Schoolgids 2015 – 2016 o.b.s. Tiggeldobbe Zadelmakerij 6, 9951 JM Winsum tel.: 0595- 441831 email:
[email protected] www.tiggeldobbe.nl
De schoolgids een woord vooraf De basisschool is een stukje van je leven. Dat geldt voor zowel voor kinderen als voor hun ouders. Vele jaren dezelfde weg van huis naar school en weer terug. Jarenlang dagelijks met een groep klasgenoten optrekken. Samen van alles beleven! En voor ouders jarenlang elkaar treffen bij en meehelpen in en rond de school. Een school dus van en voor de kinderen en hun ouders. School en ouders; samen als partners voor minimaal acht jaren samen om kinderen een fijne plek te bieden, waar ze zich kunnen ontwikkelen. U vertrouwt uw kind(eren) toe aan de zorg van de leerkrachten van de basisschool. Een school kies je daarom dan ook met zorg. Scholen verschillen in manier van werken, in sfeer en resultaten. Ze verschillen in kwaliteit en maken eigen keuzes. Dat maakt kiezen voor ouders soms niet eenvoudig. Mede daarom heeft elke school een schoolgids. Zoals u weet maakt onze school samen met De 9 Wieken deel uit van het Onderwijsteam Winsum*. Elke school heeft naast overeenkomsten en samenwerkingsvormen een duidelijk eigen gezicht. Samenwerken maakt ons sterker, maar elke school is toch anders. De schoolgids kan u, naast andere informatiebronnen helpen bij het kiezen van een school voor uw kind(eren). Natuurlijk kunt u ook een afspraak maken en de school bezoeken voor informatie en een indruk. In de schoolgids beschrijven we waar we voor staan, welke uitgangspunten we hanteren, welke opbrengsten we halen en hoe wij proberen de kwaliteit steeds te verbeteren. Ook staan er de rechten en plichten van de scholen en ouders in vermeld. De gidsen zijn ook bedoeld voor de ouder(s)/verzorger(s) die nu al kinderen op school heeft/hebben. Aan hen leggen wij verantwoording af voor onze manier van werken en voor de resultaten die wij met de kinderen halen. Deze schoolgids is opgesteld door de schooldirecteur en de locatiecoördinator in overleg met het team en met instemming van de medezeggenschapsraad. Jaarlijks wordt de inhoud van de schoolgids vastgesteld door het bevoegd gezag. We hopen dat u van onze schoolgids een duidelijke indruk van onze school krijgt. De schoolgids wordt ook uitgereikt aan ouder(s)/verzorger(s) op het moment dat een kind wordt aangemeld. Op het moment dat de gids wordt gewijzigd wordt dat aangekondigd op onze nieuwsbrief, zodat u de nieuwe gids kunt raadplegen op onze site. Wij hopen dat u de schoolgids, die u ook kunt vinden op de website van de school, met plezier leest. Als u na het lezen vragen, opmerkingen of suggesties heeft, laat het ons weten! Voor actueel nieuws verwijzen we graag naar de nieuwsbrieven, de website van de school (
[email protected]) of naar de site van ons schoolbestuur: www.lauwerseneemspo.nl.
Jaap Rosema, onderwijsteam-directeur
[email protected] *
Onderwijsteam Winsum bestaat uit o.b.s. Tiggeldobbe en o.b.s. De 9 Wieken en in Winsum.
augustus 2015
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
1
Inhoud De schoolgids een woord vooraf ................................................................................................................. 1 Inhoud ...................................................................................................................................................... 2 1. DE SCHOOL ........................................................................................................................................ 4 1.1. Richting en naamgeving ............................................................................................................... 4 1.2. Het gebouw .................................................................................................................................. 4 1.3. Voorzieningen in en bij het schoolgebouw ................................................................................... 4 1.4. Zorg voor de relatie school en omgeving ..................................................................................... 4 1.5. Uitgangspunten van de school ..................................................................................................... 5 1.6. Het klimaat van de school ............................................................................................................ 5 1.7. Visie .............................................................................................................................................. 6 1.8. Organisatie van de school ............................................................................................................ 7 1.9. Aanmelden van kinderen .............................................................................................................. 8 1.10. Groepssamenstelling .............................................................................................................. 8 1.11. De voorzieningen op de Tiggeldobbe. ..................................................................................... 9 1.12. Godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs ................................................................... 9 1.13. Huiswerk.................................................................................................................................. 9 1.14. Medicijnverstrekking en medische handelingen in de school ................................................. 9 1.15. De kriebelbrigade .................................................................................................................... 9 1.16. Onderwijsactiviteiten (deelname aan) ................................................................................... 10 1.17. Buitenschoolse activiteiten .................................................................................................... 10 1.18. Schoolreizen .......................................................................................................................... 10 1.19. Overblijven en Voor- en naschoolse opvang......................................................................... 10 1.20. Regels voor schoolverlof ....................................................................................................... 11 2. AANBOD VOOR ONZE KINDEREN / PASSEND ONDERWIJS ....................................................... 12 2.1. Leeractiviteiten van de kinderen ................................................................................................. 12 2.2. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen ....................................................................... 14 2.3. Verslaggeving door de groepsleerkracht en wijze waarop dit besproken wordt ........................ 14 2.4. Gegevens die worden verzameld en de wijze van adviseren ..................................................... 14 2.5. Begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs ..................................................... 15 2.6. Passend Onderwijs, hoe zit het ook alweer? ............................................................................. 15 2.7. Zorgleerlingen met specifieke onderwijsbehoeften .................................................................... 17 2.8. Hulp aan kinderen die door de ouders/verzorgers zelf is geregeld ............................................ 18 2.9. De school en het Centrum voor jeugd en Gezin ........................................................................ 18 2.10. Motorische Remedial Teaching............................................................................................. 20 2.11. Onderwijskundig rapport ....................................................................................................... 20 2.12. Plusklas ................................................................................................................................. 20 2.13. Doubleren protocol (zittenblijven) en verlengde kleuterperiode ............................................ 21 3. DE OUDERS ...................................................................................................................................... 22 3.1. Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school .......................................... 22 3.2. De medezeggenschap (MR) ...................................................................................................... 23 3.3. Ouderraad (OR) ......................................................................................................................... 23 3.4. Ouderhulp ................................................................................................................................... 24 3.5. Educatief partnerschap .............................................................................................................. 24 4. DE LEERKRACHTEN ........................................................................................................................ 26 4.1. Samenstelling team .................................................................................................................... 26 4.2. Wijze van vervanging bij ziekte, nascholing en verlof ................................................................ 26 4.3. Nascholing leerkrachten ............................................................................................................. 26 4.4. Ondersteunend personeel .......................................................................................................... 26 4.5. Stagiaires.................................................................................................................................... 26 5. KWALITEIT, RESULTATEN EN ONTWIKKELINGEN....................................................................... 27 5.1. Beleidskaders ............................................................................................................................. 27 5.2. Resultaten van het onderwijs ..................................................................................................... 27 5.3. Activiteiten ter verbetering van ons onderwijs. Een terug- en vooruitblik ................................... 28 5.4. Opbrengsten 2014-2015 ............................................................................................................ 31 5.5 Uitstroomgegevens 2014 – 2015 en Cito-Eindtoets ................................................................... 32 5.6. Uitkomsten van een sterkte-zwakte analyse .............................................................................. 33 6. ALGEMENE ORGANISATIE .............................................................................................................. 34 6.1. Algemeen ................................................................................................................................... 34 6.2. Onderwijsteams.......................................................................................................................... 34 6.3. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) ............................................................. 34 schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
2
6.4. 6.5. 6.6. 6.7. 6.8. 6.9. 6.10.
Klachtenprocedure ..................................................................................................................... 34 Vertrouwenspersonen ................................................................................................................ 35 Verzekering van de leerlingen, personeel en vrijwilligers ........................................................... 35 Rookbeleid in het schoolgebouw ................................................................................................ 35 Inspectie van het onderwijs ........................................................................................................ 36 Schorsen en verwijderen van leerlingen..................................................................................... 36 Sponsoring ............................................................................................................................ 36
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
3
1.
DE SCHOOL
1.1.
Richting en naamgeving
Onze school is een openbare school. Dat wil zeggen, een school waar alle leerlingen, ongeacht hun geloofs- of levensbeschouwelijke overtuiging, culturele en maatschappelijke achtergrond, welkom zijn. Op onze school besteden we actief en op een positieve manier aandacht aan verschillen in ideeën en (geloofs-) overtuigingen van mensen. De naam Tiggeldobbe is een historische naam, net als de vele straatnamen in de wijk Ripperda. Een tiggeldobbe is een plaats waar klei uitgegraven werd voor een “tiggelwaark” (=steenbakkerij). Later veranderde zo’n uitgegraven plaats in een kuil met water (=dobbe). De school is gesticht in 1977 en is (net als o.b.s. De 9 Wieken) ontstaan uit de oude openbare lagere school (nu bibliotheek) en de latere Parkschool (stond achter het gemeentehuis) en de kleuterschool De Stiekelspoorn.
1.2.
Het gebouw
Het gebouw stamt uit 1977 en heeft in de laatste jaren een aantal keren een verandering ondergaan. In 2004-2005 is er vanwege de groei fors geïnvesteerd in semipermanente nieuwbouw. Ook is er in de semipermanente ruimtes een systeem geplaatst die het CO2-gehalte op een gezonder niveau houdt. Dit voldoet niet volledig. We zijn nog bezig om te kijken hoe we dit binnen klimaat kunnen optimaliseren. Ondanks dat het een oud gebouw is, waren alle veranderingen er op gericht om het gebouw prettiger, comfortabeler en doelmatiger in te richten. Een nieuwe verflaag heeft onze school weer flink opgefleurd.
1.3.
Voorzieningen in en bij het schoolgebouw
Kinderen zitten overdag niet alleen maar in hun lokaal. Het gebouw wordt ten volle benut. Vandaar dat u kinderen kunt zien werken in het documentatiecentrum, in de computerhoeken of op werkplekken op de gang en in de gemeenschappelijke ruimte. Uiteraard zijn er afspraken over het werken buiten de groep, om er voor te zorgen dat kinderen elkaar niet storen. De gemeenschappelijke ruimte en het speellokaal van de kleuters worden, naast leer, - werk en speelactiviteiten, ook gebruikt om feesten met elkaar te vieren. U kunt hierbij denken aan het vieren van het Sinterklaasfeest, vieringen, feestelijke afsluitingen, de jaarlijkse boekenmarkt. In de kamer van de intern begeleider vindt u onze orthotheek. Hier staat een verzameling van toetsen, boekwerken en hulpmaterialen, waarmee wij kinderen met een probleem adequaat kunnen toetsen of helpen. Ook voor de ouders/verzorgers zijn er folders van diverse hulpinstanties te verkrijgen en zijn er naslagwerken ter inzage in overleg met de intern begeleider. Voor gymnastiek gaan de groepen 3 t/m 8 naar de Ripperdahal. De kleuters krijgen bewegingsonderwijs in het speellokaal of buiten. Ons gebouw is ook toegankelijk voor mindervalide kinderen. Ook zijn er voor deze kinderen extra voorzieningen op school. De schoolpleinen om de school zijn zo ingericht, dat kinderen de ruimte hebben om te spelen. Ook hebben we de beschikking over attributen als baskets, ballen en fietsrollen, zodat kinderen actief uitgedaagd worden om samen te spelen.
1.4.
Zorg voor de relatie school en omgeving
De school werkt natuurlijk samen met alle scholen in de gemeenten De Marne, Eemsmond en Winsum die onder de verantwoordelijkheid van ons schoolbestuur (Schoolbestuur L&E) vallen. De directies vergaderen regelmatig gezamenlijk. Met alle andere scholen in deze gemeenten werken wij vaak ook intensief samen op allerlei praktische en bestuurlijke terreinen (bijv. sportdagen, buurtnetwerken, gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid, bouwkundige zaken, peuterspeelzaal enz.). Binnen de nieuwe Wet op Passend Onderwijs is per augustus 2014 een nieuw samenwerkingsverband gevormd. Zie voor meer informatie hoofdstuk 2.6. Verder werken we samen met de Pedagogische Academie (PA) in Groningen over de inzet en begeleiding van stagiaires.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
4
1.5.
Uitgangspunten van de school Openbare basisschool Tiggeldobbe; uw kind, onze zorg!
….dat is het motto, dat voor een groot deel het uitgangspunt van ons onderwijs dekt. Uiteraard willen we onze kinderen een solide basis geven om (o.a. in het voorgezet onderwijs) op door te bouwen. Centraal hierbij is dat kinderen de nodige kennis en vaardigheden opdoen en dat we hoge resultaten nastreven. Vandaar dat les wordt gegeven met moderne lesmethoden en een opbrengstgerichte aanpak. De lessen worden aangeboden vanuit een klassikale situatie. Dit geeft het hoogste rendement. We vinden het ontwikkelen van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid erg belangrijk. Dit houdt o.a. in dat we in de groepen leersituaties creëren waarbij de instructietafel wordt gebruikt en de leerlingen geleerd wordt hoe te werken met uitgestelde aandacht (de bekende kleurenklok in de groepen spelen daarbij een belangrijke rol). Daarbij gaat het om het zelfstandig uitvoeren van werkjes of opdrachtjes bij de jongste en ook (deels) zelfstandig aan het werk gaan met behulp van een dag- of weektaak bij de oudere kinderen. Dit is nodig om alle kinderen die instructie te geven waar ze behoefte aan hebben. Ons uitgangspunt (zie ook onze visie op de site van de school) is dat geen enkel kind gelijk is. Wij willen zoveel mogelijk rekening houden met het verschil in aanleg, tempo, gedrag, belangstelling, talenten en de instructiebehoefte van het kind. Wat alle kinderen moeten kunnen en kennen staat wettelijk omschreven in de zogenaamde “Kerndoelen”, omdat vakken en leergebieden net als de maatschappij zich voortdurend vernieuwen. De huidige kerndoelen zijn precies geformuleerd waar het moet en ruim waar het kan. Dat geeft scholen de mogelijkheid om meer eigen keuzes te maken over de wijze waarop ze aan de kerndoelen voldoen. De meeste leerlingen bij ons op school leren veel meer dan dit minimumpakket. Het beheersingsniveau voor vooral taal en rekenen staat beschreven in de landelijk vastgestelde referentieniveaus. Naar onze mening is een school een voorbereiding op het functioneren later in de (complexe) samenleving. Het verwerven van kennis alleen is daarom niet genoeg. We willen als school daarom een leefgemeenschap zijn waar kinderen ook hun persoonlijkheid ontwikkelen. Zelfvertrouwen opbouwen, zelfkennis verwerft, verantwoordelijkheid durft te nemen en positief gedrag aanleren. Leren omgaan met elkaar en kennis opdoen van andere culturen en opvattingen. We trachten kinderen deze aspecten binnen ons pedagogisch klimaat te laten ervaren en eigen te maken. Concreet worden kinderen met deze belangrijke zaken geconfronteerd via onze methoden voor wereldoriëntatie. Ook het samen zingen tijdens verjaardagen van leerkrachten, het leren voorbereiden en uitvoeren van bijvoorbeeld de vieringen vinden wij belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen.
1.6.
Het klimaat van de school
De belangrijkste voorwaarde om tot ontwikkeling te komen is veiligheid. Kinderen moeten zich geborgen en thuis kunnen voelen bij ons op school. Vandaar dat wij proberen om het gebouw, het terrein en alles wat erop en erin is, zo goed mogelijk in te richten. Daarnaast benaderen leerkrachten kinderen zo dat het zelfvertrouwen van kinderen wordt gestimuleerd. In onze school zijn duidelijke regels en afspraken. Deze zijn nodig om alles goed te laten verlopen en om kinderen duidelijkheid en structuur te bieden. Deze regels zijn geen strak keurslijf. De kinderen moe ten binnen deze regels op eigen wijze (leren) werken en functioneren. Als kinderen zich niet aan afspraken houden, worden ze daar (soms na schooltijd) op aangesproken. Daar waar nodig wordt contact opgenomen met de ouders. Naast schoolregels worden samen met de kinderen per groep afspraken gemaakt. Dit zijn afspraken over hoe je met elkaar omgaat. Ze zijn bedoeld om een klimaat van veiligheid te scheppen en om pestgedrag te voorkomen of vroegtijdig aan te pakken. Deze afspraken worden in het lokaal opgehangen. Leerkrachten worden meestal met de voornamen aangesproken. Kinderen hoeven dat niet, ze zijn daar vrij in. Wij vinden dat de toon (van respect) waarop iets gezegd wordt belangrijker is dan de vorm. We stellen hoge eisen aan kinderen en hun werk. Dit moeten uiteraard haalbare eisen zijn. Voor elk kind kan dat anders zijn. Uitgangspunt is dat kinderen zich voortdurend (moeten) ontwikkelen. Voor kinderen, bij wie de ontwikkeling niet verloopt zoals verwacht mag worden, is er extra zorg (zie hoofdstuk 4). “Zorg” bij ons op school wil zeggen extra aandacht en begeleiding. Als u uw kind hoort praten over “niet naar school willen” trekken wij ons dat aan. Wij gaan er van uit dat u contact opneemt met de groepsleerkracht, zodat we samen kunnen kijken waar de schoen wringt.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
5
1.7.
Visie
We willen een school zijn waar ieder kind er toe doet en belangrijk is. Een school waar in samenwerking met ouders en kinderen in een veilig en uitdagend klimaat betrokken wordt gewerkt aan de ontwikkeling van ieder kind. Kernbegrippen of bouwstenen inzake de visie op onderwijs Een aantal kernbegrippen voor het onderwijs op onze school zijn: Veiligheid, (zelf-)vertrouwen en verbondenheid zelfstandigheid, eigenaarschap en autonomie verantwoordelijkheid structuur een rijke en uitdagende (leer-)omgeving vakmanschap van de leerkracht omgaan met verschillen en het bieden van passend onderwijs ouders als partners in educatie en opvoeding heldere communicatie Deze kernbegrippen zijn bouwstenen voor onze school en hebben invloed op alle betrokken geledingen van de school. Dit geeft in de uitwerking een aantal accenten: Uitwerkingen op leerling niveau: er wordt een beroep gedaan op (een zo groot en verantwoord mogelijke) zelfstandigheid bij de kinderen zowel in het onderwijs- leerproces als in de sociaal emotionele ontwikkeling kinderen krijgen (zo veel mogelijk) leer- en ontwikkelingsstof aangeboden met hoge, haalbare doelen, zoveel mogelijk passend bij hun ontwikkeling en behoefte; kinderen reflecteren op hun eigen opbrengsten en gedrag. Dit kan o.a. met port-folio’s ; kinderen hebben voor ogen wat er van hen wordt verwacht; daarbinnen geven ze zelf mede invulling aan hun onderwijs- leerproces; kinderen kunnen/mogen passende leerstijlen hanteren om hun doelen te bereiken; Kinderen leren en ontwikkelen vormen van samenwerken, zoals o.a. benoemd in de 21st Century Skills; Uitwerkingen op leerkrachtenniveau: de leerkracht is professional die zorgt dat kinderen met plezier naar school gaan, zich gewaardeerd voelen en dat ze zichzelf mogen zijn; de leerkracht is de vakman die de leerlijnen kent, het onderwijs plant, uitvoert, evalueert en op basis van opbrengsten komt tot een nieuwe planning; naast docent is hij steeds meer coach in het begeleiden van onderwijs- leerprocessen bij kinderen, waarbij (bijv. via gepersonaliseerd leren) zoveel als mogelijk op maat wordt gewerkt; de leerkracht is iemand die (de groep) goed kan managen, hij houdt overzicht, zorgt voor een goede organisatie en houdt controle. Hij stuurt zijn proces op basis van de opbrengsten en ontwikkeling van kinderen; de leerkracht is iemand die zowel voor de groep als individueel boeit, uitdaagt en inspireert; de leerkracht communiceert intern en extern op een heldere en open manier. Uitwerkingen voor de werkplekken: er kan op meerdere werkplekken worden gewerkt door kinderen; werkplekken zijn overzichtelijk en praktisch ingedeeld; de werkplekken bieden rijke, uitdagende en gevarieerde middelen en materialen; de werkplekken nodigen uit tot samenwerken. Het gebouw moet zo zijn ingericht/gebouwd dat: kinderen zich er thuis voelen (overzichtelijk, kleurstellingen, licht,……) er voor kinderen ook voor en na de schooltijden ruimte en is om er te vertoeven. Dat geldt ook voor de directe omgeving van de school de fysieke en sociale veiligheid in de voorwaardelijke zin in gewaarborgd het flexibel is en zo nodig per jaar andere ruimtes kunnen ontstaan Accenten voor ouders: ouders zijn onze natuurlijke partners bij de ontwikkeling van kinderen ouders voelen zich gehoord en betrokken bij hun school.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
6
Waar zijn we goed in? We hebben een prima pedagogisch klimaat waar kinderen goed gedijen. Onze kinderen hebben en tonen respect voor elkaar en kunnen goed met vrijheid binnen structuur om gaan. (zie enquête ouders/kinderen en ook de instroom van kinderen van andere scholen die hier na een moeilijke tijd weer opbloeien); We halen goede opbrengsten. Ook kunnen we kinderen met een beperking in leren of gedrag goed bedienen. We verwijzen weinig kinderen; We werken met betrokken leerkrachten die de verantwoordelijkheid die ze krijgen waarmaken in hun dagelijkse werk. Er zijn goede en opbouwende contacten met ouders. Waar liggen uitdagingen? Het verder professionaliseren van leerkrachten in werken volgens het zogenaamd opbrengstgericht werken, waarbij het analyseren van opbrengsten en het inzetten van die analyse een punt van aandacht is om kinderen verder te helpen en te stimuleren; Ons zo ontwikkelen dat we in het kader van ‘Passend Onderwijs’ kinderen met specifieke behoeften zo veel als mogelijk op kunnen blijven vangen en adequaat kunnen begeleiden. Dit vergt mogelijke aanpassingen in de organisatie van het onderwijs en het kennis- en vaardigheidsniveau van leerkrachten Het meedenken en input leveren aan het nieuwe gebouw van 2018 op basis van de visie die we op onderwijs hebben; Het goede pedagogische klimaat als basis voor goed onderwijs vast te houden en daar waar nodig te verbeteren; Terugloop van aantal leerlingen door de krimp proberen te verminderen door de visie en de werkwijze van de (toekomstige fusie-)school beter voor het voetlicht te brengen. Tiggeldobbe en De 9 Wieken meer samen laten werken en tevens toewerken naar een fusie in een nieuw gebouw, waarbij onderwijsinhoud, cultuur en structuur pijlers zijn. Er wordt daarbij gewerkt naar een nieuwe weg en niet twee wegen die samensmelten. Uitvoering en een (eigen) invulling geven aan het onderwijskundig beleid van Lauwers en Eems. Missie schoolniveau Uw kind, onze zorg is in een vier woorden waar wij voor willen staan en waar we voor gaan als school. We willen een school zijn, waar we oog hebben voor kinderen en waar we die zorg voor de kinderen en hun ontwikkeling samen met de ouders willen delen. Vanuit het gezamenlijke doel om kinderen zich te laten ontwikkelen in een veilige en stimulerende omgeving denken we een goede basis te kunnen leggen voor hun toekomst in de samenleving van de toekomst.
1.8.
Organisatie van de school
Onze school heeft 252 leerlingen (peildatum 01-10-2014). Voor een “plattelandsschool” redelijk groot, maar landelijk gezien een gemiddelde school. Aangezien het onderwijs steeds specialistischer wordt, is het een voordeel om een school van deze grootte te zijn. We hebben de mensen en de tijd om specialismen goed te benutten ten behoeve van onze leerlingen, bijvoorbeeld op het gebied van het computeronderwijs, creatieve vakken of sport. Ouders en kinderen ervaren onze school niet als groot of onpersoonlijk. Integendeel. Naast de gewone teamvergaderingen is er apart overleg in de onder-, midden- en bovenbouw. Dit overleg wordt geleid door bouwcoördinatoren. Zij hebben daarnaast regelmatig overleg met de directeur. Binnen onze organisatie is het tevens mogelijk om leerkrachten voor een deel vrij te roosteren van hun lesgevende taak, zodat ze zich kunnen wijden aan hun taak als bijvoorbeeld remedial teacher of ICTcoördinator. Dit komt de kwaliteit van het onderwijs ten goede. Gelukkig is de school niet zo groot dat de kinderen “een nummer” zijn. Kinderen (en ouders) ervaren de school absoluut niet als massaal en onpersoonlijk. De groepsgrootte is o.a. afhankelijk van het aantal kinderen van een bepaalde leeftijd. De groepen varieren van 17 tot 30. De samenstelling van groepen door de leerkrachten, vindt plaats op onderwijskundige, getalsmatige en sociale criteria. In de kleutergroepen hebben we gekozen voor drie gemengde groepen. Jongste en oudste kinderen zitten in één groep, wat een rustige en geleidelijke ontwikkeling van deze kinderen ten goede komt.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
7
1.9.
Aanmelden van kinderen
Als kinderen worden aangemeld zal dat gebeuren door het invullen van een aanmeldformulier. In dit formulier worden een aantal vragen gesteld over het aan te melden kind. De bedoeling hiervan is dat scholen goed zicht krijgen op de eventuele zorg die kinderen nodig hebben. Door het ondertekenen door beide ouders/verzorgers van het aanmeldformulier conformeren ouders zich aan de visie en werkwijze van de school. Namens de school zal de schoolleiding het aanmeldformulier ondertekenen. Dit gebeurt als u kind 4 is. Voor meer informatie over het toelaten, schorsen en verwijderen van kinderen is er door ons Schoolbestuur voor alle scholen een protocol opgesteld. Hierin staat de onderliggende wetgeving en afspraken en regels bij ons schoolbestuur beschreven. Het protocol is op school aanwezig en in te zien. In de praktijk worden kinderen meestal aangemeld op onze school tijdens de open dag in maart. Aanmelden kan echter het hele jaar door. Een kind is daadwerkelijk ingeschreven, indien het bij ons naar school gaat en u en de schoolleiding het aanmeldformulier hebben ondertekend. Als een vierjarig kind bij ons op school komt, is dat vaak een hele stap. Om er voor te zorgen dat de overgang naar school zo soepel mogelijk verloopt, zal de leerkracht van de groep waarin uw kind komt, u uitnodigen voor een bezoek samen met u kind op school. U wordt ongeveer 10 weken voordat uw kind daadwerkelijk naar school gaat uitgenodigd voor deze afspraak. Tijdens dit intakegesprek vraagt de leerkracht een aantal zaken, die een goede overgang en een goede opvang van uw kind mogelijk maken. Indien dit gesprek is afgerond en er een goed beeld is van het kind kan het definitief in worden geschreven bij ons op school. Als de kinderen van de peuterspeelzaal komen is sprake van een warme overdracht. Dit houdt in dat de leidster van de peuterspeelzaal gegevens van het kind doorgeeft en zo nodig bespreekt met de groepsleerkracht. Na ongeveer een maand neemt onze groepsleerkracht contact op met de peuterspeelzaal om te melden hoe de overgang is verlopen. Kinderen die van een andere basisschool komen, krijgen van de vorige school een onderwijskundig rapport mee. Hierin staan de resultaten en vorderingen vermeld. Met deze gegevens in de hand kunnen we een goede overgang mogelijk maken. Elk kind mag, vlak voordat hij of zij vier wordt, vijf dagdelen op school komen om de sfeer te proeven en langzaam te wennen aan de schoolsituatie. Indien een kind vóór 1 oktober vier jaar wordt, mag het na de zomervakantie direct vier dagen per week naar school. Verreweg de meeste kinderen die bij ons op school komen, zijn zindelijk. Toch komt het op school af en toe voor dat het mis gaat. Ze hebben een natte broek , plassen over hun kleren en soms belandt de “grote boodschap” niet in de wc, maar in de broek. Kinderen voelen zich daardoor vaak opgelaten en dat is vervelend. Voor deze ongelukjes hebben we op school extra kleding. Het komt ook voor dat kinderen niet zindelijk zijn als ze bij ons op school komen. Dit is vervelend voor het kind en lastig voor de groepsleerkracht. Als er heel af en toe een kind door de juf buiten de groep snel verschoond moet worden, is dat nog wel op te lossen, door een collega te vragen even een oogje in het zeil te houden. Echter als er regelmatig kinderen zijn die een verschoning nodig hebben, gaat dat ten koste van de aandacht en de veiligheid van de rest van de groep. Vandaar dat het beleid bij ons op school zo is, dat we in die gevallen de ouders bellen en vragen om hun kind te komen verschonen.
1.10. Groepssamenstelling Aan het eind van een schooljaar maken we ons tegelijkertijd al weer op voor een nieuw begin. Voor een nieuw schooljaar moet er veel gebeuren. De samenstelling van de groepen is daar een onderdeel van. De samenstelling van een groep is voorbehouden aan de school. Onder eindverantwoordelijkheid van de directeur worden de groepen samengesteld. De kinderen worden verdeeld over groepen op een manier waarbij we streven naar een evenwichtige samenstelling in de meest brede zin van het woord. Zo wordt er rekening gehouden met het karakter en het gedrag van de kinderen die een groep gaan vormen. Ook kijken we naar de samenstelling en wisselingen in de afgelopen jaren. Daarnaast wordt er o.a. gekeken naar aantallen, verdeling jongens en meisjes en naar het aantal kinderen dat extra zorg nodig heeft. Ouders kunnen als ze dat willen in bijzondere omstandigheden gemotiveerd een voorkeur voor hun kind aangeven. Wij nemen dat uiteraard mee in onze afweging, maar het is altijd de school die de uiteindelijke beslissing neemt voor zowel de groepssamenstelling als de leerkracht(en) die de groep les gaat geven. Er is een protocol opgesteld voor het komen tot een nieuwe groepssamenstelling. Ouders kunnen dat desgewenst inzien. schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
8
1.11. De voorzieningen op de Tiggeldobbe. We gaven al aan dat zorg voor kinderen voor ons een belangrijk item is. Als aan alle voorwaarden voor goed onderwijs is voldaan, zoals o.a. goede methoden, een prettige sfeer, geschoolde leraren en een goed leerlingvolgsysteem en kinderen krijgen toch problemen, dan is goede hulp belangrijk. Onze school maakte deel uit van een onderwijsteam met de 9 Wieken. In dit team werken o.a. 1 opgeleide intern zorgbegeleiders (IB-er). Ook de leraren hebben cursussen gevolgd op het gebied van hulp aan leerlingen. Naast kennis is ook tijd nodig. We hebben IB-tijd voor 3 dagen per week op school. Er is ook tijd vrij gemaakt voor een remedial teacher. Zij kan kinderen buiten de groep heel specifiek en intensief begeleiden. De leerkracht is primair verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het kind. Als deze vragen heeft kan ze die stellen aan de IB-er. Deze kan onderzoek doen en coördineert tevens zorgactiviteiten, spreekt met de leerkrachten over kinderen en regelt daar waar nodig externe hulp. Ook kan zij een ondersteunende rol naast de leerkracht bij overleg met de ouders vervullen. Regelmatig zal worden bekeken of de hulp aan de leerling aanslaat. De groepsleerkracht en de intern begeleider en eventueel een deskundige van buiten de school moeten dan met elkaar bepalen of er voldoende resultaten zijn behaald. Soms moet het programma worden aangepast of zal andere hulp ingeroepen moeten worden. (zie boven) Hoe de zorg precies is geregeld kunt u lezen in ons Schoolondersteuningsprofiel. Hiervoor verwijzen we u naar onze site (www.tiggeldobbe.nl; onder onze school → kwaliteit en schoolondersteuningsprofiel).
1.12. Levensbeschouwing Vorig schooljaar zijn we in alle groepen gestart met de methode: “Kleur”. Deze methode gaat uit van levensbeschouwing vanuit sociaal-emotionele thema’s. Kleur past bij de culturele en religieuze diversiteit in school en samenleving. De methode is bedoeld voor elke school in het primair onderwijs die recht wil doen aan de multiculturele samenleving. De drie pijlers van de methode zijn: 1) levensbeschouwelijke ontwikkeling 2) samen leren, samenleven en 3) verbondenheid met de wereld. Alle leerkrachten hebben scholing gevolgd om met deze methode te kunnen werken.
1.13. Huiswerk In groep 8 wordt eens per week huiswerk mee gegeven. De hoofdmoot van de opdrachten bestaat uit taal, lezen en rekenen. Echter ook vakken als aardrijkskunde, Engels en informatieverwerking komen aan de orde. De doelstelling is dat kinderen om leren gaan met het plannen en maken van huiswerk. In de groepen 6 en 7 krijgen de kinderen ook huiswerk mee. Dit bestaat uit het leren van stof voor de toetsen van aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en topografie. In groep 4 en 5 worden die toetsen op school voorbereid. Daarnaast kunnen leerlingen extra remediërend werk meekrijgen voor taal, lezen en rekenen. U kunt tips en aanwijzingen over huiswerk ook vinden op de weblog op onze site.
1.14. Medicijnverstrekking en medische handelingen in de school Leerkrachten worden op school regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn, die met eenvoudige middelen te bestrijden is, zoals hoofdpijn, buikpijn of een insectenbeet. Ook krijgen wij steeds vaker het verzoek van ouders om hun kinderen door de arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen, bijvoorbeeld pufjes voor astma. Leerkrachten en schoolleiding begeven zich dan op een terrein waarvoor zij niet gekwalificeerd zijn. Met het oog op de gezondheid van de kinderen is het van het grootste belang dat zij in dergelijke situaties zorgvuldig handelen. Daarom is op elke school een protocol medicijnverstrekking en medisch handelen aanwezig. In alle zorgvuldigheid kunnen dan afspraken tussen ouders en school gemaakt worden. Uit zichzelf zal de school geen medicijnen verstrekken aan kinderen. In acute situaties, zeker als de ouders niet bereikbaar zijn, zal de school altijd een arts inschakelen.
1.15. De kriebelbrigade Vrijwel iedere school wordt wel eens geconfronteerd met hoofdluis. Hoofdluizen zijn op zich betrekkelijk onschadelijke beestjes. Ze kunnen echter wel jeuk veroorzaken waardoor kinderen gaan krabben, zodat wondjes ontstaan met kans op infectie. Om verspreiding te voorkomen, is het erg belangrijk zo vroeg mogelijk maatregelen te treffen.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
9
Een groepje ouders heeft een “kriebelbrigade” opgericht om regelmatig de aanwezigheid van hoofdluis te constateren, zodat ouders in een vroeg stadium een effectieve bestrijding kunnen starten. De luizencontrole zal na alle vakanties plaatsvinden. Indien u bezwaar maakt tegen deze controles, dient u hiervan de schoolleiding op de hoogte te brengen.
1.16. Onderwijsactiviteiten (deelname aan) Alle kinderen dienen in beginsel aan alle onderwijsactiviteiten deel te nemen. Mocht er echter toch een zwaarwegende reden zijn om aan een bepaalde activiteit niet deel te nemen (bijvoorbeeld bepaalde feesten), dan zal de school zorg dragen voor een vervangende, zo mogelijk verwante, onderwijsactiviteit.
1.17. Buitenschoolse activiteiten Op onze school bestaat de mogelijkheid om vanaf groep 5 schaaklessen te volgen, gegeven door ouders. Ook wordt er deelgenomen aan wedstrijden en toernooien. Op sportgebied wordt bijvoorbeeld deelgenomen aan voetbalwedstrijden en korfbalclinic. Sinds 2010 is er op onze school een kinderkoor dat onder leiding staat van een van de leerkrachten. De Tiggelkids bestaat uit kinderen vanaf groep 5 en kunnen zich eens paar jaar aanmelden. Er wordt wekelijks gezongen. De groepen 6, 7 en 8 bezoeken incidenteel een concert van het N.N.O. Daarnaast gaan leerlingen naar de bibliotheek, tentoonstellingen en musea, als dit past in de projecten en thema’s waarmee gewerkt wordt. Veel van dit soort educatieve uitstapjes maken onderdeel uit van het Cultuureducatieplan van onze school.
1.18. Schoolreizen De kleuters en de groepen 3 t/m 6 hebben een eendaagse schoolreis. Groep 8 gaat op werkweek naar Ameland. Groep 7 gaat een aantal dagen naar Schiermonnikoog. U ontvangt vooraf informatie over de reis, evenals over de kosten die daar mee zijn gemoeid. Voor een vlekkeloze reis verzoeken we u vooraf de kosten te voldoen.
1.19. Overblijven en Voor- en naschoolse opvang Overblijven Kinderen kunnen tussen de middag onder leiding van vaste overblijfleidsters op school blijven. De kinderen gaan gezamenlijk eten en gaan daarna (onder toezicht) spelen. Dit kan zowel binnen als buiten. Het overblijven op school valt onder verantwoordelijkheid van de directeur. Ouders die geïnteresseerd zijn, kunnen informatie krijgen bij een van de overblijfouders. Zij hebben naast het reglement en de regels, ook de voorwaarden voor betaling voor u. Zie voor meer informatie het informatieboekje. Voor- en naschoolse opvang. De schoolbesturen van de basisscholen in de gemeenten De Marne, Winsum en Eemsmond hebben besloten om samen met kinderopvang Kids2b de buitenschoolse opvang voor de leerlingen te organiseren. Dat zal er toe leiden dat de buitenschoolse opvang plaats zal vinden op locaties zowel binnen als buiten de school. Die locaties liggen soms in de buurt van de school; soms wordt er gebruik gemaakt van gastoudergezinnen. In sommige dorpen zijn ook andere organisaties voor kinderopvang werkzaam, waarmee wij ook geregeld samenwerken. Zo werken we bijvoorbeeld in Uithuizen ook samen met ‘Jodocus’. Volgens de Wet Primair Onderwijs dienen alle basisscholen in Nederland de mogelijkheid te bieden voor een maagvullend programma voor kinderen van 4 tot 13 jaar, van half 8 ’s ochtends tot half 7 ’s avonds, de buitenschoolse opvang. Dat wil niet zeggen dat de scholen die opvang zelf moeten verzorgen. Wij werken daarom samen met verschillende kinderopvangorganisaties. De ouders worden door de scholen geïnformeerd over de organisatie van de buitenschoolse opvang en kunnen daarna doorverwezen worden naar Kids2b. Doel van het basisonderwijs en Kids2b is om de buitenschoolse opvang in de genoemde gemeenten zo vorm te geven, dat kinderen een leerzame, uitdagende en gezellige dag invulling wordt geboden. Het basisonderwijs staat garant voor het onderwijsdeel en Kids2b verzorgt de uren buiten de schooltijd. Buitenschoolse opvang valt onder de wet Kinderopvang en wordt betaald door de ouders, waarbij zij een tegemoetkoming kunnen aanvragen in de vorm van een kinderopvangtoeslag via de belastingdienst. Re-
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
10
gelgeving op dit vlak is nogal aan verandering onderhevig. Via Kids2b of de belastingdienst kunt u hierover informatie opvragen. Het is niet altijd mogelijk op elke locatie buitenschoolse opvang te realiseren. In een aantal gevallen zijn de aantallen kinderen zo klein dat de kinderopvangorganisaties niets anders kunnen doen dan verlieslijdende delen samen te voegen tot grotere locaties. Er wordt dergelijke gevallen leerlingenvervoer georganiseerd.
1.20. Regels voor schoolverlof Vervroegde vakantie, verlate terugkomst of extra vakantie. Verlengen van een vakantie is - zeer bijzondere omstandigheden daar gelaten - niet mogelijk. Wat die bijzondere omstandigheden zijn, is - zolang het om niet meer dan enkele dagen gaat - ter beoordeling van de directeur. Verzoeken om extra vakantie worden alleen gehonoreerd indien de aard van het beroep van één van de ouders daartoe speciaal aanleiding geeft. U dient dat aan te tonen door middel van een werkgeversverklaring waarin dat verklaard wordt. Aan een dergelijk verlof zijn twee beperkingen verbonden: a. verlof wordt niet verleend in de eerste twee weken van het schooljaar b. een dergelijk verlof kan maar één keer per schooljaar worden verleend. Er is een aantal dagen waarop u voor uw kind(eren) vrij kunt vragen. Over het algemeen zijn het die dagen, waarvoor elke werknemer ook verlof kan opnemen. Voorbeelden: bijwonen huwelijk, 25- en 40-jarig jubileum, begrafenissen van directe verwanten. Daarnaast kan een leerling in een zeer beperkt aantal gevallen vrijaf krijgen als hij/zij aan een aan godsdienst of levensovertuiging verbonden plicht moet voldoen. Hierbij moet bedacht worden, dat niet elke gewenste deelname aan bijeenkomsten op godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag als godsdienstplicht is aan te duiden. Hoe aan te vragen. Verzuim, anders dan door ziekte, moet altijd ruim vooraf (indien mogelijk veertien dagen) schriftelijk worden aangevraagd. Iedere school heeft hier een standaard aanvraagformulier voor, dat binnen L&E wordt gebruikt. Verzuimaanvragen van maximaal 10 schooldagen dient u bij de directie in te dienen. Bij meer dan 10 dagen dient u dit verzoek -eventueel door tussenkomst van de school – te richten aan de betreffende ambtenaar leerplichtzaken in de woongemeente. Bij een eventuele afwijzing kunt u bij de ambtenaar leerplichtzaken in beroep gaan op grond van het gestelde in de Algemene Wet Bestuursrecht. Tot slot. De directeur van de school beoordeelt elke situatie aan de hand van de wettelijke regels. Directeuren zijn verplicht ongeoorloofd verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar. De school wordt hierop gecontroleerd.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
11
2.
AANBOD VOOR ONZE KINDEREN / PASSEND ONDERWIJS
2.1.
Leeractiviteiten van de kinderen
U begrijpt dat het werken met kleuters anders gaat dan het werken met oudere kinderen. Vanaf groep 3 wordt er veelal met behulp van boekjes (methoden) gewerkt. In de groepen 1 en 2 werken we alleen met de methode Schatkist. Vandaar dat we in de beschrijving van de leeractiviteiten een onderverdeling maken in kleuters en kinderen vanaf groep 3. De ontwikkeling van “kleuter” naar “leerkind” gaat geleidelijk. Daarom trachten wij zoveel mogelijk tegemoet te komen aan bijvoorbeeld de speel- en bewegingsbehoefte van kinderen in groep 3. Kleuters In de kleutergroepen wordt er gewerkt vanuit het principe van de basisontwikkeling. Het ontdekkend- en spelend leren stimuleren we vanuit thematisch werken en werken met hoeken. Bij deze benadering wordt uitgegaan van de natuurlijke ontdekkingsdrang van kinderen. De leerkracht heeft uiteraard een actieve rol in het stimuleren van het (speel-)gedrag en de taalontwikkeling van het kind. Het onderwijsaanbod sluit aan op het niveau en de belevingswereld van de kleuter en bereidt hen op speelse wijze voor op het meer gerichte onderwijs in de hogere groepen op het gebied van taal, rekenen en wereldoriëntatie. Naast de stimulerende rol van de leerkracht is het bij deze aanpak van groot belang dat het spel en de ontwikkeling goed worden gevolgd en vastgelegd. Doordat de kinderen gedurende hun hele kleutertijd in dezelfde groep blijven, krijgt de leerkracht een goed beeld van hen. Eén keer per jaar wordt de Cito-toets Rekenen en Taal voor kleuters afgenomen. Dit geeft leerkrachten naast de dagelijkse observaties en het leerlingvolgsysteem extra informatie over de ontwikkeling. Daarnaast wordt in groep 2 ook het Fonemisch bewustzijn onderzocht. Zo ontstaat een goed beeld van de taalontwikkeling van het kind en kan bekeken worden of het ‘klaar’ is voor het leesonderwijs in groep 3. Voor kleuters is beweging erg belangrijk. De kinderen gaan twee keer per dag naar het speellokaal Bij goed weer gaan we graag naar buiten. De leerkrachten in de kleutergroepen hebben dagelijks overleg met elkaar over de kleuters, de manier van lesgeven en de inhoud van hun programma. Voor meer informatie over de onderbouw kunt u contact met hen opnemen, maar u kunt natuurlijk ook informeren bij de onderbouwcoördinator, locatiecoördinator of de directeur. Instroom op school en doorstroom naar groep 3 Op onze school is het gebruikelijk dat kleuters instromen in een gecombineerde groep van leerlingen voor groep één en groep twee. Aan de keuze om met gecombineerde groepen te werken liggen vooral pedagogische motieven ten grondslag. Kinderen komen op school als ze vier jaar worden. Voor hun vierde verjaardag mogen ze vijf dagdelen komen ‘proefdraaien’ in hun aanstaande groep. Het tijdstip daarvoor wordt door de betreffende leerkracht met de ouders afgestemd. Het kan zijn dat kleuters, als ze bijvoorbeeld in december zijn geboren, na anderhalf jaar ‘kleuteren’ naar groep drie gaan. Evengoed kan het zijn dat een kind twee en een half jaar kleutert. De afweging om een kleuter door te laten stromen naar groep 3 heeft te maken met de algehele ontwikkeling van het kind. Daarbij speelt mee dat we eens per jaar in de zomer een overgang hebben naar een volgende groep. De overgang naar groep drie, hangt van een groot aantal factoren af. Wij vinden het belangrijk dat, indien een kind naar groep drie gaat, hij of zij voldoende competent is om die groep met goed gevolg èn met een goed gevoel te kunnen doorlopen. Daarbij gaat het naast objectieve en meetbare gegevens als reken- en leesvoorwaarden, dus zeker ook om het welbevinden, de motivatie, de zelfstandigheid, de taakgerichtheid, het zelfvertrouwen, de sociale vaardigheden en de motoriek. De afweging om een kind langer te laten kleuteren wordt gemaakt door de leerkracht, in overleg met de Intern Begeleider van de school. Uiteraard is er overleg met ouders, maar de beslissingsbevoegdheid ligt bij de school. Hiervoor zijn duidelijke criteria opgesteld die, kort gezegd, neerkomen op de volgende punten: We kijken bij de overgang van groep 2 naar groep 3 naar: Het leerlingvolgsysteem: het is wenselijk dat het kind op alle ontwikkelings-gebieden voldoende scoort en dat er minimaal tot geen grote punten van uitval zijn; Bij twijfel over een overgang naar groep 3 wordt het groep 3 rijpheidsprotocol afgenomen. Bij een overgang dient hieruit een positieve uitslag te komen. De Cito-toetsen voor taal en rekenen. Gewenst wordt dat beide toetsen met tenminste een voldoende (minimaal III-) niveau afgerond worden. De oefening ‘Fonemisch bewustzijn’ moet met voldoende resultaat gemaakt zijn.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
12
Als datum om aan te geven of een kind al dan niet voor een verlengde kleuterperiode in aanmerking komt, houden we 1 januari aan. Kinderen die op of na 1 januari jarig zijn, zullen (ruim) twee jaar in de groepen 1-2 verblijven. Kinderen die tussen 15 augustus en 1 januari jarig zijn zullen, in principe, circa anderhalf jaar in de groepen 1-2 verblijven. Van kinderen die geboren zijn in de maanden oktober, november en december, wordt bekeken of zij het niveau van groep 2 eventueel aan zouden kunnen. Na de eerste periode met het aanbod voor groep 1 tot de zomervakantie, krijgen zij erna, tot de herfstvakantie het aanbod van groep 2. Kunnen ze het niveau goed aan, dan gaan zij erna officieel over naar groep 2 en mogen ze daarmee ook op vrijdagochtend naar school. Blijkt het aanbod voor groep 2 voor hen op dat moment een te zware belasting, dan blijven zij in groep 1 voor de rest van het schooljaar. Indien een kind dat tussen 15 augustus en 1 januari geboren is, niet na (ruim) anderhalf jaar doorstroomt naar groep drie, dan noemen we dat een ‘verlengde kleuterperiode’. Mocht de school dit onderbouwd advies geven, dan wordt dit uiteraard met de ouders besproken. Ook zal aan de orde komen of een kind tijdens deze verlengde kleuterperiode gebaat is bij een specifieke begeleiding of dat het kind gewoon meer tijd nodig heeft om zich te ontwikkelen tot het voldoende in staat is om de meer complexe taken van groep 3 met succes uit te kunnen voeren. We verwijzen voor algemene afspraken over doubleren en verlengde kleuterperiode naar het protocol dat door ons Schoolbestuur is opgesteld. Groep 1 en 2: schooltijden Kinderen in groep 1 zijn op vrijdag vrij. Kinderen in groep 2 gaan de vrijdagochtend wel naar school. Vanaf groep 3 Nadat in de kleutergroepen een basis is gelegd voor de verdere ontwikkeling van de kinderen, vindt er vanaf groep 3 een specialisatie in werkzaamheden plaats. Daar waar bijvoorbeeld het spelen met blokken in de kleutergroep een appèl doet op samenwerken, ontwikkeling van motoriek, ontwikkeling van ruimtelijk inzicht en rekeninzicht, wordt er vanaf groep 3 veelal in vakgebieden en gewerkt. Uiteraard wordt de algemene ontwikkeling en het totale beeld van het kind niet uit het oog verloren. De basisvaardigheden (taal, rekenen en lezen) zijn de instrumenten die o.a. kinderen nodig hebben om de wereld om hen heen te kunnen ontdekken. Vandaar dat daar veel aandacht voor is. Voor deze vakken hebben we methoden, die geënt zijn op andere inzichten dan vroeger het geval was. Bij het (leren) lezen in groep drie werken we met de methode Veilig leren lezen, een methode met een prachtige voorraad oefen- en spelmateriaal en wordt er rekening gehouden met verschillende leesniveaus van kinderen. Bij het voortgezet (technisch) lezen krijgen kinderen teksten aangeboden die aanspreken. Ook kunnen kinderen met een “normale” leesontwikkeling kiezen uit een gevarieerde collectie kinderboeken. Daarnaast wordt er gewerkt met de methode Estafette. Deze biedt leesonderwijs op maat aan groepjes kinderen. Verder wordt er aandacht besteed aan jeugdliteratuur, de Kinderboekenweek en het begrijpen en samenvatten van teksten. Ook de taallessen zijn anders dan vroeger. Er wordt meer aandacht besteed aan leren spreken en luisteren. Uiteraard leren kinderen nog steeds spellen, werkwoorden schrijven, verhalen maken en zinnen ontleden. Het gaat echter meer spelenderwijs en er wordt meer rekening gehouden met de belevingswereld van het kind. Ook rekenmethoden staan dichter bij de belevingswereld van kinderen. Moderne methoden werken met rekenkundige problemen die te maken hebben met alledaagse rekensituaties. Bijvoorbeeld; hoe verdeel je een stapel pannenkoeken? Vanuit deze zogenaamde realistische rekenvraagstukken leren kinderen de bewerkingen en begrijpen ze waarom het nodig is om te kunnen rekenen. Op deze manier komen kinderen tot meer inzicht dan vroeger het geval was. Tevens kunnen ze handige rekenstrategieën toepassen. Bovendien wordt rekenwerk vaak aangeboden binnen een verhaal dat kinderen aanspreekt, zodat de opdracht eerder als zinvol en spannend wordt ervaren. Natuurlijk leren kinderen nog net als vroeger optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Ook zaken als het lezen van grafieken, het werken met een rekenmachine en het schatten zijn onderdeel van het moderne reken- en wiskundeonderwijs. In groep 3 en 4 wordt naast de methode gewerkt met de methode Met sprongen vooruit, waarin kinderen op een andere manier werken aan het “beleven” van rekenen. Doel van het onderwijs is kinderen de instrumenten als taal, lezen en rekenen te leren hanteren, zodat ze later volwaardig mee kunnen doen in de samenleving. Naast deze basisvaardigheden komen ze ook tot
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
13
een oriëntatie op de wereld om hen heen. Dit zit verpakt in vakken als geschiedenis, natuur- en aardrijkskunde. Andere onderwerpen die leven in de wereld om ons heen kunnen worden meegenomen in de lessen. Dit kan in de vorm van een kringgesprek of in een kort project worden gegeven. In de bovenbouw komen ook onderdelen als geestelijke stromingen, staatsinrichting en maatschappelijke verhoudingen aan bod. Al deze zaken helpen kinderen hun blik op de wereld te vergroten en langzamerhand hun eigen plaats daarin nader te bepalen. Evenals beweging (we hebben een vakleerkracht gymnastiek) is ook expressie een activiteit die van groot belang is. Je gevoelens leren uiten is net zo belangrijk als rekenen, lezen en taal. Naast lessen als tekenen, handvaardigheid en muzikale vorming wordt er ook aandacht besteed aan het mondeling weergeven van gevoelens en ideeën. Resultaten van dit onderwijs zien we o.a. ook weer terug in de vieringen. In ons Cultuureducatieplan staat het aanbod voor de hele school voor cultuureducatie. Tevens bestaat er de Stichting Culturele Vrienden van de Tiggeldobbe die met extra financiële impulsen het culturele aanbod op onze school kan vergroten. Door de uitvoering van dit plan komen kinderen in de acht die ze bij ons op school zijn in contact met allerlei vormen van cultuur en cultuurhistorische aspecten.
2.2.
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen
Van iedere leerling wordt in het leerlingvolgsysteem gedurende hun hele schoolloopbaan nauwkeurig bijgehouden hoe hun ontwikkeling op school verloopt. Deze dossiervorming geschiedt uiterst zorgvuldig. De regels van de privacywetgeving zijn hierop van toepassing. Ouders worden door de leerkrachten regelmatig geïnformeerd over het wel en wee van hun kind(eren) op school. Het dagelijkse werk en de toetsen die bij de methoden horen, worden door de leerkrachten bekeken. Hiernaast worden twee keer per jaar landelijk genormeerde toetsen afgenomen op het gebied van rekenen, spelling en lezen. (Cito-toetsen ) Met deze toetsen kunnen we de uitkomsten van onze leerlingen (en onze school) spiegelen aan een landelijke norm. Aan de hand van de analyse van de opbrengsten van deze toetsen wordt het onderwijs daar waar nodig aangepast. Leerkrachten bespreken de opbrengsten in het team met elkaar en met de intern en directeur. Op basis van deze gesprekken worden doelen gesteld op kind-, groeps- en schoolniveau. Indien er opvallende ontwikkelingen zijn bij een kind, (bijvoorbeeld in het gedrag, de motoriek of de leerprestaties), dan wordt hier volgens vastgelegde afspraken mee omgegaan.
2.3.
Verslaggeving door de groepsleerkracht en wijze waarop dit besproken wordt
Alle kinderen krijgen vanaf groep 3 twee keer per jaar een rapport mee. Dit gebeurt in februari en aan het eind van het schooljaar. De rapporten van de oudere kinderen bevatten een waardering voor een aantal vakgebieden, de cito scores en een waardering voor zaken als werkhouding, zelfstandigheid, werktempo, concentratie en zorg voor werk en materiaal. Ook worden de scores van de Cito-volgtoetsen met ouders besproken en kunnen ouders desgewenst de ontwikkelgrafieken van de kinderen inzien. Bij de kleuters wordt, naast algemene informatie, iets gezegd over de sociale- en emotionele ontwikkeling alsmede de taal-, cognitieve-, motorische en creatieve ontwikkeling. In de groepen 6, 7 en 8 wordt voor de vakgebieden een cijfer gegeven (schaal 4 tot en met 10) en voor de andere onderdelen wordt een waarderingsvakje ingekleurd. In de groepen 3, 4 en 5 worden overal vakjes ingekleurd. Naast deze schriftelijke verslaggeving wordt u jaarlijks drie keer in de gelegenheid gesteld om te komen praten met de groepsleerkracht. Na de rapporten kan dat op verzoek van u of de leerkracht. In november worden alle ouders van de groepen 1 tot en met 8 uitgenodigd. Mocht er tussentijds behoefte zijn aan een gesprek, dan kunt u met de groepsleerkracht een afspraak maken. Eind groep 7 vindt er een gesprek plaat met ouders en kind. Tijdens dit gesprek wordt er een pre advies gegeven voor het voortgezet onderwijs.
2.4.
Gegevens die worden verzameld en de wijze van adviseren
In april (in groep 8) is de Eindtoets van Cito. Naast een totale kijk op het onderwijs aan onze school, geeft deze toets ook een individueel overzicht. Bij de Cito gaat het om het testen van de schoolvorderingen. Belangrijker dan de uitslag van de Cito-toets vinden wij de indruk die wij van de kinderen hebben, vooral als het gaat om de laatste twee jaar. Zaken als werkhouding, motivatie en interesse spelen, naast de uitslag van een Cito-toets, een zeer belangrijke rol. Alle gegevens worden met de ouders besproken en samen proberen we een school te vinden die past bij het kind.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
14
Met de scholen voor voortgezet onderwijs hebben we goede contacten. Regelmatig worden we op de hoogte gehouden van de resultaten van “onze” kinderen. Hieruit is voor ons ook af te leiden of de advisering al dan niet juist was.
2.5.
Begeleiding van de overgang naar het voortgezet onderwijs
Als kinderen de basisschool verlaten en naar het voortgezet onderwijs gaan, doen ze dat met een goed onderbouwd advies van de basisschool. Het advies is onderbouwd m.b.v. gegevens uit het leerlingvolgsysteem. Hierin wordt het totale beeld van het kind, de schoolprestaties en de plaatsingswijzer gebruikt. De plaatsingswijzer is een instrument dat met de onafhankelijke toetsgegevens van drie jaar een advies genereert richting voortgezet onderwijs. Het advies van de basisschool moet worden overgenomen door de school van voortgezet onderwijs. In het aanmeldingsformulier van de ouders en de school worden allerlei gegevens opgenomen Ouders zijn hiervan op de hoogte. Het kan voorkomen dat bij kinderen, als ze op het voortgezet onderwijs zitten, vragen zijn t.a.v. hun ontwikkeling. De school voor voortgezet onderwijs zal dan contact opnemen met de ouders en in een enkel geval kunnen ze dat ook doen met de basisschool, waar het kind vandaan kwam. Op sommige scholen voor voortgezet onderwijs worden alle kinderen getest op bijvoorbeeld taal (en mogelijke dyslexie). Het kan dan gebeuren dat bij kinderen dyslexie wordt geconstateerd, terwijl dat op de basisschool niet is vastgesteld. De oorzaak ligt vaak in het feit dat kinderen op basisscholen hun ‘taalhandicap’ vaak nog kunnen compenseren en op een school voor voortgezet onderwijs, waar ze met meer talen te maken krijgen, lukt dit soms niet meer. Mocht u vragen hebben over de overgang naar het voortgezet onderwijs of vragen n.a.v. de uitkomsten van bepaalde testen, dan kunt u contact opnemen met de school. Na groep 8: In groep 8 gaat uw kind de belangrijke keuze voor het voortgezet onderwijs maken. Leerlingen gaan na groep 8 in het algemeen naar vmbo, havo of vwo. Een aantal kinderen gaat naar het speciaal onderwijs. Eind groep 7 krijgt u van de groepsleerkracht een preadvies. Natuurlijk kan er in een jaar nog veel gebeuren. Toch hebben we besloten u -onder voorbehoud- al dit preadvies te geven. De groepsleerkracht zal aan de hand van o.a. de ontwikkeling, werkhouding en schoolprestaties van uw kind aangeven welke richting van het voortgezet onderwijs voor uw kind het meest geschikt is. Op onze basisschool krijgt u daarover uitgebreide voorlichting, maar u zult met uw kind zeer waarschijnlijk ook informatieavonden en Open Avonden van scholen voor voortgezet onderwijs bezoeken. Daar is meestal ook Het Hogeland College vertegenwoordigd, een school die valt onder ons schoolbestuur L&E. Het Hogeland College: Het HHC is een scholengemeenschap voor vwo, havo en vmbo. In Warffum is de havo-vwo afdeling (met vwo-plus met Latijn). In Wehe- Den Hoorn en Uithuizen zijn de Dalton-vmbo afdelingen (met TLplus-havo en lwoo). In Wehe-den Hoorn is in een vernieuwd gebouw gestart met de opleiding TReC, Toerisme, Recreatie en Cultuur. De leerlingen van de derde en vierde klassen van de beroepsafdeling van het vmbo gaan voor hun praktijklessen ‘Techniek en Zorg & Welzijn breed’ naar het nieuwe gebouw in Uithuizen. De gebouwen zijn alle ruim en overzichtelijk en bijna iedereen kent elkaar. Belangrijk bij het onderwijs op het HHC is, dat leerlingen kansen moeten hebben. Immers, niemand weet precies hoe een twaalfjarige zich zal gaan ontwikkelen tijdens zijn schoolperiode. Het HHC streeft ernaar, leerlingen het niveau te laten halen dat ze aan kunnen en leidt hen zo breed mogelijk op. Zo krijgen ze na hun diploma-uitreiking de kans om alle kanten op te kunnen. Een leerling die het naar zijn zin heeft leert beter. Het HHC probeert daar zo goed mogelijk voor te zorgen met vakkundige en betrokken leraren, met goede begeleiding (ook voor de niet-standaard leerlingen) en met veel buitenles-activiteiten, waar leerlingen en leraren elkaar ook op een meer persoonlijke wijze zien. Het leer- en leefklimaat op het HHC wordt daardoor meestal als goed en zeer vertrouwd ervaren. Voor meer informatie zie: www.hogeland.nl
2.6.
Passend Onderwijs, hoe zit het ook alweer?
Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht geworden. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek);
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
15
scholen en gemeenten/jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat we meer in de eigen regio kunnen regelen. Voor onze regio gaat het om de schoolbesturen primair en speciaal (basis) onderwijs in alle gemeenten in de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld. Ondersteuning aan leerlingen Alle scholen hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle scholen en locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en extra ondersteuning hebben scholen beschreven in een ondersteuningsprofiel. U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze. Het profiel is ook op de website geplaatst. De besturen van de scholen hebben er voor gekozen om de ondersteuningsmiddelen passend onderwijs naar rato van het aantal leerlingen per schoolbestuur over de scholen te verdelen. Hiermee hebben de besturen en de scholen de gelegenheid om – samen met de ouders en andere partners (gemeenten, zorg) – de basis- en extra ondersteuning verder uit te werken en te versterken. Is de school handelingsverlegen, m.a.w. kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal (ba1 sis)onderwijs zijn. Voor een plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs moet de school, in afstemming met u als ouders/verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Hierbij is het zo dat de school de toelaatbaarheidsverklaring aanvraagt (en niet de ouder zoals in de situatie voor Passend Onderwijs). Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt op u de website van het samenwerkingsverband (www.passendonderwijsgroningen.nl, onder de button ‘Commissie van Advies’). U kunt uiteraard ook bij de school terecht voor meer informatie. Informatie voor ouders/verzorgers Voor u als ouders/verzorgers geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met uw kind en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. Voor meer algemene vragen hebben we met een aantal samenwerkingsverbanden een Centraal Informatiepunt Passend Onderwijs ingericht. Hier kunt u terecht met uw vragen over extra ondersteuning aan uw kind of een verwijzing naar het speciaal onderwijs. Dit Centraal Informatiepunt is te bereiken via telefoonnummer: 050 - 520 91 20 en via de mail:
[email protected]. Daarnaast kunnen ouders ook terecht bij zowel de Coördinator als Procesondersteuner van het Samenwerkingsverband: Coördinator: Roel Weener
[email protected] 06-12060863 Procesondersteuner: Marjet Westerhoff
[email protected] 06-27557709 Website en contactgegevens samenwerkingsverband Als samenwerkingsverband willen we ook zorgen voor adequate informatievoorziening naar o.a. ouders/verzorgers. Hiertoe hebben we een eigen website ingericht: www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01 Op deze website vinden ouders/verzorgers een apart tabblad met meer informatie over de ontwikkelingen, plannen en activiteiten van het samenwerkingsverband. Op www.passendonderwijs.nl (de website van het ministerie van OCW) en op de site www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders/verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs. Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010. Hier kunnen ouders terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010: (0800) 5010 (vaste telefoon, gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten mobiel), of via internet: www.5010.nl
1
Voor blinde/slechtziende en dove/slechthorende kinderen geldt dat zij zich voor een plek in het speciaal onderwijs dienen te vervoegen bij resp. Visio en Kentalis. Zij hebben een eigen Commissie van Onderzoek die bepaalt of de leerling toelaatbaar is. schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
16
Contactgegevens van de Commissie van Advies en het Centraal Informatiepunt Passend Onderwijs: telefoon: 050 - 520 91 20 (voor CvA én CI) mail CvA:
[email protected] mail CI:
[email protected] Postadres: Postbus 8061, 9702 KB te Groningen Gegevens Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 20.01 Postadres: Postbus 8061, 9702 KB te Groningen Management: Roel Weener en Marjet Westerhoff Telefoon: 06-12060863 en 06-27557709 E-mail:
[email protected] en
[email protected] Website: www.passendonderwijsgroningen.nl Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider (IB’er). Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te beantwoorden over de uitvoer van Passend Onderwijs op de school. U bent van harte welkom contact op te nemen.
2.7.
Zorgleerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
Van alle kinderen wordt gedurende hun hele schoolloopbaan in het leerlingvolgsysteem bijgehouden hoe hun ontwikkeling verloopt. Deze dossiervorming geschiedt uiterst zorgvuldig. De regels van de privacywetgeving zijn hierop van toepassing. Ouders worden door de leerkrachten regelmatig geïnformeerd over het wel en wee van hun kind(eren) op school. Indien er opvallende ontwikkelingen zijn bij een kind (bijvoorbeeld in het gedrag, de motoriek of de leerprestaties), dan wordt hier in het algemeen op de volgende wijze mee omgegaan. Het betreft niet alleen ontwikkelingen waarbij de ontwikkeling van de leerling achterblijft; het gaat ook om situaties waarin leerlingen zich sneller ontwikkelen en meer aankunnen. bespreking van alle kinderen gebeurt regelmatig. Indien er uit dit overleg blijkt dat er actie moet worden ondernomen en vastgesteld wat er moet gebeuren, zullen de ouders hiervan op de hoogte worden gebracht; mocht het overleg binnen het team, waarbij de intern begeleider (IB-er) een belangrijke rol speelt, niet voldoende aanknopingspunten opleveren om het kind op gerichte wijze te kunnen begeleiden, dan wordt de hulp ingeroepen van de andere IB-ers. Alle IB-ers zijn boven schools toegewezen aan een onderwijsteam en samen vormen zij een kenniskring, die snel en toegankelijk geraadpleegd kan worden. Daarnaast kunnen hulpvragen worden ingediend bij het bovenschools ondersteuningsteam, waarin o.a. een ambulant begeleider gedrag en een orthopedagoog zitten. Soms wordt aan andere instanties (bijvoorbeeld GGZ) begeleiding of meer specialistisch onderzoek gevraagd. Als dit nodig is, wordt u als ouder hiervan door de groepsleerkracht op de hoogte gesteld en gevraagd daar uw goedkeuring aan te geven. De directeur en IB-er zijn hiervan uiteraard op de hoogte; de bespreking van leerlingen die extra aandacht en mogelijk specifieke onderwijsbehoeften hebben wordt vastgelegd. Hierin staan ook de afspraken en eventueel te nemen vervolgstappen vermeld, bijv. een observatie, een didactisch onderzoek of aanpassingen in de leerlijn. Vanzelfsprekend worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Doorgaans leidt een bij het kind passend aanbod vanuit de school er toe dat de leerling verder kan. Het kan echter ook incidenteel voorkomen dat de mogelijkheden van de school en de leerkracht – ondanks alle inspanningen uitgeput raken. In dat geval voert de school overleg met de ouders en kan er uiteindelijk een advies tot plaatsing op een andere school worden gegeven. Allereerst wordt gekeken of een andere school van L&E in de buurt wel de mogelijkheden in huis heeft om het kind te helpen. Is dit niet het geval, dan kijken we binnen ons samenwerkingsverband naar een mogelijkheid. Er zijn verschillende scholen voor speciaal onderwijs: - de verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) verloopt via de Commissie van Advies (CvA); - wanneer er sprake is van een handicap of stoornis dan kan het kind worden verwezen naar een school voor deze specifieke problematiek. Deze scholen zijn ingedeeld in zogenaamde clusters. Zo zijn er scholen voor: cluster 1: visueel gehandicapte kinderen cluster 2: dove, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden cluster 3: kinderen die lichamelijk gehandicapt zijn, langdurig zieke kinderen en zeer moeilijk lerende kinderen
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
17
cluster 4: kinderen met ernstige gedragsproblemen, met ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen Een verzoek tot plaatsing op één van deze scholen verloopt ook via de Commissie van Advies.
2.8.
Hulp aan kinderen die door de ouders/verzorgers zelf is geregeld
Soms maken ouders zich zorgen over de ontwikkeling van hun kind, waardoor zij ook buiten de school om hulp gaan zoeken bij externe bureaus of particuliere hulpverleners. We begrijpen dat ouders zich tot het uiterste inspannen voor hun kinderen. We willen hierbij graag twee opmerkingen maken: Ten eerste verzoeken wij u om ons altijd in kennis te stellen, als u dergelijke stappen overweegt te ondernemen. Wij doen ons uiterste best een kind die zorg te bieden, die het nodig heeft. Het komt het kind echter ten goede, als u de school op de hoogte brengt van de eventuele onderzoeksresultaten en behandeling. Dit voorkomt dat er langs elkaar heen wordt gewerkt. Dit zou in het ergste geval zelfs slecht kunnen uitwerken voor het kind. Ten tweede kunnen wij niet garanderen dat wij altijd kunnen meewerken aan de eventuele hulpprogramma's die worden opgestart door externe hulpverleners. De school- en klassenorganisatie is namelijk in de eerste plaats gericht op de deskundige begeleiding van de individuele leerlingen in de klassensituatie.
2.9.
De school en het Centrum voor jeugd en Gezin
Uw gemeente heeft een Centrum voor Jeugd en Gezin. Het CJG is een samenwerkingsverband van onder andere het maatschappelijk werk, jongerenwerk, jeugdgezondheidszorg van de GGD, MEE en Bureau Jeugdzorg, maar ook de leerplichtambtenaar kan er aansluiten. De schoolarts en jeugdverpleegkundige zijn in de school belangrijke ”CJG-gezichten”
Ouders en verzorgers kunnen bij zorgen altijd contact opnemen met de schoolverpleegkundige van het CJG, dit kan ook gewoon via de school!
Het CJG is dus ook de plek waar u als ouder/opvoeder kunt langskomen voor informatie, advies of hulp bij opgroei-, en opvoedvragen van uw kind. U kunt hiervoor bellen met de telefonische advisering van het CJG op nummer 050-3674991, of mailen naar:
[email protected]. Het CJG is ook te vinden op de website: www.cjgnoordgroningen.nl. Op deze site kunt u de openingstijden van de locaties in uw gemeente vinden, maar ook al informatie over thema’s, activiteiten en de meest gestelde vragen over opvoed-, en opgroeionderwerpen. Uiteraard kunt u dus ook de leerkrachten en begeleidsters vragen, ook zij zijn op de hoogte van het CJG. Voor jongeren is er in een aparte website, voor en door de jongeren. Gemaakt met hulp van het jongerenwerk: www.kwaitwel.nl Passend onderwijs en Jeugdwet Vanaf augustus 2014 is het Passend onderwijs van kracht. Hierbij is het van groot belang dat de school zo snel en zo goed mogelijk gebruik kan maken van de CJG partners omdat de school een bredere groep leerlingen zou kunnen krijgen, waarvan sommige leerlingen (wat) meer zorg behoeven. Daarnaast heeft ook de school te maken met de nieuwe Jeugdwet, waarin verplichtingen geregeld zijn om zo goed en zo snel mogelijk in te springen als er zorg nodig is. De Jeugdwet geeft aan dat de jeugdzorg net als de jeugdgezondheidszorg onder verantwoordelijkheid van de gemeentes valt. De gemeentes staan dichtbij de ouders, maar ook dichtbij het basisonderwijs. Het is dan ook van groot belang dat school, ouders en gemeente samen optrekken. Extra aandacht. Soms is er voor een kind extra zorg nodig. Omdat goed te regelen werkt een groot aantal instellingen en scholen samen met de vaste partners van het CJG. Elke instelling voelt zich vanuit de eigen taak zeer verantwoordelijk voor de kinderen. Om die verantwoordelijkheid ook te nemen is een goede informatieuitwisseling en afstemming nodig.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
18
Dit werkt vaak goed, maar het is niet altijd vanzelfsprekend. Soms gaat het niet goed en lijkt een kind tussen wal en schip te raken. Dat willen we zoveel mogelijk voorkomen. In de provincie Groningen hebben de Groninger gemeenten en de provincie daarom in 2010 samen het signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd Groningen’ ingevoerd ( ZvJG). In dit systeem geven beroepskrachten een signaal af over een kind of jongere waarover men zich zorgen maakt, ook met de ouders wordt hierover afgestemd. Hierbij gaat het niet altijd om grote zorgen, maar wel om situaties waarover beroepskrachten graag willen afstemmen. Op het moment dat er meerdere signalen over hetzelfde kind zijn, zorgt een coördinator voor de afstemming. Het afgeven van een signaal wordt dus altijd besproken met de ouders. De bedoeling is, dat we met het afgeven van het signaal zo vroeg mogelijk signaleren zodat hulp of ondersteuning ook in een vroeg stadium kan starten. Hierdoor kan er dan in overleg met de ouders, snel afgestemd worden. Op deze manier voorkomen we dat partijen langs elkaar heen werken en bezig zijn met alleen hun eigen plan. Meer informatie, en de folder over Zorg voor Jeugd vindt u op groningen.zorgvoorjeugd.nu Uiteraard kunt u met uw vragen hierover ook altijd contact zoeken met de school, met de partners van het CJG, zoals het maatschappelijk werk, de jeugdverpleegkundige of jeugdarts in de school. De Jeugdgezondheidszorg op de basisschool Vanaf de basisschoolleeftijd krijgen kinderen te maken met de Jeugdgezondheidszorg van de GGD, die dus ook partner is in het CJG Noord Groningen. Hieronder leest u wat de Jeugdgezondheidszorg vanuit het CJG u en uw kind te bieden heeft. De Gezond-opgroeien-krant De GGD verspreidt onder alle ouders van vierjarige kinderen de Gezond-opgroeien-krant. In deze krant vindt u informatie over de gezondheid en opvoeding van kinderen. Onderzoek van gehoor, gezichtsvermogen, lengte en gewicht In groep 2 komt de doktersassistente van de GGD op school voor een onderzoek van het gehoor- en gezichtsvermogen. Ook worden de kinderen tijdens dit onderzoek gemeten en gewogen. De kinderen worden opnieuw gemeten en gewogen in groep 7. Er wordt dan ook klassikaal voorlichting gegeven over voeding en bewegen. De ouders zijn hier niet bij aanwezig. De onderzoeken vinden alleen plaats als ouders hiervoor toestemming geven. Als tijdens één van de onderzoeken blijkt dat iets niet (helemaal) goed is, krijgt u hiervan bericht. Samen met u wordt bekeken wat er moet gebeuren. Vragenlijst groep 2. Ter voorbereiding krijgt u als ouder een vragenlijst over de gezondheid en het welbevinden van uw kind. De doktersassistente neemt met u deze vragenlijst door. Mochten er bijzonderheden of vragen zijn dan wordt u uitgenodigd voor een gesprek met de arts of de verpleegkundige van de GGD. Vragenlijst groep 7 Ook in groep 7 krijgen ouders een vragenlijst. Op de vragenlijst kunt u aangeven of u prijs stelt op een gesprek met een verpleegkundige of arts van de GGD. Onderzoek van stem-, spraak- en/of taalproblemen In een aantal gemeenten in de provincie Groningen worden kinderen in groep 2 onderzocht op stem-, spraak- en/of taalproblemen. Dit gebeurt door de logopedist van de GGD. Ouders ontvangen de uitslag van het onderzoek. Soms kan dit aanleiding zijn voor extra logopedische begeleiding. Spreekuur Op een aantal scholen houdt de verpleegkundige of arts een spreekuur. Het gebeurt ook dat dit spreekuur op een locatie in de buurt gehouden wordt. U kunt daar zonder afspraak terecht met vragen en/of problemen rond de groei, ontwikkeling en opvoeding van uw kind. Op school hangt een poster waarop staat waar en wanneer het spreekuur gehouden wordt. U kunt ook terecht bij het spreekuur in de centra ‘voor jeugd en gezin’ of ‘ouder en kind centra’ bij u in de buurt.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
19
Aandacht voor gezondheid op school Uit de onderzoeken en vragenlijsten wordt allerlei informatie gehaald. Deze informatie bespreekt de verpleegkundige of arts met de school. Er kunnen vervolgens thema’s worden gekozen die het komend jaar en/of de jaren daarna extra aandacht verdienen. Bijvoorbeeld voeding en beweging, gebitsverzorging en pesten. De GGD heeft veel projecten die de school hierbij kan gebruiken. Bij deze projecten wordt er vaak naast lesjes over het thema ook gekeken naar de betrokkenheid van ouders. Allerlei factoren in de omgeving die invloed hebben op het (gezonde) gedrag worden meegenomen. Zo kan de school besluiten te gaan werken aan een veilige en schone schoolomgeving; het eten van fruit te stimuleren in de pauze. Een ander voorbeeld is het organiseren van een cursus over een gezondheidsthema voor leerkrachten en ouders. De GGD en het CJG vinden het belangrijk om daar waar ouders en school zelf actief met gezondheidsthema’s aan de slag te willen, dit goed te ondersteunen en te faciliteren en het niet over te nemen. Meer informatie U kunt met vragen en problemen terecht bij het Jeugdgezondheidszorgteam dat werkzaam is op de school van uw kind. Via het CJG te bereiken of via telefoon: 050 - 367 40 00. Informatie over gezondheid en opvoeding is ook te verkrijgen bij het Informatie Centrum Gezondheid van de GGD. Het Informatie Centrum is op werkdagen geopend van 10.00-16.30 uur. Bezoekadres: Hanzeplein 120, Groningen Telefoon: 050 - 367 41 77 E-mail:
[email protected] Neem ook eens een kijkje op www.ggdgroningen.nl/jeugdgezondheidszorg Op deze site zijn onder andere folders over de opvoeding te lezen en te downloaden. Andere belangrijke telefoonnummers : - GGD rechtstreeks (logopedie, jeugdarts, schoolverpleegkundige) www.ggdgroningen.nl tel. 050 – 3674177 - Kindermishandeling Advies en Meldpunt tel. 050 – 5239239. Het AMK is per 1 januari 2015 opgegaan in een nieuwe organisatie: 'Veilig Thuis'
2.10. Motorische Remedial Teaching Motorische Remedial teaching (M.R.T.) is onderzoek naar, signaleren van en werken aan slechte motorische functies. Wij beschikken over een vakleerkracht gymnastiek, die expertise in huis heeft. In voorkomende gevallen kan zij collega’s en ouders adviseren indien er zorgen zijn t.a.v. de motorische ontwikkeling.
2.11. Onderwijskundig rapport Indien een kind de school verlaat, hetzij naar een andere school voor (speciaal) basisonderwijs, wordt er door de school een onderwijskundig rapport opgesteld. In dit rapport worden gegevens over de ontwikkeling van het kind samengevat. Met de gegevens uit het onderwijskundig rapport kan er op de nieuwe school beter rekening worden gehouden met de behoeften van het kind. De school is verantwoordelijk voor de inhoud van dit rapport. De ouders hebben te allen tijde inzagerecht in het onderwijskundig rapport en mogen desgewenst het rapport kopiëren. Als een kind van een andere school voor (speciaal) basisonderwijs komt, ontvangt de school dus ook een Onderwijskundig Rapport van de andere school. Ook is er bij 4-jarigen, die voorheen de peuterspeelzaal bezocht hebben, een overdracht. Gegevens uit het peutervolgsysteem worden doorgestuurd naar de basisschool en indien nodig besproken. Van de kinderen, die een kinderdagverblijf bezocht hebben is er (nog) geen overdracht. De gegevens van een kind worden na het verlaten van de school 5 jaar lang bewaard. Daarna worden de gegevens vernietigd.
2.12. Plusklas L&E heeft speciaal beleid ontwikkeld voor hoogbegaafde leerlingen. Juist onze kinderen met een bijzonder talent verdienen onze aandacht en extra zorg. We kennen dit jaar een Plusklas bovenbouw en een Plusklas middenbouw.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
20
In de Plusklas ontmoeten hoogbegaafde kinderen van de diverse scholen elkaar gedurende een dagdeel per week (de woensdagmorgen). De leerkracht van de Plusklas werkt volgens een speciaal afgestemd programma met de kinderen. Belangrijkste doel van de Plusklas is: de ontmoeting van gelijkgestemde leerlingen het leren omgaan met je speciale talenten het leren leren de begeleiding van de individuele hulpvraag, zowel tijdens de Plusklas als in de eigen school. Deze begeleiding betreft zowel het kind als de leerkracht en waar nodig ook de ouders. De Plusklas wordt elke woensdagmorgen gehouden in de Jansenius de Vriesschool in Warffum. Aanmelding voor de Plusklas gebeurt via de school, na toestemming van de ouders. Er dient sprake te zijn van een hulpvraag; een behoefte aan extra ondersteuning. Plaatsing in de Plusklas betekent niet dat het kind jaren achtereen in de Plusklas kan blijven. Plaatsing vindt plaats voor een periode van telkens een half jaar. Het komend jaar gaan we op (onder)zoek naar een logisch vervolg op de Plusklas en de rol van moderne communicatiemiddelen daarbij.
2.13. Doubleren protocol (zittenblijven) en verlengde kleuterperiode In onze scholen willen we onderwijs op maat bieden en zoveel mogelijk aansluiten bij de onderwijsbehoeften van het kind. Zittenblijven is hierbij niet gebruikelijk. Toch kan het voorkomen dat het wenselijk is dat kinderen een jaar ‘over doen’. Om duidelijk te maken hoe scholen tot een dergelijk besluit komen, zijn hier afspraken over gemaakt. Dit is het protocol zittenblijven en verlengde kleuterperiode. Dit protocol is op elke school aanwezig en kunt u desgewenst inzien.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
21
3.
DE OUDERS
Als u als ouder een kind bij ons op school aanmeldt, doet u dat o.a. omdat u de school vertrouwt. U vertrouwt erop dat de leerkrachten hun best zullen doen om op een professionele wijze de ontwikkeling van uw kind, binnen een goed leef- en werkklimaat, te stimuleren. Bovendien wilt u op de hoogte blijven van het wel en wee van uw kind en van uw school. Ja, uw school, want wij vinden het belangrijk dat ouders gemakkelijk de school binnen kunnen lopen uit belangstelling voor hun kind, om vragen te stellen aan leraren of om mee te helpen bij allerlei zaken. Een goed contact tussen school en ouders werkt positief op het welbevinden en de prestaties van kinderen. We willen daarom een open school zijn en vinden het belangrijk dat ook ouders zich thuis voelen in school. Samen met u hebben we hetzelfde doel: een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van uw kind. We willen als school een organisatie zijn die zich ontwikkelt en die leert. Daarom blijven we op zoek naar zaken die onze kwaliteit kunnen verhogen. In dit kader geven we ouders van kinderen waarvan hun vierjarig kind circa 4 maanden op school zit een vragenlijst. We willen namelijk te weten komen wat ouders van ons en onze school vinden. Dit doen we aan het eind van een schooljaar ook voor ouders die een kind in groep 8 hebben die naar het voortgezet onderwijs gaat. Van hun ervaringen en inzichten kunnen (en willen) we leren. Ook voor de kinderen uit groep 8 hebben we een vragenlijst samengesteld. Overigens zullen we eens in de vier jaren alle ouders en de wat oudere kinderen bevragen over de school en ons onderwijs. De uitkomsten van de enquêtes bespreken we in het team en met de medezeggenschapsraad. Opvallende zaken zullen we uiteraard melden aan alle ouders en die nemen we zo mogelijk mee in de keuzes die we maken.
3.1.
Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school
Schoolplan Op school is een schoolplan aanwezig. In dit meerjarenplan (2015-2019) staan o.a. uitgangspunten van ons onderwijs vermeld. Wat willen we bereiken, wat willen we verbeteren en wat moeten we goed vasthouden. Wat zijn de einddoelen van de verschillende vakken en welke methoden gebruiken we om die te bereiken. Schoolgids In deze gids vindt u een beknopte weergave van wat er in het schoolplan staat vermeld. Tevens staan er allerlei afspraken in die gelden voor alle scholen die vallen onder het schoolbestuur L&E en afspraken specifiek voor onze school. De gids wordt eenmalig uitgereikt. Op onze website is de laatste update altijd te lezen. Ook op de site van ons schoolbestuur (www.lauwerseneempo.nl) kunt de algemeen geldende schoolgids teksten voor alle scholen vinden. Informatieboekje Hierin staat informatie over de dagelijkse praktijk, zoals lesroosters en vakantietijden. Verder vindt u hierin de namen en adressen van leerlingen en leraren. Tiggeltipjes Een handig informatieboekje voor de ouders van de kleuters. Hierin staat vermeld wat er zoal gebeurt in een kleutergroep. Ouders krijgen dit bij het intakegesprek over hun kind. Tiggeltjes Op ons informatieblad de Tiggeltjes, dat maandelijks digitaal verschijnt, staan nieuwtjes en belangrijke activiteiten. Ouders kunnen zich via de website aanmelden voor dit informatieblad. De website Op onze website (www.tiggeldobbe.nl) vindt u veel informatie over onze school. U treft de uitgaven van onze gidsen aan, verslagen van activiteiten per bouw, afbeeldingen van leerlingenwerk, enz. Ook het zorgprofiel van onze school en de teksten die de directeur schrijft over het onderwijs op onze school, worden hier voor ieder digitaal toegankelijk gemaakt. Bovendien worden de Tiggeltjes gepubliceerd, zodat alle ouders/verzorgers goed op de hoogte kunnen blijven. Verder publiceren wij actuele mededelingen die voor ieder van belang zijn of waar we trots op zijn. Ook de notulen en de nieuwsbrief van de medezeggenschapsraad worden op de website gepubliceerd. Onder het kopje Weblog / Leerlingenwerk wordt naast leerlingenwerk ook informatie gegeven aan ouders over specifieke groepszaken.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
22
Whiteboard In de gang bij de personeelskamer hangt een whiteboard, waarop allerlei belangrijke informatie staat vermeld. Ook is er een namenbord, waarop u kunt lezen welke leerkrachten aanwezig zijn. Informatieavond De groepsinformatieavond staat gepland in de eerste periode na de zomervakantie. Op deze avond kunt u kennismaken met de leerkracht. U wordt geïnformeerd over de leerstof en activiteiten voor het komende schooljaar. Ook organisatorische zaken komen aan de orde. Voor de informatieavonden van de kleutergroepen worden de ouders van de kinderen die in de loop van het jaar op school komen, ook uitgenodigd. Mocht u een keer een ochtend of een middag mee willen draaien in de groep dan kunt u een afspraak maken met de leerkracht. U kunt dan zien hoe het gaat in de groep van uw kind. Spreekavonden Naast algemene zaken over het onderwijs en onze school stellen we ouders drie keer per jaar in de gelegenheid om te komen praten met de leerkracht van hun kind. Na de uitreiking van de rapporten gebeurt dat op verzoek van u of de leerkracht. In november en februari wordt iedereen uitgenodigd. Deze zogenaamde 10-minuten gesprekken gaan over de vorderingen en de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind. Mocht u eerder behoefte hebben aan een gesprek met de leerkracht dan kunt u een afspraak maken. Wij van onze kant zullen u, indien we dat nodig vinden, ook benaderen. Ouderraad en medezeggenschapsraad De ouders van de ouderraad en medezeggenschapsraad worden over plannen en andere zaken die op school spelen, goed geïnformeerd. Hierdoor kunnen zij volwaardig meedenken en meepraten over het reilen en zeilen op onze school.
3.2.
De medezeggenschap (MR)
In elke school functioneert een medezeggenschapsraad en een ouderraad. Wij vinden het belangrijk dat de school van ons allemaal is: van de kinderen, de ouders en de medewerkers. In de medezeggenschapsraad worden schoolse en beleidsmatige zaken met de ouders besproken en er kunnen altijd vragen gesteld worden. De directeur vertelt aan de MR hoe het gaat in de school, legt zijn plannen en ook soms zijn zorgen voor aan de MR. De directeur kan zich na overleg met de MR ook laten vertegenwoordigen door een locatiecoördinator. De directeur vertegenwoordigt ook het schoolbestuur in de MR. Soms vraagt hij advies over sommige zaken en soms vraagt hij instemming voor het beleid dat hij wil gaan voeren. In de MR hebben ouders en leerkrachten zitting. Het schoolbestuur vindt het belangrijk dat de betrokkenheid van de ouders goed tot zijn recht komt. Volgens de Wet op de Medezeggenschap dienen er tenminste 2 ouders en 2 personeelsleden in de MR van de school te zitten. Als de school groter is, zitten er meer mensen in de MR. Dit, en meer, staat in het reglement van de GMR. Zie hiervoor ook de website.
3.3.
Ouderraad (OR)
In elke school hebben we ook een ouderraad. Een goede ouderraad is onmisbaar voor iedere school. De ouderraad heeft ook veel betekenis voor het goede contact tussen school en ouders. De ouderraad wordt gevormd door de groepsouders. (Het aantal groepsouders is minimaal één ouder per groep.) Deze ouders zorgen samen met het team voor de realisering van allerlei feesten, activiteiten en de schoolfoto’s. U moet bij feesten o.a. denken aan St. Nicolaas, St. Maarten, Kerst, Pasen en de laatste schooldag. Ook worden er groepsavonden georganiseerd en beheert de penningmeester de ouderbijdrage. Vanuit elke groep wordt op de informatieavond een ouder gekozen die zitting neemt in de ouderraad. De gekozen ouders zitten in principe, vanwege de continuïteit, twee jaar in de ouderraad. De nieuwe ouderraad wordt tijdens de zakelijke ouderavond voorgesteld. De ouderraad organiseert ook de feestelijke ouderavond. Deze avond is vlak voor de zomervakantie en staat in het teken van het afscheid van groep acht. Vanuit het team zijn er twee afgevaardigden in de ouderraad.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
23
3.4.
Ouderhulp
Wij vinden het belangrijk dat ouders zich betrokken voelen bij school. Dat kan onder andere door het daadwerkelijk meehelpen bij allerlei klussen en activiteiten. De betrokkenheid van ouders wordt vergroot en tevens kunnen we voor de kinderen meer dingen doen. Het kan bijvoorbeeld gaan om hulp bij feestelijke gebeurtenissen. Ook zijn er een aantal werkgroepen waar ouders een belangrijke rol spelen. U moet hierbij bijvoorbeeld denken aan het documentatiecentrum of het begeleiden van het stillezen. Ook kan er geholpen worden in de klas bij het begeleiden van groepjes kinderen of tijdens uitstapjes. Incidentele activiteiten worden door middel van de Tiggeltjes zo veel mogelijk aangekondigd en u kunt op een intekenlijst bij de lokalen intekenen. Om alle gezinnen aan bod te kunnen laten komen, zal er bij over intekening geloot worden. Ouders die voorgaande keren niet aan bod zijn gekomen, hebben bij een nieuwe inschrijving voorrang op mensen die al een keer hebben geholpen. Op deze wijze trachten we zoveel mogelijk mensen bij school te betrekken! Schoolreizen, de werkweek en het schoolfeest zijn vaak gewilde klusjes. Daarom hebben we de volgende afspraken: naast de leerkrachten mogen de ouderraadsleden en stagiaires van de betreffende groep mee. Voor alle andere ouders geldt, dat ze zich op kunnen geven d.m.v. de intekenlijst (zie boven). Een uitzondering kan zijn, dat ouders bijv. i.v.m. een handicap van hun kind mee moeten voor de veiligheid of de verzorging. Dit is ter beoordeling van de directeur. Bij een meerdaagse (en vaak intensieve) schoolreis wordt uiteraard ook gekeken naar leden van de ouderraad. Echter het is van belang om een evenwichtige begeleidingsgroep samen te stellen. Vandaar dat de samenstelling van deze groep ter beoordeling is van de directeur. Indien men met één van de drie uitstapjes van de bouwen meegaat, dan gaat men bij overinschrijving niet mee met een ander uitstapje. Ouders die meehelpen in school vallen onder de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering die het bestuur heeft afgesloten voor leerkrachten en hulpouders.
3.5.
Educatief partnerschap
De school heeft in onze ogen twee opdrachten: het kind onderwijzen en het kind opvoeden. Lang is men van mening geweest dat de hoofdtaak van de school slechts ‘het onderwijs’ is. Echter: wij zijn de mening toegedaan dat zeker ook de opvoeding thuishoort in de school. Opvoeding vindt immers plaats in meerdere situaties: thuis, op school en op allerlei plekken in onze samenleving. Ouders zijn hierbij leidend, maar zeker op het terrein van de opvoeding dient er tussen de school en de ouders sprake te zijn van partnerschap. Beiden zijn verantwoordelijk vanuit hun eigen rol. Wij zien de laatste jaren dat de belangstelling voor de relatie tussen school en ouders is toegenomen. School en ouders worden gezien als elkaars partners in de opvoeding van en het onderwijs aan kinderen. School en ouders hebben beide een pedagogische rol te vervullen en zijn samen medeverantwoordelijk voor de identiteitsontwikkeling van kinderen en jongeren. Door samen te werken kunnen zij elkaars pedagogische en onderwijskundig gerichte invloed versterken. Vandaar dat gesproken wordt over ‘educatief partnerschap’. Onderwijs gaat voornamelijk over het aanleren van kennis en vaardigheden op het gebied van taal, rekenen, lezen, schrijven, wereld-oriënterende vakken, muzikale vorming, creatieve vorming en lichamelijke vorming. Daarin heeft de school geen monopolypositie. Veel kinderen maken na schooltijd gebruik van sportfaciliteiten, gaan naar muziekles, volgen creatieve lessen en nemen veel kennis via internet tot zich. Juist deze extra mogelijkheden verrijken het leven van een kind. Op school ligt er een voornaam accent op de hoofdvakken taal en rekenen, omdat dit de basis vormt voor alle andere aspecten die nodig zijn om volwaardig deel te nemen aan deze maatschappij. Naast het volgen van allerlei vormen van opleiding buiten de school, leert een kind veel via de (sociale) media. Ook het zich bewegen op het internet door het kind vraagt om hulp en begeleiding door volwassenen. Zowel op school als thuis is dit essentieel. Ook hier willen we de handen ineen slaan, opdat het kind wel het goede en mooie meekrijgt van de wereld die het ontdekt, maar enigszins beschermd wordt tegen de uitwassen van wat er in de wereld verspreid wordt, of tenminste het leert te hanteren. Een tweede en minstens zo belangrijk aspect naast onderwijs, is de opvoeding. Ouders zijn de eerste opvoeders van het kind en zijn de eerst verantwoordelijken. Op school kan het kind zich ontplooien als sociaal wezen in een groep met andere kinderen, die groter en anders is samengesteld dan het gezin thuis. De rol van de leerkracht, van het schoolteam en van de medeleerlingen in de sociaal-emotionele ontwikkeling is cruciaal. Het verschil met het gezin is, dat de samenstelling van het gezin slechts een beperkt aantal leeftijdsgenoten oplevert, waarmee geoefend kan worden op het vlak van sociale competenties. Een school biedt de mogelijkheid samen te zijn met leeftijdsgenootjes, van elkaar te leren en een positief schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
24
zelfbeeld te ontwikkelen. Het is voor de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind goed als er voldoende leeftijdsgenoten zijn om mee te oefenen, plezier te hebben en je goed te voelen. De school speelt daarom ook hierbij een belangrijke rol bij de persoonlijkheidsvorming in verbinding met de anderen. De komende jaren willen wij het educatief partnerschap tussen school en ouders verder uitwerken. We gaan hierover daarom graag het gesprek aan.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
25
4.
DE LEERKRACHTEN
4.1.
Samenstelling team
In het team van onze school is er balans tussen oudere leerkrachten en jongere. Ook voor wat betreft de specialisaties en interesses hebben we op een breed terrein expertise in huis. Het belangrijkste is echter dat er in het team een goede en professionele sfeer heerst, waardoor we met elkaar enthousiast aan het werk kunnen zijn voor de kinderen van onze school. We streven ernaar, dat niet meer dan twee leerkrachten in een groep werken. Voor de samenstelling van ons team verwijzen we u naar het informatieboekje.
4.2.
Wijze van vervanging bij ziekte, nascholing en verlof
Ziek worden kan iedereen gebeuren en dan moeten leraren vervangen worden. Ook is er vervanging nodig als iemand verlof heeft, een cursus moet volgen of anderszins afwezig is. We kunnen vaak een beroep doen op een aantal vaste invallers, die de school goed kennen.
4.3.
Nascholing leerkrachten
Regelmatig volgen leerkrachten lang- of kortlopende cursussen om in hun onderwijspraktijk op de hoogte te blijven van allerlei nieuwe ontwikkelingen. Deze cursussen vinden meestal plaats in de avonduren of op woensdagmiddagen. Indien leerkrachten voor kortere of langere tijd voor een cursus afwezig zijn, wordt er voor vervanging gezorgd. Indien het gehele team zich bezighoudt met de kwaliteitsontwikkeling van de school, zijn de leerlingen een aantal dagdelen vrij. Deze staan aangegeven in het jaarboekje.
4.4.
Ondersteunend personeel
De school heeft schoonmaaksters van een schoonmaakbedrijf. Binnen het onderwijsteam is er administratieve ondersteuning voor vijf dagen per week. Voor tal van werkzaamheden wordt met succes een beroep gedaan op betrokken ouders.
4.5.
Stagiaires
We vinden dat de school jonge mensen de mogelijkheid moet bieden om ervaring op te doen in de onderwijspraktijk. Vandaar dat u regelmatig aanstaande collega’s van de PABO bij ons op school zult zien, die onder verantwoording van de groepsleerkracht les leren geven. Daarnaast wordt er regelmatig stage gelopen door mensen, die een opleiding volgen in sociaal pedagogisch werk. Vaak zijn dit langdurige stages, waarbij deze studenten leren functioneren als klasse assistent. Het hebben van stagiaires verlevendigd de dagelijkse onderwijspraktijk. Bovendien is contact met vooral PABO’s voor modern en goed onderwijs van belang.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
26
5.
KWALITEIT, RESULTATEN EN ONTWIKKELINGEN
5.1.
Beleidskaders
Wij geloven in onze kwaliteit en willen ons daarvoor transparant verantwoorden. Iedere school werkt op een planmatige wijze aan de kwaliteit van het onderwijs. De kwaliteitseisen zijn helder beschreven. Voor alle scholen binnen ons schoolbestuur is er een kader-stellend onderwijskundig beleidsplan vastgesteld. Dit geeft richting aan de ontwikkeling van het onderwijs dat op onze scholen wordt gegeven. Scholen geven daar zelf –passend bij hun eigen ontwikkeling en populatie- vorm aan. Dat geldt ook voor de rol van de informatie en communicatie technologie (ICT). De rol die wij zien voor computers, tablets en andere digitale middelen zijn ook in een beleidsplan voor alle scholen beschreven.
5.2.
Resultaten van het onderwijs
Als we praten over de kwaliteit van het onderwijs dan heeft dat vele kanten. De school moet zorgen voor goede leerresultaten. Het is daarbij belangrijk dat kinderen graag naar school gaan, dat ze kansen krijgen om hun talenten zo goed mogelijk te ontwikkelen en dat ze, indien nodig, daar extra hulp bij krijgen. De sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind vraagt evenveel aandacht als de traditionele leervakken. Een goede sfeer in school is ook een belangrijk aandachtspunt. Kinderen en ouders dienen altijd correct en zorgzaam benaderd te worden. Positief en enthousiast voorbeeldgedrag is van wezenlijk belang voor de ontwikkelingsstimulansen en de schoolsfeer. De kwaliteit van het onderwijs bestaat niet alleen uit cijfermatige uitkomsten en valt dus niet alleen af te meten aan de resultaten op diverse toetsen. Die zijn wel belangrijk, maar er is meer dat de kwaliteit van een school bepaalt. We zijn van mening dat de kwaliteit meer te maken heeft met de mate waarin we in ons onderwijs rekening kunnen houden met de mogelijkheden van leerlingen; dat onze kinderen de beste kansen en begeleiding krijgen. Op leergebied, maar ook voor wat betreft hun sociale- en culturele vorming. Nascholing en ondersteuning van leerkrachten zijn hierbij van belang. In groep 8 nemen we de verplichte eindtoets af. Gedurende het schooljaar wordt elk kind getoetst middels methode gebonden toetsen. Zo wordt goed gemonitord of het elk kind de aangeboden stof goed tot zich heeft genomen. Daarnaast worden twee maal per jaar methode-onafhankelijke toetsen afgenomen, waardoor de ontwikkeling van het kind ook gemeten kan worden aan de hand van wat landelijk gevraagd wordt. Dit alles wordt nauwkeurig bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem (LVS). De resultaten van deze toetsen werden weergegeven in de niveaus I t/m V.
De resultaten die met het onderwijsleerproces worden bereikt, worden beschreven in de rapporten die de leerlingen van onze school uitgereikt krijgen. Ook de niveau-aanduidingen van de niet-methode gebonden toetsen van Cito worden hierin vermeld. De ouders worden in de gelegenheid gesteld tijdens de rapport- of spreekavond met de groepsleerkracht de resultaten en ontwikkeling van hun kind(eren) te bespreken. De rapporten vormen een neerslag van de gegevens uit het leerlingvolgsysteem, waarin voor iedere leerling zijn/haar ontwikkeling wordt bijgehouden. Deze gegevens worden in het leerlingendossier bewaard
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
27
en zijn voor de ouders ter inzage, indien zij dat wensen. De Inspectie van het Onderwijs heeft als taak de kwaliteit van scholen te beoordelen. De rapportage van de Inspectie van het Onderwijs is openbaar. U kunt deze vinden op internet www.owinsp.nl. U kunt u daar de rapportages over onze scholen inzien en wij zijn graag bereid hierover in een gesprek toelichting te verschaffen.
5.3.
Activiteiten ter verbetering van ons onderwijs. Een terug- en vooruitblik
We proberen onze leerlingen een basis te bieden waarop ze verder op kunnen bouwen, zodat ze straks volop deel kunnen nemen aan een dynamische wereld. Aangezien de wereld verandert, zal ook ons onderwijs dynamisch moeten blijven. Uiteraard zullen we steeds moeten zorgen dat de kwaliteit van het onderwijs op niveau blijft. Om het onderwijs op een hoog peil te houden, zorgen we dat er op school goede lesmethoden worden gebruikt. Tevens is er veel aandacht voor de belangrijke rol van de leerkracht. Professionele ontwikkeling en scholing zijn daarbij belangrijk. We zijn een school die open wil staan voor verbeteringen. In onze visie beschrijven we de rol van de leerling, leerkracht en ouders binnen de context van het onderwijs- leerproces op onze school. Passend onderwijs (dus kijken welke onderwijsbehoeften kinderen hebben) en het nastreven van hoge opbrengsten zijn daarbij een leidraad. Samen met de andere scholen binnen ons schoolbestuur plannen we verbeteringen van ons onderwijs. Deze verbeteringen zijn ingegeven door de meetresultaten van een jaar er voor. Volgens deze PDCAkwaliteitscyclus (plan-do-check-act) werken we systematisch aan de kwaliteit van ons onderwijs. Een en ander staat uitgebreid en expliciet beschreven in het Handboek Kwaliteitszorg (van L&E) dat voor alle scholen van toepassing is. Deze manier van werken wordt opbrengstgericht werken genoemd. We baseren het onderwijs dat we geven op de data (gegevens) die we hebben gemeten (plan). Daarna gaan we aan de slag (do) en daarop is er controle of meting (check) van opbrengsten die we hebben en dan gaan we verder (act). En dit kan op individueel- groeps- of schoolniveau. Van opbrengstgericht werken is bewezen dat het de leerresultaten van kinderen verhoogt. Kern is dat de leerkrachten en leiding van de school zich laten leiden door de meting van hun resultaten. Het afgelopen schooljaar hadden we in ons schooljaarplan tal van activiteiten gepland. Deels waren dit onderdelen die we samen met de andere scholen binnen ons schoolbestuur zouden oppakken en deels onderwerpen op schoolniveau. Er is een tendens gaande dat er v.w.b. verbeteringen van het onderwijs steeds meer centraal wordt gestuurd door het schoolbestuur. Ook het afgelopen jaar was dat al het geval. Hieronder een overzicht van een aantal zaken die we hebben opgepakt (een deel is ook te lezen op onze site en in de Tiggeltjes): Er is een schooljaarverslag geschreven en met de medezeggenschapsraad besproken en goedgekeurd. Ook die kunt u via de site lezen; We zijn verder aan de slag gegaan met begrijpend lezen. Er is een beleidsstuk geschreven over de belangrijke onderdelen van het begrijpend lezen. Dit is tijdens een studiemiddag besproken. Een deel van de punten doen we al. Volgend schooljaar gaan we in september verder aan de slag. We krijgen dan scholing van een van de experts in Nederland: Karin van de Mortel. Met Sprongen Vooruit, (een aanvulling op het rekenonderwijs) Een aantal leerkrachten heeft hier scholing in gevolgd en op deze manier kan de methode nog beter worden ingezet. In het nieuwe schooljaar gaan er nog een aantal leerkrachten op scholing. De onderbouw werkt nog steeds met het observatie systeem DORR. De leerkrachten zijn nog niet helemaal enthousiast. Er komt erg veel werk bij kijken. De leerkrachten zijn zich inmiddels aan het oriënteren op andere observatie systemen. O.a de methode “Kijk”. Na het eerste jaar gewerkt te hebben met methode “Wereld in getallen” en de methode “Blits”, zijn we erg tevreden. “Zwakke” rekenaars vinden rekenen nu ook leuk. We zien dat de methode studievaardigheden ook zijn vruchten afwerpt bij o.a. de zaakvakken. In november is de verkleining van ons onderwijsteam realiteit geworden. We vormen nu samen met De 9 Wieken een onderwijsteam Er zijn borgingsdocumenten gemaakt voor rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en bewegingsonderwijs. Zo bewaren we de afspraken en werken we aan een doorgaande lijn voor de hele school De Plusklas is naar Warffum verhuisd.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
28
De implementatie van Zien! verloopt volgens afspraak. Dit jaar zijn de rapporten van Zien!, indien nodig, met ouders besproken. Volgend jaar gaan de kinderen van de bovenbouw de vragenlijsten van Zien! invullen. We hebben een start gemaakt met het invoeren van coöperatieve werkvormen. Niet iedereen past dit al even vaak toe en ook niet op de juiste manier. We zien nu vaak dat het nog gebruikt wordt als een los onderdeel van de les. Het is zaak om volgend jaar het meer als een middel in te zetten. Er zal hier scholing voor komen. We zijn dit jaar in de groepen 6, 7 en 8 begonnen met het invullen van de Plaatsingswijzer. Eind groep 7 is eer een pre advies voor het voortgezet onderwijs gegeven, tijdens een gesprek met ouders en kind samen.
Indien u meer inhoudelijke informatie wil hebben over deze of andere onderdelen dan kunt u contact opnemen met de onderwijsteam directeur. Hij kan u alle evaluaties (die met de medezeggenschapsraad zijn doorgenomen) overleggen en nader toelichten. In het jaarverslag is een verkorte versie van het jaar beschreven (zie de website) Het komend schooljaar is er in ons schooljaarplan tal van activiteiten gepland. Deels zijn dit onderdelen die we samen met de andere scholen binnen ons schoolbestuur oppakken en deels onderwerpen op schoolniveau. Met de medezeggenschapsraad hebben we het schooljaarplan 2015-2016 besproken. Hieronder een overzicht van een aantal zaken die we hebben gepland: We gaan verder met het implementeren van een leerlingvolgsysteem op sociaal emotioneel terrein, Zien! Dit schooljaar gaan de bovenbouw leerlingen de vragenlijst van Zien! invullen. De onderbouw leerkracht gaan verder aan de slag met DORR en oriënteren zich op eventueel een andere methode. De bovenbouw gaat verder met het uitzoeken van geschikte zaakvakken. We gaan verder met het projectmatig werken. Daarnaast laten we ons voorlichten over de huidige methoden die op de markt zijn en dan vooral op ict gebied en we gaan verder kijken naar 4x wijzer. We zijn begonnen met het invoeren van coöperatieve werkvormen in alle groepen. In het schooljaar 2015-2016 gaan we hier mee verder. Op deze manier willen we kinderen mee eigenaar laten worden van hun werkproces. Dit schooljaar moet het meer een middel zijn. Er zal scholing op komen. We gaan verder met begrijpend lezen. Er is een stuk geschreven en we gaan aan de slag met het vloeiend lezen en begrijpend luisteren. Ook willen we kijken hoe we vooral de zwakke leerlingen beter hulp op maat kunnen geven. We krijgen scholing van Karin van de Mortel. Dyslectische kinderen gaan aan het werk met Kurzweil. Er zal scholing voor kinderen en leerkrachten komen. Hoogbegaafdheid; het materiaal wat aanwezig is binnen de school in kaart brengen. Vervolgens kijken wat we nog eventueel nodig hebben De groepsplannen moeten weer meer een handzaam werkdocument worden. Een werkgroep is hier mee bezig. Daarnaast gaan we aan de slag met het verbeteren van het analyseren van toetsen. We gaan bespreken of een andere vorm van leren (gepersonaliseerd, eigenaarschap, coöperatief leren) een weg is die ons onderwijs kan vernieuwen, aan laten passen bij de nieuwe mogelijkheden en het rendement verbeteren. Ook de rol van ICT bepalen speelt hierbij een rol De gemaakte borgingsdocumenten evalueren en bijstellen. Daarnaast moeten er borgsingsdocumenten komen voor schrijven, studievaardigheden en de zaakvakken. We gaan aan de slag met kind gesprekken en eventueel een andere vorm van rapportage. De schoolbibliotheek zal in werking gaan. Scholing voor leerkrachten op coöperatieve werkvormen, analyseren van toets gegevens, Met Sprongen Vooruit, Kurzweil, begrijpend lezen.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
29
* de streefdoelen
Technisch lezen CITO Drie-Minuten-Toets LOVS-Totaal Groep
Streefdoel
3
4
5
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
70%
90%
70%
90%
70%
90%
70%
90%
70%
90%
70%
90%
CITO Spelling LOVS-Totaal Groep
Streefdoel
3
4
5
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
70%
90%
70%
90%
65%
90%
70%
90%
65%
90%
70%
90%
CITO Begrijpend lezen LOVS-Totaal Groep
Streefdoel
3
4
5
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
70%
90%
70%
90%
70%
90%
60%
80%
70%
80%
70%
90%
CITO Rekenen-Wiskunde LOVS-Totaal Groep
Streefdoel
3
4
5
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
70%
90%
70%
90%
70%
80%
70%
90%
70%
90%
70%
90%
CITO Studievaardigheden Groep
Streefdoel
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
60%
80%
60%
80%
60%
80%
CITO Rekenen voor kleuters LOVS-Totaal Groep
1 I, II, III
Streefdoel
2 I, II, III, IV
70%
90%
I, II, III
I, II, III, IV
70%
90%
CITO Taal voor kleuters LOVS-Totaal Groep
1 I, II, III
Streefdoel
80%
2 I, II, III, IV 90%
I, II, III 90%
I, II, III, IV 95%
Alle activiteiten zijn opgenomen in het jaarplan 2015-2016 dat deel uit maakt van het schoolplan 20152019. In dit jaarplan zijn alle ontwikkelingen verder uitgeschreven en van doelstellingen voorzien. Dit plan wordt in september 2015 met de medezeggenschapsraad besproken en wordt ook geëvalueerd. Indien u meer details wilt weten over dit plan kunt u contact opnemen met de leiding van de school.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
30
Tot slot: De tijd en energie van leerkrachten moet vooral zitten in het primaire proces; het werken met kinderen. Het is daarom belangrijk dat er een goede organisatie is met een heldere structuur. Dit voorkomt dat er tijd verspild wordt over procedures en (vergeten) afspraken. Het goed afspreken en vastleggen van deze onderdelen van een schoolorganisatie is daarom belangrijk. Wij hebben dat gedaan en houden dat bij. Onderwijs kan alleen dan goed zijn als er een prima werksfeer en een goed (pedagogisch) klimaat is op school. Dit geldt zowel voor leerlingen als leerkrachten. Als mensen zich prettig en veilig voelen, zullen werkzaamheden ook prettiger en beter verlopen. Vandaar dat wij blijven werken aan een goede verstandhouding tussen ouders, leerkrachten en leerlingen.
5.4.
Opbrengsten 2014-2015
Hierbij de opbrengsten van 2014-2015 op de Cito-volgtoetsen. De inspectie stelt als minimumeis 50% I,II,III en 75% I,II,III,IV. Wij stellen zelf hogere doelen. Middentoets (februari) en Eindtoets (juni)
Technisch lezen CITO Drie-Minuten-Toets LOVS-Totaal Groep
3
4
5
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
Streefdoel
70%
90%
70%
90%
70%
90%
70%
90%
70%
90%
70%
90%
Februari 2015
83%
100%
94%
100%
81%
85%
79%
94%
88%
93%
92%
96%
Juni 2015
76%
94%
83%
100%
85%
93%
91%
94&
85%
95%
CITO Spelling LOVS-Totaal Groep
3
4
5
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
Streefdoel
70%
90%
70%
90%
65%
90%
70%
90%
65%
90%
70%
90%
Februari 2015
98%
98%
88%
100%
88%
100%
72%
87%
61%
89%
66%
86%
Juni 2015
82%
97%
83%
94%
84%
92%
78%
93%
59%
82%
CITO Begrijpend lezen LOVS-Totaal Groep
Streefdoel Februari 2015 Juni 2015
3
4
5
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
70%
90%
70%
90%
70%
90%
60%
80%
70%
80%
70%
90%
%
%
81%
100%
72%
80%
63%
81%
49%
74%
78%
92%
82%
91%
73%
100%
CITO Rekenen-Wiskunde LOVS-Totaal Groep
3
4
5
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
Streefdoel
70%
90%
70%
90%
70%
80%
70%
90%
70%
90%
70%
90%
Februari 2015
93%
96%
71%
95%
77%
92%
72%
96%
61%
81%
82%
90%
Juni 2015
94%
97%
82%
100%
77%
92%
75%
99%
54%
80%
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
31
CITO Studievaardigheden Groep
Streefdoel
6
7
8
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
60%
80%
60%
80%
60%
80%
76%
92%
Februari 2015 Juni 2015
84%
96%
62%
88%
CITO Rekenen voor kleuters LOVS-Totaal Groep
1
2
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
Streefdoel
70%
90%
70%
90%
Februari 2015
93%
100%
91%
97%
Juni 2015
100%
100%
CITO Taal voor kleuters LOVS-Totaal Groep
1
2
I, II, III
I, II, III, IV
I, II, III
I, II, III, IV
Streefdoel
80%
90%
90%
95%
Februari 2015
93%
100%
98%
98%
Juni 2015
100%
100%
5.5
Uitstroomgegevens 2014 – 2015 en Cito-Eindtoets
We willen als school er voor zorgen dat kinderen zich zo optimaal mogelijk op een breed terrein ontwikkelen. Daarbij streven we naar hoge opbrengsten. Deze opbrengsten zijn door ouders in te zien. Over de groeps- en schoolopbrengsten verantwoorden we ons bij de inspectie en ons schoolbestuur. Ontwikkelingen n.a.v. deze opbrengsten worden besproken met de medezeggenschapsraad. Hierbij de opbrengsten van de Cito-Eindtoets en de uitstroomgegevens van 2014-2015. Resultaten Cito-Eindtoets Totaalscore Cito Eindtoets (ongecorrigeerde score) Taal totaalscore ( percentage goed) Rekenen Wiskunde totaalscore (percentage goed) Studievaardigheden ( percentage goed) WO ( percentage goed)
2011 538,6 79,3 75,2 78,5 78,7
2012 538,4 74,7 77,3 80 78,7
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
2013 539 76,2 74,8 77 73
2014 539,9 78 45,6 31,7 67,4
2015 540,1 106,5 67,2 65,7
32
5.6.
Uitkomsten van een sterkte-zwakte analyse
Leerlingen
2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
Aantal zittenblijvers onderbouw (incl. verlengd kleuteren) (groep 1, 2, 3, 4)
6
2
0
1
1
Aantal zittenblijvers bovenbouw (gr. 5, 6, 7, 8) Aantal leerlingen (lln.) met individuele leerlijn. (voor 1 of meer vakgebieden)
2
0
0
1
0
3
2
3
1
1
Aantal lln. uitgestroomd naar andere basisschool Aantal lln. uitgestroomd naar SBO Aantal lln. uitgestroomd naar SO Aantal lln. groep 7 uitgestroomd naar VO Aantal lln. uitgestroomd om andere reden Aantal lln. dat vanuit groep 8 is uitgestroomd naar PRO Aantal lln. dat vanuit groep 8 is uitgestroomd met LWOO Aantal lln. dat is uitgestroomd naar het VO: VMBO Aantal lln. dat is uitgestroomd naar het VO: Havo
0 0 0 0 0 0
0 2 0 0 0 0
1 1 0 0 0 0
2 0 0 0 2 0
1 0 0 0 1 0
1
1
2
0
0
14 14
16 11
19 15
15 15
19 21
Aantal lln. dat is uitgestroomd naar het VO: VWO
13
12
9
11
10
In ons schoolplan (=een plan waarin het beleid over een breed terrein staat beschreven) staan o.a. plannen om het onderwijs op onze school te verbeteren. Als je planmatig wilt verbeteren, zal je moeten analyseren wat je sterke punten zijn en welke punten verbetering behoeven. Een aantal punten waarin wij we sterk staan, zijn een goed leerlingvolgsysteem, goede opbrengsten, een prima pedagogisch klimaat en een goede organisatie. Ook werken we met goede, moderne methoden en trekken we tijd uit voor kinderen die extra zorg nodig hebben. Het belangrijkste van alles is misschien het feit dat we een zeer gemotiveerd, kundig en enthousiast leerkrachtenteam hebben. Samen zijn we steeds bezig om ons onderwijs daar waar nodig te verbeteren. Uitgangspunt van veranderingen is altijd een prettig en veilig klimaat voor kinderen (en leraren), waarbij via lessen wordt gewerkt aan het optimaliseren van het sociaal en emotioneel leefklimaat. We werken verder aan het behalen van de doelen die we hebben gesteld op het gebied van de kernvakken. Daarin kunnen we nog progressie boeken (zie ook 7.1). Verder hebben de doorgaande lijn binnen de creatieve vakken onze aandacht. We blijven altijd bezig om ons onderwijs nog beter aan te passen aan de instructiebehoeftes van kinderen. Vooral voor hoogbegaafde kinderen dienen nadere accenten te worden bepaald. Ook het onderwijs aan het jonge kind is volop in verandering. We willen een kleuter, kleuter laten zijn, maar tegelijkertijd geen achterstand op laten lopen of cognitief vlak (taal en lezen). Daar constateren we een spanningsveld, waar we ons over willen buigen.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
33
6.
ALGEMENE ORGANISATIE
6.1.
Algemeen
Schoolbestuur Lauwers en Eems kent twee sectoren: een sector Primair Onderwijs, waar alle basisscholen onder vallen, en een sector Voortgezet Onderwijs, waar Het Hogeland College onder valt. Het dagelijks bestuur is belegd bi de directeur-bestuurder. De sector Primair Onderwijs van Schoolbestuur L&E kent per 1 augustus 2015 18 basisscholen, verdeeld over drie gemeentes: Winsum, De Marne en Eemsmond. De sector wordt geleid door de sectordirecteur. Sectordirecteur ad interim is de heer Harm Krol Voor contact: Noorderstraat 13, 9989 AA Warffum Tel: 0595 - 42 49 55 E-mail:
[email protected]
6.2.
Onderwijsteams
Vanaf augustus 2012 behoorde elke school bij een onderwijsteam. Dit is mede gedaan met als doel de kwaliteit het onderwijs verder te versterken. Werken vanuit het onderwijsteam betekende dat collega’s van verschillende schoollocaties onderling meer samenwerken en deskundigheid uitwisselen. Na een tussenevaluatie in 2014 is er besloten om een groot onderwijsteam in Winsum te splitsen. Op dit moment (zomer 2015) wordt na een grondige evaluatie een herstructurering van het primair onderwijs (inclusief de onderwijsteams) voorgesteld. Doel is om korte lijnen te genereren en de locatieleiding zo te positioneren, dat er een vorm van autonomie en slagkracht bij de school ligt. In de kern gaat het er om dat scholen blijven profiteren van het gemeenschappelijk beleid en elkaars expertise en ervaring. Vanuit een ondernemend klimaat zullen zij ook zelfstandig besluiten kunnen nemen die ten goede komen aan het onderwijs aan hun kinderen. Tot de voorgestelde herstructurering zijn de onderwijsteams bij Lauwers en Eems: Onderwijsteam De Marne: Solte Campe te Zoutkamp, Lydinge te Leens, Mandegoud te Kloosterburen. Onderwijsteam ‘t Hoogeland: De Getijden te Pieterburen, Octopus te Eenrum, Mathenesse te Rasquert, Jansenius de Vriesschool te Warffum Onderwijsteam Winsum: Tiggeldobbe te Winsum en De 9 Wieken te Winsum Onderwijsteam Reitdiep: Op Wier te Ezinge, De Kromme Akkers te Garnwerd, De Wierde te Adorp Onderwijsteam Eemsmond: Brunwerd te Uithuizen, Roodschoul te Roodeschool, De Sterren te Uithuizermeeden, Usquert te Usquert, De Klinkenborg te Kantens, Nijenstein te Zandeweer
6.3.
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR)
Alle boven genoemde scholen vallen onder hetzelfde bestuur. Zaken die voor alle scholen belangrijk zijn worden ook samen met de ouders en de personeelsleden besproken en vastgesteld. Dit gebeurt in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad: de GMR. Van elke MR heeft een vertegenwoordiger zitting in de GMR. De sectordirectie is de gesprekspartner van de GMR. Het dagelijks bestuur (DB) van de GMR bestaat uit: voorzitter: dhr. Herbert Schouten (oudergeleding) lid: mw. Catrien de Boer en mw. Olga Muurman (personeelsgeleding) mw. Clarien Koopmans (oudergeleding)
6.4.
Klachtenprocedure
In iedere organisatie kan het voorkomen dat er klachten zijn. Het kan hier gaan over een variëteit aan klachten; over het onderwijs dat gegeven wordt, over een leerkracht, over de school als geheel, maar ook over ongewenste zaken zoals seksuele intimidatie en discriminatie. Bij klachten is de eigen leerkracht van uw kind(eren) het eerste aanspreekpunt. Wendt u zich met klachten het eerst tot hem of haar. Is de klacht bij de desbetreffende leerkracht niet naar tevredenheid opgeschoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
34
lost, dan kunt u gaan praten met de locatiecoördinator. Deze zal dan met u de klacht bespreken en behandelen. De locatiecoördinator zal de directeur van de school op de hoogte houden van uw klacht. In sommige gevallen kan het raadzaam zijn om de directeur direct te betrekken bij het gesprek over de klacht. Als u er samen met de directeur van de school niet uitkomt, kunt u een schriftelijke klacht indienen bij het schoolbestuur. In de regel zal de sectordirectie dan met u in gesprek gaan, om te bezien hoe uw klacht kan worden opgelost. Een enkele keer komt het voor dat een ouder niet tevreden is over de afhandeling van de klacht. Dan kan deze zich wenden tot de Landelijke Klachtencommissie. Het adres vindt u hieronder. 1
In geval het een klacht betreft aangaande ongewenste seksuele intimiteiten ( ), wordt deze niet zo maar binnen de organisatie opgelost. In het kader van deze klachtenregeling voor ernstige en/of zeer gevoelige situaties hebben wij de directeur als contactpersoon aangesteld, met als taak door te verwijzen naar de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon - iemand van buiten de schoolorganisatie - zal eerst nagaan of u geprobeerd hebt de klacht binnen de school op te lossen, of dat dit alsnog mogelijk is. Is dit niet mogelijk, dan kan de vertrouwenspersoon u helpen met het indienen van een klacht bij de onafhankelijke landelijke klachtencommissie. Het schoolbestuur heeft zich daartoe aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie, die gevestigd is in Utrecht. Verstaan wordt onder ongewenste intimiteiten: “Alle als ongewenst ervaren, seksueel getinte aandacht die verbaal (met woorden), non-verbaal (zonder woorden, maar bijvoorbeeld via gebaren) of fysiek kan zijn". Het kan gaan om gesprekken, grapjes of aanrakingen die seksueel geladen zijn. Uiteraard is ons hele doen en laten erop gericht, ongewenste intimiteiten waarbij leerlingen betrokken zijn te voorkomen. Belangrijke zaken daarvoor zijn voor ons een goed en veilig, plezierig schoolklimaat waarbinnen geen ruimte is voor dergelijke gedragingen. Klachtencommissies Landelijke klachtencommissie Secretariaat, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen GGD algemeen Postbus 584, 9700 AN Groningen
6.5.
030 - 2809590
tel:
050 - 3674000
tel.
0595 – 412794
Vertrouwenspersonen
Binnen L&E, voor de begeleiding bij de indiening van een klacht: De heer A. Tuntelder, Uithuizermeeden Vacature
6.6.
tel:
Verzekering van de leerlingen, personeel en vrijwilligers
Voor alle personeelsleden van Schoolbestuur L&E is een WA verzekering (Wettelijke Aansprakelijkheid) afgesloten. Stagiaires en vrijwilligers (ouders die helpen) vallen ook onder deze verzekering. De aansprakelijkheidsverzekering is bedoeld voor gevolgschade na een gebeurtenis. Voorwaarde voor een eventuele erkenning van de aansprakelijkheid is uiteraard, dat de juridische aansprakelijkheid van het bestuur komt vast te staan. Is er bijvoorbeeld duidelijk sprake van een schuld bij een leerling, dan is het gebruikelijk de ouders of verzorgers van die leerling aansprakelijk te stellen. Naast de WA verzekering is er een doorlopende schoolreisverzekering (inclusief een collectieve ongevallen- en reisbagageverzekering en buitengewone kosten voor kinderen en begeleiding). Deze verzekering is ook van toepassing tijdens excursies of uitstapjes.
6.7.
Rookbeleid in het schoolgebouw
Voor alle scholen van Schoolbestuur L&E geldt in en in de directe nabijheid van de gebouwen een algemeen rookverbod.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
35
6.8.
Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Meldpunt vertrouwensinspecteurs Voor klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld Allerlei vragen over onderwijs
6.9.
tel: 0900 - 1113111
tel: 0800 - 8051 (gratis)
Schorsen en verwijderen van leerlingen
Gelukkig komt deze maatregel binnen L&E zelden voor. Toch kan de schoolleiding in het uiterste geval een leerling voor een time out (tijdelijk de toegang tot school ontzeggen) of verwijdering (definitief de toegang ontzeggen) voordragen aan de sectordirecteur primair onderwijs. Schorsing (een time out geven) en verwijdering van een leerling is in het algemeen mogelijk als een leerling (of diens ouders) wangedrag vertoont en de orde en rust in de school en –omgeving in het geding zijn. Als de directeur van de school iemand ter schorsing of verwijdering voordraagt aan de sectordirecteur primair onderwijs, zal deze de voordracht bespreken met het schoolbestuur, waarop het bestuur de schorsing of verwijdering kan bekrachtigen. Ouders worden daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld. Ook de onderwijsinspectie en leerplichtambtenaar zullen worden ingelicht. Voor het kind zal door de school voor huiswerk worden gezorgd. Ouders kunnen tegen dit besluit schriftelijk in beroep gaan. Indien er tot een schorsing wordt overgegaan, is dat om duidelijk te maken aan kind en/of ouders dat de grens bereikt is. Het is een ordemaatregel, waarin door middel van gesprekken met ouders en kind vervolgafspraken gemaakt kunnen worden. Hierin kan ook de mogelijkheid van verwijdering worden besproken als volgende stap. Het schorsen van de leerling/ het geven van de time-out heeft voor ons vooral een opvoedkundige werking. Het is een manier voor de school om, als het ware, aan de noodrem te trekken en aan te geven dat gedragsverandering van het kind echt noodzakelijk is. Onze ervaring leert dat deze maatregel – hoewel zelden toegepast- bijna altijd leidt tot gedragsverbetering bij het kind en het samen optrekken tussen school en ouders bevordert. Belangrijke voorwaarde voor definitieve verwijdering van een leerling is dat dit pas mag plaatsvinden, nadat er een andere school bereid is gevonden deze leerling toe te laten. Ouders kunnen binnen zes weken bezwaar maken tegen verwijdering bij het bevoegd gezag en de zaak eventueel voorleggen aan de rechter.
6.10. Sponsoring Aan sponsoring wordt geen medewerking verleend.
schoolgids o.b.s. Tiggeldobbe 2015 - 2016
36