Schoolondersteuningsprofiel
Cbs De Wegwijzer
Bijlage bij het schoolplan 2011-2015 Cbs De Wegwijzer Prunusstraat 74-76 050-5777681 WSNS Samenwerkingsverband 207-01 www.swv207.nl
2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: De School........................................................................................................ 4 1.1
Inleiding ............................................................................................................... 4
Hoofdstuk 1: De school ........................................................................................................ 4 1.2
Uitgangspunten voor Passend Onderwijs ................................................................... 5
1.3
Reflectie op zorgbeleid in de afgelopen periode.......................................................... 7
1.4
De School – actuele gegevens ................................................................................. 7
1.5
Het toelatingsbeleid van onze school ........................................................................ 8
Hoofdstuk 2: Visie op zorg en begeleiding ............................................................................. 10 3.1
Zorgniveau 1: de Basiszorg in onze school ............................................................... 12
3.1.1
Organisatie van de zorg in de groepen ................................................................. 12
Hoofdstuk 3: De zorgstructuur ............................................................................................. 12 3.1.2
Taak van de groepsleerkracht bij zorg en begeleiding ............................................ 13
3.1.3
Deskundigheidsbevordering van de leerkracht bij zorg en begeleiding ...................... 13
3.1.4
Taakomschrijving onderwijsassistent bij zorg en begeleiding ................................... 13
3.1.5
Deskundigheidsbevordering onderwijsassistent bij zorg en begeleiding .................... 13
3.1.6
Taakomschrijving Interne Begeleider ................................................................... 13
3.1.7
Deskundigheidsbevordering Interne Begeleider ..................................................... 14
3.1.8
Het Leerlingvolgsysteem en de Toetskalender ....................................................... 14
3.1.9
Preventief en licht curatieve voorzieningen in de school.......................................... 15
3.1.10 Organisatie van het zorgoverleg op school ............................................................ 17 3.1.11 Handelingsgericht werken en plannen van de zorg ................................................. 19 3.1.12
De procedure bij doorstroom en uitstroom ........................................................ 20
3.1.13
Het profiel van de basiszorg op onze school....................................................... 20
3.2
Zorgniveau 2: de Breedtezorg – externe zorglijn ...................................................... 20
3.2.1
Consultatie in de leerlingbegeleiding .................................................................... 20
3.2.2
Diagnostiek en aanvullend onderzoek en observatie .............................................. 20
3.2.3
Werken met individueel handelingsplan ................................................................ 20
3.2.4
Werken met eigen leerlijn, uitstroom- of ontwikkelingsperspectief ........................... 21
3.2.5
Taken zorgspecialisten op school ......................................................................... 21
3.2.6
Aanmelding voor ambulante begeleiding van het expertisecentrum ......................... 21
Werkhouding problemen? ................................................................................................. 22 3.2.7
Aanmelding bij bovenschoolse zorg ......................................................................... 22
3.2.8
Aanmelding bij instelling Bureau Jeugdzorg .......................................................... 22
3.2.10 3.3
Voorbereiding verwijzing - het onderwijskundig rapport ...................................... 22
Zorgniveau 3: Dieptezorg- grenzen aan de zorg op school ......................................... 27
3.3.1
Verwijzing- de PCL en aanmelding bij het speciaal basisonderwijs ........................... 27
3.3.2
Verwijzing naar het speciaal onderwijs ................................................................. 27
3.3.3
Profiel van de Dieptezorg: grenzen van de zorg in de school ................................... 28
4.1
Instrument voor kwaliteitszorg – zorg en begeleiding ................................................ 30
4.2
Archivering leerlingengegevens en dossiervorming .................................................... 30
Hoofdstuk 4: Borging kwaliteit zorg en begeleiding ................................................................. 30 5.1
Samenwerking met ketenpartners in de zorg ............................................................ 31
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
3
Hoofdstuk 5: Samenwerking met anderen in de zorg .............................................................. 31 5.2
Samenwerking met onderwijspartners ..................................................................... 32
Bron: Informatiebrochure voor de toelatingsprocedure van ...................................................... 32 Basisonderwijs en Speciaal Basis Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs ..................................... 32 in de provincie Groningen voor het cursusjaar 2010 – 2011 ..................................................... 32 6.1
Contact met ouders............................................................................................... 33
Hoofdstuk 6: Ouders en zorgplicht ........................................................................................ 33 6.2
Zorgplicht Passend Onderwijs ................................................................................. 34
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
4
Hoofdstuk 1: De school 1.1
Inleiding
In dit Schoolondersteuningsprofiel wordt aangegeven hoe de organisatie van de zorg en begeleiding op Cbs De Wegwijzer eruit ziet en welk aanbod van onderwijs, zorg en ondersteuning aan alle leerlingen op deze school geboden kan worden. Zoals in het referentiekader voor de zorgplicht Passend Onderwijs staat, zijn wij1 als school verplicht een Schoolondersteuningsprofiel op te stellen dat deel uitmaakt van een dekkend regionaal onderwijszorgaanbod. Het referentiekader bevat een aantal uitspraken en uitgangspunten die kaderstellend zijn voor besturen. In de diverse notities en discussie over Passend Onderwijs worden de begrippen basiszorg, breedtezorg en dieptezorg naast elkaar gehanteerd. Scholen zouden daarbij minimaal moeten voldoen aan een landelijke vastgesteld niveau van basiszorg. Naast basiszorg worden in het referentiekader aspecten van meer intensieve of specialistische zorg voor specifieke doelgroepen genoemd. Basiszorg beperkt zich tot scholen voor basisonderwijs. Basiszorg wordt vastgesteld door de samenwerkende zorgplichtige schoolbesturen. Het begrip basiszorg is direct gerelateerd aan het begrip basiskwaliteit waarop het onderwijstoezicht van de inspectie is geënt.
dieptezorg breedtezorg basiszorg
Ons Schoolondersteuningsprofiel voldoet aan de overeengekomen landelijke definitie van “basiszorg” en tevens wordt aangegeven welke externe partners betrokken worden bij de zorg in en om de school. Onze school maakt deel uit van het regionaal samenwerkingsverband Passend Onderwijs, nu nog SWV 207. In dit regionaal samenwerkingsverband is een dekkend aanbod van onderwijszorg aanwezig. (zie het “Onderwijszorgplan van het Samenwerkingsverband/ SWV 207“). Het document waarin dit Schoolondersteuningsprofiel is beschreven maakt deel uit van ons schoolplan 2011-2015. In het schoolplan 2011-2015 wordt hier ook naar verwezen. 1
Wanneer er over wij gesproken wordt in het document wordt een gezamenlijke verantwoordelijkheid bedoeld van directie, intern begeleiders en leerkrachten. Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
5
1.2
Uitgangspunten voor Passend Onderwijs
Voor een adequate uitvoering van de zorg en begeleiding van alle leerlingen hanteren wij de volgende uitgangspunten:
Systematisch volgen van vorderingen van onze leerlingen met behulp van: o Methodeonafhankelijke toetsen uit het Leerlingvolgsysteem o Methodeonafhankelijke eindtoetsing o Methodegebonden toetsen Systematische analyse van leerling-resultaten en de voortgang in de ontwikkeling; Extra zorg voor leerlingen die dat nodig hebben op basis van signalering, diagnose, handelingsplanning en evaluatie; Betrokkenheid van de ouders bij de planmatige uitvoering van de zorg; Adequate procedures voor instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen; Toepassing van afgesproken procedures en protocollen; Centrale opslag van leerlingengegevens in het leerling-dossier; Gestructureerde en planmatige zorg voor en begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, indien nodig in een eigen leerlijn;
Wij nemen als school onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leerlingen. Dit betekent dat wij elkaar informeren en helpen. Daarbij leren we van elkaar en vergroten op deze manier onze deskundigheid. Wij evalueren onze eigen rol om ervan te leren. Binnen de groepen staat het handelen van de leerkracht centraal. “Wat heb ik nodig om dit kind te kunnen helpen?” is onze basisvraag. Externe hulp zal zich richten op deze vraag om van daaruit de leerlingen te kunnen ondersteunen in hun leerproces. Dit leerproces gebeurt onder verantwoordelijkheid van de leerkracht zoveel mogelijk in de groep. De leerkracht krijgt hierbij ondersteuning van onze interne begeleider. Wij informeren de ouders over het leerproces van hun kind(eren). De voortgang van het leerproces leggen we vast en de ouders weten wat daar staat. We vragen van de ouders om mee te denken en te spreken, zodat we samen verantwoordelijk zijn voor het leerproces van het kind. In de organisatie van de zorgstructuur van onze school gaan we uit van de drie zorgniveaus: Basiszorg- Breedtezorg- Dieptezorg. Zorgniveau 1
De Basiszorg:
De basiszorg is de zorg die wij binnen onze school aan alle leerlingen, uitgezonderd de leerlingen met een LGF-indicatie, bieden. Het grootste deel hiervan wordt binnen de groepen geboden. We denken hierbij aan de differentiatie op drie niveaus die zijn beschreven in het groepsplan, extra ondersteuning door de groepsleerkracht, werken op een hoger niveau onder begeleiding van de groepsleerkracht en de intern begeleider en coachende activiteiten met individuele leerlingen en/of groepen leerlingen (denk hierbij aan Kids Skills en de Vreedzame School). Deze zorg is permanent van karakter voor alle leerlingen. Ten aanzien van de niveaus binnen het groepsplan onderscheiden wij: De instructie onafhankelijke groep leerlingen, de instructie afhankelijke groep leerlingen, en de extra instructie afhankelijke groep leerlingen. Tot deze groep kunnen ook de leerlingen behoren met dyslexie, dyscalculie, meerbegaafde/hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met gedragsmatige problematiek. Zorgniveau 2 De Breedtezorg: Hieronder vallen al onze leerlingen met een LGF-indicatie. De verantwoordelijkheid voor deze leerlingen blijft voor onze school in samenwerking met ouders en de ambulante begeleiding (externe deskundigen). Ook vallen leerlingen met andersoortige begeleiding hieronder. Op Cbs De Wegwijzer streven wij er naar om leerlingen met een rugzak zo goed mogelijk te begeleiden. Op Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
6
het moment van schrijven hebben wij vanuit cluster 1 (visueel gehandicapte kinderen) twee leerlingen, vanuit cluster 2 (dove of slechthorende kinderen of kinderen met ernstige communicatiemoeilijkheden) een leerling, vanuit cluster 3 (lichamelijk gehandicapten of meervoudig gehandicapten en zeer moeilijk lerende kinderen) drie leerlingen. Vanuit cluster 4 (zeer moeilijk opvoedbare kinderen, kinderen met gedrags- en/of psychiatrische stoornissen) drie leerlingen. Met deze hoeveelheid zorgleerlingen kunnen wij de leerlingen een passend onderwijsaanbod bieden. Echter, deze zorg heeft grenzen. Die grenzen stellen wij per cluster: Cluster 1: hiervan kunnen wij op Cbs De Wegwijzer drie leerlingen, verdeeld over tenminste twee groepen, voldoende ondersteunen om optimaal te profiteren van het onderwijsaanbod. Cluster 2: hiervan kunnen wij op Cbs De Wegwijzer drie leerlingen, verdeeld over tenminste twee groepen voldoende ondersteunen om optimaal te profiteren van het onderwijsaanbod. Ook moet hierbij worden gekeken of deze leerling vanwege zijn/haar handicap niet in een sociaal isolement komt. Cluster 3: hiervan kunnen wij op Cbs de Wegwijzer drie leerlingen voldoende ondersteunen om optimaal te profiteren van het onderwijsaanbod. Wanneer deze leerlingen in dezelfde leeftijdscategorie vallen, en dus in dezelfde groep moeten worden geplaatst, moet de school de derde leerling op grond hiervan weigeren. Mocht de lichamelijke verzorging inhouden dat de school bezig is met medische handelingen, dan kunnen wij deze zorg niet bieden. De zorg moet vanuit de Thuiszorg te verkrijgen zijn, is dit financieel of praktisch niet uitvoerbaar, dan is de leerling op onze school niet op zijn plaats. Cluster 4: hiervan kunnen wij op Cbs De Wegwijzer drie leerlingen, verdeeld over tenminste twee groepen voldoende ondersteunen om optimaal te profiteren van het onderwijsaanbod. Voor alle clusterleerlingen geldt dat het gedrag van deze kinderen beïnvloedbaar moet zijn, de veiligheid en het opvoedkundige klimaat binnen de groep niet verstoord moet worden, zodat het onderwijs aan de gehele groep doorgang kan vinden. Wij plaatsen op advies van de begeleiding en/of school van het toeleverende cluster. Onder de Breedtezorg valt ook het plaatsen op een tijdelijke observatieplek, de leerling blijft onder onze verantwoordelijkheid, maar krijgt tijdelijk een aangepast onderwijsaanbod om beter te voldoen aan de onderwijsbehoeften van deze specifieke leerling, op dat moment. Binnen deze zorg blijft de leerling ingeschreven op de school. Om de school heen is een vangnet van hulpbronnen: ambulante begeleiders (zie boven), jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg. De Breedtezorg heeft een tijdelijk en/of aanvullend karakter en is bestemd voor leerlingen met een beperkt aantal aanvullende onderwijszorgbehoeften. Zorgniveau 3 De Dieptezorg: Indien een leerling niet in staat is om te leren en er geen sprake is van ontwikkeling, komt een leerling in aanmerking voor de dieptezorg. Deze zorg is bestemd voor leerlingen met complexe, speciale onderwijszorgbehoeften. Dit is het aanbod aan onderwijszorg in gespecialiseerde voorzieningen zoals die in het samenwerkingsverband in de regio aanwezig zijn. Zoals het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs. De school draagt de verantwoordelijkheid voor de leerling over aan deze voorziening. In de zoektocht naar een passende school worden ouders actief betrokken en van hen wordt een constructieve houding gevraagd. De stappen om te komen tot een verwijzing naar het SO of SBO zijn als volgt: Verwijzing naar het SBO: 1. De leerling is binnen het groepsplan geplaatst in de instructieafhankelijke groep, dit voor een half jaar. De leerling profiteert niet voldoende van deze interventie, hieruit volgt 2. 2. De leerling krijgt extra ondersteuning binnen de groep van de leerkracht, hiervoor wordt een individueel handelingsplan geschreven, wederom voor een half jaar. De leerling profiteert weredom niet voldoende van deze interventie, hieruit volgt 3. 3. Er wordt gekeken naar de uitval, is dit voor één vakgebied dan wordt (in de bovenbouw) overgegaan tot het opzetten van een eigen leerlijn (na toestemming van een deskundige). Is er sprake van uitval op meerdere vakgebieden, dan kan worden overgegaan tot onderzoek door Educonnect waarna verwijzing naar het SBO kan volgen. Het opgestelde onderwijskundig rapport gaat naar de desbetreffende PCL, deze beslist over al dan niet plaatsen. Verwijzing naar het SO: De leerling profiteert door zijn handicap (lichamelijk of geestelijk) niet optimaal van het onderwijsaanbod of de veiligheid en het onderwijskundig- en opvoedkundig klimaat binnen de Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
7
groep wordt dusdanig verstoord waardoor goed onderwijs voor deze individuele leerling en/of de gehele groep niet meer mogelijk is. Hieruit volgt: 1. Ouders worden ingeschakeld. Na overleg met ouders wordt overgegaan tot het inschakelen van de ambulante begeleider van het desbetreffende cluster. Deze kan observeren en adviseren. Hieruit volgt 2. 2. Ouders en/of school vragen een indicatie voor het desbetreffende cluster aan, dit wordt met het onderwijskundig rapport van de school opgestuurd naar de CVI, deze gaat over plaatsing binnen de clusters. Hieruit volgt 3. 3. Plaatsing op een school van cluster 1,2,3 of 4.
1.3
Reflectie op zorgbeleid in de afgelopen periode
Onze school is een school in ontwikkeling. Het team is zich met elkaar aan het professionaliseren. Het team wil daarbij ook de leerlingen d.m.v. samen-werkend-leren betrekken in het zelfverantwoordelijk zijn en tot verdere uitwerking van zelfstandig werken en biedt dat aan via verschillende leerstrategieën o.a. door coöperatief leren. Daarbij ontwikkelen wij ons op het gebied van het „Handelingsgericht Werken‟ en volgen wij de invoering van de 1-Zorgroute die op bovenschools niveau wordt ingevoerd en begeleid. Mede door de invoering van het handelingsgericht werken verandert onze kijk op leerlingen. Het accent in de zorg is verschoven van het geven van remedial teaching aan individuele leerlingen, naar het begeleiden door de ib-er van de leerkracht door samen een adequate aanpak van zorgleerlingen binnen de groep te creëren. De onderwijsbehoefte van de leerling staat centraal. Hulp kan geclusterd worden aangeboden. Na bezoeken van de onderwijsinspectie in 2011 hebben wij binnen het team de basisvaardigheden inclusief het leerkrachthandelen beschreven in het schoolplan. Wij hebben onze basiszorg in 2015 op orde.
1.4
De School – actuele gegevens
In deze paragraaf geven we de meest actuele kengetallen die betrekking hebben op de zorg en begeleiding in de school. De gegevens zijn tevens van belang voor het ontwikkelen van beleid op niveau van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs. Ieder jaar worden de kengetallen opnieuw geïnventariseerd. Jaarlijks worden deze kengetallen in het schooljaarverslag gepubliceerd. Welke leerlingen zitten er op de school/ wat is hun sociale context; Aantal leerlingen op school/ eventueel de prognose voor de komende jaren; Aantal leerlingen met een zorgarrangement ( rugzak, logopedische hulp, remedial teaching e.d.); Aantal verwijzingen naar het SBO /SO; Meest voorkomende aard van de problematiek bij de zorgleerlingen; Zorgdeskundigheid van het personeel in de school; Speciale onderwijszorgvoorzieningen qua inrichting en hulpmiddelen voor leerlingen met specifieke beperkingen; Gegevens van het samenwerkingsverband waar de school deel van uitmaakt. (n.b: niet van alle genoemde punten heeft iedere school al kengetallen). (Hoffmans, 2010)
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
8
Aantallen Leerlingenaantallen (1-10) Leerlingen met gewichtscore Leerlingen met rugzak Leerlingen met dyslexie Leerlingen VVE Leerlingen met eigen leerlijn Leerlingen naar S(B)O/REC
2013-2014 21
2012-2013 273 22
2011-2012 278 22
2010-2011 289 21
5 6 ? 2
6 4 12 1
5 3 -
5 2 -
4
4
3
1
Zorgdeskundigheid Logopedie
Wegwijzer op aanvraag
Orthopedagoog/psycholoog
40 uur op jaarbasis Educonnect Vakleerkracht 2 uur p/w sociaal verpleegkundige GGD Wegwijzer 8 uur
MRT Geschoolde Zorg Zorgvoorzieningen Schakelgroep VVE
1.5
SWV 2.07-01 Screening gr 2 via GGD
SWV 2.07-01
Het toelatingsbeleid van onze school
Binnen het bestuur van de VCOG is een gezamenlijke procedure afgesproken rond de aanmelding, inschrijving en toelating van de leerlingen. Zodra een kind 3 ½ jaar is kan hij/zij worden aangemeld op school. De ouders ontvangen dan een aanmeldformulier en een samenvatting van de toelatingsprocedure. Van de Peuterschool ontvangen wij een overdrachtformulier met gegevens van de betreffende leerling. De gegevens van het overdrachtformulier gaan naar de leerkracht van groep 1/2 en worden in de leerlingenmap opgeslagen. Vervolgens is er een warme overdracht. Bij aanmelding voert de adjunct-directeur een kennismakingsgesprek, beantwoordt vragen en laat de school zien. Drie maanden voor de vierde verjaardag vindt een intakegesprek plaats met de leerkracht waarbij het kind in de groep komt. De leerling wordt ingeschreven wanneer er geen sprake is van een bijzondere zorgvraag waaraan wij niet kunnen voldoen. De school heeft tien weken de tijd om dit te realiseren. Wanneer wij niet kunnen voldoen aan de zorgvraag ondersteunen wij de ouders naar het zoeken van passend onderwijs. Daarna volgt de kennismakingsperiode van maximaal 10 dagdelen. Het Schoolbestuurlijk Beleid is vastgelegd in de notitie: “Toelating, verwijdering en schorsing”. Daarin staat de uitgebreide procedure beschreven. Deze is op de website van het schoolbestuur te vinden. http://www.vcog.nl/ VVE De term staat voor “ Voor- en Vroegschoolse Educatie”. Met voorschoolse educatie wordt de speciale taalondersteuning op de Peuterschool (voorheen peuterspeelzaal) en het kinderdagverblijf bedoeld. Met vroegschoolse educatie wordt de speciale taalondersteuning in de groepen 1 en 2 op de basisschool bedoeld. Dit programma is bedoeld voor kinderen van o.a. laagopgeleide ouders, niet Nederlands sprekende ouders, aangevuld met kinderen die zeer laag scoren op de taaltoetsen. Ook kinderen uit een taalarme leefomgeving en blootstellingachterstand, kunnen worden geplaatst. Op de Peuterschool krijgen deze kinderen de gelegenheid twee dagdelen extra naar school te gaan zonder dat daar voor ouders kosten aan verbonden zijn. De Peuterscholen zijn verplicht te werken met een speciaal taalprogramma bijvoorbeeld het Piramide-project.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
9
Onze school heeft sinds 1 september 2012 subsidie gekregen waarmee wij maximaal vijftien leerlingen voor acht uren per week extra kunnen begeleiden. Stappen om te komen tot een plaats in de VVE (op Cbs De Wegwijzer “de Taaltuin” genoemd): Doelgroep kinderen, selectie, ontwikkelmogelijkheden 1. Selecteren en toetsen (doelgroep)kinderen 2. Gesprekken met ouders. 3. Ouders moeten thuis mee willen werken, ondertekenen hiervoor een contract. Zij halen wekelijks een boek en een map met taalactiviteiten op. Dit gaat thematisch, de thema‟s van de klas worden gevolgd. 4. Per week biedt de VVE-leerkracht een nieuw programma aan. 5. Binnen de reguliere groep worden de taalactiviteiten extra aangeboden aan de desbetreffende leerlingen, hierdoor krijgen zij totaal minimaal 10 uren extra taalaanbod. ( eventueel kan er gebruik worden gemaakt van een voorleesvrijwilliger van Humanitas, dit ter ondersteuning van de ouders). De leerkrachten van de groepen 1 en 2 worden tweemaal per jaar begeleid door Cedin. De VVE leerkracht wordt vier maal per jaar begeleid door Cedin.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
10
Hoofdstuk 2: Visie op zorg en begeleiding
Een algemene visie op Passend Onderwijs staat in het werkdocument: “Passend Onderwijs en het referentiekader voor de zorgplicht” (Harten, 28 juni 2010). Daarin wordt Passend Onderwijs ingekaderd zoals in onderstaand schema is samengevat.
Alle leerlingen succesvol op school
Leerlingen zijn gezond
Alle leerlingen volgen het onderwijs dat bij hen past
2
1
Er is specialistische en toegankelijke onderwijszorg voor leerlingen die dat nodig hebben
Het onderwijs op de scholen is van goede kwaliteit
Leerlingen voelen zich veilig
3 Er zijn voldoende fysieke voorzieningen van goede kwaliteit
In dit schema wordt de relatie gelegd tussen de maatschappelijke doelstelling- alle leerlingen zijn succesvol op school- en de domeinen gezondheid en veiligheid. Hiermee wordt aangegeven dat de doelstelling van Passend Onderwijs niet zonder deze voorwaarden gerealiseerd kan worden. Er is daarvoor ook samenwerking nodig met andere (zorg)instellingen in de omgeving van de school de zogenaamde ketenpartners. Om succesvol te kunnen zijn op school is meer nodig dan alleen een passend onderwijsaanbod. Leerlingen moeten gezond zijn en zich veilig voelen op school en thuis. Alle leerlingen zijn succesvol op school wanneer zij onderwijs volgen dat bij hen past. Dat vereist ook onderwijsvoorzieningen die van goede kwaliteit zijn en toegankelijke onderwijszorg voor leerlingen die dat nodig hebben. Ook hiervoor is samenwerking met andere gespecialiseerde onderwijsvoorzieningen in de regio noodzakelijk. De vereiste samenwerking realiseert de school op het niveau van het samenwerkingsverband.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
11
Bij het streven naar succesvol zijn op school bieden wij het onderwijs dat past bij elke leerling. Hierbij hanteren wij de volgende uitgangspunten:
Passend Onderwijs is zoveel mogelijk in overleg met de ouders van het kind; Passend onderwijs sluit aan bij de leer- en ontwikkelingsbehoefte die de leerlingen hebben; Het onderwijsaanbod en de leer-/zorgarrangementen zijn passend als zij gericht zijn op en bijdragen aan een ononderbroken ontwikkeling van het kind.
Bij het streven naar succesvol en passend onderwijs willen wij in de school het handelen van de leerkrachten, op basis van onderwijsbehoeften, bevorderen. Daarbij verandert onze manier van kijken naar leerlingen. Het accent in de zorg verschuift van het geven van hulp aan individuele leerlingen, naar het begeleiden van de leerkracht om te komen tot een adequate aanpak van alle leerlingen, waaronder zorgleerlingen, in de groep. We noemen dit het “Handelingsgericht Werken” in de groep en het “Handelingsgericht Begeleiden” van leerlingen. Bij het handelingsgericht werken gaan we uit van de leerling met zijn totale ontwikkeling. De leerling-kenmerken worden zo volledig mogelijk onderzocht en beschreven in een groepsoverzicht. Binnen het groepsplan sluiten we aan bij de mogelijkheden en talentontwikkeling van het kind. Dit doen wij op drie niveaus (zorg, basis, breedte) De leerling is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces. Zelfstandig- en coöperatief werken is daarbij ons uitgangspunt. Door een oplossingsgerichte aanpak stimuleren wij het leer- en ontwikkelingsproces van het kind. Vaardigheden die daarbij horen zijn: Spreken met elkaar, open kunnen luisteren, samenwerken, waarderen, kwaliteiten en mogelijkheden zien en opmerken, formuleren, uitnodigen, aanmoedigen en vertrouwen geven. Deze vaardigheden liggen ook ten grondslag aan “de Vreedzame School” waarover het team op dit moment een opleiding volgt. Deze oplossingsgerichte aanpak vinden wij ook in individuele begeleiding aan de hand van de methode Kids Skills2.
2
Furman, B. (2006) Kids’ Skills, Nelissen.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
12
Hoofdstuk 3: De zorgstructuur 3.1
Zorgniveau 1: de Basiszorg in onze school
3.1.1 Organisatie van de zorg in de groepen De leerkracht in de groep werkt handelingsgericht, met groepsplannen. Uitgangspunt zijn de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leerkracht verzamelt systematisch gegevens van alle leerlingen door middel van dagelijkse observaties, schriftelijke opdrachten, methodegebonden toetsen, methodeonafhankelijke toetsen, in gesprekken met leerlingen, huisbezoeken (indien nodig) en vragenlijsten. Deze gegevens worden geordend en systematisch bijgehouden in het groepsoverzicht per vakgebied. Groepsoverzichten worden bewaard in een groepsmap. De toetsgegevens worden vastgelegd in Esis. Groepsplannen zijn afgeleid van het groepsoverzicht. In het schoolplan staan de leergebieden beschreven op basis van de kerndoelen. Voor alle leergebieden geeft de school aan welke methodes en materialen gebruikt worden. Hoe de leergebieden, in niveaus ingedeeld, gedurende de gehele basisschoolperiode aan bod komen. Dit gebeurt aan de hand van de gebruikte methoden Twee keer per jaar wordt er een nieuw groepsplan opgesteld door de groepsleerkracht. Indien nodig wordt deze tussentijds bijgesteld. Differentiatie binnen de groep In de groep zijn er (grote) verschillen tussen de leerlingen. Deze verschillen uiten zich in verschillende onderwijs- en instructiebehoeften. In het groepsplan kan voor een deel van de groep leerlingen een aangepaste instructie- en verwerkingswijze worden aangegeven. Deze clustering van groepjes leerlingen vindt plaats op drie niveaus. Daarnaast wordt de aanpak van een leerling met Eigen Leerlijn vermeld in een apart begeleidingsplan. Convergente differentiatie De school werkt (of wil gaan werken) volgens de uitgangspunten van de convergente differentiatie. Dat betekent:
3
Voor alle leerlingen, uitgezonderd leerlingen met een officieel vastgestelde eigen leerlijn, geldt dat aan hen in principe de leerstof t/m eind groep 8 wordt aangeboden; Dit heeft als consequentie dat in principe aan álle leerlingen van een bepaalde groep de leerstof voor de betreffende groep (leerjaar) wordt aangeboden; Voor de Basisgroep geldt dat aan hen het reguliere aanbod voor de betreffende groep wordt aangeboden; Voor de meer- en hoogbegaafde leerling geldt een extra, verrijkend en/of verdiepend aanbod, dit aanbod komt uit de Levelboxen 3 Aan hen worden ook hogere eisen gesteld wat betreft het verwachte resultaat op de toets. Voor zorgleerlingen geldt dat extra instructie / begeleiding nodig is om het doel van het betreffende leerjaar te halen. We accepteren dat ieder kind een eigen ontwikkelingslijn heeft en streven naar minder dan 25% D en E leerlingen. Differentiatie houdt dus in: o differentiatie t.a.v. instructie (pre-teaching, verlengde instructie, verkorte instructie) o begeleiding (pedagogische aanpak, begeleiding bij werkhouding en concentratie) minimumaanbod dat voldoet aan de kerndoelen van de betreffende groep. Leerlingen met een officieel vastgestelde Eigen Leerlijn, hebben een eigen leerdoel dat afwijkt van het leerdoel van de groep. Ditzelfde kan eventueel ook gelden voor hoogbegaafde leerlingen. (M.Balvert, 2010)
Kuiper, J. Levelboxen
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
13
Om de organisatie van de zorg op verschillende niveaus in de groep mogelijk te maken heeft de school het zelfstandig werken ingevoerd in alle groepen. Hierdoor krijgt de leerkracht de mogelijkheid om te differentiëren (instructie, verlengde instructie, pre-teaching ).
3.1.2 Taak van de groepsleerkracht bij zorg en begeleiding De leerkrachten zijn de eerstverantwoordelijken voor het signaleren van leerlingen met een extra onderwijsbehoefte. Daartoe gebruiken zij de onderstaande middelen en afgesproken werkwijzen in de school:
Observeren van leerlingen Hanteren van registratie- en signaleringslijsten Afnemen en registreren van methodegebonden toetsen Afnemen van toetsen van het leerlingvolgsysteem Analyseren van observatie- en toetsgegevens van alle leerlingen Voeren van diagnostische gesprekken en uitvoeren van observaties Opstellen van groepsoverzichten (onderbouwing groepsplannen) Opstellen van groepsplannen en individuele handelingsplannen Bespreken van de groepsoverzichten en groepsplannen tijdens de groepsbesprekingen met de interne begeleider en de verslaglegging daarvan. Uitvoeren van groepsplannen en individuele handelingsplannen Bijwonen van groeps- en leerling-besprekingen en de verslaglegging daarvan. Inbreng van leerlingen in leerling-besprekingen Voeren van oudergesprekken en de verslaglegging daarvan. Werken met diverse protocollen (zoals hoogbegaafdheid, dyslexie)
3.1.3 Deskundigheidsbevordering van de leerkracht bij zorg en begeleiding De school gebruikt zowel interne als externe deskundigen ter ondersteuning van de uitvoering van zorg en begeleiding in de groepen. Groepsleerkrachten kunnen hun deskundigheid en vaardigheden vergroten door middel van: Scholing (zowel individueel als op teamniveau) Bijhouden van vakliteratuur Collegiale consultatie Coachen door de interne begeleider Adviseren en coachen door extern deskundigen De activiteiten scholing en deskundigheidsbevordering worden jaarlijks benoemd en verantwoord in het Schooljaarplan en Schooljaarverslag en is zichtbaar binnen het taakbeleid.
3.1.4 Taakomschrijving onderwijsassistent bij zorg en begeleiding n.v.t.
3.1.5 Deskundigheidsbevordering onderwijsassistent bij zorg en begeleiding n.v.t.
3.1.6 Taakomschrijving Interne Begeleider De interne begeleider is mede verantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van alle zorg en begeleiding binnen de school. De taken van de interne begeleider zijn hier verdeeld aan de hand van een vijftal taakgebieden. Deze zijn afgeleid van de matrix “competenties van de interne begeleider”. 1. Beleidstaken zorg en begeleiding: Opstellen en bewaken van de procedures in het zorgsysteem van de school. Opstellen en evalueren van de beslissingscriteria t.a.v. zorgniveaus ( o.a. doorstroom protocol). Opstellen van jaaroverzicht kengetallen zorg en begeleiding. Bewaken van de kwaliteit zorgverbreding op schoolniveau.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
14
1. Taken m.b.t. vernieuwing en kennisverbreding betreffende de zorg en begeleiding:
Initiëren en ondersteunen van expertise in de school m.b.t. zorg en begeleiding. Opbouwen en onderhouden van een relatienetwerk binnen het Samenwerkingsverband. Opbouwen en onderhouden van relaties met onderwijsbegeleiding en nascholingsinstituten op het gebied van zorg. Onderhouden van contacten en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen m.b.t. het voortgezet onderwijs in samenwerking met leerkracht groep 8.
2. Coördinatie en beheerstaken:
Opstellen en bewaken jaarplanning zorgactiviteiten (zorgcyclus). Coördinatie leerlingvolgsysteem (waaronder de toetskalender). Opstellen roosters en coördinatie van de groep- en leerlingenbesprekingen. Beheer van de leerlingendossiers. Beheer van de orthotheek. In samenwerking met de leerkrachten van groep 8 de activiteiten rondom de eindtoets bewaken, plannen, uitvoeren en evalueren.
4. Taken als coach:
Opzetten en leidinggeven aan groep- en leerlingenbesprekingen. Uitvoeren van klassenconsultaties met als aandachtspunt het leerkrachtgedrag in de groep. Geven van advies aan leraren t.a.v. zorg in de groep. Het coachen van leraren. Inwerken van nieuwe leerkrachten m.b.t. de zorgstructuur van de school.
5. Leerling-gerichte taken:
Intakegesprekken met ouders van nieuwe leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. Uitvoeren van diagnostisch onderzoek: observaties, pedagogisch didactisch onderzoek (PDO). Overleg met leerkracht (over o.a. externe onderzoek/hulp met externe deskundigen). Gesprekken met ouders ( o.a. voorlichting en ondersteuning bij verwijzing). Gesprekken met externe deskundigen (consultatief leerlingbegeleider, ambulant begeleiders). Begeleiden bij het verwijzingsproces.
3.1.7 Deskundigheidsbevordering Interne Begeleider De interne begeleiders vergroten hun deskundigheid door gebruik te maken van: Scholing. Bijhouden van vakliteratuur. Collegiale consultatie en intervisie met intern begeleiders in het SWV. Consultatieve gesprekken met orthopedagoog of psycholoog van de onderwijsbegeleidingsdienst. Binnen het samenwerkingsverband worden jaarlijks studiebijeenkomsten georganiseerd voor alle Intern begeleiders van de scholen. Concrete scholing en deskundigheidsbevordering wordt benoemd in het Schooljaarplan en verantwoord in het Schooljaarverslag.
3.1.8 Het Leerlingvolgsysteem en de Toetskalender De school maakt gebruik van een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van alle leerlingen. Onder leiding van de interne begeleider stellen de leerkrachten van groep 1 t/m 8 twee keer per jaar (zie voor het tijdstip van afnemen de Toetskalender – zie bijlage 2) de groepsresultaten vast aan de hand van de landelijk genormeerde methodeonafhankelijke toetsen. Wij gebruiken hiervoor de volgende niet-methode gebonden toetsen Overzicht LVS toetsen
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
15
Toetsen
Naam van de toets
Ruimtelijke oriëntatie en getalbegrip
Cito rekenen voor kleuters
Beginnende geletterdheid
Aarnoutse CPS
Taal voor kleuters
Cito Taal voor kleuters ( VVE kinderen)
Woordenschat
Cito Woordenschat
Technisch lezen
DMT/AVI
Begrijpend lezen
Cito BL 2012
Spelling
Cito SP 2012
Rekenen
Cito R&W 2012
Sociaal emotionele ontwikkeling
SCOL, Vreedzame School
Eindtoets
Cito eindtoets CITO entreetoets 6 en 7
De leerkracht legt binnen twee weken na het afnemen van de toetsen de resultaten van alle methode-onafhankelijke toetsen vast in Esis. Ook worden door de leerkracht overzichten en resultaten (zie afspraak) in het groepsdossier en kinddossier gedaan.
3.1.9 Preventief en licht curatieve voorzieningen in de school Hier worden de voorzieningen die in de basiszorg voor alle leerlingen beschikbaar zijn, beschreven. Dit zijn de voorzieningen die de school zelf, zonder hulp van externe specialisten, kan inzetten ten behoeve van de leerlingen. In het referentiekader Passend Onderwijs worden in de basisondersteuning de onderstaande voorzieningen genoemd: Signaleren van leerproblemen en opvoedproblemen; Aanbod voor leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie; Aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen en leerlingen met minder dan gemiddelde intelligentie; Fysieke toegankelijkheid en hulpmiddelen voor leerlingen met een lichamelijke handicap; Programma‟s gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen; Protocollen bijvoorbeeld voor pesten, dyslexie, dyscalculie, medische handelingen door personeel van de school, etc. Dyslexie Wij hanteren het protocol leesproblemen en dyslexie (zie bijlage 9). Meer informatie is te vinden op: http://www.masterplandyslexie.nl http://www.dyslexieroute.nl http://www.steunpuntdyslexie.nl/dyslexie-op-school/protocollen-dyslexie Dyscalculie Een samenvatting van het Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie’ is te vinden in bijlage 16
Protocol medisch handelen is vastgesteld op bestuursniveau (zie bijlage 17).
Checklist toegankelijkheid gebouw en schoolomgeving
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
16
Zie bijlage 18 voor een actueel overzicht van de aanwezige voorzieningen in onze school en omgeving. Pestprotocol (evt. internetprotocol) We hebben een pestprotocol op school, zie bijlage 19, de bijlagen volgen zo spoedig mogelijk.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
17
3.1.10 Organisatie van het zorgoverleg op school
In schema het zorgoverleg op school
Groepsbespreking 3 Evalueren groepsplan Bijstellen groepsoverzicht Overdracht naar volgende groepsleerkracht. (Eventueel concept groepsplan volgende groep opstellen)
(Bouw)team zorgvergade ring
Mei/juni
September
Leerlingbespreking
Leerlingbespreking
februari
Groepsbespreking 2 Evalueren groepsplan Opstellen groepsplan Nieuwe periode
Groepsbespreking 1 Opstellen groepsplan Uitvoeren
november
(Bouw)team zorgvergade ring
Leerlingbespreking
Gedurende het schooljaar steeds aanvullen van groepsoverzicht en evt. doelen bijstellen in groepsplan
De beschrijving van het zorgoverleg op school is volledig gebaseerd op de cyclus van het handelingsgericht werken en plannen van de zorg conform het model van de 1-zorgroute. (Balvert, 2010) Groepsbespreking De interne begeleider organiseert twee keer per jaar een groepsbespreking. Deelnemers aan de groepsbespreking zijn in ieder geval: De interne begeleider De leraar(leraren) van de betreffende groep Centraal in de groepsbespreking staat de handelingsplanning op basis van de onderwijsbehoeften van de leerlingen en de gestelde doelen (het groepsplan). De leerkracht signaleert leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. In het groepsoverzicht noteert de leerkracht de actuele leerlingengegevens. De Cito Middentoetsen van januari worden in februari besproken. Er wordt een nieuw groepsplan opgesteld. Cito Eindtoetsen van mei en juni worden in juni besproken. In het begin van het schooljaar (augustus) wordt het groepsplan aansluitend opnieuw opgesteld, de huidige leerkracht zorgt voor een goed groepsoverzicht voor het volgend schooljaar. In november en in april worden de groepsplannen zo nodig ook aangepast. Leerling-bespreking
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
18
Tussen twee groepsbesprekingen in en aan het eind van het schooljaar organiseert de interne begeleider een leerling-bespreking. Deelnemers aan de leerling-bespreking kunnen zijn: De interne begeleider De directie De leraar (leraren) van de betreffende groep De consultatieve begeleider van de onderwijsadviesdienst of het samenwerkingsverband De ambulante begeleider van het samenwerkingsverband/ speciaal onderwijs De ouders/verzorgers van de leerling De schoolarts/schoolverpleegkundige Doel van de leerling-bespreking is het inventariseren van een complexe hulpvraag van de leerkracht met als mogelijke uitkomsten; Noodzaak tot verdere diagnostiek Aanpassen van het zorgniveau Aanpassen van het handelen van de leerkracht Bijstellen van het groepsplan/ individuele handelingsplanning/leerlijn. Inschakelen van externe zorg/ voorbereiding verwijzing. Beschikbaarheid Interne Begeleider: Wanneer de ib-er aanwezig is op school is er een mogelijkheid tot kort overleg of het maken van een afspraak voor een consultatief gesprek. Deelnemers aan dit gesprek zijn in ieder geval: De leraar (leraren) van de betreffende groep De interne begeleider Doel van dit gesprek is het meedenken over de hulpvraag van de leerkracht met als mogelijke uitkomsten: Noodzaak tot verdere diagnostiek Aanpassen van het zorgniveau Aanpassen van het handelen van de leerkracht Bijstellen van het groepsplan/ individuele handelingsplanning/leerlijn. Inschakelen van externe zorg/ voorbereiding verwijzing
Zorgvergadering van het (Bouw)team Op een aantal vaste tijdstippen, organiseert de interne begeleider en/of de directeur een zorgvergadering voor het hele team. Deze bijeenkomst kan ook op bouwniveau georganiseerd worden. Deelnemers aan deze zorgvergaderingen zijn; De directie De interne begeleider(s) Het team/of de betreffende bouw Op de zorgvergaderingen worden bijvoorbeeld de volgende agendapunten ingebracht door de interne begeleider en/of de directie: Leerlingen met zodanige (gedrags)problematiek dat het van belang is dat er wordt gekozen voor een aanpak die wordt uitgevoerd door het team /bouwteam. Leerlingen die in aanmerking komen voor versnellen of verlengen. Leerlingen met een individuele leerlijn, of daarvoor in aanmerking komen. Trendanalyse van opbrengsten op school- en groepsniveau. Het Schoolondersteuningsprofiel van de school. Een specifiek zorgthema bijvoorbeeld gekoppeld aan een scholing of ontwikkeltraject van de school.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
19
3.1.11 Handelingsgericht werken en plannen van de zorg In de uitvoering op school hanteren we de planningscyclus van het handelingsgericht werken zoals in het project 1-zorgroute (WSNS +, NTO-Effekt, KPC) is weergegeven. Daarin wordt het onderwijs gepland door middel van zogenoemde groepsplannen. Deze worden op een systematische wijze gedurende het schooljaar steeds bijgesteld door de groepsleerkrachten aan de hand van de behaalde resultaten en de doelstellingen van het betreffende onderwijsleergebied. De afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen wordt hiermee zichtbaar vastgelegd. De interne begeleider bespreekt met de groepsleerkrachten de specifieke zorgleerlingen en de aanpak van de leerkracht daarbij. Welke aanpak heeft succes en welke doelstellingen zijn in de volgende periode haalbaar voor deze leerlingen. De stappen die bij het opstellen van een groepsplan worden doorlopen zijn: 1) evalueren voorgaande groepsplan en verzamelen van leerling-gegevens 2) selecteren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften 3) benoemen van specifieke onderwijsbehoeften 4) clusteren van leerlingen met gelijke specifieke onderwijsbehoeften 5) opstellen van het groepsplan 6) uitvoeren van het groepsplan
waarnemen
In het groepsoverzicht worden de stappen 1 t/m 4 verwerkt. Voorafgaand aan de opstelling van het groepsplan wordt door de leerkracht de onderbouwing van dit plan nauwkeurig vastgesteld aan de hand van de LVS gegevens, observaties en gesprekken met leerlingen en ouders en weergegeven in een (groep)overzicht. In onderstaand schema is aangegeven hoe deze planningscyclus per periode eruit ziet. De basiszorg is het gedeelte links: Hier zien we de cyclus van waarnemen-begrijpen-plannen en realiseren van het onderwijsaanbod (6 stappen). De groepsleerkracht is hiervoor verantwoordelijk . De breedtezorg vindt plaats naar aanleiding van signalen die allereerst aan bod komen in de groepsbesprekingen, daar wordt besloten of er een individuele aanpak nodig is met eventueel specialistische ondersteuning in de groep. De blauwe kolom aan de rechterkant van het schema. geeft de breedtezorg weer. Hier werkt de groepsleerkracht samen met de interne begeleider en eventueel andere specialisten in de school. De dieptezorg zit onderin het schema. De interne begeleider is hier verantwoordelijk voor het goed doorlopen van alle processen en communicatie met alle betrokken partners.
6) Uitvoeren groepsplan
Intern handelen (Niveau 1 en 2)
1) Groepsoverzicht/evalueren
Groepsbespreking
2) Signaleren van leerlingen met
leerlingen
specifieke onder-
realiseren
wijsbehoeften
5) Opstellen
begrijpen
Oudergesprek
groepsplan
4) Clusteren vergelijkbare onderwijsbehoeften
plannen
leerlingen met
Zorgteam school
3) Benoemen onderwijsbehoeften
Individueel handelingsplan
Oudergesprek
Melding en/of ZAT advies AMK
Externe zorg (Niveau 3)
Extern handelen (Niveau 3) Handelingsgericht begeleiden
Handelingsgerichte diagnostiek
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
Zorg
Verwijzing
15
20
3.1.12
De procedure bij doorstroom en uitstroom
Tijdens de schoolloopbaan van leerlingen constateren leerkrachten soms dat een leerling met een vertraagde ontwikkeling gebaat is bij een leerjaarverlenging en andere leerlingen met een snelle ontwikkeling gebaat zijn met een leerjaarversnelling. De procedure voor doorstroom en uitstroom hebben wij hiervoor vastgelegd in ons overgangsprotocol. In het overgangsprotocol willen wij duidelijk richtlijnen afspreken met betrekking tot de overgang, leerjaarverlenging en leerjaarversnelling evenals de overgang naar het voortgezet onderwijs. Het overgangsprotocol is in samenwerking met het team en de MR tot stand gekomen. Een samenvatting van het overgangsprotocol staat in de schoolgids. In de bijlagen is het gehele overgangsprotocol beschreven.
3.1.13
Het profiel van de basiszorg op onze school
Het profiel van de basiszorg op school komt overeen met de beschrijving van organisatie en uitvoering van de zorg aan alle leerlingen zoals in de paragrafen 3.1.1 t/m 3.1.12 staat vermeld. Wij streven ernaar dat alle leerkrachten deze beschrijving kennen en kunnen toepassen. De procedures en afspraken zoals die in de basiszorg op school aanwezig zijn moeten zij allemaal kunnen uitvoeren. Leerkrachten kunnen daarbij wel verschillen qua deskundigheid en ervaring. Leren van elkaar is voor ons een belangrijk uitgangspunt in de ontwikkeling binnen de school. De interne begeleider heeft een coördinerende en coachende taak als het gaat om de leervragen van het team met betrekking tot de basiszorg.
3.2
Zorgniveau 2: de Breedtezorg – externe zorglijn
3.2.1 Consultatie in de leerlingbegeleiding Uit de leerlingenbespreking kan naar voren komen dat aanvullende expertise van een extern deskundige nodig is. Hiervoor is het mogelijk op schoolniveau (of in het expertisecentrum van het SWV) een onderwijsadviseur met orthopedagogische/psychologische specialisatie in te schakelen, de consultatieve leerlingbegeleider (CLB). Voor een consultatie met de orthopedagoog/ psycholoog van de schooladviesdienst legt de interne begeleider het contact nadat toestemming is verkregen van de ouders/verzorgers van de leerling(en). NB: het is ook mogelijk dat de school een orthopedagoog van het SWV/binnen het bestuur raadpleegt.
3.2.2 Diagnostiek en aanvullend onderzoek en observatie Soms is het nodig om aanvullend onderzoek uit te voeren om de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling goed in beeld te krijgen. Het kan dus zijn dat voor een verheldering van de probleemanalyse een kindgericht onderzoek/observatie nodig is. Een dergelijk psychologisch en/of didactisch onderzoek is onderdeel van een handelingsgerichte diagnostiek. De consultatieve leerlingbegeleider (CLB) van de schooladviesdienst voert deze onderzoeken uit. NB: idem, zie bovenstaand. Indien er vermoedens van dyslexie bestaan vragen ouders via de zorgverzekering een dyslexieonderzoek aan. Bij gedrags- en/of psychiatrische stoornissen schakelen ouders instanties zoals Accare, Lentis of OCRN in.
3.2.3 Werken met individueel handelingsplan Indien blijkt dat een leerling, op welke wijze dan ook, een achterstand opbouwt in de cognitieve ontwikkeling en/of de sociaal emotionele ontwikkeling kan extra ondersteuning door het werken met een individueel handelingsplan gegeven worden. In dit individuele handelingsplan geeft men aan waarin de aanpak voor deze leerling afwijkt van de eerder in het groepsplan gestelde aanpak. Bijvoorbeeld: een bepaalde leerling heeft anders dan de andere leerlingen, na de groepsinstructie, individuele instructie nodig. Dat gaat alleen op voor deze leerling en het wordt dan ook genoteerd in een individuele handelingsplanning. Kortom, in het individueel handelingsplan wordt datgene beschreven dat van het groepsplan afwijkt en datgene wat nader moet worden uitgewerkt voor deze leerling. In het individuele handelingsplan moet duidelijk zijn onderbouwd welke aanpak binnen het onderwijsbod nodig is.Ookmoet duidelijk zijn wat het doel is, hoe dit wordt bereikt en op welke Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
21
wijze er wordt getoetst of het doel is bereikt en wat het vervolg is van deze evaluatie. Bijvoorbeeld alleen vermelden dat een leerling een E of D score heeft als onderbouwing is niet voldoende. Er moet worden aangegeven hoe de leerontwikkeling is geweest en welke interventies zijn gedaan door de groepsleerkracht. In het groepsoverzicht worden de vorderingen en leerling kenmerken regelmatig bijgehouden door de groepsleerkracht. Tot slot zullen de ouders altijd geïnformeerd moeten worden. In het geval van een individueel handelingsplan is er wettelijk gezien alleen sprake van informatieplicht naar de ouders.
3.2.4 Werken met eigen leerlijn, uitstroom- of ontwikkelingsperspectief Onder een eigen leerlijn verstaan we dat het kind werkt op zijn/haar eigen niveau en in een eigen tempo vorderingen maakt. Ook kan er een psychologisch/didactisch onderzoek worden afgenomen om het leerniveau van de leerling nog nauwkeuriger te bepalen. Vooraf is aangegeven welke doelen bereikt moeten worden en hoe deze getoetst worden en wanneer. Tevens is het van belang dat de manier en tijd van evaluatie bekend is. Deze eigen leerlijnen kunnen zowel voor leerlingen die zwak zijn als voor leerlingen die uitzonderlijk goed presteren. Het werken met een eigen leerlijn is alleen mogelijk bij de vakgebieden rekenen, spelling en begrijpend lezen. Het werken met een eigen leerlijn wordt in het ontwikkelingsperspectief voor die bepaalde leerling verantwoord. De leerkrachten zorgen ervoor dat de volgende elementen daarin beschreven staan: Het uitstroomprofiel voor het eindniveau van de basisschool; Concrete prestatieniveaus, uitgedrukt in resultaat op de bijbehorende LVS toets, bij voorkeur uitgedrukt in vaardigheidsniveau voor het eind van het schooljaar per vak waarvoor de leerling werkt met een eigen leerlijn. Minimaal twee keer per jaar vindt er een (tussen)evaluatie plaats waarin gekeken wordt of de gestelde doelen gehaald worden en of de ontwikkeling in de pas loopt met het geplande uitstroomprofiel. Dit ontwikkelingsperspectief wordt minimaal één maal per jaar geëvalueerd en bijgesteld met een handtekening van de ouders. In een bijlage staat een model ontwikkelingsperspectief voor een eigen leerlijn.
3.2.5 Taken zorgspecialisten op school In de zorg en begeleiding van de leerlingen op onze school beschikken we over de volgende specialisten: Logopedist Ambulant begeleider (SB / REC cluster1, 2,3 of 4) Gedragsdeskundige (in opleiding) Schoolverpleegkundige (GGD Orthopedagoog/psycholoog Hoogbegaafdheidsdeskundige (in opleiding) Het inzetten van de interne specialistische onderwijszorg en begeleiding binnen de school behoort tot de breedtezorg van de school. Inzet van deze deskundigen vindt plaats nadat de vraag van de leerkracht in de groeps- en leerlingenbespreking aan de orde is geweest. De hulp en begeleiding van de specialist kan zowel gericht zijn op de leerkracht als op de leerling. De werkzaamheden van sommige zorgspecialisten richten zich ook op de preventie van problemen en op ondersteuning van leerkrachten. De zorgspecialisten werken nauw samen met de groepsleerkrachten en intern begeleider en werken uiteindelijk onder verantwoordelijkheid van de directeur van de school.
3.2.6 Aanmelding voor ambulante begeleiding van het expertisecentrum De interne begeleider en de groepsleerkracht kunnen in overleg met de orthopedagoog/psycholoog of consultatief leerlingbegeleider (CLB) besluiten om een externe deskundige in te zetten als ambulant begeleider vanuit een aanwezig expertisecentrum in het samenwerkingsverband. De ambulante begeleider ondersteunt de leerkracht bij het handelingsgericht werken. Het doel van de coaching is om tegemoet te kunnen komen aan de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen, binnen de eigen groepssituatie. Ambulante begeleiding kan gaan over de leerkrachtvaardigheden bij: Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
22
Lees- spelling- en rekenproblemen Hoogbegaafdheid bij leerlingen
Werkhouding problemen?
Sociaal-emotionele problemen
De procedure die gevolgd moet worden bij een aanvraag voor ambulante begeleiding is op het niveau van het SWV vastgesteld. Als gevolg van de invoering van de wet Passend Onderwijs en daarbij gepaard gaande bezuinigingsmaatregelen zal de positie van de expertisecentra gaan veranderen.
3.2.7 Aanmelding bij bovenschoolse zorg De extra zorg die leerlingen nodig hebben, worden allereerst door de leerkracht gesignaleerd. Extra zorg kan zich voordoen op het gebied van het leren, de werkhouding, het sociaal emotioneel functioneren of de thuissituatie van de leerling. Als de leerkracht en de interne begeleider vinden dat er sprake is van een onveilige en ongezonde thuissituatie van de leerling schakelt de interne begeleider de sociaal verpleegkundige in. Die kan vervolgens inschakelen: Steunpunt Huiselijk Geweld Centrum voor Jeugd en Gezin Bureau Jeugdzorg Consultatiebureau Buurtpolitie en begeleidende instanties Daarnaast kan de aandachtsfunctionaris meldcode huiselijke geweld en kindermishandeling advies inwinnen en/of melden bij het AMK.
3.2.8 Aanmelding bij instelling Bureau Jeugdzorg Een directe aanmelding voor hulp vanuit Bureau Jeugdzorg kan alleen gedaan worden door de ouders zelf. Hier kan de school de ouders wijzen op Bureau Jeugdzorg. Op verzoek van de ouders kan de school wel informatie verstrekken over de leerling aan Bureau Jeugdzorg.
3.2.9 Organisatie van de ambulante begeleiding in school Na de toekenning van een LGF beschikking wordt de extra begeleiding voor de leerling gestart. Hierbij krijgt de school de ondersteuning van externe ambulante begeleiders. De ambulante begeleider komt gemiddeld vier keer per jaar op school. Hierbij observeert zij/hij de desbetreffende leerling en voert gesprekken met leerkracht, ouders en interne begeleider. Samen stippelen zij een strategie uit om dit specifieke kind zo goed mogelijk te begeleiden. Deze zorgbehoefte komt tijdens de leerling-bespreking nogmaals aan de orde. In uitzonderlijke gevallen komt de ambulante begeleider werken met de individuele leerling.
3.2.10 Voorbereiding verwijzing - het onderwijskundig rapport De basisschool kan, in overleg met de ouders, besluiten om een leerling te verwijzen naar het speciaal (basis)onderwijs indien:
de uitkomsten van een traject waarin de reguliere zorg (basis en breedte zorg) van de school ontoereikend blijken te zijn en tevens blijkt uit het pedagogisch-didactische of psychologisch onderzoek dat de zorgvraag onvoldoende kan worden beantwoord door de basisschool.
Ouders geven toestemming voor bovenstaande onderzoeken en observaties. Ter voorbereiding op de aanmelding bij het SO of SBO wordt door de school het VPI ingevuld (VraagProfielInstrument), dit gaat naar de CvA (Commissie van Advies). Deze commissie geeft een TLV af, een toelaatbaarheidsverklaring. De inhoud van het VPI is op het niveau van het samenwerkingsverband vastgesteld. In het VPI moet een duidelijke onderbouwing en argumentatie gegeven worden op grond waarvan een afweging gemaakt kan worden tussen speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs. 3.2.11 Voorbereiding terugplaatsing vanuit speciale basisschool Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
23
Indien uit de leerlingenbespreking op de speciale (basis)school blijkt dat de leerling in aanmerking komt voor het reguliere basisonderwijs zullen de ouders op de hoogte worden gebracht door de interne begeleider van de SBO/SO school. Desgewenst kan de CvA een advies uitbrengen over de terugplaatsing. De ouders zullen hun kind moeten aanmelden op de basisschool. Zij zullen moeten instemmen met het „traject terugplaatsing „. In het samenwerkingsverband is een procedure “terugplaatsing naar regulier basisonderwijs” opgesteld die de scholen hierbij dienen te volgen.
3.2.12 Aanvraag Leerling Gebonden Financiering (LGF) Er zijn leerlingen op school met een aandachtstoornis, een stoornis in het autistisch spectrum, een gehoorprobleem, een visueel probleem, chronische ziekte/lichamelijke beperking of een spraaktaalstoornis. Deze leerlingen hebben extra aandacht van de leerkracht nodig. Daarbij is het groepsproces en de handelingsbekwaamheid van de leerkracht belangrijk bij de ondersteuning. Om goed tegemoet te kunnen komen aan de specifieke (onderwijs) behoeften van deze leerlingen en om de leerkracht te ondersteunen vragen de ouders in samenwerking met de school een Leerling Gebonden Financiering („Rugzakje‟) aan. De leerkracht stelt samen met de interne begeleider het onderwijskundig rapport op. Het is belangrijk om met de ouders goed door te spreken welke vorm van onderwijs het beste past bij hun kind. Het Schoolondersteuningsprofiel van de Wegwijzer bepaalt mede de mogelijkheden van begeleiding binnen de school of de eventuele plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs. De aanvraag voor een indicatie voor leerling-gebonden financiering wordt door de ouders ingediend. Na toewijzing van de indicatie stelt de ambulante begeleider van het regionale expertisecentrum (cluster 1, 2, 3 of 4) een begeleidingsplan op in samenwerking met de ouders, de groepsleerkracht en de interne begeleider. Dit begeleidingsplan wordt door de groepsleerkracht en de interne begeleider uitgewerkt in een concreet individueel handelingsplan, waarin wordt opgenomen:
Het ontwikkelingsperspectief voor het eindniveau van de basisschool; Concrete prestatieniveaus, uitgedrukt in resultaat op de bijbehorende LVS toets, bij voorkeur uitgedrukt in vaardigheidsniveau voor het eind van het schooljaar per vak waarvoor de leerling werkt met een eigen leerlijn.
Bij de groep- en leerlingenbesprekingen wordt de aanpak en de ontwikkeling van de leerling besproken. 3.2.13 Het zorgprofiel van de breedtezorg in school De breedtezorg op school wordt mede bepaald door de aanwezigheid van extra zorgvoorzieningen en onderwijsarrangementen ten behoeve van leerlingen met specifieke belemmeringen. Er zijn vier categorieën zorgleerlingen:
Leerlingen Leerlingen Leerlingen Leerlingen
met zorgvragen op het gebied van informatieverwerving die zich uitzonderlijk ontwikkelen wat betreft de informatieverwerking met zorgvragen en problemen in het sociaal emotioneel functioneren met gedragsproblemen.
Gezien de complexiteit van de verschillende gedragsmatige en lichamelijke beperkingen zullen wij per aanvraag tot plaatsing de combinatie van leerling, groep en leerkracht beschouwen en uitspraak doen over inschrijving. Daarbij is het welbevinden van de leerling, leerkracht en de groep van belang evenals de externe ondersteuning (zie hoofdstuk 1.2) Hierbij wordt uitgegaan van de ?????
Onderstaand Schema laat zien hoe de breedtezorg in de school vanuit de vier clusters van de Regionale expertisecentra is ingericht. Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
24
Cluster 1 visueel Handicap Blind
Centrale belemmering
Cluster 2 Auditief en taal/spraak Handicap Slechthorendheid (hoge gehoordrempel 35dB tot 85dB) En vaak vervorming van het geluid Een slechthorend kind kan niet goed selecteren tussen omgevingsgeluid en het signaal zelf. Hoortoestellen versterken het geluid wel maar leiden niet tot volledige reconstructie van het oorspronkelijk geluid.
Centrale belemmering
Spraak/taalproblemen
Autonomie Zelfstandig eten en drinken Bewegingsvrijheid Competentie Belemmeringen in de informatieverwerving Door wegvallen van het visuele kanaal is de leerling vooral aangewezen op het gehoor relatie Als gevolg van de handicap kunnen emotionele problemen optreden die op relationeel vlak hun uitwerking hebben
Autonomie / Competentie Belemmeringen in informatieverwerving Belemmerende taalontwikkeling De gehoorbeperking is belastend Concentratie is soms een probleem Relatie: Slechthorendheid belemmert de communicatie en interactie met anderen; emotionele, gedragsproblemen kunnen het gevolg zijn (onzekerheid, achterdochtigheid).
Autonomie/Competentie: Belemmerende taalontwikkeling kan van invloed zijn op cognitief vlak.
Pedagogisch-didactische tips
Praktisch organisatorisch
De leerling snel zelfstandig leren werken (omdat de leerling maar gedeeltelijk met het klassikale verloop mee kan doen) Oefenen met specifieke vaardigheden Extra concreet materiaal gebruiken
Vaste opstelling in de klas Vaste plaats voor persoonlijke spullen en hulpmiddelen Aanbrengen van gidslijnen op de vloer Ev.gebruik van computer met braille leesregel
Pedagogisch-didactische tips Leerling snel zelfstandig leren werken. Veel individueel oefenen Gebruik van beamer Leerkracht altijd met gezicht naar de klas Geven van extra uitleg N.b. oppassen dat lkr. qua cognitie de leerling niet moet onderschatten Houdt er rekening mee dat de leerling niet tegelijkertijd kan spraakafzien en lezen of schrijven.
Praktisch organisatorisch De zichtbaarheid van de leerkracht is zeer belangrijk i.v.m. spraakafzien. Goede akoestiek; voorkomen van extra geluid van gekuch en schuifelende voeten door extra wand,vloer- en plafondbekleding is wenselijk om te voorkomen dat het geluid van vallende voorwerpen door het gehoorapparaat veel te hard wordt. Soloapparatuur en ringleiding.
Woordenschat ontwikkeling moet extra gestimuleerd.
Ondersteuning buiten de groep is wenselijk, het liefst in groepsverband.
Samenwerking en spelen met medeleerlingen behoeft extra aandacht.
Relatie: Communicatie met medeleerlingen kan problemen opleveren. Cluster 3 Lichamelijk en verstandelijk
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
Centrale belemmering
Pedagogisch-didactische tips
Praktisch organisatorisch
25
Langdurig ziek Lichamelijke handicaps Bijvoorbeeld: Spina bifida Spasticiteit Spierziekten (niet)aangeboren hersenletsel Aangeboren afwijkingen van Armen en benen diabetici
Autonomie Vaak belemmering bij algemeen dagelijkse levensverrichtingen (ADL), zindelijkheid. Zelfstandig eten en drinken, aankleden bij gymnastiek Vaak is er sprake van therapie tijdens onderwijstijd: leidt tot minder lestijd Competentie Vaak beperkingen t.a.v. motorische vaardigheden (fijn en grof) Problemen met concentratie en werkhouding Soms ook sprake van (lichte) verstandelijke beperking. Relatie Als gevolg van handicap ontstaan vaak sociale en emotionele problemen
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
In een aantal gevallen gaat het om normaal begaafde leerlingen die over redelijke leervoorwaarden beschikken. In die gevallen is geen aangepaste didactiek nodig. Het accent ligt vaak op extra begeleiding en specifieke didactiek bij (fijn)motorische vaardigheden zoals leren schrijven. Bij leerlingen met ook verstandelijke beperking geldt: extra 1 op 1 instructie Veel aandacht aan acceptatie in de klas Veel accent op structuur (uitgebreide voorinstructie/kleine stapjes/enkelvoudige opdrachten/ veel tijd voor individueel inoefenen) N.B. oppassen voor valkuil om te lage (geen) eisen te stellen zowel cognitief als t.a.v. zelfredzaamheid
Deze leerlingen hebben vaak apart meubilair nodig (aangepaste stoel, tafel met schuin werkblad verstelbaar. Rolstoelvriendelijke maatregelen Aangepast toilet Ruimte voor verzorging en therapie Volgen van cursussen door medewerkers school. Thuiszorgmedewerkers voor praktische handelingen.
26
Cluster 4 Gedrag en psychiatrie Residentiële opvang Handicap ADHD Pervasieve ontw.stoornis (autisme, asperger) PDD-NOS NLD (niet verbale leerstoornis) in de onderwijssituatie is het onderscheid tussen ‘internaliserend’ en ‘externaliserend’ relevant.
Centrale belemmering
Pedagogisch-didactische tips
Praktisch organisatorisch
Autonomie Bij psychosomatische Problemen kan sprake zijn van ernstige belemmeringen. Ook los van psychosomatische problematiek is vaak sprake van grote angsten. Competentie Vaak stoornissen in het verbeeldend vermogen eenzijdige interesses, Vaag onderscheid tussen werkelijkheid en fantasie, opgaan in eigen sensaties en fantasie, snel afgeleid, onlogische angsten, gefragmenteerd denken en moeite met generaliseren. Ook vaak sprake van informatieverwerkingStoornissen en taalproblemen. Relatie Gebrek aan sociale cognitie, vaak is sprake van stoornissen in de communicatie en in de sociale wederkerigheid; leerlingen zijn kwetsbaar voor pesten.
Kleinschalige setting Eerst 1-op-1 interactie daarna pas in de klas en andersom. Veiligheid en structuur. Veel voorstructureren; bijzondere gebeurtenissen voorbespreken en voorspelbaar maken. Accent op enkelvoudige opdrachten. Hanteerbaar en concrete instructies, taalgebruik. Verwachtingen leerstof zoveel mogelijk visualiseren (picto’s) Veel voordoen en herhalen omdat leerlingen moeite hebben met generaliseren. Gedrag van leerlingen begrenzen (stopregels). Gebruik van dag en weekschema’s met overzicht van taken en activiteiten als hulp bij zelfstandig werken. Visualisering van abstracte begrippen, beeldverhalen. Structurering d.m.v. agenda’s, schriftjes, memobriefjes e.d.
Prikkelarme omgeving, study buddys, opgeruimde klas, Materialen op vaste plekken in de klas. Time-timer, pictogebruik, planbord, afkoelplek
Bron: Samenvattend overzicht vier clusters INFORMATIEPAKKET beleidsplan Zorg : Met de rugzak naar school, wsns swv 2.10 feb. 2002.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
27
3.3
Zorgniveau 3: Dieptezorg- grenzen aan de zorg op school
3.3.1 Verwijzing- de PCL en aanmelding bij het speciaal basisonderwijs Als blijkt dat de interne zorg op school ontoereikend is en het onderwijsaanbod niet aansluit bij de ontwikkeling van de leerling en onvoldoende tegemoet komt aan de uitgangspunten zoals in de schoolvisie op zorg en begeleiding is verwoord, kan besloten worden tot verwijzing. Met als doel een beter bij de behoeften van de leerling passende onderwijsplek. Voorafgaand aan deze verwijzing zal de school de interne procedure zoals beschreven in paragraaf 3.2.10 doorlopen. In het WSNS samenwerkingsverband, waarvan de school deel uitmaakt moet de aanvraag voor een beschikking toelating voor het SBO worden ingediend bij de permanente commissie leerlingenzorg (PCL). De interne begeleider, in samenwerking met de groepsleerkracht van de leerling, begeleidt de ouders bij de toelatingsprocedure voor het SBO. De ouders melden hun kind aan bij de PCL van het samenwerkingsverband met de daarvoor bestemde formulieren. De interne begeleider vult een onderwijskundig rapport in. Ieder SWV heeft een procedure met werkwijze en reglement PCL vastgesteld. Deze is onderdeel van het Meerjaren zorgplan van het SWV 2011-2014. Zie ook het Stappenplan Zorg van het SWV en de website. WWW.swv207.nl voor alle formulieren Aanpassen na ingaan Passend Onderwijs, nieuwe commissie en nieuw samenwerkingsverband. De PCL beoordeelt de toelaatbaarheid van de leerling voor het speciaal basisonderwijs in het eigen samenwerkingsverband. De PCL geeft een beschikking af waarin aan de ouders kenbaar wordt gemaakt welk besluit genomen is op grond van welke argumenten. Ouders kunnen tegen dit besluit in beroep gaan. De ouders melden in geval van een positieve beschikking hun kind aan bij de school voor speciaal basisonderwijs van het eigen samenwerkingsverband. Kiezen de ouders voor een school in een ander SWV dan beoordeelt de PCL van het betreffende verband opnieuw de toelaatbaarheid van de leerling. Bij een negatieve beschikking formuleert de PCL een advies voor een plaatsing op eventueel een ander type onderwijs. De ouders maken in overleg met de basisschool waar het kind nog opzit een definitieve keuze. Na aanmelding bij de SBO school wordt meestal bij de leerling een pedagogisch didactisch onderzoek afgenomen om een plan van aanpak op te kunnen stellen en het ontwikkelingsperspectief van de leerling vast te kunnen stellen. De resultaten van dit onderzoek en de informatie uit het onderwijskundig rapport voor de PCL vormen hiervoor de basis. Dit resulteert in concrete adviezen voor ieder domein van schoolse vaardigheden. Tevens worden aandachtspunten beschreven, zoals volgen van logopedie en fysiotherapie. Vervolgens wordt de orthopedagogische hulpvraag van de betreffende leerlingen beschreven en richtlijnen opgesteld voor de aanpak. De eerste aanzet wordt aangevuld met een te verwachten ontwikkelingsprofiel. Indien ouders het wensen, wordt deze eerste aanzet met hen besproken. De SBO krijgt de beschikking over het volledige onderwijskundig rapport, zoals dat bij de PCL is ingediend en wanneer ouders / voogden daarin schriftelijk hebben toegestemd. De basisschool van herkomst zorgt ervoor dat de SBO- school altijd over de meest recente toetsen observatiegegevens kan beschikken. Dit is belangrijk wanneer er een groot aantal maanden verstrijkt tussen aanmelding bij de PCL (bijvoorbeeld na de januari -toetsen) en definitieve plaatsing op een SBO- school ( per 1 augustus). Er zijn wettelijk drie momenten per jaar wanneer plaatsing op het SBO mogelijk is (1 augustus,1 januari, 1 april).
3.3.2 Verwijzing naar het speciaal onderwijs De uitkomsten van aanvullend onderzoek en observaties door de orthopedagoog/psycholoog van Educonnect kunnen leiden tot de conclusie dat de basisschool en het samenwerkingsverband onvoldoende in staat zijn om tegemoet te komen aan de specifieke onderwijsbehoefte van een leerling. Verwijzing naar een school voor speciaal onderwijs kan dan aan de orde zijn. Ouders worden hierbij geadviseerd en ondersteund door de interne begeleider van de basisschool. De interne begeleider stelt een onderwijskundig rapport op en daarnaast zorgt de
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
28
orthopedagoog/psycholoog voor een kwalitatieve onderbouwing met argumenten waarom geen passend onderwijsaanbod geboden kan worden in het SWV. De ouders doen vervolgens een aanmelding bij de commissie van indicatie (CVI) van het betreffende cluster speciaal onderwijs. De ouders melden in geval van een positieve beschikking van de CVI, vervolgens in principe hun kind aan bij de school voor speciaal onderwijs binnen één van de vier clusters. Bij een negatieve beschikking formuleert de CVI een advies voor een plaatsing op een ander type onderwijs en waarom de leerling niet toelaatbaar is voor het type onderwijs in het eigen cluster. De ouders maken in overleg met de basisschool waar het kind nog op zit een definitieve keuze.
3.3.3 Profiel van de Dieptezorg: grenzen van de zorg in de school Procedure aanname van leerlingen met speciale onderwijszorgbehoeften. We gaan er vanuit dat in beginsel alle leerlingen bij ons op school kunnen worden toegelaten. Toch kan het voorkomen dat, op basis van de verkregen informatie over de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling in relatie tot onze eigen schoolse mogelijkheden en groepsgrootte, er twijfels rijzen of wij wel op een voldoende verantwoorde wijze goed onderwijs kunnen bieden. In een dergelijk geval treden wij in overleg met de ouders. Samen zullen we vervolgens zoeken naar oplossingen, eventueel met externe ondersteuning en hulp. Belangrijke factoren die o.a. een rol spelen bij onze afweging zijn: het aantal leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften al aanwezig in de groep; de beïnvloeding van de rust en de veiligheid in de groep en de school; de beïnvloeding van het leerproces van andere leerlingen; evenwicht in vraag naar verzorging, behandeling en onderwijs; de deskundigheid en ervaring van het personeel; de continuïteit binnen het team; de organisatie / differentiatiecapaciteit van de groep en de school; het gebouw- en de materiële situatie van de school. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het voor komen dat wij het niet verantwoord achten om een leerling onderwijs op onze school te laten volgen, daar er ons inziens een te groot gat zit tussen dat wat het kind nodig heeft aan goede begeleiding, ondersteuning of medisch handelen én dat wat wij denken te kunnen bieden (ook met extra externe hulp en ondersteuning). De leerling zal dan niet worden toegelaten. De zorgplicht Passend Onderwijs verplicht ons als school de ouders vervolgens te ondersteunen bij het zoeken naar goed passend onderwijs voor het betreffende kind. Dit kan zijn op een andere basisschool, dan wel een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. Bij leerlingen die verstoring van de rust en veiligheid op school veroorzaken handelen wij volgens het bovenschools beleidsdocument „Toelating, schorsing en verwijdering‟. Hierbij gaan wij uit van de tien passend onderwijsprincipes van de VCOG:
Ieder kind binnen de VCOG is uniek en heeft recht op onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden. Ook wanneer dat extra inspanning vraagt van de school en/of de leerkracht. We gaan ervan uit dat iedereen gelijkwaardig is, maar niet iedereen is gelijk.
Er zijn grenzen aan wat een school/leerkracht kan bieden. Deze grenzen moeten objectief getrokken worden, vanuit de behoefte van het kind. Met andere woorden de grens wordt in eerste instantie bepaald door wat goed is voor een kind(eren)
Bij de vraag of de school goed onderwijs kan bieden aan een kind is de eerste afweging altijd het welbevinden van het kind zelf en zijn directe schoolomgeving.
We kunnen kinderen alleen goed onderwijs bieden, als zij aan minimaal twee criteria voldoen: Het kind is in staat om te leren, er is sprake van ontwikkeling Het kind heeft het vooruitzicht dat het bij het verlaten van de school op minimaal eind groep 6 niveau zit. Dit principe gaat niet op voor kinderen met een gediagnosticeerde verstandelijke beperking (zie 7)
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
29
Bij kinderen met gedragsmoeilijkheden is een objectieve grens moeilijk te trekken. De VCOG heeft de visie dat het uitgangspunt bij ieder kind moet zijn: wat kan dit kind en wat is redelijkerwijs nog te ontwikkelen.
Bij beslissingen rond plaatsing wordt van iedereen gevraagd en verwacht uit te gaan van het belang van het kind. Waar komt het kind het best tot zijn recht.
Basisonderwijs vindt plaats in groepen. Voor kinderen met gedragsmoeilijkheden geldt in het verlengde van regel 5 daarom het volgende: Het gedrag moet beïnvloedbaar zijn. De veiligheid en het opvoedkundig klimaat in de groep mogen niet ernstig verstoord worden. Met andere woorden het onderwijs aan de hele groep moet doorgang kunnen vinden
Kinderen met verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen moeten zich goed en veilig kunnen voelen op school. Waar nodig moet het gebouw aangepast worden, zodat de bewegingsvrijheid van het kind zo min mogelijk in het gedrang komt.
De school is verantwoordelijk voor de organisatie van goed onderwijs aan alle kinderen, ook kinderen met extra zorgbehoefte. Voor kinderen die buiten bovengenoemde criteria vallen is de school aan zet om een passende onderwijsplaats te zoeken. Andere onderwijsinstellingen zullen dan benaderd worden Ouders worden hier altijd actief bij betrokken. Van hen wordt een constructieve houding gevraagd. De school zal haar best doen om er samen met ouders uit te komen. De ervaring is echter dat dit niet altijd lukt. Omdat de school verantwoordelijk en aansprakelijk is heeft ze in een dergelijk geval het laatste woord.
Of een kind met een speciale zorgvraag goed begeleid kan worden door de leerkracht hangt van de mate van zorgbehoefte van het kind af. Beperkingen in de deskundigheid van leerkrachten en de onderwijsorganisatie zijn daaraan ondergeschikt.
De VCOG gaat ervan uit dat iedere leerkracht goed onderwijs kan verzorgen aan alle kinderen binnen bovenstaande criteria. De schoolleiding geeft leerkrachten die eerder tegen grenzen aanlopen de ruimte om hun deskundigheid verder te ontwikkelen.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
30
Hoofdstuk 4: Borging kwaliteit zorg en begeleiding 4.1
Instrument voor kwaliteitszorg – zorg en begeleiding
In het referentiekader voor de zorgplicht- Passend Onderwijs wordt het volgende aangegeven: “De school bewaakt de kwaliteit van de onderwijszorg en het schoolondersteuningsprofiel en betrekt ouders bij de beoordeling daarvan”. Het bevoegd gezag stelt vast aan welke kwaliteitseisen het onderwijszorgprofiel moet voldoen en op welke wijze daarop wordt toegezien (intern toezicht). De rol van ouders op school in het kader van het onderwijszorgprofiel komt aan bod in hoofdstuk 6. In onze kwaliteitskaart Zorg & begeleiding van het WMKPO afgenomen in 2011 is vastgesteld aan welke kwaliteitseisen het beleid op het gebied van zorg en begeleiding van leerlingen moet voldoen. Een keer in de vier jaar worden alle domeinen van beleid systematisch beoordeeld en worden, waar nodig, verbeteringen gepland en uitgevoerd. Ook het domein Zorg & Begeleiding wordt eens in de vier jaar beoordeeld door het team. De ouders/verzorgers en leerlingen worden eens in de twee jaar geënquêteerd over de verschillende aspecten van de schoolorganisatie. Ook het domein zorg en begeleiding komt daarbij aanbod. De resultaten daarvan worden gebruikt bij de planning van nieuw schoolbeleid, door middel van de cyclus van jaarplanning en jaarverslaglegging.
4.2
Archivering leerlingengegevens en dossiervorming
In het document: ”Archivering leerlingengegevens” is beschreven hoe de school gebruik maakt van leerlingendossiers. Uitgangspunt is dat er van alle leerlingen een overzichtelijk en actueel leerlingendossier is. Doel hiervan is dat alle leerkrachten en overige teamleden weten hoe de leerlingendossiers zijn samengesteld en wat van wie verwacht wordt bij het actueel houden van de leerlingendossiers. Het document “Archivering Leerlingengegevens” beschrijft de volgende aspecten:
Hoe zien de leerlingendossiers eruit? Wie hebben inzicht in de dossiers? Waar worden de leerlingendossiers bewaard? Hoe lang worden de leerlingengegevens bewaard? Hoe is de indeling van de mappen? Bijzondere aanvullingen
Bij het werken met groepsoverzichten en groepsplannen is een goede dossiervorming belangrijk. Geadviseerd wordt om alle groepsoverzichten en groepsplannen digitaal te archiveren. Bij het ontstaan van zorgvragen over leerlingen moet de geschiedenis van de handelingsplanning van een individuele leerling snel voorhanden zijn. In de loop van dit schooljaar gaan wij dit digitaliseren in Esis zetten. Zie bijlage
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
31
Hoofdstuk 5: Samenwerking met anderen in de zorg
5.1
Samenwerking met ketenpartners in de zorg
Zoals in hoofdstuk 2 bij de visie op Passend Onderwijs is aangegeven kan het uitgangspunt: „Alle leerlingen succesvol op school‟ niet gerealiseerd worden zonder dat er sprake is van een veilig en gezond school- en thuismilieu. Met het begrip “zorg in en om de school” wordt voor het reguliere onderwijs in het algemeen bedoeld de preventieve inzet van hulpverlening en (gezondheids-)zorg. In het referentiekader voor de zorgplicht Passend Onderwijs wordt hier ook de instandhouding van multidisciplinaire zorgadviesteams en de beschikbaarheid van achterliggende en aanvullende voorzieningen genoemd. Doelstelling hiervan is te komen tot een sluitende aanpak voor overbelaste en in hun veiligheid en gezondheid bedreigde leerlingen en jongeren. In dit kader zijn voor de scholen het Centrum voor Jeugd en Gezin als wetgevingstraject van belang: Schoolniveau Er vindt regelmatig overleg plaats met de sociaal-verpleegkundige. Zij is goed bereikbaar voor onze ouders. Hierdoor is er ook regelmatig contact met het centrum voor Jeugd en Gezin. Ook tijdens onze wekelijkse koffieochtenden is er regelmatig iemand van het CJG aanwezig. Indien nodig zijn er contacten met Jeugdzorg en/of andere instanties. Wij hanteren de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. In dat kader zijn er contacten met Jeugdzorg/AMK. Bovenschoolniveau
Er is in de stad Groningen een loketfunctie: Zorg voor Jeugd Groningen (ZJG). Dit loket adviseert onafhankelijk over wat leerlingen nodig hebben voor hun ontwikkeling en kan tevens handelingsgericht functioneren; met andere woorden besluitvorming over inzet door één van de deelnemende voorzieningen/instelling is gefaciliteerd. In deze loketfunctie participeren Jeugdzorg, leerplicht, jeugdgezondheidszorg en maatschappelijk werk. Deze loketfunctie zorgt ervoor dat er korte lijnen zijn aangezien alle betrokken partijen bereikt worden via een loket. De duidelijkheid en bekendheid van deze routes voor ouders, leerkrachten en interne begeleiders voor het hele traject van signaleren tot vaststellen en toewijzen van zorg behoeft nog aandacht. Verdere partners: GGD, CJG, Educonnect, Leerplicht gem. Groningen, OCSW, REC 1 – 4, diensten AB, Vensterschool en bibliotheek.
Lokaal of regionaal niveau
Samenwerkingsverband. BJZ. AMK. Inspectie van het onderwijs. Overleg SKSG en peuterspeelzalen.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
32
5.2
Samenwerking met onderwijspartners
Elke onderwijssector kent zijn eigen wetten en regels en ook een eigen taal. Passend Onderwijs zal ook moeten bevorderen dat de overgang naar een andere onderwijssector voor ieder leerling zonder obstakels en onnodige drempels kan plaatsvinden. Daarover staat in het referentiekader voor de zorgplicht opgenomen: „Iedere school waarborgt voor alle leerlingen een effectieve overdracht van en naar een andere school of sector‟. Met de onderwijspartners in de regio zijn afspraken gemaakt over de te volgen procedure bij de overgang van Primair Onderwijs naar een andere school voor Primair Onderwijs. Een onderdeel is altijd een onderwijskundig rapport met daarbij een warme overdracht. Cbs De Wegwijzer is onderdeel van het Samenwerkingsverband 2.07 Zie zorgplan van het Samenwerkingsverband op de website www.swv207.nl Bron: Informatiebrochure voor de toelatingsprocedure van Basisonderwijs en Speciaal Basis Onderwijs naar Voortgezet Onderwijs in de provincie Groningen voor het cursusjaar 2010 – 2011 In deze brochure worden wij geïnformeerd over de aanmeldingsprocedure voor leerlingen die in aanmerking komen voor plaatsing in het Voortgezet Onderwijs (VO) in de provincie Groningen. Deze informatie wordt sinds lange tijd weer gezamenlijk in de provincie Groningen (inclusief de stad) uitgevoerd. Alle samenwerkingsverbanden PO en VO in de gehele provincie hebben overeenstemming bereikt over de te volgen procedure en de formulieren die daarbij gebruikt worden, dit zien wij terug in de Plaatsingswijzer.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
33
Hoofdstuk 6: Ouders en zorgplicht 6.1
Contact met ouders
In school zijn de contacten met ouders op vaste momenten in het schooljaar gepland. In september wordt een omgekeerd 10-minutengesprek gehouden. Hierin kunnen ouders hun verwachtingen uitspreken en de leerkracht op de hoogte stellen van belangrijke informatie aangaande hun kind. In februari en juni na de rapporten worden de ouders geïnformeerd over de vorderingen van hun kind. Er wordt uitgelegd op welke manier hun kind wordt gevolgd d.m.v. de methodetoetsen en het leerlingvolgsysteem. Ouders krijgen uitleg over de inhoud van het onderwijsaanbod, de groepsplannen en op welke manier de leerkrachten de evaluatie uitvoeren. Ouders krijgen ook de gelegenheid het welbevinden van hun kind te bespreken met de groepsleerkracht. Tussentijds kunnen ouders altijd de vorderingen van hun kind met de leerkracht bespreken en het is ook mogelijk dat de leerkracht de ouders hiervoor uitnodigt. Indien er tijdens deze gesprekken afspraken worden gemaakt worden deze vastgelegd door de leerkracht in een verslag (formulier oudergesprek). Het verslag wordt door de ouders getekend. Ouders kunnen altijd de gegevens van hun kind inzien. De leerkracht voegt relevante informatie van de ouders toe aan het leerlingendossier. Bij gesprekken met ouders wordt het totale functioneren van het kind besproken. Als er aanvullende maatregelen nodig zijn, worden deze vanaf het eerste moment in samenspraak met de ouders genomen. Voor overige contactmomenten kan de website, www.cbs-dewegwijzer.nl, worden geraadpleegd. Hierop is onder andere het Schoolplan, de Schoolgids, het Schoolondersteuningsplan, het Informatieboekje, het Jaarverslag en het Jaarplan vinden. Twee wekelijks wordt de Nieuwsbrief geplaatst met daarin praktische informatie en belangrijke data voor oudercontact zoals het Wegwijzer Café, de koffieochtenden en ouderavonden.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
34
6.2
Zorgplicht Passend Onderwijs
Ouders zijn bij Passend Onderwijs direct belanghebbenden. Een belangrijk nevendoel van Passend Onderwijs is om de positie van ouders te verstevigen zowel op individueel als collectief niveau. Op individueel niveau geldt dat ouders ondersteuning kunnen krijgen als zij met school verschillen van mening over de passendheid van het onderwijsaanbod voor hun kind. Eventueel kunnen zij daarbij een beroep doen op bemiddeling door een onafhankelijke partij. In het uiterste geval kunnen ouders terecht bij de geschillencommissie Zorgplicht Passend Onderwijs. De uitspraken van de geschillencommissie zijn bindend. Wie de contactpersoon is of hoe het meldpunt bereikt kan worden en waar ouders terecht kunnen op school voor vragen over onderwijs en zorg voor hun kind is vermeld in de schoolgids. De school heeft een klachtenregeling en is aangesloten bij de geschillencommissie Zorgplicht Passend Onderwijs. Zie Schoolgids. Bij de voorbereiding van aanmelding, indicatiestelling en toewijzing van onderwijszorg kunnen de ouders ondersteund worden. Op school zal de interne begeleider hier zorg voor dragen. Op school is voorlichtingsmateriaal (folders en formulieren) voor ouders beschikbaar en zo nodig kunnen ouders geholpen worden bij het invullen van deze formulieren. Op collectief niveau geldt dat ouders mee kunnen beslissen over het ondersteuningsprofiel van de school en de kwaliteit daarvan op de school, dit gaat via de Medezeggenschapsraad. Ook over de toewijzing van extra onderwijszorgmiddelen geldt dat ouders medezeggenschap hebben conform de wet Medezeggenschap. Onderwerpen van medezeggenschap van ouders in het kader van de Zorgplicht Passend Onderwijs zijn: o o o o o o
Het Schoolondersteuningsprofiel van de school Het onderwijszorgplan van het Samenwerkingsverband Dekkend aanbod van onderwijszorg Inzet van onderwijszorg middelen Bewaking van kwaliteit Communicatie
Het schoolbestuur bepaalt hoe de medezeggenschap geregeld wordt- bovenschools en/of bovenbestuurlijk.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer
35
Bijlagen bij het Schoolondersteuningsprofiel van Cbs De Wegwijzer. Deze volgen zo spoedig mogelijk.
Schoolondersteuningsprofiel 2011-2015 Cbs De Wegwijzer