VMBO T HAVO VWO
Cultuur
Bèta
Begeleiding
SCHOOLGIDS
2015 - 2016
NIJMEEGSE SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWOUD V M B O T • H AV O • A T H E N E U M • G Y M N A S I U M
2
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD HOOFDSTUK 1. WIE WE ZIJN 1.1 Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud
4 4
HOOFDSTUK 2. LEREN OP DE NSG 2.1 Het schoolgebouw 2.2 De schoolorganisatie 2.3 Cultuurprofielschool en Bèta-Excellentschool 2.4 De studierichtingen 2.5 Toelating en plaatsing 2.6 De brugperiode 2.7 Het eerste jaar 2.8 Het tweede jaar 2.9 Het derde leerjaar havo en vwo 2.10 De afdeling vmbo-t 2.11 Tweede fase havo en vwo
7 8 9 9 10 10 10 10 11 12 12 13
HOOFDSTUK 3. BEGELEIDING EN ZORG 3.1 Leerlingbegeleiding 3.2 Schoolwide Positive Behavior Support 3.3 De mentor en het team 3.4 Loopbaanbegeleiding 3.5 Extra aandacht en zorg 3.6 Begeleiding bij leerproblemen 3.7 Begeleiding van allochtone leerlingen 3.8 Bijlesbank 3.9 Huiswerkbegeleiding Studiekring
14 15 15 15 16 16 17 18 18 19
HOOFDSTUK 4. BEVORDERING EN EINDEXAMEN 4.1 Bevordering 4.2 Programma van toetsing en afsluiting in de tweede fase
20 21 24
4.3 4.4
Eindexamens Doorstroming
25 25
HOOFDSTUK 5. DOOR HET JAAR HEEN 5.1 Lestijden 5.2 Vakanties en vrije dagen 5.3 Rapporten en spreekuren 5.4 Leermiddelen 5.5 Ouderbijdrage 5.6 Tegemoetkoming in de schoolkosten 5.7 Garderobe 5.8 Schade en aansprakelijkheid
26 27 27 28 28 29 29 30 30
HOOFDSTUK 6. AFSPRAAK IS AFSPRAAK 6.1 Verzuim en verlof 6.2 Veiligheid 6.3 Genotmiddelen 6.4 Geschillen en klachten
31 32 33 33 33
HOOFDSTUK 7. DE STEM VAN OUDERS EN LEERLINGEN 7.1 Ouderraad 7.2 Leerlingenraad 7.3 Medezeggenschapsraad
35 36 36 37
HOOFDSTUK 8. KWALITEITSZORG 8.1 Kiezen voor kwaliteit 8.2 De resultaten
38 39 39
HOOFDSTUK 9. ENKELE PUBLICATIES 9.1 Publicaties 9.2 Nuttige adressen en telefoonnummers
40 41 41
Leren is een ontdekkingsreis. Socrates
VMBO T HAVO VWO
3
VOORWOORD
De NSG is op de eerste plaats een veilige school. Een school om te vertrouwen. Alleen in een veilig en positief schoolklimaat kunnen jonge mensen leren en groeien, durven ze te experimenteren, zijn ze niet bang om fouten te maken. Alle brugklasleerlingen maken tijdens de allereerste week op onze school kennis met de kernwaarden van waaruit wij werken. In de aula van ons hoofdgebouw en het brugklasgebouw worden ze prominent in beeld gebracht. ONZE KERNWAARDEN Veiligheid: We bieden onze leerlingen en medewerkers een veilige leer- en werkomgeving, waarin vertrouwen in elkaar en in elkaars mogelijkheden voelbaar is. Verantwoordelijkheid: We vinden het belangrijk dat iedereen die bij ons leert en werkt, zich verantwoordelijk voelt voor zichzelf, voor de ander, voor de school en voor de samenleving. Vanuit het besef dat je niet alleen leeft voor jezelf. Respect: We doen recht aan de verschillen die er in de maatschappij en ook in onze school bestaan, en benutten deze diversiteit om optimale ontplooiing van leerlingen en medewerkers te bereiken. Duurzaamheid: We gaan zuinig om met energie, met materialen en met onze leefomgeving. We brengen duurzaamheid daarmee zelf in de praktijk, maar leiden ook jonge mensen op die zich bewust zijn van het belang van een duurzame samenleving. Door aandacht voor deze kernwaarden willen we onze leerlingen opvoeden tot burgers, die een positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving van de toekomst. We willen dat graag samen met u doen.
Cultuur
Bèta
Begeleiding
Hanneke Arpots, Rector
4
HOOFDSTUK 1
WIE WE ZIJN
Een school die ertoe doet.
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
5
De Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud is een school voor leerlingen van vmbo-t, havo, atheneum en gymnasium. De school is voortgekomen uit het in 1955 opgerichte Nijmeegs Lyceum. De NSG maakt deel uit van de Scholengroep Rijk van Nijmegen. De school telt nu zo’n 1650 leerlingen uit Nijmegen en rand-gemeenten, en 170 medewerkers. EEN NIEUW GEBOUW Op het schoolplein aan de Van Cranenborchstraat komt een nieuw brugklasgebouw en het hoofdgebouw wordt grondig gerenoveerd. In het najaar van 2016 (de planning is herfstvakantie 2016) zullen we het nieuwe gebouw betrekken. KERNOPDRACHT EN INSPIRATIEBRON Bij de oprichting is de kernopdracht van de NSG geformuleerd, gebaseerd op ideeën van de Nederlandse cultuurfilosoof Feitse Boerwinkel (1906-1987): ‘Het doel van onderwijs en opvoeding is voor ons de jonge mens te begeleiden en te stimuleren op zijn weg naar volwas-senheid. Wij zien het daarbij als onze opdracht om onze leerlin-gen zo toe te rusten en te motiveren dat zij in staat zijn om te bepalen, waar zij hun krachten willen inzetten om de algemene cultuuropdracht van de mens – deze aarde bewerken en bewaren in samenwerking met en tot vreugde van alle medemensen – op persoonlijke wijze gestalte te geven. In ons onderwijs zetten we daarom in op het ontwikkelen van een kritische houding, zodat leerlingen kunnen onderscheiden wat echt of onecht, waar of onwaar, recht of onrecht is en bereid zijn op te komen voor verdrukten en ontrechten, aan welke kant die zich ook bevinden.’ Deze tekst is nog steeds onze inspiratiebron en leidraad. Ons onderwijsconcept is erop gebaseerd: het ontwikkelingsgericht
Jezelf zijn en worden wie je bent.
leren. Wij zien het als onze taak om kinderen in een veilige omgeving te begeleiden in hun ontwikkeling: het persoonlijke pad naar nieuwe kennis, vaardigheden en hun eigen talenten. In onze school dagen we leerlingen uit tot nadenken, eigen keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen door ze voor dilemma’s te plaatsen, betekenisvolle opdrachten te geven en ze de kracht van samenwerking te laten ontdekken. We stimuleren hun zelfstandigheid, motivatie en doorzettingsvermogen. We leren ze om vanuit (wereld)burgerschap bij te dragen aan een duurzame samenleving en vanuit verdraagzaamheid, redelijkheid en respect om te zien naar de ander. Zo zetten leerlingen gedegen stappen in hun ontwikkeling naar volwassenheid. Ze bekronen hun opleiding met een diploma vmbo-t, havo, atheneum of gymnasium en stromen door naar een bij hun capaciteiten en ambities passende vervolgopleiding. BEGELEIDING EN ZORG Op de NSG zijn we er voor de leerling. Naast de ontwikkeling van kennis en vaardigheden staat de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen centraal. Zij ontdekken hun eigen talenten, leren te reflecteren op hun eigen handelen en leren verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Leerlingbegeleiding op de NSG is gericht op kansen bieden en talenten ontplooien. Leerlingen die goed presteren dagen we meer uit en we bieden zorg en begeleiding gericht op de ondersteuning van het leren aan leerlingen die dat nodig hebben. Alle leerlingen hebben een mentor: de eerste twee jaar hebben de leerlingen dezelfde mentor, in hogere jaren kiezen leerlingen hun eigen mentor. Docenten willen graag mentor zijn. De begeleiding is persoonlijk en school betrekt de ouders zoveel mogelijk bij de voortgang en het welbevinden van hun kind op de NSG. Elke afdeling heeft een op de leerlingen afgestemd begeleidingsprogramma, waarbij de nadruk ligt op begeleiding in de les. Zowel studiebegeleiding, keuzebegeleiding als sociaalemotionele begeleiding zijn hierin opgenomen. In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) staan onze uitgangspunten beschreven.
6
BREDE BASIS EN JUISTE FOCUS
SFEER EN SCHOOLKLIMAAT
We gaan in onze benadering van leerlingen uit van de verschillen tussen leerlingen en we denken altijd in kansen. Met onze tweejarige heterogene brugperiode krijgen leerlingen de tijd om naar het juiste niveau door te stromen. We spelen met ons aanbod in op de verschillen in niveau, talent, tempo, leerstijl, ambitie, interesse van leerlingen. We hebben om die reden ook een breed vakkenaanbod met bijvoorbeeld filosofie, Spaans, NLT (natuur, leven en technologie) en maatschappijwetenschappen. Ook in muziek en de beeldende vakken kunnen leerlingen op de NSG examen doen. We helpen leerlingen vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn in de 21ste eeuw. In onze visie leren mensen pas echt als ze er met hun hele persoonlijkheid bij betrokken zijn. Er zijn vakoverstijgende projecten, excursies en reizen in alle jaarlagen, waarmee we het schoolse leren verbinden met de wereld van buiten. Cultuureducatie komt terug in alle vakken en in extra activiteiten.
We bieden leerlingen ruimte voor ontwikkeling en we stellen duidelijke grenzen. Veiligheid, verantwoordelijkheid, respect en duurzaamheid zijn de kernwaarden die in ons werk doorklinken en waar we ons op laten aanspreken. De NSG is een veilige school, kleinschalig georganiseerd, met een apart brugklasgebouw. Leerlingen en leerkrachten kennen elkaar goed en gaan informeel met elkaar om, op basis van vertrouwen. In deze vertrouwde omgeving stimuleren we leerlingen om zichzelf te zijn, hun eigen keuzes te maken, vrij te denken en te experimenteren en met durf in de wereld te staan. SCHOOL EN OMGEVING De NSG komt voort uit een protestants-christelijke traditie en heeft zich al vrij snel ontwikkeld tot een school met een open oecumenisch karakter. Dit is voelbaar in de respectvolle en informele omgangsvormen, de ruimte voor verschillen en de aandacht voor alle leerlingen. Vanuit de kernopdracht en met deze open, informele houding staat de school midden in de samenleving en wordt de verantwoordelijkheid voor het helpen oplossen van maatschappelijke en opvoedkundige problemen sterk gevoeld. De NSG organiseert onderwijsactiviteiten in samenwerking met maatschappelijke organisaties, culturele instellingen, de kunstwereld en het bedrijfsleven in onze regio. Zo verbinden we de leefwereld van de leerlingen binnen de school aan de samenleving buiten de school. Leerlingen verbreden zo hun perspectief, maken kennis met beroepscontexten en de invulling van (wereld)burgerschap. We besteden expliciet aandacht aan burgerschap in ons onderwijs en stimuleren leerlingen om in hun NSG-schoolloopbaan ook leerervaringen op te doen in het buitenland.
CULTUUR EN BÈTA De NSG is Cultuurprofielschool en Bèta-excellentschool. Wij zien dat cultuur- en bèta-onderwijs de zintuigen en het denkvermogen extra op scherp zetten. Leerlingen ontwikkelen een onderzoekende houding, leren creatief denken en komen met inventieve oplossingen. Ze leren daarbij respect te hebben voor verschillen in de benadering van vraagstukken. Leren is ‘eigen maken’ van iets nieuws om er vervolgens op eigen wijze iets mee doen. Ontwikkeling op het gebied van cultuur en/of bèta zijn voor alle leerlingen een middel, maar voor sommigen ook een doel: de NSG biedt extra onderwijsprogramma’s (bijv. de vooropleiding conservatorium en Pre University College) en de mogelijkheid om examen te doen in verschillende exacte en creatieve vakken zodat leerlingen hun talent kunnen benutten en vlot kunnen doorstromen naar een passende vervolgopleiding.
Cultuur
Geworteld zijn en vleugels krijgen.
7
HOOFDSTUK 2
LEREN OP DE NSG
Leren is verdwalen en daarna de weg nog weten.
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
8
2.1 H E T S C H O O L G E B O U W Het hoofdgebouw van de NSG is aangepast aan de moderne onderwijseisen. Naast de traditionele leslokalen zijn er diverse ruimtes met ICT-voorzieningen, zowel geschikt voor het volgen van lessen als voor zelfstudie. In het najaar van 2016 (planning is de herfstvakantie) betrekt de NSG een geheel vernieuwd schoolgebouw. Vanaf kerst 2015 wordt ons bestaande hoofdgebouw volledig gerenoveerd en vindt er nieuwbouw plaats. De brugklassers krijgen dan zelfs de beschikking over een spiksplinternieuw gebouw op de hoofdlocatie. In de kerstvakantie van het schooljaar 2015-2016 verhuizen we naar tijdelijke locaties. Vanwege de verhuizing zal de kerstvakantie worden verlengd met een week. Deze zal lopen van maandag 4 januari 2016 t/m vrijdag 8 januari 2016. Kijk voor meer informatie op: www.nsg-groenewoud.nl De NSG ligt in het oostelijk deel van Nijmegen. De school is vanuit alle stadswijken en de randgemeenten van Nijmegen gemakkelijk te bereiken. Ongeveer de helft van onze leerlingen is afkomstig uit Nijmegen, de anderen komen uit allerlei randgemeenten. Op enkele minuten lopen van de school liggen NS-station Heyendaal en diverse bushaltes. De meeste leerlingen komen echter op de fiets.
9
2.2 D E S C H O O L O R G A N I S A T I E
Afdelingsleiding vwo
Om onderwijs en begeleiding zo goed mogelijk af te stemmen op de specifieke behoefte van leerlingen is de school opgedeeld in kleinschalige afdelingen. De centrale leiding is in handen van de rector die daarbij wordt geassisteerd door twee adjunct-directeuren.
De heer Wim Beerkens vijfde leerjaar vwo en zesde leerjaar vwo
Directie
De heer Jos van Driel
Mevrouw Hanneke Arpots-Kouwenberg, rector De heer Erick Loermans, directeur bedrijfsvoering en zorg Mevrouw Martinette Selten, directeur onderwijs en personeel
De heer Tons Janssen derde leerjaar vwo en vierde leerjaar vwo
Planning en organisatie Examensecretariaat
De heer Jos van Driel De heer Henk Schut
Afdelingsleiding brugjaar 1 en 2
Mevrouw Astrid Hoevers eerste leerjaar en tweede leerjaar (B1A, B1B, B1C, B1F, B1G/ B2A, B2B, B2E, B2F) Mevrouw Petra Escher eerste leerjaar en tweede leerjaar (B1D, B1E, B1H, B1J, B1K/ B2C, B2D, B2G, B2H, B2J)
Afdelingsleiding vmbo-t
Deheer Hans van den Ende derde leerjaar vmbo-t en vierde leerjaar vmbo-t
Afdelingsleiding havo
De heer Bert Fiddelers derde leerjaar havo (klassen H3A en H3B) vierde leerjaar havo De heer Henk Schut derde leerjaar havo (klassen H3C en H3D) vijfde leerjaar havo
Persoonlijk in het grote geheel.
2. 3 B È T A - E X C E L L E N T S C H O O L E N CULTUURPROFIELSCHOOL Creatief denken brengt ons verder. De school legt expliciet de verbinding tussen kunst en bèta. De NSG is één van de 183 bèta-excellentscholen, die binnen het Platform Bèta Techniek werken aan aantrekkelijk, interessant en vernieuwend bètaonderwijs. De school zorgt dat onderzoek een steeds grotere plaats in het onderwijs krijgt. De NSG werkt bij de bètavakken bijvoorbeeld nauw samen met de Radboud Universiteit. Zo wordt het vak NLT vanaf leerjaar 5 op de universiteit gegeven en talentvolle bèta-leerlingen volgen colleges op de universiteit bij Pre University College (PUC). Ook is er een rijke traditie op het gebied van kunst en cultuur. Sinds 2009 is de NSG een Cultuurprofielschool. Kunst en cultuur zijn vanzelfsprekend geïntegreerd in de lessen. Anders gezegd, elk vak draagt eraan bij om het cultuurprofiel vorm te geven en elke leerling komt ermee in aanraking. Elke woensdag is er bijvoorbeeld ‘Open Podium’, waarbij leerlingen in de pauze kunnen optreden in een afgeladen aula. Ook is er het musicalproject; elke drie jaar staat de NSG met een grootse musicalproductie op de planken van de Stadsschouwburg Nijmegen.
10
2. 4 D E S T U D I E R I C H T I N G E N
2.7 H E T E E R S T E J A A R
De NSG is een scholengemeenschap voor vwo, havo en vmbo-t. Op het vwo kan een leerling kiezen voor de gymnasium- of atheneumrichting. De NSG kent een tweejarige brugperiode. De leerlingen zitten in de brugperiode in een gemengde brugklas vmbo-t/havo of havo/vwo.
Twee jaar bij elkaar
2. 5 T O E L A T I N G E N P L A A T S I N G In 2015-2016 is er plaats voor 11 nieuwe brugklassen. De leerlingen komen in een vmbo-t/havo-brugklas of in een havo/vwo-brugklas. Gymnasiumleerlingen krijgen een speciaal lesprogramma, zo mogelijk in een aparte klas. De NSG kan alleen leerlingen aannemen met een vmbo-t, havo of vwo • advies (of een combinatie hiervan), ondersteund door de informatie uit het leerlingvolgsysteem van de laatste drie schooljaren en het advies van de basisschool. Dit betekent dat leerlingen met een k-advies of k/t-advies zich niet kunnen aanmelden bij ons op school. Een leerling kan zich slechts aanmelden op één VO-school. Naast het aanmeldingsformulier dat de leerlingen via de basisschool ontvangen werkt de NSG ook met een eigen inschrijvingsformulier. Broers en zussen van huidige NSGleerlingen evenals kinderen van personeelsleden van de NSG worden bij voorrang geplaatst. Leerlingen die worden uitgeloot moeten zich alsnog op een andere school aanmelden. Er is geen wachtlijst. Indien een leerling een bijzondere ondersteuningsbehoefte heeft, moeten ouders telefonisch contact opnemen met mevrouw Astrid Hoevers of mevrouw Petra Escher. 2.6 D E B R U G P E R I O D E
Bèta
De overgang van de basisschool naar de middelbare school is behoorlijk groot. In leerjaar 1 en 2 wordt er daarom gewerkt met teams van vaste docenten die voor een groot deel aan dezelfde klassen lessen geven. Het team stemt vaklessen en begeleidingsactiviteiten op elkaar af en bespreekt regelmatig vorderingen en welbevinden van de leerlingen.
Tijdens de basisvorming in de eerste twee jaar krijgen de leerlingen een breed pakket aan vakken aangeboden. Hoewel de vakken en totale onderwijstijd voor alle leerlingen gelijk zijn, is het programma niet voor iedereen hetzelfde. Ook zijn er in de basisvorming niveauverschillen tussen vmbo-t, havo en vwo. Aan het eind van het tweede leerjaar wordt er bepaald welk niveau het best bij een leerling past.
Vaste teams
Elke brugklas heeft een klassenmentor die de leerlingen in principe twee jaar begeleidt. Aan de mentor is een belangrijk deel van de zorg voor de klas toevertrouwd. Hij verzorgt naast een aantal vaklessen ook de mentorlessen. Hij onderhoudt de contacten met de ouders en is bij allerlei activiteiten van de klas betrokken. Samen met de overige docenten vormt hij een team dat de leerlingen goed kent. Zo kunnen onderwijs en begeleiding optimaal op elkaar worden afgestemd. In het tweede brugjaar kunnen de leerlingen achterhalen welke onderwijsrichting (vmbo-t, havo, atheneum of gymnasium) het meest aansluit bij hun capaciteiten en interesses. In de maanden februari en maart bereidt de mentor de leerlingen voor op enkele belangrijke aspecten van het tweede leerjaar, zoals de afdelingskeuze. In een speciale brochure en op ouderavonden informeren we ouders over de gang van zaken in het tweede jaar. Het docententeam van het eerste jaar gaat zoveel mogelijk met de klas mee naar het tweede jaar, de klassengroepen blijven nagenoeg ongewijzigd en de mentor blijft bij zijn klas. Zo raken leerlingen en leraren met elkaar vertrouwd.
Goede start
De mentor fungeert als speciale vertrouwenspersoon en vormt een belangrijke schakel tussen school en thuis. De eerste schoolweken zijn echte introductieweken met allerlei gerichte kennismakingsactiviteiten. Kennismaking met elkaar en met de nieuwe vakken staat centraal. Daarbij krijgen de basis- en studievaardigheden, die belangrijk zijn voor een
11
succesvolle start, speciale aandacht. De tijdens deze periode behaalde studieresultaten zijn nog voorlopig en hebben geen consequenties voor het eerste rapport, dat in december verschijnt. In september vindt de eerste ouderavond plaats. Na de eerste toetsperiode nemen we een enquête af onder de leerlingen waarin we hen vragen naar hun wel en wee op de nieuwe school. Medio november is er voor de ouders gelegenheid om de mentor te spreken. Tijdens begeleidingsvergaderingen worden de gegevens door het team besproken. Wanneer nodig, worden ouders en leerlingen op de hoogte gesteld van onze bevindingen. Leerlingen die zich nog wat onzeker voelen, krijgen door extra oefeningen een steuntje in de rug.
Mentorbuddies
In het eerste brugjaar is de mentor de belangrijkste schakel in de begeleiding van de leerling. Hij wordt bijgestaan door zogenaamde ‘mentorbuddies’. Dit zijn leerlingen uit de bovenbouw die middels een training worden voorbereid op deze taak. De mentorbuddies zijn betrokken bij een aantal activiteiten van de brugklas, bv. sportdagen en klassenuitjes. Zo leren de mentorbuddies de klas kennen en kunnen brugklasleerlingen met allerlei vragen bij de mentorbuddy terecht. We hopen dat de overstap van basisschool naar middelbare school met deze extra begeleiding nog gemakkelijker wordt voor onze leerlingen.
De beste leraar is hij die het meest van zijn leerlingen opsteekt. Jean de Boisson
Differentiatie
Er wordt in de brugperiode veel aandacht besteed aan verschillen tussen leerlingen; verschillen in motivatie, prestatieniveau en/of leerstijlen. Studiewijzers ondersteunen de leerlingen bij hun taken. De leraar volgt, helpt en ondersteunt waar dat nodig is. In de eerste twee jaar ligt de nadruk ook op het ontwikkelen van studie- en onderzoeksvaardigheden.
Keuze voor gymnasium
Leerlingen die naar het gymnasium willen, kunnen halverwege het eerste jaar het vak Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC) volgen. Als ze in het derde leerjaar Grieks en Latijn volgen en in leerjaar 4 besluiten om in één van de klassieke talen examen te doen, behalen ze daarmee het gymnasiumdiploma. 2.8 H E T T W E E D E J A A R Na het eerste jaar maken de leerlingen de overstap naar het hoofdgebouw. De klassen van het tweede jaar zijn nagenoeg van dezelfde samenstelling als die van het eerste brugjaar. De mentor blijft bij zijn klas en ook de vakleraren gaan zoveel mogelijk met hun klassen mee. In de didactiek wordt rekening gehouden met de niveauverschillen in de klassengroep. De studiebegeleiding van het eerste leerjaar wordt voortgezet in het tweede leerjaar. Na het tweede rapport heeft de mentor een individueel gesprek met de leerling en zijn ouders over de afdelingskeuze: gaat het richting vmbo-t, havo of vwo? Leerlingen kiezen aan het einde van het schooljaar ook voor twee van de drie moderne vreemde talen Frans, Duits en Spaans. Spaans is dus alleen mogelijk voor leerlingen die naar havo 3 en vwo 3 gaan.
12
2.9 H E T D E R D E L E E R J A A R H A V O E N V W O
2.10 D E A F D E L I N G V M B O - T
In het derde leerjaar van havo en vwo (atheneum en gymnasium) werpt de Tweede Fase haar schaduw vooruit. In de mentorlessen wordt veel aandacht besteed aan loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB). Mentoren en decanen verzorgen samen de keuzebegeleiding en voorlichting over de profielkeuze. Zo krijgen de leerlingen informatie over de inhoud van de nieuwe vakken in de Tweede Fase en worden ze via zoekopdrachten in de informatheek van het decanaat en de mediatheek wegwijs gemaakt. Tevens vult elke leerling een beroepskeuzetest in. De mentor voert individuele gesprekken en stelt met de leerlingen een individuele onderzoeksopdracht op, waaraan alle leerlingen werken. De centrale vraag is: wat zijn mijn capaciteiten en wat wil ik in de toekomst gaan doen? Alle informatie wordt per leerling opgeslagen in het digitale programma voor loopbaanoriëntatie en begeleiding: dedecaan.net.
De NSG biedt de theoretische leerweg van het vmbo aan. Deze leerweg – die het meest overeenkomt met de vroegere mavoopleiding – biedt de beste perspectieven voor alle soorten mbo. Bovendien is het de enige leerweg waarmee leerlingen kunnen doorstromen naar havo-4.
Alle leerlingen van havo 3 volgen in januari / februari 2016 een week praktische profieloriëntatie. In deze week bezoeken ze vervolgopleidingen, ze oriënteren zich op de inhoud van de vakken in de Tweede Fase en ze maken een miniprofielwerkstuk. In de maand april voert de mentor met elke leerling een eindgesprek. In de loop van het jaar doen alle leerlingen van leerjaar 3 een maatschappelijke stage. Deze duurt drie dagen en wordt begeleid door de mentoren en de leden van de werkgroep maatschappelijke stage van de NSG.
Op onze vmbo-t-afdeling werken de leerlingen vanaf het derde jaar aan hun schoolexamen. De school biedt een tweejarig curriculum aan waarbij de leerlingen in principe in het derde leerjaar niet doubleren. Het onderwijs is zo georganiseerd dat de leerlingen minder verschillende docenten hebben, waardoor persoonlijke aandacht en hulp beter tot hun recht komen. Een team van docenten begeleidt de leerlingen twee jaar lang. Dit team stemt vaklessen en begeleidingsactiviteiten op elkaar af en bespreekt zeer regelmatig de vorderingen en het welbevinden van hun leerlingen. De leerlingen kiezen in het derde leerjaar zelf één keer per dag een uur waarin ze zelfstandig gaan werken of extra hulp van de vakdocent kunnen krijgen (keuzewerktijd). In de vierde klas doen ze dit drie keer per week.
We moeten onze kinderen leren te dromen met hun ogen open.
Op de theoretische leerweg kiest de leerling aan het eind van het derde leerjaar – naast een vijftal verplichte vakken (Ned, Eng, mas, lop en ckv) – een pakket van tenminste vier examenvakken. De keuze is deels afhankelijk van de sector waarbinnen de leerling zijn vervolgopleiding zoekt. Er zijn vier sectoren: • zorg en welzijn • economie • techniek • landbouw.
13
In de begeleiding is frequent persoonlijk contact en kleinschaligheid kenmerkend. Elke klas heeft twee mentoren die de spil vormen in alle begeleidingsactiviteiten. Elke leerling krijgt een vaste mentor toegewezen. De begeleidingsactiviteiten starten steeds in het mentoruur. Afhankelijk van de tijd van het jaar wordt dat uur gebruikt voor introductieactiviteiten, voor oriëntatie op vervolgopleidingen met het oog op vakkenkeuze, voor reflectie op studieresultaten en studieaanpak, voor groeps- en klassenbegeleiding en soms ook voor persoonlijke gesprekken. Een keer per maand kunnen ouders bij de mentor intekenen voor een gesprek. 2.11 T W E E D E F A S E H A V O E N V W O Vanaf leerjaar 4 van havo en vwo start de ‘Tweede Fase’. In de Tweede Fase is het onderwijs ingericht volgens profielen. Een profiel is een samenhangend onderwijsprogramma dat leerlingen voorbereidt op verwante opleidingen in het hoger onderwijs. Leerlingen kunnen kiezen uit vier profielen: cultuur en maatschappij, economie en maatschappij, natuur en gezondheid en natuur en techniek.
Wie zich gelukkig voelt met het geluk van anderen, bezit een rijkdom zonder grenzen. F.Daels
Elk profiel bestaat uit:
• Een gemeenschappelijk deel, een voor alle profielen gelijk en verplicht programma • Een profieldeel, een voor het profiel kenmerkend programma met twee of drie verplichte profielvakken en één of twee profielkeuzevak(ken) • Een door de leerling geheel vrij te kiezen examenvak • Een vrij deel. Om de brede vorming van leerlingen gestalte te geven, biedt de NSG in het vrije deel aan alle leerlingen het vak levensbeschouwing aan. Ook oriëntatie op vervolgopleidingen en beroepen (LOB) is een vast onderdeel in het vrije deel. Het vrije deel kan daarnaast worden ingevuld met keuzevakken. Leerlingen van havo en vwo kunnen zich bijvoorbeeld extra bekwamen in de Engelse taal en cultuur via ‘Cambridge English’, mits ze voldoen aan toelatingscriteria. Als ze slagen voor het examen van Cambridge University, ontvangen ze het internationaal erkende certificaat voor Cambridge English (CAE voor vwo en FCE voor havo), dat toelating verschaft tot vrijwel alle internationale universiteiten. In vwo 4 heeft elke klas twee mentoren die samen alle begeleidingstaken op zich nemen. In havo 4/5 en vwo 5/6 is er geen klassenmentoraat, maar een persoonlijk mentoraat. Elke mentor begeleidt maximaal 20 leerlingen. In deze leerjaren mogen de leerlingen een voorkeur voor een bepaalde mentor uitspreken. Er wordt getracht hier zo goed als mogelijk aan tegemoet te komen. Het examen in de Tweede Fase valt uiteen in een centraal deel (CE) en een deel dat door school wordt getoetst, het schoolexamen (SE). Enkele vakken kennen alleen een schoolexamen. Vanaf klas 4 krijgt de leerling, naast rapportcijfers, ook al cijfers voor het examendossier.
14
HOOFDSTUK 3
BEGELEIDING EN ZORG
Geluk alleen maakt niet gelukkig. J.Greshoff
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
15
3.1 L E E R L I N G B E G E L E I D I N G De NSG investeert in een goed georganiseerde basiszorg, waarbinnen elke leerling adequate hulp ontvangt. De focus ligt op het primaire proces in de klas. Elke afdeling heeft een op de leerlingen afgestemd begeleidings-programma. Zowel studiebegeleiding, studiekeuzebegeleiding als sociaalemotionele begeleiding zijn daar in opgenomen. Aan het begin van elk schooljaar vindt voor elk leerjaar een ouderavond plaats. Op deze ouderavonden informeren wij u uitvoerig over de gang van zaken in dat leerjaar in het algemeen en de begeleiding in het bijzonder. In de eerste drie leerjaren zijn – met het oog op afdelings- of vakkenkeuze –ook later in het jaar nog ouderavonden. Daarnaast zijn er ouderspreekuren. 3.2 S C H O O L W I D E P O S I T I V E BEHAVIO R SUPPO RT In het schooljaar 2011-2012 is de NSG gestart met het project Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS). SWPBS is een schoolbrede aanpak gericht op het bevorderen van positief gedrag in de school. Het doel van SWPBS is: een positieve soci-ale omgeving te creëren die het leren bevordert en die gedragsproblemen voorkomt of doet afnemen. Bij PBS worden de kernwaarden van de NSG in de dagelijkse schoolpraktijk centraal gesteld. Deze vier waarden zijn:
Iedereen ontvangt twee opvoedingen: één die hij van anderen krijgt, en een belangrijkere, die hij zichzelf geeft. Edward Gibbon
• Veiligheid • Verantwoordelijkheid • Respect • Duurzaamheid. De school heeft het gedrag dat bij deze vier waarden past benoemd en opgenomen in een gedragsmatrix. Sindsdien wordt het gewenste gedrag de leerlingen actief aangeleerd. Met PBS wordt een veilig en positief schoolklimaat gecreëerd, waarin elke leerling optimaal kan profiteren van het geboden onderwijs. De werkgroep PBS doet systematisch onderzoek naar de effectiviteit van deze aanpak op de NSG. Wordt er minder rommel gemaakt, is het huiswerk beter gemaakt en zijn er ook daadwerkelijk minder leerlingen die te laat komen? Het uitgangspunt bij PBS is dat bij een schoolbrede, preventieve aanpak niet alleen zorgleerlingen, maar alle leerlingen gebaat zijn. 3.3 D E M E N T O R E N H E T T E A M De mentor is de spil in alle begeleidingsactiviteiten. De mentor volgt de leerlingen van zijn of haar klas systematisch op het terrein van studieresultaten en persoonlijkheidsontwikkeling. Hij of zij trekt veel met de klas op, onderhoudt in eerste instantie de contacten met de ouders en treedt als intermediair op tussen de leerlingen en de vakleraren en de afdelingsleider. De mentoruren vormen een belangrijk deel van de begeleidingsactiviteiten. Een belangrijk onderdeel van de begeleidingsactiviteiten vormen de mentoruren. Afhankelijk van de tijd van het jaar wordt dat uur gebruikt voor introductieactiviteiten, voor oriëntatie op vervolgopleidingen met het oog op vakkenkeuze, voor reflectie op studieresultaten en studie-aanpak, voor groeps- en klassenbegeleiding en ook voor persoonlijke gesprekken.
16
In de begeleiding staat de mentor er niet alleen voor. In de teamvergaderingen bespreekt hij de vorderingen en het welbevinden van zijn leerlingen met de overige teamleden. Bij de studie- en beroepskeuzebegeleiding speelt de decaan een belangrijke rol; bij persoonlijke en sociale problematiek wordt soms een beroep gedaan op de leerlingbegeleider die ook bemiddelt bij verwijzing naar externe deskundigen. Voor sommige leerproblemen wordt de orthopedagoog ingeschakeld. In de onderbouw vormen de mentoren samen met een groep docenten van hun klassen een team dat verantwoordelijk is voor onderwijs en begeleiding van enkele klassen. Daarnaast kan er een beroep gedaan worden op de afdelingsleiders die de begeleidingsactiviteiten in en door de leerjaren heen aan elkaar knopen en op elkaar afstemmen. In de bovenbouw maken enkele mentoren deel uit van het afdelingskernteam. Er zijn twee afdelingskernteams, één voor havo en één voor vwo. Het kernteam, bestaande uit enkele mentoren, is onder voorzitterschap van de afdelingsleider, verantwoordelijk voor het programma van de leerlingbegeleiding. De decaan is nauw bij het afdelingsteam betrokken. 3.4 L O O P B A A N B E G E L E I D I N G Tijdens hun middelbare schooltijd moeten leerlingen vaak ingewikkelde en verreikende keuzes maken over zaken als het gewenste diploma (vmbo-t, havo of vwo) of de afstudeerrichting (het profiel). Keuzes die van invloed zijn op latere studies en een toekomstige loopbaan. Een systematische aanpak en zorgvuldige begeleiding daarbij is onontbeerlijk. Op de NSG is er een uitgebreid programma ontwikkeld om leerlingen te helpen bij het kiezen. Zowel mentoren als vakleraren hebben daarbij een taak. Een bijzondere rol is weggelegd voor de decanen. De decanen ondersteunen de leerlingen in het tweede en derde jaar bij de profiel- en vakkenkeuzes. Daarnaast adviseren zij hen bij het kiezen van de vervolgstudie. De decanen maken daarbij gebruik van de adviezen van de vakdocenten. Het decanaat
beschikt over een uitgebreid documentatiesysteem, dat door de leerlingen zelfstandig kan worden geraadpleegd. Alle leerlingen van de bovenbouw hebben toegang tot ‘dedecaan.net’, een online programma voor loopbaanbegeleiding waarin naast informatie ook diverse opdrachten staan die leerlingen helpen bij de keuze van hun studie en vervolgopleiding. Zo is het bezoeken van Open Dagen een verplicht onderdeel van de loopbaanoriëntatie. De decanen zijn: de heer Jo Bodelier (havo/ vwo) en mevrouw Ingrid Wouters (vmbo-t). 3.5 E X T R A A A N D A C H T E N Z O R G
Persoonlijke en sociale begeleiding
De mentor is de eerste vertrouwenspersoon voor elke leerling en de belangrijkste contactpersoon tussen ouders en school. Bij bijzondere, meer ernstige problemen – die het leren of het gedrag op school of thuis negatief beïnvloeden – kan de mentor de hulp inroepen van een van de leerlingbegeleiders of de schoolarts, die aan de school verbonden zijn. De gespecialiseerde leerlingbegeleiders ondersteunen de mentoren bij de individuele begeleiding van leerlingen. De leerlingbegeleiders participeren in het zorgadviesteam (ZAT) van de NSG samen met bureau Jeugdzorg, SMW (school maatschappelijk werk), Bureau Leerplichtzaken, GGD en de orthopedagoog/zorgcoördinator. In het zorgadviesteam worden leerlingen besproken die om welke reden dan ook vastlopen op de NSG. Het zorgadviesteam richt zich met name op de sociaal-emotionele en sociaal-medische problemen en op de gedragsproblematiek van leerlingen. De leerlingbegeleiders zijn mevrouw Bregje Leenaars (B1/B2), mevrouw Jitka Iking (vmbo-t 3/4), mevrouw Claudia Straatman (havo 3/4/5) en mevrouw Chantal Vlijm (vwo 3,4,5,6). Mevrouw Marjolein Maureau is de coördinator bij pestproblematiek.
De school mag geen voorbereiding op het leven zijn, ze is het leven zelf. J. Dewey
17
Gezondheid
Het schoolgezondheidsteam van de GGD Nijmegen ondersteunt de school bij het opsporen – maar vooral ook het voorkomen – van gezondheidsproblemen bij leerlingen. Alle leerlingen worden in het tweede leerjaar na een klassikale kennismaking met de sociaal-verpleegkundige, uitgenodigd voor een lichamelijk onderzoek en een gesprek over de leefstijl en algemene ontwikkeling. De arts en verpleegkundige houden een keer per maand op school spreekuur voor leerlingen en ouders. De tijden daarvan worden op school bekend gemaakt. U kunt desgewenst via het secretariaat van de school een afspraak maken, maar leerlingen mogen ook uit zichzelf naar het spreekuur komen.
Begeleiding bij langdurige ziekte
Als een leerling langere tijd niet naar school kan komen, wordt in overleg met de ouders/ verzorgers bekeken hoe we het onderwijs en de bijbehorende sociale contacten zo goed mogelijk kunnen voortzetten. De NSG kan daarbij gebruikmaken van externe deskundigen. Voor leerlingen die zijn opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat consulenten van de educatieve voorziening. Voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van de onderwijsbegeleidingsdienst. Naast het voorkomen van leerachterstanden, vinden we het ook belangrijk dat de zieke leerling contact blijft houden met de mentor en de klasgenoten.
De orthopedagogen zijn:
• Marjolein Maureau, orthopedagoog en zorgcoördinator (maandag t/m donderdag) • Judith Meuleman, orthopedagoog (alleen op maandag).
Dyslexie
Een heel specifiek leerprobleem is dyslexie. Alle leerlingen die op onze school het eerste leerjaar binnenkomen, worden onderzocht op eventuele spellingsproblemen. Indien nodig krijgen zij tijdens het eerste trimester spellingbegeleiding. Als blijkt dat er sprake is van meer structurele taalproblemen, volgt nader onderzoek door de orthopedagoog. Een leerling wordt aangemerkt als dyslectisch als er op school een onderzoeksrapport met een dyslexieverklaring aanwezig is, opgesteld door een GZ-psycholoog met BIG-registratie. Vervolgens wordt door de orthopedagoog een begeleidingsplan opgesteld en uitgevoerd. In geval van dyslexie worden de docenten van de betreffende leerling op de hoogte gebracht. Dyslectische leerlingen met een door een erkend GZ-psycholoog met BIGregistratie opgestelde dyslexieverklaring kunnen na het eerste trimester in leerjaar 2 T/H een vrijstelling krijgen voor Frans of Duits op basis van de toetsingscriteria, zoals opgesteld in paragraaf 3.1 van het ‘Protocol vrijstelling van onderwijs Frans of Duits in het tweede leerjaar’. Deze ontheffing heeft automatisch tot gevolg dat de leerling uitsluitend nog bevorderd kan worden naar vmbo-t-3.
3.6 B E G E L E I D I N G B I J L E E R P R O B L E M E N Tijdens hun schoolloopbaan worden leerlingen soms geconfronteerd met tijdelijke of structurele leerproblemen. Gaat het om studiehouding of studie-aanpak, dan vindt individuele studiebegeleiding plaats door de mentor. Wanneer meer specialistische hulp vereist is, dan wordt de hulp ingeroepen van een externe remedial teacher. Als er sprake is van structurele leerproblemen, dan wordt de aan de school verbonden orthopedagoog geconsulteerd.
Begeleiding
Een 5- of een 7 zegt niets over de kwaliteit van je leven. Marcel van Herpen
18
Remedial teaching
Er zijn op de NSG drie remedial teachers. Deze remedial teachers zijn verbonden aan de teams (B1/B2, vmbo-t 3/4, havo 3/4/5 en vwo 3,4,5,6) en nemen deel aan het intern zorgoverleg. Ook nemen zij deel aan de teamvergaderingen en verzorgen ze vaste programma’s en inloopuren. Een van de vaste programma’s die per team worden aangeboden zijn de lessen ‘Planning en Organisatie’. In deze lessen krijgen leerlingen ondersteuning aan de hand van de voorwaarden die nodig zijn voor plannen en organiseren (executieve functies). Om na te gaan welke leerlingen voor deze lessen in aanmerking komen, wordt bij de mentoren informatie opgevraagd. De vaste begeleiding bestaat uit het verzorgen van de steunlessen in B1, het begeleiden van NT2 en het coördineren en begeleiden van het dyslexieprogramma Kurzweil. Hiernaast nemen de remedial teachers, indien er aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van dyslexie of dyscalculie, een leervoorwaardenonderzoek en/of een rekenvoorwaardenonderzoek af bij de leerling. Naast deze onderzoeken hebben zij de mogelijkheid om een onderzoek te doen naar de executieve functies die van invloed zijn op het plannen en organiseren. De remedial teachers zijn er voor de leerlingen met specifieke leerproblemen, zoals dyslexie en dyscalculie. Uitgangspunt van de remedial teaching is dat deze kortdurend is en ter versterking is van het onderwijsleerproces van de leerling. Van de remedial teachers is mevrouw Kia de Leeuw toegevoegd aan het B1/B2-team, mevrouw Brigitte Geilenkirchen aan het havoteam en mevrouw Linda van den Broek aan het team van vmbo-t. Daarnaast heeft de school een vaste remedial teacher die werkzaam is als zzp’er, mevrouw Anita Joosten. Zij verzorgt de individuele begeleiding van leerlingen.
Heb geduld. Alle dingen zijn moeilijk voordat ze gemakkelijk worden. Saadi
3.7 B E G E L E I D I N G V A N A L L O C H T O N E LEERLINGEN Leerlingen voor wie Nederlands niet de moedertaal is, kunnen extra begeleiding krijgen van de remedial teachers. De allochtone leerlingen die onze school binnen komen, maken – wanneer vermoed wordt dat extra begeleiding zinvol is – enkele taaltoetsen. De resultaten hiervoor bepalen in eerste instantie de inhoud en de frequentie van de begeleiding. Deze begeleiding wordt verzorgd door de remedial teachers. Door het gebruik van de computer is een grote mate van differentiatie mogelijk om begeleiding op maat te kunnen geven. De remedial teachers overleggen regelmatig met de mentor en de afdelingsleider over de vorderingen van de leerlingen. 3.8 B I J L E S B A N K Bij de bijlesbank krijgt een leerling die moeite heeft met een schoolvak – tegen geringe betaling - minimaal 5 uur bijles van een leerling van de NSG die goed is in dat vak. De bijlesbank is een initiatief van de leerlingenraad. Inschrijving vindt plaats via lijsten in de mediatheek. Er zijn afspraken gemaakt met de leerlingenraad over kwaliteitsborging, organisatie, afhandeling van financiën en verdeling van verantwoordelijkheden.
Afspraken over kwaliteit
De leerling die bijles geeft, heeft minimaal een 7 voor het vak waarin hij bijles geeft. Ouders of leerlingen met klachten over de bijlessen moeten zich melden bij de coördinator van de bijlesbank: Rosa van Ree. De leerlingenraad is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de lessen. Na 5 lessen neemt een lid van de leerlingenraad een enquête af over de bijles (kwaliteitsgarantie en borging) en de bijlesgever. De leerlingenraad kan op basis van de enquêtes besluiten dat een leerling geen bijles meer mag geven. De leerling die bijles geeft, moet minimaal één jaarlaag hoger zitten dan de leerling die bijles volgt. Een docent, mevrouw Claudia Straatman, ondersteunt de leerlingenraad bij de organisatie van de bijlesbank.
19
Afspraken over de organisatie
De leerlingenraad organiseert de bijlesbank. De leerlingen van de leerlingenraad inventariseren wie bijles wil geven, controleren of de bijlesgevende leerlingen aan de voorwaarden voldoen en zorgen ervoor dat leerlingen die bijles willen volgen, kunnen intekenen. Leerlingen die bijles geven, hebben vooraf toestemming van hun ouders/verzorgers. De NSG geeft leerlingen toestemming om de bijles op school te laten plaatsvinden.
Afspraken over financiën
Een leerling die bijles wil krijgen, schrijft zich in en betaalt daarvoor rechtstreeks aan de bijlesgevende leerlingen een bedrag van 5 euro per les van een klokuur. Betaling voor de bijlessen geschiedt vooraf. De afwikkeling van de financiën geschiedt tussen bijlesgever en bijlesnemer. De NSG is geen partij in de afhandeling van de financiën. 3.9 H U I S W E R K B E G E L E I D I N G S T U D I E K R I N G Op de NSG is het mogelijk om vijf dagen per week huiswerkbegeleiding te krijgen. In het schooljaar 2014-2015 startte Studiekring Nijmegen met de huiswerkbegeleiding in ons brugklasgebouw aan de Schlatmaeckerstraat 10. Studiekring is een onafhankelijk instituut dat gebruikmaakt van de ruimte in de school. De huiswerkbegeleiding staat open voor leerlingen van onze school, maar ook voor externe leerlingen. Voor leerlingen van de NSG geldt een gereduceerd tarief voor huiswerkbegeleiding. Studiekring biedt leerlingen drie, vier of vijf middagen per week na school huiswerkbegeleiding (in kleine groepen en vakoverstijgend), bijles en examentrainingen. Meer informatie over Studiekring is te vinden op onze website.
Vragen zijn het begin van een ontdekkingsreis.
20
HOOFDSTUK 4
BEVORDERING EN EINDEXAMEN
Logica brengt je van A naar B, verbeelding brengt je overal. Einstein
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
21
4.1 B E V O R D E R I N G De belangrijkste regelingen voor bevordering, de schoolexamens en het Centraal Examen staan vermeld in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) dat met alle leerlingen van de bovenbouw wordt besproken. Het PTA is in te zien op de site van de NSG en in Magister. Aan het eind van het cursusjaar beslist het docententeam of een leerling al dan niet bevorderd wordt. In leerjaren waarin afdelingskernteams werkzaam zijn, beslist het afdelingskernteam, aangevuld met de betrokken mentoren, of een leerling al dan niet bevorderd wordt. De uitspraak van de rapportvergadering is bindend. Aandachtspunten bij bespreking zijn: • de resultaten op het eindrapport, • de perspectieven bij doubleren, bevorderen, op- of afstromen, • persoonlijke gegevens en omstandigheden. Bij besluitvorming over bevordering wordt naast cijfergegevens ook gekeken naar persoonlijke gegevens en omstandigheden. Met name in de bespreekmarge zijn deze gegevens vaak van doorslaggevende betekenis. Het gaat hierbij om studiegedrag, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen, motivatie, problemen van sociaal emotionele aard, leerproblemen en dergelijke. In de hogere leerjaren kan naast een normale bevordering ook sprake zijn van een ‘gerichte’ bevordering. Dit houdt in dat de leerling bevorderd wordt naar een leerjaar van een andere afdeling. Ook is sprake van een gerichte bevordering als deze gepaard gaat met beperkende voorwaarden ten aanzien van de profielvakkenkeuze. Wanneer een leerling twee jaar in hetzelfde leerjaar gezeten heeft en daarna in het volgende leerjaar weer blijft zitten, besluit de lerarenvergade-
Een goede leraar is een ton boeken waard.
ring de leerling niet langer tot de school of afdeling toe te laten. Er wordt dan gezocht naar een passende vervolgopleiding bij een andere onderwijsinstelling. Leerlingen, bevorderd met één of meer taken, dienen deze taken vóór aanvang van het nieuwe schooljaar naar behoren verricht te hebben. Bevordering in het eerste en tweede brugjaar vmbo-t/havo Voor zowel het eerste leerjaar als het tweede leerjaar zijn er twee groepen vakken: Groep 1: Ned, Fra, Eng, gsn, akn, wis, tna, bvm, muz, bio. In het tweede jaar komt daar Dui bij en vervalt bio. Groep 2: niet-examenvakken dra (theater/film), lop.
Eerste leerjaar
Bevordering van B1 t/h naar B2 t/h Een leerling wordt automatisch bevorderd naar B2 t/h, indien hij aan de volgende twee criteria voldoet: a. de leerling heeft twee of minder onvoldoendes (< 5,5) in groep 1; b. de leerling heeft drie onvoldoendes (< 5,5) en een gemiddelde van 6,0 of hoger in groep 1. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Gerichte bevordering naar vmbo-k/g Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar B2 (t/h), wordt hij besproken voor een gerichte bevordering naar een andere vorm van onderwijs. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Doubleren is in principe niet mogelijk.
Tweede leerjaar
Bevordering B2 t/h naar havo 3 Een leerling wordt automatisch bevorderd naar havo 3, indien hij aan de volgende drie criteria voldoet: a. de leerling heeft een gemiddelde van minimaal 7,0 in groep 1; b. de leerling heeft maximaal één onvoldoende (< 5,5) in groep 1;
22
c. de leerling heeft minimaal 19,0 punten voor de vakken Ned - Eng - wis én hierbij mag maximaal één vak onvoldoende zijn, waarvan het cijfer niet lager is dan 5,0. Als ondergrens van bespreking voor bevordering naar havo 3 geldt voor criterium a een gemiddelde van 6,8. De eindrapportvergadering beslist, of een leerling wordt bevorderd naar havo 3 of niet. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Bevordering van B2 t/h naar vmbo-t 3 Een leerling wordt automatisch bevorderd naar vmbo-t 3, indien hij aan de volgende twee criteria voldoet: a. de leerling heeft twee of minder onvoldoendes (< 5,5) in groep 1 of de leerling heeft drie onvoldoendes (< 5,5) en een gemiddelde van 6,0 in groep 1; b. de leerling heeft minimaal een 5,0 voor het vak Nederlands. Als ondergrens van bespreking voor bevordering naar vmbo-t 3 geldt voor criterium b een gemiddelde van 5,8. De eindrapportvergadering beslist, of een leerling wordt bevorderd naar vmbo-t 3 of niet. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Gerichte bevordering naar vmbo k/g Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar vmbo-t 3, wordt hij gericht bevorderd naar een andere vorm van onderwijs. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Doubleren is in principe niet mogelijk. Bevordering in het eerste en tweede brugjaar havo/vwo Voor zowel het eerste leerjaar als het tweede leerjaar havo/ vwo zijn er twee groepen vakken:
I hear, and I forget. I see, and I remember. I do, and I understand. Chinees gezegde
• Groep 1: Ned, Fra, bio, Eng, gsn, akn, wis, tna, bvm, muz. In het tweede jaar komt daar Dui bij. Voor de gymnasiumstroom komt daar nog GLTC bij in zowel leerjaar 1 als 2. Bio vervalt in het tweede jaar voor alle leerlingen. • Groep 2: niet-examenvakken theater en lop.
Eerste leerjaar
Bevordering van B1 h/v naar B2 h/v Een leerling wordt automatisch bevorderd naar B2 h/v, indien hij aan de volgende twee criteria voldoet: a. de leerling heeft twee of minder onvoldoendes (< 5,5) in groep 1; b. de leerling heeft drie onvoldoendes (< 5,5) en een gemiddelde van 6,0 of hoger in groep 1. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Gerichte bevordering naar B2 t/h Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar B2 (h/v), wordt hij besproken voor een gerichte bevordering naar B2 t/h. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Doubleren is in principe niet mogelijk.
Tweede leerjaar
Bevordering van B2 h/v naar vwo 3/gymnasium 3 Een leerling wordt bevorderd naar vwo 3/gymnasium 3, indien hij aan de volgende drie criteria voldoet: a. de leerling heeft een gemiddelde van minimaal 7,0 in groep 1; b. de leerling heeft maximaal één onvoldoende (< 5,5) in groep 1; c. de leerling heeft minimaal 19,0 punten voor de vakken Ned - Eng - wis én hierbij mag maximaal één vak onvoldoende zijn, waarvan het cijfer niet lager is dan 5,0. Als ondergrens van bespreking voor bevordering naar vwo 3 geldt voor criterium a een gemiddelde van 6,8. De eindrapportvergadering beslist of een leerling wordt bevorderd naar vwo 3 of niet. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering.
23
Bevordering van B2 h/v naar havo 3 Een leerling wordt automatisch bevorderd naar havo 3, indien hij aan de volgende twee criteria voldoet: a. de leerling heeft twee of minder onvoldoendes (< 5,5) in groep 1 of de leerling heeft drie onvoldoendes (< 5,5) en een gemiddelde van minimaal 6,0 in groep 1; b. de leerling heeft minimaal 17,0 punten voor de vakken Ned - Eng - wis én hierbij mag maximaal één vak onvoldoende zijn, waarvan het cijfer niet lager is dan 5,0. Het cijfer van het vak GLTC speelt bij deze beslissing geen rol. Als ondergrens van bespreking voor bevordering naar havo 3 geldt voor criterium b een gemiddelde van 5,8. De eindrapportvergadering beslist, of een leerling wordt bevorderd naar havo 3 of niet. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Gerichte bevordering naar vmbo-t 3 Indien een leerling niet kan worden bevorderd naar havo 3, wordt hij gericht bevorderd naar vmbo-t 3. Bij een onvoldoende in groep 2 volgt een uitgestelde bevordering. Doubleren is in principe niet mogelijk. Bevordering havo 3 en vwo 3 In verband met de aansluiting op de profielen in de Tweede Fase vindt bevordering in havo 3 en vwo 3 stapsgewijs plaats.
Stap 2: toelating profiel Een leerling wordt toegelaten tot het profiel van zijn keuze, mits hij voldoet aan de volgende criteria: 1. Het gemiddelde van de profiel(keuze)vakken is 6,0. 2. Bij de profiel(keuze)vakken is maximaal één cijfer < 5,5. Een extra vak in het vrije deel wordt toegestaan mits het gemiddelde van alle vakken (m.u.v. lop) ≥ 6,8 is. Voor N&Gleerlingen die het vak NLT in hun profiel kiezen zal het cijfer natuurkunde in havo 3 worden meegewogen bij het bepalen van dit gemiddelde. In vmbo-t 3 en 4 bestaat het programma uit een doorlopend curriculum. Leerlingen blijven in principe niet meer zitten in vmbo-t 3. Voorwaarde is wel dat de vakken die de leerlingen niet meenemen naar het vierde leerjaar aan het einde van het derde leerjaar naar behoren zijn afgesloten. Het kernteam kan adviseren het derde leerjaar over te doen als de basis om te slagen in leerjaar 4 onvoldoende is. Voor externe instromers is het besluit van het kernteam bindend. Halverwege het derde leerjaar start op vrijwillige basis het Plusprogramma voor leerlingen die na het behalen van het vmbo-t-diploma willen doorstromen naar onze havo-opleiding. Leerlingen die dit programma in de derde en vierde klas met succes volgen, verbeteren de vakinhoudelijke aansluiting en verwerven het recht op plaatsing in havo 4.
Stap 1: bevordering Een leerling wordt bevorderd wanneer de cijferlijst m.u.v. lop op het eindrapport voldoet aan de volgende drie criteria: 1. Het gemiddelde van de vakken is minimaal 6,0; 2. De cijferlijst telt maximaal drie onvoldoendes (<5,5); 3. In het cluster van vakken Ned - Eng – wis mag maximaal één 5 als afgerond jaar – cijfer voorkomen.
Bevordering in de Tweede Fase
Voldoet de leerling slechts aan één of twee criteria, dan wordt hij besproken. Voldoet de leerling aan geen van de drie criteria, dan wordt hij niet bevorderd of hij wordt bevorderd naar een hoger leerjaar van een lagere afdeling.
Alleen is niemand wijs genoeg. Plautus
Voor bevordering in de Tweede Fase is een formule vastgesteld die gebaseerd is op de slaag-zakregeling. Bevordering havo 4, vwo 4 en vwo 5 Een leerling is bevorderd als hij voldoet aan de volgende 3 voorwaarden:
24
Compensatiepunten: Het cijfer 6 levert geen compensatiepunt op Het cijfer 7 levert 1 compensatiepunt op Het cijfer 8 levert 2 compensatiepunten op Het cijfer 9 levert 3 compensatiepunten op Het cijfer 10 levert 4 compensatiepunten op. Bij bespreking wordt ook gekeken naar de verdere cijfermatige en persoonlijke gegevens. In het algemeen zal doorslaggevend zijn hoever de leerling met de jaargemiddeldes van de slaagregels afzit. Uit deze bespreking vloeit de beslissing voort dat de leerling ofwel doubleert, ofwel bevorderd wordt –al dan niet naar een naastgelegen afdeling, ofwel in staat gesteld wordt in de zomervakantie het tekort op te heffen. De beslissingen ten aanzien van de bevordering worden genomen door het mentorenteam van het betreffende leerjaar onder voorzitterschap van de afdelingsleider.
Voorwaarde 1: Voor elk van de vakken ckv, lop en lbs is het afgerond jaarcijfer ≥ 6. Voorwaarde 2: De afgeronde jaarcijfers voor de overige 8 vakken (havo) of 10 vakken (vwo) voldoen aan het volgende: Onvoldoendes Geen 5 55 4 54 Overig
Compensatie Geen Geen Bevordering mogelijk mits 2 compensatiepunten Bevordering mogelijk mits 2 compensatiepunten Bevordering mogelijk mits 3 compensatiepunten Niet direct bevorderbaar
Voorwaarde 3: In het cluster van vakken Ntl, Etl en wis mag maximaal één onvoldoende niet lager dan 5 als afgerond jaarcijfer voorkomen. Voor CM-leerlingen havo zonder wiskunde geldt dat in het cluster Ntl, Etl maximaal één onvoldoende niet lager dan 5 als afgerond jaarcijfer mag voorkomen. In vwo-4 telt het gemiddelde van de vakken MSL en ANW als één cijfer bij de bevordering. Rapportcijfers worden berekend op basis van een voortschrijdend gemiddelde. Het cijfer op rapport 3 is het jaarcijfer. Voor de bevordering wordt dit afgerond op een geheel getal. Bevorderd: aan alle drie voorwaarden voldaan Besproken: aan één of twee voorwaarden niet voldaan Niet bevorderd: aan drie voorwaarden niet voldaan.
Een goede school is een laboratorium voor de toekomst.
4.2 P R O G R A M M A V A N T O E T S I N G E N AFSLUITING IN DE TWEEDE FASE In de Tweede Fase bestaat het examen uit een centraal landelijk examen (CE) en een deel dat door de school wordt georganiseerd: het schoolexamen (SE). Het schoolexamen begint al in het vierde leerjaar. Sommige vakken die uitsluitend een schoolexamen kennen, worden al vóór het laatste leerjaar afgesloten. Op de havo-afdeling geldt dit voor het vak maatschappijleer. Op de vwo-afdeling betreft het ANW en maatschappijleer. Leerlingen worden twee keer per jaar in de gelegenheid gesteld om ‘herstelwerkzaamheden’ te verrichten. Via een herkansingssysteem krijgen leerlingen de kans om SE-cijfers te verbeteren. Aan het begin van elk leerjaar krijgt de leerling het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) uitgereikt. Ouders worden op een ouderavond in de maand september of oktober geïnformeerd over de details van het PTA. Het PTA is voor alle leerlingen te raadplegen via de website en via Magister.
25
4.3 E I N D E X A M E N S
4.4 D O O R S T R O M I N G
Het eindexamen bestaat uit twee gedeelten: 1. Het schoolexamen (SE) gedurende het 4e, 5e en/of 6e leerjaar. 2. Het centraal examen (CE) aan het einde van het hoogste leerjaar.
Na het behalen van het diploma in vmbo-t 4 of havo 5 is er de mogelijkheid ‘door te stromen’ naar een volgende (hogere) afdeling. Vmbo-t-gediplomeerden kunnen toegelaten worden in havo 4 en havo-gediplomeerden in vwo 5, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt. De toelatingscommissie, die hierover beslist, baseert haar oordeel op de volgende gegevens: 1. de studieresultaten in vmbo-t 3 en 4 respectievelijk havo 4 en 5, 2. de schoolloopbaan c.q. leeftijd, 3. de adviezen van docenten, 4. de pakketmogelijkheden.
Het volledige Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) wordt vanaf 1 oktober 2015 gepubliceerd op deze website en Magister. De schoolexamens zijn geconcentreerd in de volgende periodes: periode 1: Extra toetsweek examenklassen: periode 2: periode 3:
18 t/m 25 november 2015
18 t/m 21 januari en 25 t/m 28 januari 2016 Voor doorstroming van vmbo-t 4 naar havo 4 geldt bovendien 11 t/m 18 maart 2016 dat leerlingen die naar behoren het Plusprogramma gevolgd hebben automatisch naar havo 4 mogen doorstromen. Dit 29 juni t/m 6 juli 2016 Plusprogramma start halverwege het derde leerjaar. De leerlingen in het hoogste leerjaar havo/vwo doen niet mee aan de derde toetsperiode van de overige leerlingen. Voor hen Nederlands, Engels en wiskunde zijn verplichte vakken in alle is een toetsweek ingelast in de laatste week van januari 2015. profielen, m.u.v. wiskunde op havo in het profiel cultuur en Voor het vmbo-t geldt een enigszins afwijkende regeling. maatschappij. Deze vakken dienen dus deel uit te maken van het vakkenpakket. Leerlingen die van havo naar vwo willen Voor het centraal examen zijn de volgende data vastgesteld: doorstromen, dienen daarnaast een tweede moderne taal • centraal examen: 12 t /m 27 mei 2016 (Frans, Duits of Spaans) in hun pakket opgenomen te hebben. • herkansing centraal examen: vanaf 21 juni 2016. De tweede moderne taal is op het vwo verplicht. Leerlingen van havo met het profiel CM kunnen alleen doorstromen als ze wiskunde A hebben gevolgd.
De afstand tussen hemel en aarde is niet groter dan één gedachte.
De toelatingscommissie kan in bepaalde gevallen aanvullende voorwaarden stellen aan de toelating. Bij duidelijke signalen van disfunctioneren (gedrag, inzet, belangstelling) en bij matige resultaten kan toelating altijd geweigerd worden. Toelating tot havo 4 of vwo 5 dient vóór 1 maart te worden aangevraagd bij de eigen afdelingsleider. Toelating kan slechts worden toegezegd onder voorwaarde dat het diploma behaald wordt. Als over cijfers of perspectieven te veel onzekerheid bestaat, zal de toelatingscommissie pas beslissen na het centraal examen. Voor meer informatie over de doorstroom vmbo-t 4 naar havo 4 zie de Toelatingsprocedure vmbo-t naar havo op onze website.
26
HOOFDSTUK 5
DOOR HET JAAR HEEN
Van proberen komt leren.
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
27
5.1 L E S T I J D E N Het schoolrooster heeft per dag acht lesuren. Dat betekent niet dat alle leerlingen elke dag ook acht lessen hebben. In de onderbouw volgen de leerlingen 32 lessen per week. In de praktijk betekent dat meestal drie dagen van zes lessen en twee dagen van zeven lessen. In de bovenbouw volgen de leerlingen minder lessen, maar krijgen zij verplichte zelf studietijd ingeroosterd.
Lestijden
Eerste lesuur Tweede lesuur Eerste pauze Derde lesuur Vierde lesuur Tweede pauze Vijfde lesuur Zesde lesuur Derde pauze Zevende lesuur Achtste lesuur
08.40 - 09.30 uur 09.30 - 10.20 uur 10.20 - 10.40 uur 10.40 - 11.30 uur 11.30 - 12.20 uur 12.20 - 12.45 uur 12.45 - 13.35 uur 13.35 - 14.25 uur 14.25 - 14.35 uur 14.35 - 15.25 uur 15.25 - 16.15 uur.
Omdat de NSG ernaar streeft bij ziekte van een docent de lessen zo snel mogelijk te laten vervangen, kan het voorkomen dat voor leerlingen in de bovenbouw de lessen om 8.00 uur (nulde uur) beginnen. Soms is een vervanger immers slechts zeer beperkt beschikbaar, bijvoorbeeld omdat hij ook werkzaam is op een andere school. Het nulde uur zal echter alleen incidenteel worden ingeroosterd. Tijdens de bouwperiode (kerst 2015 – herfst 2016) worden de lestijden wellicht aangepast zodat leerlingen en personeel meer tijd hebben om zich van de ene locatie naar de andere locatie te verplaatsen. De aangepaste lestijden zullen worden vermeld op de website van de NSG.
Lang is de weg door lessen, kort en doeltreffend door voorbeelden. Seneca
Enkele dagen per jaar wordt in verband met rapportvergaderingen of studiedagen met een verkort lesrooster gewerkt. De lestijden zijn dan als volgt:
Lestijden verkort lesrooster Eerste lesuur Tweede lesuur Eerste pauze Derde lesuur Vierde lesuur Vijfde lesuur Tweede pauze Zesde lesuur Zevende lesuur Achtste lesuur
08.40 - 09.15 uur 09.15 - 09.50 uur 09.50 - 10.05 uur 10.05 - 10.40 uur 10.40 - 11.15 uur 11.15 - 11.50 uur 11.50 - 12.10 uur 12.10 - 12.45 uur 12.45 - 13.20 uur Vervalt.
5.2 V A K A N T I E S E N V R I J E D A G E N Vakanties en vrije dagen voor het schooljaar 2015 - 2016: 26 oktober 2015 t/m 30 Herfstvakantie: oktober 2015 Kerstvakantie:
21 december 2015 t/m 8 januari 2016, inclusief extra 3e week i.v.m. verhuizing
Voorjaarsvakantie:
8 februari 2016 t/m 12 februari 2016
Tweede Paasdag:
28 maart 2016
Koningsdag: Meivakantie:
27 april 2016 2 mei 2016 t/m 6 mei 2016 16 mei 2016
Tweede Pinksterdag: Zomervakantie:
18 juli 2016 t/m 28 augustus 2016
28
5.3 R A P P O R T E N E N S P R E E K U R E N
Rapportdata: 1e rapport bovenbouw: 1e
rapport onderbouw: 2e rapport bovenbouw: 2e rapport onderbouw: 3e rapport:
3 en 4 december 2015 3 en 4 december 2015 30 maart 2016 30 maart 2016 14 juli 2016
Oudergesprekken:
Mentorgesprekken onderbouw: Mentorgesprekken bovenbouw: 10-minutengesprekken:
10 en 11 november 2015
10-minutengesprekken:
18 en 19 april 2016
11 november 2015 14 en 15 december 2015
Op het derde rapport wordt vermeld of een leerling al of niet bevorderd wordt. Aan de rapportuitreiking gaat een toets periode vooraf. 5.4 L E E R M I D D E L E N
Kosten
De kosten voor de schoolboeken worden betaald door de school, die hiervoor een gedeeltelijke vergoeding ontvangt van de rijksoverheid. De NSG heeft een leveringscontract met boekenleverancier Iddink. Aan Iddink dient een (vrijwillige) borg betaald te worden van € 75,-. Als de borgsom is betaald, worden de boekenpakketten aan het einde van de zomervakantie op het thuisadres afgeleverd.
Bestellen
Alle informatie over het inleveren en bestellen van schoolboeken wordt ruim voor het einde van het schooljaar door Iddink
via internet of per post naar het huisadres verstuurd. Nieuwe brugklassers ontvangen de informatie, de boekenlijst en het bestelformulier tijdens de begroetingsavonden in juni.
Werkboeken
In de eerste week van het schooljaar worden door de school aan de leerlingen bij een aantal vakken klassikale werkboeken uitgereikt. In deze boeken mag niet worden geschreven en ook dienen de werkboeken aan het einde van het schooljaar weer te worden ingeleverd. Deze boeken vallen niet onder de regeling van de zogenaamde ‘Gratis schoolboeken’. Wanneer deze boeken beschadigd en/of beschreven worden ingeleverd, zullen wij de kosten van vervanging in rekening brengen.
Chromebooks
In de leerjaren 1 en 2 en in vwo-4 worden leerlingen uitgenodigd hun eigen device te gebruiken in de les. De NSG adviseert het gebruik van een chromebook. Via The Rent Company bieden we ouders tegen gunstige voorwaarden aan een chromebook te huren of te kopen.
Inleveren
Het inleveren van boeken bij Iddink gebeurt op school. De benodigde formulieren worden tijdig per post naar het huisadres opgestuurd. Een aantal leermiddelen valt niet onder de regeling ‘Gratis Schoolboeken’, zoals atlassen, woordenboeken, rekenmachi-nes e.d. Ook deze leermiddelen kunt u bij boekleverancier Iddink bestellen. Meer informatie over de regeling Gratis Schoolboeken vindt u op www.gratisschoolboeken.nl. Infor-matie over het bestellen en inleveren van schoolboeken is tevens te vinden op www.iddink.nl.
Kinderen kunnen pas betere kinderen worden als ouders betere ouders worden. Sonja Bouwkamp
29
5.5 O U D E R B I J D R A G E De NSG vraagt een ouderbijdrage om activiteiten mogelijk te maken die niet door de rijksoverheid worden bekostigd. De NSG maakt een onderscheid tussen de volgende categorieën: • schoolbrede voorzieningen (zoals de mediatheek en ICT voorzieningen); • communicatiemiddelen (zoals bijvoorbeeld de website); • schoolbrede activiteiten (zoals vieringen, activiteitenavonden, open podium en muziekavonden). Met deze verdeling en met de hoogte van de bedragen voor het schooljaar 2015-2016 heeft de oudergeleding van de Mede zeggenschapsraad ingestemd. Voor het schooljaar 2015-2016 is de ouderbijdrage vastgesteld op € 65,90. Men is per jaar voor ten hoogste twee kinderen per gezin ouderbijdrage verschuldigd.
Inning via WIS-Collect
Voor de betaling van de ouderbijdrage gebruikt de NSG een nieuw systeem: WIS-Collect. Voor de betaling van de algemene ouderbijdrage ontvangt u medio september een email. Voor de betaling van de doelbijdrage krijgt u in oktober per e-mail een uitnodiging om te betalen. In de e-mail staat een uitleg hoe de betaling in zijn werk gaat.
Doelbijdrage
Behalve de vrijwillige ouderbijdrage vraagt de NSG een vrijwillige doelbijdrage voor activiteiten die het onderwijsaanbod van een jaarlaag versterken. Deze activiteiten maken deel uit van het (verplichte) lesprogramma. De kosten hiervoor zijn per jaarlaag en soms per afdeling verschillend. Ook met deze bedragen heeft de Ouderraad ingestemd. Voorbeelden van deze activiteiten zijn: de introductieactiviteiten per leerjaar, de vakexcursies en een bezoek aan een voorstelling. De totale kosten zijn afhankelijk van de (gekozen) vakken en kunnen dus per leerling verschillen. Tijdens de ouderavond medio september worden de activiteiten en de kosten daarvan aan de ouders toegelicht. De kosten worden medio oktober bij ouders in rekening gebracht. Wanneer er geen bijdrage is betaald, kan de leerling niet deelnemen aan de activiteit. De school zorgt in dat geval voor een vervangend programma.
Printen en kopiëren op school
Leerlingen kunnen tegen betaling printen en kopiëren op school. Ze gebruiken hiervoor de schoolpas waaraan een printsaldo gekoppeld is. Bij het bestellen van de boeken bij Iddink kunnen ouders aangeven of ze het printsaldo met € 10 willen op waarderen. Leerlingen kunnen tijdens het schooljaar ook zelf het printsaldo opwaarderen in de mediatheek. Het saldo blijft de hele schoolcarrière geldig. Aan het einde van de schoolcarrière wordt het resterend bedrag terugbetaald.
Inning via Iddink
Naast de vrijwillige ouderbijdrage betalen ouders/verzorgers voor de huur van een kluisje, de schoolpas, de leerlingverzekeringen en het schooldrukwerk. Deze bedragen worden door Iddink voor de school geïnd. Op de bestelsite van Iddink staan de ouderbijdragen en het algemene deel van de vrijwillige doelbijdrage per leerling gespecificeerd. Ouders wordt verzocht zowel de vrijwillige ouderbijdrage als de vrijwillige doelbijdrage te betalen. Ze komen dan terecht op de factuur van Iddink die aan het einde van het bestelproces zichtbaar wordt. Afhankelijk van de hoogte van het bedrag zijn er diverse betaalmogelijkheden, waaronder betaling in termijnen.
5.6 T E G E M O E T K O M I N G I N D E S C H O O L KOSTEN Wanneer u een gezinsinkomen heeft van rond het minimum, kunt u een aanvraag voor een tegemoetkoming in de schoolkosten indienen bij de belastingdienst: dit kindgebondenbudget kan worden aangevraagd via: http://www.belastingdienst. nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/toeslagen/kindgebonden_budget/ Met de toekenning kunt u tot 1 oktober 2015 (in de praktijk hanteren we een langere ter-mijn) een schriftelijk verzoek tot vermindering van de algeme-
30
ne ouderbijdrage 2015-2016 indienen bij de schoolleiding. Het aanvraagformulier, met daarbij de regeling van de NSG, staat op onze website onder ‘ouders’, ‘regelingen’, ‘ouder-bijdrage’.
Stichting Leergeld
De landelijke Stichting Leergeld is ook in de gemeente Nijmegen actief. Inwoners van de gemeente Nijmegen kunnen bij deze stichting een verzoek indienen om bij te dragen in de kosten van de school, sportclub, vereniging of kunstzinnige vorming. Stichting Leergeld betaalt een eventuele bijdrage voor de schoolkosten rechtstreeks aan de school uit. Zie de website van Stichting Leergeld: www.leergeld.nl. Helaas werkt de Stichting niet in de omliggende gemeenten. Wij adviseren ouders van buiten Nijmegen om te informeren bij hun eigen gemeente naar de mogelijkheden van financiële ondersteuning.
5.7 G A R D E R O B E Elke leerling krijgt een garderobekast toegewezen, waarin kleding, tas, helm en dergelijke kunnen worden opgeborgen. De leerling dient deze kast altijd afgesloten te hebben. Leerlingen zijn verplicht van deze kast gebruik te maken. Er worden dus geen jassen toegestaan in de leslokalen, studieruimten of mediatheek. 5.8 S C H A D E E N A A N S P R A K E L I J K H E I D Alle bij de school ingeschreven leerlingen zijn bij ongevallen verzekerd voor de kosten van geneeskundige behandeling voor zover deze niet elders zijn verzekerd. Deze schoolverzekering geldt tijdens de schooluren, als mede gedurende één
uur voor de aanvang van de officiële schooltijd en één uur na het einde van die schooltijd. Bovendien is deze verzekering van toepassing tijdens excursies en schoolreizen, mits deze plaatsvinden onder toezicht van leraren van de NSG. Schade veroorzaakt door leerlingen, opzettelijk of door ruw gedrag, aan gebouwen, inventaris of andere eigendommen van de school, kan op de ouders of verzorgers van de betreffende leerlingen verhaald worden. Het bestuur en personeel van de NSG zijn niet aansprakelijk voor schade of verlies van rijwielen, kledingstukken of andere eigendommen van leerlingen.
Wie aandacht krijgt, groeit.
31
HOOFDSTUK 6
AFSPRAAK IS AFSPRAAK
Verbeelding en verbazing zijn de wortels van alle kennis.
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
32
Op de NSG zijn twee coördinatoren aangesteld voor het leerlingenloket. Zij verzorgen de administratie die betrekking heeft op de aan- en afwezigheid van leerlingen en alle aspecten van communicatie die daarmee te maken hebben. Daarbij werken zij nauw samen met ouders, leerlingen, mentoren, teamleiders, schoolarts en de aan de NSG verbonden leerplichtambtenaar. Daarnaast kunnen leerlingen bij het leerlingenloket ook voor allerlei praktische zaken terecht. De heer Martin Pelgrom is de coördinator voor de onderbouw en mevrouw Irma van de Kamp de coördinator voor de bovenbouw.
• Bij digitale melding dient de ziekmelding/het medisch bezoek via een afwezigheidsverklaring bevestigd te worden. Leerlingen moeten deze binnen twee lesdagen inleveren bij het leerlin-genloket. De afwezigheidsverklaring is te downloaden via de website van de NSG en ook te verkrijgen bij het leerlingen-loket. • Het leerlingenloket is per mail bereikbaar:
[email protected] • Ouders, leerlingen en medewerkers zijn medegebruikers van Magister en daarom ook medeverantwoordelijk voor de juistheid van vermeldingen. Door regelmatige controle van ouders (advies is minimaal 1 x per week) blijft het verzuimoverzicht van hun kind(eren)/leerlingen up-to-date. • Als een leerling zonder opgaaf van reden wegblijft van school/niet naar school komt, kan er sprake zijn van ongeoorloofd verzuim. De coördinator leerlingenloket geeft (vermeend) ongeoorloofd verzuim door aan de mentor van deze leerling. Deze zal hierover contact met ouders opnemen. Bij langdurig ongeoorloofd verzuim zal de school contact opnemen met de leerplichtambtenaar.
De rol van ouders bij verzuim en verlof
Verlof aanvragen (wegens gewichtige omstandigheden)
6.1 V E R Z U I M E N V E R L O F Scholen in Nederland zijn wettelijk verplicht om alle vormen van verzuim te registreren. Regelmatig wordt de juistheid van deze registratie gecontroleerd door de Onderwijsinspectie. De NSG heeft een verzuimprotocol. In dit protocol staan de regels omschreven die de NSG hanteert voor het registreren van verzuim én de afhandeling daarvan. Het verzuimprotocol is terug te vinden op onze website.
Ouders kunnen veel zaken t.a.v. verzuim telefonisch doorgeven. De gang van zaken is hierbij als volgt: • Ziekmelden: voor aanvang van de schooldag, tussen 7.45 uur en 9.00 uur geven ouders dagelijks de ziekmelding van hun kind door. • Melden medisch bezoek: dit moet vooraf doorgegeven worden. Dat kan telefonisch tussen 7.45 uur en 9.00 uur of via het de afwezigheidsverklaring.
• Voorbeelden zijn: huwelijk, religieuze feestdag, verhuizing, jubileum, ernstige ziekte familielid, uitvaart en dergelijke. Ook voor theorie- en praktijkexamen scooter/brommer/auto moet verlof aangevraagd worden. Ouders vragen het verlof via de verlofkaart aan. Deze kaart is af te halen bij het leerlingenloket of te downloaden via de site. De volledig ingevulde verlofkaart wordt afgegeven bij het leerlingenloket. Op basis daarvan neemt de teamleider een beslissing. • Voor rijlessen scooter/brommer/auto mag geen verlof worden verleend; ook niet voor lessen voorafgaand aan het examen.
De wijze leert meer uit een domme vraag dan een domme uit een verstandig antwoord. Ernst Hohenemser
33
• Verlof vanwege een buitenschoolse activiteit (bijvoorbeeld een open dag) die niet door de NSG georganiseerd wordt, regelt een leerling via de verlofkaart die af te halen is bij het leerlingenloket. • Een extra vrije dag vanwege bijvoorbeeld een lang weekend of eerder vertrek naar wintersport of uitloop van een familiefeest behoren niet tot de gewichtige omstandigheden. Dit wordt gezien als luxeverzuim en dient de school bij Leerplicht te melden.
Vakantieverlof buiten de schoolvakanties
De rector mag slechts bij hoge uitzondering aan leerlingen extra vakantieverlof verlenen. Dus verlof mag alleen worden gegeven wanneer de ouders kunnen aantonen dat vanwege de specifieke aard van het beroep (van één van de ouders) het onmogelijk is binnen de schoolvakanties op vakantie te gaan. Extra vakantieverlof mag nooit verleend worden in de eerste twee weken van het schooljaar. U dient dit extra verlof schriftelijk minimaal acht weken van tevoren bij de rector aan te vragen. Hiervoor dient u gebruik te maken van het speciale verlofformulier dat op de school of bij het Bureau Leerplicht van de gemeente verkrijgbaar is. Het verlof mag slechts één keer per jaar en voor ten hoogste 10 dagen worden verleend. 6.2 V E I L I G H E I D De NSG heeft een veiligheidsbeleid geformuleerd dat is vastgelegd in een schoolveiligheidsplan dat is terug te vinden op onze website. De belangrijkste regels voor leerlingen zijn vastgelegd in het leerlingenstatuut. Dit document wordt vijfjaar-
Sommige mensen zullen nooit iets leren omdat ze alles te vlug begrijpen. Alexander Pope
lijks in samenspraak met de leerlingenraad geactualiseerd en staat ook op de website. In het leerlingenstatuut staan de rechten en plichten van leerlingen, leraren en schoolleiding in hun onderlinge relaties geformuleerd. 6.3 G E N O T M I D D E L E N Uit onderzoek is gebleken dat ouders het belangrijk vinden dat hun kinderen op school voorlichting krijgen over genotmiddelen. Vooral in de leerjaren 1 tot en met 3 lichten we onze leerlingen uitgebreid voor over (het gebruik van) genotmiddelen. De school hanteert met betrekking tot genotmiddelen een dui-
delijk beleid. Het gebruik van tabak, alcohol en drugs is binnen de schoolgebouwen volledig verboden voor leerlingen. Ook het in bezit hebben van alcohol en drugs is in het schoolgebouw verboden. De precieze regels van het schoolbeleid zijn vastgelegd in het ‘Reglement Genotmiddelen’. U kunt dit reglement downloaden via onze website. 6.4 G E S C H I L L E N E N K L A C H T E N Het bestuur van de Scholengroep Rijk van Nijmegen heeft een klachtenregeling opgesteld, die voor alle scholen onder het bestuur van toepassing is. In deze regeling staat wat er voor
34
afspraken zijn gemaakt over de behandeling van klachten en hoe er met klachten wordt omgegaan. De klachtenregeling staat op de website van de Scholengroep Rijk van Nijmegen (www.sgrvn.nl) en op onze website. We gaan ervan uit dat veruit de meeste bezwaren tegen en klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze zullen worden opgelost. Ouder, leerling of personeel bespreken deze daarom in eerste
instantie met de direct betrokkenen (bijvoorbeeld de mentor of de teamleider). Komen ze er samen niet uit, dan kan hij/zij terecht bij het directieteam van de school. Indien dit echter, gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan een beroep gedaan worden op de klachtenregeling en direct contact worden opnemen met de interne vertrouwenspersoon, die hem/haar verder zal begeleiden in deze procedure. De klachtenregeling is niet bedoeld voor bezwaren die op school opgelost kunnen worden of thuis horen. Indien een
bezwaar niet naar tevredenheid afgehandeld is of de aard van de situatie dermate ernstig is dat dit leidt tot een klacht, kan er een beroep worden gedaan op de klachtenregeling. De procedure van deze klachtenregeling geldt in geval van klachten van schoolorganisatorische aard (denk aan beoordeling en begeleiding van leerlingen, aanpak in de klas) en klachten omtrent machtsmisbruik (seksuele intimidatie, discriminerend gedrag en agressie, geweld en pesten). Deze klachtenregeling geeft aan dat leerlingen, ouders en personeel met de klacht eerst terecht kunnen bij de interne vertrouwenspersonen van de school. De interne vertrouwenspersonen zijn Martin Pelgrom en Jitka Iking. De klachtenregeling staat in relatie tot andere documenten zoals de Gedragscode voor medewerkers van de Scholengroep Rijk van Nijmegen. Indien een leerling of ouder meent dat de examenregeling onjuist of onzorgvuldig is toegepast dient men eerst langs informele weg of via mentor of teamleider het ontstane geschil op te lossen. Leidt dat niet tot een bevredigende oplossing dan kan men het geschil of de klacht voorleggen aan de commissie van beroep eindexamens.
Ik doe altijd wat ik niet kan, zodat ik kan leren hoe ik het moet doen. Picasso
35
HOOFDSTUK 7
D E S T E M VA N O U D E R S EN LEERLINGEN
Je snapt het pas echt als je het aan je oma uit kunt leggen.
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
36
7. 1 O U D E R R A A D In de ouderraad zitten vertegenwoordigers van de ouders. De ouderraad wordt uitdrukkelijk bij de beleidsontwikkelingen binnen de school betrokken. De ouderraad is een samenstelling van de diverse klankbordgroepen voor ouders binnen de school. Door deze samenstelling is ervoor gezorgd dat ouders uit alle leerlagen van de school bij belangrijke ontwikkelingen worden betrokken. De ouderraad is ook vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad (MR). Het stimuleren van activiteiten die contacten tussen ouders en school bevorderen en bijdragen aan een goed schoolklimaat is belangrijk voor de NSG. Zo organiseren de klankbordouders jaarlijks een thema-avond voor de eigen leerlaag. De diverse leerlagen zijn: leerlaag B1-B2, leerlaag T3-T4, leerlaag H3-H4-H5, leerlaag V3-V4, leerlaag V5-V6 en er is een klankbordgroep Zorg. Mevrouw Sandra Migchielsen is voorzitter van de ouderraad. Verdere informatie over de ouderraad, de namen van de leden en de contactinformatie kunt u terugvinden op de website van de NSG: www.nsg-groenewoud.nl 7. 2 L E E R L I N G E N R A A D Ook leerlingen oefenen op formele wijze invloed uit op de gang van zaken in en rond de school. Via de leerlingenraad adviseren zij de schoolleiding over voor hen relevante kwesties. Enkele leden van de leerlingenraad hebben zitting in de medezeggenschapsraad. De leerlingenraad organiseert jaarlijks enkele eigen activiteiten, zoals een tweetal schoolfeesten en een actieweek, waarvan de opbrengst aan een goed doel wordt besteed. Ook sfeer en kwaliteit zijn thema’s die bij de leerlingenraad prominent op de agenda staan. Een bijzonder thema voor de leerlingenraad is de instandhouding van een actueel leerlingenstatuut.
Het leerlingenstatuut is een reglement van de school waarin de rechten en plichten van alle leerlingen staan. Daarbij valt te denken aan regelingen rondom te laat komen, proefwerkplanning, cijfers, straffen, mogelijkheden voor het uitgeven van de schoolkrant enzovoort. In het leerlingenstatuut moeten in elk geval vier onderwerpen geregeld zijn: 1. wat de schoolregels zijn, 2. hoe de school met geschillen tussen bijvoorbeeld leraren en leerlingen omgaat, 3. hoe de school de gegevens van de individuele leerling beschermt (‘privacyregeling’), 4. hoe de school de kwaliteit van het onderwijs bewaakt.
Leden 2015-2016: • Nina de Bruin (voorzitter) • Nida Gazi • Femke van Hout • Lisa Kraaijveld • Romy Kersten • Lieke Walraeven • Merel van Oosterhout • Ruben Ottens • Fenna Tils • Julia Vlieks • Koen Wijnen Leraar-begeleider: Maxime van der Veen
Ouders stellen onderwijzend personeel pas volledig op prijs als het het hele weekend regent. B.C.
37
7.3 M E D E Z E G G E N S C H A P S R A A D Tal van zaken waarover het schoolbestuur of de schoolleiding beslissingen wil nemen, moeten aan de medezeggenschapsraad (MR) worden voorgelegd voor advies of instemming. De MR is de formele gesprekspartner van de schoolleiding en geeft advies. Aan de orde komen onder andere het onderwijsbeleid van de school, het personeelsbeleid, het financiële beleid, de ouderbijdrage, leerlingenvoorzieningen en benoeming van leden van de schoolleiding. De MR bestaat uit dertien leden; drie ouders, drie leerlingen en zeven personeelsleden.
Leden 2015-2016: • Thomas van Baarsen (voorzitter) • Loek Janssen (secretaris) • Pim Langenberg • Sil van Vegchel • Liesbeth Klompen • Karin Witmus • Koen Wissing
Ouders • Joost van Berkel • Wim Tomassen • vacature Leerlingen • Ruben Ottens • Lieke Walraeven • Nina de Bruin
De MR vergadert zes keer per jaar en alle vergaderingen zijn openbaar. Nadere informatie is te verkrijgen bij de secretaris van de MR, Loek Janssen (
[email protected]).
Van gelukkige leraren leer je de mooiste dingen. Loesje
38
HOOFDSTUK 8
K WA L I T E I T S Z O R G
Zelf kennis is het begin van alle wijsheid en het einde van de meeste illusies. Gerd de Ley
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
39
8.1 K I E Z E N V O O R K W A L I T E I T
8.2 D E R E S U L T A T E N
De NSG heeft kwaliteitszorg hoog in het vaandel. Wat kwaliteit is, bepalen we als NSG niet alleen. Voor ons is het belangrijk wat ouders en leerlingen er onder verstaan. Vooral leerlingen blijken goed in staat te zijn de kwaliteit van ons onderwijs te beoordelen. Elke docent heeft tweejaarlijks een beoordelingsgesprek met de afdelingsleider. Daarbij wordt het functioneren van de docent onder de loep genomen. Enkele weken voor dat gesprek wordt aan tenminste twee klassen van de docent een enquête voorgelegd. Omdat de NSG ook veel waarde hecht aan de begeleiding van leerlingen, wordt tevens aan de mentorleerlingen gevraagd een mentorenquête in te vullen (de uitkomsten van de enquêtes worden in het beoordelingsgesprek betrokken). De ervaring leert dat leerlingen heel goed in staat zijn om hun leraren op waarde te schatten. Zij zijn kritisch, maar ook mild in hun oordelen. Daarnaast doen we één keer in de twee jaar onderzoek onder ouders, leerlingen en personeel naar de tevredenheid over de NSG. De uitslag van het onderzoek van ouders en leerlingen wordt gepubliceerd op de website van de school.
De NSG behaald al jaren uitstekende onderwijsresultaten. Op de website van de NSG onder het kopje ‘onderwijs’, ‘onderwijsresultaten’, ‘vensters-voor-verantwoording’ vindt u de actuele resultaten.
Sinds het schooljaar 2010-2011 neemt de NSG deel aan het project Vensters voor Verantwoording. In dit project presenteren VO-scholen hun schoolprestaties via de website en aan de hand van twintig onderwerpen legt de NSG verantwoording af over haar prestaties. Een eerste presentatie van deze verantwoording vindt u via de website van de school onder het kopje: ‘Algemeen’. De informatie van de website wordt jaarlijks geactualiseerd en verbeterd. Ook de directie van de Scholengroep Rijk van Nijmegen publiceert ieder jaar een jaarverslag waarin ze het reilen en zeilen van de scholengroep uit de doeken doet. In het jaarverslag wordt beschreven hoe het onderwijs en de leerling begeleiding in de school zich ontwikkelen. Uitvoerig wordt verslag gedaan van de (cijfer)resultaten van alle afdelingen. Bent u als ouder geïnteresseerd in een jaar verslag, dan kunt u dat downloaden via de site van de Scholengroep Rijk van Nijmegen (www.sgrvn.nl).
De examenresultaten van de laatste vijf schooljaren geven het volgende beeld.
Slagingspercentages VMBO-T
HAVO
VWO
2014 - 2015
91,8
91,5
93,3
2013 - 2014
92,1
90,2
91,5
2012 - 2013
86,2
95,1
97,4
2011 - 2012
97,6
93,7
90,2
2010 - 2011
92,3
93,8
94,4
Ik heb een leven lang moeten oefenen om te kunnen tekenen als een kind. Picasso
40
HOOFDSTUK 9
E N K E L E P U B L I C AT I E S
Wie steeds met beide benen op de grond staat, komt nooit een stap vooruit.
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
41
9.1 P U B L I C A T I E S In deze gids hebben we de belangrijkste informatie voor u bijeengebracht. In de tekst wordt regelmatig verwezen naar publicaties die u uitvoeriger over bepaalde aspecten van de NSG informeren. Een aantal daarvan ontvangt u – meestal via uw zoon of dochter – automatisch, andere kunt u aanvragen bij het secretariaat van de school. Ook op de website van de NSG (www.nsg-groenewoud.nl) zijn veel publicaties van de school te vinden, via de zoekfunctie (rechterbovenhoek) op de website kun u deze gemakkelijk terugvinden. Veel schoolactiviteiten worden ook vermeld op onze Facebookpagina. Deze is bereikbaar via de icoon op de website van de school.
Vertrouwensinspecteurs Voor klachten over seksuele intimidatie, fysiek en psychisch geweld, discriminatie, extremisme e.d. Telefoon: 0900 111 3111 Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS) Postbus 17061, 1001 JB Amsterdam Telefoon: (020) 524 40 60 Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO, voorheen IB-groep) Informatie studiefinanciering, inschrijving MBO/HBO/WO, loting e.d.) www.duo.nl Telefoon: (050) 599 77 55
9.2 N U T T I G E A D R E S S E N E N T E L E F O O N NUMMERS Secretariaat NSG Telefoon: (024) 323 44 55
Balans, vereniging van ouders van kinderen met gedrags- of leerstoornissen Weltevreden 4a, 3731 AL De Bilt Telefoon: 0800 - 5010 (keuze 2)
Scholengroep Rijk van Nijmegen (SGRVN) Postbus 6687, 6503 GD Nijmegen Bezoekadres: Toernooiveld 100, 6525 EC Nijmegen Telefoon: (024) 352 25 55
Regionale klachtencommissie BEVO (bestuurlijk overleg)/ centrale commissie van beroep eindexamens Postbus 40020, 6504 AA Nijmegen
Onderwijsinspectie
[email protected], www.onderwijsinspectie.nl Telefoon: 1400
De fantasie van de één kan de werkelijkheid van een miljoen anderen veranderen. Maya Angelou
C O L OFO N Tekst: NSG, CVA communicatie en teksten, Caroline van Amerongen, Lys Norbruis Ontwerp: Westen Design, Nijmegen Foto’s: Leerlingen van de NSG, Ester Tak
Bezoekadres hoofdlocatie Van Cranenborchstraat 7 6525 BM Nijmegen Telefoon (024) 323 44 55 Fax (024) 360 10 41
[email protected] www.nsg-groenewoud.nl Postadres Postbus 31462 6503 CL Nijmegen
Vanaf 1 januari 2016 Tijdelijk bezoekadres hoofdlocatie Groenewoudseweg 1 6524 TM Nijmegen
NIJMEEGSE SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWOUD
Cultuur
Bèta
Begeleiding
VMBO T HAVO VWO
V M B O T H AV O ATHENEUM GYMNASIUM