SCHOOLGIDS OPENBARE BASISSCHOOL DE BUSSEL. OBS De Bussel. Met respect voor de ander, elkaar inspireren om samen te leren

2015-2016

SCHOOLGIDS OPENBARE BASISSCHOOL DE BUSSEL

OBS De Bussel

James Grievelaan 23a 1695 HZ Blokker 0229 – 233532 [email protected] www.obsdebussel.nl

‘Met respect voor de ander, elkaar inspireren om samen te leren’

SCHOOLGIDS 2015 -2016

Inhoud Voorwoord ......................................................................................................... 4 1. OBS De Bussel ................................................................................................ 5 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

Een openbare basisschool........................................................................ 5 Stichting Talent ...................................................................................... 5 Directeur / dagelijkse leiding ................................................................... 5 Situering van de school ........................................................................... 5 Omvang van de school ............................................................................ 6

2. Waar De Bussel voor staat ............................................................................... 6 2.1 2.2 2.3

Missie ................................................................................................... 6 Uitgangspunten ...................................................................................... 6 Het klimaat van de school ....................................................................... 8

3. De organisatie van ons onderwijs ...................................................................... 9 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7

Schoolorganisatorische aspecten .............................................................. 9 Het team ............................................................................................... 9 De algemene inhoud van het onderwijsaanbod ..........................................10 Het onderwijsprogramma .......................................................................18 Bijzondere activiteiten voor leerlingen tijdens schooltijd .............................18 Bijzondere activiteiten voor leerlingen buiten schooltijd ..............................19 Speciale voorzieningen in het gebouw ......................................................20

4. De zorg voor leerlingen op De Bussel ................................................................20 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

De zorg en interne begeleiding .................................................................20 Het volgen van de ontwikkelingen van leerlingen........................................21 Groeps- en leerlingbesprekingen ..............................................................21 De speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften ...........................22 Passend Onderwijs..................................................................................22 Aanmelden, uitschrijven, overgang naar volgende groep en verlengen ..........23 De overgang naar het Voortgezet Onderwijs ..............................................25 Toelating en verwijdering ........................................................................26

5. De ontwikkeling van het onderwijs op de Bussel ................................................26 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

Terugblik 2014-2015................................................................................26 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in 2015-2016 .........................27 De bekwaamheden van het personeel ........................................................28 Zorg voor de relatie school en omgeving ....................................................30 Opleiden en leren ....................................................................................30

6. De ouders .....................................................................................................31 6.1 6.2 6.3 6.4

7. Regelingen en Procedures ...............................................................................35 7.1

Pagina

Betrokkenheid van ouders bij de school ......................................................31 2 Inspraak.................................................................................................31 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs ..................................32 Voor-, tussen- en naschoolse opvang .........................................................34

Schooltijden ............................................................................................35


7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12 7.13

Vakantierooster .......................................................................................35 Leerplicht en verzuim ...............................................................................36 Maatregelen preventie schoolverzuim .........................................................37 Vervanging bij afwezigheid leerkracht ........................................................37 Portretteren ............................................................................................37 Gedrag- en pestprotocol ...........................................................................38 Sponsoring .............................................................................................38 Schorsing en verwijdering ........................................................................38 Klachtenprocedure ..................................................................................38 Schoolverzekering en glasschades ............................................................40 Veiligheid in de school .............................................................................41 School en verkeer (verkeersouder) ...........................................................41

8. Resultaten van het onderwijs...........................................................................42 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5

Opbrengsten en trendanalyses De Bussel 2013-2014 ...................................42 Opbrengsten en trendanalyses De Bussel 2014-2015 ...................................42 Waar gaan de leerlingen heen? .................................................................43 Externe verantwoording van de opbrengsten ..............................................44 Externe verantwoording van de opbrengsten ..............................................44

9. Namen en adressen ........................................................................................45 10. Afkortingenlijst ............................................................................................47

Bijlage: Anti pestprotocol

Pagina 3


Voorwoord Dit is de schoolgids van Openbare Basisschool de Bussel, we zijn trots op onze gids en onze school! In deze gids geven we u een indruk van wat onze school de kinderen en u te bieden heeft. Weet u dat u uw kind in totaal zo’n 7500 uur toevertrouwt aan de zorg van de leerkrachten van onze school? Het kiezen van de juiste school is dus belangrijk. Deze gids is bedoeld voor de ouders van onze leerlingen, maar ook voor ouders die overwegen hun kind op onze school te plaatsen. Nieuwe ouders ontvangen een exemplaar van deze schoolgids bij inschrijving van hun kind(eren). De inhoud van de schoolgids vindt u ook op onze website: www.obsdebussel.nl. We vinden het belangrijk, dat: • kinderen met plezier naar school gaan en er in betrokkenheid leren • er gedifferentieerd aanbod is voor kinderen die hetzij de lesstof lastig vinden of juist de lesstof snel doorwerken (gericht op niveau en tempo) • kinderen leren binnen een veilig klimaat waarin respect en begrip voor de ander de kern vormt (de Bussel is een Vreedzame School!) • kinderen vaardigheden aangeleerd krijgen die zij in hun toekomst nodig hebben, een onderzoekende houding ontwikkelen, samen kunnen werken en hun talenten kunnen benutten • er goed en regelmatig contact is tussen ouders en school (zowel mondeling als schriftelijk) We hopen dat u onze schoolgids met plezier leest. Als u na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties heeft, laat het ons weten. Wij kijken uit naar een prettige samenwerking met alle betrokkenen en wensen de kinderen en u een goed schooljaar toe. Met vriendelijke groeten, mede namens het team, de ouderraad en de medezeggenschapsraad, Francis Schruer, Directeur de Bussel.

Pagina 4


1. OBS De Bussel 1.1 Een openbare basisschool Onze school is een openbare school. Dat wil zeggen dat de school toegankelijk is voor alle kinderen, zonder onderscheid naar godsdienst of levensovertuiging. Openbaar onderwijs gaat uit van verschillen tussen mensen. We doen daar iets mee door samen met de leerlingen die verschillen aan de orde te stellen. Daardoor krijgen zij de kans zich een mening te vormen over opvattingen en gewoonten van anderen en over kinderen met een andere achtergrond dan zijzelf. De kinderen leren daardoor ook andere opvattingen en normen te waarderen en te respecteren. Openbaar onderwijs is ontmoetingsonderwijs: kinderen leren er mét, van en over elkaar, met respect voor de ander, als voorbereiding op hun latere deelname aan de samenleving, waarin zij zichzelf moeten kunnen redden, met en tussen andere mensen (net als u). Het openbaar onderwijs heeft een motto: 'Niet apart, maar samen’. Wij onderschrijven dit motto van harte, omdat wij heel graag willen bereiken dat kinderen, ongeacht hun achtergrond, goed met elkaar leren omgaan. 1.2 Stichting Talent De Bussel is een openbare school. De school wordt bestuurd door stichting Talent. Talent is als zelfstandige stichting het bevoegd gezag van de openbare basisscholen in Hoorn. Talent en Talentscholen kenmerken zich door een drietal kernwoorden: talentontwikkeling, ondernemend gedrag en schoolprofilering. Talent laat kinderen en personeelsleden hun talenten herkennen en stimuleert ze deze te gebruiken en verder te ontwikkelen. Bovendien vinden we het binnen Talent belangrijk dat kinderen en medewerkers initiatiefrijk en ondernemend gedrag tonen. 1.3 Directeur / dagelijkse leiding De dagelijkse leiding van de Bussel wordt gegeven door Francis Schruer, directeur van De Bussel. 1.4 Situering van de school Bussel is een Westfries woord voor bessenmand. Op de plaats waar de Bussel nu staat was vroeger een bessengaard. De bussel werd gebruikt voor het vervoer van de bessen Pagina en ander fruit. De kinderen van De Bussel leren van hun school de betekenis van de 5 schoolnaam, in ruime zin, met cultuurhistorische achtergrond van ons woon- en werkgebied. De Bussel is gevestigd aan de James Grievelaan 23-A in Blokker. De hoofdingang is het makkelijkst te bereiken via de Westerblokker, de zijingangen zijn veilig en makkelijk te


betreden via de appelbuurt. Tegenover Deen is ruim en gratis parkeergelegenheid. De Bussel ligt pal achter Deen. Per leeftijdsgroep ( 4 t/m 6 jaar, 6/tm 8 jaar, 8 t/m 12 jaar) is er een ingang. Bij de ingang van de kleuterbouw is een ruime overkapping waar u droog kunt wachten als u uw kind komt ophalen. De schooldeuren zijn 10 minuten voor aanvang van de lestijd open. U kunt dus uw kind rustig naar binnen brengen of een korte vraag stellen/een mededeling doen aan de leerkracht. De Bussel staat in een rustige wijk, in een mooi dorp. De meeste van onze leerlingen komen uit Blokker zelf. Ook komen er leerlingen uit de wijk Kersenboogerd, uit Zwaag en uit de Bangert & Oosterpolder. De leerlingen van ‘buiten Blokker’ komen naar de Bussel omdat het leer- en werkklimaat, het onderwijsconcept (IPC) en de kleinschaligheid van de school veel ouders aanspreekt! De ouders van De Bussel vormen een zeer betrokken groep.

1.5 Omvang van de school De Bussel is een middelgrote school. Op 31 juli 2014 telde de school 155 leerlingen. Er werken op dit moment 13 mensen bij ons waarvan 7 mensen voor de klas staan. De overige medewerkers bestaan uit een directeur, een intern begeleider, een vakleerkracht gymnastiek voor één dag per week voor de groepen 3 t/m 8, een managementondersteuner, een conciërge en een leerkracht HVO (humanistische vorming) voor de groepen 7 en 8.

2. Waar De Bussel voor staat 2.1 Missie

De Bussel; ‘Met respect voor de ander, elkaar inspireren om samen te leren’

2.2 Uitgangspunten De Bussel is een actieve school met een uitnodigende houding naar leerlingen en ouders. Het is een school waar kinderen zich gerespecteerd en veilig voelen. Wij volgen de leerlingen goed, begeleiden hen in hun ontwikkeling, werken binnen een vaste structuur en stimuleren hun zelfstandigheid. Pagina Op De Bussel stemmen de leerkrachten hun aanpak af op de mate waarin de leerling in 6 staat is een taak te doen, op het leerproces van de leerling en op autonomie. Daarnaast ligt de nadruk op wat een kind bereikt door inspanning! Ook stimuleren de leerkrachten het samenwerken van leerlingen en van elkaar leren. Op de ochtenden werken we aan de basisvakken rekenen, spellen, lezen en taal. Het beheersen van deze vakken staat hoog in het vaandel op De Bussel. Eens per jaar informeren we de ouders via een ouderavond over de schoolresultaten op deze vakgebieden. In


de middag (vanaf 13.45 u) werken we aan de overige vakken via de methodiek IPC (wereldoriëntatie, creatieve vakken, burgerschapskunde) en is er Engels vanaf groep 5.

Wat houdt IPC (International Primary Curriculum) in? IPC is een onderwijsprogramma en van oorsprong ontwikkeld om kinderen van de Shell medewerkers in het buitenland de kans te bieden Nederlands en Engelstalig onderwijs in het buitenland te volgen. Inmiddels is dit onderwijsconcept door de stichting NOB (Nederlands Onderwijs in het Buitenland) en IPC Nederland vertaald en herschreven voor de Nederlandse scholen. Het concept is goedgekeurd door de Nederlandse Onderwijsinspectie. Het lesmateriaal bestaat uit zogenaamde units. Voor elke bouw (milepost) zijn speciale units ontwikkeld die aansluiten op de ontwikkelingsfase en belevingswereld van het kind in die periode. Een unit bestaat uit een centraal thema en heeft een aantal leerdoelen. Hieruit komen de leeractiviteiten voort. In de kleutergroep wordt al thematisch gewerkt. Zij sluiten met hun werkwijze aan bij de IPC thema’s. In elk thema komen verschillende vakgebieden aan de orde, zodat de kinderen ook leren op verschillende manieren naar een onderwerp te kijken. De activiteiten zijn zo ontwikkeld dat aan verschillende talenten en vaardigheden van kinderen aandacht besteed kan worden. Door middel van een registratiesysteem en het portfolio wordt per kind per unit en per vakgebied bijgehouden hoe de verschillende talenten en vaardigheden zich ontwikkelen. Deze registratie en het portfolio vormen de basis voor de rapportage. Door het aanbieden van thematisch onderwijs is er veel ruimte voor de eigen inbreng van kinderen bij de inhoud en vormgeving van het leren. We sluiten aan bij vragen die de kinderen zelf inbrengen en stimuleren hen om zelf de antwoorden te zoeken en te formuleren. Daarbij wordt veelvuldig gebruik gemaakt van coöperatieve werkvormen. De keuze van de units wordt voor een deel bepaald door de eisen die aan ons onderwijsaanbod worden gesteld. Het IPC is samengesteld met het oog op hoge verwachtingen hebben op het gebied van leren als ook om leerkrachten te helpen de lessen boeiend, actief en zinvol voor de kinderen te maken en geeft ook een internationaal perspectief. Dit curriculum helpt ons en Pagina 7 de kinderen waardevoller te leren. Het curriculum bevat werken met de 21 ste eeuw vaardigheden, thema’s die kinderen, ouders en leerkrachten echt aanspreken, het neemt de talenten van kinderen serieus, het is opgebouwd met persoonlijke groei en actief burgerschap als basis. We zijn erg enthousiast! Via www.ipc-nederland.nl kunt u meer lezen. U ontvangt bij aanmelding op De Bussel een IPC ouderfolder.


We vinden het belangrijk dat er een goed evenwicht wordt gevonden tussen leervakken, creatieve vakken en sociale vorming. Wij leren kinderen normen en waarden, we leren ze samen te werken en problemen met elkaar op te lossen. Wij hanteren dan ook de principes van ‘de Vreedzame School’. De Vreedzame School is een compleet programma voor basisscholen voor sociale competentie en democratisch burgerschap. Het beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap, waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin kinderen leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en voor de gemeenschap, en staan open voor de verschillen tussen mensen. Meer informatie vindt u via www.vreedzameschool.nl

Onze leerlingen vinden, na acht jaar basisonderwijs op de Bussel, een goede aansluiting op het voortgezet onderwijs, staan stevig ‘in het leven’ en kunnen goed met anderen omgaan. Natuurlijk bereikt de school dit niet alleen! Samen met u voelen we ons verantwoordelijk voor de optimale ontwikkeling van uw kind. 2.3 Het klimaat van de school De sfeer waarin kinderen opgroeien is van groot belang voor hun ontwikkeling als mens. Op De Bussel werken we vanuit positiviteit. Kinderen verdienen het om in een positieve groep deel te nemen aan het onderwijsproces. Een positieve groep vinden wij een groep waarin de groepsnormen positief zijn. Dit heeft allerlei prettige gevolgen: kinderen gaan met plezier naar school, hebben betere leerresultaten, de kinderen helpen elkaar zodat er veel meer ‘leerkrachten’ in een groep zijn, er heerst een prettig pedagogisch klimaat met prettige omgangsvormen, kinderen doen goede, positieve ervaringen op voor later en allerlei effectieve onderwijsvormen worden uitvoerbaar. Elke dag, van 08.30 tot 15.15 u, werken we aan dit optimale en veilige schoolklimaat, samen met de kinderen. Op De Bussel werken we in rust, met structuur, vanuit schoolnormen en waarden/regels. Deze regels gelden voor iedereen: leerkrachten, kinderen, ouders. De school zien wij als een tweede plek waar kinderen hun persoonlijkheid ontwikkelen en leren omgaan met anderen. ‘Presteren’ en ‘ambitie’ vinden wij geen foute woorden, maar wij vinden dat een prestatie voor elk kind anders kan zijn, elk kind heeft zijn eigen talen- Pagina ten! 8 Als kinderen meer of minder presteren, denken wij niet direct aan versnellen of vertragen. We volgen de leerling in de groep en wij passen het werk, de instructie en de materialen die erbij gebruikt worden aan naar de mogelijkheden van het kind. In een enkel geval is versnellen of vertragen een optie. Mocht dit een overweging zijn, dan wordt de leerling besproken in het zorg- of ondersteuningsteam.


Ook vinden wij het van groot belang goed contact te hebben met u, de ouders. Graag horen we het direct als uw kind niet goed draait, misschien niet graag naar school gaat. Samen spreken we dan door wat er aan de hand is en, in samenwerking, komen we tot aanpassingen die tot verbetering op dit punt kunnen leiden.

3. De organisatie van ons onderwijs 3.1 Schoolorganisatorische aspecten In uw tijd had u waarschijnlijk te maken met één leerkracht. Tegenwoordig wordt binnen het onderwijs meer parttime gewerkt. Op De Bussel werken leerkrachten zowel parttime als fulltime. Daar waar twee leerkrachten in een groep werken, hebben specialismen ook meer kans. En… twee zien meer dan een. Daar hebben kinderen profijt van.

Klassensituatie 1

3.2 Het team De leiding van de school berust bij de directeur. Deze heeft de zorg voor het management van de school en is verantwoordelijk voor organisatie, beleid en resultaten. De groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor alle kinderen in de groep. Naast hun lesvoorbereidende en lesgevende taken vervullen zij nog andere werkzaamheden binnen de schoolorganisatie. Denkt u hierbij aan zitting nemen in GMR, MR of OR, het geven van ouderavonden, het voeren van oudergesprekken, het voeren van expertise gesprekken, het volgen van scholing en plaats nemen in werkgroepen. Naast groepsleerkrachten heeft De Bussel ook leerkrachten/personeelsleden met een specifieke taak zoals:  een vakleerkracht voor lichamelijke opvoeding (een keer per week)  een leerkracht H.V.O. (Humanistisch Vormingsonderwijs, een keer per week) Pagina  een conciërge (9,5 uur per week) 9  De managementondersteuner (9,5 uur per week) Teamleden schooljaar 2015-2016   

Groep 1/2 : Groep 3/4: Groep 4/5:

Carla Kolken (ma/di/wo/vr) en Astrid Blok (do) Karen Clausen (ma/di/wo) en Annemarie Otten (wo/do/vr) Regina van der Wal (ma/di/do/vr) en Astrid Blok (wo)


        

Groep 6/7: André van Klaveren Groep 7/8: Nick Hoogeveen IB-er: Inge Klaij (di/do) ICT: kernteam ICT Talent Hoorn Conciërge: Siep Balkaran Gymnastiek: Edwin Johannes HVO: Dick Troost Management. ondersteuner: Laila Kloostra Directeur: Francis Schruer

Deel van het team 1

3.3 De algemene inhoud van het onderwijsaanbod Op onze school wordt gewerkt met het zogenaamde GIP-model (Groeps- en Individueel Gericht Pedagogisch en Didactisch handelen van de leerkracht). Dit is een werkwijze waarbij de leerkracht volgens vast voorspelbare routines en structuur de lessen geeft. Hieronder staan de afspraken die de leerkrachten hanteren in de groepen: a.

Voorspelbaarheid van de onderwijssituatie



Algemene gedragsregels zijn bekend en worden toegepast



Eventuele correctie gebeurt op de regel en is veelal positief



Materialen hebben een vaste plaats



De kasten /materialen zijn goed bereikbaar voor de kinderen



De kinderen mogen zelf de materialen pakken en opruimen



De dagplanning is duidelijk voor de kinderen



Op het bord staat een dagtaak



Extra opdrachten worden duidelijk vermeld

Pagina 10


b.



De kinderen weten hoe, waar en wanneer het werk moet worden ingeleverd



De kinderen kennen het lesschema

Systematisch contact 

De leerkracht loopt een vaste ronde door de groep



De looproute is in de groepsmap opgenomen



De startronde verloopt vlot en inventariserend



Het aantal rondes is te zien en het verloop van de les is af te lezen



Tijdens de rondes geeft de leerkracht gerichte aandacht/feedback



In de hulprondes wordt aan de kinderen slechts korte hulp geboden



De kinderen stellen hun vraag als de leerkracht bij hen is



De kinderen kennen het gebruik van het rood-groene-vraagteken blokje



In de eindronde wordt kort individueel nabesproken: werk(houding)



In de groep wordt een gezamenlijke nabespreking gehouden (positief kritisch)

c. Onderscheid hulp en instructie 

In een ronde wordt korte hulp/feedback gegeven



Voor hulp die meer tijd vergt roept de leerkracht een leerling aan de instructietafel



Tijdens de ronde inventariseert de leerkracht welke leerlingen aan de instructietafel komen(zelfde dag/morgen)

d.

Werken met instructiegroepen



In de groep staat een instructietafel (niet de tafel van de leerkracht)



De leerkracht werkt met een individuele leerling/groepje aan deze tafel



Vanaf de plek aan de instructietafel kan de leerkracht de groep goed overzien



De leerkracht kan enige tijd aan deze tafel werken



De andere kinderen kunnen met de uitgestelde aandacht omgaan



Per dag wordt minimaal 1 x een instructiegroep (bijv. apart programma, instructie vooraf, nakijken) gepland

Pagina 11


e.

Plannen en reflecteren door de kinderen



De leerlingen plannen zelf hun taken tijdens het GIP-moment/dagtaak



De leerlingen vullen hun dagtaak in op een ‘agenda’/dagtaakformulier



De leerlingen noteren of het werk af is



De leerlingen kunnen aangeven hoe ze gewerkt hebben



De leerlingen kunnen zelf hun werk nakijken



In de groep wordt gewerkt met een weektaak

f.

Flexibiliteit



Er wordt afgeweken van de lesopbouw indien de situatie hierom vraagt



De verandering wordt met de leerlingen besproken

g. 

Aansluiting op de uitgangssituatie Het bekende wordt bij de leerlingen in herinnering gebracht

Met name bij lessen in de basisvaardigheden (taal, lezen, spellen en rekenen) wordt met dit model gewerkt. Sociaal-emotionele ontwikkeling De belangrijkste voorwaarde om tot leren te komen is, dat een kind zich prettig en veilig voelt in zijn omgeving. In alle groepen bespreken de kinderen met de leerkracht regels waarvan zij vinden dat deze voor iedereen belangrijk zijn. Die regels worden genoteerd en regelmatig centaal gesteld. We vinden het belangrijk te benadrukken wat goed gaat, wat fijn is! We leren de kinderen naar de positieve dingen te kijken. Zo staat er in de onderbouw elke week één kind in het zonnetje, ‘het zonnetje van de week’. De andere kinderen bedenken welke goede eigenschappen bij het kind horen. In de bovenbouw wordt met groepscomplimenten gewerkt en vervullen kinderen de mediator rol. Leerkrachten observeren en volgen twee keer per jaar elk kind m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling (het scol-programma), dit verloopt via vragenlijsten. De leerlingen uit de groepen 6 t/m 8 vullen zelf ook deze vragenlijst in. Directeur, interne begeleidster en de leerkracht bespreken de resultaten hiervan en nemen zo nodig maatregelen.

Pagina 12


Groep 1-2 Kinderen van 4 tot 6 jaar leren in spel. De groepen op De Bussel beschikken over veel materiaal waarvan, waardoor en waarmee spelend geleerd kan worden. Er wordt gepraat en geleerd binnen thema’s. Zo breiden de kinderen hun woordenschat uit en leren zij zich goed uit te drukken, van groot belang ter voorbereiding op het vervolg taal- en leesonderwijs. Door het gericht (beredeneerd, gestructureerd en planmatig) aanbieden van materialen binnen een zinvolle en betrokken context geven wij sturing aan de ontwikkeling van kinderen (we werken met de methode ‘Kleuterplein’ en werken deels mee binnen het IPC programma). Ieder kind wordt in zijn of haar ontwikkeling gevolgd door middel van observaties en toetsing en krijgt aanbod naar ontwikkeling.

Groep 1-2 stuurt post naar De Grote Reus 1

Basisvaardigheden (lezen, spellen, taal en rekenen) Op onze school starten de meeste kinderen in groep 3 met het aanvankelijk taal/leesonderwijs en het aanvankelijk rekenen. Kinderen verschillen in ontwikkeling, sommige kinderen bereiken het startniveau eerder en bij de overstap naar groep 3 volgt een inschaling op niveau. Bij het aanvankelijk lezen gebruiken wij de nieuwste versie van de methode ‘Veilig Leren Lezen’. Deze leesmethode heeft een uitgebreide voorraad oefen- en spelmateriaal. Ook ICT is in deze groep bij de taal/leesactiviteiten dagelijks in gebruik. Het voortgezet technisch lezen heeft onze speciale aandacht. We hanteren de principes van het Vernieuwen van het Niveaulezen (VNL). We hebben een goedgevulde kinderbibliotheek met prentenboeken, proza en poëzie, waar de kinderen dagelijks in lezen. In alle groepen wordt dagelijks voorgelezen en worden de gelezen boeken regelmatig besproken. Naast de stimulering van het leesplezier en de leesbeleving werken we met behulp van de leesmethode “Nieuwsbegrip’ aan begrijpend lezen, tekstbegrip en woordenschat. Aan beide onderdelen hechten wij belang met betrekking tot de voortgezette schoolloopbaan Pagina van kinderen. Als u aan de taallessen op uw basisschool terugdenkt, herinnert u zich 13 waarschijnlijk de invullesjes en dictees, het taalonderwijs was vooral gericht op het foutloos schrijven. Nog steeds is foutloos spellen van groot belang, alleen de leerwijze is anders. Naast de wekelijkse woordpakketten schenken we aandacht aan mondelinge uitdrukkingsvaardigheid, luisteren naar wat anderen zeggen en daarop goed antwoorden, formuleren. In de hogere leerjaren komt hier zinsontleding, woordbenoemen en spelling van de werkwoorden bij. Binnen onze moderne taalmethode ’Taalverhaal’ wordt gewerkt


met leerkrachtafhankelijke lessen, maar ook met lessen waarbij de leerlingen zelfstandig of in groepjes aan de slag gaan. Een speciale vaardigheid is het leren presenteren. Dit doen de kinderen door het gebruiken van verschillende presentatievormen. Ook het rekenen( d.m.v. de methode ‘Alles Telt’) verloopt anders dan vroeger. Hoofdrekenen, tafels leren, inhoud en oppervlakte uitrekenen, breuken….alles bestaat nog. Kinderen anno 2015 leren rekenen door te handelen, door middel van inzicht en het toepassen van strategieën. Ook vinden er ‘rekengesprekken’ plaats. Kinderen leren tabellen en grafieken te lezen en te maken. Onze methode leert de kinderen logisch te denken, hetgeen als voorbereiding op het vak wiskunde in het voortgezet onderwijs, belangrijk is. Engels: Engels wordt gegeven in de groepen 5 t/m 8. De kinderen leren de taal via ‘songs’en het voeren van gesprekjes. Zelfstandig werken Zelfstandig werken is zowel een middel om gedifferentieerd onderwijs te realiseren als doel op zichzelf dat leerlingen meer verantwoordelijkheid geeft over hun eigen leerproces en minder afhankelijk maakt van de leerkracht. De hulp van de leerkracht raakt op de achtergrond en de leerling vindt zelf oplossingen voor zijn problemen. De leerling moet een gevoel van competentie en autonomie krijgen. Wat verstaan we onder autonomie: dit is het hoogste en meest abstracte niveau van zelfstandigheid. Op dit niveau bepaalt iedere leerling uiteindelijk hoe hij zijn leven richting wil geven en welke beslissingen hij daarbij neemt. Het betekent dat de autonome leerling rekening houdt met zijn omgeving (vrijheid in gebondenheid). We starten in groep 1 vanuit zelfredzaamheid. Daarna leren onze leerlingen omgaan met uitgestelde aandacht. Een leerkracht is niet altijd beschikbaar. Vervolgens investeren wij in zelfstandig verwerken, dan volgt de fase van zelfstandig werken, zelfstandigheid en tenslotte streven wij naar autonomie (groep 8). Wereldoriënterende en creatieve vakken: IPC! Wat is het IPC? Great Learning, Great Teaching, Great Fun! De Bussel start dit jaar met het IPC programma. Het International Primary Curriculum is een integraal, thematisch en creatief curriculum voor kinderen van 4-12 jaar gericht op de creatieve en zaakvakken. Het is onderlegd met een duidelijk leerproces met specifieke leerdoelen voor elk vak en speelt tevens in op een steeds kleiner wordende wereld door doelen voor burgerschap te definieren. Het IPC is samengesteld met het oog op zowel hoge verwachtingen op het gebied van leren te hebben als ook om leerkrachten te helpen de lessen zo boeiend, actief en zinvol mogelijk voor de kinderen te maken. Het IPC curriculum geeft ook een internationaal perspectief; het helpt de kinderen verbanden te leggen tussen het geleerde en hoe dit toegepast kan worden in eigen land en kijkt tevens naar het perspectief van mensen in andere landen of mensen met een andere blik op de wereld dan henzelf. Het IPC wordt dan ook op scholen in meer dan 80 landen gebruikt! De leerdoelen vormen de basis waarop het International Primary Curriculum is samenge- Pagina 14 steld.


De leerdoelen stellen vast wat de kinderen moeten weten, wat ze moeten kunnen en moeten begrijpen. Duidelijk opgestelde leerdoelen helpen bij het lesgeven en leren alsmede bij de toetsing en evaluatie. Wij zijn van mening dat de IPC Leerdoelen minstens net zo goed of beter zijn dan die van andere lesprogramma’s over de hele wereld. De vakinhoudelijke doelen De vakinhoudelijke doelen hebben betrekking op de kennis (de feiten en informatie die leerlingen te weten komen), de vaardigheden (de praktische bekwaamheden waarover leerlingen dienen te beschikken) en het begrip (het diepere bewustzijn over belangrijke begrippen die zich in de loop der tijd ontwikkelen). Er zijn vakinhoudelijke doelen voor taalvaardigheid, rekenen en wiskunde, natuur en techniek, ICT, ontwerptechnologie, geschiedenis, aardrijkskunde, muziek, lichamelijke opvoeding, kunstzinnige vorming en mens en samenleving. De persoonlijke doelen De persoonlijke doelen hebben betrekking op de individuele kwaliteiten en karaktertrekken die voor leerlingen in de 21e eeuw van belang zijn. De persoonlijke doelen helpen die kwaliteiten te ontwikkelen, zodat leerlingen in staat zijn om met verandering in hun leven om te gaan. Er zijn persoonlijke doelen voor: onderzoek, aanpassingsvermogen, veerkracht, communicatie, moraliteit, samenwerking, respect en zorgzaamheid. Als voorbeeld van een aantal leerdoelen voor aanpassingsvermogen leren de leerlingen in het IPC het volgende:    

in staat te zijn met onbekende situaties om te gaan in staat te zijn de denkbeelden, culturen en tradities van anderen te overwegen en te respecteren in staat te zijn nieuwe rollen, ideeën en strategieën voor te stellen en  te onderzoeken In staat zijn om taken met zelfvertrouwen te benaderen De internationale doelen Het International Primary Curriculum is uniek omdat het leerdoelen definieert die leerlingen helpen om te werken aan een zich steeds verder ontwikkelend nationaal en internationaal perspectief.

Pagina 15


De wijze waarop IPC dit vorm geeft is gebaseerd op de volgende punten:     

Kennis en begrip hebben van de eigen nationale cultuur. Internationaal bestaat uit zowel “inter” als “nationaal”. Kennis en begrip hebben van de onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid van mensen. Kennis en begrip hebben van de onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid van landen Kennis en begrip hebben van de essentiële overeenkomsten tussen de mensen en landen van de wereld Beschikken over een zich ontwikkelend vermogen om zich op zijn of haar gemak te voelen bij mensen die anders zijn dan zijzelf Kennis, vaardigheden en begrip Alle IPC leerdoelen omvatten de ontwikkeling van kennis, vaardigheden en begrip: alle drie van essentieel belang. Omdat het leren van kennis, vaardigheden en begrip anders is, zal ook het aanleren ervan moeten verschillen. De leertaken in elke IPC unit geven aanwijzingen voor de leerkrachten om de leerlingen bij de verdere ontwikkeling van hun kennis, vaardigheden en begrip te helpen. Het IPC leerproces Elke IPC unit bevat een duidelijk leerproces met een gestructureerde benadering die de leerlingen een zo stimulerend en rigoureus mogelijke leerervaring biedt.

Het IPC bestaat uit een uiterst effectieve opzet om te leren met veel verschillende uitdagende activiteiten in elke unit. Deze activiteiten zijn heel flexibel zodat wij ze aan onze school en leerlingen kunnen aanpassen. Het IPC biedt de structuur en het startpunt voor het leren en dat is voor ons ontzettend nuttig gebleken. Bewegingsonderwijs Pagina De groepen 1 en 2 hebben iedere dag bewegingsonderwijs, zowel binnen als buiten. De 16 groepen 3 t/m 8 gymmen tweemaal per week in de gymzaal aan de Plantage. De toestellenles wordt gegeven door de vakleerkracht gymnastiek, de spelles, in overleg met de vakleerkracht, door de groepsleerkracht zelf.


ICT Alle leerlingen werken met een computer, laptop of chromebook (google chrome accounts) aan de vakken taal, spellen en rekenen via de software pakketten van de methoden. Ook het vak topografie wordt deels digitaal aangeboden. Daarnaast vraagt het werken met IPC om het gebruik van devices (smartphones, ipads). We leren de kinderen de gevaren van het world wide web kennen en werken hierom met een ICT protocol. In alle groepen werken de leerkrachten en leerlingen met een digitaal schoolbord.

Humanistisch Vormingsonderwijs (HVO) HVO wordt in de groepen 7 en 8 als keuzevak gegeven door een vakleerkracht. H.V.O is levensbeschouwelijk onderwijs dat leerlingen stimuleert om kritisch en creatief na te denken over waarden en normen. H.V.O. maakt kinderen ervan bewust dat zij zelf medebepalend zijn voor de vorm en inhoud van hun leven. Eén lesuur in de week wisselen zij ervaringen uit over wat hen bezighoudt en zaken uit de maatschappij. Denkt u hierbij aan vriendschap/verliefdheden, arm/rijk, eerlijkheid, leven en dood, gevoelens (o.a. pesten) en verslaving (alcohol en drugs). Als ouder geeft u toestemming voor deelname van uw kind aan de lessen HVO. Tutorlezen Een van de leesvormen is het tutorlezen. Tutorlezen is een vorm, waarbij kinderen samenwerken. Kindren uit de bovenbouw lezen samen met kinderen uit de onderbouw. De leerlingen uit de bovenbouw krijgen verantwoordelijkheid en hebben een gedegen ‘opleiding’ genoten om de jongere kinderen te begeleiden bij het lezen. Het doel van dit tutorlezen is dat kinderen beter gaan lezen door vroegtijdig belangstelling voor lezen op te wekken, hun woordenschat te vergroten en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen te laten groeien. Kinderen uit groep 8 (de tutoren) gaan een prentenboek voorlezen aan een kleuter. De leerlingen die tutor zijn geworden hebben zelf soms moeite gehad met lezen of hebben dit nog. De kleuter die wordt voorgelezen is een kind dat het voor de taalontwikkeling nodig heeft. De bedoeling is dat de tutor beter gaat lezen (dat ervaren wij ook) en dat de kleuter zijn woordenschat vergroot. Ook kan het zijn dat een leerling als tutor wordt ge- Pagina vraagd die sociaal of emotioneel nog niet zo sterk is. Bijvoorbeeld onzekere, verlegen of 17 teruggetrokken kinderen. De onzekere kinderen worden zekerder en gaan zich verantwoordelijk voelen voor het jongere kind dat ze helpen. Er wordt een beroep gedaan op hun sociale vaardigheden. Alleen die kinderen worden tutor die daar zelf profijt van hebben en ook zelf willen. Er worden strikte afspraken gemaakt met de tutoren. Het voorlezen en lezen verloopt vol-


gens een duidelijk patroon. We houden goed in de gaten of de tutor zich aan de afgesproken regels houdt en of ons doel bereikt wordt. 3.4 Het onderwijsprogramma Het onderwijsprogramma op de Bussel omvat de vakken rekenen, taal, lezen, spellen, schrijven, verkeer, Engels, topografie, de wereldoriënterende en creatieve vakken (IPC), lichamelijke opvoeding, sociaal-emotionele vorming. Deze vakken worden over de week verdeeld. De hoeveelheid uren die aan de vakken besteed worden, verschilt per schooljaar en per jaargroep. U kunt er vanuit gaan dat alle vakken in voldoende mate aan bod komen, zoals de inspectie van ons verwacht. Vakgebieden:

1/2

3

4

5

6

7

8

Lichamelijke oefening

5

1,5

1,5

1,5

1,5

1,5

1,5

Topografie thema

-

-

-

0,5

0,5

0,75

1,5

Schrijven

-

1,5

1,25

1

0,5

0,5

0,25

Nederlandse Taal

5,75

2,00

5,75

5,75

5,5

5,75

5

Lezen

-

10,25

6

5, 25

5

5

4,50

Engels

-

-

-

0,5

0,5

0,5

0,75

Rekenen en Wiskunde

3

5

5

5

5,50

5,50

5

IPC

8,5

3,75

4,0

4,0

4,5

4,5

4,50

Verkeersonderwijs

0,5

0,5

1

1

1

0,75

0,75

0,75

0,75

in

IPC

en

Humanistische Vorming Sociaal-emotionele vorming

2,75

1,00

1, 50

1

1

1

1

Totaal

25,5

25,5

25,5

25,5

25,5

25,5

25,5

3.5 Bijzondere activiteiten voor leerlingen tijdens schooltijd Op De Bussel werken we met het IPC programma aan thema’s. Daarnaast komt ook jaarlijks aan bod:  de Kinderboekenweek  het Sint Maarten feest(vnl. in de onderbouw)  het Sinterklaasfeest  het kerstfeest  een sportdag  het schoolkamp Pagina  een eindejaars activiteit 18  musical / afscheidsavond groep 8 Daarnaast wordt regelmatig op excursie gegaan (zoals naar musea, het MAK Blokweer, het streekbos) en zijn er gastdocenten in de klassen.


De schoolreis: Jaarlijkse traditie op de Bussel is de meerdaagse schoolreis. In het schooljaar 2015-2016 gaan we via een nieuwe ‘traditie’ op kamp. Op het moment van schrijven van deze gids was dit format nog niet bekend. Later dit jaar zal het onderwerp ‘schoolkamp’ worden toegevoegd aan de informatie op onze website en met de ouders worden gedeeld.

3.6 Bijzondere activiteiten voor leerlingen buiten schooltijd Op diverse dagen in het jaar kunnen kinderen aan sportactiviteiten meedoen die buiten schooltijd plaatsvinden. Deze activiteiten worden voor onze school georganiseerd door het sport-opbouwwerk van de gemeente Hoorn, door organisaties of door sportverenigingen. Er is altijd iemand van de school die de activiteit coördineert en aanwezig is tijdens de activiteit. De kinderen kunnen hier vrijwillig en gratis aan deelnemen. De volgende activiteiten worden jaarlijks georganiseerd:         

De scholierenveldloop; (Uni) hockeytoernooi; Handbaltoernooi; Schaaktoernooi; Unicefloop De avondvierdaagse; Het schoolvoetbaltoernooi; Basketbaltoernooi; Activiteiten ontwikkeld door de bewegingsmanager van de gemeente (gymleerkracht)

De data worden vermeld in de jaarkalender, de nieuwsbrief aan de ouders en op de website van de school. We bieden in principe alle toernooien aan die georganiseerd worden. Deze gaan echter Pagina alleen door bij voldoende animo. Voor bovengenoemde toernooien zijn meestal genoeg 19 liefhebbers.


3.7 Speciale voorzieningen in het gebouw Onze school heeft 7 permanente lokalen, een speellokaal en een gemeenschapsruimte/hal, een personeelskamer, een IB kamer en een directiekamer. In een van de voormalige leslokalen is de Buitenschoolse Opvang (BSO) van Stichting Kinderopvang Hoorn (SKH) gevestigd. De hallen worden voor meerdere doeleinden gebruikt, er wordt zelfstandig en/of met groepjes gewerkt, er vinden deelinstructies plaats en er wordt gewerkt aan IPC. Er staan ook een aantal computers opgesteld waaraan kinderen kunnen werken. Rondom het gebouw is een ruime speelplaats met speeltoestellen, een voetbalveld en openbaar groen. Bij mooi weer vinden de gymlessen buiten plaats.

4. De zorg voor leerlingen op De Bussel 4.1 De zorg en interne begeleiding De leerkracht van het kind is verantwoordelijk voor het onderwijsleerproces en de aanpak zoals is beschreven in onderwijsplannen, groepsplannen en individuele handelingsplannen. Op De Bussel is een interne begeleidster (IB-er) werkzaam. Interne begeleiding is een systeem waarbij een gespecialiseerde leerkracht zorg draagt voor de coördinatie van activiteiten die gericht zijn op het signaleren, analyseren en oplossen van onderwijsleerproblemen en/of gedragsproblemen. De interne begeleidster houdt een vinger aan de pols en verleent ondersteuning bij de Pagina 20 volgende activiteiten:    

het werken met het leerlingvolgsysteem het werken met groepsplannen het doen van leerling besprekingen en eventuele externe hulpverlening eventuele vertraging/versnelling van een leerling en overdracht


 

begeleiding van (nieuwe) leerkrachten het voeren van een zorgteam

4.2 Het volgen van de ontwikkelingen van leerlingen Door observatie, het nakijken van het dagelijkse werk, het toetsen van kinderen middels methode -afhankelijke en onafhankelijke- toetsen en het verzamelen van aantekeningen over de resultaten, volgen wij de ontwikkeling van elk kind. De leerkracht kijkt het dagelijks werk van de kinderen na en voorziet het soms van commentaar. Vooral in de onderbouw wordt gemaakt werk vaak direct mee naar huis gegeven of verzameld in een map. Later worden de opdrachten veelal in schriften gemaakt. Voorafgaand aan de rapportageavond kunt u deze inzien. Natuurlijk bent u voor het inzien van de schriften of met het stellen van vragen over het functioneren van uw kind niet gebonden aan de rapportavond. U kunt hiervoor altijd even een afspraak maken met de leerkracht. Op vaste tijden worden methode onafhankelijke toetsen afgenomen, de zogenaamde CITO toetsen. De uitslagen van deze toetsen, waarbij een vergelijking met het landelijk gemiddelde mogelijk is, geven objectieve gegevens over de leerprestaties van de kinderen. De uitslagen zijn van directe betekenis voor het werk/de instructie die wordt aangeboden. De resultaten op deze toetsen worden in de computer opgeslagen. De verrichtingen van ieder kind en de groep kunnen zo op lange termijn worden gevolgd. We noemen dit het leerlingvolgsysteem(LVS). Naar aanleiding van de leerlingresultaten houdt de interne begeleider met de leerkrachten van de groepen gesprekken over de groep en de individuele leerlingen. De uitkomsten van deze gesprekken en de toetsen worden gebruikt om ons onderwijs te evalueren en, indien nodig, bij te stellen. Voor de vakken spelling, lezen en rekenen worden groepsplannen gemaakt. Hierin staat exact aangegeven wat de te behalen doelen zijn voor welke leerling, en hoe dit gerealiseerd gaat worden. Ouders krijgen elke rapportavond inzage in de resultaten. De resultaten op de halfjaarlijkse toetsen staan ook in het rapport. Wij informeren u graag over de vorderingen van uw kind. De groepsleerkracht houdt de resultaten van het werk en de toetsgegevens van het lopende jaar bij. Rapportage Tweemaal per jaar wordt een rapport uitgebracht over de vorderingen, namelijk in februari en juni. De leerkracht bespreekt dit verslag met u op de rapportageavond. Daarnaast wordt u in november uitgenodigd om de vorderingen van uw kind te bespreken. Voor tussentijdse informatie of wanneer er zich een probleem voordoet, kunt u altijd een afspraak maken. 4.3 Groeps- en leerlingbesprekingen De toetsen worden afgenomen aan de hand van een toetskalender. Om de toetskalender heen vinden diverse besprekingen plaats:

Pagina 21


Groepsbesprekingen Drie maal per jaar heeft de intern begeleider een gesprek met de leerkracht over de groep. Hier worden de vorderingen en specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen, en het onderwijsaanbod besproken. Klein zorgteam Mocht het zo zijn dat de IB-er van mening is dat er nog meer specifiek naar het kind moet worden gekeken of dat er breder overleg moet worden gevoerd, dan wordt het kind besproken in het klein zorgteam. Dit gesprek wordt gehouden met IB-er, groepsleerkracht en eventueel andere leerkrachten en de directeur. Per jaar zijn er zes momenten waarop deze besprekingen plaatsvinden. Ondersteuningsteam Bij deze gesprekken is de groepsleerkracht van het kind, de interne begeleider, de directeur, een psycholoog/orthopedagoog. Bovendien is het mogelijk om de hulp in te roepen van andere externe deskundigen. Per jaar zijn er zes momenten dat deze besprekingen plaatsvinden. Voor de ouders blijft de leerkracht van het kind altijd het eerste aanspreekpunt. Als er zorgen zijn om een kind, kan de IB-er betrokken worden bij de gesprekken met de ouders. De IB-er heeft de coördinatie over alle interne hulp aan kinderen en is contactpersoon voor alle externe hulpverleningsinstanties. Als zorg om uw kind besproken wordt in het ondersteuningsteam wordt u daar door de leerkracht altijd eerst van op de hoogte gesteld en geeft u hier vooraf schriftelijk toestemming voor. 4.4 De speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften In enkele gevallen kan door alle betrokkenen de beslissing worden genomen dat plaatsing op een andere basisschool beter is. Op dat moment wordt er een extra deskundige, de trajectbegeleider, ingeschakeld. Zij gaat in overleg met alle betrokkenen en adviseert welke route het meest passend is voor de leerling. Dit kan zijn extra ondersteuning in de vorm van een arrangement, plaatsing op een andere basisschool of diepteondersteuning in de vorm van een lesplaats in het Speciaal Basis Onderwijs (SBO). Wanneer diepteondersteuning wenselijk is, volgt een aanmelding bij de commissie toelating speciale onderwijsvoorzieningen (diepteondersteuning). Alle scholen, dus de basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs maken deel uit van een samenwerkingsverband. 4.5 Passend Onderwijs Samenwerkingsverband ‘ De Westfriese Knoop’ - Passend onderwijs Op 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs ingegaan. Het doel van de wetswijziging is om ieder kind onderwijs te bieden dat hem of haar zo goed mogelijk helpt ontwik- Pagina 22 kelen, zo dicht mogelijk bij huis. Dit noemen we thuisnabij. Zorgplicht Sinds de wetswijziging in augustus 2014 hebben alle scholen zorgplicht: een school moet al haar leerlingen een passend onderwijsaanbod bieden. Zorgplicht betekent ook dat de school waar een kind wordt aangemeld de best passende onderwijsplek voor dit kind


moet vinden als zij die zelf niet kan bieden. Dit gaat in overleg met de ouders. De school bekijkt de onderwijsbehoeftes en mogelijkheden van het kind, maar ook de bredere situatie rondom het kind en het gezin. U vindt de aanmeldingsprocedure op de website van De Westfriese Knoop onder het kopje “ouders en leerlingen”. Meer samenwerking Om passend en thuisnabij onderwijs mogelijk te maken werken scholen intensiever samen. Alle scholen voor primair onderwijs in de regio West Friesland, inclusief het speciaal (basis)onderwijs, zijn verenigd in samenwerkingsverband De Westfriese Knoop. Dit samenwerkingsverband ondersteunt de scholen bij het aanbieden van passend en thuisnabij onderwijs. Knooppunten De scholen die bij elkaar in de omgeving staan bundelen hun krachten in een knooppunt. Binnen het knooppunt ontwikkelen scholen samen arrangementen voor ondersteuning en delen expertise. Ondersteuning De scholen in het samenwerkingsverband hebben afgesproken hoe zij ondersteuning aanbieden. Ouders spelen hierin een belangrijke rol. Het afgesproken stappenplan staat in het ondersteuningsplan (blz. 26 en 27) op de website van De Westfriese Knoop. De trajectbegeleider Soms heeft een leerling meer of andere ondersteuning nodig dan de eigen school kan bieden. Dan schakelt de school een trajectbegeleider in om het best passende aanbod te vinden op een andere school binnen het knooppunt. De best passende plek kan ook binnen het speciaal (basis)onderwijs zijn. De trajectbegeleider coördineert een eventuele plaatsing. De ouders als partner De ouders van een leerling worden bij elke stap in de keuzes voor het passend onderwijs van hun kind betrokken. Zo ontstaat een compleet beeld van de mogelijkheden en behoeftes van de leerling. In het belang van hun kind zijn ouders verplicht om alle relevante informatie te delen. Vragen en informatie Heeft u vragen of wilt u meer informatie over passend onderwijs voor uw kind? Op de website van samenwerkingsverband De Westfriese Knoop vindt u informatie, links en het volledige ondersteuningsplan: www.dewestfrieseknoop.nl. 4.6 Aanmelden, uitschrijven, overgang naar volgende groep en verlengen Instroom Het aanmelden van nieuwe leerlingen kan alleen na overleg met de directeur middels een Pagina aanmeldings- en inschrijfformulier. Dit formulier dient door de ouder(s)/verzorger(s) in- 23 gevuld en ondertekend te worden. U tekent hier tevens voor het accepteren van de schoolnormen en waarden en omgang. De directie bepaalt in welk leerjaar, in welke groep een leerling wordt geplaatst. Dit om evenwichtige groepen op gebied van ontwikkeling, leeftijd en geslacht te vormen.


Leerlingen die vier jaar worden Leerlingen worden normaliter de dag nadat zij vier jaar zijn geworden op school verwacht. Op afspraak is er de optie voor toekomstige leerlingen om 10 dagdelen mee te draaien op school. Na een definitieve aanmelding, kunnen ouders hiervoor met de groepsleerkracht van groep 1 telefonisch een afspraak maken. Ongeveer acht weken voordat uw kind vier jaar wordt, ontvangt u een kaartje met de uitnodiging om te bellen. Leerlingen die van een andere school komen Als er een leerling van een andere school overkomt, is er na het eerste contact tussen de ouders en de directie een overleg tussen de directies of interne begeleid(st)ers van beide scholen voordat de leerling ingeschreven kan worden. De directeur zal, in goed overleg, besluiten of de betreffende leerling wordt aangenomen. Van de leerling die van school verandert, worden een onderwijskundig rapport en uitschrijfformulier van de vorige school verlangd voordat over wordt gegaan tot definitieve plaatsing. Dit om een goede overdracht en onderwijsinhoudelijke aansluiting voor de leerling te bewerkstelligen. Plaatsing geschiedt bij voorkeur na een vakantie of aan het begin van een schooljaar, tenzij het een verhuizing betreft. De directeur kan in overleg met ouders te allen tijde een advies van de Onderwijs Begeleidingsdienst vragen ten aanzien van het niveau van de leerling. Ook kan de aangemelde leerling getoetst worden door de interne begeleider die verbonden is aan onze school teneinde een goed beeld te verkrijgen van de gemaakte vorderingen. Uitstroom Het uitschrijven van leerlingen dient schriftelijk te gebeuren middels een uitschrijfformulier. Elke vertrekkende leerling krijgt voor de vervolgschool een onderwijskundig rapport mee, naast het reguliere rapport. De leerlingadministratie zorgt voor een uitschrijfformulier. Dit formulier wordt gestuurd naar de ontvangende school. Het onderwijskundig rapport wordt opgemaakt door de leerkracht. Het rapport dient voor gezien te worden ondertekend door de ouders. Het heeft tot doel de ontvangende school zo goed mogelijk te informeren over de gevolgde methoden, de leerinhoud en de vorderingen in deze, om de overgang voor de leerling zo soepel mogelijk te laten verlopen. Overgang naar de volgende groep Voor de overgang naar de volgende groep hanteren wij de volgende uitgangspunten:  Een leerling zit gemiddeld genomen acht jaar op de basisschool  Een leerling doorloopt/volgt een ononderbroken ontwikkelingslijn  Een leerling functioneert in een klas waar het op zoveel mogelijk terreinen in thuis hoort en begeleid kan worden In alle gevallen waarbij afgeweken wordt van de uitgangspunten dat een kind in acht jaar Pagina de basisschool doorloopt, dient de communicatie met de ouders helder en open te zijn. Er 24 kan pas na een weloverwogen afweging een beslissing genomen worden. Dat houdt in dat de beslissing is besproken met de ouders en de leden van het ondersteuningsteam. De directeur is de eindverantwoordelijke in de beslissing.


Overgang groep 2 naar groep 3 Voor de overgang van groep 2 naar groep 3 geldt dat kinderen zo veel mogelijk na ongeveer twee jaar onderwijs naar groep 3 gaan. Echter, groep 3 is de groep waarin kinderen de vakken rekenen, lezen en schrijven krijgen aangeboden. Er wordt een bepaalde werkhouding en vaardigheid hiervoor van hen verwacht, bij de overgang wordt goed naar deze leervoorwaarden gekeken. Ouders worden vroegtijdig op de hoogte gehouden van eventuele belemmeringen om verder te gaan naar groep 3. Voor de overgang van groep 2 naar groep 3 is het ‘Protocol verlenging groep 2’ opgesteld. Doel van het protocol is om de besluitvorming over verlenging aan het einde van de kleuterbouw eenduidig, transparant, systematisch en adequaat te laten plaatsvinden. Het protocol beschrijft de wijze waarop wordt besloten tot verlenging van groep 2. Overgang groep 3 naar 4 en verder Hierbij geldt in toenemende mate dat de leerling een ononderbroken ontwikkelingslijn doorloopt. Een kind vertraagt in principe niet tenzij:  het kind wordt belemmerd in zijn/haar ontwikkeling doordat het onderwijspakket niet aansluit bij de behoeften van het kind en dat praktisch gezien ook onvoldoende kan worden aangepast.  het kind gebaat is bij een herhaling van de leerstof/verbreding van de basis omdat de leerling leerstof gemist heeft. Leidend is hierbij de vraag: wat voegt een vertraging toe? 4.7 De overgang naar het Voortgezet Onderwijs Meestal gaan de kinderen na acht jaar basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. In die acht jaar is een stevige basis gelegd voor een goede aansluiting op het vervolgtraject binnen het voortgezet onderwijs. Om te bepalen welke vorm van onderwijs voor elk kind het meest geschikt is, worden er verschillende toetsen afgenomen. Op De Bussel toetsen we de niveaus van kinderen met het CITO toetssysteem en de CITO eindtoets. Daarnaast starten we in het schooljaar 2015-2016 met het afnemen van de NSCCT – toets. Reden hiervoor is dat met ingang van komend schooljaar er andere afspraken en eisen gelden voor de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs. Dit is het gevolg van wetswijzigingen en afspraken in het samenwerkingsverband. Binnen Talent is er voor gekozen de Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test (NSCCT) af te nemen.Deze test screent de capaciteiten van leerlingen en vergelijkt ze met de inschatting hiervan door de leerkracht. Met capaciteitsmetingen in latere leerjaren worden de capaciteiten steeds meer valide gemeten. Door de intelligentiescore af te zetten tegen de prestaties van de leerlingen kan worden nagegaan in hoeverre de aanpak van de leerkracht en de school heeft gewerkt. De school kan daarmee de kwaliteit of additionele waarde van hun onderwijs evalueren en op tijd bepalen waar extra aandacht aan moet worden besteed. De NSCCT wordt op de school afgenomen door de intern begeleider. De verwerking van de resultaten wordt extern door Testservice Onderwijs Groningen gedaan (de antwoordbladen worden opgestuurd). De resultaten ontvangen we digitaal. Vervolgens worden de resultaten in de groepsbespreking besproken. Het leervermogen van elk kind kan zo op een betrouwbare en efficiënte manier worden gemeten. Presteert een kind naar vermogen? Werkhouding en interesse Pagina zijn eveneens belangrijk voor het slagen in het voortgezet onderwijs, zo niet belangrijker. 25 In februari wordt het definitieve advies vastgesteld. Na dit advies melden de ouders hun kind(eren) aan bij de nieuwe school voor voortgezet onderwijs. Alle belangrijke informatie over leerlingen wordt d.m.v. het POVO-formulier, aan het voortgezet onderwijs doorgegeven. Met de scholen van voortgezet onderwijs bestaat een goed contact. Jaarlijks informeren zij ons over onze oud leerlingen. Er vindt mondelinge toelichting plaats of een


schriftelijk verslag. Hieruit is voor ons ook af te leiden of onze advisering al dan niet juist is geweest. In april volgt dan nog de CITO eindtoets. 4.8 Toelating en verwijdering Bij toelating en verwijdering gaan wij uit van het Katern Juridische Zaken nummer 8, Toelating en Verwijdering Primair Onderwijs, van de VOS ABB. Dit katern is op ieder school aanwezig en te vinden op de volgende website; www.vosabb.nl. De procedure die de VOS ABB heeft voorgeschreven inzake toelating, weigering en verwijdering wordt voor alle leerlingen gehanteerd. Voor de leerlingen met een arrangement is een apart protocol opgesteld.

5. De ontwikkeling van het onderwijs op de Bussel Als een organisatie zich gaat vernieuwen moeten er keuzes gemaakt worden. Het belang van de leerling zal, bij het maken van die keuzes, steeds het uitgangspunt zijn. Wij laten de veranderingen planmatig plaatsvinden. Het proces van verandering bestaat uit de stadia voorbereiding, uitvoering, evaluatie en bijstelling. Deze stadia beginnen na de bijstelling weer van voor af aan (voorbereiding, uitvoering, evaluatie en bijstelling). Al gerealiseerde vernieuwingen worden op deze wijze goed ‘geborgd’. Lesmethoden veranderen in de loop der jaren, dus evalueren we jaarlijks of de huidige methodes nog voldoen. Ook de manier van lesgeven wordt jaarlijks tegen het licht gehouden en als het nodig mocht zijn, wordt deze aangepast. 5.1 Terugblik 2014-2015

In het schooljaar 2014-2015 zijn de volgende onderwijsinhoudelijke zaken gerealiseerd: Plusbeleid: er is in elke groep differentiatie op reken, taal en leesgebied. Passend onderwijs is in werking gezet en naar behoren uitgevoerd. Er is een ouder enquête afgenomen en de opbrengst is opgenomen in het beleid. Met het technisch lezen zijn goede resultaten behaald. Trendanalyses zijn gemaakt en besproken met de ouders . Er ontstaat in hoge mate een professionele cultuur binnen het team. Overdracht van leerling gegevens is goed georganiseerd. Het beredeneerd aanbod in groep 1/2 is kwalitatief goed Er is zicht op het werken met de methodiek ‘Vreedzame school’.

Pagina 26


Er is een formatieplan 15-16 in goed overleg gerealiseerd. Er worden systematisch groepsbezoeken gedaan. Het schoolgebouw is intern deels verbouwd waardoor de school een uitstraling heeft die passend is bij het onderwijs anno 2015. Er zijn plannen gemaakt voor het speelplein. De schoolgids, het jaarplan 14-15 is geëvalueerd en het jaarplan 15-16 geschreven, het meerjarenplan 15-19 is geschreven De jaarplanner 14-15 voor ouders is in september 2014 gerealiseerd. De communicatie met de ouders is verstevigd Het ‘handboek De Bussel’ is geschreven. De ouders zijn geïnformeerd met betrekking tot de nieuwe CITO normering. Op ICT gebied is aanschaf gedaan van 30 chromebooks, is er schoolbreed wifi aangelegd. Registraties in ESIS zijn geoptimaliseerd. De Bussel heeft dit schooljaar met de ouders en kinderen plannen gemaakt om het onderwijs te optimaliseren. Denk hierbij aan het aanbod voor meerbegaafde kinderen, het creatieve aanbod, het werken met projecten of thema’s. Ook zijn er plannen gemaakt met betrekking tot de inrichting van het schoolplein. De opbrengsten van de kinderen van De Bussel zijn goed. Aan de ouders is via een trendanalyse avond dit gecommuniceerd. De communicatie tussen de school en de ouders is verbeterd. De MR en OR hebben gewerkt aan hun samenwerking voor de school en trekken gezamenlijk op. Beide raden hebben grote inzet getoond voor de school dit jaar. Er is een peiling afgenomen met betrekking tot de meerdaagse schoolreis waarvoor momenteel een nieuwe traditie wordt gevormd. Er zijn prachtige sportshirts gekomen vanuit de OR. De OR heeft een geldbedrag gegenereerd voor de school via de RABO sponsorfietstocht. Het team heeft zich meer geprofessionaliseerd in het werken met elkaar en de ouders worden meer betrokken bij het onderwijsproces van hun kind en de school in het algemeen. De school is gemoderniseerd: het uiterlijk en de huisstijl, de ICT voorwaarden. Er is een grotere instroom in groep 1 te zien 5.2 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in 2015-2016 De Bussel scoort goed op zijn onderwijskwaliteit en de leerling-resultaten. In het jaarplan 2-15-2016 staan de volgende zaken gepland: 1. Leerstofaanbod:  Een leerlijn meer- en hoogbegaafden opzetten;  Implementatie van het onderwijsprogramma IPC; 2. Didactisch handelen  Actieve leer- en werkhouding van de kinderen bevorderen;  Het verbeteren van de basisvaardigheden van rekenen;  Het zelfstandig werken van de leerlingen intensiveren (autonomie)

Pagina 27


3. Pedagogisch handelen  Programma Vreedzame school intensiveren;  De leerkrachten hebben zicht op het gedrag van het kind (SCOL intensiveren) 4. Zorg en begeleiding  Goed kunnen (blijven) werken met de groepsplannen; 5. Kwaliteitszorg  Systeem van kwaliteitszorg (WMK) uitvoeren in de school;  De Bussel is een organisatie bestaande uit lerende professionals: men geeft elkaar ruimte, men neemt ruimte, houdt de regie, neemt eigenaarschap en werkt samen 6. Ouders  De opbrengsten van de CITO-toetsen delen in trendanalyses;  Onderzoek doen met betrekking tot de schooltijden;  Nieuwe vorm van het schoolkamp realiseren  De opzet van digitale schoolrapporten; 7. Schoolcultuur  Positieve inzet en samenwerking binnen het team vasthouden en combineren met een meer zakelijke werkcultuur; 8. School en bestuur  Invoeren van een gezamenlijk opgesteld meerjarenplan 2015-2019 Het team op de Bussel schoolt zich regelmatig om bovenstaande te bereiken. 5.3 De bekwaamheden van het personeel Talent streeft naar het professionaliseren van de organisatie, waarbij het nemen van eigen initiatief en verantwoordelijkheid maar ook het afleggen van rekenschap over behaalde prestaties de gewoonste zaak van de wereld zijn. De missie van Talent is: Werken aan morgen! We geven goed onderwijs, dit betekent voor ons: begeleiden van leerlingen in het samen werken, samen leven en samen leren. Hierbij leren we kinderen om leiderschap te tonen, te ondernemen door middel van ruimte geven en hen te laten nemen en de samenwerking te zoeken. Dit zijn belangrijke aspecten om na de basisschool zelfstandig en verantwoordelijk verder te kunnen. Om hier een goede invulling aan te geven leggen we de komende jaren de focus op vijf speerpunten. De speerpunten gelden van leerling tot bestuurder: 1. Taal, rekenen en lezen blijft de basis. De basiskwaliteit van een school is op orde. 2. Hoogwaardige inzet van ICT op alle vlakken is één van de voorwaarden voor goed onderwijs. 3. Ruimte geven en ruimte nemen om de gestelde doelen te realiseren op de manier Pagina 28 die past bij de persoon zodat er eigenaarschap en regie is. 4. Leiderschap. Het nemen van initiatief en verantwoordelijkheid 5. Samenwerken. Delen is vermenigvuldigen.


Visie 1. Bij Talent zijn de 21e eeuw vaardigheden (zie bijlage 1) leidend voor al het handelen. 2. Het handelen volgens de 21e eeuw vaardigheden is terug te zien in alle lagen van de organisatie: leerlingen, personeel en bestuur.

Bij Talent is iedereen ondernemend, betrokken en nieuwsgierig. Dit is het gedrag en de houding die de basis vormen voor een lerende organisatie.Het ontwikkelen en gebruiken van die vaardigheden is onderdeel van de doelen die gesteld worden in het meerjarenplan vanuit het bestuur. Scholen kunnen daarin hun eigen accenten aanbrengen.Het leidende principe is dat de professional er toe doet en de professionele ruimte en verantwoordelijkheid krijgt en neemt om hieraan invulling te geven. We verwachten een professional die ernaar streeft elk jaar beter te functioneren dan het jaar daarvoor. Dit bereiken we met en door ambitieuze professionals. Een proactieve houding bij de professional en commitment om de organisatiedoelen uit te dragen en vorm te geven beschouwen we bij Talent als vanzelfsprekend. Kernbegrippen zijn autonomie, vertrouwen, ontwikkeling en eigenaarschap. Hierbij hoort ook het afleggen van verantwoording en rekenschap. Dit betekent: het laten zien hoe goed je het gedaan hebt en hier trots op zijn. Scholen/locaties en bestuur hebben vier jaar de tijd om zich te ontwikkelen naar het onderwijs van de 21e eeuw. De 5 gekozen speerpunten zijn daarbij leidend. Het is van belang dat personeelsleden en leidinggevenden regelmatig met elkaar in gesprek zijn over het primaire proces. Het individuele handelen van de personeelsleden is hierbij een belangrijk gespreksonderwerp. De gesprekkencyclus start met een Talentgesprek. In dat gesprek verkennen het personeelslid en diens leidinggevende de ambities Pagina en de wensen van het personeelslid, uiteraard met een link naar de doelstellingen van de 29 school en die van Talent. Uit het Talentgesprek vloeit een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) voort. Via een voortgangsgesprek en een resultaatgesprek laat het personeelslid zien wat het effect is van zijn of haar POP. Daarna start er een nieuw Talentgesprek en ontwikkelt het personeelslid zich op een ander gebied. Ook via scholingstrajecten, coaching (via IB-er en studiemomenten) wordt aandacht besteed aan de professionalisering van leerkrachten.


5.4 Zorg voor de relatie school en omgeving Op De Bussel hangt de ontwikkeling van de school nauw samen met het onderhouden van goede relaties met instanties en instellingen rond de school. Zo kennen en koesteren wij goede contacten met o.a.:  De Onderwijsbegeleidingsdienst  De schoolarts en Jeugdgezondheidszorg  De buurtscholen, de openbare basisscholen binnen Hoorn en het Samenwerkingsverband ‘De Westfriese Knoop’  Het Buurtnetwerk, bureau Halt bureau Jeugdzorg en het CJG.  Opleidingsinstituten (PABO, MBO)  Stichting Rentree  De scholen voor speciaal basisonderwijs  De scholen voor het voorgezet onderwijs  Het steunpunt kunstzinnige vorming (SKV)  Stichting Netwerk  Instanties voor Kinderopvang (BSO/TSO)  Bibliotheek  Musea  Het logopedisch centrum, het RIAGG, de sociaal pedagogische dienst (SPD) en het schoolmaatschappelijk werk, de GGZ  De kinderboerderij en MAK Blokweer  De rayonpost en de gemeente  Afdeling sportzaken  Sportverenigingen  Politie Hoorn (wijkagent)  1 Hoorn De Bussel werkt met genoemde instellingen samen en maakt gebruik van hun aanbod en diensten. 5.5

Opleiden en leren

Stagiaires Om een nieuwe generatie goede leerkrachten op te leiden zijn er regelmatig stagiaires aan school verbonden. Zij werken onder toezicht van een groepsleerkracht en zijn in periodes van enkele weken tot een jaar aan een groep verbonden. Wij werken ook met LIOstagiaires. Dit zijn Leerkrachten In Opleiding die in hun laatste jaar zitten en hierbij ook veelvuldig zelfstandig les geven. Daarnaast worden de stagiaires bewegingsonderwijs begeleid door de vakdocent voor bewegingsonderwijs. Zij zijn niet gekoppeld aan één Pagina specifieke groep. 30


6. De ouders 6.1 Betrokkenheid van ouders bij de school Ouders en school hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid en een gezamenlijk doel. Elke ouder wil het beste voor zijn kind, en de school wil dat ook. De school zal dat gezamenlijke belang moeten uitleggen, en de ouders uitnodigen hun rol in de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Ouders kunnen van de school verwachten dat wij het kind zo goed mogelijk onderwijs zullen geven, en uit het kind willen halen wat er in zit. Als het kind moeilijkheden bij het leren ondervindt zullen wij het kind helpen. Van de ouders verwachten wij dat zij op school komen als wij ze daartoe uitnodigen en suggesties tot samenwerking serieus zullen overwegen. Wij zijn van mening dat onderwijs en opvoeding onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, en dat dientengevolge ouders en leerkrachten elkaar dienen aan te vullen. Ouders onderhouden op diverse niveaus relaties met school. Het contact met de ouders wordt onderhouden door middel van het organiseren van ouderavonden, spreektijden, gesprekken en informatiebrieven. Ook kunnen ouders zitting nemen in bijvoorbeeld:  de ouderraad (OR)  de medezeggenschapsraad (MR)  de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad GMR)  diverse werkgroepen

6.2 Inspraak Ouderraad De ouderraad bestaat uit een groep ouders, die op basis van vrijwilligheid een ondersteunende functie bekleedt bij tal van activiteiten. De ouderraad zorgt zelf voor een taakverdeling binnen de raad. De raad vertegenwoordigt de ouders en beheert de ouderbijdragen. Hieruit worden onder meer buitenschoolse activiteiten en andere schoolfestiviteiten betaald. De ouderraad volgt in haar werkwijze een vastgesteld huishoudelijk reglement. Jaarlijks, in het begin van het schooljaar, presenteert de ouderraad zichzelf en Pagina haar resultaten tijdens een jaarvergadering. 31 De ouderraad legt over de besteding hiervan, op de algemene jaarvergadering, verantwoording af aan de ouders. De hoogte van de bijdragen wordt ook jaarlijks vastgesteld op de algemene ouderavond. Er is contact tussen de OR en de MR, de OR en de directeur en de OR en het team. Vanuit de school wordt een teamlid als afgevaardigde benoemd om adviserend de ouderraadsvergaderingen bij te wonen.


Ouderbijdrage De ouderbijdrage is vrijwillig. Dit betekent dat wij aan ouders een bijdrage vragen om activiteiten in de school te betalen, die niet in de rijksvergoeding zijn opgenomen. Voorbeelden zijn activiteiten rondom Sinterklaas, Kerstmis en afscheid groep acht. Mocht het betalen van de bijdrage een probleem opleveren, wordt u verzocht contact op te nemen met de directeur van de school. Medezeggenschapsraad (MR) Op onze school is er een MR, zoals dat wettelijk is voorgeschreven. De bevoegdheden van de MR zijn geregeld in de wet en in het medezeggenschapsreglement. In de MR zitten twee ouders (uit en door ouders gekozen) en twee teamleden (uit en door de teamleden gekozen). De MR mag over alle aangelegenheden, die met school te maken hebben, voorstellen doen en standpunten kenbaar maken. Eens per jaar kan de MR de algemene gang van zaken op school met het bevoegd gezag bespreken. Omgekeerd heeft elk belangrijk besluit van het bevoegd gezag, om binnen de school iets te bepalen (voor te schrijven of te veranderen), het advies of de instemming van de MR nodig. De directeur maakt geen deel uit van de MR, maar heeft een adviserende stem. De vergaderingen van de MR zijn openbaar. GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) De Bussel is vertegenwoordigd in de GMR van het Openbaar Basis Onderwijs Hoorn (Talent). Een ouderlid en een teamlid gaan naar de GMR vergaderingen. Hier worden schooloverstijgende zaken besproken. Bij deze vergaderingen is ook altijd een medewerker van het bestuursbureau (Talent) aanwezig. 6.3 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs Op verschillende manieren leggen we als school contact met de ouders. Informatieavond Aan het begin van elk schooljaar houden we in elke groep een informatieavond. Oudergesprekken U wordt regelmatig geïnformeerd over de ontwikkeling van uw kind op school. U krijgt twee keer per jaar een rapport uitgereikt. Het rapport krijgt u de dag vooraf aan de start van de groepsgesprekken. In november zijn er ook oudergesprekken gepland. U ontvangt dan mondeling informatie van de leerkracht over de eerste drie schoolmaanden.

Pagina 32


Informeel contact Wij hanteren op school het principe van ‘het kusje bij de deur’. Dit wil zeggen dat de ouders voor de deur van het lokaal afscheid nemen. De leerkracht staat bij de deur en begroet de leerlingen. U kunt als ouder een aantal keer per jaar (voor elke vakantie op woensdagmorgen) mee naar binnen om in de klas te kijken en met uw zoon/dochter werk te bekijken. Ook kunt u een les bijwonen, u kunt hiervoor een afspraak maken met de leerkracht. Wilt u een gesprek met de leerkracht? Onze voorkeur gaat uit naar een moment buiten schooltijd. Busselnieuws In “Het Busselnieuws” worden belangrijke zaken die ouders aangaan vermeld. Ook aankondigingen van activiteiten, verslagen van uitstapjes of leuke gebeurtenissen staan hierin vermeld. Als een afspraak of regel extra aandacht verdient, dan komt dat ook in het Busselnieuws. Het Busselnieuws komt tweewekelijks uit per e-mail. Op de website van de school is te lezen hoe u zich kunt abonneren op het digitale Busselnieuws. Facebook. De school heeft een Facebookpagina die heel druk wordt bezocht. Ook deze pagina met allerlei weetjes en nieuws over de Bussel kunt u benaderen via onze website. Activeer de Facebook knop en zie de activiteiten!

Jaarkalender Ééns per jaar krijgt u een jaarkalender per e-mail toegestuurd. In deze kalender staan alle, op moment van publicatie bekende activiteiten gepland. Ook de vakanties en de vrije dagen kunt u er in vinden, alsmede actuele en andere belangrijke informatie over de school. Website Op de website staan naast verslagen en foto’s van activiteiten, informatie over de school en ook de actuele ontwikkelingen van de school vermeld. Een bezoek aan de website is zeker de moeite waard! www.obsdebussel.nl . Landelijk Infocentrum voor Ouders Ondanks alle informatie in deze gids, kan het voorkomen dat u nog vragen heeft. Vragen over de school kunt u stellen aan een van de teamleden of aan de directeur. Vragen over onderwijs in het algemeen en vragen die u eerst liever met een onafhankelijk iemand wilt doorspreken, kunt u voorleggen bij 0800-5010. Dit is de vraagbaak voor ouders over openbaar onderwijs. Kies eerst 1(onderwijs) en dan toets 4 (openbaar). Op schooldagen tussen 10.00 uur en Pagina 33 15.00 uur. Of digitaal via www.5010.nl Op de site vindt u veel vragen en antwoorden en heeft u de gelegenheid om zelf vragen te stellen, die per e-mail worden beantwoord.


6.4 Voor-, tussen- en naschoolse opvang Onze voor-, tussen- en naschoolse opvang wordt verzorgd door Stichting Kinderopvang Hoorn (SKH).

Voorschoolse opvang De voorschoolse opvang is van 07:00 uur tot 8.30 uur ‘s ochtends. De kinderen worden door de ouder naar school gebracht of komen zelfstandig (entree schoolplein Westerblokker). Tussenschoolse opvang De Bussel heeft ervoor gekozen de tussenschoolse opvang (het overblijven) uit te besteden aan een professionele organisatie, namelijk de SKH. Het schoolbestuur blijft eindverantwoordelijk. De regels van de kinderopvang gelden niet voor overblijven, ook al voert de kinderopvang de voorziening uit. Ook de financiering van de kinderopvang is niet van toepassing. De SKH verzorgt bij ons de gehele tussenschoolse opvang. Daarbij nemen ze alle bijbehorende taken over: de administratie, de inning van betalingen, vrijwilligers werven, roosters maken en fungeren als aanspreekpunt voor de directeur, het team, de ouders, de overblijfkrachten en de kinderen. Het overblijven is als volgt geregeld: Een medewerker van de SKH neemt de overblijfkinderen uit de onderbouw vanuit de klas mee en brengt ze naar het juiste overblijflokaal. De bovenbouwkinderen gaan zelf. Na het eten wordt er buiten of binnen gespeeld. Na de overblijf worden de kinderen uit de onderbouw weer teruggebracht naar het lokaal. Naschoolse opvang De naschoolse opvang start als de school vrij is. Op de meeste dagen is dit om 15.15 uur. Bij studiedagen van leerkrachten van school en vakantiedagen is de BSO gewoon open. Buitenschoolse opvang De buitenschoolse opvang is een combinatie van voorschoolse en naschoolse opvang. De naschoolse opvang is geopend tot 18:30 uur. Voor verdere informatie en de regeling tussenschoolse opvang verwijzen we naar de SKH (www.kinderopvanghoorn.nl). Pagina 34


7. Regelingen en Procedures 7.1 Schooltijden Hieronder vindt u de lestijden van de school. Wij vragen u vriendelijk ervoor te zorgen dat uw kind op tijd op school is. Het is aan ouders en leerlingen om op tijd te komen. De lestijden voor de groepen 1-8 zijn; Ochtend Middag 08:30 – 13:15 – Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

12:00 08:30 12:00 08:30 12:00 08:30 12:00 08:30 12:00

–

15:15 13:15 15:15

–

– – –

13:15 15:15 13:15 15:15

– –

Gedurende het schooljaar krijgen de groepen 1-2 en 3-4 nog een aantal dagen vrij (deze lopen gelijk). Dit wordt gedaan om het aantal lesuren voor de onderbouw te verminderen. Hierdoor wordt de onderwijsbelasting langzaam opgebouwd. 7.2 Vakantierooster De duur van de zomervakantie is voor alle scholen in Nederland gelijk. Om de vakantiedrukte te spreiden is Nederland in drie regio’s verdeeld; noord, midden en zuid. De Bussel valt in regio noord. Op advies van het Samenwerkingsorgaan West Friesland (SOW) worden de vakanties vastgesteld door ons bestuur. Het vakantierooster wordt ook gepubliceerd op de website en in de jaarkalender. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de door het ministerie voorgestelde data (zie www.minocw.nl).

Vakanties en vrije dagen In het jaar 2015-2016 zijn de vakanties en vrije dagen als volgt: Vakantie

Periode

Herfstvakantie Kerstvakantie

19 t/m 23 oktober 21 december t/m 1 januari

Voorjaarsvakantie

29 februari t/m 4 maart

Pasen

27 en 28 maart

Koningsdag

27 april

Meivakantie Pinkersteren

2 t/m 6 mei (hemelvaart = 5-5) 15 en 16 mei

Zomervakantie

18-7 t/m 26-8

Pagina 35


Naast de reguliere schoolvakanties heeft het team van leerkrachten nog een aantal studiedagen waarop alle kinderen vrij zijn. Vrije dag

Voor wie

28 augustus

Alle kinderen

17 december

Middag alle kinderen

4 januari 26 februari

Alle kinderen Alle kinderen

7 maart

Alle kinderen

25 maart

Alle kinderen

29 maart

Alle kinderen

10 juni 13 juni

Alle kinderen Alle kinderen

18 december

Groep 1 t/m 4

30 september

Groep 1/2

16 oktober 15 juli

Groep 1/2 Groep 1 t/m 4

7.3 Leerplicht en verzuim Ziekmeldingen van kinderen verwachten we altijd vóór schooltijd! Leerplicht begint op vijfde verjaardag Uw kind is leerplichtig als het vijf jaar is en het moet dan naar school. Dit naar school gaan treedt in op de eerste dag van de nieuwe maand na de dag waarop uw kind vijf jaar geworden is. Als uw kind bijvoorbeeld in oktober vijf jaar wordt, moet het op één november van dat jaar naar school. Een vijfjarige leerling mag vijf uren per week thuis blijven als het vermoeid is. Uw kind verblijft dan thuis of op een opvangadres wat bekend is bij de school. Dit ‘thuis blijven’ kan alleen na overleg en toestemming van de directeur. Leerlingen van 4 jaar De meeste kinderen gaan al op vierjarige leeftijd naar school. Leerlingen van vier jaar vallen niet onder de leerplicht, ook niet wanneer ze zijn ingeschreven op onze school. Mocht u uw vierjarige kind een (mid)dag thuis houden, stellen wij het op prijs als u hier vooraf contact over opneemt met de leerkracht, in verband met het onderwijsprogramma. Verlof aanvragen In sommige gevallen kan uw kind een (tijdelijke) vrijstelling (verlof) van school krijgen. De wet kent hiervoor een aantal mogelijkheden. Indien u verlof wilt aanvragen voor uw kind(eren) verzoeken wij u om gebruik te maken van het formulier ‘aanvraag verlof’. In de meeste gevallen beoordeelt de directeur of er sprake is van een gegronde reden voor verzuim. De directeur kent de leerling en is op de hoogte van eventuele bijzonderheden.

Pagina 36


Uitgebreide informatie over vrijstellingen vindt u in het dossier Leerplicht. Dit is ook te lezen op de website van de Bussel en achterop het verlofformulier. Wij vragen u ook een verlofformulier in te vullen als uw zoon/dochter nog 4 jaar is. Uiteraard wordt het verlof dan wel altijd toegekend. 7.4 Maatregelen preventie schoolverzuim De school verwacht van ouders dat de afwezigheid van kinderen vóór schooltijd telefonisch wordt gemeld op de eerste dag van afwezigheid. De leerkrachten houden de absenties bij en controleren daar waar nodig wat de reden van afwezigheid is van de leerlingen. Vervolgens wordt telefonisch contact opgenomen met ouder(s)/verzorger(s) van kinderen die zonder afbericht afwezig zijn. Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden en wordt, bij nalatigheid, persoonlijk beboet. U wordt op de hoogte gesteld door de directeur als zij de leerplichtambtenaar ingelicht. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. Op tijd komen Het is voor de leerkrachten en de kinderen in de klas heel prettig als alle kinderen op tijd zijn! Onze school begint om 8.30 uur! Leerkrachten houden een verzuimregistratie bij. zijn. Dit overzicht gaat ook naar de leerplichtambtenaar. Ook wanneer een kind herhaaldelijk te laat is, zullen we dat met u en uw kind bespreken. Bij veelvuldig te laat komen zal er na mondelinge en schriftelijke waarschuwingen melding bij de leerplichtambtenaar worden gemaakt.

7.5 Vervanging bij afwezigheid leerkracht Het komt voor dat een leerkracht door ziekte of om een andere reden niet kan lesgeven. Gelukkig kunnen we op die momenten gebruik maken van de invalpool van onze stichting. Indien er een invaller beschikbaar is, zal deze de leerkracht vervangen. Het komt echter ook voor dat er geen invalkrachten beschikbaar zijn. We kijken dan of een interne oplossing mogelijk is, bijvoorbeeld door groepen te clusteren. Daarnaast proberen we de ‘pijn’ zoveel mogelijk over de school te verdelen, als mocht blijken dat we voor enige tijd geen vervanging kunnen krijgen in een groep. Als voorgaande niet lukt zal een groep Pagina naar huis worden gezonden en wordt u ingelicht. 37

7.6 Portretteren Op onze school geldt het wettelijke privacyreglement. Kinderen mogen niet herkenbaar in beeld zonder toestemming van de ouders. Als er in de klas bij een activiteit foto’s gemaakt worden, is dat alleen na toestemming van de directeur en/of de leerkracht en


wordt een kind niet individueel geportretteerd. Aan de ouders zal bij inschrijving gevraagd worden of we toestemming krijgen voor het publiceren van foto’s van leerlingen op bijvoorbeeld de website of Facebook. We zullen daar altijd heel zorgvuldig mee omgaan. 7.7 Gedrag- en pestprotocol Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen wij alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan. Plagen komt helaas op elke school voor, ook bij ons. Maar als plagen frequent gebeurt en dus overgaat in pesten komen wij direct in actie. U wordt dan door ons benaderd en gevraagd op gesprek te komen, zowel de ouder van het gepeste kind als de ouder van het pestende kind. Met de kinderen hebben we dan al gesproken. Per situatie bepalen we wat nodig is. Onze school pakt pesten serieus aan. Het anti pestprotocol is als bijlage aan het einde van deze schoolgids opgenomen. 7.8 Sponsoring Het komt steeds vaker voor dat wij via bedrijven trachten geld te verwerven, om extra accenten aan te brengen in het schoolprofiel of anderszins niet te bekostigen activiteiten te kunnen ondernemen. Bedrijven of instellingen, die op een dergelijk verzoek ingaan, verlangen in het algemeen een tegenprestatie. Om te voorkomen dat de Bussel afhankelijk wordt van deze extern geworven gelden en er ontoelaatbare belangenverstrengeling optreedt, toetst de directeur sponsoractiviteiten aan het Protocol Sponsoring. 7.9 Schorsing en verwijdering In uitzonderlijke gevallen kan het noodzakelijk zijn over te gaan tot schorsing en/of verwijdering van een kind. Dit kan alleen gebeuren in geval van zeer ernstige, dan wel een bedreigende situatie, waarin voor kinderen en/of personeel een onhoudbare of gevaarlijke toestand ontstaat. Als dit wordt veroorzaakt door extreem gedrag van een kind, zullen ouders hiervan op de hoogte worden gebracht, voordat tot bovenbedoelde maatregel kan worden overgegaan. De beslissing tot schorsing en/of verwijdering wordt in naam van het bestuur genomen door de directie van de school. Ook wanneer onhoudbare of gevaarlijke situaties ontstaan door het gedrag van ouders, kan uiteindelijk worden overgegaan tot schorsing en/of verwijdering van leerlingen. De uitgangspunten voor dergelijke beslissingen zijn vastgelegd in de beleidsmap, hoofdstuk ‘Schorsing en verwijdering’, die ter inzage ligt op school. Indien dit besluit wordt genomen, dan zullen de wettelijk geldende regels rond schorsing en verwijdering in acht worden genomen. Ook hier beslist het bevoegd gezag uiteindelijk, op initiatief van de directie van de school. 7.10 Klachtenprocedure Algemeen Overal waar mensen samenwerken, kan iets fout lopen. Klachten kunnen in de meeste gevallen opgelost worden door ze op school te bespreken met de leerkracht of directie of de speciaal daarvoor aangewezen contactpersoon op school. Bij ons is dat onze Intern Begeleider. Indien het interne traject geen oplossing biedt, dan kan de klacht worden besproken met de externe vertrouwenspersoon of uiteindelijk worden behandeld door de

Pagina 38


Klachtencommissie Onderwijs. Scholen dienen namelijk te beschikken over een klachtenregeling. Onze school is aangesloten bij : Landelijke Klachtencommissie onderwijs (LKC) Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: 030-2809590 [email protected] ; www.onderwijsgeschillen.nl Indien intern op school geen oplossing wordt gevonden of de klacht niet naar tevredenheid van kla(a)g(st)er wordt opgelost, kan de klacht voorgelegd worden aan de klachtencommissie. De klachtencommissie neemt na ontvangst van de schriftelijke klacht deze – mits de klacht qua termijn en inhoud – ontvankelijk is, in behandeling. Beide partijen (kla(a)g(st)er en school) worden altijd in de gelegenheid gesteld hun mening te geven (hoor en wederhoor). Na behandeling van de klacht, doet de Klachtencommissie uitspraak en geeft een advies aan het bestuur van de school. Het bestuur van de school beslist uiteindelijk wat er met dit advies gebeurt. De klachtencommissie heeft een eigen klachtenregeling die ter inzage ligt bij de school en het schoolbestuur, Stichting Talent (Nieuwstraat 23-a, 1621 EA Hoorn). Ook is deze in te zien op de website: www.onderwijsgeschillen.nl Leden van de Klachtencommissie Het secretariaat van de Klachtencommissie is telefonisch bereikbaar op werkdagen tijdens kantooruren. In de schoolvakanties kan het voorkomen dat de bereikbaarheid beperkt is. De functie van externe vertrouwenspersoon is ondergebracht bij de GGD Hollands Noorden. Interne contactpersoon (contactpersonen) De interne contactpersoon is binnen de school de aangewezen functionaris voor de eerste opvang van leerlingen en/of ouders/verzorgers die een klacht hebben. Bij klachten op het gebied van machtsmisbruik verwijst de contactpersoon naar de externe vertrouwenspersoon en helpt ouders/verzorgers en/of leerlingen eventueel het eerste contact te leggen. Daarnaast heeft de interne contactpersoon een taak op het gebied van het verbeteren van het schoolklimaat en de veiligheid op scholen. Op De Bussel heeft Inge Klaij deze taak. Externe vertrouwenspersoon Een externe vertrouwenspersoon heeft vooral een taak in de opvang en hulpverlening. De externe vertrouwenspersoon begeleidt en ondersteunt ouders/verzorgers en leerlingen van de school bij de behandeling van klachten waarbij er sprake is van machtsmisbruik en heeft tevens een informatieve functie voor medewerkers van de school. Van machtsmisbruik is onder andere sprake in geval van seksuele intimidatie, pesten, discriPagina minatie, agressie en geweld. De externe vertrouwenspersoon is er alleen voor klachten van ouders/verzorgers en leer- 39 lingen tegen medewerkers van een school en bij klachten die ontstaan tussen leerlingen onderling. De externe vertrouwenspersoon is er niet voor klachten die in de thuissituatie spelen. Indien een medewerker van school advies en begeleiding nodig heeft, dan wordt verwezen naar de arbodienst van de school.


Tevens levert de externe vertrouwenspersoon een bijdrage aan activiteiten gericht op het voorkomen van machtsmisbruik door bijvoorbeeld het geven van voorlichting en presentaties voor bijvoorbeeld ouders/verzorgers, interne contactpersonen en leerkrachten. Indien u (ouder/verzorger, leerling of medewerker van een school) een klacht aangaande machtsmisbruik heeft, kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon. Deze kijkt hoe de klacht het beste aangepakt kan worden. In eerste instantie zal er altijd geprobeerd worden een oplossing te zoeken tussen ouders/verzorgers, leerlingen en school. Indien dit niet lukt, kan overwogen worden een klacht in te dienen bij de klachtencommissie. De externe vertrouwenspersoon kan de kla(a)g(st)er eventueel begeleiden bij alle stappen. Voor onze school zijn mevrouw T. Geerdes-Maas en mevrouw E. Labree de externe vertrouwenspersonen. Ze zijn werkzaam bij de GGD Hollands Noorden. Bereikbaarheid De externe vertrouwenspersonen kunt u schriftelijk dan wel telefonisch bereiken (zie hoofdstuk 9). U kunt een brief sturen waarin u uw klacht vermeld. Vergeet hierin a.u.b. niet uw telefoonnummer te vermelden, zodat u teruggebeld kunt worden. Adres vertrouwenspersoon GGD Hollands Noorden T.a.v Externe vertrouwenspersoon Antwoordnummer 528 1740 VB Schagen Bij het gebruik van dit adres geldt binnen de GGD een speciaal protocol voor behandeling van post en archivering ter bescherming van de privacy van betrokkenen. U kunt de externe vertrouwenspersoon op werkdagen ook bellen. Het telefoonnummer is: 0224-720620. In de schoolvakanties kan het voorkomen dat de bereikbaarheid minder is. 7.11 Schoolverzekering en glasschades De school is verzekerd tegen ongevallen en aansprakelijkheid onder schooltijd en tijdens het overblijven. Deze verzekering regelt de aansprakelijkheid voor schade aan derden. De volgende personen vallen onder deze verzekering:  Alle kinderen die bij de school als leerling staan ingeschreven;  Al het personeel in dienst van Talent;  Vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij werkzaamheden uitvoeren ten behoeve van de school; Wij gaan er vanuit dat ouders zelf een ziektekosten-, ongevallen- en WA- verzekering hebben afgesloten voor hun kind. Niet verzekerd zijn bijvoorbeeld schade aan kleding toegebracht door medeleerlingen en diefstal. Deze schadegevallen vallen onder de eigen Pagina 40 W.A.- en brand-/inbraakverzekering van de ouders. De hele notitie aansprakelijkheid en verzekeringen is op school aanwezig. U kunt deze opvragen bij de directeur van de school.


Verzekering bij vervoer door ouders: Wanneer er door school gebruik wordt gemaakt van vervoer per auto door ouders, mogen alleen die ouders vervoeren, die een inzittendenverzekering hebben afgesloten. Het aantal gordels bepaalt het aantal leerlingen dat mag worden vervoerd. In geval van schade kan de ouder het bestuur van de school niet aansprakelijk stellen. De school valt immers niets te verwijten indien er een ongeval wordt veroorzaakt door de bestuurder zelf of door een derde. De school is hierin geen partij en kan dan ook niet aansprakelijk worden gesteld. Als ouders leerlingen van onze school vervoeren, zijn zij op de hoogte van deze afspraken. Glasschade Indien een schade veroorzaakt wordt door een leerling van onze school wordt deze leerling aansprakelijk gesteld. Dit doen wij door de naam en het adres van de leerling door te geven aan de Glaslijn. Deze draagt zorg voor de aansprakelijkheidstelling. Uiteraard zullen wij zelf de ouders op de hoogte brengen. 7.12 Veiligheid in de school De Bussel biedt de leerlingen, ouders en personeel een veilige omgeving om te spelen, te leren en te werken. Het gebouw kent een aantal veiligheidsvoorschriften, waaronder die van brandveiligheid. Wij hebben van de brandweer een gebruikersvergunning. Minstens één keer per jaar bezoekt de brandweer ons gebouw onaangekondigd waaruit een rapportage volgt. Daarnaast volgt een deel van het team jaarlijks een Bedrijfs Hulp Verlening (BHV) training waarbij brandveiligheid en veelvoorkomende ongelukken binnen het onderwijs centraal staan. Jaarlijks zijn er (onaangekondigde) ontruimingen tijdens schooltijd waarbij de nadruk ligt op effectiviteit en zorgvuldigheid. Er zijn regels in de school die de veiligheid van de leerlingen tijdens het leren en spelen betreffen. Elke vier jaar wordt er een rijks erkende Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) afgenomen. Bij een RI&E wordt een lijst samengesteld met alle risico’s in de school en daarna gewerkt aan een plan voor het oplossen daarvan. Na de inventarisatie en de evaluatie volgde het plan van aanpak. De Bussel heeft een actueel plan van aanpak. Veiligheid en het naleven van de regels is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle ouders, leerlingen, teamleden en directie. Mocht u op school, of in de nabije omgeving van school iets opvallen, dan horen wij dat graag van u. 7.13 School en verkeer (verkeersouder) De KOOS groep komt vijf keer per jaar bij elkaar. Een verkeersouder is de contactpersoon tussen de school, de ouders en andere partijen, zoals de gemeente, politie en Veilig Verkeer Nederland (VVN). De Bussel zoekt een verkeersouder voor het schooljaar 20152016. We ondersteunen bij bijvoorbeeld het praktisch verkeersexamen en assisteren bij de fietskeuringen die daaraan vooraf gaan. We zijn er in de eerste week na de zomervakantie en staan dan met een aantal kinderen van de school langs de weg om duidelijk te maken dat de scholen weer zijn begonnen, maken afspraken met school en VVN over het Pagina Dode Hoek Project en helpen waar nodig bij verkeersprojecten georganiseerd door de 41 school. Heeft u vragen of maakt u zich druk over bepaalde verkeerssituaties, dan kunt u dit aan ons doorgeven. Het probleem of de vraag wordt dan in principe tijdens de eerstvolgende bijeenkomt besproken. Hier is ook altijd een afgezant van de politie en de gemeente bij.


8. Resultaten van het onderwijs 8.1 Opbrengsten en trendanalyses De Bussel 2013-2014 Voor het volgen van de leerlingen worden op de Bussel, naast de toetsen behorende bij de methodes, de toetsen van het CITO LVS gebruikt. Deze toetsen worden twee keer per jaar afgenomen. De resultaten kunnen vergeleken worden met het landelijk gemiddelde. De inspectie heeft voor een aantal toetsen ondergrenzen vastgesteld, waaraan een school minimaal moet voldoen. De resultaten die worden behaald op deze toetsen worden meegenomen in de beoordeling van een school. Dat zijn de toetsen die hieronder in de tabel zijn opgenomen. (BL= begrijpend lezen, DMT= technisch lezen RW= rekenen) 8.2 Opbrengsten en trendanalyses De Bussel 2014-2015 Voor het volgen van de leerlingen worden op de Bussel, naast de toetsen behorende bij de methodes, de toetsen van het CITO LVS gebruikt. Deze toetsen worden twee keer per jaar afgenomen. De resultaten kunnen vergeleken worden met het landelijk gemiddelde. De inspectie heeft voor een aantal toetsen ondergrenzen vastgesteld, waaraan een school minimaal moet voldoen. De resultaten die worden behaald op deze toetsen worden meegenomen in de beoordeling van een school. Dat zijn de toetsen die hieronder in de tabel zijn opgenomen. (BL= begrijpend lezen, DMT= technisch lezen, RW= rekenen) Resultaten in januari 2015 Toets

Norm inspectie

Behaald 20142015

DMT M3 DMT M4 RW M4 RW M6 RW M8 BL M6 BL M8

21,0 48,0 161,0 84,0 110,0 32,0 55,0

33,8 61,5 157,4 90,9 111,7 35,1 57,2

Resultaten juni 2015 Toets

DMT DMT RW RW

E3 E4 E4 E6

Norm inspectie 33,0 56,0 180,0 89,0

Behaald 20142015 41,5 64,3 183,2 91,7

Pagina 42


Om een beeld te krijgen van de ontwikkeling door de jaren wordt gekeken naar de trendanalyses. Bij een trendanalyse leerlingen wordt gekeken naar de resultaten van eenzelfde groep leerlingen door de jaren heen. Bij een trendanalyse leerjaren wordt gekeken naar de resultaten van eenzelfde jaargroep door de jaren heen. 8.3 Waar gaan de leerlingen heen? De leerlingen van groep acht gaan naar allerlei vormen van voortgezet onderwijs. De uitstroom varieert en is afhankelijk van de leerlingen. Wij streven er naar alle leerlingen te laten uitstromen conform hun capaciteiten. Op deze pagina ziet u de gegevens waar onze leerlingen de afgelopen jaren naar toe zijn gegaan.

Kopklas VMBO + LWO VMBO BK

2012 - 2013 Aantal Percentaleerlinge gen leerlingen 1 4

2013 - 2014 Aantal Percentaleerlinge gen leerlingen

2014 - 2015 Aantal Percentaleerlinge gen leerlingen

1

4

3

11

1

4

3

11

3

11

1

4

1

4

1

4

VMBO K VMBO KGT

4

15

2

7

3

12

VMBO T

9

35

5

17

9

35

VMBO T/ HAVO HAVO

2

8

2

7

2

8

1

4

4

14

6

23

HAVO / VWO VWO

3

11

5

17

3

12

2

8

3

12

Totaal

26

100

28

100

26

100

Pagina 43


8.4 Externe verantwoording van de opbrengsten Eenmaal per jaar verantwoordt OBS de Bussel zich naar de MR, ouders en het bevoegd gezag middels een trendanalyse gemaakt vanuit de toetsing van de CITO-LOVS toetsen voor Rekenen, Begrijpend Lezen en Technisch Lezen. 8.5 Externe verantwoording van de opbrengsten Eenmaal per jaar verantwoordt OBS de Bussel zich naar de MR, ouders en het bevoegd gezag middels een trendanalyse gemaakt vanuit de toetsing van de CITO-LOVS toetsen voor Taal (Spelling) , Rekenen, Begrijpend Lezen en Technisch Lezen.

Pagina 44


9. Namen en adressen Gymnastiek: Gymnastiekzaal Blokker Westerblokker 77 T 0229 – 245912 Ons bestuur: Stichting Talent Nieuwstraat 23-a 1621 EA Hoorn T 0229 – 282040 [email protected] Directeur bestuurder:

GeertJan Nelson

Bestuursleden : Voorzitter: Penningmeester: Lid: Lid: Lid:

L.S.M. Jorritsma G. Mos N. Fijma W.H. Karsemeijer M.J. Rövekamp

Medezeggenschapsraad (MR) Wendy Visser (oudergeleding) Mirjam Bot (oudergeleding) Marjon Messer (oudergeleding Annemarie Klinkhamer (personeelsgeleding) Vacature (personeelsgeleding) [email protected] Ouderraad (OR) Sijbrand Hoekstra (voorzitter) Renate Vreeker (secretaris) Diana Terpstra (penningmeester) Marieke Nijholt (lid) Liesbeth Rijs (lid) Maaike Koster (lid) Marije de Bruin (lid) Yvette Huisman (lid) Marga Verschuren (lid) Carla Kolken (afgevaardigde personeel De Bussel)

Pagina 45


Mutaties nog niet binnen! Onderwijsinspectie: Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 – 1113111 (lokaal tarief) Onderwijsbegeleidingsdienst: OBD Noordwest Postbus 80 1620 AB Hoorn Bezoekadres: Blauwe Berg 3a T 0229 – 259380 Jeugdarts: Mevr. F. Philipsen Blauwe Berg 5 1620 AE Hoorn T 0229 – 253310

Schoolmaatschappelijk werk: Mevr. P. van Trigt T 0229 – 282020 [email protected]

Landelijke Klachtencommissie onderwijs (LKC) Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: 030-2809590 [email protected] www.onderwijsgeschillen.nl Adres vertrouwenspersoon Interne contactpersoon: Mevrouw Inge Klaij (te bereiken op school) Externe vertrouwenspersoon GGD Hollands Noorden Voor onze school zijn mevrouw T. Geerdes-Maas en mevrouw E. Labree de externe vertrouwenspersonen. Antwoordnummer 528 1740 VB Schagen Bereikbaarheid De externe vertrouwenspersonen kunt u schriftelijk dan wel telefonisch bereiken. U kunt een brief sturen waarin u uw klacht vermeldt. Vergeet hierin a.u.b. niet uw telefoonnummer te vermelden, zodat u terug gebeld kunt worden. Pagina 46


10. Afkortingenlijst BAO BSO HVO IB-er WSNS OBD OBS LOVS PCL

Basisonderwijs Buitenschoolse opvang Humanistisch Vormingsonderwijs Intern Begeleider Weer Samen Naar School Onderwijs Begeleidingsdienst Openbaar Basisonderwijs Leerling Onderwijs Volgsysteem Permanente Commissie Leerlingenzorg

SBO SKH TSO WA

Speciaal Basisonderwijs Stichting Kinderopvang Hoorn Tussenschoolse Opvang Wettelijke Aansprakelijkheid

BIJLAGE ANTI PESTPROTOCOL

Pagina 47


Anti pestprotocol ‘De

Bussel, de school met PIT!’

Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen wij alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:

 Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders.

 De school probeert pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan

de orde is, wordt het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld.  Als pesten zich voordoet, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.  Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak.  Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan is de inschakeling van een interne contactpersoon* nodig. De interne contactpersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren. Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn:

            

Altijd bij een bijnaam noemen in plaats van bij de eigen naam. Zogenaamde ‘leuke’ opmerkingen maken over een klasgenoot. Een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven. Briefjes doorgeven. Beledigen. Opmerkingen maken over kleding. Isoleren en/of negeren. Buiten school opwachten, slaan of schoppen. Op weg naar huis achterna rijden. Naar het huis van de gepeste gaan. Bezittingen afpakken. Schelden of schreeuwen. Pesten via Sociale Media.

Leerkrachten en ouders moeten alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden. Hoe gaan wij op de OBS De Bussel met pesten om? Een effectieve manier om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het samen met de leerlingen afspreken van regels voor alle betrokkenen.

 Aan het begin van elk schooljaar wordt er extra aandacht besteed aan de regels, afspraken en het anti pestprotocol. Dit met behulp van de methode de Vreedzame School

 Deze regels worden door alle kinderen uit de groep ondertekend, zichtbaar opgehangen en nageleefd.

 Op school stellen wij met het programma van de Vreedzame school, regelmatig een onderwerp in de kring aan de orde.

 Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies

etc. komen aan de orde. Daarbij wordt gevarieerd in werkvormen zoals; rollenspelen, re-

Pagina 48


gels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten. (De methode van de Vreedzame school is in te zien op school)  Het voorbeeldgedrag van de leerkrachten en de ouders is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten, ouders en leerlingen horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen.  Leerlingen worden consequent aangesproken op gedrag. Belangrijke regels bij het hanteren van het anti pestprotocol. REGEL 1: Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen dit al bij: je mag niet klikken, maar...... als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt dan roep je: “Stop hou op!”. Kom je er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt gezien als opkomen voor jezelf op de juiste manier. Deze regel geldt natuurlijk ook voor de ouders van alle kinderen. REGEL 2: Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. REGEL 3: Samenwerken zonder bemoeienissen: School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Samen met de leerkracht(en) wordt naar een oplossing gezocht en zo nodig actie ondernomen. Onze regels op de OBS De Bussel 1.Wij 2.Wij 3.Wij 4.Wij 5.Wij 6.Wij 7.Wij 8.Wij

luisteren naar elkaar. komen niet aan elkaar of elkaars spullen. komen voor elkaar op. geven elkaar de ruimte en praten positief over- en met elkaar. geven opstekers. spelen en werken samen. Iedereen hoort erbij. denken eerst na voor wij iets doen. behandelen elkaar zoals wij het zelf ook prettig vinden.

De groepsregels op OBS De Bussel

 Kinderen geven in hun eigen groep een aanvulling op deze vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht.

 Die aanvulling wordt opgesteld, door en met de groep, dit zijn de zogenaamde groepsregels.

Wat doen wij als... Er gesignaleerd wordt (door gepeste leerling zelf, ouders, andere leerling of leerkracht) dat een leerling wordt gepest?

 De leerkracht brengt de partijen bij elkaar en probeert hen samen de pesterijen op te laten lossen en (nieuwe) afspraken te maken.

 Bij herhaaldelijk pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en geeft aan wat het gewenste gedrag is.

Pagina 49


 Bij pestgedrag worden de ouders (van pester en gepeste) op de hoogte gebracht van het pestgedrag. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing.

De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk. Hoe begeleiden wij... De gepeste leerling:

        

Wij tonen medeleven en luisteren en vragen hoe en door wie er wordt gepest. Wij gaan na hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten. Wij laten de leerling inzien dat je soms ook op een andere manier kunt reageren. Wij gaan na welke oplossing het kind zelf wil. Wij benadrukken de sterke kanten van het kind. Wij stimuleren het dat de leerling zich anders/beter opstelt. Wij praten met de ouders van het kind (en de ouders van de pester). Wij plaatsen het kind niet in een uitzonderingspositie door het te overbeschermen. Wij schakelen indien nodig, in overleg met de ouders, hulp in zoals: sociale vaardigheidstrainingen, Jeugdgezondheidszorg, huisarts, GGD.

De pester:

      

Wij praten met de pester en wij zoeken naar de reden van het pesten. Wij laten inzien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste. Wij laten inzien welke positieve kanten de gepeste heeft. Wij stimuleren het aanbieden van excuses + maken van goede afspraken. Wij spreken bij herhaling de pester er weer op aan. Wij bespreken voor de schooldag het gewenste gedrag. Wij schakelen indien nodig, in overleg met de ouders, hulp in zoals: sociale vaardigheidstrainingen, Jeugdgezondheidszorg, huisarts, GGD.

De grote groep:

 Wij maken het probleem bespreekbaar in de groep.  Wij stimuleren dat de kinderen een eigen standpunt innemen en eventueel partij trekken voor de gepeste leerling.

 Wij bespreken met de leerlingen dat "meedoen" met de pester meestal kan leiden tot verergering van het probleem.

 Wij laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste.  Wij laten inzien welke positieve kanten de gepeste heeft.  Wij roepen indien nodig hulp in voor een groepsplan zoals: sociale vaardigheidstrainingen, Jeugdgezondheidszorg, huisarts, GGD en brengen ouders daarvan op de hoogte.

Adviezen aan... De ouders van de gepeste kinderen: Pagina

 Houdt de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind en maak vooral het 50 eigen gedrag bespreekbaar.

 Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt.  Stimuleer de leerling om naar de leerkracht te gaan.  Pesten kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken.


De ouders van pesters:

     

Neem het probleem van uw kind serieus. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden.

De ouders van alle kinderen:

 Neem de ouders van het gepeste kind serieus.  Houdt rekening met de gevoelens van de ouders van zowel het gepeste kind als ook de ge    

voelens van de pester. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer uw kind voor anderen op te komen. Leer uw kind voor zichzelf op te komen

Pagina 51

SCHOOLGIDS OPENBARE BASISSCHOOL DE BUSSEL. OBS De Bussel. Met respect voor de ander, elkaar inspireren om samen te leren

Recommend Documents