SCHOOLGIDS Ds. Deeleman Basisschool

SCHOOLGIDS 2014-2015 Ds. Deeleman Basisschool

Een woord vooraf

De basisschool is een stukje van je leven. Voor de kinderen en voor u. Jarenlang is er diezelfde weg van huis naar school en weer terug. In de loop van de jaren vertrouwt u uw kind zo’n 8.000 uur toe aan de zorg van de juffen en meesters van de basisschool. Dat is een belangrijk deel van een kinderleven. Een basisschool kiest u dan ook met zorg. Deze schoolgids is geschreven om onze school aan u voor te stellen en u te helpen bij uw keuze. In deze schoolgids trachten we u een, zo compleet mogelijk, beeld te geven van onze school. We geven daarbij nauwkeurig aan vanuit welke gedachten we willen werken met kinderen en wat daarbij onze doelstellingen zijn. We omschrijven onze onderwijsinhouden en onze werkwijzen en daarnaast treft u in deze gids ook tal van praktische zaken van de school aan. We vinden het van wezenlijk belang dat ouders en andere geïnteresseerden een goede inkijk in onze school krijgen, zodat de samenwerking tussen ouders en de school van meet af aan duidelijk is en goed verloopt. Met veel zorg hebben we dan ook geprobeerd om in deze schoolgids een zo duidelijk mogelijk beeld van de Ds. Deeleman Basisschool te scheppen. Deze schoolgids heeft de instemming van zowel het personeelsdeel als het ouderdeel van de medezeggenschapsraad. Wij hopen dat deze schoolgids een bijdrage levert aan een intensief contact en een goede verstandhouding tussen ouders en school. Betrokkenheid van ouders is immers onmisbaar voor team én kinderen. Kinderen leren beter en vinden het leuker op school als ouders en school “samen de school maken”. Het vormt een belangrijke pijler in de begeleiding van kinderen. Mochten er tijdens het lezen nog vragen, opmerkingen en/of suggesties ontstaan, stel ons daarvan op de hoogte! Mocht u meer informatie wensen, kunt u altijd terecht bij het team. Tot slot wensen wij alle leerlingen en ouders een fijne schooltijd toe op de Ds. Deeleman Basisschool Met vriendelijke groeten,

Namens team Ds. Deeleman Basisschool Maartje Merry

Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

Inhoudsopgave 1. Voorwoord

1

2. Inhoudsopgave

2

3. De school

3

4. Waar staat onze school voor?

8

5. Organisatie van ons onderwijs

12

6. De zorg voor de leerlingen

19

7. Ouders

28

8. Inspraak ouders

40

9. Leerplicht

41

10. Ontwikkeling onderwijs

43

11. Resultaten van het onderwijs

44

12. Adressenlijst

45

13. Verklarende woordenlijst

47


2

De School 3.1 Algemeen Naam: Adres: Postcode/plaats: Telefoon: E-mail: Internet: Directeur: Intern begeleider: Fusiebegeleider:

P.C. Ds. Deeleman Basisschool St. Catharinaplantsoen 6 6127 BC Grevenbicht 046-4857151 [email protected] www.deeleman-bs.nl Mevr. M. Merry-Gehlen Mevr. R. Timmermans (plv directeur) Mevr. I. Beaumont

3.2 Identiteit In het dorp Grevenbicht, dat ingesloten ligt tussen de Maas en het Julianakanaal, vindt u de Ds. Deeleman Basisschool. Een Protestant Christelijke basisschool met open deuren voor ‘andersdenkenden’. Een ‘open’ school, omdat wij vinden dat elk kind, ongeacht levensovertuiging, culturele achtergrond of afkomst recht heeft op goed onderwijs. De Ds. Deeleman Basisschool mag daarom beschreven worden als een christelijke ontmoetingsschool, waarbinnen het onderwerp identiteit een belangrijke rol speelt. We zijn een ontmoetingsschool, waar kennismaking en respect voor andere denkbeelden en culturen actief onder de aandacht gebracht worden. Er wordt ingegaan op verschillen, om er van te leren iedereen in zijn waarde te laten en te respecteren. We willen daarmee de school tot een plek maken waar kinderen zich veilig en geborgen voelen. Het welbevinden (in alle opzichten) van eenieder is daarbij voor ons een graadmeter. 3.3 Schoolcultuur Als professionele organisatie zijn we er ons van bewust dat we altijd te maken hebben met veranderingen in de interne en externe omgeving. Dit maakt het noodzakelijk dat wij ons voortdurend bezig houden met de herijking van de kwaliteit van onze dienstverlening, zodat we onze missie, ambitie en doelen kunnen blijven waarmaken. We zijn ‘zelfkritisch’ en toetsen ons voortdurend om de kwaliteit van onze werkprocessen te kunnen waarborgen. Voor leerkrachten betekent dit dat zij reflecteren op hun handelen en aan hun competenties blijven werken. Dit vraagt een professionele teamcultuur die gebaseerd is op gezamenlijke verantwoordelijkheid. We zijn ons er terdege van bewust dat wij samen verantwoordelijk zijn voor het vormgeven van een rijke leeromgeving, het bieden van inspirerend onderwijs van de hoogste kwaliteit en het recht doen aan de meervoudigheid van talenten van kinderen. Het team van de Ds. Deeleman Basisschool vormt vanuit dit verantwoordelijkheidsgevoel een lerende organisatie.


3

De Ds. Deeleman Basisschool kent een laagdrempelige sfeer. Er is gedegen aandacht voor een cultuur waarin samenwerking met (in eerste lijn) ouders centraal staat. Educatief partnerschap is hierbij het belangrijkste uitgangspunt. Educatief partnerschap wil zeggen dat wij er van uit gaan dat de school en ouders gelijkwaardige partners zijn in de educatie, de opvoeding en het onderwijs, zij het dat de eindverantwoordelijkheden van ouders en professionals verschillen. We zijn partners die een gezamenlijk belang hebben, namelijk optimale voorwaarden creëren voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, thuis en op school. Samen kunnen wij meer bereiken dan ieder voor zich afzonderlijk. Daarom moet er sprake zijn van wederzijdse betrokkenheid die zich kan uiten in meeleven, meehelpen, meedenken en meebeslissen. 3.4 Schoolgebouw Het schoolgebouw waarin de Ds. Deeleman Basisschool is gehuisvest is in 1963 gebouwd, maar heeft inmiddels ingrijpende verbouwingen ondergaan. Hierdoor voldoet het aan alle kwaliteitseisen waaraan een school in deze tijd moet voldoen. De school is gesitueerd aan het St. Catharinaplantsoen 6 in het kerkdorp Grevenbicht, behorende tot de gemeente Sittard-Geleen. Vlakbij de school liggen o.a. een bibliotheek, gymzaal en gemeenschapshuis. Hier wordt door de school veelvuldig gebruik van gemaakt. 3.5 Historie van de school De Ds. Deeleman Basisschool is ontstaan in een periode dat niet alleen protestanten, maar ook katholieken eigen (bijzondere) scholen gingen oprichten. Tot in de jaren twintig van de vorige eeuw bestond er in Grevenbicht alleen een openbare school. Nadat een grondwetswijziging het makkelijker maakte om bijzondere scholen op te richten, nam dominee Deeleman in 1930 het initiatief om een protestantse school op te richten. Die school krijgt één leslokaal in het dan bestaande openbare schoolgebouw aan de Greune Poal. Meester Winkelman geeft in 1932 zijn eerste les aan veertig leerlingen. Daarmee is een voor Limburg unieke dorpsschool op protestant-christelijke basis gesticht. De school die in 1932 van start ging, valt direct op door de voor die tijd moderne statuten. Op de Ds. Deeleman Basisschool kiest men namelijk voor een schoolstatuut gebaseerd op een algemeen christelijke geloofsbelijdenis. Dit betekent dat onderwijs zal worden verstrekt aan zowel protestantse kinderen als aan kinderen van een andere geloofsbelijdenis. Dit open karakter kenmerkt de school nu nog steeds. In 1964 verhuist de school naar het huidige adres aan het St. Catharinaplantsoen. Een aantal ingrijpende verbouwingen hebben er toe bijgedragen dat het gebouw voldoet aan de eisen die het onderwijs in de 21e eeuw stelt. De school heeft sinds 1930 deel uitgemaakt van een protestant-christelijke vereniging, laatst bekend als VPCOB (Vereniging Protestant Christelijk Onderwijs Born). Het door de leden gekozen dagelijks bestuur van de vereniging was verantwoordelijk voor de aansturing van de school. In januari 2008 besluit men de status van “éénpitter” op te heffen en gaat deel uitmaken van overkoepelend schoolbestuur Kindante (zie voor meer informatie 4.4). Met name de voordelen van schaalgrootte voor personeel en onderwijsvormgeving liggen aan deze keuze ten grondslag.


4

3.6 Personeel Er zijn op de Ds. Deeleman Basisschool 11 personeelsleden werkzaam. Te weten: 7 groepsleerkrachten, 1 IB’er, 1 conciërge, 1 managementassistente en 1 directeur. Twee groepsleerkrachten hebben een fulltime aanstelling op de school. De overige medewerkers zijn parttime aangesteld. De verhouding manvrouw is 1:10. De leeftijdsopbouw is als volgt: 20-30

30-40

40-50

50-60

3

5

1

2

> 60

Intern begeleider Wij vinden het belangrijk dat leerlingen aangesproken worden op hun mogelijkheden. Dit betekent dat wij alle kinderen willen laten werken op hun eigen niveau om hun ‘talent’ optimaal te benutten. De groepsleerkrachten zijn hiervoor verantwoordelijk. Zij trachten het primaire onderwijsproces en de daarbij behorende zorg af te stemmen op de leervraag van de (individuele) leerling(en). De intern begeleider kijkt hierbij voortdurend over ‘de schouder mee’. Indien nodig ondersteunt hij de leerkrachten bij het afstemmen, signaleren en analyseren van onderwijsleerproblemen. Daarnaast is de intern begeleider verantwoordelijk voor het coördineren, continueren en controleren van zorg(trajecten) binnen de gehele schoolorganisatie. Minimaal 5 keer per jaar vindt er een overleg plaats tussen de intern begeleider en de directeur van de school. ICT-coördinator De computer wordt op school steeds meer gebruikt als leer- en hulpmiddel, door zowel de leerlingen als het (onderwijzend) personeel. Een ICTcoördinator innoveert, stimuleert en ondersteunt daar waar nodig. ICT-coördinator: Dhr. W. Vek 3.7 De directie Directeur: Plv. Directeur: Fusiebegeleider:

Mevr. M. Merry-Gehlen Mevr. R. Timmermans Mevr. I. Beaumont

De directeur is op maandag en vrijdag op school aanwezig. Dat betekent dat zij deze dagen (in principe) bereikbaar is voor ouders. U kunt altijd telefonisch (046-4857151) e/o per mail ([email protected]) een afspraak met haar maken. De belangrijkste taak van de directeur is het voorbereiden, implementeren en evalueren van organisatorisch beleid. Daarnaast draagt hij er zorg voor dat beleid en praktijk dicht bij elkaar blijven. Bij (langdurige) afwezigheid van de directeur neemt mevr. R. Timmermans de honneurs waar en is zij aanspreekpunt voor leerkrachten en ouders. Mevr. I. Beaumont vertegenwoordigt de Ds. Deeleman basisschool in het fusietraject. Haar taak is team, MR en ouders te betrekken bij en het informeren over het fusietraject. Zij is wisselend op school aanwezig. U kunt altijd per mail ([email protected]) een afspraak met haar maken. Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

5

3.8 Ouderpopulatie Ouders van kinderen op de Ds. Deeleman Basisschool tonen een zeer hoge mate van betrokkenheid. De verschillende geledingen, zoals MR en OR waarbinnen ouders mogen participeren zijn goed bemand en leveren ieder op een eigen wijze een kwalitatieve bijdrage aan de schoolorganisatie. Daarnaast zijn er ook nog veel ouders die graag ‘de handen uit de mouwen steken’ en leerkrachten ondersteunen tijdens school- e/o groepsactiviteiten gedurende het schooljaar. Het sociaal-economisch milieu is gemiddeld tot bovengemiddeld en ouders met een middelbare of hogere opleiding vormen duidelijk de meerderheid. 3.9 Kwaliteitsverbetering De Ds. Deeleman Basisschool is steeds bewust in ontwikkeling, past nieuwe onderwijskundige ideeën toe en heeft grote zorg voor alle kinderen. Op planmatige wijze (SMART beschreven) werken we voortdurend aan de ontwikkeling van onze school. We zijn ons hierbij terdege bewust van het feit dat, wat goed onderwijs is en wat dus goede leraren zijn geen onveranderlijk, stabiel gegeven is. Het hangt samen met opvattingen, waarden en normen in de maatschappij en verandert mee met de veranderende samenleving. We volgen dus nauwgezet de maatschappelijk ontwikkelingen om tijdig te kunnen anticiperen. In ons schoolplan 2012-2015 staan de ontwikkelingen voor de komende planperiode nauwkeurig beschreven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zo specifiek mogelijk beschreven strategische doelen. Deze doelen zullen op operationeel niveau vertaald worden in het schooljaarplan. De daarin opgenomen ontwikkelingen, doelen die de school in een jaar wenst te realiseren, worden op de eerste algemene ouderavond toegelicht. De jaarplannen van schooljaar 2014-2015 zijn vooral gericht op het fusietraject. Tijdens de FIA-avonden wordt u als ouders geïnformeerd over het verloop van deze plannen. Kwaliteit is een alles-overkoepelend begrip. Dus ook de inzet en ontwikkeling van het personeel behoort tot het begrip kwaliteit. Het is namelijk het menselijk kapitaal waarmee de kwaliteit van onderwijs wordt gerealiseerd. Hier wordt op de Ds. Deeleman Basisschool gericht aandacht aan besteed. Dit wordt vorm gegeven in IPB (Integraal Personeel Beleid). Het IPB wordt ingebed in een cyclus voor persoonlijke ontwikkeling, functioneren en beoordelen. Het cyclisch IPB-model mag absoluut niet worden los gezien van de schoolontwikkeling en kwaliteitszorg. Dit betekent dat er gekeken wordt welke ontwikkeling de leerkracht moet doormaken om te kunnen blijven voldoen aan de kwaliteitseisen van de Ds. Deeleman Basisschool. Op grond hiervan kunnen collectieve e/o individuele scholingstrajecten ingekocht worden. Het streven naar persoonlijk meesterschap (gekoppeld aan de gemeenschappelijke visie) is hierbij het belangrijkste uitgangspunt.


6

3.10 Studiedagen / -middagen Wij bieden op de Ds. Deeleman Basisschool kwalitatief onderwijs voor alle kinderen. Om de kwaliteit van onderwijs te kunnen waarborgen, blijven wij werken aan de ontwikkeling van onze medewerkers. De medewerkers van onze school volgen zowel op individueel- als op teamniveau verschillende cursussen en opleidingstrajecten. De keuze van de cursussen en opleidingstrajecten is gebaseerd op de behoeften die de school heeft in het kader van haar onderwijsvisie. Hierbij stellen we ons voortdurend de vraag “waar willen wij als school naar toe” en “wat hebben wij daar voor nodig”. Om de kwaliteitsontwikkeling op teamniveau (binnen de fusieschool) gedegen gestalte te geven organiseren wij zes interne studiedagen en zeven studiemiddagen. Voor de studiedagen van dit schooljaar verwijzen we u naar de schoolkalender. Deze studiedagen en middagen zijn in samenwerking met bs. Pastoor Franck en bs. Willibrordus.


7

Waar staat onze school voor? 4.1 Onze gezamenlijke missie Uiteraard is de hoofdtaak van onze school het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Het voldoen aan de wettelijke kaders (onder andere de kerndoelen) vormt daarbij een belangrijke onderlegger. De belangrijkste voortvloeiende opdracht vanuit onze hoofdtaak is ‘kinderen van nu toerusten en voorbereiden om morgen goed te functioneren’ oftewel: ‘kinderen gedegen voorbereiden op deelname aan de samenleving’. Binnen het onderwijsleerproces spelen kennis, vaardigheden en houding een centrale rol. Om groei binnen deze elementen mogelijk te maken is het van belang een leeromgeving te creëren die tegemoet komt aan de intrinsieke motivatie (de natuurlijke drang tot leren) van kinderen en hun onderlinge verschillen. We willen dit door de aan ons toevertrouwde kinderen een arrangement te bieden op basis van: - Een veilig leef/leerklimaat - Een brede ontwikkeling - Een rijke en inspirerende leeromgeving - Eigentijds leren - Passende onderwijszorg De bovenstaande begrippen zijn zogenaamde ‘containerbegrippen’. Er valt weer een veelvoud aan andere onderwijsbegrippen onder. Om begrippen hanteerbaar te maken hebben wij er een aantal belangrijke kernwoorden uit gedestilleerd, te weten welbevinden, boeiden, adaptief en professioneel. Deze kernwoorden dienen als basis voor het door ons te vormen onderwijs aan onze leerlingen, ons (inhoudelijk) handelen en beroepshouding. Bij de realisatie van de missie werkt onze school vanuit de volgende kernwaarden: - Het kind centraal Ieder kind krijgt de kans zijn talenten op basis van uniciteit, optimaal te ontwikkelen. Een basisvoorwaarde hiervoor is gedegen en vernieuwend onderwijs bieden dat aansluit bij de behoeften en talenten van de leerling. Competentieontwikkeling, meervoudige intelligentie, zelfstandig en gezamenlijk leren zijn daarbij kernwoorden. - Identiteit De Ds. Deeleman Basisschool is een Protestant Christelijke school: een ontmoetingsschool, waar kennismaking en respect voor andere denkbeelden en culturen actief onder de aandacht gebracht worden. Er wordt ingegaan op verschillen, om ervan te leren iedereen in zijn waarde te laten en re respecteren. - Spiritualiteit Onze school staat voor waardengericht onderwijs, ingebed in de eigenheid van de organisatie en de gemeenschap. Het creëren van een veilig leef- en leerklimaat waarin iedereen zich gewaardeerd en geaccepteerd voelt en er sprake is van wederzijds respect voor elkaars sterke en zwakke kanten. Onze leerlingen krijgen inzicht in hun eigen leerproces en leren na te denken over hun eigen leren en handelen zodat ze medeverantwoordelijk worden voor hun eigen leer- en levensproces. Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

8

- Vrijheid in eigenheid Binnen de grenzen van de uitgesproken kwaliteitsambities en de gemeenschappelijke identiteit behoudt onze school zoveel mogelijk de eigen identiteit, cultuur, uitstraling en plaats binnen de gemeenschap. - Subsidiariteit Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden voor zover mogelijk en effectief/efficiënt, zo laag mogelijk in de organisatie neergelegd met de daarbij behorende verantwoordingsplicht. - Solidariteit Onze school kan rekenen op onderlinge solidariteit ter vergroting van het gezamenlijke beleidsvoerend vermogen en ter voorkoming en spreiding van risico’s. De onderliggende waarde van het solidariteitsprincipe is dat elk kind, dat onderwijs geniet op een school van onze stichting, gelijkwaardige rechten heeft op goed onderwijs. 4.2 Visie op identiteit en samenleving De inrichting van ons onderwijs, de keuze van leermethodes, de omgangsvormen van leraren, leerlingen en ouders moeten de concrete elementen zijn waarin de visie, onze idealen, te ontdekken zijn. Natuurlijk is in de school, binnen de vermelde inrichting van het onderwijs, naast en buiten het vak godsdienst ruimte voor de overdracht van waarden en normen en ook tradities. Verhalen worden verteld, feesten worden gevierd en daar waar nodig uitgelegd en verklaard. Andersdenkenden en mensen uit andere culturen, mogen er op rekenen dat er respect is voor hun afkomst en denken. Hierbij gaan we er wel van uit, dat door hen onze Protestant Christelijke status gerespecteerd wordt. Concreet is voorgaande terug te vinden in: - De cultuur waarmee de mensen in de school met elkaar om willen gaan; respect voor elkaar, eerlijkheid, openheid, fatsoen, dienstbaarheid, gastvrijheid, saamhorigheid, verbondenheid en zorg. - De respectvolle aandacht voor andere culturen en geloven. - Vieringen vanuit de Christelijke tradities: Kerstmis, Pasen en Pinksteren.


9

4.3 Visie omtrent andere aspecten binnen ons onderwijs Drie aspecten willen wij iets nader beschrijven waardoor meer duidelijkheid ontstaat over onze intenties. - Het pedagogische aspect In onze school gaan we er van uit dat het kind centraal staat. Het kind als zich ontwikkelende persoonlijkheid, die gebaat is bij het zo veel mogelijk leren voor later. Dit binnen een klimaat waarin welbevinden en veiligheid centraal staan. Het realiseren van gevoelens van competentie, relatie en autonomie vormen daarbij de basis. - Het cognitieve aspect Wij willen de kinderen, binnen hun eigen mogelijkheden, optimale kansen bieden om zoveel mogelijk relevante kennis te verwerven en zich zo optimaal te ontwikkelen. Kennis vanuit, onder andere een maatschappelijk relevant, eigentijds en onderwijskundig verantwoord leerstofaanbod. Hierbij kiezen wij voor een adaptieve aanpak; onderwijs dat past bij de individuele leerlingen. Daarbij bevorderen wij dat leerlingen actief betrokken zijn bij het leerproces. De kerndoelen vormen daarbij het richtsnoer. - Het onderwijskundige aspect De aandacht voor dit aspect wordt geoperationaliseerd in de professionalisering van de leraren in onze school. Professionalisering in de richting van het omgaan met moderne methodes, het rekening houden met verschillen tussen leerlingen, effectieve instructie, de optimalisering van de participatie van en het omgaan met ouders, de verdere ontwikkeling van de leerlingenzorg en de voortschrijdende invulling van het kwaliteitsbeleid. Hierbij werken wij als team zo optimaal mogelijk samen en maken gebruik van elkaars kwaliteiten. Daartoe gaan we op een positieve, respectvolle, open en eerlijke manier met elkaar om. 4.4 Stichting Kindante, Leren leren, leren leven Stichting Kindante bestuurt 40 scholen voor basisonderwijs in de gemeenten Beek, Echt-Susteren, Sittard-Geleen, Schinnen, Stein en Maasgouw. Verder ressorteren onder het bestuur 3 SBO scholen en 2 SO-scholen (ZMOK –ZMLK). De scholen van stichting Kindante zijn katholiek, protestants-christelijk, algemeen bijzonder of openbaar op een manier die bij onze tijd past. Binnen de scholen van Kindante staat het kind voorop. Ieder kind is uniek en heeft talenten. Kindante is een onderwijskundige organisatie waar alle talenten in onze scholen kansen krijgen, groot kunnen en mogen worden, waar een ieder ongeacht achtergrond of afkomst zich welkom, gekend en erkend weet in authenticiteit en autonomie.


10

We bieden een omgeving die zich kenmerkt door veiligheid, uitdaging, plezier en transparantie en onderwijs dat boeit en uitdaagt en uit kinderen wil halen wat er in zit. Daar waar het moet en waar het ook kan, bieden we onderwijs op maat. Binnen ons onderwijs wordt het kind in staat gesteld zich te ontwikkelen tot een kansrijke medeburger welke zelfbewust en maatschappelijk betrokken deelneemt aan de samenleving”. Leren ‘leren’ en leren ‘leven’ is hierbij het motto. We willen niet alleen de kinderen maar ook hun ouders leren kennen omdat ze onze belangrijkste educatieve partners zijn. Binnen het bestuurlijk concept van Kindante is het belangrijk dat iedere school binnen de wijk waarin de school gelegen is, tezamen met ouders vorm geeft aan het eigen schoolprofiel. Naast dat eigen gezicht van iedere school worden binnen Kindante onderwijskundige ontwikkelingen in gang gezet, waaraan alle scholen op een eigen manier en kijkend naar de schoolpopulatie vormgeven. Kindante-scholen willen kwaliteitsscholen zijn, waar de kinderen geprikkeld worden zich optimaal te ontwikkelen en nadrukkelijk ook de mogelijkheid krijgen zich veelzijdig en harmonisch te ontwikkelen. Over de bereikte resultaten en de mate waarin we hierin succesvol zijn leggen we intern en extern verantwoording af. Het College van Bestuur van Kindante bestaat uit: drs. Y. Prince en dhr. M. van den Eijnden De voorzitter van de Raad van Toezicht is: mevr. C. Langen. Het college van bestuur en het bureau Kindante zijn gehuisvest op onderstaand adres: Arendstraat 10 6135 KT Sittard tel. 046 – 4363366 Het postadres is: Stichting Kindante, Postbus 5156, 6130 PD Sittard 4.5 Traktaties en verjaardagen Trakteren bij feestelijke gelegenheden is een goede gewoonte. Traktaties mogen feestelijk zijn en lekker, maar niet overdreven veel. Gezond snoepen verdient hierbij de voorkeur. De leerlingen in de bovenbouw (5-8) vieren hun verjaardag op ‘andere’ wijze. Er wordt niet meer getrakteerd, maar een vrijwillige bijdrage in de verjaardagspot gestopt. Met de eindopbrengst zal de leerkracht aan het einde van het schooljaar een feestelijke activiteit voor de klas organiseren. Natuurlijk wordt er op de dag zelf wel nog voor de jarige leerling gezongen! De verjaardagen van de leerkrachten worden middels een gezamenlijke ’meester en juffendag’ gevierd. Deze feestelijke dag zal dit schooljaar plaatsvinden op woensdag 22 april 2015.


11

4.6

Folderbeleid commerciële en niet-commerciële partijen

Commerciële partijen gebruiken de school steeds vaker voor hun reclame– en wervingsactiviteiten. Met grote regelmaat worden wij benaderd om flyers en reclamefolders uit te delen. Op grond daarvan hebben wij het standpunt ingenomen geen actieve rol te willen spelen aangaande reclame- e/o wervingsactiviteiten van commerciële en niet-commerciële partijen. Bedrijven en verenigingen mogen hun reclamemateriaal op school afgeven. De leerkrachten fungeren echter niet meer als ’tussenpersoon’ door materialen onder de leerlingen te verspreiden. Reclamematerialen zullen op het prikbord e/o op de leestafel geplaatst worden in de entree van de school. De leerkrachten zullen de kinderen regelmatig er op attenderen een blik op het prikbord en de leestafel te werpen. Activiteiten (met een niet-commercieel karakter) vanuit de dorpsgemeenschap (Sint Maarten, Sinterklaas, Pinksterprocessie) zullen wel nog via de school gepromoot worden.

De organisatie van ons onderwijs 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk geven wij u een beeld van hoe de organisatie op onze school in elkaar steekt. Tussen de tijd dat u zelf de eerste stappen in de kleuterschool of “lagere school”, c.q. basisschool heeft gezet en de huidige tijd is wel het één en ander veranderd. 5.2 Organisatie school Op de Ds. Deeleman Basisschool wordt gewerkt volgens het jaargroepensysteem. Dat betekent dat we kinderen op grond van hun leeftijd indelen in een bepaalde groep. Daarnaast zijn wij door het geringe aantal leerlingen genoodzaakt groepen te combineren. Wij werken dus met combinatiegroepen. Op dit moment zijn er 4 groepen, met gemiddeld 18 leerlingen. Groep 1/2 is de kleutergroep en vormt samen met groep 3/4 de onderbouw. Groep 5/6 noemen wij de middenbouw, terwijl groep 7/8 de bovenbouw omvat. We willen ons sterker richten op de individuele behoeften van leerlingen in de midden- en bovenbouw. Dit doen wij door taakdifferentiatie-uren te creëren. Tijdens deze differentiatie-uren krijgen de leerlingen individueel of in kleine groepjes extra aandacht (instructie en oefentijd) in het vak waar ze extra behoefte aan hebben. 5.3 Combinatiegroepen We spreken in het onderwijs van combinatiegroepen, wanneer twee of meer jaargroepen hetzelfde klaslokaal en dezelfde leerkracht delen. Een meerderheid van de basisscholen in Nederland heeft één of meer van zulke combinatiegroepen. Vaak wordt men daartoe gedwongen omdat er in een jaargroep te veel of te weinig leerlingen zitten om een enkelvoudige groep te kunnen vormen. Het laatste argument is voor onze school van toepassing.


12

Op de Ds. Deeleman Basisschool maken wij gebruik van het jaarklasmodel. In dit model wordt elke jaarklas die deel uitmaakt van de combinatie behandeld als een afzonderlijke groep. Als de leerkracht met de ene groep bezig is, dan is de andere groep bezig met het uitvoeren van schriftelijke opdrachten. Dit vraagt om een zorgvuldige planning en zelfstandigheid van kinderen. Ons inziens heeft het werken met combinatiegroepen veel voordelen. Het “dwingt” de leerkracht bijvoorbeeld tot het nemen van differentiatiemaatregelen (gehoor geven aan de verschillen tussen leerlingen). Belangrijker nog is het feit dat leerlingen leren zelfstandig te werken, elkaar te helpen en beter met elkaar rekening te houden. 5.4 Schooltijden Medewerkers van de school openen de schoolpoort om 08.15 uur. Vanaf dat moment is er toezicht op het plein en zijn de leerlingen welkom op school. Wij kunnen geen verantwoording dragen voor kinderen die zich voor die tijd op het schoolplein bevinden. Stuur uw kind daarom niet te vroeg naar school. Om 08.25 uur klinkt de eerste bel en verzamelen de leerlingen uit de groepen 3 t/m 8 bij hun leerkracht in de rij. Vanaf 08.30 uur klinkt de tweede bel en begint de lesdag. Onze jongste leerlingen (groep 1/2) kunnen vanaf 08.20 uur samen met hun ouders/verzorgers via de zijingang naar binnen. Voor hen is er inlooptijd. Bij het klinken van de tweede bel dienen alle ouders het klaslokaal te verlaten en begint ook voor de kleuters de lesdag. Op de Ds. Deeleman Basisschool hanteren wij een continurooster. Dat betekent dat alle leerlingen tussen de middag op school blijven. Onder supervisie van de eigen leerkracht eten de leerlingen tussen 12.00 en 12.15 uur in de in de eigen klas hun boterhammen. De leerlingen uit de groepen 1 tot en met 4 krijgen iets meer tijd om hun lunch te nuttigen. Van 12.15 tot 12.30 uur hebben de leerlingen vrije tijd. Alle kinderen kunnen op het schoolplein spelen en staan onder supervisie van twee medewerkers van de school. Onder schooltijd zijn er twee (speel)pauzes voor de leerlingen. Zij kunnen dan meegebracht fruit, boterhammen, melk, e.d. opeten/drinken. Wilt u bij uw keuze van eten en drinken ook letten op het milieu. Zorg a.u.b. voor zo weinig mogelijk afval. Tevens willen wij u vragen uw kind geen snoep mee te geven. Wij willen namelijk gezond eetgedrag stimuleren. De groepen 1 t/m 8 hebben naast de middagpauze ook nog pauze van 10.15 tot 10.30 uur.


13

08.30—12.00 08.30—12.35 12.30—14.30 Maandag

1 t/m 8

1 t/m 8

Dinsdag

1 t/m 8

1 t/m 8

Woensdag

1 t/m 8

Donderdag

1 t/m 8

1 t/m 8

Vrijdag

2 t/m 8

4 t/m 8

5.5 Voorkoming en bestrijding lesuitval Stichting Kindante hanteert een vervangingslijst, waardoor er voor de scholen in principe een ruim aanbod aan vervangers beschikbaar is. Zodra een leerkracht, in verband met ziekte of verlof afwezig is, roept de vervangingscoördinator van Kindante een vervanger vanuit de vervangingslijst op. Wanneer er onverhoopt geen vervanger beschikbaar is, zoeken wij intern naar een oplossing. Aangaande het handelen bij melding van afwezigheid van een leerkracht is een protocol opgesteld. Bij geen voor de hand liggende oplossing treedt namelijk een noodscenario conform richtlijnen onderwijsinspectie in werking. Protocol handelen bij melding van afwezigheid van een leraar: - Ziekmelding vindt, indien mogelijk, een dag van tevoren plaats. Indien dit niet kan, tussen 07.30 en 08.00 uur bij de directeur. Ziekmelding gebeurt (in principe) door de betrokkene zelf. - Bij ziekmelding geeft de zieke de aard van de ziekte aan en hoe lang de afwezigheid zal duren. - Na ontvangst van melding afwezigheid schat de directeur de, aan de hand van de ter beschikking staande gegevens op dat moment, in hoe lang vervanging noodzakelijk zal zijn. - Er wordt door de directeur digitaal een aanvraag gedaan in het vervangerssysteem van Kindante. - Indien dit geen resultaat oplevert, treedt het volgende noodscenario (conform richtlijnen inspectie) in werking: - Op de eerste plaats worden de leerlingen van de groep van de afwezige leerkracht de eerste dag opgevangen binnen de school. Naar het oordeel van de directeur kan besloten worden om andere middelen aan te wenden om de kwaliteit van het onderwijs te continueren. - Indien in de loop van de dag blijkt dat de kwaliteit van het onderwijs niet afdoende gecontinueerd kan worden, worden ouders/verzorgers schriftelijk in kennis gesteld dat de betreffende kinderen vanaf de volgende dag tot nader order thuis moeten blijven. De directeur zal proberen vervanging te krijgen. - Mocht blijken dat de vervanging alsnog geregeld kan worden, dan worden de betreffende ouders/verzorgers hiervan telefonisch op de hoogte gesteld en komen die kinderen de daarop volgende dag weer naar school. - Het voorgaande geldt ook als de afwezige leerkracht gemeld heeft dat het werk weer hervat kan worden.


14

Dit protocol is aangenomen door het bevoegd gezag, is voorgelegd aan de medezeggenschapsraden van de scholen en ter kennis gebracht aan de Inspecteur van het primair onderwijs te Roermond. 5.6 Overzicht vakanties/vrije dagen/aanpassingen lestijden Herfstvakantie 20/10/2014 t/m 24/10/2014 Kerstvakantie 22/12/2014 t/m 02/01/2015 Carnavalsvakantie 16/02/2015 t/m 20/02/2015 Meivakantie 27/04/2015 t/m 08/05/2015 Zomervakantie 20/07/2015 t/m 28/08/2015 Studiedag Studiedag Studiedag Studiedag Kindante Pasen

06/10/2014 17/11/2014 27/03/2015 01/04/2015 06/04/2015

Hemelvaart Pinksteren Studiedag Studiedag

14/05/2015 + 15/05/2015 25/05/2015 26/05/2015 26/06/2015

Vrijdag 19/12/2014 Woensdag 11/02/2015 Vrijdag 03/07/2015 Vrijdag 10/07/2015 Vrijdag 17/07/2015

Lesdag tot 12.00 uur (groep 1 t/m 8 in verband met Kerstmis) Lesdag vanaf 09.30 uur (groep 1 t/m 8 in verband met Carnavalszitting) Lesdag vanaf 09.30 uur (alleen voor leerlingen groep 8 i.v.m. musical) Lesdag vanaf 09.30 uur (alleen voor leerlingen groep 8 i.v.m. BBQ) Lesdag tot 12.00 uur (groep 1 t/m 8 in verband met laatste schooldag)


15

5.7 Stagiaires Onze school stelt plekken ter beschikking voor stagiaires van de volgende opleidingen: MDGO afdeling SPW (Sociaal Pedagogisch Werk). U zult als ouder altijd worden geïnformeerd als er een stagiaire werkzaam is in de groep van uw zoon/dochter. De groepsleerkracht blijft te allen tijden verantwoordelijk. De stagiaires mogen wel onder hun toezicht activiteiten uitvoeren binnen de groep. 5.8 Indeling groep 1/2 De kleutergroep bestaat uit 2 jaargroepen. Groep 1 bestaat uit de jongste kleuters: 4 en 5 jarigen. Groep 2 bestaat uit de oudste kleuters: 5 en 6 jarigen. De kinderen die in de loop van het schooljaar 4 jaar worden, “stromen in” bij groep 1. 5.9 Methodieken groep 1/2 De kleutergroep combineert de visie van basisontwikkeling en programmagericht onderwijs. We hanteren hierbij de methode “Schatkist”. Deze methode beschikt over rijk en compleet materiaal waarmee wij de kleuters op een breed gebied kunnen stimuleren in hun ontwikkeling. Taal, lezen en rekenen staan voorop. Daarnaast vergroten de kinderen hun kennis van de wereld en ontwikkelen zij sociaal-emotionele vaardigheden. Schatkist werkt aan de hand van thema’s. Het zijn thema’s (16) die geplaatst zijn binnen de seizoenen. De thema’s kunnen daardoor gekoppeld worden aan voor kinderen herkenbare gebeurtenissen, bijvoorbeeld de seizoenen zelf en de feestdagen. Mondelinge communicatie binnen de thema’s speelt een fundamentele rol. Bij vrijwel alle thema-activiteiten is sprake van interactie tussen leerkracht en kinderen of tussen kinderen onderling. Per thema leren de kinderen ongeveer 150 nieuwe woorden bij. Schatkist gaat uit van het ontwikkelingsniveau van het individuele kind en niet van activiteiten voor jongste of oudste kleuters of een indeling in groep 1 of 2. De activiteiten zijn zodanig opgebouwd dat alle kleuters eraan deel kunnen nemen, ieder op zijn eigen niveau. Een sterk punt van de methode Schatkist is dat hij goed aansluit bij de gehanteerde methode voor aanvankelijk lezen in groep 3: Veilig Leren Lezen. De kleuters worden gedurende het schooljaar gevolgd met allerlei vormen van observatie. In de eerste plaats natuurlijk tijdens de dagelijkse gang van zaken. Wat er ontdekt wordt, wordt gebruikt om de volgende stappen in het leer- en ontwikkelingsproces te maken (adaptief werken). Tevens hanteren we het “protocol dyslexie”. Dit geeft ons de mogelijkheid om eventueel aankomende leesproblemen vroegtijdig te onderkennen en te behandelen. Ten slotte maken we ook gebruik van CITO-toetsen. Dit zijn toetsen waarmee we kunnen kijken hoe de leerlingen zich ontwikkelen, ook ten aanzien van leeftijdsgenoten in het land. Wij hebben gekozen voor: - Taal voor Kleuters (toets taalontwikkeling) - Rekenen voor Kleuters (toets rekenontwikkeling)


16

5.10 Activiteiten/Vak-/Vormingsgebieden groep 3 t/m 8 Nederlandse taal Wij schenken op onze school veel aandacht aan de vakken taal en lezen. In de groepen 4 t/m 8 werken wij sinds schooljaar 2011-2012 met de methode “Taal in beeld”. Dit is een geïntegreerde methode voor taal en spelling. Als extra hulpmiddel maken wij gebruik van de stof die de methode biedt en het hulpboek SVS (Schaal Vorderingen Spellingvaardigheid behorende bij het CITO leerling-volgsysteem), alsmede een aantal computerprogramma’s (Ambrasoft, Woordkasteel, etc.). Bij taal hoort goed lezen, immers hier wordt de basis gelegd voor het kunnen opnemen van kennis bij alle andere schoolvakken. Het leren lezen start in groep 3 met de methode “Veilig Leren Lezen”. Deze methode besteedt niet alleen aandacht aan technisch lezen, maar ook aan spreken, luisteren, creatief stellen, begrijpend lezen, spellen en taalbeschouwing. De methode tracht de verschillen tussen de kinderen zo veel mogelijk te honoreren, maar ook hanteerbaar te maken voor de leerkracht. Om leesproblemen vroegtijdig te kunnen onderkennen en behandelen maken wij ook in deze groep gebruik van het “protocol dyslexie”. We weten dat leerlingen verschillen in de tijd die ze nodig hebben om het technisch lezen onder de knie te krijgen. Sommige kinderen hebben hiervoor wel 6 keer zo veel tijd nodig als andere kinderen. Risicoleerlingen profiteren van meer aandacht (instructie) door de leerkracht. In aanvulling op de tijd voor de groep als geheel trachten wij risicoleerlingen extra instructie en begeleide oefening te bieden. Vanaf groep 4 hanteren wij de methode “Leesestafette”. Dit is een methode voor Voortgezet Technisch Lezen tot groep 8. Deze methode hanteert drie verschillende aanpakken om tegemoet te komen aan de verschillen in instructiebehoeften van de leerlingen. Elke les begint met een introductie, waarbij alle leerlingen worden betrokken. Aan het einde van de introductie geeft de leerkracht een werkinstructie aan de vlotte lezers. Deze leerlingen gaan hierna zelfstandig aan het werk. Vervolgens krijgen de overige leerlingen instructie bij de eerste oefeningen in het werkboek. Aan het einde van de instructiefase geeft de leerkracht een werkinstructie aan de gemiddelde lezers, zodat deze weten hoe en waarmee ze aan de slag kunnen bij het zelfstandig werken. De leerkracht richt zich hierna volledig op de risicolezers. Hij/zij geeft verlengde instructie en begeleidt deze leerlingen bij het maken van de (lees)opdrachten in het werkboek. Bij de afronding van de les worden weer alle leerlingen betrokken. Bij het werken met Estafette ligt het accent op het aanleren van een goede technische leesvaardigheid, waarbij onderscheid wordt gemaakt in correct lezen, vlot lezen en vloeiend lezen. Maar daarnaast wordt ook veel ruimte gegeven aan leesplezier. Plezier beleven aan lezen motiveert leerlingen namelijk meer te gaan lezen, ook voor zichzelf buiten de groep. Daarom besteden wij ook aandacht aan leesmotivatie. In de groep kan de leerkracht aandacht schenken aan leesmotivatie en leesplezier door het inrichten van een stimulerende leesomgeving, waarin aandacht is voor plezierige activiteiten rond boeken. Dit doen wij onder andere door: - De leerkracht leest dagelijks voor. - Er zijn verschillende soorten boeken aanwezig. Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

17

- Kinderen kunnen teksten van hun eigen keuze lezen. - De leerkracht introduceert boeken en geeft leestips. - Kinderen vertellen over boeken die ze met plezier hebben gelezen. - Regelmatig aandacht te besteden aan boekpromoties. - Stimuleringsactiviteiten tijdens de toepassingsweek Leesestafette . - Leesactiviteiten rondom de Kinderboekenweek. Doel van het leesonderwijs is dat onze leerlingen als goede begrijpend lezers de basisschool verlaten. Daarom wordt in alle groepen aandacht besteed aan tekstbegrip. In groep 1, 2 en 3 wordt gewerkt aan de tussendoelen beginnende geletterdheid (Verhoeven, e.a. 1999). Met name boekoriëntatie en verhaalbegrip zijn tussendoelen die de basis leggen voor het omgaan met en het begrijpen van teksten. Voorlezen en begrijpend lezen zijn dagelijkse activiteiten in de onderbouw. In groep 3 richt de aandacht zich vooral op het aanvankelijk lezen. In de methode voor aanvankelijk lezen, Veilig Leren Lezen, komt echter ook leesbegrip aan de orde. In de groepen 4 t/m 8 gebruiken wij de methode “Goed Gelezen” om de lessen begrijpend lezen vorm en inhoud te geven. Binnen deze methode krijgen de leerlingen een groot aantal begrijpend leesstrategieën aangereikt. Deze strategieën dienen de leerlingen verspreid over de drie fasen van het leesproces als denkactiviteit aan de orde te laten komen: voor het lezen, tijdens het lezen en na het lezen. De vaardigheid van onze leerlingen in begrijpend lezen wordt getoetst met behulp van methodegebonden toetsen en methode-onafhankelijke toetsen (CITO). Naast de methode (evidence-based) lessen van “Goed Gelezen” hanteren wij de methode “Nieuwsbegrip XXL”. Deze methode is door het Projectbureau van de CED-Groep Rotterdam ontwikkeld en is een aanpak waarbij leerlingen een tekst lezen over een actueel onderwerp. Aan de actuele tekst zijn woordenschat- en tekstbegrip-oefeningen gekoppeld, die betrekking hebben op strategieën. De achterliggende gedachte voor het ontwikkelen van “Nieuwsbegrip” is dat de actualiteit de leerling zal motiveren om de tekst te lezen. Schrijven Als er gesproken wordt over schrijven wordt daar de technische vaardigheid van het aanleren en vervolmaken van het schrijfproces mee bedoeld. Wij gebruiken voor dit proces de nieuwe versie van “Schrijven in de basisschool”. Iedere les begint met een voorleesverhaaltje. Daarover schrijven de kinderen een tekstje in hun schrift. Op deze manier wordt schrijven onmiddellijk communicatief en gekoppeld aan de taalvaardigheden. Rekenen en Wiskunde Om ons rekenonderwijs gedegen vorm te kunnen geven hanteren wij met ingang van schooljaar 2013-2014 de methode “Pluspunt”. Pluspunt is de meest gebruikte rekenmethode in het basisonderwijs. De oefenvormen zijn speels en gevarieerd en de vormgeving leuk en eigentijds. Dat inspireert en motiveert kinderen. Tegelijkertijd is Pluspunt een duidelijke methode die kinderen leert rekenen via een zorgvuldige, stapsgewijze opbouw van de lesstof.


18

Kinderen leren met de methode Pluspunt evenwichtig rekenen: de kinderen verwerven inzicht en oefenen hun vaardigheden. De lesstof wordt in duidelijke, kleine stappen aangeboden en regelmatig herhaald. Pluspunt maakt rekenen leuk en duidelijk. Het werken met 3 niveaus binnen de klas ( direct instructie model) is een uitgangspunt bij de methode. Het is een methode waarbij veel overleg tussen leerkracht en leerlingen en leerlingen onderling plaatsvindt. Er zijn afwisselend leerkrachtgebonden lessen en lessen zelfstandig werken. Daardoor is Pluspunt heel geschikt voor combinatiegroepen. Binnen de methode “Pluspunt” tracht men de verschillen tussen kinderen zo veel mogelijk te honoreren, maar ook hanteerbaar te maken voor de leerkracht. Daarom biedt de methode verschillende “kant-en-klare” differentiatievormen aan. Als ondersteunende materialen gebruiken wij: - Oefenboekje Redactierekenen - Oefenboekje Rekenen “Pluspunt” - MAB-materialen (houten staafjes, blokjes, etc.) - Varia Rekenen/Wiskunde Naast de methodelessen van “Pluspunt” hanteren wij met ingang van schooljaar 2011-2012 “Nieuws-rekenen” als aanvullende methode. Deze methode is door het Projectbureau van de CED-Groep Rotterdam ontwikkeld en is een aanpak waarbij leerlingen rekenopdrachten voorgeschoteld krijgen aan de hand van een actueel onderwerp. De achterliggende gedachte voor het ontwikkelen van “Nieuwsrekenen” is dat de actualiteit de leerling zal motiveren om de tekst te lezen.

De zorg voor de leerlingen 6.1 Het leerlingvolgsysteem Wij vinden het belangrijk onze leerlingen nauwgezet in hun totale ontwikkeling te volgen. Daarbij is het van belang om op gezette tijden systematisch en meer gestandaardiseerd informatie te verzamelen over de leerontwikkeling van alle leerlingen. Dat doen wij middels toetsinstrumentarium van het leerlingvolgsysteem van CITO. Het Cito Volgsysteem primair onderwijs omvat de LVS-toetsen, Entreetoets en de Eindtoets Basisonderwijs (beter bekend als dé Cito-toets). Met de toetsen van het volgsysteem kunnen wij de vorderingen van leerlingen op een systematische wijze volgen en krijgen wij informatie over het resultaat van het geboden onderwijs op leerling, groeps- en schoolniveau. Voor de verwerking van de toetsgegevens maken wij gebruik van het Computerprogramma LOVS. De volgende toetsen worden afgenomen: - Rekenen voor Kleuters (1/2) Rekenen is een van de basisvaardigheden waar jonge kinderen ervaring mee op moeten doen. Met de toets Rekenen voor kleuters volgen wij de vorderingen van kinderen op het gebied van voorbereidend rekenen in groep 1 en 2 en brengen wij de groei goed in kaart. Zo krijgen wij inzicht in de vaardigheden die leerlingen beheersen op het gebied van getalbegrip, meten en meetkunde. Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

19

- Taal voor Kleuters (1/2) Met het toetspakket Taal voor kleuters volgen wij de vorderingen op het gebied van taalontwikkeling van kinderen van groep 1 en 2. De toetsen geven inzicht in de vorderingen van individuele leerlingen, maar ook van de ontwikkeling van de groep als geheel en van het onderwijs bij u op school. In de toets zijn opdrachten opgenomen over passieve woordenschat en kritisch luisteren. De toets voor oudste kleuters bevat verder nog opdrachten over klank en rijm, eerste en laatste woord horen, schriftoriëntatie en auditieve synthese. - LOVS Spelling (3 t/m 8) Spelling is van wezenlijk belang in onze samenleving. Of het nu gaat om studie of werk: de eerste indruk is straks bepalend. Het foutloos schrijven van teksten is daarmee onlosmakelijk verbonden. Met de toetsen Spelling controleren wij of onze leerlingen 'de puntjes op de i' zetten. Daarnaast geven de resultaten van de toetsen ons een beeld van de ontwikkeling van de leerling, de groep als geheel en van het spellingonderwijs op de hele school. - LOVS Rekenen en Wiskunde (3 t/m 8) Voor de groepen 3 tot en met 7 zijn er per leerjaar twee toetsen. In groep 8 is er één toets. De toetsen hebben betrekking op de leerstofonderdelen: getallen, getalrelaties, hoofdrekenen, optellen en aftrekken, vermenigvuldigen, delen, complexe(re) rekentoepassingen, meten, tijd en geld. - LOVS Begrijpend Lezen (4 t/m 8) 'Wat staat er eigenlijk?' Voor veel leerlingen gaat er een wereld open als ze begrijpend leren lezen. Zelf kunnen analyseren wát een schrijver precies zegt, voor wíe en met wélk doel: dat zijn essentiële vaardigheden. De toetsen Begrijpend lezen vertellen hoe ver de leerlingen op dit gebied zijn. - D.M.T. voor Technisch Lezen (3 t/m 8) Bij de DMT ligt de nadruk op de snelheid waarmee leerlingen afzonderlijke woorden kunnen verklanken. De toets bevat drie verschillende leeskaarten. Op leeskaart 1 staan klankzuivere woorden (type km, mk en mkm). Op leeskaart 2 staan andere eenlettergrepige woorden. Op kaart 3 de twee– of meerlettergrepige woorden. Om te voorkomen dat de leerlingen de woorden van iedere kaart onthouden en al op voorhand kunnen opzeggen, zijn er van elke kaart parallelversies. - AVI voor Aanvankelijk en Voortgezet technisch lezen (3 t/m 8) Bij de AVI-toetskaarten gaat het vooral om de vlotheid waarmee leerlingen teksten kunnen verklanken. Er zijn 11 leeskaarten. Deze lopen op in leesmoeilijkheid. Met de verkregen informatie uit het leerlingvolgsysteem kunnen wij nauwkeurig bepalen waar het kind in zijn of haar ontwikkeling staat. Zo kan er optimaal worden ingespeeld op de onderwijsbehoeftes van uw kind. Om aan te geven hoe een leerling scoort ten opzichte van leeftijdsgenoten, heeft Cito de niveau-indicaties A t/m E en later Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

20

A (25%)

B (25%)

Hoogst scorende leerlingen

Net boven tot ruim boven landelijk gemiddelde

I (20%)

Ver boven het landelijk gemiddelde

II (20%)

Boven het landelijk gemiddelde

III (20%)

Landelijk gemiddelde

C (25%)

Net onder tot ruim onder landelijk gemiddelde

IV (20%)

Onder het landelijk gemiddelde

D (15%)

Ruim onder landelijk gemiddelde Laagst scorende leerlingen

V (20%)

Ver onder het landelijk gemiddelde

E (10%)

Ons leerlingvolgsysteem wordt aangevuld met informatie verkregen uit observaties, oudergesprekken en (diagnostische-) gesprekjes met leerlingen. Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen te kunnen volgen maken wij gebruik van het programma Viseon van CITO. 6.2 Groeps- en Leerlingbespreking De groeps- en leerlingbesprekingen zijn een belangrijke schakel in de zorg aan onze leerlingen. Na ieder Cito-toetsmoment in de periode januari en juni bespreken groepsleerkrachten en de intern begeleider de vorderingen van de groep en de individuele leerlingen en reflecteren op het geboden onderwijs in de periode tussen twee toetsmomenten in. Ook informatie verkregen uit methode gebonden toetsen en dagelijks werk wordt in de bespreking meegenomen. Tijdens de groepsbespreking wordt besloten welke vervolgacties genomen zullen worden. Er worden aandachtspunten voor de gehele groep geformuleerd, de onderwijsbehoeftes van leerlingen worden verhelderd en/of aangescherpt en er worden leerlingen gesignaleerd die extra zorg nodig hebben. Op basis van alle informatie uit toetsing en gesprekken stellen de groepsleerkrachten een groepsplan op waarin het onderwijsaanbod voor de hele groep, subgroepen en/of individuele leerlingen wordt geformuleerd.


21

In geval van complexe vraagstelling met betrekking tot een individuele leerling wordt er in navolging op een groepsbespreking een leerlingbespreking ingepland. Centraal in de leerlingbespreking staat om op basis van de begeleidingsvraag van de leerkracht de onderwijsbehoeften van de betrokken leerling te verhelderen en te bekijken hoe de leerkracht aan deze onderwijsbehoeften de komende periode tegemoet kan komen. 6.3 Rapportage naar ouders De informatie verkregen vanuit het leerlingvolgsysteem, observaties, methode gebonden toetsen, werkanalyses en de groeps- en leerlingbespreking willen wij natuurlijk met u delen. Daarom organiseren wij drie keer per jaar zogenaamde “10-minutengesprekjes”. Ouders krijgen tijdens deze ouderavond informatie over de vorderingen van hun kind en worden in de gelegenheid gesteld hun vragen te stellen. Ouders die buiten de vaste ouderavonden behoefte hebben aan een gesprek kunnen dit altijd kenbaar maken bij de leerkracht van hun kind. Ook kunnen leerkrachten contact opnemen met de ouders als daar aanleiding toe is. Ongeveer 2x per schooljaar organiseert het team van de Ds. Deeleman Basisschool algemene informatie- e/o thema-avonden (zie voor meer informatie 7.2) voor ouders. Tegenwoordig hebben scholen in toenemende mate te maken met leerlingen van gescheiden ouders. Volgens het Burgerlijk Wetboek heeft ook de niet met het gezag belaste ouder recht op informatievoorziening over het kind. Standpunt van de school met betrekking tot de informatievoorziening aan gescheiden ouders is dat beide ouders zoveel mogelijk samen naar de informatie- e/o ouderavonden dienen te komen. Indien dit niet mogelijk of wenselijk is, verwacht de school dat de ene ouder, of de ouder die met het gezag over het kind is belast (verzorger), de andere ouder informeert. Helaas is dit ook niet altijd mogelijk. Om er als school toch voor te zorgen dat beide ouders voorzien worden van de informatie over hun kind, bestaat dan de mogelijkheid een gespreksverslag van de formele informatie-, ouderavond aan te vragen bij de leerkracht van uw kind. Dit verslag wordt vervolgens ter kennisgeving aan de niet met het gezag belaste ouder gestuurd. Indien u van deze mogelijkheid gebruik wenst te maken, dient u dit zelf vooraf kenbaar te maken bij de leerkracht van uw kind. De school hoeft geen informatie te verstrekken indien het belang van het kind zich tegen deze informatie zou verzetten (dit dient dan te blijken uit bijvoorbeeld rapporten van psychologen of artsen). 6.4 Extra zorg voor de leerlingen Wij vinden het belangrijk dat leerlingen op hun eigen niveau kunnen werken (adaptief onderwijs) en inzicht hebben in hun eigen leren. In eerste lijn zijn de groepsleerkrachten verantwoordelijk voor het primaire onderwijsproces en de daarbij behorende zorg (niveau 1 en 2). Het kan natuurlijk zijn dat een leerling stagneert in zijn of haar ontwikkeling. Dan dienen wij speciale zorg te verlenen. Op onze school spreken wij van een zorgleerling vanaf niveau 3. De niveaus van zorg zijn binnen het Samenwerkingsverband waarin wij als school participeren vastgelegd. Op deze wijze passen wij dan ook de zorg aan op het niveau waarop het kind zich bevindt. Hieronder vindt u een beschrijving van de 5 niveaus. Niveau 1: algemene zorg. De groepsleerkracht volgt de ontwikkeling en vorderingen van de leerlingen. Hij/Zij observeert en signaleert m.b.v. foutenanalyses en methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen. Dit vormt in eerste instantie de basis voor verdere "klassikale" aanpak. Een leerling schuift door naar zorgniveau 2 wanneer de algemene zorg geboden op niveau 1 op een specifiek gebied ontoereikend is. Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

22

Niveau 2: extra zorg. De groepsleerkracht besteedt extra aandacht aan één of meerdere leerlingen die op grond van observatie-/ signaleringsgegevens de leerstof nog niet in voldoende mate beheersen, beduidend hoger scoren of die gedragsmatig opvallen. Over het algemeen wordt extra hulp geboden aan de hand van de klassikaal gebruikte methodes. De extra zorg heeft als functie de leerling(en) d.m.v. efficiënt klassenmanagement en planmatig handelen terug te brengen naar zorgniveau 1. Een leerling schuift door naar niveau 3 wanneer de geboden hulp ontoereikend is. Niveau 3: speciale zorg. De groepsleerkracht bespreekt de leerling met de intern begeleider en andere interne en/of externe deskundigen op consultatieve basis. Op basis van een analyse en een voorlopige diagnose van de systematisch verzamelde informatie stelt de groepsleerkracht in samenspraak met alle betrokkenen een plan van handelen op. Dit handelingsplan wordt ondertekend door ouders. De speciale zorg heeft als doel de leerlingen d.m.v. specifieke begeleiding terug te brengen naar zorgniveau 2 of 1. Als de geboden hulp ontoereikend is, overlegt de leerkracht met de intern begeleider of de leerling doorschuift naar niveau 4. Niveau 4: inschakelen externe zorg. De groepsleerkracht bespreekt de leerling met de intern begeleider en andere externe deskundigen. Binnen dit niveau maakt onze school ook gebruik van voorzieningen vanuit het Samenwerkingsverband, zoals Preventieve Ambulante Begeleiding of het onderwijskundig informatieloket Kwadrant. In veel gevallen wordt een coaching traject gestart in samenspraak met de ambulant begeleider van het speciaal (basis)onderwijs. Op basis van alle informatie, analyses en eventuele diagnoses stellen alle betrokkenen samen een plan van handelen op. Dit handelingsplan wordt ondertekend door ouders. De speciale zorg heeft als doel de leerlingen d.m.v. specifieke begeleiding terug te brengen naar zorgniveau 3. Als de geboden hulp in zorgniveau 4 ontoereikend is, overlegt de leerkracht met de intern begeleider of de leerling naar niveau 5 gaat. Leerkracht en intern begeleider maken een voorstel ten aanzien van de vervolgstappen en bespreken dit met ouders. Niveau 5: plaatsing op een school voor Speciaal BasisOnderwijs (SBO) Wanneer ondanks alle geboden zorg in de voorgaande niveaus ontoereikend is gebleken, kan het blijken dat het voor uw kind beter is onderwijs in een meer gespecialiseerde omgeving te volgen. Concreet betekent dit dat wij als basisschool het kind gaan verwijzen naar het speciaal onderwijs (SBO en SO). Dit gaat altijd in overleg met ouders. Zij zijn vanaf zorgniveau 2-3 betrokken bij de zorg op maat voor hun kind. Individueel ontwikkelingsperspectief (IOP) Indien kinderen reeds meerdere handelingsplannen hebben gehad voor één of meerdere vakgebieden, kan de school, in samenspraak met de ouders, ervoor kiezen om een Individueel Ontwikkelings Perspectief (IOP) op te stellen. Het gaat hierbij om leerlingen die maximaal het niveau van groep 7 halen, maar meestal wel t/m groep 8 op de basisschool blijven. De inspectie eist echter wel dat er een psychologisch onderzoek aan vooraf is gegaan, om te bepalen welk IQ de leerling heeft en welk niveau het kind kan halen. Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

23

Wat is een Individueel Individueel OntwikkelingsPerspectief? Bij het Individueel Ontwikkelings Perspectief (IOP) van een leerling brengt de school in beeld, op basis van alle relevante gegevens waarover ze beschikt, wat ze met de leerling wil bereiken. De school maakt daarmee inzichtelijk aan betrokkenen (ouders/leerling) welke doelen ze op lange, middellange en korte termijn nastreeft. Het IOP is niet bedoeld om de ontwikkeling van een leerling te volgen (waar komt de leerling uit?), maar om het onderwijsaanbod voor een leerling zodanig te plannen dat de zorgleerling zich optimaal ontwikkelt. Daarbij gaat het vooral niet om wat het kind niet kan, maar om wat een kind wel kan. Dus kijken naar de mogelijkheden in plaats van naar de problemen.

6.5 Contacten met andere instanties Onze school behoort tot het samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek. Tussen de scholen die hierbij aangesloten zijn (basisscholen + scholen voor speciaal basisonderwijs) is regelmatig overleg. Dit in de vorm van vergaderingen van Interne Begeleiders (IB'ers) + Speciale Werkgroepen en overleg van directies en combinaties van overlegvormen. Ook worden in het samenwerkingsverband afspraken gemaakt ten aanzien van zorg aan leerlingen. Dit betreft zoal afspraken rondom toetsen, leerlingvolgsysteem, verwijzingen, Ambulante Begeleiding, collegiale consultaties, enz.

6.6 Aansluiting basisonderwijs/Voortgezet Onderwijs In de maand november vindt er een informatieavond plaats voor ouders van schoolverlaters van de Ds. Deeleman Basisschool, Bs. Pastoor Franck en Bs. Willibrordus. Tijdens deze bijeenkomst zijn vertegenwoordigers van het V.O. aanwezig en geven dan uitgebreid informatie over hun onderwijsinstellingen. In april of mei kunnen de leerlingen zich via de basisschool aanmelden voor een school voor vervolgonderwijs. De aanmelding geschiedt centraal vanuit de basisschool. De leerkracht van groep 8 geeft daarna op verzoek een advies aan de vervolgschool. De digitale cito-eindtoets is verschoven naar 15—16—17 april 2015, dit heeft ook gevolgen voor het verwijzingstraject. Het advies van de basisschool wordt genomen op grond van de leerresultaten en sociale ontwikkeling van het kind gedurende zijn/ haar schoolloopbaan Bij twijfel voor aanname op de vervolgschool vindt vaak nog een gesprek plaats tussen de leerkracht van groep 8 en de coördinator van de brugklas van de betreffende school. Ook als de leerlingen al in het Voortgezet Onderwijs studeren, wordt onze school door deze scholen van de voortgang op de hoogte gehouden en kan naar aanleiding van deze gegevens nog contact plaatsvinden. Regelmatig zien wij daarnaast ook oud-leerlingen die het leuk vinden ons van hun resultaten op de hoogte te houden.


24

6.7

Passend Onderwijs

Vanaf 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs van kracht. Schoolbesturen krijgen de gezamenlijke zorgplicht voor alle leerlingen uit hun regio. Ouders melden hun kind aan bij de school van hun keuze en de school heeft de taak om het kind een passende onderwijsplek te bieden, of met de ouders een passende plek te zoeken.

Uitgangspunten daarbij zijn: - Alle kinderen krijgen zo ‘passend mogelijk’ onderwijs, waarbij wordt gekeken naar de onderwijsbehoeften en talenten van de leerlingen. - Kinderen gaan naar reguliere basisscholen en hebben een onderwijsplek nabij huis, tenzij speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs noodzakelijk is.. - Alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs: geen thuiszitters. De basis voor de gezamenlijke zorgplicht is het realiseren van kwalitatief goed onderwijs, waardoor alle talenten van leerlingen optimaal worden ontwikkeld om in de toekomst als zelfstandig en volwaardig burger in de maatschappij te kunnen functioneren. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen, maar richt zich in de praktijk vooral op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Hoe wordt dit georganiseerd? Om alle kinderen een passende onderwijsplek te bieden, gaan scholen samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Voor onze school en schoolbestuur wordt gewerkt vanuit het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Westelijke Mijnstreek (SWV PO 31-04). In haar ondersteuningsplan heeft het SWV beschreven hoe zij de komende jaren te werk wil gaan. Dit plan behoeft instemming van de ondersteuningsplanraad, samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel. Ook wordt hierover met de betrokken gemeenten op overeenstemming gericht overleg gevoerd. In het SWV werken 9 schoolbesturen samen die het bevoegd gezag zijn van 50 basisscholen in de regio, 2 scholen voor speciaal basisonderwijs en 6 scholen voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4). Deze besturen en scholen werken samen om passend onderwijs te verzorgen voor alle leerlingen in de basisschoolleeftijd uit de gemeenten Beek, Schinnen, Sittard-Geleen en Stein. Afstemming en samenwerking met jeugdhulp is hierbij erg belangrijk, in alle lagen van de keten. Dit geldt eveneens voor de afstemming met voorschoolse educatie en het voortgezet onderwijs. Door deze wijziging verdwijnt het eerdere systeem van toekenning van (extra) zorg. Het rugzakje verdwijnt, de WSNS-samenwerkingsverbanden en de regionale expertisecentra (REC’s) worden opgeheven en de verplichte indicatiestelling door de Commissie van Indicatiestelling (CVI) verdwijnt. Ook worden SBO-beschikkingen niet langer afgegeven door de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg). Het nieuwe SWV neemt deze taken over en ontvangt van het ministerie de middelen voor de extra ondersteuning en voor de organisatie van de toewijzing daarvan. Deze verschuiving van bekostiging verloopt via een overgangsregeling. Uitgangspunt in het SWV Passend Onderwijs Westelijke Mijnstreek is dat de verantwoordelijkheden voor de inzet van extra ondersteuning, en daarmee ook de inzet van de extra middelen, zo dicht mogelijk bij het kind worden georganiseerd.


25

Wat betekent dit voor kinderen met ondersteuningsbehoeften en voor kinderen die een rugzak hadden? Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel gemaakt, waarin ze beschrijft welke vorm(en) van ondersteuning ze zelf kan bieden. Daarnaast kan de school een beroep doen op inzet van ondersteuning en expertise van buiten de school. Dit gebeurt in overleg met het eigen schoolbestuur, dat daarvoor middelen ontvangt vanuit het samenwerkingsverband. In principe krijgt uw kind de extra onderwijsondersteuning die het nodig heeft binnen, en onder verantwoordelijkheid van de eigen school. Voor de ouders is de leerkracht en de IB’er op school het eerste aanspreekpunt. Samen met u volgen zij de ontwikkeling van uw kind, en wanneer zich veranderingen voordoen, bespreekt u dit altijd eerst met hen. Pas als de school niet in staat is uw kind aan ondersteuning te bieden wat hij/zij nodig heeft, wordt gekeken naar opties buiten de school. In dat geval vindt allereerst een gesprek plaats met (onder meer) de ouders, waarbij gezamenlijk de mogelijkheden worden besproken. Om dit proces goed te begeleiden zet het samenwerkingsverband trajectbegeleiders in voor (groepen) van scholen. Deze bewaken dat processen zorgvuldig worden doorlopen. Een trajectbegeleider is aanwezig bij een gesprek met school en ouders wanneer de school een kind niet (meer) de nodige zorg en/of ondersteuning kan bieden, en bijvoorbeeld een verplaatsing van het kind naar een andere reguliere basisschool, naar speciaal basisonderwijs of naar speciaal onderwijs aan de orde is. Dit gesprek vindt plaats in het zogenaamde MDO (multidisciplinair overleg). In de uiteindelijke keuze hebben zowel de aanvragende school, de ouders en de plaatsende school een stem. Als een leerling naar het speciaal basisonderwijs of naar het speciaal onderwijs gaat, is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Het SWV geeft een TLV af op basis van de keuzes in het MDO en het advies van de trajectbegeleiding over de geboden ondersteuning in relatie tot de ondersteuningsbehoefte. De directeur van het samenwerkingsverband is wettelijk verplicht om bij het afgeven van een TLV voorafgaand deskundigenadvies in te winnen bij minimaal een GZ-psycholoog. Informatie Voor verdere informatie over Passend Onderwijs kunt u contact opnemen met de IB-er van school. Op dit moment wordt gewerkt aan een website voor het samenwerkingsverband; de school zal de site onder de aandacht brengen zodra deze in de lucht is, samen met de contactgegevens van het SWV. Algemene informatie over Passend Onderwijs kunt u vinden op een speciale site van het ministerie van Onderwijs: www.passendonderwijs.nl. en op www.steunpuntpassendonderwijs.nl, een site speciaal voor ouders.


26

6.7

Verwijsindex

Met ingang van 1 augustus 2010 zijn de Nederlandse gemeenten wettelijk verplicht om aan te sluiten op de landelijke Verwijsindex risicojongeren (VIR). De VIR brengt risicosignalen van professionals, zowel binnen gemeenten als over gemeentegrenzen heen, bij elkaar en informeert meldende professionals onderling over hun betrokkenheid bij jeugdigen in de leeftijd van 0-23 jaar. Met behulp van de VIR blijft de jongere in beeld, kunnen professionals signalen afgeven en hun activiteiten op elkaar afstemmen. De VIR wordt gevoed door regionale Verwijsindexen. Alle basisscholen in de Westelijke Mijnstreek zijn sinds kort aangesloten. De Verwijsindex is een online hulpmiddel voor hulpverleners om snel met elkaar in contact te komen. Hulpverleners geven in de verwijsindex een signaal af wanneer zij vaststellen dat het opgroeien van het kind met enige zorg verloopt. Dit gebeurt aan de hand van landelijk bepaalde criteria. Het gaat enkel over het bericht DAT er zorgen zijn, in de verwijsindex staat niet WAT de zorg is. Als blijkt dat er minimaal nog een signaal over hetzelfde kind is afgegeven, dan ontstaat er een match tussen de meldende organisaties. Deze organisaties nemen contact met elkaar op ten behoeve van de gesignaleerde jeugdige. Doel van de Verwijsindex is door tijdig de hobbels in ontwikkeling naar volwassenheid te signaleren, eerder de betrokkenen in beeld te hebben en sneller eenduidigheid in handelen na te streven. Een sluitende aanpak, en niet langs elkaar heen werken, begint bij het van elkaar weten en vervolgens vooral samenwerken. De Verwijsindex is daarmee niets meer dan een ondersteunend instrument voor professionals om bij zorgen gemakkelijk met elkaar in contact te komen en onderling afspraken te maken betreffende de hulpverlening.


27

Ouders 7.1 Inleiding Ouders en leerkrachten dragen samen de zorg voor de opvoeding van en het onderwijs aan de kinderen. Wij gaan er dan ook van uit dat de school en ouders gelijkwaardige partners zijn in educatie, opvoeding en het onderwijs. Zij het dat de eindverantwoordelijkheden verschillen. De school en ouders zijn partners die een gezamenlijk belang hebben, namelijk het creëren van optimale voorwaarden voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, thuis en op school. Wij zorgen dat u als ouder steeds tijdig informatie krijgt over het onderwijs op school of over andere activiteiten. Omgekeerd verwachten wij van u als ouder dat u de school (tijdig) laat weten welke belangrijke zaken rond opvoeding en onderwijs bij uw kind spelen. 7.2 Informatieverstrekking In de loop van het schooljaar zijn er diverse ouderavonden. Na enkele weken, aan het begin van het schooljaar, vindt er een algemene ouderavond plaats. Tijdens deze bijeenkomst informeert de school haar plannen voor het nieuwe schooljaar en kunt u kennis nemen van de leerstof, aanpak en afspraken in de groep waarin uw kind dat jaar is geplaatst. Soms zijn er bijeenkomsten voor een bepaalde groep. Te denken valt bijvoorbeeld aan informatie voor ouders van leerlingen uit groep 8 die naar het V.O. gaan. Om ouders beter kennis te laten maken met onze school, organiseren wij ieder schooljaar minimaal twee inloopochtenden. Tijdens een inloopochtend zijn ouders/verzorgers welkom in alle groepen en kan men aanschuiven bij zoon of dochter. Tijdens onze Snuffelochtend stellen wij de deuren van onze school voor alle belangstellenden open. Drie keer per jaar organiseren wij “10-minutengesprekken”. Tijdens deze avonden informeren wij ouders/verzorgers over de vorderingen van hun kind. Middels nieuwsberichten via ISY houden wij u op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen op school. Ons schoolblog (www.deeleman-bs.nl) kunt u te allen tijden een beeld vormen van de bezigheden van onze leerlingen. Los van de hiervoor gemelde informatiemiddelen zullen/kunnen wij u altijd persoonlijk of telefonisch benaderen als daar enige reden voor is, zoals wij dat ook van u verwachten. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u van ons een schoolkalender. Hierin vindt u de belangrijkste informatie over het nieuwe schooljaar. Hierbij valt te denken aan vakantierooster, overzicht studiedagen, schoolactiviteiten, e.d. 7.3 Toestemming gebruik nieuwe media Wij willen ons ervan verzekeren dat het plaatsen van foto’s in schoolgids, infobulletin of schoolblog niet zonder toestemming van ouders/verzorgers/voogd plaatsvindt. Indien u het problematisch vindt dat foto’s, werkstukken en presentaties van uw kind in de schoolgids, informatiebulletin of op de website van de school geplaatst worden, verzoeken wij u vriendelijk dit bij aanvang van het schooljaar aan ons kenbaar te maken. Tijdens het intakegesprek zullen wij u eenmalig om toestemming vragen. Wij nemen aan dat wanneer wij nadien niets meer van u vernemen, u met voorgaande geen problemen heeft. In sommige gevallen worden video-opnames gemaakt in de groep. Hierbij gaat het nooit om uw zoon/dochter maar altijd over de leerkracht. Deze opnamen worden voor de begeleiding en nascholing van de betreffende leerkracht gebruikt en gaan nooit de school uit zonder uw toestemming.


28

7.4 Wet bescherming persoonsgegevens Ook als school moeten wij voldoen aan de eisen die de Wet Bescherming Persoonsgegevens stelt. Het leerling-dossier bestaat uit twee componenten: de leerling-administratie en het leerling-dossier. Hierin wordt de informatie bewaard voor de onderwijskundige- en algemene begeleiding van de leerling. De gegevens van leerlingen worden voor derden ontoegankelijk bewaard. Wij voldoen ook aan de eisen van de WBP inzake het communiceren van leerlinggegevens naar het vervolgonderwijs van risicoleerlingen (school, zorgteam en privacy). Wij hebben in ons aanmeldingsformulier de clausule opgenomen waarbij ouders/verzorgers kunnen verklaren “geen bezwaar” te hebben tegen het overleggen van de benodigde gegevens door de school van herkomst aan de VO-school en omgekeerd. 7.5 Beleid m.b.t. de leerlingen Aanmelding Na een intakegesprek met de directeur van onze school kunt u uw kind middels ons aanmeldingsformulier inschrijven op onze school. Vanaf de dag dat de leerling vier jaar wordt mag hij/zij naar school komen en stroomt in groep 1 in. Verder bestaat de mogelijkheid dat de leerlingen vanaf drie jaar en tien maanden maximaal 10 dagdelen (5 dagen) mee kunnen doen aan Schoolgewenning. Deze vijf “gastdagen” hoeven niet aaneengesloten te zijn. Toelating Uitgangspunt van de scholen van Kindante is de keuzevrijheid van de ouders. Zij zoeken de school die het beste aansluit bij hun kind en bij hun eigen opvattingen. Onze school behoort tot Stichting Kindante en is een protestant-christelijke school waarbij de christelijke geloofsovertuiging ten grondslag ligt aan het aangeboden onderwijs. Bij de toelating van leerlingen zal in principe geen onderscheid worden gemaakt op grond van godsdienst of levensbeschouwing. Onze school voert een open toelatingsbeleid ten aanzien van de richting. M.a.w. zowel protestant-christelijke kinderen als kinderen met een andere godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond worden toegelaten. Voorwaarde is wel dat ouders bij toelating aangeven dat zij de grondslag zullen respecteren. Indien ouders de grondslag van de school niet kunnen respecteren heeft de school het recht om een leerling te weigeren op grond van godsdienstige gezindheid of levensbeschouwing, indien binnen redelijke afstand van de woning van de leerling gelegenheid bestaat tot het volgen van openbaar onderwijs. Vanaf 1 augustus 2014 wordt de Wet Passend Onderwijs van kracht. Ingaande deze datum heeft elke school/bestuur een zorgplicht. Indien de school bij aanmelding niet de noodzakelijke ondersteuning kan geven op basis van de hulpvragen van het kind is de school/bestuur verplicht een andere passende plek te zoeken. Bij aanmelding hebben de ouders wel de plicht om alle relevante en juiste informatie te verstrekken of dienen ouders toestemming te geven dat de school informatie kan opvragen aan derden. Daarnaast kan de school ten behoeve van het vaststellen van de onderwijsbehoeften van het kind de ouders verzoeken eerst aanvullend onderzoek te laten verrichten. Bij de invoering van Passend Onderwijs dienen alle kinderen een passende plek te krijgen binnen de totale zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in de regio. Voorkomen moet worden, dat de leerling nergens terecht kan en thuis komt te zitten. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders. (zie elders in deze schoolgids). Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

29

De school dient het besluit om een leerling niet toe te laten schriftelijk met redenen omkleed aan de ouders mee te delen. De ouders kunnen tegen dat besluit bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar indienen, binnen zes weken na de beslissing. Het bevoegd gezag is verplicht de ouders te horen en moet binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift beslissen. Daarna zouden de ouders nog een beroep kunnen doen op de burgerlijke rechter. Verwijdering van de basisschool Het bevoegd gezag kan overgaan tot verwijdering als: - de school niet aan de zorgbehoefte van de leerling kan voldoen en/of er sprake is van ernstig wangedrag van de leerling en/of de ouders. De beslissing over verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag. Voordat tot verwijdering wordt besloten hoort het bevoegd gezag de betrokken groepsleerkracht en directeur van de school. De school heeft de plicht gedurende 8 weken te zoeken naar een andere school, die bereid is de leerling toe te laten. Onderstaande procedureregels zijn van toepassing: - De ouders worden gehoord over het voornemen tot verwijdering; - Het bevoegd gezag deelt het gemotiveerd besluit tot verwijdering schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen. Er moet een gemotiveerd schriftelijk besluit zijn waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om bezwaar in te dienen bij het bevoegd gezag; - De ouders kunnen binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen; - Het bevoegd gezag is verplicht om de ouders te horen over het bezwaarschrift; - Het bevoegd gezag moet binnen 4 weken na de ontvangst van het bezwaarschrift beslissen; - Het bevoegd gezag meldt het besluit tot verwijdering van de leerling terstond aan de Inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar. Zo nodig wordt ook Jeugdzorg geïnformeerd. Schorsing van leerlingen Schorsing valt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. De volgende zorgvuldigheidseisen zijn belangrijk: - Het bevoegd gezag kan de leerling voor een beperkte periode schorsen, nooit voor onbepaalde tijd (maximaal 5 dagen); - De schorsing vindt eerst plaats na overleg met de leerling, ouders en groepsleerkracht; - Het bevoegd gezag deelt het gemotiveerd besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee, alsook eventuele andere maatregelen; De directeur is gemandateerd namens het bevoegd gezag deze brief te ondertekenen nadat hierover overleg heeft plaatsgevonden met het domein onderwijs; - De school stelt de leerling in staat, door het opgeven van huiswerk, de leerstof bij te houden en zo te voorkomen dat deze achterstand oploopt; - Voordat de leerling terugkeert naar school vindt altijd een gesprek plaats met de ouders en zo mogelijk de leerling. Na afloop van dit gesprek worden gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd; - Het bevoegd gezag stelt de inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar in kennis van de schorsing en de redenen daarvoor. Zo nodig wordt ook de jeugdzorg geïnformeerd.


30

7.7 Ongewenst (agressief) gedrag van ouders Het omgaan met ongewenst of agressief gedrag behoort tot de verantwoordelijkheid van de directie. Het gedrag van ouders kan een reactie zijn op de aanpak van het gedrag van hun kind, omdat de vertrouwensrelatie tussen ouder en school is verstoord, omdat de ouders niet akkoord gaan met een maatregel van de school of als reactie op het gedrag van andere kinderen naar hun eigen kind. In het omgaan met ernstig ongewenst of agressief gedrag van ouders is het noodzakelijk om de grenzen van wat acceptabel is duidelijk te trekken. Voorbeelden van duidelijk ongewenst gedrag: - Handtastelijkheden jegens leerlingen en leerkrachten - Dreigen met fysiek geweld - Verbaal geweld - Ongepast aanspreken van andere kinderen waarbij de relatie “groot tegenover klein” is ingezet - Schelden/vloeken - Gezag-ondermijnend gedrag - Zonder afspraak aanspreken van leerkrachten in het bijzijn van andere ouders of leerlingen en waar een bijzonder negatieve gesprekslading is. Is deze grens overschreden, dan kan (binnen de kaders van het vastgestelde beleid ten aanzien van schorsing en verwijdering van leerlingen) worden besloten tot: - Het geven van een waarschuwing aan de ouders - Het schorsen van de leerling - De ouders verzoeken een andere school voor hun kind te zoeken - De leerling te verwijderen - De ouders een “schoolverbod” te geven Verbod houdt in dat ouders niet zonder toestemming van de directie op het terrein van de school komen. Noodzakelijk bij het handhaven van gedragsregels is: - Een goede registratie van voorvallen - De rijksinspectie informeren - Zo nodig de wijkagent informeren - Zo nodig melding te doen bij de leerplichtambtenaar Bij ernstig ongewenst gedrag van leerlingen of ouders, is het van groot belang om te registreren wat er is gebeurd, welke afspraken zijn gemaakt en welke besluiten zijn genomen. De rapportage wordt opgeslagen in het leerlingendossier. Ouders hebben recht op inzage in het dossier van hun kind.


31

7.8 Gronden voor vrijstelling van het onderwijs De leerlingen van onze school nemen in principe deel aan alle voor hen bestemde onderwijsactiviteiten. Op verzoek van de ouders kan een leerling vrijgesteld worden van de volgende (onderwijs)activiteiten: - Deelname aan godsdienstlessen. Voor leerlingen die niet gelovig zijn of waarvan bij de aanmelding blijkt dat zij tot behoren dan de Protestant-Christelijke en waarvan de ouders aangeven dat zij er moeite mee hebben dat hun kind godsdienstles volgt, wordt tijdens de godsdienstlessen alternatieve lesstof aangeboden. Bij vieringen in de kerk wordt voor deze groep kinderen een oplossing bedacht. - Deelname aan gymnastieklessen op basis van een medische indicatie. In zo een geval geldt eveneens dat de school in plaats van gymnastiekles een alternatief lesprogramma aanbiedt. 7.9 Verzuimen Vanaf het moment dat de kinderen op school geplaatst zijn, zijn zij leerplichtig zodat ouders en de school verantwoordelijk gesteld kunnen worden bij overtreding van de leerplichtwet, bijvoorbeeld door ongeoorloofd schoolverzuim. Wij willen u dan ook informeren over de gang van zaken met betrekking tot afwezigheid van uw kind(eren): - In iedere groep is een absentielijst aanwezig. Iedere morgen controleert de groepsleerkracht deze lijst. Zijn er leerlingen niet aanwezig, dan wordt nagekeken of de ouders hun kind (telefonisch of schriftelijk) al hebben afgemeld voor 08.30 uur. Alle telefonische meldingen worden genoteerd en doorgegeven aan de desbetreffende leerkracht. Is er geen bericht binnengekomen, dan wordt eerst (indien van toepassing) nog een broertje of zusje geraadpleegd. Is er om 09.15 uur ’s morgens nog geen bericht van verhindering of ziekte ontvangen, dan neemt de school telefonisch contact op met de desbetreffende ouders om te informeren naar de reden van absentie. Is het telefonisch contact niet mogelijk, dan wordt er een briefje bij de ouders thuis bezorgd met het verzoek de absentie te verklaren. Dit briefje moet te allen tijden ingevuld (reden + handtekening) en zo snel mogelijk aan school geretourneerd worden. Is er na 3 dagen nog geen bericht en is de leerling nog steeds afwezig, dan wordt de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente Sittard-Geleen ingeschakeld. De absentie wordt dagelijks geregistreerd in de leerlingenadministratie. Als uw kind om een andere reden de les zal moeten verzuimen dient u hiervoor toestemming te vragen. Bij de directie van de school kunt u nadere informatie krijgen m.b.t. de regels van buitengewoon schoolverlof. Verlof bij gewichtige omstandigheden van één of twee dagen kan via het verlofaanvraagformulier bij de directie van de school aangevraagd worden. Verlof voor meer dan 10 dagen dient altijd bij de leerplichtambtenaar aangevraagd te worden. Ongeoorloofd schoolverzuim zijn wij verplicht te melden bij de leerplichtambtenaar. Deze zal hierop actie ondernemen. Te laat komen valt ook onder “ongeoorloofd verzuim”. Om geen onderwijstijd verloren te laten gaan, vinden wij het belangrijk dat de lessen op tijd beginnen. Wij verwachten dat alle leerlingen op tijd aanwezig zijn. Leerlingen die te laat komen, missen niet alleen belangrijke informatie, maar storen bij het naar binnen komen ook de andere leerlingen in hun leren. De groepsleerkrachten zijn verplicht om administratie bij te houden van de “te laat komers”.


32

7.10 Afmelden Wanneer een kind wegens ziekte of andere omstandigheden de school niet kan bezoeken, wilt u ons dan voor schooltijd (08.00 – 08.30 uur) even bellen. Wij controleren de klassen op aanwezigheid van onze leerlingen en melden ongeoorloofd verzuim bij de leerplichtambtenaar. Zie ook voorgaande (7.9). 7.11 Tussenschoolse opvang Doordat wij een continurooster hebben is de middagpauze (12.00 – 12.30 uur) kort. Daarom kunnen de kinderen gratis overblijven. De leerkrachten eten samen met de kinderen in de klas. Dit “overblijven” is niet verplicht, maar wel zeer wenselijk. 7.12 Klachtenregeling In het kader van de Kwaliteitswet heeft stichting Kindante een klachtenregeling vastgesteld, die op iedere school ter inzage ligt. Hiermee kunnen ouders en leerlingen klachten indienen over gedragingen en beslissingen – of het nalaten daarvan – van bijvoorbeeld het bestuur en het personeel. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs, inclusief de randvoorwaarden. Door de klachtenregeling ontvangt het College van Bestuur van Kindante en de school op eenvoudige wijze signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Interne klachtenprocedure. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze kunnen worden afgehandeld. Over het algemeen is het wenselijk dat men een probleem eerst bespreekt met de eigen leerkracht. Als dit niet mogelijk is of onvoldoende oplossing heeft gegeven, is een gesprek met de directie bij voorkeur de volgende stap. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht, niet mogelijk is of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan met een beroep doen op de klachtenregeling. Dit houdt in dat men de klacht in eerste instantie ter sprake kan brengen bij de interne vertrouwenspersoon van de school en als dit niet lukt bij de externe vertrouwenspersonen die door Kindante zijn aangesteld. De interne vertrouwenspersonen zijn op de hoogte van de mogelijke stappen die ondernomen kunnen worden om de ouder of leerling met een klacht te ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing. De interne vertrouwenspersonen beschikken over contactadressen en kunnen desgewenst begeleiding bieden of doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. De klachten worden vertrouwelijk en zorgvuldig behandeld.


33

Externe klachtenprocedure. Indien de klager dit wenst, begeleidt de externe vertrouwenspersoon hem/haar bij het indienen van de op schrift gestelde klacht bij het College van Bestuur van Kindante of bij de Landelijke Klachtencommissie. Wordt een klacht ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie dan ontvangt Kindante hiervan altijd een kopie. De interne vertrouwenspersoon van onze school is: mevr. A. Krabbe Bereikbaarheid externe vertrouwenspersonen Indien een vertrouwenspersoon gedurende meerdere dagen telefonisch niet bereikbaar is, verzoeken wij u contact op te nemen met het bureau van Kindante, tel. 046-4363366, waar u wordt doorverwezen naar een van de andere vertrouwenspersonen, die de waarneming op zich heeft genomen. Kindante heeft zich voor alle geschillenregelingen aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen. Hieronder valt ook de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht Tel: (030) 280 95 90 E-mail: [email protected] Website: www.onderwijsgeschillen.nl De externe vertrouwenspersonen voor: de scholen in de gemeente Stein, gemeente Beek, gemeente Schinnen, gemeente Maasgouw, Obbicht/Grevenbicht de 2 WEC-scholen in Sittard en het bestuursbureau zijn: Dhr. Math Haenen Burgemeester Luytenstraat 38, 6151 GG Munstergeleen Tel 06 – 55182856 e-mail: [email protected]


34

Dhr. Paul Baggen Poolsterstraat 19, 6133 VP Sittard Telefoon: 046-4431020 Email: [email protected] Meldpunt Vertrouwensinspecteur: Bij de onderwijsinspectie zijn eveneens vertrouwensinspecteurs aangesteld. De vertrouwensinspecteur vervult een klankbordfunctie voor leerlingen en personeelsleden die slachtoffer zijn van seksuele intimidatie of die worden geconfronteerd met seksuele intimidatie jegens andere leerlingen of personeelsleden. De vertrouwensinspecteur is te bereiken bij het Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie. Landelijk Meldpunt Vertrouwensinspectie tel. 0900-1113111 7.13 Ouderbijdrage De ouderbijdrage is een vrijwillige bijdrage die aan ouders/verzorgers wordt gevraagd zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat. De ouderbijdrage is bedoeld voor extra uitgaven die het schoolbestuur niet vergoed krijgt door de overheid. De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de ouderraad vastgesteld en door de medezeggenschapsraad van de school goedgekeurd. Op het moment dat u besluit de ouderbijdrage niet te voldoen, behoudt de school het recht uw kind uit te sluiten van activiteiten die vanuit de ouderbijdrage betaald worden. De ouderraad is, in overleg met het team, verantwoordelijk voor het beheren en besteden van ouderbijdragen. Zij dragen er zorg voor, dat het bedrag geheel ten goede komt aan uw eigen kind. Hiervoor worden activiteiten als Sinterklaas, Pasen, Feestweek, enz. georganiseerd. De vrijwillige ouderbijdrage op de Ds. Deeleman Basisschool bedraagt € 15,00 per kind. De bijdrage is voor elk kind gelijk, ongeacht of er sprake is van een tweede of volgend kind uit één gezin. Ouders waarvan de kinderen in de loop van het schooljaar instromen, dienen een evenredig deel van de bijdrage te voldoen. Indien ingestroomd in het eerste kwartaal van het schooljaar, dient het totale bedrag te worden voldaan. Meer informatie over de ouderraad (bijvoorbeeld samenstelling) en de verdeling ouderbijdrage per activiteit vindt u in de schoolkalender.


35

7.14 Collectieve verzekeringen voor leerlingen van Stichting Kindante Stichting Kindante heeft voor alle leerlingen van al haar scholen een aantal Collectieve verzekeringen afgesloten, die we hieronder graag nader toelichten. De Aansprakelijkheidsverzekering: Stichting Kindante heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor die situaties dat zij verantwoordelijk wordt gehouden voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), zolang zij onder toezicht staan van de school. Onder toezicht staan van de school betekent dus, tijdens schooluren, schoolreizen en excursies. Maar bijv. niet op weg van huis naar school en terug. Omdat deze polis dus de aansprakelijkheid van Stichting Kindante dekt in de zin van nalatig handelen dan wel verwijtbaar handelen voor het doen of laten van haar leerlingen en personeelsleden (*), kan het onder bepaalde omstandigheden voorkomen dat een schade niet onder de schoolpolis thuishoort, maar gemeld moet worden bij de eigen aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren van de leerling c.q. van zijn/haar ouders. In die gevallen zal door de verzekeraar van Stichting Kindante e.e.a. met de ouders verder worden afgestemd. (*) Leerlingen en personeelsleden zijn alle bij Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij werkzaamheden uitvoeren t.b.v. Kindante. De Collectieve Ongevallenverzekering: Alle leerlingen en personeelsleden (*) van de scholen zoals deze vallen onder Stichting Kindante zijn automatisch verzekerd tegen de gevolgen van ongevallen. Deze Ongevallen polis is geldig gedurende alle schoolactiviteiten, dus ook tijdens reizen en excursies en ook tijdens het stagelopen, maar ook tijdens het gaan van school naar huis en omgekeerd gedurende ten hoogste één uur vóór en één uur ná het verlaten van de school. Voor zover deze afstand niet binnen één uur af te leggen is, geldt de verzekering gedurende de tijdsduur, waarbinnen de afstand redelijkerwijze wel af te leggen is. De verzekering ziet er verder als volgt uit: 1) Blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval € 50.000,2) Bij overlijden als gevolg van een ongeval € 5.000,3) Geneeskundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering € 2.500,4) Tandheelkundige kosten als gevolg van een ongeval in aanvulling op de eigen zorgverzekering € 2.500,5) Materiële dekking schade aan bril, kleding, eigen studiemateriaal als gevolg van een ongeval € 125,De rubriek "Ongevallen met blijvende invaliditeit" is voor iedere leerling heel belangrijk omdat jongeren bij een blijvende invaliditeit alleen maar Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

36

aanspraak kunnen maken op de (beperkte) voorzieningen uit hoofde van de WAJONG regeling (WAO voor Jongeren) Rubriek 3), 4) en 5) Hierbij gaat het om een aanvullende dekking, wat betekent dat geen vergoeding wordt verleend wanneer deze schade op een andere polis verhaald kan worden. Vanzelfsprekend is onze verzekeringsmakelaar, Meeús Assurantiën BV, bereid hierbij de helpende hand te bieden. Essentieel bij alle genoemde elementen is de definitie wanneer er sprake is van een ongeval: “een gebeurtenis waarbij een verzekerde plotseling wordt getroffen door een van buiten af op hem inwerkend geweld, waardoor hem in één ogenblik lichamelijk letsel wordt toegebracht, mits aard en plaats van het letsel geneeskundig zijn vast te stellen.” Ouders die deze verzekerde bedragen te laag vinden of de voorkeur geven aan een 24 uurs dekking gedurende 7 dagen per week, kunnen tegen een speciaal tarief bij onze schoolverzekeraar een aanvullende verzekering afsluiten. Daarvoor zijn op school speciale aanvraagformulieren te verkrijgen. *) Leerlingen en personeelsleden zijn bij Stichting Kindante ingeschreven studerenden, personeel van Stichting Kindante alsmede vrijwilligers en stagiaires gedurende de tijd dat zij onder autoriteit resp. verantwoordelijkheid van de directie van Kindante op reis resp. met excursie gaan. Naast deze Collectieve Ongevallen en aansprakelijkheidsverzekering heeft Stichting Kindante ook gezorgd voor een verzekering van de bagage tijdens door school georganiseerde reizen en excursies. Onder die verzekering is de bagage van iedere deelnemer verzekerd, alsmede een extra dekking voor ziektekosten en kosten van repatriëring. Ook terugreiskosten voor de leerling bij een onverhoopt ernstige situatie thuis, zijn eveneens onder deze polis meeverzekerd. De toelichting in dit schrijven is natuurlijk een uittreksel van de belangrijkste gegevens en hier kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Wie precies de voorwaarden en verdere regels wil weten kan daarvoor binnen de school inzage krijgen in de betreffende polisvoorwaarden maar bellen met de schoolverzekeraar kan natuurlijk ook. Dat is Meeús Assurantiën. Het telefoonnummer is 070-3028544. U kunt dan vragen naar de relatiebeheerder Robert Jan Donker of de accountmanager Saskia Knegtmans.


37

7.15 Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg De Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Zuid Limburg volgt de lichamelijke, geestelijke en sociale ontwikkeling van alle kinderen van 4 tot 19 jaar. Wij nodigen uw kind regelmatig uit voor een gezondheidsonderzoek of een inenting. Ook met vragen over opgroeien en opvoeden of zorgen om uw kind kunt u altijd bij ons terecht. Het team JGZ werkt nauw samen school en met andere organisaties in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Gezondheidsonderzoek Uw kind wordt uitgenodigd voor een onderzoek rond de leeftijd van 5 en 10 jaar. Tijdens het onderzoek kijken we bijvoorbeeld naar groei, motoriek, spraak en sociaal-emotionele ontwikkeling. Door uw kind goed te volgen probeert de GGD eventuele problemen op tijd op te sporen en te helpen voorkomen. Als blijkt dat uw kind extra hulp of zorg nodig heeft, kijken we samen wat daarvoor nodig is. We werken hierin nauw samen met andere organisaties binnen het CJG. De onderzoeken vinden plaats in het CJG, op school of bij de GGD Zuid Limburg. Uw informatie is erg belangrijk U als ouder/verzorger kent uw kind vaak het beste. Om te weten of er dingen zijn waar we extra op moeten letten, vragen we u om van tevoren een vragenlijst in te vullen. Hierin komen allerlei gezondheidsaspecten aan bod. Uiteraard gaan we zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind. Inentingen In het kalenderjaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt het de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen, rodehond). Meisjes krijgen in het jaar dat ze 13 jaar worden bovendien de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. U ontvangt een oproep voor de gratis prikken. Deelname is niet verplicht. Vragen of zorgen? Heeft u vragen over de ontwikkeling of het gedrag van uw kind. Is er sprake van leerproblemen of andere problemen. Maakt u zich zorgen? Neem dan contact op met het Team JGZ. Wij helpen u graag! Contact Kirsten Vrijman, jeugdverpleegkundige Nellie Meijboom, doktersassistente Ellen Wolfs, jeugdarts Team JGZ locatie Born Aanwezig op: dinsdag even weken de jeugdverpleegkundige, dinsdag oneven weken de jeugdarts en doktersassistente E: Info-mailadres unit: [email protected] tel.nr. 06-31660740 doktersassistente (op maandag, dinsdag en woensdag) www.ggdzl.nl/jeugdgezondheidszorg Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

38

7.16 Medezeggenschapsraad in onze school. Ouders en personeel kunnen via de medezeggenschapsraad (MR) invloed uitoefenen op het beleid van de school. Elke school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. In de scholen van Kindante bestaat de medezeggenschapsraad alleen uit ouders en personeel. De omvang van de raad is afhankelijk van het aantal leerlingen op een school. Verkiezingen bepalen wie er mag meepraten en meebeslissen in de medezeggenschapsraad. Het bevoegd gezag stelt een medezeggenschapsreglement op. Hierin staat hoe de verkiezingen plaatsvinden. Taken medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad praat mee over alles wat met de school te maken heeft. Het schoolbestuur moet ieder belangrijk besluit voorleggen aan de raad. De medezeggenschapsraad kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan het bestuur van de school. Alle rechten van de medezeggenschapsraad staan in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). De medezeggenschapsraad heeft zowel instemmingsrecht als adviesrecht; dit is vastgelegd in het MR-reglement van elke school. Instemmingsrecht onderwijs Zowel de vertegenwoordigers van de ouders als de vertegenwoordigers van het personeel hebben instemmingsrecht over zaken die voor hen van wezenlijk belang zijn. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met het schoolplan, de schoolgids en het schoolreglement. Ouders hebben ook instemmingsrecht over de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. Adviesrecht onderwijs In een aantal gevallen moeten het schoolbestuur en de directie advies vragen aan de medezeggenschapsraad over hun plannen met de school. Bijvoorbeeld over aanstelling van de schoolleiding of t.a.v. besluiten van het bestuur met betrekking tot personele aangelegenheden. Het schoolbestuur moet serieus reageren op ieder advies dat de medezeggenschapsraad geeft, maar hoeft de adviezen niet over te nemen. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en GMR-platform. Omdat een aantal zaken voor alle scholen van toepassing zijn hebben de afzonderlijke MR-en een aantal taken en bevoegdheden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De leden van de GMR worden gekozen door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en zijn als personeelslid in dienst van Kindante of ouders die een kind hebben op één van onze Kindantescholen. Het aantal ouders en personeelsleden binnen de GMR is gelijk. Naast de formele Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad voor alle scholen bestaat er binnen Kindante ook een GMR-platform. De GMR voert overleg met het GMR-platform om zodoende de betrokkenheid en inspraakmogelijkheid vanuit alle MR-en te vergroten. Het GMR-platform bestaat uit afgevaardigden van de MR-en van de afzonderlijke scholen. In het GMR-platform zitten van elke school twee personen waarvan één namens de ouders en één namens het personeel. De GMR is het formele overlegorgaan met het College van Bestuur. Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

39

Inspraak ouders 8.1 Inleiding In het kader van educatief partnerschap willen wij een gelijkwaardige partner van de ouders in de educatie en opvoeding van hun kinderen zijn. Daarbij tekenen wij aan dat de eindverantwoordelijkheid uiteindelijk anders ligt. Om een goed partner te kunnen zijn is het belangrijk dat de ouders zich sterk kunnen identificeren met de school. Om “voeling” te kunnen houden met onze achterban gaan wij regelmatig in gesprek over allerlei schoolse aangelegenheden. Dit krijgt met name vorm tijdens de verschillende ouderavonden die wij organiseren. Tijdens deze avonden “sparren” of “brainstormen” wij met ouders over verschillende onderwijsthema’s. Soms is het effectiever om in een kleine(re) groep over bepaalde zaken te spreken. Hiervoor is o.a. de Medezeggenschapsraad als actief orgaan werkzaam. 8.2 Medezeggenschapsraad Ouders en personeel kunnen via de medezeggenschapsraad (mr) invloed uitoefenen op het beleid van de school. Elke school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. Bij punt 7.16 heeft u al uitvoerig informatie kunnen vinden over de medezeggenschapsraad. Onze MR bestaat uit twee ouders (oudergeleding) en twee leerkrachten (personeelsgeleding). Voorzitter: Frank Ruber (oudergeleding) Secretaris: Martijn van de Berg (oudergeleding) Lid: Anke Krabbe (personeelsgeleding) Lid: Roxana Timmermans (personeelsgeleding) Aspirantlid: Rob Klee (oudergeleding) De vergaderingen van de medezeggenschapsraad zijn openbaar. U mag als toehoorder bij alle vergaderingen aanwezig zijn. Meld u van tevoren wel even aan bij de secretaris van de MR.


40

Leerplicht 9.1 Inleiding Het doel van de leerplicht is om zoveel mogelijk kinderen gebruik te laten maken van hun recht op onderwijs. Omdat deze leerplicht zo belangrijk wordt gevonden is dat in een wet vastgelegd namelijk de leerplichtwet. In de leerplichtwet zijn regels opgenomen waaraan ouders, leerlingen maar ook scholen aan moeten voldoen. De leerplichtwet kent dus een aantal verplichtingen. In de eerste plaats richt de wet zich tot de ouders/verzorgers en legt aan iedere ouder/verzorger twee verplichtingen op : - De verplichting om te zorgen, dat een jongere als leerling van een school is ingeschreven; deze begint op de eerste schooldag van de maand volgend op die waarin de jongere de leeftijd van vijf jaar bereikt. - De verplichting, er na inschrijving voor te zorgen dat de leerling de school ook geregeld bezoekt, deze begint op de dag waarop de leerling op die school kan plaats nemen. De leerplichtwet richt zich ook tot de jongeren. Jongeren vanaf 12 jaar zijn ook zelf verplicht zorg te dragen voor een correct schoolbezoek. Volledige leerplicht Het kind is volledig leerplichtig tot aan het einde van het schooljaar na afloop waarvan het kind ten minste twaalf volledige schooljaren een of meer scholen heeft bezocht. Indien dit niet kan worden vastgesteld dan geldt als regel dat het kind geen volledige leerplicht meer heeft na het einde van het schooljaar waarin het kind de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Voor een leerling die een groep op de basisschool overslaat telt zijn basisschooltijd voor de berekening van de leerplichtperiode toch voor acht jaar. Kwalificatieplicht Na de volledige leerplicht geldt de kwalificatieplicht. Dit betekent, dat het kind naar school moet tot zijn/haar 18e verjaardag. Het kind hoeft dan niet meer alle dagen naar school, maar kan ook gedeeltelijk werken en gedeeltelijk naar school gaan. Als het kind eerder dan zijn/haar 18e verjaardag een diploma HAVO, VWO of MBO niveau 2 haalt, heeft hij/zij een startkwalificatie en is hij/zij niet meer verplicht om naar school te gaan. Het mag natuurlijk nog wel. Het kan voorkomen dat een kind de school niet kan bezoeken, dat is b.v. het geval bij ziekte, schoolsluiting of het vervullen van plichten die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging.


41

Ook kent de wet vrijstelling wegens gewichtige omstandigheden en bestaan er duidelijke regels voor extra vakantieverlof. Verlof wegens gewichtige omstandigheden: In geval van gewichtige omstandigheden kan verlof worden verleend. Ouders moeten hiervoor een aanvraag indienen bij de directeur van de school. Onder gewichtige omstandigheden worden omstandigheden verstaan waarop leerling en ouders geen invloed hebben, zoals bijvoorbeeld: - Het voldoen aan een wettelijke verplichting; - Begrafenis; - Huwelijk; - Een 25-,40- en 50-jarig ambtsjubileum van ouders; Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden tot en met 10 dagen is ter beoordeling van de directeur. Een aanvraag om verlof wegens gewichtige omstandigheden langer dan 10 schooldagen is ter beoordeling van de leerplichtambtenaar. Extra vakantie wordt niet als gewichtige omstandigheid aangemerkt. Indien geen verlof wordt verleend door de directeur of de leerplichtambtenaar kunt u een bezwaarschrift indienen. Vakantieverlof: Buiten de schoolvakantie mag geen (extra) vakantieverlof verleend worden, tenzij de specifieke aard van het beroep ouders ertoe dwingt buiten alle schoolvakanties op vakantie te gaan. Deze specifieke aard van het beroep moet kunnen worden aangetoond. Daarnaast gelden de volgende voorwaarden: - Het verlof mag niet vallen in de eerste twee weken van het schooljaar en mag niet langer duren dan 10 schooldagen; - Het verlof kan slecht één keer per schooljaar worden verleend; - De aanvraag moet ten minste acht weken van te voren bij de directeur worden ingediend. Ook hierbij geldt dat indien geen verlof wordt verleend door de locatiedirecteur u een bezwaarschrift kunt indienen. Ouders/verzorgers kunnen hun vierjarig kind op een basisschool laten inschrijven. Zij zijn dan vervolgens verplicht ervoor te zorgen dat het kind de school regelmatig bezoekt zodra het op de basisschool kan plaats nemen. M.a.w. ze zijn niet verplicht het kind te laten inschrijven maar als het kind voor het vijfde jaar is ingeschreven is het wel de bedoeling dat ze ervoor zorgen dat het de school ook regelmatig bezoekt. De directeur van de school is verplicht ongeoorloofd schoolverzuim te melden aan de leerplichtambtenaar. Ook als een kind de school voortijdig verlaat dient de leerplichtambtenaar daarvan in kennis gesteld te worden.


42

Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door ouders/verzorgers en leerlingen is opgedragen aan Burgemeesters en Wethouders. Zij wijzen één of meerdere leerplichtambtenaren aan die dit toezicht uitvoeren. Wanneer ouders/verzorgers en jongeren vanaf 12 jaar, de leerplichtwet niet naleven, kan de leerplichtambtenaar vanuit zijn bevoegdheid als buitengewoon opsporingsambtenaar een proces-verbaal opmaken. Het niet nakomen van de verplichtingen is strafbaar gesteld. Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door de scholen is opgedragen aan de Inspectie voor het Onderwijs, die hierin vaak samenwerken met leerplichtambtenaren. Melding afwezigheid Ouders hebben de plicht om afwezigheid van hun kind te melden bij de school. Indien ouders hierbij in gebreke blijven wordt dit aangemerkt als ongeoorloofd schoolverzuim.

Ontwikkeling onderwijs 10.1 Inleiding Zoals u in de voorafgaande hoofdstukken heeft kunnen lezen, blijft de school in “beweging”. We hebben de laatste jaren een omslag gemaakt naar “effectief” onderwijs “van deze tijd”. Deze ingeslagen weg willen we het komend schooljaar voortzetten door te blijven investeren in het pedagogisch en didactisch handelen van leerkrachten, het aanvullen van een aantal belangrijke methoden, de inrichting van ons onderwijs (organisatievormen) en de school zelf (binnen en buiten). Daarnaast zijn sinds schooljaar 2013-2014 de voorbereidingen voor de scholenfusie in Grevenbicht/Obbicht gestart. Dit veranderingstraject staat beschreven in ons jaarplan. Het plan, goedgekeurd door de medezeggenschapsraad liggen ter inzage op school (bij de directeur).


43

Resultaten van het onderwijs 11.1 Inleiding Schoolprestaties houden sterk verband met de sociale achtergrond van leerlingen. Daar scholen door een zeer verschillend publiek bezocht kunnen worden, kunnen de schoolprestaties zeer verschillend zijn. Als hiermee, bij de beoordeling van de schoolprestaties geen rekening wordt gehouden, is iedere vergelijking onzinnig en doet ook geen recht aan de kwaliteit van de school. Hieronder presenteren wij onze resultaten. 11.2 Scores CITO-Eindtoets De CITO-uitslag wordt uitgedrukt in een standaardscore. Deze score ligt tussen de 501 en 550. De gemiddelde landelijke score en de schoolscore van de laatste jaren vindt u in het onderstaand overzicht: Schooljaar Gemiddelde landelijke Gemiddelde schoolscore score 2009-2010

535,2

535,5

2010-2011

535,1

536,4

2011-2012*

535,1

536,5

2012-2013

534,7

537,8

2013-2014

535.0

535,7

11.3 Verwijzingen Speciaal Onderwijs Schooljaar

JRK

SBO

ZMOK

MKD

2009-2010

0

0

0

0

2010-2011

0

1

0

0

2011-2012

0

0

0

0

2012-2013

0

0

1

0

2013-2014

0

0

0

0


44

11.4 Doorstroming Voortgezet Onderwijs Schooljaar

Praktijk

VMBO

VMBO-T

HAVO/VWO

Totaal

2009-2010

0

1

2

6

9

2010-2011

0

1

5

7

13

2011-2012

0

1

3

7

11

2012-2013

0

1

5

9

15

2013-2014

0

0

5

9

14

Adressenlijst 12.1 Inleiding Onze school heeft natuurlijk met diverse andere personen en instellingen te maken. In dat verband lijkt het ons belangrijk u in deze “schoolwereld” enigszins wegwijs te maken. Daarom volgt hierna een overzicht van de belangrijkste personen en instellingen waar u eventueel meer te maken kunt krijgen. 12.2 Personen/Instellingen Ds. Deeleman Basisschool St. Catharinaplantsoen 6 6127 BC Grevenbicht Tel: 046-4857151 E-mail: [email protected] Internet: www.deeleman-bs.nl Kindante, Leren leren, leren leven Arendstraat 10 Postbus 5156 6130 PD Sittard Ds. Deeleman Basisschool - Schoolgids

45

E-mail: [email protected] Internet: www.kindante.nl Medezeggenschapsraad MR Ds. Deeleman Basisschool Voorzitter: Frank Ruber E-mail: [email protected] Oudervereniging OR Ds. Deeleman Basisschool Voorzitter: Mevr. M. Geers E-mail: [email protected] Interne vertrouwenspersoon: Mevr. A. Krabbe Tel: 046-4857151 (school) E-mail: [email protected] Externe vertrouwenspersonen: Dhr. Math Haenen Burgemeester Luytenstraat 38, 6151 GG Munstergeleen Tel 06 – 55182856 e-mail: [email protected] Dhr. Paul Baggen Poolsterstraat 19, 6133 VP Sittard Telefoon: 046-4431020 Email: [email protected]


46

Verklarende woordenlijst Ambulant Vrijgesteld van lesgevende taken CITO Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling Competentie Een vereiste dat vanuit de functie waarbij de werknemer kennis, houding en vaardigheden zodanig weet toe te passen dat het leidt tot succesvol gedrag IB-er Intern begeleider ICT Dit is de afkorting voor Informatie en Communicatie Technologie LGF Dit is de afkorting voor Leerling Gebonden Financiering. Gelden die de overheid ter beschikking stelt om extra zorg in te kopen voor leerlingen die dit behoeven. LOVS Door CITO ontwikkelt Leerling- en Onderwijs Volg Systeem MR Medezeggenschapsraad OR Ouderraad PAB Preventieve Ambulante Begeleiding PCL Permanente Commissie Leerlingenzorg SAC School Advies Commissie

SBO School voor Speciaal Basis Onderwijs SMART Specifiek – Meetbaar – Acceptabel – Realistisch – Tijdgebonden WEC Wet op de Expertise Centra WPO Wet Primair Onderwijs WSNS Weer Samen Naar School ZMLK Zeer Moeilijk Lerende Kinderen ZMOK Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen


47

Informatieplicht van school aan ouders. Onze school wil graag alle ouders goed informeren over hun kind(eren). Ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind op school; dat is ook het uitgangspunt van onze school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Welke informatie beide ouders ontvangen is afhankelijk van de wettelijke hoedanigheid waarin de ouders verkeren. Ouders die met elkaar getrouwd zijn of samenwonen en die het gezag over hun kinderen hebben krijgen steeds alle informatie over hun kind. Deze verstrekte informatie is in alle gevallen voor beide ouders bestemd. Voor ouders die gescheiden zijn, die niet meer bij elkaar wonen en die wel het gezag hebben, ligt het niet anders. Zij hebben allebei recht op alle informatie over hun kind. De informatie wordt aan één van hen of aan beide ouders gegeven maar is in alle gevallen voor beide ouders bestemd. Voorwaarde is wel dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de directeur. Aan beide ouders wordt dan in elk geval de volgende informatie verstrekt: de schoolgids, het rapport en de uitnodiging voor de ouderavonden. Deze informatie wordt in tweevoud aan het kind meegegeven. Als één van de ouders dit anders wil, kan hij of zij contact opnemen met de directeur. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Alle informatie die redelijkerwijs alleen praktisch belang heeft voor de ouder bij wie het kind woont, wordt aan het kind in enkelvoud meegegeven. De INFO en ouderbrieven worden ook geplaatst op ISY, zodat alle ouders de brieven ook digitaal kunnen lezen. Op verzoek wordt de overige informatie ook aan de ouder verstrekt waar het kind op dat moment niet woont. Een verzoek om gegevens over het kind te verstrekken aan derden wordt altijd aan beide ouders gedaan. Ouders die geen gezag (meer) hebben over het kind, hebben ook recht op informatie over hun kind. De ouder zal daar echter wel zelf om moeten vragen. De school hoeft uit zichzelf geen informatie te geven aan deze ouders. De ouder die geen gezag meer heeft over het kind heeft een beperkt recht op informatie over hun kind. Het betreft alleen belangrijke feiten en omstandigheden, dus informatie over schoolvorderingen en eventueel sociaalpedagogische ontwikkelingen op school. En als het belang van het kind zich tegen informatieverstreking verzet, dan hebben deze ouders ook geen recht op informatie. Dit kan het geval zijn indien een rechter of psycholoog heeft geoordeeld dat het geven van informatie aan een ouder het kind zal schaden.

SCHOOLGIDS Ds. Deeleman Basisschool

Recommend Documents