SCHOOLGIDS CBS De Zaaier Een school waar je mag laten zien wat je kunt
G ERSTELAND 1, 9932 HZ D ELFZIJL T (0596) 680661 E INFO .ZAAIER @ NOORDKWARTIER .NL I WWW .BASISSCHOOLDEZAAIER.NL
Delfzijl, 8 december 2015
1
Inhoudsopgave Woord vooraf Hoofdstuk 1 De school 1.1 De visie van onze school 1.2 Het klimaat van de school 1.3 Ontwikkelingen 1.4 Novilo 1.5 Situering van de school 1.6 Schoolgrootte 1.7 De naam van de school 1.8 De stichting Hoofdstuk 2 De organisatie van de school 2.1 Schoolorganisatie 2.2 De activiteiten voor de leerlingen Hoofdstuk 3 De zorg voor de leerlingen 3.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school 3.2 Het volgen van de ontwikkelingen van de leerlingen in onze school 3.3 De speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften 3.4 De jeugdgezondheidszorg op de basisschool 3.5 Passend Onderwijs 3.6 De begeleiding van de overgang van leerlingen naar het voortgezet onderwijs Hoofdstuk 4 Personeel 4.1 Wijze van vervanging bij ziekte, compensatie- of studieverlof, scholing 4.2 De begeleiding en inzet van stagiair(e)s 4.3 Scholing van leerkrachten Hoofdstuk 5 De ouders 5.1 Ouderparticipatie 5.2 Contact met ouders en informatievoorziening 5.3 Inspraak 5.4 Ouderactiviteiten 5.5 Overblijfmogelijkheden 5.6 Contact tussen leerkracht en ouders 5.7 Ouderbijdrage 5.8 Vrijwillige, ouderbijdrage van de afdeling voor hoogbegaafde kinderen 5.9 Klachtenregeling 5.10 Projectgeld 5.11 Diverse acties Hoofdstuk 6 De resultaten van ons onderwijs 6.1 Cijfers over specifieke zorg voor leerlingen 6.2 Uitstroomcijfers 6.3 Onderwijsinspectie Hoofdstuk 7 Regeling school- en vakantietijden 7.1 Schooltijden 7.2 Pleinwacht en pleinregels 7.3 Regels m.b.t. verlof en schoolverzuim 7.4 Vakanties
2
3
4 4 5 6 6 7 7 7
7 8
12 12 14
16
17 17 17
18 18 18 19 19 19 19 19
19 20 20
21 21 21
23 22 22 22
Woord vooraf Voor u ligt de schoolgids van CBS De Zaaier. De school waar je mag laten zien wat je kunt! Deze schoolgids is geldig van 2014 t/m 2018. Naast deze schoolgids ontvangt u aan het begin van elk schooljaar een bijlage met de nieuwste gegevens, zoals de schoolvakanties, gymnastiektijden, de ouderraad en de medezeggenschapsraad. De schoolgids voorziet u van informatie over tal van zaken, die van belang zijn voor het goed functioneren van de school, het zich welbevinden van uw kind(eren) en het onderlinge contact tussen ouders, personeel, bestuur, ouderraad, medezeggenschapsraad en overige personen, die in onze schoolorganisatie een taak hebben. Daarnaast informeert de schoolgids u ook over de doelstellingen van ons onderwijs en de organisatie van de school. Een belangrijk boekje. Vaak een antwoord op vragen. Wij vragen u daarom deze schoolgids goed te bewaren en deze de komende jaren te gebruiken. Voorziet dit boekje met de bijlage niet in een antwoord op uw vraag, dan kunt u daarvoor bij ons terecht. Ook voor op- en aanmerkingen houden wij ons aanbevolen. De Zaaier is een dynamische vooruitstrevende school. Sinds augustus 2013 worden we begeleid door Novilo. Novilo begeleidt basisscholen in het creëren van een plek voor getalenteerde en hoogbegaafde leerlingen. Daarnaast zijn productiviteit , het behalen van de kerndoelen en het aanleren van vaardigheden bij ieder kind van groot belang. Projecten doen we schoolbreed. Ouders zijn zeer betrokken en ondersteunen ons bij veel activiteiten. Elk kind heeft recht op onderwijs wat past bij de persoonlijke vermogens. Concreet betekent dit dat De Zaaier de leerlingen de ruimte wil geven zich te ontwikkelen en daagt ze de leerlingen uit datgene te bereiken wat voor hem of haar mogelijk is. Belangrijk hierbij is plezier hebben en houden in school en wat daar wordt aangeboden. De Zaaier heeft 68 kinderen in de reguliere groepen en 77 in de groepen voor hoogbegaafde kinderen. In september 2009 zijn we begonnen met de start van onze afdeling voor hoogbegaafde kinderen. Wij hopen dat deze schoolgids zal bijdragen tot een goede samenwerking tussen ouders en school. We willen kinderen, ouders en medewerkers van onze school een hele goede tijd toewensen. Namens het team, Koen van Gerven
3
1.1 De visie van onze school We willen proberen er voor te zorgen dat De Zaaier een plaats is waar kinderen zich veilig en vertrouwd voelen. Vanuit die vertrouwde sfeer willen we dat kinderen zoveel mogelijk leren en leggen daarbij de nadruk op de basisvaardigheden (rekenen, lezen en taal), zonder de overige vakgebieden te kort te doen. Wij willen de kinderen leren op een goede en respectvolle manier met elkaar om te gaan. De Zaaier is een christelijke school. Dat houdt in dat er vrijwel dagelijks Bijbelverhalen worden verteld. Daar mag het echter niet bij blijven. Gelijke rechten, verdraagzaamheid, samenwerking, zorg voor de zwakken en solidariteit moeten belangrijk zijn binnen onze school waarbij respect het uitgangspunt is. We proberen elke dag weer de woorden van Jezus waar te maken. Overigens in de overtuiging dat dit een zeer moeilijke opdracht is, waar we samen aan mogen werken. Als schoolteam willen we vorm geven aan een school waar elk kind zichzelf mag laten zien. Daarmee bedoelen we dat het kind méér is dan een leerling. Kinderen nemen hun eigen ‘talenten’ mee, of anders gezegd: iedereen is wel ergens goed in. We willen kinderen de ruimte bieden, letterlijk en figuurlijk, om te laten zien waar ze goed in zijn. Ook bouwen we aan een school waar elk kind gekend wordt. We willen niet alleen de kinderen bij naam kennen, maar ook de persoon die de naam draagt willen we kennen. We voelen ons verantwoordelijk voor het wel en wee van al onze kinderen. Niemand is gelijk of hetzelfde, gelukkig maar. Dat vaststellen is één, maar er ook daadwerkelijk rekening mee houden is twee. Dat laatste is een uitdaging die we als personeelsleden van de Zaaier aan willen gaan. Hiervoor willen we ook de voorwaarden scheppen. Eén van de belangrijkste voorwaarden is dat kinderen zich in een rustige schoolomgeving kunnen ontwikkelen. Met rust bedoelen we dan het respectvol met elkaar omgaan, rekening met elkaar houden, zorg voor elkaar hebben en weten wat de regels zijn. Dit is niet iets wat we uit een methode aanleren, maar onze manier van samenleven. Bovendien is het iets wat we als schoolteam willen ‘voorleven’. In zo’n omgeving waar rust heerst leren en ontwikkelen kinderen zich het best. We zijn in onze school bezig om ons onderwijs díe vorm te geven die daar naar onze mening het best bij past. We werken aan onderwijs op maat. Dat houdt ondermeer in dat kinderen meer bij hen passend onderwijs krijgen. Dit gebeurt nu bijvoorbeeld al door het werken met weektaken. Op die manier differentiëren in tempo, niveau en instructie komen kinderen meer aan hun ‘trekken’, zowel de kinderen die het leren moeilijk vinden als de kinderen die daar helemaal geen moeite mee hebben. We proberen de omgeving waarin de kinderen werken aantrekkelijker te maken. Niet alleen door de aankleding van het gebouw, maar ook door het leeraanbod te variëren, zowel inhoudelijk als op materieel gebied. Kinderen leren ook veel van elkaar. Daar kun en moet je als school gebruik van maken door kinderen te laten samenwerken en naar elkaars oplossingsmethoden te laten vragen. Door onze veranderende manier van werken worden kinderen zelfstandig, kritisch en meer zelfverantwoordelijk voor hun werk- en leerproces. We houden hun ontwikkeling daarbij scherp in de gaten. Dit doen we bijvoorbeeld door te toetsen, onze ogen de kost te geven en over de kinderen te praten.
4
1.2 Het klimaat van de school We streven naar een veilig klimaat waarbij de open communicatie met en naar de ouders een belangrijke plaats inneemt. Veel mensen beseffen dat de sfeer waarin een kind moet opgroeien van groot belang is om een volwaardig mens te worden. Wij stellen daarom een vriendelijk, veilig en open klimaat met orde en regelmaat op prijs. Pas als het kind zich veilig voelt, kan het zich ontwikkelen. Juist regelmaat biedt een kind kansen. We proberen de drempel voor ouders om de school binnen te komen laag te houden. Heeft u problemen of vragen, kom er gerust mee. 1.3 Ontwikkelingen In het onderwijs is het onmogelijk om ‘stil te blijven staan’. Immers het onderwijs hoort midden in de maatschappij te staan en aangezien deze maatschappij continu verandert zal ook de school kritisch open moeten staan voor veranderingen. Ook op De Zaaier proberen we het onderwijs voortdurend te verbeteren en te ontwikkelen. Hierbij staan twee vragen centraal: 1. Wat vraagt de maatschappij van onze kinderen? 2. Op welke manier doen we recht aan onze leerlingen? Met andere woorden: hoe kunnen we ons onderwijs nog meer op onze specifieke schoolbevolking toesnijden? De integratie van de beide afdelingen van de school neemt een belangrijke plaats in de komende jaren. Het is van belang dat beide afdelingen als één school worden gezien. We zoeken naar manieren waarop beide afdelingen elkaar kunnen versterken. We willen het onderwijs aan meerbegaafde kinderen op De Zaaier meer en beter gestalte geven. We willen deze groep kinderen passend onderwijs bieden. Dit betekent o.a. leerstof op eigen niveau en meer aandacht voor verbreding. 1.4 Novilo Uw kind zit op een school die door Novilo begeleid wordt. Novilo begeleidt scholen, leerkrachten en ouders in het creëren van een plek waar leerlingen goed tot hun recht komen, maar vooral goed in hun vel zitten. Novilo begeleidt hoogbegaafde en getalenteerde leerlingen op alle niveaus. Van reguliere klassen tot aparte scholen voor hoogbegaafde leerlingen. Als leidraad gebruiken we het boek ‘De 7 uitdagingen’. In de praktijk blijkt deze methodiek voor alle kinderen van toepassing. We zijn gestart met het maken van een schoolbeleidsplan. Alle schoolprocessen staan hierin beschreven. Het gaat hierbij om regels en afspraken, de manier van toetsen, leerlijnen, ofwel hoe we werken. 1.5 Situering van de school Fivelzigt is de naam van een wijk in Delfzijl. De wijk is gelegen in Delfzijl-West en ligt tussen het Damsterdiep en de spoorlijn in. De wijk is genoemd naar de voormalige rivier de Fivel die in de nabijheid heeft gelopen. De wijk is aangelegd in de jaren zeventig. Daarna is de wijk in de jaren '90 nog uitgebreid. Fivelzigt bestaat voornamelijk uit koopwoningen. In de wijk ligt ook de steenfabriek Fivelmonde. In de wijk ligt verder nog de historische boerderij Fivelzigt. In de volksmond ook wel de boerderij "Bruining - Van de Berg" genoemd. Deze boerderij wordt momenteel gerestaureerd een krijgt een recreatieve bestemming. Deze boerderij wordt gebruikt als uitzendbureau.
5
1.6 Schoolgrootte 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014 regulier 65 70 66 69 68 afd v hbk 32 54 54 60 77 totaal 97 124 120 129 145 Het leerlingenaantal van onze school is het afgelopen jaar sterk toegenomen. Dit heeft mede te maken met de komst van de afdeling voor hoogbegaafde kinderen. Onze school heeft ongeveer 145 leerlingen. We verwachten voor de komende jaren stabilisatie en waarschijnlijk een lichte stijging van het leerlingenaantal. Aan onze school zijn negen leerkrachten verbonden. Vaak hebben leerkrachten een specifieke extra taak als taalcoördinator, rekencoördinator cultuurcoördinator of coördinator hoogbegaafdheid. Naast groepsleerkrachten ziet u een intern begeleider, een adjunct-directeur en een directeur. Bij het bezoeken van onze school is de kans groot dat u onze conciërge aantreft. Na lestijd is onze schoonmaakster aanwezig in de school. Voor de afdeling voor hoogbegaafde kinderen hebben we verschillende vakdocenten. Verder beschikken we over een vakleerkracht voor gymnastiek. 1.7 De naam van de school Als christelijke school proberen we een boodschap uit te dragen in de hoop dat het zaad in de goede grond valt en vrucht draagt. Bovendien hopen we dat hetgeen de kinderen in onze school leren bijdraagt aan een succesvol leven. De naam van onze school heeft te maken met de gelijkenis die Jezus destijds aan de mensen heeft verteld: de gelijkenis van het zaad. 1.8 Stichting Noordkwartier De CBS De Zaaier is één van de dertien scholen van de Stichting voor Christelijk Primair Onderwijs ‘Noordkwartier’ in de gemeente Delfzijl, Appingedam en Loppersum. Bezoekadres: Noordkwartier Noordersingel 1 9934 AK Delfzijl 0596-632397
[email protected] Postadres: Noordkwartier Postbus 10 9930 AA Delfzijl De stichting is door fusie ontstaan uit de verenigingen van de gemeenten Delfzijl/Appingedam en Loppersum. Er wordt gewerkt met een Raad van Toezicht en een College van Bestuur (bovenschools management), volgens de code goed bestuur. De Raad van Toezicht vergadert 10 keer per jaar, waarvan 2 keer met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De belangrijkste zaken waar zij zich mee bezig houden zijn o.a. de taakverdeling tussen bestuur en directie en beleid t.a.v. personeel, financiën en onderwijs.
6
Hoofdstuk 2 De organisatie van de school 2.1 Schoolorganisatie Op onze school werken directie, de intern begeleider en leraren op planmatige wijze samen om ervoor te zorgen dat ieder kind zich naar eigen capaciteiten optimaal ontwikkelt. We streven hierbij steeds naar de meest effectieve en haalbare ondersteuning voor al onze leerlingen. We werken via het zogenaamde leerstofjaarklassensysteem. Dit houdt in dat kinderen een jaar lang in dezelfde groep met elkaar aan dezelfde leerstof werken. We werken ook aan adaptief onderwijs’. Bij adaptief onderwijs krijgen kinderen onderwijs aangeboden dat het best bij hen past. Er wordt dan rekening gehouden met de mogelijkheden die het kind heeft. En dat is voor ieder kind natuurlijk verschillend. In het onderwijs zijn we gewend om extra aandacht te geven aan kinderen die moeilijkheden ondervinden bij het leren. Op allerlei manieren wordt tijd en energie gestoken in het vinden van manieren om de leerstof voor deze kinderen toch ‘begrijpbaar’ te maken. Dat is in ons systeem ‘ingebakken’. Veel minder aandacht was er vaak voor kinderen voor wie de leerstof veel te gemakkelijk was. Deze kinderen gingen zich vervelen, voelden zich eenlingen en lieten storend gedrag zien met alle gevolgen van dien. Wij zien het als een uitdaging om ook deze kinderen aan hun ‘trekken’ te laten komen. We hebben een visie geformuleerd op het onderwijs aan meer- en hoogbegaafde kinderen. We hebben geïnvesteerd in extra materialen en het team heeft scholing op dit gebied gevolgd. Ondanks deze inspanningen is er een kleine groep kinderen, ongeveer 2 à 3 %, waarvoor het onderwijsaanbod niet passend is. Dit is één van de redenen geweest om een aparte afdeling op te zetten. Hier krijgen hoogintelligente kinderen een meer passend onderwijsaanbod volgens het Novilo concept. Op deze manier komen alle kinderen met hun eigen mogelijkheden aan bod en zijn we op weg naar meer adaptief onderwijs. Ons motto daarbij is ‘laat maar zien wat je kunt’. Groepering Op een kleine school als de onze werken we met combinatiegroepen. We proberen jaarlijks de groepen zo samen te stellen dat het aantal leerlingen per combinatiegroep zo rond de twintig ligt. Hoe er gecombineerd wordt hangt overigens af van het aantal leerlingen en de door het ministerie beschikbaar gestelde formatie. Uit een landelijk onderzoek van een aantal jaren geleden is gebleken dat kinderen in combinatieklassen niets minder leren dan in enkele klassen. Integendeel zelfs: jongere kinderen kunnen veel van oudere kinderen leren. De verdeling van de leraren over de groepen staat vermeld in de informatiekalender die we jaarlijks uitgeven. Organisatie van de zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Kinderen willen graag steeds weer wat nieuws leren. Wij proberen hen daartoe uit te dagen. We houden de leerprestaties van de kinderen nauwkeurig bij, zodat we snel kunnen helpen als zich een probleem voordoet. De interne begeleider (IB’er) coördineert de leerlingenzorg en houdt de toetsgegevens bij. Leerlingen die extra hulp nodig hebben bij hun dagelijks werk ontvangen dit in de
7
groep van de eigen leerkracht. Extra hulp wordt individueel maar ook aan groepjes kinderen gegeven. 2.2 De activiteiten voor de leerlingen Weektaken In onze school wordt in alle groepen gewerkt met weektaken. Een weektaak is een verzameling taken die elk kind in een week tijd gemaakt moet/ mag hebben. Dagelijks krijgen de kinderen tijd om aan hun weektaak te werken. De volgorde van taken bepalen de leerlingen in veel gevallen zelf. Ook houden de leerlingen zelf bij welke taken ze al gemaakt hebben. De inhoud van de weektaak verschilt per week, maar kan ook per kind verschillen. Eén en ander is afhankelijk van de individuele mogelijkheden van de kinderen. De inhoud van de weektaken sluit aan bij de leerstof waar de kinderen op dat moment mee aan het werk zijn. Activiteiten in de onderbouw Kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. Wij praten veel met leerlingen over allerlei onderwerpen zodat ze veel woorden leren en goed leren spreken. Dat is belangrijk als voorbereiding voor het latere taal- en leesonderwijs. Voor kleuters is het belangrijk dat zij zich kunnen uiten in verschillende bewegings- en expressie-activiteiten. Wij sluiten hierbij aan bij hun motorische, emotionele en sociale ontwikkeling en proberen deze op een positieve wijze te stimuleren. De kleuters werken en spelen aan tafels, in hoeken, maar ook op het speelplein en in het speellokaal. Elke schooldag begint in de kring en daarin keren de kinderen ook steeds weer terug. Vaak zitten leerlingen tweeënhalf á drie jaar in een kleutergroep. Het is afhankelijk van hun geboortedatum en hun aard en aanleg. We vinden het belangrijk dat een kind succesvol groep 3 kan doorlopen. Dit lukt goed als een kind daar aan toe is. Soms zien we een kind liever wat langer in groep 1 of 2, dan jarenlang op de tenen de school doorlopen. Indien dit voor uw kind zou gelden, is er vroegtijdig en regelmatig overleg met de leraar. Basisvaardigheden Hieronder verstaan we de vakgebieden ‘lezen’, ‘schrijven’, ‘taal’ en ‘rekenen’. Leren lezen In groep 2 wordt al veel gedaan aan het voorbereiden van het leren lezen. In groep 3 starten we met de nieuwste versie van de methode Veilig Leren Lezen. Bij het ene kind gaat dit sneller dan bij het andere. Daarover hoeft u zich geen zorgen te maken. Aan het eind van groep 4 halen vrijwel alle kinderen een voldoende leesniveau. Behalve aan het technisch leren lezen besteden we in onze school ook veel aandacht aan het voortgezet technisch lezen. Het leren lezen houdt niet op na groep 4. Alle vaardigheden moet je onderhouden en waar het kan verbeteren. Dat geldt ook voor het technisch lezen. Het voortgezet technisch lezen gebeurt dan ook tot en met groep 8. Misschien nog wel belangrijker is het dat kinderen begrijpen wát ze lezen. Op die manier kunnen ze het lezen als instrument gebruiken om bijv. kennis te vergaren. Het begrijpend lezen is dan ook onderdeel van ons onderwijsprogramma. Iets wat je met plezier doet, gaat je ook gemakkelijker af. Plezier in lezen bevordert dan ook de techniek van het lezen. Om het plezier in lezen te stimuleren wordt er ook aan boekbesprekingen, bibliotheekbezoek, het lezen van kranten, voordracht lezen, het maken en voorlezen van gedichten, enz. aandacht besteed. Lezen is meer dan een techniek alleen.
8
Taal Nog steeds vinden we het belangrijk dat leerlingen foutloos kunnen schrijven en dat proberen we ze dan ook te leren. Maar er is nog veel meer. Taal vind je terug in veel aspecten van het dagelijks leven. Overleggen, plannen maken, samenwerken, een gesprek voeren, afspraken maken, jezelf voorstellen, jezelf presenteren, een vraag mondeling beantwoorden, iets uit kunnen leggen, iemand de weg kunnen wijzen, ergens bezwaar tegen maken, een compliment geven. Dit zijn allemaal dingen die met taal te maken hebben. Taal is niet alleen een kwestie van schrijven. Ook het mondeling taalgebruik neemt een grote plaats in. Het mondeling taalgebruik proberen we dan ook op allerlei manieren te stimuleren. We zien taal als een ‘voertuig’ waar de kinderen nu en in de toekomst gebruik van kunnen maken om hun doelen te bereiken. Rekenen Het rekenen bestond vroeger uit sommen maken, tafels leren, optel- en aftreksommen, vermenigvuldigen, staartdelingen en breuken. Daar moest je maniertjes voor leren. Leerlingen leren op onze school onder meer rekenen door het oplossen van praktische problemen die ze in het dagelijks leven tegenkomen. Kinderen leren ook grafieken en tabellen op te stellen, soms aan de hand van gegevens die ze verzameld hebben. Maar ook nu worden nog de tafels geleerd. Dit gebeurt vooral in groep 4 en 5. We werken in de reguliere groepen met de methode Rekenzeker. Een overzichtelijke, goed gestructureerde methode waarmee zowel leerlingen als leerkrachten prettig kunnen werken. In de groepen van de afdeling voor hoogbegaafde kinderen wordt gewerkt met de methode Alles Telt. Hier wordt gedeeltelijk digitaal mee gewerkt. Schrijven Vroeger was ‘schoonschrijven’ van het grootste belang. Ook nu willen we leerlingen nog graag netjes leren schrijven, maar vooral willen we ze een vlot en goed leesbaar handschrift aanleren waarmee ze ook in het voortgezet onderwijs uit de voeten kunnen. Vanaf groep 3 (februari, maart) leren we de leerlingen met een vulpen schrijven. Wereldoriënterende vakken Geschiedenis, biologie en aardrijkskunde worden op onze school vanaf groep 5 als verschillende vakken onderwezen, zodat we dieper op de onderwerpen kunnen ingaan. We zorgen ervoor dat leerlingen Nederland, Europa en de werelddelen leren kennen en hoe mensen er leven. Naarmate de leerlingen ouder worden krijgen ze steeds vaker de opdracht thuis de plaatsen op een kaart te leren. Dit is tevens een goede training voor het geheugen. De leerlingen leren over de geschiedenis van ons land, soms uit verhalen of leesteksten, soms door een verslagje te schrijven waarvoor uit boeken of van internet dingen moeten worden opgezocht. Via Fivelsgoud van het IVAK leren onze leerlingen ook veel over de geschiedenis in hun eigen omgeving (zie www.fivelsgoud.nl ). Bij biologie besteden we aandacht aan het dieren-, mensen- en plantenleven. Soms gaan we daarvoor de school uit. Zelf zien, ervaren en ontdekken is de beste manier van leren. Soms halen we de planten of dieren juist in de groep, bijvoorbeeld om te volgen hoe een rups zich ontwikkelt tot vlinder of hoe kikkervisjes groeien tot heuse kikkers. In de groepen 1 t/m 4 worden de wereldoriënterende vakken niet afzonderlijk gegeven. Er worden in deze groepen onderwerpen behandeld die voor jonge kinderen interessant zijn en aan de hand daarvan worden kennis en inzicht aangebracht op dit gebied. Regelmatig worden er in alle groepen uitzendingen gevolgd van Schooltv. Op de afdeling voor hoogbegaafde kinderen wordt veel gewerkt met projecten waarin dit vakgebied aan de orde komt.
9
Cultuur en expressie Op onze school is er aandacht voor cultuureducatie. We werken hierbij veel samen met het IVAK. Zij ondersteunen ons op allerlei terreinen zoals: tekenen, muziek, dans, drama enz. We proberen musea en theatervoorstellingen te bezoeken, zodat onze leerlingen ook plezier krijgen in en aandacht voor deze dingen. Je hoort meer in muziek, wanneer je zelf een paar noten kunt spelen. Je waardeert een schilderij of tekening meer als je ook wel eens een penseel in je handen hebt gehad. Door op deze manier met kunst bezig te zijn hopen we dat de kinderen kunst leuk gaan vinden. Vooral bij de kleuters wordt veel tijd besteed aan expressie activiteiten. De oudere kinderen krijgen tekenen, handvaardigheid, muziekles en drama. Deze vakken zitten ook in het atelier-systeem. Het IVAK begeleidt ons elk jaar bij het uitvoeren van een aantal expressie-activiteiten. Elk schooljaar kiezen we een aantal andere activiteiten zodat muziek, dans, drama, tekenen en handvaardigheid regelmatig aan bod komen. Lichamelijke opvoeding De kleuters hebben de beschikking over een speellokaal waar ze de noodzakelijke beweging kunnen krijgen, zodat we ook op school aan hun lichamelijke ontwikkeling kunnen werken. Ze hebben geen aparte gymkleding nodig, want ze gymmen in hun ondergoed. Wel moeten ze gymschoenen dragen ter voorkoming van voetwratten. Deze schoenen blijven op school. Daarnaast spelen de jongste kinderen bij mooi weer buiten. De kinderen van groep 3 tot en met 8 krijgen één keer per week een zogenaamde ‘clusterles’ van de vakleerkracht Peter Griep. De gymles wordt in gymzaal ’t Rek gegeven. Een clusterles is niets meer of minder dan twee lessen achter elkaar. De kinderen hebben sportkleding en gymschoenen nodig. Computeronderwijs Computers zijn niet meer uit het onderwijs weg te denken en dat geldt ook voor ons onderwijs. In alle lokalen staat een aantal computers waarmee dagelijks wordt gewerkt. Tijdens de lessen worden veel educatieve programma’s gebruikt. Bovendien worden de computers ingezet als informatiebron (internet). Het internet gebruiken we ook om tijdens de lessen ondersteunende filmfragmenten of illustraties te laten zien via het digitaal schoolbord. De leerling van de afdeling voor hoogbegaafde kinderen werken allemaal op hun ‘eigen’ MacBook. Deze gaat ook mee naar huis en wordt intensief gebruikt. De keuze voor Apple heeft o.a. te maken met de sterke grafische kanten van de programmatuur waardoor de creativiteit wordt aangesproken. Engels In groep 6, 7 en 8 wordt Engels gegeven. Leerlingen leren eenvoudige gesprekjes te voeren over allerlei dagelijkse onderwerpen. Het is vooral bedoeld om de angst voor een vreemde taal weg te nemen. In de groepen van de afdeling voor hoogbegaafde kinderen wordt in alle groepen Engels gegeven. Beheersing van de Engelse taal zorgt ervoor dat meer informatie bereikbaar wordt en geeft meer mogelijkheden tot communicatie. Godsdienst In onze school werken we met de methode ‘Trefwoord’. De Bijbelverhalen worden verteld, maar er wordt ook heel duidelijk een ‘link’ gelegd naar de wereld van nu. De leerlingen leren liedjes uit de methode, maar ook uit andere liedbundels. In de hogere groepen wordt ook aandacht geschonken aan andere wereldgodsdiensten.
10
Verkeer Vanaf groep 3 worden er verkeerslessen gegeven. De kinderen leren hoe ze zich als goede verkeersdeelnemers moeten gedragen. In groep 7 doen de kinderen theoretisch en praktisch verkeersexamen. Aan onze school is een verkeersouder verbonden. Deze ouder coördineert o.a. activiteiten op het gebied van het verkeer. Sociale redzaamheid Bij sociale redzaamheid leren kinderen om op een goede manier om te gaan met anderen en met zichzelf. Er wordt de nodige aandacht besteed aan het voorkomen en omgaan met conflicten. Als schoolteam hebben we een zgn. ‘Pestprotocol’ opgesteld. Hierin staan de stappen die we zetten op het moment dat we een pestprobleem signaleren. Ook nemen we jaarlijks in de groepen 5, 6, 7 en 8 de digitale pesttest af en worden in alle groepen sociogrammen gemaakt. Op die manier hopen we zicht te krijgen op evt. ‘onzichtbare’ of ‘onderhuidse’ pestproblemen. Om er vervolgens mee aan de slag te gaan, maar dat lijkt ons vanzelfsprekend. Een nieuw fenomeen in ons digitale tijdperk is het digitaal pesten. Op het internet, bijv. via Facebook, zeggen mensen (dus ook kinderen) veel gemakkelijker dingen tegen elkaar dan tijdens een daadwerkelijk gesprek. Dat kunnen dan aardige, vriendelijke of leuke dingen zijn, maar ook onaardige of zelfs vreselijke dingen. Digitaal pesten dus. Daarom willen wij ouders adviseren om af en toe eens mee te kijken wanneer uw kind chat of appt. Wist u overigens dat u het berichtenverkeer ook kunt printen? Verderop staat hoe u dit kunt doen. U kunt het gevaar met uw kind bespreekbaar maken, dat kan een hoop ellende voorkomen. Enkele tips voor het internetgebruik: Voor ouders: - zet de pc in een ruimte waar u zelf vaak bent. U kunt zien wat uw kinderen doen en ingrijpen als dit nodig is - weet waar uw kind het over heeft en ga zelf eens surfen op het net. Wissel ervaringen uit met andere ouders - via Berichtgeschiedenis kunt u kijken wat voor bericht uw kind verstuurd of ontvangen heeft. Dit doet u via Extra – Opties – Berichten – Geschiedenis weergeven - maak afspraken met uw kinderen over het pc-gebruik en hang deze bijv. naast de computer - bespreek onderstaande tips met uw kinderen, wanneer ze daar de leeftijd voor hebben. Voor kinderen: - niet alles wat je op het internet leest is waar - download niet zomaar van alles - gebruik een nickname als je chat. Geef nooit je adres, telefoonnummer, wachtwoorden e.d. aan mensen waarmee je chat of msn’t - reageer niet op schelden of seksuele toespelingen - bel niet met kinderen die je alleen maar van het chatten kent, zonder dat je ouders dit weten - open nooit vreemde mailtjes of onbekende bijlagen - koop alleen iets via internet met toestemming van je ouders. E.H.B.O. De leerlingen van groep 8 krijgen E.H.B.O.-les. Aan het eind van de lessencyclus kunnen ze een diploma halen.
11
Hoofdstuk 3. De zorg voor de leerlingen 3.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school Ouders kunnen te allen tijde hun kind(eren) aanmelden op De Zaaier. Het is voor ons erg prettig in een vroeg stadium op de hoogte te zijn van de komst van uw kind. Het geniet de voorkeur om van tevoren even contact op te nemen met de school om een afspraak te maken. Wij kunnen dan alle tijd nemen voor een informatief gesprek en een rondleiding door de school om te laten zien wat De Zaaier te bieden heeft. Voor het aanmelden van leerlingen geldt in principe de volgende procedure: Na het kennismakingsgesprek met een rondleiding ontvangt u de benodigde informatie met een aanmeldingsformulier. Bij het inleveren van dit formulier worden nadere afspraken met u gemaakt. Om toegelaten te worden op een basisschool moet uw kind 4 jaar zijn, dus na de vierde verjaardag mag het kind naar school. Om alvast aan de school te wennen is het mogelijk om als gast toegelaten te worden voor de vierde verjaardag. De Wet op het Primair Onderwijs zegt dat de kinderen dan minimaal drie jaar en tien maanden moeten zijn. In overleg met de betreffende leerkracht mag het kind tot maximaal tien dagdelen komen kennismaken met de groep en de school. Dit hoeft geen aaneengesloten periode te zijn. Komt uw kind van een andere school, dan geldt grotendeels dezelfde procedure. Na het kennismakingsgesprek en de rondleiding nemen wij dan contact op met de huidige school van uw kind(eren) voor meer informatie. Alle verkregen informatie wordt in de intakecommissie besproken. Ook de samenstelling en de grootte van de groep wordt in de afweging meegenomen. Daarna volgt een besluit dat met de ouders wordt besproken. Bij een positief besluit mag het kind een of twee dagdelen meedraaien voordat het definitief wordt toegelaten. De Zaaier kent een afdeling voor hoogbegaafde kinderen. Omdat deze afdeling zich richt op een specifieke doelgroep is het een vereiste dat bij deze aanmeldingsprocedure een testverslag wordt overlegd met daarin een vermelding van het intelligentie quotiënt van het kind. 3.2 Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen in onze school Op verschillende manieren wordt de ontwikkeling van de kinderen gevolgd binnen de school. Een belangrijk middel is de observatie. De leerkrachten kijken hoe de kinderen werken en spelen, hoe ze de opdrachten vervullen, met anderen omgaan enz. Het dagelijks werk wordt door de leerkracht bekeken. Waar mogelijk krijgen de kinderen feedback op hun werk. Naarmate de kinderen ouder worden krijgen ze regelmatig een methodetoets. Ze kunnen dan laten zien wat ze de afgelopen periode geleerd hebben. Soms wordt dan een hiaat of een probleem ontdekt waar nog aan gewerkt moet worden. Door de hele school wordt gewerkt met methode-onafhankelijke toetsen. Deze worden hoofdzakelijk in de maanden januari en juni afgenomen. Dat gebeurt al in groep 1 en 2 met de toetsen Taal voor Kleuters en Rekenen voor Kleuters. Verder volgen we in deze groepen de beginnende geletterdheid met een aantal toetsen. Vanaf groep 3 nemen we toetsen af die gericht zijn op het technisch lezen (drie minutentoets en leestechniek), spelling, begrijpend lezen en rekenen en wiskunde. Daarnaast nemen we diagnostische toetsen af om de vorderingen of hiaten beter in beeld te krijgen. Als een kind vrijwel alle opdrachten van een toets goed heeft gemaakt, kiezen we voor de volgende moeilijkere toets om het niveau beter te kunnen bepalen. En om een probleem beter te kunnen analyseren nemen we aanvullende toetsen af zoals de AVI-leesteksten, het PI-dictee of de toets woordenschat. Deze toetsgegevens bepalen mede op welk niveau er verder geoefend gaat worden.
12
De toetsgegevens worden in een leerlingvolgsysteem opgenomen. Na het toetsen weten we wat het niveau van het kind is op de verschillende gebieden, welke vorderingen er zijn gemaakt en hoe het kind verder moet oefenen. In groep 8 doen de kinderen mee aan de Cito-eindtoets. Vanaf 2015 wordt deze toets in de maand april afgenomen. Daardoor kan deze toetsuitslag niet meegenomen worden in het advies aan het voortgezet onderwijs dat in maart gegeven wordt. Wel wordt deze uitslag gebruikt om de kwaliteit van ons onderwijs te toetsen. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen wordt in kaart gebracht. Dit doen we middels observatielijsten door de leerkrachten, maar vanaf groep 5 vragen we ook de kinderen om een vragenlijst in te vullen. We krijgen hiermee beter zicht op de betrokkenheid en het welbevinden van de verschillende leerlingen. De leerkrachten vullen twee keer per jaar de observatielijsten in, de kinderen doen dit een keer per jaar. Verslaglegging van de gegevens van de leerlingen Van elk kind wordt een leerlingendossier bijgehouden. Deels is dit op papier, maar in toenemende mate worden de gegevens digitaal opgeslagen in ons leerlingvolgsysteem. Naast toetsresultaten op methodetoetsen en Citotoetsen worden ook verslagen van gesprekken met ouders, testverslagen, handelingsplannen e.d. in dit systeem opgenomen. Deze informatie is uiteraard vertrouwelijk en alleen toegankelijk voor teamleden. Twee keer per jaar ontvangt u een rapportage van de vorderingen van uw kind. In dit rapport staat vermeld hoe het dagelijks werk beoordeeld wordt en het geeft daarnaast ook een beeld van de resultaten op de Citotoetsen. De kinderen leggen ook een portfolio aan met daarin een neerslag van de belangrijkste vorderingen, maar ook zaken waar ze trots op zijn. De oudste kinderen presenteren hun eigen portfolio aan hun ouders en de leerkracht. Ieder kind neemt twee keer per jaar het portfolio mee naar huis om die te laten zien. Verlaat uw kind de school, dan stelt de school een onderwijskundig rapport op voor de ontvangende school. In zo’n rapport staan de vorderingen beschreven maar ook eventuele andere bijzonderheden. Dit rapport wordt met de ouders besproken voordat het verstuurd wordt. Ouders tekenen dit onderwijskundig rapport voor gezien. Besprekingen in de school Vier keer per jaar bespreken de leerkrachten met elkaar en/of de intern begeleider de vorderingen en resultaten van de kinderen. Naast de leerontwikkeling kijken we ook naar het welbevinden en de betrokkenheid van de leerling. We zijn van mening dat het belangrijk is dat een kind lekker in zijn vel zit en met plezier naar school gaat. Mocht dit niet het geval zijn, dan proberen we er alles aan te doen om samen met de ouders daar verandering in te brengen. En mochten we pestgedrag signaleren dan gaan we dit via een gerichte aanpak van pester en gepeste dit zoveel mogelijk beperken. Hiervoor is een pestprotocol opgesteld.
Besprekingen met de ouders Twee keer per jaar nodigen we alle ouders uit voor een gesprek over hun kind. Twee keer per jaar is er de mogelijkheid voor een facultatief gesprek, vaak naar aanleiding van een handelingsplan of een speciale aanpak. Daarnaast bestaat altijd de mogelijkheid om een gesprek met de leerkracht aan te vragen. Indien gewenst kan de intern begeleider daarbij aanwezig zijn.
13
3.3 De speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Soms hebben kinderen moeite met de leerstof en behoefte aan extra uitleg. Dit organiseren we na de gewone instructie. Het grootste deel van de groep kan dan aan het werk waardoor de leerkracht de mogelijkheid heeft om de stof nog een keer door te nemen met een klein groepje. Ook geven we een aantal kinderen voorinstructie: de les wordt met hen voorbesproken zodat ze de groepsles beter kunnen volgen. Wanneer de ontwikkeling van een kind ondanks deze verlengde of voorinstructie stagneert, te langzaam gaat of hiaten vertoont, stellen we een handelingsplan op. In dit plan staat een analyse van het probleem, de doelen voor de komende 9 weken en de specifieke aanpak in deze periode. We hopen daarmee te bereiken dat het kind weer bijtrekt en zonder een handelingsplan kan werken in de groep. Uiteraard wordt dit plan met u besproken. Aan het eind van de periode evalueren we de doelen en de aanpak en bespreken we hoe we samen verder gaan. Zo’n plan kan ook worden opgesteld voor een speciale aanpak op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Denk hierbij aan het verbeteren van de taakaanpak, de concentratie, de omgang met anderen. Kampt een kind met ernstige leerproblemen, d.w.z. dat er een achterstand is van meer dan een jaar op een of meer vakgebieden dan kan • het programma worden aangepast (hoeveelheid en aard van het werk, het werktempo of het niveau). Er wordt een eigen leerlijn opgesteld waarin staat wat er aangepast wordt in de leerstof en wat het uiteindelijke doel is (minimaal de leerstof van groep 6) • gekozen worden voor een langer verblijf in een bepaalde groep. Dit wordt gedaan bij een bredere problematiek in de groepen 1 t/m 6. Hiervoor is een protocol doorstroom opgesteld. Daarnaast hebben we een speciale afdeling binnen de school met hoogbegaafde kinderen. Deze kinderen werken op hun eigen niveau. Ze besteden minder tijd aan de basisvakken. Maar ook hier kan de ontwikkeling op een vakgebied onvoldoende zijn. Als we dit constateren geldt voor hen ook dat ze aangepaste instructie krijgen of een handelingsplan om te bewerkstelligen dat ze weer voldoende vorderingen maken. Steeds houden we in de gaten of • het kind zich prettig voelt op school en lekker in zijn vel zit • het kind in de groep past • het gedrag van het kind niet storend is voor de groep • het kind redelijk zelfstandig kan werken • de veiligheid van het kind zelf, de medeleerlingen en de leraar gewaarborgd zijn • het kind voldoende vorderingen maakt We proberen de organisatie voor de leerlingen zo optimaal mogelijk te maken, maar: • de kinderen zitten in een combinatiegroep • de leerling kan zich ‘alleen’ voelen, hij kan de enige zijn met een probleem • er is geen therapeutische deskundigheid in school aanwezig • het kind kan specifieke materialen nodig hebben die niet op school aanwezig zijn • het schoolteam heeft beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en eventuele externe instanties die bijdragen aan de zorg Een goede begeleiding van de leerling werkt pas als er een goede samenwerking is tussen school en ouders en als er sprake is van vertrouwen in elkaar. Het kind is gebaat bij duidelijke afspraken waar een ieder zich aan kan houden binnen ieders mogelijkheden. Specialistische hulp
14
Soms hebben ouders vragen over de ontwikkeling van hun kind. Ze kunnen met hun vragen altijd terecht bij het Centrum voor jeugd en gezin. De mensen die in dit centrum werken zijn er om te luisteren, adviezen te geven en om mogelijkheden voor verwijzing te opperen.
3.4 De jeugdgezondheidszorg op de basisschool In de provincie Groningen wordt de jeugdgezondheidszorg voor kinderen van 0-19 jaar uitgevoerd door GGD Groningen. Tot de leeftijd van 4 jaar gaan ouders met hun kinderen daarvoor naar het consultatiebureau. Vanaf het vierde jaar komt u de medewerkers van de Jeugdgezondheidszorg tegen op de basisschool. In dit artikel leest u wat de Jeugdgezondheidszorg doet tijdens de basisschoolperiode. Onderzoek van gehoor, gezichtsvermogen, lengte en gewicht In groep 2 komt de doktersassistent van de GGD op school voor een onderzoek van het gehoor- en gezichtsvermogen. De kinderen worden dan ook gemeten en gewogen. Uw kind hoeft daarbij alleen de schoenen uit te doen. Ouders worden bij dit onderzoek niet uitgenodigd. Wilt u er toch bij aanwezig zijn? Dan kunt u dit van tevoren aangeven bij het Afsprakenbureau van GGD Groningen, telefoon 050 367 4990. De kinderen worden opnieuw gemeten en gewogen in groep 7. Alleen de schoenen gaan uit. Bij dit onderzoek zijn ouders niet aanwezig. Groep 7 krijgt dan ook een voorlichting over voeding en bewegen. De onderzoeken vinden alleen plaats als u als ouder hiervoor toestemming geeft. Als tijdens één van de onderzoeken blijkt dat iets niet (helemaal) goed is, krijgt u hiervan bericht. Samen met u wordt overlegd wat er moet gebeuren. Vragenlijst groep 2 Als voorbereiding op het onderzoek in groep 2 krijgen ouders een vragenlijst over de gezondheid en het welzijn van hun kind. Alle gegevens die u invult, worden vertrouwelijk behandeld. Op de vragenlijst kunt u ook aangeven of u een gesprek wilt met een verpleegkundige of arts van de GGD. De doktersassistent neemt de vragenlijsten door en noteert de gegevens in een Digitaal Dossier. Hebt u in de vragenlijst aangegeven dat er bijzonderheden zijn op het gebied van stem, spraak en/of taal? Dan bekijkt de logopedist, de verpleegkundige of arts van de GGD samen met u of er verder onderzoek nodig is. Vragenlijst groep 7 Ook in groep 7 krijgen ouders een vragenlijst. De doktersassistent neemt de vragenlijsten door en noteert de gegevens in het Digitaal Dossier. Op de vragenlijst kunt u aangeven of u een gesprek wilt met een verpleegkundige of arts van de GGD. De gegevens die u invult worden vertrouwelijk behandeld. Signaleringslijst Alle leerkrachten krijgen een signaleringslijst. Op deze lijst kunnen ze bijzonderheden over kinderen in hun groep aangeven. Een medewerker van de GGD bekijkt dan welke aanpak nodig is. Dat kan bijvoorbeeld een onderzoek zijn, maar ook een gesprek met u als ouders. Vaccinaties Alle 9-jarige kinderen ontvangen een uitnodiging van de GGD voor de vaccinaties DTP en BMR. Ze worden gevaccineerd om te voorkomen dat ze besmettelijke ziektes als bof, mazelen of rode hond krijgen. Alle 12-jarige meisjes ontvangen ook nog 2 keer een uitnodiging voor de HPV-vaccinatie. Deze vaccinatie is bedoeld om hen te beschermen tegen baarmoederhalskanker.
15
Vragen, twijfels De meeste ouders hebben wel eens vragen of twijfels over de groei en ontwikkeling van hun kind. Bijvoorbeeld: Mijn kind is veel kleiner dan klasgenootjes. Is dat normaal? Ik vind het lastig om grenzen te stellen voor mijn kind. Hoe kan ik dat verbeteren? Mijn kind kan moeilijk meekomen met sport. Kan ik daar wat aan doen? Eet mijn kind wel goed? Met al deze vragen kunt u terecht bij de Jeugdgezondheidszorg van GGD Groningen. Het maakt daarbij niet uit in welke groep uw kind zit. De verpleegkundige houdt regelmatig spreekuur op school of het Centrum voor jeugd en gezin. Op school is bekend waar en wanneer dit spreekuur is. U kunt ook bellen naar de Telefonische Advisering/CJG van de GGD, telefoon: 050 367 4991 (op werkdagen van 8.00 - 20.00 uur). Informatie over gezondheid en opvoeding Ook op de website van GGD Groningen vindt u veel informatie over gezondheid en opvoeding. Bijvoorbeeld over zindelijkheid, de seksuele ontwikkeling, pesten of ruzies tussen kinderen. Kijk hiervoor op www.ggd.groningen.nl/jeugd-opvoeding 3.5 Passend Onderwijs Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat: • Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken; • Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind); • Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg; • Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio geregeld kan worden. Samenwerkingsverband en subregio De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur Noordkwartier. Alle schoolbesturen van de provincie Groningen plus gemeente Noordenveld zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vier subregio’s. De scholen van Noordkwartier vallen onder de subregio Noord. De besturen in iedere subregio werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen. Onderwijs, passend bij iedere leerling Alle scholen binnen het SWV 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en schoolspecifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun schoolondersteuningsprofiel. U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze. Is de school handelingsverlegen, met andere woorden kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de subregio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit traject
16
wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling op die school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal (basis) onderwijs zijn. Speciaal (basis)onderwijs Voor een plaatsing in het speciaal (basis) onderwijs (*) moet de school, samen met u als ouders / verzorgers, een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband of via de school. Meer informatie voor ouders Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders. Het samenwerkingsverband 20.01 heeft een eigen website: http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/ Op deze website vinden ouders / verzorgers een apart tabblad met meer informatie over het ondersteuningsplan en de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen. Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders / verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs. Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010. Hier kunnen ouders / verzorgers terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010: (0800) 5010 (vaste telefoon, gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten mobiel), of via internet: www.5010.nl Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider (ib-er). Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te beantwoorden over de uitvoer van Passend Onderwijs op de school.
U bent van harte welkom contact op te nemen. (*) Voor blinde/slechtziende en dove/slechthorende kinderen geldt dat zij zich voor een plek in het speciaal onderwijs dienen te vervoegen bij resp. Visio en Kentalis. Zij hebben een eigen Commissie van Onderzoek die bepaalt of de leerling toelaatbaar is.
3.6 De begeleiding van de overgang van leerlingen naar het voortgezet onderwijs In maart wordt de definitieve keuze voor het voorgezet onderwijs gemaakt. Dit wordt gedaan op basis van een plaatsingswijzer (met daarin de toetsresultaten van groep 6, 7 en 8), het advies van de leerkracht, de wens van de ouders en de wens van het kind. Dit alles wordt samengevat in een Onderwijskundig Rapport. Dit wordt door ouders en school ondertekend.
17
Hoofdstuk 4 4.1 Wijze van vervanging bij ziekte, compensatie- of studieverlof, scholing Het is niet meer zo als vroeger dat een leraar vijf dagen de enige leraar van een groep is. Veel leerkrachten werken drie of vier dagen, sommigen zelfs twee. Bovendien hebben leraren recht op compensatieverlof (vroeger heette dit ADV). Soms zijn de personeelsleden afwezig voor studie of bijscholing of hebben ze voor één of meer dagdelen een andere taak op school. We proberen het zo te regelen dat er zo weinig mogelijk verschillende mensen voor een groep komen, maar dit is niet altijd mogelijk. In de bovenbouw kunnen leerlingen beter met verschillende leerkrachten omgaan dan in de kleutergroepen, waar de leerlingen vaak erg gehecht zijn aan hun eigen juf. Vervangers vinden bij ziekte is meestal een groot probleem. Wanneer we geen vervanger kunnen vinden, vragen we of onze parttimers een dag extra kunnen en willen werken. Kan dit niet, dan kunnen klassen worden samengevoegd en als ook dat niet meer lukt, kunnen kinderen een dag vrij krijgen. Daarover worden de ouders altijd minimaal een dag van tevoren geïnformeerd. Deze laatste maatregel, het naar huis sturen van groepen, proberen we uiteraard te allen tijde te voorkomen. 4.2 De begeleiding en inzet van stagiair(e)s Elk jaar komt een aantal stagiair(e)s in onze school om praktijkervaring op te doen. Af en toe geven zij ook lessen, soms helpen ze groepjes leerlingen en naarmate ze verder met hun studie zijn kunnen ze zelfstandiger werken. De eindverantwoordelijkheid ligt echter altijd bij de groepsleerkracht. Vierdejaarsstudenten komen soms langere tijd op onze school werken als Leerkracht In Opleiding (LIO-er). Soms hebben we ook stagiaires in de school van het Noorderpoortcollege. Zij doen de opleiding SPW (Sociaal Pedagogisch Werk) en lopen bij ons stage als bijv. klassenassistente. Voor de leerkrachten is het prettig om soms gewoon even wat extra handen in de klas te hebben. 4.3 Scholing van leerkrachten Elk jaar volgen de leerkrachten nascholingscursussen. Dit kan op velerlei gebied zijn. Behalve dat we kennis van buiten halen proberen we meer en meer van elkaars kennis gebruik te maken. Vaak is het zo dat individuele teamleden reeds veel expertise bezitten omtrent bepaalde onderwerpen. Kunst is het dan om deze expertise toegankelijk te maken, zodat ook andere teamleden hiervan gebruik kunnen maken. Door veel met elkaar over inhoudelijke onderwijskundige zaken te praten en samen te werken kunnen kennis en kunde gedeeld worden. Behalve cursussen en ‘van elkaar leren’ bezoeken we bijeenkomsten en/of conferenties. De bedrijfshulpverleners gaan elk jaar op herhalingscursus.
18
Hoofdstuk 5 De ouders 5.1 Ouderparticipatie Uit onderzoek blijkt dat het schoolsucces van kinderen mede wordt bepaald door de betrokkenheid van de ouders. Wilt u betrokken zijn: informeer wat uw kind op school gedaan heeft, stimuleer uw kind, bezoek de rapportbesprekingen en de ouderavonden en toon interesse voor het meegebrachte werk. De oudere kinderen krijgen huiswerk. Zeker in het begin hebben ze een stimulans nodig om er vroegtijdig mee te beginnen en er voldoende tijd aan te besteden. Het is geweldig als ouders af en toe aanwezig zijn bij speciale activiteiten, zoals als begeleider bij excursies of het helpen in de klas met een projectles of andere activiteit. 5.2 Contact met ouders en informatievoorziening Elke twee jaar wordt aan het begin van het schooljaar een klasseninformatieavond gegeven. In elke groep wordt door de groepsleerkrachten tekst en toelichting gegeven op de activiteiten in het nieuwe schooljaar. Ook wordt er jaarlijks een informatieve ouderavond georganiseerd in combinatie met de jaarvergadering van de ouderraad. Tijdens deze avond wordt informatie gegeven over de ontwikkeling van ons onderwijs, de gang van zaken in de school of wordt er een thema aan de orde gesteld. Aan het eind van het schooljaar organiseren we een ouderavond waarop o.a. de musical wordt gespeeld door onze oudste kinderen. Alle andere kinderen hebben ook een aandeel in het geheel. Op elke donderdagochtend organiseren we het oudercafé. Alle ouders worden dan in de gelegenheid gesteld om onder het genot van een kopje thee of koffie even bij te praten. Het oudercafé is van 8:30 uur tot 9:00 uur. Wanneer we in de school een activiteit organiseren worden hier ook vaak de ouders voor uitgenodigd. Het gaat dan vaak om een presentatie (bijv. tijdens het ‘Laatste Kwartier’), een opening of iets dergelijks. Hoewel we als school de momenten organiseren waarop ouders geïnformeerd worden, vinden we het nog belangrijker dat ouders, wanneer zij met vragen of onduidelijkheden zitten, contact met ons zoeken. Vragen die niet gesteld worden, kunnen we ook niet beantwoorden. Vragen die de ontwikkeling van uw kind of de gang van zaken in de groep van uw kind betreffen stelt u natuurlijk eerst aan de leerkracht van uw kind. Wanneer er tussentijds informatie naar de ouders gegeven moet worden, dan gebeurt dit door middel van een mailbericht naar de ouders. Dit proberen we wel zoveel mogelijk te beperken door de informatie in de weekbrief te zetten, maar soms ontkom je er niet aan. Veel informatie kunt u halen uit de schoolgids die nu voor u ligt. Wilt u meer weten over de plannen die de school heeft, dan kunt u het schoolplan inzien. Dat kan in de school, maar nog gemakkelijker is het om dit document op onze website op te zoeken. Onze website is vernieuwd en kan een bron van informatie voor u zijn. Naast de geschreven zaken vindt u hier ook een fotopagina waarmee u een indruk van de vele activiteiten kunt krijgen. 5.3 Inspraak U kunt op verschillende manieren invloed uitoefenen op het beleid van de school. Dit kan via bijvoorbeeld de medezeggenschapsraad (MR). De wet op medezeggenschap in het basisonderwijs omschrijft het doel van de medezeggenschapsraad als volgt: overleg tussen en medezeggenschap van teamleden en ouders ten behoeve van een goed functioneren van de basisschool. Dit betekent in de praktijk dat de MR mag meepraten (adviseren) en in sommige gevallen mag meebeslissen over voorgenomen besluiten van het bestuur. De MR vertegenwoordigt daarbij de belangen van het
19
personeel en de ouders. Heeft u vragen of opmerkingen dan kunt u altijd bij deze mensen terecht. U vindt hun contactinformatie op de website en in de bijlage van deze schoolgids. U kunt erop rekenen dat vertrouwelijke zaken niet in de openbaarheid komen. Er is ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van de scholen van onze stichting., waar leden van onze MR De Zaaier vertegenwoordigen. Onze school kent vanzelfsprekend ook een ouderraad (OR). De ouders van de ouderraad helpen mee bij vele activiteiten op school, maar komen ook met ideeën voor feesten, vieringen enz. De contactgegevens van de OR vindt u ook op de website en in de bijlage van deze schoolgids. 5.4 Ouderactiviteiten We doen er op school veel aan om de betrokkenheid van de ouders op school te vergroten. Dit gebeurt door mondelinge en schriftelijke informatie, contacten over kinderen tijdens ouderspreekavonden, hulp van ouders bij excursies en sportactiviteiten, als OR- of MR-lid, bij de jaarlijkse barbecue, maar ook tijdens de informele contacten voor en na schooltijd. Ook doen we regelmatig een beroep op ouders om ons te helpen bij het vervoer van de kinderen naar een buitenschoolse activiteit. De kinderen zitten doorgaans acht jaren bij ons op school en dan is een goed overleg tussen school en ouders erg belangrijk. In de eerste plaats natuurlijk voor de kinderen, maar zeker ook voor de ouders én de school zelf. 5.5 Overblijfmogelijkheden Indien noodzakelijk kunnen de leerlingen tussen de middag op school eten. Er zijn overblijfouders die toezicht houden en activiteiten verzorgen. Voor de ‘overblijf’ is een reglement opgesteld. Dit reglement en alle andere informatie over het overblijven kunt u vinden op de website. Hier staan o.a. de kosten, de wijze van betaling, de manier waarop ouders doorgeven wanneer hun kind overblijft en de leefregels die tijdens de ‘overblijf’ gelden. 5.6 Contact tussen leerkracht en ouders Wanneer er problemen zijn met een kind neemt de leerkracht contact op met de ouders voor een gesprek. We hopen natuurlijk ook dat ouders zelf even bij ons binnenlopen wanneer zij vragen hebben of wanneer er sprake is van onduidelijkheden. Vanzelfsprekend is het ook fijn om positieve en bijzondere dingen over de kinderen te horen. Wanneer ouders een gesprek met de leerkracht willen moet hiervoor even een afspraak worden gemaakt. Aanschieten voor of na schooltijd komt vaak ongelegen i.v.m. de voorbereiding van de lessen en het nawerk. 5.7 Ouderbijdragen Vrijwillige bijdrage voor de ouderraad We vragen van de ouders een vrijwillige bijdrage van € 45,00. Hierin zit de ouderbijdrage en het schoolreisgeld. Voor de ouders van groep 8 geldt dit laatste als een aanbetaling voor het schoolkamp. Het exacte bedrag wordt later in het jaar berekend. Het verschil in aanbetaling en werkelijke kosten wordt dan ook verrekend. Met andere woorden: dan wordt er een aanvullende bijdrage gevraagd of er wordt geld terugbetaald aan de ouders van de ‘schoolkampkinderen’. Met de ouderbijdrage worden alle onkosten betaald waarvoor scholen geen vergoeding van het ministerie ontvangen. Voorbeelden hiervan zijn Sinterklaas, Kerst, deelname aan sportwedstrijden, Sint Maarten, een traktatie en nog veel meer. De schoolreizen vallen hier natuurlijk buiten.
20
De ouderbijdrage mag door een school niet verplicht aan ouders worden opgelegd. Wanneer geen ouderbijdrage wordt betaald heeft het kind ook geen recht op deelname aan activiteiten die uit de ouderbijdrage worden betaald. 5.8 Vrijwillige ouderbijdrage van de afdeling voor hoogbegaafde kinderen Om de kosten voor dit onderwijs te kunnen ondervangen vragen we een vrijwillige bijdrage van 455,- per leerling. De ouderbijdrage wordt gebruikt voor de realisatie van extra vakken, excursies, projecten, extra schoolmaterialen en ICT-voorzieningen. De ouderbijdrage mag door een school niet verplicht aan ouders worden opgelegd. Wanneer geen ouderbijdrage wordt betaald heeft het kind ook geen recht op deelname aan activiteiten die uit de ouderbijdrage worden betaald. 5.9 Klachtenprocedure Overal waar gewerkt wordt zijn misverstanden en worden af en toe fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. Natuurlijk bent u op school altijd welkom om dergelijke punten te bespreken of om een klacht in te dienen. Betreft het een zaak die verband houdt met het werk in de groep, neemt u dan eerst contact op met de betreffende leerkracht. Voor algemene zaken betreffende de school of indien u meent dat u bij de groepsleerkracht onvoldoende gehoor krijgt, neem dan contact op met de directie van de school. Samen streven we naar een goede oplossing. Soms lukt dit echter niet. Als ouder hebt u dan de mogelijkheid om uw klacht schriftelijk in te dienen bij Mw. V. Tukker Lage Trijnweg 40/a, 9909 TE Spijk 0596-591451 Bij ontvangst van een klacht neemt zij contact op met mevr. N. Wiersma in ’t Zandt. Zij zorgt ervoor dat uw schriftelijke klacht wordt behandeld door een onafhankelijk en deskundig persoon die werkzaam is voor de ouders van alle christelijke basisscholen in de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum. Voor de afhandeling van klachten, beroepen en geschillen in het bijzonder onderwijs kunnen mensen voortaan terecht bij één loket. Dat is mogelijk geworden door de oprichting van de Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (GCBO). Op de website www.gcbo.nl kunt u terecht voor informatie over de GCBO, de (klachten)procedures, de samenstelling van de commissie, de wet- en regelgeving en de jurisprudentie. Stichting GCBO Postbus 82324 2508 EH Den Haag Tel. 070 – 386 16 97 E-mail:
[email protected] 5.10 Projectgeld Als schoolteam hebben we ervoor gekozen om geld te schenken aan bekende instellingen die zich inzetten voor mensen die het minder hebben dan wij. Dit schooljaar sparen we voor de voedselbank. Elke maandagochtend zamelen we per groep geld in voor dit goede doel. Af en toe maken we geld over naar incidentele projecten. 5.11 Diverse acties Om het jaar doen we mee aan de Kinderpostzegelactie. Wanneer er landelijke acties worden georganiseerd doen we hier soms aan mee.
21
Hoofdstuk 6 De resultaten van ons onderwijs 6.1 Cijfers over specifieke zorg voor leerlingen De laatste tien jaar is er op onze school geen enkele leerling doorverwezen naar het Speciaal Onderwijs. Dit is te danken aan de kleine groepen, de extra hulp die de groepsleerkrachten in de klas kunnen geven en de goede leerlingenzorg via het LeerlingVolgSysteem (LVS), de intern begeleider (IB’er) en niet in de laatste plaats aan de inzet van de kinderen. 6.2 Uitstroomcijfers Hieronder kunt u lezen naar welke brugklassen de leerlingen die onze school in 2014 verlieten zijn gegaan. We geven het aan in percentages. Richting Percentage VMBO + LWOO 10 % VMBO 20 % VMBO Theoretische 30 % Leerweg (vroeger MAVO) HAVO 20 % HAVO/VWO 20% Cito eindtoets Jaarlijks wordt in april in groep 8 de Cito eindtoets afgenomen. In maart wordt de definitieve keuze voor het voorgezet onderwijs al gemaakt. Dit wordt gedaan op basis van een plaatsingswijzer met daarin de toetsresultaten van groep 6, 7 en 8, het advies van de leerkracht, de wens van de ouders en de wens van het kind. Dit alles wordt samengevat in een Onderwijskundig Rapport. Dit wordt door ouders en school ondertekend en in maart samen met het aanmeldingsformulier en de plaatsingswijzer ingeleverd bij de uitgekozen school. 6.3 Onderwijsinspectie Eén van de taken van de onderwijsinspectie is het onderzoeken of scholen goed onderwijs geven. De inspecteur komt op de scholen en doet uitgebreid onderzoek. Dit gebeurt door bij alle leerkrachten lessen bij te wonen, uitgebreid documentenonderzoek, gesprekken met leerkrachten, directie, interne begeleider, ouders en kinderen. Jaarlijks bezoekt de inspecteur de bovenschoolse directie en voert gesprekken met de algemeen directeur. Onze school is in november 2015 grondig doorgelicht en heeft een voldoende beoordeling gekregen. Mocht u meer willen weten over de onderwijsinspectie, dan kunt u dat vinden op www.onderwijsinspectie.nl
22
Hoofdstuk 7 Regeling school- en vakantietijden 7.1 Schooltijden, regels voor aanvang en einde schooltijd We beginnen elke morgen om 8:30 uur en gaan door tot 12:00 uur. Dit geldt niet voor de woensdagmorgen, dan eindigen we om 12:30 uur. ‘s Middags gaan we van 13:15 uur tot 15:15 uur naar school. Op vrijdagmiddag zijn de kinderen van groep 1 t/m 4 vrij. De bel wordt 5 minuten voor schooltijd geluid, zodat de lessen op tijd kunnen beginnen. De groepen van de afdeling voor hoogbegaafde kinderen beginnen ’s ochtends om 8:45 uur en ’s middags om 13:00 uur. De eerste tijd heeft te maken met de regionale functie van de school. De tweede met de compensatie van het kwartier die ze ’s ochtends minder naar school gaan. 7.2 Pleinwacht en pleinregels Volgens interne afspraken surveilleren wij op het schoolplein een kwartier voor de aanvang van de lessen en in de ochtendpauze. Na de middagschooltijd blijven vaak kinderen op het schoolplein. Aangezien wij na de lestijden geen toezicht uitoefenen op de kinderen, ligt de verantwoordelijkheid bij de betreffende kinderen, resp. hun ouder(s)/verzorger(s), ook voor evt. aangerichte schade en incidenten en de gevolgen daarvan. Bovendien mogen er na 16.00 uur geen kinderen meer op het schoolplein zijn. De politie deelt dan waarschuwingen en bekeuringen uit. Dit heeft helaas alles te maken met het ‘verscherpt toezicht’ i.v.m. vernielingen en vandalisme. Geregeld komt het voor dat kinderen erg vroeg bij school zijn. Soms tot meer dan drie kwartier voor aanvang van de lessen. Dat is niet de bedoeling. De school is een kwartier voor aanvang van de lessen verantwoordelijk voor de kinderen. Uit veiligheidsoverwegingen mogen kinderen op het schoolplein niet fietsen en wij vragen u, ouders/verzorgers het goede voorbeeld te geven. Het aantal plaatsen in de fietsenstalling is beperkt. Daarom mogen kinderen die wonen buiten het gebied met postcode 9932 en zij die wonen op ‘het eiland’ met de fiets naar school komen. 7.3 Regels m.b.t. verlof en schoolverzuim De gemeente Delfzijl heeft strenge regels vastgesteld m.b.t. schoolverzuim. We mogen leerlingen buiten de vakanties geen vrij geven voor wintersport, weekendjes weg e.d. Voor sommige gelegenheden kan wel verlof worden aangevraagd. Dit staat beschreven in de verlofregeling. Beoordeling van verlofaanvragen geschiedt aan de hand van de ‘verlofregeling van de gemeente Delfzijl’. De verlofregeling is als bijlage opgenomen op de website. De school is verplicht ongeoorloofde afwezigheid door te geven aan de leerplichtambtenaar. Dit is vastgelegd in artikel 21 van de Leerplichtwet. Overtreding van dit voorschrift kan leiden tot een proces verbaal en een hoge geldboete. Verlof dient steeds tijdig en schriftelijk door middel van het daarvoor bestemde formulier te worden aangevraagd bij de directeur van de school. Bij kortdurende afwezigheid (bijv. voor bezoek aan huisarts, tandarts, enz.) volstaat een briefje aan de leerkracht. Mocht een kind ziek zijn, dan verwachten we van de ouders dat zij dit voor schooltijd melden bij de leerkracht of de directeur. Is een kind niet afgemeld en toch afwezig, dan zal de school na een half uur contact met de ouders opnemen. 7.4 Vakanties De vakantieperiodes zijn conform de vakanties van de regio Noord Nederland en zijn terug te vinden in de jaarkalender van de school. U kunt de kalender vinden op de website. In de loop van het schooljaar zijn de kinderen verder nog enkele keren vrij in verband met studie en/of scholing van het personeel. Wij zullen u daarover zo spoedig mogelijk informeren. Dit zijn overigens geen extra vrije dagen, maar zijn verrekend in de vakantieregeling. Deze dagen worden ook wel ‘margedagen’ genoemd. Aangezien de kinderen uit de hoogbegaafden – onderbouwgroep te veel uren maken gedurende het schooljaar, is deze groep een aantal vrijdagen per jaar de gehele dag vrij. De dagen waarom het gaat zijn ook terug te vinden in de jaarkalender op de website.
23
24