‘Hartelijk verbonden’ Ds. N.H. Beversluisschool Schoolgids 2013-2014
Inhoudsopgave 1
EEN WOORD VOORAF
4
2
DE SCHOOL
5
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
5 6 6 6 6
3
DE IDENTITEIT VAN DE SCHOOL 3.1 3.2 3.3 3.4
4
5
6
7
8
9
Naam, adres en richting Het bestuur Situering en overige gegevens van de school Schoolgrootte Motto, missie en visie Uitgangspunten Doel van het onderwijs Uitgangspunten en doel in de praktijk Schoolregels
8 8 8 8 10
DE KINDEREN
12
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
12 13 14 16 17
Aanmelding en plaatsing Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen Speciale hulp voor kinderen met specifieke behoeften Kinderen met ‘een rugzak’ Naar het Voortgezet Onderwijs (VO)
DE INHOUD EN ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
19
5.1 5.2 5.3
19 19 21
De organisatie van de school Het onderwijs in de JRK-groep Het onderwijs in groep 3 t/m 8
HET PERSONEEL
25
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
25 26 27 27 28
De samenstelling van het team Deeltijdbanen Lesbezoeken De School Video Interactie Begeleider (SVIB’er) Stagiaires
DE OUDERS
29
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10
29 30 30 30 30 31 31 31 31 32
Contact vanuit school met de ouders Betrokkenheid van ouders Ouders die niet bij elkaar wonen Oudercommissie Hulp van ouders Medezeggenschap Ouderbijdrage Overblijfmogelijkheden Klachtenprocedure Aansprakelijkheid van ouders
KWALITEITSVERBETERING
33
8.1 8.2
33 34
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs Activiteiten ter verbetering van de veiligheid in en om de school
RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
35
9.1 9.2 9.3
35 35 35
Opbrengsten op schoolniveau Opbrengsten op leerlingniveau Uitstroomgegevens
10 PRAKTISCHE INFORMATIE 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 10.9 10.10 10.11 10.12
36
Schooltijden Pauzes Groepsverdeling en leerkrachten Verjaardagen Doelen zendingsgeld Maatregelen tegen lesuitval Verlofmogelijkheden en verzuim Inzameling cartridges Hoofdluis Vervoer van leerlingen Buitenschoolse activiteiten Beeldmateriaal van uw kind
36 36 36 36 36 37 37 37 38 38 38 38
BIJLAGE 1 - LEVENSBESCHRIJVING DS. N. H. BEVERSLUIS (1850-1931)
39
BIJLAGE 2 - IDENTITEITSVERKLARING
40
BIJLAGE 3 – SCHOOLREGLEMENT
42
BIJLAGE 4 - PERSONEEL
44
BIJLAGE 5 - GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD
53
BIJLAGE 6 - BESTUUR
54
BIJLAGE 7 - LEERLINGENLIJST
FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
BIJLAGE 8 - ROUTEBESCHRIJVING
55
BIJLAGE 9 - VAKANTIE- EN ACTIVITEITENROOSTER
56
1
EEN WOORD VOORAF
Als een kind bij ons op school komt betekent dit best veel voor hem of haar. Ouders zullen dit zeker begrijpen, omdat zij met hun kind de hele weg naar de speciale school hebben meegemaakt. De Ds. N.H. Beversluisschool is een school voor Speciaal Basisonderwijs. In veel dingen heeft de school en haar onderwijs veel weg van een gewone basisschool. Je ziet ook verschillen. Op onze school krijgen leerlingen bijvoorbeeld geen cijfers in hun rapport. Is leren dan niet belangrijk? Ja, zeker wel, maar een kind is immers meer dan leren. En kind is een mens, op weg naar de volwassenheid. Een mens met gebreken, zoals iedereen, maar ook een mens met kwaliteiten en gaven! Als school willen we graag werken aan de ontwikkeling van de kwaliteiten en gaven van de leerlingen. Een goed en veilig schoolklimaat is hierbij van groot belang, daar staan we dan ook voor. Want alleen als een kind zich veilig voelt op school kan het zich gaan ontwikkelen. In ons onderwijs staat de vraag centraal: wat heeft dit kind nodig voor zijn ontwikkeling. Daarbij houden we rekening met zaken die een kind stimuleren, maar ook met zaken die een kind kunnen hinderen in zijn ontwikkeling. In de eerste plaats krijgt de aandacht wat een kind kan! Dat biedt aanknopingspunten voor de begeleiding op onze school. In dit alles zal het handelen doelgericht zijn. In ons onderwijs en onze zorg voor de leerlingen willen we als personeel constructief met ouders samenwerken, maar ook met hulpverleners of anderen van buiten de school, die bij de zorg voor een kind betrokken zijn. Niet in het minst willen onze meesters en juffen natuurlijk samenwerken met de leerlingen. Wij zijn er voor hen! Tenslotte willen wij er als school voor gaan om uw kind te wijzen naar Christus. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Hij leidt ook het leven van uw kind. Zijn Woord mag op onze school worden verkondigd. Samen met u als ouder en andere betrokkenen willen we vragen om Zijn zegen en de werking van Zijn Geest. Zijn zegen hebben we nodig in ons dagelijkse werk met de leerlingen. Dat uw en ons oog mag zijn op Hem, zoals de knecht en de maagd dat doen in Psalm 123, opdat Hij ons en onze kinderen genadig zij. M.V. van der Vliet Algemeen directeur
’Hartelijk verbonden’
pagina 4
2
DE SCHOOL
2.1 Naam, adres en richting Ds. N.H. Beversluisschool Hoogenburg 24 2804 ZR GOUDA Tel.: 0182 - 570004 Emailadres :
[email protected] Website : www.beverluisschool.nl Brinnummer : 23FV De school gaat uit van de Stichting voor Christelijk (Voortgezet) Speciaal Onderwijs op Reformatorische Grondslag voor Gouda en omstreken. Tot deze Stichting behoren twee scholen: • Ds. N.H. Beversluisschool voor Speciaal Basisonderwijs • Samuëlschool voor SO Cluster 3 (ZML en MG) en SO Cluster 4. In de statuten is de grondslag van de Stichting als volgt verwoord: “De stichting heeft als grondslag de Heilige Schrift als onfeilbaar Woord van God, zoals daarvan belijdenis wordt gedaan in de artikelen twee tot en met zeven van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.” De stichting onderschrijft geheel en onvoorwaardelijk de drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld door de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618 en 1619. De stichting en de van haar uitgaande scholen maken gebruik van de Statenvertaling als de meest getrouwe overzetting van Gods Woord uit de grondtalen, met uitsluiting van elke andere vertaling. Met de drie Formulieren van enigheid worden de drie Gereformeerde belijdenisgeschriften bedoeld: de Nederlandse Geloofsbelijdenis (1561) de Heidelbergse Catechismus (1563) de Dordtse Leerregels (1618-1619). Onze school is vernoemd naar Ds. Nicolaas Hendrik Beversluis. Ds. Beversluis is geboren 1 februari 1850 te Nieuw Beijerland en 5 juli 1931 te Paterson (VS) overleden. In bijlage 1 vindt u een levensbeschrijving van hem. De school is in 1989 opgericht op verzoek van ouders die in de lijn van de Reformatie en de Nadere Reformatie de opvoeding van hun kinderen gestalte wilden geven. Huisstijl Met ingang van dit cursusjaar hebben we een nieuwe huisstijl, waarbij ook een nieuw logo is ontworpen. Met het logo willen we uitdrukken wat kenmerkend is voor onze school. Het logo bestaat uit twee kindfiguren, een blauw mensfiguur en een blad. Het blad wijst op leven en groei. Zo ontwikkelen de kinderen zich tijdens hun schoolperiode, niet alleen cognitief maar ook sociaal-emotioneel. Het blad is echter ook gescheurd en geknakt. Zo ervaren veel van onze leerlingen een belemmering waarmee ze in hun ontwikkeling te maken hebben. De blauwe mensfiguur symboliseert de volwassene (ouder, leerkracht, begeleider) als identificatiefiguur, opvoeder en begeleider voor de kinderen bij hun ontwikkeling. Deze figuur is naar boven gericht, waarmee wordt uitgebeeld dat hij/zij de kinderen wijst op God en dit in het persoonlijk handelen voorleeft, in afhankelijkheid van Gods zegen. De kinderen mogen de identificatiefiguur in pedagogisch en didactisch opzicht volgen. De naar boven gerichte armen duiden eveneens op (de opdracht om te) leven tot Gods eer. Met de invoering van het nieuwe logo is ook de huisstijl van de school en de website aangepast, zoals u met ingang van 1 september 2013 kunt zien op www.beversluisschool.nl.
’Hartelijk verbonden’
pagina 5
2.2 Het bestuur Het bestuur van de Stichting bestaat uit leden die afkomstig zijn uit de: Gereformeerde Gemeenten Hervormde Gemeenten (op Gereformeerde Grondslag) binnen de PKN Hersteld Hervormde Kerk Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland Gereformeerde Gemeenten in Nederland Gereformeerde Gemeenten in Nederland buiten verband Christelijke Gereformeerde Kerken. Postadres van het bestuur: Hoogenburg 24 2804 ZR Gouda Collecten, jaarlijkse donaties, incidentele giften en testamentaire beschikkingen worden graag tegemoet gezien op de rekening van de Stichting. Gironummer: 97140 t.n.v. Stichting voor Chr. (V)SO op reformatorische grondslag voor Gouda e.o. te Moordrecht. Banknummer: 1169.27.690 Rabobank te Gouda t.n.v. Stichting voor Chr. (V)SO op ref. grondslag voor Gouda e.o. te Moordrecht. 2.3 Situering en overige gegevens van de school De school is gelegen in de wijk Bloemendaal, in het noordoostelijk deel van Gouda. Zie bijlage 7. Het voedingsgebied van de school is bijzonder groot en strekt zich uit van Utrecht tot Katwijk. Bijna al onze leerlingen maken gebruik van het schoolvervoer. De kinderen zijn niet in de gelegenheid tussen de middag naar huis te gaan. Alle leerlingen eten tussen de middag op school. 2.4 Schoolgrootte Onze school telde op 1 oktober 2012 de wettelijk verplichte teldatum, 124 leerlingen. Per augustus 2013 telt de school negen groepen, bestaande uit twee JRK-groepen (leerjaar 1 en 2) en zeven SBO-groepen (leerjaar 3 t/m 8). Verder zijn er binnen ons schoolgebouw twee SO Cluster 4 groepen van de Samuëlschool gehuisvest. Eén groep voor leerlingen van leerjaar 4 en 5 en één groep voor leerjaar 6, 7 en 8. 2.5 Motto, missie en visie Motto ‘Hartelijk verbonden’ is het motto voor de schoolplanperiode 2011-2015. Dit staat voor verbondenheid: • met de reformatorische identiteit van de school, gegrond op de Bijbel en samengevat in de drie Formulieren van Enigheid. • met het onderwijs aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften, waarin we recht willen doen aan de talenten van de kinderen. • met de kinderen die onze school bezoeken. We willen graag een bijdrage leveren aan hun opvoeding en ontwikkeling op weg naar een plaats in onze samenleving. • met ouders, met wie we graag gezamenlijk willen samenwerken in de opvoeding van en het onderwijs aan de kinderen. • tussen teamleden onderling. We staan voor elkaar open en willen van elkaar leren. We zijn elkaar tot steun in het uitvoeren van ons verantwoordelijke werk. Missie ’Hartelijk verbonden’
pagina 6
Naar onze overtuiging is elk mens een waardevol schepsel met unieke kenmerken en eigen talenten. De Ds. N.H. Beversluisschool stelt zich ten doel om, samen met de ouders, de leerlingen hun talenten te laten ontplooien en hen op te voeden als verantwoordelijke burgers om zo te kunnen participeren in onze maatschappij. De Bijbel en de drie Formulieren van Enigheid zijn de grondslag voor ons dagelijks handelen. De school is een veilige omgeving voor kinderen met specifieke onderwijs- en zorgbehoeften. Voor scholen binnen ons samenwerkingsverband zijn we kenniscentrum op het gebied van leer- en gedragsproblemen. Visie Als team van de Ds. N.H. Beversluisschool zijn we er van overtuigd dat elk kind zijn unieke, door God gegeven talenten heeft. Daarom willen we de komende jaren nadrukkelijk aandacht besteden aan het concept van meervoudige intelligentie in de dagelijkse lespraktijk. Op deze manier willen we doorbouwen op het adaptieve van ons onderwijs en het opbrengstgericht handelen van het team. Omdat we samen met ouders verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen, is de inzet en betrokkenheid van ouders voor ons essentieel. Daarom willen we hen (meer) betrekken bij het tot stand komen van handelingsplannen. Voor de scholen binnen ons samenwerkingsverband willen we de komende jaren in toenemende mate onze expertise beschikbaar stellen, zodat deze scholen beter in staat zijn om in de extra onderwijsbehoefte van kinderen te voorzien.
’Hartelijk verbonden’
pagina 7
3
DE IDENTITEIT VAN DE SCHOOL
3.1 Uitgangspunten De grondslag van onze school willen we nader toelichten in de volgende uitgangspunten: God heeft de mens naar Zijn beeld en gelijkenis geschapen. (Genesis 1:26,27) Dat houdt in dat de mens God kende (Galaten 3:10), leefde naar Zijn wil en Hem liefhad (Éfeze 4:24). Door ongeloof aan de Woorden van Zijn Schepper en door hoogmoed heeft de mens zich van de HEERE God afgekeerd en geluisterd naar de tegenstander van God, de duivel. Daardoor kwam er niet alleen een breuk met de Heere, maar ook met de medemens, en sprak de HEERE God een vloek uit over de aarde. (Genesis 2:17) In Zijn grote barmhartigheid beloofde de Heere de komst van Zijn Zoon. (Genesis 3:15) Hij is gekomen om de werken van de duivel te verbreken. (1 Joh.3:8) De dood van de Zoon van God is een volmaakt offer en overvloedig genoeg tot verzoening van de zonden van de gehele wereld. (DL hst. II, artikel 3). Alleen door wedergeboorte, geloof en bekering, gewerkt door de Heilige Geest, krijgt de mens deel aan het werk van Christus. (Johannes 3:3,5,16) De Heere heeft de mens een taak gegeven. Al in het Paradijs heeft de Heere de opdracht gegeven de aarde te bouwen en te bewaren. (Genesis 2:15) Door de zonde is dit wel moeilijk geworden. (Genesis 3:17,23) God heeft ieder mens gaven gegeven met als doel Hem te dienen en te loven, maar ook om zijn taak op aarde te verrichten. (Ps.148:11-13; Spreuken 22:6; NGB artikel XII) 3.2 Doel van het onderwijs Het doel van onze school is kinderen op te voeden en te onderwijzen vanuit het Woord van God. Salomo zegt in Spreuken 22:6: ‘Leer de jongen de eerste beginselen naar de eis zijn wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken’. Het wil zeggen dat we kinderen van jongs af moeten leren wat de Heere van hen vraagt. We moeten daarbij rekening houden met hun leeftijd en begripsvermogen. Christus leert ons wat de Heere van ieder mens, dus ook van kinderen vraagt: De Heere, hun God, lief te hebben en hun naaste lief te hebben als zichzelf (Mattheüs 22:37-40). De kinderen worden gevormd om hun taak in het gezin, de kerk en de maatschappij te verrichten. 3.3 Uitgangspunten en doel in de praktijk We geven enkele voorbeelden hoe de uitgangspunten en het doel van het onderwijs tot uitdrukking komen. Algemeen We gebruiken de Statenvertaling en de psalmberijming van 1773. • Dagelijks wordt uit de Bijbel verteld en/of gelezen. • We openen en sluiten de dagdelen met gebed. • We vieren de christelijke feesten. • We hebben oog voor de naaste in nood. Elke maandag halen we daarom zendingsgeld op. We verwachten dat: • meisjes niet in een broek, korte rok of broekrok of mouwloze shirts naar school komen; • jongens geen oorbellen of piercings dragen of mouwloze shirts dragen; • geen kleding wordt gedragen met aanstootgevende of gezagsondermijnende teksten, afbeeldingen en/of symbolen uit de wereld van de popmuziek of sport; • er geen kleding wordt gedragen die het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt, waardoor een goede communicatie niet mogelijk is. Verder verwijzen wij u naar het schoolreglement in bijlage 3. ’Hartelijk verbonden’
pagina 8
Het bestuur Het bestuur draagt er zorg voor dat het personeel de grondslag, de uitgangspunten en het doel van het onderwijs van harte uitdraagt. Het bestuur houdt met alle ouders die hun kind op onze school willen plaatsen, een gesprek over de grondslag, de uitgangspunten en het doel van het onderwijs. Het personeel Het personeel draagt de grondslag, de uitgangspunten en het doel van het onderwijs van harte uit. Teamleden dienen een voorbeeld voor de kinderen te zijn. De ouders De ouders nemen kennis van de grondslag, de uitgangspunten en het doel van het onderwijs. De ouders zijn bereid hun kind op te voeden vanuit de identiteit van de school. De ouders ondertekenen een identiteitsverklaring. Zij onderschrijven daarmee de grondslag, de uitgangspunten en het doel van onze school. Zie bijlage 2. De kinderen De kinderen hebben respect voor God, het personeel en andere kinderen. Wanneer het gedrag van een kind de veiligheid van andere kinderen en/of personeelsleden in gevaar brengt, wordt het tijdelijk geschorst. Een protocol voor de schorsingsprocedure ligt op school ter inzage.
’Hartelijk verbonden’
pagina 9
3.4 Schoolregels Op school zijn de hierna beschreven regels van toepassing. Deze worden ondersteund met een pictogram, zodat ook jonge kinderen eenvoudig weten wat er van hen wordt verwacht. Leerkrachten besteden regelmatig aandacht aan de schoolregels. We weten onze plaats De Bijbel is de richtlijn voor hoe we met de Heere God, met elkaar en met de schepping omgaan. We zijn eerbiedig tijdens Bijbel lezen, bidden en zingen.
We behandelen de mensen die boven ons gesteld zijn (meesters, juffen, stagiaires, ouders, chauffeurs) met respect en je luistert naar de aanwijzingen die zij geven. Wil je iets bespreekbaar maken, doe dat dan beleefd.
Eerbied
Respect
We maken het fijn voor elkaar We willen een school zijn waar we op een fijne manier met elkaar omgaan. Slaan, Stop = stop schoppen en schelden doen we dus niet. Respecteer de grenzen die anderen aangeven. Stop = stop. En als je zelf je grenzen wilt aangeven, doe dat dan duidelijk en zonder agressie. Kun je dingen zelf niet oplossen, vraag dan hulp aan een meester of juf. Die luistert naar je en helpt je. Spelen Het is leuk om op het plein spelletjes met elkaar te doen. Denk er wel om dat jongens en meisjes elkaar alleen bij de onderarm vastpakken. Van duwen en stoeien komt vaak vechten. Je begint dus geen stoeipartijtje met een medeleerling. Blijf in principe van elkaar af. De school is niet alleen een plek waar we met elkaar gezellige dingen doen, maar het is ook de plek waar we rustig willen werken aan onze schooltaken. Zorg dat andere mensen geen last van jou hebben. We lopen rustig door de gang en praten rustig.
Rust
We zorgen goed voor alles We gebruiken de spullen op school voor het doel waarvoor ze gemaakt zijn. Wees Voorzichtig zuinig op de spullen van anderen en het schoolmateriaal wat je hebt gekregen. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld de fietsen op het plein en de natuur om ons heen. Als er iets kapot gaat, meld je dat even. Is de schade expres gemaakt, dan zijn de gevolgen ook voor jou. In je rode doos zitten de materialen die je nodig hebt bij je werk. Zorg dat de inhoud Rode doos compleet blijft. Als je buiten de klas werkt, heb je altijd je rode doos bij je. *) zie toelichting op volgende pagina Binnen en buiten Het plein is de plek waar je bent voor schooltijd, in de pauzes en na schooltijd. Binnen blijven mag alleen als de meester of juf daar vanaf weet.
We gebruiken vooral de pauzetijden en de momenten waarop we eten en melk drinken om naar de wc te gaan. Als je op een ander moment wilt, dan vraag je dat altijd aan de meester of juf. We zorgen er ook samen voor dat de wc schoon blijft. Vergeet niet je handen te wassen. ’Hartelijk verbonden’
Plein
Wc
pagina 10
Als je een balspel wilt doen op het plein, of wilt schommelen, kijk dan goed op het Spelrooster rooster wat op de deur hangt wanneer je aan de beurt bent en wat de regels zijn.
*) De kinderen krijgen van school een rode doos, met daarin • rode doos (Katy) € 5,85 • pen (Stabilo) € 6,50 • Triple potlood € 0,15 • schaar € 1,25 • liniaal € 0,25 • gum € 0,10 • puntenslijper € 1,00 • 12 Triple kleurpotloden € 2,50 • 12 viltstiften € 2,50 Als kinderen door onzorgvuldig gebruik één van de bovengenoemde materialen kapot maken of kwijtraken, worden de hierboven beschreven bedragen als vergoeding gevraagd. Als team hopen we hiermee het zorgvuldig omgaan met materialen te stimuleren.
’Hartelijk verbonden’
pagina 11
4
DE KINDEREN
4.1 Aanmelding en plaatsing Hieronder wordt beschreven hoe de procedure is als een kind met gedrags- en/of leerproblemen aangemeld en geplaatst wordt op het speciaal basisonderwijs (SBO). Eerst wordt onderzocht of uw kind voor een beschikking voor het SBO in aanmerking komt. Dit wordt beslist door de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Vervolgens is het nodig dat uw kind wordt aangemeld op onze school. Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) De school heeft een centrale rol in het tegemoetkomen aan de ondersteuningsbehoeften van kinderen. Om dit vorm te geven werkt de school vanuit de uitgangspunten van HandelingsGericht-Werken (HGW). Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind heeft, maar naar wat het kind nodig heeft. Vanaf het moment dat de school het nodig vindt om uw kind apart te bespreken, zult u als ouders bij het verdere traject betrokken worden. In de uitgangspunten van HGW staat namelijk ook, dat we de begeleiding vorm moeten geven in nauwe samenwerking met de ouders. Soms kunnen we als school niet voldoende begeleiding bieden. Onze school maakt deel uit van het reformatorisch samenwerkingsverband WSNS regio Gouda/Barendrecht. Dit samen-werkingsverband heeft een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Daar kan de school om extra ondersteuning vragen om het kind toch in het basisonderwijs te helpen. Deze extra ondersteuning kan bestaan uit bijvoorbeeld het geven van adviezen aan de leerkracht, het uitvoeren van observaties of het bieden van hulp bij het opstellen van een handelingsplan. Deze hulp wordt geboden door een ambulante begeleider van één van de speciale scholen voor basisonderwijs (SBO). Om tot een goede keuze van de extra ondersteuning te komen, is er soms ook een psychologisch en/of didactisch onderzoek nodig. De school zal in zo’n situatie met u bespreken op welke wijze dit zal gebeuren. Wanneer alle hulp en ondersteuning onvoldoende resultaat heeft, kan een volgende stap gezet worden. De PCL kan dan, uiteraard met toestemming van de ouders, de toelaatbaarheid van uw kind tot de speciale school voor basisonderwijs (SBO) bepalen. Wanneer u als ouders vindt dat er voor uw kind meer hulp nodig is, of dat uw kind aangewezen is op een SBO, dient u zich uiteraard eerst tot ons als school te wenden. School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om eensgezind het beste voor uw kind te zoeken. Vindt u dat u bij ons als school onvoldoende gehoor vinden, dan kunt u zich ook zelf tot de PCL wenden. De secretaris van deze commissie is drs. C.J. van der Beek. Hij is bereikbaar via tel nr. 0180-442617 of per e-mail via
[email protected]. U kunt via hem ook een folder aanvragen betreffende de werkwijze van de PCL. Aanmelding en plaatsing op de ds. N.H. Beversluisschool (SBO) Is uw kind toelaatbaar op het SBO, dan kunt u uw kind bij ons aanmelden. Het verkrijgen van een beschikking van de PCL betekent namelijk niet dat uw kind automatisch aangemeld is bij het SBO. Aanmelding bij onze school geschiedt door middel van een bij ons aan te vragen aanmeldingsformulier. Uw kind komt op een wachtlijst. De wachtlijst wordt afgewerkt op volgorde van binnenkomst. Plaatsing is mogelijk als u hebt ingestemd met de grondslag en de uitgangspunten van onze school (zie paragrafen 3.1 t/m 3.3.), en een positieve beschikking van de PCL kunt overhandigen. Ouders worden uitgenodigd om contact op te nemen met de locatiedirecteur voor een oriënterend kennismakingsgesprek. Nieuwe leerlingen worden bij voorkeur geplaatst aan het begin van het nieuwe schooljaar. Tussentijdse plaatsingen kunnen, na overleg met de directie, plaatsvinden na de Herfstvakantie, Kerstvakantie en Voorjaarsvakantie. De groepsgrootte is hierbij een belangrijke factor. Wordt uw kind na de zomervakantie geplaatst, dan wordt het uitgenodigd kennis te maken met de leerkracht. Dit vindt plaats op woensdagmiddag voor de zomervakantie. Uw kind kan dan naar de plaatsing toegroeien. De uitnodiging krijgt u toegestuurd. ’Hartelijk verbonden’
pagina 12
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen Nieuwe leerlingen Voor alle leerlingen wordt aan het begin van de schoolloopbaan op het SBO een ontwikkelingsperspectief opgesteld aan de hand van het onderwijskundig rapport. Na drie maanden wordt dit omgezet in een individueel hulpplan. Wanneer het reguliere leerstofaanbod van onze school, en de hulp van de leerkracht (uiteraard beide zoveel als mogelijk is gericht op het individuele kind) in de klas voldoende is, is dit plan een onderdeel van een groepshulpplan. Voor sommige kinderen worden daarnaast speciale (leer)programma’s ingezet, waarvoor een individueel hulpplan wordt gemaakt. Alle nieuwe leerlingen worden onderzocht door de logopedist op taalspraak. Daarnaast worden de kinderen het eerste jaar op school opgeroepen door de schoolarts ze te onderzoeken op lichamelijke aspecten. Verder wordt u als ouders opgebeld door onze schoolmaatschappelijk werker. In de meeste gevallen zal hij ook een bezoek brengen bij u thuis. Hij denkt met u mee wanneer er vragen zijn rond de opvoeding van uw kind bij het naar school gaan en thuis. Wanneer er grote zorgen zijn, kan hij helpen bij het verwijzen naar de juiste hulpverleningsinstantie. Toetsen en volgen Regelmatig komen in de reken- en taalmethoden toetsen voor. Na iedere afname van de methodegebonden toetsen vindt er een analyse plaats. Op grond van deze analyse besluit de leerkracht op welke manier het onderwijs een vervolg zal krijgen. De toetsen met een resultaat van 80% of hoger zijn voldoende. Een lagere score is aanleiding tot herhaling of extra instructie. De analyse wijst uit welke aspecten extra aandacht zullen krijgen. De leerkracht maakt aan de hand van deze gegevens een nieuw (groeps)hulpplan. De resultaten van deze toetsing kunnen aanleiding zijn om een leerling extra oefenstof te geven of juist versneld door de methode te gaan. Op de Beversluisschool worden naast de toetsen in de methode verschillende niet methodegebonden toetsen gebruikt. JRK-groep Rekenen Spelling Begrijpend lezen Technisch lezen Sociaal emotioneel Intelligentie groep 8
Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) jonge risico kinderen (Dick Memelink) Cito: Taal voor kleuters Cito: Rekenen voor kleuters Cito rekenen en wiskunde Eventueel DLE-toets hoofdrekenen Cito-SVS Eventueel PI-dictee Cito Begrijpend lezen Herfstsignalering groep 3 DMT of BRUS AVI (voor uitvallers en analyse t.b.v. R.T.) ZIEN! NDT en NIO
’Hartelijk verbonden’
pagina 13
Naar aanleiding van de niet-methodegebonden toetsen, worden er ontwikkelingsperspectieven opgesteld. Hierin beschrijven we onze verwachtingen t.a.v. de ontwikkelingen van het kind. De ontwikkelingsperspectieven worden besproken tijdens de didactische leerlingbespreking. Het eerste perspectief wordt opgemaakt in de tijd na de eerste schooldag en voor de eerste leerlingbespreking. Ouders krijgen inzage in en toelichting bij de perspectieven die leerkrachten van hun kind hebben. Wanneer het nodig is, wordt het perspectief eens per twee jaar bijgesteld. Leerlingbespreking Alle leerlingen worden drie keer per jaar besproken op een leerlingbespreking. De eerste bespreking vindt vroeg in het cursusjaar plaats en gaat vooral over de sociaal-emotionele ontwikkeling en het groepsproces. De twee andere besprekingen gaan over zowel de sociaalemotionele als over de didactische ontwikkeling (rekenen, spelling en lezen). Hierbij zijn de groepsleerkracht(en), de intern begeleider en eventueel de orthopedagoog aanwezig. Het doel van deze bespreking is de kinderen zo goed mogelijk te volgen en te begeleiden. Bespreking van de sociaal-emotionele ontwikkeling Om zicht te krijgen op de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn de observaties van de leerkracht van belang. Voor de JRK-groep wordt het OVM van Dick Memelink ingevuld en besproken. De leerkrachten van de groepen 3 t/m 8 gebruiken daarbij de vragenlijst van ZIEN! En de kinderen vanaf groep 5 vullen digitaal de vragenlijst van ZIEN! in. Op grond hiervan wordt de leerling besproken en actiepunten opgesteld in een individueel hulpplan. In de klas werken we aan de realisering van deze punten. Indien het nodig is, kan een kind een sova-training krijgen. Bespreking van de didactische ontwikkeling Ongeveer twee weken na het afronden van de toetsing vindt een bespreking plaats. Op grond van de toetsing wordt de ontwikkeling van het kind besproken. Eventueel kan het kind in aanmerking komen voor extra hulp. Commissie van Begeleiding (CVB) Na de leerling-besprekingen vergadert de Commissie van begeleiding. In deze commissie hebben zitting de orthopedagoog, de jeugdarts, de directeur of locatiedirecteur, de schoolmaatschappelijk werker en de intern begeleider. De commissie heeft als taak adviezen te geven aan de intern begeleider, de leerkrachten en de ouders. Indien nodig wordt na toestemming van de ouders nader onderzoek gedaan naar de leer- en/of gedragsproblemen. 4.3 Speciale hulp voor kinderen met specifieke behoeften Onderzoek Indien er specifieke problemen zijn, bespreken we dit op school met elkaar en wordt bekeken wat de oorzaak is van de problematiek. Hierbij kunnen we de volgende personen raadplegen: • de orthopedagoog; deze kan na overleg met de ouders een nader onderzoek doen. • de schoolmaatschappelijk werker; deze kan met de ouders spreken over de problematiek en een advies geven m.b.t. de thuissituatie van het kind. • de jeugdarts; deze wordt gevraagd onderzoek te doen bij lichamelijke zorgen.
’Hartelijk verbonden’
pagina 14
Indien nodig kan de volgende extra begeleiding worden geboden: Remedial teaching Wanneer een kind specifieke begeleiding nodig heeft, worden de ouders hierover schriftelijk ingelicht. Op verzoek van de ouders kan een en ander mondeling worden toegelicht. De school kan hulp bieden op het gebied van lees-, spelling- en rekenproblemen: Remedial Teaching. Meest zal deze hulp worden geboden door de RT’er of een onderwijsassistent. Taalspraakproblemen: Logopedie Als kinderen voor het eerst op school komen, gaat de logopediste na of logopedie nodig is. Zij bespreekt dit met de leerkracht en de intern begeleider. Ook de ouders of de leerkracht kunnen een hulpvraag indienen. De logopediste stelt aan de hand hiervan een handelingsplan op. Het verloop hiervan is gelijk aan de andere handelingsplannen. Soms wordt het advies gegeven ook buiten de school extra logopedie te laten geven. Motorische problemen: Fysiotherapie Op onze school is een fysiotherapeut aanwezig. Deze behandelt kinderen met motorische problemen. Er is een verwijsbrief van de huisarts noodzakelijk. Helaas vergoedt niet elke verzekeringsmaatschappij de behandelingen. Als de verwijskaart op school is, wordt zo spoedig mogelijk met de behandeling gestart. De fysiotherapie wordt onder schooltijd gegeven door iemand uit de praktijk van de heer Hennekes. De praktijk is bereikbaar onder tel. nr. 0182 - 581837. Ouders van wie hun kind onder behandeling is, kunnen op de gespreksavonden met de fysiotherapeut spreken over de resultaten ervan. Sociaal-emotionele problemen: Sova-training Ieder jaar wordt bepaald of er een sova-training wordt gegeven. Deze training wordt gegeven aan een groepje van maximaal 8 kinderen. Deze kinderen zijn minimaal 10 jaar oud en gemotiveerd voor de training. Tijdens de leerlingbesprekingen wordt vastgesteld welke kinderen in aanmerking komen voor een training. Wanneer wordt verondersteld dat het kind baat zou kunnen hebben bij de training, krijgen ouders telefonisch bericht. Deze kinderen worden met hun ouders uitgenodigd voor een intakegesprek. Dit gesprek, dat rond de kerstvakantie plaatsvindt, wordt gevoerd door degenen die de training verzorgen. De intern begeleider is daarbij aanwezig. Zowel de ouders als het kind worden gevraagd naar hun motivatie. Het verslag van het gesprek wordt naar de ouders opgestuurd. Een kopie wordt bewaard in het dossier. De training wordt gegeven volgens een combinatie van de methodes Spelend leren, leren spelen / Welles-nietes door een leerkracht en een onderwijsassistent van school. De training wordt op school onder schooltijd gegeven. De kinderen krijgen van school een map met werkbladen die bij de training horen. Er zijn tien bijeenkomsten met de kinderen en twee ouderavonden voor de ouders. Zowel van kinderen als van ouders wordt een trouwe opkomst verwacht. Na het afronden van de training wordt er nog eenmaal contact opgenomen met de ouders over het verloop van de training en de mogelijkheden voor eventuele verdere hulp. Alles wordt vastgelegd in een verslag en bewaard in het dossier. Hulp buiten de school Wanneer uit onderzoek blijkt dat er binnen de school geen mogelijkheden zijn voor hulp aan het kind, worden ouders verwezen naar een instelling. De orthopedagoog of maatschappelijk werker kan behulpzaam zijn in de zoektocht naar passende hulp of nader onderzoek. Eén van de zaken die door een externe deskundige wordt uitgevoerd, is het dyslexieonderzoek. In het basispakket van de zorgverzekering is de vergoeding van diagnose en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie bij kinderen opgenomen. Bij deze kinderen is er dan, naast dyslexie, geen sprake van een of meer andere (leer- en/of gedrags)stoornissen (comorbiditeit) die de dyslexie (ernstig) belemmert. ’Hartelijk verbonden’
pagina 15
Driestar Onderwijsadvies biedt ouders en kinderen deze zorg aan als lid van Onderwijszorg Nederland. Onderwijszorg Nederland is marktleider op het gebied van dyslexie. De leden werken dagelijks intensief samen met leerkrachten, intern begeleiders, ouders en kinderen. Daardoor kunnen we de zorg goed afstemmen. Driestar Onderwijsadvies is aangesloten bij het Kwaliteitsinstituut Dyslexie en beschikt over het keurmerk van dit instituut. 4.4 Kinderen met ‘een rugzak’ Sinds augustus 2003 is het mogelijk dat een basisschool, en dus ook een speciale basisschool, kinderen opneemt die verwezen zouden moeten worden naar het Speciaal Onderwijs. Deze kinderen blijven dan in het SBO met een rugzak. Een rugzak houdt in dat de school een geldbedrag krijgt om in te zetten voor extra zorg ten behoeve van het kind. Oudervoorlichting kunt u vinden op de website www.oudersenrugzak.nl. Een kind komt in aanmerking voor een rugzak wanneer er sprake is van een handicap of een stoornis. Deze stoornis moet het leerproces ernstig belemmeren. Er zijn 4 clusters van probleemgebieden. Met 3 ervan kunnen we te maken krijgen: Cluster 2: dove of slechthorende kinderen en kinderen met ernstige taalspraak moeilijkheden. Cluster 3: lichamelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen, langdurig zieke kinderen of meervoudig gehandicapte kinderen. Cluster 4: kinderen met ernstige gedragsstoornissen. Op de Beversluisschool worden geen kinderen toegelaten met een indicatie voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK). Leerlingen die op de Beversluisschool zitten en in aanmerking komen voor een ZMLK indicatie, worden verwezen naar de Samuëlschool, een school voor ZMLK. Plaatsing van leerlingen met een rugzak Regelmatig stellen ouders ons de vraag of wij een kind met een rugzak willen plaatsen. Een belangrijke reden is dan vaak de identiteit van onze school. Uiteraard hebben we hier begrip voor. We willen toelating van kinderen met een indicatie voor cluster 2 en 4 in overweging nemen. Een kind met een cluster 3 indicatie komt alleen voor overweging in aanmerking wanneer het IQ boven de 60 ligt. Als ouders belangstelling tonen om hun geïndiceerde (of aankomend geïndiceerde) kind bij ons op school te plaatsen dan gaat de procedure als volgt in zijn werk. De locatiedirecteur gaat in gesprek met de ouders. In dit gesprek worden de mogelijkheden van zowel het kind als de school besproken. Eveneens zal onderzocht worden of het betreffende kind past in de groep waarin het geplaatst zou moeten worden. We gaan er o.a. vanuit dat de betreffende leerling genoeg heeft aan de reguliere zorg van onze SBO school, aangevuld met de extra beschikbaar gestelde middelen in de rugzak. De school heeft intern overleg over de toekomstige leerling met de coördinator, de IB’er en de toekomstige leerkracht. Aan de ouders wordt meegedeeld of het kind kan worden geplaatst. Als dit niet het geval is, dan adviseren we de ouders hun kind aan te melden bij een SO school van het passende cluster. Als school en ouders verder willen, dan moeten de ouders een beschikking aanvragen bij de PCL (zie hst. 4.1). Het PCL kan tot het volgende besluiten: • Geen beschikking SBO toekennen. • De beslissing verdagen en in overleg gaan met onze school en ons een advies geven het kind te gaan observeren in de setting waar het op dat moment verblijft. • Een tijdelijke beschikking SBO afgeven voor een proefplaatsing.
’Hartelijk verbonden’
pagina 16
Bij een proefplaatsing wordt aan het eind van de beschikkingsperiode geëvalueerd door school en ouders over de afgelopen periode. Op grond daarvan wordt aan de PCL een advies uitgebracht. Vervolgens kan de PCL besluiten geen beschikking af te geven of de tijdelijke beschikking te verlengen, of de beschikking definitief te maken. Daarnaast kan de school in overleg met ouders overgaan tot een proefplaatsing buiten de PCL om. Alle partijen moeten in ogenschouw nemen dat een SBO school te allen tijde voor elke leerling een PCL beschikking moet hebben, anders is definitieve plaatsing niet mogelijk. De consequentie van een proefplaatsing kan zijn dat een leerling per direct van school verwijderd wordt als de situatie daarom vraagt. Uiteraard dient een leerling ook aangemeld te zijn bij onze school. Daarvoor is het nodig een aanmeldingsformulier in te vullen. Wij adviseren u uw kind aan te melden aan het begin van het ingezette traject. Het is verder wenselijk dat ouders en school goed contact hebben over het traject. Aanvraag van een rugzak tijdens schoolloopbaan Indien er tijdens de schoolloopbaan problemen gesignaleerd worden die wijzen in de richting van een bepaalde clusterindicatie, dan worden deze besproken tijdens de leerling-bespreking. Ook kan er tussentijds een overleg zijn met de leerkracht, de IB’er en de orthopedagoog. Blijkt uit dit overleg dat de aanvraag van een rugzak wenselijk is, dan wordt de directie ingelicht door de IB’er. De directie besluit of de rugzak daadwerkelijk wordt aangevraagd, of dat verwijzing naar een SO school geadviseerd zal worden aan de ouders. Als de aanvraag van een rugzak noodzakelijk is, worden de ouders op school uitgenodigd voor een gesprek. Wanneer ouders instemmen met de aanvraag van de rugzak ontvangen zij de brochure Met de rugzak naar school. Deze brochure is ook verkrijgbaar bij Postbus 51. Deze stap kan alleen gezet worden door de ouders. Zij zijn verantwoordelijk voor de aanvraag. Wel is het als school belangrijk om ouders de weg te wijzen binnen onderwijsland en Regionale Expertise Centra ( REC’s). Ouders ontvangen een onderwijskundig rapport dat ingevuld moet worden door de school. Dit wordt ingevuld door de IB’er in overleg met de betrokken leerkracht. Een kopie blijft op school in het dossier van de leerling. Wanneer ouders zelf signaleren dat hun kind een rugzak nodig heeft, dienen zij in overleg te treden met de IB’er en de leerkracht van hun kind, voordat verdere stappen ondernomen worden. Indicatiestelling Ouders nemen contact op met de directie zodra zij bericht hebben dat de indicatie is afgegeven om het kind op school te houden of te plaatsen. Tijdens dit gesprek overleggen directie en ouders wat op onze school de mogelijkheden zijn. Wanneer het kind een specifieke vorm van Speciaal Onderwijs nodig heeft, zal de school daar naar verwijzen. Indien het kind met een rugzak op school blijft, wordt bekeken op welke manier de middelen besteed kunnen worden ten bate van het kind. Dit gebeurt in samenwerking met de Ambulant Begeleider (AB’er) van de SO school. De AB’er maakt een contract (dat ondertekend moet worden door de directie) en een handelingsplan. De daadwerkelijke coaching is voor de leerkracht. De gesprekken waar ouders bij aanwezig zijn, worden ook bijgewoond door de IB’er. Cluster 4 groep Met ingang van 1 januari 2012 is er in het gebouw van de Beversluisschool een Cluster 4 groep aanwezig voor leerlingen uit de groepen 6 tot en met 8. Deze groep is formeel onderdeel van de Samuëlschool. In deze groep kunnen maximaal 12 leerlingen met een Cluster 4 indicatie worden geplaatst. Voor leerlingen van leerjaar 4 en 5 met een SO Cluster 4 indicatie is per 1 augustus 2013 een Cluster 4 groep aanwezig. Ouders die overwegen om hun kind voor deze groep te willen aanmelden, kunnen contact opnemen met de locatiedirecteur van de Beversluisschool. 4.5 Naar het Voortgezet Onderwijs (VO) De ouders van kinderen die 12 jaar zijn en minstens 6 jaar lees-, taal- en rekenonderwijs hebben genoten, worden in november uitgenodigd voor een informatieavond. Op deze avond wordt uitleg gegeven over de toetsing en het onderzoek dat zal plaatsvinden in december en januari. Daarnaast zal iemand vanuit het VO (Driestar College) informatie geven over de aanmeldingsprocedure en de ’Hartelijk verbonden’
pagina 17
mogelijkheden voor onze kinderen. Op deze avond is er voldoende gelegenheid tot het stellen van vragen. Het eindonderzoek van de groep 8 leerlingen bestaat uit twee delen: • De CITO toetsen voor rekenen, taal en lezen, worden afgenomen door de leerkracht. • Een intelligentietest, de zogenaamde Nederlandse Differentiatie Toets of NIO, wordt afgenomen door de orthopedagoog van de Commissie van Begeleiding. De resultaten van het gehele eindonderzoek worden besproken met de orthopedagoog, de IB’er en de leerkracht. Zij geven een advies voor het vervolgonderwijs. De toetsgegevens en alle rapportage van het onderzoek en de begeleiding van de afgelopen jaren wordt samengevoegd in een onderwijskundig rapport. Dit onderwijskundig rapport wordt u toegezonden, en daarna op school met u besproken. Als er sprake is van een advies voor doorstroming naar het Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO), het Praktijk Onderwijs (PRO) of de Trajectgroep, wordt het dossier doorgestuurd naar de Regionale Permanente Commissie Leerlingen Zorg (RPCL) voor de toelating. Daarna wordt het advies nog eens beoordeeld door de landelijke verwijzingscommissie (RVC). Uiteindelijk volgt dan een beschikking voor het PRO, het LWOO of de Trajectgroep. Voor aanmelding op het VMBO is deze beschikking niet nodig. De ouders melden hun kind aan bij het voortgezet onderwijs. De aanmeldingsformulieren voor het Driestar College worden via onze school verstrekt. Voor andere scholen wordt u gevraagd deze zelf aan te vragen. Hoewel onze leerlingen naar meerdere scholen gaan, is het meest intensieve contact met het Driestar College te Gouda, Ronsseplein 1, 2803 ZV GOUDA. Tel.: 0182-691691.
’Hartelijk verbonden’
pagina 18
5
5.1
DE INHOUD EN ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS De organisatie van de school
De indeling van de groepen vindt plaats op basis van leeftijd en het niveau van de sociaalemotionele ontwikkeling. We streven ernaar de groepen niet groter te laten zijn dan 15 leerlingen. In de JRK-groep plaatsen we niet meer dan 12 kinderen. We werken aan een klimaat, waarin de kinderen zich geaccepteerd weten, zich thuis voelen en (weer) willen leren. Vanuit deze basis, waarin kinderen (weer) leren vertrouwen in zichzelf en anderen te hebben, wordt ons onderwijs gegeven. Een goede relatie met de kinderen vinden we van groot belang. We benaderen kinderen met warmte en respect. We leggen de nadruk op aanleren en niet op afleren. We proberen de kinderen op een positieve manier te stimuleren. Correctie van het gedrag vindt vooral op nonverbale manier plaats (met de ogen of door een gebaar). Als dit niet helpt wordt vriendelijk, maar beslist uitgelegd waarom een bepaald gedrag niet kan. Duidelijkheid en overzichtelijkheid geven rust voor de kinderen. Dit komt tot uiting door: Structuur in de tijd: de dagplanning wordt gevisualiseerd, zodat de kinderen zien wat ze die dag kunnen verwachten. Structuur in de ruimte: in alle lokalen worden de materialen op dezelfde manier geordend. Structuur in de activiteit: bij het begin van de les wordt het doel en de werkwijze van de les aangegeven. We bieden de kinderen een effectieve instructie en waar nodig en mogelijk een aangepaste didactiek. Belangrijk is dat we het kind in zijn leren succeservaringen laten opdoen. 5.2
Het onderwijs in de JRK-groep Het begin van een schooldag Als u bij ons de klas binnenkomt, valt het op dat er veel voorspelbaar gemaakt is. Zo hangen er dagritmekaarten aan een lange waslijn. De kinderen zien dan welke activiteiten er op deze dag zijn. Ook de kasten met materiaal zijn voorzien van picto’s (een schaartje op de scharenplank, een potje lijm op de plaats van de lijmpotjes) en kleuren (in de spelkast zie je veel kleuren, die duiden op niveau of ontwikkelingsgebied). Alle kinderen hebben een eigen tafeltje en een eigen plekje in de kring. Door middel van stickers op de grond kunnen ze zien waar hun stoel hoort te staan. Deze stickers staan ook op de grond bij de deur. Zo weten de kinderen
waar ze in de rij moeten gaan staan. We beginnen de dag met een ‘vrije inloop’. Als ze binnen komen en hun jas en tas ophangen, pakken ze hun multomap uit de tas en geven die aan een juf. In deze contactmap doen wij dagelijks een brief waar precies op staat wat de kinderen gedaan hebben. Daarnaast hebben de ouders zo de gelegenheid om iets te schrijven wat wellicht van belang is voor de leerkracht. De kinderen spelen eerst met speelgoed dat is klaargezet. Rond kwart voor negen vormen we een kring en begint het kringgesprek. In dit gesprek mogen de kinderen hun eigen verhaal vertellen. We zingen en oefenen onze weekpsalm of ons lied. Daarna bidden we en luisteren naar een vertelling uit de Bijbel. Vervolgens is er de werkles die gekoppeld is aan een thema. Als de rode schijf van de stelklok helemaal weg is, is het tijd om op te ruimen. De kinderen ruimen zelf hun eigen spullen op. De juf let op de zelfredzaamheid van de kleuters: leren aankleden, zelf naar de wc gaan, leren opruimen, het hoort er allemaal bij!
’Hartelijk verbonden’
pagina 19
Ontwikkelingsgebieden Godsdienstonderwijs Op dinsdag, donderdag en vrijdag wordt er uit de Bijbel verteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methode Hoor het Woord. Door middel van flanelbordplaten wordt de vertelling visueel ondersteund. Tussen de middag wordt de vertelling voorgelezen uit de kinderbijbel. Door de herhaling wordt de vertelstof beter onthouden. Op maandag leren we een psalmvers of Bijbels lied of een gedeelte daarvan aan. Deze worden op een psalmkaart vermeld. Sociale ontwikkeling De hele dag vindt sociale ontwikkeling plaats. Het heeft te maken met het omgaan met elkaar, het hanteren van de klassenregels, het leren samenspelen, het leren delen, het wachten op je beurt, het helpen en troosten van elkaar, het tegen je verlies kunnen. Het samen luisteren, werken of spelen vindt plaats in de kring, in de hoeken, aan de tafels, op het plein en in de gymzaal. Een keer per week werken we specifiek aan de sociale vaardigheden van kinderen. Hierbij maken we gebruik van de methodes ‘Kinderen en hun sociale talenten’ en ‘Wonderlijk gemaakt’. De kinderen leren de vier basisbegrippen blij, bang, boos en verdrietig herkennen, benoemen en toepassen in situaties. Via gesprekken, verhalen, maar vooral rollenspel worden sociale situaties nagespeeld, waarin geoefend wordt met bijvoorbeeld het sorry zeggen, het oplossen van een ruzie, het samenspelen, het sluiten van vriendschap. Taalspraakontwikkeling Twee keer per week vindt in groepjes taalstimulering plaats. Bij de voorbereiding en uitvoering is de logopedist betrokken. De leerstof is thematische opgezet. Bij elk thema staat welke leerstof op het gebied van taal aan de orde komt. Met de oudste kleuters wordt er gewerkt met het ‘hakken en plakken’ van woorden (bijv b-oek=boek), rijmen (boek-zoek), klankherkenning (onderscheiden van b van d en p) en vanaf de voorjaarsvakantie gaan zij ook echt aan de slag met klank-gebaarondersteuning (spreekbeeld). Dit is een methode met de diverse klanken, tekens en het bijbehorende gebaar om de kinderen vast eigen te maken met de stof die zij in groep 3 aangeboden krijgen. Aanvankelijk rekenen We leren de kinderen de betekenis van bepaalde begrippen aan zoals meer/minder, eerste/tweede, meeste, dik/dun, lang/kort, breed/smal. Ook oefenen we het herkennen en benoemen van cijfers en letters. Via rekengroepjes wordt de ontluikende getalsontwikkeling op een speelse manier gestimuleerd. De activiteiten die de cognitieve ontwikkeling beogen worden veelal in spelvorm aangeboden. Motorische ontwikkeling Vooral bij de gymles wordt gewerkt aan de motorische ontwikkeling. Bij het buitenspelen vindt deze ontwikkeling op een spontane wijze plaats. De fijne motoriek wordt vooral geoefend tijdens de werklessen, waarin diverse technieken aan de orde komen. Te denken valt aan, knippen, kleuren, prikken, verven, vlechten, vouwen, bouwen, plakken. Observatie en toetsing De resultaten van de observaties van de kinderen worden bijgehouden in een ontwikkelings-volgmodel (OVM). Daardoor wordt duidelijk hoe de kinderen zich verder ontplooien, en hoe de leerkracht en de onderwijsassistent de kinderen in hun ontwikkeling kunnen stimuleren en begeleiden. Voor alle kinderen wordt er een handelingsplan opgesteld. Twee keer per schooljaar wordt dit plan in ’Hartelijk verbonden’
pagina 20
een overleg besproken en eventueel bijgesteld. Een kind dat voor het einde van het schooljaar 6 jaar is, wordt getoetst op taal- en rekenbegrip om te zien of de overgang naar groep 3 mogelijk is. Ouders krijgen inzage in de ontwikkelingslijn van hun kind en de hulpplannen die hieruit voortvloeien. Dit gebeurt op de rapportenavonden in januari en aan het einde van het schooljaar. 5.3 Het onderwijs in groep 3 t/m 8 Godsdienstonderwijs Voor het Bijbelonderwijs wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Hoor het Woord’. Tijdens de bijbellessen staat de vertelling uit Gods Woord centraal. De methode biedt veel aanknopingspunten voor een gesprek met de kinderen. Wekelijks wordt een psalm geleerd. In groep 8 wordt elke week een vraag uit de Heidelberger Catechismus behandeld. Op vrijdag wordt een Bijbelse verwerking gemaakt of een verhaal uit de zendingsgeschiedenis verteld. In de groepen 7 en 8 staat dan kerkgeschiedenis op het rooster. Kernvakken Met rekenen, spelling en lezen wordt groepsdoorbrekend in niveaugroepen gewerkt. Dit betekent dat kinderen bij deze vakken bij een andere meester of juf kunnen zitten. Lezen Voor het leesonderwijs gebruiken we de methode Leeslijn en de bijbehorende remediërende versie De Leesweg. Lezen is een (belangrijk) aspect van taal. Het bezig zijn met taal in al zijn vormen staat binnen Leeslijn centraal. Zowel het voorbereidend- als aanvankelijk lezen komt in deze methode aan de orde. Centraal in deze methode staat de taal-denkontwikkeling, de ontwikkeling van de waarneming, de spellende leeshandeling, de directe woordherkenning, het overzien van betekenisvolle woordgroepen en het expressief lezen. Kinderen die moeite blijven houden met het technisch lezen, krijgen extra hulp. In eerste instantie gebeurt dit binnen de klas. Soms is naast het gewone lesprogramma speciale leesbegeleiding nodig. Hierbij wordt gebruik gemaakt van De Leesweg en de speciale leesbegeleiding van Luc Koning. Voor begrijpend lezen maken we gebruik van teksten over actuele onderwerpen via Nieuwsbegrip. Twee keer per jaar wordt de AVI-toets en/of DMT-toets afgenomen om het technisch lezen te toetsen. Voor begrijpend lezen gebruiken we methodegebonden toetsen van Taalverhaal. Daarnaast worden voor het toetsen van begrijpend lezen de toetsen van Cito (lezen met begrip en toets begrijpend lezen) gebruikt. Toetsgegevens verwerken we in het leerlingvolgsysteem. Schrijven Voor het schrijfonderwijs gebruiken we de methode Schrijffontein (groep 3 t/m 5) en ‘Met de hand geschreven’ (groep 6 t/m 8) en Schrijven in de basisschool voor remedial teaching. In de groepen 1 t/m 3 wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de motoriek met behulp van schrijfpatronen. Wanneer kinderen letters kunnen lezen, wordt overgegaan tot het leren schrijven van letters en woorden in verbonden schrift. Het is belangrijk dat de kinderen zich een goed, vlot lopend handschrift eigen maken, waardoor zij niet worden belemmerd in het schriftelijk uiting geven van taal. Hierbij besteden we aandacht aan een goede penhantering, een juiste zitschrijfhouding en schriftligging. Als schrijfmateriaal wordt eerst een (driekantig) potlood gebruikt en geschikte, zo nodig een ergonomisch gevormde, pen (Stabilo). ’Hartelijk verbonden’
pagina 21
Taal Voor het taalonderwijs wordt gebruik gemaakt van de methode Taalverhaal. Deze methode is door de inspectie aanbevolen. We zijn bezig deze methode aan te passen, zodat ze beter aansluit bij onze identiteit. De methode Taalverhaal is opgebouwd uit een aparte taal- en spellinglijn. De taallijn besteedt veel aandacht aan vergroting van woordenschat, vergroting van de vertel- en schrijfvaardigheid, stimulering van de taal-denkrelatie en grammatica. Qua werkvormen geeft de methode handvatten voor tandemleren en begeleid zelfstandig leren, waarmee we de motivatie van de kinderen en inbreng in het eigen leerproces kunnen vergroten. Spelling De spellinglijn van Taalverhaal werkt met woordpakketten, die op verschillende manieren geoefend worden. De spellingvaardigheid wordt getoetst door middel van methodegebonden toetsen en met de Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid van Cito. Toetsgegevens worden verwerkt in het leerlingvolgsysteem. Rekenen Voor het reken- en wiskundeonderwijs maken we gebruik van De wereld in getallen. Deze methode is een gedeeltelijk realistische methode waar in projecttaken, rekenproblemen worden aangeboden in voor kinderen herkenbare situaties van alledag. Kinderen worden door de leerkracht uitgedaagd te zoeken naar verschillende oplossingsstrategieën voor een rekenprobleem. Verder is de leerstof van de methode verdeeld in blokken die afgesloten worden met een toets. De gegevens worden verwerkt in het leerlingvolgsysteem. Waar nodig wordt aanvullend materiaal gebruikt uit Maatwerk. Dit is een remediërende methode. Deze methode is vooral voor digitaal gebruik. De rekenvaardigheid wordt getoetst met behulp van Cito rekenen en wiskunde 2000. Toetsgegevens verwerken we in het leerlingvolgsysteem (LVS). Naast de rekenmethode wordt het rekenonderwijs versterkt door gebruik te maken van de materialen van Met Sprongen Vooruit. Wereldoriëntatie Voor aardrijkskunde worden de methode Geobas gebruikt. Daarnaast wordt in de bovenbouw gewerkt met de geografische kaarten en de atlas. Voor biologie wordt de methode Leefwereld gebruikt. Er wordt aandacht besteed aan natuur- en milieueducatie. Voor geschiedenis wordt de methode Er is geschied gebruikt en wordt d.m.v. vertellingen een overzicht gegeven van onze vaderlandse geschiedenis. Verkeer Tot en met groep 4 gebruiken we de methode ‘Wijzer in het verkeer’, daarna werken de kinderen met de ‘verkeerskranten’ van Veilig Verkeer Nederland. In groep 8 nemen de kinderen deel aan het theoretisch verkeersexamen. Zo mogelijk wordt ook het praktisch verkeersexamen afgelegd. Engels In de bovenbouw wordt aandacht besteed aan de Engelse taal. We oefenen vooral op de mondelinge- en de leesvaardigheid. De methode die hiervoor wordt gebruikt heet Your own English. Expressievakken: Voor muzikale vorming is aandacht voor zowel het maken (o.a. zingen) als het luisteren naar muziek. Het kennismaken met diverse instrumenten is hier een onderdeel van. Bij tekenen worden verschillende technieken en materialen gebruikt worden. De methode die daarbij gebruikt wordt, is Tekenvaardig. Handvaardigheid ’Hartelijk verbonden’
pagina 22
De kinderen uit groep 3 t/m 5 werken met een diversiteit aan materiaal om de creativiteit te bevorderen. Vanaf groep 6/7 wordt handvaardigheid gegeven. De kinderen leren onder meer zagen, schuren, timmeren en verven. Bewegingsonderwijs Onder het bewegingsonderwijs vallen zowel gymnastiek als het zwemonderwijs. Iedere groep heeft twee keer per week bewegingsonderwijs. Bij gymnastiek is het verplicht dat alle kinderen gymschoenen en gymkleding dragen. Er wordt gebruik gemaakt van de methode Basislessen voor bewegingsonderwijs. Naast de lichamelijke oefeningen komen ook balvaardigheid en spel aan de orde. Sexuele Vorming Schoolbreed worden lessen uit de methode Wonderlijk gemaakt gegeven om de leerlingen voor te bereiden op de veranderingen in hun lichaam en de gevolgen die dat met zich meebrengt. In de lagere groepen worden twee keer per jaar lessen gegeven over weerbaarheid en grenzen stellen voor het aanraken van elkaar. Burgerschap en sociale vaardigheden Actief burgerschap wordt vormgegeven vanuit onze reforma-torische identiteit. Hierbij is de Bijbel richtinggevend. In Romeinen 13:9 staat: ‘Gij zult uw naaste liefhebben gelijk uzelven’. Dit betekent dat we respectvol om dienen te gaan met onze medemensen, ongeacht hun levensovertuiging, geslacht, seksuele geaardheid, ras of andere terreinen waarover verschil van opvatting kan bestaan. Als christenen leven wij wel in de wereld maar zijn niet van de wereld (Johannes 17:1416). Dit betekent dat wij de kinderen leren dat wij wel als verantwoordelijke burgers actief participeren in onze maatschappij, maar niet leven in overeenstemming met de geldende opvattingen van de meerderheid in onze samenleving als deze ingaan tegen wat Gods Woord ons leert. Actief burgerschap en sociale integratie heeft op school theoretische en praktische elementen. Er wordt kinderen vanuit meerdere invalshoeken (vakken) kennis bijgebracht. Daarbij is school ook een oefenplaats om burgerschap en sociale competenties te ontwikkelen. Uitgangspunt in de ontmoeting met de ander is Gods Woord en de Tien Geboden, die heilzaam zijn voor schepping, medemens en maatschappij. Om nu de leerlingen de basiskennis, vaardigheden en houding bij te brengen die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving dienen we niet alleen aandacht te besteden aan de principiële, maar ook aan de praktische kant van waarden en normen, die van belang zijn binnen het geheel van burgerschapskunde. Vooral in de tweede tafel van de Wet of Tien geboden (de laatste 6 geboden) vinden we veel aanknopingspunten als het gaat om waarden ten aanzien van onze relatie tot de schepping, de medemens en de maatschappij. Ten aanzien van het bepalen van onze visie op burgerschap zijn deze waarden allen relevant. Bij waarden in relatie tot de schepping denken we aan respect, zorgzaamheid, verantwoordelijkheid, zorgvuldigheid, duurzaamheid, soberheid, matigheid, kortom rentmeesterschap. Een aantal uit deze waarden voortkomende normen, die van belang zijn voor goed burgerschap zijn: • geen verspilling van materialen en middelen • gebruik van duurzame materialen bevorderen • zorg voor de dieren- en de plantenwereld • zorgvuldig omgaan met het milieu (o.a. voorkom vervuiling, zorg voor het leefmilieu: regels op school) • aandacht voor productveiligheid. Bij waarden in relatie tot de medemens denken we dan aan: trouw, zorgzaamheid, solidariteit, oprechtheid, rechtvaardigheid, loyaliteit, tolerantie, integriteit, respect, verantwoordelijkheid, dienstbaar, transparantie, gezag en tevredenheid, kortom: dienstbaarheid. ’Hartelijk verbonden’
pagina 23
Een aantal uit deze waarden voortkomende normen, die van belang zijn voor goed burgerschap, zijn: • Sociale houding tegenover elkaar, met aandacht voor collegialiteit en teamvorming • De ander in zijn waarde laten • Doen wat je zegt en zeggen wat je doet • Integer omgaan met elkaar en respecteren van onderlinge verhoudingen • Niet toelaten van enige vorm van agressie of geweld • Dienstbaar opstellen in onderlinge verhoudingen en respect voor gezagsverhoudingen • Het scheppen van een veilig leefklimaat • Het rechtvaardig handelen met de ander Bij waarden in relatie tot de maatschappij denken we aan objectiviteit, gerechtigheid, verantwoordelijkheid, solidariteit, transparantie, gezag en respect, kortom gerechtigheid. Een aantal uit deze waarden voortkomende normen, die van belang zijn voor goed burgerschap zijn: • Bescherming van anders denkenden • Een goede balans tussen werken en rusten met aandacht voor de zondagsrust. • Het zorgdragen voor en handhaven van een goede wetgeving • Het leren gehoorzamen van burgers aan wet- en regelgeving in zoverre deze overeenkomt met de inhoud van Gods Woord en geboden • Het creëren en beschermen van een veilige (werk)omgeving De Bijbel wijst ons de koers ten aanzien van de invulling van burgerschap, die zegenrijk is voor onze maatschappij. Schoolbibliotheek Het leren lezen en het plezier beleven aan boeken vinden wij erg belangrijk. Om het lezen thuis te stimuleren is er op school een schoolbibliotheek. Elke week lenen de kinderen een boek uit onze schoolbibliotheek. Er zijn prentenboeken, informatieve boeken, lees- en stripboeken. De kinderen krijgen een bibliotheekkaart waarop staat wanneer ze lenen en welke boeken ze mogen lenen. Voor kinderen met een dyslexieverklaring zijn er makkelijke leesboeken, strip- en luisterboeken te leen. De bibliotheek wordt mede mogelijk gemaakt door de inzet van ouders.
’Hartelijk verbonden’
pagina 24
6
6.1
HET PERSONEEL De samenstelling van het team
Algemeen directeur De algemeen directeur geeft leiding aan de school. Hij is verantwoordelijk voor het maken van het onderwijskundig, financieel en personeelsbeleid. Hij geeft vorm aan en bewaakt de levensbeschouwelijke en pedagogische identiteit. Als lid van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het samenwerkingsverband WSNS, heeft hij een adviserende taak ten aanzien van de basisschoolleerlingen, die speciale zorg nodig hebben. Als lid van de Regionale Zorgbreedte Commissie geeft hij mede sturing aan de vormgeving van de leerlingenzorg in het samenwerkingsverband. Hij is tevens voorzitter van de Commissie van Onderzoek en Begeleiding. Locatiedirecteur De locatiedirecteur is belast met de dagelijkse leiding op het gebied van onderwijs, leerlingondersteuning, personeelsbeleid, financiën en kwaliteitszorg. Hij vervangt de algemeen directeur bij afwezigheid. Intern begeleider De intern begeleider is belast met de coördinatie en ondersteuning van de leerlingenzorg. Ook voorziet hij de belanghebbende collega's van de nodige informatie. Hij coördineert onder andere het afnemen van toetsen in het kader van het leerlingvolgsysteem. Ook houdt hij leerlingbesprekingen en organiseert gesprekken waarbij ouders en eventuele hulpverleners betrokken zijn. Leerkracht De leraar is verantwoordelijk voor het onderwijsleerproces in de groep. Hij geeft vorm aan het onderwijsprogramma, houdt de resultaten bij en rapporteert aan de intern begeleider, de bouwcoördinator, de locatiedirecteur en aan de ouders. Als pedagoog heeft de leraar een taak in het leiden en begeleiden van de kinderen. Het is belangrijk dat hij een zodanig pedagogisch klimaat weet te creëren dat de kinderen veiligheid ervaren, zodat de fundamentele voorwaarde om tot leren te komen tot zijn recht komt. De leerkracht is het eerste aanspreekpunt voor de ouders als het over het onderwijs aan hun kind gaat. Onderwijsassistent De onderwijsassistent assisteert bij het geven van onderwijs. Hij functioneert onder leiding van de leerkracht en verricht allerhande activiteiten die de goede gang van het onderwijs bevorderen. Hij werkt ook met de kinderen die extra (leer)hulp nodig hebben. De onderwijsassistent draagt verantwoordelijkheid voor het uitvoerend werk. In onze school hebben wij onderwijsassistenten in groep 1/2, groep 3 en voor de begeleiding van kinderen met een rugzak.
’Hartelijk verbonden’
pagina 25
Remedial teacher (RT’er) Wanneer kinderen niet voldoende kunnen profiteren van de gewone hulp van de leerkracht, bestaat de mogelijkheid dat in of buiten de groep extra hulp geboden wordt door een RT’er. Deze heeft met name tot taak behandeling van kinderen met leesproblemen. Ambulant begeleider (AB’er) De ambulant begeleider werkt in opdracht van de PCL op basisscholen, die tot het samenwerkingsverband van onze school behoren. Hij begeleidt leerkrachten van kinderen, die een grotere begeleidingsbehoefte hebben dan de gemiddelde basisschoolleerling. Logopedist De logopedist onderzoekt en begeleidt kinderen op het gebied van taal- en spraakproblemen. Hij helpt kinderen zowel in als buiten de klas. Hij heeft indien nodig contact met andere deskundigen, zoals de AB’er van een taalspraakschool. Schoolmaatschappelijk werker De schoolmaatschappelijk werker heeft met alle ouders van onze school contact. Hij adviseert en ondersteunt gezinnen in moeilijke omstandigheden en onderhoudt contacten met externe organisaties. Hij helpt zoeken naar opvangmogelijkheden en biedt hulp bij de aanvraag ervan. Administratief medewerker De administratief medewerker draagt zorg voor de administratieve afhandeling van de toelatingsprocedure van de nieuwe leerlingen. Daarnaast verzorgt hij de financiële administratie. De werkzaamheden gebeuren in overleg met en onder verantwoordelijkheid van de directie. ICT’er De ICT’er is verantwoordelijk voor het in bedrijf houden van de computers in de school. Hij helpt leerkrachten bij het installeren van programma’s, introduceert nieuwe software en maakt een schema voor onderhoud en vervanging van apparatuur op het gebied van de computertechnologie. Hij stimuleert en begeleidt leerkrachten bij het gebruik van de computer door de kinderen. Hij zet een leerlijn computergebruik in de klas op. Conciërge De conciërge zorgt voor de uitvoering van de facilitaire taken. Ook verricht hij herstel- en onderhoudstaken. Daarnaast vervult hij enige administratieve taken, zoals kopiëren. Vrijwilligers Op school wordt dankbaar gebruik gemaakt van vrijwilligers. Deze vrijwilligers helpen met diverse activiteiten, zoals het lezen met kinderen met leesproblemen, het voorbereiden van handvaardig-heidlessen, schoonmaakactiviteiten. 6.2 Deeltijdbanen In alle groepen wordt les gegeven door hoogstens twee leerkrachten. We proberen de continuïteit van het onderwijs en de rust in de groep, zoveel mogelijk te waarborgen. Door ziekte van leerkrachten kan het niet anders dan dat er meerdere leerkrachten aan een groep lesgeven. Er wordt naar gestreefd een leerkracht zoveel mogelijk door dezelfde persoon te laten vervangen. Elke groep heeft (in de regel) één leerkracht als eindverantwoordelijke. Deze geeft de ’Hartelijk verbonden’
pagina 26
meeste uren les in de groep. Wanneer de leerkrachten bijna evenveel uren lesgeven, worden de taken verdeeld. Ouders worden ingelicht over de verdeelde taken wanneer dit de verdelingen van verantwoordelijkheid over bepaalde kinderen aangaat. 6.3 Lesbezoeken Op school vinden verschillende lesbezoeken plaats. De locatiedirecteur brengt lesbezoeken om een indruk te krijgen van de groep en het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkrachten. Hij gebruikt hiervoor de methodiek Flitsbezoek. Hierbij let hij vooral op de volgende aspecten: 1. Doen de leerlingen wat ze moeten doen? 2. Wat is het leerdoel van de les en in hoeverre zijn de lesactiviteiten in lijn met dit doel? 3. Welke interventies doet de leerkracht om te zorgen dat alle leerlingen het leerdoel behalen? 4. Muren scannen: wat hangt er allemaal in het leslokaal dat bijdraagt (of juist niet) aan de lessen? 5. Zijn er bijzonderheden op het gebied van veiligheid en gezondheid? Na afloop kan de locatiedirecteur een korte terugkoppeling geven in de vorm van een reflectieve vraag. Deze heeft als doel om het denkproces van de leerkracht over het eigen handelen te stimuleren. De intern begeleider brengt lesbezoeken om op de hoogte te blijven van het groepsproces, de participatie van leerlingen en het pedagogisch en didactisch handelen van leerkrachten. Met deze informatie kan de intern begeleider de leerkrachten desgevraagd adviseren. Collega’s gaan ook bij elkaar op lesbezoek om van elkaars handelen te leren. Elk lesbezoek wordt kort nabesproken, waarbij collega’s ‘tops’ en ‘tips’ uitwisselen. 6.4 De School Video Interactie Begeleider (SVIB’er) School Video Interactie Begeleiding (SVIB) is een begeleidingsmethode die om verschillende redenen binnen onze school wordt ingezet. Deze methode richt zich op de interactie (de verbale en non-verbale communicatie) binnen een onderwijskundige setting. Een optimale interactie is van groot belang voor het pedagogisch en didactisch handelen in de groep. Een belangrijk element binnen deze methode is het maken van video-opnamen. Deze opnamen worden door de SVIB’er binnen de groep gemaakt, vervolgens door zowel de leerkracht als de SVIB’er geanalyseerd en daarna door beiden bekeken en besproken. De inzet van genoemde methode kan plaatsvinden: • als onderdeel van het inwerktraject van nieuwe leerkrachten. Alle nieuwbenoemde leerkrachten op onze school krijgen de gelegenheid te werken aan de optimalisering van hun communicatie in de lessituatie. Met dit doel wordt hen een traject van SVIB aangeboden. De gemaakte beelden zijn bedoeld voor bespreking door leerkracht en begeleider, en worden niet beschikbaar gesteld aan derden. • als middel om de communicatie tussen leerkracht en kind(eren) te verbeteren. Soms is het voor een leerkracht niet duidelijk om welke redenen de communicatie in zijn groep niet goed verloopt. Dan kan de SVIB’er opnamen maken in deze groep. Dit levert voor de leerkracht soms aandachtspunten op ter verbetering. Ook hier geldt dat de gemaakte beelden bedoeld zijn voor bespreking door leerkracht en begeleider, en worden niet beschikbaar gesteld aan derden. • als middel om de communicatie van een kind te verbeteren. Soms richt het traject zich op de manier van communiceren van een kind. Het gaat dan om een kind dat zich van zijn eigen gedrag bewust is, of (gelet op het niveau van verstandelijk en emotioneel functioneren) daarvan bewust gemaakt kan worden. De gemaakte beelden zijn primair bedoeld voor bespreking door kind en begeleider. • als er vragen zijn over het begeleiden van een kind met een ontwikkelingsprobleem. Soms is niet duidelijk welke manier van begeleiden het beste bij een kind past. Enkele video-observaties kunnen daar verhelderend bij werken. Wanneer de begeleiding zich specifiek op uw zoon of dochter richt, zal dit vooraf door de school met u worden besproken. De gemaakte beelden zijn alleen bedoeld voor bespreking binnen het team. ’Hartelijk verbonden’
pagina 27
Een SVIB-traject beslaat meestal een periode van enkele maanden. Het bestaat uit een intakegesprek, drie opnamen en drie begeleidingsgesprekken. Een SVIB-traject wordt afgesloten met een mondelinge en schriftelijke evaluatie. De SVIB wordt op onze school gegeven door de orthopedagoog of ambulant begeleider. 6.5 Stagiaires Elk half jaar komt er een aantal studenten van het Hoornbeeck College op onze school om stage te lopen als onderwijsassistent. Daarnaast zijn er Pabo-3 studenten van Driestar Educatief die enkele weken ter oriëntatie meelopen. Jaarlijks wordt bekeken of er plaats is voor een Pabo-4 LIO stagiair(e).
’Hartelijk verbonden’
pagina 28
7
DE OUDERS
7.1 Contact vanuit school met de ouders Een goed contact tussen u als ouders en school is heel belangrijk. Het bevordert het welzijn van het kind. Daarom stellen wij het op prijs dat u ons goede informatie over uw kind geeft, zodat we op school op de juiste manier in kunnen spelen op de onderwijsbehoefte van uw kind. Anderzijds is het noodzakelijk dat we vanuit school u op de hoogte houden van het onderwijsgedrag van uw kind. We hebben elkaar hard nodig. Vanuit school willen we het contact met u onderhouden door middel van: De jaaropening Deze vindt plaats op de laatste zaterdag van de zomervakantie in een kerkgebouw in de buurt van de school. We nodigen daarbij een predikant uit die het schooljaar met het Woord van God opent. Na de jaaropening krijgt u met uw kind de gelegenheid in de klas te kijken en kennis te maken met de leerkracht. De schoolgids/website Hierin vindt u allerlei wetenswaardigheden van de school. Deze gids verschijnt aan het begin van ieder cursusjaar. Het komende cursusjaar komt deze ook op de website van de school; www.beversluisschool.nl Een contactschriftje De kinderen uit de groepen 1 t/m groep 6 krijgen elke dag een contactschriftje mee naar huis. Dit schriftje komt de volgende dag weer van huis naar school. Over en weer kunnen bijzonderheden worden vermeld. Kinderen in de bovenbouw krijgen een weekbrief mee met de bijzonderheden van de klas en/of het huiswerk. Een nieuwsbrief De Bevernieuws verschijnt één keer per twee weken. U wordt daarin op de hoogte gehouden van activiteiten, vrije dagen, schoolnieuws en nieuws van leerlingen en/of personeel. De rapportenavonden Er zijn per schooljaar twee momenten waarop de ontwikkeling van uw kind wordt besproken aan de hand van de toetsuitslagen. Hiervoor ontvangt u een uitnodiging. De ouder/schoolbezoeken De leerkracht komt één keer per twee jaar bij u op bezoek. Het komende jaar is geen bezoekjaar. Ouders komen voor de herfstvakantie op school om met de leerkracht kennis te maken en doelen vast te stellen voor de leerling. De telefoon of email Wij stellen het op prijs wanneer u ons op de hoogte stelt van (belangrijke) gebeurtenissen bij u thuis. Het stelt ons beter in staat (het gedrag van) uw kind te begrijpen en daarop in te gaan. Heeft u vragen of zijn er zaken waarover u wilt spreken, dan kunt u contact opnemen met de leerkracht per telefoon of per email. De informatieavond Op de informatieavond in september wordt u het een en ander verteld over de schoolontwikkelingen en het werk in de klas. U krijgt dan ook de gelegenheid uw vragen hierover te stellen. Verder is deze avond bedoeld om contact te maken met de andere ouders.
’Hartelijk verbonden’
pagina 29
De projectavond Om het jaar wordt met de kinderen enkele weken gewerkt aan een project (thema). Als afsluiting wordt een avond gehouden waarop iedereen mag komen kijken wat we hebben gedaan. Niet reguliere contacten Het kan nodig zijn dat er speciale gesprekken over (ontwikkelings)problemen van uw kind plaatsvinden. U krijgt dan een uitnodiging op school te komen. U kunt ook zelf een gesprek aanvragen. 7.2 Betrokkenheid van ouders Van ouders verwachten we: • betrokkenheid bij het onderwijs aan uw kind. Dit blijkt o.a. uit het napraten over de bijbellessen, het zingen en oefenen van de psalm die geleerd moet worden. • dat zij aanwezig zijn bij schoolactiviteiten. • dat zij onze school steeds opdragen in het gebed. Zonder Gods hulp en kracht kunnen we ons werk niet doen. 7.3 Ouders die niet bij elkaar wonen Als een leerling bij een van de ouders woont of gaat wonen, bijvoorbeeld als gevolg van een echtscheiding, organiseren we de informatievoorziening als volgt: Onze schoolmaatschappelijk werker, mevrouw Saly, brengt een (kennismakings)bezoekje bij de leerling thuis, waarin we, in verband met de informatievoorziening, een aantal dingen zullen vragen en toelichten ten aanzien van de onderstaande punten. Ook kunt duidelijk maken wat uw wensen zijn. We zijn wettelijk verplicht om informatie over de schoolvorderingen en het welbevinden van de leerling zowel aan de verzorgende als de uitwonende ouder door te geven. We sturen daarom de schoolgids, schoolkranten, rapporten en andere rapportages door aan beide ouders. Ook voor de rapportenavonden nodigen we beide ouders uit, desgewenst op een verschillend tijdstip. We hebben hiervoor het adres van beide ouders nodig. Bij open bijeenkomsten zoals projectavond, ouderavond en de sportmiddag, sturen we de uitnodiging alleen naar de verzorgende ouder. U kunt dan zelf besluiten of u de uitnodiging doorgeeft aan de uitwonende ouder. We kiezen hiervoor in het belang van de leerling. 7.4 Oudercommissie In het schooljaar 2005-2006 is er een oudercommissie in het leven geroepen. Deze heeft als taak het personeel te ondersteunen met niet-lesgevende taken. Hulp wordt geboden bij het kopieerwerk, het maken van leskisten, naamkaartjes voor de schoolreis, en het helpen organiseren van activiteiten als de schoolmarkt. De commissie zorgt ook voor de inzameling en het opsturen van cartridges. In de oudercommissie zitten de volgende personen: moeder Anker, moeder Van Os, moeder den Heijer, Moeder van Lieburg, juf Qualm en juf Rijkse. De contacten gaan via de genoemde leerkrachten. De oudercommissie zal soms ook de hulp van andere ouders inroepen. 7.5 Hulp van ouders De oudercommissie zal een beroep op u doen om te helpen bij binnen- en buitenschoolse activiteiten. Te denken valt aan hulp bij leren, helpen bij het uitlenen van bibliotheekboeken, kaften van nieuwe boeken, excursies, de sportmiddag, schoonmaken en klusmorgens. Het is fijn dat ouders zich hiervoor willen inzetten. Ook voor de organisatie van de tweejaarlijkse schoolmarkt is veel hulp nodig. Voor deze markt, die als samenbindend ervaren wordt, zetten veel ouders zich in. Aan het eind van elk schooljaar is de afscheidsavond van groep 8. Voor deze avond worden de ouders van de schoolverlaters gevraagd een deel van de invulling voor hun rekening te nemen. ’Hartelijk verbonden’
pagina 30
7.6 Medezeggenschap Sinds december 2009 heeft onze school een medezeggenschapsraad. Vanaf 23 maart 2010 is de raad zelfstandig actief, na vaststellen van statuten en reglementen. Na raadpleging van ouders en personeelsleden is besloten tot een raad met adviesbevoegdheid. De medezeggenschapsraad is samengesteld uit twee leden van de ouders en twee leden van het personeel. De leden voor de raad worden gekozen indien er voldoende kandidaten zijn. Vanuit het bestuur treedt de directeur op als contactpersoon en is bij de vergaderingen aanwezig. Samen met de Samuëlschool vormen alle leden van beide raden de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). In de regel worden de vergaderingen samen begonnen en is het tweede deel van de vergadering voor de raden afzonderlijk. Aan de orde komen diverse agendapunten in het belang van de leerlingen, ouders, personeel en de organisatie van de school. Inbrengen van agendapunten kan schriftelijk bij de secretaris van de raad. 7.7 Ouderbijdrage Van ouders wordt jaarlijks een vrijwillige bijdrage van € 60,- gevraagd. Van de opbrengst wordt een aantal niet gesubsidieerde zaken rondom het schoolleven betaald, zoals de het boekje dat kinderen met Kerst krijgen, de educatieve excursies en de schoolreis. 7.8 Overblijfmogelijkheden Er zijn voor u geen kosten aan het overblijven van uw kind verbonden. Alle kinderen eten in hun eigen lokaal onder leiding van de leerkracht. 7.9 Klachtenprocedure Met ingang van 1 augustus 1998 is binnen het onderwijs een wettelijke klachtenregeling verplicht. Onze school is aangesloten bij de klachtencommissie ingesteld door de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs. Een goede behandeling van klachten vinden wij ook erg belangrijk. Als reformatorische school willen we op een Bijbelse manier daarmee omgaan. Als u een klacht heeft, dan spreekt u daarover in eerste instantie met de desbetreffende persoon. Dat leert de Heere Jezus ons in Mattheüs 18:15: “Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen". De volledige klachtenregeling ligt voor u ter inzage op school. Enkele belangrijke dingen hieruit willen we hier vermelden. • Als u ergens mee zit, maak dit ons zo snel mogelijk kenbaar. Het is namelijk niet mogelijk (op een enkele uitzondering na) klachten in te dienen, die betrekking hebben op situaties die meer dan drie maanden geleden zich hebben voorgedaan. • Uitgezonderd strafbare feiten vindt het bestuur dat er alleen klachten ingediend kunnen worden die de klager zelf of zijn/haar kind betreffen. • Een klacht dient in de eerste plaats met de persoon in kwestie besproken te worden. In de meeste gevallen zal dit een leerkracht zijn. U mag verwachten dat deze zich open stelt voor een gesprek, dat uiterlijk binnen vier dagen na het indienen van de klacht moet plaatsvinden. Met wederzijds goedvinden kan hiervan worden afgeweken. De leerkracht kan desgewenst ondersteuning inroepen. • Wanneer het gesprek niet tot overeenstemming leidt, kan contact opgenomen worden met de contactpersoon. Deze zal, de klacht gehoord hebbende, u doorverwijzen naar de directeur, het bestuur of de vertrouwenspersoon. Deze hebben alle drie een bemiddelende functie. Voor een zorgvuldige behandeling kan van u gevraagd worden de klacht schriftelijk in te dienen.
’Hartelijk verbonden’
pagina 31
• Wanneer ook dit gesprek niet tot overeenstemming leidt, staat de weg naar de klachtencommissie open. Dit is een onafhankelijke, landelijk werkende commissie, ingesteld door de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs met een regionale kamer. Het indienen van een klacht bij deze commissie loopt altijd via de contactpersoon of de vertrouwenspersoon. • De klachtencommissie geeft het bestuur een advies. • Binnen vier weken zal het bestuur vervolgens een besluit nemen. • Indien de contactpersoon, de directeur, het bestuur of de vertrouwenspersoon vermoedt dat er sprake is van een strafbaar feit, zal de klacht worden doorgezonden naar de klachtencommissie. Als de klachtencommissie vindt dat er een strafbaar feit is gepleegd, zal het bestuur hiervan aangifte doen. De volgende personen zijn als contact- en als vertrouwenspersoon aangesteld. Contactpersoon: De heer M.J. W. Hoek Bodegraafsestraatweg 125 2805 GM Gouda Tel.: 0172-236575
Vertrouwenspersoon: Mevrouw A. de Jong-Kalkman Prunuslaan 7 2803 SG Gouda Tel. : 0182-533526
Vertrouwensinspecteurs van de inspectie: Inspectie van het onderwijs: Tel.: 0900-1113111
[email protected], www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Informatie- en advieslijn voor ouders over onderwijs: 0800-5010 (gratis) Internetsite: www.50tien.nl 7.10 Aansprakelijkheid van ouders De school kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor diefstal, beschadiging of kwijt raken van bij of in het schoolgebouw aanwezige eigendommen van uw kind. Door het bestuur een WAverzekering afgesloten tegen wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij overal, doch in het bijzonder op school, de zorgvuldigheid ten opzichte van een ander of diens goed in acht nemen. Door een leerling toegebrachte schade dient te worden vergoed door de ouders. Bij de wet is het zo geregeld dat ouders als eerst aansprakelijk zijn voor eventuele gevolgen van het gedrag van hun kind als er vanuit de school toezicht op hen is.
’Hartelijk verbonden’
pagina 32
8
KWALITEITSVERBETERING
Het komende cursusjaar willen we opnieuw werken aan het onderwijskundig en ondersteuningsbeleid, evenals het personeels-, financieel en arbobeleid. 8.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs Het kwaliteitsbeleid Op basis van het school- en jaarplan zal worden gewerkt aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs en de leerlingondersteuning. In deze plannen zijn de verbeterpunten opgenomen die worden aangedragen vanuit de oudertevredenheidsenquête, zelfevaluaties, teamvergaderingen, etc. Het onderwijskundig beleid Naast Handelingsgericht Werken zal Opbrengstgericht Werken en adaptief onderwijs centraal staan. Deze drie begrippen worden hierna kort beschreven. Handelingsgericht Werken • De onderwijsbehoeften van leerlingen staan centraal • Het gaat om afstemming en wisselwerking • De leerkracht doet er toe • Positieve aspecten van kind, leerkracht en ouders zijn belangrijk • Leerkracht, IB'er, kind, ouders en externen werken constructief samen • Ons handelen is doelgericht • De werkwijze is systematisch en transparant Opbrengstgericht Werken Van elke leerling wordt kort na instroom een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Hierin is het IQ met de belemmerende en stimulerende factoren beschreven. Op grond van deze informatie wordt een (voorlopig) uitstroomprofiel gekozen (PRO, LWOO, VMBO, etc.). Bij het gekozen uitstroomprofiel horen verwachte leerrendementen. Deze geven een indicatie hoe de didactische vorderingen van het kind zich zullen ontwikkelen. Op grond hiervan worden de groepen voor groepsdoorbrekend werken (spelling, lezen, rekenen) ingedeeld, zodat de leerstof en de manier hoe het wordt aangeboden optimaal aansluit bij de capaciteiten van de leerling. Adaptief onderwijs Van elk kind wordt binnen zes weken na instroom een Ontwikkelingsperspectief (OPP) beschreven. Hierin staan het IQ, de belemmerende en stimulerende factoren van het kind beschreven. Ook wordt het verwachte uitstroomniveau beschreven. Aan de hand daarvan worden eind- en tussendoelen bepaald. Op basis van het OPP en van de halfjaarlijkse toetsen wordt het leerstofaanbod zorgvuldig op het kind afgestemd. Het is van belang dat elk kind voldoende wordt uitgedaagd tot leren met behoud van zijn welbevinden. Het personeelsbeleid Met ingang van augustus 2011 geeft school invulling aan de functiemix. Dit is een wettelijke eis, die leerkrachten die een groepsoverstijgende of schoolbrede verantwoordelijkheid hebben, de mogelijkheid biedt voor beloning met een hogere salarisschaal (LB in plaats van LC). We volgen gezamenlijk de studiedagen, die gericht zijn op team- en onderwijsontwikkeling. Door een evenwichtig taakbeleid wil de directie waken voor overbelasting van de teamleden.
’Hartelijk verbonden’
pagina 33
Het financieel beleid De directie streeft er naar om de nodige bezuinigingen te realiseren met behoud, dan wel verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de leerlingondersteuning. 8.2 Activiteiten ter verbetering van de veiligheid in en om de school Het arbobeleid is gericht op veiligheid, gezondheid en welzijn. Op onze school heeft een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) plaatsgevonden. Ieder jaar wordt een plan van aanpak opgesteld om eventuele knelpunten op het gebied van veiligheid op te lossen. We hebben voortdurend aandacht voor de volgende zaken: • alleen leerkrachten met een opleiding tot gymleraar mogen in hun les de trampoline gebruiken. • iedere leerkracht neemt naar gym zijn mobiele telefoon mee om 112 of school te kunnen bellen. • schoonmaakmiddelen die gevaarlijk zijn bij consumptie worden achter slot en grendel bewaard. • kledinghaken, deurknoppen e.d. zijn glad afgewerkt of afgeschermd, zodat ze niet gemakkelijk aanleiding kunnen geven tot verwondingen. • medicijnen die met toestemming van ouders op school aan leerlingen worden verstrekt, worden bewaard in een afgesloten kluisje in een afgesloten kast. • alle delen van de school worden schoongehouden volgens een op schrift gesteld programma, afgestemd op het gebruik van de ruimte.
’Hartelijk verbonden’
pagina 34
9
RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
9.1 Opbrengsten op schoolniveau In cursusjaar 2013-2014 zal, ter verbetering van de onderwijskwaliteit, aandacht worden besteed aan: • werken met nieuwe methode PI Spello voor dyslectische kinderen. • werken met jaarkalender Met Sprongen Vooruit om het rekenonderwijs interactiever te maken. • het kiezen van een nieuwe rekenmethode. 9.2 Opbrengsten op leerlingniveau Met opbrengsten bedoelen we de resultaten van het onderwijs. We gaan na of ons onderwijs voldoende leeropbrengsten heeft. Het in kaart brengen hiervan is in het SBO moeilijk, omdat er belemmerende en stimulerende factoren in de ontwikkeling van onze kinderen zijn. Deze worden vastgelegd in het ontwikkelingsperspectief. Een criterium is bijvoorbeeld de intelligentie van de leerling. Een beperking als dyslexie drukt de resultaten van een leerling op vakken als lezen, taal en spelling. Doorzettingsvermogen wordt als een stimulerende factor aangemerkt. Alle aspecten van de ontwikkeling van een kind moeten daarom meegewogen worden in de prognose. 9.3 Uitstroomgegevens Op het SBO is het leerstofaanbod afgestemd op de capaciteit van elk kind. Er zijn kinderen die het niveau van groep 5 behalen en andere kinderen behalen dat van groep 8. Hierdoor is er variatie in uitstroom. De uitstroom van de leerlingen van de achterliggen vier jaren is als volgt: pro vmbo met lwoo vmbo bb/kb havo
2009-2010 4 17% 18 75% 2 8% 0% 24 100%
2010-2011 6 23% 17 66% 3 11% 0 0% 26 100%
’Hartelijk verbonden’
2011-2012 11 50% 8 36% 3 14% 0 0% 22 100%
2012-2013 14 52% 12 44% 1 4% 27 100%
pagina 35
10 PRAKTISCHE INFORMATIE
10.1 Schooltijden Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.45 – 15.00 uur Woensdag: 08.45 – 12.30 uur De JRK-groep en kinderen van groep 3 die nog geen 7 jaar zijn, hebben op woensdag geen school. 10.2 Pauzes De ochtendpauze voor groep 3 en IG-M
09:50 – 10:05
voor de groepen 7, 8 en IG-B voor de groepen 4 t/m 6/7 voor de JRK-groepen
10:10 – 10:25 10:25 – 10:40 10:50 – 11:15
De middagpauze voor de groep 3 en IG-M voor de groepen 7, 8 en IG-B voor groepen 4 t/m 6/7 voor de JRK-groep
11:35 – 12:00 12:00 – 12:25 12:25 – 12:45 12:50 – 13:20
10.3 Groepsverdeling en leerkrachten groep JRK-1/2 juf Mes en juf De Zeeuw groep JRK-2/3 juf Van den Eijkhof en juf De Zeeuw groep 3 juf Hoogeveen en juf Qualm groep 4 juf Verburg en juf Hoogendoorn groep 5 juf De Jong en juf Van Erkel groep 5/6 juf Van der Wal en juf Van Stam groep 6/7 juf Van de Beek en juf Van Braak groep 7 meester Hertog en juf Boom groep 8 meester de Bree en juf Goudriaan 10.4 Verjaardagen Verjaardagen worden in de klas gevierd om 10:10 uur. De jarige mag het personeel tijdens de ochtendpauze trakteren aan de personeelstafel. Wilt u een gezonde traktatie meegeven? Liefst geen zoetigheid. In ieder geval geen kauwgum. 10.5 Doelen zendingsgeld Elke maandag brengen de kinderen zendingsgeld mee. Met het geld dat wordt opgehaald, worden verschillende doelen ondersteund. Onze school heeft via Woord en Daad een jongen, Johnny St. Louis financieel geadopteerd. Per cursusjaar kiest het team vier doelen, waarvoor telkens gedurende tien weken het zendingsgeld wordt ingezameld. Er wordt een keuze gemaakt uit ondermeer de ZGG, Bonisa, Mbuma zending, GZB, Woord en Daad, SEZ, stichting Ontmoeting, Stichting Hudson Taylor. Voorwaarde hierbij is dat het een reformatorische stichting of vereniging is. De gekozen doelen voor dit cursusjaar zijn: 2 sep t/m 8 nov (10 schoolweken) MAF 5 nov t/m 25 jan (10 schoolweken) Zending Gereformeerde Gemeenten 28 jan t/m 19 apr (11 schoolweken) NETFoundation 22 apr t/m 18 jul (11 schoolweken) Mbuma Zending
’Hartelijk verbonden’
pagina 36
10.6 Maatregelen tegen lesuitval Is er vervanging nodig bij studieverlof, ADV of ziekte van een leerkracht, dan zal de directie naar een oplossing zoeken om zijn groep zo goed mogelijk op te vangen. Er zal geprobeerd worden of iemand die groep kan overnemen. Een andere mogelijkheid is het verdelen van deze groep over andere groepen. Het is ook mogelijk dat een onbevoegd persoon invalt, als er na verrichte inspanningen geen bevoegde leerkracht te krijgen is. De school streeft er naar om bevoegde leerkrachten in te zetten. In het verleden heeft de rechter bepaald dat een groep in noodsituaties minder dan 5 dagen naar school mag. Het kan zijn dat wij in perioden van ziekte en personeelsgebrek een groep (of groepen) een vrije dag geven. 10.7 Verlofmogelijkheden en verzuim In de leerplichtwet staat dat ouders ervoor moeten zorgen dat hun kind vanaf 5 jaar tot aan het eind van het schooljaar waarin het kind 16 wordt, volledig dagonderwijs volgt. Normaal gesproken gaat elk kind naar school op de tijden, die de school heeft vastgesteld. Als er sprake is van ongeoorloofd schoolverzuim, dan is de directeur verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar. Ook moet hij jaarlijks aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen opgave doen van het aantal ongeoorloofde verzuimdagen. Verlof in geval van ziekte Als uw kind ziek is, dient u dit telefonisch te melden aan de school tussen 8.15 - 8.45 uur. Wilt u op maandagmorgen niet bellen tussen 8.00 - 8.15 uur i.v.m. de weekopening. Verlof in verband met familieomstandigheden Onder familieomstandigheden wordt verstaan: huwelijk, ernstige ziekte of overlijden van gezinsleden en grootouders; verhuizing van het gezin; huwelijks- of ambtsjubileum van gezinsleden en grootouders. Verlof voor extra vakantie Dit verlof kan gegeven worden: wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders, indien het slechts mogelijk is buiten de schoolvakantieperiodes op vakantie te gaan; wanneer een werkgeversverklaring wordt overlegd waaruit blijkt, dat geen verlof buiten de officiële schoolvakantieperiodes mogelijk is. Vakantieverlof mag: eenmaal per schooljaar worden verleend; niet langer dan 10 schooldagen (per schooljaar) duren; niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. Om verlof aan te vragen moet u een schriftelijk verzoek indienen bij de directie van de school. Deze beoordeelt het verzoek en geeft wel of geen toestemming voor het verlof. Een verzoek om vrij te krijgen in verband met vakantie moet uiterlijk 1 maand voor het begin van de vakantie schriftelijk bij de directie worden ingediend. Bij een verzoek om vrij te krijgen moet u een doktersverklaring, verklaring van uw werkgever e.d. kunnen laten zien. Wenst u verder nog informatie over de Leerplichtwet en de uitvoeringsregels, dan kunt u contact opnemen met de directie van de school of met de leerplichtambtenaar van uw gemeente. 10.8 Inzameling cartridges Lege toner- en inkjetcartridges zijn bij ons op school van harte welkom. Wij zijn als school aangesloten bij Nica Cartridge Trade Centre. Bij dit bedrijf worden de cartridges verantwoord ’Hartelijk verbonden’
pagina 37
verwerkt. Bovendien ontvangt onze school voor het inleveren van de cartridges punten waarmee nieuwe computers, schoolbenodigdheden en sportmaterialen gespaard kunnen worden. Dit is leuk voor de school, want er zijn altijd dingen nodig of aan vervanging toe waar het schoolbudget niet toereikend voor is. U kunt de lege cartridges aan uw kind mee naar school geven. In de gemeenschapsruimte staat een verzameldoos. Het maakt niet uit van welk merk de toner- en inkjetcartridges zijn. Vraag ook eens bij vrienden, familie of op uw werk of ze mee willen sparen. Via de nieuwsbrieven willen we u op de hoogte houden van onze puntenstand en van de gespaarde artikelen. Bij voorbaat dank voor het verzamelen! 10.9 Hoofdluis Op onze school wordt regelmatig gecontroleerd op luizen. De oudercommissie draagt daar zorg voor. De commissie gaat elke maandagmiddag, na een vakantie van minimaal een week, op school aan de slag. Het is fijn als u dan geen gel in het haar van uw kind doet. Bij constatering van hoofdluis bij uw kind wordt u hierover op de hoogte gesteld. U kunt dan middelen ter bestrijding halen bij de drogist of apotheek. Informatie hierover wordt via de school verstrekt. Mocht u zelf bij uw kind hoofdluis constateren, wilt u dan de school waarschuwen, zodat kinderen uit de groep en uit de bus allemaal een brief meekrijgen en gecontroleerd worden. 10.10 Vervoer van leerlingen Het vervoer van de kinderen valt niet onder de verantwoordelijkheid van de school. Toch willen we u over een aantal zaken informeren, omdat de meeste ouders hier mee te maken krijgen. U dient bij de gemeente, als de beschikking van uw kind binnen is, een aanvraag in te dienen voor een vergoeding van de kosten van het vervoer. U krijgt een formulier dat deels door uzelf en deels door onze school ingevuld moet worden. Het gedeelte dat wij moeten invullen, kunt u opsturen naar de administratie van onze school. Als uw kind door omstandigheden een keer geen gebruik maakt van het vervoer, dient u zelf het taxibedrijf in te lichten. De school licht zelf de taxibedrijven in bij een vrije dag. Het kan zijn dat u klachten heeft over het vervoer van uw kind. Het is de juiste manier hier zelf met de chauffeur over te spreken. U kunt vervolgens ook het taxibedrijf bellen en indien nodig, contact opnemen met de gemeente. Een en ander kan natuurlijk wel in overleg met de school. 10.11Buitenschoolse activiteiten De groepen gaan eenmaal per jaar op schoolreisje. Elk schoolreisje kent een educatief en een recreatief deel. Elke groep gaat daarnaast minstens twee keer per schooljaar op excursie. 10.12Beeldmateriaal van uw kind Regelmatig maken we binnen en buiten de school digitale foto’s en video-opnamen. Deze foto's gebruiken we o.a. in onze nieuwsbrief. Indien u bezwaar hebt publicatie van foto's en ander beeldmateriaal van uw kind in de schoolkrant, nieuwsbrief, schoolgids, website of in andere publicaties van onze school geplaatst worden kunt u dat kenbaar maken bij de directie.
’Hartelijk verbonden’
pagina 38
BIJLAGE 1 - LEVENSBESCHRIJVING DS. N. H. BEVERSLUIS (1850-1931) De naam van onze school is de ds. N.H. Beversluisschool. De school is naar ds. Beversluis vernoemd, omdat hij zich heeft ingezet voor het onderwijs aan kinderen. Beversluis vreesde al als kind de Heere. Van beroep was hij eerst timmergezel en daarna rijksveldwachter. Omdat hij zondags moest werken, is hij van beroep veranderd. In zijn vrije tijd ging Beversluis voor onderwijzer studeren. In die functie was hij werkzaam in Herkingen (1881) en in Vlaardingen (1884). In het Brabantse Rijswijk werd hij benoemd tot schoolhoofd (1888). Beversluis was zo betrokken op het heil van zijn leerlingen, dat hij elke dag het (openbaar) onderwijs opende en sloot met gebed en dankzegging. Het college van B en W liet dit oogluikend toe. Om de jeugd te wijzen op de noodzaak van bekering en het heil in Christus, richtte hij een plaatselijke zondagsschool op. Beversluis voelde zich geroepen het Evangelie te verkondigen. In 1901 werd oefenaar Beversluis predikant van de Ledeboeriaanse Gereformeerde Gemeente te Rotterdam. Zowel ds. Beversluis als zijn vriend ds. G.H. Kersten van de Kruisgemeenten hebben gestreefd naar het samengaan van beide kerken, dat in 1907 verwezenlijkt werd. De eerste synode van de verenigde gemeenten werd door ds. Beversluis voorgezeten. Tijdens zijn ambtelijke loopbaan was ds. Beversluis een gewaardeerd catecheet en docent. Hij bleef ook oog houden voor het gewone onderwijs. Door zijn inspanningen werd de Rehobothschool te Moerkapelle in 1906 geopend. Dit was het gevolg van de samenwerking van de plaatselijke Hervormde Kerk en Gereformeerde Gemeente. Eenzelfde poging met de Christelijk Gereformeerde Kerk te Rotterdam mislukte, omdat de kerkleden de kosten van eigen onderwijs nog niet konden opbrengen. In 1908 werd ds. Beversluis predikant in de Amerikaanse zustergemeente te Paterson. In 1909 hield hij een schoolrede ter gelegenheid van de opening van de eerste ‘reformatorische’ school te Grand Rapids. Hij sprak over Efeze 6:4: In de lering en vermaning des Heeren. In dit referaat trekt hij als ouder, oud-onderwijsman en als predikant Schriftuurlijke lijnen voor de praktijk van de christelijke opvoeding en vorming van onze kinderen. Lijnen die ons nog altijd (kunnen) inspireren. Tot slot kan nog worden gemeld, dat onder voorzitterschap van ds. Beversluis te Wyck-off (Amerika) een sanatorium op gereformeerde grondslag verrees. Vanaf 1917 worden hier vele verstandelijk gehandicapten zorg verleend. In 1921 ging ds. Beversluis met emeritaat.
’Hartelijk verbonden’
pagina 39
BIJLAGE 2 - IDENTITEITSVERKLARING De Ds. N.H. Beversluisschool is opgericht voor leerlingen van wie de ouders/verzorgers (hierna te noemen: ouders) van harte reformatorisch onderwijs voor hun kinderen verlangen. De “Stichting voor christelijk (voortgezet) speciaal onderwijs op reformatorische grondslag voor Gouda en omstreken” (hierna te noemen: stichting), heeft als grondslag de Heilige Schrift als onfeilbaar Woord van God, zoals daarvan belijdenis wordt gedaan in de artikelen twee tot en met zeven van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. De stichting onderschrijft geheel en onvoorwaardelijk de drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld door de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618 en 1619. Het bestuur van de stichting bestaat uit leden die belijdend lid zijn van de Gereformeerde Gemeenten, van de Hervormde Gemeenten (op Gereformeerde Grondslag) binnen de PKN., van de Hersteld Hervormde Kerk, van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, van de Christelijke Gereformeerde Kerken en van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland buiten verband. In de aanvraag bij de overheid is destijds, om tot stichting van een school voor speciaal onderwijs op reformatorische grondslag te komen, de identiteit o.a. duidelijk gemaakt door er op te wijzen dat de leerlingen komen uit gezinnen die de beginselen van de SGP onderschrijven. Bij verzoeken tot het oprichten van reformatorische scholen hanteert de overheid namelijk de z.g. SGP-sleutel. Het meest wezenlijke van de identiteit van onze school is en moet zijn: ‘De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid’. Hierin ligt het opvoedingsdoel besloten. Dat geldt voor ouders, leerlingen, leerkrachten en bestuur. Hiervan uitgaande wordt van de ouders en de leerkrachten –en voor zover mogelijk van de leerlingen- verwacht dat zij instemmen met hetgeen in de statuten van de stichting en het schoolreglement (zie bijlage) is verwoord ten aanzien van een aantal hieronder vermelde identiteitsbepalingen. Het streven van de stichting en de van haar uitgaande school is er op gericht de bovengenoemde grondslag te handhaven. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de vertaling van de Heilige Schrift uit de oorspronkelijke talen volgens het besluit van genoemde Synode van 1618/1619, (de zogenoemde Statenvertaling) met uitsluiting van elke andere vertaling. Verder wordt de Psalmberijming van 1773 gebruikt, met uitsluiting van elke latere berijming. Aanmelding van leerlingen wordt verwacht van ouders die belijdend lid van en kerkelijk meelevend zijn met één van de hierboven genoemde kerken. Dat geldt eveneens voor ouders van kinderen die afkomstig zijn uit aanverwante groeperingen. Het bestuur van de stichting neemt over elke aanmelding een toelatingsbesluit. Toelating van leerlingen geschiedt onder de voorwaarde, dat de ouders de grondslag, de doelstelling en de uitgangspunten van de stichting onderschrijven. De ouders en de leerlingen dienen zich te houden aan het schoolreglement. Indien door de ouders van de leerling of door de leerling zelf, wordt gehandeld in strijd met de voorwaarden, waaronder de toelating is geschied (zie punt 3), dan volgt een gesprek met de ouders. In het uiterste geval kan het bestuur van de stichting de leerling verwijderen. Het bestuur verwijdert de leerling echter niet dan nadat de ouders of de leerling in de gelegenheid zijn/is gesteld alsnog aan de voorwaarden te voldoen. In opvoeding en onderwijs wordt zowel van de ouders als van de leerlingen verwacht dat zij grote waarde hechten aan de eenheid van gezin, kerk en school. Het gedrag en de levensstijl van de ’Hartelijk verbonden’
pagina 40
leerlingen dienen zodanig te zijn, dat geen inbreuk wordt gemaakt op de opvattingen, die in de kring van de reformatorische gezindte in het algemeen gelden; leer en leven dienen met elkaar in overeenstemming te zijn. De school is een plaats waar iedereen behoorlijk gekleed en verzorgd dient te verschijnen. Het Bijbels onderscheid tussen jongens en meisjes dient zowel in kleding als haardracht duidelijk tot uiting te komen. In schoolverband is het dragen van lange broeken en broekrokken door meisjes of andere door bestuur en directie ontoelaatbaar geachte kleding dan ook niet toegestaan. De opvattingen van gezin en school dienen overeen te komen ten aanzien van een christelijke levensstijl, wat ook inhoudt een gezamenlijk afwijzen van alles wat hieraan afbreuk doet. Te denken valt aan normvervaging, gezagsondermijning, sportverdwazing en moderne lectuur. Maar zeker ook aan de moderne media, met name de televisie, die een erg negatieve invloed uitoefent door middel van volstrekt af te wijzen programma’s. Ondergetekende, vader, moeder of verzorgers van ( naam en voornamen van het kind ): ……………………………………………………………………… verklaren hierbij volledig met het bovengenoemde in te stemmen. Adres:………………………………………………………………… Postcode/woonplaats………………………………………………… Handtekening vader/ verzorger ........................................................... Handtekening moeder /verzorgster ..................................................... Datum:………………………………………………………………
’Hartelijk verbonden’
pagina 41
BIJLAGE 3 – SCHOOLREGLEMENT Artikel 1 Alle leerlingen zijn verplicht de aanwijzingen van het personeel van de school betreffende de orde in de schoolgebouwen en op het schoolterrein op te volgen. Artikel 2 Leerlingen dienen zich te houden aan aanwijzingen van de directeur van de school betreffende kleding en haardracht. Deze aanwijzingen gelden behoudens beroep op het bestuur. De kleding van leerlingen is volgens de algemene fatsoensnorm ten einde ongewenste overdaad aan seksuele uitstraling te voorkomen. In schoolverband is het dragen van lange broeken en broekrokken door meisjes verboden. Evenmin is het dragen van lang haar door jongens toegestaan. Piercings zijn niet toegestaan. Artikel 3 In de school en op de terreinen behorende tot de school mag door de leerlingen niet worden gerookt. Ook is het gebruik van alcoholische en energiedrank niet toegestaan. Artikel 4 Het bij zich hebben van zakmessen, lucifers, aanstekers, (nep)wapens, vuurwerk en andere gevaarlijke voorwerpen is verboden. Deze worden direct in beslag genomen. De ouders/ verzorgers worden daarna in kennis gesteld. Artikel 5 Boeken en tijdschriften e.d. waarvan de inhoud naar het oordeel van de directeur van de school ontoelaatbaar is, mogen niet in de school worden gebracht op straffe van inbeslagneming. Ouders worden van inbeslagneming in kennis gesteld. Artikel 6 Mobiele telefoons, mp3/mp4 spelers en spelcomputers zijn in de school en op het schoolterrein niet zichtbaar. Bij gebruik van een mobiele telefoon in genoemde situaties neemt het personeel het toestel tijdelijk in beslag. Artikel 7 Wanneer een leerling bewust spullen van een ander of de school kapot maakt wordt de schade verhaald op de ouders/verzorgers. Artikel 8 Indien een leerling wegens ziekte of een andere feitelijke verhindering niet op school kan komen, geven de ouders of verzorgers daarvan zo snel mogelijk kennis aan de school. Daarbij wordt de reden van verhindering opgegeven. Artikel 9 Vrijstelling van het volgen van lessen dient door de ouders of verzorgers van de leerling zo mogelijk twee dagen van tevoren te worden aangevraagd. Artikel 10 Als een leerling incidenteel gewelddadig of agressief gedrag vertoont waardoor de orde en veiligheid ernstig verstoord wordt, kan de directie besluiten een leerling voor één of meerdere dagen te schorsen. De ouders worden hiervan telefonisch of schriftelijk in kennis gesteld.
’Hartelijk verbonden’
pagina 42
Artikel 11 Als de school vaststelt dat en leerling niet langer het onderwijs op de ds. N.H. Beversluisschool kan volgen kan het bevoegd gezag besluiten een leerling te verwijderen. De beslissing van verwijderen wordt, nadat de leerkrachten en de ouders over het voornemen tot verwijderen zijn gehoord, schriftelijk en met redenen omkleed door de directie meegedeeld. Daarbij is het mogelijk voor de ouders of gezagdragers binnen 6 weken na de dagtekening schriftelijk bezwaar aan te tekenen tegen dit besluit. Vervolgens beslist het bevoegd gezag binnen 4 weken maar zal wel eerst de ouders horen. Het bevoegd gezag heeft de plicht om acht weken lang te zoeken naar een school waar de leerling terecht kan. Artikel 12 In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet beslist de directeur van de school, behoudens beroep op het bestuur.
’Hartelijk verbonden’
pagina 43
BIJLAGE 4 - PERSONEEL Directie Algemeen directeur
dhr. M.V. van der Vliet Meester van Loostraat 7 3466 NX Waarder 0348-502201 ma / di / do op deze locatie
[email protected]
Locatiedirecteur dhr. A. van Veldhuizen Jan van der Heijdenstraat 80 3774 BD Kootwijkerbroek 0342-442737 di / wo / do / vr
[email protected]
Intern Begeleiders mw. M.M. Innemee Mijzijde 98 3471 GR Kamerik 0348-402958 JRK t/m groep 5
di / wo / do / vr
[email protected] mw. M.B. Overbeeke-Mulder Heinsiuslaan 3 3445 XG Woerden 0348-419098 groep 5/6, 6/7, 7 en 8 ma / do
[email protected]
’Hartelijk verbonden’
pagina 44
Leerkrachten mw. S.W. van de Beek Van der Valk Boumanlaan 50 3446 GJ Woerden 0348-415429 groep 6/7 ma / di / do / vr
[email protected]
mw. L. Boom-Schipper Kamerlingh-Onnessingel 4 2941 VB Lekkerkerk 0180-701136 groep 7
vr
[email protected]
mw. A.A. van Braak-den Ouden Drossaardslag 58 2805 DD Gouda 0182-511992 groep 6/7
wo
[email protected]
dhr. J. de Bree Klazina Hoeve 27 2804 JE Gouda 0182-756430 groep 8
ma / di / wo
[email protected]
’Hartelijk verbonden’
pagina 45
mw. D. van den Eijkhof-Klinkenberg Bunchestraat 33 2811 SJ Reeuwijk 0182-600185 groep JRK-2/3 ma / di / do / vr
[email protected]
mw. A.C. van Erkel-van den Berg Arica 88 2903 PE Capelle aan den IJssel 010-4586751 groep 5 wo
[email protected]
mw. A. Goudriaan-Cromwijk Karel Doormanlaan 146 3354 XJ Papendrecht 078-6427194 groep 8
do / vr
[email protected]
dhr. D.J. Hertog Van Baerlestraat 21 2802 GK Gouda 0182-523634 groep 7 ma / di / wo / do
[email protected]
mw. J.M. Hoogendoorn-van der Knijff Rembrandtsingel 13 2902 GR Capelle aan den IJssel 010-4422354 groep 4 wo / do
[email protected]
’Hartelijk verbonden’
pagina 46
mw. M.E. Hoogeveen-de Graaf Binnenban 63 3191 CA Hoogvliet 06-14747740 groep 3 ma / di / vr
[email protected]
mw. J. de Jong Burg. Winklerstraat 23 2861 DK Bergambacht 0182-353162 groep 5 ma / di / do / vr
[email protected]
mw. C.N.A. Mes-Versteeg Poldertocht 6 2821 ZR Stolwijk 0182-341592 groep JRK-1/2
ma / di
[email protected]
mw. D. Qualm-Visser Vlasakker 23 2743 EZ Waddinxveen 0182-701197 groep 3
wo / do
[email protected]
mw. B.J. van Stam-Monster Kievit 36 3263 BE Oud-Beijerland 0186-626763 groep 5/6
do / vr
[email protected]
’Hartelijk verbonden’
pagina 47
mw. A. Verburg Meester van Loostraat 4 3466 NX Waarder 0348-750387 groep 4 ma / di / vr
[email protected]
mw. C. P. van der Wal - Berkhout Sauerdal 40 2904 DE Capelle a/d IJssel 010-7854129 groep 5/6
ma / di / wo
[email protected]
mw. M. de Zeeuw Lekdijk 91 2967 GD Langerak 0184-745071 groep JRK-1/2 groep JRK-2/3
do / vr wo
[email protected]
Onderwijsassistenten mw. J. van Dam – Buitendijk Ekster 16 2411 MT Bodegraven ambulant
di / vr
[email protected]
mw. J.J. Klop-Dingemanse Horstlaan 33 2411 WE Bodegraven 0172-611228 ambulant
do
[email protected]
’Hartelijk verbonden’
pagina 48
mw. J. Pons Hugo de Grootstraat 12 3132 SK Vlaardingen 06-39238090 JRK 1-2 ma / di / do / vr
[email protected]
mw. M. de Zeeuw Lekdijk 91 2967 GD Langerak 0184-745071 groep JRK-1/2
ma / di
[email protected]
mw. J. van Zuiddam Cornelis de Houtmanstr 34 2901 AD Capelle a/d IJssel ambulant groep 3
ma di / wo
[email protected] Ambulant begeleiders dhr. J.de Bree Klazina Hoeve 27 2804 JE Gouda 0182-756430 do / vr
[email protected]
mw. A.H. Hertog-Stam Vlietenburg 5 2804 WP Gouda 0182-579375
[email protected]
’Hartelijk verbonden’
pagina 49
dhr. M. van Meijeren Clausstraat 28 3474 JZ Zegveld 0348-691158
do / vr
[email protected]
mw. A. Verburg Meester van Loostraat 4 3466 NX Waarder 0348-750387
wo
[email protected]
Remedial teacher mw. E. Veldman-de Muynck Heesterlaan 37 2803 BJ Gouda 0182-537335 ma / di / do
[email protected]
Logopedisten mw. B.J.G. Daemen-Timmer Baljuwslag 6 2805 DA Gouda 0182-515601 di / wo / do
[email protected]
mw. S.P. Vonk Krakelingweg 10 3707 HV Zeist 06-43637913
ma / di
[email protected]
’Hartelijk verbonden’
pagina 50
Schoolmaatschappelijk werkster mw. A. Saly-Tukker
di
telefonisch bereikbaar via school
[email protected]
Administratief medewerksters mw. C.de Jong-van Nieuwkoop Klutendreef 31 2841 PH Moordrecht 0182-375447 do / vr
[email protected]
mw. C.A. Rijkse-de Lange Gandhiweg 101 2807 RD Gouda 0182-599820
ma / di
[email protected]
Conciërge dhr. C. Joosse Groene Ree 29 2411 ZE Bodegraven 0172-612753 ma / di / wo / do / vr
[email protected]
Externen mw. B. Haverhals (orthopedagoog) Driestar Educatief Postbus 368 2800 AJ Gouda 0182-540384
[email protected]
’Hartelijk verbonden’
pagina 51
mw. E. Snel-Lissenberg (schoolarts) Postbus 45 2800 AA Gouda 0182-54 56 00
[email protected]
’Hartelijk verbonden’
pagina 52
BIJLAGE 5 - GEMEENSCHAPPELIJKE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD De GMR is gezamenlijk voor de Ds. N.H. Beversluisschool en de Samuëlschool. Emailadres
[email protected]
Voorzitter
Dhr. Th. Simons Essenlaan 44 2935 SN Ouderkerk a/d IJssel
Secretaresse
Mw. M. de Jong-van den Bosch Dreef 17 2825 AN Berkenwoude
[email protected]
leden - namens ouders Mw. F.J. Westdijk-de Rooy de Genestetlaan 13 2741 AC WADDINXVEEN Mw. T.J. van Laar Goudseweg 49a 2411 HH Bodegraven Mw. Dulfer Kerspelpad 1 2821 ZA Stolwijk
leden – namens personeel Mw. A. Goudriaan-Cromwijk Karel Doormanlaan 146 3354 XJ Papendrecht Mw. A. Saly-Tukker bereikbaar via school: 0182-570004 Mw. M. Dingemanse-Bogaard Von Suttnerstraat 58 2806 HE Gouda
’Hartelijk verbonden’
pagina 53
BIJLAGE 6 - BESTUUR Het bestuur van de Stichting voor Christelijk (V)SO op reformatorische grondslag Raad van Bestuur J. Bremmer, voorzitter Heelkruid 19 3903 ET Veenendaal
[email protected]
0318-742153
W. van de Geer, secretaris Nonnenweer 8, 4251 GA Werkendam
[email protected]
0183-745005
M. van der Linden, penningmeester Westeinde 50, 2841 BW Moordrecht
[email protected]
0182-520267
Raad van Toezicht M.C. van der Spek, 2e secretaris Burgvlietkade 49, 2805 JB Gouda
0182-585611
W. Nap Westeinde 39, 3466 NL Waarder
0348-502489
T. Soet, Raadhuisstraat 8, 2861 AJ Bergambacht
0182-352626
W. Lambooij Reigerstraat 34, 2802 EN Gouda
0182-786089
’Hartelijk verbonden’
pagina 54
BIJLAGE 8 - ROUTEBESCHRIJVING Vanaf de Rijksweg A 12 Neem afslag 11 richting Gouda Ga na 1.2 km rechtsaf op de Goudse poort (N452) richting Gouda Ga na 1.1 km bij de 1e verkeerslichten linksaf de Burgemeester van Reenensingel op Ga na 2.3 km linksaf de Plaswijckweg op (rechts ziet u een Saab-garage) Ga na 0.6 km linksaf de Meerburgstraat op (50 m voor voetgangers-lichten) Ga na 90 m rechtsaf de Hoogenburg op Vanuit de Krimpenerwaard: Neem de tweede afslag op de rotonde (op de Schoonhovenseweg (N207)) richting Gouda Ga na 250 m rechtsaf Vervolg de weg met de bocht mee naar links (Joubertstraat) U rijdt rechtdoor tot u onder het spoor bent doorgegaan Bij de verkeerslichten op het kruispunt gaat u linksaf de Graaf Florisweg op Ga na 225 m rechtsaf (1e afslag rotonde) de Bodegraafsestraatweg op Ga na 0.9 km bij een grote kruising met verkeerslichten linksaf de Burgemeester van Reenensingel op Ga bij de 1e verkeerslichten rechtsaf de Plaswijckweg op Ga na 0.6 km linksaf de Meerburgstraat op (50 m voor voetgangerslichten) Ga na 90 m rechtsaf de Hoogenburg op.
’Hartelijk verbonden’
pagina 55
BIJLAGE 9 - VAKANTIE- EN ACTIVITEITENROOSTER dag
datum
omschrijving
ma di
2 september 2013 3 september 2013
1 studiedag e 1 lesdag
do di di do ma-vr
10 oktober 2013 15 oktober 2013 15 oktober 2013 17 oktober 2013 21 t/m 25 oktober 2013
1 oudergespreksavond e 2 oudergespreksavond schoolfotograaf ouderinformatieavond herfstvakantie
di wo do ma-vr
5 november 2013 6 november 2013 7 november 2013 25 t/m 29 november 2013
voorlichtingsavond voor ouders van schoolverlaters dankdag e 2 studiedag toetsweek
do ma-vr
19 december 2013 23 december t/m 3 januari
schoonmaakavond kerstvakantie
do di
9 januari 2014 14 januari 2014
rapportenavond rapportenavond
do
13 februari 2014
ma-vr
17 t/m 21 februari 2014
projectavond Deze avond wordt aangemerkt als schooltijd. Daarom wordt van alle kinderen verwacht dat zij aanwezig zijn. voorjaarsvakantie
x
di en do
11 en 13 maart 2014
di wo
11 maart 2014 12 maart 2014
adviesgesprekken met ouders van leerlingen uit groep 8. Ouders worden uitgenodigd. e 3 studiedag biddag
x x
di
15 april 2014
wo vr ma ma-ma
16 april 2014 18 april 2014 21 april 2014 28 april t/m 5 mei 2014
schoolavond (thema Pasen) Deze avond wordt aangemerkt als schooltijd. Daarom wordt van alle kinderen verwacht dat zij aanwezig zijn. leerlingen vrij Goede Vrijdag Tweede Paasdag meivakantie
x x x x
wo do, vr
28 mei 2014 29 en 30 mei 2014
4 studiedag Hemelvaartdag + extra vrije dag
ma-vr ma-wo di do
2 t/m 6 juni 2014 9 t/m 11 juni 2014 24 juni 2014 26 juni 2014
toetsweek Tweede Pinksterdag + twee extra vrije dagen schoolreis JRK en groep 3 schoolreis overige groepen
do di di do do
3 juli 2014 8 juli 2014 15 juli 2014 17 juli 2014 17 juli 2014 18 juli t/m 29 augustus 2014
rapportavond rapportavond afscheidsavond groep 8 kennismaking nieuwe leerlingen schoonmaakavond zomervakantie
e
leerlingen vrij x
e
e
’Hartelijk verbonden’
x
x x
x
x x
x
x
pagina 56