Scholenbouw - Het kan en moet beter Interview met Ronald Schilt, Merosch door Albert Hulshoff, AHB Consultancy januari 2016 Adviesbureau Merosch uit Bodegraven heeft gezond en duurzaam bouwen hoog in het vaandel staan. Hun aanpak heeft inmiddels geleid tot meerdere frisse en energieneutrale scholen. Daarom een vraaggesprek met Ronald Schilt, directeur/eigenaar van Merosch, over zijn ervaringen en aanpak om scholen fris en energiezuinig te maken én te houden.
Zodra ik Ronald Schilt heb gevraagd te reageren op de stelling ‘Scholenbouw - Het kan en moet beter’, steekt Ronald direct van wal en hoef ik hem gedurende de anderhalf uur dat ons gesprek duurt bijna geen aanvullende vragen meer te stellen. Schilt: ‘Ik ben zeer huiverig dat over een jaar of vijf in een Radar-achtig TV-programma het Programma van Eisen - Frisse Scholen ter discussie wordt gesteld. Dan zal het niet zozeer gaan om het Programma van Eisen zelf maar om de gevolgen ervan. Er worden op dit moment veel fouten gemaakt met het binnenklimaat in scholen, met name bij gebalanceerde ventilatiesystemen.’ Middel erger dan de kwaal Schilt licht toe: ‘Recent hebben wij in een grote stad in Nederland 20 bestaande PO-scholen beoordeeld. Van deze scholen zijn zeven gebouwen rond de 5 jaar oud. Al deze schoolgebouwen zijn uitgevoerd met een vorm van gebalanceerde ventilatie, dat op papier moet resulteren in Frisse Scholen klasse B. Echter, bij alle zeven scholen werkte het ventilatiesysteem niet naar behoren. En waarbij zelfs kan worden gesteld dat het middel erger is dan de kwaal. Een voorbeeld: in een van de scholen was een luchtbehandelingskast geplaatst in een kleine ruimte tussen twee leslokalen, en gescheiden van de lokalen door dunne tussenwanden. Zodra het ventilatiesysteem aanstond maakte het dusdanig veel lawaai dat lesgeven in de aangrenzende lokalen onmogelijk werd. Dit zie ik als een typische ontwerpfout met als praktisch gevolg dat deze luchtbehandelingskast in vier jaar tijd slechts 80 uur heeft gedraaid. Ook bij een andere school kwamen we een dergelijke situatie tegen.’ Ronald Schilt Meerdere disciplines ‘Waar gaat het in meer algemene zin mis?’ Schilt: ‘Als experts binnen hun eigen aandachtsgebied acteren gaat het in de regel goed. Negen van de tien fouten ontstaan op de scheidslijn tussen verschillende disciplines. Daarom lezen we het hele bouwkundige bestek altijd goed door en checken wij het op een aantal binnenklimaat- en energie-gerelateerde zaken, zoals isolatiewaarde van glas en gevel, luchtdichtheid en akoestische waarde van de wanden.’ Oplevering 1
Ronald Schilt vervolgt: ‘Ook bij oplevering laten we heel wat steken vallen. Vaak klopt het op tekening, maar in de praktijk blijken dan bijvoorbeeld stukken luchtkanaal te ontbreken. Om dergelijke manco’s te constateren huurt de installateur in de regel een externe partij in om de klimaatinstallaties in te regelen. Mijn ervaring bij traditioneel opleveren is dat als er vervolgens afwijkingen worden geconstateerd, niemand reageert, noch de adviseur, noch de installateur, omdat simpelweg de uren die deze partijen aan het project nog kunnen besteden meer dan opgesoupeerd zijn.’ Gekscherend voegt hij hieraan toe: ‘Zodra het moment van oplevering is gepasseerd daalt de projecturgentie met stip van 24 uur naar 24 maanden.’ Schilt: ‘De bestekken zijn in het algemeen oké. De markt echter dwingt uitvoerende partijen heel scherp in te schrijven, waardoor er te weinig geld overblijft voor een adequate oplevering en nazorg. Opdrachtnemers en opdrachtgevers moeten er nadrukkelijk op toezien dat er aan het eind van het project nog voldoende uren beschikbaar zijn voor bijvoorbeeld het inregelen van de klimaatinstallaties en monitoring. Helaas is de heersende cultuur dat opdrachtgevers te snel genoegen nemen met een zesje en opdrachtnemers weten dit. Vervolgens blijven opdrachtgevers achter met gebouwen die suboptimaal functioneren. Opdrachtgevers én opdrachtnemers moeten streven naar een andere cultuur. Een cultuur waarin veel nadrukkelijker wordt geëist dat gebouwen en installaties optimaal functioneren. Waarbij we niet gaan voor net acceptabel maar voor goed, dus minimaal een acht.’ ‘Scoren scholen hierin slechter dan andere utiliteitsgebouwen?’ Schilt: ‘Ik heb geen aanwijzingen dat het in de utiliteit in brede zin beter is gesteld. Ik denk wel dat het opdrachtgeverschap vanuit PO-scholen minder professioneel is dan bij VO-scholen en andere utiliteitsectoren. Dat zou kunnen betekenen dat opdrachtnemers bij PO-scholen iets makkelijker weg kunnen komen bij minder goed presteren.’ Beheerfase ‘Wat zijn zoal manco’s bij het beheer van gebouwen en installaties?’ Ronald Schilt: ‘Of een gebouw goed presteert, ligt volledig buiten de scope van de gebruiker. Hij wordt pas wakker als hij na enkele jaren in de gaten krijgt dat de energierekening veel hoger uitvalt dat oorspronkelijk was voorgerekend door de betrokken adviseurs. Geen adequaat beheer van ventilatiesystemen is ook een veel voorkomend probleem. Op heel wat scholen kom ik vervuilde filters tegen. Ik heb zelfs luchtfilters gezien die in 3 of 4 jaar tijd niet waren vervangen. Deze zijn dan letterlijk pikzwart waar geen zuurstof meer doorheen kan. De oorzaak: niemand voelt de verplichting om de filters bijtijds te vervangen. De school heeft te weinig besef dat dit een belangrijk iets is. Een directeur of docent is gelukkig met andere veel belangrijke zaken bezig. En de onderhoudspartij vergeet dit vaak te doen, ook als er een onderhoudscontract is afgesloten.’ In gebruik name ≠ oplevering Om dergelijke hiaten bij de oplevering en het beheer van scholen tegen te gaan pleit Ronald Schilt al langere tijd voor eenvoudige beheercontracten op basis van een beperkt aantal meetpunten. ‘Dergelijke instandhoudingscontracten met een looptijd van 10 jaar krijg ik er bij scholen lastig door. Ik merk weerstand tegen beheercontracten met een langere looptijd, omdat men zich niet te lang wil binden aan één partij. Een contractduur van 2 jaar blijkt echter nooit een probleem. Daarom nemen we bij al onze projecten een verlate oplevering op: bij ons vindt deze niet plaats direct na in gebruik name, maar pas na 2 jaar als blijkt dat alles werkt zoals is afgesproken. Wij eisen gedurende deze periode een instandhouding inclusief actieve monitoring. Hiervoor ontvangt de installateur een aanvullend honorarium. Mijn ervaring is dat opdrachtgevers altijd bereid zijn om deze extra kosten te betalen. Deze aanpak hebben wij met meetbaar succes toegepast bij een van de UKP NESK-scholen, Plein Oost in Haarlem. Dit scholencomplex is inmiddels in opdracht van RVO.nl gedurende een jaar gemonitord door Enerdeco.
2
In de bouwsector geldt traditioneel een garantieperiode van 1 jaar na oplevering. In de praktijk blijkt dat gedurende deze periode geen enkele partij zijn verantwoordelijkheid neemt om ervoor te zorgen dat de installaties optimaal functioneren. Tijdens dit garantiejaar worden alleen onderdelen vervangen die kapot zijn. Maar tussen kapot en optimaal functioneren zit een gigantisch gat.’ Klasse B is goed genoeg ‘Het valt mij op dat in alle nieuwbouwprojecten waar Merosch bij betrokken is Frisse Scholen klasse B wordt gehaald, geen A.’ Ronald Schilt: ‘Onze doelstelling voor de Frisse Scholen-aspecten geluid en luchtkwaliteit is altijd klasse B; licht kan variëren tussen B en C. Het is volslagen over de top om voor luchtkwaliteit klasse A te willen. De gezondheidsraad heeft gesteld dat 1.200 ppm in gebouwen een aanvaardbaar niveau is. In deze stellingname ligt voor mij voldoende argumentatie om naar 1.000 ppm te gaan, dus luchtkwaliteit klasse B. Als een schoolgebouw wordt ontworpen op deze norm blijkt in de praktijk dat in 90% van de tijd de luchtkwaliteit op 800 ppm of lager te liggen. Als je dan toch voor 100% van de tijd 800 ppm wil realiseren, dus klasse A, besef goed wat je dan aan extra installaties naar binnen moet slepen, aan volume, kosten en energie. Dan wordt na verlichting ventilatie de grootste energiepost. Kijk dus enorm uit met ventilatie en met name het energieverbruik ervan. En we gaan enorm veel lucht rondpompen, ook al bij klasse B, en deze is 2-3 keer zo groot als in kantoren.’ In dit kader geeft Ronald Schilt nog enkele ontwerptips: ‘Houd de luchtkanalen kort. Maak gebruik van lage luchtsnelheden. En besef goed dat lage luchtsnelheden dikkere kanalen en extra ruimte vergen.’ Renovatie of nieuwbouw Aan het eind van ons gesprek vraag ik Ronald Schilt hoe hij aankijkt tegen de afweging om bestaande scholen te renoveren dan wel nieuw te bouwen. Schilt: ‘Voordat je deze keuze maakt moet er eerst een grondige analyse worden gemaakt van de kwaliteiten die het gebouw in de basis heeft. In de praktijk blijken schoolgebouwen, die stammen uit de periode 1970-1990, te weinig kwaliteiten bezitten, die de keuze rechtvaardigen om te gaan renoveren. Dit zijn vaak enkel laags-gebouwen met een te lage plafondhoogte, slecht geïsoleerd en die in de loop der jaren meerdere keren zijn uitgebreid. Dan moet er zoveel worden geïnvesteerd dat het geen rendabele businesscase oplevert. Binnen de groep van scholen, die dateren van na 1990, zitten wel bruikbare gebouwen om te renoveren. De kwaliteit loopt wel sterk uiteen. Ook met schoolgebouwen die voor 1970 zijn gebouwd, kunnen we vaak wat mee. Dit zijn in de regel hoge gebouwen met hoge plafonds en robuust gebouwd.’ Eenvoudig beheercontract Ter afsluiting stelt Ronald Schilt nog eens scherp: ‘Als het ons als bouwkolom - opdrachtgever, opdrachtnemer, uitvoerder en adviseur - niet lukt om het huidige kwaliteitsniveau voor bouwen en beheren van scholen te ontstijgen, dan ben ik de eerste die ervoor pleit om weer terug te keren naar de traditionele kiepraampjes en CV-ketels. In Nederland betekent een 5½ dat je geslaagd bent, maar daar mogen we bij scholenbouw absoluut geen genoegen mee nemen. Ook in het besef dat de overheid verplicht stelt dat vanaf 2021 alle nieuwbouw energieneutraal moet zijn. Hoe gaat dit uitpakken…. Echter als het ons lukt om beheercontracten af te sluiten, waarin wordt gestuurd op slechts 6 parameters (geluid, luchthoeveelheid, lichthoeveelheid, opbrengst zonnepanelen, efficiëntie warmteopwekking en onderhoud van kanalen en filters) en die in de dagelijkse schoolpraktijk eenvoudig te managen zijn, is er een wereld gewonnen en hoeft Radar over 5 jaar niet uit te rukken.’
3
Scholenbouwprojecten Merosch nieuwbouw Schooltype
Naam
plaats
energieprestatie
MFA
‘t Saamdeel
Kapelle
IKC PO MFA
Zeven Zeeën Jeroen Bosch Panorama
Amsterdam Heerhugowaard Veenendaal
Brede School PO MFA MFA PO
Unilocatie Plein Oost Het Meervoud Noorderhuis MFA IJsselstein
Epe Haarlem Amsterdam Noordeloos IJsselstein
Energieneutraal op de meter EPC 0 EPC 0 Energieneutraal op de meter EPC 0,4 EPC 0 EPC 0,6 EPC 0 EPC 0
Schooltype
Naam
plaats
energieprestatie
VO
Comenius Lyceum
Amsterdam
VO PO
Sweelinck College WSV De Meer
Amsterdam Amsterdam
energieneutraal (streven) 50% besparing 50% besparing
PvE - Frisse scholen B B B B B B B B B
renovatie PvE - Frisse scholen B B B
MFA ‘t Saamdeel in Kapelle - energieneutrale school op de meter, Frisse Scholen B
4
Scholencomplex Plein Oost in Haarlem - EPC nul, Frisse Scholen B
5