Plan van Scholen 2000-2001-2002 OCenW
1 oktober 1999/FBT/BPL-99/13289 N
een islamitische scholengemeenschap in Rotterdam met jaartal opgenomen. De Staatssecretaris van Onderwijs, Voor een aantal Vrije Scholen voor Cultuur en Wetenschappen; mavo is een havo- en atheneumvoorMede namens de minister van ziening met jaartal opgenomen. Een Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; vbo-afdeling consumptief op Texel is Gelet op artikel 65, tweede lid, van de eveneens met jaartal opgenomen. Wet op het voortgezet onderwijs; Enkele lycea worden gesticht aan schoNa overleg met de daarvoor in aanlengemeenschappen voor merking komende organisaties; vbo/mavo/havo/atheneum op basis van Na overleg met de Tweede Kamer der beleidsmatige overwegingen (compleStaten Generaal, met inachtneming teringsbeleid). van de vóór 1 januari 1999 ingediende In Hoofdstuk 2 van deze toelichting aanvragen, bij het Plan van Scholen 2000-2002 wordt ingegaan op enige relevante Besluit ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs. vast te stellen het aan deze beschikHoofdstuk 3 bevat de resultaten van king gehechte Plan van Scholen 2000de beoordeling van de aanvragen voor 2001-2002; het Plan van Scholen 2000-2002 te bepalen dat het aan het Plan toegeIn Hoofdstuk 4 komt het toetsingskavoegde overzicht van de verzoeken die der voor het Plan van Scholen 2001niet zijn ingewilligd, en de motivering 2003 aan de orde. daarvan als bedoeld in artikel 65a van In Hoofdstuk 5 wordt de aanvraagde Wet op het voortgezet onderwijs, procedure voor het Plan van Scholen ter inzage worden gelegd in de biblio- 2001-2003 beschreven. theek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 2. Relevante ontwikkelingen te Zoetermeer. 2.1. Inleiding K.Y.I.J. Adelmund. In dit hoofdstuk worden enige relevante ontwikkelingen aan de orde gesteld die van belang zijn voor de voorzieninPlan van Scholen genstructuur van de verschillende 2000–2002 onderwijssectoren.
gen en aantrekkelijk voor zowel jongens als meisjes. Op basis van de Keuzerapportage van de Regievoerder vbo-mavo is recentelijk geconcludeerd dat de gewenste versterking van de vbo-afdelingen nog niet op alle plekken tot stand komt. Daarom krijgt het herschikkingsproces, in overleg met besturenorganisaties en provincies, een extra impuls. In relatie tot de toekenning van intrasectorale programma’s wordt het begrip doelmatigheid nader geoperationaliseerd en in een beleidsregel vastgelegd. Uitgangspunt hierbij is dat de keuzes van scholen niet mogen leiden tot een verdunning van het aanbod. Verder zal een aantal stimulerende maatregelen worden uitgewerkt. Hierbij wordt onder andere gedacht aan bevordering van regionale samenwerking die tot versterking van het vbo leidt, bijvoorbeeld de variant waarbij onderdelen van het vbo-programma worden verzorgd door en onder verantwoordelijkheid van een andere vbo-school.
2.2.1. Taak van de provincie bij de herschikking mavo/vbo De provincies hebben hun informerende en ondersteunende taak naar de scholen en hun adviserende taak aan de minister die zij hadden tijdens het proces van scholengemeenschapsvorming, tijdens het mavo-vbo herschikkingsproces voortgezet. Ook in het 1. Inleiding 2.2. Herschikking mavo/vbo schooljaar 1999/2000 zal dit het geval zijn. De rol van het Plan van Scholen als ins- Sinds het uitbrengen van het advies De scholen hebben eind 1998 hun trument voor het realiseren van “het “Recht doen aan verscheidenheid” keuzes kenbaar gemaakt. Een deel van evenwichtig geheel van voorzienin(Commissie mavo/vbo-aansluitend deze keuzes heeft in het schooljaar gen” in het voortgezet onderwijs is onderwijs, 1994), de beleidsreactie op 1998/1999 geresulteerd in concrete beperkt. De nadruk bij de voorzienindit advies (VO/BOB-95003554) en de aanvragen op grond van artikel 75 genplanning ligt, evenals voorgaande uitwerkingsnotitie mavo/vbo (VO/BOB- WVO en voor intrasectorale programjaren, bij beslissingen in het kader van 96000492) van 11 januari 1996 is een ma’s . De provincies hebben de minisfusie en herschikking (artikel 75 Wet aantal stappen gezet die erop gericht ter zowel over de keuzes als over de op het voortgezet onderwijs). Ook de zijn het vbo en het mavo zowel inhou- ingediende aanvragen geadviseerd. De komende jaren zal daarin geen veran- delijk als infrastructureel te versterken. besturenorganisaties hebben de minisdering optreden. De in gang gezette Met name deze infrastructurele verter geadviseerd over de concrete aanherschikking in het kader van de sterking heeft gevolgen voor de plan- vragen. onderwijskundige vernieuwing van het ning van onderwijsvoorzieningen. Komend schooljaar kunnen gemaakmavo en vbo zal de komende periode Ingezet is een herschikkingsproces dat te keuzes door scholen eventueel worde belangrijkste wijzigingen in het moet leiden tot een sterk en levensvat- den herzien, en wederom worden voorzieningenpatroon opleveren. baar vmbo op regionaal niveau, omgezet in concrete aanvragen. De In het Plan van Scholen 2000-2002 is bereikbaar voor grote groepen leerlin- provincies zullen in dit proces het
Uit: Staatscourant 1999, nr. 194 / pag. 10
1
Uit: Staatscourant 1999, nr. 194 / pag. 10
2
Vbo landbouw Vbo Landbouw Lyceum
Lyceum
Atheneum Havo Mavo Vbo-bouwtechniek Vbo-electrotechniek Vbo-administratie Vbo-verzorging Atheneum Havo Atheneum Havo Atheneum Havo Atheneum Havo
Vbo-consumptief
01 02 03
04
05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20
Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Amsterdam Amsterdam Den Haag Den Haag Nijmegen Nijmegen Zutphen Zutphen
Silvolde
Winschoten Winschoten Groningen
scholengem.(*)
Plaats van vestiging
Atheneum/havo/mavo/Vbo/lwoo Den Burg Texel
Atheneum/havo/mavo/Vbo Atheneum/havo/mavo/Vbo Atheneum/havo/mavo/Vbo Atheneum/havo/mavo/Vbo Atheneum/havo/mavo/Vbo Atheneum/havo/mavo/Vbo Atheneum/havo/mavo/Vbo Atheneum/havo/mavo Atheneum/havo/mavo Atheneum/havo/mavo Atheneum/havo/mavo Atheneum/havo/mavo Atheneum/havo/mavo Atheneum/havo/mavo Atheneum/havo/mavo
Lyceum/havo/mavo/vbo/lwoo
Lyceum/havo/mavo/vbo/lwoo
Lyceum/havo/mavo/vbo/lwoo
Onderdeel van school/
Gemeente Texel
Stichting RK Voortgezet Onderwijs Regio Oude IJssel Stichting IBN Ghaldoen Stichting IBN Ghaldoen Stichting IBN Ghaldoen Stichting IBN Ghaldoen Stichting IBN Ghaldoen Stichting IBN Ghaldoen Stichting IBN Ghaldoen Stichting Geert Groote School Stichting Geert Groote School Vereniging De Vrije School Vereniging De Vrije School Stichting Regionale Vrije School Stichting Regionale Vrije School Stichting Vrije School Zutphen Stichting Vrije School Zutphen
Openbaar Lichaam Dollard College Stichting AOC-Terra Vereniging voor Christelijk Onderwijs ’Liudger’
Rechtspersoon
op
rk isl isl isl isl isl isl isl Vrij Vrij Vrij Vrij Vrij Vrij Vrij Vrij
pc
op Ab/pc
Richting
(*) Aangegeven is de samenstelling van de scholengemeenschap die ontstaat bij bekostiging van de gevraagde school of afdeling.
Onderwijssoort
Volgnr.
Plan van Scholen 2000-2001-2002
120
460 255 270 195 120 120 120 120 255 270 255 270 255 270 255 270
460
120 260
Stichtingsnorm
2000
2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000
2000
Jaartal
Fusie per 1-8-2000 Fusie per 1-8-2000 Fusie per 1-8-2000 Fusie per 1-8-2000 Fusie per 1-8-2000 Fusie per 1-8-2000 Fusie per 1-8-2000 Fusie per 1-8-2000
Onder voorwaarde van fusie per 1-8-1999
Bijzonderheden
regionaal overleg stimuleren en begeleiden. Ook zullen zij de minister adviseren over de nadere keuzes van de scholen en over de ingediende aanvragen, vanuit het perspectief van het gewenst en levensvatbaar aanbod op regionaal niveau.
2.4. Verhoging stichtingsnorm vboafdelingen
Door de invoering van de nieuwe leerwegen in het mavo en vbo bij wet van 25 mei 1998, Stb. 337, wordt een school voor vbo verplicht om per afdeling c.q. intrasectoraal programma in 2.3. Vrije Scholen plaats van één programma voortaan twee programma’s aan te bieden, te Op grond van de Wet op het basisonweten de kaderberoepsgerichte leerderwijs hebben de Vrije Scholen tot nu weg en de basisberoepsgerichte leertoe, als enige denominatie, vanwege weg (artikel 10b, eerste lid, WVO). de specifieke inrichting van het onder- Hierbij zal veelal ten minste een wijs ontheffing om een negende leer- gedeelte van het te verzorgen projaar in stand te houden. Ook voor het gramma voor de beide leerwegen in voortgezet onderwijs beschikken de aparte groepen worden verzorgd. Om Vrije Scholen over ontheffing van een dit mogelijk te maken is een verhoging aantal inrichtings- en examenvoorvan de stichtingsnorm van vbo-afdelinschriften op grond van de Wet op het gen nodig. voortgezet onderwijs. Zij worden nu Voorts bestaat het individueel voorbekostigd als scholen voor mavo, echbereidend beroepsonderwijs (ivbo) ter met een 5-jarige cursusduur. sinds 1 augustus 1998 niet meer als Met de overgang van de Wet op het aparte school of afdeling. De ivbo-leerbasisonderwijs naar de Wet op het pri- lingen zijn voor een groot deel vbomair onderwijs zal de mogelijkheid leerlingen met indicatie leerwegondervoor Vrije Scholen om een negende steunend onderwijs geworden en voor leerjaar in het basisonderwijs aan te een klein deel leerlingen met indicatie bieden met ingang van 1 augustus praktijkonderwijs. Dit heeft als tech2000 verdwijnen. Naar aanleiding hier- nisch effect dat in de prognosesystevan heeft de staatssecretaris met de matiek waarmee wordt bepaald of een Bond van Vrije Scholen afgesproken afdeling voldoet aan de stichtingdat ook de elf door het Rijk bekostigde snorm, de aantallen voormalige ivboVrije Scholen voor voortgezet onderleerlingen grotendeels bij de aantallen wijs vanaf 1 augustus 2000 zullen volvbo-leerlingen worden geteld. doen aan de reguliere inrichtings- en Hierdoor zal een vbo-afdeling gemakexamenvoorschriften. In dat kader kelijker dan voorheen een bepaalde heeft de staatssecretaris toegezegd te stichtingsnorm halen. zullen bevorderen dat via institutioneIn verband met het voorgaande is le fusie genoemde scholen voor voort- een wetsvoorstel in voorbereiding gezet onderwijs worden omgezet naar waarin de stichtingsnorm voor vboscholengemeenschappen voor mavo, afdelingen wordt verhoogd. Dit wetshavo en atheneum met nevenvestigin- voorstel is door de staatssecretaris al gen. Dit binnen de haar ter beschikaangekondigd in haar brief aan de king staande wettelijke mogelijkheTweede Kamer van 5 oktober 1998 den, en na overleg in het Overleg Plan (VO/BOB/1998/41359). Het wetsvoorstel Scholen en met de Tweede Kamer. De zal in het najaar van 1999 aan de Tweede Kamer is bij brief van 1 decem- Tweede Kamer worden aangeboden. ber 1997 over de afspraken geïnformeerd. 3. Toetsing aanvragen Plan van De afspraken met betrekking tot de Scholen 2000-2002 Vrije Scholen voor voortgezet onderwijs worden als volgt geconcretiseerd. 3.1. Inleiding De elf betrokken scholen zullen per 1 augustus 2000 door middel van een In dit hoofdstuk wordt een overzicht eenmalige actie fuseren tot vier schogegeven van de resultaten van de lengemeenschappen, met nevenvestibeoordeling van de aanvragen voor gingen. De betrokken scholen worden het Plan van Scholen 2000-2002 op nu bekostigd als scholen voor mavo. grond van het toetsingskader zoals dat Op het Plan van Scholen 2000-2002 is is vastgesteld bij gelegenheid van het voor elk fusiecluster een school voor Plan van Scholen 1999-2001. havo en een school voor atheneum geplaatst.
Uit: Staatscourant 1999, nr. 194 / pag. 10
3.2. Aanvragen voor vbo-afdelingen Bouwtechniek (BT) Aanvragen 2000/2002: 2 Een aanvraag voldoet niet aan de wettelijke stichtingsnorm. Een aanvraag voldoet aan de stichtingsnorm en is opgenomen met jaartal. Het betreft de islamitische aanvraag vanuit Rotterdam. Elektrotechniek (ET) Aanvragen 2000/2002: 2 Een aanvraag voldoet niet aan de wettelijke stichtingsnorm. Een aanvraag voldoet aan de stichtingsnorm en is opgenomen met jaartal. Het betreft de islamitische aanvraag vanuit Rotterdam. Metaaltechniek (MT) Aanvragen 2000/2002: 1 De aanvraag voldoet niet aan de wettelijke stichtingsnorm. Transport en logistiek Aanvragen 2000/2002: 8 Zeven aanvragen voldoen niet aan de wettelijke stichtingsnorm. Een aanvraag is versneld afgewezen op grond van artikel 68, lid 2 WVO. Verzorging (VZ) Aanvragen 2000/2002: 5 Een aanvraag voldoet aan de stichtingsnorm en is opgenomen met jaartal. Het betreft de islamitische aanvraag vanuit Rotterdam. De overige 4 aanvragen voldoen niet aan de wettelijke stichtingsnorm. Handel en Verkoop (HV) Aanvragen 2000/2002: 1 De aanvraag voldoet niet aan de wettelijke stichtingsnorm. Administratie (AD) Aanvragen 2000/2002: 5 Een aanvraag voldoet aan de stichtingsnorm en is opgenomen met jaartal. Het betreft de islamitische aanvraag vanuit Rotterdam. De overige 4 aanvragen voldoen niet aan de wettelijke stichtingsnorm. Consumptief Aanvragen 2000/2002: 3 Een aanvraag is op grond van beleidsmatige afweging opgenomen met jaartal. Het betreft de aanvraag vanuit Texel. De overige 2 aanvragen voldoen niet aan de wettelijke stichtingsnorm.
3
Landbouw en natuurlijke omgeving (LN) Aanvragen 2000/2002: 1 De aanvraag voldoet niet aan de wettelijke stichtingsnorm.
4. Toetsingskader Plan van Scholen 2001-2003
1. aanvrager: algemene gegevens van de rechtspersoon die een aanvraag voor het Plan van Scholen indient: 4.1. Inleiding bestuursnummer, naam, adres, postcode, plaats, telefoonnummer en naam Het toetsingskader voor het Plan van van eventuele gemachtigde (bijvoor3.3. Aanvragen voor mavo Scholen heeft een tweeledige functie: beeld besturenorganisatie); 1. Het toetsingskader geeft potentiële 2. gevraagde school of afdeling: gegeMavo aanvragers de gelegenheid zich vooraf vens over de aanvraag m.b.t. de onderAanvragen 2000/2002: 1 te oriënteren op de honoreringsmoge- wijssoort, gemeente van vestiging, De aanvraag voldoet aan de stichting- lijkheden van een voorgenomen aanrichting, eventuele scholengemeensnorm en is opgenomen met jaartal. vraag voor het Plan van Scholen. Zij schap waarvan de beoogde school of Het betreft de islamitische aanvraag kunnen hun aanvraag daarop afstem- afdeling deel uit zou maken; vanuit Rotterdam. men. 3. herhalingsaanvraag: is de beoogde 2. Het toetsingskader ligt ten grondschool of afdeling al in het kader van 3.4. Aanvragen voor havo slag aan de inhoudelijke beoordeling een eerder Plan van Scholen aangevan de aanvragen voor het Plan van vraagd?; zo ja, is er sprake van veranHavo Scholen. derde omstandigheden of nieuwe feiAanvragen 2000/2002: 5 Het toetsingskader 2001-2003 is vastten? Een aanvraag voldoet aan de stichting- gesteld na overleg met de Tweede 4. deelplan: is de aanvraag opgenomen snorm en is opgenomen met jaartal. Kamer. c.q. wordt de aanvraag ingediend via Het betreft de islamitische aanvraag In het kader van de onderwijskundige het deelplan van een van de besturenvanuit Rotterdam. De overige 4 aanontwikkelingen in het mavo/vbo is er organisaties ? vragen betreffen de vrije scholen. sprake van een verdere herschikking, 5. de prognoseperiode: de tijdvakken Gelet op de leerlingen aantallen en de uitruil en clustering van met name de waarop de prognose betrekking heeft afspraken met de Bond van Vrije vbo-afdelingen. Het accent bij de voor- (korte, middellange en lange termijn); Scholen over de toekomstige positie zieningenplanning is komen te liggen 6. het voedingsgebied: een beschrijvan de vrije scholen zijn deze aanvrabij beslissingen in het kader van fusie ving van het te verwachten wervingsgen met jaartal opgenomen. en herschikking (artikel 75 WVO). Bij gebied waaruit de school/afdeling zijn de vaststelling van het toetsingskader leerlingen betrekt. Het voedingsgebied 3.5. Aanvragen voor atheneum voor het Plan van Scholen 2001-2003 is wordt begrensd door het wettelijk hiermee rekening gehouden. begrip redelijke afstand (zie ook punt Atheneum 12); Aanvragen 2000/2002: 6 4.2. Structuur van het toetsingskader 7. de basisgeneratie: het gemiddeld Een aanvraag voldoet niet aan de wetaantal 12/13-jarigen woonachtig in het telijke stichtingsnorm. Een aanvraag Het toetsingskader is gebaseerd op de wervingsgebied gerelateerd aan de voldoet aan de stichtingsnorm en is wettelijke stichtingsnormen en op betreffende prognoseperiode; opgenomen met jaartal. Het betreft de beleidsmatige overwegingen. 8. het deelnamepercentage: hierbij islamitische aanvraag vanuit wordt onderscheid gemaakt tussen: de Rotterdam. De overige 4 aanvragen 4.2.1. De stichtingsnorm; indirecte en feitelijke regionale deelname in leerbetreffen de vrije scholen. Gelet op de directe meting jaar 3 (historische meting in het voeleerlingen aantallen en de afspraken Toekenning zal plaats vinden indien de dingsgebied) voor de gevraagde met de Bond van Vrije Scholen over de aanvrager aannemelijk heeft gemaakt onderwijssoort in procenten van het toekomstige positie van deze vrije dat het te verwachten netto leerlingtotaal aantal leerlingen in leerjaar 3 scholen zijn deze aanvragen met jaar- potentieel zal voldoen aan de gelden- van het voortgezet onderwijs in het tal opgenomen. de stichtingsnorm. Is dat het geval dan voedingsgebied (meest recente CFIvolgt plaatsing op het Plan van publicatie Deelnamepercentages voort3.6. Aanvragen voor lyceum Scholen, al dan niet met jaartaltoeken- gezet onderwijs); de feitelijke landelijning. De stichtingsnormen zijn opgeke deelname in leerjaar 3 (historische Lyceum nomen in artikel 69 van de WVO. Voor meting landelijk) voor de gevraagde Aanvragen 2000/2002: 2 het indienen van een aanvraag, dan onderwijssoort in procenten van het De 2 aanvragen voor lyceum voldoen wel het aantonen dat een aanvraag totaal aantal leerlingen in leerjaar 3 aan de gestelde criteria in het kader aan de wettelijke stichtingsnorm volvan het voortgezet onderwijs in van het completeringsbeleid Plan van doet (o.a. prognose van het te verNederland (meest recente CFI-publicaScholen 2000-2002 en zijn derhalve wachten aantal leerlingen) moet de tie Deelnamepercentages voortgezet vermeld op het Plan. prognosesystematiek worden gehanonderwijs); de feitelijke landelijke teerd overeenkomstig de daarvoor deelname in leerjaar 1 (historische ontwikkelde CFI-formulieren (zie meting landelijk) voor de gevraagde hoofdstuk 5, aanvraagprocedure). onderwijssoort in procenten van de Deze modelprognose indirecte meting basisgeneratie (meest recente CFIbevat een beschrijving van de volgenpublicatie Deelnamepercentages voortde elementen: gezet onderwijs); de verwachte deelname in leerjaar 1 voor de gevraagde
Uit: Staatscourant 1999, nr. 194 / pag. 10
4
onderwijssoort (school of afdeling) rekening houdend met het voedingsgebied en de betreffende prognoseperiode; 9. de vermenigvuldigingsfactor: historische meting (landelijk) van de gemiddelde verblijfsduur van een leerling: de vermenigvuldigingsfactor wordt t.a.v. de betreffende onderwijssoort gemeten d.m.v. de verhouding tussen de totale schoolbevolking en de gemiddelde bezetting in leerjaar 1 van de gevraagde onderwijssoort (meest recente CFI-publicatie Statisch Materiaal voor het Plan van Scholen); 10. deelnamepercentage betrokken richting: het percentage voor de betreffende richting (deelname groep 3 basisonderwijs; meest recente CFIpublicatie Verdeling naar richting in het Basisonderwijs); 11. bruto-potentieel: het bruto-potentieel wordt berekend door vermenigvuldiging van: het verwachte deelnamepercentage (voor de betreffende onderwijssoort in de betreffende prognoseperiode) met de basisgeneratie, het deelnamepercentage betrokken richting en de landelijke vermenigvuldigingsfactor; 12. netto-potentieel: het bruto-potentieel voor de betreffende onderwijssoort in de betreffende prognoseperiode minus het aantal leerlingen waarvoor binnen redelijke afstand plaatsruimte zal zijn op een gelijksoortige school van dezelfde richting (conform artikel 69 lid 5 van de Wet op het voortgezet onderwijs). Bij een aanvraag voor het Plan van Scholen 2001-2003 voor het stichten van een school of afdeling waarbij er in het voedingsgebied naar de mening van de aanvrager nog geen dekkend netwerk van basisscholen van de betreffende richting aanwezig is, is het toegestaan om de onderzoeksresultaten van een directe meting over te leggen. In een dergelijke situatie zal het resultaat van de directe meting in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van het verzoek voor opname op het Plan van Scholen op het element ’deelnamepercentage betrokken richting’ (zie bovenstaand, element 10 van de indirecte meting; voor alle overige elementen van de indirecte meting kan het resultaat van de directe meting dus niet plaatsvervangend zijn). Een onderzoek directe meting moet aan de volgende criteria voldoen: 1. de directe meting dient te zijn uitge-
voerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau op basis van een wetenschappelijk verantwoorde schriftelijke enquête; 2. de kosten van de directe meting komen voor rekening van de aanvrager; 3. de directe meting dient te zijn gebaseerd op een representatieve aselecte steekproef uit de onderzoekspopulatie die bestaat uit de ouders of verzorgers van kinderen van 10 t/m 11 jaar, woonachtig in het voedingsgebied van de gewenste school/afdeling; 4. het uiteindelijke resultaat (het aantal 10/11-jarigen waarvan ouders/verzorgers opteren voor de gewenste school/afdeling) wordt gedeeld door twee (gemiddeld aantal 10/11-jarigen); 5. het voedingsgebied wordt begrensd door het wettelijk begrip redelijke afstand (zie ook punt 12 hierboven). Daarbij is het relevant dat de gekozen lokatie voor de nieuw te stichten school/afdeling zo exact mogelijk wordt omschreven en bij het onderzoek wordt betrokken. In het onderzoek dient door middel van vraagstelling duidelijk naar voren te komen wat voor ouders/verzorgers de maximaal te accepteren reisafstand is naar de gevraagde school/afdeling; 6. de anonimiteit van de ondervraagden dient gegarandeerd te zijn; 7. het onderzoek dient gericht te zijn op de voorkeuren van de ondervraagden voor alle richtingen; 8. de ouders/verzorgers die hun keuze kenbaar maken voor de aan te vragen school/afdeling verklaren daarmee hun kind ook daadwerkelijk naar de aan te vragen school/afdeling te sturen op het moment dat de stichting heeft plaats gevonden; 9. de geldigheidsduur van het onderzoek directe meting is drie jaar. Voor het aanvragen van een vbo-afdeling Transport en Logistiek is het volgende nog van belang. Deze afdeling is per 1 augustus 1998 geïntroduceerd in de WVO. Derhalve zijn er nog geen historische meetgegevens (deelnamepercentages) voor handen. De aanvrager voor het Plan van scholen 20012003 moet daarom in plaats van het reguliere deelnamepercentage een specifiek deelnamepercentage hanteren dat is berekend door middeling tussen het landelijke percentage van de voormalige vbo-experimenten Transport en Logistiek en het provinciale percentage van de opleidingen Transport en Logistiek in het secundair
Uit: Staatscourant 1999, nr. 194 / pag. 10
beroepsonderwijs. De specifieke percentages per provincie zijn opgenomen in de publicatie Statistisch Materiaal. Alle overige elementen van de indirecte meting zijn onverkort van kracht, met dien verstande dat de vermenigvuldigingsfactor wordt gehanteerd die geldt voor de sector techniek in het vbo (zie modelprognose indirecte meting, onderdeel 9). 4.2.2. Beleidsmatige overwegingen Toekenning kan plaats vinden in een situatie waarbij weliswaar niet volledig wordt voldaan aan de wettelijke stichtingsnorm, maar de behoefte aan een bepaald soort onderwijs toch aannemelijk is en bovendien binnen het beleid verantwoord is. Als voorbeeld wordt genoemd het ’completeringsbeleid’ zoals beschreven in paragraaf 4.3.2. Beleidsmatige overwegingen kunnen er toe leiden dat ten aanzien van het stichten van bepaalde soorten scholen of afdelingen een periodieke en selectieve stopzetting van toepassing wordt verklaard (artikel 65, vierde lid, WVO). Voor de per schoolsoort uitgewerkte beleidsmatige overwegingen wordt verwezen naar paragraaf 4.3.1. 4.2.3. Landbouwonderwijs Met betrekking tot aanvragen voor het landbouwonderwijs voor het Plan van Scholen wordt door het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een procedure gevolgd die analoog is aan de procedure voor de aanvragen die bij het ministerie van OCenW (CFI) worden ingediend. 4.3. Toetsingskader Hieronder is aangegeven op grond van welke criteria toekenning via het Plan van Scholen 2001-2003 plaats zal vinden. 4.3.1. Toekenning op basis van stichtingsnormen in relatie tot beleidsmatige overwegingen. Voor toewijzing op basis van de stichtingsnorm geldt het uitgangspunt dat een aangevraagde voorziening - al dan niet met de toekenning van een jaartal - in elk geval op het Plan van Scholen wordt geplaatst als komt vast te staan dat de voorziening past in het evenwichtig geheel van onderwijsvoorzieningen c.q. volgens het bepaalde in artikel 69 van de WVO wordt voldaan aan de wettelijke stichtingsnormen.
5
In het voortgezet onderwijs is in de afgelopen jaren een terughoudend stichtingsbeleid gevoerd. Prioriteit is gegeven aan fusie en herschikking. Terughoudendheid blijft geboden, met name in het kader van het herschikkingsproces van mavo en vbo. Van toekenning van scholen voor mavo en/of vbo dan wel van toekenning van vboafdelingen op basis van beleidsmatige overwegingen – bij een te verwachten aantal leerlingen waarbij de stichtingsnorm niet wordt gehaald – is dan ook geen sprake. Met toepassing van artikel 65a, vierde lid, van de WVO is het mogelijk in het toetsingskader over te gaan tot een periodieke en selectieve stopzetting voor het stichten van bepaalde onderwijsvoorzieningen op basis van beleidsmatige overwegingen. Hiervan is sprake in de volgende situaties: a. De te realiseren herschikking in het kader van de onderwijskundige vernieuwing van mavo en vbo, vanwege het grote aantal vbo-afdelingen van geringe omvang, heeft tot de conclusie geleid dat het slechts in een uitzonderlijk geval verantwoord is een vboschool of vbo-afdeling die aan de stichtingsnorm voldoet op het Plan van Scholen te plaatsen met jaartal. Het moet dan gaan om een situatie waarin sprake is van een witte vlek in het voorzieningenpatroon waarbij de gevraagde school of afdeling voor vbo die aan de stichtingsnorm voldoet niet via herschikking valt te realiseren. Het advies van de provincie en de organisaties bedoeld in artikel 65, eerste lid, van de WVO speelt hierbij een belangrijke rol. Wanneer in het kader van gewenst en levensvatbaar aanbod in de regio stichting van de vboschool/afdeling gewenst is, kan de minister beslissen dat de vbo-afdeling op het Plan van Scholen worden geplaatst met jaartal. b. De voorkeur in het beleid is dat tenminste wordt gekomen tot de combinaties vbo/mavo en havo/vwo. In verband met dit beleid geldt voor het stichten van categoriale scholen een tijdelijke stopzetting. c. In afwachting van de omzetting vsomlk en eventueel vso-lom en ivbo naar praktijkonderwijs, geldt voor de mogelijkheid van stichting van scholen en/of afdelingen voor praktijkonderwijs een tijdelijke stopzetting.
4.3.2. Toekenning op basis van beleidsmatige overwegingen: completeringsbeleid In situaties waarbij niet aan de stichtingsnorm wordt voldaan is met ingang van het Plan van Scholen 19921994 een beleid gevoerd dat in het teken stond van de vorming en completering van brede scholengemeenschappen vbo/mavo/havo/vwo. Bij het completeringsbeleid waren varianten aan de orde voor completering met vbo, ivbo, havo, atheneum en lyceum. Het completeringsbeleid bij de vorming van brede scholengemeenschappen vbo/mavo/havo/vwo beperkt zich voor het Plan van Scholen 20012003 tot de volgende situaties: 1. een bestaande of te vormen brede scholengemeenschap voor vbo/mavo/havo/atheneum wordt gecompleteerd door lyceum (atheneum wordt omgezet); 2. een bestaande of te vormen scholengemeenschap voor vbo/mavo/havowordt gecompleteerd tot een brede scholengemeenschap met vwo (atheneum of lyceum); 3. een (bestaande of te vormen) scholengemeenschap voor vbo/mavo wordt gecompleteerd met havo/vwo (havo/atheneum of havo/lyceum). Voor toewijzing op basis van het completeringsbeleid geldt het uitgangspunt, dat een aangevraagde voorziening op het Plan van Scholen kan worden geplaatst als een completeringssituatie zoals hierboven beschreven van toepassing is en er sprake is van de volgende – naar de verschillende schoolsoorten uitgewerkte – omstandigheden: Een havo kan alleen in combinatie met gelijktijdige toekenning van een school voor atheneum of een lyceum, worden toegekend aan een scholengemeenschap vbo/mavo- (met voldoende afdelingen vbo), als aan de stichtingsnorm wordt voldaan of als er sprake is van de volgende omstandigheden: – De school voor havo is niet door middel van fusie en herschikking te realiseren. Dit blijkt uit de objectieve afwezigheid van relevante fusiepartners dan wel aantoonbare “niet-bereidheid tot fusie” van mogelijke fusiepartners; en – Het draagvlak voor de school voor havo is voldoende, hetgeen blijkt uit de volgende punten:
Uit: Staatscourant 1999, nr. 194 / pag. 10
– de scholengemeenschap heeft een zodanige omvang dat een substantiële hoeveelheid verborgen potentieel dan wel overmarge mag worden verondersteld: hiervan is sprake indien de (te realiseren) scholengemeenschap vbo/mavo/havo/vwo meer dan 2000 leerlingen zal omvatten; en – voor de gevraagde school voor havo is een betrouwbare prognose beschikbaar, waarvan de uitkomst in slechts geringe mate (maximaal 10%) benedenwaarts afwijkt van de geldende stichtingsnorm; en – de effecten op omliggende scholen, ook van andere richtingen, zijn niet van dien aard dat bij die scholen een aanmerkelijk verlies van leerlingen optreedt. Dreigt er echter wel aanmerkelijk leerlingverlies, dan proberen de betrokken scholen dit veelal via onderlinge afspraken op te vangen; – Als de vereiste scholengemeenschap nog moet worden gevormd, zal de procedure ingevolge artikel 75 WVO moeten zijn doorlopen op het moment dat het Plan van Scholen wordt vastgesteld. Een atheneum kan alleen worden toegekend aan een scholengemeenschap vbo-/mavo/-havo (met voldoende afdelingen vbo), als wordt voldaan aan de stichtingsnorm of als er sprake is van de volgende omstandigheden: – Het atheneum is niet door middel van fusie en herschikking te realiseren. Dit blijkt uit de objectieve afwezigheid van relevante fusie-partners dan wel aantoonbare “niet-bereidheid tot fusie” van mogelijke fusiepartners; en – Het draagvlak voor het atheneum is voldoende, hetgeen blijkt uit de volgende punten: * de scholengemeenschap heeft een zodanige omvang dat een substantiële hoeveelheid verborgen potentieel dan wel overmarge mag worden verondersteld; hiervan is sprake indien de (te realiseren) scholengemeenschap vbo/mavo/havo/vwo meer dan 2000 leerlingen zal omvatten; daarbij bedraagt de lange termijn prognose voor het aantal mavo/havo-leerlingen in de scholengemeenschap minimaal 650; en * voor het atheneum is een betrouwbare progno-se beschikbaar, waarvan de uitkomst in slechts geringe mate (maximaal 10%) benedenwaarts afwijkt van de geldende stichtingsnorm; en
6
* de effecten op omliggende scholen, ook van andere richtingen, zijn niet van dien aard dat bij die scholen een aanmerkelijk verlies van leerlingen optreedt. Dreigt er echter wel aanmerkelijk leerlingverlies, dan proberen de betrokken scholen dit veelal via onderlinge afspraken op te vangen; – Als de vereiste scholengemeenschap nog moet worden gevormd, zal de procedure ingevolge artikel 75 WVO moeten zijn doorlopen op het moment dat het Plan van Scholen wordt vastgesteld. Een lyceum kan worden toegekend aan een scholengemeenschap vbo/mavo-/havo/athe-neum, (omzetting atheneum in lyceum) als wordt voldaan aan de stichtingsnorm of als er sprake is van de volgende omstandigheden: – de scholengemeenschap vbo/mavo/havo/atheneum heeft een omvang van minimaal 1600, en – het atheneum van de scholengemeenschap vbo/mavo/havo/atheneum heeft een omvang van minimaal 255. Als hieraan wordt voldaan, zullen de eventuele nadelige effecten op andere scholen geen relevante betekenis hebben bij de beslissing over de toekenning. 5. Aanvraagprocedure Plan van Scholen 2001-2003 5.1. Algemeen Een aanvraag voor het Plan van Scholen 2001-2003 kan uitsluitend worden ingediend voor 1 januari 2000 met gebruikmaking van de formulieren CFI 59965 1 t/m 3 en CFI 59967. Ten behoeve van het benodigde gegevensmateriaal is per aanvraag (schoolsoort of afdeling) f 1.250,- verschuldigd. U kunt de aanvraagformulieren CFI 59965 1 t/m 3 en CFI 59967 en benodigd gegevensmateriaal, bestellen d.m.v.: – inzending van een briefkaart, vergezeld van een kopie van het betalingsbewijs waaruit blijkt dat per aanvraag f 1.250,- is overgemaakt op postgiro 102491 t.n.v. Centrale Financiën Instellingen, Afdeling FBT, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer (onder vermelding van Plan van Scholen 2001-2003) – inzending van een briefkaart aan uw besturenorganisatie, vergezeld van een kopie van het betalingsbewijs waaruit blijkt dat per aanvraag f 1.250,- is over-
gemaakt aan uw besturenorganisatie (zie bijlage 1 voor adressering). Voor het indienen van aanvragen voor scholen en/of afdelingen van landbouwonderwijs dient u zich te richten tot: Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Directie Wetenschap en Kennisoverdracht Postbus 20401 2500 EK Den Haag
wel een aanvraag welke uitsluitend bij wet kan worden toegewezen). b. Vaststaat dat de prognose geringer is dan de betreffende stichtingsnorm en geen beroep kan worden gedaan op het completeringsbeleid. ad 2 Indien het verzoek om opname in het Plan gelijk of nagenoeg gelijk is aan een verzoek dat het voorgaande jaar is gedaan en in het verzoek geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden worden vermeld, zal dit verzoek op grond van artikel 68, Een afschrift van de aanvraag dient het derde lid, WVO voor 1 februari 2000 bevoegd gezag altijd te zenden aan de worden afgewezen. provincie (zie bijlage 2) waarin de ad 3 Aanvragen die onvolledig of niet beoogde school of afdeling zou moemet gebruikmaking van de vereiste ten worden gevestigd. Indien een formulieren zijn ingediend, en waarbij school of afdeling wordt aangevraagd geen gebruik is gemaakt van het voorte Amsterdam, Rotterdam, Den Haag geschreven statistische materiaal, worof Utrecht dient eveneens een afschrift den uitsluitend in behandeling genoaan het College van Burgemeester en men, indien binnen een door CFI Wethouders te worden verzonden (zie gestelde termijn de aanvraag is aangebijlage 3). vuld/gecorrigeerd. Na indiening van de aanvraag krijgt Het benodigde gegevensmateriaal is het bevoegd gezag een ontvangstbetegen betaling van f 1.250,- per aanvestiging waarop een Plan van vraag te verkrijgen bij CFI. Scholen-nummer is vermeld. Bij alle volgende correspondentie over de Bijlage 1 betreffende aanvraag dient dit nummer steeds te worden vermeld. Adressen besturenorganisaties 5.2. Indiening via de besturenorganisaties
Vereniging Besturenraad Prot. Chr. Onderwijs (BPCO) t.a.v. de heer drs. H.J. Luth Postbus 907 2270 AX Voorburg Telefoon 070-3481253
Het verdient aanbeveling een verzoek om opneming in het Plan van Scholen via het deelplan van één van de landelijke besturenorganisaties in te dienen. De adressen staan vermeld in bijlage 1. Vereniging van Openbaar en Algemeen Toegankelijke Scholen 5.3. Versnelde afwijzing van (VOS/ABB) een aanvraag t.a.v. de heer mr. drs. N.L.P. te Bos Postbus 162 Een verzoek om opneming op het Plan 3440 AD Woerden zal versneld worden afgewezen indien: Telefoon 0348-405200 1. dit verzoek in strijd is met het vastgestelde toetsingskader; Vereniging Verenigde Bijzondere 2. het een herhalingsaanvraag betreft; Scholen voor onderwijs op algemene 3. niet aan de gestelde verplichtingen grondslag (VBS) en vormvereisten is voldaan. t.a.v. de heer drs. B.A. Mom Bezuidenhoutseweg 225 ad 1 Een verzoek dat in strijd is met 2594 AL Den Haag het toetsingskader zal, op grond van Telefoon 070-3315252 artikel 68, tweede lid, WVO voor 1 februari 2000 versneld worden afgeBond Katholiek Beroepsonderwijs en wezen. Voortgezet Onderwijs (KBVO) Een verzoek is bijvoorbeeld in strijd t.a.v. mevrouw drs. A.G.F. Fijen met het toetsingskader wanneer: Postbus 82158 a. Het een aanvraag betreft waar de 2508 EB Den Haag planprocedure WVO niet op van toeTelefoon 070-3568668 passing is (bijvoorbeeld een aanvraag voor een niet-bestaande afdeling dan-
Uit: Staatscourant 1999, nr. 194 / pag. 10
7
Bijlage 2 Adressen provincies Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen Dienst infrastructuur t.a.v. de heer G. Zock Postbus 855 9700 AW Groningen Telefoon 050-3164162 Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Friesland Afdeling Welzijn, Sector Cultuur en Onderwijs t.a.v. de heer T. Willemsen Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden Telefoon 058-2925602 Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe Sector Onderwijs en Educatie t.a.v. de heer G. Bosschers Postbus 122 9400 AC Assen Telefoon 0592-365749 Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel Eenheid Zorg en Cultuur t.a.v. de heer H.A. Hamstra of de heer P.J.P. Klaassen Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038-4251246 Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland Bureau Onderwijs t.a.v. de heer R.W. Hokken Postbus 55 8200 AB Lelystad Telefoon 0320-265532
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland Dienst WEB, afdeling Zorg, Welzijn en Cultuur t.a.v. de heer S. de Jong Postbus 3007 2001 DA Haarlem Telefoon 023-5143407 Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland Dienst SZC, bureau JEE t.a.v. de heer T.W.A. Lemmens of de heer M.C. de Bruijne Postbus 90602 2509 LP Den Haag Telefoon 070-4417353 (dhr. de Bruijne) Telefoon 070-4417350 (dhr. Lemmens)
Burgemeester en Wethouders van de Gemeente ’s-Gravenhage t.a.v. de afdeling onderwijs Postbus 12600 2500 DJ ’s-Gravenhage Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Utrecht t.a.v. de afdeling onderwijs Postbus 16200 3500 CE Utrecht
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland Afdeling Economie t.a.v. mevrouw M.W.J. Vermaat-De Potter Postbus 153 4330 AD Middelburg Telefoon 0118-631422 Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant Dienst REW, afd. WEC t.a.v. de heer J. Bouten Postbus 90151 5200 MC Den Bosch Telefoon 073-6812207 Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg Bureau Economie, Arbeidsmarkt en Onderwijs t.a.v. mevrouw M. Schols, of de heer H. de Jong Postbus 5700 6202 MA Maastricht Telefoon 043-3897133 Bijlage 3
Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland Dienst WEB, CE/Onderwijs t.a.v. de heer R.A.M. Theunissen Postbus 9090 6800 GX Arnhem Telefoon 026-3599292 Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht WEB/WZ/CEW t.a.v. mevrouw M.P.M. Hopmans Postbus 80300 3508 TH Utrecht Telefoon 030-2582441
Adressen grote gemeenten Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Amsterdam t.a.v. de afdeling onderwijs Postbus 202 1000 AE Amsterdam Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Rotterdam t.a.v. de afdeling onderwijs Postbus 70012 3000 KP Rotterdam
Uit: Staatscourant 1999, nr. 194 / pag. 10
8