand te houden. Wij kunnen niet beschikken over onderwijsassistenten of een andere vorm van extra handen in de groep. Om de klas heen is de intern begeleider van belang. Zij coördineert de leerlingenzorg inclusief de ondersteuning van leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeften.
Onderwijsmaterialen De Vuursteen is een school in opbouw. Langzamerhand breiden wij onze specifieke materialen uit afhankelijk van onze financiële middelen en de ondersteuningsbehoeften waar we tegenaan lopen. Wij beschikken over een (beperkt) aantal materialen met speciale didactische kenmerken en een (beperkt) aantal materialen met speciale pedagogische/ psychologische kenmerken. Voor kinderen met dyslexie hebben wij de mogelijkheid ondersteunende software ( Kurzweil) in te zetten. Naast de niet-methodegebonden toetsen beschikken wij over een aantal aanvullende diagnostische toetsen op het gebied van rekenen en taal.
12
5. Voorzieningen in de fysieke omgeving Onze school is gehuisvest in een mooi nieuw gebouw dat door de lage bezettingsgraad nu extra veel mogelijkheden biedt. Het gebouw heeft ruimte voor 200 leerlingen. Door de huidige bezettingsgraad is er nog een aantal lokalen leeg.
Het gebouw is rolstoeltoegankelijk. Er is een lift in het gebouw om de bovenste verdieping te bereiken. In het gebouw zijn geen drempels. Er is een invalidetoilet en ruimte voor verzorging. Er is een speellokaal in het gebouw ( met mogelijkheid dit te gebruiken als therapie ruimte). Er is een ruimte die nu ingericht is om te werken met Levelwerk ( voor meer- en hoogbegaafde leerlingen). Er zijn lege lokalen die in te richten zijn als time-out plek. Er zijn leerpleinen die de mogelijkheid geven om in kleine groepen te werken, binnen het verband van de klas. Individuele begeleiding is mogelijk op de leerpleinen. Er is een RT ruimte.
13
6. Samenwerkende ketenpartners Als startende school zijn wij ons netwerk nog aan het opbouwen. Vanuit de ervaringen die op eerdere scholen zijn opgedaan en de contacten die van daaruit lopen heeft de school mogelijkheden om met verschillende instanties samen te werken. nooit Huidige ondersteuningsplatform CJG Bureau Jeugdzorg Alg maatsch. werk GGD GGZ Karakter MEE Kinderziekenhuis Revalidatiekliniek Justitiële inrichting KDC MKD ( Trajectum, Youké) Gemeente: VVE Wijkagent Logopedisten BSO GiralisOpdidakt Psychologen praktijken RIOZorg Arnhem Motorische ondersteuning kindercoaching
sporadisch
regelmatig
vaak
contact gelegd
route is bekend
x x
x x x x x x
x x x x x
x
x x x x x
x
x x x x
x
7. Belangrijke kengetallen 2011-2012 8
Leerlingenaantal op teldatum 1 oktober Uitstroom VO Verwijzing S(b)o dyslexie 3 Diagnose AD(H)D, ASS 2 lgf 1 eigen leerlijn 0 *Op advies ketenpartner, niet op verzoek van school.
2012-2013 50 1 (V(S)O) 4 4 1 0
2013-2014 79 1* 4 4 1 2
14
Deel II
Analyse en Beleid
1. Inhoud van de analyse Binnen het geheel van het passend onderwijs wordt de Vuursteen, na een audit door de M&O groep als volgt gekarakteriseerd. Netwerk-school
Smalle ondersteuningsschool
Brede ondersteuningsschool
Inclusieve school
Onderwijsconcept Onderwijsvoorzieningen: 1. Handen in de klas 2. Materialen 3. Ruimtelijke omgeving 4. Expertise 5. Relaties M.b.t het onderwijsconcept en de velden is er sprake van een opvallende mix van kenmerken, in sommige opzichten op het niveau van netwerkschool en in andere opzichten op het niveau van een brede ondersteuningsschool. De school werkt nog sterk methode gestuurd, maar zoekt daarbinnen rek om zoveel mogelijk in te spelen op diversiteit. De onderwijsbehoeften worden serieus genomen en leiden zo nodig tot aanpassingen. De houding van het team ten aanzien van speciale onderwijsbehoeften kan positief genoemd worden. Vooral teamcoaching en de omgang met ouders kunnen in het kader van speciale onderwijsbehoeften als sterke kanten gezien worden. T.a.v. de hoeveelheid aandacht/ handen in de klas Veld Setting Binnen de klas Binnen de school Hoeveelheid De groepen zijn m.n. vanaf groep 3 Er is speciale onderwijsondersteuning aandacht en nog kleiner. Er is wel steeds sprake door de IB-er. tijd van combinatiegroepen. In verband met een leerling met lgf is er Er is geen formatieruimte voor extra een rugzakbegeleidster voor 1 ½ uur bij handen in de groep. de school betrokken.
T.a.v. de onderwijsmaterialen Veld Setting Binnen de klas Binnen de school Onderwijs Er wordt waar nodig gebruik Er zijn onderwijsmaterialen materialen gemaakt van niveaudifferentiatie in beschikbaar die tegemoet komen aan de lesmethoden. specifieke didactische kenmerken en speciale Er is aanvullend remediërend pedagogische/psychologische materiaal voor de kernvakken, kenmerken (bijv. beloningssysteem). behorend bij de gebruikte lesmethoden. Er zijn materialen voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. T.a.v. de fysieke omgeving 15
Veld Ruimtelijke omgeving
T.a.v. expertise Veld Expertise
Setting Binnen de klas Binnen de school Er zijn aparte plekken waar één-op- Er is een aparte ruimte voor andere één begeleiding en begeleiding van functies (bijv. voor verzorging of voor (sub)groepjes zorgleerlingen kan een time-out). plaatsvinden. Setting Binnen de klas Binnen de school De leraren hebben enige kennis De IB-er heeft kennis van en van en competenties op het gebied competenties op het gebied van veel van de speciale speciale onderwijsbehoeften. onderwijsbehoeften. (Een deel van) het team heeft kennis Enkele leraren hebben zich van en competenties op het gebied verdiept in de meest voorkomende van de speciale onderwijsbehoeften. problemen / aandoeningen / stoornissen.
T.a.v. samenwerking met andere instanties Veld Setting Binnen de klas Binnen de school Samenwerking met De leraren onderhouden contacten Er is op basis van behoefte andere instanties met de IB-er om op de hoogte te samenwerking en afstemming met blijven. professionals uit S(b)o en zorginstellingen. De leraren leggen contacten met Leraren zijn bekend met een netwerk o.a. logopedisten en bewegingstherapeuten. van ketenpartner
De samenwerking met andere instanties is vooral vraaggestuurd. De school beschikt over een breed netwerk. Samenvattend kan worden gezegd dat de school open staat voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften en haar deskundigheid al dan niet vraaggestuurd wil vergroten. De school is terughoudend wanneer het gaat om kinderen met een voormalige cluster 4 indicatie, wanneer er sprake is van externaliserend en/ of explosief gedrag, co-morbiditeit en kinderen met ODD en CD. De grenzen van onze mogelijkheden worden na overleg met ouders en mogelijke ketenpartners aan de hand van onderstaande aspecten afgewogen/ ingeschat; Invloed van de specifieke onderwijsbehoeften op de leraar/ het team. Invloed van de specifieke onderwijsbehoeften op de groep. Het kunnen waarborgen van het welbevinden van de leraar, de groep en de leerling. De vraag naar specialisme; is nascholing wenselijk en haalbaar. Wat is het effect van mogelijk sterk externaliserend gedrag op leerlingen in de groep die sterke behoeften hebben t.a.v. rust en veiligheid. Is onze structuur helpend genoeg Is er al een duidelijke diagnose met mogelijke handelingsadviezen. De mogelijkheid van extra ondersteuning ( extra handen in de groep) De grootte van de groep De zorgzwaarte van de groep ( inzichtelijk gemaakt via niveaus van zorg) Het overleg met ouders en ketenpartners vindt plaats met de directeur en IB-er. Vervolgens vindt er overleg met het team plaats. 16
2. Vervolgstappen in hoofdlijnen Met de groei van de school, zowel het team als het aantal leerlingen, groeit ook de zorgstructuur en wordt een en ander geborgd in documenten en vastgelegd in de zorgbreedte map. In de periode maart tot juli 2014 zal de procedure bij instroom van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte formeel uitgewerkt worden en opgenomen in de zorgbreedte map. De school heeft begin schooljaar 2013-2014 een start gemaakt met de implementatie van handelingsgericht werken. Dit is opgenomen in het jaarplan en actieplan. De school continueert het vergroten van de expertise op het gebied van teamcoaching. Dit is opgenomen in het jaarplan en actieplan. De school heeft de focus op het versterken van leerkrachtvaardigheden. Dit is opgenomen in het jaarplan en actieplan. De school inventariseert de behoefte aan bijscholing ten aanzien van specifieke problematieken en de ondersteuningsbehoeften van de individuele leraren. Op grond hiervan worden keuzes gemaakt, binnen het toch al brede aanbod van scholing.
Zie bijlagen
17
Bijlage m.b.t. basisondersteuning Beeldvorming Wat zien wij? De Vuursteen is een kleinschalige school in een mooi nieuw gebouw, gestart in 2011, die nog volop in ontwikkeling/ vorming is. De school werkt met combinatiegroepen. Extra ondersteuning wordt in de groep gegeven door de leraar. Wat betreft preventieve en (licht) curatieve interventies kan de school passend onderwijs bieden aan kinderen die een gestructureerde omgeving nodig hebben meer- en hoogbegaafde leerlingen leerlingen met lees-, spellingproblemen leerlingen met rekenproblemen. leerlingen die een rustige school nodig hebben (op dit moment nog met kleine groepen). De school bevindt zich in de implementatie fase m.b.t. handelingsgericht werken en handelingsgerichte diagnostiek. De school bevindt zich- mede door de groei van het team- nog in een implementatie fase m.b.t. teamcoaching. Deze manier van begeleiding van groepsprocessen is tevens instrument bij de aanpak van gedrag in de groep. Bij de basisvakken zijn de methoden leidend, bij de creatieve en zaakvakken zijn de doelen leidend en is de methode sturend/ informatief.
Oordeelsvorming Wat vinden wij?
De school voldoet aan de basiskwaliteit van de inspectie, gemeten naar de relevante indicatoren. De school kan basisondersteuning geven aan leerlingen zoals hierboven genoemd. Ten aanzien van kinderen die ondanks alle inzet gedragsproblemen hebben, m.n. externaliserende problemen, heeft de school vooral behoefte aan extra ondersteuning in de vorm van extra handen in de groep/ de school. Dit om ook deze kinderen extra begeleiding en oefening te geven. De school vindt dat zoveel mogelijk kinderen thuisnabij onderwijs moeten krijgen. Omdat wij er vanuit gaan dat elk kind uniek is, zal ook voor elk kind met specifieke onderwijsbehoeften bekeken moeten worden of wij de juiste ondersteuning voor deze leerling op onze school kunnen geven. Daarbij is een belangrijke factor het (ingeschatte) welbevinden van de leraar, de groep en deze leerling. De zorgzwaarte van de groep speelt hierbij ook een rol. Ons denken is handelingsgericht, oplossingsgericht en opbrengstgericht. Onze zorgstructuur is daarop gericht. In de komende jaren zullen wij onze documenten verder aanpassen aan deze manier van werken. Ons team is competent in de communicatie naar ouders toe en ziet ouders als partners in het onderwijs. Een ontwikkelperspectief (OPP) wordt nu alleen nog gemaakt voor die leerlingen die de klassikale leerlijn loslaten en een IQ onderzoek hebben gehad. Ook kinderen met een dyslexieverklaring zullen in de toekomst een OPP moeten krijgen.
18
Besluitvorming Wat gaan wij doen?
Vervolg implementatietraject handelingsgericht werken en handelingsgerichte diagnostiek ( implementatie groeidocument). Vervolg implementatietraject teamcoaching. Vergroten leraarvaardigheden m.b.t. doelgericht werken ( IPC). Opstellen omgangsprotocol. Opstellen protocol ongewenst gedrag. Vaststellen procedure aanname leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoeften. Vanaf zorgniveau 3 gaan ouders verslagen van oudergesprekken ondertekenen. Implementatie groeidocument. Protocol meer- en hoogbegaafdheid ( Sidi 3). Intake formulier instroom kleuters.
Aanvullende opmerkingen
19
Bijlage m.b.t. ondersteuningsdeskundigheid Beeldvorming Wat zien wij? Wij hebben binnen de school een team van ervaren leraren. Leren van en met elkaar geldt zowel voor de kinderen als voor de teamleden. Er is sprake van teamleden die hun deskundigheid d.m.v. een diploma of certificaat aantoonbaar hebben uitgebreid en er is sprake van ervaringsdeskundigen. T.a.v. diploma’s en certificeren; gedragsspecialist specialist lees- en spellingproblemen IB opleiding coach en teamcoach KIJK! Daarnaast is er een teamscholing geweest m.b.t. teamcoaching, ZIEN en handelingsgericht werken ( zowel vanuit interne deskundigheid als vanuit externe sturing) In de praktijk zien we dat de ondersteuningsdeskundigheid ook vraaggestuurd groeit. Leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte worden niet altijd extern aangemeld, maar vallen vaak op in de eerste schooljaren. Vanuit het volgen van deze leerlingen en het doorlopen van het diagnostiseringsproces, komt ook de ondersteuningsbehoefte van de leraar naar voren en daarmee vaak de ondersteuningsbehoefte van het gehele team.
Oordeelsvorming Wat vinden wij?
Door de rust en structuur die er binnen de school heerst, geeft de school leerlingen met die speciale onderwijsbehoeften voorspelbaarheid en veiligheid. Het team is bereid zich te verdiepen in problematieken die op ons pad komen. Het dyslexieprotocol is vastgesteld en kinderen met dyslexie worden planmatig gevolgd en in kaart gebracht. Ten aanzien van het dyscalculie moet er een meer planmatige aanpak uitgezet worden. Op dit moment worden deze leerlingen gevolgd en begeleid als leerlingen met ernstige rekenproblemen en proberen we ze op hun handelingsniveau bij de groep te houden. Voor de aanwezige expertise verwijzen we naar pagina 12 van dit document.
Besluitvorming Wat gaan wij doen?
Wanneer een leerling bij ons aangemeld wordt met een van de ondersteuningsbehoeften waar we weinig ervaring mee hebben, zullen we als team met elkaar een besluit moeten nemen; kunnen we deze leerling de ondersteuning bieden die het nodig heeft. Hoe vergroten wij hierbij onze deskundigheid? Hoe zorgen we ervoor dat die deskundigheid binnen het hele team wordt verspreid.
Nascholing/ informatiebijeenkomsten/ workshops met informatie over die gebieden waar onze deskundigheid nog onvoldoende is, om zo tot betere keuzes en besluiten te komen.
20
Nagaan welke ondersteuningsbehoeften er nu spelen bij ons team van leraren en de behoefte aan na- en/ of teamscholing inventariseren.
Aanvullende opmerkingen
21
Bijlage m.b.t. ondersteuningsvoorzieningen Beeldvorming Wat zien wij?
Sinds de start van de school zijn er lijnen ontstaan richting verschillen ondersteunende instanties. Afhankelijk van de vraag kunnen wij ( of de ouders) deze instanties benaderen. School heeft op dit moment een leerlinggebonden financiering cluster 4 voor één van de leerlingen. In de afgelopen periode is aan ouders onze zorgstructuur uitgelegd en hebben we met een aantal ouders het traject via het ondersteuningsplatform van het huidige samenwerkingsverband gelopen. Hoewel de school (relatief) nieuw is, werken de meeste collega’s al een aantal jaren in Ede. Netwerken zijn ontstaan en binnen deze netwerken is overleg over welke routes in welke situaties zouden kunnen worden bewandeld. School schaft dan specifieke materialen aan, als het duidelijk is dat leerling deze nodig heeft ( time-timer, koptelefoon, ‘wiebel’kussen). School maakt sinds kort gebruik van Kurzweil voor leerlingen met ( vermoedens van) dyslexie.
Oordeelsvorming Wat vinden wij?
Wanneer er een leerling is met een specifieke ondersteuningsbehoefte is het nuttig om van tijd tot tijd overleg te kunnen hebben met een deskundige op dat gebied. School zou dan ook graag een overzicht vanuit het Samenwerkingsverband willen hebben van ondersteuningsconsulenten, waarbij wij direct en op korte termijn onze vragen kunnen stellen. School zou het zinvol vinden wanneer er een soort van centrale uitleen komt van extra materialen, omdat sommige materialen zo leerlingspecifiek zijn ( en soms maar tijdelijk nodig), dat ze onnodig op de financiën drukken. De extra handen in de klas zijn wenselijk. School zou willen beschikken over gekwalificeerd personeel om de juiste ondersteuning te bieden.
Besluitvorming Wat gaan wij doen?
Voorstel tot uitleen van materialen bij samenwerkingsverband neerleggen.
Verzoek om een overzicht van mogelijke ondersteuningsconsulenten.
Expertise ontwikkelen over de aanvraag van arrangementen. Dit is op het moment van schrijven van dit document nog onduidelijk.
Aanvullende opmerkingen
22
Bijlage m.b.t. voorzieningen in de fysieke omgeving en ketenpartners Beeldvorming Wat zien wij? Fysieke omgeving: De school is nieuw en biedt veel mogelijkheden om leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte op dat gebied tegemoet te komen. Ketenpartners: Het netwerk is bekend bij de intern begeleider en deze kennis groeit bij het team van leraren. De Intern begeleider is ook sturend en coördinerend in de aanvraag van en overleg met ketenpartners. Er is voor schooljaar 2013-2014 een structureel aantal uren waar wij een beroep kunnen doen op het Centrum voor Jeugd en Gezin ( CJG). Wij gaan uit van minimaal handhaving van die uren ( 4 uur per maand). De school staat open voor breed overleg met ketenpartners en ouders. Zij ziet dit als een veilig en compleet team om het kind heen, ter bevordering van het welbevinden van het kind. Wij zien dat de intensiteit van het contact met de ketenpartners vooral vraaggestuurd is.
Oordeelsvorming Wat vinden wij?
Wij handhaven het contact met de huidige ketenpartners. Wij staan open voor een uitbreiding van ons netwerk. Ons zorgadviesteam (ZAT) bestaat minimaal uit de leraar en de intern begeleider, eventueel aangevuld met de directeur. Indien wenselijk ( vanuit ouders en/of school) kan dit zorgadviesteam (ZAT) uitgebreid worden met een van onze ketenpartners.
Besluitvorming Wat gaan wij doen? Handhaven van de huidige koers
Aanvullende opmerkingen
23
Deel III
Vaststelling en Ondertekening
* Dit schoolondersteuningsprofiel is van advies voorzien door de MR: Datum, Plaats, Handtekening
* Vastgesteld door het bestuur: Datum, Plaats, Handtekening
24
25