Scholen voorop Praktijkervaringen van scholen uit Expeditie durven, delen, doen
“Alleen met het hele team kun je aan de schoolcultuur werken.” “De winst van de Expeditie zit hem niet alleen in het ‘dorre’ geld, maar ook in het feit dat de vrijblijvendheid uit onze vernieuwing is gehaald.” “Ik had niet verwacht dat docenten onderzoek zo leuk zouden vinden.” In Expeditie durven, delen, doen werkten zestien scholen gedurende drie jaar samen met onderzoekers, om zo te leren van innoveren en om de kwaliteit van hun onderwijs te verbeteren. Deze publicatie is interessant voor iedereen die wil weten hoe deze scholen in het voortgezet onderwijs hun innovatieplannen in praktijk hebben gebracht. In deze publicatie worden alle innovaties en onderzoeken van de Expeditiescholen beschreven. Op iedere school is een sleutelfiguur geïnterviewd over zijn of haar ervaringen.
Mieke Aarts
Over deze publicaties Scholen voorop is een van de slot publicaties van het Innovatieproject van de VO-raad. Een bijzonder project waarvan Expeditie durven, delen, doen het kloppende hart vormde. Zestien scholen voor voortgezet onderwijs gingen drie jaar lang de diepte in: in nauwe samenwerking met onderzoekers werkten ze intensief aan hun eigen innovaties. In dit boekje komen de school- en project leiders aan het woord. Ze vertellen waar aan ze die drie jaar zo hard hebben gewerkt, wat er goed ging en wat niet, en wat het project hen heeft gebracht. Soms zijn dat concrete producten. Een aantal daarvan is te vinden in de publicatie Op Expeditie. Een greep uit de producten van Expeditie durven, delen, doen. Zoals uit de verhalen van schoolenÙprojectleiders blijkt, hebben veel Expeditiescholen zich gericht op talent ontwikkeling van leerlingen. Op zoek naar talent beschrijft uitvoeriger wat dit in de praktijk betekent en in hoeverre scholen erin slagen meer talenten van leerlingen tot ontwikkeling te brengen. Bijzonder aan de Expeditie was de nauwe verbinding tussen onderwijs vernieuwingen en onderzoek. Docenten op de Expeditiescholen waren op ver schillende manieren bij dat onderzoek betrokken: van respondent tot uitvoerder van onderzoek in de eigen lespraktijk. De publicatie ‘En, heb je vandaag nog
In deze reeks verschenen ook: een goede vraag gesteld?’ laat zien hoe dat in zijn werk ging en toont, belangrijker nog, de effecten van onderzoek op de professionalisering van docenten. Innoveren van onderop, door scholen zelf. Dat was de belofte van het Innovatie project. De gedachte was dat innovaties meer kans maken duurzaam te worden als scholen ze zelf initiëren. Een eindoordeel is daarover na drie jaar natuurlijk nog niet te geven. Maar er valt wel veel over te zeggen. Dat gebeurt in Duurzaam vernieuwen. Hier gaat het bovendien over de vraag of, en hoe, onderzoek bijdraagt aan duurzaamheid.
• Vijf jaar innoveren • Op zoek naar talent • ‘En, heb je vandaag nog een goede vraag gesteld?’ • Duurzaam vernieuwen • Het debat over onderwijskwaliteit • Op Expeditie • Kennisnetwerken • Beter innoveren met kwaliteitszorg • Is een innovatieve school een productieve school? • Verder na Slash21 • Durven, delen, doen en… doorgeven
Terwijl de Expeditiescholen aan hun innovaties werkten, stond de wereld niet stil. Het debat over onderwijskwaliteit beschrijft wat er tijdens de Expeditie gebeurde in het publieke debat en welke nieuwe beleidsmaatregelen van kracht werden. Ook laat het zien hoe de zestien Expeditiescholen zijn omgegaan met het spanningsveld tussen werken aan innovaties en wisselende verwachtingen en eisen van de buitenwereld. De opbrengsten van alle deelprojecten zijn kort samengevat in Vijf jaar innoveren. Opbrengsten van het Innovatieproject. Deze brochure is gedrukt op FSC papier, door een FSC-gecertificeerd bedrijf. FSC, de Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer), is een internationale organisatie, opgericht in 1993, die verantwoord bosbeheer stimuleert. FSC stelt wereldwijde standaarden voor bosbeheer op, met daaraan gekoppeld een keurmerk. Basis voor deze standaarden, die per land of regio verder worden uitgewerkt, zijn de 10 FSC-principes voor goed bosbeheer. Als boseigenaren zich aan de FSC standaarden houden kan hun bos worden gecertificeerd. Onafhankelijke controleurs zien toe op naleving van de regels.
Scholen voorop Praktijkervaringen van scholen uit Expeditie durven, delen, doen
Mieke Aarts
Woord vooraf Duurzaam vernieuwen in het voortgezet onderwijs, hoe doe je dat? Expeditie durven, delen, doen, een initiatief van de Programmaraad Innovatie en het Innovatieproject van de VO-raad, geeft na drie jaar ervaringen en onderzoek een duidelijk en uitgebreid antwoord op deze vraag. De scholen die deelnamen aan Expeditie durven, delen, doen kregen door een extra subsidie de mogelijkheid sneller en breder een innovatie in te zetten dan anders mogelijk was geweest. Er konden flinke stappen gezet worden en dat leverde meer werkplezier van docenten en tevreden leerlingen op. In de Expeditie werd onderzoek gekoppeld aan onderwijs. Dat was wennen voor zowel de scholen als de onderzoekers. Zij hebben gaandeweg van elkaar geleerd hoe resultaten verkregen kunnen worden en op welke wijze zij deze moeten interpreteren. De afgelopen jaren zijn dan ook zeer waardevol geweest voor de contacten tussen de verschillende scholen, tussen de groep onderzoekers, maar vooral tussen scholen en onderzoekers. Expeditie durven, delen, doen is inmiddels afgerond. Het was een tocht op zoek naar talenten, bij leerlingen en docenten. Zestien enthousiaste verhalen in deze publicatie tonen waardevolle opbrengsten voor de scholen, mooie resultaten voor het onderwijs veld, en prachtige voorbeelden die laten zien hoe je onderwijs en onderzoek dichter bij elkaar kunt brengen. Toch gaan de verhalen niet alleen over behaalde successen en over wat de Expeditie de scholen heeft opgeleverd. Ze vertellen vooral hoe scholen en onder zoekers sámen tot het resultaat zijn gekomen. Het zijn getuigenissen van een ware Expeditie. Sjoerd Slagter Voorzitter VO-raad
2
Scholen voorop
Scholen voorop 3
Inhoudsopgave Een geslaagde Expeditie
6
Schoolportretten
7
Programma Nederland talentenland: het maximale bereiken Burgemeester Harmsma School, Gorredijk Corlaer College, Nijkerk City+ College & Varias College, Johan de Witt Scholengroep, Den Haag Da Vinci College, Leiden IJburg College, Amsterdam OSG Nieuw Zuid, Rotterdam Picasso Lyceum, Zoetermeer OSG Piter Jelles !mpulse, Leeuwarden Willem Lodewijk Gymnasium, Groningen
8 8 10 12 14 16 18 20 22 24
Programma Met plezier naar school: bij de les blijven Amadeus Lyceum, Vleuten SG St. Ursula, locatie Heythuysen
26 26 28
Programma Onderwijs is populair: personeel is trots Pieter Zandt SG, Urk Comenius College, Capelle a/d IJssel Montessori College, Nijmegen SG Panta Rhei, Amstelveen Montaigne Lyceum, Den Haag
30 30 32 34 36 38
4
Scholen voorop
Scholen voorop 5
Een geslaagde Expeditie Wat kunnen we leren van scholen die innoveren? In Expeditie durven, delen, doen hebben zestien scholen samen met vier onderzoeksteams drie jaar lang gewerkt aan het leren van innoveren, om zo de kwaliteit van hun onderwijs te verbeteren. Scholen en onderzoekers werkten voor het eerst intensief samen aan praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van innovatie. De scholen bepaalden zelf wat ze in drie jaar wilden realiseren, hoe ze dat wilden aanpakken en met wie. Ze stelden hun eigen onderzoeksvraag en werkten samen met onderzoekers in de school aan het beantwoorden van die vraag. Een uniek project, en met recht een expeditie, een ontdekkingsreis. Na de start van Expeditie durven, delen, doen in oktober 2007 zijn de Expeditiescholen drie jaar lang op volle kracht met hun innovatie aan de slag gegaan. Zij werkten aan drie maatschappelijk relevante thema’s: talentontwikkeling, verminderen van schooluitval en professionalisering van docenten. In deze publicatie staat het verhaal van deze zestien scholen. Wat is de impact van drie jaar innoveren? Wat zijn de successen en wat zijn de hobbels die genomen moesten worden? In deze publicatie vertellen schoolleiders en projectleiders uit de scholen over de innovaties en onderzoeken en wat het voor hen betekent om ‘op Expeditie’ te zijn. U leest waar de scholen trots op zijn, wat zij bereikt hebben, wat het betekent wanneer een school een verandering opzet en vooral wat het de leerlingen en docenten opgeleverd heeft. De scholen kijken niet alleen terug, maar laten ook zien hoe zij ervoor zorgen dat de innovatie geborgd is in het curriculum. Inmiddels is de Expeditie afgerond. Dit betekent echter niet dat de scholen hun ingezette innovatie stoppen. Alle scholen gaan door op de weg die zij met de Expeditie zijn ingeslagen. Hopelijk is deze publicatie een bron van informatie en inspiratie voor uw eigen Expeditie(s)! Expeditie durven, delen, doen is een initiatief van de Programmaraad Innovatie en het Innovatieproject van de VOraad.
6
Scholen voorop
Schoolportretten
7
Burgemeester Harmsma School, Gorredijk
Talentontwikkeling door middel van een flexibel aanbod School Burgemeester Harmsma School
Plaats Gorredijk
Schooltype vmbo / havo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.burgharmsmaschool.nl
De Expeditie door de ogen van voormalig directeur Michiel Brouwer: “Dankzij de Expeditie hebben we een flinke stap gezet met onze lespleinen. We hebben nu een gedifferentieerd systeem in de bovenbouw waarin leerlingen op hun eigen niveau kunnen werken. Dat sluit beter aan op onze heterogene onderbouw. Vroeger moesten we leerlingen aan het eind van de tweede klas indelen in een bepaald niveau, dat helemaal vastlag: vakken, boeken, alles. Nu, op de lespleinen, werken leerlingen met betekenisvolle, zo authentiek mogelijke opdrachten. Elk lesplein heeft een eigen assistent, meer faciliteiten, en daarmee meer mogelijkheden. Leerlingen kunnen hier van elkaar verschillen, zelfstandig werken en excelleren. Volgens een docent Engels heeft hij nu flink meer vmbo-leerlingen die de stof op havo-niveau verwerken. Docenten trainen we met behulp van video-interactie, zodat ze beter leren werken op de lespleinen, waar de context heel anders is dan in hun eigen klaslokaal. Docenten functioneren nu in een team, de leerlingen zijn vrijer en hebben een nieuwe structuur nodig. Over die nieuwe omgang met leerlingen wordt nog veel gedebatteerd, maar de grootste verworvenheid is al zichtbaar: de meeste docenten zijn gemotiveerder om leerlingen te helpen dan voorheen. Een onverwachte tegenvaller vind ik het tempo van de veranderingen en de boven matige hoeveelheid energie die teamvorming kost. Ik dacht na drie jaar Expeditie klaar te zijn; dat is niet helemaal gelukt. De introductie van werken in teams heeft de nodige verschillen tussen opvattingen blootgelegd. Het management moest sussen en 8
Scholen voorop
Programma Nederland talentenland R het maximale bereiken
Innovatie De Burgemeester Harmsma School is een plattelandsschool met een heterogene leerlingenpopulatie (vmbo en havo-onderbouw). In de onderbouw zitten de leerlingen van lwoo tot havo bij elkaar in stam- en tafelgroepen. Daarbinnen werken ze op gedifferentieerde wijze. Sinds 2004 loopt het project Talent op Profiel (TOP), een verzameling onderwijsinhoudelijke en organisa torische ‘proeftuinen’ die appèl doen op de sterke kanten van elke leerling. Om dit initiatief om te zetten in een duurzame ontwikkeling is een vervolg nodig: TOP-2 (de school werkt met ontwikkelingsprojecten van drie jaar). Uitgangspunt van TOP2 blijft de gedifferentieerde
aanpak voor de leerlingen. In de bovenbouw werken leerlingen vanuit dat plan op lespleinen – óók voor de havo-vakken – aan intersectorale programma’s en ‘echt’ geprofileerde eindexamens. De school doet dit met behulp van modularisering van het onderwijsaanbod. De innovatie moet leiden tot meer talentontplooiing en motivatie, een veiliger pedagogisch klimaat, een hoger afsluitniveau en een betere voorbereiding op vervolg onderwijs. Na TOP2 volgt momenteel TOP3. Ook dit project richt zich op de verdere ontwikkeling van de in TOP2 bereikte stappen.
Onderzoek De school wilde onderzoeken hoe de implementatie van de plannen verliep. In welke mate en op welke manier lukt het de gekozen aanpak te realiseren? Hoe effectief zijn de innovaties? Welke effecten zijn er op de motivatie van leerlingen, op hun prestaties en op hun competentieen talentontwikkeling? Welke effecten zijn er op de tevredenheid en het professioneel handelen van docenten? Twee onderzoekers van Oberon volgden de school tijdens de Expeditie.
medewerkers blijven stimuleren. Verrassend om te zien dat docenten in de lespleinteams onderling meningsverschillen kregen van een omvang die ik niet had verwacht. Terwijl ze allen samenwerking prediken aan hun onderbouwleerlingen en hen leren ruzies zelf op te lossen in hun tafelgroepen. Positief is dat de lespleinen zijn ingebed in de dagelijkse schoolpraktijk. Daar ben ik trots op. We hebben steeds weer een stap gezet en geborgd: eerst bespreken of we de optimale ontplooiing voor leerlingen kunnen bereiken middels lespleinen; samen achter dat idee gaan staan; de leerstof bijwerken; vervolgens de rol van de docent en de team ontwikkeling aan de orde stellen. Docenten gaan bij elkaar kijken op de lespleinen en tijdens studiedagen bespreken we met zijn allen de positieve en negatieve kanten van onze nieuwe manier van werken. Dat stimuleert. We hebben dit mede bereikt dankzij de medewerking van het Educatief Centrum Noord en Oost (ECNO) en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL). Fors wat lio’s van de NHL hebben we kunnen vasthouden als nieuwe docent. Dat is financieel gunstig en werkt pedagogisch en didactisch heel motiverend. Ook na de Expeditie willen we een onderzoeksgroep van docenten in stand houden om vragen van collega’s te onder zoeken, al moet dat nog wel meer pr krijgen. We hebben voor onze leerlingen niet alleen een mooi gebouw, we dóen ook mooie dingen.”
Scholen voorop 9
Corlaer College, Nijkerk
Expeditie Corlaer: Leef je in, leef je uit School Corlaer College
Plaats Nijkerk
Schooltype havo / vwo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.corlaer.nl www.expeditiecorlaer.nl
De Expeditie door de ogen van Ronald Schaefer, projectleider Expeditie en docent: “Dankzij de Expeditie zijn onze leerlingen nu beter in presenteren, communiceren, samenwerken, organiseren, overtuigen, structureren en lef tonen. Algemene vaardig heden die ze straks ook in het bedrijfsleven nodig hebben. Mijn collega’s zijn meer bedreven in het coachen van leerlingen. Positief is ook de uitstraling van de Expeditie in de lokale gemeenschap. In het begin ondervonden we weerstand van ouders die zich afvroegen waarom hun kind helemaal naar Afrika moest, of zo’n ervaring niet dichter bij huis kon worden opgedaan. Door onze zorgvuldige aanpak verdween de weerstand en gingen ouders er in hun sociale kring juist over vertellen. De Expeditie heeft ons ook een samenwerkingsverband met het bedrijfsleven opgeleverd, vooral met de Rotary van Nijkerk. We hebben samen een charity event georganiseerd, houden binnenkort een beroepenmarkt en gaan maatschappelijke stageplaatsen realiseren. Leerlingen hebben les gegeven aan basisschoolleerlingen. Voor onze leerlingen een waardevolle ervaring, en een versterking van onze pr-contacten met basisscholen. We gaan, op kleinere schaal, door met Expeditie Corlaer. Dat had ik niet verwacht. Helaas hebben we minder dan voorzien aan individuele talentontwikkeling kunnen doen. Dat heeft veel met de interne organisatie te maken. De tijd voor individuele coaching schatten we vooraf in op vier lesuren, het werden er twee tot drie. Het bleek 10 Scholen voorop
Programma Nederland talentenland R het maximale bereiken
Innovatie Sinds schooljaar 2007-2008 zijn 120 leerlingen van het Corlaer College drie jaar lang op Expeditie geweest. Havo- en vwo-leerlingen zaten door elkaar en waren verdeeld over acht teams van vijftien leerlingen met een docent als vaste teamcoach. De Expeditieteams werkten vanaf de tweede klas een dag per week aan een zelfgekozen, maatschappelijk relevant project, bijvoorbeeld rond een weeshuis in Oost-Europa, wetlands in Canada of kleinschalige landbouw in Afrika. Het project moest iets van blijvende waarde opleveren voor de mensen ter plekke en moest de leerlingen van het Corlaer College helpen hun kwaliteiten te ontdekken en te
maatschappelijk gebied en op welke manier kun je zo’n cultuuromslag voor elkaar krijgen? De Expeditie Corlaer was ook een zoektocht naar manieren om leerlingen effectief te coachen, als individu en binnen groepen. Als de Expeditie Corlaer slaagt, dus als het lukt 120 havo / vwo-leerlingen uit te dagen hun talenten in te zetten, wil de school de opgedane ervaringen gebruiken om Onderzoek excelleren duurzaam te verankeren in De innovatieplannen vereisen een alle leerjaren. Twee wetenschappers cultuuromslag van ‘doe maar gewoon van Oberon en een docentonder dan doe je al gek genoeg’ naar zoeker van Corlaer voerden het ‘excelleren is heel gewoon’. Vandaar onderzoek uit. de centrale onderzoeksvraag: hoe kun je talenten van leerlingen ont wikkelen zowel op cognitief als sociaal-emotioneel en
ontwikkelen. Grondgedachte achter de Expeditie is: ‘door iets te doen voor een ander ontwikkel je jezelf’. De innovatie is ingegeven door de ervaring van de school dat zij in het verleden de talenten van leerlingen onvoldoende wist aan te spreken en door de wens de vervlakking en ik-gerichtheid in de samenleving te keren.
ingewikkeld leerlingen ervoor uit hun reguliere lessen te halen. De voorbereiding nam erg veel tijd in beslag. Onze leerlingen moesten een projectplan schrijven voor een maatschappelijk project en dat bezoeken. Dat kan in het vervolg een half jaar korter. We hebben verder geleerd dat erg veel vrijheid verlamming geeft. Met een draaiboek als kader kunnen we leerlingen beter sturen. Expeditie Corlaer is een goede leerschool voor het latere, werkzame leven. Maar ik kan de resultaten niet zomaar op papier zetten, behalve via het onderzoek van Oberon. Hoe bewijs je dat een leerling sterker in het leven staat? Om die groei in vaardigheden en talent zichtbaar te maken, ontwikkelen we nu een tool waarbij de leerling een instap niveau in talenten krijgt. Elk talent wordt opgesplitst in waarneembare subgedragingen. Op basis van het gedrag van een leerling kun je zo de groei in talent vaststellen. Het is heel belangrijk dat de schoolleiding pal achter de Expeditie staat. Onze rector ging ervoor, ik ben formeel aangesteld als projectleider en tien andere collega’s kregen taakuren in het rooster. Dan weet de rest van de school dat het belangrijk is. Het wordt lastiger de vernieuwing in te bedden in de schoolcultuur. Daar gaat meer dan drie jaar overheen. Laatste tip: streef er als school niet naar alles zelf te doen. Durf – net als wij – externe onderzoekers, ICT’ers en marketingmensen in te schakelen.”
Scholen voorop 11
City+ College & Varias College, Johan de Witt Scholengroep, Den Haag
Talentencentrum School City+ College & Varias College (Johan de Witt Scholengroep)
Plaats Den Haag
Schooltype vmbo / havo / vwo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.johandewittscholengroep.nl
De Expeditie door de ogen van rector Kars Veling: “De expeditiemiddelen en de ondersteuning van het Kohnstamm Instituut hebben ons substantieel geholpen om de ontwikkeling van ons talentencentrum te verbreden en te verdiepen. We hebben het talentencentrum inmiddels uitgebreid van één naar twee scholen en naar de hele onderbouw. Vijf jaar geleden zijn we al begonnen, samen met de Universiteit Leiden. We constateerden dat een deel van de leerlingen in de TL-klas met wat extra ondersteuning best havo zou kunnen doen. Daarop hebben we de intake verbeterd, gesprekken met leerlingen gesystematiseerd, leerlijnen voor Nederlands, wiskunde en Engels in kaart gebracht, de schooldag verlengd en extra lezen ingevoerd. Dat was dus allemaal al gaande. Kernbegrip in onze innovatie is de leerbiografie. Daarin documenteren we op een cyclische manier de leervorderingen, verwachtingen en ambities van de leerling, zijn persoonlijke omstandigheden – voor zover relevant en bij ons bekend – en de interventies die we plegen. We kunnen onze beslissingen over de bevorderingen nu beter funderen. Niet alleen van de leerlingen die kunnen opstromen; van álle leerlingen. In de loop van het eerste expeditiejaar hebben we ook ontdekt dat we ons leerlingvolgsysteem veel beter kunnen benutten dan we tot dan toe deden. Nu staan ook de resultaten van de VAStoetsen en andere objectieve toetsen in de leerbiografie. Die vormt de basis voor het werk van de mentor. Docenten zijn zich op hun beurt nu meer bewust van de relevantie van dit soort gegevens. Ze voeren op een systematischere manier gesprekken met leerlingen en ouders, de rapportvergaderingen worden beter voorbereid en verlopen effectiever. 12 Scholen voorop
Programma Nederland talentenland R het maximale bereiken
Innovatie Talenten van álle kinderen her kennen, erkennen en ontplooien, dat is het doel van het project ‘Talenten centrum’ op twee scholen van de Johan de Witt Scholengroep. De ambitie begint en eindigt niet bij de eigen school: het is de bedoeling de leerlingen een doorlopende leerlijn te bieden van basisschool tot en met mbo en hbo. De scholen proberen leerlingen zo snel mogelijk op de juiste plek in school terecht te laten komen: in de onderbouw door te schakelen naar het per leerling geschiktste niveau, in de bovenbouw door individuele leerroutes met onderscheid in tempo en niveau. Om dit goed te doen, ontwikkelt de school een ‘leerbiografie’, een eigen,
completere variant op het leerling volgsysteem. Door een nauwkeurige intake en regelmatige voortgangs gesprekken wordt gezocht naar de goede leerroute op het hoogst moge lijke niveau. Overstap naar een hoger niveau wordt gerealiseerd via schakel protocollen. De innovatie vraagt van docenten inzicht in het herkennen van de potentie van leerlingen en in de verschillende leerniveaus.
Onderzoek De Johan de Witt Scholengroep ontwikkelde de ‘leerbiografie’ als instrument om leerlingen te laten presteren naar vermogen. In de leer biografie komen alle resultaten van ontwikkelde instrumenten en werk wijzen samen. Het doel is om zoveel
mogelijk onderwijs op maat te bieden en om enerzijds zoveel mogelijk opstroom te realiseren, anderzijds om zoveel mogelijk leerlingen te ‘handhaven’ (afstroom of voortijdig schoolverlaten te voorkomen). Het ontwikkelen van (instrumenten voor) de leerbiografie gebeurde met hulp van het Kohnstamm Instituut en de Universiteit Leiden. Met de laatste heeft de scholengroep een Talenten centrum opgericht, dat als doel heeft te voorkomen dat potentiële talenten van leerlingen onbenut blijven. Het Kohnstamm Instituut onderzocht ook het proces van de innovatie. Voorts is onderzocht hoe de leer lingen de school beoordelen.
Op termijn zullen we de rapporten anders invullen. Een rapport moet meer een gemoti veerde aanzet tot het vervolg zijn, dan een afrekening van wat is geweest. Dat past ook meer bij het begrip leerbiografie. Die terugblik is prima, maar slechts als basis voor de beslissingen ten aanzien van het vervolg. ‘Volgend jaar ga je naar die klas. Wil je daar succesvol zijn, zorg dan dat je nog wat aan dit of dat doet.’ Of: ‘Je kunt beter een traject in andere klas gaan volgen.’ Het rapport als cliffhanger van het leerfeuilleton: dat wordt spannend. In de toekomst willen we tijdens de rapportvergadering niet alleen via Magister van elke leerling de cijfers beschikbaar hebben, maar de stand van de volledige leerbiografie. We gaan docenten scholen in het leren interpreteren van nieuwe informatie. Dat moet een standaardcursus worden, ook voor nieuwe docenten. De winst van de Expeditie zit voor mij niet alleen in het ‘dorre’ geld, maar ook in het feit dat de vrijblijvendheid uit onze vernieuwing is gehaald. We werden onderdeel van een landelijk project, moesten rapporteren, aan verplichtingen voldoen, experts van het Kohnstamm Instituut in huis halen. En de pr kreeg een ander karakter.”
Scholen voorop 13
Da Vinci College, Leiden
Leer…Werk…Leef…Samen! School Da Vinci College (locatie Kagerstraat)
Plaats Leiden
Schooltype vmbo-tl / havo / vwo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.davinci-leiden.nl, www.expeditiedavinci.nl
De Expeditie door de ogen van Astrid Buijs, coördinator Expeditie durven, delen, doen: “Het leerlingenportfolio heeft veel teweeggebracht. De meeste mensen op school hadden niet verwacht dat het portfolio zo’n grote rol zou gaan spelen en dat ze zo enthousiast zouden worden over de invloed ervan. Het is de meest concrete opbrengst, een echt vliegwiel voor onze vernieuwing. We willen minder consumentisme; bij leerlingen een actievere werkhouding realiseren. Tijdens de Expeditie hebben we twee pilotklassen in speciale ICT-lokalen met note books aan hun portfolio laten werken. Dat gaan we uitbreiden naar alle brugklassen en alle vakken. We denken daarom na over ons toekomstige onderwijs: ICT-voorzieningen, werkvormen, de input van de vakken in het portfolio en aandacht voor vaardigheden bij de vaklessen. Het portfolio is voor andere dingen dan het rapport, we werken met een ontwikkellijn voor vaardigheden op basis van vijf rollen: wetenschapper, docent, kunstenaar, ondernemer en sporter. Natuurlijk is het belangrijk dat leerlingen iets leren, maar we vinden het nóg belangrijker dat ze terecht komen op de plek waar ze thuis horen en dat ze bewust en weloverwogen leren kiezen voor profiel, studie, beroep. Natuurlijk hadden docenten ook wel eens een dip en last van innovatiemoeheid, ongetwijfeld hadden ze soms meer tijd gewild. Maar daar zijn we goed uitgekomen. De Expeditie was behoorlijk gefaciliteerd en we hebben mooie, gezamenlijke momenten beleefd. Het mag niet met een sisser aflopen. Daarom hebben we de Da Vinci Academie 14 Scholen voorop
Programma Nederland talentenland R het maximale bereiken
Innovatie Het Da Vinci College wil leerlingen helpen hun talenten te ontdekken en ontwikkelen door samenwerking met de directe omgeving en de maat schappij: ouders, basisscholen, zorginstellingen, bedrijven, hoge scholen en universiteiten. Leren houdt niet op buiten de schoolmuren, leerlingen hebben behoefte aan een betekenisvolle context. Daarom positioneert het Da Vinci College zich als een school die op een open manier in de samenleving staat. De muren van de school worden als het ware afgebroken, zodat de buiten wereld binnenkomt en de stap naar buiten gemakkelijker wordt. Zo verzorgen externe experts lessen tijdens TOP-trajecten, geven
leerlingen van het Da Vinci College les aan kleine groepjes basisschool leerlingen in het programma Leer lingen en Onderwijzend Leren en is het Peer Support-project bedoeld om leerlingen te stimuleren elkaar te ondersteunen op het gebied van kennis, vaardigheden en sociale ontwikkeling. Zo ontstaat binnen school een sfeer van zorg, respect en betrokkenheid naar elkaar. De school heeft een virtuele tentoonstelling over de bereikte resultaten ingericht, zie https://sites.google.com/a/ davinci-leiden.nl/da-vinci-draaitdoor/home.
Onderzoek Het Da Vinci College wil de talenten van leerlingen ontwikkelen door de school open – transparant – in de samenleving te laten staan en innovatieve leeromgevingen aan te bieden waarbinnen betekenisvol leren centraal staat. De onderzoeks vraag luidt: Op welke wijze beïnvloedt de ‘transparante school’ de talent ontwikkeling van leerlingen? De transparante school is de afgelopen jaren gerealiseerd in ‘topklassen’ en in deelprojecten. Schoolbreed is het onderzoek naar de transparante school gericht op de voorwaarden voor talentontwikkeling van leerlingen, namelijk motivatie, betekenisvol leren en welbevinden.
opgericht, om de professionaliteit van docenten te blijven ontwikkelen. Waar we de afgelopen drie jaar erg hebben ingezet op leerlingactiviteiten, zetten we nu in op docentactiviteiten: ‘de Expeditie is dood, lang leve de Expeditie’. Onze eindpresentatie heette dan ook DDD: Da Vinci Draait Door. We hebben met docent-onderzoeker Wouter Schenke het hele innovatieproces beschreven en geanalyseerd. We delen graag onze kennis. Natuurlijk die over het portfolio, maar ook over het integreren van je onderzoek in de school en het verloop van vernieuwingen. Wat is talent? Hoe willen we dat ontwikkelen? Ook daarover hebben we afgelopen jaren veel nagedacht. Ons schoolmotto is ‘werken aan je talent’. Dat gaat over vaardigheden, kennis en houding. En het geldt voor leerlingen en docenten. Voor de leerlingen heeft dat het portfolio als instrument opgeleverd, maar we werken ook aan de talent ontwikkeling van docenten. Enerzijds door sociale activiteiten als de Dag van de Leraar, met een prijs voor het meest ondernemende team en een ludieke actie waarbij de leidinggevenden complimenten uitdelen aan docenten. Anderzijds door scholings programma’s, zowel voor nieuwe docenten en stagiaires als voor de zittende docenten. Op een studiedag voor alle docenten gaven docenten workshops en vertelden over hun Expeditie-ervaringen. In ruil daarvoor kregen zij een train-de-trainer workshop zodat ze zichzelf verder kunnen professionaliseren. We leggen op zo’n dag docenten echt in de watten, om ze te laten voelen dat we hen waarderen.”
Scholen voorop 15
IJburg College, Amsterdam
IJburg College Y-gen-wijs School IJburg College
Plaats Amsterdam
Schooltype vmbo / havo / vwo
Bouwsoort onderbouw
Website www.ijburgcollege.nl
De Expeditie door de ogen van directeur Lou Brouwers: “Wat onze mensen de afgelopen drie jaar geleerd hebben over innovatie en innoveren? Dat het een continu proces is. Dat ze in hun werk moeten beseffen dat ze mede-eigenaar zijn van het leerproces van de leerlingen, dat ze uitvoerder, maar ook ontwerper en ontwikkelaar zijn. En dat ze een continue cyclus doorlopen van ontwerpen, uitproberen, herontwikkelen en weer opnieuw beginnen. Bij het themaleren op onze school is het ondenkbaar dat je volstaat met het uitvoeren van een bestaande lesmethode. Je kunt hier alleen werken als je commitment hebt en een hands on mentaliteit. Onze manier van werken is heel intensief, daar moet je je prettig bij voelen, die moet je een kick geven. Een innovatieve professional word je niet op de lerarenopleiding. Daarvoor moet je praktijkervaring opdoen. In onze pioniersfase ontbrak vaak de tijd om daar bij stil te staan. Nu weten we beter welke specifieke kenmerken je nodig hebt om in onze context te kunnen werken en hoe we medewerkers kunnen begeleiden om zich het IJburgconcept eigen te maken. We laten conceptdragers, mensen van het eerste uur, in-company trainingen geven. Medewerkers maken nu echt een groeispurt, bijvoorbeeld met het themaleren in de onderbouw. We zijn vier jaar geleden met het IJburg College gestart. In die jaren hebben we een compleet onderwijsconcept ontworpen. Dat was zonder de Expeditie nooit tot stand gekomen. Een tegenvaller is wel dat we tussentijds veel mensen zijn kwijtgeraakt. Zoals gezegd vraagt onze manier van werken specifieke kwaliteiten en competenties van de uitvoerders en daar voldoet niet iedereen aan. We selecteren ons personeel er zo goed mogelijk op. 16 Scholen voorop
Programma Nederland talentenland R het maximale bereiken
Innovatie Het IJburg College is een nieuwe school in een nieuwe wijk. Een school in ontwikkeling met een missie en een eigen onderwijsconcept, gericht op talentontwikkeling. Sinds de start in 2006 is gewerkt in en aan een heterogene leergemeenschap (vmbo - vwo) waarin alle leerlingen zoveel mogelijk leren over zichzelf en de wereld om hen heen. Het onderwijs concept is gestoeld op vijf pijlers: altijd interactie van hoge kwaliteit; heldere en ambitieuze doelen; zoveel mogelijk echte opdrachten in de werkelijkheid; rekening houden met verschillende leervoorkeuren; trots kunnen zijn en leren door reflectie. Leerlingen worden steeds op hun eigen niveau uitgedaagd. Een op
excelleren gerichte professionele cultuur, een heterogene leerlingen populatie en een stimulerend leer klimaat met vaste werktijden voor leerlingen en docenten zijn volgens de school randvoorwaarden om tot talentontwikkeling voor elke leerling te komen. Optimale talentontwikke ling wordt nagestreefd middels thematisch, vakoverstijgend onder wijs. Leerlingen leren in periodes van zes weken binnen vakoverstijgende thema’s. Zij werken op vier ver schillende niveaus aan de ‘echte’ eindopdrachten: basis, gevorderd, academisch en academisch plus.
Onderzoek De school heeft onderzocht of hun manier van thematisch werken
(‘themaleren’, een belangrijke peiler van het IJburg-concept) daad werkelijk bijdraagt aan het bereiken van de missie van de school. Al vanaf de start werkte de school samen met wetenschappers van de leraren opleiding van de Universiteit van Amsterdam (ILO). In de laatste jaren heeft het onderzoek zich toegespitst op de ontwerpcyclus van themaleren. Praktijk en theorie zijn zo hand in hand gegaan en dat werd nog eens versterkt door de ontwerponderzoekstijd die de medewerkers van het ‘themalerenteam’ hebben gekregen. In het onderzoek zijn ook kwantitatieve indicatoren mee genomen om de leerprestaties en schoolloopbaan van de leerlingen te volgen.
De Expeditie heeft veel bijgedragen aan de talentontwikkeling van onze leerlingen. We werken op het IJburg College bij zowel leerlingen als medewerkers vanuit drie basis kwaliteiten: initiatief nemen, verantwoordelijkheid dragen en verantwoorden. We zien er nauwlettend op toe dat iedereen volgens deze principes werkt. Leerlingen tonen zelf wat zij geleerd hebben. Elke periode sluiten we af met een presentation of learning waarin ze hun talenten tonen. Het is fenomenaal wat ze dan laten zien, daar ben ik echt heel trots op. De posters van de presentaties over het thema ‘Macht’ hangen nog in de school en onlangs konden ouders en andere gasten genieten van een heftige theater manifestatie die de leerlingen in slechts vier dagen tijd in elkaar staken en op het schoolplein uitvoerden. We delen onze ervaringen met themaleren op een miniconferentie voor een select aantal scholen. Als ‘cadeautje’ stellen wij ook de uitgewerkte thema’s beschikbaar. Wel met de gedachte: haal er prachtige dingen uit, maar ga niet als een blind paard aan de slag. Bedenk vanuit welke context ze zijn ontstaan en wat het vraagt van je manier van werken.”
Scholen voorop 17
OSG Nieuw Zuid, Rotterdam
Missie geslaagd! School OSG Nieuw Zuid (locatie Putsebocht)
Plaats Rotterdam
Schooltype vmbo
Bouwsoort onderbouw
Website www.nieuw-zuid.nl
De Expeditie door de ogen van sectordirecteur vmbo Roelie Keizer: “Ik vind het bijzonder subsidie te kunnen inzetten om leerlingen en docenten op hun talenten aan te spreken en te zien dat ze zichzelf verbaasd doen staan. Ik ben gevoelig voor wat er leeft in school, maak vaak een praatje op de gang. Op zeker moment merkte ik het effect van de Expeditie. Leerlingen van de Masterklas hadden les gehad in argumenteren en redeneren. Toen ze kort daarop met een voorstel bij mij kwamen, wisten ze mij met argumenten te overtuigen. Dat gebeurde daarvoor nooit. Ze durven ook meer te laten zien waar ze trots op zijn, hebben meer respect voor elkaar en zichzelf. Dat zie je terug in het portfolio, in het gemak waarmee ze op het toneel staan. Leerlingen durven te dansen, te acteren, muziek te maken voor een bomvolle zaal. En het is stíl in de zaal. Dat had drie jaar geleden niet zo ongedwongen gekund. Nu boren we hun talenten aan, voorheen lieten we die onderbelicht. Onze Expeditie is groter geworden dan voorzien. Boven de hele vmbo-locatie hangt, als een paraplu, een uitgewerkt pedagogisch-didactisch concept. Terwijl we begonnen met een Mediaprofiel en een Masterklas. Het is een proces, logisch dat het niet bij twee op zichzelf staande dingen blijft. Nu we het resultaat echter zien en voelen, denken we: ‘wauw, dat hebben we toch maar waar gemaakt.’ In het begin dacht ik overigens dat we met zoveel subsidie veranderingen nog veel sneller konden realiseren. Nu weet ik: vernieuwen gaat met golfbewegingen. Twee stappen vooruit, een stap terug. De flow stokt soms even.
18
Scholen voorop
Programma Nederland talentenland R het maximale bereiken
Innovatie De uittocht naar andere Rotterdamse wijken en buurgemeenten stoppen en nieuwe leerlingen uit de buurt werven. Dat wilde osg Nieuw Zuid binnen drie jaar voor elkaar krijgen op de locatie Putsebocht (vmbo onderbouw). De school wilde een aantrekkelijke brede school worden met een moderne leeromgeving en profielen waarin het reguliere curriculum is ingebed. Profielen zijn bedoeld om talenten en motivatie van leerlingen aan te spreken, zodat zij meer zelfvertrouwen, kennis en vaardigheden ontwikkelen. Zo zijn een Masterklas en een Mediaklas ontwikkeld en wordt gewerkt aan een Sport- & Cultuurprofiel. De innovatie is vooral bedoeld om de achterstands-
leerlingen uit de buurt een positiever en kansrijker toekomstperspectief te bieden, maar ook om kinderen te trekken uit de middenklasse, waarop de nieuwbouwprojecten in de wijk zich richten. Door deze mix zullen de leerlingen gemakkelijker de kennis en vaardigheden opdoen die de samenleving vraagt.
Onderzoek Osg Nieuw Zuid heeft Mediaklassen en een Masterklas binnen het vmbo ingevoerd en heeft de onderzoekers van Oberon gevraagd deze innovatie te volgen en de opbrengsten in kaart te brengen. De ambitie van de innovatie was dat leerlingen meer zelfvertrouwen krijgen, beter gaan presteren en opstromen naar een
hoger niveau. Door middel van interviews en vragenlijsten voor leerlingen, docenten en ouders is de innovatie gevolgd: hoe was het draagvlak, de communicatie, de samenwerking met de omgeving? Wat liep goed en wat waren knelpunten? Ook is gebruik gemaakt van bestaande tevredenheidspeilingen bij docenten, leerlingen en ouders. De cognitieve prestaties op het gebied van Nederlandse taal, studievaardigheden, Engels en wiskunde zijn in kaart gebracht met een leerlingvolgsysteem, dat speciaal hiervoor is ingevoerd. Ook is een instrument ingezet voor het meten van de sociale competenties bij leerlingen. Om meer zicht te krijgen op de leerervaringen van de leerlingen werden learnerreports gebruikt.
Die flow is een zoektocht geweest. Het was een kwestie van niet bij de pakken neerzitten, de Expeditie ombuigen en, toen dat nodig bleek, een andere teamleiding en een tweede projectleider aanstellen. De eerste projectleider was inhoudelijk sterk, maar procesmatig minder. Daar moet je als school op durven inspelen. Toen we halverwege de Expeditie overgingen van een brede stuurgroep naar een smallere projectorganisatie was een aantal mensen teleurgesteld, omdat ze een andere rol kregen. Dat heb ik me niet zo gerealiseerd. Ik zou nu anders communiceren en aansturen. Het beeld was aanvankelijk: er is subsidie, we gaan leuke dingen doen en daarna stopt het weer. Ik kon boos worden als collega’s zo spraken: ‘Wat jij geleerd hebt, is toch niet weg? Dat zit in je, dat blijf je gebruiken!‘ Nu zien ze dat het mediaprofiel in de lijnorganisatie zit, dat de lessen en de ontwikkeltijd in hun jaartaak staan. Het geraamte staat, nu kunnen docenten finetunen, gewoon in hun lessen. Dit maakt tegelijk dat docenten er zelf verantwoordelijk voor zijn dat de Expeditie in de school blijft.”
Scholen voorop
19
Picasso Lyceum, Zoetermeer
Talenten Ontwikkelen tot Prestaties (TOP) School Picasso Lyceum
Plaats Zoetermeer
Schooltype vmbo-t / havo / vwo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.picasso-lyceum.nl
De Expeditie door de ogen van directeur Wim Kokx en projectleider Jeroen van Grunsven: “Toen de Expeditie drie jaar geleden startte, hadden we onze hele innovatie al op de rol staan. De Expeditie heeft ons echter de financiële en formatieve ruimte gegeven meer en sneller te innoveren. Onze focus op ‘zoveel mogelijk uit de leerling halen’ is ook geen los project, het ís de school. Daarbij hoort voor ons dat docenten nauw samen werken in domeinen en ook zelf aan hun talentontwikkeling werken. Hiertoe is voor alle medewerkers een POP-cyclus opgezet met ontwikkel-, coach -, functionerings- en beoordelingsgesprekken. Gaandeweg de expeditiejaren is het steeds meer onderwijs op maat geworden: voor hoogbegaafden, voor topsporters, voor versnellers. Negen topsporters van turnvereniging Pro Patria zijn van een officiële LOOT-school naar ons overgestapt omdat ze vonden dat wij hen beter maatwerk kunnen bieden. Ze hoeven niet meer met busjes te pendelen, hoeven geen les meer te volgen in de pauze, hebben tijd om te kletsen op het schoolplein en voelen zich erbij horen. We zijn ook met de Leonardo-klas voor hoogbegaafden begonnen en hebben meegedaan aan de pilot Meerdere Examenmomenten. Dat er van die pilot Meerdere Examenmomenten geen landelijke uitrol komt, is voor ons een tegenvaller. Die landelijke invoering is te duur in deze tijd van crisis. Er ontbreekt nu een stimulans voor leerlingen om de vakken waar ze goed in zijn sneller af te ronden. Een ander voordeel van de pilot was dat docenten vanwege de flexibele examens flexibeler met toetsen omgaan. Ze begonnen het normaal te vinden dat een leerling 20 Scholen voorop
Programma Nederland talentenland R het maximale bereiken
Innovatie Ieder kind heeft talenten die in aan leg aanwezig zijn, ieder mens heeft behoefte zijn talenten te kennen en te ontwikkelen. Vanuit die over tuiging wil het Picasso Lyceum het onderwijs zo inrichten dat de talenten van leerlingen ook echt ontdekt en ontwikkeld worden: Talenten Ontwikkelen tot Prestaties (TOP). Het huidige onderwijs maakt te weinig gebruik van het talenten potentieel van elke leerling. De school streeft naar een betere talent ontplooiing via TOP-klassen (science, cultuur, sport en ICT) en door meer maatwerk te bieden. Zo deed de school mee aan de Pilot Meerdere Examenmomenten. Het onderwijs concept stoelt op drie pijlers:
leerling het beste ondersteunen bij zijn talentontwikkeling?’ Het Kohnstamm Instituut heeft instrumenten ontwikkeld om talent ontwikkeling te meten en mentoren te ondersteunen bij hun coachende taak daarbij. Daarnaast is in kaart gebracht op welke wijzen er aan de verschillende aspecten van talent ontwikkeling gewerkt wordt. Voorts zijn de TOP-klassen, een van de manieren waarop aan het ontdekken en ontwikkelen van talent gewerkt Onderzoek wordt, geëvalueerd, bijgesteld en Het onderzoek op het Picasso Lyceum opnieuw geëvalueerd. Ook het startte met het nader definiëren van (werken met een instrument voor het onderwijsconcept van de school, het) coachen is geëvalueerd. Bij de waarin talentontwikkeling centraal evaluatieonderzoeken zijn docent staat. De centrale onderzoeksvraag onderzoekers ingezet. luidde: ‘Hoe kunnen we als school de
samenhang in het onderwijs programma, zelfstandigheid in leren en werkhouding en een op coaching gerichte interactie tussen leerling en leraar. De innovatie moet er onder meer toe leiden dat leerlingen beter leren om keuzes te maken, beter en sneller doorstromen naar het examen en een hoger opleidingsniveau bereiken. Daarnaast leidt de innovatie tot zelfbewuste jongeren die commu nicatief en sociaal vaardig zijn.
uit de examenklas vroeg of hij over drie dagen een toets kon maken omdat hij klaar was met de stof. Ook in de andere leerjaren zien we nu dat docenten daar soepeler mee omgaan. Dat is ook de basis van het succes van ons onderwijs aan bijvoorbeeld top sportleerlingen. Hebben ze een training of wedstrijd, dan maken ze toetsen op een ander moment. De aanstelling van domeinassistenten is een grote slag geweest binnen onze Expeditie, ook financieel. Veel subsidie hebben we gebruikt om er in elk domein een aan te stellen. Hun ondersteuning geeft docenten een adempauze om na te denken en zich verder te ontwikkelen. We moeten nog een definitief besluit nemen over continuering. Dat is financieel dan wel een probleem, maar anders moeten docenten weer meer zelf doen en zal het innovatietempo afnemen. Tien jaar geleden dachten wij nog: laat een ander het innovatiewiel maar uitvinden, doen wij het wel na. Daar denken wij nu anders over. Je móet het meemaken, uit komsten kopiëren werkt niet. Scholen die dat toch proberen, komen niet vooruit. We hebben geleerd dat je innoveren moet balanceren: vanuit een gedragen missie en visie, in een goede organisatie en met personeel dat zich kan ontwikkelen.”
Scholen voorop 21
OSG Piter Jelles !mpulse, Leeuwarden
Ontdekkingsreis naar de ontwikkeling van talent School Piter Jelles !mpulse
Plaats Leeuwarden
Schooltype vmbo / havo / vwo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.impulse.pj.nl
De Expeditie door de ogen van directeur Wabe Reinsma: “Er zijn voor het kind. Dat is wat we bij !mpulse doen en wat op elke school vanzelf sprekend zou moeten zijn. Er staat hier een hechte onderwijscommunity, met een unieke cultuur. We leveren vriendelijke, gemotiveerde leerlingen af die een open kijk op de samenleving hebben en zich bewust zijn van hun handelen. Zestig procent van de leer lingen reist dagelijks vanuit heel Friesland naar Leeuwarden omdat ze zo graag hier naar school gaan. Het concept staat nu, maar doorzetten in de bovenbouw is lastig. !mpulse is door een diep dal gegaan. Ziekte van de directeur en de adjunctdirecteur creëerde onrust en maakte het voor medewerkers, ouders en leerlingen zeer moeilijk de koers en de uitgangspunten van de onderwijsfilosofie vast te houden. Hoog ziekte verzuim onder het personeel – deels werkgerelateerd – vergrootte de problemen nog. Dankzij aanpassingen varen we nu gelukkig in rustiger water en steunt het College van Bestuur voortzetting van ons concept. Vorig jaar was het eerste cohort aan examens toe, veertien vmbo- en zeventien havo-leerlingen. Door dat geringe aantal leerlingen was de bovenbouw onrendabel. Gecombineerd met de onrust in de school en nauwelijks focus op examens in de vernieuwingsfilosofie, dreigde de examenvoorbereiding te mislukken. Twijfel en teleurstelling bij ouders namen toe. Dankzij bijlessen, examentrainingen en het commitment van leerlingen en ouders is toch iedereen geslaagd.
22 Scholen voorop
Programma Nederland talentenland R het maximale bereiken
Innovatie Piter Jelles !mpulse is een leer- en leefgemeenschap die sinds 2005 probeert het leerproces van de leer ling in woord én daad centraal te stellen. ‘Je leert niet voor cijfers, je leert omdat je wilt leren.’ Het gaat niet om het vak biologie zelf, het gaat om de mogelijkheden die dat vak biedt, bijvoorbeeld voor een latere studie. De school wil een klimaat scheppen waarin leerlingen niet alleen leren voor een diploma, dat is slechts een tussenstap, geen einddoel. Het doel van leren is talenten en interesses te ontwikkelen in een contextrijke leeromgeving met een doorlopende leerlijn. Daarom stippelen leerlingen zoveel mogelijk hun eigen leertraject uit, een reis vol
ontdekkingen en keuzes en – als logisch uitvloeisel daarvan – ook de gelegenheid om fouten te maken. Wel met steun: leren doe je van en met elkaar in gedeelde verant woordelijkheid.
Onderzoek
tijdens de Expeditie onderzoek naar de wijze waarop !mpulse in de boven bouw vorm geeft aan de Tweede Fase. De schoolleiding zelf hoopt dankzij de onderzoeksresultaten van de Expeditie te profiteren van nieuwe inzichten om de kwaliteit van de school te verbeteren.
De medewerkers van !mpulse denken dat de landelijke discussie over het Nieuwe Leren gebaat is bij objectieve, wetenschappelijk verkregen gegevens over de effecten van onderwijs vernieuwingen. !mpulse is een scenario-4 school die werkt vanuit de inzichten van het Nieuwe Leren en leent zich daarom goed voor een dergelijk onderzoek. Het hele onder wijsveld heeft daar profijt van. Twee wetenschappers van Oberon deden
De bovenbouwleerlingen zijn in augustus 2010 ingetrokken bij een andere locatie van Piter Jelles. Ze zitten in een herkenbaar !mpulse-deel maar volgen lessen met andere leerlingen van Piter Jelles, om de bekostiging in de hand te houden. Volgend schooljaar zal ook de onderbouw zich hier vestigen. Pas je droom aan de omstandigheden aan, anders red je het op een gegeven moment niet meer. Alles tegelijk willen veranderen – de onderwijsinhoud én de organisatie structuur – is niet te behappen. Het is typisch voor vernieuwingsscholen om in de onderbouw een stevig, waardevol concept neer te zetten. Maar in de bovenbouw met zijn landelijk dichtgeregelde programma en weinige leerlingen krijg je het niet meer georganiseerd. Ons team heeft zich ondanks alle problemen fantastisch opgesteld. De Expeditie was cruciaal om in deze omvang te kunnen vernieuwen. Die nieuwe wegen hebben naar succes én teleurstelling geleid, maar we hebben wel het lef gehad ze te bewandelen. Overigens zegt de benaming Expeditie de mensen in de school niet veel. En door het tumultueuze verloop van onze vernieuwing hebben we het laatste jaar niet veel gedeeld met andere Expeditiescholen. Onze onderbouw is echt een andere school dan andere, met een bijzondere groep leerlingen waar het talent vanaf spat. Nu de extra middelen wegvallen, zal het vernieuwingstempo trager worden. Maar ook met de reguliere bekostiging lukt het ons concept te verstevigen en te borgen, zodat de !mpulse-identiteit op de nieuwe locatie zeer herkenbaar blijft.”
Scholen voorop 23
Willem Lodewijk Gymnasium, Groningen
Toptalent uitdagen tot topprestaties School Willem Lodewijk Gymnasium
Plaats Groningen
Schooltype gymnasium
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.web.wlg.nl
De Expeditie door de ogen van rector Agnes Schaafsma: “Ik had niet verwacht dat ik het onderzoek zo leuk zou vinden. Het bleek een eyeopener. Mensen kijken van buiten mee, stellen andere vragen. Anderzijds geeft het onderzoek ons een andere kijkrichting dan we gewend zijn. Onderzoekers graven dieper. Eerst ontrafelen ze de beginsituatie: ‘Waarom loopt deze verandering niet lekker?’ Vervolgens analyseren ze de stappen waarmee je het probleem wilt oplossen en de factoren die al dan niet bijdragen aan die oplossing. We doen bijvoorbeeld mee aan de landelijke pilot voor het nieuwe examen economie. Dat nieuwe examen vereist een andere didactiek om leerlingen economische begrippen aan te leren. Die heeft de betrokken docent toe gepast. Vroeger zou dat het eindstation zijn geweest, nu stelden we de vraag in hoeverre die nieuwe didactiek helpt. Hebben de leerlingen een betere beheersing van die begrippen dan leerlingen die de traditionele lessen hebben gevolgd? Dat hebben we getoetst onder vijfdeklassers die volgens de nieuwe methode leren en zesdeklassers die volgens de oude methode leren. Wat bleek: de zesdeklassers scoorden veel beter. Vroeger zouden we zeggen: ‘Hupsakee, weg met dat nieuwe programma.’ Maar de Expeditieonderzoekers keken verder, naar secundaire factoren. Zesdeklassers zijn bijvoorbeeld al langer bezig met economie, en omdat het examen nadert, is hun studiehouding mogelijk serieuzer. Zulk diepgravend onderzoek helpt ons onze koers vast te houden, in plaats van die bij de eerste tegenvaller overboord te zetten.
24 Scholen voorop
Programma Nederland talentenland R het maximale bereiken
Innovatie Veel gymnasiasten halen nu op hun sloffen het vwo-diploma. Ook zij moeten in de 21ste eeuw op een andere manier geprikkeld worden voor school. De Nederlandse samen leving zit te springen om excellerende studenten. Teveel leerlingen boren lang niet al hun talenten aan. Dat kan beter, vinden ze op het Willem Lodewijk Gymnasium in Groningen. Diepgaand gymnasiaal onderwijs vraagt om een nieuwe didactiek en nieuw lesmateriaal. De school werkte via de Expeditie en Pegasus (gymna siaal samenwerkingsverband) aan de versterking van haar gymnasiale karakter. Toptalent uitdagen tot topprestaties lukt niet met een paar losse verdiepende opdrachten. Het
vraagt om een systematische herin richting van het onderwijsprogramma. Docenten kregen daarvoor ontwikkel tijd in hun takenpakket, net als een aantal mensen met onderwijsonder steunende taken. De innovatie ver onderstelt een aangepast personeels beleid: gerichte aannamecriteria bij nieuw personeel en ontwikkelmoge lijkheden voor zittend personeel. Er was veel animo voor onderwijsinhou delijke veranderingen: de helft van de docenten vroeg ontwikkeltijd aan, de school is aangewezen als Universum school en participeert in de pilot voor het nieuwe economie-examen.
Onderzoek Hoe kunnen de twaalf- tot achttienjarigen van nu – de
internetgeneratie – zo geprikkeld worden dat ze bereid zijn al hun talenten in te zetten op school? Hoe kun je als gymnasium spannend en uitdagend onderwijs op hoog niveau ontwikkelen? Hoe bied je leerlingen de ruimte om hun talenten te ontwikkelen (en de grenzen daarvan te verkennen)? Hoe bied je docenten de mogelijkheid om hun onderwijs te innoveren? Wat is de meerwaarde van praktijkgericht onderzoek naar de effecten van zulke innovaties? Naar deze vragen deed het Willem Lodewijk Gymnasium gedurende de looptijd van de Expeditie onderzoek in samenwerking met twee onder zoekers van het Kohnstamm Instituut.
Praktisch iedereen is bij de Expeditie betrokken, ook het ondersteunend personeel, dankzij de investeringen die ineens mogelijk waren. Ik kan iedereen aanraden school breed met ontwikkeling bezig te zijn. Kijk vanuit het potentieel dat je in huis hebt en bouw van daaruit je school, niet andersom. We hoeven niet alles van de Expeditie voor de eeuwigheid te bewaren. Het meest duurzame is het proces van innoveren zelf, het blijvend vernieuwen, omdat je wilt dat je onderwijs beter wordt. In de drie expeditiejaren hebben we het accent steeds op een ander punt gelegd: in het eerste jaar op keuzeactiviteiten buiten de lessen om; in het tweede jaar op didactische ontwikkelingen in verschillende lessen; in het derde jaar op vaardigheden die leerlingen nodig hebben om verstandige keuzes te maken en gestimuleerd aan het werk te blijven. We bieden nu al drie jaar keuze-uren in de onderbouw aan, maar steeds op een andere manier en onder een andere naam. Dat heeft te maken met de complexe inpassing in de schoolorganisatie en met het gegeven dat docenten steeds met nieuwe ideeën komen. Er is groot enthousiasme onder docenten om dingen uit te proberen. We geloven ook niet in het nut van één didactiek. Integendeel, verschillende didactieken zijn juist veel interessanter voor leerlingen. Leerlingen zijn niet allemaal hetzelfde, docenten ook niet. Ik laat dat gebeuren, zolang we de rode draad vasthouden: talentontwikkeling en keuze bieden aan leerlingen.”
Scholen voorop 25
Amadeus Lyceum, Vleuten
Ontwikkeling van cultuurgebaseerd onderwijs School Amadeus Lyceum
Plaats Vleuten
Schooltype vmbo-tl / havo / vwo / gymnasium
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.amadeuslyceum.nl
De Expeditie door de ogen van rector Jeanine Vlastuin: “De grote verrassing? Dat de Expeditie bij ons een totale omwenteling van het leerstof aanbod heeft teweeggebracht. We begonnen vanuit de behoefte iets inhoudelijks te doen met ons cultuurprofiel. Nu kaderen we ons hele leerstofaanbod zo in. Dat wil niet zeggen dat leerlingen geen Frans of wiskunde meer krijgen, maar we voegen de leerstof zoveel mogelijk samen. Natuurlijk moeten ze dan nog steeds formules en Franse werk woorden leren, maar nu vanuit een logische context. Een andere onvoorziene meer waarde van de Expeditie heeft een van onze ondersteuners mooi verwoord: ‘Ik ken geen school waar het team – en ik werk op veel scholen – intern zó over onderwijs in gesprek is en eraan werkt.’ Dankzij de Expeditie kun je investeren in tijd en mensen, daarmee krijg je dat gesprek op gang en kunnen mensen samen dingen doen. Als het aan mij en veel docenten hier op school ligt, wordt er bij de cao-onderhandelingen in de normjaar taak ingezet op ontwikkeltijd voor onderwijsaanbod en tijd voor procesbegeleiding van leerlingen. Dat hebben we liever dan kleinere groepen. Tijdens de Expeditie hebben de docenten cultuurgebaseerd onderwijs in gang gezet. Gelukkig blijven hun ontwikkeltaken gedeeltelijk behouden; we hebben daartoe met ieders instemming ruimte gecreëerd in ons schoolbudget. Voor de ontwikkeltijd voor het curriculum maken we studiedagen vrij. De Expeditie heeft meetbaar bijgedragen aan ons thema ‘Met plezier naar school’. Uit een tevredenheidsonderzoek en een onderzoek naar het pedagogisch handelen van onze 26 Scholen voorop
Programma Met plezier naar school R bij de les blijven
Innovatie Het Amadeus Lyceum beschouwt kunst en cultuur als voertuig voor het leren. Leerlingen worden uitgedaagd kennis en vaardigheden op te doen via competentiegerichte werkvormen waarbij kunst en cultuur zijn geïnte greerd in de andere vakken. Culturele instellingen in en rond Utrecht werken mee aan vakoverstijgende projecten. De school beoogt met dit CultuurGebaseerd Onderwijs (CGO) meer samenhang en verdieping aan te brengen in het hele onderwijs programma, van brugklas tot examenklas. De school wil daarmee zijn leerlingen meer motiveren voor school, spijbelen en uitval voorkomen en de sociale integratie bevorderen. “Als leren gaat over je eigen
omgeving, je eigen geschiedenis en je eigen cultuur – in relatie tot die van anderen – dan gaat leren meer van zelf”, aldus de school. De school staat op de cultuurcampus in Vinexwijk Leidsche Rijn en deelt voorzieningen met de gemeente bibliotheek, een kunstencentrum, een welzijnsinstelling en een theater.
Onderzoek De centrale onderzoeksvragen van het Amadeus Lyceum zijn enerzijds gericht op de vormgeving van CultuurGebaseerd Onderwijs (CGO) en anderzijds op de opbrengsten van deze nieuwe vorm van onderwijs. Onderzoekers van het Kohnstamm Instituut van de Universiteit van Amsterdam en het Onderwijscentrum
van de Vrije Universiteit hebben samen met de school de kenmerken en achterliggende ideeën van CGO beschreven. Ook de wijze waarop deze ideeën vorm krijgen in ont werpen voor pilots en modulen, en uiteindelijk in de onderwijspraktijk is in kaart gebracht. Qua opbrengsten is geëvalueerd hoe met behulp van CGO de kernwaarden van het Amadeus Lyceum (persoonlijke ontwikkeling, zelfsturing, dialoog en respect, en creativiteit) zijn gerealiseerd, in hoeverre door CGO beoogde leerresultaten zijn behaald, en in hoeverre met CGO bijgedragen is aan de motivatie van leerlingen voor leren en voor school.
docenten blijkt dat we hier een fantastisch pedagogisch klimaat hebben. Als je docenten uitdaagt tot activiteiten waarvoor ze niet direct zijn opgeleid – zoals bij de Expeditie draagt dat altijd bij aan hun talentontwikkeling. Ze ontdekken kwaliteiten waarvan zij zich eerst niet bewust waren. Andersom leren docenten ook hun beperkingen kennen. Zo weet je wat je aan jezelf en aan elkaar hebt. En met ons cultuurgebaseerd onderwijs zijn we erin geslaagd leerlingen keuzes te bieden waardoor zij hun eigen leerstijl sneller ontdekken en daarmee kunnen excelleren. Kennis delen binnen de totale Expeditie vind ik lastig. Ik snap de noodzaak wel, gezien de grote bedragen die met de Expeditie gemoeid zijn, maar we hebben geen blauwdruk voor andere scholen. Elke context is immers anders. Onze schoolontwikkeling is inte graal, dat maakt het moeilijk er op zichzelf staande elementen uit te lichten die voor andere scholen interessant zijn. Scholen zijn anderzijds altijd welkom om te komen kijken en praten. Ik kan me andersom voorstellen dat onze onderwijsarchitecten scholen bezoeken om te praten over de pluspunten van onze aanpak en trajecten te coachen. Zo heeft samenwerking met kunstinstellingen ons veel opgeleverd. Het gesprek met externen geeft je inspiratie voor en ondersteuning van je onderwijsaanbod op een presenteerblaadje. Voor de module ‘Van Slavernij tot Hiphop’ schakelden we bijvoorbeeld docenten Afrikaanse dans in. Leerlingen vonden dat fantastisch.”
Scholen voorop 27
SG St. Ursula, locatie Heythuysen
Een synthese gerealiseerd, naar verdere ontschotting School Scholengemeenschap St. Ursula (locatie Heythuysen)
Plaats Heythuysen
Schooltype vmbo
Bouwsoort onderbouw
Website www.ursula.nl
De Expeditie door de ogen van Henri Duisters, zorgcoördinator PO-VO en Expeditiecoördinator: “De winst van de Expeditie is overduidelijk: cluster 4-leerlingen hebben op het vmbo hun diploma gehaald. Dat had in het voortgezet speciaal onderwijs nooit gekund. Het vergroot hun kansen op arbeidsparticipatie en hun kansen om uit de Wajong-regeling te blijven. Docenten hebben zich kunnen ontwikkelen als schakelcoach of mentor van een syntheseklas. We hebben nieuwe overlegsituaties gecreëerd binnen de school en met partners van buiten om meer te kunnen betekenen voor deze jongeren en hun docenten. Allemaal pure winst. Het heeft nogal wat mensen verrast dat deze leerlingen op een reguliere school succes kunnen hebben. Natuurlijk vraagt het extra toeters en bellen, maar het kan! De start van de Expeditie verliep wat moeizaam, we hebben te laat het team goed mee genomen in onze plannen. En alleen met het team kun je aan de schoolcultuur werken. Werken aan de houding en uitstraling van leerlingen, sleutelen aan bestaande beheers matige processen en omgaan met collega’s die soms willen vasthouden aan structuren en werkwijzen; dit alles vraagt veel energie. We hadden van tevoren de invloed van de internaatachtergrond van veel cluster 4-leerlingen ook niet goed ingeschat. Ineens blijkt een jongere te zijn overgeplaatst en elders naar school te gaan. Je wordt niet vrolijk van dat shoppen met kinderen in Nederland. Eenderde van onze leerlingen is overgeplaatst. Stop je al die energie in een leerling, is hij ineens weg. We willen hen onder andere via het portfolio goed overdragen zodat ze wellicht elders ook op een reguliere school 28 Scholen voorop
Programma Met plezier naar school R bij de les blijven
Innovatie Met een steuntje in de rug gewoon naar het vmbo. SG St. Ursula en De Ortolaan, een school voor speciaal voortgezet onderwijs, laten cluster 4-leerlingen van De Ortolaan mee draaien op de vmbo-afdeling van St. Ursula. Cluster 4-leerlingen kunnen gewoonlijk alleen in het speciaal onderwijs terecht. Passend onderwijs zo dicht mogelijk bij huis is het streven. De leerlingen komen in zogenaamde syntheseklassen en volgen het reguliere curriculum. Als leerlingen het aankunnen, verlaten ze in een later stadium de synthese klas en gaan ze verder in een reguliere vmbo-klas. De syntheseklas is ook bedoeld voor leerlingen van St. Ursula die tijdelijk bijzondere
begeleiding nodig hebben. Beide instellingen hopen dat de leerlingen dankzij deze aanpak met meer plezier naar school gaan en vaker met een diploma op zak doorstromen naar een mbo-opleiding. Docenten van De Ortolaan geven les aan de leerlingen in de syntheseklassen en onder steunen de docenten van St. Ursula.
zocht welke eisen gesteld moesten worden aan de schoolorganisatie, de zorgstructuur en -arrangementen, het onderwijszorgbeleid, de leer omgeving, het curriculum, en de pedagogisch-didactische aanpak en competenties van docenten. Gedurende de hele periode zijn dossiers van schakelende leerlingen opgebouwd, allerlei onderzoeks Onderzoek instrumenten zijn ontwikkeld en Het Kohnstamm Instituut van de ingezet, er is geobserveerd en Universiteit van Amsterdam en het geïnterviewd, en vooral ook is samen Onderwijscentrum van de VU hebben met docenten gewerkt aan het doen met Scholengemeenschap St. Ursula van onderzoek en het gebruiken van en VSO De Ortolaan onderzocht of – onderzoeksresultaten. Dat succesvol en onder welke voorwaarden – het integreren mogelijk is blijkt uit het mogelijk is om cluster 4-leerlingen op feit dat de eerste leerlingen in het een succesvolle manier te integreren kader van dit project in 2010 hun in het reguliere vmbo. Er is onder vmbo-diploma hebben behaald.
terecht kunnen. Dan zien onze mensen het ook niet louter als belemmering, maar meer als ‘we hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van die jongere, ook als hij hier eerder weggaat’. Want dat weggaan hebben wij niet in de hand. We hebben geleerd hoe belangrijk het is alles rondom de syntheseklas op te nemen in de planningen en om informatiebijeenkomsten te beleggen. En aandacht aan de Expeditie te besteden in de schoolgids en andere publicaties, zodat deze ook landt bij ouders en andere scholen. We hebben veel presentaties verzorgd en veel gasten op school uitge nodigd. Al die dingen zorgen ervoor dat onze vernieuwing een plek krijgt en houdt in de totale organisatie. Daarin zijn we erg gegroeid. Net als in het vieren van onze successen. Trakteer als schoolleiding je mensen eens op een stuk vlaai als ze vier leerlingen aan een diploma hebben geholpen of erin geslaagd zijn vijf van de acht cluster 4-leerlingen uit de syntheseklas te laten overgaan van leerjaar een naar twee. Succes vieren is belangrijk, omdat de Expeditie een extra inspanning vraagt, waarvan de opbrengsten niet voor iedereen zichtbaar zijn. Laat zien dat deze leerlingen naar een tussenstation of eind streep zijn gebracht. Mensen groeien meer van een schouderklop dan van een blaf.”
Scholen voorop 29
Pieter Zandt SG, Urk
KIOSC: Kennis-, Innovatie- en Onderzoekscentrum Samenwerkingsverband van 4 scholen School Pieter Zandt SG
Plaats Urk
Schooltype vmbo / havo / vwo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.pieterzandt.nl
De Expeditie van Pieter Zandt SG door de ogen van locatiedirecteur Jan Otte: “Alle vier KIOSC-schoolleiders zijn ervan overtuigd dat je met onderzoek verder komt. Zij hebben nog voor de start een managementcursus bij Ben van der Hilst gevolgd, over de praktische zaken rondom de invoering van een onderzoekscentrum in school. Helaas zijn onderweg twee van de oorspronkelijke zes scholen afgevallen. Dat was vervelend en niet voorzien. Na een bezinningsgesprek met het Innovatieproject van de VO-raad zijn we met vier scholen verder gegaan. Met hetzelfde expeditiebudget, zodat we onze plannen hebben kunnen uitvoeren. Elke school heeft overigens op haar eigen manier het KIOSC-concept vormgegeven. Dat hebben we bewust gedaan om te ontdekken wat werkt en niet werkt. Op Pieter Zandt heeft de onderzoeksschool inmiddels een plek in het schoolplan, hij is onderdeel van het werk van docenten. Alle elf teams hebben een docent in LC die als onderwijsontwikkelaar geschoold is in het doen van onderzoek, zelf onderzoek uitvoert en docenten met een onderzoeksvoorstel begeleidt en traint in onderzoeksvaardig heden. Uit de teams zelf komen inmiddels voorstellen voor onderzoek, zoals naar de kwaliteit van toetsen. En op een recente vacature voor een coördinator van de onder zoeksschool hebben veel mensen gereageerd. Dat geeft aan dat de Expeditie voor een omslag in het denken heeft gezorgd. Niet zomaar iets veranderen, eerst uitzoeken hoe het zit.
30 Scholen voorop
Programma Onderwijs is populair R personeel is trots
Innovatie Vier scholen trokken samen op om een eigen onderzoekscentrum op te zetten. In elke school deden docenten, leerlingen en mensen uit de schoolleiding samen onderzoek naar onderwijsleerprocessen. Onderzoek dat hard nodig is om innovaties duurzamer, meer evidence-based en minder hype gevoelig te maken. Op dit moment is het zo dat veel ‘innovatie-energie’ niet leidt tot de beoogde kwaliteits verbetering van het primaire proces. Door het Kennis-, Innovatie- en Onderzoekscentrum (KIOSC) een goed verankerde plek te geven in school ontstaat een blijvende onderzoeksmatige en innovatieve cultuur. Elk centrum moet ook een
verbindingspunt worden tussen onderzoek binnen en buiten de school. Deze onderbouwde manier van omgaan met onderwijs vernieuwingen geeft leraren meer (academische) status en beroepseer.
factoren en condities bijdragen tot succes kunnen andere scholen profiteren van die kennis. Afgeleide onderzoeksvragen zijn: hoe en in welke mate draagt KIOSC bij aan het innovatieve vermogen van de school?
Onderzoek Het onderzoek in het kader van de Expeditie staat los van de eigen onderzoeksvragen van de vier KIOSCscholen. Het gaat hier om een metaonderzoek van Ivlos met als centrale vraag: welke samenhang is er tussen het functioneren van KIOSC en de ontwikkeling van een onderzoeks houding en onderzoekscultuur en de werkbeleving van de docenten? Als duidelijk is op welke manieren de scholen KIOSC vormgeven en welke
De Expeditie heeft ons geleerd dat we geen versnipperde uurtjes voor onderzoek moeten inroosteren, dat werkt niet. Cluster die 50 tot 150 uur per onderzoeksdocent in blokken. We hebben ook ervaren dat er twee kanten aan de onderzoekschool zitten. Aan de ene kant zie je mensen met glimmende ogen bezig, aan de andere kant kunnen uitkomsten heel dichtbij komen, voor collega’s zelfs bedreigend zijn. Dat bleek wel bij het onderzoek naar effectief gebruik van de lestijd, op onze locatie op Urk. De uitkomsten waren in alle gevallen boven de norm en werden op vakniveau gepresenteerd. Toch zijn we in het team en met enkele individuele docenten in gesprek gegaan om mogelijke gevoelens van onveiligheid weg te nemen. Want uiteindelijk doen we onderzoek om ons onderwijs en onze mensen beter te maken. Scholen met plannen voor onderzoek in de school kunnen altijd met ons in overleg. We zijn absoluut overtuigd van de meerwaarde. Een leuk voorbeeld ter illustratie: er heersten op Pieter Zandt wat beelden over welke vestiging het goed doet en welke wat minder. Zo zouden leerlingen op de ene onderbouwlocatie slechter zijn in Engels, op de andere in economie, enzovoort. Om die reden hebben we in de bovenbouw een instroomonderzoek gehouden en de cijfers van het eerste en tweede rapport van leer lingen van alle vestigingen vergeleken. Daarmee zijn een hoop vooroordelen weg genomen of bespreekbaar gemaakt. Dat heeft een prachtige discussie opgeleverd. Leuk onderzoek met leuke gevolgen.”
Scholen voorop 31
Comenius College, Capelle a/d IJssel
KIOSC: Kennis-, Innovatie- en Onderzoekscentrum Samenwerkingsverband van 4 scholen School Comenius College
Plaats Capelle a/d IJssel
Schooltype vmbo / havo / vwo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.comenius.nl
De Expeditie van het Comenius College door de ogen van Nico van den Eijkel, directeur bedrijfsvoering: “De grote verrassing voor mij: het KIOSC-bureau is in drie jaar Expeditie veranderd in een soort ‘open service centrum’ waar iedereen langskomt die iets met onderzoek van doen heeft. En dat is niet alleen de docent-onderzoeker van KIOSC zelf. Ook de stagiair van de lerarenopleiding, de collega die nog bezig is zijn bevoegdheid te halen, de universitaire minorstudent. Want onderzoek vindt hier niet alleen plaats binnen KIOSC. Het Comenius College participeert ook in de Opleidingsschool Rotterdam (OSR), sinds augustus de nieuwe naam voor de Academische Opleidingsschool en Samenscholing.nu. Omdat het hier om regionale samenwerking gaat, weten de docent-onderzoekers elkaar sneller te vinden dan binnen KIOSC, met samenkomsten in Amsterdam. Ik maak geen onderscheid, voor mij lopen de Academische Opleidingsschool en KIOSC in elkaar over. Dit heeft er zeker toe bijgedragen dat het doen van onderzoek binnen de school geaccepteerd en verankerd is. Jan de Schipper is de verpersoonlijking van KIOSC binnen de school. Sinds de start van de Expeditie is hij de coördinator. Daarvoor krijg hij op jaarbasis tweehonderd uur. Zelf opgeleid aan het CNA geeft hij zijn kennis weer door aan de nieuwe docent-onder zoekers. Het is aan hem de verlegenheidsvragen boven tafel te krijgen, draagvlak te verwerven en collega’s te assisteren. Onderzoekers gaan bij voorkeur in duo’s aan de slag, dan is continuïteit gewaarborgd als een van hen om een bepaalde reden tijdelijk vastloopt. De onderzoeksuren worden zorgvuldig ingeroosterd: een vaste middag per 32 Scholen voorop
Programma Onderwijs is populair R personeel is trots
Innovatie Vier scholen trokken samen op om een eigen onderzoekscentrum op te zetten. In elke school deden docenten, leerlingen en mensen uit de schoolleiding samen onderzoek naar onderwijsleerprocessen. Onder zoek dat hard nodig is om innovaties duurzamer, meer evidence-based en minder hypegevoelig te maken. Op dit moment is het zo dat veel ‘innovatie-energie’ niet leidt tot de beoogde kwaliteitsverbetering van het primaire proces. Door het Kennis-, Innovatie- en Onderzoeks centrum (KIOSC) een goed verankerde plek te geven in school ontstaat een blijvende onderzoeks matige en innovatieve cultuur. Elk centrum moet ook een verbindings
punt worden tussen onderzoek binnen en buiten de school. Deze onderbouwde manier van omgaan met onderwijsvernieuwingen geeft leraren meer (academische) status en beroepseer.
vormgeven en welke factoren en condities bijdragen tot succes kunnen andere scholen profiteren van die kennis. Afgeleide onder zoeksvragen zijn: hoe en in welke mate draagt KIOSC bij aan het innovatieve vermogen van de school?
Onderzoek Het onderzoek in het kader van de Expeditie staat los van de eigen onderzoeksvragen van de vier KIOSC-scholen. Het gaat hier om een meta-onderzoek van Ivlos met als centrale vraag: welke samenhang is er tussen het functioneren van KIOSC en de ontwikkeling van een onderzoekshouding en onderzoeks cultuur en de werkbeleving van de docenten? Als duidelijk is op welke manieren de scholen KIOSC
week, behalve in onhandige tijden, zoals de examenweken. De hoofdonderzoekers krijgen op het Comenius College op jaarbasis tot wel honderdzestig uur voor een groot onderzoek. Dat heeft alles te maken met de strenge eisen die binnen de Academische Opleidingsschool aan het onderzoeksprogramma worden gesteld. Voor ondersteunende onderzoekers en studentonderzoekers is dertig uur gangbaar. Op de vmbo-locatie is KIOSC trouwens minder goed uit de verf gekomen dan in de bovenbouw havo/vwo. Invoering op onze havo/vwo-locatie Lijstersingel lag voor de hand, maar ik wilde er ook het vmbo bij betrekken. In het begin lukte het een paar vmbo-topdocenten onderzoek te laten doen. Enkelen vertrokken en de werving van nieuwe vmbo-onderzoekers liep niet. En dus raakte de benodigde kritische massa – nodig voor continuïteit – in het geding. Ik snap dat wel. De vmbo-locatie had te maken met dalende leerlingaantallen, dan is onderzoek geen prioriteit. Bovendien hebben de docenten het doen van onderzoek als pittig ervaren. Vmbo-docenten zijn doeners, ze houden van meteen aanpakken. Ik ben trots op wat bereikt is. Onderzoek doen geeft docenten meer zelfvertrouwen en meer grip op veranderingen. De sfeer in school verandert: meer een dialoog op basis van feiten, minder ongefundeerde meningen.”
Scholen voorop 33
Montessori College, Nijmegen
KIOSC: Kennis-, Innovatie- en Onderzoekscentrum Samenwerkingsverband van 4 scholen School Montessori College
Plaats Nijmegen
Schooltype vmbo / havo / vwo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.montessoricollege.nl
De Expeditie van Montessori College Nijmegen door de ogen van locatieleider Jan Triepels: “KIOSC heeft vooral bij docenten veel losgemaakt. Logisch, want de Expeditie was voor hen bedoeld. Talentontwikkeling van leerlingen stond niet voorop, wel hebben zij als vraagbaak gediend voor de onderzoekers. KIOSC heeft bij ons op school de vorm gekregen van een klein, eigen expertisecentrum met twee experts. We zochten mensen met gevoel voor onderzoek die bij de gang van zaken in de school vragen durven stellen en zin hebben zich te ontwikkelen. Uiteindelijk zijn een bioloog en een gepromoveerde filosoof tot expert-onderzoeker benoemd. Zij hebben een cursus op maat van CNA gevolgd en staan de docent-onderzoekers bij. Een collega volgt nu zelfs de masteropleiding Academisch Meesterschap. Docenten dragen zelf onderwerpen voor onderzoek aan, meestal in kernteamverband. Zo hebben ze onderzocht waarom de ‘werkvloer’ – een ruimte waar leerlingen volgens een rooster zelfstandig kunnen werken – in de versukkeling was geraakt. Door observaties en interviews hebben ze dat in kaart gebracht. Nu is de ruimte omgedoopt tot ‘studie vloer’, met toezicht, nieuwe inrichting en een intekensysteem. Nu loopt het weer zoals het bedoeld was. Op soortgelijke manier onderzoeken we de rol en functie van de mediatheek. Didactischer van aard is ons onderzoek naar het gebruik van notebooks in de les. Inhoudelijk – in de zin van notebooks toepasbaar in de les – is die proef mislukt. Goede content voor notebooks blijkt niet vanzelfsprekend voorhanden. Toch gaan we er over drie jaar schoolbreed mee werken. We stellen de implementatie alleen bij op basis 34 Scholen voorop
Programma Onderwijs is populair R personeel is trots
Innovatie Vier scholen trokken samen op om een eigen onderzoekscentrum op te zetten. In elke school deden docenten, leerlingen en mensen uit de schoolleiding samen onderzoek naar onderwijsleerprocessen. Onder zoek dat hard nodig is om innovaties duurzamer, meer evidence-based en minder hypegevoelig te maken. Op dit moment is het zo dat veel ‘innovatie-energie’ niet leidt tot de beoogde kwaliteitsverbetering van het primaire proces. Door het Kennis-, Innovatie- en Onder zoekscentrum (KIOSC) een goed verankerde plek te geven in school ontstaat een blijvende onderzoeks matige en innovatieve cultuur. Elk centrum moet ook een verbindings
punt worden tussen onderzoek binnen en buiten de school. Deze onderbouwde manier van omgaan met onderwijsvernieuwingen geeft leraren meer (academische) status en beroepseer.
vormgeven en welke factoren en condities bijdragen tot succes kunnen andere scholen profiteren van die kennis. Afgeleide onderzoeks vragen zijn: hoe en in welke mate draagt KIOSC bij aan het innovatieve vermogen van de school?
Onderzoek Het onderzoek in het kader van de Expeditie staat los van de eigen onderzoeksvragen van de vier KIOSC-scholen. Het gaat hier om een meta-onderzoek van Ivlos met als centrale vraag: welke samenhang is er tussen het functioneren van KIOSC en de ontwikkeling van een onderzoekshouding en onderzoeks cultuur en de werkbeleving van de docenten? Als duidelijk is op welke manieren de scholen KIOSC
van de onderzoekservaringen; we hebben veel geleerd van de benodigde voorwaarden om het notebook succesvol in te voeren. Een laatste voorbeeld is ons onderzoek naar herkansingen in de bovenbouw. Hoe hebben we die georganiseerd, hoe gebruiken leerlingen herkansingen, met welk resultaat en hoeveel werkdruk geeft het de docenten? De meerwaarde van de Expeditie zit hem er voor mij in dat er door de school weer een constructief kritische geest waart. Verwonderen in plaats van meteen conclusies trekken, meer open minds en minder onderbuik. Docent-onderzoekers delen het verloop van hun onderzoek en de uitkomsten met collega’s. Niet via dor papier, maar door erover te vertellen. Zo’n persoonlijke ontmoeting genereert veel makkelijker draagvlak en bekendheid. KIOSC voegt kennis toe aan onze mensen én aan de school als geheel. Onderzoekers voelen zich erkend en merken dat ze invloed hebben op het beleid. Serieuze tegenvallers hebben we niet gehad. Alleen lukte het soms niet goed het onderzoek op gang te krijgen. Des te belangrijker is het dat docent-onderzoekers isolement vermijden door in groepjes te werken. Daarnaast dreigden de expert-onderzoekers al snel in de rol van projectleider terecht te komen en meer verantwoordelijkheid voor een onderzoek op zich te nemen dan de uitvoerende docent-onderzoekers zelf. Die moeten zich eigenaar van het onderzoeksonderwerp voelen.”
Scholen voorop 35
SG Panta Rhei, Amstelveen
KIOSC: Kennis-, Innovatie- en Onderzoekscentrum Samenwerkingsverband van 4 scholen School Panta Rhei
Plaats Amstelveen
Schooltype vmbo / mavo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.sgpantarhei.nl
De Expeditie van SG Panta Rhei door de ogen van projectleider Henk Westerveld: “Panta Rhei is een vmbo-school met een groeiend aantal zorgleerlingen. Daarmee wijken we af van de andere KIOSC-scholen, waar het onderzoekscentrum vooral of uitsluitend op de havo/vwo-afdeling een plek heeft gekregen. Dat gegeven heeft mee gespeeld in het verloop van onze Expeditie. Het lukte aanvankelijk niet docenten als onderzoekers bij KIOSC te betrekken. Dat kwam enerzijds door het type docent op het vmbo, doeners die in direct contact met de leerlingen in de klas willen werken en zich onzeker voelen of ze capabel zijn als onderzoeker. Anderzijds was het schoolklimaat op dat moment niet echt gunstig. De invoering van een nieuw onderwijsconcept en het groeiend aantal zorgleerlingen dat instroomde, kreeg niet van alle medewerkers bijval. Bij de start van de Expeditie was ik nog schoolleider van Panta Rhei, later kreeg ik als CNA-projectleider met KIOSC te maken. Terugkijkend denk ik dat het me bij de start niet duidelijk genoeg was hóe ik het onderzoek in de school wilde vormgeven. Ik wist vooral dát ik in de schoolcultuur een onderzoeksmatige houding wilde introduceren. Die indaling heeft uiteindelijk wel twee jaar geduurd. In die periode hebben wel twee docenten de scholing gevolgd tot expert-onderzoeker. Later in de Expeditie hebben docenten zich wel aangemeld als onderzoeksdocent. Opvallend is dat het mensen zijn die al een andere taak naast hun docentschap vervullen, decaan, RT’er, taalcoördinator. De RT’er heeft echt de smaak te pakken gekregen en is een masteropleiding gaan doen.
36 Scholen voorop
Programma Onderwijs is populair R personeel is trots
Innovatie Vier scholen trokken samen op om een eigen onderzoekscentrum op te zetten. In elke school deden docenten, leerlingen en mensen uit de schoolleiding samen onderzoek naar onderwijsleerprocessen. Onder zoek dat hard nodig is om innovaties duurzamer, meer evidence-based en minder hypegevoelig te maken. Op dit moment is het zo dat veel ‘innovatie-energie’ niet leidt tot de beoogde kwaliteitsverbetering van het primaire proces. Door het Kennis-, Innovatie- en Onderzoeks centrum (KIOSC) een goed verankerde plek te geven in school ontstaat een blijvende onderzoeksmatige en innovatieve cultuur. Elk centrum moet ook een verbindingspunt
worden tussen onderzoek binnen en buiten de school. Deze onderbouwde manier van omgaan met onderwijs vernieuwingen geeft leraren meer (academische) status en beroepseer.
bijdragen tot succes kunnen andere scholen profiteren van die kennis. Afgeleide onderzoeksvragen zijn: hoe en in welke mate draagt KIOSC bij aan het innovatieve vermogen van de school?
Onderzoek Het onderzoek in het kader van de Expeditie staat los van de eigen onderzoeksvragen van de vier KIOSC-scholen. Het gaat hier om een meta-onderzoek van Ivlos met als centrale vraag: welke samenhang is er tussen het functioneren van KIOSC en de ontwikkeling van een onderzoekshouding en onderzoeks cultuur en de werkbeleving van de docenten? Als duidelijk is op welke manieren de scholen KIOSC vorm geven en welke factoren en condities
Docenten in de school leerden inzien hoe nuttig onderzoek kan zijn. Zo hebben we de hele leerlingpopulatie in kaart gebracht. We hebben alle in-, door- en uitstroom gegevens geanalyseerd, via deelonderzoeken de gang van zaken rondom onder meer taalachterstand en dyscalculie in kaart gebracht en gekeken hoe het primair onderwijs leerlingbegeleiding aanpakt. De onderzoeksuitkomsten zijn gebruikt om tot een betere loopbaanbegeleiding voor leerlingen te komen. De onrust over het toegenomen aantal cluster 3- en 4-leerlingen – een toename die simpelweg nodig was om de dalende instroom het hoofd te bieden – verminderde daarmee. De noodzaak tot handelen werd voor iedereen duidelijk. We hebben op Panta Rhei een hoop geleerd van KIOSC. Op de eerste plaats dat onderzoek en handelen direct aan elkaar gekoppeld moeten worden. Onderzoek iets dat werkelijk een probleem is in school, vertel de resultaten aan het hele team en zet ze gelijk om in daden. Houd het niet bij rapportjes in postvakken. Onderzoek mag ook geen speeltje van de schoolleiding blijven. Zij moet zo snel mogelijk na lancering van de plannen samenwerking zoeken met medewerkers die het idee ondersteunen en verder willen uitdragen. Het is goed te zien dat nu de Expeditiegelden wegvallen en Panta Rhei sowieso fors moet snijden in taken, de hoofdonderzoeker toch een flink aantal uren voor KIOSC behoudt.”
Scholen voorop 37
Montaigne Lyceum, Den Haag
Kwalitijd voor onderwijs: ontwikkelen doe je zelf School Montaigne Lyceum
Plaats Den Haag
Schooltype vmbo / havo / vwo
Bouwsoort onderbouw / bovenbouw
Website www.montaignelyceum.nl
De Expeditie door de ogen van conrector Mathieu Arnouts: “Montaigne Lyceum is lid van Pleion [Platform Eigentijds Onderwijs, red.] en daarin zitten nog een paar Expeditiescholen. Als innovatieve school kun je denken dat je alleen op de wereld bent – klinkt zielig, zo bedoel ik het niet. Dankzij het netwerk ontdek je dat er meer scholen zijn met dezelfde problemen en dezelfde positieve dingen. We bellen elkaar, helpen elkaar; er ontstaat een zekere collegiale intervisie. Heel belangrijk daarbij: je bent niet elkaars directe concurrent. Grote onvoorziene meerwaarde vind ik ook het contact met de onderzoekers. Aan het begin van de Expeditie zag ik het onder zoek als een verplichting; ik had niet verwacht dat het zo positief zou doorwerken. We hebben de onderzoeksgegevens voor ons beleid kunnen gebruiken en gaan samen met de onderzoekers een nieuwe aanvraag indienen. Echte tegenvallers hebben we niet gehad. Wel gingen de dingen niet altijd zo snel als ik hoopte en zijn we soms beïnvloed door externe factoren, zoals een negatief debat over onze examenresultaten. Als schoolleiding hebben we de Expeditie een plek in de school gegeven juist door die niet als Expeditie te benoemen, maar te integreren in de schoolorganisatie. We hebben een onderwijsatelier waar ontwikkelexperts en teamleiders zitten. Dat hebben we gebracht als ‘zo werken we hier, dit is ons schoolconcept.’ Dat een deel van de atelierkosten wordt gefinancierd door Expeditie durven, delen, doen, hoeven de medewerkers niet te weten.
38 Scholen voorop
Programma Onderwijs is populair R personeel is trots
Innovatie De innovatie op het Montaigne Lyceum richt zich op de docenten: hoe benut je de creativiteit en het enthousiasme waarmee docenten deze nieuwe school binnenkomen en hoe houd je beide vast? Een legitieme vraag in een tijd van dreigend lerarentekort. De oplossing zoekt de school in de ontwikkeling van eigen lesmateriaal: daarin kan de docent zijn inspiratie en creativiteit kwijt en hij ontleent er beroepseer aan. Achterliggende gedachte is dat bestaande onderwijsmethodes ontoereikend zijn voor competentie gericht onderwijs. In plaats van eindeloos te blijven aanpassen, kiest de school voor een radicalere stap: zelf ontwikkelen, aangestuurd door
het Onderwijs Atelier. Dankzij deze organisatievorm krijgt materiaal ontwikkeling volgens het ‘Montaigne format’ een serieuze plaats in het takenpakket van de leraren. Docenten hebben zo rust en tijd om ontwikkelwerk te verrichten. Namens elk docententeam zorgt een onder wijsarchitect voor coördinatie en afstemming in de hele school
Onderzoek In het onderzoek van de Expeditie wilde de school achterhalen op welke wijze een balans gevonden kan worden tussen de ontwikkeling van onderwijsmateriaal in teams en de werkbeleving van docenten. De school hoopte met het onderzoek een manier van onderwijsontwikkeling te
vinden die rekening houdt met de professionaliteit van de docenten, de kwaliteit van het onderwijs en de visie van de school. Het onderzoek is uitgevoerd door Ivlos. Een van de onderzoekstaken was de evaluatie van het OnderwijsAtelier binnen de school. Dit heeft geleid tot een herdefiniëring van de rol van het OnderwijsAtelier. Docenten, onder wijsarchitecten en directie vormden samen met de onderzoekers een hecht projectteam en waren gezamenlijk verantwoordelijk voor het onderzoek. Voor het Montaigne Lyceum maakt onderzoek deel uit van de praktijk van de school en dat blijft ook na de Expeditie zo.
Valkuilen waarvoor ik andere scholen zou willen behoeden? Ik geloof niet in het laatduizend-bloemen-bloeien-idee, dat werkt niet. Zorg dat je van tevoren de rand voorwaarden op orde hebt en benoem via een format hoe het product eruit gaat zien. Niet iedereen kan lesmateriaal ontwikkelen, zorg dat je daar van tevoren inzicht in hebt en selecteer op inventiviteit. Maak gebruik van externe ondersteuning, daarmee sta je als schoolleider sterker. Als niet de schoolleiding iets beweert, maar een expert, de onderzoekers bijvoorbeeld, verplaats je de beleidsdruk en de denkdruk namelijk naar die deskundigen en naar de mensen in de school zelf. Koppel scholing vanaf het begin aan de innovatie, zodat mensen weten: ‘Ik ga iets nieuws doen, maar dat kan ik ook. Ik ben er voor opgeleid.’ Dat hebben wij te vrijblijvend gedaan, dat hadden we strakker mogen sturen. Tot slot: vier je successen! Dat hebben we niet altijd gedaan, en dat is een les voor ons. Als we iets af hadden, gingen we gelijk door. Neem maar een week om op de barricaden te staan en te zeggen: ‘Jongens, wat hebben we dit waanzinnig goed gedaan’.”
Scholen voorop 39
Colofon Over het Innovatieproject Het Innovatieproject van de VO-raad heeft de afgelopen jaren gewerkt aan kwaliteitsverbetering van het voortgezet onderwijs door scholen te faciliteren en te ondersteunen bij innovatietrajecten. Innovaties met dit doel, afkomstig van scholen zelf, zijn wetenschappelijk onderzocht en onder bouwd.
Deze publicatie is gemaakt in opdracht van het Innovatieproject van de VO-raad. Eén van de meest in het oog springende activiteiten van het Innovatieproject is Expeditie durven, delen, doen. Scholen voorop. Praktijk ervaringen van scholen uit Expeditie durven, delen, doen is een publicatie met schoolportretten die het verloop schetsen van deze Expeditie. Scholen voorop is de vervolgpublicatie Van scholen leren over innoveren, schoolportretten van de scholen uit Expeditie durven, delen, doen. Deze publicatie is te bestellen via www.vo-raad.nl. Interviews Cissy Pater Tekst Mieke Aarts Redactie Martijn Laman en Fred Chevalking Ontwerp OSAGE / communicatie en ontwerp, Utrecht Fotografie Joost van Velsen Druk Gravo Offset, Purmerend ISBN 9789081410182 Utrecht, januari 2011
40 Scholen voorop
Over deze publicaties Scholen voorop is een van de slot publicaties van het Innovatieproject van de VO-raad. Een bijzonder project waarvan Expeditie durven, delen, doen het kloppende hart vormde. Zestien scholen voor voortgezet onderwijs gingen drie jaar lang de diepte in: in nauwe samenwerking met onderzoekers werkten ze intensief aan hun eigen innovaties. In dit boekje komen de school- en project leiders aan het woord. Ze vertellen waar aan ze die drie jaar zo hard hebben gewerkt, wat er goed ging en wat niet, en wat het project hen heeft gebracht. Soms zijn dat concrete producten. Een aantal daarvan is te vinden in de publicatie Op Expeditie. Een greep uit de producten van Expeditie durven, delen, doen. Zoals uit de verhalen van schoolenÙprojectleiders blijkt, hebben veel Expeditiescholen zich gericht op talent ontwikkeling van leerlingen. Op zoek naar talent beschrijft uitvoeriger wat dit in de praktijk betekent en in hoeverre scholen erin slagen meer talenten van leerlingen tot ontwikkeling te brengen. Bijzonder aan de Expeditie was de nauwe verbinding tussen onderwijs vernieuwingen en onderzoek. Docenten op de Expeditiescholen waren op ver schillende manieren bij dat onderzoek betrokken: van respondent tot uitvoerder van onderzoek in de eigen lespraktijk. De publicatie ‘En, heb je vandaag nog
In deze reeks verschenen ook: een goede vraag gesteld?’ laat zien hoe dat in zijn werk ging en toont, belangrijker nog, de effecten van onderzoek op de professionalisering van docenten. Innoveren van onderop, door scholen zelf. Dat was de belofte van het Innovatie project. De gedachte was dat innovaties meer kans maken duurzaam te worden als scholen ze zelf initiëren. Een eindoordeel is daarover na drie jaar natuurlijk nog niet te geven. Maar er valt wel veel over te zeggen. Dat gebeurt in Duurzaam vernieuwen. Hier gaat het bovendien over de vraag of, en hoe, onderzoek bijdraagt aan duurzaamheid.
• Vijf jaar innoveren • Op zoek naar talent • ‘En, heb je vandaag nog een goede vraag gesteld?’ • Duurzaam vernieuwen • Het debat over onderwijskwaliteit • Op Expeditie • Kennisnetwerken • Beter innoveren met kwaliteitszorg • Is een innovatieve school een productieve school? • Verder na Slash21 • Durven, delen, doen en… doorgeven
Terwijl de Expeditiescholen aan hun innovaties werkten, stond de wereld niet stil. Het debat over onderwijskwaliteit beschrijft wat er tijdens de Expeditie gebeurde in het publieke debat en welke nieuwe beleidsmaatregelen van kracht werden. Ook laat het zien hoe de zestien Expeditiescholen zijn omgegaan met het spanningsveld tussen werken aan innovaties en wisselende verwachtingen en eisen van de buitenwereld. De opbrengsten van alle deelprojecten zijn kort samengevat in Vijf jaar innoveren. Opbrengsten van het Innovatieproject. Deze brochure is gedrukt op FSC papier, door een FSC-gecertificeerd bedrijf. FSC, de Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer), is een internationale organisatie, opgericht in 1993, die verantwoord bosbeheer stimuleert. FSC stelt wereldwijde standaarden voor bosbeheer op, met daaraan gekoppeld een keurmerk. Basis voor deze standaarden, die per land of regio verder worden uitgewerkt, zijn de 10 FSC-principes voor goed bosbeheer. Als boseigenaren zich aan de FSC standaarden houden kan hun bos worden gecertificeerd. Onafhankelijke controleurs zien toe op naleving van de regels.
Scholen voorop Praktijkervaringen van scholen uit Expeditie durven, delen, doen
“Alleen met het hele team kun je aan de schoolcultuur werken.” “De winst van de Expeditie zit hem niet alleen in het ‘dorre’ geld, maar ook in het feit dat de vrijblijvendheid uit onze vernieuwing is gehaald.” “Ik had niet verwacht dat docenten onderzoek zo leuk zouden vinden.” In Expeditie durven, delen, doen werkten zestien scholen gedurende drie jaar samen met onderzoekers, om zo te leren van innoveren en om de kwaliteit van hun onderwijs te verbeteren. Deze publicatie is interessant voor iedereen die wil weten hoe deze scholen in het voortgezet onderwijs hun innovatieplannen in praktijk hebben gebracht. In deze publicatie worden alle innovaties en onderzoeken van de Expeditiescholen beschreven. Op iedere school is een sleutelfiguur geïnterviewd over zijn of haar ervaringen.
Mieke Aarts