Schoolgids Schooljaar 2014-2015
Basisschool Aventurijn Hengmeng 92 – 94 5235 JZ ’s-Hertogenbosch telefoon 073 – 8225260
[email protected] www.aventurijndenbosch.nl
Inhoud 1. Een woord vooraf 2. Onze school - Algemeen - Leerling- en ouderpopulatie - Personeel - Wijk en partners - Het gebouw 3. Onze visie en uitgangspunten - Visie - Uitgangspunten - Pedagogisch handelen - Onderwijskundige taak - Ons onderwijsconcept - Didactisch handelen - Leerlingenzorg 4. Waar werken we aan - Wat hebben we gedaan in schooljaar 2013-2014 - Wat gaan we doen in schooljaar 2014-2015 5. De kwaliteit van ons onderwijs 6. Wat leren de kinderen op onze school - De vakgebieden - Effectieve leertijd - Resultaten en uitstroom 7. Niet bij kennis alleen 8. Overig beleid en regels - Aannamebeleid - Toelaten, schorsen en verwijderen van leerlingen - Schoolverlaters - Leerplicht - Toekennen van verlof 9. Ouders en school - Ouderparticipatie - Informatie overdracht - Medezeggenschapsraad - Ouderraad - Ouderbijdrage 10. School en omgeving 11. Klachtenregeling 12. Overige informatie
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 1 van 34
EEN WOORD VOORAF Geachte ouders/verzorgers, Voor u ligt de schoolgids van Basisschool Aventurijn. Deze schoolgids heeft als doel u te informeren over de wijze waarop het onderwijs op Aventurijn is ingericht en georganiseerd. De gids bevat naast algemene organisatorische, ook onderwijsinhoudelijke informatie over onze school. De manier waarop we kennis overdragen en de wijze waarop kinderen sociale en creatieve vaardigheden verwerven zijn bepalend voor een serieuze en bewuste schoolkeuze. Deze gids geeft u een beeld hoe we dit op Aventurijn gestalte willen geven. De schoolgids wordt opgesteld door de directie en vastgesteld door het bestuur na instemming van de medezeggenschapsraad. Onderdeel van de gids is ook het aparte informatieboekje met jaaroverzicht waarop meer praktische, soms aan 1 schooljaar gebonden, informatie staat aangegeven. De gids is bestemd voor ouders/verzorgers van kinderen van onze school, maar zeer zeker ook voor ouders/verzorgers van toekomstige leerlingen en voor alle andere belangstellenden. Wij hopen dat de schoolgids u voldoende duidelijkheid geeft om ons onderwijs kritisch te blijven volgen of om een eventuele keuze te kunnen maken. Mocht u behoefte hebben aan nadere informatie, dan bent u natuurlijk van harte welkom voor een persoonlijk gesprek. Indien u van mening bent dat er nog onderwerpen ontbreken en/of toegevoegd moeten worden, laat het ons dan weten.
Namens het team, Hanny Rijkers Directeur
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 2 van 34
ONZE SCHOOL ALGEMEEN Adresgegevens: Basisschool Aventurijn Hengmeng 92-94 5235 JZ ’s-Hertogenbosch Tel: 073 8225260 Email:
[email protected] Website: www.aventurijndenbosch.nl Schoolleiding: De dagelijkse leiding is in handen van de directie. Regelmatig vindt er overleg plaats over de gang van zaken op school in vergaderingen van directie, MT, team en onder- en bovenbouwgroepen. Directeur: Hanny Rijkers Aventurijn is een reguliere basisschool in het bijzonder onderwijs. Aventurijn is een kleine basisschool met gemiddeld 160 kinderen. Onze school is een ontmoetingsplaats voor alle kinderen uit onze samenleving. Verschillende overtuigingen ontmoeten elkaar waarbij eerbied, begrip, respect en verdraagzaamheid ten opzichte van elkaar heel belangrijk is. Op onze school wordt naast kennen en kunnen veel aandacht besteed aan normen en waarden in een multiculturele samenleving waar respect, tolerantie en begrip voor ieders mening uitgangspunt zijn. Aventurijn is sinds 1 januari 2008 een zelfstandige school geworden en heeft m.i.v. schooljaar 2008-2009 de naam Aventurijn gekregen. Tot 1 januari 2008 was de school een locatie van basisschool De Opstap. De school is opgericht in 1983 als basisschool De Eemelanden.
HET BEVOEGD GEZAG: Stichting Signum Den Bosch Signum is een stichting voor primair onderwijs op katholieke grondslag. Op 24 basisscholen, verspreid over de gemeente ’s-Hertogenbosch, en 1 school in Zaltbommel wordt les gegeven aan ruim 6300 leerlingen. Dagelijks zijn daarvoor circa 725 personeelsleden actief. Voorzitter van het College van Bestuur is Jan Timmers. Voor uitgebreide informatie: zie onze website www.signumonderwijs.nl Het bestuurskantoor van Signum is gevestigd op landgoed Coudewater te Rosmalen. Postadres: Postbus 104, 5240 AC Rosmalen Tel.: 073 – 8507850 Fax: 073 – 5225771 E-mail:
[email protected] Website: www.signumonderwijs.nl De scholen van Signum: Aventurijn Het Bossche Broek De Haren Den Krommen Hoek De Masten Het Palet ’t Sparrenbos ’t Ven
De Borch De Duizendpoot Jeroen Bosch De Kruisboelijn De Matrix Paus Joannes SBO Sprankel ’t Wikveld
‘t Boschveld De Fonkelsteen De Kameleon De Kwartiermaker Oberon ’t Schrijverke De Troubadour Wittering.nl
Het Strategisch Beleidsplan van Signum Het nieuwe Strategisch Beleidsplan van Signum voor de periode 2014-2018 wordt gepresenteerd in augustus 2014. In deze periode krijgen de volgende speerpunten aandacht: Educatief partnerschap Excellente medewerkers Ononderbroken ontwikkelingsproces 0/13-jarigen Professionele leergemeenschap Zelfregulering Relatie met Kanteel Kinderopvang: Ten behoeve van de voor-, tussen-, na- en buitenschoolse opvang is de Stichting Signum een bestuurlijke samenwerking aangegaan met Kanteel Kinderopvang. Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 3 van 34
LEERLING- EN OUDERPOPULATIE Op onze school is het leerlinggewicht zodanig dat daaruit geen aanvullende formatie voortkomt. Het aantal leerlingen met een hoger gewicht is 14%. Veel ouders hebben een opleidingsniveau van VMBO en hoger. Het aantal kinderen van allochtone afkomst is gering. Het overgrote deel van de ouders is van autochtone huize en de thuistaal van de kinderen is ( met een zeer kleine uitzondering) Nederlands. Er is in het algemeen een positieve betrokkenheid van de ouders op school. We zien wel dat de laatste tijd ouders minder tijd krijgen om in de school te investeren. De landelijke trend dat beide ouders deelnemen in het arbeidsproces, is ook op onze school merkbaar. Het vinden van ouders die lid willen worden van de ouderraad en medezeggenschapsraad lukt nog steeds maar blijkt niet gemakkelijk te zijn. Beide raden leveren een positieve bijdrage aan het functioneren van Aventurijn. De leerlingen van Aventurijn komen uit alle sociaal-culturele lagen van de bevolking. Het is merkbaar dat de sociaal-culturele context momenteel verandert. Dit stelt eisen aan het onderwijs. De ondersteuning die ouders op opvoedkundig gebied vragen neemt toe. Het aantal scheidingen is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Dit heeft zijn weerslag op de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen.
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 4 van 34
PERSONEEL Het team van Aventurijn is in de afgelopen 3 jaar behoorlijk van samenstelling veranderd. Door het vertrek van enkele personeelsleden zijn er nieuwe teamleden bijgekomen en is de samenstelling en leeftijdsopbouw van het team veranderd en meer in evenwicht. Wanneer wordt gekeken naar verdeling over mannen en vrouwen zien we een (voor het onderwijs kenmerkende) oververtegenwoordiging van het aantal vrouwen. Dit jaar werken er alleen vrouwen op Aventurijn. Op Aventurijn werken 10 personeelsleden. Hiervan zijn 4 mensen fulltime werkzaam. De anderen werken parttime. Van de 10 personeelsleden zijn er 7 direct betrokken bij het onderwijsproces in hun functie als leerkracht. Verder is er 1 intern begeleider, 1 conciërge en 1 directeur. HET SCHOOLGEBOUW EN DE WIJK De school is gesitueerd in de wijk Maaspoort en wordt voornamelijk bezocht door leerlingen uit het deel van de wijk waar de school is gelegen (Maaspoort Midden). Er komen echter ook leerlingen uit andere delen van de Maaspoort. In de Maaspoort zijn 7 scholen. Vlak bij de school is er een ruim speelveld, dat sinds kort is voorzien van een kunstgrasveld, waardoor er altijd kan worden gespeeld. Aventurijn is samen met buurschool Madelief gehuisvest in 1 gezamenlijk gebouw genaamd Kindcentrum de Wijboom. Binnen het kader van de samenwerking 0-13 wordt er samengewerkt met een aantal voor- en naschoolse opvangorganisaties. Kernpartner hierin is Nulvier. De besturen en directies van bs. Aventurijn en Madelief (ATO en Signum) hebben het voorgenomen besluit genomen om een samenwerkingstraject op te starten om binnen het kind centrum De Wijboom te komen tot één school. Aanleiding én waar is het aangekondigde samenwerkingstraject een antwoord op? De directies zijn overtuigd van het feit dat een samenwerkingstraject het volgende oplevert: • Een krachtige onderwijsplek in de wijk waar kinderen hun talenten kunnen ontwikkelen • Versterken van expertise • Ontwikkelingskansen voor onderwijs • Diversiteit van onderwijsvormen (maatwerk voor de kinderen) • Ononderbroken ontwikkeling • Één pedagogisch klimaat • Het vormen van een integraal kindcentrum • Een versterkte uitstraling in de buurt/wijk • Optimale doorstroom van kinderen Door de krachten te bundelen denken beide directies het onderstaande beter te kunnen waarborgen: • Een stabiele instroom van kleuters • Levensvatbaarheid behouden van onderwijs in Maaspoort Midden, het aantal kinderen in de wijk loopt drastisch terug • Een stabiele personeelsbezetting Evenredige taakverdeling voor leerkrachten (Vele handen maken licht werk) • Ontwikkelingsmogelijkheden voor leerkrachten • Goed kunnen inspelen op Passend Onderwijs Om dit ontwikkelingstraject te mogen gaan opstarten is er om instemming van de MR-en gevraagd. Op maandag 16 juni jl. hebben de beide MR-en ingestemd met de start van het traject waarbij ze wel gevraagd hebben om een aantal “ijkpunten” in het nog te schrijven plan van aanpak. Momenten waarop de MR-en wederom inspraak willen hebben in het proces. Wat zijn de gevolgen op korte termijn? Ogenschijnlijk zal er weinig gaan veranderen, er is een externe, Pepijn van Geene, aangezocht om het proces te begeleiden. Dan zal er een stappenplan worden opgesteld en een projectplan worden geschreven. Al deze kleine stapjes zullen steeds met het team en de beide MR-en besproken worden en met de ouders worden gedeeld. Door middel van gezamenlijke nieuwsbrieven zullen wij u steeds blijven informeren over én ook uitnodigen om deel te nemen aan bepaalde fases in het ontwikkeltraject dat uiteindelijk zal gaan leiden tot één school binnen ons kind centrum. Voor het gehele traject hebben we 2 jaar uitgetrokken, einde schooljaar 2015-2016 hopen we het proces te kunnen afronden.
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 5 van 34
ONZE VISIE EN UITGANGSPUNTEN VISIE VAN DE SCHOOL Elke school heeft de volgende opdracht: Het onderwijs moet zodanig ingericht worden, dat er een ononderbroken ontwikkelingsproces moet ontstaan, dat is afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van een kind. Hierbij moet het onderwijs zich richten op de emotionele en verstandelijke ontwikkelingen, het ontwikkelen van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Daarbij wordt uitgegaan van het gegeven, dat kinderen opgroeien in een multiculturele samenleving. Om bovenstaande opdracht uit te kunnen voeren zijn uitgangspunten geformuleerd: ONZE UITGANGSPUNTEN Aventurijn is een school waar iedereen welkom is, een school met een lage drempel voor ouders en kinderen Aventurijn is een school die zich kenmerkt door een open sfeer waar aandacht is voor ontmoeting Aventurijn is een school waarbij wordt uitgegaan van de drie basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie Aventurijn is een school waar waarde wordt gehecht aan vertrouwd onderwijs waar ruimte is voor vernieuwingen Aventurijn is een school waar de kinderen zo effectief mogelijk de basisvaardigheden wordt aangeleerd in een betekenisvolle context. Aventurijn is een school waar ruimte is voor talentontwikkeling
Aventurijn: een school met sfeer en openheid voor een zelfstandige toekomst Aventurijn: een school met prestaties op maat Aventurijn: vernieuwend binnen vertrouwd onderwijs Deze uitgangspunten vormen de basis voor ons: - pedagogisch handelen - onze onderwijskundige taak - ons onderwijsconcept - ons didactisch handelen - onze leerlingenzorg ONS PEDAGOGISCHE HANDELEN Wij zien onszelf en ook onze kinderen als proactief, actief uit op leren. We willen kennis vergaren, vaardigheden aanleren en inzichten opdoen. Wijzelf en ook onze leerlingen willen weten dat we er mogen zijn, willen weten dat we het kunnen en willen weten dat we het ook zélf kunnen. Kortom we willen als mens onze mogelijkheden ontwikkelen. We weten echter ook dat die behoefte aan ontwikkelen gefrustreerd kan worden wanneer het leef- en werkklimaat in school en/of in de thuissituatie niet optimaal is. Daarom proberen we met z’n allen een pedagogisch klimaat te scheppen waarin kinderen merken dat we vertrouwen in hen hebben en dat wij ervan uitgaan dat zij hun eigen ontwikkeling ook waar kunnen maken, dat ze daar volledig voor zijn toegerust. Daarmee willen we een veilige basis leggen waarop kinderen zich met voldoende zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Regelmatig worden sociaal gerichte activiteiten georganiseerd die bijdragen aan een positieve omgang met elkaar. We besteden veel aandacht aan een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We besteden nadrukkelijk aandacht aan pestgedrag, wrijvingen worden op een positieve manier opgelost. We organiseren regelmatig gerichte activiteiten die bijdragen aan een positieve omgang met elkaar. Het verwerven van een mate van zelfstandigheid vinden we erg belangrijk. Het draagt bij tot de ontwikkeling van autonoom gedrag van de kinderen en vergroot hun zelfvertrouwen. Er is meer dan leren alleen. We vinden het belangrijk dat kinderen hun talenten verder ontwikkelen en ontplooien. Iedereen is tenslotte ergens KNAP in. We geven kinderen de kans hun talenten te laten zien, te vieren, maar ook kennis te maken met andere talenten. Dit zal bijdragen aan hun welbevinden, motivatie, plezier in school en zelfvertrouwen.
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 6 van 34
DE VREEDZAME SCHOOL Op Aventurijn werken we met de methode De Vreedzame School. De Vreedzame School is een programma dat er naar streeft om de school een veilige plek te laten zijn door een verandering en bewustwording in de cultuur te realiseren. Uitgangspunt hierbij is dat de school een gemeenschap wordt waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt en waarin iedereen op een positieve manier met elkaar omgaat. Hierbij neemt De Vreedzame School conflicthantering als uitgangspunt. Met dit programma leren kinderen en leerkrachten hoe je beter met conflicten om kunt gaan door te streven naar oplossingen die voor beide partijen bevredigend zijn: een win-win situatie. Het programma is gericht op een verandering van het school- en klassenklimaat waarin samenwerking en verantwoordelijkheid van leerlingen zelf centraal staat. De Vreedzame School is een programma voor de gehele basisschool. Elk schooljaar wordt de kinderen een breed scala aan activiteiten aangeboden door middel van thema's. In de groepen wordt gewerkt aan de volgende thema's: * onze klas * conflicten * communicatie * gevoelens * mediatie * anders en toch samen Het programma streeft binnen onderstaande gebieden naar : Schoolcultuur - grotere verantwoordelijkheid van kinderen - meer betrokkenheid bij elkaar - blijvend werken aan een veilige sfeer Kinderen - sociale en emotionele vaardigheden vergroten - vaardigheid in conflicthantering aanleren en trainen (= o.a. mediatie) Leerkrachten Bewust bouwen aan een groepsklimaat door: - onderzoeken eigen houding en vaardigheden - openheid, bereidheid tot gelijkwaardige interactie - instructie en klassenmanagement onderling op elkaar afstemmen Ouders - betrekken bij de schoolcultuur Mediatie Bij mediatie bemiddelen kinderen op school bij elkaars conflicten. Binnen de Vreedzame School worden kinderen hiervoor opgeleid.
De Vreedzame School is een programma dat er naar streeft om de school een veilige plek te laten zijn door een verandering en bewustwording in de cultuur te realiseren. Uitgangspunt hierbij is dat de school een gemeenschap wordt waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt en waarin iedereen op een positieve manier met elkaar omgaat. We zijn van mening dat wanneer er een schoolklimaat is waar kinderen zich prettig, veilig en betrokken voelen, er minder conflicten maar ook minder gedragsproblemen zullen zijn/ontstaan. De Vreedzame School is goedgekeurd als Anti-pestprogramma. Voor meer informatie kijk op: http://www.devreedzameschool.nl ONDERWIJSKUNDIGE TAAK Aventurijn streeft voor alle kinderen naar het behalen van een zo hoog mogelijk leerresultaat in aansluiting op de individuele mogelijkheden. We vinden dat kinderen op school moeten presteren, maar we zijn er daarnaast van overtuigd dat “prestaties” voor ieder kind verschillend kunnen zijn. Het onderwijs wordt gerealiseerd met methodes, waarbij de variatie in werk- en verwerkingsvormen en differentiatie goed mogelijk zijn. Vanuit observaties gedurende de lessen stelt de leerkracht vast welke leerlingen behoefte hebben aan specifieke instructie en begeleiding tijdens het leerproces. De school volgt de leerlingen in hun ontwikkeling en prestaties. Naast de toetsen van de diverse methodes gebruikt de school voor gr1 t/m 8 een landelijk genormeerd leerlingvolgsysteem om op gezette tijden de prestaties van de kinderen te meten. Naast het leren van de “schoolse vakken” vinden we dat er plaats moet zijn voor creativiteit en expressie. Deze vakken zijn opgenomen in ons programma. Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 7 van 34
ONS ONDERWIJSCONCEPT Op Aventurijn wordt gewerkt vanuit het principe trainen en beleven. Trainen: Trainen is het aanleren van strategieën en kennis. De vakken taal, spelling, rekenen, lezen en begrijpend lezen bieden we aan door training. Deze vakken plaatsen wij bij voorkeur niet in een thema. Bij het trainen neemt de leerkracht de tijd om kinderen gedurende een periode te leren hoe het kan of moet door korte duidelijke instructie- en oefenlessen. Er wordt gebruik gemaakt van het Model Directe Instructie. Geen versnippering, maar onderdeel voor onderdeel, concreet en doelgericht. Kind en leerkracht weten wat ze trainen en of het beheerst wordt. Er wordt rekening gehouden met verschillen tussen kinderen. Er wordt gewerkt met 3 groepen: de basisgroep, de meergroep en de weergroep. Instructies worden op deze 3 groepen afgestemd door verkorte, basis- en verlengde instructie Voor sommige kinderen wordt een individuele leerlijn opgesteld Het trainen vindt plaats binnen leeftijdsgroepen. Binnen de groepen wordt gewerkt met Doelencirkels. Hiermee wordt voor de kinderen inzichtelijk gemaakt wat de groep nog moet gaan leren. De leerkracht stelt samen met de kinderen het doel voor een bepaalde periode vast en gezamenlijk wordt bedacht hoe het bereikte resultaat gevierd kan worden. Beleven: Zonder toepassen in een zinvolle en betekenisvolle context is het trainingsprogramma leeg en te weinig gericht op zingeving. Het toepassen van de getrainde vaardigheden vindt plaats binnen thema’s. Deze thema’s zijn concreet en compact. Binnen het werken met thema’s wordt groepsdoorbrekend gewerkt. DIDACTISCH HANDELEN. Een belangrijke manier om onderwijs af te stemmen aan de behoeften van de kinderen is het aanpassen van de instructies. Kinderen hebben verschillende didactische behoeften en verschillende leermogelijkheden. In eerste instantie wordt gewerkt volgens het Directe Instructie Model. Dit instructiemodel bestaat uit een aantal stappen die structureel gevolgd dienen te worden. Wanneer een kind problemen heeft met de leerstof wordt eerst geëvalueerd of alle stappen van het instructiemodel goed zijn doorlopen. Binnen het model directe instructie is ook ruimte voor differentiatie naar instructiebehoefte van het kind. De leerkracht probeert de instructietijd en hoeveelheid te verwerken leerstof af te stemmen op de behoeften van de kinderen. Dit kan betekenen dat instructietijd wordt verlengd of verkort. De leerkracht houdt bij het geven van instructie zoveel mogelijk rekening met de verschillende leerstijlen van de kinderen in de groep. ONZE LEERLINGENZORG Wanneer blijkt dat kinderen bijzondere onderwijsbehoeften hebben volgen wij een zorgroute die is vastgelegd in ons zorgplan. Er wordt uitgegaan van 5 zorgniveau’s In ons intern zorgplan zijn de structuren en afspraken van de leerlingenzorg vastgelegd per zorgniveau. Binnen de leerlingenzorg wordt gewerkt met 5 niveau’s van zorg: Zorgniveau 1: Algemene, reguliere en preventieve zorg in de groep Zorgniveau 2: extra zorg in de groep Zorgniveau 3: interventie door zorgspecialisten binnen school Zorgniveau 4: zorg van buiten school Zorgniveau 5: een onderwijsarrangement op een andere school, het SBO of speciaal onderwijs De coördinatie van de zorg is in handen van de Intern Begeleider van de school. ZORGNIVEAU 1: ALGEMENE EN REGULIERE ZORG IN DE GROEP Inhoud De allereerste zorg aan kinderen vindt plaats binnen de groep waarin ze zitten. Op de eerste plaats wordt hier begonnen met het volgen van de ontwikkeling. Op welke wijze worden de kinderen gevolgd: Pedagogische en didactische werkwijze van de leerkracht. .Pedagogische werkwijze: Leerkrachten proberen binnen hun groep een pedagogisch klimaat te creëren waarin plaats is voor de eigenheid van alle verschillende kinderen. Zij proberen er voor te zorgen dat elk kind zich prettig, veilig, op z’n gemak en geaccepteerd voelt. Dit zijn belangrijke basisvoorwaarden om het leerproces te doen slagen. Deze werkwijze draagt ertoe bij dat juist kinderen met problemen in hun ontwikkeling, zich geaccepteerd en op hun plaats voelen in de groep. Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 8 van 34
Leerkrachten houden in hun dagelijks handelen rekening met geaardheid, begaafdheid, belangstelling en motivatie van kinderen. Problemen van kinderen, op welk gebied ook, zijn bespreekbaar in de groep. Hierdoor ontstaat een acceptatie van kinderen onderling. In hun uitspraken en handelen trachten leerkrachten te voorkomen dat kinderen zich minder of anders voelen. Op deze wijze proberen we tegemoet te komen aan het competentiegevoel van de kinderen. Zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid zijn belangrijk. De werkwijze op de gehele school draagt hiertoe bij. Het werken aan dag- en weektaken, met de mogelijkheid zelf keuzen te maken en zelf initiatief te nemen, bevordert het leren werken onder eigen verantwoordelijkheid. Leerkrachten hebben oog voor deze ontwikkeling en stimuleren kinderen tot autonoom gedrag. Didactische werkwijze van de leerkracht: Observaties: Vanuit observaties bekijkt de leerkracht hoe de kinderen werken. Hij/zij krijgt dan informatie over: de mogelijkheden van het kind de werkhouding van het kind de concentratie van het kind de motivatie van het kind relaties tussen kinderen onderling manieren van samenwerken mate van zelfstandigheid Vanuit deze observaties kan de leerkracht vaststellen waar hij rekening mee dient te houden en op welk van genoemde gebieden een kind begeleiding nodig heeft. Begeleiding op dit niveau: leerstof aanbieden binnen de mogelijkheden van het kind, maar ook gebruik maken van de sterke kanten van het kind het kind zijn eigen leerstrategie laten toepassen, wanneer dit mogelijk is binnen de didactiek door de aanpak van de responsieve instructie de werkhouding en concentratie verbeteren in gesprekken met het kind en ook de ouders werken aan de motivatie, zelfvertrouwen, competentie, inzicht in de eigen problematiek. daar waar nodig werken aan een beter pedagogisch klimaat zodat het basisveiligheidsgevoel gegarandeerd kan blijven Instructie: Er wordt gewerkt met het Directie Instructie Model ( zie Didactisch handelen, pag.7). De methoden. Voor de meeste vakvormingsgebieden wordt door de leerkrachten een methode gebruikt als leidraad bij het aanbieden van de leerstof. De methoden zijn zodanig gekozen dat ze de mogelijkheid bieden tot: differentiatie in aanbieding en verwerking van leerstof herhalings- en verrijkingsstof variatie in werk- en verwerkingsvormen aanbieden van de leerstof d.m.v. een andere strategie Toetsing. De methoden voor de vakvormingsgebieden taal, spelling, en rekenen kennen eigen toetsmomenten: de methodegebonden toetsen. Deze toetsen meten na elk leerstofonderdeel het resultaat hiervan per kind. Deze toetsen zijn signaleringstoetsen. De gegevens van deze signaleringstoetsen worden verwerkt in de registratiemappen per groep. Bij de methode-gebonden toetsen spreken we over uitval wanneer het kind onder de norm scoort die in de methode wordt aangegeven. Over het algemeen is dit een 80%-norm. Naast de methodegebonden toetsen worden er ook genormeerde toetsen afgenomen Hiervoor worden vnl. CITO-toetsen gebruikt. Deze toetsen worden afgenomen voor de vakvormingsgebieden: technisch lezen begrijpend lezen spelling rekenen De genormeerde toetsen meten een groter leerstofgebied dan de methode-gebonden toetsen. Gegevens van deze toetsen worden digitaal bijgehouden in het administratieprogramma Parnassys en afdrukken worden bewaard in de registratiemappen. Bij de genormeerde toetsen spreken we over uitval wanneer: een kind scoort op niveau lage C, D of E een kind onvoldoende groei laat zien in vaardigheidsscores
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 9 van 34
Communicatie: De leerkracht communiceert met de ouders over de voortgang van de resultaten: tijdens de rapportgesprekken welke voor alle kinderen 2 keer en voor sommige kinderen 3x per jaar plaatsvinden bij een tussentijds oudergesprek op aanvraag van de leerkracht of ouders eventueel in een telefonisch overleg Tijdens deze gesprekken bespreekt de leerkracht met de ouders wat het kind nodig heeft, wat de school aan het kind kan bieden en wat de ouders daar eventueel in kunnen betekenen. Het kan zijn dat de leerkracht met de ouders bespreekt dat een kind van zorgniveau 1 naar zorgniveau 2 gaat.
ZORGNIVEAU 2: EXTRA ZORG IN DE GROEP De leerlingenzorg op dit gebied richt zich op kinderen die niet voldoende hebben aan het structurele aanbod binnen de groep en waar d.m.v. toetsing en/of observatie is gebleken dat er sprake is van uitval, voorsprong of zorgen anderszins. Inhoud In zorgniveau 2 zitten kinderen die op basis van signaleringsgegevens extra zorg nodig hebben. Het zijn onder andere leerlingen die een lage C, D of A score op een Cito-toets hebben waarbij een observatie extra zorg aangeeft (bijvoorbeeld vanuit de methodetoetsen) of kinderen die onvoldoende groei in vaardigheidsscores laten zien. In zorgniveau 2 gaat het om een tijdelijke uitval op een bepaald gebied. De extra zorg die geboden kan worden is bijvoorbeeld: meer individuele instructie en verwerking extra feedback het nemen van pedagogische maatregelen het inzetten van extra didactische maatregelen Kinderen die op dit niveau begeleiding krijgen worden besproken in de leerlingbesprekingen tussen leerkracht en intern begeleider. In deze besprekingen worden tips, suggesties en adviezen gegeven en uitgewisseld om de begeleiding van de kinderen te verbeteren . Leerkrachten stellen ouders op de hoogte van de begeleiding die wordt geboden. Van gemaakte afspraken worden aantekeningen gemaakt in het zorgdossier van het kind. Er worden doelstellingen geformuleerd voor de komende periode. Ook worden er afspraken gemaakt om de resultaten en het proces te evalueren. Er wordt gewerkt met een groepsplan. Communicatie: De leerkracht: informeert de ouders over de inhoud van het hulpplan communiceert met de ouders over de voortgang van de resultaten; eventueel telefonisch informeert de ouders na afronding over de resultaten van het hulpplan en de eventuele wijziging in zorgniveau van het kind.
ZORGNIVEAU 3: INTERVENTIE DOOR ZORGSPECIALISTEN BINNEN SCHOOL Inhoud In zorgniveau 3 zitten leerlingen die specifieke onderwijszorg nodig hebben. Het zijn leerlingen die een of meerdere lage C, D of E scores hebben op een/meerdere Cito toetsen en geen groei laten zien in vaardigheidsscores. Op basis van signaleringsgegevens van de toetsen en de evaluatie van het groepsplan ( maximaal 2 zorgperiodes in zorgniveau 2) blijkt dat er geen vooruitgang is. De resultaten blijven structureel uitvallen bij bepaalde vakgebieden en/of op sociaal-emotioneel gebied. De leerkracht vraagt extra hulp op schoolniveau. In zorgniveau 3 wordt altijd een handelingsplan opgesteld. Hierbij heeft de leerkracht aan een concrete hulpvraag en geeft een SMART doel aan. Indien nodig wordt er een diagnostisch gesprek of toets gedaan door de leerkracht en/of IB-er of wordt door de IB-er een observatie verricht. Er kan echter worden besloten dat een deel van de zorg buiten de groep plaatsvindt, daarbij wordt een ondersteunende leerkracht of groepsassistenten ingeschakeld. In zorgniveau 3 zitten ook leerlingen die een eigen leerlijn op een bepaald vakgebied hebben. Deze leerlingen komen meestal terug uit zorgniveau 4 naar zorgniveau 3. Er vindt een gesprek plaats met ouders, waarbij de leerkracht en (op vraag van de leerkracht) de intern begeleider aanwezig zijn. Met elkaar wordt gekeken welke hulp nodig is en welke afspraken er gemaakt worden. Communicatie: De leerkracht en ( op vraag van de leerkracht) de intern begeleider: informeren de ouders over de inhoud van het handelingsplan informeren de ouders na afronding over de resultaten van het handelingsplan
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 10 van 34
-
informeren de ouders over de eventuele wijziging in zorgniveau van de leerling; als de leerling naar zorgniveau 4 gaat wordt er aangegeven bij welke instantie hulp gevraagd gaat worden en wat daarvan te verwachten is.
ZORGNIVEAU 4: ZORG VAN BUITEN SCHOOL In de geboden zorg op niveau 2 en 3 is gebleken dat er handelingsverlegenheid is ontstaan. In overleg met de ouders kan worden besloten om externe hulp in te schakelen. Afhankelijk van de problematiek bij het kind wordt gekeken welke hulp het meest geschikt is. Mogelijkheden tot externe hulp: Samenwerkingsverband Primair Onderwijs de Meierij (zie Passend Onderwijs) Ondersteuningseenheid Maaspoort & Empel (zie Passend Onderwijs) Herlaarhof Schoolarts Zorgteam Bureau Jeugdzorg Particuliere onderzoekinstanties Externe hulp kan in eerste instantie bestaan uit het verrichten van een orthopedagogisch en/of psychologisch onderzoek. De school levert de daartoe bestemde gegevens aan. In veel gevallen betekent dit dat er een onderwijskundig rapport wordt ingevuld. ZORGNIVEAU 5: EEN ONDERWIJSARRANGEMENT OP EEN ANDERE SCHOOL, HET SBO OF SPECIAAL ONDERWIJS Wanneer de basisondersteuning van de basisschool en de extra ondersteuning in samenwerking met het samenwerkingsverband niet toereikend is kan voorkomen dat een kind op een andere basisschool beter op zijn of haar plek is of dat SBO of SO een (tijdelijke) oplossing is. Lees hierover mee in het stuk over Passend Onderwijs.
PASSEND ONDERWIJS Op 1 augustus 2014 treedt de wet passend onderwijs in werking. De wet passend onderwijs heeft als doel dat voor alle kinderen, ook de leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, een passende onderwijsplek beschikbaar is. Wettelijk geldt de zorgplicht: zodra een leerling bij een school wordt aangemeld, is het schoolbestuur van de betreffende school verantwoordelijk om passend onderwijs te bieden. Indien de school zelf niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van een kind dan organiseert zij die ondersteuning met behulp van de samenwerkingspartners in het samenwerkingsverband. Samenwerkingsverband Primair Onderwijs de Meierij Voor passend onderwijs zijn samenwerkingsverbanden opgericht. Aventurijn behoort tot het Samenwerkingsverband PO de Meierij. Dit samenwerkingsverband beslaat de gemeenten ’s-Hertogenbosch, Boxtel, Schijndel, Vught, Haren, Sint-Michielsgestel, Zaltbommel en Maasdriel. In dit verband zitten alle basisscholen (111), de scholen voor speciaal basisonderwijs (5) en de scholen voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) (7). Ons samenwerkingsverband heeft als missie: We bieden thuisnabij onderwijs en ondersteuning aan alle kinderen van 2-14 jaar zodat zij zich optimaal en ononderbroken kunnen ontwikkelen. Daarbij streven we actief naar de realisering van een doorgaande ontwikkelingslijn 0-14 jaar. Het samenwerkingsverband werkt met een diversiteit aan arrangementen uitgaande van de mogelijkheden en talenten van een kind. We werken met professionals en stemmen af met ouders en andere betrokkenen. Uitgebreide informatie vind u op de website www.demeierij-po.nl. Ondersteuningseenheden ’s-Hertogenbosch Het SWV PO de Meierij wil snel, flexibel en effectief werken waarbij het belangrijk is dat ouders, kind en school een netwerk hebben wat dichtbij is. Omdat het verband groot is, is de beslissing genomen om het te verdelen in 10 deelgebieden. Dit worden ondersteuningseenheden genoemd. Op deze manier kan er daadkrachtig en snel gehandeld worden. In een ondersteuningseenheid werken de scholen, professionals, gemeenten en jeugdzorg intensief samen en wordt zo een goede, passende, ondersteuning gegeven. De gemeente ‘s-Hertogenbosch is Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 11 van 34
verdeeld in 6 ondersteuningseenheden. Aventurijn valt onder de ondersteuningseenheid Maaspoort & Empel. De zes Bossche ondersteuningseenheden worden aangestuurd door één ondersteuningsmanager. Indien voor een kind speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs nodig is beslist de manager van de ondersteuningseenheid hierover, in samenspraak met specialisten, de school en de ouders. Er wordt dan een toelaatbaarheidsverklaring afgegeven.
De ondersteuning De ondersteuning die scholen kunnen bieden aan hun leerlingen bestaat uit drie onderdelen: 1.Basiskwaliteit Dit is de norm die de onderwijsinspectie stelt. 2. Basisondersteuning De basisondersteuning is de ondersteuning die iedere basisschool, binnen ons samenwerkingsverband, moet kunnen bieden. Naast de eisen van de inspectie en het vaste aanbod van de school gaat dit ook over handelingsgericht werken, werken met dyslexieprotocol, inzicht in de leerlijnen, doelgericht werken, gedifferentieerd werken, signaleren van problematieken en samenwerking met voorschoolse instellingen en voortgezet onderwijs. 3. Extra ondersteuning Dit is de ondersteuning die boven de basisondersteuning uit gaat. Dit kan om individuele kinderen gaan die meer aanbod nodig hebben dan de basisondersteuning. Zij krijgen dan een arrangement waarin beschreven staat welke ondersteuning nodig is om goed onderwijs te kunnen geven. Dit arrangement wordt in overleg samengesteld door de school en het kernteam van de ondersteuningseenheid. Een school die extra ondersteuning geeft krijgt vanuit het samenwerkingsverband ondersteuning met mensen of middelen. De ondersteuningseenheid beslist welke middelen worden toegekend en voor welke periode. Indien er extra ondersteuning nodig is wordt er een ontwikkelingsperspectief opgesteld waarin staat wat exact het plan is rondom een kind. Ouders worden altijd op de hoogte gesteld van de extra ondersteuning en hebben inspraak in het handelingsgedeelte van het ontwikkelingsperspectief. De mogelijkheid bestaat dat jeugdzorg of maatschappelijk werk een onderdeel zijn van de ondersteuning. Een arrangement kan ook betekenen dat een kind op een andere basisschool beter op zijn of haar plek is of dat SBO of SO een (tijdelijke) oplossing is. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Het samenwerkingsverband heeft een ondersteuningsplan gemaakt waarin exact staat beschreven wat de missie is, het beleid en de financiële inrichting. Dit zijn de kaders waarin wordt gewerkt. Iedere school is wettelijk verplicht een schoolondersteuningsprofiel te maken. In dit profiel staat beschreven hoe de basiskwaliteit en de basisondersteuning vorm wordt gegeven en een analyse van de mogelijkheden van de school. Daarnaast staat beschreven welke extra ondersteuning een school kan bieden, hoe de zorgstructuur is van de school en wat de grenzen zijn van de school. Als laatste wordt geformuleerd wat de doelen en ambities zijn voor de komende jaren. Verlengde leertijd en vervroegde doorstroming Een van de uitgangspunten van de school is dat kinderen verschillend zijn, maar ook gelijkwaardig. Globaal gezien doorlopen alle kinderen in hun ontwikkeling een aantal stadia. De wijze waarop dit gebeurt, is geheel verschillend. Er wordt onderkend dat de aangeboden leerstof niet door alle kinderen in hetzelfde tempo verwerkt kan en hoeft te worden. Er wordt naar gestreefd dat de leerlingen in 8 jaar de basisschool kunnen doorlopen, maar dit is niet altijd reëel en in sommige gevallen zeker niet ten gunste van de leerling. Ook kan het voorkomen dat een kind geen 8 jaar nodig heeft om de basisschoolleerstof te doorlopen. Verlengde leertijd en vervroegde doorstroming (verkorte leertijd) kan dan ook voorkomen op onze school. Wanneer de school het nodig acht een kind verlengde of verkorte leertijd aan te bieden zal dit worden onderbouwd door het observatie-, registratie-, volg- en zorgsysteem en in een vroeg stadium met ouders worden besproken. Er wordt uitsluitend hiertoe besloten wanneer de verwachting uitgesproken kan worden dat de verlengde of verkorte leertijd leidt tot betere leerresultaten en/of verbetering van de sociaalemotionele ontwikkeling. De praktijk leert dat de school op grond van ervaring en deskundigheid een goede inschatting kan maken over de kansen en risico’s van het onderwijs aan de kinderen op school. Onjuist genomen beslissingen kunnen nadelige gevolgen hebben voor de schoolloopbaan van het kind. Aangezien de school onderwijskundig verantwoordelijk is (Wet op Primair Onderwijs) en haar verantwoordelijkheid hierin serieus neemt, is het standpunt van de school bindend. Het is niet goed mogelijk om over verlengde en verkorte leertijd eenduidige afspraken vast te leggen. In het beslissingstraject kunnen de argumenten die een rol spelen voor elk kind anders zijn. Enkele voorbeelden: Een kind laat over de hele linie zwakke leerresultaten zien, maar heeft veel meer mogelijkheden. Er zijn bijvoorbeeld problemen op sociaal-emotioneel en/of werkhoudingsgebied die de resultaten beïnvloeden. De leerkracht heeft de overtuiging dat het kind gebaat is bij verlengde leertijd om aan een aantal voorwaarden te werken. Een kind zou juist sociaal-emotionele problemen kunnen krijgen door hem verlengde leertijd te geven of vervroegd te laten doorstromen en wordt besloten het kind binnen de leeftijdsgroep te laten en de leerstof aan te passen. Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 12 van 34
Een kind heeft een algehele ontwikkelingsachterstand. Het kind is een langzaam lerend kind. Sociaal- emotioneel gezien past het kind prima in zijn leeftijdsgroep. Verlengde leertijd geven heeft dan weinig zin. Het kind kan binnen de leeftijdsgroep op eigen niveau en in eigen tempo werken. Een kind heeft een algehele ontwikkelingsachterstand en is ook sociaal-emotioneel gezien jonger dan de leeftijdsgenootjes. Verlengde leertijd kan hier een goede oplossing zijn. Een kind heeft een algehele ontwikkelingvoorsprong. Sociaal- emotioneel gezien past het kind beter in zijn leeftijdsgroep. Vervroegde doorstroming kan dan niet verstandig zijn. Het kind kan binnen de leeftijdsgroep op eigen niveau en in eigen tempo werken. Een kind heeft een algehele ontwikkelingsvoorsprong. Ook sociaal-emotioneel gezien past het kind beter in een groep hoger. Vervroegde doorstroming kan hier een goede oplossing zijn. Begeleiding naar het voortgezet onderwijs De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs is zowel voor ouders als voor kinderen een hele stap. We willen daar dan ook zorgvuldig mee omgaan. De procedure die gevolgd wordt is de volgende: -
in november een informatieavond over de verschillende vormen van voortgezet onderwijs en de gehele procedure in november het eerste oriënterende oudergesprek waarbij een voorlopig advies wordt gegeven in november wordt het Drempelonderzoek afgenomen in januari wordt het definitief schooladvies gegeven in maart melden de ouders hun kind aan bij een school voor voortgezet onderwijs in april wordt de Centrale Eindtoets afgenomen de school vult een onderwijskundig rapport in kind eind mei volgt de beslissing van de school van voortgezet onderwijs over plaatsing op basis van het advies van de basisschool en de uitslag van de Cito-test voordat de leerlingen naar het voortgezet onderwijs gaan zijn vindt er overleg plaats tussen de brugklascoördinator van de ontvangende school en de groepsleerkracht van groep 8, waarbij tevens de resultaten van de leerlingen van het voorgaande jaar worden besproken
Toelating tot een school voor voortgezet onderwijs De basisschool brengt een advies uit. Dit advies staat vast en wordt door de school in principe niet meer veranderd. De ouders mogen zelf hun schoolkeuze maken, maar de school voor voortgezet onderwijs beslist of het kind aangenomen wordt. Is het advies van de basisschool positief en de uitslag van de Eindtoets/drempelonderzoek voldoet aan de normen, dan wordt het kind aangenomen op de school waar de ouders hun kind hebben aangemeld. Bij een negatief advies van de basisschool en de uitslag van de Eindtoets/drempelonderzoek voldoet niet aan de normen, dan volgt altijd een afwijzing. Als het advies van de basisschool en de uitslag van de Eindtoets/drempelonderzoek niet met elkaar in overeenstemming zijn, dan besluit de toelatingscommissie van de desbetreffende school. Er volgt altijd overleg met de basisschool. Soms wordt er bij een enkele leerling een aanvullende toets afgenomen. Voor de kinderen die naar het Leerweg Ondersteunend of Praktijkonderwijs gaan geldt een aparte procedure. Bij aanmelding bij een van deze vormen van onderwijs dienen de ouders ook een uitgebreid onderwijskundig rapport te overhandigen. Dit wordt door de groepsleerkracht verstrekt.
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 13 van 34
WAAR WERKEN WE AAN
WAT HEBBEN WE IN SCHOOLJAAR 2013-2014 GEDAAN Onderwijsinhoudelijk: Zorg/Passend onderwijs: Uniformiteit aangebracht bij groepsplannen Groepsplannen uitgebreid voor taal Model Directe Instructie geborgd Differentiatie verbeterd in de kleutergroepen voor schooljaar 2014-2015 is er andere manier van beoordelen/registreren/rapporteren vastgesteld Sociaal emotionele ontwikkeling: De Vreedzame School is meer zichtbaarheid gemaakt in de school Gedragsprotocol is aangepast in de onderbouw Anti-pestprotocol is geborgd Aanbod: Tussen- en eindopbrengsten zijn geanalyseerd Nieuwe taalmethode is ingevoerd in groep 4 t/ 8 Meervoudige intelligentie: thema’s zijn uitgewerkt volgens de principes van meervoudige intelligentie. Er is meer aandacht geweest voor het vieren van talenten. Structuur in het aanbod in de kleutergroepen is meer gestructureerd Kindcentrum 0-13 Afspraken t.a.v. overdracht kinderen zijn vastgelegd Afspraken t.a.v. aannamebeleid zijn vastgelegd Kwaliteitszorg Op basis van analyses van opbrengsten op leerling-, groeps- en schoolniveau zijn streefdoelen vastgesteld. De kwaliteitsmonitor is geïmplementeerd. Er zijn kwaliteitskaarten opgesteld echter niet voldoende. Er is een tevredenheidsonderzoek afgenomen onder ouders, leerkrachten en kinderen bovenbouw. De uitslag is gecommuniceerd met ouders en door het team geanalyseerd.
WAT GAAN WE IN SCHOOLJAAR 2014-2015 DOEN Onderwijsinhoudelijk: Zorg/Passend onderwijs: Verbeteren evaluatie van groepsplannen Verdieping Directe Instructie Model Verdieping individuele handelingsplannen Beter tegemoet komen aan onderwijsbehoeften van kinderen met leerproblemen bij lezen en rekenen ( waaronder dyslexie) Maken van beleid op gebied van hoogbegaafdheid -
Sociaal emotionele ontwikkeling: De Vreedzame School: instapboekje voor nieuwe medewerkers vormgeven Gedragsprotocol meer en beter onder de aandacht brengen bij ouders Afstemming pedagogisch klimaat en pedagogisch beleid tussen Aventurijn en Madelief
Kindcentrum 0-13 Opstellen en uitvoeren van plan van aanpak aangaande samenwerking tussen Aventurijn en Madelief met als doel het vormen van 1 school binnen het kindcentrum Kwaliteitszorg Verdieping van analyses van tussen- en eindopbrengsten op leerling-, groeps- en schoolniveau Opstellen kwaliteitskaarten
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 14 van 34
DE KWALITEIT VAN ONZE SCHOOL Kwaliteitszorg strekt zich uit over alle beleidsterreinen van de school, maar heeft haar basis in het primaire proces: het onderwijs. De aandacht voor het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkrachten en - vooral – voor het leren van de leerlingen is de basis van de kwaliteitszorg. Het is een zaak van alle geledingen van de school. De kwaliteit van onze school wordt in de eerste plaats bepaald door de teamleden die steeds reflecteren op hun eigen werk. Op de tweede plaats zijn de onderwijsmethoden, de werkwijze, het leerlingvolgsysteem en een zorgstructuur van belang. Binnen kwaliteitszorg is het belangrijk om na te gaan wat de resultaten zijn van ons onderwijs: doen wij de goede dingen en doen wij de goede dingen goed. Naast leerkrachten en directie worden ouders steeds meer betrokken bij het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Het doel van de kwaliteitszorg is: • Zicht krijgen en houden op de kwaliteit van alles wat er gebeurt • Goede kwaliteit behouden • Kwaliteit die niet goed genoeg is verbeteren. We proberen op meerdere gebieden zicht te krijgen op de kwaliteit van ons onderwijs: Leerresultaten op leerling- ,groepsniveau en schoolniveau : Individuele leerlingresultaten worden gemeten door: • methodegebonden toetsen • toetsen uit het Cito Leerling Volg Systeem Groepsresultaten worden geëvalueerd en geanalyseerd onder andere m.b.v. analyse-instrumenten van het Leerling Volg Systeem (LVS). Resultaten op schoolniveau worden geëvalueerd en geanalyseerd d.m.v. dwarsdoorsneden en trensanalyses. Kwaliteitsonderzoek: Om de 2 jaar wordt op onze school de Jeugd Onderwijs Monitor (JOM) en Primair Onderwijs Monitor (POM) afgenomen. Ouders, kinderen van groep 7 en 8, de leerkrachten en de directeur vullen vragenlijsten in. De volgende POM wordt dit schooljaar afgenomen. Interne kwaliteitszorg: De school heeft een kwaliteitszorgsysteem waarin structureel en systematisch gewerkt wordt aan het bepalen, bewaken en borgen van de kwaliteit van het onderwijs. Hiermee is gestart m.i.v. schooljaar 2012-2013. De school hanteert hierbij de Plan Do Check Act cyclus:
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 15 van 34
De school heeft een kwaliteitsmonitor op waar in per kwaliteitsgebied wordt beschreven volgens welke systematiek de kwaliteit bepaald, verbeterd, bewaakt en geborgd wordt. (tijd, instrumenten, aanpak). De kwaliteitsmonitor omvat de volgende kwaliteitsgebieden a.
Management/leiderschap
Jaarlijks
b.
Opbrengsten
Jaarlijks
c.
Personeel
Jaarlijks
d.
Onderwijsinhoudelijk
e.
Financiën
jaarlijks Vier jaarlijks Jaarlijks
Schoolplan Jaarplan POM Schoolontwikkelplan Kengetallenkaart Trendanalyses Onderzoek/POM Kengetallenkaart Pers.ontwikkelplan Schoolontwikkelplan Jaarplan Schoolplan Kengetallenkaart
f.
Instroom, uitstroom
Jaarlijks
Kengetallenkaart
g.
Ouders en leerlingen
Tweejaarlijks
Onderzoek/POM
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 16 van 34
WAT LEREN DE KINDEREN OP SCHOOL ONDERWIJSKUNDIGE DOELEN De algemene onderwijskundige doelen zoals die zijn beschreven in de WPO in artikel 8 en 9 worden op Aventurijn gerealiseerd. Om deze doelen te realiseren maakt Aventurijn gebruik van methodes, die, gerelateerd aan de wettelijke afschrijvingstermijnen, ook worden vernieuwd. In het onderwijs op Aventurijn worden uitgangspunten gehanteerd zoals die zijn vastgelegd in de Wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen die per 1-8-2010 van kracht is. DE INSTRUMENTEEL-CURSORISCHE VAKKEN In haar onderwijs van de instrumenteel-cursorische vakken beoogt Aventurijn dat alle kinderen de basisschool verlaten op het niveau dat mag worden verwacht. De kinderen die Aventurijn verlaten moeten zich in dit kader op cognitief gebied in de maatschappij staande kunnen houden en over die instrumentele vaardigheden bezitten dat zij een volwaardig deelnemer aan de moderne maatschappij kunnen zijn. Bij hun start in het voortgezet onderwijs moeten zij over die vaardigheden beschikken dat zij het niveau wat het VO van de leerlingen vraagt ook aankunnen. De methodes die Aventurijn gebruikt voldoen aan de Kerndoelen zoals die van overheidswege zijn geformuleerd. Werken met ontwikkelingsmateriaal Met ontwikkelingsmaterialen bedoelen we alle materialen die in het groepslokaal van de kleuters aanwezig zijn en waar het kind tijdens het werken mee kan spelen en opdrachten kan uitvoeren. Veel materiaal is alledaags materiaal waarover verteld en waarmee gewerkt kan worden. Met behulp van de materialen proberen we het kind zo veel mogelijk totaal te ontwikkelen. Er zijn verschillende soorten, aan elk ontwikkelingsniveau aangepaste materialen, om deze ontwikkeling te bereiken. Op deze manier wordt het kind verder geholpen op zijn weg naar zelfstandigheid. Tekenen, verven, knutselen en boetseren komen veelvuldig tijdens het werken in hoeken aan de orde. Naast de expressieve waarde van het omgaan met deze materialen wordt hiermee ook de fijne en grove motoriek ontwikkeld. Voorbereidend, aanvankelijk, technisch en begrijpend lezen De kleutergroep: In de kleutergroep wordt veel aandacht besteed aan de beginnende geletterdheid: boekoriëntatie, verhaalbegrip, functies van geschreven taal, taal bewustzijn, alfabetisch principe, functioneel lezen en schrijven, fonologisch en fonemisch bewustzijn ( klankgroepen, rijmen, hakken& plakken, letterkennis). Hierbij volgen we de doelen zoals die zijn omschreven in het protocol leesproblemen en dyslexie voor groep 1 & 2. De genoemde aspecten worden uitgewerkt binnen de verschillende thema’s die binnen de kleutergroepen aan bod komen en komen structureel aan de orde binnen de methode die binnen de kleutergroepen wordt gebruikt: Schatkist. Naast het structurele aanbod is het ook belangrijk om kinderen op een speelse manier met allerlei verschillende materialen bezig te laten zijn. Hiervoor is binnen de kleutergroepen een lees/schrijfhoek ingericht. Wanneer we tijdens de kleuterperiode signaleren dat een kind moeite ondervindt binnen de geletterdheid begeleiden we het kind met het interventieprogramma Voorschotbenadering. Groep 3: Er wordt gebruik gemaakt van de nieuwste versie van de methode Veilig leren lezen. Voor kinderen die moeite hebben met het aanvankelijk leesproces wordt het leesinterventieprogramma Connect ingezet. Dit is een programma waarbij kinderen extra leestijd en leesinstructie krijgen. Kinderen die het leesproces snel doorlopen krijgen leesaanbod wat bij hun niveau past. Er wordt dan ook gestart met bieblezen. Groep 4 t/m 8: In groep 4 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de methode Estafette. Er wordt vooral gewerkt aan het technisch goed lezen van woorden, zinnen en teksten. In de hogere niveaus wordt daarnaast ook aandacht besteed aan interpunctie en intonatie. Een onderdeel van het geheel is ook het zelfstandig lezen. Voor het begrijpend en studerend lezen wordt gebruik gemaakt van de methode Nieuwsbegrip XL. Wanneer een kind extra leesbegeleiding nodig heeft worden leesinterventieprogramma’s ingezet. Schrijven In de kleutergroepen wordt aandacht besteed aan het voorbereidend schrijven. In eerste instantie gebeurd dit door aandacht te besteden aan zowel grof-motorische als fijn-motorische activiteiten. Wanneer de ontwikkeling van het kind het toelaat wordt gestart met voorbereidende schrijfactiviteiten. In groep 2 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de nieuwste versie van de methode Pennenstreken. Instructies vinden groepsgewijs plaats. Er wordt rekening gehouden met motorische mogelijkheden van de kinderen en waar nodig aanpassingen verricht en begeleiding geboden. Rekenen Het werken, het spelen, het omgaan met hoeveelheden wordt op verschillende manieren aangeduid. Men noemt het wel aanvankelijk rekenen of voorbereidend rekenen. Duidelijk moet zijn dat het hierbij nog niet om de rekenkundige bewerkingen gaat, maar om een eerste stap in deze richting. In de eerste twee leerjaren zijn we heel veel bezig met hoeveelheidbegrippen als meer, minder, evenveel, veel en weinig, het maken van hoeveelheidgroepjes en het ordenen van hoeveelheden. Daarbij komt pas het tellen van de hoeveelheden aan de orde. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methode Schatkist en De Wereld in Getallen. Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 17 van 34
In groep 3 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de nieuwste versie van De Wereld in Getallen Taal Doel van het taalonderwijs is dat de reeds aanwezige kennis van het kind wordt verdiept en aangevuld, zodat: het kind de informatie die van buiten op hem afkomt kan begrijpen, ordenen en verwerken, wat gebeurt door spreken, luisteren, lezen en schrijven. het kind zich vrij leert uiten, waardoor communicatie in de ruimste zin mogelijk is. Taal is een middel tot contact maken met anderen. Tijdens een klasse/kringgesprek bijvoorbeeld wordt het kind in de gelegenheid gesteld om gedachten, gevoelens en ervaringen onder woorden te brengen. De kinderen worden gestimuleerd naar elkaar te luisteren en op elkaar te reageren, tevens wordt hun woordenschat vergroot. Verder bestaat de mogelijkheid om b.v. poppenkast te spelen, boeken te bekijken en te bespreken. Bij de voorbereiding en uitvoering van de taalactiviteiten wordt gebruik gemaakt van diverse hulpmiddelen en ontwikkelingsmaterialen. Binnen groep 1 & 2 wordt gebruik gemaakt van de methode Schatkist. Van groep 4 t/m 8 wordt gebruik gemaakt van de nieuwste versie van Taalactief. Wereldoriëntatie Het is belangrijk dat het kind kritisch staat tegenover de hem omringende wereld. Dat hij zich van de wereld dichtbij en veraf, in het heden en in het verleden, bewust is. Het gaat hierbij niet alleen om de feitenkennis maar zeker ook om het begrip en inzicht. Het vakgebied omvat de kennisgebieden: aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappelijke verhoudingen, bevorderen gezond gedrag, de natuur en geestelijke stromingen. Naast genoemde kennisgebieden wordt aandacht besteed aan:cultuur-, ontwikkelings-, vredes-, milieu-, en consumenteneducatie, techniek . Een belangrijk aspect bij wereldoriëntatie is de zelfwerkzaamheid en het zelf-ontdekkend leren. De kinderen werken ook aan onderwerpen: door het maken van werkstukken, uitwerken van studies, samenstellen van kijktafels, houden van spreekbeurten. Zij kunnen hierbij gebruik maken van het documentatiecentrum en internet. Er worden jaarlijks excursies gehouden en ook komt het voor dat mensen van buiten de school iets komen vertellen. Thema’s van wereldoriëntatie worden uitgewerkt en aangeboden volgens de principes van Meervoudige Intelligentie. Hierbij komen de aspecten matchen, stretchen en vieren van talenten expliciet aan de orde. We maken hierbij o.a. gebruik van de methodes Geschiedenis Anders en Aardrijkskunde Anders. Geschiedenis Anders: De kaarten nodigen kinderen uit tot samenwerken. Bij Geschiedenis anders krijgt ieder kind binnen eenzelfde thema de gelegenheid om te laten zien wat hij of zij kan. Dit leidt tot wederzijds respect. Het gezamenlijk vieren van de grote diversiteit aan resultaten die samen binnen het thema een eenheid vormen zal leiden tot sterkere onderlinge relaties en zal de sociale vaardigheden vergroten. Bij het werken met meervoudige intelligentie, het aansluiten bij de verschillende manieren van leren van ieder individueel kind, wordt ieders werk gezien en gewaardeerd. Of het nu gaat om een gebouwd Vikingschip, een zelfgemaakt oertijdlied of een bladzijde uit het dagboek van Napoleon: Het één vult het ander aan en samen leren we van en met elkaar. Ieder krijgt de belangstelling die hij of zij verdient. Dat geeft een competent gevoel, vergroot de motivatie en maakt kinderen (en leerkrachten) betrokken bij hun leren. Je mag trots zijn op wat je hebt gepresteerd. Bij Geschiedenis anders mag het kind vaak kiezen. Welke kaart zal ik kiezen? Welke klus ga ik klaren? Behalve dat het motiveert om te mogen kiezen wat het best bij je past, leert het een kind verantwoordelijkheid te dragen voor de gekozen taak. Het kind leert plannen, hoeveel tijd heb ik nog? Wanneer is de eindpresentatie? Is mijn werk klaar? Is het goed genoeg voor de presentatie? Aardrijkskunde Anders: Kaarten en Plattegronden Een kaartenbak, ingedeeld in vier thema’s, die als voorloper dienen. Net als bij Geschiedenis Anders kunnen de kinderen uit een 16-tal kaarten kiezen. Nederland, Europa en Wereld Om zoveel mogelijk uitdaging en afwisseling te houden zijn de 12 thema’s van Aardrijkskunde Anders op een geheel unieke wijze vorm gegeven. In ieder van de drie mappen zitten vier katernen. In ieder katern wordt een spelvorm beschreven die met de gehele klas in de themaperiode van drie weken uitgewerkt wordt. Iedere periode wordt afgesloten met het klassikaal spelen van het spel. De voorbereidingen van ieder spel bestaan uit tal van opdrachten die uiteraard weer vormgegeven zijn vanuit meervoudige intelligentie. Tijdens het maken en het spelen van het spel wordt door de kinderen veel geleerd. Topo Anders Dit is een kaartenbak met 55 kaarten waarmee de topografie op een speelse manier wordt geoefend. Op iedere kaart wordt een oefening beschreven waarmee de kinderen zelfstandig aan het werk kunnen. Ook werken we met webpaden (http://webje.yurls.net/nl/page)
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 18 van 34
Studievaardigheden Studievaardigheden worden voor kinderen steeds belangrijker. Het is ook een apart onderdeel van de Cito-eindtoets. We hebben studievaardigheden in ons aanbod en het Cito-leerlingvolgsysteem opgenomen. Onderdelen die aan bod komen: - omgaan met studieteksten - gebruik maken van informatiebronnen (waaronder internet) - kaartlezen - lezen, begrijpen en verwerken van schema’s, tabellen en grafieken Er wordt gewerkt met de methode Blits vanaf groep 6. Verkeer De belangrijkste doelstelling is de kinderen op te voeden tot bewuste en verantwoordelijke verkeersdeelnemers. Kinderen moeten kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten einde hen in staat te stellen hun rol als verkeersdeelnemer veilig en adequaat uit te voeren. Het spreekt vanzelf dat de theorie frequent wordt ondersteund door waarnemingen en oefening in praktische situaties. Er wordt op school gebruik gemaakt van verkeerskranten, werkbladen, in groep 5-6 Op voeten en fietsen en in groep 7 de Jeugdverkeerskrant. Voor de kleutergroepen ligt de nadruk op de individuele redzaamheid. Voor de groepen 3 t/m 8 komen daar zaken bij als gedrag in het verkeer, regels en borden, rekening houden met elkaar en verkeer en milieu. In groep 7 doen de leerlingen mee aan het theoretische en praktische verkeersexamen. Lichamelijke oefening Spel en lichaamsoefening nemen een belangrijke plaats in. Bewegen is van fundamentele betekenis voor de totale ontwikkeling van het kind (in motorisch, sociaal, emotioneel en cognitief opzicht). Bewegen is ook van belang voor een goede gezondheid. Vanaf het verder ontwikkelen van de grove motoriek bij de kleuter, waarbij het kind het lichaam als geheel leert beheersen, tot de gymnastieklessen voor de oudere kinderen, waarbij o.a. veel aandacht wordt besteed aan samenspel en sportiviteit, wordt gebruik gemaakt van veel spel- en oefenvormen. Een betere spierbeheersing en daardoor meer zekerheid, moed en doorzettingsvermogen, het zich kunnen afreageren en het leren samenwerken met anderen, dragen bij aan de harmonische ontwikkeling van de kinderen. Als leidraad hierbij wordt gebruik gemaakt van de methode Bewegen in het Basisonderwijs waarbij in concrete lessen veel aandacht wordt besteed aan al deze aspecten. Voor de kleuters beschikt de school over een speelzaal, waar diverse materialen aanwezig zijn. Ook andere groepen kunnen hier wel eens gebruik van maken voor b.v. dans. De groepen 3 t/m 8 gymmen in de sportzaal De Schans. Expressie Expressie zou je kunnen omschrijven als het op je eigen manier uitdrukking geven aan de dingen waar je mee bezig bent of die je beroeren. Expressie en creativiteit hebben niet alleen te maken met tekenen en handenarbeid, maar met allerlei andere vakgebieden. In ons onderwijs komen de volgende gebieden aan de orde: Muzikale expressie: Muzikale vorming draagt bij aan de emotionele, creatieve en zintuiglijke ontwikkeling van de kinderen. Belangrijke aspecten daarbij zijn: zingen, met aandacht voor een goed gebruik van de stem en de ademhaling bewegen, bewegen op muziek en volksdans gehoor, gehoorspelletjes en muzikale tegenstellingen ritme en maat, bewegen op ritme en maat, klapspelletjes, improviseren en gebruik van instrumenten beleven van muziek, met vooral ook aandacht voor hedendaagse muziek Als hulpmiddel wordt o.a. gebruik gemaakt van de methode Moet je Doen en van diverse ideeënboeken en naslagwerken. Tekenen en schilderen: De kinderen leren om waarnemingen gevoelens en verbeelding te uiten . Hierbij wordt aandacht besteed aan techniek, beheersing en creativiteit. De kinderen werken met diverse materialen als: potlood, kleurpotlood plakkaatverf waskrijt houtskool ecoline Oost-Indische inkt viltstift Als hulpmiddel wordt o.a. gebruik gemaakt van de methode Moet je Doen en van diverse ideeënboeken en naslagwerken. Handvaardigheid: Hier gelden dezelfde uitgangspunten als bij tekenen en schilderen. Vooral in de onderbouw is het knutselen belangrijk voor de ontwikkeling van de motoriek en als ondersteuning bij diverse vormingsgebieden Er wordt gewerkt aan verschillende technieken, waarbij van een veelheid van materialen gebruik gemaakt wordt. Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 19 van 34
Als hulpmiddel wordt o.a. gebruik gemaakt van de methode Moet je Doen en van diverse ideeënboeken en naslagwerken. Kinderkunst In de school wordt kinderkunst geëxposeerd op de speciaal daarvoor bestemde blauwe muren. Het werk wat wordt tentoongesteld zijn creatieve technieken in het platte vlak. Enkele keren per jaar wordt het werk in de lijsten gewisseld. Engels In de groepen 5 t/m 8 krijgen de kinderen Engels. Met ingang van het huidige schooljaar wordt gewerkt met de methode Just Do It. Bij deze methode ligt de nadruk op het communicatieve aspect met een sterk accent op praktisch en toepassingsgericht gebruik van het Engels. Computeronderwijs In zowel de hal van de onderbouw als die van de bovenbouw zijn computerwerkplekken. Alle computers zijn via het interne netwerk op het internet aangesloten. Via dit netwerk kunnen de kinderen informatie ophalen van het internet voor bijvoorbeeld werkstukken of opdrachten. Vrij gebruik van intranet en dus ook internet is alleen mogelijk via een persoonlijke inlogcode die een eventuele controle mogelijk maakt. Bij de aanschaf van software wordt vooral gekeken naar goede software die gericht is in te zetten, niet vanuit de vraag welke programma’s wel leuk zijn, maar vanuit de vraag waar behoefte aan is. De computer wordt vooral gebruikt voor educatieve programma’s, methodegebonden programma’s, het verzamelen van informatie en voor het maken van teksten. Het netwerk is aangelegd in samenwerking met de stichting Digidact. Het onderhoud en aanpassingen is in handen van een extern bedrijf: Skool In heel ’s-Hertogenbosch worden alle scholen op deze manier ingericht, zodat in de toekomst scholen beter op elkaar worden afgestemd en het digitale verkeer met elkaar beter is geregeld. Levensbeschouwing Onze school wordt bezocht door kinderen met verschillende achtergronden dus leren de kinderen al vroeg omgaan met verschillen in levensbeschouwing. Bij wereldverkenning wordt aandacht besteed aan de aspecten maatschappelijke verhoudingen en geestelijke stromingen. Sociaal-emotionele ontwikkeling De sociaal-emotionele vorming neemt een bijzondere plaats in. De kinderen leren samenwerken, elkaar te helpen, met elkaar te delen en ook materiaal opruimen en schoonmaken. Een belangrijke doelstelling op het gebied van de sociale vorming is de ontwikkeling van de zelfstandigheid: kinderen leren zichzelf te redden. Ze leren zelfstandig te werken en zelf een oordeel over hun eigen werk te hebben. Natuurlijk is het heel belangrijk dat kinderen hun eigen en elkaars emoties leren kennen en er op een juiste manier mee leren omgaan. Het spel is hierbij een niet weg te denken element. Het spel helpt bij de vorming van het kind in zijn totaliteit. Via het spel komen de kinderen tot zelf ontdekken. Door het doen worden b.v. begrippen bijgebracht. Het kind leert niet alleen ontzettend veel van het spel, maar spel bevordert ook de lichamelijke ontwikkeling en de sociaal-emotionele vorming. Observaties van leerkrachten en signalen van ouders zijn belangrijk om te kijken of er zich situaties voordoen die extra zorg vereisen. Op Aventurijn werken we met de methode De Vreedzame School. (Zie blz 6) Het programma streeft naar: Het vergroten van : - sociale en emotionele vaardigheden Het aanleren en trainen van: - vaardigheden in conflicthantering (= o.a. mediatie) Om sociaal-emotioneel goed te kunnen ontwikkelen is het belangrijk dat er een prettig pedagogisch klimaat is. Het is ook duidelijk dat dit alleen maar kan wanneer er duidelijke afspraken en regels zijn. Er worden aan het begin van het schooljaar, tijdens de eerste lessen van De Vreedzame School, samen met de kinderen groepsafspraken gemaakt en regels opgesteld. Dit is een proces waarbij de kinderen een stem hebben en verantwoordelijkheid dragen.
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 20 van 34
Naast de Vreedzame School is er een aantal preventieve instrumenten die worden ingezet om het pedagogisch schoolklimaat te bevorderen: 1. De klimaatschaal: Om een goed beeld te krijgen in het school- en groepsklimaat wordt 2 keer per jaar vanaf groep 5 de Klimaatschaal afgenomen. De klimaatschaal bestaat uit een vragenlijst die door de kinderen individueel wordt ingevuld. Er worden vragen gesteld over de sfeer in de klas en hoe de omgang met andere leerlingen en de leerkracht ervaren wordt. Ook de leerkracht vult een vragenlijst in. Uit deze meting kunnen actiepunten naar voren komen waar de leerkracht met de groep aan kan werken. Zie voor meer informatie: www.klimaatschaal.nl De Klimaatschaal wordt gecoördineerd door de intern begeleider van de school: Emmy van Der Veen. Zij bespreekt de uitslag met de leerkrachten en formuleert samen met hen actiepunten. De uitslag van de Klimaatschaal wordt door de groepsleerkracht met de groep besproken. 2. Meidenvenijn is niet fijn: Dit is een methode om pestgedrag onder meisjes in de leeftijdsgroep van 9 t/m 15 jaar te voorkomen ( of aan te pakken). Wij zetten deze methode in binnen groep 7 aan het begin van het schooljaar. Meisjes krijgen hierdoor meer inzicht in het gedrag en de rollen van meiden. Ze worden zich meer bewust van het effect van gedrag op anderen. Ook leren ze hun eigen kwaliteiten onderkennen en leren ze negatief gedrag om te buigen naar positief gedrag. Zie voor meer informatie: www.meidenvenijn.nl. Het programma wordt gedaan door Marieke Haffmans 3. Wish: een weerbaarheidstraining met als doel om de weerbaarheid van kinderen uit groep 6 te versterken. Het programma leert kinderen sociale vaardigheden te oefenen en verbeteren. Dit programma, deze training wil de kinderen een basis meegeven waarin zij ontdekken dat hun vrijheid, de mogelijkheid om jezelf te zijn, de moeite van het verdedigen waard is, maar dat ook de vrijheid van de ander gerespecteerd dient te worden. WIsH wordt gegeven door een leerkracht van de school die hiervoor opgeleid is, Marieke Haffmans, en een externe professional die veel ervaring heeft met weerbaarheidstrainingen. De training Wish wordt in Den Bosch aan alle kinderen in groep 6 aangeboden. 4. Equip: het Equip-programma leert kinderen verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen denken en doen. Het doel van het programma is kinderen toe te rusten ( te “equiperen”) om elkaar te helpen en van elkaar te leren. Met Equip wordt gewerkt aan een positieve groepssfeer. Dit programma wordt ingezet in de bovenbouw van de school. Het programma wordt ingezet voor een kleinere groep kinderen die het moeilijk vinden om hun eigen gedrag te reguleren.Het programma wordt gedaan door de gedragsspecialist van de school Marieke Haffmans. Uiteraard zijn er ook schoolregels. We verwachten van iedereen dat hij/zij zich daaraan houdt. We hebben 4 hoofdregels op Aventurijn: 1. 2. 3. 4.
We hebben respect voor elkaar We doen elkaar geen pijn We schelden elkaar niet uit We pesten elkaar niet
Protocol gedragsregels en gedragsproblemen In onze dagelijkse praktijk merken we echter (in toenemende mate) dat het niet voor alle kinderen gemakkelijk is om zich aan onze regels en afspraken te houden. Leerkrachten lopen tegen grenzen aan; kinderen vertonen gedrag dat buiten de normale school- en omgangsregels valt. We praten hier dan over ongewenst gedrag of grensoverschrijdend gedrag en soms ook onacceptabel gedrag. Het is van belang dat directie en medewerkers voor een rustig en veilig schoolklimaat zorgen. Om dat te kunnen waarborgen is er een protocol opgesteld wat van toepassing is op ongewenst, grensoverschrijdend en onacceptabel gedrag. Ons gedragsprotocol kunt u zien op onze website. Anti-pestprotocol Helaas gebeurt het ook op Aventurijn dat er wordt gepest. Als we ontkennen dat pesten niet plaatsvindt zijn we ongeloofwaardig en nemen het pestgedrag niet serieus. Het is belangrijk om een duidelijk en helder beleid te hebben waar alle betrokkenen op kunnen terugvallen in voorkomende gevallen. In een anti-pestprotocol is vastgelegd op welke wijze we het pestgedrag van kinderen in voorkomende gevallen benaderen. Het biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de impact, ernst en ook specifieke aanpak van dit ongewenste gedrag. Ons anti-pestprotocol kunt u zien op onze website. Burgerschapsvorming Kinderen groeien op in een pluriforme samenleving. Aventurijn is er op gericht dat kinderen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten . Ook zijn we gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie . Kinderen leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen. Ook leren zij zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van zichzelf en anderen. We komen tegemoet aan deze doelstellingen door de benoemde onderdelen expliciet aan de orde te laten komen tijdens de lessen wereldverkenning en De Vreedzame School. Daarnaast, maar niet in het minst belangrijk, vormt het de rode draad van het pedagogisch handelen van de leerkrachten en zit het verweven in het omgaan met kinderen. Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 21 van 34
EFFECTIEVE LEERTIJD Kinderen behoren het minimum aantal lesuren van 7520 uur onderwijs te krijgen in 8 jaar. Op onze school gaan de kinderen 945 per jaar naar school waarmee we ruimschoots voldoen aan deze wettelijke bepaling. In onze organisatie hebben wij voldoende tijd voor aanvang van de lessen ingeruimd om ervoor te zorgen dat bij aanvang van de schooltijd alle kinderen in het lokaal aanwezig zijn. Voor alle kinderen wordt bijgehouden of ze (tijdig) op school aanwezig zijn. In het administratiesysteem Parnassys worden absenties en het te laat komen nauwkeurig bijgehouden. De ouders van kinderen die regelmatig te laat zijn of ongeoorloofd verzuimen worden hierop door de aangesproken. Als er geen resultaat van dit handelen wordt verkregen wordt per individuele casus beoordeeld wat het vervolg kan zijn. Kinderen krijgen geen extra verlof tenzij hiervoor een gewichtige reden is. Alle ongeoorloofd verzuim wordt aan de leerplichtambtenaar gemeld. Leerkrachten werken volgens een lesrooster waarin duidelijk staat aangegeven hoeveel tijd per vakgebied staat ingepland. Hierbij is uitgegaan van richtlijnen van de inspectie van onderwijs. HUISWERK We maken onderscheid tussen structureel huiswerk en incidenteel huiswerk. Structureel huiswerk betekent, dat kinderen iedere week huiswerk meekrijgen. De bedoeling hiervan is, dat zij leren plannen om hun werk te maken. De kinderen moeten leren, dat ze iedere dag een tijdje bezig zijn met het huiswerk. Deze vorm van huiswerk vindt plaats in groep 7 en 8. Incidenteel huiswerk is o.a. het leren van een proefwerk. Een aantal weken van tevoren krijgen kinderen dit werk op zodat er tijd voldoende is om te leren. Daarnaast kan het voorkomen, dat een leerling een boekbespreking, een krantenkring, of een spreekbeurt over een studie moet voorbereiden. Deze vorm van huiswerk komt voor vanaf groep 4 tot en met groep 8. Verder kan het voorkomen, dat een leerling op school wat moeite heeft met bepaalde leerstof en dan wordt in overleg tussen de leerkracht en ouders een programma gemaakt om een bepaalde tijd thuis te oefenen. Ouders helpen hun kind hier dan bij. Ook kan het voorkomen dat er werk mee naar huis gaat als een kind de weektaak niet af heeft. RESULTATEN EN UITSTROOM We hebben geprobeerd een beeld te schetsen van Aventurijn en hoe het onderwijs bij ons vorm krijgt. Dat roept de vraag op waartoe die inspanningen leiden. Belangrijk is daarbij de wijze waarop wij tegen de ontwikkeling van jonge mensen aankijken en de rol van ons onderwijs daarbij. In ons werk gaan wij uit van een specifieke levensovertuiging. Ieder kind is uniek en heeft specifieke talenten en mogelijkheden. Ons onderwijs is erop gericht deze talenten optimaal te ontwikkelen. Om deze individuele ontwikkeling van kinderen in kaart te brengen wordt gebruik gemaakt van ons leerlingvolgsysteem. Tussentijdse toetsen en instrumenten worden gebruikt om de ontwikkeling van ieder kind te volgen. We richten ons op de voortgang van lezen, taal, spelling en rekenen en ook op sociaal – emotionele ontwikkeling. Waar nodig besteden we extra zorg aan kinderen. Hier verwijzen we ook naar het gedeelte van de schoolgids dat gaat over de zorg voor kinderen. De leerlingen van onze school vinden een goede aansluiting bij het voortgezet onderwijs. Iedere leerling komt op de school die bij hem/haar past en dit kan variëren van VMBO tot VWO. Verder doen wij ons best om de kinderen op een van deze scholen te krijgen, maar er ook voor te zorgen dat zij daar kunnen blijven door een goede basis bij ons op school te leggen.. Onderwijs is voortdurend in beweging. Resultaten die je met kinderen bereikt, vormen weer een uitgangspunt voor het werken aan nieuwe, verder liggende doelen. Op die manier proberen we ons handelen steeds beter af te stemmen op de vraag van de kinderen. RESULTATEN Jaarlijks ontvangt de school na de Cito-eindtoets een rapportage met het schoolgemiddelde. Onze school valt in schoolgroep 1 en wordt vergeleken met anderen scholen binnen deze groep. Hoe onze school scoort ten opzicht van andere vergelijkbare scholen wordt weergegeven in onderstaande tabel. De uitkomsten van de eindopbrengsten komt overeen met de populatie leerlingen. Wanneer de school onder het gemiddelde scoort vindt een analyse plaats en wordt in een plan van aanpak vastgelegd hoe gestreefd wordt de opbrengsten te verhogen. Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 22 van 34
Tot nu toe heeft de school het beleid gevoerd dat alle leerlingen van groep 8 de Cito eind-toets maken. De Citoeindtoets toetst slechts de schoolse vaardigheden zoals rekenen, taal en informatieverwerking. Hieronder de resultaten van de laatste 5 jaar. schooljaar Ondergrens scholengroep Score Aventurijn
2010 534,9
2011 535,3
2012 533,1
2013 532,6
2014 533,1
538,1
533,7
532,2
542,1
533,8
UITSTROOM De verwijzingen naar het voortgezet onderwijs zijn erg breed. We verwijzen elk jaar weer kinderen naar diverse vormen van voortgezet onderwijs. In onderstaande kolom ziet van de afgelopen jaren het percentage naar welke vormen van onderwijs de kinderen zijn gegaan.
Soort onderwijs Praktijkonderwijs VMBO-B VMBO-K VMBO-K/T VMBO-T VMBO-T/HAVO HAVO HAVO/VWO VWO
2009-2010 0% 8% 4% 0% 0% 25% 0% 29% 33%
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
2010/2011 0% 0% 14% 7% 21% 14% 14% 7% 21%
2011/2012 0% 5% 14% 9% 24% 9% 9% 24% 5%
2012/2013 5% 5% 9% 0% 5% 14% 14% 28% 19%
2013/2014 5% 26% 16% 0% 16% 5% 10% 10% 10%
Pagina 23 van 34
NIET BIJ KENNIS ALLEEN De meeste tijd wordt op onze school besteed aan het onderwijs, maar natuurlijk is er ook tijd voor andere activiteiten. Zij zijn uitermate belangrijk voor de sociale aspecten binnen de schoolgemeenschap. Binnen leerstofgebieden wordt regelmatig aandacht besteed aan projecten/thema’s. Vooral het kleuteronderwijs en de groepen 3 en 4 maken hier veelvuldig gebruik van. Met enige regelmaat worden projecten gezamenlijk afgesloten. Vaak krijgen kinderen dan de gelegenheid iets aan de hele school te laten zien. Vaak is dat in de vorm van een toneelstukje, muziek of iets dergelijks. Activiteiten die jaarlijks terugkeren: Kinderboekenweek Sinterklaas op school / surprise Kerstviering Carnavalsviering Lentefeest Excursies Verjaardag van de leerkrachten Musical groep 8 Slotproject of schoolreisje (afwisselend om het jaar) Schoolkamp groep 8 Excursies Gedurende het schooljaar vinden er regelmatig excursies plaats, die of aansluiten bij algemene ontwikkelingsonderwerpen, een cultureel karakter hebben, of in het teken staan van samen iets vieren. Wanneer deze excursies niet te voet te bereiken zijn, worden de kinderen per auto vervoerd. Het vervoer wordt dan deels door leerkrachten, deels door ouders verzorgd. De kinderen zijn via school collectief verzekerd voor excursies. Indien u problemen heeft met een dergelijk vervoer, kunt u dit kenbaar maken aan de directie. Schoolkamp Elk jaar gaat groep 8 op een schoolverlaterkamp. De ouders van deze kinderen ontvangen tijdig nader bericht over locatie, tijdstip en kosten. Kunstzinnige vorming De school neemt deel aan activiteiten op het gebied van beeldende vorming , dans, drama, foto/film en muziek in samenwerking de Muzerije. Dit geldt dit schooljaar voor groep 5.
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 24 van 34
OVERIG BELEID EN REGELINGEN AANNAMEBELEID AANNAME 4-JARIGEN Er is geen vaste datum voor het aanmelden van leerlingen. Omdat de meeste nieuwe leerlingen (de 4-jarigen) verspreid over het schooljaar binnen komen is er ook geen vaste informatiedag of avond meer. Ouders die hun kind(eren) op school willen aanmelden kunnen een afspraak maken met de directeur voor een informatief gesprek eventueel voorafgegaan door toezending van de schoolgids. Aanmelden kan op dat moment geschieden, maar ook later indien men daar nog eens rustig over na wil denken of eerst nog op andere scholen wil kijken. Aanmelding vindt plaats middels een aanmeldingsformulier. Het formulier wordt door de ouders/verzorgers ondertekend voor juistheid en volledigheid van de gegevens. Het aanmeldingsformulier dient vergezeld te gaan van een kopie van het schrijven van de belastingsdienst of gemeente waarop het Burger Service Nummer (BSN) staat vermeld. Een kopie van een identiteitskaart of een zorgpas waarop het nummer van het kind vermeld staat is ook toegestaan. Als het inschrijfformulier ingevuld op school aanwezig is, wordt de aanmelding formeel bevestigd. De ouders/verzorgers krijgen binnen twee weken een bevestiging thuisgestuurd. Na aanmelding neemt de intern begeleider ongeveer 6 weken voordat het kind op school komt van te voren contact op met de ouders voor een intake-gesprek. INTAKE EN PLAATSEN VAN 4-JARIGEN OP DE BASISSCHOOL: Intakegesprek: Er vindt een intakegesprek plaats ongeveer 4 a 6 weken voordat het kind op school komt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een intakeformulier. Bij de uitnodiging wordt de ouders gevraagd het overdrachtsformulier van de peuterspeelzaal of kinderdagverblijf mee te brengen naar het gesprek. De intakegesprekken worden gevoerd door de directeur of intern begeleider Na ontvangst en bestudering van alle relevante gegevens, beslist de school of het kind geplaatst wordt en in welke groep. Ouders ontvangen hiervan zo spoedig mogelijk bericht. Indelen van de kinderen Kinderen worden ingedeeld na het intakegesprek. Hierbij wordt vooral rekening gehouden met de eventuele zorg die nodig is en de verdeling van de zorg over de verschillende groepen. Het overdrachtsformulier van Kinderdagverblijf of Peuterspeelzaal: Ouders brengen het overdrachtsformulier mee naar het intakegesprek. Het wordt samen met de ouders gelezen en doorgenomen. Het overdrachtsformulier wordt in het dossier bewaard. Plaatsing 4-jarigen: 4-jarigen mogen op school komen op de dag nadat ze 4 zijn geworden. voordat het kind op school komt mag het maximaal 10 ,minimaal 5 dagdelen op bezoek komen, 4-jarigen stromen het hele jaar in. Uitzondering is de maand december en 4 weken voor de zomervakantie. Tijdens deze periode stromen er geen nieuwe kinderen in. kinderen die binnen 4 weken na de zomervakantie 4 jaar worden, mogen meteen na de zomervakantie beginnen door gebruik te maken van het maximale wettelijk toegestane aantal van 5 bezoekdagen. De leerling wordt echter nog niet ingeschreven. AANNAME BIJ VERHUIZING: Bij aanmelding van kinderen die verhuisd zijn vindt eerst een gesprek plaats tussen de ouders en de directeur. Er kan overgegaan worden tot een voorlopige aanmelding. Daarna wordt contact opgenomen met de school van herkomst. Wanneer alle relevante gegevens zijn uitgewisseld, waaronder het onderwijskundig rapport van de school waar het kind staat ingeschreven, wordt besloten of het kind wordt ingeschreven. Ouders ontvangen hiervan zo spoedig mogelijk bericht. OVERSTAP VAN EEN ANDERE BASISSCHOOL IN DE WIJK Binnen de wijk Maaspoort/Empel zijn afspraken vastgelegd in een protocol. Overstap vindt bij voorkeur plaats na de zomervakantie. Het protocol: 1. Informatief gesprek: a. Ouders krijgen informatie over de school en een rondleiding 2. Een gesprek over redenen van wisselen van school en de onderwijsbehoeften van de leerling a. Ouders krijgen in eerste instantie het advies geven om hun probleem bespreekbaar te maken met de school van herkomst b. De transparantie binnen de wijk wordt aangeven en ook wordt aangegeven dat de directeur of intern begeleider van de school contact zal opnemen met de school van herkomst Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 25 van 34
c.
3.
4.
Er wordt aangegeven dat bij tussentijdse wisselingen zo nodig de contactpersoon, verbonden aan deze wijk, als neutraal persoon mee zal denken in het proces en de stappen zal bewaken.
Onderzoeken van de stap BAO-BAO a. Ouders gaan in gesprek met de school van herkomst. b. Beide scholen hebben contact met elkaar om de onderwijsbehoeften in kaart te brengen en te onderzoeken of deze leerling op de nieuwe school geplaatst kan worden. Zowel bij een positief als een negatief resultaat zullen beide scholen stap 4 gaan zetten. c. De tussentijdse uitkomsten worden zo nodig gedeeld met de contactpersoon. Groot overleg tussen alle partijen Als de leerling niet geplaatst kan worden op de nieuwe school, zal zo nodig de contactpersoon samen met de school van herkomst op zoek gaan naar een andere, passende school binnen de wijk.
SCHORSING EN VERWIJDERING VAN LEERLINGEN Leerlingen kunnen van school worden gestuurd: schorsing (voor een tijdje) of verwijdering (voorgoed). Meestal gebeurt zoiets alleen als er sprake is van wangedrag. De beslissing over verwijdering van een leerling wordt genomen door het schoolbestuur. Verwijdering (voorgoed) Voordat zo’n besluit kan worden genomen, moeten eerst de groepsleraar en de ouders worden gehoord. Als het besluit eenmaal is genomen, mag een schoolbestuur de leerling niet onmiddellijk van school sturen. Het bestuur moet namelijk eerst proberen om een andere school te vinden voor de leerling. Alleen als dat niet lukt –en daar moet het schoolbestuur tenminste acht weken zijn best voor doen– mag de school de leerling de toegang tot de school weigeren. Als het schoolbestuur een leerling wil schorsen of verwijderen, dan moet het bestuur daarover met de ouders overleggen. Levert dat overleg niets op, dan kunnen de ouders aan de onderwijsinspectie vragen om te bemiddelen. Blijft het schoolbestuur bij zijn besluit, dan kunnen de ouders schriftelijk bezwaar aantekenen. In dat geval moet het schoolbestuur binnen vier weken eveneens schriftelijk op dat bezwaarschrift reageren. Als het schoolbestuur dan nog vasthoudt aan het besluit om de leerling te verwijderen, dan kunnen de ouders in beroep gaan bij de rechter. Signum heeft een beleidsplan “Ongewenste omgangsvormen” vastgesteld. Hierin staat beschreven welke acties ondernomen kunnen worden in het geval iemand zich niet aan de regels houdt. Het beleidsplan ligt op school ter inzage. Rol Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De G.M.R. heeft adviesbevoegdheid als het gaat om de vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toelating en verwijdering van leerlingen.
TUSSENTIJDSE SCHOOLVERLATERS Het kan zijn dat bijvoorbeeld vanwege een verhuizing een leerling tussentijds de school verlaat. De groepsleerkracht stelt voor de leerling een overdrachtsrapport op. In dit rapport staan gegevens vermeld betreffende de verschillende vakgebieden en de toetsgegevens. Dit overdrachtsrapport wordt aan de ouders/verzorgers overlegd. Zij dienen ook hun handtekening gezet te hebben. Daarnaast moet er altijd speciale toestemming gegeven worden voor het toezenden van eventuele onderzoeksverslagen. De naam van de nieuwe school moet altijd bij ons bekend gemaakt worden. De oude en nieuwe school zijn verplicht om gegevens uit te wisselen. Het gaat hierbij om de berichten van in– en uitschrijving.
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 26 van 34
OUDERS EN SCHOOL Opvoeding is een taak van ouders en school samen. Tot de opvoeding behoort ook het volgen van onderwijs. Hierbij is het erg belangrijk dat er een goed contact is tussen school en ouders. Onder een goed contact tussen school en ouders verstaan we een contact waarbij zowel de leerkrachten als de ouders open staan voor elkaar en met respect omgaan met ieders mening en kritiek. Voor de school betekent dit dat ouders goed geïnformeerd worden over alles wat er op school gebeurt maar zeker over datgene wat specifiek hun kind aangaat. Ouders worden door de school regelmatig uitgenodigd voor rapportgesprekken, oudergesprekken en andere informatiemomenten. Het is erg belangrijk dat ouders gehoor geven aan deze uitnodigingen. Immers in het belang van kinderen is een goede samenwerking en informatie-overdracht tussen school en ouders van essentieel belang. OUDERPARTICIPATIE We vinden het belangrijk dat ouders betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind. We stellen ouders daarom in de gelegenheid op afgesproken tijdstippen mee te draaien op school, hulpouder te zijn en/of actief deel te nemen aan activiteiten in en buiten school. Ook kunnen ouders lid worden van de Ouderraad of de Medezeggenschapsraad. INFORMATIE-OVERDRACHT Aan informatieoverdracht proberen we alle zorg te besteden. We doen dit op de volgende wijze: de schoolgids de jaarkalender onze nieuws- en informatiebrief t.a.v. actuele gebeurtenissen en onderwerpen ( digitaal) openbare MR. vergaderingen open school–avond aan het begin van het jaar informatieavonden per leerjaar 10 minutengesprekken voor de rapporten (twéémaal per jaar, zo nodig een derde maal) mogelijkheid tot individuele oudergesprekken waarvoor ouders ten alle tijden met de leerkracht of directie een afspraak kunnen maken mogelijkheid tot klassenbezoek op afspraak thema-ouderavond(en) onze website MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Een van de vormen van betrokkenheid van ouders bij de school is de wijze waarop de medezeggenschap in het onderwijs is geregeld. Een medezeggenschapsraad, kortweg M.R. genoemd, is voor elke (basis)school verplicht. De M.R. bestaat qua aantal uit minimaal vier leden, voor de helft uit leden die uit en door de geleding personeel worden gekozen en voor de helft uit leden die uit en door de geleding ouders wordt gekozen. Een M.R.-lid heeft een zittingsperiode van 3 jaar en is daarna weer herkiesbaar. De MR behartigt de belangen van de leerlingen, de ouders en de leerkrachten van de school. Hij bevordert de openheid, de openbaarheid, het onderling overleg, de gelijke behandeling en voorkomt waar mogelijk discriminatie op welke grond dan ook. De MR brengt adviezen uit aan het bestuur en ten aanzien van vastgestelde onderwerpen kan pas een besluit worden genomen als de MR zijn instemming heeft gegeven. Voor de M.R. is een reglement vastgesteld waarin de samenstelling van de raad, de verkiezingen van de leden, de werkwijze en de bevoegdheden zijn vastgelegd. In het reglement is bepaald voor welke besluiten de instemming of het advies van de M.R. nodig is. M.R. kan ook ongevraagd advies geven en voorstellen doen. Het vergaderrooster is vastgesteld op één keer per zes weken. De vergaderingen van de M.R. zijn toegankelijk voor het personeel en de ouders van de school. Voor namen van MR-leden verwijzen wij naar het kalenderdeel van de schoolgids. Naast de MR bestaat er een GMR. Hierin zitten vertegenwoordigers van zowel ouders als leerkrachten van verschillende scholen die tot Signum behoren. De taken zijn hetzelfde als die van de MR maar dan op bovenschools niveau. De directie voert namens het College van Bestuur van Signum het overleg met de M.R. Op verzoek van de directie of op verzoek van de M.R. kan het College van Bestuur de directie ontheffen van de taak om een bespreking namens het College van Bestuur te voeren. Op verzoek van de M.R. voert het College van Bestuur in bijzondere gevallen zelf de besprekingen met de M.R.: Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (G.M.R.) Binnen de Stichting Signum functioneert een G.M.R. (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Vertegenwoordigers van zowel ouders als leerkrachten van de scholen die tot Signum behoren, nemen deel in de Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 27 van 34
bovenschoolse medezeggenschap. De taken van de G.M.R. zijn dezelfde als die van de M.R. maar dan op bestuursniveau. De leden van de G.M.R. worden gekozen uit en door vertegenwoordigers van de M.R.-en, die zijn gekozen in de verkiezingsplatforms voor personeel en ouders. OUDERRAAD Op Aventurijn is een ouderraad. De ouderraad houdt zich niet bezig met inhoudelijke zaken, maar is actief binnen de verschillende activiteiten op school en ondersteunt de betrokkenheid van ouders. Taken van de ouderraad: de inning en het beheer van de vrijwillige ouderbijdrage en legt daarvoor een maal per jaar verantwoording af aan de ouders in een financieel verslag. Twee vertegenwoordigers van de ouders vormen de kascommissie. De gelden worden besteed aan evenementen, excursies, ouderavonden, attributen, etc. het jaarlijks maken van de schoolfoto’s. Ze stelt, in overleg met de fotograaf, het fotopakket samen dat gemaakt gaat worden. meedenken en helpen met de organisatie van de thema ouderavonden, welke tweemaal per jaar gehouden worden (in overleg met het team). het onderhouden van contacten met de MR hebben van een actieve rol in de PR van de school hebben van een actieve rol in het organiseren van ouderhulp binnen de school coördineren van werkgroepen t.b.v. activiteiten De Ouderraad bestaat uit een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en leden die als vertegenwoordigers van de ouders deelnemen aan de vergaderingen. Hierin bespreekt men de lopende zaken, evalueert zaken die door de Ouderraad georganiseerd zijn en treft voorbereidingen voor de evenementen en werkzaamheden die komen gaan. (namen zie algemeen informatieboekjel) OUDERBIJDRAGE Bij wet is geregeld dat het basisonderwijs in principe gratis moet zijn. Er kan echter een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd worden, hetgeen op onze school gedaan wordt door de ouderraad zoals u hiervoor hebt kunnen lezen. Met deze ouderbijdrage worden voornamelijk leuke zaken gefinancierd, zoals b.v de sinterklaas-, kerst-, en carnavalsviering, de paasviering, het slotproject, uitstapjes. Ondanks dat het vrijwillig is wordt het door de school zeer op prijs gesteld als de ouderbijdragen worden betaald. De vrijwillige bijdrage is vastgesteld op € 30,- (per kind per jaar). In november van het schooljaar krijgt u een bericht over de betaling van de ouderbijdragen. Voor activiteiten die de school organiseert en waarvoor een verplichte extra bijdrage aan de ouders wordt gevraagd, moet de school, ingevolge art. 40 van de wet op het Primair Onderwijs, met de ouders een overeenkomst te sluiten. Voor onze school geldt dat alleen voor het schoolkamp van groep 8. Ouders krijgen daar te zijner tijd bericht van. De overeenkomst moet aangeven waarvoor de bijdrage wordt gevraagd en wat de hoogte van het bedrag is. Tevens moet worden aangegeven dat de bijdrageniet vrijwillig is. Ouders hoeven de overeenkomst dus niet te tekenen, maar de leerling kan in dat geval van het schoolkamp worden uitgesloten.
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 28 van 34
SCHOOL EN OMGEVING De school onderhoudt veel contacten met externe instanties. Het zou in het kader van deze gids te ver voeren ze allemaal op te noemen. We beperken ons tot de belangrijksten, met waar nodig een wat uitgebreidere beschrijving. Daarnaast zal worden verwezen naar het Algemeen informatieboekje behorende bij onze schoolgids. ONDERWIJSINSPECTIE Onze school wordt 1x per 4 jaar bezocht door de inspectie voor een onderzoek. Elk onderzoek kent een aantal aandachtspunten die landelijk bepaald worden, maar het kan ook zijn dat er vragen zijn naar aanleiding van schoolgids of schoolplan. Van het bezoek wordt een rapport opgesteld wat voor een ieder is in te zien op internet. Eventuele vragen kunnen worden gesteld bij Postbus 51. Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) GGD In het kader van de jeugdgezondheidszorg en de logopedie. Zie Algemeen informatieboekje voor meer informatie en adressen. JEUGDTANDVERZORGING Zie Algemeen informatieboekje voor meer informatie. STICHTING JUVANS Schoolmaatschappelijk werk. Zie Algemeen informatieboekje. Voor informatie en contactpersonen kunt u terecht bij de intern begeleider van de school. ZORGTEAM Op school is een zorgteam werkzaam. Het zorgteam bestaat uit de schoolmaatschappelijk werkster, de sociaalverpleegkundige van de GGD en de intern begeleider van de school. De leden van het zorgteam bespreken kinderen waarvoor vooraf door de ouders toestemming is gegeven. Voor verderen informatie zie het Algemeen informatieboekje ZORG VOOR JEUGD Sinds medio 2008 werken alle gemeenten in Noord-Brabant met het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Dit (digitale) signaleringssysteem is een hulpmiddel voor een aantal instellingen om problemen bij kinderen en jeugd van 0 tot 23 jaar vroegtijdig te voorkomen. Alle instellingen die professioneel betrokken zijn bij jeugdigen zijn aangesloten op het systeem. In de regio Den Bosch zijn dat: GGD, School Maatschappelijk werk, Bureau Jeugdzorg, NovadicKentron, MEE en GGZ. De directeur en intern begeleider van de basisschool kan d.m.v. een code inloggen op het systeem en een zorgmelding doen over een kind.
LEERKRACHT & CO Organisatie om het onderwijs van advies te dienen op het gebied van: teambegeleiding bij onderwijsvernieuwende activiteiten organiseren van bijscholingscursussen POLITIE Om vandalisme in de wijk tegen te gaan door de oorzaak aan te pakken, werken we samen met Politie Maaspoort: 073-6991663. De buurtcoördinator is Dhr. Aslan. Ook worden er in groep 8 door Bureau Halt lessen verzorgd over genotsmiddelen en vuurwerk. OPLEIDINGEN Pabo Studenten van de PABO kunnen op Aventurijn stage lopen. Wanneer het een afstudeerfase betreft zal de student de groep voor een langere tijd overnemen. Hierover worden de ouders tijdig geïnformeerd. Koning Willem I College Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 29 van 34
Het komt bijna jaarlijks voor dat studenten van het Koning Willem I College stage lopen op onze school. Het betreft dan studenten voor de opleiding klassen- en/of onderwijsassistent en de sportacademie. Meestal zijn zij dan een heel schooljaar aanwezig. SPONSORING EN RECLAME Een school is een verzamelplaats voor veel (potentiële) consumenten. Ook op school, ontvangen we verzoeken tot het verspreiden van reclame - en foldermateriaal via onze leerlingen of voor het mogen ophangen van posters. We hanteren enkele regels: -
we laten nooit reclame voor alcoholische dranken en rookwaar toe. we verspreiden geen reclame voor bedrijven of instanties met commerciële doeleinden.
Onze school heeft zich in het verleden op bescheiden wijze financieel laten ondersteunen door bedrijven. Door regelgeving vanuit de overheid moet sponsoring voortaan voldoen aan wettelijke eisen. Op dit moment komt het wel incidenteel voor dat ouders en bedrijven ons helpen door het schenken van materialen. VERZEKERINGEN Via de Rabobank heeft de Stichting Signum een verzekeringenpakket afgesloten, bestaande uit een aansprakelijkheidsverzekering, een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering en een schoolongevallenverzekering. De aansprakelijkheidsverzekering geeft dekking voor schaden die niet elders verzekerd zijn. De schoolongevallenverzekering is voor leerlingen uitsluitend van kracht gedurende de schooluren en evenementen in schoolverband, alsmede tijdens het rechtstreeks gaan van huis naar school en omgekeerd. Schades en ongevallen dienen zo snel mogelijk gemeld te worden bij de Rabobank, Afd. Verzekeringen, Postbus 318, 5201 AH ’s-Hertogenbosch via de daarvoor bestemde schadeaangifteformulieren (verkrijgbaar via de directie van de school).
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 30 van 34
KLACHTENREGELING Klachten en problemen: de weg naar een oplossing Waar mensen samenwerken, gaan soms dingen mis. Indien u klachten of problemen heeft met zaken die de school betreffen, vragen wij u vriendelijk om deze kenbaar te maken. We gaan ervan uit dat we de meeste zaken in onderling overleg kunnen oplossen. Blijf er niet mee rondlopen, maar geeft u ons de kans er iets aan te doen. In het klachtrecht binnen het onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen klachten en problemen op het gebied van ongewenste omgangsvormen en overige klachten en problemen. 1. Klachten en problemen op het gebied van ongewenste omgangsvormen Bij klachten over ongewenste omgangsvormen op school, zoals pesten, ongewenste intimiteiten, discriminatie, agressie en geweld, kunnen ouders/verzorgers en medewerkers de directie van de school benaderen of een beroep doen op ondersteuning door de contactpersonen van de school. De contactpersonen zijn opgeleid voor dit werk; hun namen vindt u in de schoolgids. Zij luisteren naar u, geven u informatie over mogelijke vervolgstappen en brengen u, indien nodig, in contact met een externe vertrouwenspersoon voor verdere ondersteuning. Het College van Bestuur van Signum kent ook externe vertrouwenspersonen. U kunt de externe vertrouwenspersonen zien als objectieve deskundigen van buiten de school. De externe vertrouwenspersoon begeleidt en adviseert u in de stappen naar de door u gekozen oplossing. Voor ouders/verzorgers en leerlingen: GGD Hart voor Brabant Netwerk van vertrouwenspersonen Postbus 3166, 5203 DD ‘s-Hertogenbosch Tel.: 073 640 40 90 Meldplicht seksueel geweld Schoolleiding, contactpersonen en vertrouwenspersonen zullen een klacht zorgvuldig behandelen. Bij klachten van ouders/verzorgers en leerlingen over een schoolsituatie waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, is de school verplicht tot het doen van aangifte bij de politie, omdat mogelijk de veiligheid van meerdere kinderen in het geding is. 2. Overige klachten en problemen Hebt u klachten of problemen over schoolorganisatorische zaken, beoordelingen, zaken die het schoolgebouw aangaan en dergelijke, kunt u zich richten tot de groepsleerkracht van uw kind of de schoolleiding. Wanneer het gesprek met de leerkracht en de schoolleiding niet tot de gewenste oplossing leidt, kunt u de klacht voorleggen aan de externe vertrouwenspersoon van Signum: Mevrouw Mabel van der Laag Tel.: 073 850 7 800 of aan de voorzitter van het College van Bestuur: De heer H.J.T.L. Timmers MSM Tel.: 073 850 7 850 Onafhankelijke klachtencommissie Als de hierboven bij punt 1 en 2 genoemde personen uw klacht of probleem niet op een bevredigende manier kunnen oplossen, kunt u voor een objectief onderzoek terecht bij onze klachtencommissie: Stichting KOMM Mevrouw G. van Rangelrooij Postbus 32, 5328 ZG Rossum Tel.: 06 53 10 77 31 Stichting KOMM is een regionale klachtencommissie. Zij onderzoeken uw klacht en adviseren het bestuur van de school over de te nemen maatregelen. De leden van de klachtencommissie hebben onder andere deskundigheid op het gebied van arbeidsrecht, seksueel geweld en onderwijs. De volledige klachtenregeling, waarin de procedure klachtbehandeling beschreven staat, kunt u downloaden op de website van Stichting KOMM: www.komm.nl
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 31 van 34
OVERIGE INFORMATIE GROEPSINDELING Op basis van het aantal leerlingen van het voorafgaande schooljaar krijgt de school van het ministerie formatie toegekend. In combinatie met het aantal beschikbare lokalen (gemeentelijke regeling) wordt het aantal groepen bepaald. Daarnaast kunnen nog allerlei regelingen zoals verplichte inzet van een bepaald deel van de formatie en dergelijke een rol spelen. Vervolgens kijken we naar het aantal leerlingen per leerjaar en bepalen dan wat de meest wenselijke en haalbare verdeling is. Dit wordt vervolgens voorgelegd aan het bestuur en de medezeggenschapsraad en na goedkeuring is de volgende stap het indelen van leerkrachten en leerlingen. INDELING VAN DE LEERKRACHTEN In het kader van het personeelsbeleidsplan worden er met alle leerkrachten gesprekken gevoerd waarbij zij tevens kunnen aangeven naar welke groep(en) hun voorkeur of belangstelling naar uit gaat. Na overleg met het team en/of individuele teamleden, beslist uiteindelijk de directie voor welke groep iedere leerkracht komt te staan, daarbij sterk rekening houdend met de belangen van de school als organisatie en specifieke bekwaamheden van leerkrachten. INDELING VAN DE LEERLINGEN Er is een grote kans dat uw zoon of dochter in de tijd dat ze bij ons op school zitten één of meerdere keren in een combinatieklas komt te zitten of dat de groep verdeeld moet worden over verschillende leerkrachten. Bij de verdeling letten we vooral op: een goede verdeling van het aantal leerlingen per groep een evenwichtige verdeling van jongens en meisjes en zorgleerlingen indien mogelijk liever geen broertjes of zusjes bij elkaar zorgen dat iedere leerling voldoende mogelijkheden voor kontakten heeft, hetgeen wat anders is dan vriendjes en vriendinnetjes, bovendien wil dat bij kinderen nog wel eens van de ene op de andere dag veranderen. Voor de beoordeling hiervan gaan we af op wat de leerkracht op school van het kind ziet en signalen van ouders. Daar wordt uiterst zorgvuldig naar gekeken en bij twijfel wordt een collega of de directie geraadpleegd. REGELS EN AFSPRAKEN
Basisschool Aventurijn is een Vreedzame school Waar we het belangrijk vinden
-
dat er betrokkenheid is op elkaar en iedereen zich veilig voelt dat er respect is voor elkaar dat iedereen zich verantwoordelijk voelt voor zichzelf, voor de school en de wereld om zich heen dat iedereen een stem heeft en gehoord wordt
Wij willen een fijne, veilige, vreedzame en gezellige school zijn waar iedereen met plezier naartoe gaat en zich prettig voelt. Daarom hechten wij veel waarde aan het correcte gedrag van de kinderen, de goede onderlinge verhoudingen in de groep en de wijze waarop we met elkaar omgaan. Samen met de kinderen hebben we regels en afspraken gemaakt. In elke groep wordt hier frequent bij stilgestaan. Onze hoofdregels zijn: 1. We hebben respect voor elkaar 2. We doen elkaar geen pijn 3. We schelden elkaar niet uit 4. We pesten elkaar niet We willen met elkaar omgaan volgens de uitgangspunten van De Vreedzame School. Uitgangspunt hierbij is dat de school een gemeenschap wordt waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt en waarin iedereen op een positieve manier met elkaar omgaat. Hierbij neemt De Vreedzame School conflicthantering als uitgangspunt. Met dit programma leren kinderen en leerkrachten hoe je beter met conflicten om kunt gaan door te streven naar oplossingen die voor beide partijen bevredigend zijn: een win-win situatie. Het programma is gericht op een verandering van het school- en klassenklimaat waarin samenwerking en verantwoordelijkheid van leerlingen zelf centraal staat. Bij conflicten wordt mediatie ingezet. Bij mediatie bemiddelen kinderen bij elkaars conflicten. Binnen de Vreedzame School worden kinderen hiervoor opgeleid. Wanneer het voorkomt dat kinderen zich niet aan de regels en afspraken kunnen houden hanteren wij het protocol wat omschreven staat in het document: Gedrag en veiligheid op Aventurijn. Dit document kunt u in zijn geheel zien op onze website. Onderdeel van dit document is ons Anti-Pestprotocol. In dit protocol staat precies aangegeven hoe we handelen wanneer er sprake is van pesten. Ons anti-pestprotocol kunt u in zijn geheel inzien op onze website. Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 32 van 34
NABLIJVEN NA SCHOOLTIJD Het kan voorkomen, dat uw kind na schooltijd wat langer op school moet blijven. Het kan zijn, dat er werk afgemaakt moet worden, of dat er t.a.v. gedrag een gesprek moet volgen. Indien het zo is, dat het kind langer dan 15 minuten op school moet blijven, zullen wij u opbellen over de reden hiervan. Als een kind klassenbeurt heeft, of het prettig vindt om te helpen op school, kan hij/zij dat zelf aan u kenbaar maken, tussen de middag of aan het begin van de week. Bent u het niet eens met een maatregel, neem dan contact op met de desbetreffende leerkracht. Wanneer u er niet uitkomt, kunt u contact opnemen met de directie. COMMUNICATIE Het gebeurt wel eens, dat er bij de ingang van school tussen ouders gepraat wordt over school. Regels, leerkrachten en vele andere zaken worden dan doorgenomen. We horen dit dan meestal “via via” en kunnen dan niet reageren. We willen u vriendelijk verzoeken indien u met problemen zit, dit te melden aan de leerkrachten of anders contact op te nemen met de directie. Zo kunnen we samen komen tot eventuele oplossingen en werken we niet langs elkaar heen. ROKEN IN SCHOOL Onze school is een rookvrij gebouw! GYMNASTIEK De kinderen uit groep 1 en 2 krijgen dagelijks een bewegings- of speelles. Deze lessen worden gegeven in de speelzaal van de school. Bij goed weer wordt er buiten gespeeld. De kinderen hebben geen speciale gymkleding nodig. Wel is dragen van gymschoenen wenselijk. Onze voorkeur gaat uit naar gymschoenen met klittenband. Voor kinderen uit groep 3 t/m 8 is het dragen van gymkleding en gymschoenen verplicht. Zonder gymkleding kan niet worden deelgenomen aan de les. De gymlessen worden gegeven in de gymzaal De Schans.
MOBIELE TELEFOONTJES Onze voorkeur gaat er naar uit dat de kinderen geen mobiele telefoon mee naar school nemen. We begrijpen echter ook dat er soms redenen zijn waardoor het wenselijk is dat een kind wel een telefoontje bij zich heeft. Aan het begin van de ochtend leveren alle kinderen die een telefoon bij zich hebben deze in. Na schooltijd krijgen ze de telefoon weer terug, Wanneer we merken dat een kind een telefoon toch bij zich houdt dan krijgt hij deze pas de volgende dag terug. Wanneer we dit vaker merken zullen we contact met de ouders opnemen. Wij zijn als school niet aansprakelijkheid voor eventueel verlies of diefstal van het toestel . VERVANGING Als leerkrachten ziek zijn, zullen wij er ons beste voor doen ervoor te zorgen dat er een invaller komt. Hiervoor richten we ons tot de invalpool in de regio Den Bosch. Wanneer er in deze pool geen invaller beschikbaar is moeten we het intern oplossen. Dat kan betekenen dat er wat geschoven/georganiseerd moet worden. Een oplossing kan zijn dat de kinderen over de anderen groepen worden verdeeld. Helaas kan het ook eens voorkomen, dat onze mogelijkheden niet meer toereikend zijn en zullen we kinderen naar huis moeten sturen. Als dit voorkomt, zullen we u van tevoren op de hoogte stellen van deze beslissing en indien het niet mogelijk is uw kind naar huis te laten gaan, zorgen wij voor opvang. VOOR- - EN NASCHOOLSE OPVANG Ouders van Aventurijn kunnen voor de voor- en naschoolse-opvang terecht bij NulVier. Informatie hierover kunt u vinden in het kalenderdeel van onze schoolgids. Voor overige praktische informatie verwijzen we u naar het Algemeen informatieboekje behorende bij onze schoolgids.
Schoolgids Aventurijn 2014-2015
Pagina 33 van 34