Schoolgids De Zijlwijkschool ...Mijn School
2013-2014
1
Index Adresgegevens Zijlwijkschool Adresgegevens Schoolvereniging Voorwoord 1 De Protestants Christelijke Schoolvereniging in Leiden 1.2 Identiteit 1.3 Missie en visie 1.4 Zakelijke gegevens
2 Ons onderwijs 2.1. De individuele leerling in de groep 2.2 Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeften 2.3 Activiteiten, vakken en methodes 2.4 Leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling 2.5 Computers 2.6 De schoolsfeer 2.7 Cito- eindtoetsscores 2.8 Overgang van leerlingen naar een volgende groep 2.9 Uitstroom en overgang naar het voortgezet onderwijs (VO) 2.10 Inhoud studiedagen 2.11 Inspectie
3 De zorg voor kinderen en leerlingvolgsysteem, L.V.S. 3.1. Specifieke zorg voor leerlingen 3.2. Zorgprotocollen 3.3 Leerlingvolgsysteem 3.4 Verslaggeving van de gegevens over leerlingen 3.5 Toetsen
4 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 4.1 De procedure 4.2 Aanwezige voorzieningen 4.3 Zorgteam op school (ZOS). 4.4 Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften 4.5 Leerling Gebonden Financiering (LGF) 4.6 Logopedie 4.7 Weer Samen Naar School (WSNS) en Passend onderwijs 4.8 De GGD en uw kind
5 Activiteiten voor, onder en na schooltijd 5.2 Activiteiten onder schooltijd
6 Leerkrachten en groepen 6.1 Samenstelling team 6.2 Wijze van vervanging bij ziekteverlof, verlof, scholing 6.3 Studenten in de school 6.4 Scholing van leerkrachten
2
6.5 School Video Interactie Begeleiding (SVIB)
7 Ouders 7.1 Informatie 7.2 Bereikbaarheid 7.3 Medezeggenschapsraad 7.4 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 7.5 Ouderraad 7.6 Vrijwillige Ouderbijdrage 7.7 Klachtenprocedure 7.8 Vertrouwenszaken 7.9 Activiteiten en hulp van ouders 7.8 Schoolverzekering
8 Schooltijden en schoolregels 8.1 Schooltijden 8.2 Regels voor aanvang en einde schooltijd 8.2 Regels van de leerplicht 8.3 Verzuim 8.4 Spreekuren en communicatie 8.5 Schorsing en verwijdering
9 School specifieke regels 9.1 Ziekte 9.2 Trakteren 9.3 Adoptiekinderen 9.4 Pauzehapje, woensdag fruitdag 9.5 Bestrijding hoofdluis 9.6 Gevonden voorwerpen en diefstal 9.7 Kleding 9.8 Oud papier 9.9. Rookbeleid
10 Schoolmaterialen 10.1 Schoolplein 10.2 Vulpen en ander schrijf-en tekenmateriaal
3
Adresgegevens Zijlwijkschool Naam: Protestants-Christelijke Basisschool De Zijlwijkschool Adres: Schaduwpad 1, 2317 VX Leiden Brinnummer: 17 NV Bereikbaar via Telefoon: 071 5233424 E-mail:
[email protected] Website: www.zijlwijk.pcsleiden.nl Directie Directeur: Jan Westerbeek
4
Adresgegevens Schoolvereniging Algemene gegevens Protestants-Christelijke Schoolvereniging Leiden Mariënpoelstraat 4 2334 CZ Leiden Telefoon: 071-5126341 of 071-5175551 E-mail:
[email protected] Website: www.pcsleiden.nl Rabobank 1430.77.279 Directeur/bestuurder: Sytske Feenstra Beleidsmedewerker onderwijs: Wim Boer Beleidsmedewerker personeelszaken: Diny Heemskerk Financiële administratie: Harm Vooijs Secretariaat: Nel Minnee Bestuur Voorzitter: Foort van Oosten Penningmeester: Edwin Plug Bestuurslid: Irma Krijtenburg Bestuurslid: Han van Overbeeke Bestuurslid: Ruben van Waardhuizen Lid dagelijks bestuur: Sytske Feenstra
5
Voorwoord Hierbij presenteren wij u onze schoolgids. Deze schoolgids geeft een zo goed mogelijk beeld van de school voor ouders en leerlingen maar ook voor hen die overwegen hun kind(eren) op de Zijlwijkschool te plaatsen. Op onze website, www.zijlwijk.pcsleiden.nl, vindt u ook veel informatie. Aanmelden van uw kind Ouders die willen kennismaken met De Zijlwijkschool zijn van harte welkom voor een vrijblijvend gesprek met de directie. Zij krijgen dan tevens een rondleiding door de school. Geïnteresseerde ouders verzoeken we telefonisch een afspraak te maken voor een informatief gesprek met een rondleiding. Nogmaals: geheel vrijblijvend. Graag willen we dat ouders een bewuste keuze maken, want een school kiezen doe je vaak minimaal voor 8 jaar...! U bent welkom! Elke dag bestaat de mogelijkheid om in groep 1 ‘mee te doen’. U en uw kind zijn van harte welkom van 9.00 uur tot 10.00 uur in groep 1, maar neem wel even contact op voor een afspraak. Namens team en directie wensen we u veel leesplezier. Jan Westerbeek, directeur.
6
1 De Protestants Christelijke Schoolvereniging in Leiden Vereniging PCS Leiden PCS Leiden (Protestants-Christelijke Schoolvereniging Leiden) is in 1853 opgericht. Acht reguliere protestants-christelijke basisscholen in Leiden vallen onder de verantwoording van PCS Leiden. De vereniging heeft als doel om protestants-christelijk scholen voor het basisonderwijs op te richten en kwalitatief goed onderwijs te bieden. In november 2010 hebben de leden opnieuw gekozen voor vereniging als bestuursvorm voor PCS Leiden. Deze democratische bestuursvorm garandeert dat leden mee kunnen praten en invloed hebben op het beleid van het bestuur van PCS Leiden. Dit bestuur legt verantwoording af aan de leden via de Algemene Ledenvergadering (ALV). Ouders die lid zijn van PCS Leiden kunnen de belangen van de school van hun kind behartigen en het beleid van PCS Leiden beïnvloeden. PCS Leiden roept ouders dan ook op mee te denken over het PCS Leiden beleid op korte en lange termijn en om zich in te zetten voor de school van hun kind.
Een kaartfout rapporteren Kaartgegevens ©2013 Google
Het Kompas De Leidse Houtschool Roomburg De Schakel De Sleutelbloem – Locatie Kennedylaan De Sleutelbloem – Locatie Boshuizerkade
7
De Springplank De Zijlwijkschool De Zwaluw
Wordt lid van de PCS om: met andere scholen van de PCS Leiden vorm te geven aan protestants christelijk geïnspireerd onderwijs van zo hoog mogelijke kwaliteit; in het belang van leerlingen en scholen democratische controle uit te oefenen op het bestuur van de scholen; de vereniging met uw lidmaatschap te versterken in het behartigen van de belangen van scholen en leerlingen Samen sterker Alleen al door lid te zijn van de schoolvereniging dragen ouders bij aan democratische bestuur van de scholen. De kracht van de PCS Leiden wordt bepaald door haar leden. De PCS Leiden streeft er dan ook naar dat zoveel mogelijk ouders lid van de vereniging zijn. Lid worden? Als u geïnteresseerd bent in en verder mee wil denken over de vereniging, juicht de PCS Leiden dat van harte toe. Als u lid bent, ontvangt u regelmatig informatie van de PCS Leiden. Uiteraard wordt u uitgenodigd voor de algemene ledenvergadering om daar uw stem laten horen. Aanmelden kan via
[email protected] o.v.v ‘lidmaatschap PCS Leiden’. Ook kunt u voor verdere informatie onze website www.pcsleiden.nl bezoeken. De PCS Leiden is ook telefonisch bereikbaar op 071-5175551 Het lidmaatschap kost € 11,- per jaar (een vrijwillige financiële bijdrage wordt gewaardeerd).
1.2 Identiteit Onze school is een Protestants Christelijke school. De dag begint met een Bijbelverhaal, zang en/of gebed. In de groepen 1 en 2 staat één Bijbelverhaal centraal gedurende een week. Vanaf groep 3 gebruiken we voor Bijbelsonderwijs de methode 'Kind op Maandag'. Daarnaast stellen wij ons als doel in ons dagelijks handelen en in de omgang met elkaar, te laten zien vanuit welke grondslag wij ons werk doen. De school heeft geen binding met een bepaald kerkgenootschap. We zijn een open christelijke school. In principe zijn alle ouders en kinderen welkom die onze levensbeschouwing met ons willen delen.
1.3 Missie en visie 8
Vanuit die Bijbelse gedachte willen wij een school zijn waar ouders, kinderen, leerkrachten tot hun recht kunnen komen. Daarvoor moet een kind zich veilig voelen: als een leerling niet ‘goed in z’n vel zit’, dan kunnen de teamleden onmogelijk uit het kind te halen, wat er in zit’. Wederzijds vertrouwen tussen kind en leerkracht is noodzakelijk. Als dat er is, dan kunnen leerkrachten pas hoge verwachtingen van hun leerlingen hebben. Wat er aan kennis en vaardigheden wordt onderwezen, is vastgelegd in het schoolplan. Dit plan voldoet aan de wettelijke eisen die aan het onderwijs worden gesteld. Het schoolplan 2011-2015 is voor iedere ouder in te zien. Met het schoolplan als uitgangspunt maken we elk jaar een jaarplan. In de 7500 uur die een kind op school doorbrengt willen we het niet alleen vakgebonden kennis en vaardigheden bijbrengen, maar ook leren samenwerken en verantwoordelijkheid dragen. Een school is geen eiland in onze maatschappij en heeft ook een taak bij de opvoeding van kinderen. We willen een school zijn waar kinderen zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag kunnen aanleren. Ieder kind telt.
9
1.4 Zakelijke gegevens Onze school staat bijna aan de rivier de Zijl in de Merenwijk. Wij zijn gehuisvest in een zelfstandig gebouw. Naast onze school staan de Dukdalf (openbaar onderwijs) en de Tweemaster (Roomskatholiek onderwijs). Ons gebouw heeft acht groepslokalen, een speellokaal, dat ook dienst doet als aula en diverse kleinere ruimtes zoals kantoren, bibliotheek/documentatiecentrum. Op school zijn veel boeken, extra materiaal en toetsen beschikbaar om kinderen met andere leervragen te helpen. Wij hebben bijvoorbeeld een leeshoek met luisterboeken voor kinderen die moeite hebben met lezen door dyslexie. Hierdoor kunnen die kinderen op eigen niveau ‘lezen’ zonder gehinderd te worden door hun dyslexie. Het documentatiecentrum bevat een verzameling naslagwerken over een gevarieerd aantal onderwerpen. De leerlingen gebruiken de boeken voor het maken van werkstukken en het houden van spreekbeurten. Ook kunnen de kinderen gebruik maken van netwerkcomputers om informatie te zoeken op het internet. Een vaste groep ouders is wekelijks beschikbaar om het gebruik van het documentatiecentrum goed te laten verlopen. De weg naar school moet voor de kinderen een veilige weg zijn. Vandaar dat de ouderraden van de Dukdalf, de Tweemaster en de Zijlwijkschool een ‘ouderbrigade’ hebben opgericht, waarbij voor de ochtendschooltijd de kinderen veilig de drukke Ketelmeerlaan kunnen oversteken. De schoolpleinen, één voor de kleutergroepen en één voor de groepen 3 t/m 8, kenmerken zich als kindvriendelijk. Voor schooltijd en tijdens de pauzes is er toezicht door leerkrachten. Vanwege de veiligheid zijn er drie ochtendpauzes waarbij de groepen na elkaar pauze hebben.
10
11
2 Ons onderwijs 2.1. De individuele leerling in de groep Op onze school wordt gewerkt volgens het zogenaamde leerstofjaarklassensysteem. Dit houdt in dat iedere leerling in één jaar een bepaalde hoeveelheid leerstof verwerkt. Deze leerstof wordt meestal klassikaal aangeboden. Maar daarnaast vindt er instructie plaats aan kleinere groepen. Wij werken met methoden waarbij uitgegaan wordt van drie niveaus in een groep. Binnen ons systeem werken wij met het zgn. GIP-model. De letters GIP staan voor: Groeps- en Individueelgericht Pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht. Hiermee bevorderen we de zelfstandigheid van de leerlingen en creëren meer ruimte voor de leerkracht om leerlingen individueel te begeleiden. Voor leerlingen die moeite met de leerstof hebben, wordt het lesprogramma aangepast. Daartoe wordt er, na overleg met de ouders, een handelingsplan opgesteld. De intern begeleider van onze school begeleidt de leerlingen die dat nodig hebben. Het komt voor dat leerlingen niet voldoende uitdaging ervaren in het aangeboden lesprogramma. Voor deze leerlingen bieden we verrijkingsstof aan. Het leerstofjaarklassensysteem kent op deze manier drie niveaus: kinderen die iets meer aandacht nodig hebben (we noemen ze ook wel zorgleerlingen), de gemiddeld begaafde kinderen en de kinderen die meer kunnen dan de gemiddeld begaafde leerlingen. De Zijlwijkschool heeft 8 jaargroepen. De leerlingen worden ingedeeld naar leeftijd en/of ontwikkelingsniveau. Per 1 oktober 2013 hebben we ruim 200 kinderen.
2.2 Organisatie voor zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Wij werken volgens het leerstofjaarklassensysteem, waarin ieder kind de zorg krijgt die het nodig heeft. De vorderingen van de leerlingen worden met de methode gebonden en methode onafhankelijke toetsen gevolgd. Mochten er aanpassingen aan de leerstof moeten worden gedaan, dan gebeurt dit na overleg met de ouders. De organisatie hiervan is in handen van de intern begeleider (IB-er). De IB-er borgt van de kwaliteit van de zorg in school. Zij heeft onder meer als taak de groepsleerkracht bij te staan in zijn/haar begeleiding van zorgleerlingen die extra hulp nodig hebben op cognitief en/of sociaal-emotioneel gebied. Een deel van haar tijd besteedt zij aan remedial teaching. Dit is het begeleiden van kinderen met specifieke problemen.
2.3 Activiteiten, vakken en methodes Tijdens hun schoolleven krijgen kinderen te maken met tal van activiteiten. Omdat je
12
niet direct op school begint met lezen, taal en rekenen geven we een overzicht van wat er in de eerste jaren op school gebeurt.
2.3.1 Activiteiten in de groepen 1 en 2 De kleuters beginnen de dag in de kring. Zo leren ze naar elkaar en naar de leerkracht te luisteren en met elkaar om te gaan. Aan de hand van thema’s wordt er met de kinderen gesproken, gewerkt, gezongen en gespeeld. De lokalen zijn zo ingericht dat er verschillende activiteiten tegelijk kunnen plaatsvinden. Er is een bouwhoek, een zandtafel, een poppenhoek, een ruimte om te schilderen, te knutselen en met ontwikkelingsmateriaal aan de slag te gaan. De thema’s in de hoeken veranderen frequent. In groep 1 is spelen belangrijk; spelenderwijs leert het kind de wereld om zich heen beter begrijpen (taalontwikkeling [ook Engels], wereldverkenning en begripsvorming), het leert zijn bewegingen beter onder controle te krijgen (motorische ontwikkeling) en vangt steeds gerichter allerlei signalen op (zintuiglijke, muzikale en ruimtelijke ontwikkeling). Het kind leert materialen te ordenen (hoeveelheidbegrip/voorbereidend rekenen) en leert zich meer en meer aan te passen aan de groep (sociale ontwikkeling). In groep 2 gaat deze ontwikkeling door. Er zijn taal- en rekenspelletjes en aandacht voor de fijne motoriek. Zo leren de kinderen de basisvaardigheden die nodig zijn voor lezen, schrijven en rekenen. De methodes Schatkist en Schrijfdans die we hiervoor gebruiken, sluiten aan bij de methode van de peuterspeelzalen enerzijds en groep 3 anderzijds.
2.3.2 Godsdienst In de groepen 1 en 2 worden Bijbelverhalen verteld, die geschikt zijn voor kleuters. In de groepen 3 tot en met 8 worden met de methode Kind op Maandag de Bijbelverhalen zoveel mogelijk aan het heden gekoppeld. Er is ook aandacht voor de andere godsdiensten.
2.3.3 Lezen Bij ons op school leren de kinderen lezen in groep 3. Dat is voor de kinderen wel even wennen, maar je merkt al snel dat ze er enorm veel plezier aan beleven en gestaag vorderingen maken. Medio groep 3 wordt er onder begeleiding van tutoren (leerlingen uit hogere groepen die hiervoor zijn geïnstrueerd) begonnen met tutorlezen in kleine groepjes. Op deze manier wordt de techniek van het lezen geoefend en verbeterd. Voor begrijpend lezen gebruiken wij de methode “Ik weet wat ik lees”. Tussendoor mogen de kinderen gebruik maken van de schoolbibliotheek om in vrije momenten een boek te lezen dat ze zelf hebben uitgezocht. Wij starten iedere middag in alle groepen met lezen of leesonderwijs. Van het vertellen uit prentenboeken in groep 1 tot zelfstandig lezen in de hogere groepen.
2.3.4 Taal
13
Het taalonderwijs is anders dan vroeger. Toen zat je vaak uren in je taalschrift te werken en moest je invullesjes maken waarbij de nadruk lag op het foutloos schrijven. Nog steeds leren we kinderen foutloos schrijven, maar we besteden veel meer aandacht aan het leren spreken, luisteren naar anderen en goed reageren. Het taalonderwijs is creatiever geworden. We gebruikte de methode “Taal in beeld” en “Spelling in beeld”. We leren de kinderen zowel schriftelijk als mondeling hun mening onder woorden te brengen. In boeken, op beeldschermen, of op straat: ‘Taal en spelling in beeld’ laat zien dat taal leeft. Met lessen in begrijpelijke taal, veel beeld en werken op papier, computer, digibord . Compact, flexibel en overzichtelijk. “Taal in beeld” is een eigentijdse methode, waarbij ook met computer en digibord gewerkt wordt. De mogelijkheden tot zelfstandig leren zijn groot.
2.3.5 Rekenen Jaren geleden bestond rekenen vooral uit sommen maken volgens vaste maniertjes. Tegenwoordig leren we de kinderen vooral zelf na te denken en oplossingen te vinden: ‘realistisch rekenen’. We gebruiken hiervoor de methode “Pluspunt”. Daarnaast werken
14
we met “Compacten”. Leerlingen die hoge punten halen en zich goed inzetten krijgen via “Compacten” meer uitdagende opdrachten op gebied van rekenen en wiskunde.
2.3.6 Zaakvakken Naast godsdienst, taal en rekenen geven we ook de zogenaamde zaakvakken. We leren de kinderen over Nederland, Europa en andere werelddelen en over de mensen daar leven. Hiervoor gebruiken we “Een wereld van verschil”. Nederlandse en Europese geschiedenis geven we met de methode “Wijzer door de tijd”. Na groep 4 worden aardrijkskunde en geschiedenis als aparte vakken onderwezen. Voor natuuronderwijs gebruiken wij de methode “Leefwereld”. In het voorjaar doen alle groepen mee met het project “Lentekriebels” dat de GGD begeleidt. Tijdens ongeveer 2 weken behandelen we in alle groepen de “Lentekriebels”. U moet hierbij denken aan thema’s als kriebels in je buik in groep 1 tot seksuele voorlichting in groep 8. Groepen 7 en 8 krijgen seksuele voorlichting met behulp van “Lekker in je vel”. Voor het verkeersonderwijs gebruiken we de methode “Klaar…over”. In groep 7 doen de leerlingen het theoretisch- en het praktisch verkeersexamen. Alle kinderen krijgen per schooljaar 3 keer een verkeerspraktijkles.
2.3.7 Techniek Binnen de zaakvakken is ook aandacht voor techniek. Belangrijk hulpmiddel bij de technieklessen zijn de “Techniektorens”. Deze torens bieden uitdagende techniekopdrachten voor de kinderen in alle groepen. Daarnaast zijn structureel bezoeken gepland aan bedrijven waar techniek duidelijk zichtbaar is. U kunt hierbij denken aan het bezoek van een molen, met een rondleiding door een molenaar in groep 1, tot een bezoek aan de waterzuiveringsinstallatie of het Boerhaavemuseum in de hogere groepen.
2.3.8 Expressie Op de Zijlwijkschool is ruim aandacht voor muziek, tekenen, handvaardigheid en drama. Voor deze vakken hebben we de methode “Moet je doen”. Elk schooljaar brengen alle groepen een bezoek aan theater, museum en/of natuureducatieve instanties. Aan zo’n bezoek gaat vaak op school een inleiding vooraf, zodat de kinderen meer weet hebben van wat ze zullen zien en beleven.
15
2.3.9 Sport en spel en cultuur Op school besteden we veel aandacht aan sport en spel en cultuur. Samenspel, winnen/verliezen en vertrouwd raken met de eigen en andere culturen komen de persoonlijke ontplooiing van uw kind ten goede. Uw kind leert op het sportveld, in de gymnastiekzaal en in de klas, spelenderwijs omgaan met competitie. Aan het eind van het schooljaar is er voor de hele school een sport- en speldag. Buiten schooltijd doen we met enkele schoolsporttoernooien mee.
2.3.10 VVTO-school: Vroeg Vreemde Talen Onderwijs-school. Engels vanaf groep 1 Op school geven wij Engels van af groep 1. Wij gebruiken hierbij de methode "i-Pocket" in de groepen 1 t/m 4. De methode is geheel digitaal. De kinderen krijgen de Engelse les met behulp van het digibord. In de groepen 5 t/m 8 gebruiken wij de methode "Backpack". Deze methode heeft een doorgaande lijn met "i-Pocket". Bij de Engelse les in de groepen 5 t/m 8 krijgen wordt, in tegenstelling tot de eerste vier groepen, wel een werkboekje gebruikt. Vroeger met Engels beginnen betekent ook meer tijd voor Engels. Acht jaar Engels met een start in de onderbouw of alleen in groepen 7 of 8, dat is een fors verschil. Daarnaast wordt er in ons programma per jaar meer onderwijstijd besteed aan Engels. We geven in elke groep tenminste 60 minuten per week Engelstalige activiteiten. Kinderen moeten de tijd krijgen, niet alleen om de taal te leren, maar ook en vooral om die te
16
gebruiken. Een onderdeel hiervan zijn de zogenaamde lessen voor CLILL. Content and Language Intergrated Learning Lessons is bedoeld om de leerlingen Engels, structureel, te laten gebruiken in andere onderdelen van het reguliere schoolprogramma. Dat uit zich al bij de laagste groepen. Bijvoorbeeld een liedje in het Engels in plaats van in het Nederlands aanleren. In de hogere groepen kan Engels de voertaal zijn bij bijvoorbeeld een les aardrijkskunde. Er zijn nog meer voordelen aan ‘Meer Engels’ per week en een vroege start. De kinderen kunnen hun Engelse taalvaardigheid eerder buiten school toepassen, bijvoorbeeld op vakantie en op het internet. Alle kennis die ze daar opdoen, nemen ze weer mee terug naar school. Zo kunnen binnen- en buitschools leren van Engels elkaar versterken.
2.3.11 Sociaal emotionele ontwikkeling: de “Kanjertraining” Natuurlijk is sociaal emotionele ontwikkeling de gehele dag onlosmakelijk verbonden met onze begeleiding van de kinderen. Wij hebben de keuze gemaakt voor de “Kanjertraining”, een methode sociaal emotionele ontwikkeling die verder gaat dan alleen de les uit het boekje en de openingszin van dit stukje ondersteunt. Alle leerkrachten hebben de cursus “Kanjertraining” gevolgd en hebben een jaarlijkse opfrisdag. Daarnaast doen we mee aan het jaarlijks project “Lentekriebels” van de GGD.
2.4 Leerlingvolgsysteem sociaal emotionele ontwikkeling In de groepen 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van PRAVOO. In de groepen 3 tot en met 8 gebruiken we de leerkrachtenlijst van de Kanjertraining. Bij beide leerlingvolgsystemen worden, met behulp van een controlelijst, leerlingen regelmatig gedurende het schooljaar gescreend op hun “sociale plaats” in de groep en gedrag.
2.5 Computers Onze school gebruikt computers bij het onderwijs. Bij de verschillende vakken worden computerprogramma’s gebruikt. In alle lokalen staan netwerkcomputers. Alle groepen hebben beperkt toegang tot het internet. Vanaf groep 1 tot groep 8 worden de kinderen bekend gemaakt met diverse mogelijkheden van de computer. Denk hierbij aan methode gebonden programma’s, Word, Excel, PowerPoint, gebruik van internet enz. Onze school bezit een protocol voor het veilig gebruik van het internet voor zowel leraren als voor leerlingen in de bovenbouw. In de groepen 1 t/m 8 wordt gewerkt met een digibord.
17
2.6 De schoolsfeer Op school wordt gestreefd naar een gezellige leeromgeving voor de leerlingen. Dit houdt in dat er naast de gewone “schoolse” zaken ook ruim aandacht wordt besteed aan “buitenschoolse” activiteiten. Daarbij willen wij de kinderen een duidelijke structuur geven. Alle leerkrachten hebben de "Kanjertraining" gevolgd. We hebben met elkaar een aantal regels afgesproken, waaronder dat er niet mag worden gepest. Als ouders of leerkrachten een aanwijzing hebben dat er sprake is van pesten, dan heeft de school een protocol voor “Pesten op school”. Voor iedereen zijn de te nemen stappen dan duidelijk.
2.7 Cito- eindtoetsscores Op school gebruiken we toetsen om de resultaten van onze leerlingen goed in de gaten te houden. Maar we doen er meer mee. We kunnen de resultaten die wij behalen ook vergelijken met de gemiddelde resultaten van andere basisscholen in ons land. Daarmee zien we of ons onderwijs de kwaliteit heeft die wij willen bieden. Hieronder ziet u een overzicht van de gemiddelde score van groep 8 van de Cito- eindtoets basisonderwijs. Aan deze toets nemen bijna alle leerlingen van de Nederlandse scholen deel. De scoreschaal loopt van 500 tot 550. De score wordt berekend door de uitslagen van alle deelnemende leerlingen te vergelijken. De gemiddelde landelijke score ligt elk jaar rond de 535. Hieronder vind u een weergave van de (eind-)opbrengsten van de laatste 4 jaar. 2010 = score 540,4
Deze score valt binnen de (voldoende) inspectienorm
2011 = score 536,8
Deze score valt binnen de (voldoende) inspectienorm
2012 = score 540,2
Deze score valt binnen de (voldoende) inspectienorm
2013 = score 542,1
Deze score valt binnen de (voldoende) inspectienorm
Uitstroom naar VO De landelijke uitstroom vanuit het basisonderwijs naar VO is 50-60% VMBO en 40 tot 50% naar HAVO of hoger. In de 2009 en 2010 is meer dan 70% van onze leerlingen naar de HAVO of hoger VO gegaan. In 2011 is ongeveer 60% van onze leerlingen naar de HAVO of hoger VO gegaan. In 2012 is 74% van onze leerlingen naar de HAVO of hoger VO. In 2013 is meer dan 75% van onze leerlingen naar HAVO of hoger aangemeld.
2.8 Overgang van leerlingen naar een volgende 18
groep Aan het eind van ieder cursusjaar gaan de meeste leerlingen naar de volgende groep. Het kan echter voorkomen dat een leerling doubleert. Voordat de beslissing genomen wordt, vindt overleg plaats met ouders en betrokken leerkracht(en), de IB’er en/of RT’er en directie. Het verdient aanbeveling om goed nota te nemen van hoofdstuk 4, dat gaat over de zorg voor onze leerlingen. Voor de procedure die bij doorstroom naar de volgende groep of een doublure gevolgd wordt, bestaat een protocol, dat u op school kunt inzien.
2.9 Uitstroom en overgang naar het voortgezet onderwijs (VO) Na acht jaar gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. Ze hebben de keuze uit velerlei scholen. Om het juiste niveau voor VO mede te kunnen bepalen, wordt in groep 7 de Cito-entreetoets en in groep 8 de Cito-eindtoets afgenomen. Er wordt aan de ouders informatie gegeven over de inrichting van het huidige voortgezet onderwijs. In een adviserend gesprek met de ouders geeft de leerkracht van groep 8 aan welk soort onderwijs het meest aansluit bij de mogelijkheden van hun kind. Hierbij gaan wij uit van de Citogegevens én onze ervaring. In groep 8 staan ouders en school voor de vraag naar welk vervolgonderwijs de leerlingen het beste kunnen. Die vraag is heel belangrijk, want uw kind moet op de juiste plek terecht komen. De school en het VO zullen informatie geven. Daarnaast heeft het VO open dagen. Soms is het nodig dat uw kind ook op de VO-school extra zorg en ondersteuning krijgt (bijvoorbeeld door grote leerachterstanden, of doordat de school zich zorgen maakt over de ontwikkeling van uw kind). Dat gebeurt op een aantal scholen, die daarvoor van de overheid extra geld krijgen. Dit kan alleen als het schooladvies officieel is goedgekeurd: het advies wordt daarmee dan “een beschikking”. Deze beschikking is noodzakelijk om in aanmerking te komen voor Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) en voor het Praktijkonderwijs (PRO). De kinderen voor deze soorten VO nemen deel aan de gemeenschappelijke testen van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Hiervoor moet u dan schriftelijk toestemming geven. De testen vinden eind oktober en begin november plaats. Afname, verwerking en bespreking gebeuren door school en het Zorgloket van het VO samen. Na de test wordt het schooladvies gegeven in een adviesgesprek met u, op school. U krijgt daarbij een schriftelijk overzicht van de behaalde resultaten.
2.10 Inhoud studiedagen
19
Elk schooljaar worden teamstudiedagen gepland. De studiedagen worden rondom een thema georganiseerd. Leerkrachten nemen regelmatig deel aan nascholingscursussen. Het doel daarvan is het bijhouden van ontwikkelingen, veranderingen en vernieuwingen in het onderwijs. Bovendien worden er regelmatig studie- of themamiddagen bezocht. Hierdoor zullen de leerkrachten nog beter in staat zijn de kinderen te begeleiden. In de afgelopen jaren zijn er door het gehele team of door enkele teamleden de volgende cursussen gevolgd: seksuele intimidatie, sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen, bedrijfshulpverlening, VVE-light taalproject voor kleuters, NT2 taalproject, Omgaan met elkaar (OME), Communicatie met ouders, Kanjertraining. Om onze kwaliteit te toetsen, te evalueren en waar nodig, bij te stellen, gebruiken wij jaarlijks de zogenaamde kwaliteitskaarten “WMK“ Werken met kwaliteit.
2.11 Inspectie Het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs is geregeld in de Wet op het onderwijstoezicht (WOT, 2002). In deze wet zijn drie voorwaarden voor het toezicht genoemd: 1. Het toezicht moet de vrijheid van onderwijs en daarmee de eigen verantwoordelijkheid van de onderwijsinstellingen voor hun onderwijs in acht nemen. 2. Onderwijsinstellingen worden niet méér belast dan voor een zorgvuldige uitoefening van het toezicht nodig is. 3. Het toezicht is er mede op gericht te informeren over de ontwikkelingen in ons onderwijs, in het bijzonder over de kwaliteit ervan. De voorwaarden van de WOT leiden tot de volgende uitgangspunten: 1. Scholen die het goed doen, ‘verdienen’ minder toezicht. Waar problemen zijn, wordt het toezicht intensiever. 2. Het toezicht sluit aan bij de verantwoordelijkheid van schoolbesturen. Aanspreekpunt voor het toezicht is dan ook het bestuur van onze vereniging.
2.11.1 Iedere vier jaar bezoek Alle scholen in het primair onderwijs, dus ook de scholen die het goed doen, worden tenminste eens per vier jaar bezocht. De bedoeling van dit bezoek kan verschillend zijn: een thematisch onderzoek; onderzoek ten behoeve van het Onderwijsverslag; inzoomen op aspecten van toezicht of op deelonderzoeken bij de betreffende school; een onderzoek gericht op verificatie (valideren van gegevens en ijking). Binnen onze school bewaken we de kwaliteit van ons onderwijs en in ons schooljaarplan stellen we jaarlijks nieuwe verbeterpunten vast.
20
Wij maken gebruik van een digitaal leerlingvolgsysteem. Doel hiervan is iedere leerling in zijn/haar ontwikkeling nauwkeurig te volgen. In november 2012 heeft op onze school het inspectiebezoek plaatsgevonden. Het rapport daarvan staat op onze site.
21
3 De zorg voor kinderen en leerlingvolgsysteem, L.V.S. 3.1. Specifieke zorg voor leerlingen In elke groep zitten wel enkele leerlingen die regelmatig het onderwerp van gesprek zijn in verband met leer- en/of sociaal-emotionele ontwikkelingen. In eerste instantie zal de groepsleerkracht zelf deze kinderen extra hulp geven. Zo mogelijk tijdens de les. Vaak is deze zorg van tijdelijke aard. Als de problemen groter zijn dan waarvoor in de klas hulp geboden kan worden, worden ze besproken met de IB-er. Een aantal kinderen krijgt 1 à 2 keer per week individuele hulp. Deze hulp wordt zoveel mogelijk gegeven door de eigen leerkrachten. Op deze wijze worden de mogelijkheden van elk kind zo goed mogelijk ontplooid. Zo nodig wordt er een apart programma samengesteld: een handelingsplan. Dit plan wordt opgesteld door de leerkracht die wordt ondersteund door de IB-er. In alle leerjaren komt het soms voor dat een leerling een extra jaar krijgt aangeboden.
3.2. Zorgprotocollen Het komt voor dat leerlingen om gezondheidsredenen extra (medische) zorg nodig hebben en de ouders de school specifieke protocollen voorleggen waarin die zorg in concrete gedragsregels is vastgelegd. Voor specifieke medische of paramedische zorg (buiten de gebruikelijke bedrijfshulpverleningstaak van medewerkers binnen de school) zijn wij niet toegerust. Als school kunnen wij dan ook geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele gevolgen van het tijdens schooltijden of schoolactiviteiten niet, niet tijdig of niet adequaat hebben kunnen bieden van specifieke (para)medische zorg.
3.3 Leerlingvolgsysteem De groepsleerkracht houdt zowel toezicht op de leervorderingen als op het gedrag van ieder kind. Om de ontwikkeling van elke leerling op ieder moment te kennen, is het noodzakelijk de leerresultaten en relevante gedragsaspecten regelmatig systematisch vast te leggen. Om een objectief beeld van de vorderingen van de kinderen te krijgen, worden zowel toetsen die bij onze methoden horen alsmede methodeonafhankelijke Cito-toetsen gebruikt. In alle groepen wordt een observatie checklist gebruikt, de Pravoo-lijst in de groepen 1 en 2 en de leerkrachtenlijst van de “Kanjertraining” in de overige groepen.
22
3.4 Verslaggeving van de gegevens over leerlingen Alle toetsresultaten worden geregistreerd (digitaal) in het leerlingvolgsysteem. Ook de verslagen van de oudergesprekken en de rapporten worden in hetzelfde systeem geregistreerd. Na analyse worden opvallende gegevens/resultaten besproken met de IB-er. Indien noodzakelijk wordt in een leerlingbespreking aandacht besteed aan één of meerdere leerlingen. Op deze wijze bereiken wij: vroegtijdige onderkenning van leerlingen die vast dreigen te lopen; via relatief simpele interventies snelle hulpverlening aan een leerling met problemen; het opstellen van een speciaal onderwijsaanbod aan uitvallende leerlingen; het aanpassen, aanvullen resp. veranderen van gebruikte methoden; een betere inhoudelijke afstemming van leerjaren; een meer gerichte overdracht van leerlingen aan een volgende groepsleerkracht; overleg over aanpak en beoordeling van de leerlingen. De leerlingen van groep 1 t/m 8 krijgen drie keer per jaar een rapport mee naar huis. Uitzondering hierbij zijn de heel jonge kinderen in groep 1. Nadat de kinderen het kerst- of paasrapport mee naar huis hebben gekregen, kunnen de ouders tijdens de rapportavonden het rapport met de leerkracht bespreken. Daarnaast is ook drie keer per jaar het ouderzorgspreekuur gepland voor de ouders van leerlingen met een extra aandacht. De leerkracht komt één keer op huisbezoek bij nieuwe leerlingen. Ouders kunnen altijd een afspraak maken met de leerkracht(en). Algemene gegevens, toetsgegevens, de afspraken die we maken en een beknopt verslag van gesprekken worden bewaard in het leerling-dossier. Deze gegeven zijn toegankelijk voor de ouders.
3.5 Toetsen De kinderen van de groepen 1 en 2 maken enkele toetsen. De Cito-toets ”Ordenen” helpt bij het beoordelen van de verstandelijke ontwikkeling van het jonge kind. Het ordenen is van groot belang voor het leren rekenen. Deze toets wordt halverwege het schooljaar afgenomen zodat er nog tijd genoeg is om gericht te werken aan minder sterke onderdelen. Om met succes te kunnen deelnemen aan het onderwijs moeten jonge kinderen de basisbegrippen van onze taal goed beheersen. Een instructie als: ”Leg je boekje open op de laatste bladzijde en kijk bovenaan bij de eerste regel naar het middelste woord”, is onbegrijpelijk voor kinderen die de basisbegrippen niet beheersen. Deze vaardigheden zijn nodig om te leren lezen. Om hiaten in de kennis van deze begrippen op te sporen, gebruiken wij de toetsen “Taal voor kleuters” en “rekenen voor kleuters” van het CITO. Verder worden de kinderen van de groepen 1 en 2 regelmatig
23
gericht geobserveerd door middel van de Pravoo-lijst. Dit is een objectief middel dat concreet aangeeft hoe kinderen zich ontwikkelen en welke signalen belangrijk zijn. Als er twijfel is om een kind naar groep 3 te laten gaan, hanteren wij het “Protocol groep 3 – rijpheid”. Dit protocol is ter inzage op school. Goede toetsuitslagen zijn geen garantie voor succes in de volgende jaren. Ze helpen de leerkrachten bij het opsporen van hiaten en bij het vormen van een beeld omtrent de mogelijkheden van een kind. Het is echter een momentopname. Het dagelijks spelen en werken in de groep is minstens zo belangrijk.
24
4 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 4.1 De procedure Wij hebben een procedure die gevolgd wordt voor kinderen met problemen: dit kunnen leerproblemen, lichamelijke problemen en/of sociaal-emotionele problemen zijn. Ieder kind willen we de zorg geven die het nodig heeft. Als er signalen zijn dat een kind een probleem heeft, wordt dit als eerste met de ouders besproken. Daarna wordt een leerling-bespreking met de IB-er gepland. Dan kan besloten worden dat de groepsleerkracht of de IB-er een nader onderzoek doet. De uitkomst hiervan kan, eventueel nadat wij extern advies ingewonnen hebben, leiden tot het opstellen van een handelingsplan door de groepsleerkracht.
4.2 Aanwezige voorzieningen Voor kinderen met specifieke problemen wordt er binnen schooltijd zo mogelijk extra hulp ingezet in de vorm van verlengde instructie of RT-momenten. De schoolbegeleidingsdienst (OnderwijsAdvies) is de eerst aangewezen externe instantie om deskundig advies ten aanzien van diagnostiek en behandeling van leer- en gedragsproblemen in te winnen. In bepaalde situaties kan, mede op grond van de diagnose en de evaluatie van de schoolbegeleider, besloten worden andere externe hulpverlenende instanties in te schakelen zoals de RIAGG (regionale instelling voor ambulante geestelijke gezondheidszorg), het Curium (centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie), het SBO (Speciaal Basis Onderwijs) of het SO (Speciaal Onderwijs). Ook kan er vanuit het SBO (preventieve) ambulante begeleiding gegeven worden.
4.3 Zorgteam op school (ZOS). De schoolleden van het zorg(advies)team zijn de directeur en de IB-er. Zij overleggen samen met de schoolarts, met een psycholoog en een preventief ambulant begeleider over kinderen die extra zorg nodig hebben. Een zorgteam heeft verschillende mogelijkheden om extra zorg aan scholen toe te wijzen. Dit kan ondersteuning zijn binnen de groep. Ook kan advies van externe deskundigen worden ingeroepen. Soms is onderzoek nodig. In het uiterste geval kan aan ouders verwijzing van hun kind naar een andere school worden geadviseerd. Deskundigen van Bureau Jeugdzorg, de GGD en het maatschappelijk werk kunnen ook, op uitnodiging, aan het overleg deelnemen. Aan ouders wordt altijd toestemming gevraagd voor bespreking van hun kind in een ZOS.
25
4.4 Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Leerlingen die de basisvakken (lezen, taal en rekenen) aan het eind van het schooljaar onvoldoende beheersen, mogen de leerstof van het betreffende jaar nog eens overdoen. Dit is vastgelegd in een protocol over doubleren. Kern van het protocol is dat ‘de school’ beslist of een doublure noodzakelijk is. Vanzelfsprekend gaat zo’n beslissing niet buiten de ouders om! Als wij er niet in slagen met onze zorg op maat een kind verder te helpen, kunnen we doorverwijzen naar het SBO. De contacten hiermee lopen via het samenwerkingsverband van WSNS. In de komende jaren zal er nauwere samenwerking met het SBO zijn in het kader van WSNS. De eventuele aanmelding voor een kind op een speciale school gebeurt door de ouders via de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Voor de kinderen is er in iedere groep verdiepings- en verrijkingsstof aanwezig. Beslissingen met betrekking tot specifieke problemen en behoeften van onze leerlingen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid door het team genomen. Voor iedere relevante stap wordt met de ouders overlegd en om hun toestemming gevraagd.
4.5 Leerling Gebonden Financiering (LGF) Tot 1 augustus 2014 is de wet op de Leerling Gebonden Financiering (LGF) van kracht. In de volksmond wordt gesproken over “het rugzakje”. Leerlingen met een indicatie van de Commissie van Indicatiestelling (CvI) kunnen met een rugzakje met extra begeleiding en middelen vanuit het speciaal onderwijs, blijven in, of aangemeld worden bij een reguliere basisschool. Van belang is met name welke hulpvraag voor het kind gesteld is, dat wordt aangemeld en wat dat betekent voor ons pedagogisch klimaat, ons didactisch handelen, onze leerlingenzorg, onze professionalisering, onze mogelijke ondersteuning, onze contacten met de ouders, de voorzieningen aan ons schoolgebouw en de specifieke materiële voorzieningen. Centraal in de beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van onze school om het ontwikkelproces van het kind te ondersteunen. Het besluit tot toelaten of niet toelating wordt voorzien van motivatie en schriftelijk aan de ouders medegedeeld.
4.6 Logopedie Vanuit de Schoolbegeleidingsdienst OnderwijsAdvies wordt logopedische begeleiding gegeven op scholen in Leiden. De logopediste houdt zich bezig met de mondelinge communicatie. Dat wil zeggen dat zij kinderen onderzoekt die problemen hebben op het gebied van spraak, taal, stem en/of gehoor. U kunt hierbij denken aan:
26
een kind met een achterstand in spraakontwikkeling (het kan bijv. enkele klanken nog niet uitspreken) een kind dat slist en/of niet op de juiste wijze slikt een kind dat stottert een kind dat vaak met open mond zit en op latere leeftijd nog kwijlt of duimt een kind dat een achterstand heeft in de taalontwikkeling (maakt bijv. gebrekkige zinnen) een kind dat hees of schor is De gemeente Leiden financiert een screening van alle kleuters. Indien noodzakelijk kan, als de ouders of verzorgers hun toestemming hebben gegeven, een logopedisch onderzoek plaatsvinden. Hierna wordt in overleg met de ouders en de leerkracht bepaald of het kind logopedische begeleiding nodig heeft. Soms zijn mondelinge en/of schriftelijke adviezen aan ouders of leerkracht voldoende om het kind te helpen. De logopediste richt zich met name op leerlingen uit de groepen 1 en 2 vanwege het belang van vroegtijdige signalering, maar is ook beschikbaar voor leerlingen uit de groepen 3 t/m 8. In groep 6 vindt een groepsobservatie plaats. Indien u meer wilt weten over het werk van de logopedisten bij OnderwijsAdvies, dan kunt u contact opnemen met de logopediste van onze school mevrouw Marga van Mil. Zij is te bereiken op dinsdag, woensdag en donderdag op telefoonnummer: 0715164700.
4.7 Weer Samen Naar School (WSNS) en Passend onderwijs Als uw kind meer nodig heeft dan de gebruikelijke lessen en begeleiding van de leerkracht in de klas, zal de leerkracht dat met u bespreken en contact opnemen met ‘de intern begeleider’ van de school. In overleg met u kan de school extra ondersteuning inzetten om uw kind verder te helpen. Als er meer nodig is dan de ondersteuning die de school zelf kan bieden, kan de intern begeleider, na overleg met u, de hulp inroepen van een medewerker van WSNS, de VIA-adviseur. WSNS regio Leiden ondersteunt basisscholen bij het omgaan met verschillen tussen kinderen in de groep. Bijna alle basisscholen van Leiden, Voorschoten, Leiderdorp, Zoeterwoude, Kaag en Braassem (Alkemade) en Oegstgeest zijn aangesloten bij ons samenwerkingsverband. De basisscholen in de regio Leiden werken samen om voor alle kinderen een passend onderwijsaanbod te kunnen bieden. Dit doen we door: het ondersteunen van scholen bij de aanpak van kinderen met een specifieke hulpvraag het beschikbaar stellen van deskundigheid over uiteenlopend onderwerpen zoals
27
leesproblemen, gedragsproblemen, klassenorganisatie, pesten, gesprekken met ouders enz. het professionaliseren van leerkrachten te adviseren over andere vormen van (speciaal) onderwijs samenwerking te bevorderen met de jeugdhulpverlening te ondersteunen bij het vinden van het best passende onderwijsarrangement en nog veel meer... De ondersteuning vanuit WSNS is voor ouders kosteloos. Het samenwerkingsverband WSNS regio Leiden ontvangt van het ministerie van onderwijs (OCW) middelen om de scholen te ondersteunen. De intern begeleider van de school kan in overleg met de VIA-adviseur een aanvraag doen voor een ‘onderwijs-ondersteuningsarrangement’ (ook wel zorgarrangement genoemd). Door de inzet van een deskundige of door extra aandacht op school, kan uw kind verder geholpen worden. Als er sprake is van een flinke leerachterstand en uw kind voelt zich ondanks de extra hulp niet meer thuis op school, kunt u in overleg met de leerkracht en de intern begeleider van de school overwegen uw kind naar het speciaal basisonderwijs te laten gaan. Voor de Leidse regio is dat ‘SBO De Vlieger’, Boerhaavelaan 298 te Leiden. Wilt u meer weten? www.wsnsregioleiden.nl Speciaal onderwijs Soms is het nodig dat er voor uw kind ‘een rugzak’ moet worden aangevraagd. Dan is er sprake van een vastgestelde beperking waardoor uw kind alleen in de basisschool kan blijven als er voor meerdere jaren ondersteuning wordt geboden. Deze aanvraag loopt via de commissie voor indicatiestelling (CVI) van het speciaal onderwijs. Met een indicatie van de CVI heeft uw kind ook toegang tot een speciale school. Samen met de basisschool overweegt u wat voor uw kind de beste leeromgeving is: De basisschool met ondersteuning (rugzak) of de speciale school. Nieuwe wet Passend onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 gaat de nieuwe wet in. Het Samenwerkingsverband WSNS wordt Samenwerkingsverband Passend onderwijs. Het speciaal onderwijs gaat deel uitmaken van dit samenwerkingsverband. Wassenaar als gemeente sluit aan bij onze regio. Het nieuwe samenwerkingsverband ontvangt van het ministerie alle middelen die het mogelijk moeten maken om voor ALLE kinderen passend onderwijs te realiseren. Of wel op de basisschool, ofwel op de speciale basisschool, ofwel op de speciale school. De gezamenlijke schoolbesturen ontwerpen op dit moment een nieuwe manier van toewijzing van extra ondersteuning. Uitgangspunt hierbij is om, waar mogelijk, thuisnabij onderwijs te realiseren in samenspraak met ouders. Een kind hoort als het kan ‘bij moeder om de hoek naar school te gaan’. Scholen krijgen ‘zorgplicht’. Dat is de verantwoordelijkheid om voor elk kind dat zich meldt bij de school passend onderwijs te regelen. Kan het niet op de basisschool, dan in ieder geval op een (speciale) school van het samenwerkingsverband. Wilt u meer weten? www.passendonderwijs.nl
28
4.8 De GGD en uw kind Jeugdgezondheidszorg (JGZ) op school De afdeling JGZ begeleidt de groei en ontwikkeling van de jeugdigen van 4 t/m 19 jaar. Alle kinderen van de groepen 2 en 7 worden onderzocht. U wordt daar van te voren over ingelicht door JGZ. U kunt ook zelf contact met JGZ opnemen als u vragen of zorgen hebt over de gezondheid, ontwikkeling of opvoeding van uw kind. Zorg voor leerlingen De jeugdarts of sociaal verpleegkundige kunnen deelnemen aan het ZAT. Indien nodig overlegt de jeugdarts of sociaal verpleegkundige met de leerkracht, huisarts of andere instanties. Een gezond schoolleven. De afdeling JGZ geeft de school adviezen over veiligheid, hygiëne, infectieziekten, omgaan met elkaar, pesten, voeding en beweging. De GGD steunt de school bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten. Meer informatie U kunt meer informatie vinden op de website www.ggdhm.nl Contact De school kan u informeren over de naam en bereikbaarheid van de jeugdarts of sociaal verpleegkundige JGZ. Op de website van de GGD staat vermeld welke JGZ medewerkers aan de school verbonden zijn. U kunt rechtstreeks contact opnemen met het secretariaat JGZ van de GGD Hollands Midden. Telefoon: 071-5163342 of mailen
[email protected]
29
5 Activiteiten voor, onder en na schooltijd 5.1.1Overblijven op school Onder verantwoordelijkheid van stichting “Boter Kaas en Overblijf” wordt de mogelijkheid geboden om uw kind tussen de middag op school te laten overblijven. De coördinator maakt de weekplanning, verricht administratieve werkzaamheden en draagt zorg voor de aanwezigheid en instructie van toezichthouders.
30
5.1.2 De naschoolse opvang De naschoolse opvang (NSO) bij ons op school, wordt ook uitgevoerd door stichting “Boter Kaas en Overblijf” onder de naam “BSO Buitengewoon”. Dezelfde coördinator als die van de TSO is de coördinator van de BSO. Meer informatie kunt u mailen:
[email protected] of www.boterkaasenoverblijf.nl
5.1.3 De voorschoolse opvang.
31
De voorschoolse opvang (VSO) is in handen van “Tante An” van Catalpa. BSO Buitengewoon heeft 25 kindplaatsen voor de BSO. U moet rekening houden met een wachtlijst. Er zijn ook leerlingen die naar de BSO van B4Kids of Catalpa gaan.
5.2 Activiteiten onder schooltijd 5.2.1 Projecten Tijdens het cursusjaar vinden er diverse projecten plaats. Hieronder vallen de kinderboekenweek, “Lentekriebels” en een schoolproject voor de groepen 1 t/m 8. De afsluiting hiervan vindt plaats met ouders. Voorbeelden hiervan zijn een markt of kijkavond. Voor de schooljaren 2012-2013 en 2013-2014 hebben wij internationaliseringproject gepland. Onze projectweken worden in het thema van de internationalisering uitgevoerd. Wij hebben een (virtuele) samenwerking en uitwisseling tussen maximaal 5 basisscholen in andere Europese landen.
5.2.2 Kerst en Pasen Jaarlijks vindt er een kerstviering plaats. Afwisselend gebeurt dit per groep in de school of met de gehele school in het kerkelijk centrum De Regenboog. Bij dit laatste wordt de aanwezigheid van ouders zeer op prijs gesteld. Ook het paasfeest wordt gevierd. Dit gebeurt met een gezamenlijke viering, een paasmaaltijd en knutselactiviteiten.
32
5.2.3 Excursies cultuur en educatie De kinderen maken met hun groep verschillende excursies; bijv. naar de kinderboerderij en de bibliotheek in de Merenwijk, maar ook naar het museum en het theater.
5.2.4 Natuur en Milieueducatie NME NME is een afdeling van de gemeente Leiden. Hiermee worden bezoeken aan project gepland op gebieden van natuur en milieu. Jaarlijks bezoeken alle groepen tenminste een project van de NME. Bijvoorbeeld een bezoek aan de Kinderboerderij of aan de rioolwaterzuivering.
5.2.5 Schoolreizen De groepen 1 en 2 maken een uitstapje n.a.v. een project. De groepen 3 t/m 7 gaan in het najaar een dagje uit. Enkele weken voor de geplande datum krijgt u bericht omtrent de kosten en wijze van betalen.
33
5.2.6 Sport- en speldag Jaarlijks, tegen het einde van het schooljaar, wordt er voor alle groepen een sport- en speldag georganiseerd. De jongere kinderen doen spelletjes en bij de oudere kinderen ligt de nadruk meer op sport.
5.2.7 Schoolkamp De leerlingen van groep 8 gaan aan het eind van het cursusjaar een aantal dagen op kamp. De kosten hiervan worden vroegtijdig aan u meegedeeld.
5.2.8 Musical In groep 8 studeren de kinderen een musical in. Deze wordt opgevoerd voor alle leerlingen van onze school. Op een afscheidsavond vertonen de leerlingen van groep 8 de musical aan hun ouders en naaste familieleden.
5.2.9 Sporttoernooien Op verschillende woensdagmiddagen worden er sporttoernooien georganiseerd door de gemeentelijke schoolsportcommissie. Kinderen kunnen daar vrijwillig aan deelnemen. De kinderen worden hierover op school geïnformeerd.
34
6 Leerkrachten en groepen 6.1 Samenstelling team Het team bestaat uit voltijd en deeltijd leerkrachten. In principe worden er maximaal twee deeltijd-leerkrachten per groep ingezet. Op de site van school kunt u zien in welke groepen de leerkrachten staan.
6.2 Wijze van vervanging bij ziekteverlof, verlof, scholing De Zijlwijkschool kan bij vervanging meestal rekenen op vaste invallers, die al bekend zijn met de leerlingen. Ook het inzetten van deeltijdleerkrachten biedt ons de nodige flexibiliteit. Incidenteel komt het voor dat leerlingen in een andere groep worden geplaatst. Indien het onmogelijk is een goede vervangende leerkracht te vinden, zal de directie moeten besluiten de lessen voor die groep te laten vervallen. Uiteraard gebeurt dit alleen als er geen enkele andere mogelijkheid gevonden is.
6.3 Studenten in de school De Zijlwijkschool is opleidingsschool voor PABO-studenten van de Hogeschool Leiden. Er zijn daarom regelmatig studenten aanwezig die in alle groepen. Zij geven les onder toezicht en eindeverantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Een student in zijn/haar laatste jaar kan een LIO (leraren in opleiding) stage bij ons afronden. Deze student staat dan 5 weken volledig voor de groep. Ook hebben wij regelmatig stagiaires van de SPW-opleiding in de functie van klassen-of onderwijsassistent .
6.4 Scholing van leerkrachten Het team neemt regelmatig deel aan cursussen over nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. Ook worden er regelmatig themamiddagen bezocht. De scholing van leerkrachten vindt ook binnen de school plaats: coaching door klassenbezoek van een ervaren leerkracht of directielid, collegiale consultatie (hierbij gaan leerkrachten bij elkaar op klassenbezoek en leren van elkaar) of School Video Interactie Begeleiding, waarover hieronder meer.
6.5 School Video Interactie Begeleiding (SVIB) 35
SVIB is een moderne manier van coaching. Het is een methode om leerkrachten en teams te begeleiden. SVIB wordt niet alleen ingezet als er een probleem is, maar kan ook gebruikt worden om een onderwijsvernieuwing of onderwijsverandering te begeleiden. De communicatie in de klas wordt geanalyseerd. Daarnaast richt de analyse zich ook op didactiek en klassenmanagement. De School Video Interactie begeleider maakt in de klas korte video-opnames en deze worden geanalyseerd en vervolgens met de leraar nabesproken. De leraar moet er de volgende dag mee aan de slag kunnen. De SVIB-er hanteert een beroepscode, waarin o.a. staat dat de gemaakte opnames niet voor andere doeleinden gebruikt worden. Zo blijven de videobeelden die in de klas gemaakt worden, onder het beheer van de SVIB-er en worden in principe niet aan anderen vertoond. Indien de methodiek wordt ingezet bij specifieke begeleidingsvragen van één of meer leerlingen, dan worden de ouders/verzorgers hiervan in kennis gesteld en wordt hun toestemming gevraagd.
36
7 Ouders Het opvoeden van kinderen is een taak die zowel door ouders als door leerkrachten gedragen wordt. Om ervoor te zorgen dat die taak optimaal kan worden verricht, is het van belang dat er een goed contact bestaat tussen ouders en leerkrachten. In het kader van een goede afstemming tussen thuis en school wordt er regelmatig een Ouder Tevredenheids Peiling (OTP) gehouden. De uitkomst van de OTP biedt handvatten voor verandering/verbetering.
7.1 Informatie Bij ons op school zijn er diverse momenten in een schooljaar waarop ouders en leerkrachten met elkaar in contact komen. We denken dan aan: ouderspreekuren, rapportavonden, huisbezoeken, algemene informatieavonden, informatieavond aan het begin van het cursusjaar. Natuurlijk kunt u ook zelf contact opnemen. Vanuit de school worden de ouders over schoolzaken geïnformeerd d.m.v. De Nieuwsbrief (e-mail), informatie briefjes en de schoolsite www.zijlwijk.pcsleiden.nl. Elke groep heeft hierbij een eigen link. In de hogere groepen wordt hier o.a. ook het huiswerk genoteerd. Dit huiswerk wordt ook in de groep besproken. De leerlingen zetten het huiswerk in hun agenda.
7.2 Bereikbaarheid Het is noodzakelijk dat wij op school weten waar wij u in noodgevallen telefonisch kunnen bereiken. Daarom vragen wij alle ouders om een noodadres en noodtelefoonnummer door te geven. Geef wijzigingen in deze gegevens altijd aan ons door! Adreswijzigingen en nieuwe telefoonnummers en e-mailadressen willen we graag schriftelijk ontvangen.
7.3 Medezeggenschapsraad Aan de school is een medezeggenschapsraad (MR) verbonden. Taak en bevoegdheden van de MR zijn gedetailleerd geregeld in de Wet Medezeggenschap Onderwijs. In het kort komt het er op neer dat het bevoegd gezag van de school bij belangrijke beslissingen voorafgaande instemming van de MR behoeft dan wel vooraf de MR om advies moet vragen. Onze MR heeft 4 leden waarvan twee ouders en twee teamleden.
37
De directie overlegt met en adviseert de MR en vertegenwoordigt tevens het bevoegd gezag.
7.4 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Twee MR-leden hebben zitting in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van de scholen die vallen onder het bevoegd gezag. Hierin worden zaken besproken die voor alle scholen gelden. De MR en de GMR werken volgens een PCS (G)MR-reglement.
7.5 Ouderraad De school kent ook een ouderraad (OR). De OR bevordert de relatie tussen de ouders, de school en de OR. De OR rekent het tot zijn taak om medewerking te verlenen aan schoolactiviteiten en aan de MR advies te geven. Voorts beheert de OR een budget dat wordt opgebouwd met de bijdragen van de ouders, de vrijwillige ouderbijdrage. Dit bedrag wordt gebruikt om schoolactiviteiten te ondersteunen. Tenminste eenmaal per jaar wordt door de OR een bijeenkomst voor alle ouders uitgeschreven. In deze “jaarvergadering” wordt ondermeer verslag gedaan van de in het vorig schooljaar verrichte werkzaamheden en vindt de verkiezing van nieuwe leden plaats. De OR is een raad voor en door ouders. Achterin deze gids vindt u de contactgegevens. De OR heeft ook een eigen e-mailadres (
[email protected]). Individuele problemen met een leerkracht of leerling zijn doorgaans geen zaak voor de OR; bespreekt u die problemen in eerste instantie altijd met de leerkracht. Die kan u eventueel doorverwijzen naar directie of klachtencommissie. De verkiezingen van de ouderleden van de MR en de leden van de OR vallen samen.
38
7.6 Vrijwillige Ouderbijdrage De ouderraad financiert vanuit de ouderbijdragen allerlei activiteiten voor de kinderen, die niet of slechts gedeeltelijk uit het budget van de school betaald kunnen worden zoals het Sinterklaas-, Kerst- en Paasfeest en de sportdag. Ook worden extra leermiddelen, handvaardigheid materialen en andere artikelen aangeschaft, die een gewenste aanvulling op de normale onderwijsmiddelen zijn. Om deze uitgaven te kunnen doen, vraagt de ouderraad van de ouders/verzorgers jaarlijks een ouderbijdrage. Deze bijdrage was in 2012-2013 € 35,00 per kind per jaar. De hoogte van de bijdrage voor het nieuwe schooljaar, wordt vastgesteld op de jaarvergadering van de OR. Het banknummer van de OR is: Postbank gironummer 419338, t.n.v. penningmeester ouderraad Zijlwijkschool. Mocht u niet de mogelijkheid hebben om deze bijdrage te voldoen, dan kunt u contact opnemen met de penningmeester van de OR, of directeur.
7.7 Klachtenprocedure Als u klachten heeft over de gang van zaken op school, kunt u dit het beste eerst melden op school, aan de groepsleerkracht, de interne begeleider, de directie of aan de contactpersoon vertrouwenszaken, mevrouw Metta Hendriks. Elke klacht wordt
39
persoonlijk en in vertrouwen behandeld. Als het overleg met school geen oplossing biedt, kunt u met het bestuur gaan praten. Op onze school is de klachtenregeling van de Besturenraad van kracht. U kunt deze vinden op www.besturenraad.nl De gegevens van de Landelijke Klachtencommissie voor het Christelijk Onderwijs zijn: Landelijke Klachtencommissie Christelijk Onderwijs Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel: 070-3861697 Fax: 070-3020836 Web: www.klachtencommissie.org Mail:
[email protected]
7.8 Vertrouwenszaken Hiervoor neemt u contact op met de vertrouwenspersoon van school, mevrouw Metta Hendriks. Het bevoegd gezag heeft ook een externe vertrouwenspersoon. U kunt hiervoor contact opnemen met mevrouw A Cools, bereikbaar via de GGD Zuid-Holland noord, tel: 071 5163342.
7.9 Activiteiten en hulp van ouders Gedurende het gehele schooljaar komt het voor dat we een beroep op u doen om ons te assisteren bij allerlei activiteiten. Het gaat om onmisbare hulp bij: bibliotheek documentatiecentrum computers sport- en speldag sporttoernooien (vervoer en begeleiding) excursies (vervoer en begeleiding) schoolreizen begeleiding bij creatief werk (bijv. bij activiteiten middagen) projecten vieringen tuinonderhoud klaar-overs allerhande klussen De ouderhulp voor een bepaalde groep, wordt gecoördineerd door de groepsouders. Groepsouders zijn aanspreekpunt voor de leerkracht op momenten dat er activiteiten gedaan worden in de groep. Hij of zij zal u soms vragen of u kunt meehelpen bij een
40
activiteit. U kunt zich vaak ook zelf aanmelden via lijsten bij het groepslokaal.
7.8 Schoolverzekering De school is niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school moet dus tekort zijn geschoten in haar rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ook is de school niet aansprakelijk voor onrechtmatig gedrag van leerlingen. De ouders zijn primair verantwoordelijk voor veroorzaakte schade. Ouders kunnen daarvoor een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben. Voor alle leerlingen is een ongevallenverzekering afgesloten door het bestuur van de schoolvereniging. Deze verzekering geldt voor ongevallen. De verzekering is van kracht gedurende de schooltijden en evenementen in schoolverband, alsmede gedurende een half uur hiervoor en hierna (reistijd). Verzekerd bedrag per ongeval per leerling is: € 2.500 bij overlijden € 25.000 bij algehele blijvende invaliditeit € 1.000 bij geneeskundige kosten € 1.000 bij tandheelkundige kosten (per element) Deze verzekering vormt een aanvulling op eigen bestaande faciliteiten. Rekeningen moeten dan ook eerst bij de eigen verzekering worden ingediend. Wanneer de eigen verzekeraar om één of andere reden niet of slechts gedeeltelijk tot vergoeding overgaat, is een beroep op de schoolongevallenverzekering mogelijk. De schoolongevallenverzekering keert uitsluitend uit wanneer iemand ten gevolge van een ongeval lichamelijk letsel oploopt. Als ten gevolg van een ongeval een fiets, kleding of bril wordt beschadigd (materiële schade ten gevolge van een ongeval), worden de kosten niet op grond van deze verzekering vergoed. Bij verlies of diefstal van eigendommen van leerlingen/ouders is de school niet verzekerd voor de hierdoor ontstane schade. Het is aan te raden hiervoor zelf een verzekering af te sluiten.
41
8 Schooltijden en schoolregels
8.1 Schooltijden Enige tijd geleden zijn wij gestart met de invoering van het zogenaamde Hoornse model. Hierin wordt uitgegaan van gelijke lestijden van de lagere en hogere groepen. De invoering zal nog twee jaar in beslag nemen. Voor dit schooljaar zijn de schooltijden: voor de groepen 1 t/m 6: ma. - vr. 08.45 - 12.00 uur (woensdag tot 12.15 uur) 13.30 - 15.30 uur voor de groepen 7 en 8: ma. - vr. 08.45 - 12.15 uur (woensdag tot 12.30 uur)
42
13.30 - 15.30 uur Alle groepen zijn woensdagmiddag vrij. Kinderen die thuis lunchen, komen pas om 13.15uur naar school. Vanaf dat moment is de TSO niet meer verantwoordelijk voor onze kinderen.
8.2 Regels voor aanvang en einde schooltijd De kinderen mogen vanaf 8.30 uur ’s morgens en vanaf 13.15 uur ’s middags, een kwaritier voor schooltijd naar binnen. Regel hierbij is dat zij dan rustig in het lokaal gaan zitten. Ouders zijn dan ook van harte welkom. Vanaf 8.30 uur en 13.15 uur is de groepsleerkracht in de klas. Op genoemde tijdstippen wordt er ook op het plein van de bovenbouw door een leerkracht toezicht gehouden. Aan het einde van de schooldag gaan de kinderen van de groepen 1 en 2 met de groepsleerkracht naar buiten. De kinderen van de groepen 3 t/m 8 gaan zelfstandig naar buiten.
8.2 Regels van de leerplicht Als een kind de leeftijd van vier jaar bereikt, gaat het naar de basisschool. In overleg met de ouders worden afspraken gemaakt voor de vier zogenaamde wenochtenden. Op de eerste schooldag van de maand nadat een kind vijf jaar is geworden, is het leerplichtig.
8.3 Verzuim Vanaf vijf jaar zijn de kinderen leerplichtig. Zij mogen alleen met een geldige reden verzuimen. Voor extra verlof dient u een formulier “aanvraag vrijstelling schoolbezoek” in te leveren. Dit formulier is verkrijgbaar bij de directeur of te printen vanaf onze website. Aanvragen voor meer dan 10 schooldagen worden doorgestuurd naar de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente Leiden. Het ingevulde formulier dient uiterlijk acht weken voor het extra verlof op school te worden ingeleverd. Het feit dat ouders met hun kind(eren) op vakantie willen gaan, is in het algemeen geen geldige reden. Extra vakantieverlof kan slechts worden gegeven indien het de enige vakantiereis van het jaar betreft en het onmogelijk is, om minimaal twee weken, tijdens één van de schoolvakanties op vakantie te gaan. Verlof tijdens de eerste twee schoolweken van het nieuwe scholjaar mag nooit gegeven worden. Meer informatie over dit onderwerp kunt u verkrijgen bij de directie. Ongeoorloofd verzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. Dat geldt ook als er sprake is van regelmatig te laat komen. Ouders/verzorgers kunnen dan ter
43
verantwoording geroepen worden. Tegen ouders/verzorgers die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, kan een proces-verbaal worden opgemaakt. Het toezicht op de leerplicht wordt door de leerplichtambtenaar, op De Zijlwijkschool, wordt door mevrouw K Amptmeijer uitgevoerd. Zij controleert per kwartaal het verzuim van de leerlingen. De leerplichtambtenaar heeft toegang tot de administratie van de school.
8.4 Spreekuren en communicatie De groepsleerkrachten kunt u spreken op de ouderspreekuren en/of rapportspreekuren. Natuurlijk kunt u ook tussendoor een afspraak met hen maken. Vlak voor schooltijd kunnen geen gesprekken plaatsvinden. Korte mededelingen kunnen dan natuurlijk wel doorgegeven worden. De directie heeft geen apart spreekuur. Indien u iets wilt bespreken, kunt u eventueel op korte termijn een afspraak maken. Communicatie tussen ouders en school/leerkrachten is belangrijk. Aarzel niet als u een vraag heeft. In principe is de leerkracht van uw kind het eerste aanspreekpunt. Algemene informatie kunt vinden in deze Schoolgids, onze Nieuwsbrief en op de Website. Voor specifieke informatie over school en het kind zijn het ouderspreekuur, huisbezoeken, de rapportavonden en informatieavonden. Over alles kunt u meer lezen in deze schoolgids. Wij hebben een PR-commissie. Hierin nemen ouders en leerkrachten deel. Het doel van de commissie is hernieuwde bekendheid geven aan De Zijlwijkschool in de wijk.
8.5 Schorsing en verwijdering De schoolleiding kan in voorkomende gevallen een verwijderingprocedure volgen. Deze komt erop neer dat bij ernstige verstoring van de rust en veiligheid binnen de school en als de belangen van andere leerlingen in het geding komen (ter beoordeling van de directie) een stappenplan wordt uitgevoerd om over te gaan tot schorsing voor bepaalde tijd of verwijdering van school. Hierbij geldt een wettelijke regeling: het bevoegd gezag dient binnen acht weken een andere school te vinden. Als deze procedure is doorlopen, kan tot verwijdering worden overgegaan. Alle betrokkenen (ouders/verzorgers, leerkracht, directie, schoolbestuur, leerplichtambtenaar en rijksinspectie) worden volgens deze procedure ingelicht.
44
9 School specifieke regels
9.1 Ziekte Laat zo spoedig mogelijk weten als uw kind moet verzuimen wegens ziekte, familieomstandigheden of andere zeer bijzondere situaties. U kunt dit telefonisch, tussen 08.00 en 8.45 uur, of schriftelijk aan de conciërge doorgeven.
9.2 Trakteren Jarige leerlingen mogen trakteren! We doen dit pal voor de kleine ochtendpauze. Wanneer de leerlingen uit de groepen 1 en 2 jarig zijn, mogen de ouders van 08.45 tot
45
9.15 uur aanwezig zijn in de desbetreffende groep. Wilt u tijdig doorgeven wanneer uw kind zijn/haar verjaardag viert? Kauwgom en lolly’s zijn verboden. We zijn een groot voorstander van gezonde traktaties. Als de jarige dat wil, mag hij/zij ook naar de andere groepen in de school. Buiten de verjaardagen wordt snoepen op school niet toegestaan.
9.3 Adoptiekinderen Iedere dag kunnen de leerlingen geld meenemen voor de kinderen die de school financieel geadopteerd heeft. Iedere maand wordt voor hen geld overgemaakt naar de stichting “Happy and Joy”. Informatie over deze kinderen vindt u in de klaslokalen, via de website van school of www. happyandjoy.nl. Aan het eind van ieder schooljaar wordt (indien de financiën dit toelaten) een bedrag overgemaakt aan een ander goed doel.
9.4 Pauzehapje, woensdag fruitdag De leerlingen kunnen iets te drinken mee naar school nemen, dat ze tijdens de pauze mogen opdrinken. Fruit mag natuurlijk ook, maar op woensdag moet het! Woensdag is het fruitdag, dan gaan we ervan uit dat alle kinderen fruit meenemen. Snoep en koolzuurhoudende dranken zijn niet toegestaan. Voor de onderbouw is het verstandig om de naam op de beker e.d. te vermelden.
9.5 Bestrijding hoofdluis Op onze school is een oudergroep “hoofdluis” actief. Er wordt tenminste drie keer per schooljaar gescreend: meestal na elke vakantie en uiteraard ook als er sprake is van een luizenmelding in een groep. Op school ligt het “Protocol ter bestrijding en voorkoming van hoofdluis”. Eén van de manieren om hoofdluis te bestrijden is het gebruik van luizenzakken. De OR en school hebben gezamenlijk voor ieder kind een luizenzak aangeschaft.
9.6 Gevonden voorwerpen en diefstal Gevonden voorwerpen worden bewaard door de conciërge, Renate Schouten. Ouders en leerlingen kunnen bij haar navraag doen naar verloren voorwerpen. Aan het einde van iedere maand worden de gevonden spullen in een zak gedaan, nog een week bewaard en daarna in de wijkcontainer oude kleding gedaan. Helaas komt het een enkele keer voor op school dat er spulletjes (soms geld!) worden gestolen. Hoewel wij hierop attent zijn, gebeuren zulke vervelende dingen soms toch.
46
Wij adviseren u dringend uw kind op het hart te drukken goed om te gaan met eigen en andermans eigendommen. De school is niet aansprakelijk voor verlies of diefstal.
9.7 Kleding Bij regenachtig weer zullen uw kinderen misschien laarzen en regenkleding dragen. Wilt u deze aan de binnenkant van naam voorzien? Laarzen worden uitgetrokken in de gang. Het verdient aanbeveling dat de kinderen in de klas dan ander schoeisel dragen. Het is raadzaam ook andere kledingstukken, bijvoorbeeld gymkleding en jassen van naam te voorzien. De gymtassen mogen niet op school blijven hangen maar moeten aan het einde van de dag mee naar huis genomen worden om de kleren te kunnen wassen. Kleding mag nooit aanstootgevend zijn. Dit is ter beoordeling van de leerkracht en de directie.
9.8 Oud papier Iedere maandagmorgen staat er een container in de hal bij de keuken, bestemd voor oud papier. De opbrengst wordt toegevoegd aan de ouderbijdragen en komt ten goede aan diverse activiteiten binnen de school.
9.9. Rookbeleid In het gehele schoolgebouw is het verboden te roken, behoudens de daarvoor aangewezen rookruimte. Dit rookverbod geldt ook in de pauzes en na schooltijd. Op beide speelplaatsen is roken verboden. Leerkrachten en ouders geven daartoe altijd het goede voorbeeld. Wij kunnen het roken net buiten het schoolplein niet verbieden, maar stellen het bijzonder op prijs als u niet rookt als u uw kind ophaalt. In de groepen 7 en 8 wordt structureel aandacht besteed aan rookpreventie.
47
10 Schoolmaterialen
10.1 Schoolplein Een kwartier voor schooltijd is de school toegankelijk voor de leerlingen. Bovendien loopt vanaf dat tijdstip een leerkracht op het plein om toezicht te houden op de kinderen die liever buiten spelen. De ingang bij de onderbouw is hoofdzakelijk bedoeld voor de leerlingen van de groepen 1 en 2. De leerlingen van de groepen 3 t/m 8 kunnen naar binnen via de ingang bij de bovenbouw. De schooldeuren gaan een kwartier voor aanvang van de lessen open. Laat uw kinderen niet te laat komen, maar ook liever niet te vroeg naar school gaan, zeker niet bij regenachtig weer. Ouders die hun kinderen in de klas brengen, gaan na de bel weer naar buiten, zodat het lesprogramma om 8.45 c.q.13.30 uur kan beginnen. Ouders die hun kinderen van school komen ophalen, wachten buiten. Dit om onnodige verstoring van de lessen te voorkomen. Leerlingen die binnen een straal van 500 meter van de school wonen, mogen in
48
principe niet op de fiets naar school. We kunnen alle fietsen anders niet bergen. De school kan geen aansprakelijkheid op zich nemen t.a.v. vernielingen aan de fietsen. Wilt u er ook attent op zijn dat er op het plein niet gefietst mag worden.
10.2 Vulpen en ander schrijf-en tekenmateriaal De school geeft aan alle leerlingen van groep 4 een vulpen en deze is dan hun eigendom. Deze vulpen gebruiken ze hun verdere schooltijd. Vullingen worden door school gekocht. Bij onzorgvuldig gebruik en/of verlies zijn de kosten voor rekening van ouders. Alle kinderen vanaf groep 3 hebben een eigen etui met kleurpotloden, stiften enz. U krijgt jaarlijks een brief waarin de aan te schaffen materialen per groep staan.
49