Schoolgids Paasbergschool schooljaar

Schoolgids Paasbergschool schooljaar 2014-2015 Paasbergschool Paasberg 14 6862 CC 026-3332693 www.depaasbergschool.nl [email protected]

1. Inleiding

In deze schoolgids geven wij informatie over onze school, over onder meer het onderwijs en de ontwikkelingen daarin, de lestijden en vakanties. Wij proberen u inzicht te geven in onze doelen, werkwijzen en activiteiten. De Paasbergschool stelt een goede relatie met de ouders zeer op prijs. Een relatie die gebouwd is op wederzijds respect en vertrouwen. Een open en duidelijke communicatie is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Deze schoolgids maakt daar deel van uit, maar we beseffen dat wij u naast deze gids meer informatie moeten geven. Dat doen we bijvoorbeeld met het Paasbergschoolnieuws, waarin actuele informatie staat of op de verschillende informatie avonden voor ouders. U kunt ook dagelijks na schooltijd met uw vragen terecht bij onze leerkrachten die u graag te woord staan. Wij hopen dat u na het lezen van deze schoolgids een goede indruk heeft van de Paasbergschool en het onderwijs dat uw kind op onze school volgt. Heeft u vragen of opmerkingen, aarzel dan niet om contact met mij op te nemen. Directeur Paasbergschool

Schoolgids 2014-2015 Christelijke Basisschool “De Paasberg” Oosterbeek

1

2. De richting De Paasbergschool behoort tot het bijzonder onderwijs. Ons onderwijs wordt gegeven vanuit een christelijke grondslag. Daarmee bedoelen wij dat we onze normen en waarden laten bepalen door onder andere de Bijbelse verhalen. Zij dienen als richtingwijzer, zij klinken in ons achterhoofd mee, wanneer wij voor keuzes staan. Het doel van ons onderwijs is de jonge mensen te begeleiden op hun weg naar de volwassenheid, eraan bij te dragen dat zij hun taak en verantwoordelijkheid in deze wereld aankunnen. We willen de kinderen leren samen te werken met respect voor ieders persoonlijkheid, geloof en levensovertuiging. Een rijksinspecteur houdt toezicht op de naleving van de Wet op het Basisonderwijs. Onze school valt onder het bestuur van de Stichting voor Katholiek en Protestants Christelijk Primair Onderwijs Delta. Haar adres is: Beverweerdlaan3 6825AE Arnhem Postbus 2044 6802 CA Arnhem Tel. 026 7600900 [email protected] Email Het College van Bestuur bestaat uit de volgende personen: Voorzitter: Dhr. Drs. R.A. Beekhuizen Lid: Dhr. Drs. L.W.M. Hilhorst Zeer regelmatig vindt er overleg plaats tussen de directies van de 25 scholen en de algemene directie. De directeur van de Paasbergschool vertegenwoordigt de school tijdens het directieoverleg, het overleg met de gemeente en andere scholen in de gemeente en regio. 2.1 Uitgangspunten De basisschool is voor kinderen een bijzondere en sterk vormende periode waar voor een groot deel de grondslag wordt gevormd voor hun verdere leven. Taal en rekenen zijn heel belangrijke zaken, maar als team vinden wij dat vriendschap, creativiteit, plezier en geborgenheid even waardevol zijn voor de volledige ontplooiing van kinderen. Hun ontwikkeling gaat echter verder na de basisschool, dus het ten volle kunnen benutten van de talenten en capaciteiten van uw kind en een goede aansluiting op het vervolgonderwijs zijn van grote invloed op de rest van hun leven. Daarnaast is de basisschool dé plek waar het opgroeiende kind kennis maakt met waarden en normen, het leert omgaan met anderen en hun omgeving en alvast een stukje


2

van de wereld leert kennen. We staan als school en team dus voor een belangrijke taak. Een taak die wij serieus willen nemen en dus ook met ambitie opnemen. Kwaliteit van onderwijs is wat ons betreft een primaire doelstelling en gaat ook hand in hand met plezier van het kind, creativiteit en vriendschap en het ruimte geven aan het ontdekken van de wereld. Als school in het prachtige, landelijke Oosterbeek realiseren wij ons ook de verplichtingen die deze omgeving met zich meebrengt. Sociaal demografisch gezien komt de meerderheid van onze kinderen uit een maatschappelijk bevoorrechte situatie en ouders met over het algemeen een hogere opleiding dan het landelijke gemiddelde. Wij leiden onze kinderen dan ook in principe op voor een hoog niveau van vervolgopleiding en maatschappelijk en sociaal besef en wij hebben uitdrukkelijk ook veel aandacht en ruimte voor de kinderen die ondersteuning nodig hebben of waarvoor een andere richting beter zou passen. Naast het plezier dat het kind beleeft, de vriendschappen en ervaringen dat het opdoet, komt kwaliteit van onderwijs wat ons betreft tot uiting in de bevlogenheid van ons team, het enthousiasme en de resultaten van onze leerlingen. Dit laatste wordt onderbouwd door het niveau van leren; bijvoorbeeld spellen, begrijpend lezen, rekenen, het opbouwen van kennis zoals geschiedenis en aardrijkskunde maar ook ten aanzien van zelfstandig kunnen werken, kunnen luisteren, deduceren of verbanden kunnen leggen. Wij gebruiken meetbare methodieken en onderwijsdoelen. Wij ambiëren voor onze leerlingen een hoog niveau van CITO scores en schooltoetsen. Wij ondersteunen dit door kinderen extra te ondersteunen ten aanzien van vaardigheden en hebben een intern begeleider én een remedial teacher. Vaardigheden; De Paasbergschool investeert in leerkrachten met een extra specialisatie. Monique Lubbers is opgeleid tot taalspecialist en Dineke Emperpol is opgeleid tot Intern Begeleider. Kanjertraining; Naast kennis zijn sociale vaardigheden en zelfkennis van groot belang voor de ontplooiing van kinderen. Wij bieden voor alle groepen vanaf 2010 speciale “Kanjertraining” aan! Wij bieden veel aandacht aan de motivatie van onze leerkrachten, het tegengaan van ziekteverzuim en teveel wisselingen binnen het leerkrachtenteam om zodoende een zo stabiel mogelijk omgeving voor onze kinderen te bieden. Delta Desk; vanaf 2010 is de Paasbergschool één van de twee “pilot-scholen” voor een speciaal voor Deltascholen gemaakt management informatiesysteem waardoor een zevental indicatoren als een soort dashboard aangeven hoe wij kwalitatief scoren. Dit zijn enkele voorbeelden van de extra inspanningen die wij verrichten om voor uw kind een inspirerende en kwalitatieve omgeving te creëren waarbij het zoveel mogelijk zijn of haar talenten en capaciteiten kan ontwikkelen, naast de onafgebroken aandacht voor mens en omgeving.


3

Scholen verschillen steeds meer in manier van werken, in sfeer en in wat kinderen er leren. Scholen hebben verschillende kwaliteiten. Deze gids geeft aan waar onze school voor staat, zodat de ouders weten waarop ze de school kunnen aanspreken. Opvoeding is totale begeleiding van het kind naar volwassenheid, door ouders, school en omgeving. De Paasbergschool neemt de begeleiding op zich van de kinderen van 4 tot en met 12 jaar, waarna ze klaar zijn voor het voortgezet onderwijs. Openheid, tolerantie, saamhorigheid en betrouwbaarheid vinden we belangrijk in de maatschappij. Deze waarden willen we bij ons op school tot uitdrukking brengen door er samen naar te leren leven. Dit beschouwen we als het fundament voor de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. In de praktijk betekent dit: ‘Kinderen spelen, werken en leren zelfstandig op hun eigen niveau’; ofwel: adaptief onderwijs. Voor de Paasbergschool betekent dit dat de eigen leerweg van de kinderen daarbij vraag- gestuurd is. Kinderen leren hun eigen vragen te stellen. De houding van de leerkracht is niet alleen maar overdragend wat kinderen moeten weten, maar ook het helpen de kinderen de weg te wijzen om eigen oplossingen voor eigen vragen te vinden. Deze manier van werken is ontwikkelingsgericht. Dat doen wij in werkvormen waarin kinderen leren samen werken en samen leren. Het spreekt vanzelf dat u, ouders en verzorgers, nauw betrokken wordt bij de school. De drempel moet laag zijn. Als uw kind niet ‘gelukkig en fluitend’ naar school gaat is er iets mis, thuis, onderweg of op school. Wanneer u dat merkt, neemt u dan onmiddellijk contact op met de school. Wij van onze kant zullen dat omgekeerd ook doen. 2.2 Het klimaat Wij streven ernaar een plek te zijn, waar kinderen graag zijn en zich veilig voelen. De omgang met de kinderen is dan ook open, maar altijd vanuit een opvoedingsperspectief. Als een kind zich veilig voelt, kan het al zijn energie richten op zijn eigen ontwikkeling, zowel intellectueel als sociaal-emotioneel. De school ontwikkelt verschillende activiteiten die samen dit open klimaat bepalen. Rust is hierbij een kernbegrip. Alleen in een rustige, veilige omgeving kan geconcentreerd gewerkt worden. De school vindt het van groot belang dat alle kinderen zich veilig en geborgen voelen op school. Kinderen die meer behoefte aan zorg, bescherming hebben wordt dat ook geboden. Leraren spreken geregeld en structureel met kinderen in een open (kring-) gesprek over de sfeer in de groep en in de school. Daarbij worden met de kinderen afspraken gemaakt over het gedrag van kinderen en deze worden duidelijk zichtbaar opgehangen. Eén keer per jaar wordt in het eerste godsdienstproject ruim aandacht geschonken aan anti-pestgedrag. Kinderen leren van voorbeeldgedrag van volwassenen. Wanneer daar aanleiding toe is vertalen wij voorkomende situaties naar onszelf en naar ons voorbeeldgedrag voor zowel kinderen als ouders. Het is stimulerend voor kinderen wanneer leerkrachten positieve verwachtingen hebben van hun leerprestaties. De feedback die de leerlingen krijgen van de leerkrachten is


4

positief en reëel. Het zelfvertrouwen van de kinderen wordt gestimuleerd door de verwerkingsopdrachten voldoende zorgvuldig te kiezen. Daardoor kunnen kinderen succeservaringen opdoen. 2.3 Doelen Al bij de start van de school is ervoor gekozen zoveel mogelijk aandacht te schenken aan de ontwikkeling van de hele persoon, dus intellectueel, sociaal, musisch en religieus. We zijn dus geen leerfabriek, waarin alle aandacht gericht is op prestatie, al stimuleren we de kinderen beslist om te doen wat ze kunnen. Kinderen moeten niet alleen dingen kennen maar ook kunnen, vandaar dat deze school duidelijk ook kiest voor het oefenen in vaardigheden. We gaan uit van een samenhang tussen leven, leren en werken. De kinderen oefenen in het samenwerken, het hulpverlenen, verantwoordelijk zijn en het omgaan met conflicten. Aan het einde van de schoolloopbaan wordt de CITO-eindtoets afgenomen. Wij streven ernaar dat onze school voor wat betreft de opbrengsten zich boven het landelijk gemiddelde bevindt. Hetzelfde geldt voor de resultaten van de CITO –toetsen van het leerlingvolgsysteem. De uitkomsten worden ieder jaar besproken met het hele team, waarbij zowel de individuele als de schoolscores aan de orde komen. Om kinderen individueel te kunnen begeleiden is het nodig dat ze ook zelfstandig en gestructureerd leren werken. Daardoor krijgt de leerkracht even de handen vrij om ‘extra zorg’ te besteden aan zwakke kanten van leerlingen. Het onderwijs is niet statisch, maar steeds in beweging. Wij volgen de ontwikkelingen met belangstelling. Op kritische wijze proberen we moderne opvattingen in ons onderwijs in te passen. Methoden worden daarom regelmatig bekeken en zonodig vervangen. Hiervoor is een meerjarenplanning opgesteld. Omdat meestal het hele team aan deze besprekingen deelneemt, blijven we samen één lijn volgen met dezelfde aanpak.

2.4 De zorg voor een ononderbroken ontwikkelingsgang Elk kind is verschillend. Dat betekent dan ook dat we rekening houden met die verschillen. Door activiteiten zoveel mogelijk af te stemmen op de mogelijkheden van het kind waardoor zij de mogelijkheid hebben om in een eigen tempo de leerstof te doorlopen. Een aantal kinderen heeft extra ondersteuning nodig. Op de eerste plaats wordt die ondersteuning in de groep geboden door de leerkracht maar het kan ook zijn dat specifieke hulp nodig is. Samen met de intern begeleider wordt de aard en intensiteit vastgesteld. Aan school is een remedial teacher verbonden die individuele hulp aan kinderen kan geven. Bij de overgang van kinderen naar de volgende groep vindt overdracht tussen leerkrachten plaats op het niveau van de leerstof en het individuele kind. Het is dus van


5

belang dat de werkwijzen in de groepen zoveel mogelijk op elkaar aansluiten. Dit houdt o.a. in dat in de groepen 3 en 4 ook nog ruimte is voor de spelontwikkeling van de kinderen. 2.5 Onderwijskundige vernieuwing De Paasbergschool is een school die voortdurend in ontwikkeling is. Voor de komende jaren wordt een beleidsplan vastgesteld, het wettelijk verplichte School Ondernemers Plan. Centraal hierin staan het zorgbeleid, de differentiatie in de groepen in het kader van het adaptief onderwijs en de ontwikkeling van het ICT. Daarnaast wordt er doorlopend gewerkt aan het verbeteren van het onderwijsaanbod. Dit gebeurt door het kiezen van goed materiaal, goede moderne methoden en methodieken, door doorlopend kritisch naar het eigen product te kijken, door werkwijzen aan te passen, door cursussen te volgen en nieuwe inzichten binnen de school te halen, door veel overleg tussen de groepsleerkrachten, etc. De Paasbergschool in Oosterbeek doet mee aan een Onderzoekspilot met Windows 8 tablets. Als één van drie basisscholen in Nederland onderzoekt de school gedurende het schooljaar 2013-2014 (met uitloop naar volgend schooljaar) in drie casestudies wat de inzet van de tablets hen oplevert. Hierbij werken alle leerlingen van groep 8 afgewisseld met die van groep 7 met de WT8 tablets (32 stuks). Deze worden per leerperiode voor een bepaald didactisch doel planmatig ingezet. Uiteraard is er voorafgaand aan de start van het project nagedacht over de visie op leren ondersteund door ict en verwachtingen in kaart gebracht. Begrijpend lezen: Nieuwe methode Nieuwsbegrip Met ingang van het nieuwe schooljaar gaan we in de groepen 5 t/m 8 werken met de methode Nieuwsbegrip. Dit is een methode voor begrijpend lezen die deels digitaal, deels op papier, wordt aangeboden. Nieuwsbegrip is een aanpak waarbij de leerlingen teksten lezen over een actueel onderwerp. Aan de teksten zijn leesbegrip- en woordenschatoefeningen gekoppeld, met als doel leerlingen strategisch te laten lezen. De actualiteit motiveert leerlingen om de tekst te lezen. Nieuwsbegrip gaat uit van de volgende didactische principes: • Leerlingen zijn gemotiveerd om te lezen door eigen inbreng en actualiteit • Nieuwsbegrip biedt verschillende strategieën voor begrijpend lezen • Een stappenplan is een hulpmiddel om de strategieën in samenhang te gebruiken • Een leesaanpak waarbij iemand hardop denkt, draagt bij aan beter tekstbegrip • Leerlingen leren van elkaar • Sleutelschema’s ondersteunen tekstbegrip


6

• Veel aandacht voor woordenschat • Leerlingen breiden hun kennis van de wereld uit De leerlingen krijgen individuele inlogcodes zodat ze zowel op school als thuis kunnen oefenen. Kanjertraining.

Alle basisscholen moeten in 2015 aan het zogenaamde anti-pestbeleid voldoen en daarvoor een gerichte methode toepassen binnen school. Onderdeel daarvan is het volgen van een lesmethode. Deze methode moet goedgekeurd zijn door het Ministerie van Onderwijs. De Paasbergschool heeft gekozen voor de methode “De Kanjertraining”. Deze training is gericht op sociale en emotionele vaardigheden waarin ook het anti-pestbeleid is opgenomen. Sinds 2012 is deze training ingevoerd in het lessenpakket van onze school. Op 15 oktober 2014 is er een laatste studiebijeenkomst voor de leerkrachten. Tijdens deze studiedag wordt ook een presentatie gegeven waarbij de leerkrachten geïnformeerd worden over het PGO- onderzoek dat verricht is en waarbij de effectiviteit van het programma binnen de school is gemeten. Na deze bijeenkomst is het Paasbergteam gecertificeerd in het geven van de Kanjertraining. 2.6 Scholing Aangezien wij een school in ontwikkeling willen zijn, maar ook inzichten en eisen doorlopend veranderen, is het van groot belang dat leerkrachten zich op gezette tijden bijscholen. Met de beschikbare middelen gebeurt dit op een planmatige manier, in overeenstemming met de doelen van de school. Jaarlijks neemt het team, in zijn geheel, meerdere keren deel aan een studiedag. Dit schooljaar zal de nadruk liggen op het Leesverbetertraject. De kinderen zijn die dag(delen) vrij.

3. Vak- en vormingsgebieden Voor wat betreft de vak- en vormingsgebieden maken wij gebruik van methoden, die leiden tot het realiseren van de kerndoelen, zoals die door het ministerie van O C & W zijn opgesteld. Bij die vakken waarvoor wij ons eigen programma maken, laten wij ons leiden door die kerndoelen en vullen deze aan met onze eigen schooldoelen. 3.1 Groep 1 en 2 In de groepen 1 en 2 werken we met ‘Schatkist’, een methode waarin taal, sociaalemotionele ontwikkeling, lezen en rekenen zijn geïntegreerd. Tevens worden hierin de activiteiten in de kleutergroepen ingedeeld naar niveau en niet naar leeftijd van de kinderen. Er wordt dus niet uitgegaan van activiteiten voor jongste of oudste kleuters of van een indeling in groep 1 en 2, maar er wordt aangesloten bij de ontwikkeling van het kind.


7

In groep 1 en 2 wordt hoofdzakelijk thematisch gewerkt. Uitgangspunt is de eigen belevingswereld, de ervaring en de waarnemingen die bij voorkeur niet uitsluitend kijken betekenen, maar ook voelen, tillen, ruiken, bewegen, aanraken, betasten en luisteren. De leerlingen leren stap voor stap de wereld om hen heen kennen en kunnen relaties leggen met ruimte en tijd, met menselijk gedrag, met de natuur en het natuurkundig gebeuren, en met de kijk van het kind op zichzelf, bij het leren zien van oorzaak en gevolg en bij het veroveren van taal als communicatiemiddel. In de begeleiding van de kinderen gaat het vooral om doelen als kunnen samenwerken, initiatieven nemen, plannen maken, kunnen communiceren en met symbolen om kunnen gaan. We gebruiken zoveel mogelijk concreet materiaal, werken in hoeken en in kleine groepjes. Naast ‘Schatkist’ wordt ook met veel plezier gebruik gemaakt van ‘Schrijfdans’ ter ondersteuning voor het leren schrijven. 3.2 De groepen 3 t/m 8 Rekenen/Wiskunde Wij hanteren de methode ‘Wereld in Getallen’. Een methode voor groep 3 tot en met groep 8. Deze methode voldoet aan de basiscriteria die wij hebben vastgelegd. Dat houdt onder andere in dat de lesopbouw duidelijk moet zijn, er ruimte moet zijn voor de eigen inbreng en oplossingswijze van het kind en dat er voldoende momenten voor zelfstandig werken, zowel individueel als in groepsverband, moeten zijn en de methode moet er voor alle kinderen zijn. Daarmee bedoelen we dat de sommen over het leven van alledag moeten gaan en dat kinderen de opgaven gaan herkennen als aantrekkelijk en zinvol. Deze methode ziet er ook nog prachtig uit. Het reikt de kinderen meerdere duidelijke oplossingsstrategieën aan en laat daarbij toch alle ruimte om de eigen wijze van oplossen te kiezen. Voor de enkele leerling die het niveau van deze methode niet aankan, staat de methode Maatwerk ter beschikking. Zo kunnen zij toch op hun eigen niveau en in hun eigen tempo functioneren. Vanaf groep 4 is het mogelijk na overleg met IB-er en ouders een kind op een eigen programma te plaatsen, wanneer blijkt dat zij de aangeboden leerstof in de groep niet of nauwelijks kunnen volgen. Voor de meer begaafde leerlingen kan uit de methode een selectie worden samengesteld. Hiernaast werken zij met aanvullend materiaal, zoals Kien, Getal en Ruimte en computerprogramma’s. Engelse taal


8

In de lessen Engels proberen we de kinderen een positieve houding bij te brengen ten aanzien van het leren van een vreemde taal, in dit geval Engels. Wij willen de kinderen leren zich te uiten in het Engels en een eenvoudig gesprek te voeren. De methode die we gebruiken om deze doelstellingen te verwezenlijken is de methode ‘Take It Easy’. In deze methode wordt vooral aandacht besteed aan de luisteren spreekvaardigheid. De kinderen van groep 6, 7 en 8 krijgen in principe een maal per week een uur Engels. Nederlandse taal Taal is het middel voor communicatie, spreken, schrijven en luisteren. We werken met de methode Taaljournaal. Zij biedt een breed spectrum aan van alle spellingsvaardigheden die de kinderen in de loop van de basisschool gaan beheersen. Voor aanvankelijk lezen in groep 3 maken wij gebruik van de 2e maanversie van de methode ‘Veilig Leren Lezen’. De methode is een structuurmethode. Zorgvuldig gekozen woorden worden gebruikt om kinderen de klankstructuur van ons schriftsysteem bij te brengen. Er is een ruim aanbod van materialen waarmee kinderen de leerstof zelfstandig op hun eigen niveau kunnen verwerken. Voor voortgezet technisch lezen gaan we dit schooljaar een nieuwe methode aanschaffen voor de groepen 4 t/m 8 en voor begrijpend en studerend lezen is dat ‘Tussen de Regels’. Lezen In de groepen 4 t/m 8 organiseren we iedere ochtend een kwartier ‘Lekker lezen’. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen hun woordenschat enorm vergroten door veel ‘stil’ te lezen en dat hun leesvaardigheid sterk vooruit gaat. Naast dit stillezen maken we gebruik van de methode ‘Estafette’, waarbij allerlei facetten aan de orde komen die met lezen te maken hebben. Verder wordt er in de groepen 4 en 5 aan duo lezen gedaan, laten we de kinderen regelmatig boekbesprekingen houden en lezen de leerkrachten rond iedere ochtendpauze tien minuten voor. Aardrijkskunde Voor het vak aardrijkskunde gebruiken wij de methode ‘Geobas’. De leerstof is zo ingedeeld dat thematische en regionale aardrijkskundige onderwerpen voor groep 5 t/m 8 met elkaar verweven zijn. De topografie van Nederland, Europa en de Wereld is geïntegreerd in deze methode. Geschiedenis Het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen en besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving. Naast historische feitenkennis krijgen de kinderen zicht op de structuur en de inrichting van de


9

maatschappij en maken zij kennis met verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving. Er wordt gewerkt met de methode: ‘Speurtocht’. Natuuronderwijs en Techniek Het natuuronderwijs is erop gericht dat de leerlingen plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritische en vragende houding. Daardoor ontwikkelen zij respect voor de natuur en een gezond leefmilieu en verwerven kennis, inzicht en vaardigheden ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. Er wordt gewerkt met Huisje Boompje Beestje, Nieuws uit de Natuur en vooral met de methode NatuNiek. In deze methode worden de lessen natuur en techniek afgewisseld. Bij de thema’s maken de kinderen eerst op een aansprekende manier kennis met begrippen en processen uit de natuur of de techniek. Tijdens de projecten brengen ze deze inzichten vervolgens zélf in de praktijk. Met de vaardigheden ‘onderzoeken’, ‘maken’, ‘ontwerpen’ en ‘presenteren’ maakt NatuNiek zich echt waar als een uitdagende doe-methode. En voor de kinderen is deze actieve aanpak spannend en stimulerend. ICT Computers zijn niet meer weg te denken in de dagelijkse lespraktijk van alle groepen. Het wordt gebruikt als communicatie instrument, als zoekmachine en als instrument om op te werken bij onderdelen als rekenen, taal, tekstverwerken. Daarnaast leren de kinderen ook werken met verschillende programma’s als ‘Word’ en ‘PowerPoint’. Verkeer Het verkeeronderwijs is erop gericht, dat de leerlingen kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als consument en als deelnemer aan het verkeer en groepsprocessen. In de groepen 3 t/m 7 wordt gewerkt in de methode ‘Wijzer door het Verkeer’. In groep 7 wordt het theoretisch verkeersexamen afgenomen waar de kinderen nog eens extra op worden voorbereid.

Actief burgerschap en sociale veiligheid Voor de Paasbergschool is burgerschapskunde niet een losstaand vakgebied. In de totale ontwikkeling van een kind is het belangrijk dat hij/zij actief deelneemt aan de klas, school en de maatschappij. De drie hoofdpunten van burgerschapskunde ( democratie, actieve participatie, identiteit ) komen dan ook voort in vele activiteiten, waar we binnen de school aan werken. In onderstaand overzicht worden de verschillende activiteiten aangegeven ( in willekeurige volgorde ) welke jaarlijks worden gedaan met de kinderen in de gehele school of in de verschillende bouwen.


10

In -

alle groepen: vieringen: Kerst en Pasen; bezoek kerk, gezamenlijke vieringen; weekopeningen / presentaties thema’s / schoolreisjes / kamp; gebruik materialen Hemel en Aarde/ levensbeschouwing; projecten betreffende het jaarlijkse “goede doel”; de methode: ‘Beter omgaan met jezelf en met de ander’; themaweken zoals ‘Kinderboekenweek’; afspraken met betrekking tot de omgang met elkaar in contractvorm

Onderbouw: - excursies ( dierendagviering: kinderboerderij, centrum voor natuur en milieueducatie) - buitenspelen; - vertelkring; - ontwikkelingsgericht werken; Middenbouw: - bibliotheek bezoek, boekenproject; - kerkbezoek - sportdag - verschillende vormen van kringgesprek met verschillende actuele onderwerpen; Bovenbouw: - excursies (o.a. museumbezoek) - sportdag - Staatsinrichting ( wordt besproken voor verkiezingen ); - bezoeken verschillende scholen van Voortgezet Onderwijs; - afscheidsavond groep 8; - bespreken krantenknipsels / actualiteiten; - verschillende vormen van kringgesprek met verschillende actuele onderwerpen; - school tv weekjournaal; - seksuele voorlichting; - enquête omtrent sociale veiligheid Muziek Door op muziek te bewegen, muziek te beoefenen en over muziek te praten kunnen kinderen de muziek gaan beleven en gaan onderscheiden. Daardoor ontstaat een eigen smaak en een eigen voorkeur voor stijlen. Er zijn vijf hoofdgebieden; luisteren naar muziek, muziek maken, bewegen op muziek, spreken over muziek en noteren van muziek.


11

De school beschikt over een eigen instrumentarium als eigen slagwerk, Orff instrumenten, stem (in al haar facetten), zelfgemaakte instrumenten en eventuele vaardigheden van leerlingen op andere instrumenten. Bewegingsonderwijs Bewegen is belangrijk voor kinderen en de mens in het algemeen. Kinderen ontwikkelen daarmee een positieve houding met betrekking tot omgaan met elementen als spanning, verlies en winst. Aan de orde komen: gymnastiek en spel waarbij we als leidraad een methode gebruiken. De groepen 1 en 2 krijgen bewegingsonderwijs in ons speellokaal, de andere groepen maken gebruik van het gymnastieklokaal. Jaarlijks komen er LOBOS studenten van het CIOS lesgeven in de groepen 3 t/m 8. Schoolzwemmen De kinderen van groep 4 nemen deel aan het schoolzwemmen. Op dinsdagochtend vindt dit plaats. Er wordt geoefend voor het zwemdiploma, algemene zwemvaardigheid en spel. Tekenen en handvaardigheid In de groepen 1 en 2 zijn tekenen en handvaardigheid niet apart vermeld in het activiteitenplan, maar zijn onderdeel van de basisontwikkeling en werken met ontwikkelingsmateriaal. De inhoud van de onderwerpen wordt bepaald door de thema’s van Schatkist of door de actualiteiten/activiteiten die in de groep aan de orde zijn. Aandacht wordt besteed aan het aanleren van technieken, uiting geven aan gevoelens, het ontwikkelen van het zien, het opdoen van ervaringen met materialen en het aanleren van vormen en kleuren. Tijdens de hele kleuterperiode worden er twee tekenmappen bijgehouden. Een tekenmap, waarin elke maand een tekening wordt gemaakt naar aanleiding van het thema of project waar we mee bezig zijn en een andere map, waarin de kinderen elke maand een tekening maken van een huis, een boom, een poppetje en een dier. In de groepen 3 t/m 8 wordt de crea-middag georganiseerd. Dat kan zowel tekenen, koken, techniek als handvaardigheid zijn. Het voornemen is om dit vak klas doorbrekend te gaan geven waarbij project gewijs aan een aantal onderdelen aan vormen van handvaardigheid en expressie gewerkt wordt. Tijdens de crea-middagen willen we kinderen kennis laten maken met verschillende vormen van cultuur, creativiteit en techniek.


12

Godsdienstige vorming Hoewel wij vinden dat dit eigenlijk geen vak is maar een manier van leven, hebben we toch momenten in de week uitgezocht, waarin we bewust zaken aan de orde stellen. Welke zaken dat zijn wordt gewoonlijk bepaald door ons godsdienstproject. In deze projecten komen thema’s aan de orde als trouw, vrede, over luisteren met drie oren, dwarsliggen, geborgen zijn, vrijheid enz. Allemaal woorden die veel mensen gemakkelijk in de mond nemen, maar waar kinderen nog ervaringen mee op doen. Die grote woorden moeten een emotionele vulling krijgen. Dat doen we door gesprekken, verhalen en liedjes. Wij maken daarvoor gebruik van de Hemel en Aarde. De school wordt bij deze projecten begeleid door de stichting identiteitsbegeleiding (StiMin). Huiswerk Vanaf groep 4 krijgen kinderen soms huiswerk mee. Dat kan klassikaal zijn maar ook individueel. Het betreft dan onderdelen van de leerstof waarin het kind of de klas minder vaardig is en best nog wat extra oefeningen kan gebruiken. Meestal zal het gaan om taalontwikkeling: even 10 minuten lezen voor het slapen gaan of om het oefenen van bijvoorbeeld een spellingcategorie. Omdat wij vinden dat kinderen na schooltijd eigenlijk behoren te spelen, zal dat slechts bij uitzondering gebeuren. Vanaf groep 7 krijgen de kinderen structureel huiswerk mee om alvast te wennen aan het leven na de basisschool. Zelfstandig werken Op de Paasbergschool wordt er op diverse momenten per week, zelfstandig gewerkt middels het planbord (groep 1 en 2) of in een blokuur (groepen 3 t/m 8). Deze perioden worden in het lesrooster ingepland. Het zelfstandig werken ziet er in deze situatie als volgt uit: - De regels en afspraken m.b.t. omgaan met uitgestelde aandacht zijn duidelijk voor iedere leerling - Iedere leerling heeft een eigen registratieformulier, waarop hij/zij zelf aftekent welke taak gemaakt is. - De leerling is vrij de volgorde waarin hij/zij de taken maakt zelf te bepalen - Er is steeds sprake van verplichte taken (moet taken) die door iedereen gemaakt moeten worden en vrije-keuze-taken (mag-taken) die gemaakt kunnen worden op grond van de interesse van de leerling. - De moet-taken hebben betrekking op het reguliere leerstofaanbod (o.a. uit de methode). Dat wil zeggen: het betreft verwerking van leerstof of inoefening van leerstof. - Het takenpakket tijdens het zelfstandig werken is zodanig van samenstelling dat de leerlingen er zelfstandig mee aan de slag kunnen. - Het zelfstandig werken wordt regelmatig geëvalueerd. 3.3 Rapportage aan ouders


13

Ouders vertrouwen hun kind toe aan onze school. Dit betekent dat zij moeten weten wat er op school allemaal gebeurt en dat ze daar waar mogelijk meespreken en meedenken. Ouders zijn dan ook welkom op school en contact met de groepsleerkracht wordt op prijs gesteld. De kinderen van de lagere groepen brengen regelmatig werk mee naar huis. In de hogere groepen wordt minder op losse bladen gewerkt. Twee keer per jaar, in februari en juni, zijn er de 10-minuten gesprekken, waarin u van gedachten kunt wisselen met de leerkracht. In november is er een avond waarop u als ouder kunt inschrijven om met de leerkracht uw vragen te delen over de ontwikkeling van uw kind. Groep 1: 1x per jaar een beschrijvend rapport (einde schooljaar) Groep 2: 2x per jaar een beschrijvend rapport Groep 3 – 8: 2x per jaar een gecombineerd beschrijvend en cijferrapport. Voor het 10- minutengesprek vraagt de leerkracht aan het kind een eigen evaluatie van de voorbije periode te schrijven. Deze evaluatie wordt met de leerkracht besproken en daarna door het kind verder uitgewerkt. Vervolgens worden de resultaten met het kind besproken. Beide bevindingen vormen de basis voor de 10 minutengesprekken met de ouders. 4 Leerlingenzorg 4.1 Nieuwe leerlingen Nieuwe leerlingen kunnen niet altijd worden ingeschreven. Belangrijke criteria zijn de gelimiteerde zorgcapaciteit van de leraar en van de school, de groepsgrootte en de samenstelling van de groep met het oog op gedrag. De procedure is als volgt: Wanneer ouders om informatie vragen, ontvangen zij de schoolgids en de eventuele aanvullingen in de infogids. Daarna volgt dan de afspraak voor een informatief gesprek met de directeur. Bij vierjarigen komen zaken aan de orde als de sociaal emotionele ontwikkeling, bijvoorbeeld de behoefte aan structuur, de taalontwikkeling en het al of niet zindelijk zijn. Wanneer het gaat om instromers in hogere groepen wordt met de ouders een gesprek aangegaan over leerresultaten en het onderwijskundig rapport. Ook geven we informatie over de cultuur van de school. Als na dit informatief gesprek onze school de meest geschikte blijkt voor het kind, wordt er bijvoorbeeld door de IB-er contact opgenomen met de school waar het kind vandaan komt, cq. de voorschoolse organisatie. Dit om een duidelijk beeld te verkrijgen of de begeleiding die het kind nodig heeft door ons gegeven kan worden.


14

Criteria voor het niet aannemen van leerlingen als gevolg van de gelimiteerde zorgcapaciteit zijn geformuleerd in het ‘Protocol Leerlinggebonden Financiering’. Hierna worden de ouders uitgenodigd voor een intakegesprek, waarin formulieren worden ingevuld en afspraken gemaakt. Dit is nog geen eindgesprek, want vervolgens is er nog periodiek contact met de nieuwe ouders om te horen of alles naar wens verloopt. Voordat het kind 4 jaar wordt mag het een aantal dagdelen op school komen om alvast een beetje aan de juf en de groep te ‘wennen’ (met uitzondering van de maanden december, juni en juli). Vanaf de vierde verjaardag is het kind elke dag welkom. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van kinderen Door goed te observeren tijdens de gewone lessen in de klas en daarnaast gebruik te maken van de gegevens die methodegebonden, niet-methodegebonden toetsen of observatie-instrumenten ons geven, krijgen wij inzicht in de ontwikkeling van het kind. Die gegevens houden wij bij in het leerlingdossier. Door de gehele school gebruiken wij diverse toetsen van het CITO-Leerlingvolgsysteem en nog enkele andere niet-methodegebonden toetsen. Een aantal keren per jaar toetsen we dan ook alle leerlingen uit deze groepen met deze landelijk genormeerde toetsen op de volgende onderdelen: De groepsgegevens van deze genormeerde toetsen bewaren we in de computer. In verband met de privacy verstrekken we geen groepsoverzichten aan ouders of derden. De resultaten van de toetsing kunnen niet alleen gevolgen hebben voor de aanpak van het individuele kind maar ook voor de werkwijze in de klas. Een andere wijze van aanbieden bijvoorbeeld of zelfs de aanschaf van een geheel nieuwe methode. Ook kan de toets zelf als weinig zinvol worden ervaren en daardoor overbodig blijken te zijn. Het geheel van toetsen zoals dat nu bestaat, is voor ons dan ook zeker geen onveranderlijk vaststaand gegeven. Het toetsrooster wordt aangepast als de situatie daarom vraagt. Kan een leerling ook nog zitten blijven? Dat kan, maar dan moeten we ervan overtuigd zijn dat het ook zinvol is. Een jaar overdoen omdat de capaciteiten van het kind niet toereikend zijn, komt eigenlijk niet voor. Het jaar nogmaals doen, verhoogt immers niet de capaciteiten en kan zelfs door het uitblijven van nieuwe uitdagingen, verveling of weerzin in de hand werken. Wel kan het zijn dat het kind sociaal-emotioneel nog niet toe is aan de volgende groep. In zo’n geval kiezen wij voor een jaartje extra. In de praktijk komt dit alleen in de lagere groepen en vooral bij de kleuters voor. En meestal alleen nog bij die kinderen die ten opzichte van de groep wat jonger zijn. Uit ervaring is gebleken dat er toch zaken zijn die een onoverkomelijk probleem vormen zoals het nog niet zindelijk zijn van een kleuter, het niet kunnen lezen bij de overgang


15

van groep 3 naar groep 4, etc. In die gevallen wordt contact opgenomen met de ouders en samen zoeken we naar een voor het kind adequate oplossing. 4.3 De begeleiding van de overgang van de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Aan het begin van elk schooljaar worden ook de ouders/verzorgers van groep 8 uitgenodigd om een informatieavond bij te wonen. Tijdens deze avond vertelt de leerkracht welke lesstof en andere activiteiten de leerlingen dat schooljaar mogen verwachten als voorbereiding op het voortgezet onderwijs. De leerkracht volgt nauwlettend de verrichtingen van de leerlingen en zal in februari/maart de ouders/leerlingen thuis bezoeken om een advies richting voortgezet onderwijs te geven. Dit advies gaat vergezeld van de uitslag van de Cito-toets. Uiteindelijk nemen de ouders de beslissing met betrekking tot de schoolkeuze en zal de directeur de leerling aanmelden. Elke risicoleerling wordt nog mondeling toegelicht via een gesprek met de toekomstige mentor of brugklasbegeleider. Wanneer een leerling eenmaal het voortgezet onderwijs bezoekt, zijn er regelmatig contacten mogelijk tussen de leerkracht en de mentor van de ‘ex-leerling’. 4.4 Leerlingdossier Alle leerling-gegevens (gegevens van intake, rapportage en algemene leerling-gegevens) bevinden zich in een afgesloten, brandvrije dossierkast. Zodra de extra begeleiding van een leerling meer wordt dan wat extra hulp en aandacht in de klas, bewaren we daarin tevens alle gegevens t.a.v. signalering, diagnose en hulpverlening. Hierbij behoren o.a. extra toetsen, onderzoekjes en gesprekken. Alle gegevens over uw eigen kind zijn, in overleg, in te zien. Wanneer een kind voor onderzoek aangemeld wordt bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (een commissie die het traject voorafgaand aan de aanmelding onderzoekt), wordt ook daar een dossier aangelegd zolang uw kind extra hulp nodig heeft. Als onderzoeken en extra hulpverlening worden afgesloten, sluit automatisch het dossier bij de PCL. 4.5 Speciale zorg Soms geeft het gedrag, de prestatie in de groep of de uitslag van een toets aanleiding om extra begeleiding te geven. Vaak is wat extra hulp en aandacht in de groep voldoende om het probleem uit de wereld te helpen. Daarmee is het niet altijd opgelost. Zodra er sprake is van een probleem dat niet met verlengde instructie, wat extra hulp en aandacht te verhelpen is, wordt er een handelingsplan opgesteld. Hierbij kan de leerkracht niet alleen uit zijn eigen kennis en ervaring putten, maar doet hij ook een beroep op de IB-er en de andere collegae. Dat behoeft niet te wachten tot de eerstvolgende leerling-bespreking maar kan op de wekelijkse personeelsvergadering


16

plaatsvinden. Leerkrachten kunnen zo van elkaars deskundigheid en ervaringen profiteren. Mochten we er samen niet uitkomen of brengt het handelingsplan niet de nodige vooruitgang teweeg, dan kunnen wij een beroep doen op de schoolcontactpersoon Delta. Binnen dit zorgoverleg worden besluiten voorbereid ten aanzien van het traject dat met bepaalde zorgleerlingen doorlopen moet worden. Als een kind ernstige leer- of gedragsproblemen heeft, wordt het in overleg met de ouders voor een uitgebreid onderzoek aangemeld leerlingenzorg Delta. Dat uitgebreide onderzoek moet duidelijk maken of het kind naar het Speciaal Basis Onderwijs moet worden verwezen of dat het alsnog met een aangepast basisprogramma op onze school kan blijven. Wij proberen in eerste instantie het kind zoveel mogelijk in de eigen omgeving, tussen eigen vriendjes en vriendinnetjes, aangepaste hulp te bieden. Uiteraard kan dat tot gevolg hebben dat het kind op een bepaald vakgebied niet het eindniveau van de basisschool haalt. Soms is aangepaste hulp op de basisschool niet mogelijk en zal het kind naar een school voor Speciaal Basis Onderwijs moeten worden verwezen. 4.6 De intern begeleider Op veel scholen is de intern begeleider de spil waar alles om draait. Wij hebben echter voor een andere opzet gekozen. Bij ons is de groepsleerkracht, de eigen juf of meester het centrale punt in de zorg voor de leerlingen. Die kent het kind immers het best en trekt er dagelijks mee op. Wel kan hij/zij daarbij steeds terugvallen op de steun van de IB-er en de andere collegae, maar de groepsleerkracht blijft eindverantwoordelijk. Het grote voordeel van deze aanpak is dat je meer het gevoel krijgt er samen voor te staan en ook allemaal de nodige ervaring en kennis opdoet op remediërend gebied. Natuurlijk blijft en is in toenemende mate de intern begeleider een belangrijke schakel in het totale zorgsysteem van onze school. De IB-er voert overleg met de directie en houdt de leraren op de hoogte. De taak van de intern begeleider bestaat voornamelijk uit het coördineren van alle zaken rond de leerlingenzorg. Zij voert 2x per jaar structureel overleg met de groepsleerkrachten in de vorm van groepsbesprekingen. De IB-er is speciaal voor deze taken vrij geroosterd. 4.7 Meer- en hoogbegaafden Er is specifieke aandacht voor de meerbegaafden. Dit houdt in dat we die kinderen met behulp van materialen extra mogelijkheden bieden. De IB-er beschikt over tips en handreikingen die hiervoor gebruikt kunnen worden. Soms besluiten we kinderen die dermate begaafd zijn een klas over te laten slaan. Zo’n besluit wordt in nauw overleg met ouders, leerkracht en IB-er genomen. Dit besluit is altijd een zorgvuldige afweging van prestaties, intelligentie, sociaal-emotionele factoren en persoonlijkheidskenmerken van het kind.


17

Externe advisering Meestal zorgt in ons geval ‘Marant’ voor de externe advisering aan zowel leerkrachten als leerlingen in de schoolsituaties. Ook nemen zij zo nodig een pedagogisch-didactisch onderzoek af bij kinderen met ernstige leer- en gedragsproblemen. Daarnaast verzorgt zij cursussen voor de leerkrachten. Uiteraard staat het de school vrij welke externe hulp dan ook in te roepen. 4.3 Passend onderwijs De Paasbergschool is één van de scholen van het regionale samenwerkingsverband ‘Passend Wijs’. In dit samenwerkingsverband werken de scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs (m.u.v. de zogenaamde cluster 2 scholen) samen. De bedoeling van het samenwerkingsverband is dat er voor alle kinderen in de regio een school is waar kinderen het onderwijs krijgen dat past bij wat zij nodig hebben om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Elke school binnen het samenwerkingsverband heeft een schoolondersteuningsprofiel. Daarin staat wat elke school te bieden heeft. Het samenwerkingsverband start 1 augustus 2014. Dit hangt samen met de in werking treden van de Wet Passend Onderwijs. 5. De schoolorganisatie De groepen 1 en 2 zijn heterogeen samengesteld, wat inhoudt dat kinderen van 4 t/m 6 jaar in één groep zitten. Vanaf groep 3 wordt het onderwijs gegeven in leerstofjaarklassen. Binnen de jaargroepen wordt er vanuit de basisstof-herhalingsstofverrijkingsstof-gedachte gedifferentieerd. Dit betekent dat alle leerlingen zich de basisstof eigen moeten maken en dat leerlingen die meer kunnen ook de vaak wat moeilijkere verrijkingsstof maken. Kinderen die op enigerlei wijze moeite hebben zich de basisstof eigen te maken worden door de leerkracht begeleid. In beperkte mate worden er voor kinderen individuele programma's aangeboden. Iedere groep heeft een groepsleerkracht, die eindverantwoordelijk en ook het aanspreekpunt is voor de ouders. Naast de groepsleerkracht kan een andere leerkracht in dezelfde groep lestaken verrichten. Bij ziekte of vervanging kan gebruik worden gemaakt van een derde leerkracht uit de vervangingspool van Delta. We streven naar maximaal ‘twee gezichten’ per groep. De ontwikkeling van de leerling wordt door de leerkracht in de gaten gehouden door middel van observaties en toetsen. De gegevens die wij op deze en andere manieren verkrijgen, zijn terug te vinden in de rapportage. Wij kennen de onderbouw, groep 1 t/m 4 en de bovenbouw, groep 5 t/m 8. Aan deze ‘bouwen’ is een bouwcoördinator verbonden.


18

De directeur, de bouwcoördinatoren en de interne begeleider vormen samen het managementteam. Zij hebben tweewekelijks overleg. Besluiten over schoolbeleid worden in de teamvergadering genomen. Bij ‘het staken der stemmen’ besluit de directeur. Veel zaken worden voor advies of instemming aan de Medezeggenschapsraad voorgelegd. De groepsindeling 2014-2015 Hieronder staat de formatie voor het schooljaar 2014-2015. Deze formatie is met de Medezeggenschapsraad (MR) besproken en de MR heeft instemming verleend. Groep 1 / 2 a Mirjam Remmen:

de hele week

Groep 1 / 2 b Daniëlle van der Werken: Marieke Wieman :

maandag en dinsdag woensdag, donderdag en vrijdag

Groep 3 krijgt tot januari extra leerkrachten om bij de start van het leren lezen en rekenen extra zorg te kunnen bieden. In januari volgt een evaluatie en worden de mogelijkheden opnieuw bekeken. Groep 3 Marlon Kraaij: Zohra Elbakkali :

maandag, dinsdag en woensdag donderdag en vrijdag

Zohra is met zwangerschapsverlof en wordt vervangen door juf Mare. Groep 3 tot januari Saskia Wongsoredjo: Marjolijn Lurvink :

maandag dinsdag, woensdag en donderdag

Vrijdag is de groep samen, in het belang van het “groep 3 gevoel”. Groep 4 Joyce Vleeming : Ineke Hoekerswever:

maandag, dinsdag en woensdag woensdag, donderdag en vrijdag

Groep 4 heeft op woensdag twee leerkrachten, zodat extra zorg verleend kan worden. Groep 5 Wim Klein : Manon Calicher :


Manon gaat met zwangerschapsverlof, zij wordt vervangen door Kiki Aarns


19

Groep 6 Michiel van der Sloot:

de hele week

Groep 7 Heidy Janssen: Saskia Wongsoredjo:

maandag, donderdag en vrijdag dinsdag en woensdag

Groep 8 Monique Lubbers: Maaike Vos:


5.1 Samenstelling van het team In onze school werken 18 leerkrachten, een IB’er en een directeur. Iedere leerkracht draagt zorg voor zijn of haar groep. Daarnaast wordt tijd besteed aan allerlei niet-lesgebonden taken en aan bijscholing. Niet-lesgebonden taken omvatten o.a.: deelnemen in onderwijsinhoudelijke werkgroepen, coördinatie van het ICT beleid, het team vertegenwoordigen in de M.R. en Oudercommissie, organisatie sportdag, organisatie schoolreis enz. De directeur heeft de leiding over het schoolteam. Het bewaken van de vorderingen en de coördinatie van de extra zorg voor de leerlingen van groep 1 t/m 8 is in handen van onze interne begeleider. De bovenschoolse ICT’er zorgt dat alle computers draaien, software wordt geïnstalleerd en bewaakt de voortgang van het ICT beleid. Daarom volgt hij de ontwikkelingen op computer- en software gebied op de voet. Aan school is tevens een administratief medewerkster verbonden om de administratie in goede banen te leiden. 5.2 Medezeggenschapsraad Middels de Wet Medezeggenschap onderwijs 1992 is geregeld dat er aan iedere school een medezeggenschapsraad verbonden moet zijn. Door de invoering van Lumpsumfinanciering hebben de scholen en besturen meer beleidsvrijheid gekregen. In de nieuwe Wet op de Medezeggenschap (2006) krijgt de medezeggenschapsraad meer bevoegdheden dan voorheen. Zo is op meerdere terreinen adviesbevoegdheid omgezet in instemmingbevoegdheid. Zowel vanuit de ouder- als de leerkrachtengeleding, zijn er middels de richtlijnen uit dit reglement drie leden gekozen. De M.R. denkt mee, praat mee, adviseert over het goed functioneren van de school in al haar doelstellingen. Hierbij ontmoet de M.R. als haar


20

gesprekspartners het bestuur van de Stichting Delta, de directie van de school en de medezeggenschapsraden van de overige aan Delta verbonden scholen. Ook uw inbreng met open/of aanmerkingen t.a.v. het functioneren van de school stelt de M.R. nadrukkelijk op prijs. U kunt ons hier altijd over aanspreken. De leden van de medezeggenschapsraad vindt u op de pagina ‘personalia’. 5.3 Oudercommissie De Oudercommissie is een vaste groep ouders die zich inzet voor allerlei activiteiten binnen de school. Maandelijks komen zij voor overleg bij elkaar in aanwezigheid van een van de leerkrachten. De Oudercommissie kent een officiële samenstelling d.w.z. met een voorzitter, secretaris, penningmeester en leden. De Oudercommissie ondersteunt het team bij allerlei klussen en organisaties van bijvoorbeeld Sinterklaas, Kerst, Pasen, maar ook bij de ouderavonden, projecten en dergelijke. Ouderbijdrage De ouderbijdrage van de school (€50,00 per kind) wordt in zijn geheel beheerd door de Oudercommissie en dit onder verantwoordelijkheid van de penningmeester. Het geld van de ouderbijdrage is bedoeld voor de extra´s, en dus de leuke dingen en niet voor onderwijs- of schoolgerelateerde zaken. In het komende schooljaar zullen wij dit geld vooral besteden aan: o Sinterklaasfeest o Kerstviering in de klas en in de kerk o Helft Schoolkamp groep 8 (andere helft betalen ouders) o Schoolreis groep 1 t/m 7 o Paasontbijt o Bakmiddagen o Sportdag o Laatste schooldag activiteit o `Klassekas`, potje met geld dat elke juf/meester met de klassenouder naar eigen inzicht mag besteden De penningmeester legt één maal per jaar verantwoording af aan de kas controle commissie en tijdens de vergaderingen aan de andere leden van de Oudercommissie. Het geld wordt uitgegeven op basis van een begroting die loopt van januari tot en met december. Desgewenst is mogelijk deze in te zien. Het betalen van de ouderbijdrage is niet verplicht. Het is echter wel zo, dat wanneer u besluit niet te betalen, uw kind kan worden uitgesloten van een activiteit en dus gewoon een lesdag heeft.


21

Wanneer u, om welke reden dan ook, niet wenst te betalen, verzoeken wij u contact op te nemen met de directeur van de school. U zult dan ook geen herinneringen meer ontvangen. 6. Praktische zaken 6.1 Tussen- en naschoolse opvang De opvang is overgedragen aan een professionele organisaties, nl. De Lunchtrommel, Koningskinderen en kinderopvang SKAR Tussen de middag hebben de kinderen de mogelijkheid tot overblijven en na schooltijd kunnen de ouders de kinderen opgeven voor de buitenschoolse opvang tot 18.30 uur. 6.2 Klachtenregeling Het kan natuurlijk voorkomen dat u het ergens niet mee eens bent. Uiteraard bespreekt u dat eerst met de leerkracht van uw kind. Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld het begeleiden van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Bij problemen tussen leerkrachten en leerlingen of tussen leerlingen onderling, proberen de betrokken ouders en leerkrachten in eerste instantie een oplossing te vinden (binnen twee weken) en spreken met elkaar een termijn af waarop de situatie wordt geëvalueerd. Indien er geen oplossing gevonden wordt of de ouders zijn niet met de eventuele oplossing tevreden, dan kunnen zij zich met hun klacht wenden tot de directeur. Wanneer ook dat niet het gewenste resultaat oplevert, kan er contact opgenomen worden met: TEAM Ineke Hoekerswever, Valckeniershof 10 6869 VM Heveadorp 026 – 3336806 De onafhankelijke (externe) vertrouwenspersoon en klachtencommissie Als u het -om welke reden dan ook- buiten de sfeer van de Paasbergschool wilt zoeken dan kunt u terecht bij twee onafhankelijke vertrouwenspersonen die daarvoor door Delta zijn aangewezen. Dhr. drs. H.J. Buunk 026 – 3648466 Daarnaast is er nog een onafhankelijke klachtencommissie: Klachtencommissie voor het Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Voor vragen over de aanmelding van klachten kan men telefonisch contact opnemen met de ambtelijk secretaris van de klachtencommissie Mevrouw Mr. A.R. ten Berge 070 – 3568114.


22

Klachtenregeling externe organisatie. Tevens kunt u de site die hierboven vermeld is raadplegen voor informatie. 6.3 Arbo-wet De Arbofunctionaris ziet toe dat de Arbo-wet op school een goede invulling krijgt. Het gaat hierbij om zaken van veiligheid, gezondheid en welzijn van zowel de kinderen en de leerkrachten als van alle andere betrokkenen bij de school. Juf Manon is onze Arbofunctionaris, voor vragen en/of opmerkingen kunt u bij haar terecht. 6.4 Bescherming persoonsgegevens De wet bepaalt hoe organisaties dienen om te gaan met persoonsgegevens. Op de Paasberg worden de volgende gegevens verwerkt: * Naam, geboortedatum en -plaats, adres en telefoon, samengevoegd in groepslijsten; * Gegevens die nodig zijn met het oog op het welzijn en de gezondheid van leerlingen, zodat een optimale begeleiding nodig is; * Naam huisarts; * Overdrachtsgegevens van eventuele school van herkomst, in het kader van de leerplichtwet; * Observatieverslagen van lessituaties * Resultaten van methodegebonden toetsen en leerlingvolgsysteemtoetsen. In voorkomende gevallen resultaten van pedagogisch-didactisch of psychologisch onderzoek, voor zover nodig voor verdere begeleiding. * Sofinummer (BSN) van het kind Met betrekking tot ouders, verzorgers of andere wettelijke vertegenwoordigers: * Naam, geboorteplaats, opleiding en beroep (dit laatste i.v.m. de bekostigingsaanvraag) * Bereikbaarheid tijdens de schooluren.

Toegankelijke gegevens Gegevens betreffende naam, adres en telefoon zijn via groepslijsten beschikbaar voor leerkrachten, directie, OR en MR ten behoeve van de uitoefening van hun functie. Gegevens over ouders en leerlingen via het inschrijfformulier worden bewaard in een afgesloten archiefkast. Hetzelfde geldt voor uitslagen van bijv. psychologisch onderzoek. Het leerlingvolgsysteem is slechts toegankelijk voor functionarissen die uit hoofde van hun functie gegevens moeten verwerken. Hetzelfde geldt voor de geautomatiseerde leerling-administratie. Overdracht van gegevens van leerlingen aan derden geschiedt slechts na toestemming van de ouders, dan wel in navolging van wettelijke verplichtingen.


23

Bewaartermijn De leerling-gegevens (en de daaraan gekoppelde gegevens van hun ouders) blijven bewaard tot twee jaar na het verlaten van de school, behoudens langere wettelijke bewaarplicht. Ten behoeve van schoolactiviteiten wordt een archief van groepslijsten bijgehouden. Verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid voor een uitvoering van bovenstaande afspraken berust bij de directeur van de school. Recht op inzage Ouders hebben te allen tijde recht op inzage van de opgeslagen gegevens van hun kind(eren). Toestemming Wij verzoeken ouders om via het inschrijfformulier toestemming te verlenen voor het verwerken van de gegevens van hun kind(eren). 6.5 Schorsen en verwijderen Ofschoon we hopen dat het nooit nodig zal zijn, is het mogelijk dat, in overleg met het stichtingsbestuur, leerlingen geschorst of verwijderd kunnen worden. Het protocol is te downloaden op www.deltascholen.org 7. Externe contacten Contacten andere scholen De school ressorteert onder de Stichting voor Katholiek en Protestants Christelijk Primair Onderwijs Delta. Deze stichting beheert nog 24 scholen. Er is geregeld overleg tussen de directies van deze scholen en de algemene directie van de stichting. Binnen het samenwerkingsverband WSNS zijn er diverse contacten. Bij alle vergaderingen van het gehele samenwerkingsverband zijn zowel de directeur als de IBer aanwezig. De directeuren van de scholen in Oosterbeek hebben regelmatig contact met elkaar. Daarnaast wordt er 4 maal per jaar vergaderd. Met de omringende scholen voor het voortgezet onderwijs is er schriftelijk, soms ook mondeling contact bij de aanmelding. In het jaar daarna is er een gesprek met een vertegenwoordiger van de school over de voortgang van de aangemelde leerlingen. Schooladviesdienst Wij zijn aangesloten bij Marant; Adviseurs in leren en ontwikkeling.. De dienst schrijft niet voor, maar adviseert/begeleidt alleen, bijvoorbeeld bij kinderen die leerproblemen hebben, adviezen bij de aanschaf van nieuwe methoden of materialen en het begeleiden van de 1-Zorgroute.


24

Opleiding Met de opleidingen, de PABO van Hogeschool Arnhem Nijmegen, de PABO Ede en het CIOS in Arnhem is ook veel contact. Wij begeleiden studenten die bij ons stage lopen en soms maken we gebruik van hun studieaanbod. Wij maken ook regelmatig gebruik maken van stagiaires van de SPW en ROC A12, die onderwijsassistenten in opleiding hebben. Inspectie van het onderwijs Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 Jeugdgezondheidszorg De afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD wil samen met u en de school ervoor zorgen dat kinderen zich zo goed en gezond mogelijk ontwikkelen. Dit doen ze onder andere door onderzoek van de kinderen en door ondersteuning van de ouders. Onderzoek van kinderen Om de gezondheid, groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, onderzoekt de GGD uw kind op verschillende leeftijden: Tussen 4 en 5 jaar: Onderzoek door de logopedist van taal, spraak, mondgedrag, luisterhouding en stem. Dit is een kort onderzoek dat op school gebeurt. De ouders zijn niet bij het onderzoek aanwezig. U krijgt vooraf een brief met informatie over het onderzoek. U wordt na het onderzoek geïnformeerd over de bevindingen. Tussen 5 en 6 jaar: De jeugdarts en doktersassistente nodigen uw kind en u uit voor een uitvoerig onderzoek waarin onder andere lengte, gehoor, gewicht, motoriek, gezichtsvermogen, lichamelijke ontwikkeling en psychosociale ontwikkeling aan bod komen. Het onderzoek gebeurt op school en u ontvang tevoren een uitnodiging. Uw kind is 9 Jaar: Uw kind wordt gevaccineerd tegen difterie, tetanus, polio (DTP) en bof, rode hond en mazelen. Meestal worden kinderen hiervoor in groepen op centrale locaties opgeroepen. Groep 4: Kinderen die in de gemeente Renkum wonen, worden met hun ouders uitgenodigd voor een onderzoek door de jeugdverpleegkundige. Tijdens het onderzoek is er meestal veel aandacht voor het gedrag van uw kind, de sociaal-emotionele ontwikkelingen opvoedingsaspecten zoals slapen, eten, pesten, weerbaarheid, regels, enz. Ook worden de lengte en het gewicht gemeten. Groep 7:


25

De jeugdverpleegkundige nodigt ouders en kind uit voor een onderzoek waarin veel aandacht is voor het gedrag van uw kind, de sociaal-emotionele ontwikkeling en opvoedingsaspecten zoals slapen, eten, pesten, weerbaarheid, regels, enz. Ook worden de lengte en het gewicht gemeten. Ondersteuning van ouders Ouders kunnen zelf ook aankloppen bij de GGD, als er vragen zijn over de gezondheid, de ontwikkeling, het gedrag of de opvoeding van het kind. Op verzoek ouders of van de leerkracht kan de jeugdarts, de logopedist of de verpleegkundige een gericht onderzoek doen. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. De jeugdverpleegkundige kan daarnaast een leerling en de ouders kortdurend begeleiden bij vragen over problemen met de opvoeding, pesten, zindelijkheid, eetproblemen en dergelijke. Samenwerking met school en anderen Soms kan het belangrijk zijn dat de leerkracht wordt ingelicht over de uitkomsten van een onderzoek. Een probleem kan het gedrag van een kind op school beïnvloeden, zoals een verminderd gehoor. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders. Ook een verwijzing naar huisarts, logopedist, specialist of bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg, gebeurt in overleg met u. Meer weten?

Afspraak op het spreekuur n.a.v. onderzoek doktersassistente (=screening)

Hiervoor hoeft u niet te bellen, u ontvangt automatisch een uitnodiging

Afspraak op het spreekuur op eigen initiatief

026 - 377 3805

Algemene informatie over JGZ Servicedesk (afspraken- & informatielijn) Voor algemene vragen over opvoeden en gezondheid: Telefonisch spreekuur ma - do 16.00 - 17.00 Bereikbaarheid per mail

www.HulpverleningGelderlandMidden.nl 026 - 377 3805

026 - 377 5289 [email protected]

Meer informatie over de gezondheid van kinderen vindt u op onze vernieuwde website

www.HulpverleningGelderlandMidden.nl U vindt de Jeugdgezondheidszorg onder: Volksgezondheid/GGD > Jeugd en gezondheid >


26

Contacten met gemeente en andere instellingen Het bestuur voert het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) met de gemeente. In dit overleg met de wethouder komen zaken aan de orde zoals financiering, huisvesting en toewijzing van kredieten. Verder zijn er contacten met: * Landelijke overheid en inspectie * De plaatselijke kerken * Het openbaar en bijzonder onderwijs in de gemeente. * Het voortgezet onderwijs in de regio. * Het CITO toetsinstituut in Arnhem. * De Jeugdgezondheidszorg, waaronder schoolarts en logopedie. * De Provinciale Bibliotheek Centrale en de plaatselijke bibliotheek. 8. De resultaten van het onderwijs Jaarlijks neemt de school deel aan de CITO eindtoets. De gecorrigeerde standaardscore van de afgelopen 5 jaren van deze toets was: 2010 535,8 (landelijk gem. 535,2) 2011 539,4 (landelijk gem. 535,3) 2012 536,6 (landelijk gem. 535,3) 2013 543,0 (landelijk gem. 534,7) 2014 539,4 (landelijk gem. 534,4) De uitstroom van de leerlingen na groep 8 komt veelal overeen met het behaalde resultaat. De meeste leerlingen gaan na het basisonderwijs naar een school voor Voortgezet onderwijs in Arnhem of Doorwerth. Voor alle leerlingen die de school verlaten wordt door ons een onderwijskundig rapport opgesteld. Dit rapport ligt op school ter inzage voor ouders. Nadien gaat het naar de school voor het Voortgezet Onderwijs. In sommige gevallen wordt een rapport ook nog mondeling toegelicht. Dit gebeurt dan, wanneer er specifieke omstandigheden/ problemen zijn, die beter mondeling toe te lichten zijn. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Het voortgezet onderwijs geeft jaarlijks de tussentijdse rapportcijfers en examenresultaten door. Dit geeft ons zicht op hoe het met onze oud-leerling gaat en ook of wij het juiste advies hebben gegeven.


27

De uitstroom vond de afgelopen 6 jaren als volgt plaats:

Gymnasium Havo/Vwo Vmbo-t Vmbo-kb Lwoo Praktijkonderwijs

2009 2 17 8 0 0 0

Gymnasium VWO TTO VWO HAVO/VWO MAVO/HAVO Jan Ligthart

2014 9 1 3 4 7 4

2010 4 18 6 0 0 0

2011 7 16 4 1 0 0

2012 5 18 4 1 0 0

2013 11 19 3 0 0 0

9. School- en vakantietijden Maandag 08:30-12:00 13:15-15:15

Dinsdag 08:30-12:00 13:15-15:15

Woensdag 08:3012:00

Groep 3

08:30-12:00 13:15-15:15

08:30-12:00 13:15-15:15

08:3012:00

Groep 4

08:30-12:00 13:15-15:15

08:30-12:00 13:15-15:15

08:3012:00

Groep 5

08:30-12:00 13:15-15:15

08:30-12:00 13:15-15:15

08:3012:15

Groep 6

08:30-12:00 13:15-15:15

08:30-12:00 13:15-15:15

08:3012:15

Groep 7

08:30-12:00 13:15-15:15

08:30-12:00 13:15-15:15

08:3012:15

Groep 8

08:30-12:00 13:15-15:15

08:30-12:00 13:15-15:15

08:3012:15

Groep 1/2


Donderdag 08:3012:00 13:15-15:15 08:3012:00 13:15-15:15 08:3012:00 13:15-15:15 08:3012:00 13:15-15:15 08:3012:00 13:15-15:15 08:3012:00 13:15-15:15 08:3012:00 13:15-15:15

Vrijdag 08:3012:00 08:3012:00 08:3012:00 08:3012:00 13:15-15:15 08:3012:00 13:15-15:15 08:3012:00 13:15-15:15 08:3012:00 13:15-15:15

28

Pauzes Ochtend: 10.00 – 10.15 uur Middag: 12.00 – 13.15 uur De kinderen van de groepen 1 en 2 kunnen vanaf 10 minuten voor schoolaanvang gebracht worden (dus tussen 08:20 –08:30 uur en tussen 13:05 en 13:15 uur) . De overige leerlingen kunnen een kwartier voor schoolaanvang op school komen. Het pleintoezicht begint telkens een kwartier voor schoolaanvang. Vijf minuten voor aanvang van de les gaat de bel. Ouders die hun kinderen met de auto naar school brengen en halen worden dringend verzocht hun auto niet vlak voor school te parkeren. Dit in verband met de verkeersveiligheid. Vakantierooster 2014 – 2015 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Koningsdag Meivakantie /Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie Vrijdag 17 juli is de school om 12

18-10-2014 20-12-2014 13-02-2015 03-04-2015 25-04-2015 02-05-2015 23-05-2015 18-07-2015 uur uit.

26-10-2014 04-01-2015 22-02-2015 06-04-2015 27-04-2015 17-05-2015 25-05-2015 30-08-2015

Vrije vrijdagen groep 1 t/m 4 19-09-2014 16-10-2014 17-10-2014 14-11-2014 19-12-2014 23-01-2015 13-03-2015 17-04-2015 05-06-2015 19-06-2015 Studiedag leerkrachten 15 oktober 2014 LEERPLICHTWET Nederland kent leerplicht voor kinderen van vijf tot en met zestien jaar. In de wet staat onder meer dat kinderen elke schooldag naar school moeten. In een beperkt aantal situaties wordt verlof toegestaan. Op de site leerplicht.net kunt u lezen in welke gevallen er recht is op verlof. De Paasbergschool is in het verleden niet altijd correct omgegaan met deze wettelijke verplichting. Uiteraard dienen wij ons wel altijd aan de wet te conformeren. Dit schooljaar wordt er uitsluitend verlof toegekend volgens wet en regelgeving.


29

Schoolgids Paasbergschool schooljaar

Recommend Documents