Medezeggenschapsstatuut van de Stichting Haagsche Schoolvereeniging te Den Haag Preambule: Het bestuur van de Stichting Haagsche Schoolvereeniging en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, van de volgende scholen: De Basisschool Haagsche Schoolvereeniging; IVIO school voor speciaal basis onderwijs; De Basisschool Willemspark, hebben overlegd over de toepassing van de WMS. Ze hebben daarbij hun verwachtingen uitgesproken over de mogelijkheden die deze wet biedt ter versterking van de onderlinge communicatie en het formele overleg over alle aangelegenheden in en rond de school die van belang zijn voor directie, ouders, leerlingen en personeelsleden. Het bestuur en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad leggen hierbij hun visie op de medezeggenschap vast en maken concrete afspraken over de communicatie over en weer en de informatieverstrekking aan alle bij de school betrokken personen, zoals hierna vermeld. Het algemene uitgangspunt is dat de GMR besluit c.q. adviseert over bovenschoolse aangelegenheden en de Mr besluit c.q. adviseert over schoolse aangelegenheden. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad heeft met tenminste tweederde meerderheid ingestemd met dit medezeggenschapsstatuut. Het medezeggenschapsstatuut gaat in op 1 juli 2008. Het algemeen uitgangspunt is dat de GMR beslist cq. adviseert over bovenschoolse aangelegenheden en de Mr-en over schoolse aangelegenheden. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen a. b. c. e. f. g.
wet: de Wet Medezeggenschap op Scholen (Stb. 2006, 658); bevoegd gezag: de stichting Haagse Schoolvereeniging; raden: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, de medezeggenschapsraad en de themaraden; organisatie: de gehele onderwijsinstelling (bestuur, directie en scholen); geleding: de gezamenlijke leden in een raad, behorende tot de groep personeel of de groep ouders. statuut: het medezeggenschapsstatuut.
Artikel 2 Aard en werkingsduur 1.
Het statuut treedt in werking op 1 juli 2008 en heeft een werkingsduur van 2 jaar.
2.
Vier maanden voordat de termijn in het voorgaande lid is afgelopen treden de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag in overleg over het
actualiseren, evalueren en bijstellen van het statuut. 3.
Bevoegd gezag en gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kunnen voorstellen doen tot wijziging van het statuut ongeacht het verloop van genoemde termijn.
4.
Een voorstel van het bevoegd gezag tot wijziging van het statuut behoeft de instemming van tweederden van de leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.
Hoofdstuk 2 Inrichting van de medezeggenschap Artikel 3
Gemeenschappelijk medezeggenschapsorgaan
1.
Bij de Stichting Haagsche Schoolvereeniging is een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad ingesteld.
2.
De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bestaat uit:
a.
drie leden gekozen door en uit en uit de personeelsgeledingen van de medezeggenschapsraden van de onder het bestuur staande scholen; en drie leden gekozen door en uit de oudergeledingen van de medezeggenschapsraden van de onder het bestuur staande scholen.
b.
3.
Tevens neemt een onafhankelijke voorzitter deel aan de vergadering van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Hij/zij heeft uitsluitend een adviserende stem en wordt gekozen door aan de scholen verbonden personeel en ouders gezamenlijk.
4.
Namens het bevoegd gezag voert de algemeen directeur besprekingen met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad of leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.
Artikel 4
Medezeggenschapsraden
1.
Aan elke school is een medezeggenschapsraad verbonden.
2.
Deze raad wordt rechtstreeks uit en door de geledingen van de desbetreffende school gekozen.
3.
Het reglement van de raad bepaalt de samenstelling en de bevoegdheden.
Artikel 5
Themaraden
1.
De medezeggenschapsraden kunnen overgaan tot het instellen van een themaraad. Deze wordt ingesteld op verzoek van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en met instemming van het bevoegd gezag en met instemming van twee derde van de leden van de medezeggenschapsraad.
2.
De themaraad kan worden ingesteld voor de duur van twee jaren. Na het verstrijken van deze termijn wordt bezien of de themaraad in stand moet blijven
Artikel 6
Samenstelling en zittingsduur
1.
De themaraad bestaat uit drie leden, welke worden gekozen door de medezeggenschapsraad.
2.
Een lid van een themaraad heeft zitting voor de termijn van instandhouding van de themaraad, doch uiterlijk voor een periode van twee jaren.
3.
Een lid van een themaraad treedt na zijn zittingsperiode af en is, wanneer de themaraad in stand blijft, terstond herkiesbaar.
4.
Een lid dat ter vervulling van een tussentijdse vacature is aangewezen of verkozen, treedt af op het tijdstip in wiens plaats hij is aangewezen of verkozen, zou moeten aftreden.
5.
Behalve door periodieke aftreding eindigt het lidmaatschap van de medezeggenschapsraad:
a. b. c. d.
door overlijden; door opzegging door het lid; door ondercuratelestelling; zodra een lid geen deel meer uitmaakt van de geleding waardoor hij is gekozen.
Artikel 7
Bevoegdheden themaraad
1.
De themaraad verleent namens de medezeggenschapsraad al dan niet instemming aan het bevoegd gezag over de aangelegenheden met betrekking tot de vaststelling of wijziging van de hoogte of de bestemming van de ouderbijdragen zoals opgenomen in artikel 21 lid 2 van het medezeggenschapsreglement van de afzonderlijke scholen.
2.
Gedurende de periode dat de themaraad in functie is kan de medezeggenschapsraad de in het eerste lid genoemde bevoegdheden niet uitoefenen.
3.
Themaraden hebben niet de bevoegdheid een geschil aanhangig te maken. De medezeggenschapsraad vertegenwoordigt in een eventueel geschil de betreffende themaraad.
Hoofdstuk 3 Informatievoorziening Artikel 8
Informatie van het bevoegd gezag aan de raden en de geledingen
1.
Jaarlijks verschaft het bevoegd gezag schriftelijk tenminste de volgende informatie aan de raden:
a.
de begroting van de organisatie en bijbehorende beleidsvoornemens op financieel, organisatorisch en onderwijskundig gebied; aan het begin van het schooljaar de gegevens met betrekking tot: 1. de samenstelling van het bevoegd gezag 2. de organisatie binnen de school 3. het managementstatuut 4. de hoofdpunten van het reeds vastgestelde beleid;
b.
c. d.
voor 1 mei: de berekening die ten grondslag ligt aan de overheidssubsidie; en voor 1 juli: het jaarverslag van de organisatie.
2.
Tijdig ontvangen de raden, al dan niet gevraagd, alle inlichtingen die deze voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben. Daartoe behoren in ieder geval:
a.
de uitgangspunten die het bevoegd gezag hanteert bij de uitoefening van zijn bevoegdheden; en elk oordeel van de klachtencommissie waarbij de commissie een klacht gegrond heeft geoordeeld en over de eventuele maatregelen die het bevoegd gezag naar aanleiding van dat oordeel zal nemen.
b.
4.
De informatie wordt op een zodanig tijdstip verstrekt, dat alle leden van de afzonderlijke raden een redelijke tijd voor de vergadering kennis kunnen nemen van de stukken, en zonodig deskundigen kunnen raadplegen.
5.
Indien het bevoegd gezag een voorstel voor advies of instemming voorlegt aan een geleding van de afzonderlijke raden, wordt dat voorstel gelijktijdig ter kennisneming aan de andere geleding van de afzonderlijke raden aangeboden.
Artikel 9
Wijze waarop het bevoegd gezag informatie verschaft
1.
Het bevoegd gezag stelt de in het voorgaande artikel bedoelde informatie in ieder geval schriftelijk, en zo mogelijk eveneens langs digitale weg, ter beschikking aan de afzonderlijke raden.
2.
Alle verkregen informatie is in principe openbaar.
Artikel 10
Wijze waarop de raad informatie verstrekt en ontvangt
1.
De afzonderlijke raden en de desbetreffende geledingen informeren hun achterban in de regel binnen zeven dagen na de vergadering over hetgeen er is besproken in de raad of in het overleg met het bevoegd gezag.
2.
De secretaris van de raad informeert de overige leden over alle binnengekomen brieven en reacties, en beslist in overleg met de voorzitter of een reactie moet worden gegeven.
3.
De vergaderingen van de raad zijn in principe openbaar.
4.
Alle informatie wordt in principe schriftelijk verstrekt, waar mogelijk en wenselijk eveneens langs digitale weg.
Artikel 11
Verslaggeving door de MR
1.
De raden doen jaarlijks binnen vier maanden na het begin van het nieuwe kalenderjaar schriftelijk verslag van hun werkzaamheden en dragen er zorg voor dat alle bij de afzonderlijke raden betrokken scholen van het verslag kennis kunnen nemen.
2.
De raden dragen er zorg voor, dat de agenda’s en verslagen van de vergaderingen van de raden worden toegezonden aan de schoolleiding en bestuur en ter inzage gegeven aan ouders en personeel.
Hoofdstuk 4 Faciliteiten Artikel 12
Algemene faciliteiten t.b.v. de raden
1.
Ten behoeve van hun vergaderingen kan de raad in overleg met de daartoe aangewezen functionaris beschikken over vergaderruimte, overige vergaderfaciliteiten en kopieerfaciliteiten
2.
Op basis van een activiteitenplan en kostenraming wordt in de begroting van de school jaarlijks een bedrag gereserveerd voor deskundigheidsbevordering van de leden van de raad en raadpleging van deskundigen, inclusief juridische bijstand. Beschikbaarstelling vindt plaats na overlegging van een offerte of factuur.
3.
Het in het vorige lid genoemde bedrag heeft geen betrekking op raadpleging van deskundigen, inclusief juridische bijstand, van bestuurszijde.
4.
Wanneer het bedrag als bedoeld in lid 2 niet geheel wordt gebruikt in het kalenderjaar waarop het in de begroting was opgenomen vloeit het terug in middelen van de school.
5.
Wanneer (een geleding van) de raad een achterbanraadpleging wenst te houden, stelt het onverwijld het bevoegd gezag daarvan in kennis. Het bevoegd gezag stelt faciliteiten daarvoor ter beschikking.
6.
De raad kan in overleg met een eventuele redactie gebruik maken van de binnen de school gebruikelijke publicatiemethoden (publicatieborden, schoolkrant, intranet).
Artikel 13
Faciliteiten t.b.v. het personeel
1.
Voor het personeel dat zitting heeft in de raad, worden faciliteiten in de vorm van uren beschikbaar gesteld, conform de CAO.
2.
In principe wordt het personeel dat zitting heeft in de raad één dagdeel in de week vrijgeroosterd voor vergaderingen, overleg en activiteiten die t.b.v. het lidmaatschap van de medezeggenschapsraad worden verricht.
Artikel 14
Faciliteiten t.b.v. ouders
1.
Voor ouders die zitting hebben in de raad wordt een vergoeding ter beschikking gesteld om aantoonbare en noodzakelijke uitgaven te dekken.
2.
Onder de in lid 1 bedoelde kosten vallen in elk geval reis- en verblijfskosten, die zullen worden vergoed conform wat in de CAO voor het personeel is vastgelegd.
Hoofdstuk 5 De inrichting en handelwijzen van de raden Artikel 15 1.
Dagelijks Bestuur
De medezeggenschapsraad kiest uit haar midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en een secretaris.
2.
De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter en een secretaris.
Artikel 16
Taken van de voorzitter
1.
De voorzitter van de raad, of bij diens verhindering de plaatsvervangend voorzitter, vertegenwoordigt de raad in rechte.
2.
De voorzitter is belast met het openen, schorsen, heropenen, sluiten en het leiden van de vergaderingen van de raad en al het overige dat voor de goede gang van zaken noodzakelijk is.
3.
De voorzitter maakt samen met de secretaris ieder schooljaar een jaarplan. Hierin is o.a. opgenomen een vergaderschema en de scholingsmomenten.
4.
De voorzitter stelt samen met de secretaris de agenda’s voor de vergaderingen vast. Dit gebeurt in samenspraak met de algemeen directeur.
Artikel 17
Taken van de secretaris
1.
De secretaris heeft de verantwoordelijkheid voor het bijeenroepen van de raad, het opmaken van de agenda en het opstellen van het verslag van de vergaderingen, evenals het voeren van de briefwisseling en het beheren van de voor de raad bestemde en van de raad uitgaande stukken.
2.
Van iedere vergadering van de raad wordt onder verantwoordelijkheid van de secretaris een verslag gemaakt. Dit verslag wordt besloten met een samenvattende besluitenlijst.
3.
Dit verslag zendt de secretaris binnen zeven dagen na de vergadering toe aan de leden van de medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag. Maximaal zeven dagen na vaststelling van het verslag in de vergadering van de medezeggenschapsraad zendt de secretaris het vastgestelde verslag aan de leden van de medezeggenschapsraad en het bevoegd gezag. Het verslag wordt openbaar gemaakt voor allen die bij de school betrokken zijn.
4.
De secretaris maakt samen, met de voorzitter, ieder schooljaar voor 1 oktober het jaarverslag van de medezeggenschapsraad over het afgelopen schooljaar.
5.
Dit verslag behoeft goedkeuring van de raad.
Artikel 18
Bijeenroeping van de raad
1.
De raad komt ten behoeve van de uitoefening van haar taak bijeen ten minste in de in het reglement van de desbetreffende raad bepaalde gevallen.
2.
De voorzitter bepaalt tijd en plaats van de vergadering. Een extra vergadering wordt gehouden binnen vijftien dagen nadat het verzoek daartoe bij de voorzitter is ingekomen.
3.
De bijeenroeping geschiedt door middel van schriftelijke kennisgeving aan de leden en eventuele adviseur(s). De secretaris maakt voor iedere vergadering een agenda op. Hij plaatst op de agenda de door de voorzitter en door de leden opgegeven onderwerpen. Ieder lid kan een of meer onderwerpen op de agenda doen plaatsen. Indien onderwerpen op de agenda advies- of instemmingpunten zijn, wordt dit duidelijk op de agenda vermeld.
4.
Bekendmakingen aan de geledingen vinden schriftelijk (of op voor de geleding toegankelijke leesbare elektronische wijze) plaats.
Artikel 19 1.
De raad kan besluiten één of meer deskundigen of adviseurs uit te nodigen tot het bijwonen van een vergadering met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.
2.
Aan de in het eerste lid bedoelde personen wordt tijdig de agenda van de betrokken vergaderingen en de stukken die zij behoeven, verstrekt.
3.
De leden van de raad kunnen in de vergadering aan de in het eerste lid bedoelde personen inlichtingen en adviezen vragen.
4.
Een deskundige of adviseur kan eveneens worden uitgenodigd een schriftelijk advies uit te brengen.
Artikel 20 De raad kan commissies instellen ter voorbereiding van de door de raad te behandelen onderwerpen. Artikel 21
Quorum en besluitvorming.
1.
Tenzij dit reglement anders bepaalt besluit de raad bij meerderheid van stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft plus één van het totale aantal in functie zijnde leden aanwezig is, waaronder tenminste één vertegenwoordiger van iedere geleding.
2.
In de gevallen waarin als gevolg van dit reglement een voorgenomen besluit van het bevoegde gezag de instemming behoeft van ofwel oudergeleding ofwel de personeelsgeleding van de raad, beslist dat deel bij meerderheid van stemmen in een vergadering waarin tenminste de helft plus één van het aantal in functie zijnde leden van dat deel van de raad aanwezig is.
3.
Blanco stemmen tellen voor de berekening van de meerderheid niet mee. Stemmen bij volmacht is niet mogelijk. Een voor aanvang van de vergadering ingebrachte stem wordt wel als uitgebracht beschouwd.
4.
Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij de raad in een bepaald geval anders besluit. Over personen wordt schriftelijk gestemd.
5.
Bij staking van stemmen over een door de raad te nemen besluit dat geen betrekking heeft op een te benoemen persoon, wordt dit voorstel op de eerstvolgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Indien dan wederom de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Artikel 22
In de gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist de raad op voorstel van de voorzitter met inachtneming van het bepaalde in de Wet medezeggenschap scholen (juni 2006) en het medezeggenschapreglement. Artikel 23
Vaststelling en wijziging statuut
1.
Het bevoegd gezag stelt, met inachtneming van de voorschriften bij of krachtens de wet, ten minste eenmaal in de twee jaar het medezeggenschapsstatuut vast.
2.
Het bevoegd gezag legt het medezeggenschapsstatuut, daaronder elke wijziging ervan mede begrepen, als voorstel aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor en stelt het slechts vast indien het voorstel de instemming van twee derden van het aantal leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft verworven.
Artikel 24
Citeertitel; inwerkingtreding
1.
Dit reglement kan worden aangehaald als: Het medezeggenschapsstatuut van de Haagsche Schoolvereeniging
2.
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 juli 2008.