Schoolondersteuningsprofiel CBS de Bark te Valthe

Schoolondersteuningsprofiel CBS de Bark te Valthe

Schoolgegevens Naam van de school

CBS de Bark

Adres

Hoofdstraat 86

Postcode

7872 PL

Woonplaats

Valthe

Telefoon

0591 513528

Brinnummer

05KS

E-mail

[email protected]

Website

www.cbsdebark.nl

Directeur

Ginus Oostingh

Interne begeleider

Nel van Schaik

Bevoegd gezag

Stichting Viviani te Emmen

Schoolondersteuningsprofiel Basisschool de Bark te Valthe 2013-2014

1

Hoofdstuk 1: Inleiding

Dit document beschrijft de interne zorgstructuur van Basisschool de Bark te Valthe. Het is een geactualiseerde versie waarin wij de situatie beschrijven met ingang van het schooljaar 20132014. Van scholen, ook van de onze, mag worden verwacht dat zij anticiperen op ontwikkelingen die gaande zijn en op toekomstige ontwikkelingen. Op het gebied van “zorg” gaat het dan met name om de uitwerking van wettelijke regelingen rond Passend Onderwijs. Die hebben onder andere betrekking op leerlingen die extra ondersteuning hebben. De kern van Passend Onderwijs is “Zorgplicht”. Met ingang van de vaststelling van de nieuwe wettelijke regeling (vermoedelijk in 2013) ligt de zorgplicht bij het bevoegd gezag van de school en is van toepassing op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en die niet zonder meer de school kunnen doorlopen door het onderwijs op die school te volgen. Als een basisschool zoals de onze geen passende onderwijsplek kan bieden, moet zij ervoor zorgen dat de leerling op een ander school kan worden geplaatst.

Referentiekader passend Onderwijs

Ons ondersteuningsprofiel hebben wij deels al gebaseerd op het referentiekader Passend Onderwijs (eindversie 2012)1

Wet Passend Onderwijs

1.RICHTEN Overheid/Samenleving

Ondersteuningsplan Passend Onderwijs

2. INRICHTEN Schoolbesturen

Schoolondersteuningsprofiel

3. VERRICHTEN Professionals scholen

Ons ondersteuningsprofiel zal blijvend in ontwikkeling zijn zoals ook de werkwijze op onze school in ontwikkeling is. Na onze start met de 1-zorgroute in 2010 kunnen we stellen dat deze is geïmplementeerd. Voor wat betreft spelling, begrijpend lezen en technisch lezen werken wij in alle groepen structureel met didactische groepsoverzichten en didactische groepsplannen, en niet meer met individuele handelingsplannen, m.u.v. leerlingen met Leerling Gebonden Financiering (Rugzakleerlingen). In het schooljaar 2013-2014 wordt deze werkwijze gebruikt voor Rekenen & Wiskunde n.a.v. de cursus Kansrijke Combinatiegroepen. Ons ondersteuningsprofiel beschouwen wij als een groeimodel, dat behalve de huidige stand van zaken ook de richting aangeeft waarin we willen ons als school willen ontwikkelen wat betreft ondersteuning en begeleiding van leerlingen .

1

Referentiekader Passend Onderwijs, eindversie 21 februari 2012


2

Het ondersteuningsprofiel geeft een beeld op twee niveaus: Basisondersteuning: o Preventieve en lichte curatieve interventies; o Onderwijsondersteuningstructuur; o Planmatig werken; o Basiskwaliteit; Extra ondersteuning: De extra ondersteuning beschrijft de specifieke mogelijkheden van de school, die verder gaan dan de afspraken die gemaakt zijn over de basisondersteuning. De extra ondersteuning wordt georganiseerd in de vorm van arrangementen. Deze arrangementen kunnen licht en kortdurend van aard zijn, of zwaar en langdurig. De arrangementen worden door de school gerealiseerd al dan niet met behulp van middelen, menskracht of expertise van buiten de school.

Hoofdstuk 2: Algemene gegevens

A. Onderwijsvisie / schoolconcept Missie en uitgangspunten; Wat willen we dat onze school is. Wij zijn een open christelijke school. Elk kind is van harte welkom binnen de grenzen van onze identiteit. Op onze school laten we ons leiden door Gods woord en proberen we duidelijk te maken wat dat betekent voor het persoonlijke leven en samenleven met andere mensen. Voor ons mag elk kind er, als uniek schepsel van God, zijn. Op onze school staan de volgende begrippen centraal: 

Competentie - ik kan het



Relatie - ik ben en mag er zijn



Autonomie - ik mag/kan zelf

In het voelen, denken, handelen en voorleven wordt aan de missie door het team zoveel als mogelijk gestalte gegeven. Een veelgebruikte term is dan ook: “We geven onderwijs met hoofd, hart en handen.” Wij willen ons onderwijs mede gebruiken om de kinderen te helpen bij het groter worden, het groeien naar de volwassenheid en zelfstandigheid, zodat ze uiteindelijk een plaatsje kunnen innemen in onze samenleving. We willen het eigene van elk kind respecteren en zijn of haar gevoelsleven, eigenwaarde en zelfvertrouwen beschermen en helpen ontwikkelen. We willen kinderen leren verantwoordelijkheid te dragen, dat zij waarden en normen leren en deze meenemen op hun weg. In onze multiculturele samenleving dienen kinderen respect te hebben voor andersdenkende mensen, andere culturen en levensbeschouwingen en wij willen hen daarbij graag helpen. Op onze basisschool werken leerlingen van ongeveer dezelfde leeftijd in één groep. Met de beschikbare formatie proberen we het aantal groepen per lokaal zo klein mogelijk te


3

houden. Verder proberen we zo veel mogelijk aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau en de mogelijkheden van het kind, ook wel “Adaptief Onderwijs” genoemd. Om de professionaliteit te vergroten heeft het team het scholingstraject Stimulering Adaptief Proces (StAP) van de Hogeschool Windesheim te Zwolle gevolgd. Om adaptief onderwijs te kunnen geven vinden wij zelfstandig werken en een goede samenwerking van kinderenonderling een belangrijk middel. Zelfstandig werken gaat uit van het geven van vertrouwen aan leerlingen en het voldoende oefenen van vaardigheden van zowel leerlingen als leerkrachten om een taak zelfstandig te kunnen uitvoeren. Tenslotte is onze samenleving volop in verandering. Het onderwijs wil zo goed mogelijk inspelen op deze veranderingen. De leerling, de leerkracht en de school staan immers middenin de samenleving. We streven er naar om op de goede manier aan te sluiten op de genoemde ontwikkelingen, maar ook om de goede dingen goed te doen, om zo in gezamenlijkheid naar de koers van De Bark uit te zetten. Wat willen we dat onze school is? (Wat is onze missie?) In één kernachtige zin samengevat:

“De Bark, een school waar ieder kind - met plezier naar eigen hoogte klimt.”


4

Visie en uitgangspunten Passend Onderwijs BASISSCHOOL de Bark In de organisatie van de ondersteuningsstructuur van onze school gaan we uit van de drie niveaus: Basiszorg – Breedtezorg - Dieptezorg.

Niveau 1: Basiszorg: onderwijs en voorzieningen van de school zelf. De basiszorg is het aanbod van onderwijs en ondersteuning die de Bark zelf in de groepen aan alle leerlingen binnen de eigen schoolorganisatie biedt. De kern van basiszorg wordt uitgevoerd in de groep. Onder de basiszorg vallen maatregelen die voor alle leerlingen gelden, zoals werken in differentiatiegroepen, remediërende hulp. Maar ook vormen van coaching door de interne begeleider. Onze basiszorg heeft een permanent karakter en is bestemd voor alle leerlingen.

Niveau 2: Breedtezorg: onderwijs en extra ondersteuning m.b.v. externe voorzieningen. Dit is het aanbod van onderwijs en extra ondersteuningsvoorzieningen op de Bark. De school blijft zelf de verantwoordelijkheid dragen voor het onderwijs aan de leerlingen, maar schakelt daarbij de hulp in van externe deskundigen van het zorgteam SWV. Ook met het inschakelen van extra ondersteuning blijft de leerling ingeschreven op de Bark. Voor de inzet van de specifieke extra ondersteuning aan de leerling beschikt de school over aanvullende middelen. De Breedtezorg heeft een tijdelijk en/of aanvullende karakter en is bestemd voor leerlingen met specifieke onderwijsondersteuningsbehoeften.

Niveau 3: Dieptezorg: Overdracht aan speciale voorzieningen samenwerkingsverband Dit is het aanbod aan extra ondersteuning in gespecialiseerde voorzieningen die in het samenwerkingsverband in de regio aanwezig zijn, zoals het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs. de Bark draagt de verantwoordelijkheid voor de leerling over aan deze voorziening. Elders in dit schoolondersteuningsprofiel (hoofdstuk 3) geven wij aan: 

wat de grenzen zijn van de extra ondersteuning die wij als school kunnen bieden;



wanneer wij overgaan tot verwijzing;



hoe die verwijzing verloopt.

Dieptezorg kan zowel permanent als tijdelijk van aard zijn en is bestemd voor leerlingen met complexe speciale onderwijsbehoeften.

In schema:2

2

In het wetsvoorstel Passend Onderwijs, de memorie van toelichting en het referentiekader is het begrip “zorg” inmiddels consequent vervangen door “ondersteuning” omdat dit beter past bij het domein onderwijs. Het woord “zorg” is voortaan voorbehouden aan de domeinen jeugdzorg en jeugdgezondheidszorg. In dit document hanteren we vooralsnog beide termen.


5

Gezamenlijk verantwoordelijk Wij nemen als basisschool de Bark (directie, interne begeleider, leerkrachten) gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de leerlingen. Dit betekent dat wij elkaar informeren en helpen. Daarbij leren we van elkaar en vergroten op deze manier gaandeweg onze deskundigheid. Wij evalueren onze eigen rol om ervan te leren. Binnen de groepen staat het handelen van de leerkracht centraal. “Wat heb ik nodig om dit kind te kunnen helpen?” is onze basisvraag. Vanuit die vraag richten de leerkrachten in gezamenlijkheid het onderwijsleerproces in de klas in. De leerkracht wordt daarbij ondersteund door de interne begeleider. De voortgang van het onderwijsleerproces volgen we dagelijks en leggen we dagelijks vast in de groepsadministratie. Ouders worden door ons geïnformeerd over het leerproces en de vorderingen van hun kind(eren). We vragen daarbij van ouders om mee te denken en mee te praten vanuit onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor kinderen.

Onderwijsbehoeften centraal De leerlingen zijn ingedeeld in “jaargroepen”. Onze school werkt volgens het leerstofjaarklassensysteem. De leerkracht in de groep werkt handelingsgericht op basis van een didactisch groepsoverzicht waarin de onderwijsbehoeften van de leerlingen in kaart zijn gebracht met behulp van: 

het dagelijks volgen van het onderwijsleerproces en de vastlegging daarvan in de groepsadministratie;



methodegebonden toetsen met analyse;



methodeonafhankelijke toetsen met analyse;



het systematisch volgens van sociale competenties (ZIEN)



observaties;



signaleringslijsten;



gesprekken met leerlingen;



gesprekken met ouders.


6

De onderwijsbehoeften van álle leerlingen zijn in elke groep vastgelegd in het didactisch groepsoverzicht. Dit groepsoverzicht wordt voortdurend geactualiseerd naar aanleiding van de beschreven opbrengstanalyses van de leerlingen. Op basis van het didactisch groepsoverzicht, worden aan het eind van het schooljaar in nauw overleg tussen de huidige en de toekomstige leerkracht het didactisch groepsplan voor het komende jaar samengesteld. Lopende het schooljaar worden de didactische groepsplannen bijgesteld op basis van evaluaties door de groepsleerkracht. Instructie in de groep vindt plaats op basis van het “directe instructie model”. Dit model bevat de elementen die noodzakelijk zijn voor effectieve instructie, het leren bevorderen en leerwinst oplevert. Uit onderzoek is tevens gebleken dat leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften de meeste voortgang boeken als zij zo lang mogelijk bij het programma van hun basisgroep worden gehouden, waar nodig met extra oefening en instructie. Vandaar dat wij op de Bark deze zogenoemde “convergente differentiatie” schoolbreed toepassen. Onze methoden zijn afgestemd op de instructiebehoeften van de leerlingen. Voor een overzicht van ons leerstofaanbod verwijzen wij naar de bijlage.3 Samengevat: 

handelingsgericht werken;



onderwijsbehoeften van leerlingen vormen het uitgangspunt;



werken met didactisch groepsoverzicht;



werken met didactisch groepsplan;



toepassing directe instructiemodel IGDI



convergente differentiatie.

Schoolbestuurlijk beleid m.b.t. toelating is vastgelegd in de notitie “Toelating, verwijdering en schorsing” (te vinden op de website van de school). Voor een adequate uitvoering van de ondersteuning van alle leerlingen hanteren wij op de Bark de volgende uitgangspunten voor Passend Onderwijs: 1.

Systematisch volgen van vorderingen van onze leerlingen met behulp van: a.

Methodeonafhankelijke toetsen (Leerlingvolgsysteem Cito);

b.

Cito-eindtoets;

c.

Methodegebonden toetsen;

d.

Volgsysteem Zien (sociale competenties;

2.

Systematische analyse van leerling-resultaten en de voortgang in de ontwikkeling;

3.

Extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben op basis van signalering, diagnose, handelingsplanning, evaluatie (uitgewerkt in groepsplannen);

4.

Betrokkenheid van ouders bij de planmatige uitvoering van de ondersteuning aan leerlingen;

5.

Adequate procedures voor instroom, doorstroom en uitstroom van leerlingen;

6.

Toepassing van afgesproken procedures en protocollen;

7.

Centrale opslag van leerlingengegevens in leerlingvolgsysteem ParnasSys;

8.

Gestructureerde en planmatige extra ondersteuning voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, zo nodig in een eigen leerlijn.

3

Zie bijlage 1: “Leerstofaanbod BASISSCHOOL de Bark”


7

B. Kengetallen leerlingpopulatie huidig schooljaar en de afgelopen 3 schooljaren

- aantal leerlingen:

01-10-2010 01-10-2011 01-10-2012 01-10-2013

-

46 leerlingen 35 leerlingen 31 leerlingen 25 leerlingen

- aantal leerlingen met leerlinggewichten:

2010 – geen 2011 – geen 2012 – geen 2013 – geen

- aantal leerlingen voor- , vroegschools:

2010 - 2 2011 - 2 2012 - 1 2013 - 1

(leerling(-en) die PSZ heeft/hebben bezocht:

- aantal leerlingen met een Begeleidingsvraagtraject:

2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

-

- aantal leerlingen uitstroom sbo / so;

2010-2013 2011-2012 2012-2013 2013-2014

geen geen geen - verwacht geen

- aantal leerlingen uitstroom v.o.:

2010: 2011: 2012: 2013:

- aantal leerlingen met indicatie CvI / PCL:

2010 – 2011 2011 – 2012 2012 – 2013 2013 – 2014

-

2 leerlingen 1 leerling 1 leerling 0 leerlingen

- aantal leerlingen met verklaring hoogbegaafdheid :

2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

-


- aantal leerlingen met verklaring dyslexie:

2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014

-


leerlingen leerlingen leerlingen leerlingen



8

3 2 5 4

Hoofdstuk 3: Basisondersteuning A. Preventieve- en licht curatieve interventies 

Vroegtijdige signalering van leer- , opgroeien opvoedproblemen Toelatingsbeleid In onze schoolgids staat duidelijk omschreven hoe de aanmelding van een kind op cb De Bark plaats vindt. Voor de aanmelding vindt altijd een gesprek plaatst met de directeur Informatie verwerving bij ouders, preventieve ondersteuning Bij groep 1 leerlingen wordt er een intakelijst ingevuld door de ouder(s). Ook krijgen ouders het nieuwste exemplaar van Ouders & Co uitgereikt, waarin voor zowel de oudes als de school interessante en leerzame artiklen staan.



Werkwijze signalering van evt. knelpunten in ontwikkeling m.b.t. leren , opgroeien en opvoeden

Handelingsgericht werken en plannen van de extra ondersteuning In de uitvoering op school hanteren we de planningscyclus van het handelingsgericht werken zoals in het project 1-Zorgroute (WSNS+) is weergegeven. Daarin wordt het onderwijs gepland met behulp van didactische groepsplannen. Die worden op systematische wijze gedurende het schooljaar (zie schema) steeds bijgesteld door de groepsleerkrachten. De afstemming op de onderwijsbehoeften van de leerlingen wordt hiermee zichtbaar vastgelegd. De interne begeleider bespreekt met de groepsleerkrachten: 

de leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte;



de specifieke aanpak van de leerkracht daarbij;



welke aanpak succes heeft;



welke doelstellingen in de volgende periode haalbaar zijn voor deze leerlingen.

De stappen die bij het opstellen van een didactisch groepsplan worden doorlopen, zijn: 1.

evalueren voorgaand didactisch groepsplan en verzamelen van leerlinggegevens;

2.

vaststellen van de (convergente) doelen voor de nieuwe periode per vakgebied;

3.

selecteren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften;

4.

benoemen van aanvullende onderwijsbehoeften voor deze leerlingen;

5.

clusteren van leerlingen op grond van hun onderwijsbehoeften;

6.

opstellen van het didactisch groepsplan;

7.

uitvoeren van het didactisch groepsplan.

In het didactisch groepsoverzicht worden de stappen 1 t/m 4 verwerkt. Voorafgaand aan de opstelling van het didactisch groepsplan wordt door de leerkracht de onderbouwing van dit plan nauwkeurig vastgesteld aan de hand van de toetsresultaten, Basisschoolervaties en gesprekken met leerlingen en ouders In onderstaand schema is aangegeven hoe deze planningscyclus iedere periode eruit ziet.


9

waarnemen

6) Uitvoeren groepsplan

leerlingen

realiseren

Intern handelen

1) Groepsoverzicht evalueren

Groepsbespreking

2) Signaleren leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften

Oudergesprek

begrijpen

5) Opstellen groepsplan 4) Clusteren

gelijke onderwijs-

behoeften

plannen

leerlingen met

Leerlingenbespreking

3) Benoemen onderwijsbehoeften

Oudergesprek

Individueel handelingsplan

Extern handelen Handelingsgerichte begeleiding

Externe zorg Handelingsgerichte diagnostiek

Oudergesprek

Verwijzing

De basiszorg is het gedeelte links: Hier zien we de cyclus van waarnemen – begrijpen - plannen realiseren van het onderwijsaanbod ( 6 stappen). De groepsleerkracht is hiervoor verantwoordelijk. De breedtezorg/extra ondersteuning vindt plaats naar aanleiding van signalen die allereerst aan bod komen in de groepsbesprekingen, waar wordt besloten of er een individuele aanpak nodig is met bijv. specialistische ondersteuning in de groep. De blauwe kolom aan de rechterkant van het schema geeft de breedtezorg/extra ondersteuning weer. Hier werkt de groepsleerkracht samen met de interne begeleider en eventueel andere specialisten in de school. De dieptezorg zit onderin het schema. De interne begeleider is hier verantwoordelijk voor het goed doorlopen van alle processen en de communicatie met alle betrokken partners. Hoe wordt bovenstaande uitgewerkt op de Bark? Alle leerlingen worden gevolgd door de methode gebonden toetsen en de CITO toetsen. De resultaten worden in het leerlingvolgsysteem verwerkt. Naar aanleiding hiervan wordt een groepsoverzicht gemaakt waarbij wordt beschreven aan welke doelen wordt gewerkt, wat eventuele onderwijsbehoeften van de leerling zijn en de belemmerende en stimulerende factoren. Het groepsoverzicht wordt voortdurend geactualiseerd naar aanleiding van de beschreven opbrengstanalyses van de leerlingen en de evaluatie door de groepsleerkracht(en). Op basis van het didactisch groepsoverzicht, worden aan het eind van het schooljaar in overleg tussen de huidige en de toekomstige leerkracht het didactisch groepsplan voor de eerste periode in het komende jaar samengesteld. Instructie in de groep vindt plaats op basis van het “directe instructie model IGDI”. Dit model bevat de elementen die noodzakelijk zijn voor effectieve instructie, het léren bevorderen en leerwinst oplevert.


10

Leerlingen die uitvallen volgens de 80% lijn worden in de ‘min groep’ beschreven in het groepsplan. De leerkracht beschrijft de doelen die voor deze leerlingen behaald moeten worden en de werkwijze waarop ze dit gaan halen. Leerlingen die meer uitdaging aan kunnen worden beschreven in de plusgroep. Deze leerlingen hebben eigen doelen waar ze aan werken. Voor het volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling vullen we voor alle leerlingen “Zien” in. Bij een ontwikkelingsachterstand, bij D en E kinderen of bij gedragsproblemen wordt een Handelingsplan (HP)/cq groepsplan gemaakt. Bij gedragsproblemen kan er ook gebruik gemaakt worden van het kids skills formulier. Deze leerlingen worden besproken met de IB-er tijdens de groepsbesprekingen die 1 keer in de zes weken plaats vinden. Indien nodig worden deze leerlingen besproken in de zorgvergadering. Voordat wordt overgegaan naar een eigen leerlijn worden ouders ingelicht en het zorgteam ingeschakeld. Met behulp van de zorgmemo of een zorgvergadering wordt het team ingelicht en voorgelicht m.b.t. ontwikkelingen. Mocht na alle hulp en ondersteuning, geen vooruitgang zichtbaar zijn, dan kan uiteindelijk een verwijzing volgen naar ander onderwijs. De werkwijze en mogelijkheden worden hieronder toegelicht. Groep en gericht volgen Wij volgen de vorderingen van onze leerlingen systematisch door o.a.: - observaties in groep door leerkracht en/of IB-er - in Parnassys vastleggen van scores methode gebonden/niet methode gebonden toetsen en notities. - groepsoverzichten/plannen/ evaluaties - klassenbezoeken Het afnemen van toetsen is in de zorgkalender opgenomen. Als het nodig is om een beter beeld te krijgen van individuele leerlingen met betrekking tot lezen kan er doorgetoetst worden. De DMT en AVI toetsen worden individueel afgenomen door de groepsleerkracht of de intern begeleider . De IB-er of de administratief medewerker zet de uitslagen van de CITO in het leerlingvolgsysteem (Parnassys). Naar aanleiding van de resultaten kan er een handelingsplan worden gemaakt, of wordt het kind in een andere groep van het groepsplan geplaatst. Het handelingsplan wordt altijd besproken met de ouders, zij ondertekenen het HP. De leerkracht zorgt voor het opstellen en de uitvoering van het HP. De IB-er biedt ondersteuning bij het maken van het HP. Schoolbreed zijn 3 momenten gepland waarop tien minuten gesprekken met ouders kunnen plaatsvinden. Deze gesprekken worden voorbereid en geëvalueerd in Parnassys. Groepsgesprekken tussen groepsleerkracht en IB-er vinden 3 per jaar plaats na schooltijd. In deze gesprekken kunnen leerkrachten zelf kinderen inbrengen die ze willen bespreken en er wordt naar aanleiding van de groepsplannen gekeken naar de leerlingen die in de verschillende groepen zijn geplaatst. Aan het eind worden er eventuele afspraken gemaakt over het volgen van de ontwikkeling van de groep.


11

In de groepen 3 t/m 8 wordt gewerkt met de instructietafel. Aan deze tafel krijgen kinderen van de ‘min’- groep of kinderen met een handelingsplan verlengde instructie. Er vindt ieder jaar een overdracht plaats aan het eind van het jaar voor de zomervakantie. Bij deze overdracht wordt gebruik gemaakt van het groepsoverzicht. In dit groepsoverzicht staat aangegeven wat de onderwijsbehoeften zijn van iedere leerling op de verschillende vakgebieden zodat de nieuwe leerkracht een goede indeling kan maken in het groepsplan. De combicoach screent kinderen met motorische problemen en verwijst eventueel door verwijzen naar instanties die de leerling kan ondersteunen. Dit kan zijn: •

kinderfysiotherapie

•

ergotherapie

•

caesartherapie

Intern onderzoek Als het nodig is om een leerling beter te bekijken kan er door de intern begeleider een diagnosticerende toets worden afgenomen. Voor de kleuters wordt er gebruik gemaakt van: • 

observatielijst Taaldenkontwikkeling observatielijsten Schatkist

Voor de groepen 3 t/m 8 wordt er voor lezen gebruik gemaakt van : •

drie minuten toets (DMT)

•

AVI

Voor spelling: •

PI dictee (dyslexie protocol)

Voor rekenen: •

Maatwerk

•

Tempo toets rekenen



Zes minutentoets



Rekenen en wiskunde (Thije de Vos)

Er wordt ook gewerkt volgens het dyslectieprotocol Daarnaast kan er in een intervisie vergadering een leerling ingebracht worden waar de leerkracht graag met de andere leerkrachten over wil spreken. Dit doen we aan de hand van een van te voren ingebracht hulpvraag of de roddelmethode.


12

Extern onderzoek Als er na intern onderzoek nog steeds een hulpvraag is, spelen we deze door naar het zorgteam. Het zorgteam heeft een eigen formulier dat ingevuld wordt. In het zorgteam wordt de hulpvraag besproken met een orthopedagoog, psycholoog, ambulant begeleider, GGD/ jeugdgezondheidszorg en coördinator leerlingenzorg. Daarna komt er een zorgteam medewerker kijken op school en kan een vervolgtraject worden afgesproken. Dit traject kan bestaan uit een: •

Psychologisch onderzoek

•

Didactisch onderzoek

•

Sociaal-emotioneel onderzoek

Naar aanleiding hiervan wordt er gekeken hoe er invulling wordt gegeven aan de resultaten van het onderzoek. Verder kan het zorgteam de leerkracht –preventief- helpen bij het planmatig handelen in de groep. Ze kunnen naar aanleiding van observaties gesprekken voeren met de leerkracht. Ook is er de mogelijkheid om video interactie te doen om zo de leerkracht te ondersteunen. In sommige gevallen wordt ook de hulp van schoolmaatschappelijk werk ingeroepen, omdat de hulpvraag bijv. op jeugdzorg- of opvoedingsgebied ligt. Ook kunnen we gebruik maken van de diensten vanuit Yorneo die ons begeleid bij het traject “Positive Behavior Support” De assistent van de jeugdarts komt in groep 2 en 7 een preventief gezondheidszorg onderzoek uitvoeren. Naar aanleiding van dit onderzoek kan er een verwijzing volgen naar het spreekuur van de jeugdarts, verpleegkundige of logopediste. In groep 2 is er ieder jaar een screening door een logopediste. Zij bespreekt met de groepsleerkracht haar bevindingen en neemt contact op met de ouders met een advies hoe te handelen. De leerkracht vult van te voren een lijst in met kinderen die ze graag gescreend wil zien door de logopediste en waarom. Eigen leerlijn Wij hanteren het protocol van het samenwerkingsverband m.b.t. een eigen leerlijn. Hierin staat beschreven wanneer en hoe een eigen leerlijn ingezet kan worden. De leerkracht maakt samen met de IB-er een leerlijn naar aanleiding van het onderzoek of gesprek met het zorgteam. De uitvoering van het plan is in handen van de leerkracht. De intern begeleider maakt het ontwikkelingsperspectief bij de leerlijn. Ouders worden minimaal 2 keer per jaar in de evaluatie betrokken. Bij onverwachte ontwikkelingen volgt er verder overleg met de medewerker van het zorgteam. Eventueel volgt er een bijstelling van het eindperspectief. Kinderen met een rugzak worden een aantal keren per jaar besproken met de AB-er, IB-er, leerkracht(en) en ouders.


13

Verwijzing Als de geboden zorg niet voldoende resultaat geeft en er voor de school geen mogelijkheden zijn om de juiste ondersteuning te bieden, kan er een rugzak worden aangevraagd of wordt overgegaan tot verwijzing naar een andere school. Dit kan altijd pas op het moment dat er minimaal 6 maanden planmatige ondersteuning is verleend, waarbij ook het zorgteam betrokken is. Voor aanvraag van een rugzak krijgt de leerkracht begeleiding van de IB-er. Als de rugzak wordt toegekend kunnen ouders ervoor kiezen om deze in de basisschool of in het speciaal onderwijs in te zetten. De intern begeleider kan helpen deze keuze te maken door advisering of het bezoeken van een school voor speciaal onderwijs met de ouders. De IB-er is regievoerder voor het verzamelen van de benodigde formulieren, verslagen van externen en het versturen van alle stukken. Met ingang van 1 augustus 2014 is het niet meer mogelijk om rugzakken aan te vragen, in het kader van de invoering van de wet Passend Onderwijs. In het schoolplan van De Bark staat beschreven wat onze ambitie is, hoe wij ons verder willen ontwikkelen om zo goed mogelijk passend onderwijs mogelijk te maken. Een groot accent wordt daarbij gelegd op de ontwikkeling van leerkrachten. Zij spelen een sleutelrol in (passend) onderwijs. De leerkracht is de architect van de leeromgeving, waarbinnen het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Onze nascholing is daarom gericht op didactische vaardigheden, klassenmanagement en het herontwerpen van het programma door de leerkracht om afstemming op onderwijsbehoeftes van leerlingen beter mogelijk maken. We volgen daarom o.a. in teamverband de scholing “Kansrijke combinatiegroepen” van Cedin. 

Veilig schoolklimaat, sociale veiligheid en voorkomen gedragsproblemen

* Veiligheidsplan : wij hebben een veiligheidsplan dat regelmatig geëvalueerd wordt ( in school aanwezig) * Onze schoolregels zijn bekend en worden regelmatig gedurende het schooljaar met de groepen besproken. Dit ook in het kader van PBS (Positive Behavior Support) * regels rondom schorsen en verwijderen ( Zie Viviani beleid) * Pestprotocol: wij hanteren een pestprotocol * Omgang sociale media: er zijn afspraken gemaakt rondom de omgang met sociale media, ontwikkeld door het ambassadeursnetwerk ICT van Viviani (zie Viviani beleid mediawijsheid) Met ingang van schooljaar 2011 -2012 zijn wij het programma PBS gestart. Kernwoorden hierbij zijn: respect, verantwoordelijkheid en veiligheid. 

Aanbod leerlingen met dyslexie en dyscalculie

* wij volgen het Protocol Dyslexie en de checklist dyslexie vanuit WSNS * Inschakeling externe expertise: als gegevens zijn verzameld wordt het zorgteam of andere instantie benaderd voor onderzoek en behandeling.


14

* uitvoering ondersteuning: aanpassing van het onderwijs in de groep, waarbij nadrukkelijk gebruik gemaakt wordt van extra leertijd m.b.t lezen, bijvoorbeeld door maatjes lezen, voorlezen bij toetsen. Extern: behandeling door derden na en eventueel onder schooltijd(b.v: vanuit Timpaan) Op De Bark worden rekenproblemen gesignaleerd en daar wordt actie op ondernomen door de leerkracht door de onderwijsbehoefte in het groepsplan te zetten. Wij werken echter nog niet met het protocol dyscalculie. In het IB netwerk is daar scholing over gegeven en het protocol dat daaruit in 2013-2014 ontstaat zal gebruikt worden op De Bark. 

Aanbod voor leerlingen met meer of minder gemiddelde intelligentie

* Compacten en verrijken: voor kinderen waarvoor dit nodig is wordt de leerstof compact gemaakt en/of verrijkt. Dit wordt opgenomen in het groepsplan in de ‘plus’ groep. * Protocol eigen leerlijnen / OntwikkelingsPersPectief Onze werkwijze is gebaseerd op de 1-zorgroute. Rugzakleerlingen krijgen waar nodig een eigen leerlijn. Eigen leerlijnen Leerlingen die als gevolg van beperktere capaciteiten aantoonbaar (bij voorkeur ondersteund door een psychologisch en/of didactisch onderzoek) niet bij het programma van de basisgroep kunnen worden gehouden, ondanks extra instructie en geïntensiveerde begeleiding door de leerkracht. Veelal gaat het hier om leerlingen: - met een leerachterstand van een jaar of meer; - met een SO- of SBO-indicatie; - met een “rugzak” (leerlinggebonden financiering); - met een verwachte uitstroom naar VSO of PROO. Het plaatsen van leerlingen op een eigen leerlijn vindt op een zorgvuldige wijze plaats met inachtneming van het volgende: - een goed gedocumenteerd overzicht van de extra zorg en ondersteuning die de leerling heeft gehad; - inschakeling Interne begeleider; - inschakeling van het Zorgteam; - inschakeling Consultatief Begeleider; ( AB-er) - de rapportages en uitkomsten van onderzoek; - communicatie met de ouders; - communicatie met de leerling; - vaststelling aard van de zorg op basis van de hulpvraag; - opstellen individueel handelingsplan Eigen Leerlijn. Het document Eigen Leerlijn bevat standaard de volgende componenten: - een realistisch ontwikkelingsperspectief voor eind basisschool; - tussendoelen per leerjaar afgeleid van het ontwikkelingsperspectief;


15

- een beredeneerd en gepland aanbod op basis van de tussendoelen voor taal en/of rekenen; - evaluaties van de voortgang (minimaal 2 keer per jaar) waarbij ook de ouders zijn betrokken en bij rugzakleerlingen ook de ambulant begeleider. De individuele (handelings)planning voor leerlingen met een eigen leerlijn is een aanvulling op / verbijzondering van het didactisch groepsplan waarin nader gepreciseerd wordt waarin de aanpak voor déze leerling afwijkt van het groepsplan. In de groepsadministratie wordt dagelijks/wekelijks de specifieke aanpak in aanbod, instructie en leervorderingen bijgehouden. Voor leerlingen met een eigen leerlijn worden van het Cito-LOVS die toetsen afgenomen die passen bij de aangeboden leerstof van dat moment. Dat betekent concreet dat een leerling van groep 6 die werkt op het niveau van midden groep 5 de betreffende M-5 toets(en) maakt. De eigen leerlijn beperkt zich tot de vakgebieden rekenen en taal (één of meer van de vakgebieden technisch lezen, begrijpend lezen, spelling). * Uitstroomperspectief: Voor kinderen met een eigen leerlijn wordt het uitstroomprofiel eindniveau basisschool beschreven. * Samenwerking met externen: - Zorgteam WSNS en de daarbij betrokken ketenpartners in de zorg. - Schoolmaatschappelijk werk – jeugdzorg (in 1-2-3 tje) – schoolarts - Yorneo - Ambulant begeleiders 

Toegankelijkheid en inrichting schoolgebouw

* Aanwezige voorzieningen voor: - de school is gelijkvloers, waar in klaslokalen wel drempels zitten. Onze school kent verder geen specifieke aanpassingen. Zodra er zich een situatie voordoet die vraagt om een aanpassing worden de mogelijkheden onderzocht en de (financiële) haalbaarheid bekeken. Er zal rekening gehouden moeten worden met de beperkingen van een bestaand gebouw. -De school heeft naast de reguliere lokalen, een teamkamer en een gemeenschapsruimte Tussenschoolse opvang vindt plaats in de gemeenschapsruimte. 

Protocol medische handelingen

* Wij hanteren het Viviani protocol voor medische handelingen ( Op school aanwezig)


16

B.

Onderwijsondersteuningsstructuur 

Functies en taken binnen de school:

Taak directeur: 

Structuur bewaken en monitoren van de structuur en zorgen voor een heldere structuur;



plannen van zorggesprekken met de IB-er;



plannen van teamstudie- en planningsdagen met betrekking tot zorg in de jaarplanning;



uitzetten scholing/professionalisering van leerkrachten, ib-ers en directeur;



eindverantwoordelijk: dus volgen, controleren en borgen van gemaakte afspraken. Zo nodig aanspreken op afspraken, cyclisch het onderwijs proces evalueren met het team en verbeteringen en veranderingsprocessen in gang zetten en stimuleren;



mogelijkheden creëren voor de uitvoering van de IB- werkzaamheden.

Taken van de groepsleerkracht bij het bieden van ondersteuning De leerkrachten zijn de eerstverantwoordelijken voor het signaleren van welke leerlingen extra aandacht nodig hebben. Daartoe gebruiken zij de onderstaande middelen en afgesproken werkwijzen in de school: 

Observeren van leerlingen;



Hanteren van registratie- en signaleringslijsten;



Afnemen en registreren van methodegebonden toetsen;



Afnemen van toetsen van leerlingvolgsysteem;



Analyseren van observatie- en toetsgegevens van alle leerlingen;



Voeren van diagnostische gesprekken en uitvoeren van observaties;



Opstellen van didactische groepsoverzichten (onderbouwing groepsplannen) met analyse;



Opstellen van didactische groepsplannen en individuele handelingsplannen



Bespreken van de didactische groepsoverzichten en didactische groepsplannen tijdens de groepsbesprekingen met de interne begeleider;



Uitvoeren van groepsplannen en individuele handelingsplannen;



Bijwonen van groeps- en leerling-besprekingen;



Inbreng van leerlingen in leerling-besprekingen;



Voeren van oudergesprekken;



Werken met diverse protocollen en aanvullend aanbod voor leerlingen (zoals hoogbegaafdheid, dyslexie, dyscalculie).


17

Taakomschrijving Interne begeleider De intern begeleider coördineert en voert het zorgbeleid uit, levert een bijdrage aan de voorbereiding van het zorgbeleid, begeleidt en coacht leerkrachten en draagt zorg voor de eigen ontwikkeling. Het zwaartepunt van de invulling van de taken van intern begeleider komt te liggen in de begeleiding en coaching van leerkrachten. De intern begeleider heeft een ondersteunende, controlerende en coachende taak. De taken van de interne begeleider zijn hierna verdeeld aan de hand van acht taakgebieden. Deze zijn afgeleid van de matrix ‘competenties van de interne begeleider’. 1. Leerling-gerichte taken, zoals: 

onderzoek bij leerlingen uitvoeren of dit organiseren;



oudergesprekken voeren;



regievoering rond ontwikkelingsperspectieven/onderwijskundig rapport.

2. Begeleidende en coachende taken, zoals: 

begeleiden van leerkrachten bij hun didactisch en pedagogisch handelen;



voeren van groepsbesprekingen met leerkrachten;



begeleiden van leerkrachten bij het opstellen van individuele en groepsplannen.

3. Taken t.a.v. onderzoek, zoals: 

bepalen of extra onderzoek nodig en zo ja dit organiseren;



interpreteren van onderzoek door externen;



analyseren van toetsgegevens, groepsoverzichten, didactische leerlijnen, etc.

4. Beheersmatige taken, zoals: 

zorg dragen voor dossiervorming en –beheer van de (zorg)leerlingen;



zorg dragen voor het opzetten en bijhouden van de orthotheek;



het leerlingvolgsysteem actueel houden.

5. Organisatorische taken, zoals: 

Opstellen ( of laten opstellen) en bewaken van procedures/protocollen/afspraken/zorgdocument;



opstellen van de toetskalender en zorg dragen voor de naleving hiervan;



coördineren van de verwijzing van een leerling voor externe zorg.

6. Innoverende taken, zoals: 

zorgen voor kennisoverdracht bij inhoudelijke vergaderingen;



initiëren van (team)scholing m.b.t. het didactisch en pedagogisch handelen;



voorstellen doen voor vernieuwing van het onderwijsaanbod.

7. Taken t.a.v. het samenwerken met externen, zoals: 

ouderbetrokkenheid en gedeelde verantwoordelijkheid organiseren bij zorg en onderwijs;



afstemmen van de interne hulpvraag met externe instanties/deskundigen.

8. Taken t.a.v. zelfreflectie en ontwikkeling, zoals: 

op een planmatige manier aan eigen ontwikkeling werken;



de ontwikkeling van eigen bekwaamheid afstemmen op de schoolontwikkeling;



zich steeds twee vragen stellen: doe ik de dingen en doe ik de goed dingen?


18



Gemiddelde groepsgrootte en personeelsformatie

Onze school telde op 1 oktober 2013 25 leerlingen. Deze leerlingen zijn ingedeeld in 2 combinatiegroepen. Groep 1 t/m 4 bestaat uit 7 leerlingen. M.i.v. januari telt de groep 10 leerlingen. Groep 1: 1 (4) leerlingen Groep 2: 1leerling Groep 3: 4 leerlingen en Groep 4: 3 leerlingen Groep 5 t/m 8 bestaat uit 13 leerlingen. Groep 5: 3 leerlingen Groep 6: 3 leerlingen Groep 7: 4 leerlingen en Groep 8: 6 leerlingen De totale personeelsformatie is voor het schooljaar 2013-2014: 3,3933 FTE

Op de Bark werken 5 part-timers. Dit is inclusief de directeur voor 0,5 FPE De IB-er heeft helaas weinig ruimte voor haar IB-taken. Ze heeft haar uren geclusterd op een aantal donderdagen verdeeld over het schooljaar. De huidige groepssamenstelling vraagt ontzettend veel inzet van de teamleden. Vanaf 25 november 2013 is er van maandag t/m woensdag een stagiaire helpene niveau 2 aanwezig in groep 1 t/m 4. Eén lid van het team is leescoördinator.(niet gecertificeerd) 

Gecertificeerde expertise in onze school

Onze IB-er is gecertificeerd als RT-er en IB-er. 

Professionals die van buiten de school direct inzetbaar zijn

Sinds kort beschikt de gemeente Borger/Odoorn over een schoolmaatschappelijk werkster waar wij gebruik van kunnen maken Verder maken we gebruik van de diensten vanuit Yorneo en de diensten vanuit de Jeugd Gezondheidsdienst Drenthe (schoolverpleegkundige en schoolarts) Logopedist vanuit de Gemeente Borger/Odoorn Er is een nauwe samenwerking met het zorgteam WSNS.


19

C. Planmatig werken Op de Bark wordt gewerkt met 1-Zorgroute, gebaseerd op handelingsgericht werken. Deze werkwijze stimuleert preventief en proacief handelen en geeft impulsen voor het verbeteren van de kwaliteit. Uitgangspunten van handelingsgericht werken zijn: 1. Onderwijsbehoeften van de leerlingen centraal stellen. Denk aan de instructie, de leertijd en uitdaging. 2. Afstemming en wisselwerking tussen kind en zijn omgeving: de groep, de leerkracht, de school en de ouders. De omgeving moet goed afgestemd zijn op wat het kind nodig heeft. 3. De leerkracht doet ertoe. Hij kan afstemmen op de verschillen tussen de leerlingen en zo het onderwijs passend maken. 4. Positieve aspecten zijn van groot belang. Dit gaat niet alleen om de positieve aspecten van het kind, maar ook van de leerkracht, de groep, de school en de ouders. Als een leerkracht een negatief beeld heeft van de leerling, dan zie hij vaak alleen nog maar het negatieve gedrag. Het is belangrijk dat de leerkracht dan zoekt naar positief gedrag, dan zijn er meer mogelijkheden om het probleem op te lossen. 5. Constructieve samenwerking tussen school en ouders. De verantwoordelijkheid voor initiatief ligt bij de school. Maar de school geeft wel de verwachtingen over de verantwoordelijkheid van ouders duidelijk aan. 6. Doelgericht werken. Het team formuleert doelen met betrekking tot leren, werkhouding en sociaal emotioneel functioneren. Het gaat hierbij zowel om korte als lange termijndoelen. Ze worden SMARTI geformuleerd. 7. De werkwijze van school is systematisch en transparant. Er zijn duidelijke afspraken over wie wat doet en wanneer. Op de Bark wordt dit op de volgende manier vorm gegeven: 

handelingsgericht werken;



onderwijsbehoefte/ondersteuningsbehoeften van leerlingen vormen het uitgangspunt;



werken met didactisch groepsoverzicht;



werken met didactisch groepsplan;



pedagogische elementen worden verwerkt in het didactisch groepsoverzicht en meegenomen in het groepsplan.



Gericht op instructie behoefte.



toepassing directe instructiemodel IGDI



convergente differentiatie.



Een cyclisch proces met duidelijke analyse, planning, uitvoering en evaluatie.



Zorgkalender waarin het proces geborgd wordt.


20

Handelingsgericht werken en plannen van de extra ondersteuning In de uitvoering op school hanteren we de planningscyclus van het handelingsgericht werken zoals in het project 1-Zorgroute (WSNS+) is weergegeven (zie ook de beschreven werkwijze bij de basisondersteuning: preventieve en licht curatieve interventies). De interne begeleider bespreekt met de groepsleerkrachten: 

de leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte;



de specifieke aanpak van de leerkracht daarbij;



welke aanpak succes heeft;



welke doelstellingen in de volgende periode haalbaar zijn voor deze leerlingen.

De stappen die de leerkracht bij het opstellen van een didactisch groepsplan worden doorlopen, zijn: 1. evalueren voorgaand didactisch groepsplan en verzamelen van leerlinggegevens; 2. vaststellen van de (convergente) doelen voor de nieuwe periode per vakgebied; 3. selecteren van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften; 4. benoemen van aanvullende onderwijsbehoeften voor deze leerlingen; 5. clusteren van leerlingen op grond van hun onderwijsbehoeften; 6. opstellen van het didactisch groepsplan; 7. uitvoeren van het didactisch groepsplan. Voorafgaand aan de opstelling van het didactisch groepsplan wordt door de leerkracht de onderbouwing van dit plan nauwkeurig vastgesteld aan de hand van de toetsresultaten,

waarnemen

observaties en gesprekken met leerlingen en ouders.

6) Uitvoeren

groepsplan

Intern handelen (Niveau 1 en 2)

1) Groepsoverzicht/evalueren

Groepsbespreking

2) Signaleren van leerlingen met

leerlingen

specifieke onder-

realiseren

wijsbehoeften

Oudergesprek

begrijpen

5) Opstellen

groepsplan 4) Clusteren vergelijkbare onderwijsbehoeften

plannen

leerlingen met

Zorgteam school

3) Benoemen onderwijsbeh oeften

Melding verwijsindex

Individueel handelingsplan

Oudergesprek

ZAT Externe zorg (Niveau 3)

Extern handelen (Niveau 3) Handelingsgericht begeleiden

Handelingsgerichte diagnostiek

Zorg


21

Verwijzing

Organisatie van het interne overleg op school Het intern overleg op school hebben wij ingericht op basis van de “cyclus van het handelingsgericht werken en plannen van de extra ondersteuning” conform het model van de 1-Zorgroute. Het intern overleg bestaat uit de volgende componenten: 1. Werkmomenten-monitoring De Interne begeleider organiseert samen met de directeur drie keer per jaar een aantal gezamenlijke werkmomenten voor het team. Deelnemers bij planningsdagen: 

de Interne begeleider



alle leerkrachten



de directeur

Op een werkmoment staat centraal: 

de resultaten van de methodegebonden toetsen;



eventueel de Cito resultaten ( twee bijeenkomsten vinden na respectievelijk de M en E toetsen plaats)



het didactisch groepsoverzicht;



het didactisch groepsplan;



pedagogische aspecten.



Consequenties voor ons onderwijs



Afspraken voor eventuele verbeterplannen of ander acties.



speerpunten met betrekking tot zorg vanuit het schooljaarplan



scholingsmoment over een actueel onderwerp



trendanalyse van opbrengsten op school- en groepsniveau;



het Schoolondersteuningsprofiel;



etc.

2. Groepsbesprekingen: De intern begeleider plant 3 keer per jaar een groepsbespreking met de betrokken groepsleerkracht(en). De aandacht is dan specifiek voor de betreffende groep en de kinderen van die groep. Samen wordt bepaald voor welke leerling een leerling-bespreking georganiseerd moet worden. Het nieuwe groepsplan wordt doorgenomen, Het oude groepsplan wordt geëvalueerd. 3. Leerling-besprekingen Op vaste momenten (3 á 4 keer per jaar) in het schooljaar organiseert de interne begeleider een leerling-bespreking. Centraal in de leerling-bespreking staan de leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en worden besluiten genomen voor vervolgstappen. Doel van de leerling-bespreking is het inventariseren van een complexe hulpvraag van de leerkracht met als mogelijke vervolgstappen: 

noodzaak tot verdere diagnostiek;



leerjaarversnelling of leerjaarvertraging;



aanpassen van het zorgniveau



bijstellen van het groepsplan/individuele handelingsplanning/leerlijn;



inschakelen van externe zorg/voorbereiding verwijzing;


22

4. Groepsmonitoring De directeur en/of de interne begeleider bespreekt met elke groepsleerkracht afzonderlijk 

de groepsresultaten;



het didactisch groepsoverzicht;



het didactisch groepsplan;

Dit gebeurt op basis van resultaten, observaties en klassenbezoeken. Oudercontacten Er wordt aan het begin van het jaar in iedere groep een algemene informatie ouderavond gehouden m.b.t. voorlichting over aanbod en werkwijze in de groep. Ouders worden in de gelegenheid gesteld om vervolgens in de klas te komen kijken. Er is 1 open ochtend in een week die van te voren in de kalender wordt aangegeven. Incidenteel is er een thema ouderavond. Verder worden ouders op de hoogte gehouden via de nieuwsbrief, website, rapporten en er zijn informele contacten tussen leerkracht-ouder. Er zijn vaste momenten in het schooljaar gepland om op individueel niveau over de ontwikkeling van de leerlingen te spreken (10-minuten gesprekken). In deze gesprekken wordt gesproken over de resultaten van het onderwijsleerproces aan de hand van observaties, de methodetoetsen en het leerlingvolgsysteem en het welbevinden van het kind. Met de ouders kan ook gesproken worden over de inhoud van het onderwijsaanbod, didactische groepsplannen en op welke manier de leerkrachten de evaluatie uitvoeren. Gesprekken en afspraken worden altijd vastgelegd in het volgsysteem Parnassys. Ouders kunnen te allen tijde de gegevens van hun kind inzien. De leerkracht voegt relevante informatie van de ouders toe aan het leerlingendossier. Bij gesprekken met ouders wordt het totale functioneren van het kind besproken. Als er aanvullende maatregelen nodig zijn, worden deze altijd vanaf het eerste moment in samenspraak met de ouders genomen. Als er sprake is van stagnatie in de ontwikkeling van de leerling, zal intensiever contact noodzakelijk zijn: 

op verzoek van ouder/leerkracht kunnen individuele gesprekken plaatsvinden, op school of bij de ouder thuis;



als Handelingsplannen worden opgesteld, wordt dit altijd besproken met ouders;



als hulp van het zorgteam wordt ingeroepen voor een extern onderzoek, wordt het formulier samen met ouders ingevuld; de intern begeleider zorgt voor voorlichting over het hoe en wat;



bij de evaluatie van de vorderingen van een leerling met een eigen leerlijn, worden ouders minimaal 2 keer per jaar betrokken;



kinderen met een rugzak worden meerdere malen per jaar besproken met AB-er, IB-er, leerkracht en ouders;



in geval van een verwijzing worden de formulieren ingevuld door leerkracht, ouder en IBer. Ouders worden begeleid in het traject naar het SBO en er vindt een afsluitend gesprek plaats.


23

Begrenzing en vervolg Wij gaan er vanuit dat in beginsel alle leerlingen bij ons op school kunnen worden toegelaten, die de grondslag van de school onderschrijven. Toch kan het voorkomen dat, op basis van de verkregen informatie over de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling in relatie tot onze eigen schoolspecifieke mogelijkheden, er twijfels rijzen of wij wel op een voldoende verantwoorde wijze kwalitatief goed onderwijs aan deze specifieke leerling kunnen bieden. In een dergelijk geval treden wij in overleg met de ouders. Samen met de ouders zullen we vervolgens zoeken naar oplossingen, eventueel met externe ondersteuning en hulp. Belangrijke factoren die o.a. een rol spelen bij onze afweging zijn: 1. het aantal leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften dat al aanwezig is in de groep; 2. de mate van beïnvloeding van de rust en de veiligheid in de groep en in de school; 3. de mate van beïnvloeding van het leerproces van andere leerlingen; 4. voldoende evenwicht in vraag naar verzorging, behandeling en onderwijs; 5. de deskundigheid en ervaring van het personeel; 6. de mate van continuïteit binnen het team; 7. de organisatie- en differentiatiecapaciteit van de groep en de school; 8. fysieke toegankelijkheid van het gebouw en de materiële situatie van de school. In dit licht bezien kan het voorkomen dat onze school het niet verantwoord acht om een leerling toe te laten omdat er sprake is van een te grote discrepantie tussen dat wat het kind nodig heeft aan goede begeleiding en ondersteuning en dat wat wij kunnen bieden (ook met extra externe hulp en ondersteuning). De leerling zal dan niet worden toegelaten. Wat kunnen we als school bieden aan leerlingen die specifieke onderwijsbehoeftes hebben? - tegemoet komen door te differentiëren in de instructie. Binnen elke groep is de instructie per ontwikkelingsgebied beperkt tot drie niveaus. De groepsleerkracht differentieert de instructie binnen de groep via verlengde instructie; - een aangepast programma: verminderen van hoeveelheid werk/lager niveau. Dit vereist wel een bepaalde mate van zelfstandigheid van de betreffende leerling; - een langer verblijf in een bepaalde groep (een jaar doubleren); - tussentijdse terugplaatsing.

De zorgplicht Passend Onderwijs verplicht ons als school de ouders vervolgens te ondersteunen bij het zoeken naar goed passend onderwijs voor het betreffende kind. Dit kan zijn op een andere basisschool, dan wel een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. Bij leerlingen van wie wij verwachten dat toelating betekent dat de rust en veiligheid op school in het geding komt, handelen wij volgens het al eerder genoemde bovenschools beleidsdocument ‘Toelating, schorsing en verwijdering’.


24

Bovenschoolsniveau: Het samenwerkingsverband De Bark maakt deel uit van het samenwerkingsverband 4.03 en zal bij de nieuwe wetgeving behoren tot het samenwerkingsverband PO 22-02, dat zal ontstaan in 2014. Op dit moment is de werkwijze van het zorgteam volgens de handelingsgerichte proces diagnostiek gericht op: Hoe kunnen we de school helpen om dit kind met deze onderwijsbehoefte in deze groep met deze leerkracht de juiste ondersteuning te geven Vaak lukt het om samen tot een oplossing te komen en kan de school na of met ondersteuning weer verder met het betreffende kind. Als er sprake is van het bereiken van de grenzen van de school is het nodig bovenschools, in samenwerking met het samenwerkingsverband en/of het bestuur van Viviani te zoeken naar een goede oplossing. Als blijkt dat de interne extra ondersteuning op school ontoereikend is en het onderwijsaanbod niet aansluit bij de ontwikkeling van de leerling en onvoldoende tegemoet komt aan de uitgangspunten zoals in de schoolvisie en in het onderwijsondersteuningsprofiel is verwoord, kan besloten worden tot verwijzing met als doel een beter bij de behoeften van de leerling passende onderwijsplek. In het samenwerkingsverband, waar de school nu nog deel van uitmaakt, moet de aanvraag voor een beschikking toelating voor het SBO nu nog worden ingediend bij de Permanente Commissie Leerlingen extra ondersteuning (PCL). Deze verplichting verdwijnt m.i.v. de nieuwe wetgeving Passend Onderwijs. Het nieuwe samenwerkingsverband Passend Onderwijs bepaalt hoe de indicering voor speciaal (basis)onderwijs zal gaan verlopen. Zolang de nieuwe werkwijze nog niet is vastgesteld, wordt de bestaande weg via de huidige PCL gehanteerd. De interne begeleider begeleidt, in samenwerking met de groepsleerkracht van de leerling, de ouders bij de toelatingsprocedure voor het speciaal (basis)onderwijs. De ouders melden hun kind aan bij de PCL van het WSNS samenwerkingsverband met de daarvoor bestemde formulieren. De interne begeleider vult samen met de leerkracht een onderwijskundig rapport in. Het stappenplan voor aanmelding bij PCL of indicatiecommissie wordt dan gevolgd (aanmeldingsformulieren zijn op school aanwezig). Hulpverlening/ CJG Er zijn (boven)schoolse contacten met schoolmaatschappelijk werk, de schoolartsendienst, het Centrum voor Jeugd en Gezin en Yorneo. Wij werken samen met deze organisaties waar nodig voor kinderen met specifieke problematiek(en.) Wij streven er naar dat door de samenwerking de inspanningen van jeugdzorg en onderwijs elkaar aanvullen en versterken. Speciale onderwijssetting Soms is het voor een kind nodig om af te wijken van de gebruikelijke onderwijs setting. Op De Bark hebben wij geen ervaring met gastplaatsing vanuit een van de clusters. (ZMLK). Dit zijn uitzonderlijke situaties waar wij voor open staan als het haalbaar is en uit te voeren binnen de wetgeving.


25

D. Basiskwaliteit Directeur en intern begeleiders hebben een zelfevaluatie formulier ingevuld, bij wijze van nulmeting van de – ervaren- basiskwaliteit op het niveau van de basisondersteuning. Op een aantal stellingen kon gescoord worden op een schaal van 1 tot 4. Hierna zijn de uitkomsten te lezen.

* Zelfevaluatie 0-meting basisprofiel: Standaard 1 Veiligheid 2 Afstemming 3 Begeleiding 4 Onderwijsondersteuning 5 Ontwikkelingsperspectieven 6 Beleid leerlingondersteuning 7 Evaluatie leerlingondersteuning 8 Deskundigheid 9 Ouders 10 Organisatie van de onderwijsondersteuning 11 Overdracht of terugplaatsing

gemiddelde score 3 3 3 3 1 3 2 3 3 4 3

* Inspectieoordeel: Datum: 14-09-2011 Gebied Kwaliteitsaspect

Afstemming

Begeleiding

Onderwijsondersteuning

1

4.4 Wij hebben inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en de incidenten die zich voordoen 4.5/4.6 Ons beleid is gericht op het voorkomen en aanpakken van incidenten 2.4 Wij bieden extra leerstof aan voor kinderen met een taalachterstand 6.1 Wij stemmen de leerstof af op verschillen tussen de leerlingen 6.2 Wij stemmen de instructie af op verschillen tussen de leerlingen 6.3 Wij stemmen de verwerking af op verschillen tussen de leerlingen 6.4 Wij stemmen de onderwijstijd af op verschillen tussen de leerlingen 7.1 Wij gebruiken een samenhangend leerlingvolgsysteem met genormeerde instrumenten en procedures 7.2 Wij volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen 8.1 Wij signaleren vroegtijdig welke leerlingen onderwijsondersteuning nodig hebben 8.2 Ten minste 2 maal per jaar analyseren wij de resultaten op school- , groeps- en individueel niveau 8.3 Wij voeren de onderwijsondersteuning volgens plan uit 8.4 Wij evalueren regelmatig de effecten van de onderwijsondersteuning 9.2 Wij evalueren de resultaten van de leerlingen 9.3 Wij evalueren het onderwijsleerproces 9.4 Wij trekken consequenties uit de opbrengsten van de evaluatie 9.6 Wij verantwoorden ons aan bestuur en ouders


26

2

3

4 X X X X

X X X X X X X X X X X X X

Naar aanleiding van de zelfevaluatie komen de volgende aandachtspunten naar voren: -

versterken van beschrijving evaluatie van onderwijsondersteuning

-

versterken van beschrijving onderwijsperspectieven en de bijbehorende uitstroomprofielen en leerlijnen

-

versterken evaluatie van het onderwijsleerproces en het trekken van consequenties uit de opbrengsten

-

facilitering in tijd en mogelijkheden van teamleden en interne begeleider.

* Inspectieoordeel: Basistoezicht. Cbs De Bark heeft het vertrouwen van de Inspectie van het Onderwijs en daarom het basis-arrengement toegewezen gekregen. De inspectie heeft geen aanwijzingen dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. (Rapport van bevindingen 14-09-2011). * Auditoordeel: in recente jaren is er geen audit geweest. Jaarlijks zetten wij de volgende instrumenten in om de ondersteuning en de begeleiding van leerlingen te borgen en te verbeteren: 1. Jaarlijkse evaluatie gesprek tussen IB-ers en directie over de kwaliteit van de Zorg & Begeleiding

(inspectie-indicatoren en kernkwaliteiten) vaststellen verbeterpunten.

2. Jaarlijkse evaluatie van de totale inrichting van de begeleiding en ondersteuning op school door de interne begeleiders en de directeur: 

Het leerlingvolgsysteem



Het volgen registratiesysteem voor groep 1 en 2



Het schoolondersteuningsprofiel



De bijlagen bij het schoolondersteuningsprofiel



Procedures/protocollen/formulieren



Jaarplanning/toetskalender



Faciliteiten



Taken/verantwoordelijkheden



Interne doorstroom



Leerling- en groepsbesprekingen



Etc.

 3. Rapportages over de bevindingen bij punt 1 en 2 aan het team; 4. Integrale bespreking van de tussenrapportages en het uitzetten van een verbeterplanning.


27

Extra ondersteuning Vanwege de geringe beschikbare formatie en het werken in slechts 2 combinatiegroepen heeft de school weinig mogelijkheden om extra ondersteuning te bieden. De extra ondersteuning die geboden kan worden, wordt gerealiseerd door de leerkracht die een aantal niet groepsgebonden uren heeft en de IB-er. Uiteraard zal de groepsleerkracht waar mogelijk ook deze ondersteuning bieden. De school is in staat om leerlingen met problematiek op gebied van cluster 2, 3 en 4 te begeleiden Deskundigheid

Inzet IB –er Ambulant begeleiders Onderwijsconcept dat het mogelijk maakt meer verschillen in de groep te kunnen hanteren

Aandacht en tijd

Opgenomen in de zorg van de leerkracht vanuit het groepsplan Tijd van IB-er voor gesprekken met ouders en deskundigen

Voorzieningen

Veel materiaal aanwezig

Gebouw

Normaal gebouw. Mogelijkheid om apart te werken met een leerling. Drempelloze entree

Samenwerking

Met zorgteam Ketenpartners in zorg IB netwerk

De activiteiten scholing en deskundigheidsbevordering worden jaarlijks benoemd en verantwoord in het Schooljaarplan4.

4

Zie bijlage 2 : “Schooljaarplan BASISSCHOOL de Bark”


28

Schoolondersteuningsprofiel CBS de Bark te Valthe

Recommend Documents