OCenW-Regelingen
Plan van Scholen 2002 - 2004
De regeling bestaat uit Deel A: Plan van Scholen 2002 - 2004 en Deel B: Toetsingskader Plan van Scholen 2003 - 2005
Bestemd voor:
Inhoudsopgave
Deel A: Plan van Scholen 2002-2004
1.
Plan van Scholen 2002-2004
2.
Toetsing aanvragen Plan van Scholen 2002-2004
• de besturen van scholen voor voortgezet onderwijs; • gemeentebesturen, die zodanige scholen in stand houden; • de deelplanorganisaties;
2.1 Inleiding
• provinciebesturen;
2.2 Aanvragen voor vbo-afdelingen
• gemeentebesturen van Amsterdam, Rotterdam, Den
2.3 Aanvragen voor mavo
Haag en Utrecht
2.4 Aanvragen voor havo 2.5 Aanvragen voor atheneum 2.6 Aanvragen voor lyceum
Beleidsregel Datum: 28 september 2001 Kenmerk: CFI/FTO-2001/106080 N
Deel B: Toetsingskader Plan van scholen 2003-2005
Datum inwerkingtreding: n.v.t. Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t.
1.
Inleiding
Juridische grondslag: artikel 65, tweede lid, van de WVO
2.
Toekenning op basis van stichtingsnormen
Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t.
2.1
De stichtingsnorm; indirecte en directe meting
Officiële publikatie: zie gelijkluidende tekst in de
2.1.1 Vooraf
staatscourant
2.1.2 Indirecte meting
Informatie verkrijgbaar bij:
2.1.3 Directe meting
CFI/ICO/VO, 079-3232.444
2.2
Landbouwonderwijs
3.
Toekenning op basis van beleidsmatige overwegingen
3.1
Vooraf
3.2
Completeringbeleid
3.3
Toekenning van een afdeling op basis van beleidsmatige overwegingen
3.3.1 ”Nieuw voor oud”-beleid 3.3.2 Regionale arrangementen 4.
Het stichten van een school of afdeling voor praktijkonderwijs
Voortgezet onderwijs
NUMMER 24 •
17 • 10 oktober 2001
5.
Aanvraagprocedure plan van scholen 2003-2005
5.1 Algemeen
Na overleg met de daarvoor in aanmerking komende organisaties,
5.2 Indiening via de organisaties voor bestuur en management
Na overleg met de Tweede Kamer der Staten Generaal, met
5.3 Versnelde afwijzing van een aanvraag
inachtneming van de vóór 1 januari 2001 ingediende aanvragen;
Plan van Scholen
Bijlage 1:
Stichtingsnormen
Bijlage 2:
Adressen organisaties voor bestuur en management
2002 - 2004
Besluit
Bijlage 3:
Adressen en provincies
Bijlage 4:
Adressen grote gemeenten
Vast te stellen het aan deze beschikking gehechte Plan van Scholen 2002-2003-2004; Te bepalen dat het aan het Plan toegevoegde overzicht van
Deel A: Plan van Scholen 2002 - 2004
de verzoeken die niet zijn ingewilligd, en de motivering daarvan als bedoeld in artikel 65a van de Wet op het voortgezet onderwijs, ter inzage worden gelegd in de biblio-
De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen,
theek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te Zoetermeer.
Mede namens de minister van landbouw, natuurbeheer en visserij De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. K.Y.I.J. Adelmund.
Gelet op: • artikel 65, tweede lid van de Wet op het voortgezet onderwijs;
1.
Plan van Scholen 2002-2004
Plan van Scholen 2002-2003-2004 Volg-
Onderwijs
Onderdeel
Plaats van
nr.
soort
van school /
vestiging
Rechtspersoon
Richting Stichtings- Jaartal
Bijzonderheden
norm
Scholengem.(*) 1
Vbo landbouw
Lyceum/havo/
Winschoten
mavo/vbo/lwoo
Openbaar Lichaam
Op
120
Dollard College
2
Vbo Landbouw
Mbo/bbo/vbo
Winschoten
Stichting AOC-Noord
Ab/pc
260
3
Vbo Landbouw
Lyceum/havo/
Oldenzaal
Stichting Carmelcollege
Rk
120
2002
RK
460
2002
Evang.
255
mavo/vbo/lwoo 4
Lyceum
Lyceum/havo/
te Hengelo Haaksbergen Stichting Scholen-
mavo/vbo/lwoo 5
Atheneum
Atheneum/
gemeenschap Het Assink Rotterdam
havo/mavo
Stichting Evangelisch Bijbelgetrouw Voortgezet Onderwijs te Utrecht
6
Havo
Atheneum /
Rotterdam
havo/mavo
Stichting Evangelisch
vooralsnog Evang.
270
Bijbelgetrouw Voortgezet
Mavo
Atheneum / havo/mavo
NUMMER 24 •
18 • 10 oktober 2001
Rotterdam
Stichting Evangelisch
Passende huisvesting ontbreekt
Onderwijs te Utrecht 7
Passende huisvesting ontbreekt
vooralsnog Evang.
195
Passende huisvesting
Bijbelgetrouw Voortgezet
ontbreekt
Onderwijs te Utrecht
vooralsnog
Voortgezet onderwijs
Volg-
Onderwijs
Onderdeel
Plaats van
nr.
soort
van school /
vestiging
Rechtspersoon
Richting Stichtings- Jaartal
Bijzonderheden
norm
Scholengem.(*) 8
Vbo-transport
Lyceum/havo/
en logistiek
mavovVbo/lwoo
Vbo-
Mavo/vbo
Almere
Stichting voor Algemeen
AB
120
Passende huisvesting
Bijzonder Voortgezet
ontbreekt vooralsnog
Onderwijs in Flevoland 9
Urk
elektrotechniek
Vereniging voor
PC
120
2002
Op
120
2002
PC/RK
260
RK
120
2002
RK
120
2002
AB
120
2002
RK
120
2002
Christelijk Voortgezet Onderwijs ’Berechja’
10
Vbo-transport
Lyceum/havo/
Amsterdam
Burgemeester en
en logistiek
mavo/vbo/lwoo
11
Vbo-landbouw
Vbo
Almere
Stichting Groenhorst
12
Vbo-handel
Lyceum/havo/
Gouda
Stichting Carmelcollege
en verkoop
mavo/vbo/lwoo
13
Vbo-transport
Mavo/vbo
Helmond
Vereniging Ons
Wethouders van de gemeente Amsterdam Passende huisvesting
College te Hengelo
en logistiek 14
ontbreekt vooralsnog
Middelbaar Onderwijs
Vbo-
Lyceum/havo/
administratie
mavo/vbo/lwoo
Vbo-handel
Lyceum/havo/
en verkoop
mavo/vbo/lwoo
Gemert
Stichting Voortgezet Onderwijs Gemert en Omstreken
15
(*)
2.
Grave
Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs
Aangegeven is de samenstelling van de scholengemeenschap die ontstaat bij bekostiging van de gevraagde school of afdeling.
Toetsing aanvragen Plan van Scholen 2002-2004
2.2
Aanvragen voor vbo-afdelingen
Elektrotechniek (ET) Aanvragen
2.1
Inleiding
2002/2004 ------------------2
Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de beoordeling van de aanvragen voor het Plan
Een aanvraag voldoet niet aan de wettelijke stichting-
van Scholen 2002-2004 op grond van het toetsingskader
snorm. Een aanvraag is op grond van beleidsmatige afwe-
zoals dat vorig jaar is vastgesteld.
ging opgenomen met jaartal. Het betreft de aanvraag van-
In het Plan van Scholen 2002-2004 is een evangelische
uit Urk.
scholengemeenschap in Rotterdam zonder jaartal opgenomen. Een viertal vbo-afdelingen is met jaartal opgenomen
Metaaltechniek (MT)
in het kader van het ”nieuw voor oud”-beleid. Een vbo-
Aanvragen
afdeling elektrotechniek is eveneens met jaartal opgeno-
2002/2004 -------------------
men. Bovendien zijn twee vbo-afdelingen transport en
1
logistiek en één vbo-afdeling landbouw met jaartal opgenomen. Eén lyceum wordt gesticht aan een scholengemeen-
De aanvraag voldoet niet aan de wettelijke stichtingsnorm.
schap voor lwoo/vbo/mavo/havo/atheneum op basis van beleidsmatige overwegingen (completeringsbeleid). Transport en logistiek Aanvragen
2002/2004 -------------------3
Voortgezet onderwijs
NUMMER 24 •
19 • 10 oktober 2001
Twee aanvragen voldoen aan de wettelijke stichtingsnorm. Eén aanvraag is opgenomen zonder jaartal. Het betreft de Een aanvraag is toegekend in het kader van het ”nieuw
evangelische aanvraag vanuit Rotterdam.
voor oud”-beleid.
Eén aanvraag is goedgekeurd via de procedure artikel 75 WVO.
Verzorging (VZ) Aanvragen
2002/2004 --------------------
2.4
Aanvragen voor havo
2
Plan van Scholen
Havo
2002 - 2004
De aanvragen voldoen niet aan de wettelijke stichting-
Aanvragen
2002/2004
snorm.
-------------------1
Handel en Verkoop (HV) Aanvragen
2002/2004 --------------------
De aanvraag is opgenomen zonder jaartal. Het betreft de evangelische aanvraag vanuit Rotterdam.
2 De aanvragen zijn ingediend in het kader van het ”nieuw
2.5
Aanvragen voor atheneum
voor oud”-beleid. De aanvragen voldoen aan de criteria en zijn opgenomen met jaartal.
Atheneum Aanvragen
2002/2004
Administratie (AD) Aanvragen
-------------------2002/2004
1
-------------------4
De aanvraag is opgenomen zonder jaartal. Het betreft de evangelische aanvraag vanuit Rotterdam.
Drie aanvragen voldoen niet aan de wettelijke stichtingsnorm. Eén aanvraag is ingediend in het kader van het
2.6
”nieuw voor oud”-beleid en voldoet aan de criteria en is
Aanvragen voor lyceum
opgenomen met jaartal. Lyceum Mode en commercie Aanvragen
Aanvragen
2002/2004
2002/2004
--------------------
--------------------
1
1 De aanvraag voor lyceum voldoet aan de gestelde criteria De aanvraag is ingetrokken.
in het kader van het completeringsbeleid Plan van Scholen 2002-2004 en is derhalve met jaartal vermeld op het Plan.
Landbouw Aanvragen
2002/2004 ---------------3
Deel B: Toetsingskader Plan van Scholen 2003-2005
Eén aanvraag voldoet aan de stichtingsnorm en is opgenomen met jaartal. Een aanvraag voldoet niet aan de wettelij-
1.
ke stichtingsnorm. Een aanvraag is ingetrokken.
Inleiding
In artikel 65 van de Wet op het voortgezet onderwijs
2.3
Aanvragen voor mavo
(WVO) is geregeld dat voor het stichten van (onderwijs behorend bij) een bepaalde school of afdeling goedkeuring van de minister nodig is. Goedgekeurde aanvragen worden
Mavo Aanvragen
2002/2004
opgenomen op het plan van scholen. Aan de inhoudelijke
--------------------
beoordeling van de aanvragen voor het plan van scholen
2
NUMMER 24 •
20 • 10 oktober 2001
ligt een toetsingskader ten grondslag. Dit toetsingskader is
Voortgezet onderwijs
gebaseerd op de wettelijke stichtingsnormen voor het aan-
2.1.2
Indirecte meting
gevraagde onderwijs en op beleidsmatige overwegingen. Het proces van herschikking, uitruil en clustering van met
Als er bij een aanvraag voor het stichten van een school of
name afdelingen in het vbo is nog gaande. Evenals in voor- afdeling in het voedingsgebied sprake is van een dekkend gaande jaren ligt het accent bij de voorzieningenplanning
netwerk van basisscholen van de aangevraagde richting
ook voor het komend jaar bij beslissingen in het kader van moet een voorgeschreven prognosemethodiek voor het fusie en herschikking (artikel 75 WVO)(1) berekenen van het leerlingenpotentieel worden gehanNoot: teerd: de prognose volgens de methodiek van de indirecte (1) De mogelijkheden ex artikel 75 van de WVO zijn opgenomen in meting. Voor het correct toepassen van deze methodiek de Regeling VO/BOB/2001/28140 Uitleg Gele Katern 18a van
heeft Cfi formulieren ontwikkeld (zie ook hoofdstuk 5,
25 juli 2001. In deze regeling wordt tevens verwezen naar
aanvraagprocedure). Deze modelprognose bevat een
informatie over andere opties voor scholen in het kader van de
beschrijving van de volgende elementen:
herschikking vmbo, zoals het aanbieden van intrasectorale pro- 1.
aanvrager: algemene gegevens van de rechtspersoon
gramma’s en het verzorgen van onderdelen vbo door een ande-
die een aanvraag voor het plan van scholen indient:
re school voor vbo.
bestuursnummer, naam, adres, postcode, plaats, tele-
Plan van Scholen 2002 - 2004
foonnummer en naam van eventuele gemachtigde (bijEr wordt nog teveel geprobeerd binnen de eigen school en
voorbeeld besturenorganisatie);
niet in breder verband oplossingen voor de versterking van 2.
gevraagde school of afdeling: gegevens over de aan-
het vbo te vinden. Om regionale knelpunten concreet aan
vraag met betrekking tot de onderwijssoort, gemeente
te pakken biedt dit toetsingskader de mogelijkheid om
van vestiging, richting, eventuele scholengemeenschap
door samenwerking in een regio of voedingsgebied een
waarvan de beoogde school of afdeling deel uit gaat
afdeling in het vbo te stichten ook als niet volledig wordt voldaan aan de wettelijke stichtingsnorm. De criteria voor
maken; 3.
herhalingsaanvraag: is de beoogde school of afdeling
goedkeuring van een desbetreffende aanvraag zijn beschre-
al in het kader van een eerder plan van scholen aange-
ven in paragraaf 3.3.2 Regionale arrangementen. De pro-
vraagd?; zo ja, is er sprake van veranderde omstandig-
vincies zullen in dit proces het regionaal overleg stimuleren en begeleiden. Ook zullen zij de minister adviseren
heden of nieuwe feiten? 4.
over ingediende aanvragen vanuit het perspectief van het
aanvraag ingediend via het deelplan van één van de
gewenst en levensvatbaar onderwijsaanbod op regionaal niveau.
deelplan: is de aanvraag opgenomen c.q. wordt de besturenorganisaties?
5.
de prognoseperiode: de tijdvakken waarop de prognose betrekking heeft (korte, middellange en lange termijn);
2.
Toekenning op basis van stichtingsnormen
6.
het voedingsgebied: een beschrijving van het te verwachten wervingsgebied waaruit de school of afdeling haar leerlingen betrekt. Het voedingsgebied wordt
2.1
De stichtingsnorm; indirecte en directe meting
begrensd door het wettelijk begrip redelijke afstand; (3) 7.
de basisgeneratie: het gemiddeld aantal 12/13-jarigen woonachtig in het wervingsgebied gerelateerd aan de desbetreffende prognoseperiode;
2.1.1
Vooraf
8.
het deelnamepercentage: hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen: de feitelijke regionale deelname in
Een aanvraag voor het stichten van (onderwijs behorend
leerjaar 3 (historische meting in het voedingsgebied)
bij) een bepaalde school of afdeling wordt opgenomen op
voor de gevraagde onderwijssoort in procenten van het
het plan van scholen als aan de geldende stichtingsnormen wordt voldaan. Deze stichtingsnormen (2) zijn opgenomen
totaal aantal leerlingen in leerjaar 3 van het voortgezet
in artikel 69 van de WVO.
publicatie Deelnamepercentages voortgezet onderwijs);
Voor het aantonen van het leerlingenpotentieel moet
de feitelijke landelijke deelname in leerjaar 3 (histori-
gebruik worden gemaakt van de methodiek van indirecte of
sche meting landelijk) voor de gevraagde onderwijs-
directe meting. In de paragrafen 2.1.2. en 2.1.3 worden beide
soort in procenten van het totaal aantal leerlingen in
methodieken nader toegelicht.
leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs in Nederland
Noot: (2) Zie bijlage 1
(meest recente CFI-publicatie Deelnamepercentages
(3) Zestien kilometer over de weg gemeten of één uur reizen met
me in leerjaar 1 (historische meting landelijk) voor de
openbaar vervoer.
Voortgezet onderwijs
onderwijs in het voedingsgebied (meest recente CFI-
voortgezet onderwijs); de feitelijke landelijke deelnagevraagde onderwijssoort in procenten van de basisge-
NUMMER 24 •
21 • 10 oktober 2001
neratie (meest recente CFI-publicatie
2.1.3
Directe meting
Deelnamepercentages voortgezet onderwijs); de verwachte deelname in leerjaar 1 voor de gevraagde
Bij een aanvraag voor het plan van scholen 2003-2005 voor
onderwijssoort (school of afdeling) rekening houdend
het stichten van een school of afdeling waarbij er in het
met het voedingsgebied en de desbetreffende progno-
voedingsgebied naar de mening van de aanvrager nog
seperiode;
geen dekkend netwerk van basisscholen van de betreffen-
de vermenigvuldigingsfactor: historische meting
de richting aanwezig is, is het toegestaan om de onder-
Plan van Scholen
(landelijk) van de gemiddelde verblijfsduur van een
zoeksresultaten van een directe meting over te leggen. In
2002 - 2004
leerling: de vermenigvuldigingsfactor voor de
een dergelijke situatie zal het resultaat van de directe
betreffende onderwijssoort wordt bepaald door de ver-
meting in plaats van element 10 van de indirecte meting
9.
houding tussen de totale schoolbevolking en de gemid- (deelnamepercentage betrokken richting) bij de prognose delde bezetting in leerjaar 1 van de gevraagde onder-
worden betrokken. Voor alle overige elementen van de
wijssoort (meest recente CFI-publicatie Statisch
indirecte meting kan het resultaat van de directe meting
Materiaal voor het plan van scholen);
dus niet plaatsvervangend zijn.
10. deelnamepercentage betrokken richting: het percen- Een onderzoek directe meting moet aan de volgende critetage voor de betreffende richting (deelname groep 3
ria voldoen:
basisonderwijs; meest recente CFI-publicatie Verdeling
• de directe meting dient te zijn uitgevoerd door een onaf-
naar richting in het basisonderwijs); 11. bruto-potentieel: het bruto-potentieel wordt berekend door vermenigvuldiging van: het verwachte deelnamepercentage (voor de betreffende onderwijssoort in de betreffende prognoseperiode) met de basisgeneratie,
hankelijk onderzoeksbureau op basis van een wetenschappelijk verantwoorde schriftelijke enquête; • de kosten van de directe meting komen voor rekening van de aanvrager; • de directe meting dient te zijn gebaseerd op een repre-
het deelnamepercentage betrokken richting en de lan-
sentatieve aselecte steekproef uit de onderzoekspopula-
delijke vermenigvuldigingsfactor;
tie die bestaat uit de ouders of verzorgers van kinderen
12. netto-potentieel: het bruto-potentieel voor de betreffende onderwijssoort in de betreffende prognoseperiode minus het aantal leerlingen waarvoor binnen
van 10 t/m 11 jaar, woonachtig in het voedingsgebied van de gewenste school/afdeling; • het uiteindelijke resultaat (het aantal 10/11-jarigen waar-
redelijke afstand plaatsruimte zal zijn op een gelijk-
van ouders/verzorgers opteren voor de gewenste
soortige school van dezelfde richting (conform artikel
school/afdeling) wordt gedeeld door twee (gemiddeld
69 lid 5 van de Wet op het voortgezet onderwijs).
aantal 10/11-jarigen); • het voedingsgebied wordt begrensd door het wettelijk
Er kan bij de aanvraag voor het stichten van een afdeling
begrip redelijke afstand. Daarbij is het relevant dat de
worden afgeweken van het gestelde in element 10 (deelna-
gekozen locatie voor de nieuw te stichten school/afde-
mepercentage betrokken richting) van de modelprognose.
ling zo exact mogelijk wordt omschreven en bij het
Een afwijkende berekening wordt toegestaan als er sprake
onderzoek wordt betrokken. In het onderzoek dient
is van een zogenaamde regionaal arrangement (zie para-
door middel van vraagstelling duidelijk naar voren te
graaf 3.3.2). In dat geval mogen voor de bepaling van het
komen wat voor ouders/verzorgers de maximaal te
deelnamepercentage betrokken richting de desbetreffende
accepteren reisafstand is naar de gevraagde school/afde-
percentages van de samenwerkende scholen bij elkaar
ling;
worden geteld.
• de anonimiteit van de ondervraagden dient gegaran-
Bij een aanvraag plan van scholen 2003-2005 in het kader
• het onderzoek dient gericht te zijn op de voorkeuren
deerd te zijn; van het ’nieuw voor oud’-beleid (zie paragraaf 3.3.1) is het toegestaan voor het verlangde onderwijsaanbod een (goed
van de ondervraagden voor alle richtingen; • de ouders/verzorgers die hun keuze kenbaar maken voor
onderbouwde) schoolprognose te overleggen. In een dergelijke
de aan te vragen school/afdeling verklaren daarmee hun
situatie zal dit cijfermateriaal in aanmerking worden geno-
kind ook daadwerkelijk naar de aan te vragen
men bij de beoordeling van de aanvraag op het element
school/afdeling te sturen op het moment dat de stich-
’deelnamepercentage betrokken richting’ (element 10 van de indirecte meting); voor alle overige elementen van de indirecte meting kan het cijfermateriaal dus niet plaatsver-
ting heeft plaats gevonden; • de geldigheidsduur van het onderzoek directe meting is drie jaar.
vangend zijn. Deze afwijking wordt tijdelijk toegestaan in het kader van het ’nieuw voor oud’-beleid als stimulerende maatregel voor de herschikking van het mavo/vbo.
NUMMER 24 •
22 • 10 oktober 2001
Voortgezet onderwijs
2.2
Landbouwonderwijs
Een havo kan alleen in combinatie met gelijktijdige toekenning van een school voor atheneum of een lyceum,
Het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
worden toegekend aan een scholengemeenschap vbo/mavo
volgt voor de aanvragen van scholen voor het landbouwon- (met voldoende afdelingen vbo), als aan de stichtingsnorm derwijs een zelfde procedure als voor de aanvragen die bij
wordt voldaan of als er sprake is van de volgende omstan-
het ministerie van OCenW (CFI) moeten worden ingediend. digheden: • de school voor havo is niet door middel van fusie en
3.
Toekenning op basis van beleidsmatige overwegingen
herschikking te realiseren. Dit blijkt uit de objectieve
Plan van Scholen
afwezigheid van relevante fusiepartners dan wel aan-
2002 - 2004
toonbare ”niet-bereidheid tot fusie” van mogelijke fusiepartners; en • het draagvlak voor de school voor havo is voldoende,
3.1
Vooraf
hetgeen blijkt uit de volgende punten: • de scholengemeenschap heeft een zodanige omvang
Voor toewijzing van een school of afdeling geldt het uit-
dat een substantiële hoeveelheid verborgen potentieel
gangspunt dat een aangevraagde voorziening in elk geval
dan wel overmarge mag worden verondersteld; hiervan
op het plan van scholen wordt geplaatst als komt vast te
is sprake indien de (te realiseren) scholengemeenschap
staan dat de voorziening voldoet aan de wettelijke stich-
vbo/mavo/havo/vwo meer dan 2000 leerlingen zal omvat-
tingsnormen. Toekenning van een school of afdeling wan-
ten; en
neer de stichtingsnorm niet wordt gehaald, is in bepaalde
• voor de gevraagde school voor havo is een betrouwba-
gevallen toch mogelijk op basis van beleidsmatige argu-
re prognose beschikbaar, waarvan de uitkomst in slechts
menten. In de volgende paragrafen zijn deze mogelijkhe-
geringe mate (maximaal 10%) benedenwaarts afwijkt van
den aangegeven.
de geldende stichtingsnorm; en • de effecten op omliggende scholen, ook van andere richtingen, zijn niet van dien aard dat bij die scholen
3.2
Completeringbeleid
een aanmerkelijk verlies van leerlingen optreedt. Dreigt er echter wel aanmerkelijk leerlingverlies, dan proberen
In situaties waarbij niet aan de stichtingsnorm wordt voldaan is met ingang van het plan van scholen 1992-1994 een beleid gevoerd dat in het teken stond van de vorming en
de betrokken scholen dit veelal via onderlinge afspraken op te vangen; • als de vereiste scholengemeenschap nog moet worden
completering van brede scholengemeenschappen
gevormd, zal de procedure ingevolge artikel 75 WVO
vbo/mavo/havo/vwo.
moeten zijn doorlopen op het moment dat het plan van
Bij het completeringbeleid waren varianten aan de orde
scholen wordt vastgesteld.
voor completering met vbo, havo, atheneum en lyceum. Het completeringbeleid bij de vorming van brede scholen-
Een atheneum kan alleen worden toegekend aan een
gemeenschappen vbo/mavo/havo/vwo beperkt zich voor
scholengemeenschap vbo/mavo/havo (met voldoende afde-
het plan van scholen 2003-2005 tot de volgende situaties:
lingen vbo), als wordt voldaan aan de stichtingsnorm of als
1.
een bestaande of te vormen brede scholengemeen-
er sprake is van de volgende omstandigheden:
schap voor vbo/mavo/havo/atheneum wordt gecomple-
• het atheneum is niet door middel van fusie en herschik-
2.
teerd door lyceum (atheneum wordt omgezet);
king te realiseren. Dit blijkt uit de objectieve afwezig-
een bestaande of te vormen scholengemeenschap voor
heid van relevante fusiepartners dan wel aantoonbare
vbo/mavo/havo wordt gecompleteerd tot een brede
”niet-bereidheid tot fusie” van mogelijke fusiepartners;
scholengemeenschap met vwo (atheneum of lyceum); 3.
een (bestaande of te vormen) scholengemeenschap
en • het draagvlak voor het atheneum is voldoende, hetgeen
voor vbo/mavo wordt gecompleteerd met havo/vwo
blijkt uit de volgende punten:
(havo/atheneum of havo/lyceum).
• de scholengemeenschap heeft een zodanige omvang dat een substantiële hoeveelheid verborgen potentieel
Voor toewijzing op basis van het completeringbeleid geldt
dan wel overmarge mag worden verondersteld; hiervan
het uitgangspunt, dat een aangevraagde voorziening op
is sprake indien de (te realiseren) scholengemeenschap
het plan van scholen kan worden geplaatst als een comple-
vbo/mavo/havo/vwo meer dan 2000 leerlingen zal omvat-
teringsituatie zoals hierboven beschreven van toepassing is
ten; daarbij bedraagt de lange termijn prognose voor het
en er sprake is van de volgende - naar de verschillende
aantal mavo/havo-leerlingen in de scholengemeenschap
schoolsoorten uitgewerkte - omstandigheden.
minimaal 650; en • voor het atheneum is een betrouwbare prognose beschikbaar, waarvan de uitkomst in slechts geringe
Voortgezet onderwijs
NUMMER 24 •
23 • 10 oktober 2001
Plan van Scholen 2002 - 2004
mate (maximaal 10%) benedenwaarts afwijkt van de gel-
aan de opheffing tenminste 10 leerlingen per afdeling
dende stichtingsnorm; en
tellen, worden uiterlijk per 1 augustus 2004 op school-
• de effecten op omliggende scholen, ook van andere
niveau vrijwillig opgeheven. Met vrijwillige opheffing
richtingen, zijn niet van dien aard dat bij die scholen
wordt gelijkgesteld beëindiging van een afdeling op
een aanmerkelijk verlies van leerlingen optreedt. Dreigt
een hoofdvestiging, nevenvestiging of - bij een scho-
er echter wel aanmerkelijk leerlingverlies, dan proberen
lengemeenschap ROC-VO met ten minste vbo - een
de betrokken scholen dit veelal via onderlinge afspraken
erkende locatie waar alle leerjaren worden aangebo-
op te vangen;
den tot en met het afsluitend onderwijs, terwijl de
• als de vereiste scholengemeenschap nog moet worden
afdeling elders op de school of scholengemeenschap
gevormd, zal de procedure ingevolge artikel 75 WVO
nog wel gehandhaafd blijft.
moeten zijn doorlopen op het moment dat het Plan van
Onder vrijwillige opheffing wordt verstaan een
Scholen wordt vastgesteld.
bestuursbesluit om uiterlijk per 1 augustus 2004 geen leerlingen meer toe te laten in het derde en vierde
Een lyceum kan worden toegekend aan een scholenge-
leerjaar van de betreffende afdeling, dan wel een
meenschap vbo/mavo/havo/atheneum, (omzetting athe-
bestuursbesluit om uiterlijk per 1 augustus 2003 geen
neum in lyceum) als wordt voldaan aan de stichtingsnorm
leerlingen meer toe te laten in het derde leerjaar en
of als er sprake is van de volgende omstandigheden:
per 1 augustus 2004 geen leerlingen meer toe te laten
• de scholengemeenschap vbo/mavo/havo/atheneum heeft
in het vierde leerjaar van de betreffende afdeling. Bij
een omvang van minimaal 1600, en
beëindiging op een hoofdvestiging, nevenvestiging of
• het atheneum van de scholengemeenschap
erkende locatie (bij een ROC-VO) is deze omschrijving
vbo/mavo/havo/atheneum heeft een omvang van mini-
van overeenkomstige toepassing. Verder mag bij de
maal 255 leerlingen.
vaststelling van het aantal vrijwillig opgeheven afdelingen - indien van toepassing - één afdeling meetellen
Als hieraan wordt voldaan zullen de eventuele nadelige
die reeds per 1 augustus 2000 of 1 augustus 2001 vrij-
effecten op andere scholen geen relevante betekenis heb-
willig is opgeheven, mits het aantal leerlingen van die
ben bij de beslissing over de toekenning.
afdeling in het derde en vierde leerjaar tezamen per 1 oktober 1999 of 1 oktober 2000 op schoolniveau respectievelijk (bij beëindiging) op de betreffende ves-
3.3
Toekenning van een afdeling op basis van beleidsmatige overwegingen
tiging of locatie tenminste 10 bedroeg. In bijzondere situaties kan het voldoende zijn wanneer één reeds aan de school of scholengemeenschap verbonden afdeling vrijwillig wordt opgeheven. Hierbij
In het kader van het herschikkingproces van mavo en vbo
wordt bijvoorbeeld gedacht aan de situatie waarin de
wordt prioriteit gegeven aan herschikking en fusie.
aanvraag voortvloeit uit een schriftelijk regionaal plan
Toekenning van een school voor mavo en/of vbo is slechts
in het kader van de herschikking, waarbij samenwer-
mogelijk als de stichtingsnorm wordt gehaald. Toekenning
kende scholen de opheffing van afdelingen over meer-
van een afdeling op basis van beleidsmatige overwegingen
dere scholen spreiden. Dit regionale plan dient in
wanneer de stichtingsnorm niet wordt gehaald, is wél
voorkomende gevallen bij de aanvraag te worden over-
mogelijk in de volgende gevallen.
legd. Verder kan gedacht worden aan de positie van een school met een gering aantal afdelingen. Het oordeel van de provincie en de organisaties
3.3.1
”Nieuw voor oud-beleid”
bedoeld in artikel 65, eerste lid, van de WVO zal worden meegenomen bij de besluitvorming. Opheffing van een afdeling in het kader van artikel
Toekenning van een afdeling is mogelijk als wordt voldaan
107 WVO wordt niet in aanmerking genomen;
aan de onderstaande criteria: 1.
De aanvraag wordt gedaan door het bevoegd gezag van 4.
Het te verwachten aantal leerlingen voor de gevraagde
een school voor vbo of een scholengemeenschap met
afdeling bedraagt ten minste 50% van de geldende stichtingsnorm voor een nieuwe afdeling; (4)
ten minste vbo; 2.
3.
NUMMER 24 •
De aanvrager toont aan dat de gevraagde afdeling past
5.
De aanvrager toont schriftelijk aan overleg te hebben
binnen het kader van het gewenst en levensvatbaar
gevoerd met de andere scholen voor vbo en scholenge-
aanbod in de regio. Het oordeel van de provincie en de
meenschappen met ten minste vbo in de regio. De
organisaties bedoeld in artikel 65, eerste lid van de
regio wordt door de betrokken provincie in haar regio-
WVO zal worden meegenomen bij de besluitvorming;
visie vbo/mavo omschreven; deze dient te worden aan-
Twee reeds aan de school of scholengemeenschap ver-
gehouden. Het overleg dient in ieder geval betrekking
bonden afdelingen die op de teldatum voorafgaand
te hebben gehad op de mate waarin deze omliggende
24 • 10 oktober 2001
Voortgezet onderwijs
scholen, ook van andere richtingen, nadelige gevolgen
de samenwerkende scholen bij elkaar worden geteld,
zullen ondervinden van toekenning van de gevraagde
mits de samenwerkingsovereenkomst de afspraak
afdeling. De aanvrager toont schriftelijk aan dat deze
bevat dat een volgende aanvraag voor een soortgelijke
gevolgen niet van dien aard zijn dat bij die omliggende
afdeling pas wordt gedaan als het vereiste leerlingen-
scholen een aanmerkelijk verlies van leerlingen op zal
potentieel van alle scholen in het voedingsgebied ten-
treden. Als dit wel dreigt te gebeuren, wordt schrifte-
minste tweemaal de dan geldende stichtingsnorm
lijk aangetoond dat met dergelijke scholen afspraken
bedraagt. Ook dit behoeft de instemming van alle
zijn gemaakt ter compensatie van de negatieve gevolgen van toekenning van de gevraagde afdeling. Als
5.
scholen in het voedingsgebied
Plan van Scholen
De aanvraag mag - gelet op het totale effect van de
2002 - 2004
schriftelijk bewijs van bovenstaande elementen wordt
samenwerkingsovereenkomst - niet leiden tot extra
in ieder geval geaccepteerd een door alle betrokkenen
uitgaven voor het Rijk.
geaccordeerd verslag van een overleg. Wanneer aan de criteria onder 1 tot en met 5 wordt volWanneer aan de criteria onder 1 tot en met 5 wordt vol-
daan kan de minister beslissen dat de gevraagde afdeling
daan kan de minister beslissen dat de gevraagde afdeling
op het plan van scholen wordt geplaatst met jaartal.
op het plan van scholen wordt geplaatst met jaartal. De provincies zullen in dit proces het regionaal overleg stiTer toelichting wordt nog opgemerkt dat bij het per 1
muleren en begeleiden.
augustus vrijwillig opheffen van 2 afdelingen en het daar-
Het oordeel van de organisaties bedoeld in artikel 65, eer-
voor in de plaats verkrijgen van een nieuwe afdeling,
ste lid, van de WVO zal worden meegenomen bij de
slechts voor één afdeling recht bestaat op de faciliteit voor
besluitvorming over de aanvraag.
opheffing. De voorwaarden voor het verkrijgen van de desbetreffende faciliteit zijn vermeld de Regeling VO/BOB/2001/19178 Uitleg Gele Katern 18 van 27 juni 2001.
3.3.2
4.
Het stichten van een school of afdeling voor praktijkonderwijs
Regionale arrangementen Bij de invoering van het vmbo is het praktijkonderwijs
Toekenning van een afdeling is mogelijk als wordt voldaan opgenomen in de WVO. De WVO voorziet echter niet in aan de onderstaande criteria: 1.
2.
een stichtingsnorm voor het praktijkonderwijs. Om in
De aanvraag wordt gedaan door het bevoegd gezag van deze lacune te voorzien wordt - vooruitlopend op aanpaseen school voor vbo of een scholengemeenschap met
sing van artikel 69 van de WVO - een voorziening opgeno-
ten minste vbo;
men in het toetsingskader voor het plan van scholen.
De aanvraag vloeit voort uit een samenwerkingsover-
Een aanvraag voor het stichten van een school voor prak-
eenkomst met een looptijd van tenminste vijf jaar tus-
tijkonderwijs wordt op het plan van scholen 2003-2005
sen scholen met vmbo in de regio (5) of in een voe-
opgenomen als wordt voldaan aan een stichtingsnorm van
dingsgebied. De samenwerkingsovereenkomst is
120 leerlingen; voor een afdeling voor praktijkonderwijs
gericht op regionale versterking van het vmbo-aanbod
geldt een norm van 95 leerlingen. Daarnaast geldt de voor-
in relatie tot het vervolgonderwijs, economische ont-
waarde dat de bevoegde gezagsorganen in het samenwer-
wikkelingen en arbeidsmarktontwikkelingen Als niet
kingsverband waarvan de aanvrager deel uit maakt of deel
alle VO-scholen uit de desbetreffende regio of voe-
uit zal gaan maken positief adviseren over de aanvraag.
dingsgebied deelnemen aan de samenwerkingsover-
3.
eenkomst dienen de niet-deelnemende scholen in te
In de door Cfi ontwikkelde formulieren voor een model-
stemmen met de aanvraag;
prognose is aangegeven op welke wijze het leerlingenpo-
Er moet sprake zijn van levensvatbaar vmbo bij de
tentieel bij de aanvraag voor een school of afdeling voor
samenwerkende scholen. Prognoses van de leerlingen
praktijkonderwijs dient te worden berekend.
voor de aangevraagde en bestaande afdelingen en een beschrijving van de relatie met vervolgonderwijs en de economische en arbeidsmarktontwikkelingen is dan ook vereist. Van levensvatbaar vmbo is in elk geval sprake als het gemiddeld aantal leerlingen in leerjaar 3 en 4 van de bestaande afdelingen en de aangevraagde afdeling tenminste 60 leerlingen per afdeling bedraagt; 4.
Voor de bepaling van het deelnamepercentage betrokken richting mogen de desbetreffende percentages van
Voortgezet onderwijs
NUMMER 24 •
25 • 10 oktober 2001
5.
Aanvraagprocedure Plan Van Scholen 2003-2005
5.1.
Algemeen
5.2.
Indiening via de besturenorganisaties
Het verdient aanbeveling een verzoek om opneming in het Plan van Scholen via het deelplan van één van de landelijke organisaties voor bestuur en management in te dienen. Een aanvraag voor het Plan van Scholen 2003-2005 kan uitPlan van Scholen
sluitend worden ingediend vóór 1 januari 2002 met
2002 - 2004
gebruikmaking van de formulieren Cfi 51965 1 t/m 3 en Cfi 51967.
De adressen staan vermeld in bijlage 2.
5.3.
Voor het benodigde gegevensmateriaal is per aanvraag
Versnelde afwijzing van een aanvraag
(schoolsoort of afdeling) f. 1.250,- verschuldigd. U kunt de aanvraagformulieren en het benodigde gegeven-
Een verzoek om opneming op het Plan van Scholen zal
smateriaal bestellen d.m.v.:
versneld worden afgewezen indien:
• inzending van een briefkaart, vergezeld van een kopie
1.
van het betalingsbewijs waaruit blijkt dat per aanvraag
dit verzoek in strijd is met het vastgestelde toetsingskader;
f. 1.250,- is overgemaakt op rekeningnummer
2.
het een herhalingsaanvraag betreft;
19.23.21.749 Rabobank Utrecht onder vermelding van
3.
niet aan de gestelde verplichtingen en vormvereisten
Cfi, Afdeling FTO, team TPL, Postbus 606, 2700 ML
is voldaan.
Zoetermeer (onder vermelding van Plan van Scholen 2003-2005);
ad 1
• inzending van een briefkaart aan uw besturenorganisa-
Een verzoek dat in strijd is met het toetsingskader zal, op
tie, vergezeld van een kopie van het betalingsbewijs
grond van artikel 68, tweede lid, WVO vóór 1 februari 2002
waaruit blijkt dat per aanvraag f. 1.250,- is overgemaakt
versneld worden afgewezen.
aan uw besturenorganisatie (zie bijlage 1 voor adresse-
Een verzoek is bijvoorbeeld in strijd met het toetsingska-
ring).
der wanneer: • Het een aanvraag betreft waar de planprocedure WVO
Voor het indienen van aanvragen voor het stichten van
niet op van toepassing is (bijvoorbeeld een aanvraag
(onderwijs behorend bij) scholen en/of afdelingen van land-
voor een niet-bestaande afdeling dan wel een aanvraag
bouwonderwijs kunt u zich richten tot: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
welke uitsluitend bij wet kan worden toegewezen); • Vaststaat dat de prognose geringer is dan de betreffende
Directie Wetenschap en Kennisoverdracht
stichtingsnorm en geen beroep kan worden gedaan op
Postbus 20401
toekenning op basis van beleidsmatige argumenten.
2500 EK Den Haag ad 2 Een afschrift van de aanvraag moet het bevoegd gezag
Indien het verzoek om opname in het Plan van Scholen
altijd zenden aan de provincie waarin de beoogde school
gelijk of nagenoeg gelijk is aan een verzoek dat het voor-
of afdeling zou moeten worden gevestigd (zie bijlage 3).
gaande jaar is gedaan en in het verzoek geen nieuw geble-
Indien een school of afdeling wordt aangevraagd te
ken feiten of veranderde omstandigheden worden ver-
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht moet even-
meld, zal dit verzoek op grond van artikel 68, derde lid,
eens een afschrift aan het College van Burgemeester en
WVO vóór 1 februari 2002 worden afgewezen.
Wethouders van de desbetreffende gemeente worden verzonden (zie bijlage 4).
ad 3 Aanvragen die onvolledig zijn, niet met gebruikmaking
Na indiening van de aanvraag krijgt u een ontvangstbeves-
van de vereiste formulieren zijn ingediend of waarbij geen
tiging waarop een Plan van Scholen-nummer is vermeld.
gebruik is gemaakt van het voorgeschreven statistische
Bij alle volgende correspondentie over de betreffende aan-
materiaal, worden uitsluitend in behandeling genomen,
vraag moet dit nummer steeds worden vermeld.
indien binnen een door Cfi gestelde termijn de aanvraag is aangevuld/gecorrigeerd.
NUMMER 24 •
26 • 10 oktober 2001
Voortgezet onderwijs
Bijlage 1
Stichtingsnormen (artikel 69 van de WVO)
Aantal leerlingen nieuw te stichten school Plan van Scholen
Schoolsoort
School
Scholengemeenschap
Art. 69 lid 1 a t/m i WVO
Art. 69 lid 2 WVO
Gymnasium
355 (categoriaal)
Kan alleen aan een bestaand atheneum worden gekoppeld;
Atheneum
340
255
Lyceum
460
460
Havo
360
270
Mavo
260
195
Vbo bestaande uit één
320
320
320
320
260
260
2002 - 2004
dan geldt voor het geheel de lyceumnorm.
afdeling uit de sector Techniek en één afdeling uit de sector Zorg en Welzijn Vbo bestaande uit twee afdelingen uit de sector Economie Vbo bestaande uit de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving uit de sector Landbouw
Uitbreiding met een afdeling aan een reeds bestaande of nieuw te vormen school of scholengemeenschap met voorbereidend beroepsonderwijs (artikel 69, lid 1 h en i, WVO)
Aantal leerlingen voor afdelingen
Bijlage 2
uit de sectoren Techniek, Zorg en Welzijn en Economie:
160 voor elke afdeling
Adressen organisaties voor bestuur en management
Aantal leerlingen voor de afdeling uit de sector Landbouw:
260 Vereniging Besturenraad Prot. Chr. Onderwijs (BPCO) t.a.v. de heer drs. H.J. Luth
In verband met het completeringsbeleid (bijvoorbeeld
Postbus 907
omzetting atheneum in lyceum) kunnen in afwijking van
2270 AX Voorburg
artikel 69 WVO lagere stichtingsnormen gelden. Hierop
Telefoon 070-3481253
wordt in de jaarlijks te publiceren beleidsregel (als onder-
E-mail:
[email protected]
deel van het Plan van Scholen) nader ingegaan. Vereniging van Openbaar en Algemeen Toegankelijke Scholen (VOS/ABB) t.a.v. de heer mr. drs. N.L.P. te Bos Postbus 162 3440 AD Woerden Telefoon 0348-405227 E-mail:
[email protected]
Voortgezet onderwijs
NUMMER 24 •
27 • 10 oktober 2001
Vereniging Verenigde Bijzondere Scholen voor onderwijs
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
op algemene grondslag (VBS)
Overijssel
t.a.v. de heer drs. B.A. Mom
Eenheid Zorg en Cultuur
Bezuidenhoutseweg 251/253
t.a.v. mevrouw M.E.Barink
2594 AM Den Haag
Postbus 10078
Telefoon 070-3315252
8000 GB Zwolle
E-mail:
[email protected]
Telefoon 038-4251237 E-mail:
[email protected]
Plan van Scholen 2002 - 2004
Bond Katholiek Beroepsonderwijs en Voortgezet Onderwijs (KBVO)
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
t.a.v. de heer drs. J.M. van Tilburg
Flevoland
Postbus 82158
Bureau Onderwijs
2508 EB Den Haag
t.a.v. mevrouw K. IJssel
Telefoon 070-3568667
Postbus 55
E-mail:
[email protected]
8200 AB Lelystad Telefoon 0320-265524 E-mail:
[email protected]
Bijlage 3
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland Dienst WEB, CE/onderwijs
Adressen provincies
t.a.v. de heer R.A.M. Theunissen Postbus 9090
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
6800 GX Arnhem
Groningen
Telefoon 026-3599292
Dienst infrastructuur
E-mail:
[email protected]
t.a.v. de heer A. Eggink Postbus 855
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
9700 AW Groningen
Utrecht
Telefoon 050-3164935
WEB/WZ/CEW
E-mail:
[email protected]
t.a.v. mevrouw M.P.M. Hopmans Postbus 80300
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
3508 TH Utrecht
Friesland
Telefoon 030-2582441
Afdeling Welzijn, Sector Cultuur en Onderwijs
E-mail: Rina.
[email protected]
t.a.v. de heer T. Willemsen Postbus 20120
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
8900 HM Leeuwarden
Noord-Holland
Telefoon 058-2925602
Dienst WEB, afdeling Zorg, Welzijn en Cultuur
E-mail:
[email protected]
t.a.v. de heer S. de Jong Postbus 3007
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
2001 DA Haarlem
Drenthe
Telefoon 023-5143407
Sector Onderwijs en Educatie
E-mail:
[email protected]
t.a.v. de heer G. Bosschers Postbus 122
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
9400 AC Assen
Zuid-Holland
Telefoon 0592-365749
Dienst SZC, bureau JEE
E-mail:
[email protected]
t.a.v. de heer T.W.A. Lemmens of de heer B. van Swol Postbus 90602 2509 LP Den Haag Telefoon 070-4416817 (dhr. Van Swol) E-mail:
[email protected] Telefoon 070-4417350 (dhr. Lemmens) E-mail:
[email protected]
NUMMER 24 •
28 • 10 oktober 2001
Voortgezet onderwijs
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie
Burgemeester en Wethouders van de
Zeeland
Gemeente Utrecht
Afdeling Economie
t.a.v. de afdeling onderwijs
t.a.v. mevrouw M.W.J. Vermaat-De Potter
Postbus 16200
Postbus 153
3500 CE Utrecht
4330 AD Middelburg Telefoon 0118-631422 E-mail:
[email protected]
Plan van Scholen 2002 - 2004
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant Dienst REW, afdeling WEC t.a.v. de heer G. van der Wende Postbus 90151 5200 MC Den Bosch Telefoon 073-6812210 E-mail:
[email protected] Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg Bureau Economie, Arbeidsmarkt en Onderwijs t.a.v. mevrouw M. Schols of de heer H. de Jong Postbus 5700 6202 MA Maastricht Telefoon 043-3897133 (mw. Schols) E-mail:
[email protected] Telefoon 043-3897478 (dhr. De Jong) E-mail:
[email protected]
Bijlage 4
Adressen grote gemeenten Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Amsterdam t.a.v. de afdeling onderwijs Postbus 202 1000 AE Amsterdam Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Rotterdam t.a.v. de afdeling onderwijs Postbus 70012 3000 KP Rotterdam Burgemeester en Wethouders van de Gemeente ’s-Gravenhage t.a.v. de afdeling onderwijs Postbus 12600 2500 DJ ’s-Gravenhage
Voortgezet onderwijs
NUMMER 24 •
29 • 10 oktober 2001