Schoolgids deel 2. J.A. de Vullerschool. openbare basisschool. Gorssel

Schoolgids deel 2

J.A. de Vullerschool openbare basisschool Gorssel

Veldhofstraat 1 7213 AJ Gorssel tel. 0575-492784 [email protected] www.vullerschool.nl

Voorwoord. Geachte ouder(s), Graag bieden wij u onze schoolgids aan. De informatie in deze gids geeft u een goed beeld van onze school. Mocht u vragen of suggesties hebben, dan bent u uiteraard van harte welkom op school. Het is voor ons een mogelijkheid om onze schoolorganisatie te verbeteren of de inhoud van deze schoolgids aan te passen. Deel 1 van de schoolgids is vooral praktisch, u vindt er de gegevens die ieder schooljaar wijzigen; de groepsindeling, de namen en adressen van de leerkrachten, ouderraadsleden etc. Deel 2 van de schoolgids geeft u een goed beeld van de sfeer in onze school en de afspraken die we als team samen gemaakt hebben. We proberen u inzicht te geven in de grote en kleine zaken die de dagelijkse gang van zaken op school bepalen. Voor de speerpunten en nieuwe ontwikkelingen op het gebeid van onderwijs op de Vullerschool voor komend schooljaar verwijzen wij u naar het jaarplan ‘15 –‘16 Deel 3 van de schoolgids bevat alle informatie die voor de twaalf openbare scholen in de gemeente Lochem hetzelfde is. Dit zijn meestal afspraken die op bestuursniveau worden vastgesteld. Het team van de J.A. de Vullerschool Gorssel.

J. A. de Vullerschool

Gorssel

Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2

De school Directie en bestuur De geschiedenis van de J.A. de Vullerschool

4 4 4

2. 2.1 2.2 2.3

De belangrijkste uitgangspunten van onze school De openbare identiteit van de school De sfeer op school Regels en afspraken 1. Schoolregels 2. Pesten 3. Gevonden voorwerpen 4. Bewegingsonderwijs (algemene afspraken) 5. Mobiele telefoons en andere devices 6. Spelen op het plein na schooltijd 7. Contact leerkracht-ouders 8. Langer op school ?

5 5 5 5 5 6 7 7 7 8 8 8

3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14

De organisatie van het onderwijs op onze school De Schoolorganisatie Hoe wordt er bij ons les gegeven? Talentontwikkeling De activiteiten in groep 1 en 2 Lesmethoden Kanjermethodiek Expressievakken Bewegingsonderwijs Levensbeschouwelijk onderwijs Computeronderwijs Mediawijsheid Huiswerk op de basisschool Schoolreizen Andere activiteiten

9 9 9 9 10 10 13 17 17 18 18 19 20 20 20

4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10

De zorg voor uw kind De plaatsing van uw kind op school Het volgen van de ontwikkeling van uw kind Oudergesprekken Leerlingbesprekingen Uw kind heeft extra hulp nodig Sociaal-emotionele begeleiding Zitten blijven (doubleren). Verwijzing naar het Speciaal Basis Onderwijs (Sbo)/Passend onderwijs De overgang van kinderen naar het Voortgezet Onderwijs (VO) Toelating en verwijdering

22 22 22 23 24 24 24 24 25 28 28 2


Gorssel

4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.17

Hoe wordt gezorgd voor de gezondheid en de veiligheid van de kinderen Verjaardagen Rampen en schokkende gebeurtenissen Ontruiming Hoofdluis Privacy

29 29 30 30 30 31

5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5

Het team Taken teamleden Compensatieverlof Scholing Stagiaires Vervanging

32 32 32 32 32 32

6. 6.1 6.2 6.3

6.5

Ouders en school Hulp van ouders is welkom Informatievoorziening De Ouderraad 1. De ouderbijdrage 2. Schoolverzekering voor leerlingen 3. Groepsouder De Medezeggenschapsraad 1. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Contactpersoon - vertrouwenspersoon

34 34 34 34 35 35 35 35 36 36

7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5

Regeling schooltijden De schooltijden De maatregelen ter preventie van het schoolverzuim De regels in geval van schoolverzuim bij ziekte of doktersbezoek Extra verlof Goed om te weten

40 40 40 40 40 40

8. 8.1 8.2 8.3 8.4

De kwaliteit van het onderwijs in de school De onderwijsinspectie De ouderenquête De uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs De J.A. de Vullerschool is goed, maar het kan altijd beter

42 42 42 42 43

6.4

.

3

J. A. de Vullerschool 1.

Gorssel

DE SCHOOL

1.1 Directie en bestuur De J.A. de Vullerschool is één van de elf openbare scholen van Stichting POOLSTER. Directeur van de J.A. de Vullerschool is Roel Oost. 1.2 De geschiedenis van de J.A. de Vullerschool Als oudste vermelding in het Markeboek komt in 1640 Jan Duim voor als koster en schoolmeester. De school werd gezien als verlengstuk van de kerk. In 1826 werd het een gemeenteschool. Aanvankelijk stond de school aan de Hoofdstraat, maar door toedoen van burgemeester O. Baron van Wassenaar werd in 1888 1000 meter grond gekocht tussen de Hoofdstraat en de Veldhofstraat van Jan Willem van der Mey voor een nieuw te bouwen school, kosten f 350,00 (158 euro). De gemeente had echter niet de middelen om de school te financieren. De gemeenteraad besloot een lening aan te gaan van f 6500,00 (2945 euro). In 1889 was de school gereed. Na zo'n 40 jaar werd ook deze school te klein. In april 1928 maakte de heer G. J. Pastel Hzn, architect te Zutphen/Lochem een tekening voor een nieuwe school te Gorssel. Deze school kreeg de naam J. A. de Vullerschool, genoemd naar burgemeester J. A. de Vuller (1830 - 1860). In 1976/1977 volgde een totale renovatie, waarbij het karakter van de oude school bewaard bleef. In 1986 werd de integratie kleuterschool en lagere school gerealiseerd. In het schooljaar 1998/1999 is de school vergroot met vier lokalen, een speellokaal en een bovenverdieping, geheel in dezelfde stijl als het bestaande gebouw.

4


Gorssel

DE BELANGRIJKSTE UITGANGSPUNTEN VAN ONZE SCHOOL

2.1 De openbare identiteit van de school De J.A. de Vullerschool is een openbare basisschool. Dat houdt in, dat de school geen onderscheid maakt naar godsdienst of levensovertuiging. De school gaat uit van het respect voor ieders maatschappelijke, culturele of religieuze achtergrond. Onze school geeft de kinderen de kans zich persoonlijk te ontwikkelen op cognitief, creatief en sociaal-emotioneel gebied. Ook uw kinderen zullen later samenwerken en samenleven in een veelkleurige maatschappij. Hopelijk zonder onderscheid, als gelijkwaardige mensen. De keuze voor openbaar onderwijs legt een stevige basis voor de toekomst van de kinderen. Niet apart, maar samen! We willen ervoor zorgen dat kinderen zich thuis voelen bij ons op school, dat ze erbij horen en dat ze gewaardeerd worden. We kiezen voor een positieve benadering met daaraan gekoppeld duidelijke afspraken en regels. Pas dan kan een kind zich ontplooien. Het is niet alleen leren dat er op school gebeurt. We proberen kinderen zelfvertrouwen te geven, goed om te leren gaan met anderen en gebruik te maken van hun creatieve mogelijkheden. Het team van de J.A. de Vullerschool zal alles doen, wat binnen hun mogelijkheden ligt, om uw kind de juiste ondersteuning te bieden. 2.2 De sfeer op school We streven naar een sfeer van openheid. Samen met de ouders hopen we steeds de juiste beslissingen te nemen in het belang van het kind. Voor de kinderen willen we graag de school zijn waarvan ze vanuit een gevoel van betrokkenheid kunnen zeggen: “Dat is mijn basisschool”. Algemene normen en waarden die in de schoolregels verwoord zijn, streven we met het hele team na. Alle leerkrachten spreken de kinderen hierop zo nodig aan, gezamenlijk dragen we deze verantwoordelijkheid. We vragen ook ouders om hieraan mee te werken, c.q. het beleid van de school te onderschrijven. 2.3 Regels en afspraken 1. Schoolregels Omgaan met elkaar. 1. Ga met de ander om, zoals je het zelf ook prettig vindt. 2. Heb respect voor elkaar en elkaars spullen. 3. Doe eens iets voor een ander, dat geeft je een goed gevoel. 4. Samen spelen kan niet altijd, maar sluit elkaar niet buiten. 5 Laat een ander in zijn/haar waarde. 6. Discrimineer niet en lach elkaar niet uit. 7. Iedereen mag een eigen mening hebben, ben je het er niet mee eens; praat er over. 8. Heb belangstelling voor een ander. 9. Wees eerlijk tegen elkaar en tegen de juf of meester. 10. Probeer zelf kleine probleempjes op te lossen. 11. Gebruik de “stopmethode” en luister naar elkaar. Regels in de school en op het plein. 1. Wees zuinig op de school en maak geen onnodige rommel. 2. Jassen, tassen en drinken op de plaats leggen waar ze horen. 3. Houd het plein en de tuin netjes. 5


Gorssel

4. Loop naast je fiets op het plein. 5. We voetballen niet op het plein en gebruiken het speelgoed van school alleen in de kleine pauze. 6. Kom niet binnen voor schooltijd, tenzij je dit met je meester/juf hebt afgesproken. 7. Bij slecht weer mag je naar binnen na overleg met de pleinwacht. 8. Veeg je voeten als je binnenkomt. 9. Ga rustig naar binnen en loop rustig in de school. 10. Sluit deuren, dan blijft het binnen lekker warm. 11. Waarschuw meester of juf als er iets kapot is. 2. Pesten Het is niet altijd vanzelfsprekend, dat kinderen goed met elkaar om kunnen gaan. De school ondersteunt de leerlingen in het ontwikkelen van hun vaardigheden door te werken met ‘de Kanjermethode’. Zie verder hoofdstuk 3.7. Pesten kan en mag niet getolereerd worden!! Pesten is een veel voorkomend fenomeen, dat voorkomt bij kinderen van alle leeftijden, in alle bevolkingsgroepen. Het is belangrijk oog te hebben voor het fundamentele onderscheid tussen pesten en plagen. a. Plagen is een vorm van onbezonnen incidenteel pesten en/of spontaan negatief gedrag. M.a.w. het is eerder een onschuldige eenmalige activiteit waarbij humor een rol kan spelen. Het herhaaldelijk en langdurig karakter ontbreekt hier. Het plagen speelt zich af tussen twee (kinderen of groepen) min of meer gelijken waarbij het niet vast ligt wie de boventoon zal voeren b. Wanneer een leerling echter gepest wordt, betekent dit dat hij continue het slachtoffer is van pesterijen. Wat hij ook doet, het is nooit goed. Het element onmacht tegenover de "almacht" van de pestkop is enorm. Op onze school hanteren wij het onderstaande respectprotocol: een stappenplan om pestgedrag in te dammen. Iedere geleding is verantwoordelijk. Er moet adequaat opgetreden worden. 1. Pestgedrag wordt gesignaleerd en wordt vervolgens gemeld bij de contactpersoon. Dat kan door leerkrachten, ouders of kinderen gedaan worden. Deze hoort dit aan en wint informatie in. Er zijn twee mogelijkheden: a. Er is geen sprake van pestgedrag. Het probleempje wordt afgehandeld door de leerkracht. De melding wordt wel genoteerd! b. Er is sprake van pestgedrag. Er wordt een schriftelijk verslag gemaakt. De contactpersoon wint informatie in. Gesprek met contactpersoon, pester(s) en gepeste(n). Eventueel kan desbetreffende leerkracht er bij zitten. De problemen worden besproken en er worden afspraken gemaakt. Hiervan wordt een beknopt verslag gemaakt. Na 2 à 3 weken volgt er een tweede gesprek. Hierin wordt besproken of de gemaakte afspraken nagekomen worden. Ook hiervan wordt een beknopt verslag gemaakt. Als blijkt dat er geen wezenlijke verbeteringen zijn, wordt het pestgedrag bekend gemaakt bij alle 6


Gorssel

geledingen. - onderwijzend personeel - MR - bestuur - inspectie - ouders De ouders zullen bij vervolggesprekken betrokken worden. Het probleem wordt afgesloten of er komt een volgend gesprek, waarbij de directeur aanwezig zal zijn. Van dit gesprek zal wederom een verslag worden gemaakt en eventuele consequenties worden doorgenomen. Als het pestprobleem uiteindelijk niet opgelost wordt, zal aan de ouders van de pester advies gegeven worden om een andere school te zoeken. 3. Gevonden voorwerpen Regelmatig blijft kleding op school liggen of hangen. In de berging, bij de ingang van de groepen 3 (achter de school), zijn de gevonden voorwerpen opgeslagen. Fietssleutels, sieraden e.d. hangen op het prikbord bij de administratie. Afhankelijk van de hoeveelheid, wordt er een aantal keren per jaar, na een aankondiging, opgeruimd. 4. Bewegingsonderwijs (algemene afspraken). Groep 1 en 2: De leerlingen gymmen in de Oceaan. Ze dragen gymschoenen en een korte broek met T-shirt/gympakje. Hun gymkleding hangt in een tas aan de kapstok op school. Omkleden gebeurt in het eigen klaslokaal. Alle kleding en schoenen graag van naam voorzien. Groep 3 en 4: De leerlingen gymmen in de gymzaal in het Trefpunt. De leerlingen van groep 4 nemen naast hun gymkleren ook een handdoek mee, zodat zij zich na de les kunnen douchen. Helpt u uw kind eraan te denken dat hij/zij gym heeft? Groep 5 t/m 8: De leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 gymmen in de gymzaal in het Trefpunt. Ook voor hen geldt: gymkleding en handdoek meenemen! NB Douchen is niet verplicht! 5. Mobiele telefoons en andere devices. In toenemende mate zien we mobieltjes bij de kinderen van diverse groepen. Het meenemen van mobieltjes is een riskante aangelegenheid, ze kunnen vallen op het plein en ze kunnen door anderen ‘meegenomen’ worden. Een telefoon van school wordt altijd opgenomen, noodzakelijke boodschappen worden altijd aan kinderen doorgegeven en kinderen die buiten het dorp wonen, mogen na schooltijd even naar huis bellen als dat nodig is (ook voor een speelafspraak o.i.d.). Het kan zijn dat er aan leerlingen gevraagd wordt door de leerkracht hun device (laptop, smartphone, iPad e.d.) mee naar school te nemen i.v.m. het gebruiken ervan in de les. Dan gelden er andere afspraken en zal de school verantwoordelijk zijn. In principe staan de telefoons uit, alleen niet als er met de leerkracht andere afspraken zijn gemaakt. Is dat niet het geval, dan zal de telefoon worden ingenomen en kan de leerling deze na de schooltijd weer afhalen. 7


Gorssel

In de groepen 7 en 8 is een kluisje, waarin mobiele telefoons gedurende de dag bewaard kunnen worden. Dat geldt ook voor andere devices. 6. Spelen op het plein De leerlingen zijn op lesdagen welkom op het plein vanaf 08.15 uur. Vanaf dat moment is er ook een pleinwacht aanwezig. ‘s Middags kunnen de kinderen, met uitzondering van de overblijfkinderen, komen vanaf 13.00 uur. Ook dan is er pleinwacht. Vanaf 15.30 uur stopt de verantwoordelijkheid van de school. Af en toe maakt het Kindercentrum gebruik van het plein. Sinds juni 2012 is er achter de school een skatebaan geplaatst door de gemeente, nadat menigeen een sponsorbedrag had gestort. Er staat een bord bij, waarop staat voor welke doelgroep deze baan is. Er staat ook op dat gebruik ervan voor eigen risico is. De school is op geen enkele wijze aansprakelijk. 7. Contact leerkracht-ouders Er is kans dat de leerkracht van uw kind u thuis belt, om door te geven dat uw kind op school iets gedaan heeft, dat in de ogen van de leerkracht niet door de beugel kan. De bedoeling van ons is dat we u informeren over wat er op school gebeurd is. We vragen u dat met uw kind te bespreken om herhaling te voorkomen. Samengevat: 1. Van kinderen die op school aangesproken zijn over hun gedrag, worden de ouders gebeld om verslag te doen van de toedracht; 2. De leerkracht geeft u een kort verslag van het voorval zodat u op de hoogte bent, wij vragen u dit gesprek kort te houden. U kunt hierover altijd verder praten in een oudergesprek; 3. We vragen u dit met uw kind te bespreken, u hoeft dit verder niet meer terug te melden aan de leerkracht; 4. De ouders van de kinderen van de groepen 1 / 2 worden over het algemeen direct bij het ophalen van de kinderen geïnformeerd. Zo kunnen we samen zorgen voor een nog betere sfeer op school! 8. Langer op school ? Soms is het nodig dat uw kind langer blijft op school. Daarover hebben wij onderling afspraken gemaakt: -Voor de kinderen in groep 3 t/m 5 geldt: dat we altijd bellen en overleggen als uw kind na moet blijven (b.v. om werk te maken ) -Voor kinderen in groep 6 t/m 8 geldt: dat we alleen bellen als uw kind langer dan 15 minuten na moet blijven. Er zijn enkele zaken die goed zijn om te weten: -er wordt altijd gevraagd aan de kinderen of zij zelf, zonder verkeersbrigadiers, de Joppelaan mogen oversteken; -sommige kinderen hebben klassendienst, wij gaan er van uit dat ze dat thuis gemeld hebben; -sommige kinderen blijven erg lang spelen op het schoolplein, wij gaan er vanuit dat u dat zelf met uw kind afspreekt. Na 15.30 uur (wo: 12.30 uur) is er geen toezicht meer op het plein.

8


3.

Gorssel

DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS OP ONZE SCHOOL

3.1 De Schoolorganisatie Met ingang van dit jaar wordt door het bestuur van onze stichting Poolster, op basis van het leerlingenaantal bij aanvang van het schooljaar, de personeelsformatie vastgesteld. Met de verkregen formatie moet de school alle groepen indelen. In dat proces kunnen allerlei keuzes gemaakt worden. Voor de groepen wordt zoveel mogelijk formatie beschikbaar gesteld. Op dit moment bezoeken ruim 310 kinderen onze school. We streven ernaar om niet meer dan twee leerkrachten voor één groep te plaatsen. Dit zal niet in alle groepen lukken, omdat enkele collega’s van de school een parttime baan hebben. Ieder schooljaar wordt in juni een voorlopig formatieplan aan de Medezeggenschapsraad voorgelegd, daarna wordt het via een nieuwsbrief aan de ouders bekend gemaakt. 3.2

Hoe wordt er bij ons les gegeven?  Binnen de groep werken we met verschillende niveaugroepen  Er is een vakleerkracht voor bewegingsonderwijs  We werken regelmatig met coöperatieve werkvormen (samenwerkend leren)  We hanteren zo veel mogelijk het model van Adaptief onderwijs: Adaptief onderwijs gaat uit van een theoretisch model. Het wil zeggen dat je in je onderwijs zoveel mogelijk probeert tegemoet te komen aan de drie basisbehoeften van ieder kind: 1. autonomie: zorgen dat het kind zelf beslissingen kan nemen/keuzes kan maken en zoveel mogelijk zelf handelend kan optreden. 2. competentie: zorgen dat het kind een goed gevoel heeft bij het werken in de klas, “Ik kan deze opdracht tot een goed einde brengen!” 3. relatie: zorgen dat je een goede relatie met de kinderen in je klas opbouwt, en onderhoudt. Deze drie basisbehoeften zijn belangrijk om een actief lerende houding bij de kinderen te stimuleren. Het werken in hoeken of individueel onderwijs is dus niet per definitie adaptief onderwijs. Het gaat in eerste instantie om een soort basishouding van leerkrachten, hoe ze met de kinderen omgaan. Vanuit die veranderende houding zal geleidelijk ander onderwijs ontstaan; vele kleine stapjes kunnen uiteindelijk grote veranderingen teweegbrengen. 3.3 Talentateliers Naast veel aandacht voor de basisvakken en het opbrengstgericht werken willen wij op de Vullerschool ons de komende jaren meer gaan richten op een optimale ontwikkeling van talenten en kwaliteiten bij leerlingen en leerkrachten. Het gaat om diversiteit in aanbod onder meer op het gebied van kunst en cultuur, wetenschap en techniek, muziek, drama en sport. Onderzoek heeft aangetoond dat in het basisonderwijs minder dan 20 % van de talentvolle leerlingen wordt uitgedaagd. Een positievere houding t.o.v. het eigen talent heeft een positieve invloed op het leren van kinderen. Dus richten we ons niet alleen op de ontwikkeling van de cognitieve vaardigheden, maar ook op de creatieve. We willen op dit gebied ook goede resultaten kunnen aantonen. In het lesrooster voor schooljaar 2015 -2016 zijn de z.g. talentateliers structureel ingepland. We gaan deze ateliers gedurende 4 periodes van 6 weken (soms 7)aanbieden. Uitgangspunt is een tweejarige cyclus, dus de ateliers komen volgend jaar terug, dan op een ander niveau. 9


Gorssel

Periodes: 1. Tussen zomer- en herfstvakantie 2. Tussen herfst- en kerstvakantie 3. Tussen kerst- en voorjaarsvakantie 4. Tussen voorjaars- en meivakantie. De ateliers worden verzorgd door eigen leerkrachten (teamteaching) en door extern deskundigen. We gaan structureel ook een aantal zolders inzetten, deze worden het komend half jaar aangepast, eventueel verbouwd. Ook maken we gebruik van de Oceaan en de Vulkaan en zo nodig van een groepslokaal. In principe krijgen de groepen gedurende dit schooljaar hetzelfde aantal ateliers aangeboden. Het aanbod van deze creatieve vakken zal niet ten koste gaan van het aanbod van de basisvakken. Keuzeateliers op de vrijdagmiddag (14.15 -15.15 uur) Op de vrijdag middag worden in dezelfde periode keuze-ateliers aangeboden. 3.4 De activiteiten in groep 1/2 Onderbouwd Kleuters kunnen niet lezen, niet schrijven en zich mondeling slechts beperkt uitdrukken. Maar spelen kunnen zij als geen ander. Er bestaat een duidelijke verhouding tussen spelen en het opdoen van kennis. Door middel van het spelen van een spel kan een kind beoogde leerdoelen behalen. Het zorgt ervoor dat kleuters op een ontspannen manier kennis vergaren die zij in de volgende groepen nodig hebben om de leerstof te kunnen begrijpen. Grondbeginselen van taal, rekenen en schrijven zijn zo eenvoudig aan te leren. Het speels, bewust en doelgericht stimuleren van de ontwikkeling van kinderen vormt de basis van Onderbouwd. Een goed doordacht leeraanbod zorgt voor de nodige prikkels, die een belangrijke voorwaarde vormen voor leren. Voor het spelenderwijs leren maakt Onderbouwd gebruik van: 1. Handpoppen: maakt het doel herkenbaar. 2. Ontwikkelingsmateriaal: maakt het doel tastbaar. Onderbouwd kenmerkt zich door een gestructureerd cognitief leeraanbod rondom ontwikkelingsmateriaal. Dit heet het ‘drieslag leersysteem’. Leerstap 1: Aanbieden het doel in de grote kring Leerstap 2: Verwerken van het doel binnen de werkles Leerstap 3: Controleren of het doel is behaald 3.5 Lesmethoden Het ministerie stelt budgetten beschikbaar om de lesmethoden eens in de 8 jaar te vervangen. Dit budget wordt “per leerling” uitgekeerd en er mag gereserveerd worden. Uit dit budget moeten ook alle andere materialen betaald worden, bijvoorbeeld; knutselkarton, papier, kopieerkosten, schriften, woordenboeken, mappen, een nieuwe huishoudtrap, gereedschappen, vegers etc. Het zal duidelijk zijn dat voor de aan te schaffen methoden geld gereserveerd dient te worden. Wij zijn bezig onze lesmethoden “up to date” te maken maar beschikken over goed materiaal 10


Gorssel

om mee te werken. Om u een indruk te geven volgt hieronder een overzicht. De komende jaren zullen er vooral op digitaal gebied nieuwe ontwikkelingen ontstaan. Je ‘koopt ‘dan geen methode meer, maar betaalt licenties. In de groepen 3 starten we dit jaar met de nieuwe aanvankelijk leesmethode 'Lijn 3 '. 'Station Zuid' is onze voortgezet technisch leesmethode. Vanaf groep 4 t/m groep 7 wordt deze methodiek komend jaar ingezet. Groep 3 t/m groep 8 gaat de komende jaren werken met de nieuwe rekenmethode 'Wereld in getallen'. Tenslotte hebben we geïnvesteerd in een actuele en aantrekkelijke methodiek topografie: Toporama, voor groep 5 t/m 8 .

Technisch en begrijpend lezen Lijn 3 en NieuwsbegripXL De kinderen gaan met buslijn 3 een jaar lang op reis door Leesstad. De vrolijke buschauffeur Ben Bus vertrekt vanaf het schoolplein en brengt de kinderen langs 12 haltes (12 thema’s). Bij iedere halte maken de kinderen kennis met de letters en woorden rondom het thema. Bovendien ontdekken en leren ze er van alles over de wereld om hen heen. Lijn 3 is de allerleukste schoolreis ooit! In de groepen 4 tot en met 8 worden voor begrijpend lezen de methodes ‘NieuwsbegripXL’ (digitale methode, werkt met kopieerbladen en actuele teksten) en ‘Cito oefenboeken’ gebruikt. Schrijven Als de kinderen met Lijn 3 nieuwe letters leren lezen, leren ze deze met de nieuwe schrijfmethode ‘ Klinkers ‘ ook schrijven. Hierdoor worden beide vaardigheden versterkt. Ook hanteert Klinkers in de schrijfschriften van groep 3 dezelfde thema’s als Lijn 3. Beide methodes sluiten hierdoor perfect op elkaar aan. Pennenstreken De methode “Pennenstreken” biedt een doorgaande lijn voor het technisch schrijven en is goed inpasbaar in het adaptief onderwijs (goed aan te passen aan uiteenlopende behoeften van leerlingen) In groep 4 leren ze de hoofdletters, maar worden ook de kleine letters regelmatig herhaald. In groep 5 staat het herhalen en automatiseren van het methodische schrift centraal. In groep 6 maken de leerlingen een begin met temposchrijven en met reflectie op hun eigen schrijfresultaten, een belangrijke bijdrage voor een vlot en goed leesbaar handschrift. In groep 7 en 8 ontwikkelen de leerlingen steeds meer een 'eigen' handschrift. Het accent ligt op het versnellen van het handschrift en het bekijken van eigen en andermans handschrift. Rekenen en wiskunde De wereld in getallen Kinderen leren goed rekenen met de nieuwste versie van de methode “De wereld in getallen”. Daar staat de rekenmethode voor groep 1 t/m 8 in het basisonderwijs al jaren om bekend. En dit blijkt ook uit de Periodieke Peiling OnderwijsNiveau (PPON) 2013. De methode is opgebouwd volgens de beproefde dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. De nieuwe versie van De wereld in getallen bevat nog meer oefening en herhaling. Er is een weektaak voor zelfstandig werken en praktische differentiatie op 3 niveaus. De nieuwe versie voldoet volledig aan de referentieniveaus. 11


Gorssel

Zaakvakken Aardrijkskunde - Een wereld van verschil en Topomaster De methode “Een wereld van verschil” is een methode die niet de traditionele driedeling Nederland-Europa-wereld hanteert. In groep 3 en 4 wordt de eigen omgeving als invalshoek gebruikt, maar worden er regelmatig uitstapjes gemaakt naar allerlei gebieden overal ter wereld. In groep 5 en 6 ligt de nadruk op Nederland, maar ook Europa en de wereld komen aan bod. In groep 7 en 8 ligt respectievelijk het accent op Europa en de wereld, maar wordt regelmatig een vergelijking gemaakt met overeenkomstige verschijnselen in Nederland. Kaartvaardigheden worden vanaf groep 3 aangeboden. In groep 6 tot en met 8 leren de kinderen de topografie van Nederland, Europa en de wereld. TopoMaster is een spannende game waarmee je topografie leert. De game is samen met National Geographic Junior ontwikkeld en bevat prachtige foto's en aansprekende weetjes. Door topografie te oefenen met bijzondere informatie over dieren, gebouwen en het landschap onthouden kinderen topografie beter. Geschiedenis - Brandaan Voor het vak geschiedenis heeft onze school de methode “Brandaan” gekozen. Deze methode wordt gebruikt in de groepen 3 tot en met 8. Bij het geschiedenisonderwijs wordt vooral gekeken hoe het leven was van de mensen in de voorbije eeuwen. Bij de nieuwste geschiedenis wordt steeds de verbinding gelegd met landen en culturen waar het leven van vandaag sterke gelijkenis vertoont met het leven in onze vroegere maatschappij. De hedendaagse geschiedenis wordt gevolgd door middel van actueel nieuws. Natuur en techniek - Binnenstebuiten Binnenstebuiten is de eerste digitale lesmethode natuur en techniek voor het basisonderwijs waarin het bereiken van de leerling het uitgangspunt is. In de methode zijn de laatste inzichten uit hersenonderzoek verwerkt over hoe kinderen leren en zich optimaal ontwikkelen. Werkt vanuit principe ‘voelen is onthouden’: •Binnenstebuiten prikkelt leerlingen om zelf te willen weten en onderzoeken hoe iets zit. •Elke les geeft een nieuwe uitdaging: Hoe kun je een tornado maken? Hoe erg is het wanneer jouw favoriete dier uitsterft? Hoe kun je veilig een stroomdraad aanraken? •Binnenstebuiten laat kinderen stap voor stap ontdekken en ervaren. Met prachtige foto’s, grappige filmpjes en haalbare proeven en onderzoekjes. Waarna ze de wereld nooit meer hetzelfde zullen zien. •Kinderen begrijpen de leerstof sneller en onthouden het beter omdat ze met Binnenstebuiten zelf zien, voelen en samen beleven. Verkeer - Klaar over Deze methode is een uitgave van Veilig Verkeer Nederland en gaat in alle groepen worden gebruikt. Veilig Verkeer Nederland geeft deze verkeerskrant uit, zodat alle actuele onderwerpen ook daadwerkelijk actueel blijven. Niet alleen de verkeersregels, maar ook de verkeersmentaliteit nemen een belangrijke plaats in. Jaarlijks wordt in groep 7 meegedaan met het theoretische en praktische verkeersexamen.

12


Gorssel

3.6 Kanjermethodiek Visie van De Vullerschool Vertrouwen, eigen identiteit, respect naar elkaar en durven op te komen voor jezelf zijn de bouwstenen voor een sociaal vaardig kind. Wij willen dit graag meegeven aan uw kind om na de basisschool stevig in de maatschappij te staan en daarbinnen goed te kunnen functioneren. Kanjer training is meer dan een lesmethode, het is een methodisch aanpak van de sociaal emotionele ontwikkeling van het kind en het pedagogisch handelen van de leerkracht. Onze school wil een leefgemeenschap zijn waarin kinderen zich veilig voelen, leren samenwerken en zich positief kunnen ontwikkelen. Kanjer gedrag verspreidt zich door de hele school en niet alleen in de klas. Dit proberen we te bereiken door:                 

de leerlingen te leren zichzelf te presenteren, zich voor te stellen zelfstandigheid van de leerling bevorderen het bevorderen van redzaamheid het komen tot samenwerking vriendschappen leren aangaan, onderhouden en behouden het leren omgaan met emoties, die van jezelf en een ander het leren kiezen en daardoor verantwoording dragen het aanleren van een kritische houding, kritiek kunnen geven en ontvangen ja en nee kunnen zeggen, opkomen voor jezelf je mening vertellen (maar niet altijd) het bijbrengen van verwondering en verantwoording voor mens, natuur en milieu het aanleren van respect voor het anders zijn leren vragen stellen/ belangstelling tonen, proberen de ander te begrijpen leren antwoord te geven/vertellen, laat je begrijpen door een ander leren vertrouwen te hebben in de toekomst, in elkaar en geloven in eigen kunnen leren stoppen met plagen en pesten leren uit de slachtofferrol te stappen en het heft in eigen hand te nemen

Als hulpmiddel gebruiken we de Kanjertraining waarin we ons als team hebben geschoold en zijn gecertificeerd. Doelstellingen Door het jaar heen behandelen we in elke klas verschillende thema’s met uiteindelijke doel dat de kinderen zoveel mogelijk als volgt over zichzelf denken:  Hier ben ik  Het is goed dat ik er ben  Er zijn mensen die van mij houden  Niet iedereen vindt mij aardig want dat hoort zo  Ik luister wel naar kritiek  Ik zeg wat ik voel en wat ik denk  Doet iemand vervelend tegen mij? Dan haal ik mijn schouders op 13


Gorssel

 Doet iemand rot, dan doe ik niet mee  Ik gedraag mij als een kanjer, want ik ben een kanjer Dit alles proberen we na te streven met alle respect voor de eigenheid van het kind, dus binnen het haalbare van het individuele kind. Voor het onderwijs proberen we de volgende doelen na te streven:  de leerkracht wordt gerespecteerd  pestproblemen worden opgelost  leerlingen durven zichzelf te zijn  leerlingen voelen zich veilig  leerlingen voelen zich bij elkaar betrokken  leerlingen krijgen meer zelfvertrouwen  leerlingen kunnen gevoelens onder woorden brengen  de school weet grenzen te stellen Inhoudelijke vormgeving De methode kent aanbod voor onder-, midden- en bovenbouw. De centrale boeken zijn:  Het kleine kanjerboek  Max en de vogel  Max en de klas  Max en de zwerver  En de bijbehorende werkboeken voor groepen zes, zeven en acht. De 9 lessen/ thema’s zijn: 1 Jezelf voorstellen 3 weet hoe je je voelt 5 luisteren en vertellen 7 vriendschap 9 er zijn mensen die van je houden

2 iets aardigs zeggen 4 kun je nee zeggen 6 luisteren en samenwerken 8 vragen stellen

Eigenlijk heeft de kanjertraining 10 lessen. In de laatste les krijgen de kinderen volgens kanjertraining een kanjerdiploma. Als school vinden we een diploma een statisch afgerond geheel, dit vinden we niet passen bij de sociaal emotionele ontwikkeling van de mens die alles behalve statisch is. Daarom delen we geen diploma uit. Daarnaast altijd in alle groepen, het hele jaar door:  kanjertaal spreken  energizers (groepsvorm activiteiten)  vertrouwensoefeningen De kanjer afspraken:  We vertrouwen elkaar  We helpen elkaar  Niemand speelt de baas  Niemand lacht uit  Niemand doet zielig

14


Gorssel

De vier gedragstypen in de kanjertraining: De witte pet De tijger (kanjer) heeft de witte pet, hij is betrouwbaar en zeker van zichzelf, hij denkt goed over zichzelf en de ander De zwarte pet De pestvogel (baasspeler) heeft de zwarte pet, hij denkt goed over zichzelf en slecht over de ander De gele pet Het konijn (stille of bange) heeft de gele pet op, hij denkt slecht over zichzelf en goed over de ander De rode pet De aap (uitslover, grapjurk) heeft de rode pet op, hij denkt slecht over zichzelf en slecht over de ander Niemand is alleen maar een van de gedragstypen, we hebben allemaal kenmerken van alle petten. De gedragstypen maken voor kinderen bepaald gedrag direct duidelijk en kunnen het onderbrengen in gewenst of ongewenst gedrag. Met de Kanjertraining streven we ernaar om kinderen zichzelf te laten zijn, worden wie je bent. Het pedagogische handelen van de leerkracht Als positief gedrag van de opvoeder ziet de kanjertraining de volgende zaken: 1 Toont begrip en respect naar de leerlingen 2 Durft vertrouwen te geven, heeft hoge verwachtingen van de kinderen 3 Durft naar eigen functioneren te kijken 4 Durft controle uit handen te geven 5 Is consequent met duidelijke regels en grenzen 6 Corrigeert opbouwend en heeft tips 7 Bevordert de zelfstandigheid 8 Zorgt voor een rustige en veilige sfeer Een leerkracht is naast de professional ook een mens. Zodra de leerkracht ongewenst gedrag laat zien en door de kinderen, een collega of zichzelf wordt gecorrigeerd, bespreekt hij dat weer met de kinderen. We stappen hier niet zomaar over heen, dat doen we met de kinderen ook niet. De leerkrachten hanteren de kanjerafspraken consequent, bij overtreding corrigeren we. Wanneer kinderen ongewenst gedrag laten zien spreken we ze aan en bevragen we hun intentie, gedrag met of zonder opzet maakt een groot verschil. Zonder opzet in het spel vraagt het kind om begeleiding en sturing. Hoe had je het anders kunnen doen, wat kun je doen om het weer goed te maken. Komt het kind niet tot een oplossing dan geeft de leerkracht tips aan het kind. Opzettelijk gedrag vraagt om correctie. Corrigeren doen we middels de volgende stappen:

15


Stap 1: Corrigeren en om bedoeling vragen

Gorssel

Stap 2 Consequentie: het kind buiten de groep (in een hogere groep plaatsen) conflict vastleggen in document en ouders op de hoogte brengen

Stap 3 Na drie conflicten schorsing en ouders worden uitgenodigd door directeur om tot een oplossing te komen.

Stap 4 Bij geen verbetering na een half jaar van het gedrag en/of weigering van medewerking gaan we over tot overplaatsing naar een andere school.

Uiteraard werken we naar zo min mogelijk corrigeren en zoveel mogelijk voorkomen. Corrigeren gebeurt altijd met respect voor het kind. Corrigeren doen we van nabij en prijzen op afstand. Corrigeren gebeurt met de ik boodschap (ik heb er last van als…), dit geeft de kinderen de ruimte en de veiligheid om te reageren. Oefeningen Tijdens de kanjertraining doen we ook vertrouwensoefeningen. Die vinden alleen doorgang op het moment dat de sfeer goed is in de groep. De vertrouwensoefeningen doen veel met het zelfvertrouwen van de kinderen, anderen vertrouwen mij! Om de groepsband te versterken werken we ook met energizers, dit zijn korte spelletjes waar je even de energie kwijt kunt en waar als groep met elkaar heel veel plezier beleeft. Dit samen plezier maken als groep versterkt de groepsband en geeft de groep de mogelijkheid om daarna weer met alle concentratie verder te gaan met hun werk. Conflict oplossen Om de zelfstandigheid te bevorderen laten de leerkrachten duidelijk weten wanneer ze wel of niet beschikbaar zijn voor de kinderen en wordt hen aangeleerd hoe dan hun problemen op te lossen. In geval van een ruzie leren we de kinderen aan eerst aan te geven dit niet leuk te vinden. Vervolgens;

16


Stop, houd er mee op!

Gorssel

Lukt het niet? Dan loopt de leerling weg naar een andere leerling.

De leerling loopt naar de leerkracht en de leerkracht helpt het probleem op te lossen.

In geval van pestgedrag zien we de pester en de gepeste beiden als kinderen die hun handelingsrepertoire moeten wijzigen. Beiden hebben begeleiders nodig van school en thuis. Directie en ouders/ verzorgers worden in zo’n geval dan ook ingelicht. Op deze wijze kunnen we het handelen naar beide kinderen zowel op school als thuis op elkaar afstemmen. Ook de groepsdynamiek kan dan heel krachtig werken om het pesten te laten stoppen. Kanjerkringen houden met de hele groep zal dan ook altijd behoren tot de acties die genomen worden om het pesten te stoppen.

Doel

Acties

Wie is verantwoordelijk voor de borging

Borging Kanjertraining in groep 1 t/m 8 Versterken van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen d.m.v. de kanjertraining toe te passen Alle leerkrachten passen de principes van de kanjertraining toe in hun dagelijkse lespraktijk De principes van de kanjertraining worden door de hele school heen door iedereen toegepast, ook in de pauze en tijdens de overblijf In alle groepen wordt het voor de groep beschikbare lesmateriaal van de kanjertraining ingezet De coördinatoren kanjertraining inventariseren alle beschikbare materialen en zorgen dat elke groep het juiste materiaal ter beschikking krijgt Alle leerkrachten zetten de materialen in en voeren de lessen uit De coördinatoren brengen de kanjertraining regelmatig op de team- of bouwvergadering in om nieuwe input te geven en voortgang te waarborgen schoolleider, coördinatoren kanjertraining

3.7 Expressie activiteiten Deze vakken worden niet alleen apart gegeven, maar ook geïntegreerd. Niet alleen het aanleren van technieken en vaardigheden is belangrijk, maar ook het plezier in het uiten van de eigen creativiteit. 3.8 Bewegingsonderwijs In alle groepen wordt één of enkele malen per week gegymd. De groepen 3 tot en met 8 krijgen zo mogelijk eenmaal per week les van een vakleerkracht. De groepen 1 en 2 gebruiken de Oceaan. De sportzaal in het Trefpunt wordt gebruikt door de kinderen van de groepen 3 tot en met 8. Tijdens de gymlessen dragen de kinderen van de groepen 3 t/m 8 gymkleding. Dit kan bestaan 17


Gorssel

uit een sportbroekje en shirtje, of bijvoorbeeld een turnpakje. In de sportzaal is het verplicht gym- of sportschoenen aan te hebben met een lichtgekleurde zool, die niet buiten gedragen worden. In verband met de hygiëne willen we dat de kinderen hun sportkleding na afloop van de schooldag weer mee naar huis nemen. Voor de kinderen van de groepen 4 t/m 8 is er gelegenheid tot douchen na afloop van de gymles. De kinderen van de groepen 1 en 2 bewaren hun gymkleding op school. Deze kleding wordt voor de vakanties mee naar huis gegeven. 3.9 Levensbeschouwelijk onderwijs Voor de leerlingen uit de groepen 5, 6 en 7 bestaat er de mogelijkheid om Godsdienstonderwijs of Humanistisch Vormend Onderwijs te volgen. Aan het eind van het schooljaar krijgen deze kinderen informatie en een keuzebriefje mee, waarop u kunt invullen of ze deze lessen volgend schooljaar gaan volgen. 3.10 Computeronderwijs Het onderwijs op de J.A. de Vullerschool De leerlingen zijn over de groepen verdeeld op basis van leeftijd. We werken met het leerstofjaarklassensysteem. Echter, geen kind is hetzelfde. De verschillen tussen de leerlingen zijn duidelijk aanwezig. Dit heeft tot gevolg dat iedere leerling zich op zijn eigen manier ontwikkelt en in zijn eigen tempo. Dit zorgt voor adaptief onderwijs in de klassen. Er wordt veel gedifferentieerd binnen de verschillende groepen en daardoor kan ieder kind op zijn eigen manier werken aan zijn of haar ontwikkeling op de verschillende vakgebieden. Inzet van ICT ICT speelt een steeds belangrijkere rol in ons onderwijs. Het biedt ons bijvoorbeeld de mogelijkheid leerstofonderdelen op maat aan te bieden. Kinderen kunnen door middel van een computerprogramma een bepaald programma doorlopen wat aansluit bij de methode die wordt gebruikt. Goede software is daarbij natuurlijk van essentieel belang. Ook kan software in worden gezet als remediering. Een kind kan op de computer zelfstandig extra oefenen met leerstofonderdelen waar hij moeite mee heeft. De programma’s bieden een uitdagende manier van oefening en biedt de leerkracht meer mogelijkheden tot remediërende hulp. Ook voor hoogbegaafde kinderen kan de computer uitkomst bieden. De computer met alle mogelijkheden van internet kan verdieping bieden aan een hoogbegaafd kind. De kinderen kunnen door middel van de computer actief leren. Ze kunnen informatie verzamelen, bijvoorbeeld op het gebied van wereldoriëntatie. Internet en digitale encyclopedieën kunnen kinderen informatie verschaffen voor bijvoorbeeld een spreekbeurt of een werkstuk. Ook leren kinderen programma’s als Word en PowerPoint te gebruiken voor bijvoorbeeld een spreekbeurt. Sinds de komst van de digitale schoolborden is ook het geven van onderwijs voor een groot deel gedigitaliseerd. Door het digitale schoolbord worden de lessen veelal visueel en auditief ondersteund door plaatjes en filmpjes. De kinderen krijgen hierdoor op verschillende manier de stof aangeboden. Binnen de zorg van de school is al lange tijd alles gedigitaliseerd. Dat houdt in dat alle 18


Gorssel

gegevens van de leerlingen worden ingevoerd in het CITO-LVS. Van Cito-toetsen tot oudergesprekken. Daarnaast worden alle hulp/handelingsplannen en andere gegevens in een dossier geplaatst. Sinds oktober 2009 is er een nieuw administratieprogramma, ParnasSys. In dit programma is het mogelijk om alle dossiers van kinderen op een overzichtelijke manier bij elkaar op te slaan. Hiermee is een voorzichtig eerste begin gemaakt. Het programma is al wel volledig in gebruik als administratieprogramma. Op school is het voor kinderen niet toegestaan om spelletjes op internet te spelen. Daar hebben wij Leerwereld voor. Een programma van Heutink dat verantwoorde spelletjes heeft uitgezocht en waardoor kinderen op een veilige manier leuk kunnen spelen op een computer. Ook chatten is niet toegestaan. ICT wordt ingezet als onderdeel van het lesprogramma en niet als extraatje. Het is de bedoeling dat ICT steeds meer geïntegreerd gaat worden binnen het onderwijs. De computer wordt ingezet als een ondersteunend middel, niet als doel op zich. Door gebruik van ICT willen we als school aansluiten bij de belevingswereld van kinderen, op hun manier van leren. We willen door middel van de computer de wereld dichter bij de kinderen brengen en actueel lesgeven. 3.11 Mediawijsheid Visie en doelstelling  Onze visie op mediawijsheid bij kinderen is dat:  De kinderen op een zelfbewuste en actieve manier leren omgaan met de media  De leerkracht de leerling op een coachende manier aan het denken zet  De nadruk ligt op de kansen die de media bieden  Het een gedeelde verantwoordelijkheid is van school en ouders Deze visie sluit aan bij de definitie van mediawijsheid zoals omschreven door de Raad voor Cultuur: Mediawijsheid is: “het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld”(juli ‘05) … en sluit aan bij de algemene visie van J.A. de Vullerschool: Onze school geeft de kinderen de kans zich persoonlijk te ontwikkelen op cognitief, creatief en sociaal-emotioneel gebied. Doelstelling Onze doelstelling is om de kinderen aan het eind van groep 8 een basis te hebben gegeven in mediawijsheid opdat ze bewust, kritisch en actief kunnen deelnemen in de multimediale samenleving . Dit betekent dat zij:  een basis aan vaardigheden bezitten als het gaat om het gebruik maken van Word, Excel, PowerPoint en internet;  zich bewust zijn van hun eigen mediagebruik, de keuzes die zij hierin kunnen maken, de kansen en mogelijke gevolgen voor henzelf en voor anderen.;  een kritische houding kunnen aannemen ten aanzien van media,  mediaboodschappen en hun eigen mening leren vormen om zelf een verantwoorde keuze te kunnen maken. 19


Gorssel

Groepen Mediawijsheid wordt vanaf dit schooljaar aangeboden in de talentateliers aan de bovenbouwgroepen. Mediaprotocol Op school hanteren wij een mediaprotocol. 3.12 Het huiswerk Wij hebben ervoor gekozen om vanaf groep 5 structureel huiswerk mee te geven. In de groepen 3 en 4 kan er thuis geoefend worden met dicteewoordjes of rekenen. Groep 5: dicteewoorden, samenvatting van de zaakvakken (aardrijkskunde, biologie en geschiedenis) en af en toe extra oefenstof. Groep 6: dicteewoorden; topografie Nederland, samenvatting van de zaakvakken en cijferen. Groep 7: dicteewoorden, spelling van werkwoorden, cijferen, topografie Nederland/Europa, samenvatting van de zaakvakken, Engels, verkeer (rondom verkeersexamen). Groep 8: spelling van werkwoorden, Engels, topografie De Wereld, school-tv-weekjournaal, redactiesommen en samenvatting van de zaakvakken. In enkele gevallen (bij achterstand na ziekte bijv.) kan besloten worden de leerling werk in te laten halen. In overleg met de ouders kan in bepaalde gevallen besloten worden dat het kind wat extra werk thuis maakt. 3.13 Schoolreizen Elk jaar gaan de groepen met hun leerkracht op stap, één dag of meerder dagen. Ouders betalen een bedrag voor de schoolreis:  t/m groep 5 gaan de kinderen één dag op schoolreis (tussen de € 17,50 en € 30,-)  groep 6/7 twee dagen (ca. € 45,-)  groep 8 gaat drie dagen (ca. € 80,-) 3.14 Andere activiteiten  Jaarlijks wordt een sportdag georganiseerd voor alle leerlingen. Om die sportdag te kunnen laten slagen wordt altijd een beroep gedaan op ouderhulp  Met de groepen 1 t/m 5 wordt jaarlijks een schoolreis gemaakt. Groep 6,7 en 8 gaan aan het einde van het schooljaar enkele dagen op kamp  In het voorjaar wordt elk jaar een voetbaltoernooi gehouden tussen alle basisscholen van de voormalige gemeente Gorssel  Van tijd tot tijd worden er kleine excursies gemaakt. Over het algemeen zijn die afhankelijk van het project waarmee een groep op dat moment bezig is  Kunst –en cultuureducatie.  Er is een groepje “Vuller-art” gevormd, zij zorgen jaarlijks voor een cultureel programma binnen school  Sinterklaas. We hebben dit jaar het Sinterklaasfeest op 4 december.  Kerstmis. Al vele jaren houden wij het Kerstfeest op de woensdagavond voordat de kerstvakantie begint. T.z.t. krijgt u vanuit de school een uitnodigen voor dit sfeervolle feest. De opbrengst van het kerstfeest komt ten goede aan een goed doel, dat elk schooljaar door de ouderraad wordt gekozen  Carnaval. 20


   

Gorssel

De kleuters hebben met carnaval een "verkleedfestijn" Pasen. In de week voor de paasdagen zijn er van allerlei leuke activiteiten op school Eindmusical groep 8. De kinderen van groep 8 treden elk jaar, aan het eind van het schooljaar, voor het voetlicht met een musical. Met behulp van leerkrachten en ouders worden de decors gemaakt Vulkaanvoorstellingen De kleutergroepen en de groepen 4 en 6 voeren een musical op in de Vulkaan. De ouders mogen komen kijken

21


4.

Gorssel

DE ZORG VOOR UW KIND

4.1 De plaatsing van uw kind op school Een kind mag naar de basisschool zodra het 4 jaar is. Het kind moet dan op de school zijn ingeschreven. Vanaf de leeftijd van 3 jaar en 10 maanden mag het kind 4 keer een halve dag naar school om kennis te maken, af te spreken in overleg met de leerkracht van groep 1. Hierop zijn twee uitzonderingen om de rust in de groepen zoveel mogelijk te waarborgen:  kinderen die in de zomervakantie jarig zijn komen niet “proefdraaien”, zij gaan direct na de zomervakantie naar school;  kinderen die binnen drie weken na aanvang van het nieuwe schooljaar jarig zijn mogen ook direct de eerste schooldag naar school. Betreft het een “nieuw gezin” op de J.A. de Vullerschool, dan worden de ouder(s) uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek met de directeur. Een informatief gesprek en een rondleiding door het gebouw geven ouders een duidelijk beeld van de school. Een keus voor onze basisschool hoeft op dat moment niet gemaakt te worden. Nieuwe ouders wordt geadviseerd zich te oriënteren; er is een katholieke basisschool St. Bernardus in Joppe. Aanmelding U meldt uw kind schriftelijk aan bij de school van uw eerste voorkeur middels een aanmeldingsformulier. Dit kan vanaf de leeftijd van 3 jaar, maar ten minste 10 weken voor de start van het nieuwe schooljaar. U geeft daarbij aan of uw kind (naar verwachting) extra ondersteuning nodig zal hebben. Op het moment van aanmelden gaat de zorgplicht in. Deze procedure van maximaal 10 weken zal u tijdens het intakegesprek uitgelegd worden. 4-jarigen die aangemeld worden krijgen van de leerkracht een uitnodiging voor een intakegesprek. Ook worden er afspraken gemaakt over de periode van ‘wennen’. 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van uw kind Inleiding Met individuele verschillen tussen kinderen ontstaan ook verschillen qua ontwikkelingsniveau. Het ene kind leert nu eenmaal anders dan het andere. We willen ervoor zorgen dat iedere leerling een ononderbroken ontwikkeling doormaakt. Dat wil zeggen dat we de ontwikkeling van het individuele kind volgen. Het is belangrijk dat ieder kind zich competent voelt binnen onze school. Voor iedere leerling moeten we zorgen dat er voldoende uitdaging blijft, zodat ook hij/zij zich competent blijft voelen. Vanuit de peuterspeelzaal krijgen de kinderen van groep 1 een overdrachtsboekje mee met de bevindingen van de leidsters. Kinderen die van een andere basisschool komen worden overgedragen middels een onderwijskundig rapport (OKR). Om een objectief beeld van uw kind te krijgen, worden er observaties gedaan en toetsen afgenomen. Naast de methodegebonden toetsen maken we gebruik van landelijk genormeerde toetsen van Cito. Cito leerlingvolgsysteem Het Cito Leerling- en Onderwijs Volgsysteem primair onderwijs (Cito LOVS) omvat, wat de Vullerschool betreft, de Citotoetsen voor groep 1 t/m 8, de Entreetoets voor groep 7 en de Centrale Eindtoets voor groep 8. Met de toetsen van het volgsysteem kunnen we de 22


Gorssel

vorderingen van leerlingen op een systematische wijze volgen. Zo krijgen we informatie over het resultaat van het geboden onderwijs op leerling-, groeps- en schoolniveau, kunnen we aandachtspunten formuleren en waar nodig maatregelen treffen om ons onderwijs te verbeteren. Voor de verwerking van de toetsgegevens maken we gebruik van het Computerprogramma LOVS en het leerlingvolgsysteem van ParnasSys. Toetskalender De toetsen worden afgenomen aan de hand van de toetskalender. De periode/data waarin de toetsen worden afgenomen wordt in de jaarplanning vastgelegd. 4.3 Oudergesprekken  We stellen een goed contact met u op prijs en we beantwoorden uw vragen graag!  De leerkrachten zijn echter onder schooltijden -behalve uitzonderingsgevallen- niet te bereiken. Wilt u daarom, als u opbelt, dit voor of na schooltijd doen of in de pauze.  Als de teamleden vanaf 15.30 uur vergadering hebben, stellen we het op prijs als u de school dan niet belt. Voor schooltijd zijn korte gesprekken natuurlijk mogelijk; wilt u langer met de leerkracht praten, maakt u dan een afspraak en komt u even na schooltijd. Hebt u vragen of opmerkingen over uw kind, dan is de leerkracht van de betreffende groep de eerst aangewezene om naar toe te gaan. Aarzelt u niet om te komen!!  Komt u er met een leerkracht niet uit dan kunt u terecht bij de interne begeleider of de directeur. Vindt u dat uw vraag of klacht dan niet goed is afgehandeld dan kunt u een officiële klacht indienen bij een landelijke klachtencommissie. In dat geval is er een vertrouwenspersoon die u kan helpen de klacht in te dienen.  Tweemaal per jaar krijgen de kinderen van de groepen 1 tot en met 8 een rapport mee naar huis. Alle ouders (dus ook die van groep 1 en 2) kunnen een gesprek aanvragen met de leerkracht om te praten over de ontwikkeling van hun kind. Het initiatief tot het hebben van een gesprek ligt bij u als ouder. We gaan er van uit dat u minimaal twee keer per jaar een afspraak maakt met de leerkracht van uw kind. De leerkrachten hebben allemaal 5 tot 6 ‘spreekavonden’ per schooljaar (zoveel mogelijk de maandagavond). U kunt als ouder via een briefje een afspraak maken, uw kind levert het briefje in bij de leerkracht, deze vult een tijd in en geeft het mee terug naar huis om de afspraak te bevestigen. Mocht er aanleiding zijn om langere tijd of vaker over uw kind te praten, dan wordt er een andere afspraak gemaakt. De leerkrachten kunnen de ouders ook zelf uitnodigen voor een gesprek. Aan het begin van het nieuwe schooljaar krijgt u twee briefjes per kind, daarna zijn ze bij de eigen leerkracht of in de hal te verkrijgen. Als u dat wenst kunt u ook een afspraak maken met de directeur van de school. 

In het begin van het nieuwe schooljaar wordt voor iedere groep een informatieavond georganiseerd, waarbij de gang van zaken in die groep (qua leerstof en organisatie) aan de orde komt. Uw aanwezigheid wordt dan in het bijzonder op prijs gesteld. De data worden vermeld in de Vullerflits.

23


Gorssel

4.4 Leerlingbesprekingen IB-gesprekken Onze intern begeleider spreekt 3x per jaar met de leerkracht van uw kind. Ook na de Cito toetsafname vindt er een overleg plaats over de opbrengsten in de groep. Toetsen worden besproken, problemen of aandachtspunten voor individuele kinderen en voor de hele klas worden doorgenomen. De IB-er heeft ook een klankbordfunctie. Deze werkwijze zorgt ervoor dat hulpvragen sneller worden onderkend en opgelost. De doorgaande lijn van de zorg voor kinderen is op deze manier gewaarborgd. Regelmatig vinden er tussendoor gesprekken plaats omdat er een vraag ligt van de leerkracht en/of ouders. In gesprekken over uw kind kan onze interne begeleider naast de leerkracht aanwezig zijn. Dat zal meestal het geval zijn als er iets op het gebied van zorg, toetsing, onderzoek of ondersteuning voor uw kind nodig is. Aan het eind van het schooljaar worden de groepen “overgedragen” aan de volgende leerkracht. 4.5 Uw kind heeft extra hulp nodig We verwijzen u graag naar ons zorgplan en het schoolondersteuningsplan (SOP) op onze site www.vullerschool.nl. 4.6 Sociaal-emotionele begeleiding Wanneer een kind niet zo lekker in zijn vel zit of wanneer er in een groep problemen zijn, dan overlegt de leerkracht of ouder met deze persoon hoe we dit kind of deze groep het beste kunnen helpen. Verder brengen we belangrijke zaken als normen en waarden, hoe los je conflicten op en hoe ga je met elkaar om aan de orde. Wanneer het probleem niet binnen school kan worden opgelost kunnen we, altijd in goed overleg met de ouder(s), de hulp inschakelen van een jeugdverpleegkundige of van schoolmaatschappelijk werk. Deze persoon kan het kind en de ouder(s) kortdurend begeleiden of eventueel verwijzen. 4.7 Zitten blijven (doubleren) of versnellen De groepsleerkracht stelt de ouders in een zo vroeg mogelijk stadium op de hoogte van de problemen in het functioneren van hun kind. Als blijkt dat de ingezette leerlingenzorg niet het beoogde effect heeft, kan een doublure worden overwogen. Om tot een besluit te komen wordt de volgende procedure gehanteerd:  Met de ouders wordt het functioneren van het kind besproken. De leerkracht meldt dat aan doubleren gedacht wordt. De gegevens die we over hun kind hebben verzameld worden met hen doorgesproken.  Indien de ouders niet instemmen met het advies vindt verder overleg plaats. School en de ouders lichten hun standpunt toe. Wanneer er geen consensus is, beslist de directie.  In het geval dat uw kind een groep kan versnellen, maken we gebruik van de versnellingswenselijkheidslijst vanuit DPOP (Duurzaam Passend Onderwijs voor Plusleerlingen). Dit gebeurt uiteraard in overleg met ouders en waar mogelijk ook uw kind. Bij deze gesprekken kan ook de onderwijscoach en/of orthopedagoog aanschuiven. Als u zaken over uw kind wilt bespreken, dan doet u dat in eerste instantie met de groepsleerkracht. Hij/zij maakt het kind de hele dag mee en heeft een goede kijk op de ontwikkeling van uw kind in de groep. Daarnaast kunt u ook de intern begeleider aanspreken. In laatste instantie kunt u natuurlijk ook bij de directeur terecht.

24


Gorssel

4.8 Verwijzing naar het Speciaal (Basis) Onderwijs (SO of SBO) Wij werken nauw samen met het Samenwerkingsverband IJssel/Berkel. Leerlingen worden gevolgd volgens de ondersteuningsroute. Deze bestaat uit meerdere lagen. Wanneer de zorg voor een leerling te groot wordt en het niet meer haalbaar is om op onze school te blijven zijn er mogelijkheden in het Speciaal (basis) onderwijs. Deze stap is altijd in overleg met de leden van het ondersteuningsteam, de leerkracht, intern begeleider en de ouders. De uiteindelijke beslissing over een overstap naar het S(B)O wordt genomen door een toewijzingscommissie. De verklaring om te mogen starten op het S(B)O heet een Toelaatbaarheidsverklaring. Op onze website kunt u bij documenten het zorgplan lezen, waarin uitgebreider omschreven staat hoe deze procedures lopen. Passend Onderwijs Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Met Passend onderwijs is het nog beter mogelijk om ondersteuning op maat te bieden voor alle kinderen die dit nodig hebben. Zo hebben zij de beste kansen op een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving. Kinderen die het echt nodig hebben kunnen, net als nu, naar het speciaal (basis)onderwijs. Daarnaast werken we nauw samen met partners vanuit de jeugdhulp, zodat kinderen en hun ouders zowel op school als thuis passende ondersteuning krijgen. Wat is de zorgplicht?1 Scholen zijn verplicht om een passende onderwijsplek te vinden voor kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte. Dit heet de zorgplicht. Of uw kind nu ‘gewoon’ of ‘anders’ leert: elke school heeft de plicht een passend aanbod te doen. Het liefst op de reguliere basisschool. En als dat niet kan, dan op een andere basisschool, in het speciaal basisonderwijs of in het speciaal onderwijs. Altijd in samenspraak met u als ouder of verzorger. ‘Gewoon als het kan, speciaal als het moet.’ Ouders hebben een meldplicht. Samenwerkingsverband IJssel|Berkel Om de extra ondersteuning aan kinderen zo goed mogelijk te regelen werken de schoolbesturen van de 106 scholen in de gemeenten Brummen, Zutphen, Voorst, Lochem, Berkelland en een deel van de gemeente Bronckhorst (de kernen Vorden, Wichmond en Kranenburg) samen in het samenwerkingsverband IJssel|Berkel. Onze school maakt deel uit van dit samenwerkingsverband.

1

Voordat de zorgplicht ingaat, moet zijn voldaan aan de aanmeldingsprocedure en moet de school hebben vastgesteld dat het kind extra ondersteuning nodig heeft. De zorgplicht geldt juridisch gezien voor het schoolbestuur. In de praktijk vult de school waar het kind is aangemeld de zorgplicht in. De procedure zorgplicht is niet van toepassing indien op de school waar het kind is aangemeld geen plaatsruimte beschikbaar is en/of ouders de grondslag van de school niet respecteren.

25


Gorssel

Welke ondersteuning biedt een school? In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van onze school staat beschreven welke ondersteuning de school kan bieden. We maken daarin onderscheid tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Basisondersteuning is de ondersteuning die iedere school in de regio biedt. De basisondersteuning is voor alle scholen, en dus voor alle kinderen, gelijk. Voor ieder kind dat extra ondersteuning nodig heeft maken we een arrangement op maat. Deze extra ondersteuning wordt eventueel toegekend en betaald door het samenwerkingsverband IJssel|Berkel. Dit vergt zorgvuldig overleg en kost tijd. Denkt u dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft? Situatie 1: uw kind bezoekt nog geen basisschool. Als ouder kiest u zelf een school voor uw kind, ook als uw kind extra ondersteuning nodig heeft. Als u een keuze heeft gemaakt voor een school dan kunt u uw kind aanmelden. U meldt uw kind schriftelijk aan bij de school van uw eerste voorkeur middels een aanmeldingsformulier. Dit kan vanaf de leeftijd van 3 jaar, maar zo mogelijk ten minste 10 weken voor de start van het nieuwe schooljaar. U geeft daarbij aan of uw kind (naar verwachting) extra ondersteuning nodig zal hebben. Het is mogelijk om uw kind bij meerdere scholen tegelijk aan te melden. Als u dat doet, dan moet u bij de aanmelding aangeven op welke andere scholen u uw kind ook heeft aangemeld. Als u uw kind heeft aangemeld, dan zal de school informatie verzamelen over welke ondersteuning uw zoon of dochter nodig heeft. Van u wordt verwacht dat u de informatie die u heeft deelt met de school. Daarnaast zal de school het ondersteuningsteam inzetten (zie kader). Dit gebeurt altijd in overleg met u als ouder of verzorger. Ook voor het opvragen van informatie over uw kind bij andere instanties vraagt de school om uw toestemming. Op basis van de verkregen informatie maakt de school samen met u de afweging over wat het beste is voor uw kind. Binnen 6 tot 10 weken laat de school weten of uw kind wordt toegelaten (eventueel met extra ondersteuning) of dat de school samen met u op zoek gaat naar een beter passende plek voor uw kind op een andere school. Dat gebeurt altijd in nauw overleg met u. Situatie 2: uw kind zit al op school. Denkt u dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft? Wij raden u aan in gesprek te gaan met de leerkracht van uw zoon/dochter over de ontwikkeling van uw kind. Waar heeft u vragen over? En wat heeft uw kind volgens u nodig? De leerkracht zal samen met u en de intern begeleider overleggen welke route wordt doorlopen. Een eerste stap voor het aanvragen van extra ondersteuning is een bespreking in het ondersteuningsteam op school. Ondersteuningsteam Onze school kent een ondersteuningsteam voor de bespreking van kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte. U als ouder wordt altijd uitgenodigd om deel te nemen aan de bespreking over uw kind. Aan het ondersteuningsteam nemen verder deel: 26

J. A. de Vullerschool      

Gorssel

leerkracht intern begeleider – Marieke Brouwer onderwijscoach (vanuit het samenwerkingsverband) – Mechteld Brans gezinscoach (vanuit jeugdhulp / Centrum voor Jeugd en Gezin) – Monic van Braak jeugdverpleegkundige (vanuit daarnaast kunnen ook partners op afroep deelnemen aan het overleg, bijvoorbeeld: een orthopedagoog (vanuit het samenwerkingsverband) – Brenda Perfors

In het ondersteuningsteam bespreken we samen met u de vraag: wat heeft uw kind nodig om een bepaald doel te behalen? Daarbij kijken we ook naar andere factoren, zoals de groep, de school en de thuissituatie. In iedere bespreking komen ook de positieve aspecten en de talenten van uw kind aan de orde. Voor ieder kind dat extra ondersteuning nodig heeft maken we een arrangement op maat. Dit arrangement wordt toegekend en betaald door het samenwerkingsverband IJssel | Berkel. Is een (tijdelijke) lesplaats in het speciaal (basis)onderwijs de meest passende plek? Dan vragen we hiervoor een ‘toelaatbaarheidsverklaring' aan bij het samenwerkingsverband. Met deze toelaatbaarheidsverklaring heeft uw kind recht op plaatsing op een school voor speciaal (basis)onderwijs. Meer informatie www.ijsselberkel.nl www.passendonderwijs.nl www.cjg.nl

27


Gorssel

4.9 De overgang van kinderen naar het Voortgezet Onderwijs (VO) Tijdens de informatieavond voor de groepen 8 wordt het voortgezet onderwijs besproken. Hierbij wordt uitgelegd welke vormen van onderwijs de regio te bieden heeft en welke niveaus hierbij horen. Alle ouders, ook die niet aanwezig kunnen zijn op deze avond, ontvangen deze informatie ook per de mail. Vanaf het schooljaar, 2015/2016, mogen scholen voor voortgezet onderwijs de toelating van leerlingen niet meer laten afhangen van het resultaat van de eindtoets. Het schooladvies weegt het zwaarst. In groep 7 wordt rond mei de Entreetoets afgenomen. Op basis van deze en eerdere gegevens van het kind voert de leerkracht een gesprek met ouders en de leerling aan het einde van het schooljaar. In dit gesprek zal een voorlopig verwacht advies voor het voortgezet onderwijs besproken worden. Dit advies komt tot stand in overleg met de IB- er. In groep 8 krijgt iedere leerling voor 1 maart het definitieve schooladvies. Hierin staat welk type voortgezet onderwijs het beste bij de leerling past. De school kijkt daarvoor onder andere naar leerprestaties, aanleg en ontwikkeling tijdens de hele basisschoolperiode. Dit schooladvies is vanaf 2015 leidend bij de plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Naast dit schooladvies komt er voor alle leerlingen een zogenoemd ‘objectief tweede gegeven’ bij, in de vorm van een resultaat op de centrale eindtoets, welke wordt afgenomen in april. Als de leerling de eindtoets beter maakt dan verwacht, moet de basisschool het schooladvies heroverwegen. De basisschool is verantwoordelijk voor deze heroverweging, in overleg met de ouders/verzorgers. De J.A. de Vullerschool communiceert jaarlijks met de VO-scholen over de aanmelding van nieuwe leerlingen en de vorderingen van oud-leerlingen. 4.10 Toelating en verwijdering De procedure voor toelating en verwijdering is op hoofdlijnen als volgt:  De beslissing over toelating en verwijdering van een leerling berust bij het schoolbestuur. Het bestuur dient de ouders gehoord te hebben. Hiervoor is een protocol opgesteld.  Ouders kunnen binnen zes weken een bezwaarschrift indienen.  Voordat het bestuur n.a.v. het bezwaarschrift opnieuw een beslissing neemt, worden de ouders gehoord ( ouders zijn niet verplicht hieraan mee te werken)  Het bestuur beslist binnen vier weken (bij toelating of verwijdering) of binnen zes weken (bij andere beslissingen) over dit bezwaarschrift.  De ouders kunnen bij een negatieve beslissing binnen zes weken in beroep gaan bij de Arrondissementsrechtbank. De toelating tot onze school is niet afhankelijk van het houden van rechtmatig verblijf in de zin van artikel 1b van de Vreemdelingenwet. De toelating wordt ook niet afhankelijk gesteld van een geldelijke bijdrage. In deze schoolgids hebben we vermeld dat die bijdragen voor de school van groot belang zijn, maar wel een vrijwillig karakter hebben. Toelating van een leerling, afkomstig van een school voor speciaal basisonderwijs alsmede 28


Gorssel

overgang van een leerling naar een dergelijke school, vindt slechts plaats na overeenstemming met de ouders en de directie van desbetreffende scholen. Een leerling wordt pas toegelaten tot een speciale basisschool als het Zorgteam van het samenwerkingsverband, waarvan de speciale school voor basisonderwijs deel uitmaakt, heeft bepaald dat plaatsing noodzakelijk is. Plaatsing van een kind op een speciale basisschool is nooit definitief. Het terugplaatsingsbeleid is in handen van het samenwerkingsverband. In het zorgplan wordt o.a. beschreven op welke wijze de terugplaatsing is geregeld. Terugplaatsen kan alleen met toestemming van de ouders. Het Ondersteuningsteam geeft altijd een (deskundig) advies. Voordat wordt besloten tot verwijdering van een leerling hoort het bevoegd gezag de groepsleraar, en meldt het bevoegd gezag het besluit schriftelijk aan de ouders en de inspectie van het basisonderwijs te Arnhem. Definitieve verwijdering vindt pas plaats als het bevoegd gezag ervoor gezorgd heeft dat een andere school bereid is de leerling in kwestie toe te laten. Indien aangetoond kan worden dat er gedurende 8 weken zonder succes gezocht is naar een zodanige school of instelling waarnaar verwezen kan worden, kan er tot definitieve verwijdering worden overgegaan (zie leerlingenprotocol). 4.11 Hoe wordt gezorgd voor de gezondheid en de veiligheid van de kinderen  Parkeren; De Veldhofstraat is redelijk autovrij en dat willen we zo houden, ons verzoek, parkeer achter het museum en de Roskam;  De pauze wordt gehouden in twee keer, groepen 3, 4 en 7 van 10.15 uur t/m 10.30 uur en de groepen 5, 6 en 8 van 10.30 uur t/m 10.45 uur (omdat er minder pleinruimte is). Er is altijd pleinwacht aanwezig;  De kinderen van de groepen 1 t/m 3 worden door de leerkracht naar buiten gebracht, daar halen de ouders de kinderen op  Spelende kinderen mogen niet op de schommels en graag zo min mogelijk voor de ramen van de klassen; 4.12 Verjaardagen Kinderen in groep 1 t/m 4 Kinderen in groep 5 t/m 8

 

 

Gaan langs de meesters/juffen van 1 groep hoger en 1 groep lager. Gaan langs de meesters/juffen van 1 groep hoger en 1 groep lager.

Voor jarige kinderen hangen we de vlag uit (de kleutergroepen zingen bij de vlag) en op de internetsite van onze school staat vermeld wie de jarigen die dag zijn; Jarige kinderen krijgen een verjaardagskaart waarmee ze langs de juffen en meesters mogen, trakteren mag maar hoeft niet! We vinden het leuk om jarige kinderen te feliciteren; Trakteren van de kinderen in de eigen klas zien we graag zo gezond mogelijk. Wanneer een broer/zus de verjaardag van het broertje/zusje in een kleutergroep bij wil wonen (ong. 15 minuten), mag dat. Hij/zij moet dan een dag van te voren dit even tegen de leerkracht zeggen.

29


Gorssel

Jarige meesters of juffen Een jarige meester of juf viert zijn/haar verjaardag in de klas. In geval van gecombineerde banen wordt er eenmaal per schooljaar een verjaardag gevierd. De kinderen mogen die dag verkleed op school komen. We zingen ’s ochtends met de hele school voor de jarige(n) (bij slecht weer binnen of op een ander moment). Kinderen die op diezelfde dag jarig zijn (of trakteren) worden ook toegezongen.  In groep 1 t/m 4 mogen de kinderen, als ze dat willen, zelf een cadeautje aan de jarige meester of juf geven.  In groep 5 t/m 8 regelt een klassenouder de verjaardag en zal deze de kinderen vragen een klein bedrag voor een gezamenlijk cadeautje mee te nemen. Dat is vanzelfsprekend vrijwillig, voor de grootte van het bedrag kunt u denken aan ongeveer € 0,50. 

Bij de kleuters wordt eenmaal per schooljaar een juffendag gehouden. De kinderen mogen verkleed op school komen en vieren de hele ochtend feest in de klas.

4.13 Rampen en schokkende gebeurtenissen Ieder kind wordt in zijn/haar basisschoolperiode wel met één of meerdere schokkende gebeurtenissen geconfronteerd. Hierbij kunt u denken aan rampen van formaat of, meer in de belevingswereld van kinderen, het overlijden van een kind, ouder of leerkracht. Een draaiboek voor dit soort gebeurtenissen valt nauwelijks te maken, mede omdat dat geen recht zou doen aan de oprechtheid van de aandacht. Enkele algemene uitgangspunten hebben we hieronder geformuleerd.  We kijken naar de belevingswereld van de kinderen en zorgen dat de aanpak daarbij past  de directie neemt de besluiten en vertegenwoordigt zo nodig het team (lid)  de directeur (of de door hem aangewezen persoon) staat de pers te woord  afhankelijk van de omvang en de complexiteit van de ramp wordt een crisisteam samengesteld  er wordt een keus gemaakt tussen het betrekken van één of meerdere klassen of de hele school  zo nodig worden externe deskundigen geraadpleegd of ingeschakeld  bij iedere beslissing weegt het belang van de kinderen het zwaarst 4.14 Ontruiming Er zijn in school duidelijke afspraken gemaakt over een eventuele ontruiming, er is een draaiboek waarin de te nemen stappen zijn vastgelegd. In iedere groep hangt een groepslijst met de te nemen vluchtroute en de procedure is bij alle leerkrachten bekend. Minimaal 1x keer per jaar oefenen we de ontruiming. Het gebouw is voorzien van een ontruimingsalarm, routeborden en pictogrammen (bij de blusmiddelen e.d.). De ontruimingen verlopen in de praktijk goed. Toch blijven we alert: veiligheid kan altijd beter. 4.15 Hoofdluis Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk van de een naar de ander overgebracht worden. De school is zo’n plaats. Wij zijn van mening dat zowel de school als ouders verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis. Het is de verantwoordelijkheid van de school om een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen. Om het hoofdluisprobleem onder controle te houden, is op de J. A. de Vullerschool in samenwerking met de ouders 30


Gorssel

gekozen voor een systematische aanpak. Dit houdt in dat, op het moment dat er weer hoofdluis gesignaleerd wordt, de school een aantal voorzorgsmaatregelen neemt die verdere verspreiding van hoofdluis beperkt. Daarnaast bestaat er een ouderwerkgroep. Deze werkgroep heeft als taak om op een aantal vaste tijdstippen, na iedere vakantie (ca. 6 x per jaar), alle leerlingen en leerkrachten op school te controleren op hoofdluis. Tevens kan de werkgroep extra worden ingeschakeld in periodes dat de hoofdluis weer wat actiever is. Alle ouders worden van tevoren door middel van de Nieuwsbrief op de hoogte gebracht, wanneer de controle zal plaatsvinden. Wanneer er hoofdluis bij een kind geconstateerd wordt, zal dit niet aan het kind zelf meegedeeld worden, maar zal de coördinator van de werkgroep (een leerkracht) telefonisch contact opnemen met de ouders van het kind. Alle kinderen uit die groep krijgen een brief mee dat er in de klas hoofdluis geconstateerd is. De ouders die in de werkgroep zitten, krijgen ondersteuning vanuit de GG&GD. Zij werken volgens de instructies van de GG&GD. Wanneer u vragen heeft over deze werkgroep kunt u contact opnemen met de coördinator van de werkgroep. Wanneer u er bezwaar tegen heeft, dat uw kind gecontroleerd wordt door de werkgroep, kunt u contact opnemen met de directeur van de school.

4.16 Privacy Wij verstrekken geen gegevens aan anderen over u of uw kinderen zonder u vooraf om toestemming te vragen. U hebt recht op inzage van alles wat over uw kind is vastgelegd. De resultaten van de extra begeleiding worden vastgelegd in een verslag en zijn altijd door ouders op te vragen. Als de leerlingen van school zijn worden de relevante gegevens nog 5 jaar bewaard en daarna vernietigd. Leerlingen die tussentijds verhuizen, krijgen al hun gegevens mee. Wij hebben na een verhuizing geen gegevens meer (met uitzondering van de adresgegevens). Film en foto’s Voor de site van onze school worden foto’s gemaakt. De foto’s kunnen alleen door de ouders worden bekeken, want zij hebben daar een wachtwoord voor. Er wordt ook gefilmd op school. Dit filmmateriaal wordt intern gebruikt. Als u hier bezwaar tegen heeft, kunt u dit altijd kenbaar maken.

31


Gorssel

5. HET TEAM 5.1 Taken teamleden Binnen het team zijn een aantal taken verdeeld. De belangrijkste noemen we hier, zie verder schoolgids deel 1. Contactpersonen klachtenregeling/ pesten Bouwcoördinatoren Computers in de school

Stage-coördinatie PABO (leerkracht) ROC AVENTUS (klassenassistent/ onderwijsassistent) Interne begeleiding Medezeggenschapsraad

Martijn Verheul Trudy Otterspeer Onderbouw: Trudy Otterspeer Bovenbouw: Bas Wennink Het systeembeheer is ondergebracht bij een bedrijf. Lidian Sneller is de ICT’er Sophie Kamphuis Martijn Verheul Sophie Kamphuis Marieke Brouwer

Ouderraad

Heleen Lansink Diewertje Dijkman Inge Nuijten Yolande Moorman

Luizencontroles

Sophie Kamphuis

Bedrijfshulpverlening (BHV)

Liane Assenberg Trudy Otterspeer

5.2 Scholing Dit schooljaar zijn er 3 scholingsthema’s voor het gehele onderwijsteam: 1. Kernwaarden 2. Mediawijsheid 3. Kanjertraining (opfris) Ieder leerkracht heeft daarnaast een persoonlijk ontwikkelingsplan met daarin opgenomen de individuele scholing. 5.3 Stagiairs Wij voelen ons medeverantwoordelijk voor de begeleiding van aankomende leerkrachten in het basisonderwijs. In goede samenwerking met Saxion Hogeschool in Deventer bieden wij studenten van de PABO (Pedagogische Academie Basis Onderwijs) de gelegenheid ervaring op te doen. Daarnaast hebben we soms stagiaires van andere opleidingen, zoals bijvoorbeeld van de opleiding tot klasse assistent, onderwijsassistent van ROC Aventus. 5.4 Vervanging Vervanging loopt vanaf dit jaar via de stichting PON (Personeel Cluster Oost Nederland) PON fungeert voor onze scholen als kenniscentrum en dienstverlener op het terrein van werkgelegenheid, mobiliteit, vervanging en verzuim. Als er geen invaller gevonden is en intern geen oplossing mogelijk is, zal een groep naar huis 32


Gorssel

gestuurd worden. o in dat geval worden eerst de ouders hierover telefonisch benaderd o voor kinderen waarbij dat niet lukt wordt noodopvang verzorgd o kinderen worden in principe de volgende dag weer op school verwacht tenzij een briefje aangeeft dat er een andere oplossing gekozen is. In het geval er een groep naar huis gestuurd moet worden zullen we ons bestuur (Poolster) en de onderwijsinspectie hiervan op de hoogte stellen. Als een dergelijke situatie zich langer voor zou doen, beraden we ons over passende maatregelen en bestaat de mogelijkheid dat we meerdere groepen af en toe thuis moeten laten blijven. Deze situatie bespreken we dan uiteraard met ons bestuur.

33


Gorssel

OUDERS EN SCHOOL

6.1 Hulp van ouders is welkom Er wordt op verschillende manieren een beroep gedaan op hulp van ouders, o.a. hulp bij het computeren, hulp bij de luizencontrole, begeleiding bij schoolreizen en andere activiteiten, het opzetten van projecten en bijzondere activiteiten, het ophalen van oud papier, het verzorgen van het overblijven van kinderen. Bijzondere festiviteiten/ buitenschoolse activiteiten. Deze festiviteiten en activiteiten hebben alles met school te maken. Het zijn de gezellige dingen die gebeuren in samenwerking met ouders, leerkrachten en kinderen. We noemen er enkele:  de sportdagen voor alle groepen  de viering van de Kinderboekenweek  de gezamenlijke viering van Sinterklaas  de schoolreizen voor alle groepen  het Kerstfeest; een jaarlijks terugkerend evenement  afscheid van groep 8, waarbij er een musical opgevoerd wordt  reparatie- en schoonmaakactiviteiten in de klas  het zomerfeest 6.2 Informatievoorziening  In het begin van ieder schooljaar wordt een informatieavond georganiseerd waarop informatie gegeven wordt over de gang van zaken in de groep waarin het kind zit.  Ongeveer om de twee weken ontvangt u onze Vullerflits met actuele informatie. De Vullerflits wordt per email verspreid. In de hal van de school is altijd de laatste Vullerflits te vinden. Op onze website http://www.vullerschool.nl kunt u deze nieuwsbrief ook vinden.  Indien nodig wordt er een site nummer op de website van onze school geplaatst met daarin achtergrondinformatie over uiteenlopende thema’s. 6.3 De Ouderraad Alle basisscholen hebben een ouderraad. Op de J. A. de Vullerschool bestaat hij uit 13 ouders (iedere groep is vertegenwoordigd). De vertegenwoordigers van de ouders nemen zitting voor 4 jaar. Ieder jaar treden 2 ouderraadsleden af: de vertegenwoordigers van de groepen 4 en 8. Jaarlijks wordt door de ouders van groep 1 en 5 een vertegenwoordiger voor de ouderraad gekozen door de op de klassenavond aanwezige ouders. Deze wordt in het begin van het schooljaar gehouden. De O.R. is er voor de belangen van school en ouders. De ouderraadsleden stellen het op prijs wanneer ouders hen benaderen met suggesties en opmerkingen betreffende zaken die met school te maken hebben. De leden van de O.R. verlenen verder handen spandiensten bij de organisatie van activiteiten in en rond school. Enkele voorbeelden: de medeorganisatie van het Sinterklaasfeest, de Kerst-in, het eindfeest van groep 8 en de laatste schooldag. Verder coördineert de ouderraad de inzameling van oud papier. De ouderraad komt minstens 6 keer per jaar bijeen. Bij die vergaderingen zijn ook meestal een leerkracht en de directeur aanwezig.

34


Gorssel

De ouderbijdrage Van de ouders wordt ter bekostiging van de diverse activiteiten een ouderbijdrage verwacht. Zonder deze bijdrage zijn veel festiviteiten niet of vrijwel niet mogelijk. Deze bijdrage is altijd op vrijwillige basis. Het onderwijs op de basisschool is in principe voor iedereen gratis, de ouderbijdrage is voor de extra’s. Het al dan niet betalen van de ouderbijdrage heeft nooit invloed op toelating op de school of het lesprogramma! Indien u de ouderbijdrage niet kunt, maar wel wilt betalen bestaat de mogelijkheid contact op te nemen met de directeur. Er is dan altijd een spaarregeling af te spreken. De hoogte van de bijdrage is op dit moment € 32,00 per kind per jaar. Wilt u dit bedrag na een verzoek van de ouderraad overmaken. De bijdragen van ouders worden beheerd door de penningmeester van de ouderraad. De Ouderraad legt eenmaal per jaar een financiële verantwoording af aan de ouders op de jaarlijkse ouderraadsvergadering. Schoolverzekering voor leerlingen Alle leerlingen zijn collectief verzekerd tegen ongevallen op weg naar school en huis en tijdens de schooluren. De ouderraad draagt de zorg hiervoor en betaalt de premie uit de ouderbijdrage. Groepsouder Elke groep op school heeft een klassenouder. Veelal is dit de vertegenwoordiger (voor deze groep) in de ouderraad. De klassenouder is de schakel tussen de ouders en leerkracht. De klassenouder coördineert de inzet van ouders in de groep. Per groep zal met de leerkracht vooraf besproken worden waarbij hulp gewenst is, elke groep is immers anders. Voorbeelden van mogelijke activiteiten zijn: regelen hulp computeren/leesgroepjes, hulp bij excursies/projecten, halen/brengen bibliotheekboeken etc. De ouderraad wil hiermee de band tussen ouders en leerkrachten vorm geven en de hulp van ouders coördineren, zowel ouders als leerkrachten weten nu wie ze kunnen aanspreken. Via de Vullerflits zullen we u laten weten wie de groepsouder is voor uw groep. Via de klassenouder hoort u welke activiteiten de klassenouder op zich gaat nemen. 6.4 De Medezeggenschapsraad Iedere school heeft verplicht een medezeggenschapsraad. De MR overlegt met de directie en het schoolbestuur over belangrijke schoolzaken, zoals verbeteringen in het onderwijs, de keuze van een lesmethode, fuseren met een andere school en de manier waarop men ouders wil laten meehelpen in het onderwijs en bij andere activiteiten. In de medezeggenschapsraad van het basisonderwijs zitten vertegenwoordigers van de ouders (de oudergeleding) en vertegenwoordigers van de personeelsleden (de personeelsgeleding). Alle ouders en personeelsleden kunnen zich verkiesbaar stellen voor de medezeggenschapsraad. De MR heeft algemene en bijzondere bevoegdheden oftewel rechten. De algemene rechten zijn het informatierecht, het recht op overleg en het initiatiefrecht. De bijzondere bevoegdheden zijn het instemmingsrecht en adviesrecht. Instemmingsrecht wil zeggen dat het bestuur een voorgenomen besluit niet eerder mag uitvoeren dan nadat de medezeggenschapsraad ermee heeft ingestemd. Bij het adviesrecht geldt dat het bestuur een negatief advies van de medezeggenschapsraad beargumenteerd naast zich neer mag leggen. Elke geleding heeft instemmingsrecht over die zaken die voor haar van wezenlijk belang zijn. De andere geleding heeft dan adviesrecht. Als zaken voor beide van wezenlijk belang zijn, hebben beide geledingen instemmingsrecht. Ouders en personeel moeten bijvoorbeeld beide instemmen 35


Gorssel

met het schoolplan, de schoolgids en de manier waarop ouders betrokken worden bij hulp op school. Over een aantal andere zaken heeft de medezeggenschapsraad adviesrecht, bijvoorbeeld over fusieplannen of over het aanstellen van een nieuwe directeur. De medezeggenschapsraad vergadert ongeveer eens per zes weken. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Een bevoegd gezag dat meer dan één school in stand houdt, kan een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (gmr) instellen voor alle of een aantal van deze scholen. Een GMR wordt in ieder geval ingesteld indien de meerderheid van de betrokken afzonderlijke medezeggenschapsraden dit wenst. In een gmr zitten leden van medezeggenschapsraden van de aangesloten scholen. De gmr behandelt alleen zaken die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle aangesloten scholen. Een voorstel dat slechts betrekking heeft op een (deel) van de betrokken scholen, zal niet in de gmr aan de orde komen, maar in de mr van de betrokken scho(o)l(en). Het instellen van een gmr heeft voor het schoolbestuur en voor de betrokken medezeggenschapsraden voordelen. 

Efficiënte besluitvorming: voor schooloverstijgende zaken hoeft niet aan de afzonderlijke MRen advies of instemming te worden gevraagd.  Betrokkenheid MRen: medezeggenschapsraden houden via de GMR (mede)zeggenschap over onderwerpen die bij het ontbreken van een GMR in het decentraal georganiseerd overleg (DGO) worden afgehandeld. Bovendien heeft de GMR een platformfunctie, de vertegenwoordigers van de verschillende mr'en kunnen met elkaar van gedachten wisselen.  Sterkere invloed medezeggenschap: door samen op te treden richting het schoolbestuur, maken de medezeggenschapraden hun positie sterker. Deskundigheid MR-leden: deelname aan de GMR kan de deskundigheid van de leden vergroten, doordat in de GMR zaken aan de orde komen die een breder bereik hebben dan de schoolgerelateerde zaken die de mr bespreekt. 6.5 Contactpersoon - vertrouwenspersoon PREVENTIE Om tot bestrijding en voorkoming van machtsmisbruik binnen de scholen te komen is er voor het openbare basisonderwijs van Lochem een aantal maatregelen genomen zoals: A. het aanstellen van contactpersonen op elke school B. het aanstellen van vertrouwenspersonen C. aansluiting bij de Landelijke Klachtencommissie D. opstellen van gedragsregels / omgangsregels

A. De contactpersonen In de gemeente Lochem is op elke basisschool ten minste één contactpersoon aangesteld en twee vertrouwenspersonen voor alle scholen. De contactpersonen zijn het meldpunt voor leerlingen, ouders en medewerkers in de school (lage drempel / bekend). Daarnaast is de contactpersoon ook de wegwijzer naar de vertrouwenspersoon. De teams in het basisonderwijs zijn relatief klein, als de contactpersoon binnen de school van een leerling en/of ouders een klacht over een teamlid ontvangt, betekent dit vaak dat de contactpersoon worstelt met loyaliteitsgevoelens en het risico om buiten het team geplaatst te worden. Als dat het geval is neemt hij/zij contact op met de vertrouwenspersoon of 36


Gorssel

verwijst de klager door naar de vertrouwenspersoon. Daarom is het van belang dat de communicatie tussen de contactpersoon en de vertrouwenspersoon open en goed is. 1. De belangrijkste taken van de contactpersoon zijn:  De eerste opvang van en advies aan de leerling (of diens ouders/ verzorgers) die geconfronteerd wordt met machtsmisbruik  Doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon, uiteraard alleen met instemming van een leerling of diens ouders/verzorgers  Bij verwijzing naar de vertrouwenspersoon desgewenst het eerste contact leggen  De leerling of diens ouders/ verzorgers indien gewenst begeleiden bij het melden van een klacht bij de vertrouwenspersoon of het indienen van een klacht bij de klachtencommissie  Een bijdrage te leveren aan de verbetering van het schoolklimaat in de vorm van (gevraagde en ongevraagde) adviezen op schoolniveau;  Zelf signaleren van mogelijke intimidatie;  Zich op de hoogte houden van ontwikkelingen op het gebied van preventie en bestrijding van machtsmisbruik. 2. De contactpersoon is verplicht tot geheimhouding van wat in verband met de werkzaamheden als contactpersoon te kennis komt. Deze geheimhouding geldt niet Ten opzichte van het bevoegde gezag, de klager (of diens ouders) , vertrouwenspersoon, de klachtencommissie, gerechtelijke autoriteiten en artsen. De geheimhouding vervalt niet na beëindiging van de functie als contactpersoon. 3. De contactpersoon is voor de uitvoering van de taak uitsluitend functionele verantwoording schuldig aan het bevoegde gezag. 4. De contactpersoon kan uit hoofde van de uitoefening van deze functie niet worden ontslagen, disciplinair gestraft of in de eigenlijke functie anderszins benadeeld worden. 5. De contactpersoon kan door het bevoegde gezag uit de functie als contactpersoon ontheven worden als er sprake is van grove nalatigheid of fouten in het functioneren als contactpersoon. 6. De contactpersoon die de functie wil beëindigen, doet dat door een schriftelijke mededeling aan het bevoegde gezag en zorgt voor de overdracht aan de opvolger. B. De Vertrouwenspersoon In Lochem zijn voor het openbare basisonderwijs twee vertrouwenspersonen aangesteld. Om verschillende redenen zijn er een man en een vrouw voor deze functie gevraagd:  klagers kunnen kiezen tot wie zij zich wenden;  de emotionele belasting, die dit werk met zich meebrengt, komt niet bij één  persoon terecht;  er is een onderlinge taakverdeling en ruggespraak mogelijk, als dit door de klager  is toegestaan;  de kans dat de vertrouwenspersoon bereikbaar is neemt toe. Taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon: Bij de vertrouwenspersoon ligt de nadruk op opvang van het slachtoffer, hulpverlening, probleemoplossing en bemiddeling. Het mag nooit de bedoeling zijn dat de vertrouwenspersoon een diepgaand onderzoek instelt naar de feiten. De vertrouwenspersoon 37


Gorssel

neemt hoogstens bij een bemiddelingspoging contact op met degene tegen wie de klacht is gericht of die in de klacht een belangrijke rol speelt. Het behoort niet tot de taak van de vertrouwenspersoon een verklaring van iemand door feitenonderzoek te ontzenuwen of juist te bewijzen. Dat is een specifieke taak van de klachtencommissie. 1. De vertrouwenspersoon heeft tot taak:  De leerling die geconfronteerd wordt met machtsmisbruik (en diens ouders/verzorgers)bij te staan en van advies te dienen  Indien een leerling zelf bij de vertrouwenspersoon komt betreffende machtsmisbruik, de ouders te informeren, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten  Voor zover nodig en gewenst de betrokkene(n) te verwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties  Met instemming van de leerling (of diens ouders) passende acties te ondernemen  Met instemming van de klager (of diens ouders) door bemiddeling te zoeken naar een oplossing van gesignaleerde problemen  De klager (of diens ouders) op verzoek te ondersteunen bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie  De klager (of diens ouders) op verzoek bij te staan bij de klachtbehandeling door de klachtencommissie  Indien er sprake is van mogelijke strafbare feiten de klager wijzen op de mogelijkheid tot het doen van aangifte bij de politie  Het onderhouden van contacten met de klager om te bezien of het indienen van een klacht niet leidt tot gevolgen voor de klager en om te bezien of, nadat de klacht is afgehandeld, de aanleiding van de klacht daadwerkelijk is weggenomen;  Een coördinerende, ondersteunende en consultatieve rol vervullen ten behoeve van de contactpersonen op de scholen;  Het gevraagd en ongevraagd adviseren aan het bevoegde gezag over een beleid betreffende bestrijding en preventie van machtsmisbruik;  Het (stimuleren) van voorlichting over het onderwijs aan de leerlingen, de ouders van de leerlingen en het onderwijs(ondersteunend) personeel van de scholen. 2. De vertrouwenspersoon onderneemt geen stappen naar buiten zonder instemming van de betrokken leerling (of diens ouders/verzorgers). 3. Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen maar geen concrete klachten bereiken, kunnen deze ter kennis van de klachtencommissie en/of bevoegde gezag worden gebracht. Vertrouwenspersonen: Trudy Otterspeer en Martijn Verheul, leerkrachten van de school. C. De Klachtencommissie De gemeente Lochem heeft zich aangesloten bij de Landelijke Klachten Commissie (LKC). Klagers (zowel leerlingen als ouders/ onderwijsgevenden (OP) en onderwijs ondersteunend personeel (OOP)) kunnen bij deze commissie een klacht indienen. De vertrouwenspersonen kunnen als neutrale buitenstaanders verwijzen naar de klachtencommissie, hen ondersteunen bij het indienen en bij de behandeling van een klacht.

38


Gorssel

Postadres Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon:030 - 280 95 90 Email:[email protected] Bezoekadres: Gebouw "Woudstede" Zwarte Woud 2,3524 SJ Utrecht

39


Gorssel

REGELING SCHOOLTIJDEN

7.1 De schooltijden De groepen 5 t/m 8. Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: 08.30 uur tot 12.00 uur en 13.15 uur tot 15.15 uur, woensdag 08.30 uur tot 12.15 uur. De bel gaat 5 minuten voor aanvang zodat we op tijd kunnen beginnen. De kinderen mogen 10 minuten voor aanvang op het schoolplein (er is dan toezicht). De groepen 3 en 4. Maandag, dinsdag, donderdag 08.30 uur tot 12.00 uur en 13.15 uur tot 15.15 uur, woensdag 08.30 uur tot 12.15 uur, vrijdag 08.30 uur tot 12.00 uur. De bel gaat 5 minuten voor aanvang zodat we op tijd kunnen beginnen. De kinderen mogen 10 minuten voor aanvang op het schoolplein (er is dan toezicht). De groepen 1 / 2. Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 08.30 uur tot 12.00 uur, woensdag 08.30 uur tot 12.15 uur en dinsdag- en donderdagmiddag 13.15 uur tot 15.15 uur, De kinderen mogen vanaf 10 minuten voor aanvang in de klas gebracht worden. 7.2 De maatregelen ter preventie van het schoolverzuim Alle schoolverzuim wordt geregistreerd. Onwettig schoolverzuim wordt apart geregistreerd. De directeur is verplicht om onwettig schoolverzuim door te geven aan de leerplichtambtenaar. Het register met de verzuimregistratie ligt ter inzage voor de inspectie. De leerplichtwet verplicht de directeur van de school jaarlijks opgave te doen van de omvang van het verzuim op zijn school. 7.3 De regels in geval van schoolverzuim bij ziekte of doktersbezoek We verwachten dat de ouders het ons laten weten wanneer het kind wegens ziekte of doktersbezoek niet op school kan komen. Als wij geen bericht ontvangen nemen we contact op met de ouders om te vragen waarom het kind niet aanwezig is, zo worden eventuele misverstanden het snelst opgelost. Ziekmelden door een broertje/zusje of een ander kind vinden wij niet voldoende, wij vragen u nadrukkelijk uw kind zelf ziek te melden. Wilja van der Wal neemt over het algemeen de telefoon aan en geeft de melding door aan de desbetreffende leerkracht. Als we telefonisch in gesprek zijn dan kunt u het na 8.45 uur nog eens proberen. Mondeling ziek melden bij haar of bij de leerkracht kan natuurlijk ook. Indien de leerkracht rond 9.00 uur nog niets vernomen heeft over het afwezige kind wordt contact opgenomen met de ouders. 7.4 Extra verlof Extra verlof wordt slechts bij uitzondering en voor bepaalde gebeurtenissen verleend. Vanaf de eerste van de maand, opvolgend na de vijfde verjaardag van uw kind, is de leerplichtwet van toepassing. In deel 3 van deze schoolgids vindt u de bepalingen van deze wet toegelicht. Verlofaanvragen kunnen altijd bij de schooldirectie worden ingediend, formulieren hiervoor zijn op school verkrijgbaar. Verlofaanvragen kunnen alleen op het daartoe bestemde formulier van de gemeente Lochem worden aangevraagd. 7.5 Goed om te weten Voor de kinderen in groep 1 t/m 8 geldt:  dat we de ouders bellen als kinderen niet op school zijn verschenen en niet ziek gemeld 40


Gorssel

zijn. Voor de kinderen in groep 1 t/m 3 geldt:  dat we opletten of alle kinderen opgehaald worden na schooltijd, bij twijfel of onduidelijkheid wordt er gebeld en letten we op uw kind. Als u onverhoopt een keer iets later komt als u bijvoorbeeld in de file staat, kunt u altijd de school bellen. Wij vangen uw kind dan even op.

41


Gorssel

DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL

8.1 De onderwijsinspectie De inspectie van het basisonderwijs heeft onze school voor het laatst in juni 2011 bezocht. Tijdens zo’n bezoek gaat de inspectie na of de school goed onderwijs geeft, haar eigen kwaliteit controleert en of de resultaten van de leerlingen naar verwachting zijn. De inspectie doet dit door te beoordelen of onze school voldoet aan een aantal kwaliteitseisen. De verslagen zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. 8.2 De ouderenquête De online ouderenquête zal in het voorjaar van 2016 weer worden afgenomen. 8.3 De uitstroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs Ieder jaar stromen er leerlingen uit richting het voortgezet onderwijs. Meestal zijn dit leerlingen uit groep 8 en sporadisch leerlingen uit groep 7. Deze uitstroom komt op de volgende manier tot stand;  Gegevens leerlingvolgsysteem van de basisschoolloopbaan  Eindtoets basisonderwijs  Advies basisschool en wens ouders  Gegevens leerlingvolgsysteem Dit zijn de gegevens die tot stand komen na het maken van de CITO volgsysteem toetsen. Vanaf groep 1 t/m 8 worden deze toetsen afgenomen; één, twee of driemaal per schooljaar. Door dit systeem ontstaat er een volglijn van een leerling en kan de ontwikkeling door de jaren heen in kaart gebracht worden. Inspectiekaart Eindtoets School Vullerschool (12CJ) Weergave Uitslag Eindtoets t.o.v. inspectienorm 2012 / 2013 Aantal deelnemende leerlingen Aantal leerlingen in leerjaar 8 Aantal leerlingen op school Aantal ongewogen leerlingen Percentage gewogen leerlingen Naam Eindtoets Inspectienorm bij Eindtoetsgemiddelde Bovengrens inspectie Landelijk gemiddelde Ondergrens inspectie EINDTOETS

38 40 347 332 4% CITO Ongewogen 538,6 536,6 534,6 534,3

!

2013 / 2014 55 56 342 333 3% CITO Ongewogen 538,8 536,8 534,8 540,2

2014 / 2015 48 50 326 314 4% CET Ongewogen 538,6 536,6 534,6 535,2 !

op of boven bovengrens (goed) op of boven landelijk gemiddelde (voldoende) op of boven de ondergrens (voldoende) onder de ondergrens (onvoldoende) 42


Gorssel

Uitstroom Weergave

Aantal leerlingen per advies VO

VWO

2010/ 2011 7

2011/ 2012 12

2012/ 2013 6

HAVO t/m VWO

11

14

9

HAVO

8

6

6

VMBO TL t/m HAVO

9

9

VMBO TL VMBO BL

1 2

4

VMBO BL t/m VMBO GL, met LWOO

2

6

VMBO GL VMBO KL

25

9

59 34

15

23

58 18

6

10 1

13

28 9 8

1 2

VMBO KL, met LWOO

2013/ 2014 2014/ 2015 Totaal

1 4

1 2

3 8

1

Praktijkonderwijs VMBO BL t/m HAVO 42

1 1 53

2 7 38

1 1 56

4 8 238

49

De J.A. de Vullerschool is goed, maar kan altijd beter…. Wij vinden het erg belangrijk dat de zorg en begeleiding versterkt wordt binnen onze school. Het leerlingvolgsysteem wordt integraal gebruikt. Ook zullen er handelingsplannen binnen de groep worden opgesteld en uitgevoerd. Verder richten we ons op het omgaan met verschillen. Behalve dat we aandacht blijven geven aan kinderen die achterstand hebben opgelopen, willen we ons ook gaan richten op de kinderen die meer kunnen. Voor deze kinderen zullen we aangepast verrijkingsstof aanbieden Ontwikkeling van onze school is een doorlopend proces van inventariseren, veranderen en borgen. Op deze wijze hopen we de kwaliteit van ons onderwijs voortdurend te monitoren en te verbeteren daar waar nodig. Op weg naar een excellente school …..

43

Schoolgids deel 2. J.A. de Vullerschool. openbare basisschool. Gorssel

Recommend Documents