schoolgids vaste deel 2015-2019
Schoolgids Zeister Schoolvereeniging 2015-2019
Zeister Schoolvereeniging Verlengde Slotlaan 13 3707 CA Zeist Telefoon: E-mail :
030 · 69 22 532
[email protected] 1
schoolgids vaste deel 2015-2019
2
schoolgids vaste deel 2015-2019
Inhoud Inleiding Uitgangspunten van de ZSV Bijzonder neutraal onderwijs
7
Missie/Visie
7
Passend Onderwijs
7
Zorgprofiel
8
Uitgangspunten van de ZSV
8
Hoe kenmerkt zich onze populatie
8
Vreedzame School - oefenplaats voor actief en sociaal burgerschap - leerlingparticipatie
9
Eindprofiel
10
Kwaliteitsbeleid
10
Onderwijs in beweging
11
Het gebouw Voorzieningen/faciliteiten
12
Schooltijden Buitenspelen
14
Schoolvakanties
14
Leertijd
14
Een dag op school
14
Organisatie Organogram
16
Statuten en huishoudelijk reglement
17
Geledingen en besluitvormingsprocedures
17
Organisatie van de groepen
17
Vervanging bij afwezigheid van een leerkracht
18
Gedifferentieerd of Handelingsgericht werken
18
Zelfstandig werken
19
Parallelstructuur: ‘extra handen in de klas’
19
Interne begeleiding
20
Vakleerkrachten en overige ondersteuning in ons onderwijs
20
Tussenschoolse- en naschoolse opvang
20
Kerndoelen en leerlijnen Het domein ‘Nederlands’
21 3
schoolgids vaste deel 2015-2019 Het domein ‘Engels’
23
Het domein ‘Rekenen/Wiskunde’
24
Het domein ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’
24
Het domein ‘Kunstzinnige oriëntatie’
28
Het domein ‘Bewegingsonderwijs’
30
ICT-onderwijs
30
Leerlingenzorg Relatie samenwerkingsverband met onze leerlingenzorg
32
Blijven zitten/groep overslaan
33
Externe partners
33
Expertise vanuit SWV-ZOUT
33
Toelaatbaarheidsadvies
34
GGD en Jeugdgezondheidszorg
35
Centrum voor Jeugd en Gezin
35
Logopedie
35
Dyslexie
35
Stappenplan leerlingenzorg
36
Toetsing en rapportage Kleutergroepen 1 en 2
38
Groep 3 t/m 8
40
Beoordeling en rapportage
41
Aansluiting bij het voortgezet onderwijs
41
Activiteiten Groepsgericht:
42
Schoolbrede activiteiten:
42
School en ouders:
42
Communicatie Website
43
Contact en informatievoorziening
43
Ouderbijdrage, toelatingsreglement en verzekeringen Ouderbijdrage
44
Toelatingsreglement
45
Schorsen en verwijderen
46
Meldcode Seksueel Misbruik en Kindermishandeling
47
Vertrouwenspersoon en klachtenregeling
47 4
schoolgids vaste deel 2015-2019 (Brand)veiligheid op school
47
Verzekeringen
47
Algemene regels en afspraken Routines en afspraken bij in- en uitgaan van de school
48
School t-shirt, gymtas, luizencape, schrijfgerei, boekentas
48
Huiswerk
49
(Sociale) veiligheid en pestprotocol
49
Gezonde school
50
Absentie en verlof
51
Uit de archieven Mededeelingen van de Zeister Schoolvereeniging
52
Lezing door den heer C. Klijn,
52
Afkortingen
5
schoolgids vaste deel 2015-2019
Inleiding Geachte ouder(s), Voor u ligt de schoolgids voor de periode 2015-2019. Met deze nieuwe schoolgids wil ik huidige en nieuwe leden van de Zeister Schoolvereeniging van harte welkom heten. Maximale ontwikkeling ontstaat wanneer een kind zich gekend, gezien en gehoord voelt in een rijke leeromgeving die uitdaagt en een appèl doet op zelfstandigheid en initiatief. Wij proberen op de ZSV een onderwijsleerklimaat neer te zetten dat hier recht aan doet. Hierbij willen wij niet alleen cognitief uitdagen, maar ook aandacht geven aan een goed sociaalemotioneel klimaat. Daarnaast vinden wij het belangrijk de ontwikkeling van creativiteit en het in aanraking komen met verschillende vormen van cultuur te stimuleren. Een onderliggende voorwaarde is dat de driehoek ouders-kind-school goed op elkaar afgestemd is en dat wij elkaar hierbij onderling positief beïnvloeden. Dit is het leerklimaat dat wij samen met u op onze mooie school willen scheppen en waar wij voor staan. Wij willen ook een school zijn waar betrokken kinderen, u als betrokken ouder(s), maar ook oudleerlingen iets terugvinden van het verenigingsgevoel dat de Zeister Schoolvereeniging in de bijna 90 jaar van haar geschiedenis kenmerkt. Ik hoop dat u en uw kind(eren) zich vanuit dit perspectief thuis voelen bij onze vereniging. In het vaste deel van de schoolgids vindt u de uitgangspunten voor het onderwijs en het beleid op de ZSV. In het veranderlijke deel staat omschreven hoe dit zich vertaalt naar de organisatie van het huidige schooljaar en vindt u meer praktische informatie als data en contactgegevens. De schoolgids is na schriftelijke instemming van de MR door het bestuur vastgesteld. Onze beleidsvoornemens zijn uitgebreid weergegeven in het strategisch beleidsplan 2015-2019. Dit staat op de website en ligt voor elk lid van onze vereniging op school ter inzage. Mede namens het team wens ik uw kind en u prettige, leerzame schooljaren toe. Marcel Hermens, directeur http://www.zsv-zeist.nl
Met instemming van de Medezeggenschapsraad op 28 april 2015 vastgesteld door het bestuur. 6
schoolgids vaste deel 2015-2019
Uitgangspunten van de ZSV Bijzonder neutraal onderwijs De ZSV is een ‘bijzondere school op neutrale grondslag’. Bijzonder, omdat de school is opgericht en wordt bestuurd door ouders. Alle ouders zijn lid van de vereniging. Zij kunnen actief zijn als (groeps)ouder, zitting nemen in een commissie, de medezeggenschapsraad, Commissie van Toezicht of het bestuur. De lijnen zijn hierdoor erg kort, wat veel voordelen heeft. Neutraal of algemeen is onze school omdat we een neutrale houding hebben ten opzichte van levensbeschouwing. Missie/Visie De Zeister Schoolvereeniging wil een onafhankelijke stabiele basisschool zijn met 9 groepen. De missie van de ZSV luidt als volgt: ‘De school streeft, in een veilig en plezierig schoolleerklimaat, naar een optimale ontwikkeling van de kwaliteiten en talenten van iedere leerling, zowel op cognitief, creatief als sociaal-emotioneel gebied.’ Samengevat in onze missionstatement: zelfstandig — samen — vooruit Dit vertaalt zich naar de volgende visie: ‘Wij willen onze leerlingen optimaal voorbereiden op de toekomst met aandacht voor het hier en nu. Dit betekent dat wij kijkend naar de (on)mogelijkheden van het kind, het kind uit willen dagen tot een vorm van leren die recht doet aan zijn of haar potentie. Wij willen vanuit wederzijds respect, eerlijkheid en vertrouwen in de interactie tussen leerling en leerkracht en tussen leerlingen onderling, zelfstandigheid, zelfdiscipline en probleemoplossend vermogen bevorderen. De uitgangspunten van de Vreedzame School zijn hierbij onze leidraad. Wij streven er naar een belangrijke bijdrage te leveren aan een positief kritische (levens)houding, met respect voor andere levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen. Wij vinden, mede vanuit de verenigingsgedachte, betrokkenheid van ouders bij ons onderwijs van grote waarde.’ Passend onderwijs Passend onderwijs is de naam voor de manier waarop binnen een regionaal netwerk het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Dit netwerk is een Samenwerkingsverband. Wij zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband zuidoost Utrecht; SWVZOUT. De wet op het passend onderwijs beoogt dat meer kinderen, eventueel met extra ondersteuning, in het reguliere onderwijs blijven. Scholen maken daartoe binnen het samenwerkingsverband afspraken met elkaar over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Niet elke school kan hierbij alle zorg bieden die nodig kan zijn. Elke school moet goed zijn in de basisondersteuning en kan zich daarnaast profileren of specialiseren in ‘extra’ ondersteuning. Dit is vastgelegd in het zorgprofiel en het ondersteuningsplan. Voor zorg die de mogelijkheden van de eigen school overstijgt doen scholen een beroep op het netwerk.
7
schoolgids vaste deel 2015-2019 Zorgprofiel Onze school is te kenmerken als een zogenaamde ‘netwerkschool’. Wij bieden in beperkte mate speciale onderwijszorg. Voor leerlingen met ingewikkelder onderwijsbehoeften wordt een beroep gedaan op speciale scholen en zorginstellingen. Afstemming hierover vindt plaats binnen ons samenwerkingsverband ‘SWV-ZOUT’. We willen een goede basisschool zijn: Een school die een breed en stevig fundament neerzet. Een school waar een kind zich thuis en veilig voelt, waar een kind wordt uitgedaagd zich te ontwikkelen tot wie hij of zij in de kern al is. De gekozen methoden bieden mogelijkheden voor herhalingsstof voor leerlingen die de stof nog niet goed beheersen en verdiepings- en verrijkingsstof voor leerlingen die al wat verder zijn. Na de klassikale instructie gaat een deel van de groep de stof zelfstandig verwerken, terwijl een ander deel extra instructie krijgt. Zelfstandigheid, als leerlijn, neemt hierbij naarmate de kinderen ouder worden een steeds grotere plek in ons dagelijks onderwijs. Dit geldt ook voor het gebruik van informatietechnologie (ICT). Voor specifieke (kortdurende) ondersteuning van groepjes leerlingen die moeite hebben met de basisstof, of leerlingen die extra uitdaging behoeven, zijn er extra leerkrachturen beschikbaar. Voor de kleutergroepen is dit een lerarenondersteuner en voor de groepen 3 t/m 8 de zogenaamde parallelleerkrachten. Onze intentie is met deze parallelondersteuning nét even dat extra te bieden om leren weer op gang te brengen of, bij de meer begaafde leerlingen, nét die uitdaging te bieden die tegemoet komt aan hun leerbehoefte. Hoe de leerlingenzorg is georganiseerd staat beschreven onder het hoofdstuk ‘Leerlingenzorg’. Uitgangspunten van de ZSV • Wij verzorgen onderwijs binnen het door ons vastgestelde zorgprofiel. • Wij profileren ons hierbij als een netwerkschool. • Wij hebben een netwerk voor andere vormen van passend onderwijs binnen ons samenwerkingsverband, wanneer de (onderwijs) (zorg) vraag onze mogelijkheden overstijgt. • Wij richten ons op een zo hoog mogelijke, bij het kind passende uitstroom. Hierbij werken we toe naar de referentieniveaus, zoals deze zijn geformuleerd door de overheid. • We werken op onze school in een leerstofjaarklassensysteem. De samenstelling van de groep bepaalt mede de wijze waarop we kunnen differentiëren. Dit is op onze school zichtbaar in het werken met instructiegroepen in de klas en parallel. • We hanteren de uitgangspunten van de Vreedzame School. • We bevorderen zelfvertrouwen en competentie-ervaringen bij de kinderen. • We bevorderen zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. • We betrekken ouders bij de vereniging en bij de vorderingen van hun kind(eren). • We vinden het belangrijk om bij het afwegen van beleid de lerende leerling centraal te stellen en waar mogelijk in het proces te betrekken. Bij het concretiseren van deze uitgangspunten richten we ons vooral op de vraag wat dit betekent voor ons handelen en professionalisering. Hoe kenmerkt zich onze populatie De school ligt middenin het Zeister Lyceumkwartier. Veel leerlingen komen uit de wijk, maar er zijn ook leerlingen die van elders in Zeist naar onze school komen. De school kent een homogene leerlingenpopulatie. Ouders van onze leerlingen zijn gemiddeld hoogopgeleid. Er zijn doorgaans geen leerlingen met gewichtsfactor > 0. 8
schoolgids vaste deel 2015-2019 De Cito (eind)scores liggen op een bovengemiddeld niveau. Dit betekent dat onze leerlingen over het algemeen uitstromen naar 'de bovenkant' van het VO. Onze leerlingen kunnen over het algemeen goed voor zichzelf opkomen en beschikken over een grote woordenschat. Binnen onze populatie kennen wij kinderen met gediagnosticeerde lees- en spellingsproblematiek (dyslexie). Er is daarnaast een beperkt aantal kinderen met een gediagnostiseerde gedragsstoornis (ADHD etc.). Incidenteel hebben kinderen een lagere uitstroomverwachting waarvoor een ontwikkelingsperspectief wordt vastgesteld. Vreedzame School oefenplaats voor actief en sociaal burgerschap en leerlingparticipatie Om gemotiveerd en betrokken te kunnen leren zijn een goede verstandhouding en goed overleg tussen de leerlingen en de leerkracht, maar ook tussen de leerlingen en de leerkrachten onderling van zeer groot belang. Op school proberen we met zinvolle regels en afspraken een sfeer te creëren, waarin ieder zich geaccepteerd voelt en prettig kan werken. Ook willen wij de lerende leerling centraal stellen en binnen kaders structureel laten participeren in overleg en besluitvorming. Kortom we geven de leerling een stem. Op deze wijze creëren wij een omgeving waar ontwikkeling van sociale competenties en democratisch burgerschap ruimte krijgt. We beschouwen de klas en de school als een leefgemeenschap en oefenplaats, waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin kinderen leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en voor de gemeenschap en staan open voor de verschillen tussen mensen. De kern van De Vreedzame School bestaat uit een wekelijkse les voor alle groepen in de basisschool in bijvoorbeeld conflictoplossing en de sociale competenties die daar voor nodig zijn. (zie ook: Kerndoelen en leerlijnen; ‘Het domein oriëntatie op jezelf en de wereld’ ) Maar hoewel er een lesprogramma is met een wekelijkse les voor alle groepen, is de Vreedzame School veel meer dan een lesmethode. Het is een filosofie, een aanpak, waarin de eigen kracht van kinderen centraal staat. Als een Vreedzame School mikt de ZSV op een verandering van de school- en groepscultuur. Kinderen krijgen taken en verantwoordelijkheden in de klas, in de school, en ook in de omgeving van de school. Een voorbeeld hiervan is de leerlingenraad, waar leerlingen uit groep 5 t/m 8 zitting in hebben. Er worden jaarlijks leerlingmediatoren opgeleid die helpen bij het oplossen van conflicten. De kinderen krijgen daarmee een stem: ze leren meedenken over hun omgeving en daar verantwoordelijkheid voor nemen. Zo leren de leerlingen allerlei vaardigheden die ze nodig hebben als (toekomstig) burger in onze democratische samenleving. Zie ook: http://www.devreedzameschool.nl/ 9
schoolgids vaste deel 2015-2019 Eindprofiel Het voorgaande vertaalt zich in een door ons nagestreefd eindprofiel voor onze leerlingen: Als een leerling onze school verlaat: • accepteert en respecteert hij/zij binnen de wereld om hem heen verschillen op cognitief en sociaal-emotioneel gebied. • is hij/zij in staat om te reflecteren op het eigen handelen en het werk. • ziet hij/zij falen of fouten maken daarbij niet als mislukking, maar als een ongewenst resultaat van actief en zelfstandig bezig zijn. • is hij/zij in staat om in conflicten of onverwachte situaties oplossingsgericht te denken en handelen. • is hij/zij vrij om te spreken voor een groep. • is hij/zij in staat om doelmatig te plannen. • weet hij/zij zelfstandig welke wegen te bewandelen en welke bronnen te raadplegen om oplossingen te vinden en neemt daartoe ook het nodige initiatief. • is hij/zij vaardig in het gebruik van door ons aangeboden ICT-toepassingen. • heeft hij/zij een degelijke basis op cognitief gebied op minstens het niveau van de eindtermen. Wanneer de verwachting is dat een leerling aan het einde van de basisschool structureel het niveau van eind groep 7 niet haalt, maar wel past binnen ons zorgprofiel (ons aanbod van passend onderwijs) stellen wij een individueel ontwikkelingsperspectief vast. Kwaliteitsbeleid Kwaliteit betekent ‘de goede dingen goed doen’, dit regelmatig evalueren en zo nodig bijstellen. Wij willen een goede basisschool zijn, die een stevig en breed fundament legt. Maar ook een herkenbare school waar kinderen met plezier naar toe gaan, gedragen door de vereniging. Wij evalueren ons onderwijs regelmatig en stellen waar nodig bij. Het onderwijs en de opbrengsten hiervan worden besproken, geëvalueerd, geborgd en waar nodig verbeterd in MT, bouw- en teamvergaderingen. Kwaliteit van ons onderwijs in de breedste zin heeft een plek op de agenda van medezeggenschapsraad en bestuur. Belangrijk aandachtspunt hierbij is ook het hebben van een gezonde (meerjaren)begroting. De Commissie van Toezicht ziet hierbij op hoofdlijnen toe. In 2014-2015 is naar aanleiding van een uitgebreide sterkte-zwakte-analyse, waarbij ook kansen en bedreigingen zijn onderzocht, het strategisch beleid voor 2015-2019 vastgesteld. Waar het gaat om kwaliteit is het ook belangrijk hier breed gedragen over na te denken en gezamenlijk tot planvorming komen. Team, groepsouders, medezeggenschapsraad, managementteam en bestuur hebben samen aan dit beleidsplan inhoud gegeven. Ook zijn de uitkomsten en aanbevelingen van het stelselonderzoek, dat de inspectie in november 2014 op de ZSV uitvoerde, meegewogen in de planvorming. Voor het evalueren van ons beleid maken wij onder andere gebruik van de kwaliteitskaarten en vragenlijsten van het WMK. Zaken die te maken hebben met kwaliteit en opbrengsten, maar ook ons ‘strategisch beleidsplan 2015-2019’, vindt u op de website onder ‘kwaliteit’. Bij het vertalen van voornemens naar concreet beleid gaan wij uit van groot en klein beleid. Gezond zijn, de basis op orde en profilering vanuit visie zijn hierbij de kern. In deze context hebben wij de ambitie om ons, als professionele lerende organisatie, te ontwikkelen en te verbeteren. 10
schoolgids vaste deel 2015-2019
In de periode 2015-2019 geven wij bijzondere aandacht aan het optimaliseren van: • de pedagogisch-didactische effectiviteit van onze organisatie • de zorgstructuur • de leerlijn meer- en hoogbegaafdheid • de leerlijn creativiteit, cultuur en techniek • de onderwijsstructuur • profilering Onderwijs in beweging Er zijn belangrijke ontwikkelingen in het onderwijs te noemen die mede bepalend zijn voor ons beleid in de komende vier jaar. In het strategisch beleidsplan komt naar voren hoe wij hier aan invulling aan willen geven. In het bestuursakkoord voor de sector primair onderwijs is een toekomstvisie neergezet die een richtinggevend kader geeft: ‘De leerlingen in het primair onderwijs van nu, zijn de burgers die straks de samenleving vorm geven. Hoe de samenleving er over een aantal decennia uitziet, kan niemand voorspellen. Wel weten we dat de huidige trends zullen leiden tot een informatie- en netwerkmaatschappij waar we de jeugd op moeten voorbereiden. De school van 2020 bereidt leerlingen hierop voor: • de school zorgt voor uitdagend en toekomstgericht onderwijs dat inspeelt op de talenten en leerbehoeften van alle individuele leerlingen. • de school biedt onderwijs van hoge kwaliteit. Dit begint met de basisvaardigheden die alle leerlingen in alle tijden nodig hebben. Ook is er aandacht voor een brede persoonlijke en maatschappelijke vorming. • in de school werken teams van leraren, onderwijsondersteunend personeel en schoolleiders die zich individueel en als collectief ontwikkelen in hun professionaliteit. Deze teams maken de school van 2020 mogelijk. • de school stelt de leerling centraal en draagt bij aan doorgaande leer- en ontwikkellijnen. De school van 2020 is wel een toekomstperspectief, maar geen uniform beeld. Zo’n diversiteit als de samenleving kent, zo divers zullen de scholen in het primair onderwijs zijn, ieder met een eigen identiteit of onderwijskundige inrichting.’ Deze tijd wordt gekenschetst als een overgangstijd van een industriële naar een kenniseconomie. In het kader hiervan spreekt men ook wel van 21st Century Skills (www.21stcenturyskills.nl). Hierbij gaat men ervan uit dat in de toekomst steeds meer aan appèl gedaan wordt op een palet aan vaardigheden die in het traditionele onderwijs onderbelicht zijn. Te weten: • Samen kunnen werken • Kennis kunnen construeren • Vaardig zijn in het gebruik van ICT • Probleemoplossend en creatief kunnen denken • Planmatig kunnen werken
In ons aanbod willen wij hier actief rekening mee houden en waar zinvol dit vertalen naar passend beleid.
11
schoolgids vaste deel 2015-2019
Het gebouw Onze school, geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst, is een gebouw om trots op te zijn. Het heeft karakter en voor wie goed om zich heen kijkt, bijzondere ornamenten. Het ‘oude gebouw’ is op 5 november 1931 in gebruik genomen. Het is ontworpen door de Zeister architect P.J. Koster in de zogenaamde Amsterdamse School-stijl. In 1985 is het schoolgebouw, bij de invoering van de Wet op het basisonderwijs, verbouwd en uitgebreid om ook onderdak te bieden aan de kleutergroepen. Na enkele interne verbouwingen die extra groeps- en parallelruimten opleverden, is in het schooljaar 2005–2006 onze ‘nieuwbouw’ neergezet. Boven een grote aula zijn op de eerste verdieping een leslokaal en een ruimte voor een parallelgroep gerealiseerd. In de afgelopen vier jaar is het gebouw aangepast aan de eisen van deze tijd. In 2011 heeft er een asbestinventarisatie plaatsgevonden waarbij asbest is gevonden. Dit is op vakkundige wijze gesaneerd. De licht- en luchtkwaliteit in alle lokalen is verbeterd en toiletten zijn gerenoveerd. Ook zijn er met name op de begane grond linoleumvloeren vernieuwd, er is binnenschilderwerk gedaan en plafonds zijn vervangen. In 2014 is er een grote investering gedaan, waardoor wij nu beschikken over een goed geoutilleerd computerlokaal. De eerste-steen-legging in 1930 gedenken wij tijdens onze vijfjaarlijkse lustrumfeesten met een een project dat wordt afgesloten met een feest voor leerlingen, ouders en team. Dit vindt plaats in september en wordt tijdens kroonjaren uitgebreid met een reünie voor oud-leerlingen.
Voorzieningen/faciliteiten Naast de groepslokalen zijn er verschillende parallellokalen of hoekjes waar (groepen) kinderen onder leiding of zelfstandig kunnen werken. Ook het buitenterrein, met links vóór de school een apart speelplein voor de kleutergroepen en achter de school het speelterrein voor de groepen 3 t/m 8, biedt veel ruimte voor spel en bewegen. Het grasveld achter de school is, al valt dat niet echt op, ook een monument: Het is één van de twee dieptetuinen die Zeist rijk is. Het speellokaal, naast de kleuteringang, wordt voornamelijk gebruikt door de kleutergroepen. Bij goed weer wordt buiten gespeeld, bij slecht weer in het speellokaal. Het lokaal is uitgerust met groot speelmateriaal als banken en klauterrekken en met klein materiaal als ballen en pittenzakken. De kleutergroepen kunnen er door een roosterverdeling elk dagdeel gebruik van maken. Verder wordt het speellokaal gebruikt voor de lessen in ‘schrijfdans’ (voor de kleutergroepen) of projectlessen. 12
schoolgids vaste deel 2015-2019 De ICT-werkplekken in de bovenzaal worden zowel voor groepslessen als voor zelfstandig (ver)werken (van leerstof) gebruikt. Naast de ICT-zaal zijn er in groeps- en parallellokalen verspreid door de school voor de leerlingen diverse zelfstandig-werkplekken en computers. Leerlingen in de hogere groepen kunnen volgens rooster gebruik maken van het documentatiecentrum gelegen op het podium in de bovenzaal. Uit dit documentatiecentrum kunnen de leerlingen boeken en informatiekaarten lenen voor het maken van een werkstuk, om een spreekbeurt voor te bereiden of om een antwoord te vinden op vragen bij de zaakvakken. Natuurlijk wordt hierbij ook regelmatig gebruik gemaakt van de mogelijkheden die internet biedt. De grote aula in de nieuwbouw wordt gebruikt voor voorstellingen, projecten en vergaderingen. Op dins- en donderdagen wordt de ruimte verhuurd voor buitenschoolse opvang. Wij hebben geen eigen gymzaal. Voor de gymlessen maken we gebruik van de sportzaal aan de Jagerlaan. Ook is onze school niet voorzien van een lift en in die zin beperkt toegankelijk voor gehandicapten.
Schooltijden Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Groep 1 t/m 5 Groep 6 t/m 8 8.30 - 12.00 (12.50-14.50*) 8.30 - 12.20 8.30 - 12.00 12.50-14.50 8.30 - 12.20 8.30 - 12.30 8.30 - 12.30 8.30 - 12.00 12.50-14.50 8.30 - 12.20 8.30 - 12.00 12.50-14.50 8.30 - 12.20 * groep 1 t/m 4 zijn maandagmiddag vrijdag
13.10-14.50 13.10-14.50 13.10-14.50 13.10-14.50
Het hek rechts bij de hoofdingang gaat om 8.15 uur open en wordt om 8.30 uur weer gesloten. Wij verwachten alle leerlingen om 8.25 uur op (het) school(plein). Leerlingen die (met geldige kennisgeving) later komen of tussentijds de school verlaten kunnen van de toegang tot het plein naast de kleuteringang gebruik maken. De groepen 3 t/m 8 gaan om 8.25 met hun leerkracht naar binnen, zodat de lessen om 8.30 uur kunnen beginnen. De kleuters mogen om 8.20 uur al naar hun groep gebracht worden. De leerkracht wacht hen dan in de kring op. Wij verzoeken u om uw kind op tijd naar school te laten gaan, zodat wij in alle rust en op tijd met de lessen kunnen starten. Na schooltijd worden de hekken gesloten. Het is dan niet meer toegestaan op het schoolplein of veld te spelen. 13
schoolgids vaste deel 2015-2019 Buitenspelen Voor de kleutergroepen is het buitenspelen een onderdeel van het (les)programma. Om voor voldoende speelruimte te zorgen worden de buitenspeelbeurten over de 3 groepen verdeeld. De groepen 3 t/m 8 hebben een ochtendpauze van 15 minuten. Ook hier hebben we, om de speelruimte zo groot mogelijk te houden, de groepen gesplitst, de groepen 3, 4 en 5 hebben hun pauze van 10.15 tot 10.30 uur en de groepen 6, 7 en 8 hebben hun pauze van 10.30 tot 10.45 uur. Voor de groepen 3 en 4 zijn er soms extra (buiten) speelmomenten in de middag. Schoolvakanties Voor de planning van de schoolvakanties volgen wij de adviezen van de Lokale Educatieve Agenda Zeist (LEAZ). Hierbij proberen wij ook aansluiting te vinden bij het vakantierooster van de Zeister scholen voor voortgezet onderwijs. Met onze marge-uren proberen wij waar mogelijk een verlengde voorjaars- en/of meivakantie te realiseren. Studiedagen proberen wij, waar mogelijk, ook aan schoolvakanties te koppelen. Actuele schoolvakanties staan in het variabele deel. Leertijd De onderbouw (groep 1 t/m 4) krijgt 24 uur onderwijs per week, hetgeen neerkomt op een jaartotaal van ten minste 880 uur. De bovenbouw (groep 5 t/m 8) krijgt 26 uur onderwijs per week, hetgeen neerkomt op een jaartotaal van ten minste 1000 uur. Een dag op school In de kleutergroepen wordt thematisch gewerkt. Het thema wordt gevisualiseerd met een kijktafel. De kinderen hiervoor mogen van huis bij het thema passend materiaal meenemen. De deur van de kleuteringang gaat om 8.20 open. De kleuters hangen hun jas bij hun naamkaartje onder de luizencape en plaatsen hun tas op de kapstok. Bij binnenkomst geven ze de leerkracht een hand en gaan in de kring zitten. Een dag in de kleutergroepen begint in de kring om 8.30 uur. De ouders worden dan verzocht het lokaal te verlaten. Om de beurt mogen er één of twee kinderen naast de juf zitten. De namen worden gelezen om te zien wie er wel en wie er niet is die dag. We bespreken het dagritme en de kinderen mogen even wat vertellen. De kring geeft ook gelegenheid voor allerlei taalactiviteiten en teken- of begripslessen (over bijvoorbeeld ‘tegenstellingen’). De (thema)opdrachten passen we aan aan de leeftijd en/of de ontwikkeling en de heterogeniteit van de groep. Regelmatig is er iets te vieren. Met de kringactiviteiten sluiten we aan bij het thema, waaraan we zo’n twee tot drie weken werken. Na een themaperiode wisselen volgt een week zonder thema. Vanuit de kring worden de werklessen geïntroduceerd. Daarin maken we onderscheid tussen de oudsten en de jongsten. De jongsten begeleiden we in hun keuze, de oudsten bieden we ontwikkelingsmateriaal aan op niveau. Er staan ook opdrachten op het programma. Soms zijn deze verplicht, op een ander moment mogen kinderen vrij kiezen. In elke kleutergroep is een planbord waarop de kinderen zelfstandig afhangen welk werkje ze gaan doen. Ze staan hiermee aan het begin 14
schoolgids vaste deel 2015-2019 van de belangrijke leerlijn zelfstandig werken, die doorloopt t/m de volledige weektaak van de kinderen in groep 8. Ook verplichte opdrachten en creatieve activiteiten zijn in het programma opgenomen. In groepjes werken de kinderen in de bouwhoek, de huishoek, met de zand/watertafel en met ontwikkelingsmateriaal uit de kasten. De kinderen verven, plakken, knippen, kleien en knutselen. We houden bij wie waar aan het werk gaat, observeren de ontwikkelingslijnen vanuit het ontwikkelings volgmodel voor jonge kinderen (OVM) en stimuleren dat kinderen verschillende activiteiten kiezen. Als er rond een thema wordt gewerkt, sluiten de activiteiten en de leerstof daarop aan. Na het ‘werkuur’ eten en drinken we samen. De leerlingen van groep 1-2 nemen van huis een beker of pakje drinken, fruit of brood mee. (Geen koolzuur houdende dranken en zoetigheid! Wilt u de beker merken?) Een deel van de ochtend geven we de kleuters alle gelegenheid om lekker te bewegen. Bij mooi weer gaan we veel naar buiten en een paar keer per week geven we kleutergymnastiek in de speelzaal. Als het weer het toelaat, gaan de kleuters dus naar buiten. (Houdt u daar met de kleding a.u.b. rekening mee, ook als u uw kind met de auto brengt! Dus denk aan - gemerkte - muts, wanten of laarzen.) Als het regent of sneeuwt en de kinderen met laarzen aan op school komen, kunnen ze in school op hun gymnastiekschoenen lopen. Deze worden op school bewaard in de gymtas. Verder staan ook regelmatig muzikale vorming en drama op het programma. De kleuters eten op dinsdag, donderdag en vrijdag tijdens de tussenschoolse opvang o.l.v. een vaste vrijwilliger en hun leerkracht en spelen aansluitend buiten. De middag verloopt ongeveer hetzelfde als de ochtend. We starten weer in de kring en tijdens de werkles maken we werkjes of we werken individueel met een kind. We spelen weer buiten of gaan, afhankelijk van het weer, naar het speellokaal. Oudste kleuters die doorgaan naar groep 3 krijgen in hun laatste rapport een ‘terugkomkaartje’. Met dit kaartje in de hand mogen ze met hun ‘oude’ juf afspreken om een middag in hun oude groep of klas te komen spelen. Elke eerste vrijdag van de maand of de eerste vrijdag na een vakantie hebben de groepen 1-2 (soms samen met groep 3 en 4) ‘speelgoedmiddag’. De kinderen mogen dan eigen speelgoed mee naar school nemen en daar mee spelen. Na de eigen verjaardag of Sinterklaas mag dat ook. Daarbuiten verzoeken we u geen speelgoed mee te geven. Gebeurt dit wel dan wordt dit in de rode bak of op het bureau bewaard en wordt er niet mee gespeeld. De andere vrijdagmiddag worden andere gezellige activiteiten gedaan, zoals poppenkast en ‘boekbespreking’ door kleuters. In groep 3 t/m 8 beginnen wij op maandag vaak met een groepsgesprek. In de ochtend zal er vooral gewerkt worden aan taal, spelling, (begrijpend)lezen en rekenen. Na een gedifferentieerde instructie voor de drie instructiegroepen, gaan de leerlingen zelfstandig of coöperatief aan de slag met de verwerkingsopdrachten. Soms werken de kinderen hierbij buiten de klas, bijvoorbeeld in de ICT-zaal. ‘Terug’ in de groep volgt een moment van reflectie. Na de ochtendpauze herhaalt dit zich. Ook zijn er op geplande tijden gezamenlijke lessen, zoals bijvoorbeeld muziekles, gym of creatieve lessen. In de middag zal er vooral gewerkt worden aan de wereldoriënterende vakken 15
schoolgids vaste deel 2015-2019 (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en verkeer) en de creatieve vakken (drama, tekenen en handvaardigheid). Ook boekpresentaties, spreekbeurten, werkstukken en projecten krijgen een plekje in het rooster. Deze worden soms individueel, soms coöperatief, klassikaal of groep doorbroken gedaan. Projecten worden soms afgesloten met een presentatie voor de ouders. Met het ingaan van de nieuwe CAO voor het onderwijspersoneel in 2014 worden wij uitgedaagd om onder andere na te denken over invoering van een 40-urige werkweek voor het personeel. Wij zien dit als kans om in breder perspectief na te denken over de inrichting van ons onderwijs. In die zin willen wij deze beleidsperiode de afweging maken of een andere spreiding van lesuren over de week en/of over de leerjaren een verbetering kan zijn van ons onderwijs.
Organisatie De ZSV wil voor haar leerlingen goed verzorgd onderwijs. Dit wordt mogelijk gemaakt door een enthousiast onderwijsteam van groeps-, parallel- en vakleerkrachten met ondersteuning van een lerarenondersteuner en administratieve kracht. De directeur, de twee bouwcoördinatoren en de intern begeleider vormen samen het managementteam (MT) van de ZSV. De directeur is, gemandateerd door het bestuur, verantwoordelijk voor de kwaliteit van het (passend) onderwijs, het personeelsbeleid en het gebouw. De coördinatoren ‘onderbouw’ (groep 1 t/m 4) en ‘bovenbouw’ (groep 5 t/m 8) dragen zorg voor de dagelijkse gang van zaken en de continuïteit van het onderwijs in hun bouw. De intern begeleider coördineert de leerlingenzorg. In het MT wordt het beleid afgestemd, geëvalueerd, geïnitieerd en/of geborgd.
Organogram
16
schoolgids vaste deel 2015-2019
Statuten en huishoudelijk reglement Statuten en huishoudelijk reglement van de Zeister Schoolvereeniging zijn terug te vinden op de website. Hierin staat beschreven hoe binnen de vereniging bestuur, medezeggenschap en toezicht georganiseerd is. Geledingen en besluitvormingsprocedures Het managementstatuut , de rollen van de verschillende geledingen en de besluitvormingsprocedures binnen de vereniging zijn vastgelegd in een document. Ook deze zijn terug te vinden op de website. Organisatie van de groepen Op de Zeister Schoolvereeniging zitten gemiddeld 245 leerlingen, verdeeld over 9 groepen. De drie kleutergroepen zijn heterogeen: jongste, middelste en oudste kleuters zitten bij elkaar in de groep. De oudste kleuters vormen jaarlijks een nieuwe groep 3 die vervolgens ongedeeld als jaarklas met maximaal 31 leerlingen doorstroomt naar groep 8. Gemengde kleutergroepen Wij hebben drie kleutergroepen. Dit zijn de groepen Krul, Stip en Vlek, namen passend bij respectievelijk een varkentje, lieveheersbeestje en een giraffe. Om recht te kunnen doen aan de sprongsgewijze ontwikkeling van de kinderen in groep 1 en 2 werkt onze school met heterogeen samengestelde kleutergroepen. Dat wil zeggen dat elke groep zowel vier-, vijf- als zesjarigen telt. Een kleuter kan cognitief of sociaal-emotioneel al heel ver zijn, maar motorisch bijvoorbeeld nog heel jong. Een heterogene kleutergroep biedt de mogelijkheid op deze ontwikkelingsverschillen in te spelen. Op het ene gebied vindt een kleuter aansluiting bij het niveau van de jongsten uit de groep, terwijl hij of zij op een ander gebied meedoet met het oudstenniveau. Omdat de groep in de loop van het schooljaar aangroeit met nieuwe vierjarigen kunnen we met de heterogene kleutergroepen ook de instroom en groepsgrootte goed reguleren. De kleutergroepen beginnen het schooljaar met ongeveer twintig kinderen per groep en groeien in de loop van het schooljaar aan tot ongeveer dertig kinderen. Na 31 mei laten wij geen kinderen meer toe voor de gewenningsperiode. Deze kinderen beginnen in het nieuwe schooljaar. Wel worden zij uitgenodigd voor de kennismakingsochtend in de laatste week voor de zomervakantie. Kinderen die voor 1 oktober vier jaar worden, mogen bij het begin van het nieuwe schooljaar al direct de ochtenden naar school. Wanneer het kind daadwerkelijk vier wordt, mag het kind ook de middagen naar school. In overleg met de leerkracht mag een vierjarige, zeker in de beginperiode, de middagen thuis blijven om zo aan het schoolritme te wennen. Omdat de kleuters twee tot drie jaar in dezelfde groep zitten, wisselen de kleutergroepen elk jaar (kloksgewijs) van lokaal en groepsleerkracht. Lerarenondersteuner In de groepen 1 en 2 worden de leerkrachten volgens rooster in de ochtenden ondersteund door een lerarenondersteuner. Zij begeleidt leerlingen die van de leerkracht instructie hebben ontvangen bij groepswerk, samen werken, werken in de hoeken of met een aparte leertaak. Daarnaast begeleidt zij een groep tijdens de tussenschoolse opvang. De lerarenondersteuner voert deze taken uit onder de verantwoordelijkheid van de leerkracht. Voorbereiding op groep 3 Vanaf januari volgen de oudste kinderen uit de drie kleutergroepen, gedurende één dagdeel per week, een ‘oudstenprogramma’. Dit ter voorbereiding op groep 3. Het programma is opgebouwd uit 3 x 6 dagdelen waarin zij specifieke lessen volgen: • De 1e lessencyclus is in de eigen groep en bevat vooral voorbereidende taal/leesoefeningen. 17
schoolgids vaste deel 2015-2019 •
De 2e lessencyclus vindt plaats in één van de kleutergroepen met alleen oudste kleuters, waarbij rekenen centraal staat. • In de 3e lessenreeks zal de motoriek aandacht krijgen d.m.v. onze schrijfmethode ‘Schrijfdans’. Behalve aandacht voor de schoolse vaardigheden biedt dit programma vanuit sociaal-emotioneel perspectief ook gelegenheid tot groepsvorming vooruitlopend op het moment dat zij daadwerkelijk samen groep 3 gaan vormen. Groepen 3 t/m 8 De groepen 3 t/m 8 zijn in de basis homogeen van samenstelling. De leerlingen zitten met hun leeftijdsgenootjes in een groep van 31 kinderen. Af en toe werken de leerlingen van groep 5 t/m 8 samen in gemengde groepen of tweetallen, bijvoorbeeld tijdens de creatieve middagen en bij speciale projecten. Leerlingen van de hogere groepen bieden o.a. leesondersteuning in de lagere groepen: het zogenaamde tutorlezen. In de pauzes spelen de kinderen van groep 3 t/m 5 en de kinderen van 6 t/m 8 samen op het plein. Vervanging bij afwezigheid van een leerkracht Tijdens verlof of bij ziekte van een leerkracht kan onze school een beroep doen op invallers. Hiervoor zijn we aangesloten bij een vervangingspool. Onze intentie is om zo goed mogelijk rust en continuïteit van onderwijs te bewaken. We zijn er trots op dat wij nog nooit een groep ‘naar huis’ hebben moeten sturen! Gedifferentieerd of handelingsgericht werken De leerkracht geeft in principe les op drie niveaus. Door leerlingen na een periode op basis van toetsresultaten en observatie voor de kernvakken Taal, Spelling, Begrijpend Lezen en Rekenen in te schalen op één van deze niveaus, doen wij recht aan de leerbehoefte van onze leerlingen: • Basis: Voor de leerlingen die wat meer moeite hebben met de leerstof. Deze leerlingen krijgen een verlengde instructie aan de instructietafel en verwerken die leerstof die minimaal nodig is om het gewenste niveau te halen. • Groep: Voor de ‘gemiddelde’ leerling. Deze leerling heeft doorgaans aan de basisinstructie genoeg en maakt het werk zonder aanpassingen. • Project: Voor de meer begaafde leerlingen. Deze leerlingen kunnen vaak vlot aan de gang en hebben weinig of geen behoefte aan instructie. Deze leerlingen kunnen soms met minder verwerking toe en maken in plaats daarvan verdiepings- of verrijkingswerk. We hanteren hierbij het zogenaamde ‘IGDI-model’. Dat ziet er in schema zo uit: l introductie voor alle kinderen (basis, groep en project) e korte instructie of werkopdracht s basisinstructie v e verlengde r instructie l o basis: zelfstandig groep: zelfstandig project: zelfstandig o verwerken verwerken verwerken p gezamenlijk afronden 18
schoolgids vaste deel 2015-2019 Soms komt het voor dat een leerling meer nodig heeft dan de basis of het projectwerk. Voor deze leerlingen wegen wij in het zorgoverleg af of zij gebaat zijn bij een periode van ondersteuning in de parallel. In deze beleidsperiode zullen we veel aandacht besteden aan het versterken van het handelingsgericht werken en de vertaling hiervan in (groep) handelingsplannen. Het handelingsgericht werken heeft een cyclisch karakter. In dit kader past ook ons voornemen om de inrichting van ons onderwijs en de (groeps)handelingsplannen nog beter te gronden op evaluaties en analyses van resultaten. Zelfstandig werken Wij geven in alle groepen structureel aandacht aan ‘zelfstandig werken’. Dit is vastgelegd in een leerlijn, waarbij leerlingen geleidelijk aan met steeds meer en langere zelfstandig werkmomenten te maken krijgen. De leerlijn begint al bij de kleuters met bijvoorbeeld het zelfstandig een taak kiezen. Zij maken dit kenbaar op het planbord. De knuffel op de stoel van de juf betekent dat zij even niet gestoord mag worden, omdat ze bijvoorbeeld met een groepje werkt. In de loop van het jaar wordt in groep 3 naar een halve dagtaak toegewerkt. In groep 4 wordt dit uitgebreid tot een hele dagtaak. In groep 5 groeit dit uit tot een halve weektaak en in groep 6 wordt het geleidelijk een hele weektaak. In groep 7 wordt het plannen van taken verder uitgebreid en uiteindelijk resulteert dit in een volledige weektaak voor groep 8. De leerlingen weten dan bij aanvang van de week wélke opdrachten op welke niveaus aan het einde van de week klaar moeten zijn, wát extra werk is en wánneer er instructiemomenten of gezamenlijke lessen zijn. Zelfstandig werken leert kinderen omgaan met verantwoordelijkheid en met plannen. Wanneer ga je helpen, wanneer wil je hulp hebben en hoe organiseer je dat? Ook daagt het de kinderen uit tot het zelf nadenken over het effectief omgaan met een taak. Hierbij gaat het om leren omgaan met vragen als: Wat moet ik doen?; Wat heb ik nodig?; Waar kan ik het best werken?; Kan dit samen of beter alleen?; Wat doe ik als ik het niet meer weet?; Wat doe ik als ik klaar ben? De leerkracht heeft hierbij een ondersteunende rol. Zelfstandig werken biedt de leerkracht ook de mogelijkheid om de handen vrij te hebben voor het begeleiden van de leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Parallelstructuur: ‘extra handen in de klas’ Voor de groepen 3 t/m 8 zijn boven de groepsformatie voor een aantal dagdelen extra leerkrachten beschikbaar. Een significant deel van de ouderbijdrage wordt hier aan besteed. We vinden het namelijk belangrijk om ‘meer handen’ in ons (leerkrachten)team te hebben. Meer handen betekent meer mogelijkheden om kinderen te begeleiden, meer kennis om te delen, meer ogen om te observeren en samen te spreken over de ontwikkeling van onze kinderen. Wanneer een groep kinderen met een parallelleerkracht aan het werk is, betekent dat ook dat de groepsleerkracht een kleinere groep overhoudt. Zo kunnen we de aandacht verdelen en kan iedereen profiteren. Voor groep 3 en 4 betekent dit dat er drie ochtenden in de week een extra leerkracht aanwezig is. Hiermee zijn wij in staat om het onderwijs, binnen of buiten de groep, meer gedifferentieerd aan te bieden. De paralleluren in groep 3 en 4 worden met name ingezet om de ontwikkeling van het technisch lezen en het automatiseren van rekensommen extra aandacht te geven. 19
schoolgids vaste deel 2015-2019 De overige ‘paralleluren’ worden verdeeld over de groepen 5 t/m 8. Inhoudelijk liggen de accenten enerzijds op extra aandacht in de vorm van remedial teaching (RT) voor de vakgebieden taal/spelling, lezen en rekenen; anderzijds op aandacht voor de meer begaafde leerlingen in de vorm van bijvoorbeeld projectwerk. Interne begeleiding De intern begeleider (ib’er) is verantwoordelijk voor de organisatie en inhoud van de leerlingenzorg. Binnen de leerlingenzorg kennen wij een samenhang van (groeps)handelingsplannen en -planning en toetsing en de daarbij behorende keuzes voor ondersteuning al dan niet in de vorm van ‘parallel’. In ons zorgoverleg bespreken wij onze leerlingen. Wanneer de ontwikkeling of het leren niet vanzelfsprekend gaat en/of expertise nodig is, is de ib’er de schakel in contacten tussen leerkracht(en), ouders en eventueel deskundigen. De ib’er onderhoudt samen met de directeur contacten met het samenwerkingsverband, andere scholen en de verschillende instanties binnen ons netwerk. Vakleerkrachten en overige ondersteuning in ons onderwijs Naast de groepsleerkracht(en) is er een vakleerkracht voor gymnastiek voor groep 3 t/m 8. De vakleerkracht gym is ook (mede)verantwoordelijk voor contacten en organisatie van bovenschoolse sport- en spelactiviteiten. In de groepen 4 t/m8 worden door de ICT-coördinator ICT-lessen verzorgd. Wij willen als school ruimte bieden aan studenten van de Pedagogische Academie (Pabo) en studenten die de Mbo-opleiding tot onderwijsassistent volgen. Met studenten in de school bieden wij niet alleen hén de ruimte om te leren, maar zullen wíj ook van hen leren. Dit past mooi binnen de visie dat wij als team willen leren van en met elkaar. Stagiaires werken uiteraard onder de verantwoordelijkheid van en worden begeleid door een leerkracht. Incidenteel geven wij ook studenten van de universiteit ruimte voor het doen van onderzoek. Hierbij wegen wij af of het de dagelijkse gang van zaken niet verstoort en of het onderzoek voor ons van meerwaarde kan zijn. Tussenschoolse- en naschoolse opvang De organisatie van de tussenschoolse opvang (TSO) wordt door de stichting TSO verzorgd. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door het bestuur van de ZSV. De praktische uitvoering is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en team. Structuur en afspraken zijn vastgelegd in ons TSO-protocol, dat te vinden is bij de documenten op onze site. • De tussenschoolse opvang in de kleutergroepen wordt verzorgd door de lerarenondersteuner en een vaste groep ouders. • De groepen 3 t/m 5 gaan om 12.00 uur buitenspelen en eten, aansluitend, van 12.35 tot 12.50 uur. • De groepen 6 t/m 8 eten van 12.20 tot 12.35 uur en spelen, aansluitend, van 12.35 tot 13.10 uur. De leerkracht eet samen met de groep. Het buitenspelen wordt begeleid door een vaste (leer)kracht samen met drie ouders. Alle ouders wordt gevraagd zich voor aanvang van het schooljaar en volgens rooster bij toerbeurt voor ‘hun’ TSO-beurten in te delen. Voor gebruik van de TSO wordt aan de ouders een bijdrage gevraagd. (zie het variabele deel voor de actuele bijdrage) Naschoolse opvang wordt in ons gebouw op dins- en donderdagen verzorgd door ‘Partou’. Zij huren daarvoor van ons de nieuwbouwzaal. Voor de overige dagen is er geen opvangmogelijkheid binnen onze school. Ouders zijn vanzelfsprekend vrij om ook van andere (voor- en/of naschoolse) opvangmogelijkheden gebruik te maken. Ouders dienen hun kinderen tijdig voor de buitenschoolse opvang aan te melden 20
schoolgids vaste deel 2015-2019 bij een of meerdere opvangorganisaties (zie contactgegevens achterin de gids). Let op: voor sommige dagen kunnen wachtlijsten van toepassing zijn. De buitenschoolse opvang valt buiten de verantwoordelijkheid van de school.
Kerndoelen en leerlijnen (zie artikelen 8, 13 en 29 ‘Wet op het basisonderwijs’) In ons onderwijs gaan wij vanzelfsprekend uit van de kerndoelen voor het basisonderwijs. De kerndoelen behelzen de volgende domeinen: • Nederlands • Engels • Rekenen/Wiskunde • Oriëntatie op jezelf en de wereld • Kunstzinnige oriëntatie • Bewegingsonderwijs Deze kerndoelen zijn ‘eindtermen’ en gaan uit van wat een kind moet beheersen aan het eind van de basisschool. Voor u als ouder en voor ons als onderwijsteam is vooral belangrijk hoe we vorm en inhoud geven aan de wijze waarop we deze doelen wensen te behalen. Dit is de leerlijn. Voor leerlingen waarvan gedurende de onderwijsloopbaan blijkt dat zij voor één of meer gebieden de einddoelen niet zullen halen stellen wij een ontwikkelingsperspectief vast. Dit omvat individuele haalbare doelen. Zo proberen wij vorm te geven aan passend onderwijs. Onze kernmethodes (begrijpend lezen, taal en rekenen) sluiten aan op de Cito-toetsen en de doorlopende leerlijnen. In schooljaar 2010-2011 zijn de referentieniveaus 1 F en 1 S conform doorlopende leerlijnen in het basisonderwijs ingevoerd (Rapport Meijerink). De referentieniveaus zijn duidelijk zichtbaar verwerkt in de methodes. In de methodes voor taal, spelling en rekenen staat bijvoorbeeld één ster gelijk aan het 1 F, twee sterren aan 1 S en drie sterren boven streefniveau. Het domein ‘Nederlands’ Lezen Op het leren lezen bereiden de kinderen zich al voor in groep 2. Gaandeweg leren de kinderen lettergrepen en klanken onderscheiden, letters herkennen, stempelen en/of natekenen. Of en wanneer een kind hiermee aan de slag gaat, ligt aan het kind zelf. Als de kleuter interesse toont en letters interessant vindt, gaan we daar op in. Daarnaast worden heel bewust bij elk thema letters aangeboden. De letterhoek biedt de kinderen hierbij de nodige uitdaging. Op de ZSV wordt schoolbreed veel aandacht besteed aan voorlezen. Dit vinden wij belangrijk: Voorlezen kan niet vaak genoeg gebeuren! Het is heel goed voor de ontwikkeling van de woordenschat, taalbeheersing en fantasie, maar ook een fijn rustpunt in de schooldag. Bovendien is voorlezen een goede manier om het (zelfstandig) lezen van boeken te promoten. Dat doen we nog eens extra tijdens de jaarlijkse Kinderboekenweek, maar ook door het structureel inroosteren van vrij lezen, boekbesprekingen, laten maken van boekverslagen, het wekelijks boeken lenen in het documentatiecentrum etc..
21
schoolgids vaste deel 2015-2019 Technisch Lezen In groep 3 wordt gestart met het leren lezen. We gebruiken daarbij de methode: Veilig leren lezen. Hierbij wordt veel gebruik gemaakt van het interactieve digitale schoolbord. Met de ontwikkeling van de leestechniek, het technisch leren lezen, gaan we in een doorgaande lijn verder in groep 4, 5 en 6. Om het technisch lezen te oefenen komen de leerlingen uit hogere groepen de jongere kinderen drie keer per week het eerste half uur helpen in leesgroepjes of met tutor-lezen. In groep 7 hebben alle kinderen, zo is het streven, leren lezen t/m ‘AVI-plus-niveau’. Natuurlijk zijn er altijd leerlingen die onder of boven dit niveau lezen. We toetsen dit regelmatig en ondernemen zo nodig actie. Voor kinderen bij wie de ontwikkeling van het technisch lezen niet vanzelfsprekend gaat pannen wij Ralfi- of Connectlezen in. Zo bieden we deze kinderen extra intensief ‘leesmeters’. Bij aanvang van deze beleidsperiode hebben wij veel aandacht voor het optimaliseren van de kwaliteit van het technisch lezen. Wij wegen af of en hoe wij het aanbod hiervoor willen versterken, bijvoorbeeld door het invoeren van een specifieke methode voor technisch lezen. Daarnaast evalueren wij welke toetsen ons de meest zinvolle informatie verschaffen. Begrijpend lezen In de kleutergroepen en onderbouw is het woordenschatonderwijs als voorwaarde voor het begrijpend lezen belangrijk. Binnen de thema’s die in de groepen aan de orde komen wordt hier gericht aandacht aan besteed. In de hogere leerjaren komt de nadruk steeds meer te liggen op het begrijpend en studerend lezen. Wij werken vanaf groep 4 met de methode Nieuwsbegrip(-XL). Deze methode gaat uit van een koppeling tussen actualiteit en leesvaardigheid. Nadat de leerkracht voordoet (modeling) en de leerlingen uitgedaagd worden interactief mee te doen, verwerken de leerlingen zelfstandig en/of coöperatief de leerstof en wordt er getoetst. De leerlingen oefenen zowel in de groep als met de computer. In de bovenbouw wordt het begrijpend en studerend lezen bovendien natuurlijkerwijs geoefend bij de andere vakken, zoals wereldoriëntatie. Schrijven Leren schrijven begint al in de lees-, letter- en stempelhoek van de kleutergroepen. U kunt merken of een kind ‘toe’ is aan schrijven als het gaat tekenen met fijne details. De poppetjes krijgen opeens wimpers, haarstrikjes of schoenen met veters. In de kleutergroepen ontwikkelt een kind de fijne motoriek door knippen, prikken, scheuren, plakken en door gaandeweg steeds verfijnder te leren werken. In het oudstenprogramma wordt gestart met ‘Schrijfdans’. Dit proces om de motoriek te verfijnen en soepel te leren schrijven loopt, door in het aanvankelijk leren schrijven in groep 3. Het leren schrijven is gekoppeld aan de taalleesmethode en de ‘Schrijfdans’-methode (zie hieronder). Groep 3 start met schrijven met een potlood. Vanaf groep 4 schrijven alle leerlingen met een (vul)pen. Hierbij wordt natuurlijk ook rekening gehouden met linkshandige kinderen. Met de vulpen leren ze de letters ook aan elkaar leren schrijven in een schrijfschrift. In groep 4 worden de letterverbindingen ingeslepen en de hoofdletters aangeleerd. In de beginjaren besteden we veel aandacht aan de motoriek bij het schrijven. Daarbij is gekozen voor de methodiek van ‘Schrijfdans’. Met muziek, rijmpjes, spelletjes en fantasietekeningen werken we aan een vloeiend handschrift. Grofmotorische en fijnmotorische bewegingen in de lucht en op papier worden gecombineerd. We beginnen daarmee in de gymzaal, maar oefenen later ook tussen de lessen door, staand of zittend. Zo leren de kinderen de verschillende bewegingen ervaren, van grof naar fijn, van in de lucht tot op papier, tot ze helemaal eigen gemaakt zijn. Steeds symmetrisch, met beide handen. Op die manier leren ze niet alleen in vloeiende bewegingen schrijven, maar wordt ook schrijfkramp voorkomen en kan iedereen weer even ‘los’ komen, zowel lichamelijk als geestelijk. 22
schoolgids vaste deel 2015-2019 In de groepen 5 t/m 8 besteden we aandacht aan blokschrift, dictaatschrift, sierschrift, grafisch schrijven. Heel belangrijk blijft hierbij temposchrijven, leesbaarheid en bladindeling. In groep 8 tenslotte werken we toe naar het ontwikkelen van een eigen handschrift. Taal, stellen en spellen In de kleutergroepen is het taalonderwijs vooral verbaal: voorlezen, praten, luisteren in de kring, je gedachten onder woorden leren brengen en op anderen reageren. Soms staan in gerichte taalactiviteiten begrippen centraal, zoals bijvoorbeeld ‘tegenstellingen’. Oudste kleuters verzorgen een eigen boekbespreking. In de hogere groepen besteden we ook veel aandacht aan mondeling taalgebruik: luisteren, spreken, kringgesprekken voeren, navertellen, rollenspellen, gedichten voordragen en vragen beantwoorden. Met spreekbeurten starten we vroeg. In groep 3 spreken de kinderen aan de hand van een door hen ingerichte verteltafel. In groep 4 is dat ‘vertellen over’… je huisdier bijvoorbeeld. In groep 5 en 6 komt daar een boekbespreking bij en in groep 7 en 8 wordt dit aangevuld met het voordragen van een gedicht. Vanaf groep 4 werken we, sinds het schooljaar 2014-2015, met ‘Taal actief-4’. Taal actief is een resultaatgerichte en praktische methode met een duidelijke structuur, doordachte leerlijnen en veel houvast voor iedereen. De methode is ‘rijk aan taal’ met een grote woordenschat, die impliciet en actief aangeboden wordt. In die zin sluit deze methode zeer goed aan bij onze gemiddeld taalsterke populatie. De leerlijnen taal en spelling in Taal actief zijn goed op elkaar afgestemd. Ankerverhalen vormen het vertrekpunt voor alle lessen. Vanuit de methode differentiëren wij op drie niveaus. Zo werkt ieder kind op zijn eigen niveau. Bij introductie van de lessen hanteren wij het IGDI-model: interactief, gedifferentieerd, directe instructie. De kinderen die intensievere uitleg nodig hebben, krijgen dit bij de verlengde instructie. We sluiten de les af door samen te reflecteren op resultaat en proces. Omdat het verkrijgen van goede resultaten een belangrijk uitgangspunt van Taal actief is, ondersteunt de structuur van Taal actief het ‘opbrengstgericht werken’ en het werken met groepsplannen. Binnen een thema worden op diverse momenten werkvormen aangeboden, waarbij de kinderen in twee- en/of viertallen samen werken. Niet elk kind heeft in het basismateriaal alle oefenstof nodig, begaafdere leerlingen kunnen daarom werken in een plusboek. Zij werken hierin tijdens de zelfstandig werklessen van ‘Taal verkennen’. Tijdens de andere lessen doen zij mee met de rest van de groep. Bij aanvang van deze beleidsperiode hebben wij veel aandacht voor invoering van de nieuwe taalmethode. Daarnaast evalueren wij, naast de methodegebonden toetsen, welke methodeonafhankelijke toetsen voor spelling het best geijkt zijn. Het domein ‘Engels’ Engels In de groepen 7 en 8 wordt Engels aangeboden. Voor deze lessen maken wij gebruik van het webbased programma ‘Take it Easy’. De lessen worden met veel visuele ondersteuning door ‘native speakers’ aangeboden. In deze beleidsperiode evalueren wij het aanbod voor Engels. 23
schoolgids vaste deel 2015-2019 Het domein ‘Rekenen/Wiskunde’ Rekenen In groep 1/2 wordt spelenderwijs aandacht besteed aan rekenvoorwaarden. We werken in groep 3 t/m 8, sinds schooljaar 2014-2015, met ‘De Wereld in Getallen-4’. De methode is opgebouwd volgens de beproefde dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Met De wereld in Getallen leren kinderen inzicht verwerven én vaardigheden oefenen. Cijferen krijgt veel aandacht, waaronder de klassieke staartdeling. Maar ook het realistisch rekenen komt aan bod, zoals het werken met modellen, getallenlijn en verhoudingstabel. De Wereld in Getallen heeft een vaste weekopbouw. Elk rekenonderwerp wordt op een vaste dag in de week behandeld. Zo is elke 3e les van de week gewijd aan meten, meetkunde, tijd en geldrekenen. Er is een heldere opbouw met veel oefening, herhaling en zelfstandig werken. De les start standaard met een automatiseringsoefening en bij de instructie staat altijd 1 doel centraal. Dit geeft kinderen houvast en bevordert de begripsvorming. Naast het methodisch rekenen proberen we ook op andere manieren aandacht te besteden aan rekenvaardigheid en (ruimtelijk) inzicht. Actief meedoen aan de jaarlijkse ‘Grote Rekendag’ is hier een voorbeeld van. Bij het zelfstandig werken horen ook oefeningen op de computer. De toetsing van het rekenen vindt vanaf groep 5 webbased plaats. Mogelijk breiden we deze vorm van toetsing uit naar andere groepen of vakgebieden. Het domein ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ De Vreedzame School Binnen dit domein passen de uitgangspunten en lessen van ‘De Vreedzame School’: Wij willen kinderen opvoeden tot verantwoordelijke en actieve leden van de gemeenschap. Daartoe beschouwen we de klas en de school als oefenplaats. Kinderen leren dat zij deel uitmaken van de gemeenschap die de klas en school vormt en leren daar een bijdrage aan te leveren. Ze leren oog en oor te hebben voor anderen, zich verantwoordelijk te voelen voor het algemeen belang: initiatiefrijk, zorgzaam en betrokken. In de pedagogische visie staan een aantal uitgangspunten centraal: • Het constructief oplossen van conflicten met behulp van mediatie: Uitgangspunt hierbij is dat er altijd conflicten (belangentegenstellingen of meningsverschillen) zullen zijn in een situatie waar mensen of kinderen bij elkaar zijn, dat het zinvol is om iedereen te leren hoe je kunt voorkomen dat er conflicten ontstaan en dat conflicten kunnen ontaarden in ruzie. Vervolgens hoe je, als een conflict toch in ruzie is ontaard, kan werken aan een constructieve oplossing. Daarbij is de rol van de leerlingen cruciaal. Zij leren, naast de vaardigheden om conflicten constructief op te lossen, ook de verantwoordelijkheid te dragen om dat zelfstandig, zonder hulp van volwassenen, te doen. Voor hun eigen conflicten, maar ook voor conflicten van anderen. Alle leerlingen leren te bemiddelen (mediëren) bij de conflicten van klasgenoten. • Het creëren van een positieve sociale en morele norm: Met het lesprogramma van De Vreedzame School leren kinderen kennis en vaardigheden. Maar kennis en vaardigheid is vaak nog niet voldoende om het gewenste gedrag voort te brengen. Een kind dat over een bepaalde vaardigheid beschikt, hoeft namelijk nog niet geneigd te zijn om deze vaardigheid altijd in te zetten. Dat is onder andere afhankelijk van de houding, de attitude, van de wil om het geleerde ook in praktijk te brengen. Attitudes worden sterk beïnvloed door de context, door de dominante sociale norm van de omgeving waar iemand deel van uitmaakt. Met De Vreedzame School willen wij een cultuur realiseren waarin de sociale norm bepaald wordt door de hiervoor omschreven doelen: constructief omgaan met meningsverschillen en conflicten, actieve participatie, zorgzaam en pro-sociaal gedrag. Om zo middels die norm invloed uit te kunnen oefenen op de attitude-ontwikkeling, die bepalend is voor ‘vreedzaam’ gedrag. 24
schoolgids vaste deel 2015-2019 • Het bevorderen van sociale verbondenheid en gemeenschapszin: Uit onderzoek blijkt dat problemen bij jongeren veel minder voorkomen wanneer ze opgroeien in een omgeving waarin sprake is van sociale verbondenheid: een omgeving waarin zij zich welkom, gerespecteerd en niet gediscrimineerd voelen, waarin ze merken dat er positieve verwachtingen over hen bestaan en waarin ze ondervinden dat ze ‘ertoe doen’. Kinderen hebben het nodig om nodig te zijn. Natuurlijk zijn er in een omgeving waar kinderen in verkeren regels nodig, maar de sleutel voor een positief klimaat ligt meer in het samen creëren van een cultuur, dan in het bedenken van allerlei regels en codes waar kinderen zich aan dienen te houden. Kinderen moeten het gevoel hebben verantwoordelijk te zijn voor die cultuur, moeten de boodschap krijgen dat ze erbij horen, en dat ze nodig zijn. Om zo’n verbindende omgeving te bewerkstelligen proberen wij de cultuur van de omgeving waar het kind in verkeert te beïnvloeden. We willen dat die omgeving als een leefgemeenschap wordt gezien, als een oefenplaats voor sociale competentie en actief burgerschap.
De lessen van De Vreedzame School zijn verdeeld over het jaar in zes blokken van 6 tot 10 lessen: 1. We horen bij elkaar – over groepsvorming 2. We lossen conflicten zelf op – over conflicthantering 3. We hebben oor voor elkaar – over communicatie 4. We hebben hart voor elkaar – over gevoelens 5. We dragen allemaal een steentje bij – over verantwoordelijkheid 6. We zijn allemaal anders – over diversiteit In de lessen maken we veel gebruik van coöperatieve werkvormen en staat de leerling centraal. De les begint met een binnenkomer: een korte, speelse activiteit, het signaal dat er nu op een minder cognitieve manier gewerkt wordt dan meestal het geval is. Samen met de leerlingen wordt daarna de agenda (het overzicht van de les) en het doel van de les doorgenomen: wat gaan we leren? 25
schoolgids vaste deel 2015-2019 Daarna volgen activiteiten rond het thema van de les in zeer gevarieerde werkvormen. Na deze leskern wordt de leerlingen in de evaluatie (‘wat hebben we geleerd?’) gevraagd hun mening over de les te geven, en wordt teruggegrepen op het doel van de les. Er wordt afgesloten met een afsluiter (opnieuw een korte, speelse activiteit). Mediatoren Een belangrijk onderdeel van De Vreedzame School is mediatie. Mediatie is bemiddeling bij conflicten. Alle leerlingen leren wat mediatie is en hebben geleerd om te proberen eerst conflicten zelf op te lossen. Daarnaast worden ook enkele leerlingen van de bovenbouw opgeleid om de rol van leerlingmediator te vervullen. Zo nemen de kinderen (in eerste instantie) zelf de verantwoordelijkheid voor het oplossen van conflicten in de klas of op het schoolplein. Wanneer een conflict voor de mediatoren onoplosbaar is of veiligheid in het geding is, spreekt de leerkracht met de betrokken kinderen. Leerlingen die mediator willen worden solliciteren hiernaar en worden gekozen door de groep. Zij volgen binnen school een opleiding (verzorgd door leerkracht-coaches) waarin zij via een stappenplan leren mediëren in conflicten tussen (groepjes) kinderen. Wie mediatoren van de week zijn is zichtbaar middels foto’s op de ruit naast de nieuwbouwdeur. (zie ook: Algemene Regels; (Sociale) veiligheid en pestprotocol) Groepsvergadering en leerlingenraad Wanneer er iets bijzonders speelt of wij met de groep voor een keuze staan houden wij regelmatig een groepsvergadering. In en met de groep wordt bijvoorbeeld in de eerste twee schoolweken afgesproken ‘hoe wij het willen hebben in de groep’. Dit resulteert in een aantal groepsafspraken die door alle kinderen onderschreven worden. Ook worden op democratische wijze taken in de groep verdeeld. Kinderen kunnen met argumenten solliciteren naar een taak. Zo leren kinderen verantwoordelijkheid te dragen voor de groep en de omgeving. In groep 5 t/m 8 hebben de leerlingen twee leden gekozen voor de leerlingenraad. Zij vertegenwoordigen met zijn achten alle leerlingen van de school. In de leerlingenraad worden onderwerpen besproken die de kinderen raken. Per onderwerp is helder of zij klankbord zijn voor het team en advies mogen geven of namens alle leerlingen een besluit mogen nemen. Soms wordt een onderwerp voor en/of na afloop van de vergadering door de vertegenwoordigers met alle groepen besproken. Wereldoriëntatie Onder wereldoriëntatie wordt verstaan: meer weten en begrijpen van de wereld om ons heen. Dus aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs. Tot en met groep 4 richten we ons hierbij op de directe leefomgeving en belevingswereld van het kind: ‘Wat gebeurt er allemaal om mij heen, wat is dat en hoe komt dat?’ Hierbij gebruikt groep 4 onder meer vertelplaten van een voorloper van de geschiedenismethode uit groep 5. Vanaf groep 5 zijn de leerlingen toe aan een bredere verkenning. Daarbij maken wij gebruik van verschillende methodes: • ‘Natuniek’ voor onderwijs in natuur en techniek • ‘Bij de tijd’ voor het geschiedenisonderwijs • ‘Land in zicht’ voor aardrijkskunde en topografie • ‘Blits’ voor informatieverwerking In groep 8 wordt het lezen van de krant gestimuleerd en is er dagelijks aandacht voor het actuele nieuws. Hierbij past het groepsabonnement op ‘7 days’, dat door veel kinderen gewaardeerd wordt. Natuur(- en techniek)onderwijs In de groepen 1 t/m 4 wordt ingespeeld op de jaargetijden, we brengen een bezoek aan de kinderboerderij en/of een echte boerderij en er staan een herfst- en voorjaarswandeling op het programma. Ook werken we samen met lesmateriaal van de Boswerf in Zeist. Die samenwerking gaat 26
schoolgids vaste deel 2015-2019 door t/m groep 8. Vanaf groep 3 werken we met een geïntegreerde methode voor natuur- en techniekonderwijs. Per leerjaar biedt Natuniek 2 natuur- en 2 techniekthema’s aan. Na twee jaar worden deze thema’s herhaald en uitgediept. Zo komen alle natuur- en techniekthema’s drie keer aan bod: Groep 3, 5 en 7: Natuur: Omgeving Leven van mensen, planten en dieren Techniek: Leven Natuurkunde en techniek Natuur: Zintuigen Zintuigen bij mensen en dieren Techniek: Techniek om je heen Techniek en constructies groep 4, 6 en 8: Natuur: Gezondheid Verzorging van je lichaam Techniek: Beweging Hefbomen, tandwielen en machines Natuur: Planten en dieren Waar en hoe leven planten en dieren Techniek: Techniek helpt jou Techniek als hulpmiddel in jouw leven Aardrijkskunde Voor de kleuters en groep 3 en 4 is aardrijkskunde geen apart vakgebied. Er is wel aandacht voor oriëntatie van en in de eigen omgeving. Het gebied waar elke groep zich op richt breidt steeds uit: Groep 5 Nederland: provincies, hoofdsteden, eenvoudige aardrijkskundige begrippen, kaartlezen Groep 6 Topografie binnen Nederland, verdieping van aardrijkskundige kennis en begrip Groep 7 Europa Groep 8 De Wereld Geschiedenis Groep 4: Vanuit het heden en de directe belevingswereld van de kinderen wordt in de methode Bij de Tijd teruggekeken naar het recente, voor de kinderen herkenbare verleden. groep 5 t/m 8: Vanaf deze groepen is de methode concentrisch-chronologisch opgebouwd, dat wil zeggen dat de tien tijdvakken in de loop van de vier leerjaren regelmatig terugkeren. Daarbij wordt de kennis van de tijdvakken langzaam maar zeker uitgebreid. Staatsinrichting en (actief) burgerschap In de geschiedenislessen, of wanneer dit actueel is in bijvoorbeeld verkiezingstijd, besteden wij aandacht aan staatsinrichting. Groep 8 gaat jaarlijks op excursie naar het Binnenhof en de Tweede kamer. Vanuit De Vreedzame School is er veel aandacht voor het bevorderen van burgerschap. Geestelijke stromingen Vanaf groep 5 worden de belangrijkste geestelijke stromingen kort behandeld. Daarnaast bespreken we ter gelegenheid van de christelijke feestdagen, maar soms ook van islamitische, wat nu eigenlijk gevierd wordt. Wanneer de leerlingen zelf met vragen komen over vieringen, doop, belijdenis, Suikerfeest e.d. praten we over wat dat inhoudt. Kinderen die belijdenis of heilige communie mogen doen, krijgen hiervoor, evenals voor andere belangrijke religieuze vieringen, vrij van school. (Dit graag vooraf schriftelijk aangeven.) 27
schoolgids vaste deel 2015-2019
Verkeersonderwijs Groep 1-2: Verkeersbeleving. Groep 3 t/m 6: Verkeerslessen vanuit de verkeersmethode ‘Klaar Over’. Groep 7: De afsluiting van de methode met een verkeersexamen. Naast het schriftelijk examen van Veilig Verkeer Nederland wordt ook, samen met andere scholen uit Zeist een praktisch verkeersexamen afgenomen. Groep 8: Geen aparte verkeersles; wel een terugkoppeling naar aanleiding van gezamenlijke fietstochten en verkeersgedrag in ruime zin. Schooltelevisie Waar zinvol maken we (via onze digiborden en touchscreens) gebruik van schooltelevisie. In groep 1-2 kijken we naar ‘Koekeloere’. Hierin komen de thema’s van het jaar aan bod. In groep 3 en 4 maken we gebruik van de schooltelevisie-methode ‘Huisje boompje beestje’. In groep 5 en 6 kijken we, als het in het programma past, naar ‘De Buitendienst. De bovenbouwgroepen kijken naar het ‘Jeugdjournaal’. Ook wordt vanaf groep 3 het digibord in combinatie met internetapplicaties regelmatig gebruikt voor het interactief ondersteunen van ons onderwijs. Het domein ‘Kunstzinnige oriëntatie’ Voor ons betekent dit: • Dat leerlingen leren zich op een creatieve manier uit te drukken en op een eigen manier omgaan met creatieve uitingen van anderen. Creatief denken en samen zoeken naar oplossingen staan in dit proces centraal. Wij stimuleren het ontwikkelen van creativiteit niet alleen in de expressievakken. Ook in projectwerk en tijdens andere activiteiten willen wij onze leerlingen uitdagen om tot creatieve oplossingen te komen (creatief denken). Onder de expressie activiteiten verstaan wij: • tekenen • handvaardigheid • muziek • spel/bevordering van het taalgebruik en beweging • drama In deze beleidsperiode willen we, vanuit visie, de leerlijnen binnen dit domein beschrijven en een verbeteringsslag maken. Hierbij willen we de verbinding maken met talentontwikkeling en de leerlijnen meer- en hoogbegaafdheid, ICT en techniek. Ook willen we in de periode 2015-2019 een technieklokaal realiseren. Samenwerking met lokale culturele instellingen We werken, om een extra aanbod te kunnen bieden, nauw samen met verschillende partners vanuit het cultuuraanbod in Zeist. Dit is gebundeld in ‘Cultuureducatie Zeist’ (www.cultuureducatiezeist.nl). Zij bieden in overleg met ons, dus op maat, een uitgebreide leerlijn ‘cultuur-plus’ aan waarin de diverse disciplines van kunstonderwijs en culturele activiteiten structureel een plek krijgen. Dit aanbod wordt mede gesubsidieerd door de gemeente Zeist en de overheid. Met deze uitgebreide lijn zijn wij uniek in Zeist! Groepsleerkrachten en deskundigen van bijvoorbeeld muziekschool, kunstencentrum, bibliotheek en lokaal cultureel erfgoed, maar ook bijvoorbeeld 28
schoolgids vaste deel 2015-2019 ervaringsdeskundigen of hobbyisten uit de wijk, geven samen in projectvorm, in school of op locatie les. Hierbij komen in de loop van de acht leerjaren onderstaande disciplines aan bod: • Muziek • Dans • Beeldend • Taal & Media • Theater & Musical • Erfgoed Naast dit aanbod, doen wij mee aan het kunstmenu KIDS van Kunstcentraal. KIDS staat voor ‘Kunst In De School. Dankzij het kunstmenu komt iedere leerling minimaal twee keer per jaar in aanraking met professionele kunst. U kunt hierbij denken aan het bezoeken van een theatervoorstelling, een museum of een andere tentoonstelling. Ook (cultureel) erfgoed vindt een plaats binnen het kunstmenu. De bezoeken worden altijd voorafgegaan door voorbereidende lessen in de klas. Omdat hier een afhankelijkheid van de kwaliteit van de aanbieders en subsidies onlosmakelijk onderdeel is, en wij komende jaren willen bekijken hoe dit zich verhoud met onze ambities, evalueren wij dit aanbod en maken zo nodig keuzes. Naast dit aanbod kiezen wij om het jaar een schoolproject of een schoolreisdoel. Beiden vallen qua thema ook in dit domein. Het schoolproject wordt altijd gezamenlijk afgesloten met een presentatie voor de ouders. Expressie en culturele vorming Beeldende vorming houdt meer in dan expressief bezig zijn en het aanleren van technieken. De leerlingen leren niet alleen iets maken, maar leren ook kijken naar werkstukken van anderen - of naar officiële kunst - en daarover praten (beschouwen). Ze leren creatiever denken en oplossingen zoeken. Beeldende creativiteit eist een zoekende houding; je openstellen voor toevalligheden, bereid zijn tot verandering en meer dan één oplossing kunnen accepteren voor een bepaald beeldend probleem. De kinderen leren omgaan met allerlei materialen en gereedschappen. Denk hierbij aan prikken, scheuren, knippen, snijden (karton, linoleum), lijmen, bouwen, vouwen, timmeren, zagen, boetseren, stempelen, naaien en (vinger)haken. Ook wordt geverfd met plakkaatverf en ecoline en natuurlijk getekend met potlood, vetkrijt, Oost-Indische inkt en houtskool. Zo hangt handvaardigheid weer samen met tekenen. In de groepen 5 t/m 8 bieden wij in gemengde groepen een serie crea-middagen aan. In kleinere groepen wordt met hulp van ouders een techniek aangeboden die in de grote groep niet makkelijk aan te bieden is. Een voorbeeld hiervan is solderen of een zweefvliegtuig maken van piepschuim. Er wordt, naast lessen uit bijvoorbeeld de methode ‘Moet je doen’, voor de lessen door de eigen leerkracht in de groep geput uit voorbeelden via media als Pinterest.
29
schoolgids vaste deel 2015-2019 Kunstuitleen Elke drie maanden mogen enkele kinderen uit de verschillende bouwen onder begeleiding bij de kunstuitleen in Zeist twee nieuwe kunstwerken uitzoeken. Hiervoor hebben wij een contract afgesloten bij Abrona (www.kunstabrona.nl). De kunstwerken die wij lenen zijn gemaakt door mensen met een verstandelijke beperking en vallen in die zin onder de Ousidersart. Deze kunstwerken worden voorzien van de naam van de ‘kiezers’ en een uitleg waarom dit kunstwerk gekozen is, in de gang opgehangen. Het domein ‘Bewegingsonderwijs’ Leerlingen van de Zeister Schoolvereeniging zijn bovengemiddeld sportief. Een heel groot deel van onze leerlingen is lid van een sportvereniging, veelal hockey, maar soms ook tennis of voetbal. Het niveau waarop onze kinderen bewegen is gemiddeld hoog te noemen. Ook in pauzes zien wij dit terug. Op de pleinen zijn sportief bewegende kinderen, en met name balspelende groepen kinderen eerder regel dan uitzondering. Belangrijke doelen binnen dit domein zijn: • Leerlingen leren beter deel te nemen aan diverse bewegingsactiviteiten door te differentiëren. Ieder kind op eigen niveau leert zich beter te bewegen, zodat ieder kind zich de motorische fundamentele vaardigheden eigen kan maken en deze kan ontwikkelen. • Een kind plezier laten krijgen in bewegen en het bewegen met anderen. • Leerlingen kennis laten maken met andere vormen van beweging, sport of spel. De kleutergroepen krijgen bewegingslessen van de eigen leerkracht in het speellokaal. Gymlessen met groot en klein materiaal, fantasieoefeningen, muziek- of vrije lessen wisselen elkaar af. De kinderen spelen daarnaast natuurlijk ook buiten als het weer het toelaat. (Wilt u zorgen dat de gymtas elke dag op school aanwezig is?) De oudere groepen krijgen les van een vakleerkracht in de sportzaal aan de Jagerlaan. Groep 3 en 4 krijgen eenmaal per week drie kwartier gymles in de sportzaal. We vragen elke week een ouder om (volgens rooster) met de groep mee te lopen. Groep 5 t/m 8 krijgt eenmaal per week gemiddeld anderhalf uur bewegingsonderwijs in de sportzaal. Tijdens de gymnastieklessen dragen de kinderen hun blauwe ZSV-shirt (verplicht), een witte broek en gymnastiekschoenen met lichte zool. Voor de kleuters is de ZSVsportkleding niet verplicht. Zij dragen een T-shirt en broekje of een gympakje met gymnastiekschoenen. Deze kleding blijft op school in een gymtas, die de school eenmalig ter beschikking stelt. Wilt u de gymkleding van uw kind duidelijk van hun naam voorzien? De gymkleding gaat regelmatig mee naar huis voor een wasbeurt. De blauwe ZSV-shirts zijn op school te koop bij onze administratrice in de koffiekamer. ICT-onderwijs ICT-onderwijs neemt op onze school een belangrijke plaats in bij het leren van het kind. De afgelopen jaren is er veel tijd besteed aan het creëren van een infrastructuur, waarin de leerlingen zowel in de klas als in het computerlokaal van de computer gebruik kunnen maken. Er is een netwerk aangelegd en het systeembeheer is uitbesteed en wordt webbased gehost. Alle ruimten zijn voorzien van de 30
schoolgids vaste deel 2015-2019 netwerkaansluiting of hebben Wi-Fi. Elke groep en elk kind heeft binnen onze leeromgeving ‘Skool’ een persoonlijke pagina waar software makkelijk en veilig toegankelijk is. Binnen de ZSV is voor twee dagen een leerkracht met ICT-taken aangesteld. Tot zijn takenpakket behoren uitvoering geven aan het vastgestelde ICT-beleid, bewaken van gestelde doelen en budgetten, zitting nemen in de ICT-werkgroep en met deze werkgroep waar nodig uitwerken, initiëren en signaleren van voor de ZSV belangrijke ontwikkelingen. De leerkracht met ICT-taken verzorgt voor een aanzienlijk deel het ICTonderwijs aan de groepen 4 t/m 8. In het ICT-beleidsplan is in 2015 voor groep 1 t/m 8 deze leerlijn ICT als volgt beschreven: In groep 1 en 2 ligt de nadruk op het leren bedienen van een computer en het kunnen inloggen in Skool. Verder leren de kinderen hoe ze een educatief spelletje starten. In groep 3 leren de kinderen hoe ze met de methodesoftware aan de slag kunnen. Ook start het oefenen van de typvaardigheid. In groep 4 beginnen de kinderen met het werken in Word en gaan ze alvast op een veilige manier het internet verkennen. Ook starten ze met programmeren. In groep 5 breiden ze hun vaardigheid met Word uit en maken de leerlingen een werkstuk. Ook komt het omgaan met PowerPoint erbij. Ze leren zoeken met Google en oefenen met het maken van een website. In groep 6 verdiepen de leerlingen hun vaardigheid met Word en PowerPoint en wordt dit uitgebreid met Exel. Verder maken ze een start met bewerken van digitale foto’s en filmpjes en nemen ze geluiden op. Ook maken ze een animatie. Vanaf groep 7 passen ze hetgene dat ze geleerd hebben toe in verschillende grote opdrachten. Ze leren werken met software voor video- en fotobewerking, muziek maken en oefenen met webdesign. De leerlijn wordt in deze beleidsperiode verder uitgewerkt en geïmplementeerd. Vier vormen van ICT-gebruik 1. ICT wordt ingezet ter ondersteuning van de schoolorganisatie en het kennismanagement 2. Leren over ICT. Leerlingen worden vaardig gemaakt hoe ze moeten omgaan met de computer en de bijbehorende randapparatuur, het gebruiken van software. 3. Leren met behulp van ICT. Hierbij is ICT een hulpmiddel in de onderwijssituatie. Leerlingen maken gebruik van de computer voor het uitwerken van een verslag, het gebruik van internet als bron van informatie, het gebruik van e-mail voor communicatiedoeleinden etc., gebruik van software om handelingen te automatiseren, in te oefenen en te diagnosticeren. 4. Leren door middel van ICT. Hierbij is sprake van inbedding van de computer in het onderwijs. De computer vervangt (delen van) bepaalde activiteiten van leerkrachten, handleidingen, methodieken en toetsen vanuit oogpunt van efficiency. Daarnaast leren de leerlingen kritisch (mediawijs) om te gaan met ICT als communicatie- en informatiemedium. De mogelijkheden voor digitale toepassingen worden steeds uitgebreider en/of betaalbaarder. Als school hebben wij hier ook mee te maken. Door het beschikbaar worden van uitdagende nieuwe en zinvolle toepassingen en de zich snel ontwikkelende informatietechnologie vraagt onze visie op (gebruik van) ICT regelmatig evaluatie. Op dit moment hebben wij er bijvoorbeeld vanuit overtuiging 31
schoolgids vaste deel 2015-2019 voor gekozen om gebruik te maken van veel en hoogwaardige desktops waar alle leerlingen gebruik van kunnen maken, in plaats van kwetsbare tablets en laptops voor de kleuterleerkrachten, zodat zij flexibel kunnen zijn bij het verwerken van observaties. Voor over vier jaar de huidige computers afgeschreven zijn, zullen wij opnieuw afwegen welke ‘devices’ meest passend zijn voor ons onderwijs. Tot die tijd zullen wij met team en leerlingen experimenteren in het werken met ‘bring your own device’. Het ICT-beleidsplan ligt op school ter inzage.
Leerlingenzorg Onder het hoofdstuk ‘Uitgangspunten’ is al aandacht besteed aan de term ‘passend onderwijs’ en de visie die ten grondslag ligt aan het door ons gekozen zorgprofiel ‘Netwerkschool’. In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de wijze waarop wij de leerlingenzorg organiseren. Relatie samenwerkingsverband met onze leerlingenzorg Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband is richtinggevend voor de inhoud en vormgeving van de zorg aan individuele leerlingen in de deelnemende scholen. (zie ‘downloads’ op www.swvzout.nl) Het geformuleerde beleid moet herkenbaar zijn in de schoolondersteuningsplannen (SOP) van de individuele scholen en leidt samen tot een dekkend aanbod voor de ondersteuningsbehoeften van alle leerlingen. De scholen uit het samenwerkingsverband geven hiermee samen invulling aan passend onderwijs. Centraal staat het streven om zo veel mogelijk leerlingen adequaat te begeleiden binnen het primair onderwijs, waardoor niet meer leerlingen dan in het verleden zullen zijn aangewezen op de speciale scholen voor primair onderwijs. Het ZSV-ondersteuningsplan In ons ondersteuningsplan zijn de ondersteuningsmogelijkheden binnen de ZSV beschreven. Wij gaan ervan uit dat de ontwikkeling per kind kan verschillen en dat ieder kind anders geaard, begaafd of gemotiveerd kan zijn. Elk kind kan en mag binnen de groep leren op zijn of haar niveau. We houden er rekening mee dat in elke groep enkele kinderen extra aandacht en zorg nodig hebben. Bijvoorbeeld kinderen met faalangst, erg drukke kinderen, kinderen die zich moeilijk kunnen concentreren of niet gemotiveerd zijn, of juist kinderen met opvallende begaafdheden. De leerkracht kan, terwijl de groep zelfstandig aan het werk is, binnen het handelingsgericht werken, extra tijd en aandacht aan hen besteden. Buiten de groep kan, wanneer de hulp ontoereikend is, de parallelleerkracht extra aandacht en ondersteuning geven. Dit alles binnen de grenzen van onze mogelijkheden, ons zorgprofiel. Deze grenzen worden bepaald door een aantal factoren: • De mate waarin een leerling individuele begeleiding nodig heeft. • Grenzen van gevoel van veiligheid binnen een groep of in de school. • Toegankelijkheid van het (monumentale) gebouw. • De uitkomst van de opgetelde individuele ondersteuningsbehoeften binnen een groep. • De expertise die binnen ons team voor een specifiek leerprobleem, somatisch probleem of (psychiatrische) diagnose beschikbaar is. In die zin willen wij minimaal goed zijn in de ‘basisondersteuning’ en zullen wij, wanneer zorg onze mogelijkheden overstijgt in overleg met ouders een beroep doen op expertise of een andere vorm van onderwijs binnen ons netwerk.
32
schoolgids vaste deel 2015-2019 Blijven zitten/groep overslaan Wanneer het onderwijskundig en/of qua emotionele ontwikkeling een verstandige stap is, komt het in een enkel geval voor dat kinderen een jaar versnellen of overdoen. De beslissing over doubleren of versnellen wordt genomen door de directie na zorgvuldig overleg met de groepsleerkracht en de ouders. Een jaar versnellen of overdoen heeft alleen dan zin, wanneer de verwachting is dat dit besluit de schoolloopbaan van het kind langdurig positief zal beïnvloeden. Bij kinderen die een jaar overdoen, proberen we het leerproces te laten doorlopen, zodat een leerling niet nogmaals moet leren wat hij al beheerst. Overstap van groep 2 naar groep 3 De uitgangspunten voor overgang van groep 2 naar groep 3 worden in 2015 omschreven in een protocol. Dit geeft ons houvast bij het komen tot een gefundeerd besluit, wanneer wij het vermoeden hebben dat een kind baat heeft bij ‘verlengd kleuteren’. Soms hebben kleuters, doordat zij laat in het schooljaar jarig zijn, een relatief korte periode in groep 1-2 doorgebracht en gunnen wij ze meer speelleertijd. Vanuit observaties, vastgelegd in het OVM, hebben wij criteria afgesproken die aan de basis liggen voor een goede start in groep 3. Dit kunnen zowel sociaal-emotionele, als cognitieve aandachtspunten zijn. Externe partners CED-Eduniek Met de schoolbegeleidingsdienst CED-Eduniek wordt door onze school op meerdere niveaus samengewerkt. • Leerlingenzorg: het observeren, toetsen en bespreken van individuele (zorg)leerlingen bij handelingsverlegenheid • Schoolbegeleiding: hulp bieden bij de uitvoering van beleidsvoornemens van de school • Scholing voor de leerkrachten Aanmelding voor begeleiding aan uw kind gaat na afstemming met de leerkracht en de ouders via de intern begeleider. Opdidakt Een aantal leerlingen binnen onze school heeft vanuit gediagnosticeerde dyslexie een extra ondersteuningsbehoefte voor technisch lezen of spellen. Voor hen bieden wij deskundigen van Opdidakt onder het dak van onze school (dus nabij) ruimte om, via een vergoed traject, een behandeling aan te bieden. (zie: www.opdidakt.nl) De individuele behandeling vindt eenmaal per week plaats op de vestiging of op school. De behandeling wordt verzorgd door een orthopedagoog of een psycholoog die gespecialiseerd is in het geven van dyslexiebehandeling. Naast een wekelijkse sessie, worden huiswerkoefeningen meegegeven waarbij begeleiding van een ouder of oefenpartner belangrijk is. Expertise vanuit SWV-ZOUT Wij kunnen bij handelingsverlegenheid gebruik maken van de expertise van het Schoolondersteuningsteam (SOT) van het samenwerkingsverband. Soms leidt dit tot een maatwerktraject, waarbij wij als school begeleid worden door een deskundige van het SOT. De samenstelling van het SOT is multidisciplinair. In ieder geval is er SO-(speciaal onderwijs), SBO(speciaal basisonderwijs) en basisschoolexpertise in het SOT aanwezig is, maar bijvoorbeeld ook een jeugdarts en het schoolmaatschappelijk werk. Aan het SOT zijn ook orthopedagogen verbonden, die onderzoeken kunnen doen. Het SOT werkt op basis van drie heldere uitgangspunten: • De vraag van de school is het uitgangspunt 33
schoolgids vaste deel 2015-2019 • Korte lijnen en snelle communicatie • Minimale regels: niet meer regelen dan nodig is. Daarnaast nemen directeur en ib’er deel aan scholingsbijeenkomsten en maken deel uit van een leerteam binnen het samenwerkingsverband. Zo leren wij binnen het samenwerkingsverband ook van en met elkaar. Toelaatbaarheidsadvies De wet passend onderwijs wil ervoor zorgen dat zoveel mogelijk kinderen naar een reguliere basisschool kunnen. Als uw kind extra ondersteuning nodig heeft, doet de basisschool haar best om die extra ondersteuning te bieden. Toch kan er een moment komen, waarop duidelijk wordt dat uw kind beter naar het speciaal onderwijs (SO) of speciaal basisonderwijs (SBO) kan gaan. Dat kan niet zomaar. Er is een toelaatbaarheidsadvies en een toelaatbaarheidsverklaring voor nodig. Elk maatwerktraject wordt door het SOT afgesloten met een conclusie. Indien de conclusie is dat toeleiding tot het SO of SBO is, wordt een gezamenlijke aanvraag voor een Toelaatbaarheidsadvies (TLA) opgesteld en ingediend bij het SOT. Een TLA kan aangevraagd worden door de ouders en de school gezamenlijk op het moment dat : • De ouders bij aanmelding aangeven dat er sprake is van een extra ondersteuningsvraag. De basisschool heeft na deze aanmelding van een leerling zes weken om na te gaan of een leerling kan worden toegelaten. Deze periode kan door de school eenmaal met maximaal vier weken worden verlengd. • Tijdens het ondersteuningstraject op het moment dat de schoolondersteuner van het SOT samen met de school en de ouders van een leerling concluderen dat het reguliere onderwijs onvoldoende mogelijkheden heeft om aan de onderwijsbehoefte van die leerling te voldoen en dat verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs wenselijk is. Criteria van het SOT t.b.v. het TLA Uitgangspunt is dat de procedure voor de aanvraag van een TLA met zo min mogelijk bureaucratie wordt omgeven. Er is immers al een traject van ondersteuning en begeleiding. Het SOT hanteert geen absolute criteria bij de afgifte van een advies. Er kunnen immers allerlei factoren van invloed zijn op de onderwijsbehoefte van het kind: het kind zelf, de gezinssituatie, de sociale omgeving, de leerkracht, groep, school…. Zo kunnen ogenschijnlijk vergelijkbare onderwijsbehoeften van kinderen gebaat zijn bij verschillende vormen van ondersteuning. Het SOT baseert het afgeven van een TLA op: • Schoolondersteuner, school en ouders zijn van mening dat een TLA noodzakelijk is • De basisschool en de ouders hebben de handelingsverlegenheid omschreven • De ondersteuningsbehoefte van het kind is in kaart gebracht • In het groeidocument zijn het beredeneerde onderwijsaanbod, de tussendoelen en het uitstroomperspectief beschreven. Om tot een verantwoord toelaatbaarheidsadvies te kunnen komen, dient het SOT te kunnen beschikken over: • Het volledig ingevulde groeidocument met daarin opgenomen het ontwikkelperspectief (OPP); • Het leerrendement uit het leerlingvolgsysteem op de verschillende vakgebieden: - begrijpend lezen; - rekenen; - spelling en lezen; - sociaal- emotionele ontwikkelingsgegevens indien beschikbaar.
34
schoolgids vaste deel 2015-2019 GGD en Jeugdgezondheidszorg Het preventieve gezondheidsonderzoek in groep 2 en 7 wordt geïnitieerd door de GGD (zie: www.ggdru.nl ). Het is bedoeld om de groei en ontwikkeling van uw kind te kunnen volgen. Soms kan gaandeweg een probleem ontstaan. Het kan daarbij gaan om lichamelijke afwijkingen, maar ook om psychosociale problemen zoals bijvoorbeeld gepest worden, depressieve klachten of eetproblemen. Door problemen vroegtijdig te signaleren kan op tijd naar een oplossing worden gezocht. Voorafgaand aan het onderzoek ontvangt u een uitnodiging met twee vragenlijsten. De vragenlijsten maken onderdeel uit van het onderzoek. Ook de toestemming van de ouder/verzorger komt hierin aan bod. Zonder toestemming kan het onderzoek namelijk niet plaatsvinden. De leerkracht krijgt ook een vragenlijst. Hierop vult hij/zij in welke kinderen extra aandacht nodig hebben. De leerkracht zal dit tevoren met u bespreken. De vragenlijsten staan vragen over de gezondheid en ontwikkeling van uw kind. Daarnaast maken we gebruik van een landelijke en wetenschappelijk onderzochte vragenlijst: de Strengths en Difficulties Questionnaire (SDQ). De vragenlijsten worden gebruikt om een inschatting te maken of u naast het standaard onderzoek nog een vervolgafspraak van de GGD krijgt aangeboden. Alleen de bijzonderheden uit de vragenlijst worden opgenomen in het digitale dossier van uw kind. Daarna worden de vragenlijsten vernietigd. De kinderen in groep 2 worden gezien door de assistente JGZ in het lokale Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Dit gebeurt in aanwezigheid van de ouder. Groep 7 wordt gezien door de assistente JGZ. Dit gebeurt op school zonder aanwezigheid van de ouder. Het onderzoek bestaat uit: • gesprek hoe het met het kind gaat • ogen en gehoortest • groei onderzoek De uitslag van het onderzoek krijgt uw kind in een gesloten envelop mee naar huis. Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kan meedenken met vragen rondom opgroeien en opvoeden. In het CJG werken het Consultatiebureau, Jeugdgezondheidszorg 4-19 jaar van GGD MiddenNederland en het maatschappelijk werk nauw met elkaar samen. Het CJG-Zeist (zie: www.cjgzeist.nl) is bereikbaar via de mail, telefoon of je kunt binnen lopen op het inloopspreekuur. Contactgegevens staan achter in de variabele schoolgids. Logopedie Alle kleuters van groep 2 worden daarnaast in hun ontwikkeling op spraak- en taalgebied geobserveerd door een logopedist. Wanneer er, in overleg met de leerkracht, aanleiding is voor nader onderzoek door middel van een uitgebreidere screening nemen wij contact met u op. Er wordt dan van tevoren aan u schriftelijk toestemming gevraagd. Ook kan een ‘onderzoek op verzoek’ aangevraagd worden. Mocht u geadviseerd worden om logopedische hulp voor uw kind in te schakelen dan wordt dit vaak door de zorgverzekering vergoed. Dyslexie Binnen onze basisondersteuning valt een goed aanbod voor dyslexie. Een kleine groep van alle dyslectische kinderen voldoet aan de criteria van de ernstige, enkelvoudige dyslexie. Deze criteria zijn beschreven in het landelijk Protocol Dyslexie, Diagnostiek en Behandeling. De criteria waar een kind aan moet voldoen zijn: • Bij aanvang van de zorg basisonderwijs volgen • Behorende bij de 10% zwakste lezers of behorende bij de 16% zwakste lezers en 10% zwakste spellers, vergeleken met leeftijdgenoten in Nederland (=ernstig) • Er mag geen sprake zijn van een andere ontwikkelingsstoornis die belemmerend werkt op de dyslexiebehandeling (=enkelvoudig) 35
schoolgids vaste deel 2015-2019 •
Er moet sprake zijn van een hardnekkig probleem. Dat betekent dat de school met handelingsplannen moet kunnen aantonen dat er reeds intensief gewerkt is aan het verbeteren van de lees- en spellingvaardigheden door de inzet van extra begeleiding, extra instructie en begeleide oefentijd en dat de resultaten daarvan zijn gemeten. Indien aan de eisen wordt voldaan komt de leerling in aanmerking voor vergoeding. De basisschool verwijst het kind door voor vergoede dyslexiezorg. Dit wordt gedaan door middel van het verstrekken van een leerlingdossier dat is opgesteld op basis van de criteria van het landelijk Protocol Dyslexie. Hierin wordt beargumenteerd waarom de school het vermoeden heeft dat er sprake is van een ernstige, enkelvoudige vorm van dyslexie. Voor hulp aan kinderen met dyslexie heeft de ZSV een protocol opgesteld. (zie onder ‘Protocollen’ op de website) Met een dyslexieverklaring krijgt het kind in de regel meer tijd voor de verwerking van ‘leeszaken’. Bij methode onafhankelijke toetsen (Cito en andere) kan dan van computer, ingesproken teksten, vergrotingen van de teksten en voorlezen gebruik worden gemaakt. Stappenplan leerlingenzorg Binnen de groep willen wij omgaan met verschillen. Dat betekent dat we er rekening mee houden dat leerlingen verschillende instructiebehoeften en werkstijlen hebben. Soms heeft een kind behoefte aan verlengde instructie, soms kan een kind al vlot zelfstandig aan de slag. Soms is er behoefte aan extra leerstof (meer van hetzelfde), soms heeft een kind behoefte aan verdieping van de leerstof. Het ene kind werkt makkelijk samen in de groep, het andere kind heeft meer baat bij een stilwerkplek. Wanneer een leerling op onze school ruim beneden of boven het gemiddelde werkt, probeert de leerkracht eerst binnen de groep en de parallel het niveau aan te passen. Indien dat niet voldoende is, volgen we de volgende vaste procedure. Wanneer een leerling met een individueel handelingsplan werkt kan dit plaatsvinden in zowel de eigen groep als in de parallel. De te onderscheiden stappen: 1e stap: Wij signaleren dat een leerling behoefte heeft aan extra ondersteuning: • De leerkracht(en) omschrij(ft)(ven) de ondersteuningsbehoefte. • De leerkracht beschrijft, in overleg met de parallelleerkracht, in het groepsplan, de concrete extra geboden hulp. • Er worden eventueel afspraken gemaakt t.a.v. een periode van 6-8 weken parallelondersteuning. • Ouder(s) worden op de hoogte gesteld. • Het handelingsplan wordt bewaard in de zorgmap en vastgelegd in het leerlingvolgsysteem. • Het handelingsplan wordt uitgevoerd (dan: stap 2). 2de stap: Na afronding van de periode, geldend voor het groepsplan, wordt er volgens de normen genoemd in het groepsplan geëvalueerd. 36
schoolgids vaste deel 2015-2019 • • • •
Het probleem is verholpen en het dossier wordt met een evaluatie afgesloten. Ouder(s) worden op de hoogte gesteld. Eventuele afspraken (b.v. vanuit dyslexieverklaring of een aangepast programma) worden (volgens protocol) vastgelegd en gevolgd. Het probleem is niet verholpen (besluit: stap 3 of 4).
3de stap: • Het (leer-)(sociaal-emotioneel)probleem en/of de speciale onderwijsbehoefte wordt besproken met de intern begeleider. • Er wordt intervisie gehouden (leerlingbespreking). • De ondersteuningsbehoefte wordt omschreven in een handelingsplan. • Wij hebben voldoende interne expertise: Er wordt een vervolghandelingsplan geschreven (stap 2). • Wij hebben onvoldoende expertise (besluit: stap 4 of 5). 4de stap: • Ouder(s) worden gehoord en het voorgenomen plan van aanpak wordt met hen gedeeld. • Er wordt hulp/intervisie gevraagd bij het Schoolondersteuningsteam (SOT) van het samenwerkingsverband. Er is nu voldoende expertise: Er wordt een nieuw handelingsplan geschreven (stap 2). • Er wordt hulp/intervisie gevraagd bij het Schoolondersteuningsteam (SOT) van het samenwerkingsverband. De verwachte uitstroom aan het einde van de basisschool is lager dan niveau eind groep 7. Een ontwikkelingsperspectief komt in beeld (OPP) (stap 6). • Er is onvoldoende expertise: Er volgt een onderzoek (stap 5). 5de stap: • Ouder(s) worden gehoord en het voorgenomen plan van aanpak wordt met hen gedeeld. • We besluiten tot nader onderzoek door een externe partner (bv. dyslexie- of capaciteitenonderzoek via Giralis-Opdidakt of CED-Eduniek). • Het probleem is in kaart gebracht (stap 1 en 2). • Het probleem is niet in kaart gebracht (besluit: stap 4 of 6). 6de stap: • Ouder(s) worden gehoord en het voorgenomen plan van aanpak wordt met hen gedeeld. Hierbij worden de uitstroomniveaus van de verschillende leergebieden, de belemmerende en bevorderende factoren en de talenten en interesses van de leerling meegewogen. • Er wordt hulp/intervisie gevraagd bij het Schoolondersteuningsteam (SOT) van het samenwerkingsverband. • Er wordt een groeidocument aangemaakt en dit wordt ingevuld (besluit: stap 3, 7 of 8). • In gezamenlijkheid kunnen we besluiten een OPP in te vullen (stap 7). 7de stap: • Het OPP wordt regelmatig halfjaarlijks (jan-juni) door betrokkenen en ib’er geëvalueerd en waar nodig bijgesteld (indien noodzakelijk besluit: stap 8). • Ouders worden door de leerkracht van de evaluatie op de hoogte gesteld. 8de stap: • Ouder(s) worden gehoord en het voorgenomen plan van aanpak wordt met hen gedeeld. • Wanneer blijkt dat we als school handelingsverlegen zijn kan er binnen het SWV-ZOUT gezocht worden naar passend onderwijs, bijvoorbeeld op een SO- of SBO-school (stap 9). 37
schoolgids vaste deel 2015-2019 9de stap: • Bij verwijzing wordt er door de (duo)leerkracht(en) (samen met de ib’er) een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit wordt ondertekend door de directeur.
Toetsing en rapportage Elk schooljaar wordt elk kind meerdere malen getoetst met methode onafhankelijke toetsen (b.v. Cito). Deze algemene toetsen zijn gericht op het signaleren van mogelijke knelpunten. We noemen en bespreken ze kort, eerst voor de kleutergroepen en dan voor groep 3 t/m 8. Methodeonafhankelijke toetsing geeft inzicht in de opbrengsten van ons onderwijs en geeft ons objectieve handvatten om kwaliteit te meten, bespreekbaar te maken en te zien waar eventueel verbetering nodig en/of zinvol is. Kleutergroepen 1 en 2 Het Intakegesprek Kleuters komen op school als ze vier zijn geworden. In de eerste schoolweken worden de ouders door de leerkracht uitgenodigd voor een gesprek over de eerste ervaringen. Hieraan voorafgaand hebben de ouders al het intakeformulier ingevuld en is er, indien nodig, contact geweest en zijn afspraken gemaakt in het kader van passend onderwijs. Het ontwikkelingsvolgmodel voor jonge kinderen (OVM) De naam van het model geeft aan wat de bedoeling van dit instrument is: het volgen van het ontwikkelingsverloop en het gedrag van kinderen. De verschillende ontwikkelingsaspecten worden per kind afzonderlijk vastgelegd, maar er wordt ook veel aandacht besteed aan de onderlinge samenhang van deze aspecten. Daardoor ontstaat per kind een gedifferentieerd totaalbeeld. Er wordt naar gestreefd dat de beschrijvingen van de observatie-items en de inhouden van het dagelijkse aanbod aan activiteiten/lessen zo nauw mogelijk op elkaar aansluiten, dat de geregistreerde gegevens ook direct vertaald kunnen worden naar het gewenste aanbod en het handelen van de leerkracht. Het gewenste aanbod (ontwikkelingsdoelen) wordt vastgelegd in een groepsplan. De inhoud van het Ontwikkelingsvolgmodel is gebaseerd op een ontwikkelingsgericht onderwijsconcept dat aansluit bij het handelingsgericht werken (HGW). De leerkracht verzorgt een speelleeromgeving die aansluit bij de zone van de naaste ontwikkeling van het kind, zodat het kind zich verder kan ontwikkelen. Als bij een kind een verandering wordt geconstateerd, wordt dit door de leerkracht genoteerd. Deze gegevens worden overgenomen in het (digitale) OVM. De observaties vinden niet plaats in toetssituaties, maar in dagelijkse, voor de kinderen vanzelfsprekende groepssituaties. Bij de ontwikkelingslijnen en observatiewijzer staat hoe de leerkracht kan aangeven in welke fase van ontwikkeling het kind zich bevindt. Dit gebeurt door het inkleuren van een ontwikkelingslijn. Het OVM is op deze wijze naast een leerlingvolgsysteem 38
schoolgids vaste deel 2015-2019 ook een planningsinstrument voor de leerkrachten. Voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften kan binnen het groepsaanbod een individueel aanbod worden samengesteld. Het individuele kindprofiel dient daarbij als basis en helpt om het ontwikkelingsperspectief te bepalen. Toetsen worden gebruikt om op objectieve wijze de ontwikkeling van de kinderen te volgen, of (in de analyserende fase) wanneer op basis van de verkregen gegevens verdiepend onderzoek nodig is. In deze beleidsperiode willen wij het werken met het OVM volledig inbedden in ons handelen. Ook willen wij komen tot een goed vervangingsbeleid voor de leermiddelen die in de kleutergroepen aanwezig (horen te) zijn. Bij nieuwe investeringen gaan wij uit van de behoefte om voor alle te onderscheiden ontwikkelgebieden een uitdagend en dekkend aanbod te hebben.
De leerlijnen binnen het OVM Het instrument Jonge kinderen onderscheidt acht domeinen: basale ontwikkeling; spel en werkgedrag; zintuiglijke ontwikkeling; motorische ontwikkeling; spraaktaalontwikkeling; wereldoriëntatie; lezen; rekenen. Elk domein is onderverdeeld in een aantal ontwikkelingslijnen. Elke lijn is onderverdeeld in acht ontwikkelingsfasen, verdeeld over de verschillende leeftijdscategorieën. De ontwikkelingslijnen die wij minimaal volgen zijn:
Intake leerlingen na 6 weken
Groep 1 leerlingen
Groep 2
1. Basale ontwikkeling: 1.1 zelfbesef 1.2 zelfstandigheid 1.5 relatie met volwassenen 1.6 relatie met kinderen
1. Basale ontwikkeling: 1.1 1.2 1.5 1.6
1. Basale ontwikkeling: 1.1 1.2 1.5 1.6
2.Speel- en leergedrag: 2.1 spelontwikkeling 2.4 motivatie
2. Speel-en leergedrag 2.1 2.4
2. Speel-en leergedrag 2.1 2.4
3. Motoriek 3.2 fijne motoriek
3. Motoriek 3.2 fijne motoriek
4. Zintuigelijke ontwikkeling 4.1 auditieve ontwikkeling 4.2 visuele ontwikkeling
4. Zintuigelijke ontwikkeling 4.1 auditieve ontwikkeling 4.2 visuele ontwikkeling
5. Spraak-taalontwikkeling 5.3 taalinhoud
5. Spraak- en taalontwikkeling 5.2 taalvorm, zinsbouw 5.3 begrip, woordenschat
39
schoolgids vaste deel 2015-2019
6. Wereldverkenning 6.3 lichaamsoriëntatie
6. Wereldverkenning 6.4 ruimtelijke oriëntatie
7. Geletterdheid 7.1 ontluikende geletterdheid
7. Geletterdheid 7.1 ontluikende geletterdheid
8. Gecijferdheid 8.1 tellen, ordenen
8. Gecijferdheid 8.1 tellen, ordenen
Het ‘oudste-kleuterpakket’ Vanaf het vroege voorjaar volgen de oudste kleuters een dagdeel per week een zogenaamd ‘oudste kleuter’ programma. Onderdelen van dit oudste-kleuterpakket zijn het toetsen, oefenen en leren beheersen van: • Rekenvoorwaarden; meer, minder, één op één relatie, tellen, terugtellen • Visuele discriminatie; verschillen kunnen zien • Auditieve discriminatie; verschillen kunnen horen • Auditieve analyse; klanken kunnen ontrafelen • Auditieve synthese; klanken kunnen samenvoegen • Schrijfdansoefeningen De toetsen voor groep 1 en 2 • Beery-toets voor visueel-motorische integratie • Toets letterkennis (grafemen) • Toets beginnende geletterdheid (Analyse en Synthese). • Dyslexietoets (Volgens het dyslexieprotocol na D/E score op de toets beginnende geletterdheid) • Cito rekenen voor kleuters Groep 3 t/m 8 Groep 3 Toetsen uit het leerlingvolgsysteem: • de AVI-toetskaarten. • DMT-toets • Cito Begrijpend lezen • Cito Rekenen en Wiskunde • Pi-dictee Methode gebonden toetsen: • De herfst-, winter- en voorjaarssignalering van de leesmethode Groep 4 t/m 7 Toetsen uit het leerlingvolgsysteem: • de AVI-toetskaarten en de DMT-toets (indien het technisch lezen nog onvoldoende ontwikkeld is) • Cito Begrijpend lezen • Cito Rekenen en Wiskunde • Pi-dictee (wordt in deze beleidsperiode mogelijk vervangen door Cito-spelling) • Cito-entreetoets (alleen groep 7) 40
schoolgids vaste deel 2015-2019 • (Cito) eindtoets (alleen groep 8) Methode gebonden toetsen: • rekenen wiskunde (Wereld in Getallen 4) • taal en spelling (Taal Actief 4) • begrijpend lezen (Nieuwsbegrip) • zaakvakken (groep 5 t/m 8) Met de entreetoets kan (kunnen) de leerkracht(en) van groep 7 nagaan of er in de kennis en vaardigheid hiaten zitten die vervolgens in groep 8 aandachtspunten zullen zijn. Er worden 4 onderdelen getoetst t.w.: taal, begrijpend lezen, rekenen/wiskunde en wereldoriëntatie/studievaardigheden. Voorafgaand aan de toets krijgen de ouders, naast de ‘Ouderfolder Entreetoets’ met daarin een uitgebreide uitleg, ook een uitnodiging voor een informatieavond over dit onderwerp. De toets wordt in meerdere dagdelen afgenomen en ter beoordeling opgestuurd naar het Cito. Daar wordt de toets met de computer nagekeken. De computer stelt voor elke leerling een leerlingprofiel op. De ouders krijgen, via de school, één exemplaar. De eindtoets in groep 8 wordt in het voorjaar afgenomen. Het schooladviestraject en de aanameprocedures van de scholen voor voortgezet onderwijs zijn dan al afgesloten. De resultaten van de eindtoets zijn in principe bedoeld om de school van voortgezet onderwijs waar het kind is aangemeld, een actueel en objectief beeld van de basisvaardigheden te kunnen leveren, waarop zij hun aanbod aan kunnen sluiten. Bij uitzondering kan de uitslag aanleiding geven het advies naar boven bij te stellen. Beoordeling en rapportage Bij de waardering van het gedrag en de prestaties van iedere leerling willen we laten zien in hoeverre de leerling de door ons gestelde doelen heeft bereikt. Toetsen uit het LVS zijn qua normering landelijk gestandaardiseerd. Resultaten hiervan zijn te vergelijken met leeftijdsgenoten in Nederland. Voor het beoordelen van methodetoetsen werken we vanuit de standaard die de methode biedt, aangevuld met schooleigen afspraken. • In groep 3 en 4 worden methodetoetsen beoordeeld met onvoldoende/voldoende • In groep 5 worden methodetoetsen beoordeeld met onvoldoende/voldoende of een cijfer • In groep 6, 7 en 8 worden methodetoetsen becijferd. Het leerlingvolgsysteem is de basis voor de (digitale) rapportage aan de ouders en voor het vastleggen van relevante gegevens t.a.v. de (leer)ontwikkeling van onze leerlingen. De oudste kleuters krijgen aan het eind van het schooljaar een rapport. Groep 3 t/m 8 krijgen drie maal per jaar een uitdraai van de digitale rapportage: in november, maart en aan het eind van het schooljaar. Het 1e en 2e rapport wordt respectievelijk in november en maart met de ouders besproken op de ‘tien minutenavonden’. De wijze waarop wij rapporteren wordt in de komende beleidsperiode geëvalueerd. Aansluiting bij het voortgezet onderwijs De overgang naar het voortgezet onderwijs (VO) is een belangrijke stap. De hieraan gekoppelde schoolkeuze is niet altijd even makkelijk en vanzelfsprekend. Bij toelating tot een school voor voortgezet onderwijs is het advies van de leerkracht leidend. Observaties die informatie geven over motivatie, planvaardigheid, mate van zelfstandig kunnen werken en coöperatief kunnen werken, maar ook de toetsresultaten helpen het advies onderbouwen. Daarnaast geven met name de ontwikkeling van het begrijpend lezen en rekenen op de Cito-toetsen in groep 6, 7, 8 en de entreetoetsresultaten vanuit groep 7 zinvolle informatie. 41
schoolgids vaste deel 2015-2019 In het advies betrek(t)(ken) de leerkracht(en) van groep 8 de leerkracht(en) van groep 7, de parallelleerkracht, ib’er en directeur, zodat het advies breed gedragen is. Actuele informatie, over bijvoorbeeld het tijdpad, kunt u vinden in de schoolgids. In deze beleidsperiode maken wij voor het eerst kennis met de Cito-eindtoets in het voorjaar. Binnen deze beleidsperiode zullen wij onze ervaring hiermee, maar ook de keuze voor cito, evalueren en toetsen aan andere (digitale) mogelijkheden.
Activiteiten Groepsgericht: • Op de ZSV vieren we het sinterklaas-, kerst- en paasfeest met een gezamenlijke viering. • In elke groep besteden we aandacht aan de Kinderboekenweek. • Door het jaar heen ondernemen we enkele educatieve uitstapjes naar een boerderij, kwekerij, museum of het biologisch centrum. • Wij maken gebruik van het aanbod van groepsgerichte projecten van de Boswerf of een op kunst en/of cultuur gerichte organisatie met een aanbod voor basisscholen • Wij maken met alle groepen gebruik van het projectaanbod uit het cultuurprogramma van de gemeente Zeist. • We maken met alle groepen gebruik van het aanbod van Kunst inde School (KIDS) • Groep 8 gaat elk jaar een weekje naar Vlieland om de jaren op de ZSV af te sluiten. Aan het eind van hun laatste jaar op onze school neemt groep 8 afscheid van de andere groepen met een musical. • Met leerlingen van groep 8 proberen we ook een aantal bedrijven te bezoeken (van ouders). De z.g. educatieve werkbezoeken. • In iedere groep wordt de verjaardag van de leerkracht(en) gevierd. • De laatste woensdag voor de zomervakantie maken de leerlingen kennis met de nieuwe leerkracht en hun nieuwe lokaal. Schoolbrede activiteiten: • Eenmaal per jaar, aan het begin van de zomer, houden we met groep 3 t/m 8 een sport- en speldag of een zwemfeest (groep 4 t/m 8). • We doen mee met de Koningsspelen rond 27 april. • Wij maken gebruik van het schoolbrede projectaanbod van Kunst Centraal. • Wij hebben een maatschappelijk doel dicht bij huis: Met Pasen en Kerst doen wij iets voor de Lawick, een centrum voor begeleid wonen, dat direct naast onze school gelegen is. • We kiezen een project met een maatschappelijk doel ver van huis. School en ouders: • Elke groep doet een (of meer) activiteit(en), project(en), voorstelling(en) of combinatie waarbij de ouders van de eigen groep worden uitgenodigd te komen kijken, of participeren. 42
schoolgids vaste deel 2015-2019 •
• • •
• •
We zijn lid van de kunstuitleen. Eenmaal per kwartaal selecteert een aantal leerlingen uit de onder- en bovenbouw met een teamlid en een ouder twee kunstwerken voor de kleutergang en de hal. De school neemt (onder leiding van een groep ouders) deel aan de avondvierdaagse. Jaarlijks organiseren de vrienden van de ZSV een feest voor alle kinderen en hun ouders. Eenmaal per jaar komt een fotograaf op school, die portretten van de leerlingen maakt en een groepsfoto. De foto’s kunnen door de ouders naar keuze al of niet worden afgenomen. De fotograaf werkt zelfstandig en wordt niet door de school ingehuurd. Speciaal voor de ouders organiseren de groepsouders minstens 1 x per jaar een koffieochtend of borrel om elkaar beter te leren kennen. Eens per vijf jaar vieren wij uitgebreid ons lustrumfeest.
Communicatie Website Op onze website www.zsv-zeist.nl vindt u, naast een digitale versie van deze schoolgids, actuele informatie over het reilen en zeilen van de school. Binnen de website is er een onderscheid tussen openbare en beveiligde informatie. Privacygevoelige informatie, zoals foto’s en adressen, staan achter een inlogcode. Ouders (leden van de vereniging) krijgen deze bij inschrijving. De website wordt door leerkrachten en ouders onderhouden. Naast onze eigen website willen wij ons als school profileren op www.scholenopdekaart.nl. Hier zijn onder andere ook kwalitatieve gegevens van DUO en de onderwijsinspectie zichtbaar. Contact en informatievoorziening Veel contact verloopt informeel, even snel een uitwisseling met de leerkracht bij het halen of brengen van de kinderen. Formele contactmomenten tussen school en ouders zijn: • Introductieavond voor ouders die nieuw lid zijn van de vereniging bij de start van elk schooljaar. • Informatieavond waarop de leerkracht(en) de werkwijze en activiteiten van de groep toelicht(en). • Bij start in ‘groep 1’ is er in de eerste weken een intakegesprek met de ouders. • In de maand waarin uw kind 5 jaar wordt vindt er een gesprek naar aanleiding van de Bososobservatielijst plaats. • Twee maal per jaar de ‘tien minuten gesprekken’ over de individuele vorderingen van de kinderen naar aanleiding van het rapport • Nieuwsbrieven (worden geplaatst achter de inlogcode op de site) 43
schoolgids vaste deel 2015-2019 • • •
De schriftelijke ‘digitale rapportage’ De schriftelijke of desgewenst mondelinge informatie over de uitslag van de Cito-entreetoets De schriftelijke of mondelinge informatie over het advies voor het voortgezet onderwijs en de uitslag van de eindtoets • Het incidenteel of met een zekere regelmaat geplande gesprek tussen leerkracht (, ib’er) en ouder op verzoek van een van beiden. In deze beleidsperiode zal het ZSV-communicatieplan worden geschreven. Intentie is dat wij, waar kan, de schriftelijke informatievoorziening zullen vervangen door digitale. Dit kan bijvoorbeeld gebruik van e-mail zijn, de website of een combinatie. Ouders worden verder uitgenodigd: • Zich in te zetten tijdens werkavonden, feesten, creatieve middagen en het onderhoud van het documentatiecentrum • Als groepsouder de leerkracht te assisteren bij het organiseren en begeleiden van uitstapjes en het vervoer daar naar toe • Als gast of als deelnemer mee te doen aan bijeenkomsten van de vereniging, de medezeggenschapsraad en de ouderraad, om zo samen te denken over een goede ondersteuning van het onderwijs op onze school • Voor de algemene ledenvergadering (alv)
Ouderbijdrage, toelatingsreglement en verzekeringen Ouderbijdrage De ouderbijdragen vormen een substantiële aanvulling op de subsidies van de overheid. Dankzij de ouderbijdragen kan de Zeister Schoolvereeniging de – ook door de leden – gewenste kwaliteit van het onderwijs handhaven. Tevens is er door de ouderbijdrage extra financiële ruimte voor personeel, moderne leermiddelen en huisvesting. De ouderbijdrage is wettelijk gezien vrijwillig! Maar… Ondanks dat de ouderbijdrage een vrijwillige bijdrage van de ouders aan de school betreft, verzoeken wij u vriendelijk deze bijdrage wel te betalen. Uit ervaring weten wij dat ouders juist vanwege de uitstraling, kleinschaligheid en de extra’s kiezen voor onze school. Wij bekostigen van deze gelden zaken die niet, of niet voldoende, gesubsidieerd worden door de overheid. Als vereniging, en als kleine eenpitter, hebben wij bijvoorbeeld een prachtig en ruim gebouw, voorzien wij in extra handen in en rond de klas en in vakleerkrachten voor gym en ICT. We hebben een prachtig geoutilleerde computerzaal, we gaan naar Vlieland en willen op veel terreinen onze verenigingscultuur in stand houden, waarbij we soms ook gewoon iets extra’s doen, zoals een bloemetje wanneer er een broertje of zusje geboren wordt. Wij zijn voor de bekostiging van deze zaken, en dus een financieel gezonde school die kan blijven zijn wat we willen zijn, daarbij dus afhankelijk van uw bereidwilligheid 44
schoolgids vaste deel 2015-2019 tot betalen… Bij financiële nood is een betaling in termijnen of een vermindering van de ouderbijdrage, onder bepaalde voorwaarden, eventueel mogelijk. Hiervoor kunt u contact opnemen met de penningmeester. Wel wordt dan verwacht dat u stukken toont waaruit uw belastbaar inkomen blijkt. Mocht een leerling de school tijdens het schooljaar verlaten, dan wordt de ouderbijdrage niet gerestitueerd. Nieuwe leden krijgen een ‘overeenkomst ouderbijdrage’ en een exemplaar van het reglement ouderbijdrage. Door ondertekening van deze overeenkomst geeft men de bereidheid tot betaling van de ouderbijdrage aan. De ouderbijdrage wordt jaarlijks per 1 juli geïndexeerd conform het CBS-inflatiecijfer van het jaar ervoor. De hoogte van de ouderbijdrage wordt vastgesteld tijdens de algemene ledenvergadering. Op de ALV wordt over de besteding van de gelden verantwoording afgelegd (zie ook het veranderlijk deel van deze gids). Sponsoring en donaties Wij volgen wat betreft sponsoring het convenant Netelenbos: Uitgangspunt is dat school niet afhankelijk mag worden van financiële giften of diensten. Deze mogen de inhoud van het onderwijs niet beïnvloeden. Verder mogen objectiviteit, geloofwaardigheid en betrouwbaarheid niet worden bedreigd. Toelatingsreglement De Zeister Schoolvereeniging hanteert een maximum aantal leerlingen (groep 3 t/m 8) van 31 per groep. Voor aanmeldingen voor groep 1/2 is de maximale instroom van 31 leerlingen ‘twee jaar later in groep 3’ bepalend. De drie kleutergroepen beginnen het schooljaar met gemiddeld 20 kinderen en groeien gedurende het schooljaar richting 27 leerlingen. Wanneer een kind aangemeld wordt, en er is (nog) geen plek, dan komt het kind op de wachtlijst. Op het moment dat het kind plaatsbaar is, volgt inschrijving. Wanneer toelating tot een bepaalde groep zou leiden tot een overschrijding van dat maximumaantal, gelden de volgende voorrangsregels bij de opstelling van een te vormen wachtlijst: • Leerlingen die in overleg met de schoolleiding tijdelijk onze school verlaten, hebben voorrang boven leerlingen die voor de eerste keer worden aangemeld • Leerlingen met een broertje of zusje op school hebben voorrang op leerlingen bij wie dat niet het geval is • Plaatsing van leerlingen geschiedt in volgorde van aanmelding Ten alle tijden is een ‘passende’ samenstelling van de groep voor ons uitgangspunt. Dit kan in uitzonderlijke gevallen betekenen dat wij een jongen of meisje voorrang verlenen of een groep niet aanvullen tot 31. In dat geval gaat ‘een binnen de groep hanteerbare zorgzwaarte’ voor de voorrangsregels uit. Ongeveer drie maanden voor het kind geplaatst kan worden ontvangen de ouders van ons een intakeformulier. Nadat het intakeformulier ingevuld retour is nodigt de directeur beide ouders, samen met het kind, uit voor een kennismakings-/intakegesprek en een rondleiding. Dit is tevens de gelegenheid om even een kijkje in de groep te nemen. Wij zijn van mening dat elke aangemelde tweeling in principe in twee afzonderlijke kleuterklassen moet worden geplaatst.
45
schoolgids vaste deel 2015-2019 Wanneer de ontwikkeling van het kind niet vanzelfsprekend is verlopen en/of wij verwachten dat er mogelijk een extra ondersteuningsbehoefte is, wordt de intern begeleider bij het intakegesprek betrokken. Samen bekijken wij dan of wij, vanuit ons zorgprofiel bekeken, de passende school zijn voor het kind en/of er specifieke afspraken moeten worden gemaakt met betrekking tot passend onderwijs. In maart/april vragen wij aan alle ouders met een kind op de wachtlijst of zij hun plekje willen handhaven. Hiermee zorgen we dat de wachtlijst elk voorjaar actueel is. In maart houden wij een algemene informatieavond voor alle ouders met een kind op de wachtlijst. Ouders die hier belangstelling voor hebben, kunnen zich aanmelden via de administratie. Vlak voor de peildatum van 1 mei wordt bekeken wie komend schooljaar geplaatst kan worden. Hiervan ontvangt iedereen bericht. Leerlingen die bij aanvang van het nieuwe schooljaar geplaatst worden, worden uitgenodigd voor een kennismakingochtend (met de nieuwe groep) op de laatste woensdag voor de zomervakantie. Nieuwe leerlingen die gedurende het schooljaar instromen worden vanaf hun 4e jaar toegelaten tot de ZSV. Wanneer het kind 3 jaar en 10 maanden oud is, mag het 5 dagdelen naar school als gewenningsperiode (dit in samenspraak met de ontvangende leerkracht). Wanneer er een plekje vrijkomt in één van de groepen 3 t/m 8, kijken wij naar de wachtlijst en benaderen de ouders van de leerling die in aanmerking komt voor deze plek. Voor wij definitief ‘ja’ zeggen op plaatsing, wordt de leerling op school gevraagd en wordt hij/zij door een van onze leerkrachten getoetst voor spelling, technisch en begrijpend lezen en rekenen. Ook hebben wij een intakegesprek met ouders en kind, in dit gesprek komt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling aan de orde. Wanneer er in kader van passend onderwijs geen belemmeringen zijn, wordt het kind ingeschreven en vragen we het onderwijskundig rapport op van de huidige school. De schoolleiding toetst alle aanmeldingen aan het toelatingsreglement. In die gevallen, waarin het reglement niet voorziet, besluit de schoolleiding na raadpleging van het bestuur. Van nieuwe ouders wordt ‘wanneer het kind geplaatst is’ een verklaring gevraagd waarin zij aangeven dat hun kind(eren) niet gelijktijdig is/zijn ingeschreven op een andere school. Buitenlandbeleid Een gezin dat naar het buitenland vertrekt kan in overleg met de directie en leerkracht(en), een terugkeergarantie in de oude groep krijgen voor de kinderen. De terugkeergarantie geldt voor maximaal één schooljaar. Voorwaarde is in elk geval dat de ouderbijdrage wordt doorbetaald. Voor informatie kunt u contact opnemen met de directie. Schorsen en verwijderen Vanaf 1 augustus 2014 is met de invoering van passend onderwijs ook de mogelijkheid tot schorsing in de wet op het primair onderwijs (artikel 40c-WPO) opgenomen. • Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een periode van ten hoogste één week schorsen. • Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt. • Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. Het bevoegd gezag dienst de schorsing te melden via een formulier dat in het internet schooldossier (ISD) is opgenomen. De inspectie heeft de verantwoordelijkheid om toezicht te houden op de naleving daarvan. Zij gaat ervan uit dat een schorsing zo kort mogelijk duurt en dat scholen zich 46
schoolgids vaste deel 2015-2019 rekenschap geven van de gevolgen voor het kind. Mocht dit aan de orde zijn, dan mag van ons verwacht worden dat wij zorgvuldig te werk gaan. Meldcode Seksueel Misbruik en Kindermishandeling Wij hanteren sinds schooljaar 2013-2014 een protocol Meldcode. Het protocol ligt ter inzage bij de ib’er en de directeur. Wanneer acuut handelen noodzakelijk is, schakelen wij 'Veilig Thuis' in. Dit is het advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Vertrouwenspersoon en klachtenregeling Bij klachten of problemen kunt u behalve bij de groepsleerkracht(en), directie of bestuur ook terecht bij de vertrouwenspersoon van de ZSV. Op verzoek van ouders, maar ook van teamleden, kan hij adviseren, bemiddelen, begeleiden in een procedure of de weg wijzen naar andere instanties voor hulp, opvang, nazorg of bijstand verlenen bij het doen van aangifte bij politie of justitie. Verder zijn we aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van het VBS. Het reglement van de klachtencommissie kunt u opvragen bij het secretariaat van het VBS. (Namen en telefoonnummers vindt u achter in de variabele schoolgids.) De normale procedure is om bij klachten of problemen eerst in contact te treden met de (groeps)leerkracht, daarna met de directie en vervolgens met het bestuur. Problemen die besproken worden met de directie en/of bestuur zullen altijd teruggekoppeld worden naar de leerkracht. Problemen die voorgelegd worden aan de leerkracht zullen, indien nodig, altijd worden besproken met de directie. De vertrouwenspersoon kan de klager en degene(n) die bij de klacht betrokken is/zijn horen en trachten te bemiddelen teneinde tot een voor de klager aanvaardbare regeling te komen. Tevens kan hij de klager informeren over de geldende klachtenprocedure van de school, mogelijke justitiële procedures en mogelijke hulpverleners en de klager in eventuele verdere contacten bijstaan. De vertrouwenspersoon verschaft aan anderen geen gegevens over de klager tenzij met diens uitdrukkelijke toestemming. (Brand)veiligheid op school Mocht er zich een ongeluk of calamiteit voordoen dan zijn er op school dagelijks voldoende geschoolde EHBO-ers en Bedrijfshulpverleners aanwezig. Ons gebouw voldoet aan de eisen voor brandveiligheid. Dit wordt jaarlijks gecontroleerd en gecertificeerd. Elke groep oefent bij aanvang van het jaar de ontruimingsroutine. Twee maal per jaar houden wij onder leiding van de BHV-ers een schoolbrede ontruimingsoefening. Deze wordt door de veiligheidscommissie geëvalueerd. Een uitgebreide EHBO-koffer is aanwezig in de koffiekamer. In elke groep ligt een kleine EHBOtrommel. Wanneer er zich een ernstig incident of ernstig letsel voordoet, dan evalueren wij de oorzaak en leggen het incident vast in een logboek. De vaste speelmaterialen in de speelzaal en op de pleinen worden jaarlijks door de Nijha gecontroleerd en waar nodig ondernemen wij op basis van hun rapport actie. Verzekeringen De Zeister Schoolvereeniging heeft een aantal verzekeringen afgesloten waarvoor zij premie afdraagt: • Collectieve scholierenverzekering • (school)Reisverzekering • (wettelijke) Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en beroepen • Bestuursaansprakelijkheidsverzekering 47
schoolgids vaste deel 2015-2019 • •
Eigendommenverzekering schoolgebouwen (collectief via gemeente Zeist) Schoolinventarisverzekering (dekt eigendommen die niet uit algemene middelen zijn verkregen)
Algemene regels en afspraken Routines en afspraken bij in- en uitgaan van de school • De lessen beginnen om 8.30 uur. • Wij rekenen er op dat alle kinderen, wanneer om 8.25 uur de fluit gaat, op het plein zijn om met de groep naar binnen te gaan. • Wilt u bij het halen en brengen van uw kind(eren)uw eventuele fiets zo parkeren dat passerend verkeer hier geen last van heeft. • Voor kinderen die met de auto gebracht worden, hebben wij voor de school een Kiss & Ridestrook. Parkeren is hier tussen 8 en 9 uur verboden. U kunt uw auto parkeren aan de rechterzijde van de Verlengde Slotlaan of op de parkeerplaats van de kerk. Wilt u ook de inen uitritten in de laan vrijhouden. • De kleuterdeur gaat om 8.20 uur open, het hek voor de leerlingen van groep 3 t/m 8 om 8.15 uur. • Groep 3 t/m 8 gaat om 8.25 uur naar binnen. En het hek gaat om 8.30 uur weer dicht. • Te laat komen is erg storend, ook in de kleutergroepen als de kringactiviteit al is gestart. Wilt u ervoor zorgen dat uw kind bijtijds op school is? • Kleuters die met de fiets komen parkeren hun fiets achter de speelzaal in de fietsenrekken. Het is de bedoeling dat leerlingen van groep 3 en 4 hun fietsen rechts tegen de erfgrens van de Lawick parkeren. De rekken tegen de nieuwbouw zijn voor groep 5 en 6; de rekken achteraan zijn bedoeld voor groep 7 en 8. • Na schooltijd is er een begeleide oversteek georganiseerd. Wij vragen iedereen nadrukkelijk via de oversteek naar de overzijde van de laan te gaan. De ouders die dienst hebben als ‘klaar-over’, blijven ‘op hun post’ tot een kwartier na het einde van de schooltijd. Daarom is het noodzakelijk dat alle leerlingen na school meteen naar huis gaan. • Honden worden op het schoolplein niet toegelaten. School T-shirt, gymtas, luizencape, schrijfgerei, boekentas • Elk kind dat op school komt krijgt een blauwe schooltas met logo voor het bewaren van de gymspullen. • Het blauwe schoolshirt met logo voor de gymlessen en sportieve activiteiten is te koop bij de administratief medewerkster. • Het gebruik van een luizencape, ter bedekking van de jas aan de kapstok, is verplicht voor alle groepen. De cape kunt u aanschaffen bij de administratief medewerkster. • De school zorgt in alle groepen voor het schrijfgerei. Bij verlies of vernieling moet de leerling op eigen kosten nieuw materiaal aanschaffen. 48
schoolgids vaste deel 2015-2019 •
Vanaf groep 6 vragen wij de leerlingen voor het vervoeren van b.v. huiswerk, een boekentas of stevige rugzak te gebruiken.
Huiswerk • Groep 5: zaakvak toetsen thuis leren. • Groep 6: zaakvak toetsen thuis leren. Soms werk dat niet af is thuis afmaken. • Groep 7: 1x per week een huiswerkcombinatie van rekenen, taal, spelling. Iedere week Blits. Daarnaast voor zaakvakken en Engels. Soms werk dat niet af is thuis afmaken. • Groep 8: Blits, woordpakketten voor spelling, werkwoordspelling, Engels kernwoorden en toets, zaakvak toetsen thuis leren. Soms werk dat niet af is thuis afmaken. Voor zaakvaktoetsen wordt een samenvatting meegegeven. Groep 8 maakt deze samenvatting zelf. Het werkboek mag mee naar huis, het lesboek blijft in principe op school. Vanaf groep 6 mogen leerlingen een agenda gebruiken, vanaf 7 is een agenda verplicht. (Sociale) veiligheid en pestprotocol De beste leeromgeving voor een kind is een veilige leeromgeving. De ZSV onderschrijft het belang van een veilige leeromgeving, en ziet haar leerlingen bovendien graag met plezier naar school komen. Het bieden en behouden van een veilige leeromgeving vereist voortdurende aandacht van directie, de teamleden, medezeggenschapsraad en het bestuur van de ZSV, en kan uiteraard niet optimaal gerealiseerd worden zonder de aandacht, betrokkenheid en medewerking van ouders, verzorgers en de leerlingen zelf. Het werken aan de veiligheid op school vraagt om heldere schoolregels, die op een positieve en actieve manier worden uitgedragen. In die zin hebben wij vanuit De Vreedzame School 5 gouden gedragsregels opgesteld. Deze regels en gelden altijd en overal en wij vragen iedereen die bij school betrokken is om dit uitgangspunt te respecteren.
Daarnaast maakt elke groep aan het begin van het schooljaar, vanuit de lessen van De Vreedzame School (blok 1 - ‘We horen bij elkaar’), groepsafspraken over hoe zij het prettig vinden in de groep. Deze afspraken worden met enige regelmaat geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. (zie ook: Domein Oriëntatie op jezelf en de wereld; De Vreedzame School) Wanneer wij merken dat er gepest wordt, en dit zich niet in een direct gesprek goed oplost, kunnen wij er voor kiezen om de Oplossingsgerichte Pestaanpak (OPA), te hanteren. Kinderen worden bij deze aanpak aangesproken op hun verantwoordelijkheid. De schuldvraag is hierbij niet van belang. De OPA bestaat uit een aantal achtereenvolgende gesprekken tussen een leerkracht en leerlingen: Zodra een leerkracht constateert dat een kind gepest wordt, start de leerkracht in overleg met ib’er en de directie een OPA-traject. De leerkracht formeert in overleg met het gepeste kind een steungroep die het gepeste kind helpt. Leerkrachten maken van de OPA-gesprekken een verslag. De 49
schoolgids vaste deel 2015-2019 leerkracht laat de ouders van alle betrokken kinderen weten dat een OPA is gestart, zodat ouders hun kind kunnen stimuleren hun verantwoordelijkheid te nemen. Wanneer het probleem niet oplost, escaleert of wanneer veiligheid in het geding is, dan biedt ons pestprotocol een handvat om betrokkenen aan te spreken. Het pestprotocol kunt u vinden op de website. Het pestprotocol kan alleen dan van waarde zijn wanneer het bieden van een veilige en plezierige leeromgeving proactief wordt nagestreefd en regelmatig aan de orde wordt gesteld op school. (Zie ook: Ouderbijdrage, toelatingsreglement en verzekeringen; Schorsen en Verwijderen) Gezonde school Wij vinden het vanzelfsprekend om aan gezond gedrag actief aandacht te besteden. Soms via een specifiek project, maar altijd vanuit voorbeeld gedrag en waar zinvol een goed gesprek. Onder een gezonde school verstaan wij het stimuleren van gezond gedrag en het hebben van een passend aanbod. Gezond gedrag omvat aandacht voor beweging, een schone omgeving en gezonde voeding. Sportiviteit Wij vinden sportiviteit en beweging belangrijk. Op onze speelpleinen is er veel ruimte om te spelen en te bewegen en houden wij rekening met de grote behoefte aan balspelen. Wanneer er bovenschoolse toernooien zijn nemen wij regelmatig deel. Ook doen wij, georganiseerd door de ouders, mee aan de avondvierdaagse. Roken, alcohol en drugs Binnen de school en op het schoolplein is roken niet toegestaan. Onder schooltijd en in aanwezigheid van kinderen wordt er op school geen alcohol gebruikt. Tijdens schoolfeesten wordt ‘gepast’ voor de ouders alcohol geschonken, waarbij we uitgaan van ‘gebruik met mate’. Drugs in en rond de school zijn vanzelfsprekend verboden. In groep 8 wordt elk jaar specifiek aandacht besteed aan de gevaren van roken, alcohol, drugs en vuurwerk. Gezonde traktaties Tijdens feesten, projecten, maar ook bij het vieren van verjaardagen proberen wij het trakteren van zoetigheid binnen de perken te houden. Schoonmaak Onze school wordt dagelijks schoongemaakt door een erkend schoonmaakbedrijf, volgens een vast schema. Wekelijks worden bijvoorbeeld vensterbanken afgenomen. In de vakanties wordt er extra aandacht besteed aan onder andere het schoonmaken van de toetsenborden en vindt ruitbewassing plaats. Vier keer per jaar wordt de schoonmaak geëvalueerd. Aan het einde van het schooljaar vragen wij de kleuterouders om ons mee te helpen om alle (spel)materialen schoon te maken. In de zomervakantie gaan alle meubels aan de kant en de linoleumvloeren in de was. 50
schoolgids vaste deel 2015-2019
Huisdieren, angst en allergieën Vanwege de hygiëne, en omdat soms kinderen bang of allergisch zijn voor bepaalde dieren, zijn huisdieren op het speelplein en in de school in principe niet toegestaan. Heel soms maken wij hierop (na afstemming met de groep) een uitzondering wanneer dit passend is bij bijvoorbeeld een spreekbeurt of project. Hoofdluis Er wordt na iedere vakantie (gecoördineerd door de luizencommissie) door een groep ouders een luizencontrole gehouden. Bij constatering van luis en of neten wordt contact met de ouders opgenomen met de vraag om zo snel mogelijk met behandeling te beginnen. Het protocol Hoofdluis is terug te vinden op de website. Verjaardagen Verjaardagen worden in gr 1 t/m 3 tussen 8.30 en 9.00 uur gevierd. Nadat er voor de jarige gezongen is, mag hij of zij trakteren in de klas. Als ouder mag u, na afstemming met de leerkracht, even op school blijven om de viering in de klas mee te maken. In de overige groepen trakteert de jarige, na te zijn toegezongen, voor de pauze. Alle jarigen mogen daarna met twee klasgenoten ‘de klassen rond’ en bij de directeur ‘de schatkist zoeken’. We willen u uitdrukkelijk vragen uitnodigingen voor verjaardagen niet op school uit te delen, tenzij de hele groep wordt uitgenodigd. Absentie en verlof Als uw kind ziek is en niet naar school kan, dient u dit voor schooltijd te melden. Dit kan telefonisch of door een briefje mee te geven aan een broertje, zusje of groepsgenoot. We proberen elke ochtend de voicemail af te luisteren. Als een leerling afwezig is zonder bericht, belt een leerling van groep 8 of de administratieve kracht zo spoedig mogelijk na het begin van de les naar het huisadres om na te gaan wat er aan de hand is. Wanneer een leerling onder schooltijd ziek wordt en het beter is dat hij of zij naar huis gaat, nemen wij contact met u op. Wanneer wij u niet kunnen bereiken bellen wij het noodnummer dat u heeft doorgegeven. In principe wordt het kind dan door u (of iemand namens u) opgehaald. Mocht een bovenbouwleerling zelf naar huis mogen, dan alleen met uitdrukkelijke toestemming en onder verantwoordelijkheid van de ouder(s). De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Ze vallen dan nog niet onder de Leerplichtwet, maar voor hen gelden wel de regels die de school voert over aanwezigheid en het volgen van het onderwijs. Leerplicht geldt voor kinderen van 5 jaar (vanaf de eerste dag van de maand nadat een kind 5 jaar wordt). Onze leerlingen nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Het bevoegd gezag kan echter op verzoek van ouders een leerling vrijstelling verlenen van het deelnemen aan bepaalde onderwijsactiviteiten. Ook wanneer een kind nog niet leerplichtig is willen wij graag op de hoogte gebracht worden van voorgenomen verzuim. Dit ter afstemming van ons onderwijs. Ter voorkoming van schoolverzuim wijzen wij alle ouders nadrukkelijk op het vakantierooster. Wij verzoeken alle ouders vanzelfsprekend zich aan dit rooster te houden met het plannen van vakanties. Het schoolvakantierooster wordt strikt gehanteerd: leerlingen krijgen in principe alleen vrij op de door school toegekende vrije dagen. Verzoeken om extra vrije dagen moeten 14 dagen van tevoren schriftelijk of per e-mail worden ingediend. Een vrijstelling kan slechts worden verleend op door het bevoegd gezag vastgestelde gronden. Een verzoek hiertoe kunt u indienen bij de directie van de school. Op de website, onder ‘vakantierooster’, 51
schoolgids vaste deel 2015-2019 kunt u een aanvraagformulier voor verlof downloaden. Hier staan ook de wettelijke verlofgronden omschreven. Het verzoek om verlof/schoolverzuim kunt u ter beoordeling sturen naar:
[email protected]. Registratie absentie Dagelijks wordt precies bijgehouden wie er die dag niet op school was en waarom. Bij afwezigheid van de leerling (zonder ziekmelding door de ouders) wordt door de school met de ouders contact opgenomen. Bij ongeoorloofd schoolverzuim neemt de school contact op met de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente Zeist.
Uit de archieven Onze vereniging heeft een respectabele leeftijd. Gedurende de jaren dat deze schoolgids actueel is zijn we gestaag op weg naar de 90 jaren ZSV! Wie wij zijn heeft te maken met wie we waren: Het bepaalt mede onze cultuur. Rondkijkend in onze school zien we veel terug uit het verleden. Allereerst het mooie gebouw, maar ook foto’s en andere zaken die ons een doorkijkje geven naar het verleden. Regelmatig komen leerlingen van toen nu hun eigen kind aanmelden en worden verhalen van toen gekoppeld aan ervaringen van nu. Hieronder een tweetal teksten uit de archieven: Mededeelingen van de Zeister Schoolvereeniging Nummer 1, juni 1930 Daar ons ter oore is gekomen, dat hier en daar geruchten gaan, als zoude de Zeister Schoolvereeniging hare school niet in September a.s. kunnen openen, hebben wij de eer U te verzoeken aan dergelijke geruchten geen geloof te slaan. De school zal worden geopend op 3 September a.s. in het huis Rusthof, gelegen Stationslaan 1, Zeist. Als terrein waarop de Vereeniging zich voorstelt te zijner tijd tot den bouw van een nieuw schoolgebouw over te gaan, is aangekocht een stuk grond gelegen aan de Verlengde Slotlaan, Zeist, hoogstens vijf minuten verwijderd van het Stationsplein. Tot Hoofd der school werd aangesteld de Heer C. Klijn, thans als Directeur der Asser Schoolvereeniging, een Hoofd der scholen voor l.o. en u.l.o. te Assen, werkzaam. Tot onderwijzeressen werden benoemd de dames Mejuffrouw A. van Bachum de Boer, thans onderwijzeres aan de Leidsche Schoolvereeniging en Mejuffrouw P. J. Nortier, nu werkzaam aan de Asser Schoolvereeniging. Tot onderwijzer werd aangesteld de Heer A. J. M. Lingeman te Arnhem. Tot dusver hebben zich 54 leerlingen aangemeld. Het bestuur van de Zeister Schoolvereeniging, G. F. van Tets, Voorzitter W. M. van der Breggen, Secretaris Lezing door den heer C. Klijn, benoemd Hoofd der Zeister Schoolvereeniging, gehouden op 24 april 1930 in Hotel Figi Doel en aard onzer school ‘Naast de Confessionele scholen hier in Zeist, wordt onze school de eerste in deze gemeente, die door de ouders zelve bestuurd wordt. Het groeiende besef van de groote plaats, die het schoolleven, het schoolmilieu, in het kinderhart inneemt, doet het verlangen naar medezeggenschap, naar invloed op 52
schoolgids vaste deel 2015-2019 geest en sfeer, keuze der leerkrachten, toenemen. In de laatste jaren is dan ook het aantal bijzondere scholen zoodanig toegenomen, dat het Openbaar Lager Onderwijs tot ver beneden de helft is teruggedrongen. Ook zij, die den geest van verdraagzaamheid der openbare scholen waardeeren, die niets willen weten van dogmatisch onderwijs, stichten hun eigen school en zoo is het aantal neutrale schoolvereenigingen de 100 gepasseerd en behoeft men geen profeet te zijn om te kunnen verklaren dat dit aantal voorhands nog belangrijk zal toenemen. Onze school zal de verdraagzaamheid voorstaan, zal geen partij kiezen; zij zal zich uitsluitend tot doel stellen den kinderen een gelukkiger en prettiger schooltijd te geven en daarbij en daarnaast de leerlingen grondig voor te bereiden voor het voortgezet onderwijs.’ ‘Voor de groote voordeelen, die onze school biedt: 1 kleine klassen 2 goed, frisch onderwijs, in modernen geest, zullen de ouders zich een klein offer moeten getroosten. Onze school wordt een moderne opleidingsschool. Op het tegenwoordig onderwijs worden veel aanmerkingen gemaakt, met name vooral op de onnatuurlijkheid en geestdodendheid. Het is verbijsterend, dat door de tegenwoordige school de den mensch ingeschapen bewegingsdrift, de vrijheidsdrift, die zeer in het bijzonder het jonge kind beheerscht, totaal wordt onderdrukt en verlamd, zoodra het kind het schoolgebouw betreedt. Echter juist door het onderdrukken, het werkeloos maken van den vrijheidsdrift, wordt één der werkzaamste factoren uitgeschakeld. Het kind gaat naar actie uit, naar arbeid, naar doen. Dit moet de leidende gedachte bij ons onderwijs zijn: dat de arbeidsdrang, die in het kind ligt, gebruikt wordt; dit besef moet doordringen, dat het kind kennis het best verwerft door arbeid, die het zelf verricht. De nieuwere psychologie leert ons in de eerste plaats, dat alle kinderen van verschillende geaardheid zijn, dat zij met een eigen aanleg ter wereld komen. Voor die ontwikkeling is een zekere vrijheid noodig. Deze vrijheid, die door Dr. Montessori zoo juist genoemd is: “Une conquête tres précise”, ligt in zelfbedwang en zelfcontrole.’ Een vriendelijke sfeer, door Liefde gedragen, zal in onze school heerschen. Dit sluit geenszins slapheid en halfheid in. Wij verwarren zachtheid en wijsheid te veel met toegevendheid en slapheid. Men kan de baas blijven, zegt Jan Ligthart, volgens den ouden regel: Wees sterk in de zaak, wees zacht in de manier. Onze school zal een eigen plaats innemen in de rij van onderwijsinrichtingen ter plaatse, ze zal een eigen karakter hebben. Moge het ons gegeven zijn onze nieuwe school te maken tot een inderdaad nieuwe school.’ - EINDE VASTE DEEL o.b.v. SCHOOLPLAN 2015-2019 -
VARIABELE DEEL (per schooljaar): • • • • • • • • • •
Bestuur Medezeggenschapsraad Ouderraad Team Vakantierooster Activiteitenkalender Aansluiting op het voortgezet onderwijs Opbrengsten Overige namen en contactgegevens Stichting Vrienden 53
schoolgids vaste deel 2015-2019
Afkortingen AVI CBS CJG GGD HGW ICT IGDI-model IPB MR NJT OOP OP OR PO-raad SWV-ZOUT TSO VBS VVN WMK WPO WSNS
Analyse van Individualiseringsvormen Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst Handelingsgericht werken Informatie- en communicatie technologie Interactief, gedifferentieerd, directe instructie Integraal personeelsbeleid Medezeggenschapsraad Normjaartaak Onderwijs ondersteunend personeel Onderwijzend personeel Ouderraad Raad voor het primair onderwijs Samenwerkingsverband Zuid Oost Utrecht Tussen schoolse opvang Verenigde bijzondere Scholen Veilig verkeer Nederland Werken met Kwaliteitskaarten Wet primair onderwijs Weer samen naar school
54
schoolgids vaste deel 2015-2019
55