verf&inkt magazine van de vereniging van verf- en drukinktfabrikanten VVVF - 35 - juni/juli 2015
Scheepswerven vrezen gevolgen EU-beleid voor antifoulings ‘Duizenden banen op de tocht’ Ons beroep op: Parketlegger Gerard Brun: ‘Kwaliteit vloer staat of valt met lak’ De mens achter… Willem Soetekouw (Vliegenthart): ‘Gooi alles open; laat zien wat we te bieden hebben’
Hempel 100 jaar ‘Acceptatie van onze protective coatings nam grote vlucht’ Jaarvergadering in teken van hoop Toezichthouder Pieter van den Bergen: ‘Nu de crisis voorbij is, is veiligheid weer prioriteit voor de verfbranche’
Vision on quality www.tqc.eu
N E D E R L A N D S E N I G E FA B R I K A N T VA N T E S T- E N M E E TA P PA R AT U U R VOOR DE VERFINDUSTRIE TQC
TQC
TQC
AUTOMATISCHE FILM APPLICATOR
AUTOMATISCHE CUPPING TESTER
WASBAARHEID / SLIJTVASTHEIDTESTER
Voor het aanbrengen van een uniforme, reproduceerbare filmlaag.
Voor het testen van coatings bij verschillende stadia van deformatie conform ISO 1520.
Voor het testen van bijv. coatings, inkten, textiel, hout en plastic op slijtvastheid.
• Geschikt voor folies en /of glazen, papieren, metalen ondergronden • Geschikt voor spiraalapplicatoren en / of standaard blok applicatoren • Intuïtieve bediening • Vele instelmogelijkheden
• Ergonomisch: tester instelbaar naar werkhouding • Led verlichting instelbaar in kleur en hoek voor optimale beoordeling testplaat • Deformatie vooraf instelbaar in mm
• Voor droge en natte testen • Test tot vier proefstalen tegelijk • Dubbele pomp voor simultaantest met twee verschillende testvloeistoffen
TQC
TQC
TQC
GLANSMETERS
AUTOMATISCHE VISCOSITEITSMETERS
Voor het meten van mat, zijde- en hoogglans oppervlakten
Diverse modellen voor het bepalen van de viscositeit in mPa·s, cP, cSt en KU (Krebs Units).
TQC PRODUCEERT INSTRUMENTEN EN TOEBEHOREN VOOR HET TESTEN VAN ONDER ANDERE
• Drie modellen: SoloGloss 60°, Duogloss 20°/60°, Polygloss 20°/60°/85° • Uniek in stabiliteit en robuustheid • Geïntegreerde kalibratie standaard • Voldoet aan alle gangbare normen (muv 45°hoek) • Incl. Ideal Finish Analysis software
TQC B.V. Molenbaan 19
• Volledig automatisch, dus zeer hoge reproduceerbaarheid • Ook handmatig instelbaar
2908 LL Capelle a/d IJssel Nederland
• • • • • •
viscositeit dekkracht lopersvorming droogtijd slagvastheid natte laagdikte
• • • • • •
densiteit vloeiing maalfijnheid elasticiteit metamerie adhesie
TQC is dé RAL distributeur van Nederland!
+31(0)10 - 79 00 100 +31(0)10 - 79 00 129
[email protected] www.tqc.eu
ons beroep op verf & inkt In deze rubriek komen mensen aan het woord die beroepsmatig met verf & inkt van doen hebben en daar enthousiast over vertellen. Deze keer: de parketlegger.
Parketlegger Gerard Brun: Meubelmaker Gerard Brun (1952) uit Parijs kwam 35 jaar geleden bij toeval in Nederland terecht. Voor een Frans bedrijf timmerde hij mee aan het interieur van het toenmalige Haagse winkelcentrum Babylon, naast station Den Haag Centraal. Gerard ontmoette zijn vrouw in de hofstad en bleef in de residentie. Samen bestieren zij al twintig jaar hun winkel in parketvloeren ‘Brun Parket’ in de chique Haagse Frederikstraat. Zij brengt de vloeren aan de man en Gerard legt en lakt ze.
Te k s t : A n t o n S t i g Foto: Pet van de Luijtgaarden
‘Kwaliteit van parketvloer staat of valt met lak’
“Ik snap dat het bij de meeste door de wet gedreven veranderingen om onze gezondheid of om het milieu gaat, maar prettig is anders.”
“
Hoe ingewikkelder een vloer, hoe uitdagender ik het vind om daar iets van te maken. Traditioneel, klassiek, met visgraat of antiek. Het liefst heb ik moeilijke vloeren. Als er toevallig ook nog iets te restaureren valt is al helemaal mooi! Om wat voor vorm het ook gaat, de kwaliteit hangt niet alleen af van het vakmanschap van de legger, of het hout. Het resultaat van je werk staat of valt met de lakken, was-
verf&inkt 35 - 2015
sen en oliën die je gebruikt. De lakken zijn over het algemeen goed van kwaliteit. Wil je een ultra matte lak die hout warmer maakt van kleur? Moet het hout geaccentueerd worden? Of moet juist alles glimmen, een chique uitstraling hebben en boven alles slijtvast zijn? Als parketleggers hebben we het voor het uitzoeken; merken genoeg. Als een lak goed is, makkelijk verwerkbaar, kortom, doet wat ervan kan worden
verwacht, heb je ook geen reden om over te stappen. Daarom ben ik behoorlijk merkentrouw en houd van vastigheid. Meestal gebruik ik lak van Nederlands fabricaat.“ “Tegenwoordig zie je steeds vaker dat een fabrikant wordt verplicht om van alles en nog wat met een lak te doen, helaas. Dan gaat het niet eens zozeer om een uiterlijke verandering, zoals de verpakking, maar ook om de samenstelling van het product. Wat uiteraard gevolg heeft voor de verwerking. Nu snap ik dat het bij de meeste door de wet gedreven veranderingen om onze gezondheid of om het milieu gaat, maar prettig is anders. Het zou me niet verbazen als fabrikanten de veranderingen in de wetgeving ook zelf nog wel eens als een ramp ervaren. Op de parketbeurs in Gorinchem ervaar je jaarlijks dat er weer nieuwe en betere producten zijn om de vloeren mee af te werken. Vanwege de aanpassingen en veranderingen koop ik meestal op het allerlaatste moment in. Simpelweg omdat ik niet opgescheept wil zitten met voorraden. Als kleine zelfstandige ben ik geen grootverbruiker. De branche in zijn totaliteit is dat wel degelijk.” “De kwaliteit van een mooie parketvloer staat of valt ook met de juiste voorbereiding. Maak je daar verkeerde keuzes in, dan komt dat terug in het eindresultaat. Het mooiste van mijn werk is het moment waarop een vloer af is. Misschien leg ik juist daarom liever geen mega-grote vloeren! Ben je klaar, dan ben je tevreden of niet. Als ik er zelf niet tevreden over ben, kan ik dat natuurlijk ook niet van een klant verwachten. Dat betekent dat je werk altijd goed moet zijn. Temeer daar ik het vooral van de mondtot-mondreclame moet hebben. Als je doet wat je belooft, zul je zien dat een oude klant voor een nieuwe zorgt. Over mijn werk opscheppen, zal ik niet snel doen. Hoewel, ik moet nog wel eens denken aan een televisiereclame van een grote verzekeraar: “Als je maar lang genoeg gewoon blijft, word je vanzelf bijzonder…
”
3
The difference between a packaging supplier and a value added packaging partner is the difference between spending money and saving money
Want to know why and how?
Contact us!
Packaging Management From Another Perspective
Coldenhovenseweg 79 - 6961 EC Eerbeek - Postbus 108 - 6960 AC Eerbeek - Tel: +31 (0)313- 67 95 30 Fax: +31 (0)313- 67 95 31 - E-mail:
[email protected] - Internet: www.bark-verpakkingen.com
inhoud 35 - juni/juli 2015
Antifouling
Bij Nederlandse onderhoudswerven staan duizenden banen op de tocht. De werven vrezen dat rederijen hun schepen voor onderhoud naar landen buiten de EU brengen omdat zij daar een ruimere keuze uit vertrouwde antifoulings hebben. De werven wijzen op de verstoring van het level playing field en noemen de milieuwinst die het EU-beleid beoogt, ‘nihil’. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu tempert de ongerustheid. Pagina 12
Veiligheid prioriteit
Hoe is het gesteld met de veiligheid in de verfindustrie? Als adjunct-directeur Toezicht en Handhaving bij Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied weet Pieter van den Bergen dat als geen ander. “Nu de economische crisis voorbij is, is veiligheid gelukkig weer een prioriteit voor de branche.” Pagina 18
Jaarvergadering van de hoop
Voor het eerst in vele jaren hield de VVVF een algemene ledenvergadering in maart. Het leek de stemming te beïnvloeden. Na een lange periode van crisis en ellende gloorde er hoop. “Consumenten en ondernemers hebben er weer zin in”, stelde voorzitter Michel Kranz in zijn jaarrede vast. Pagina 26
verf&inkt 35 - 2015
Verder in dit nummer: 3 Beroep op: Parketlegger Brun 7 Branchenieuws en voorwoord 9 Branchenieuws en colofon 20 Coatings Innovatiedag 22 Bedrijfsreportage: Holland Colours 24 De mens achter: Willem Soetekouw 32 Hagemans knapt kozijnen op 36 Hempel 100 jaar 45 VVVF-nieuws
Nieuw: Verf&Inkt Podium
Achter in deze Verf&Inkt een nieuw katern, waarin bedrijven en kenniscentra een podium wordt geboden om hun kennis, producten en diensten te delen met de verf- en inktindustrie. Pagina 39
Het volgende nummer van Verf&Inkt verschijnt in september
5
Conische blikken stevig en robuust UN-keur mogelijk
stapelbaar
volledig leegbaar
met draaghengsel totale opening
perfecte transportverpakking
verschillende dekseltypen
offset bedrukking
voor o.a. verven, lakken, beitsen en chemicaliën
van 2,5 liter tot en met 10 liter
Mus Verpakkingen Blik bepalend
Mus Verpakkingen BV | Herfordstraat 9 | 7418 EX | NL - Deventer T +31 (0)570 629 229 |
[email protected] | www.musverpakkingen.nl
Branchenieuws
voorwoord
Ook Groot-Brittannië gaat verf recyclen De in de British Coatings Federation verenigde Britse verffabrikanten willen vanaf begin 2017 ongebruikte verf inzamelen en recyclen. In beginsel zou het gaan om twintig miljoen liter per jaar. Net als in Nederland, waar ongebruikte verf al een paar jaar wordt hergebruikt en onder de naam Eva wordt verkocht door RIGO Verffabriek (voorheen URSA Paint), wordt wetgeving aangepast om afval als grondstof te kunnen hergebruiken, maar afvalverwerkers, verfgroothandelaren en verffabrikanten hebben al hun medewerking toegezegd. In de Verenigde Staten en Canada bestaan al langer inzamelprogramma’s voor ongebruikte verven die na behandeling worden verkocht als gerecyclede producten. In zijn column voor de Schildersvakkrant van 26 mei betreurt journalist Jan Maurits Schouten het ontbreken van enthousiasme voor verfrecycling dat wél bestaat voor producten als glas, plastic en papier. “Je kunt daar je schouders over ophalen,” schrijft hij, “maar het lijkt me toch dat we als branche, die zulke duurzame laagjes bescherming op een zo duurzame manier aanbrengt, daarvoor moeten oppassen. Mooi dat ook de verf steeds vaker uit de aardappelfabriek of lijnzaadmolens komt, maar aan het andere einde van de levenscyclus moeten we ook blijven werken.”
Nieuwe fabriek AkzoNobel in Thailand AkzoNobel heeft plannen bekendgemaakt voor een investering van meer dan 30 miljoen euro in een nieuwe fabriek in Thailand, bedoeld om de regionale groei van het bedrijfsonderdeel performance coatings te ondersteunen. Het project, dat wordt ondersteund door de Thailand Board of Investment, omvat de bouw van een productielocatie van 120.000 m2 op het Hemaraj Eastern Seaboard Industrial Estate in Chonburi. In eerste instantie gaat het om een capaciteit van 45.000 ton per jaar. De start van de productie staat gepland voor het derde kwartaal van 2016. De nieuwe fabriek ondersteunt diverse onderdelen, waaronder metal coatings, protective coatings, specialty coatings, marine coatings en bepaalde producten van de decorative paints business van AkzoNobel. “Met de investering in deze nieuwe fabriek ondersteunen we zowel de verdere groei in Thailand als onze uitbreidingsstrategie voor onze regionale activiteiten”, zegt managing director Ab Ghosh van metal coatings. Volgens Conrad Keijzer, lid van het Executive Committee van AkzoNobel en verantwoordelijk voor performance coatings, is Thailand een essentiële markt voor de groeistrategie van AkzoNobel. “Deze investering stelt ons in staat om onze positie als grootste leverancier in het land te versterken. Bovendien fungeert de locatie als verdeelpunt voor het distributienetwerk in de regio.”
Verbouwd lab Drywood opgeleverd Onlangs is het volledig gerestylede laboratorium van Drywood Coatings opgeleverd. Door een ruimere inrichting zijn de werkzaamheden voor de R&D-medewerkers efficiënter uitvoerbaar. Ook zijn de kantoorruimtes en de entree aangepakt en is de bovenverdieping uitgebreid met kantoren, spreekkamers, een conferentiezaal en een grote demoruimte. 4
verf&inkt 35 - 2015
Samenwerking Drie achtereenvolgende nummers van Verf&Inkt en drie keer een ander portret bij het voorwoord. Het lijkt wel crisis in de organisatie. Maar de insiders weten het: er is een logische verklaring voor het feit dat u achtereenvolgens werd toegesproken door Ben Berkel (december 2014), Michel Kranz (maart 2015) en nu door mij. Op 31 maart benoemde de algemene ledenvergadering (ALV) mij tot voorzitter, dus laten we ervan uitgaan dat u ook in de komende nummers een stichtelijk woord van mijn hand te lezen krijgt. Deze Verf&Inkt blikt terug op de ALV. Boven het artikel staat een prettige quote van Michel Kranz: ‘Gelukkig is er weer hoop.’ Dat was inderdaad de stemming tijdens de bijeenkomst en in het tweede kwartaal is die hoop niet vervlogen. 2015 lijkt inderdaad een keerpunt te zijn na de lange periode van crisis, dalende afzetten en verlies van werkgelegenheid. Het vorige nummer van Verf&Inkt blikte vooruit. De strekking: de verfindustrie krabbelt uit een krater, maar de tijden van voor de crisis komen voorlopig niet terug. ‘De nieuwe realiteit’ noemde een sectorspecialist van de Rabobank dat. Ik denk dat wij met elkaar voldoende realiteitszin en flexibiliteit bezitten om op een goede manier met die nieuwe realiteit om te gaan. Verf en drukinkt zijn duurzame (‘verf beschermt!’) producten met een vaste plaats in de samenleving en onze bedrijven hebben voldoende innovatief vermogen om die producten permanent te verbeteren en functies toe te voegen. Bij zo’n branche past een dynamische belangenvereniging, want hoewel wij niet tegen nieuwe (milieu)wetgeving zijn, houden we wel graag de vinger aan de pols. Het verhaal op de volgende pagina’s over de gevolgen van het EU-beleid voor antifoulings spreekt wat dat betreft boekdelen. Soms wordt de verfindustrie geconfronteerd met wetgeving die te ver of te snel gaat. Dan is het zaak onze belangen met kracht van argumenten te verdedigen. Rond deze tijd wordt het jaarverslag over 2014 verspreid. Het is een indrukwekkende verzameling activiteiten. Het is dan ook verklaarbaar dat de VVVF een aantrekkelijke organisatie is voor bestaande en voor nieuwe leden. Wat mij persoonlijk altijd voor ogen heeft gestaan is dat we op alle thema’s die ons raken de samenwerking zoeken. Enerzijds in de keten (zie verderop in dit blad de reportage over Hagemans’ project in Nijmegen als mooi voorbeeld), anderzijds binnen de VVVF tussen grote en kleine lidbedrijven. Onze omvang mag verschillen, onze belangen lopen parallel. Ik heb de ambitie als voorzitter langs die lijn voort te bouwen. Guus Duray, voorzitter VVVF
7
Cenomic™ full-volume bead mill – maximum economic efficiency at an attractive price. The wet grinding solution with up to – 20 % better pigment utilization* – 20 % lower production costs* – 20 % higher throughput* – 20 % reduction of required specific energy
* Compared with the standard solutions on the market.
Cenomic™ – best value for money. The new Cenomic™ provides you with the perfect wet grinding solution for the price-conscious production of coatings and inks. Customer experience shows that a significant reduction in production costs is possible. Make the change today and benefit from the excellent economic efficiency of this Bühler solution.
Bühler Benelux, BE-2800 Mechelen, T +32 15 28 65 23, F +32 15 20 51 02
[email protected], www.buhlergroup.com/cenomic
Innovations for a better world.
colofon
Branchenieuws
Ursa Paint heet weer
RIGO Verffabriek Verf&Inkt is een uitgave van de Vereniging van Verf- en Drukinktfabrikanten VVVF. De VVVF behartigt de belangen van de Nederlandse verf- en drukinktindustrie. Het blad wordt verspreid onder leden van de branche-organisatie en externe relaties. Verf&Inkt verschijnt vier keer per jaar. Verf&Inkt wil een opinieblad zijn. Dat betekent dat van VVVF-standpunten afwijkende meningen niet uit het blad geweerd worden. Redactie Jos de Gruiter (hoofdredactie), Adriaan van Hooijdonk, Marloes Hooimeijer, Annet Huyser (eindredactie), Dorine van Kesteren, Hans Klip en Anton Stig. Redactieadres Loire 150 2491 AK Den Haag Postbus 241 2260 AE Leidschendam 070 3378734
[email protected] Vo r m g e v i n g GrafischeZaken, Den Haag Druk Impressed, Pijnacker Advertentie-acquistitie Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS Den Haag Telefoon 070 3234070
[email protected]
© VVVF Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet 1912 gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de VVVF.De bij toepassing van art. 16B en 17 Auteurswet 1912 wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 882, 1180 AW te Amstelveen.Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.
verf&inkt 35 - 2015
Ursa Paint is niet meer. De broers Toon en Machiel van Westerhoven hebben het familiebedrijf in IJmuiden vorige maand omgedoopt in RIGO Verffabriek. De nieuwe naam moet zorgen voor een duidelijke identiteit in een competitieve markt. Tegelijkertijd doet die het verleden herleven en terugdenken aan de ‘dappere’ eerste generatie. Gonda Ris was de vrouw met wie het allemaal begon. In 1938 zei zij tegen haar man Henk van Westerhoven, voorman in een Haarlemse verffabriek: “Ga het dan zelf doen, als je denkt dat de receptuur beter kan.” Dat deed hij, in IJmuiden, waar hij datzelfde jaar nog de Verfmanufactorij RiGo oprichtte. Vernoemd naar (de meisjesnaam van) zijn vrouw, aan wie deze “dappere stap in de crisisjaren voor de Tweede Wereldoorlog” volgens kleinzoon Toon van Westerhoven te danken was. “GoRi klonk zo raar, dus werd het RiGo. Tijdens de oorlogsjaren moesten zij de fabriek evacueren, maar na de bevrijding hebben ze de draad opgepakt, samen met grondstoffenleverancier Vliegenthart.” Toon van Westerhoven kent de verhalen “helaas” slechts van de overlevering; zelf heeft hij er nooit met zijn opa en oma over kunnen praten: ze waren overleden toen de vragen bij hem opkwamen. Inmiddels staat hij, samen met zijn broer Machiel, zelf aan het roer van de verffabriek die zijn voorouders destijds begonnen. In 2014 namen zij de aandelen over van hun vader Arnold en oom Robert, waarmee de derde generatie het nu voor het zeggen heeft. Vooralsnog staat het bedrijf vooral bekend als Ursa Paint, maar dat gaat wat de broers betreft snel veranderen: eind mei doopten zij het bedrijf om tot RIGO Verffabriek. “Die nieuwe naam voelt als thuiskomen: RIGO is onze herkomst.”
De naam komt van Ursa Major, ofwel het sterrenbeeld Grote Beer. Toen er nog geen navigatie bestond, konden zeevaarders aan de hand van de Grote Beer de Poolster, het noorden, vinden.” Op het moment dat Toon en Machiel aan hun vader en oom voorstelden de aandelen over te nemen, moesten ze met een plan komen voor een toekomstbestendig Ursa Paint. “Na twintig jaar vormen de Ursa Paint-merken allang één geheel. Wij geloven erin dat fabriekjes als de onze in een markt waarin grote partijen de scepter zwaaien een heel duidelijke identiteit moeten hebben, waar klanten zich in herkennen. Toen we vroegen of we de oude naam weer mochten gaan gebruiken, vonden ze dat fantastisch. Het voelde voor ons alle vier als een cirkel die rond werd.”
Ursa Major
Lekker stevig
Maar was de tweede generatie daar ook wel zo blij mee? Zij hadden de Verfmanufactorij RiGo toch niet voor niets omgedoopt in Ursa Paint? “Klopt. Maar dat had destijds alles te maken met de overname in 1995 van de verffabriek Evert Koning in Zaandam. In eerste instantie dachten ze de twee fabrieken gescheiden te houden: de oplosmiddelhoudende producten in Zaandam en de waterdragende lakken in IJmuiden. Maar dat bleek toch niet zo praktisch, dus toen de eigenaar van Evert Koning vertrok, is besloten de twee fabrieken onder één dak samen te brengen in IJmuiden. Ursa Paint werd de naam van de overkoepelende organisatie, die de verschillende merken en onderdelen sturing moest bieden.
RIGO Verffabriek (“Een lekker stevige Hollandse naam die laat zien wat we doen”) staat voor de producten RigoStep, Aquamaryn, Evert Koning en Rigo Wandstyling, en voor het bijbehorende technisch laboratorium en creatief atelier. Ook de winkel, nu RIGO Verfcentrum, blijft gewoon bestaan. “Als RIGO Verffabriek straks bekend is in de markt, zullen er klanten zijn die per se bij ons willen kopen, omdat ze weten waar wij voor staan. Ze zullen zeggen: Dat zijn die gasten uit IJmuiden die gerecyclede muurverf op de markt brachten, die broers die een vlasveld hebben laten inzaaien om hun Aquamarynverven van te produceren.” (Tekst: Marloes Hooimeijer)
9
• ERNAT 100
Lecithin based dispersing additives
• Pigments • Fillers • Minerals
Innovative Ingredients
Chemicals B.V. Stoomloggerweg 1 - 3133KT Vlaardingen T 010 4601544 -
[email protected] - www.eandr.nl
Uw partner voor kunststof verpakkingen voor: · · · ·
Pigmentpasta Watergedragen autoreparatielak Verf Drukinkt
Zowel standaard standaard potten als speciaalverpakkingen. nagenoeg restloos Zowel potten als leegbare speciaalverpakkingen. Kom voor informatie en voorbeelden van 7 t/m 9 oktober naar naar onze 8408 opkijk deop Eurofinish Voor meer informatie en stand voorbeelden 09 in Gent of kijk op www.bema.nl . www.bema.nl Deltastraat 14, 4301 RC Zierikzee
Tel. +31 111 418807
[email protected]
02-2014 Vert-Ink AZO N1 nl Pfade 96x267 28.02.2014.indd 1
08.02.14 14:01
Branchenieuws
AkzoNobel en Nationale Opera & Ballet sluiten overeenkomst Van Wijhe Verf: wildcard voor Nudge Leadership Challenge Verffabrikant Van Wijhe stelt een wildcard beschikbaar voor deelname aan de driedaagse Nudge Leadership Challenge 2015 voor het beste duurzaamheidsidee voor de verfbranche. De wildcard vertegenwoordigt een waarde van 2.495 euro en biedt de winnaar toegang tot het evenement op 18, 19 en 20 september. De Nudge Leadership Challenge is een jaarlijkse competitie, waar 150 jonge professionals de mogelijkheid krijgen om aan de slag te gaan met diverse onderwerpen rondom het thema duurzaamheid en leren hoe deze toegepast kunnen worden in de eigen organisatie. In voorgaande edities hebben verschillende medewerkers van Van Wijhe Verf deelgenomen. Dit jaar stelt de verffabrikant een plek beschikbaar aan een schildersbedrijf dat zich wil onderscheiden met duurzaamheid. Wie kans wil maken op de wildcard kan zich tot 1 augustus aanmelden via de website www.wijzonol.nl/wildcard. Deelnemers uit de schildersbranche in de leeftijd tussen 23 en 33 jaar, schrijven een korte pitch ter onderbouwing van hun aanmelding. Deze pitch heeft betrekking op een duurzaamheidsthema binnen de verfsector; bijvoorbeeld over de verfmarkt in de toekomst, over duurzame aanbestedingsmogelijkheden, duurzame verfproducten of een eigen duurzaam idee. Van Wijhe Verf kiest uit de aanmeldingen drie finalisten, die hun plan presenteren aan een jury onder leiding van Van Wijhe-directeur Marlies van Wijhe. De uiteindelijke winnaar ontvangt het deelnamebewijs voor de landelijke Nudge Leadership Challenge 2015 op 18, 19 en 20 september in Almere. Nudge is een duurzaamheidsplatform met meer dan 43.000 leden en in 2010 opgericht door Jan van Betten, voormalig CEO van Reed Elsevier in Duitsland. Nudge staat voor ‘New Union for the Development of a Green Economy’ en streeft naar een duurzame samenleving, door initiatieven van particulieren en bedrijven op allerlei manieren te verbinden, versterken en versnellen. Een voorbeeld hiervan is de jaarlijkse Nudge Leadership Challenge. Deze heeft als doel om de volgende generatie leiders te inspireren en samen te brengen in een netwerk van organisaties die willen bijdragen aan duurzaamheid. In drie dagen tijd worden deze jonge professionals uitgedaagd en gaan ze de competitie aan om te laten zien dat ze daadkracht, visie en moed hebben om de juiste beslissingen te nemen als het gaat om duurzaamheid. Zie ook www.nudge.nl.
verf&inkt 35 - 2015
AkzoNobel verrijkt Nationale Opera & Ballet met haar artistieke flair door het aangaan van een tweejarige samenwerking ter modernisering van het theater in Amsterdam. De organisatie zal haar Sikkens verfproducten en kleurenexpertise beschikbaar stellen als onderdeel van het upgraden van de
binnenkant van het gebouw. AkzoNobel is al de officiële verfleverancier en was in 2013 verantwoordelijk voor de renovatie van het Decoratelier, met de kenmerkende rode coating aan de buitenzijde. “Nationale Opera & Ballet staat symbool voor Amsterdams cultureel erfgoed en moderne kunst”, zegt Ruud Joosten, lid van het Executive Committee voor Decoratieve Verven bij AkzoNobel. “Wij zijn dan ook vereerd om betrokken te zijn bij de modernisatie van het theater. Deze samenwerking weerspiegelt ook de belangrijkste elementen van ons Human Cities initiatief, zoals het gebruik van kleur om stedelijke omgevingen te verlevendigen en mensen in contact te brengen met hun omgeving.” Het in 1986 geopende theater is ontworpen door Cees Dam en Wilhelm Holzbauer.
Nieuwe Demidekk kleurenkaart Het verfmerk Jotun uit Noorwegen is al 40 jaar bekend om zijn houtbeschermingsproducten onder de naam Demidekk. In een recent persbericht wijst Jotun erop dat Demidekk houtverven van hoge kwaliteit zijn en een superieure duurzaamheid hebben. “In een tijd van lagere onderhoudsbudgetten is levensduur van materialen belangrijker dan ooit”, aldus het Noorse bedrijf. Jotun claimt dat de verf zijn kleur en glans voor lange tijd behoudt. “Sommige producten in deze serie zelfs tot twaalf jaar.” De samenstelling van Demidekk is een doordachte combinatie van alkydolie en acryl, aldus Jotun. Deze formule geeft het product eigenschappen die een lange levensduur garanderen. Het zorgt er ook voor dat het product prettig verwerkt, te verdunnen is met water, snel droogt en kleurvast is. Demidekk
is voorts zeer elastisch en kan grote temperatuurschommelingen aan. De nieuwe kleurenkaart voor dit seizoen is nu beschikbaar.
AkzoNobel levert coatings voor offshore windmolenpark Een van de grootste projecten voor schone energie in Europa maakt gebruik van de coatingtechnologie van AkzoNobel. De producten van de onderneming beschermen het offshore windmolenpark Gode Wind dat voor de Duitse Noordzeekust ligt. AkzoNobel levert producten uit het International Protective Coatings-assortiment voor de fundering, verloopstukken van windturbines, een product van Bladt Industries in Denemarken, en voor de monopalen van het Duitse EEW. Het door Dong Energy ontwikkelde windmolenpark zal voldoende
elektriciteit opleveren om 600.000 Duitse huishoudens van stroom te voorzien. De eerste funderingen voor het Gode Windpark zijn onlangs geplaatst. Het project wordt in de loop van 2016 afgerond. Meer dan 55 procent van de wereldwijde omvang van offshore windenergie maakt gebruik van AkzoNobel coatings, waaronder projecten in China en Japan. Coatings van AkzoNobel beschermen de funderingen van meer dan 1.000 offshorewindturbines, waaronder die van de London Array, ‘s werelds grootste offshore windproject.
11
verf & milieu
Scheepswerven vrezen massaal banenverlies
Marktverstoring dreigt door te strenge
toelatingseisen antifoulings
Bij Nederlandse onderhoudswerven staan duizenden banen op de tocht. De werven vrezen dat rederijen hun schepen voor onderhoud naar landen buiten de EU brengen omdat zij daar een ruimere keuze uit vertrouwde antifoulings hebben. Te strenge toelatingseisen voor antifoulings als uitvloeisel van het EU-biocidenbeleid, dreigen de markt te verstoren. Daarbij zal de milieuwinst nihil zijn, voorspellen ze. De verfindustrie deelt de zorgen. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu tempert de ongerustheid. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
Aangroei (fouling) op scheepsrompen is een oud en bekend probleem. Vooral in warmere wateren groeit aan de huid van een schip al snel een dikke laag algen en schelpdieren. Die ‘baard’ heeft een remmende werking op de snelheid van het schip, waardoor het brandstofverbruik fors toeneemt: een aangroei van niet meer dan een honderdste millimeter dik verhoogt het verbruik al met een vol procent. Om de aangroei te voorkomen worden scheepsrompen behandeld met antifoulings: coatings die een biocide bevatten en schadelijke organismen doden. Biociden zijn middelen om ongedierte, rot en bederf te bestrijden. Ze worden gebruikt in producten zoals desinfecterende zeep en rattengif. De verfindustrie gebruikt biociden als conserveringsmiddel, in antibacteriële verven en in aangroeiwerende verven voor schepen. Biociden hebben dus nuttige eigenschappen, maar stoffen die bedoeld zijn om levende organismen te doden, hebben een keerzijde: ze vormen een potentieel gevaar voor mens, dier en milieu als er te veel of ondeskundig gebruik van wordt gemaakt. In de jaren 1970 en 1980 werden tributyltinverbindingen als biocides gebruikt. De industrie heeft deze vanwege hun ernstige verstoring van de maritieme evenwichten inmiddels geheel vervangen.
Verstoring van het speelveld Wet- en regelgeving rond biociden kent een lange voorgeschiedenis. Decennialang vielen ze onder de Bestrijdingsmiddelenwet, later onder de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden van 2007. Die wet
12
verf & milieu
Milieuwinst
is een uitwerking van de Europese Biocidenrichtlijn uit 1998. De EU heeft lidstaten toen tot 2000 (met een overgangstermijn tot 2010) de tijd gegeven om hun nationale wetgeving aan de richtlijn aan te passen. In september 2013 werd een nieuwe Biocidenverordening van kracht. Daarin werd onder meer een verplichte risico-evaluatie van de toegepaste stoffen voorgeschreven (dat was ook het geval onder de ‘oude’ richtlijn, maar die bood lidstaten gelegenheid om hun eigen wetgeving te blijven hanteren. Nederland is een van de weinige landen die de richtlijn al volledig had geïmplementeerd). De werven vrezen nu dat ze als gevolg van de verplichtingen uit de verordening op termijn niet meer alle aangroeiwerende coatings kunnen aanbrengen die reders verlangen. Dat zal ertoe leiden dat scheepseigenaren hun schepen voor onderhoud en reparatie naar werven buiten de EU brengen, verwachten de werven. Ze spreken van een verstoring van het speelveld en wijzen op de gevolgen daarvan: de continuïteit van de sector loopt gevaar en duizenden banen staan op de tocht.
Knippen en scheren “Zestig procent van onze werkzaamheden bestaat uit het zogenoemde knippen en scheren”, legt Sieger Sakko van Netherlands Maritime Technology (de belangenvereniging van de werven) uit. “Dat is het schoon- en ruw maken van de scheepshuid en het aanbrengen van nieuwe coating, waaronder antifouling. Als dat wegvalt, zijn we out of business.” De gevolgen daarvan worden onderschat, vindt hij.
verf&inkt 35 - 2015
“In de EU hebben we het over een gezamenlijke omzet van een kleine vier miljard euro en de directe werkgelegenheid van tegen de 30.000 mensen. In indirecte zin staan de banen van 50.000 mensen op het spel. En dan praat ik alleen over reparatie en onderhoud. Nemen we ook nieuwbouw mee, en alles wat daarbij komt kijken, dan praten we over 500.000 banen.” Directeur Jan van der Meulen van CEPE (de koepelorganisatie van de Europese verfindustrie) noemt de getrapte toelating van biociden en biocide bevattende producten, de bron van alle problemen. “Op Europees niveau wordt toelating gegeven voor wat genoemd wordt ‘het actieve bestanddeel’, het biocide dus. Dat betekent dat producenten die biociden nodig hebben als bestanddeel voor hun eindproduct, alleen de Europees toegelaten biociden mogen gebruiken in hun samengestelde mengsels, zoals houtbeschermingsmiddelen of antifoulingverven.” De toelating van een biocide bevattend product ligt echter niet op Europees maar op nationaal niveau, benadrukt hij. “Met onze antifoulingverven moeten wij dus de risico-evaluatie van de nationale overheden doorlopen. De Europese toelating betekent dus alleen maar dat je het betreffende biocide mag verwerken, maar voor het op de markt brengen van een biocide bevattend product moet je een nationale aanvraag doen. En daar zit een pijnpunt, want nationale overheden kunnen zelf hun risicoplafonds kiezen en die zouden best nog weleens kunnen afwijken van die in andere Europese lidstaten. Daarmee hangt
Op 22 en 23 april ontvingen CEPE, de Europese koepel van de verf- en drukinktindustrie, en de wereldwijde koepel IPPIC, in Rotterdam een kleine 100 deskundigen uit wetenschap, overheden en bedrijfsleven van over de hele wereld om tijdens een intensief Global Marine Coatings Forum over de antifoulingproblematiek van gedachten te wisselen. Diverse sprekers benadrukten het belang van adequate aangroeiremmende middelen, niet alleen vanuit economisch perspectief, maar ook vanuit milieu-overwegingen. Neal Blossom bijvoorbeeld, director global environmental & regulatory affairs van Chemet uit de Verenigde Staten, wees erop dat de toepassing van goed functionerende antifouling leidt tot een forse vermindering van het verbruik van fossiele brandstoffen en dus ook van de uitstoot van CO2. “Dat is belangrijke milieuwinst en passend in het duurzaamheidsstreven,” zei hij, “en die winst moet worden afgezet tegen de milieuwinst door verbetering van de waterkwaliteit.” Product regulatory affairs manager Gareth Prowse van AkzoNobel vroeg zich af in hoeverre het zinnig is om de waterkwaliteit in zeehavens als maatstaf te nemen voor het meten van vervuiling door biociden. Consultant en voormalig wetenschappelijk onderzoeker John Lewis (Universiteit van Melbourne, Australië) wees erop dat zijn land tientallen miljoenen dollars had moeten besteden aan het verwijderen van schadelijke organismen (‘exoten’) die met slecht onderhouden schepen waren meegekomen en inheemse culturen vernietigden. “Slechte antifouling leidt tot economische kosten, meer CO2 en verplaatsing van organismen naar andere delen van de wereld, waar ze schade toebrengen aan de natuur. De grote zeevaart vraagt om goed presterende antifouling, die in een zo vroeg mogelijk stadium op professionele wijze wordt aangebracht.”
4 13
verf & milieu
het helemaal in de lucht of er überhaupt goedkeuringen komen en of we die in elk Europees land kunnen gebruiken. Daarover moeten we in gesprek met overheden.”
Pleziervaart stelt green deal voor
Verstoring gelijk speelveld De verfindustrie speelt een belangrijke rol in de discussie over antifouling en Nederland telt een paar grote spelers op dat vlak. “Wij staan in principe niet negatief tegenover nieuwe wetgeving. Het is vaak een belangrijke drijfveer voor innovatie en biedt bedrijven kansen zich te onderscheiden”, reageert global marketing manager marine Sijmen Visser van PPG Protective & Marine Coatings in Amsterdam. “Maar er ontstaan problemen als wetgeving tot verstoring van het speelveld in een regio leidt.” Visser noemt het vanzelfsprekend dat reders hun dure schepen goed willen onderhouden en investeren om de bedrijfskosten te beperken. “Dus kopen ze producten waarmee ze goede ervaringen hebben of waarvan ze weten dat ze op zijn minst dezelfde prestaties leveren als de producten die ze kennen. Voor goede antifouling
Nederland was lang een toonaangevend scheepsbouwland. Langzaam echter begon eerst Japan het vaandel over te nemen. Daarna kwamen Singapore, Zuid-Korea, China (voor grotere schepen) en Roemenië, Mexico en de voormalige Sovjetrepublieken (voor kleinere schepen) in beeld. De Nederlandse werven die nog bestaan hebben zich gespecialiseerd in baggerschepen, ferries, offshoreschepen, jachten en speciale transportschepen. In de Nederlandse scheepsbouw- en reparatiesector werkten in 2012 29.466 mensen (bron: Sociale Zaken, Scheepsbouw Nederland 2012). In totaal omvat de sector 923 bedrijven (economisch actieve vestigingen). Bouw en onderhoud van ‘groot materieel’ telt 391 vestigingen, de sport en recreatiesector heeft 532 vestigingen. Een groot deel van met name de grote werven is te vinden in het noorden (24 procent) en in de regio Rotterdam (42 procent). Kleine werven zijn verspreid over heel Nederland.
14
Boot (Damen Ship Repair & Conversion): “In Azië zijn geen beperkende maatregelen van kracht, dus de rederij kan kiezen uit de beste middelen op de markt. De kans is aanwezig dat wij dat middel niet kunnen aanbrengen omdat het in Nederland niet is toegelaten.”
zijn biociden cruciaal. Ga je als wetgever te ver in het verbieden van die stoffen of maak je toelating heel duur en lastig, waardoor producenten afhaken, dan zoeken reders naar alternatieven. Dat is wat er nu gebeurt als gevolg van het EU-beleid en de Nederlandse invulling van dat beleid. Reders zullen uitwijken naar landen buiten de EU en omdat het die elders onderhouden schepen niet verboden is om Europese havens aan te doen, is de milieuwinst nihil. Je verliest dus werkgelegenheid en je wint niets op milieugebied. Dat kan niet de bedoeling zijn. In wezen is het voor de fabrikanten geen probleem, want wij leveren mondiaal. De negatieve gevolgen zijn vooral voor de werven, maar er is ook voor ons een belang. Sommige schepen komen niet buiten Europa en er zijn reders die graag in Europa dokken. Die willen wij binnen de EU dezelfde service kunnen leveren als erbuiten.” Visser zet voorts vraagtekens bij het model dat gebruikt wordt bij de risicoanalyse voor toelating van biociden. “Het model werkt erg generaliserend en leidt tot strenge grenswaarden voor biocidenuitloog. Als fabrikant
Partijen die betrokken zijn bij de verspreiding van antifoulings in de pleziervaart, waaronder de Hiswa, hebben staatssecretaris Mansveld van I en M voorgesteld een green deal te sluiten met afspraken rond voorlichting, gebruik en handhaving van aangroeiwerende verf. Dit moet er onder meer toe leiden dat consumenten naar milieuvriendelijker middelen overstappen, geen illegale middelen meer gebruiken en in zijn algemeenheid aangroeiwerende verf juist en verantwoord gebruiken. In een reactie noemt de staatssecretaris het belangrijk dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen door particulieren teruggedrongen wordt door gerichte voorlichting te geven over de voordelen maar ook door te wijzen op de risico’s. Ze laat weten graag met de branche in gesprek te gaan om een en ander vorm te geven.
moet je onder die grenswaarden blijven. Dat betekent dat je een minder goed werkend product moet maken.” Olivier Boot is HSE-manager bij Damen Ship Repair & Conversion in de Rotterdamse haven. Het Damenconcern heeft 9.000 medewerkers op de loonlijst staan en zet wereldwijd twee miljard euro om. Boot bevestigt het verhaal van Visser.
Voorbarig “Elke antifouling moet het hele traject van toelating doorlopen. En dat in elke EU-lidstaat. Dat is een langdurig en kostbaar proces. Tegelijkertijd is Nederland een kleine speler als je kijkt naar de afzethoeveelheden. En dus is het logisch dat verfproducenten terughoudend zijn met het aanvragen van toelating in ons land. De fabrikanten zijn innovatief, maar het zijn commerciële bedrijven: de kosten van R&D en het toelatingsproces moeten worden terugverdiend. Door de relatief lage afzetvolumes in Nederland is dat niet
verf & milieu
Sakko (Maritime Technology): “Zestig procent van onze werkzaamheden bestaat uit het zogenoemde knippen en scheren, het schoon- en ruw maken van de scheepshuid en het aanbrengen van nieuwe coating, waaronder antifouling. Als dat wegvalt, zijn we out of business.”
het geval. Het gevolg is dat Nederlandse werven niet het volledige palet antifoulings mogen aanbrengen.” “Werven kopen geen verf”, legt Boot uit. “Die levert de scheepseigenaar. Het gros van de grote zeeschepen wordt gebouwd in Azië. Daar is gekozen voor een verfprogramma waarvan metaalbescherming en aangroeiwering deel uitmaken. In Azië zijn geen beperkende maatregelen van kracht, dus de rederij kan kiezen uit de beste middelen op de markt. De kans is aanwezig dat wij dat middel niet kunnen aanbrengen omdat het in Nederland niet is toegelaten. Het gevolg is dat de reder kiest voor een werf waar hij zijn favoriete product wél kan laten aanbrengen. Dat is in elk geval buiten Nederland en in veel gevallen zelfs buiten de EU. Damen heeft daardoor al klanten zien vertrekken.” “Dat klopt”, zegt Visser (PPG). “De EU is één als het gaat om de verordening maar handelt niet geharmoniseerd als het gaat om toelating van de middelen. Qua volumes liggen onze belangrijkste afzetmarkten in China, Korea en Japan. In Europa zetten we veel minder af, maar juist hier is sprake van de meeste complexiteit en de hoogste kosten.” Geconfronteerd met de zorgen van de werven, reageert beleidscoördinator Maartje Nelemans van het
verf&inkt 35 - 2015
Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Milieu (I en M) afhoudend. “Het is voorbarig om te stellen dat er straks geen goede antifoulings meer zijn. Er zijn al vijf stoffen Europees goedgekeurd voor gebruik als antifoulingmiddel in de beroepszeevaart.” Volgens de beleidsambtenaar wijkt de Biocidenverordening uit 2013 niet wezenlijk af van de eerdere richtlijn (uit 1998). “De regelgeving is simpel: de werkzame stoffen moeten Europees goedgekeurd zijn en fabrikanten moeten nationale toelating aanvragen. Het voordeel van de verordening is dat elke lidstaat op termijn op dezelfde wijze beoordelingen moet uitvoeren. In de verordening is niets opgenomen over een verbod van antifoulingmiddelen. Wel staat er in welke gevaarlijke stoffen niet meer of slechts onder uitdrukkelijke voorwaarden gebruikt mogen worden in biociden. Hormoonverstorende stoffen mogen bijvoorbeeld niet meer gebruikt worden, tenzij er geen alternatieven zijn. Uitgangspunt is nog steeds dat een stof werkzaam moet zijn. Het kan niet zo zijn dat stoffen die geplaatst worden (en de producten die op basis van die stoffen worden toegelaten), niet werkzaam zijn.” Ook niet minder werkzaam? “Dat vind ik moeilijk te beoordelen. Laat de industrie dat eerst maar eens aantonen. Koper zit in veel antifoulings en is aantoonbaar slecht voor de waterkwaliteit. Dus onderzoekt de industrie of ze middelen kan maken met minder koper. Maar het is voor mij niet één op één te koppelen aan de Biocidenverordening dat je minder goed werkende antifoulings krijgt. En stel dát het zo is: ze zullen minimaal werkzaam moeten zijn. De zorgen van de werven hoorde ik ook in 1998, na de komst van de oude richtlijn, maar die heeft niet onmiddellijk geleid tot het verdwijnen van antifoulings. Het aanvankelijke verbod op middelen met te grote hoeveelheden koper, werd op last van de rechter teruggedraaid.”
Maatschappelijke noodzaak Nelemans wijst op het dilemma rond biociden. “Rattengif is slecht voor het milieu, maar het is een maatschappelijke noodzaak om ratten te bestrijden. Dat uitgangspunt is vervat in de Biocidenverordening: je mag stoffen gebruiken als er een maatschappelijke noodzaak is, ook
Nelemans (ministerie van I en M): “De bedoeling van de Biocidenverordening is dat ze innovatie uitlokt.”
al zijn ze aantoonbaar schadelijk. Bij antifoulings is het maatschappelijk nut duidelijk: als ze niet worden toegepast of als niet goed werkende middelen worden toegepast, dan neemt de aangroei toe en verhoog je het verbruik van fossiele brandstoffen en dus de CO2-uitstoot.” Zijn de werven onnodig bezorgd? “Een belangrijk doel van de verordening is harmonisatie van de biocideregels in Europa, maar uit-
ILT en NVWA controleren De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voeren de komende maanden controles uit bij fabrikanten, importeurs en distributeurs (inclusief detailhandel) die antifouling – aangroeiwerende verfsystemen voor schepen – aanbieden en verkopen. Gebruik van niet toegelaten antifouling en verkeerd gebruik van antifouling kan schadelijk zijn voor mens en milieu. Antifouling voor professioneel gebruik is niet geschikt voor de consument.
4 15
Your Partner in Coatings Science & Technology CENTRE OF EXPERTISE AND INNOVATION FOR THE COATINGS INDUSTRY
Kwaliteitsvolle partner die de ontplooiing bevorderen
Als bron van technologische innovaties en steun aan de ontwikkeling van de bedrijven in de sector van de industriële coatings speelt het CoRI een cruciale rol van « technologische voedingsbodem ». Het CoRI nam verschillende initiatieven om de kmo’s in de industriële sector van de coatings te steunen.
Drie sectoren waarin we actief zijn
De eerste sector omvat de projecten in verband met het milieu. In het raam hiervan werkt het CoRI aan de ontwikkeling van coatings die goed presteren op het vlak van koolstofvoetafdruk en emissie van vluchtige organische stoffen (VOS). Deze ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt door geavanceerd onderzoek naar, enerzijds de keuze van de grondstoffen en anderzijds innovatieve fabricage- en implementatieprocedés. Biogebaseerde grondstoffen gaan een mooie toekomst tegemoet, onder meer in het domein van verven en lakken. De beschikbare biogebaseerde grond-
stoffen en grondstoffen die stof afkomstig zijn van recyclage worden geëvalueerd via onderzoeksprogramma’s. De onderzoeksresultaten zijn in de eerste plaats bestemd voor de industriële bedrijven en moeten hen helpen hun weg te vinden in al die beschikbare alternatieven. Vandaag zijn deze industriële bedrijven steeds meer bereid om de onderzoeksresultaten ook toe te passen en dat was oorspronkelijk niet altijd het geval. Er is een reële bewustwording merkbaar op dit vlak.
Het tweede strategische domein van het CoRI is de ontwikkeling van formuleringen voor multifunctionele coatings die decoratieve aspecten combineren met bescherming en andere functionaliteiten (gemakkelijk te reinigen, enz.). Offshore en luchtvaart zijn 2 andere veelbelovende sectoren voor de ontwikkeling van de activiteiten van het CoRI. In het domein van de offshore beschikt het team van het CoRI over een geaccrediteerde NACE-inspecteur voor de controle van mariene structuren op corrosie. Het CoRI reviseert ook de bestekken op het vlak van de keuze van de verven, het verven van deze structuren en tot slot hun veroudering. De formulering van innovatieve en performante coatings is het derde expertisedomein van het CoRI. Op basis van deze expertise profileert het CoRI zich als een autoriteit in de integratie van nanotechnologieën in innovatieve
en performante coatings. De integratie van nanotechnologie in organische coatings maakt het namelijk mogelijk om de mechanische eigenschappen en de duurzaamheid van de coatings sterk te verbeteren. De ontwikkeling en de karakterisering van innovatieve en performante coatings om metalen substraten tegen corrosie of hout tegen schimmel en zwammen te beschermen, wordt door het CoRI eveneens intensief onderzocht.
Performante diensten voor de bedrijven. Via deze expertisedomeinen bestaat de missie van het CoRI erin hulp en ondersteunende diensten aan te bieden door middel van aangepaste analyses en metingen, het oplossen van problemen, contractueel onderzoek, technische ondersteuning en opleidingen voor verffabrikanten, grondstoffenleveranciers, professionele schilders en industriële gebruikers. De uitrusting is aangepast voor het uitvoeren van fysische en chemische testen van grondstoffen, vloeibare en aangebrachte verf, van de eenvoudigste technologische test tot gesofistikeerde wetenschappelijke methoden. De kwaliteitscontrole van de producten en in de toepassingscentra worden uitgevoerd volgens de door de accreditatieorganismen en de overheid aanbevolen methoden. De missie omvat alle fysische en chemische analyses van vloeibare verven, aangebrachte verflagen, inkten, coatings en grondstoffen. De technologie- en analysediensten ondersteunen het geheel van activiteiten van het onderzoekscentrum.
CoRI - Coatings Research Institute - Av. Pierre Holoffe, 21 - BE - 1342 Limelette - Belgium Tel + 32 2 653 09 86 - Fax +32 2 653 95 03 -
[email protected] - www.cori-coatings.be
verf & milieu
leid tot een grote vlucht van rederijen, in elk geval niet uit Nederland. En laten we eerlijk zijn: veel bedrijven schermen tegenwoordig met de term ‘duurzaamheid’. Daarin past volgens mij dat je toegelaten middelen gebruikt als je een rederij in Europa hebt. Dat is je license to operate. Het bewust ontduiken van regelgeving vind ik discutabel, zelfs met het argument dat buiten de EU betere antifouling kan worden aangebracht. De bedoeling van de verordening is dat ze innovatie uitlokt.”
Van der Meulen (CEPE): “Bron van alle problemen ligt in de getrapte toelating van biociden en biocide bevattende producten.”
eindelijk wil ze ook bereiken dat de middelen die op de markt komen, rekening houden met milieu en gezondheid. Dus is het logisch dat gevaarlijke stoffen op termijn worden uitgefaseerd. De werven nemen daarop een voorschot. Ik zou zeggen: steek alle energie in de ontwikkeling van alternatieven. Een stof wordt toegelaten voor vijf of tien jaar. Dat betekent dat na vijf jaar wordt bekeken of er alternatieven zijn die dezelfde prestatie leveren. Vijf jaar is kort, dus over vijf jaar wordt de plaatsing met vijf jaar verlengd. Uiteindelijk komt daar een eind aan, want als maatschappij wil je geen schadelijke stoffen. Maar dan ben je wel tien jaar verder.” Dat is waar de werven bang voor zijn: het duurt nog even, maar op termijn worden de traditionele antifoulings elders in de wereld aangebracht en varen diezelfde ‘vieze’ schepen de Europese havens binnen. “Ik vraag me af of dat gebeurt. In 1998 werd deze discussie ook gevoerd en ook toen heeft het niet ge-
verf&inkt 35 - 2015
Blijft het toch niet vreemd dat de milieuwinst beperkt is omdat de EU geen schepen weert uit haar havens? “Ik vind het prima dat de werven een probleem signaleren, maar ze moeten het neerleggen waar het thuishoort en dat is de IMO, de International Maritime Organization. Daar worden afspraken gemaakt om de scheepvaart veilig en milieuvriendelijk te maken. De IMO heeft in het verleden geregeld welke stoffen je níet in verf mag gebruiken. In mijn ogen is de IMO tevens het beste platform om een level playing field te creëren.”
Visser (PPG): “Ga je als wetgever te ver in het verbieden van stoffen of maak je toelating heel duur en lastig, waardoor producenten afhaken, dan zoeken reders naar alternatieven.”
Beste jongetje “De beste oplossing?” Sieger Sakko (Netherlands Maritime Technology) hoeft niet lang na te denken. “De beste oplossing is dat productgroep 21 wordt uitgezonderd. Dat wil zeggen dat de wetgever een uitzondering maakt voor biociden in antifouling voor professioneel gebruik. Dat is een simpele oplossing, maar wel de beste.” De verfindustrie staat zo’n oplossing niet voor ogen en ook beleidsambtenaar Nelemans (ministerie van I en M) verwerpt de mogelijkheid. “Het is goed dat de werven zich realiseren dat er een probleem aankomt,” reageert ze, “maar het is uitgesloten dat er in de Biocidenverordening een uitzondering wordt gemaakt voor antifoulings. Op termijn moet het echt van innovatie komen.” Sijmen Visser (PPG) ziet een oplossing in aanpassing van de toelatingseisen. “Het uiteindelijke doel is handhaving van het level playing field. Daarnaast moet een goede afweging gemaakt worden tussen economische en milieubelangen. En het kan niet de bedoeling
zijn dat de werven hiervan de dupe worden.” Olivier Boot (Damen Ship Repair) ten slotte roept een recent bezoek van Europese beleidsmakers aan zijn werf in herinnering. “Er ging voor die mensen een wereld open. Ik ben bang dat er in Den Haag en in Brussel te weinig kennis over onze bedrijfstak is. Ik zou Haagse beleidsambtenaren dan ook graag uitnodigen voor een bezoek. Het is beslist niet zo dat het milieu voor ons geen rol speelt. Integendeel. Er zijn de afgelopen jaren binnen de IMO afspraken gemaakt over vermindering van de uitstoot van zwaveloxyde en stikstofoxyde. Eind dit jaar is dat definitief. Wij juichen dat van harte toe omdat het gaat om afspraken op mondiaal niveau. Dat is de juiste aanpak en niet zoals het vaak gaat: dat Nederland het beste jongetje van de klas wil zijn.” •
17
Verf & veiligheid
Pieter van den Bergen (Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied) over veiligheid in verfindustrie
‘Direct bij binnenkomst zie ik hoe de vlag erbij hangt’ Hoe is het gesteld met de veiligheid in de verfindustrie? Als adjunct-directeur Toezicht en Handhaving bij Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied weet Pieter van den Bergen dat als geen ander. “Nu de economische crisis voorbij is, is veiligheid gelukkig weer een prioriteit voor de branche.” Te k s t : D o r i n e v a n K e s t e r e n Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
Pieter van den Bergen is gepokt en gemazeld in het veiligheidsmétier. Zo werkte hij in verschillende toezichtsfuncties bij provincies en gemeenten en was hij projectmanager bij het landelijk regieteam Besluit risico’s zware ongevallen (BRZO), een voorloper van het huidige samenwerkingsverband BRZO+. Sinds januari 2014 is Van den Bergen adjunct-directeur Toezicht en Handhaving bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Deze dienst werkt in opdracht van drie provincies en meer dan twintig gemeenten, verstrekt omgevingsvergunningen en controleert of bedrijven zich houden aan de wet- en regelgeving op het gebied van milieu, bouw en bodem. Het dichtbevolkte Noordzeekanaalgebied kent een enorme bedrijvigheid. Het herbergt ook grote, complexe industriële bedrijven, waaronder verffabrikanten. Na een aantal magere jaren neemt het veiligheidsniveau in de verfindustrie weer toe, constateert Van den Bergen. “Tijdens de crisis, toen het slecht ging in de bouw en alle aanpalende sectoren, gaven verffabrikanten minder prioriteit aan veiligheid. Er was bijvoorbeeld weinig ruimte voor investeringen in de voorzieningen die nodig zijn voor de opslag van gevaarlijke stoffen. Gelukkig is dat nu weer anders. Dat komt natuurlijk ook
18
door de politieke commotie die ontstond na de brand bij ChemiePack in Moerdijk en het butaangaslek bij tankopslagbedrijf Odfjell in Rotterdam.”
Omgevingsvergunning Bedrijven krijgen te maken met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied als zij een omgevingsvergunning nodig hebben. Bijvoorbeeld omdat zij zich in het gebied willen vestigen of hun bestaande complex willen verbouwen of uitbreiden. Van tevoren overleggen zij dan met de dienst over de mogelijkheden die de relevante wet- en regelgeving biedt. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over de risicocontouren, die aangeven op welke locaties risicovolle bedrijven mogen worden gebouwd. Dit is het adviestraject ‘aan de voorkant’, zoals Van den Bergen het noemt. Na de vergunningverlening volgt het traject van inspectie en handhaving. De meeste bedrijven krijgen eens in de één of twee jaar een bezoek van de omgevingsdienst. Soms aangekondigd, soms onaangekondigd. Van den Bergen: “We werken risicogestuurd. Voor bedrijven die het goed doen, verminderen we het aantal inspecties. Bij twijfel - als we bijvoorbeeld vermoeden dat de kennis en
middelen ontbreken om aan de veiligheids- en milieuvoorschriften te voldoen of dat men zich enkel inzet als er een inspectie aankomt - komen we juist vaker langs. Op het moment dat ik bij een bedrijf binnenkom, zie ik direct hoe de vlag erbij hangt. Ook uit de kleinste incidenten - wordt oplosmiddel waarmee is geknoeid onmiddellijk opgeruimd, wordt het vervolgens ergens gemeld? - blijkt hoe het met de veiligheid is gesteld.”
BRZO-inspecties Naast het reguliere toezicht verricht de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied specifieke BRZO-inspecties. Het BRZO verplicht bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen, om er alles aan te doen om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen ervan voor mens en milieu te beperken. “Wij houden toezicht op ruim zestig risicovolle bedrijven in Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. Dit zijn complexe audits, die jaarlijkse plaatsvinden en wel vijf dagen kunnen duren. We werken met een landelijk uniforme methodiek om een level playing field te berereiken voor alle bedrijven in Nederland. Dit type inspecties kondigen we meestal van tevoren aan, omdat het bedrijf in kwestie het
Verf & veiligheid
Pieter van den Bergen : “Je kunt wel van alles afspreken en vastleggen, maar uiteindelijk zit veiligheid tussen de oren van mensen.”
dezelfde hoeveelheid zomaar los in de winkel. In Duitsland zakken de voorraden van zulke winkels ‘s nachts ondergronds in een kelder, zodat ze goed beschermd zijn. Ik denk dat we in Nederland ook langzaam die kant op gaan.”
Veiligheid Voorop
omvangrijke papierwerk moet kunnen voorbereiden.” Bij de BRZO-bedrijven praten de ambtenaren van de omgevingsdienst ook altijd met de mensen op de werkvloer, van management tot leidinggevenden tot productiemedewerkers. Op die manier kijken ze hoe het staat met de veiligheidscultuur. “Weten de medewerkers wat ze moeten doen en laten, blijven ze trainen, óók als er een hele tijd niets onveiligs gebeurt? Want je kunt wel van alles afspreken en vastleggen, maar uiteindelijk zit veiligheid tussen de oren van mensen. Na afloop van de inspectie bespreken we onze bevindingen met de mensen die we hebben geïnterviewd.”
Terugkerende discussies Een terugkerende discussie tussen de omgevingsdienst en de verfindustrie gaat over de etikettering, indeling en verpakking van gevaarlijke stoffen. Jarenlang golden voor het vervoer namelijk andere criteria dan voor de opslag, respectievelijk het ADR en het PGS. Van den Bergen: “Dat was natuurlijk zeer verwarrend voor ondernemers. Zo moesten ze voor één stof soms twee verschillende testen uitvoeren. Gelukkig zijn de indelingscriteria inmiddels geharmoniseerd, waardoor er minder discussies zullen
verf&inkt 35 - 2015
rijzen over de juiste gevaarscategorie van een stof. In juni 2017 moet het nieuwe systeem zijn geïmplementeerd.” Een ander heikel punt is de omvang van de werkvoorraad van gevaarlijke stoffen. Als deze stoffen in het magazijn worden opgeslagen, moet het bedrijf allerlei dure voorzieningen treffen, zoals brandwerende kasten en sprinklerinstallaties. In productieruimtes gelden deze strenge regels echter niet. Van den Bergen en zijn collega’s voeren dus regelmatig discussies over de vraag of stoffen op de werkvloer tot de reguliere werkvoorraad behoren of dat ze eigenlijk naar het magazijn moeten verhuizen. “We zien bijvoorbeeld regelmatig dat er grote hoeveelheden gereed product op de werkvloer staan. Maar dat is niet de bedoeling: alleen de stoffen die écht nodig zijn voor het werkproces, mogen buiten het magazijn blijven.” Eigenlijk is het wel gek dat voor winkelruimtes dezelfde uitzondering geldt als voor productieruimtes, vervolgt Van den Bergen - een toezichthouder die ook nog nadenkt over de regels waarop hij toezicht houdt. “Als een schildersbedrijf 250 liter terpentine in huis heeft, moet het dat in een speciale brandvertragende kast bewaren, die rond de 2500 euro kost. Maar in een bouwmarkt staat
Van den Bergen is blij met het actieplan Veiligheid Voorop dat bedoeld is om de veiligheidscultuur en veiligheid in de (petro)chemische industrie te verbeteren. Hij is vooral te spreken over het zogenaamde self assessment van de deelnemers. “Het is goed dat de branches hun leden jaarlijks vertellen hoe zij het doen in vergelijking met andere (petro)chemische bedrijven. Het is echter wel jammer dat wij, als overheid, niet hebben kunnen meedenken over de indicatoren om de veiligheid en veiligheidscultuur te meten. Daardoor blijft buiten beschouwing in hoeverre een bedrijf zich aan de wet- en regelgeving houdt. Nu kan een bedrijf volgens Veiligheid Voorop een negen of tien scoren, maar dat zegt nog niet dat het de vergunning ook daadwerkelijk naleeft.” Een gemiste kans volgens Van den Bergen. “Als de overheid betrokken is bij het opstellen van de toetsingscriteria van Veiligheid Voorop, kan de inspectiefrequentie omlaag voor bedrijven die goed scoren. Daar heeft het bedrijfsleven zelf ook baat bij.” Maar het is nog niet te laat, want de omgevingsdiensten zitten inmiddels rond de tafel met de opstellers van het actieplan. “In de tweede fase is onze betrokkenheid groter. Dankzij Veiligheid Voorop zijn wij structureel in gesprek met de branches en dat is mooi.”
Duurzaamheid De taken van de Omgevingsdienst Noordzeekanaal beperken zich echter niet tot veiligheid. Met een aantal ‘koplopers’ - bedrijven die de veiligheid zo goed op orde hebben dat ze al verder kijken - bespreekt Van den Bergen hoe zij hun duurzaamheidsdoelstellingen kunnen halen zonder dat de veiligheid in het geding komt. “Soms staan veiligheid en duurzaamheid haaks op elkaar. Neem bijvoorbeeld een verffabriek die zoveel mogelijk warmte wil binnenhouden om geld en energie te besparen. De veiligheidsvoorschriften eisen echter dat er stevig wordt geventileerd om te voorkomen dat er gevaarlijke dampen ontstaan. De vraag is dus of er innovatieve oplossingen bestaan om warmte binnen te houden én goed te ventileren. Denk aan betere isolatie van het bedrijfspand, tochtsluizen, apparatuur met minder emissies of ventilatievoorzieningen. Het is heel leuk om daar samen met zo’n bedrijf over na te denken.” •
19
Verf & innovatie
Met tien geslaagde pitches, veel directe contacten en bemoedigende woorden van sprekers was de tweede Coatings Innovatiedag een groot succes. Al was het maar doordat sprekers op het grote belang van het MKB wezen bij de totstandkoming van innovatieve ontwikkelingen. En met een goed verhaal hoeft geld geen probleem te zijn – mits op het juiste deurtje wordt geklopt. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
Er moesten stoelen worden bijgeschoven, op 16 april in het Evoluon in Eindhoven. De tweede Coatings Innovatiedag van de VVVF kende met meer dan honderd deelnemers (voornamelijk leden van de VVVF en de Nederlandse Vereniging van Verftechnici) een hoge opkomst. Kwalitatief was de dag ook zeer de moeite waard, zo luidde de veelgehoorde conclusie. In tien pitches kregen de aanwezigen tien interessante innovaties voorgeschoteld. In het opgebouwde ‘innovatiecafé’ konden zij daarover doorpraten met vertegenwoordigers van de pitchende bedrijven en kennisinstellingen. De door de issuegroep technologische innovatie van de VVVF georganiseerde bijeenkomst begon met een inleiding van ‘boegbeeld’ Gerard van Harten van de topsector Chemie. De oud-topman van Dow Chemical in de Benelux wees op de belangrijke rol van het MKB als innovatiemotor. Door de topsector in het leven geroepen MKB-steunpunten moeten kleinere bedrijven met innovatie-ambities gaan helpen bij vragen en knelpunten op hun weg van vinding naar de markt. Het MKB-steunpunt moet een netwerkorganisatie worden die de juiste verbindingen weet te leggen, zoals met investeerders, kennispartners en andere bedrijven. De focus ligt op regionaal niveau, want vooral daar liggen nog veel kansen. Op dit ogenblik krijgt het MKBSteunpunt Topsector Chemie en Energie zijn vorm. Er komen tien tot vijftien medewerkers in dienst,
20
Interessante pitches, pleidooi voor samenwerking en aandacht voor MKB
Hoge opkomst en kwaliteit
op tweede Coatings Innovatiedag waaronder experts op het gebied van Nederlandse en Europese regelgeving voor MKB’ers en een aantal regiomanagers, die zicht hebben op de bedrijven en mogelijkheden in die regio’s en daar ter plekke met de MKB’ers aan de slag gaan.
Durf te dromen Directeur Mario van Wingerde van het Materials Innovation Institute M2i verving spreker Steven Flipse van TNO, die door familie-omstandigheden verhinderd was. Hij deed dat met enthousiasme. M2i is één van de technologische topinstituten (TTI’s) in Nederland. Het is een publiek-private samenwerking van de Nederlandse overheid, universiteiten en bedrijven (industrie én MKB) in Nederland en Europa. Het instituut is in 1997 opgericht om een brug te slaan tussen industrie en wetenschap. M2i telt meer dan dertig industriële partners en vijftien universitaire partners. Bij M2i werken circa honderd onderzoekers aan materiaalkundige vernieuwingen voor de industrie. Van Wingerde noemde een aantal voorwaarden voor geslaagde innovatie. “Denk niet te klein”, was een belangrijke. Verder: “Durf te dromen, probeer minder incrementeel te denken. Innovatie is geen geluk, maar planning. Wil je echt iets substantieels doen, dan moet het niet te makkelijk zijn.” En misschien wel zijn belangrijkste: “Probeer niet alles zelf te doen. Kijk wat er al beschikbaar is, probeer strategische partnerships te vinden. Verbinden is het sleutelwoord in het vinden van oplossingen.”
Financiering is volgens de M2i-directeur zelden een probleem. “Als je een goed verhaal hebt, komt er steun van EZ. Wel is het vaak een kwestie van op het juiste deurtje kloppen.” Van Wingerde hield tot slot een pleidooi voor het in dienst nemen van academici. “Denk erover na of we talenten een plaats kunnen geven. Het is verspilling als we hier mensen opleiden en ze zien vertrekken omdat ze hier geen werk vinden.” Zijn laatste advies: “Durf met een ontwikkeling te stoppen als het niet wordt wat je ervan verwacht. Stop en move on.”
Grote diversiteit De tien pitches waren van een grote diversiteit. Zo vertelde Johannes Bex van WSB Finishing Equipment over een nieuwe manier voor het “efficiënt en rendabel aanmaken van meercomponentenverf en deze efficiënt, met zo min mogelijke overspray, aanbrengen op een werkstuk.” Bex vatte de voordelen van de innovatie gebaseerd op automatisch mengen en elektrostatisch spuiten samen met “materiaal- en tijdbesparing en minder omgevingsvervuiling.” Jasper Stegeman van Tennants hield als vertegenwoordiger van Aqua Tools een uiteenzetting over een real time controle van de aanwezigheid van micro-organismen, die het mogelijk maakt in enkele minuten de aanwezigheid en het potentiële besmettingsrisico van microbiële groei vast te stellen. Daniël Turkenburg vertelde namens TNO over coa-
Verf & innovatie
‘Durf te dromen, probeer minder incrementeel te denken’ tings voor ‘liquid loading’. Onderzoek van zijn team heeft aangetoond dat een gasveld langer productief blijft dankzij het aanbrengen van de coating. De vloeistoffen die bij de winning meekomen met het opgeboorde gas, krijgen een ander stromingspatroon, waardoor geen waterblokkade optreedt.
Verfstrippende robot Aansprekend was de pitch van Peter Boeijink van LCR Systems. De Nederlandse starter uit Den Haag ontwikkelde de afgelopen vijf jaar een robot die met scan- en lasertechniek vliegtuigbodies eenvoudiger, sneller, duurzamer én goedkoper van hun coating kan ontdoen. Het strippen gaat momenteel nog met de hand en met gebruikmaking van chemicaliën. Het werk is daardoor ongezond, het neemt veel tijd in beslag en het brengt grote hoeveelheden gevaarlijk afval met zich mee. Volgens Boeijink gaat de robot voor een doorbraak in de vliegtuigindustrie zorgen. “Maatschappijen kunnen straks veel sneller en eenvoudiger coatings verwijderen. Daarom zullen ze de coatings veel meer als marketinginstrument gaan inzetten.” Boeijink zei te verwachten dat de vliegtuigindustrie binnen tien jaar haar toestellen vaker van een nieuwe coating zal voorzien. De lasertechnologie is ook geschikt voor het verwijderen van verf op schepen, machines, treinen, tanks, bruggen en gebouwen. Gezien de forse investering verwacht Boeijink dat buiten de vliegtuigindustrie gekozen zal worden voor een leaseconstructie. De ontwikkeling is mede mogelijk gemaakt door een innova-
verf&inkt 35 - 2015
tiekrediet van het ministerie van Economische Zaken en financiering van private partijen. LCR Systems heeft een dochteronderneming van Singapore Airlines geïnteresseerd om als launching costomer op te treden.
3D-nanodeeltjes De bescherming van metallische structuren met 3Dnanodeeltjes stond centraal in de pitch van Santiago Garcia Espallargas van de TU Delft. Het gaat daarbij om stoffen die op het moment van een beschadiging uit een coating vrijkomen om het metaaloppervlak tegen corrosie te beschermen. Daarna volgt een structurele heling van de coating zelf. De assistant-professor van de Novel Aerospace Materials Group, onderdeel van de faculteit Aerospace Engineering van de TU Delft, werkt met zijn onderzoeksgroep al geruime tijd aan zelfherstellende coatings. De 2D-nanodeeltjes die zij hiervoor gebruikten, hebben het nadeel dat ze slechts een beperkt aantal corrosiecomponenten kunnen bevatten. Daardoor kan een coating met 2D-nanodeeltjes uitsluitend kleine oppervlakten beschermen tegen corrosie. Garcia is er met zijn onderzoeksgroep onlangs in geslaagd om op labschaal meer componenten toe te voegen via 3D-nanodeeltjes zoals zeolieten. “Deze doorbraak brengt verschillende voordelen met zich mee. Door de toevoeging van diverse corrosiecomponenten, die bij een beschadiging in verschillende snelheden uit de 3D-nanodeeltjes vrijkomen, kunnen wij niet alleen grotere oppervlakken sneller beschermen. Ook blijft het oppervlak van
bijvoorbeeld staal- of aluminiumlegeringen langer beschermd”, aldus de onderzoeker. Hij hoopt op grote belangstelling vanuit de coatingsindustrie. “Wellicht kunnen wij samen projecten uitvoeren. Er komt immers steeds minder geld voor onderzoek en innovatie beschikbaar van de overheid. Daarom is samenwerking met het bedrijfsleven essentieel voor de ontwikkeling van het onderzoek aan universiteiten. Bovendien krijg je zo ook een grotere industriële impact.”
Moleculaire modelling Andere pitchers waren Nahrain Kamber (Dow Chemical Michigan) over de ontwikkeling van isocyanate free crosslinking chemistry, Felix Baah (BASF) over nieuw hyperbranched polyester polyols for improved coatings properties, Dominic Eugster (WAB/ Eskens) over een nieuwe, compacte disk mill, Marola van Lipzig (TNO) over siccatives, toevoegingen voor verbetering van het droogproces van onder meer verf. Biobased coatings vragen om de ontwikkeling van betere drogende stoffen. Om te voorspellen hoe componenten zich zullen gedragen, doet TNO onderzoek via moleculaire modelling. Ramanathan Lalgudi (Battelle) ten slotte wijdde zijn pitch aan ‘novel biobased reactive oligomers for high performance coatings applications’. •
21
Verf & bedrijf
Holland Colours maakt kleurconcentraten voor coatings en plastics
‘De klant kan zeggen: wil ik’ deze kleur
De VVVF telt een aantal zogenoemde buitengewone leden: bedrijven die bij de verfen drukinktindustrie betrokken zijn vanwege hun producten, productieprocessen of grondstoflevering. Verf&Inkt belicht ze met enige regelmaat. Deze keer Holland Colours, producent van kleurconcentraten. “Er is bijna geen kleur die we nog nooit hebben gemaakt.” Te k s t : H a n s K l i p Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
Kunststof frisdrankflessen, PVC-buizen, siliconenkitten, verven, zelfs kaaskorsten. In al deze producten worden kleurconcentraten van Holland Colours gebruikt, vertellen de managers Paul Karrenbeld en Wilfried Grob. “Eigenlijk zijn wij in alle takken van sport actief. Want overal zit kleur in.” Holland Colours is in 1979 opgericht. Het eerste product Holcobatch was meteen een doorslaand succes. Dit kleurconcentraat voor plastics en synthetische materialen is nog steeds populair. In ruim 35 jaar is Holland Colours uitgegroeid tot een mondiaal opererende onderneming die een breed scala aan kleurconcentraten maakt. Het hoofdkantoor zit in Apeldoorn. Er zijn vier grote productielocaties in Nederland, Hongarije, Indonesië en de Verenigde Staten en kleinere vestigingen in Canada, China, Engeland en Mexico. Het bedrijf heeft klanten in meer dan 85 landen. De omzet in het jaar 2014/2015 was 68,2 miljoen euro en de winst 3,4 miljoen euro. De onderneming is sinds 1989 genoteerd aan de Amsterdamse beurs.
Actief in hele wereld “Onze filosofie is: dicht bij de klant zitten en goede service te bieden”, zegt Paul Karrenbeld. “Wij hebben daarom vestigingen in allerlei landen. Waar blinde vlekken zijn, werken we samen met agenten en distributeurs. We zijn eigenlijk actief in de hele wereld.” Karrenbeld is als directeur global operations wereldwijd verantwoordelijk voor de productie. Hij begon in 1998 op de financiële afdeling van Holland Colours en is via
22
een aantal binnen- en buitenlandse functies doorgegroeid naar zijn huidige baan. Karrenbeld omschrijft kort en krachtig wat Holland Colours doet: “Wij kleuren plastics en coatings in. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat plastics een grotere business vormen dan coatings.” Holland Colours koopt pigmenten in en maakt daarvan kleurconcentraten in zowel vaste als vloeibare vorm. Voor de verfindustrie zijn met name de pasta’s van belang. Deze vloeibare producten kunnen worden gebruikt voor decoratieve, industriële en beschermende coatings. “Het is gigantisch wat je met een kilo kleurconcentraat kunt inkleuren”, zegt Wilfried Grob. “Je hoeft maar een klein percentage aan verf of een kunststof product toe te voegen om een groot effect te bereiken.” Grob trad ruim twee jaar geleden in dienst bij Holland Colours als marketing & sales manager voor Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Daarvoor werkte hij onder meer bij BASF en in een grijzer verleden bij Akzo Nobel Coatings. Grob vertelt dat Holland Colours een aantal standaardseries voor pasta’s heeft, maar toch vooral klantspecifieke producten levert onder de merknamen Holcolac en Holcolex. “De klant kan zeggen: deze kleur wil ik. Dan zorgen wij daarvoor. We dispergeren het product goed, zodat de klant het gemakkelijk kan inzetten voor een optimaal resultaat. Onze kracht is ‘batch to batch’ consistentie.” Karrenbeld valt hem bij: “Door onze jarenlange ervaring en expertise is er bijna geen kleur die we nog nooit hebben gemaakt.” In Nederland zijn er volgens Grob geen vergelijkbare
bedrijven. “Wij hebben in ieder segment andere concurrenten. Zo zijn er enkele grote producenten van kleurenpasta’s voor de verfindustrie, maar zij zijn eigenlijk geen directe concurrenten. We werken op een andere manier. Vooral verfproducenten die kleinere hoeveelheden of specifieke kleuren willen hebben, komen bij ons terecht. Voor de grote producenten van pasta’s is 200 of 300 kilo vaak niet interessant. Wij kunnen en willen dergelijke hoeveelheden wel produceren.” De crisis is niet aan Holland Colours voorbijgegaan. De productie van kleurconcentraten voor plastics is nog niet terug op het niveau van vóór 2008. De vraag vanuit de verfindustrie is de afgelopen jaren wel redelijk stabiel gebleven en neemt weer toe. Karrenbeld: “Wij hebben in 2009 een aantal pijnlijke maatregelen moeten nemen, waaronder gedwongen ontslagen. We kunnen ons nu focussen op de toekomst. Het is een voordeel dat we een internationale speler zijn. In Amerika en vooral in Azië hebben we veel minder last van de crisis gehad.”
Aandacht voor verfindustrie Holland Colours is bezig met een heroriëntatie op de eigen activiteiten, zegt Grob. “Wij zijn groot genoeg om een aantal pijlers te hebben. De bedoeling is om de komende jaren extra aandacht te besteden aan onze klanten in de verfindustrie. We hebben hier een zeer loyale ‘customer base’. Die willen we uitbouwen. We
Verf & bedrijf
Karrenbeld (links) en Grob: “De bedoeling is om de komende jaren extra aandacht te besteden aan onze klanten in de verfindustrie. We hebben hier een zeer loyale ‘customer base’. Die willen we uitbouwen. We krijgen steeds meer aanvragen van verfproducenten, omdat we snel klantspecifieke en relatief kleine hoeveelheden Holcolac en Holcolex kunnen maken. Ook zijn private-label producten mogelijk.”
krijgen steeds meer aanvragen van verfproducenten, omdat we snel klantspecifieke en relatief kleine hoeveelheden Holcolac en Holcolex kunnen maken. Ook zijn private-label producten mogelijk.” ‘When customers choose Holland Colours, they remain with Holland Colours.’ Deze zin staat op de homepage van het bedrijf. Geen holle frase, stelt Karrenbeld met nadruk. “Wij zetten in op partnerschap. We trekken samen op met de klant, zowel in goede als in slechte tijden. Klanten blijven ons trouw, als we maar de kwaliteit en ondersteuning leveren waarom ze vragen.”
Leren van elkaar Holland Colours is al vele jaren buitengewoon lid van de VVVF. Een goede manier om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in de verfindustrie, vindt Karrenbeld. “Wij houden zo feeling met waarmee verfbedrijven bezig zijn. Ontwikkelingen als REACH en de CLP-regels gelden ook voor onze business, dus informatie hierover is voor ons belangrijk. We lezen de informatie in het magazine en op de site, zodat we inzicht krijgen in wat andere bedrijven doen en zelf goed voorbereid zijn.” Paul Karrenbeld heeft onlangs enkele verfbedrijven in de buurt bezocht. “Via de VVVF kreeg ik gemakkelijk toegang tot informatie over deze bedrijven. Ik wil kijken of het mogelijk is om iets samen te doen. Want we kunnen leren van elkaar. Zaken waar we bij de plasticsindustrie tegenaan lopen, kunnen ook van belang zijn voor de verfindustrie.”
verf&inkt 35 - 2015
Innovatie is een belangrijke pijler onder de bedrijfsstrategie van Holland Colours. De afdeling research & development in Apeldoorn heeft veel speelruimte om nieuwe producten te ontwikkelen, zegt Wilfried Grob. “De R&D-afdeling hoeft zich niet veel aan te trekken van de dagelijkse beslommeringen, maar kan zich richten op de eigen projecten voor productinnovaties. De afdeling beschikt over alle faciliteiten. Inclusief alle gebruikelijke testen die worden toegepast in de verfindustrie, waaronder testen van buitenduurzaamheid.” Hoe zit het eigenlijk met de beschikbaarheid van grondstoffen? Volgens Karrenbeld heeft Holland Colours een uitgebreid netwerk en een gedegen inkooporganisatie. “Bij beperkte beschikbaarheid van grondstoffen kunnen wij, vooral door de ’global presence’, toch in onze behoefte voorzien.”Bij sommige pigmenten ontstaan er echter problemen, vervolgt Karrenbeld. “Je kunt ze nog altijd krijgen, mits je bereid bent extra te betalen. Maar het is soms lastig om de hoge prijs aan klanten door te berekenen. Het is een uitdaging om dat goed op te lossen.”
Medewerkersparticipatie Holland Colours heeft 401 medewerkers (in fte’s; stand 31 maart 2015), van wie er 139 in Nederland werken. Er bestaat een bijzondere participatieregeling voor werknemers: wie een vast contract krijgt, ontvangt één aandeel in Holland Pigments BV. Deze in-
vesteringsmaatschappij bezit de helft van de aandelen Holland Colours. Ook een potentiële winstdeling wordt gedeeltelijk uitgekeerd in aandelen Holland Pigments BV. Het komt erop neer dat de oprichters en het personeel 50 procent van Holland Colours NV bezitten. Karrenbeld licht toe: “De oprichters willen niet dat medewerkers als een nummertje rondwandelen, maar echt iets te vertellen hebben. Het zorgt voor een wat andere benadering in onze omgang met medewerkers. We leggen als directie steeds goed uit waarom we een bepaalde richting inslaan. Dat creëert betrokkenheid. De medewerker is indirect immers een beetje eigenaar van het bedrijf. Gezien de vele lange dienstverbanden werkt onze aanpak goed.” Vrouwen zijn met ongeveer 28 procent ondervertegenwoordigd in het personeelsbestand. Op managementniveau is de situatie met 38 procent gunstiger. In het executive team, het hoogste operationeel besluitvormend orgaan, is door de recente aanstelling van een vrouwelijke CFO een mooi evenwicht bereikt: drie mannen en drie vrouwen. “Daarmee voldoen we keurig aan onze genderdoelstellingen”, zegt Karrenbeld. “Ook het aantal vrouwelijke leidinggevenden is vrij hoog, als je kijkt naar gelijksoortige bedrijven. Het is echter lastig om het aandeel vrouwen in het algemeen te verhogen, omdat er bijna alleen maar mannelijke productiemedewerkers te vinden zijn.” Het is volgens Grob niet moeilijk om aan personeel voor de productie en logistiek te komen. “Er zijn voldoende geschikte kandidaten. We hebben voor hen eigen trainingsmethoden en werkinstructies. Bij het werven van medewerkers voor de verkoop en het lab zitten we in hetzelfde schuitje als verfbedrijven. Goede mensen met de juiste kennis zijn lastig te vinden.”
Netjes werken Een gezonde werkplek heeft een hoge prioriteit bij Holland Colours. Paul Karrenbeld vertelt over een project op het gebied van gevaarlijke stoffen waarvoor de Inspectie SZW een aantal jaren geleden Holland Colours selecteerde. “Ze dachten dat deze controle bij een bedrijf als het onze een stuk makkelijker zou zijn dan bij bijvoorbeeld een groter chemiebedrijf. Dat bleek verkeerd ingeschat. We werken met zoveel verschillende grondstoffen dat we er heel wat werk aan hebben gehad. We hebben het traject met goed gevolg doorlopen. Het is wel interessant dat ik daarna nog meerdere malen ben gevraagd om een presentatie voor arbeidsinspecteurs te houden. Want de Inspectie SZW vindt dat wij het keurig hebben opgelost.” Wilfried Grob heeft een vergelijkbare ervaring met een verffabrikant. “Toen ik deze klant een rondleiding gaf, was hij positief verrast over hoe schoon de ‘colour kitchen’ is. Daarvoor zijn natuurlijk regels, maar netjes werken zit ook in onze genen.” Nadere informatie: www.hollandcolours.com. Op de homepage is het Nederlandstalige jaarverslag 20142015 te downloaden. •
23
De mens achter
Nieuwe topman Willem Soetekouw van Vliegenthart:
‘Gooi alles open; laat zien wat we te bieden hebben’ Willem Soetekouw zal als nieuwe directeur van Olie- en Vernisfabriek Vliegenthart in Tiel het roer geen 180 graden omgooien. Want hij heeft veel geleerd van zijn illustere voorganger Robert A. le Rütte. Zoals normen en waarden. Maar anno 2015 mogen gerust alle deuren van het bedrijf open en wordt dat zelfs speerpunt van beleid. “Wat wij hier doen is een ambacht. Daar zitten niet alleen mensen en gezichten achter, maar ook verhalen. Dus kom maar binnen met je knecht!” Te k s t : A n t o n S t i g Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
Daarom doet hij ook mee aan een provinciale open bedrijvendag op 5 september. Dan kan iedereen bijvoorbeeld zien hoe bij de 175-jarige ambachtelijke fabriek aan de Zuiderhavenweg in Tiel lakken worden gestookt. De dag is onderdeel van een al langer lopend evenement van de Coöperatie Erfgoed Gelderland. Daarbij wordt onder het motto Gemaakt in Gelderland de maakindustrie in de schijnwerpers gezet. Soetekouw doet er met twee ‘buren’ aan mee: een steenhouwerij en een bronsgieterij. De drie bevriende ondernemers, lid van de lokale club De Ronde Tafel, zeggen zich bij voorbaat te verheugen. “Tegenwoordig is bijna alles in onze maatschappij IT-gericht”, zegt Soetekouw. “De tablet en de computer zijn zaligmakend. Maar de waarheid is dat we straks technische mensen tekortkomen. Ik hoop dat we vooral bij de jeugd interesse kunnen wekken.”
Jonge hond Willem Soetekouw, 35 jaar, gehuwd, vader van vier koters, hip baardje, sportief gekleed en met vlotte, onderhoudende, maar zeker geen hoogdravende babbels, is een directeur uit een nieuwe generatie roergangers in de verfindustrie. Een groep die wordt geduid als de ploeg ‘jonge honden’: dertigers en veertigers, die in de afgelopen jaren hun vaders of andere roergangers hebben opgevolgd. Jonge ondernemers met een eigentijdse kijk op het leven
24
in het algemeen en het ondernemerschap in het bijzonder. Al was het maar omdat er lang niet meer zoveel zekerheden zijn als vroeger. Bovendien is er ook vakinhoudelijk en milieutechnisch het nodige gebeurd in verf- en drukinktland. Een evolutie die zijn weerslag heeft op het ondernemen van nu. De open deuren-filosofie die Soetekouw persoonlijk aanhangt, is in elk geval een direct gevolg van de nieuwe koers die hij voor het bedrijf in gedachten heeft. Met openheid als sleutelwoord. Bij de producent van lijnolie, lakken, bindmiddelen en siccatieven voor de verf- en drukinktindustrie sinds anno 1839, verdienen nog altijd vijftien mensen hun boterham.
Ta m e l i j k g e s l o t e n g e w e e s t “In het verleden zijn we hier tamelijk gesloten - of noem het defensief - bezig geweest”, zegt hij. “Daar zullen best redenen voor te bedenken zijn geweest. Maar een feit is dat ik daar anders in sta dan mijn voorganger. Al ben ik op dat gebied misschien nog wel te naïef. De toekomst zal het leren. Mijn idee is in elk geval dat we niet krampachtig moeten doen over pottenkijkers, of concurrenten. Dat wil zeggen: als daar geen reden voor is. Daarom is mijn motto: gooi alles open en laat zien wat we te bieden hebben, want we hebben iets om trots op te zijn.” Soetekouw heeft zich dan ook niet echt zorgen gemaakt
toen hij een inspectie over de vloer kreeg voor een antwoord op de vraag of Vliegenthart het predikaat ‘bij Koninklijke beschikking hofleverancier’ nog wel mocht voeren. “Het antwoord daarop was natuurlijk gewoon ja.” Waarop vrijwel aansluitend door een ministerie om toestemming is gevraagd om filmopnamen te mogen maken op de werkvloer over het thema ‘veilig werken’. En ook hierop lijkt het antwoord van Soetekouw bij voorbaat: kom maar binnen met je knecht! De credits voor deze positieve spin off zijn wat hem betreft voorbehouden aan zijn voorganger Le Rütte. ‘Robert A.’ hamerde immers doorlopend op good housekeeping: zuinig met spullen omgaan en alles schoonhouden. Een uitgangspunt dat de nieuwe directeur zal blijven koesteren.
Openheid Soetekouw, in zijn vrije tijd ‘laatste man’ in het tweede van de lokale hockeyclub THCC de Kromhouters en coach van een jeugdteam van diezelfde Tielse club, streeft ‘openheid’ ook na in de productensfeer. Zo is recent een nieuwe lijn geïntroduceerd onder de merknaam Lack. Volgens Soetekouw geen min of meer blanco product meer met een simpel etiketje en dat onzichtbaar toch wel afnemers had vanwege de kwaliteit, maar een productlijn met een naam en een verhaal. Met een product dat gefabriceerd wordt
De mens achter
Maas en Waler Willem Soetekouw is volgens eigen zeggen een echte Betuwnaar aan het worden. En voelt zich dan ook helemaal thuis in de fruitstad van Flipje van Tiel met rondom kersenboomgaarden.
van ambachtelijke grondstoffen volgens authentieke recepturen. Een marketingaanpak waarin Soetekouw ook meubelontwerper en designer Piet Hein Eek als artdirector heeft meegekregen.
Rol personeel In de nieuwe openheid speelt het personeel een misschien wel cruciale rol. Soetekouw wil daarom ook meer ‘eigen’ gezichten laten zien in de bedrijfsuitingen. “Belangrijk, omdat je juist met zulke initiatieven het bedrijf nog nadrukkelijker een menselijk gezicht geeft”, zegt hij. “We gaan daar intussen zelfs al wat verder in, want de lakstoker op de foto heeft niet alleen een gezicht en een ambacht, maar ook een naam. Onze lakstoker heet Arie. Daarbij is iemand die bij ons staat te tappen, olie te koken of te mengen, niet alleen een mens met een naam, maar ook een vertegenwoordiger van een ambacht, met vaardigheden die in eigen huis zijn aangeleerd en geperfectioneerd. Daarom zijn we zuinig op onze mensen, wat zich onder meer uit in lange dienstverbanden.”
Selfmade man De in het land van Maas en Waal (Druten) geboren Wilhelmus Johannes Rudolfus Maria Soetekouw is geen academische studiebol. En zal in zijn hockeyteam ook nooit
verf&inkt 35 - 2015
geroemd worden om een fluwelen techniek. Maar daar tegenover staan volgens hem wel inzicht, overzicht, ervaring en een boel karakter. De oudste zoon van een groothandelaar in woon- en tuindecoratie-artikelen volgde in zijn jonge jaren gewoon zijn creatieve hart en passie voor styling, kleur, vorm en materiaal. Zo kwam hij bij het opleidingsinstituut Nimeto in de grote stad terecht. “Voor een boertje uit Druten ook een mooie manier om het stadsleven te ontdekken”, zegt hij over de studievarianten die daarop volgden: allemaal bagage om verf en verftechnologie te kunnen lezen en schrijven. De ‘universiteit van het leven, zijn commerciële inslag, karakter en ondernemingsgeest van huis uit deden de rest. Ter illustratie: de meesterschilder-in-de-dop verdiende in zijn schooljaren kwastend meer met beunen dan alle leeftijdgenoten met hun zakgeld bij elkaar. Later in dienst van een bedrijf in relatiegeschenken in Tiel kwam hij ook in aanraking met potentiële klant en plaatsgenoot Vliegenthart. Volgens hem ‘liefde op het eerste gezicht’. Voor hij het wist, kon hij er als manusje van alles aan de slag. “Achteraf vielen hier alle puzzelstukjes voor mij samen. Ik zag één grote uitdaging”, vat hij zijn carrière bij de lakproducent samen. Jaren later als commercieel directeur met onder meer export en marketing in de portefeuille bleef Soetekouw plakken tot hij op de plek zat die hij ambieerde: directeur en
grootaandeelhouder. Waarmee hij zichzelf overigens niet op een voetstuk geplaatst voelt: hij beschouwt zichzelf als ‘one of the guys.’ Maar sinds in januari dit jaar de kogel door de kerk is gegaan, kan hij eindelijk zijn ‘hoofd vol ideeën’ laten spreken. Nee, het wordt niet anders, maar hij heeft wel een andere manier van managen. “Je vooral niet met details bemoeien, maar mensen waar mogelijk hun eigen verantwoordelijkheid geven. En natuurlijk vooral zelf de dingen blijven doen die ik leuk en nuttig vind!” Wie had dat kunnen denken: een Maas en Waler uit Druten die toch de Waal is overgestoken en aan de overkant intussen al meer dan tien jaar de fruitstad van Flipje als thuis heeft. Een stap die - normaal gesproken - not done zou zijn als we Soetekouw moeten geloven. “Bij ons in het dorp was het altijd: Tiel is nie viel. Maar intussen ben ik hier goed ingeburgerd. Wat zeg ik: ik kan inmiddels ook met passie over de Betuwe praten en ben dus van een Maas en Waler een echte Betuwnaar aan het worden.”
25
verf & alv
Jaarvergadering in teken van toekomst
Michel Kranz:
‘Gelukkig is er weer hoop’ Voor het eerst in vele jaren hield de VVVF een algemene ledenvergadering in maart. Het leek de stemming te beïnvloeden. Na een lange periode van crisis en ellende gloorde er hoop. “Consumenten en ondernemers hebben er weer zin in”, stelde voorzitter Michel Kranz in zijn jaarrede vast. Te k s t : J o s d e G r u i t e r Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
“De binnenlandse verfafzet lag in 2013 acht procent lager dan die in 2008. De export daalde in die periode met twintig procent. Het aantal werknemers nam af met 29 procent.” Sombere cijfers van voorzitter Michel Kranz tijdens de algemene ledenvergadering van 31 maart. Maar zijn jaarrede bestond niet uitsluitend uit kommer en kwel: na zes jaar crisis, met grote gevolgen voor de verfindustrie, stond de jaarvergadering in het teken van hoop. “In 2014 zagen we weer een stijgende lijn”, aldus Kranz. “De binnenlandse verfomzet steeg met vier procent ten opzichte van 2013 en de export met vijf procent.” Voor Kranz redenen om aan te nemen dat de crisis voorbij is. “Consumenten en ondernemers hebben er weer zin in”, zei hij. “Dat neemt niet weg dat er nog forse uitdagingen liggen. De thema’s waarop we ons moeten richten, blijven: duurzaamheid, veiligheid, sociale innovatie, technologische innovatie en ketensamenwerking. Thema’s die de komende drie jaar richting geven aan de acties van de VVVF.”
Regelgeving belemmert Kranz brak een lans voor de Nederlandse maakindustrie. “We hebben het gevoel dat die wordt ondergewaardeerd”, zei hij. “De impact van zes jaar crisis is zwaar. Juist voor de maakindustrie is het van belang een gezond ondernemingsklimaat te creëren waarin bedrijven kunnen groeien. Te veel regelgeving en administratieve rompslomp kunnen daarbij belemmerend werken.” De VVVF wil overheden en andere belanghebbende partijen helpen om te komen tot minder en betere regulering en handhaving. Daarbij maakt zij gebruik van de kennis en ervaring die in de branche aanwezig is. Door samen te werken aan oplossingen kunnen we de regeldruk in Nederland aanzienlijk verminderen. Kranz: “Samen met de chemie zijn we uitgenodigd door de overheid na te denken over het verminderen van regeldruk in de chemie, juist om de kansen voor innovatie en groei niet bij voorbaat de das om te doen. We zijn blij met dit initiatief. Aan de andere kant moeten we ook realistisch zijn en beseffen dat de meeste regels uit Brussel komen. De mogelijkheden om de regeldruk uit Brussel te verminderen achten wij niet zo groot. Maar de Nederlandse overheid zou ten minste haar nek kunnen uitsteken.”
26
verf & alv
‘Effect EU-regels wordt groter’ Het effect van Europese regelgeving zal in de komende jaren steeds groter worden en een groter stempel drukken op de beschikbaarheid en het gebruik van stoffen en daarmee grondstoffen voor de verf- en drukinktindustrie, betoogde Kranz. “Het betreft niet alleen REACH, maar ook de verordening voor de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, de biocidenverordening, wetgeving op het gebied van voedselcontact en de bouwproductenverordening. Naast Europese regeldruk zal ook de nationale regeldruk verder toenemen. Het gaat hierbij onder meer om hogere eisen aan brandveiligheid als gevolg van PGS-opslag, BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen – red.) en de herziening van vergunningen bij bijvoorbeeld uitbreiding van de productie. Verder zal internationale normering (CEN/ISO) een toenemend effect hebben op onze industrie.” “Wie dacht dat de milieugekte van de laatste jaren wel voorbij zou gaan heeft het dus volkomen mis”,
verf&inkt 35 - 2015
aldus Kranz. “We zullen rekening moeten houden met toenemende regeldruk en consequenties daarvan. Uiteraard moeten de leden rekening houden met de hieruit voortvloeiende extra kosten. De vraag is of zij die kosten kunnen absorberen.”
‘Veiligheid van groot belang’ Kranz besteedde ruimschoots aandacht aan het thema veiligheid. “Veilig werken is niet alleen van groot belang voor onze leden,” aldus de voorzitter, “maar ook voor anderen in de keten die met onze producten in aanraking komen, tot aan de professionele eindgebruiker toe.” Kranz wees op de wettelijke verplichting voor fabrikanten om een veiligheidsinformatieblad aan te leveren bij de eerste levering van een product naar de afnemer. “De VVVF heeft hier samen met andere partijen een oplossing voor bedacht. Via de webapplicatie VeiligmetVerf is het mogelijk voor elke leverancier om bij verkoop van verf in Nederland, meteen automatisch
per e-mail het juiste VIB te sturen naar de volgende in de keten. Hierdoor komt het VIB bij de professionele of industriële gebruiker terecht. De vraag is echter in hoeverre deze persoon de veiligheidsinformatie leest en begrijpt. Het VIB is zo complex, uitvoerig en ontoegankelijk dat het zijn doel voorbij schiet. De VVVF heeft daarom het initiatief genomen om dit probleem in Europa aan te kaarten en heeft daarvoor de steun gekregen van alle brancheverenigingen van afnemers en ook van de VNCI. Wetende dat dit een zaak van lange adem zal worden gaat de VVVF, samen met haar leden, zogenoemde Werkplek Instructie Kaarten (WIK) ontwikkelen en leveren, een korte samenvatting hoe gezond en veilig met het product gewerkt moet worden.” Ten slotte maakte Kranz gewag van het feit dat de zogenoemde BRZO-bedrijven in de verfindustrie zich via de VVVF hebben aangesloten bij het initiatief Veiligheid Voorop. “Hiermee geven zij aan dat veiligheid een topprioriteit is. Niet alleen BRZO-bedrijven sluiten zich steeds vaker vrijwillig aan; een enthousiaste groep van leden heeft een actieplan opgesteld en is bezig de blauwdruk van een veiligheidsbeheersysteem uit te tekenen.”
4
27
verf & alv
mie mogelijk te maken. Het is alweer enige tijd geleden dat we het project recycling van verfrestanten hebben afgerond. Het was daarvan de bedoeling mogelijk te maken dat verfrestanten worden gebruikt als grondstof in nieuwe verf. Dat project verdient een vervolg.”
‘Alles in huis om tot de beste te behoren’ ‘Duurzaamheid past bij onze kernwaarden’ “Duurzaam ondernemen past prima bij onze kernwaarden beschermen, verfraaien en communicatie. Juist onze branche kan en wil daarom met haar producten invulling geven aan ‘duurzaamheid’. Verven verlengen immers de levensduur van bijna alles wat door mensen wordt voortgebracht.” Aldus Michel Kranz in zijn jaarrede. “Bedrijven die duurzaam ondernemen streven er bewust naar te voorzien in de behoeften van de huidige maatschappij zonder dat de mogelijkheden van toekomstige generaties worden beperkt. Met dit als uitgangspunt streven de VVVF en haar leden naar het vinden van een optimale balans tussen de sociale (people), ecologische (planet) en economische (profit) dimensies van ondernemen, de zogenaamde drie P’s. De VVVF wil met de partners in de diverse ketens - met de drie P’s als uitgangspunt - dat op een eenvoudige en eenduidige manier onderscheid gemaakt kan worden tussen minder en meer duurzame verf en minder en meer duurzame applicatie. Uiteraard moet dit onderscheid berusten op geaccepteerde methoden en criteria. Hierbij zullen we voortbouwen op het werk dat onze Europese club CEPE heeft verricht. Op basis van informatie uit één Europese database met stoffen en een erkende rekentool kan de duurzaamheid van een verfproduct worden berekend. Tot nu toe geldt die berekening alleen voor verf tot aan de fabriekspoort. CEPE werkt er op dit moment hard aan om de applicatiefase, gebruiksfase en de afvalfase daarin mee te nemen. Ook zullen we ons blijven inzetten om de circulaire econo-
28
“We hebben in Nederland alles in huis om tot de beste te behoren in verftechnologie”, zei Kranz. Hij noemde gezaghebbende kennisinstituten, toonaangevende grondstofleveranciers met R&D in Nederland, onderzoekcentra van multinationale fabrikanten in Nederland, dynamische midden- en kleinbedrijven en technostarters. “Verf verfraait en beschermt. Dat deed verf vroeger, dat doet het nog steeds en zal het altijd blijven doen. Maar verf doet steeds meer. Door het combineren van oude en nieuwe technologieën, goed om ons heen te kijken en te luisteren naar de wensen van onze afnemers, biedt onze branche inmiddels schitterende multifunctionele verven voor verschillende toepassingen.” Kranz noemde met name biobased muurverven, vuilafstotende autolakken, aangroeiwerende coatings voor schepen, antibacteriële verf voor ziekenhuizen, lakken voor vliegtuigen, verf voor wegen, en speciale inkten voor verpakkingen en geld. “Zonder investeringen in technologie en ondernemerschap zijn die producten niet mogelijk. De VVVF wil innovatieve ontwikkelingen in de verf- en drukinkt stimuleren. Daarvoor is een grotere interactie tussen achterban en kenniswereld nodig.” Volgens Kranz is het een ‘topprioriteit’ voor de verfindustrie om over te schakelen op vernieuwbare grondstoffen. “De VVVF heeft de ambitie neergelegd om in 2030 50 procent van het verfassortiment op de Nederlandse markt te leveren uit hernieuwbare grondstoffen waarbij de verf een gelijkwaardige prestatie levert als de op petrochemie gebaseerde tegenhangers. Sinds 2011 werkt de VVVF samen met TNO en de chemische industrie om deze ambitie handen en voeten te geven.”
‘Verder met sociale innovatie’ “Onze leden zijn verantwoordelijke werkgevers. Met hun bedrijfsvoering hebben ze oog voor het economische belang en de continuïteit van de branche in Nederland. Daarnaast willen ze hun medewerkers op de werkvloer aantrekkelijk werk aanbieden met goede ontplooiingsmogelijkheden en goede arbeidsomstandigheden. Daarom wil de VVVF verder met sociale innovatie.” Volgens Kranz heeft sociale innovatie als doel de arbeidsproductiviteit en arbeidsparticipatie te verhogen. De VVVF is van plan om de cao te moderniseren om zodoende beter in te kunnen spelen op de behoeften op de werkvloer en meer flexibiliteit te geven aan werknemers en werkgevers. “De vraag is echter of sociale innovatie in het kader van het poldermodel nog wel kans heeft”, aldus Kranz. “Anders gezegd: wat is de toekomst van de cao in de verfindustrie?” De voorzitter greep terug op het cao-overleg uit 2014 en de nasleep daarvan. “In het najaar werd een onderhandelingsresultaat bereikt dat werd afgewe-
verf & alv
zen door de achterban. De werkingssfeer van de cao had een onbedoeld effect, waardoor deze van toepassing zou worden op de grote leden. Dit was nog nooit voorgekomen in de branche en is ook nooit de bedoeling geweest. Er ontstond een crisissituatie waarin de jaarvergadering werd uitgesteld en ik als voorzitter werd benoemd. Inmiddels zijn er oplossingen gevonden. De cao-tekst is aangepast. De werkingssfeer van de cao voor de bereide verfen drukinktindustrie is beperkt tot bedrijven met minder dan 500 werknemers. Daarnaast heeft onze ledenvergadering de VVVF expliciet de bevoegdheid ontnomen om de cao ooit algemeen verbindend te laten verklaren. Daarmee is verzekerd dat de grote leden voor wie het gebruikelijk is een eigen cao te sluiten, nooit onder die van de VVVF kunnen vallen.”
‘Ketensamenwerking is een must’ “Onze industrie kan de producten zo goed maken als mogelijk is, maar de kwaliteit komt pas tot zijn recht als het door een vakman of productiebedrijf goed wordt aangebracht of verwerkt, op de juiste ondergrond en gebruikt wordt in de juiste omgeving voor het doel dat de eindgebruiker voor ogen heeft. Ketensamenwerking is dus een must”, aldus Kranz. “Alleen door beter met elkaar samen te werken zal bijvoorbeeld de keten van houtleverancier, timmerfabrikant, verffabrikant en onderhoudsbedrijf beter de concurrentie met kunststof kozijnen aankunnen. Ook hebben de partijen in de keten van staalconservering elkaar gevonden in een Kennisnetwerk Staalconservering waarin zij samenwerken om het niveau van staalconservering op een hoger niveau te tillen en te houden. We juichen toe dat in het kennisnetwerk een groep zich speciaal met brandwerende coatings zal bezighouden.”
‘Print heeft toekomst’ “De grafimedia- en verpakkingsmarkt zijn sterk in beweging. Deze markten hebben ook rake klappen gekregen in de afgelopen crisisjaren. Dat geldt voor
verf&inkt 35 - 2015
de grafimedia wellicht meer dan voor de verpakkingsindustrie”, aldus Michel Kranz. “Is inkt in de laatste jaren verdampt? Nee! Kijk maar om je heen: kranten, tijdschriften, verpakkingen, affiches, boeken, stipverhalen, reclame enzovoorts, ze zijn er nog steeds. Met ons magazine Verf&Inkt doen we er ook aan mee evenals De Nederlandse Bank met papieren geld. Maar ze hebben alle een forse strijd te leveren met digitale concurrenten. Desondanks voorspellen trendwatchers dat print toekomst heeft en als de beste communiceert.”
Blauw Bord voor Ben Berkel Michel Kranz reikte het Blauwe Bord, het Delftsblauw bord met de afbeelding van een lakstoker waarmee de VVVF bijzondere leden eert, uit aan Ben Berkel. Berkel nam eind vorig jaar afscheid als voorzitter en bestuurslid van de VVVF. Berkel werd geroemd om zijn inzet en vele verdiensten voor de vereniging. De directeur-eigenaar van verffabriek Drywood in Enschede was vijftien jaar bestuurslid. De afgelopen twee jaar was hij voorzitter. Hij was ook lang voorzitter van de delegatie die de cao-onderhandelingen
met de vakbeweging voerde. In december legde hij de voorzittershamer neer. Michel Kranz (BICCS) nam het voorzitterschap waar tot de algemene ledenvergadering van 31 maart. Hij werd opgevolgd door Guus Duray.
Duray voorzitter, Van der Laan nieuw bestuurslid Guus Duray (PPG Coatings Nederland) is tijdens de jaarvergadering benoemd tot voorzitter van de VVVF. Hij nam de hamer over van Michel Kranz (BICCS Industrial Coatings). “Ik zie veel uitdagingen in de verf- en drukinktindustrie en ben verheugd te kunnen bijdragen aan de koers van de VVVF. Onze sector zal zich blijven richten op de toekomst en alle mogelijkheden benutten om deze verder te ontwikkelen. Samen met onze leden en partners staan we sterk, en met de medewerking van de overheid, kunnen we veel bereiken’, aldus Duray. Guus Duray heeft verschillende commerciële functies bekleed binnen PPG. Sinds 2010 is hij bestuurslid van de VVVF. Daarvoor was hij al betrokken bij de VVVF als deelnemer aan de sectie Bouw, waarvan hij later voorzitter werd. Daarnaast neemt hij al jaren deel aan het overleg met de ketenpartners VVVH, NBvT en OnderhoudNL. De leden kozen Jan van der Laan (vice-president Van Son Group) als bestuurslid. Van der Laan heeft een lange staat van dienst bij de VVVF. Namens de vereniging maakte hij deel uit van het bestuur van het bedrijfstakpensioenfonds BPF en was hij voorzitter van de Financiële Commissie van de VVVF. Van der Laan is voor zijn verdiensten voor de organisatie onderscheiden met het Blauwe Bord.
4 29
Solvica B.V. De Rijnlandse Roe 5 8252 JS Dronten The Netherlands +31(0)321 331 066
[email protected] www.solvica.com
High Speed Dissolvers
EXCLUSIVE EUROPEAN PARTNER OF SOZER MACHINE INDUSTRY
Multi Shaft Dissolvers
S P E C I A L I S T
I N
M E N G -
E N
P E R S M A C H I N E S
verf & alv
De wondere wereld van Adjiedj Bakas Gastspreker Adjiedj Bakas nam de vergadering mee naar de wondere wereld van boodschappen dragende robots, gratis energie, driedaagse werkweken en micro-appartementen. Bakas is trendwatcher. De geboren Surinamer wordt veel gevraagd voor spreekbeurten, die hij voor een belangrijk deel vult met grappige of informatieve filmpjes.
Bakas somde een aantal opmerkelijke cijfers op. Over de groei van de wereldbevolking bijvoorbeeld. Iedere dag komen er ‘netto’ (geboorten minus sterfgevallen) 220.000 mensen bij. Gezamenlijk versturen we per minuut 204 miljoen e-mails, raadplegen we in die minuut vier miljoen keer Google’s zoekmachine en klikken we 2,5 miljoen keer naar Facebook. “Al die informatie wordt gebruikt en aan elkaar gekoppeld”, aldus de trendwatcher, zonder aan die vaststelling een conclusie of een oordeel te kop-
verf&inkt 35 - 2015
pelen. Bakas citeerde voorts Andy Haldane, prominent econoom bij de Britse Centrale Bank, die heeft verklaard dat de financiële crisis van de afgelopen jaren de wereld meer financiële en economische schade heeft berokkend dan een wereldoorlog en dat de komende generaties nog zullen moeten opdraaien voor die schade. Overigens verdubbelde het mondiale bbp ondanks de crisis in de periode tussen 2000 en 2014, benadrukte Bakas. De trendwatcher citeerde ook de Canadese managementwetenschapper Henry Mintzberg, die een leven lang heeft gehamerd op de noodzaak van efficiencyverbetering in organisaties. “Hij pleit nu voor het einde van het efficiencystreven”, aldus Bakas. “We zijn efficiënt genoeg, het
verder opjagen van medewerkers heeft geen zin. Er moet meer aandacht komen voor lummelen en voor ‘gekke’ medewerkers. De nieuwe generatie werknemers heeft ruimte nodig.” De trendwatcher pleitte daarnaast voor meer en beter interdisciplinair overleg. “Dat leidt tot beter gebruik van middelen en kennis.” De belangrijkste boodschap van Bakas was misschien wel de vaststelling dat trends niet lineair verlopen. Er is geen garantie dat ingezette ontwikkelingen zullen voortduren. Zo voorziet hij het einde van de webwinkel en een revival van de bakstenen winkel. Ook adviseerde hij zijn gehoor digitale foto’s af te drukken: “De nieuwe generatie pc’s kan de opgeslagen foto’s niet meer lezen.” De aanwezigen namen het zich voor. •
31
verf & onderhoud
Opknappen van houten kozijnen steeds meer in zwang
Oud, vies… toch
niet weg? Oude houten kozijnen opknappen of nieuwe kunststoffen kozijnen plaatsen? In renovatieland wint de eerste oplossing aan populariteit. Het laten zitten van houten kozijnen is dikwijls goedkoper dan vervangen en het resultaat minstens zo mooi. Te k s t : H a n s K l i p Fotografie: Pet van de Luijtgaarden
32
Nieuw, nieuw, nieuw. Dat is typisch het gedrag van een aannemer, vindt Carel Hagemans. “Wij hebben het in ons land vaak over duurzaamheid, maar besluiten bij renovatieprojecten nog te gemakkelijk tot vervanging. Aannemers hebben de houding van ‘grote stappen, snel thuis’. Kozijnen eruit want vies en oud. Onderhoudsbedrijven kijken juist naar hoe zij dingen beter kunnen maken. Dat zit in hun DNA. Waarom zou je kozijnen vervangen die je nog kunt opknappen?”
Te smalle basis Carel Hagemans vormt samen met zijn jongere broer Rob de directie van Hagemans Vastgoedonderhoud in Nijmegen. Hij doet dat al bijna 25 jaar, nadat hij na de heao eerst vijf jaar werkte op de marketingafdeling van verfproducent Sigma Coatings in Uithoorn (tegenwoordig onderdeel van PPG Industries). Hagemans vertelt dat zijn grootvader Jan in 1929 het bedrijf heeft opgericht. “Het was lange tijd een echt schildersbedrijf. Rob en ik vonden dat een te smalle basis. Daarom heeft het bedrijf zich ontwikkeld tot onderhoudsaannemer. Wij werken voor woningcorporaties en zorg- en onderwijsinstellingen. We hebben tachtig medewerkers, onder wie zestig vaklieden.” Ook verschillende andere schildersbedrijven heb-
verf & onderhoud
Carel Hagemans: “Wij hebben onze partners de garantie gegeven: als we winnen, doen jullie mee. Deze nauwe samenwerking aan de voorkant heeft gezorgd voor veel energie en enthousiasme.”
ben deze ontwikkeling doorgemaakt. Daarom is in 2013 binnen de branchevereniging OnderhoudNL de sector Totaal opgericht. Hagemans is voorzitter. “De zestig aangesloten onderhoudsaannemers willen zich beter profileren in de markt. Zij werken resultaatgericht vanuit een integrale visie en zijn in het bezit van de VGO-keur, het certificaat vastgoedonderhoud.”
Steeds vaker EMVI De onderhoudsmarkt is volgens Hagemans de laatste jaren flink veranderd. Woningbouwcorporaties besteden steeds vaker aan op basis van economisch meest voordelige inschrijving (EMVI) in plaats van alleen prijs. Bij EMVI worden ook andere criteria zoals kwaliteit en klanttevredenheid meegewogen. “Wij kregen in 2011 zelf voor het eerst met EMVI te maken, toen we meededen aan de aanbesteding voor een groot renovatieproject in het Willemskwartier in Nijmegen. We maken een dergelijke selectie nu minstens vijf keer per jaar mee.” Het project in het Willemskwartier biedt een mooie illustratie van de manier waarop een onderhoudsaannemer bij EMVI kan scoren. Woningbouwvereniging Portaal vroeg aan Hagemans Vastgoedon-
verf&inkt 35 - 2015
derhoud en twee grote aannemers om een plan van aanpak te maken voor de renovatie van 407 woningen. Hagemans licht toe: “De uitvraag, zoals dat tegenwoordig zo mooi heet, bestond slechts uit een A4-tje. Daarop stond een aantal functionele eisen: de huurwoningen gaan van energielabel G naar B, alle keukens, douches en toiletten worden gerenoveerd en het budget is 37.500 euro per woning. En heel belangrijk: de woningen kunnen na renovatie minstens dertig jaar mee.”
Garantie aan partners Hagemans Vastgoedonderhoud heeft meteen een consortium gevormd met zes partners, onder meer een installatie- en een isolatiebedrijf. Zij hebben samen het plan van aanpak gemaakt, vertelt Carel Hagemans. “Wij hebben onze partners de garantie gegeven: als we winnen, doen jullie mee. Deze nauwe samenwerking aan de voorkant heeft gezorgd voor veel energie en enthousiasme.” Het samenwerkingsverband had een belangrijke beslissing te nemen: wat te doen met de houten kozijnen die nog stammen uit de jaren twintig van de vorige eeuw, toen de woningen werden gebouwd? Zijn ze zo op te knappen dat ze minstens dertig jaar goed blijven? “Het antwoord was ja”, zegt Hagemans. “Dat was het grootste
‘Het is een fabeltje dat kozijnen van kunststof geen onderhoud vergen’ onderscheidende punt waarom Portaal voor ons koos. De twee aannemers stelden wel voor om nieuwe kozijnen te plaatsen.” Waarna Hagemans een duim omhoog steekt en toevoegt: “Ook de welstandcommissie vond ons plan zo. Wij durfden het aan om het omhulsel te laten zitten en alleen mooi isoglas, nieuwe ramen en nieuwe voordeuren aan te brengen. Dat is veel goedkoper dan de vervanging van kozijnen. We hielden zo meer geld over voor andere renovatiemaatregelen.”
Hout nog prima Hagemans Vastgoedonderhoud en zijn partners gingen niet over één nacht ijs. “Wij hebben de kozijnen bijna microscopisch onderzocht. Het grenen hout was op zich nog prima en beter dan het hardhout van nu. Uiteindelijk hebben wij minder dan tien procent van de kozijnen hoeven te vervangen, omdat die echt slecht waren. Bij de andere kozijnen waren er wel schades, maar die konden we goed repareren.” De verfproducent Sigma Coatings heeft volgens Hagemans een belangrijke bijdrage geleverd aan het plan van aanpak. “Onze contactpersoon Richard Vink heeft commitment getoond en snel geschakeld. We hebben gevraagd: durven jullie een verwachting over het degradatieproces van de
4
33
dols-inTernaTional.eu
Chemicals and service … to boost your business! Beside the sale of chemical specialties, we serve our customers with technical support. Based on more than twenty-five years experience and ongoing investment in our service lab, we contribute to solve many physico-chemical formulation problems. Zuidhoven 7n 6042 PB RoeRmond (nL)
T +31 (0)475 - 315 554
[email protected]
Centrum voor Onderzoek en Technisch advies Uw partner voor onafhankelijk onderzoek en testen van coating producten en/of systemen.
COT bv Jan Tademaweg 40 2031 CV HAARLEM T 023 - 531 95 44 F 023 - 527 72 29 E info@cot - nl.com I www.cot - nl.com
□ □ □ □ □ □ □ □ □ □
Onderzoek en testen van coatings Corrosie testen Klimaat (wissel) testen Hogedruk autoclaaf testen ˝Pressurized Atlascel˝ testen Onderzoek en testen van bouwmaterialen Trouble shooting Printerkeuringen COT-kwaliteitswaarborgsysteem Beleidsstudies
Onze opdrachtgevers zijn o.a. verffabrikanten, kitfabrikanten, printerfabrikanten, oliemaatschappijen, ministeries, consumentenorganisaties, handelsondernemingen, industrie, applicatie en aannemingsmaatschappijen, detailhandel en rechtbanken.
verf & onderhoud
‘Behoud kozijnen, stukje nostalgie’
kozijnen uit te spreken? Sigma heeft houtmonsters in het laboratorium onderzocht en aangegeven hoe vaak in dertig jaar de kozijnen opnieuw moeten worden geschilderd. Sigma heeft echt goed geholpen bij het in kaart brengen van de risico’s van het opknappen van de kozijnen.”
Geen speciale verven De houten kozijnen moeten elke zes à zeven jaar een nieuwe lik verf krijgen. Is goedkoop op de lange termijn dan toch niet duurkoop? “Nee”, zegt Hagemans ferm. “Het is een fabeltje dat kozijnen van kunststof geen onderhoud vergen. Ze worden na verloop van tijd erg vies, zodat je ze moet reinigen en waxen. En het hang- en sluitwerk gaat naar de gallemiezen. Traditioneel schilderen is nauwelijks duurder.” Voor het onderhoud in de sociale woningbouw zijn geen speciale verven nodig, merkt Hagemans op. “De standaardverven zijn goed genoeg. We werken eigenlijk altijd met een van de drie grote Nederlandse merken: Sikkens van AkzoNobel, Sigma van Sigma Coatings en Wijzonol van Van Wijhe Verf. Hooguit gebruiken we soms speciale kleuren.” Hagemans kijkt tevreden terug op het renovatieproject in het Willemskwartier dat in november 2014 werd afgerond. “Het is erg mooi geworden. Ook soci-
verf&inkt 35 - 2015
aal hebben we goed gescoord bij de huurders. Vooral door de inzet van onze bewonersbegeleidster die veertig uur per week in de wijk aanwezig was.” Vanuit de vakwereld kwam er eveneens erkenning. Het samenwerkingsverband won de Nederlandse Duurzaam Bouwen Award 2014 in de categorie Duurzaamste ketenintegratie. “Wij zijn daar heel trots op”, zegt Hagemans. “De zeven partners hebben als één partij gewerkt. Dat is cruciaal.”
Te klein voor tafellaken? Carel Hagemans gaat tot slot in op de positie van onderhoudsaannemers bij renovatieprojecten van woningcorporaties. “In de onderhoudswereld zijn er eigenlijk alleen regionale spelers. Ik zeg wel eens: wij zijn te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken. Dat is wel een punt voor opdrachtgevers van grote projecten. We willen duidelijk laten zien dat we zulke projecten aankunnen.” De leden van OnderhoudNL Totaal zijn soms te voorzichtig, stelt Hagemans. “We kunnen aan de voorkant nog wat groter en sneller denken. Aannemers zijn hierin erg sterk. Maar zij hebben de uitvoering grotendeels buiten de deur gezet. Deze achterkant is juist onze kracht. Onderhoudsaannemers zijn solide mkb-bedrijven die eigen vakmensen hebben.” •
“Wij maken steeds vaker mee dat wordt gekozen voor opknappen in plaats van vervangen of voor een combinatie van beide. Ook eisen woningbouwverenigingen een verlenging van de onderhoudscyclus.” Dat zegt Richard Vink, technisch vastgoed adviseur voor de regio Nijmegen bij verfproducent Sigma Coatings (onderdeel van PPG Industries). Hij adviseert en ondersteunt opdrachtgevers en onderhoudsbedrijven. “De relatie wordt steeds closer”, aldus Vink. “Bij grote onderhoudsprojecten hebben opdrachtgever, aannemer en adviseurs een soort driehoeksverhouding.” Het komt volgens Vink steeds meer voor dat Sigma Coatings in een vroeg stadium wordt ingeschakeld. “Dan denken wij mee en adviseren tijdens de voorbereidingsfase. Dat gebeurde ook bij het renovatieproject in het Nijmeegse Willemskwartier. De projectleider vroeg een advies over het toekomstige onderhoud. Zo is het balletje gaan rollen. We hebben technisch onderzoek gedaan naar de kozijnen en de draaiende delen. Het vaste kozijnhout kon blijven zitten, maar het verfsysteem was erg slecht. Daarom moesten de kozijnen helemaal schoon worden gemaakt en opnieuw in de verf worden gezet.” Bij dit project viel de keuze op Sigma S2U Gloss in een gebroken witte kleur. Vink: “Deze hoogglans lakverf is kleur- en krasvast. Het product is zeer duurzaam. Daardoor kan de onderhoudstermijn worden verruimd naar zes à zeven jaar of langer. Dat is onderbouwd door resultaatgericht te denken en zo onderhoud te plegen. Dit scheelt in de kosten.” Tijdens de uitvoering van de schilderswerkzaamheden hield Vink de vinger aan de pols. “Ik heb waar nodig werkbegeleiding gegeven. Ook heb ik proeven uitgevoerd: zijn reparaties goed uitgevoerd en is de laagdikte van de verf voldoende?” Richard Vink is ingenomen met het eindresultaat van de renovatie. “Het laten zitten van de intacte kozijnen is echt een stukje nostalgie. De combinatie van oud en nieuw is erg geslaagd. Ik vind dat de wijk super is opgeplust.”
35
Verf & Protectie
Directeur Piet Vermeer van Hempel Nederland:
‘Acceptatie van
onze protective coatings nam grote vlucht’
Het Deense Hempel, een van de grootste coatingleveranciers ter wereld, viert in juli zijn honderdjarig bestaan. Het gaat steeds beter met het bedrijf. “Vooral de acceptatie van onze protective coatings door publieke en private opdrachtgevers nam in Nederland de afgelopen decennia een grote vlucht ”, stelt directeur Piet Vermeer van het verkoopkantoor van Hempel in Schiedam. Te k s t : A d r i a a n v a n H o o i j d o n k Fotografie: Pet van de Luijtgaarden en eigen archief Hempel 36
Vanuit zijn werkkamer heeft hij een prachtig uitzicht op indrukwekkende schepen waarvan er één onlangs bij IHC Merwede van stapel liep. De vaartuigen zullen door het Braziliaanse staatsoliebedrijf Petrobas worden ingezet voor de ontwikkeling van olievelden voor de kust van Brazilië. “Hempel is geselecteerd om de coatings voor zes schepen te leveren. Daarbij gaat het om 100.000 liter per schip. Eén van onze grootste orders tot nu toe”, vertelt een trotse Vermeer. Het internationaal opererende bedrijf was vorig jaar goed voor een omzet van bijna 1,3 miljard euro.
Accent op scheepvaart Na de oprichting van Hempel Nederland in 1948 leverde het bedrijf in eerste instantie verf aan schepen die de havens van Rotterdam, Amsterdam en Vlissingen aandeden. Daarbij ging het voornamelijk om klanten van de onderneming uit Scandinavië en de grote Griekse reders. “Schepen lagen toen veel langer in de haven dan nu. Vaak bestelde de kapitein zelf de verf. Ik ging in 1976 in de Rotterdamse haven als vertegenwoordiger van de firma aan de slag. Via de telex keek ik welke schepen de haven binnenvoeren
Verf & protectie
Piet Vermeer: “Via de telex keek ik welke schepen de haven binnenvoeren en of er klanten van Hempel bij
zaten. Vervolgens ging ik aan boord om te kijken of er nog verf nodig was.”
en of er klanten van Hempel bij zaten. Vervolgens ging ik aan boord om te kijken of er nog verf nodig was.” Hempel Nederland richtte zich tot de jaren ’70 uitsluitend op de varende scheepvaart. Later bracht het bedrijf ook coatingsystemen op de markt voor nieuwe schepen. Dit gebeurde toen Deense bedrijven in Noord-Nederland scheepswerven inschakelden voor de bouw van coasters en het Amerikaanse Sealand schepen bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) bestelde.
Coatings voor containers Tussen begin jaren ’70 en eind jaren ’80 verschoof het accent langzaam maar zeker naar andere markten. Eén daarvan was de bloeiende containerindustrie in de Rotterdamse haven. “De containers waren toen nog zo kostbaar dat het loonde om ze goed te onderhouden. Zo werden de verroeste exemplaren na een paar jaar gegritstraald en van een nieuwe coating voorzien”, vertelt Vermeer. “Eind jaren ’80 verhuisde de containerproductie vanwege de lage lonen naar Zuid-Korea en later naar China. Het gritstralen en verven van containers werd duurder dan de aanschaf van een nieuwe container. Daardoor is
verf&inkt 35 - 2015
Hempel viert honderdjarig bestaan In juli is het precies honderd jaar geleden dat de 21-jarige Jorgen Christian Hempel het bedrijf Hempel’s Marine Paints oprichtte in Kopenhagen. Het bedrijf is anno 2015 een van de grootste coatingleveranciers ter wereld met meer dan 5.200 medewerkers in meer dan tachtig landen op vijf continenten. Hempel bezit 27 productiefaciliteiten en twaalf R&D-centra. Bovendien heeft Hempel, in samenwerking met 150 verkoopkantoren, een hoog niveau van marktpenetratie bereikt. Dat heeft er onder meer toe geleid dat er wereldwijd elke minuut 700 liter Hempelverf wordt gebruikt. “Uiteraard laten wij het honderdjarig bestaan ook in Nederland niet zomaar voorbij gaan”, vertelt Vermeer. “Daarom organiseren wij in juli niet alleen een personeelsfeest voor onze 39 medewerkers, maar houden wij ook een receptie voor onze zakelijke relaties om het jubileum te vieren.”
deze containerindustrie in de haven volledig verdwenen. Niettemin is wereldwijd één op de vijf containers nog steeds voorzien van een Hempel coating.”
Protective coatings Vanaf de jaren ’80 zag de Hempel-directeur het aantal klanten in het protective coating segment gestaag toenemen. “Daarbij gaat het om de toepassing van onze coatings op verschillende objecten, zoals bruggen, kranen, offshore platforms en de laatste jaren ook windmolens. Met onze coatings beschermen wij staal namelijk tegen de zwaarst mogelijke corrosieve omstandigheden. Zo leveren wij momenteel de beschermende coatings voor acht bruggen langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Het onderstreept dat de acceptatie van onze producten in de Nederlandse markt een grote vlucht heeft genomen.” Aan het begin van de jaren ’80 was het volgens hem ondenkbaar dat de Nederlandse overheid van een Deense fabrikant verf aankocht om bijvoorbeeld bruggen tegen corrosie te beschermen. “Sikkens had in die tijd een zeer sterke industriële divisie en was samen met Fortis coatings en Sigma coatings vaak de keuze van de overheid. Dat is in de afgelopen decennia wel veranderd”, aldus de directeur.
37
Verf & Protectie Vermeer benadrukt dat het Deense bedrijf onderzoek, ontwikkeling en innovatie hoog in het vaandel heeft staan. Hempel heeft twaalf geavanceerde R&D-centra, onder andere in Barcelona, Kopenhagen en Singapore. “Daardoor kunnen wij milieuvriendelijke productlijnen en technologische innovaties ontwikkelen die de grenzen in onze sector verleggen. Een mooi voorbeeld zijn de aangroeiwerende siliconencoatings waardoor de vaarweerstand van schepen afneemt, en daardoor hun CO2-uitstoot”, licht Vermeer toe. Een ander voorbeeld uit de R&D-centra van Hempel is de ontwikkeling van de AvantGuard-technologie. “De corrosiewerende werking van een traditionele zinkepoxy neemt aanzienlijk toe door holle glasbolletjes en gepatenteerde activators toe te voegen.”
Hempel Foundation steunt humanitaire projecten
Overnames Het Deense bedrijf nam de afgelopen jaren meerdere bedrijven over om zijn positie op de markt voor beschermende en industriële coatings te verbeteren. Zo kocht Hempel in 2012 Blome International aan, een Amerikaanse fabrikant van beschermende coatings. In Nederland vond het bedrijf in 2014 een perfecte match in branchegenoot Schaepman in het Overijsselse Kampen. “Deze onderneming is vooral sterk in tailormade oplossingen in industriële coatings, bijvoorbeeld voor machines in de landbouwindustrie. Daarom vullen wij elkaar goed aan”, stelt Vermeer. Ook toekomstige overnames sluit hij niet uit. Daarbij heeft het moe-
derbedrijf vooralsnog geen Nederlandse ondernemingen op het oog, of het zouden vestigingen van een internationaal opererend concern moeten zijn. De overnames passen bij de ambitie van het bedrijf om de komende jaren in de top tien van de internationale verfproducenten te komen. •
Oprichter J.C.Hempel was niet alleen een succesvol zakenman, maar ook een visionair. Hij vond dat een onderneming niet alleen tegenover zijn werknemers en aandeelhouders verantwoordelijkheden had, maar ook voor de hele maatschappij. Daarom droeg hij in 1948 het aandeelhouderschap over aan de Hempel Foundation, die momenteel toezicht houdt op het Global Vision and Corporate Social Responsibilityprogramma van Hempel. De Foundation ondersteunt humanitaire projecten over de hele wereld om de levensstandaard te verbeteren in gebieden waar de onderneming werkzaam is, zoals in Guatemala, India, Cambodja, Argentinië en Brazilië. In Indonesië voerden werknemers bovendien vrijwilligerswerk uit. Via deze samenwerking met Save the Children wil Hempel de kwaliteit van het onderwijs verbeteren en docenten opleiden voor vijf scholen in Bandung, West-Java. Het project helpt ongeveer duizend leerlingen en vijftig leraren. Vandaag de dag ondersteunt de Foundation in samenwerking met andere sponsoren 22 projecten die meer dan 40.000 kinderen een kans geven op een betere opleiding.
Advertentie
Will your product last outdoors? Don’t guess when you can test!
accelerated weathering tester
Q-Lab Europe, Ltd. Bolton, England Tel: +44-1204-861616
[email protected] www.q-lab.com
xenon test chambers
Q-Lab is represented in the Netherlands by:
BENELUXSCIENTIFIC lab technology for research & innovation
Benelux Scientific BV
The Netherlands Tel: +31 (0)344 655 556
[email protected] www.benelux-scientific.nl
PODIUM
VVVF biedt bedrijven en kenniscentra een podium om kennis en ervaring te delen met de Verf&Inkt branche
Informeer voor deelname: Daan Mooijman •
[email protected] • 070 - 323 40 70
Kennis delen en kennis vergaren
P O D IUM
Value added SerVice Supplier Bark Packaging has something different to offer. We provide supply chain packaging management solutions which enables you to implement a more efficient packaging flow within your company. You do what you do best: produce your product. We take care for the packaging flow by using Lean Manufacturing principles. The result for you? A significant reduction of the Total Costs of Ownership! We build a infrastructure for your packaging need in such a way that we avoid significant costs which today are considered as inevitable. Worry free packaging management while reducing costs. That is why we don’t just sell packaging products! We are a value added service supplier by integrating a packaging management approach in your company! We have a few concepts to offer you. From our basic Procurement Service to our full service Outsourcing Concept. Or we can integrate a concept based on supplier reduction to consolidate your long tail of suppliers. Each of the concepts will optimize your supply chain and reduce costs. We call it: Packaging Management from Another Perspective. Want to know more? Please visit our renewed website and click ‘services’.
BArk VErPAkkinGEn B.V. Coldenhovenseweg 79 6961 EC Eerbeek ThE NEThErlaNds
de juiSte maaltechnologie… maakt het VerSchil… De fabricage van topkwaliteit producten wordt steeds duurder. De vaste- en variabele kosten van een productieproces moeten daarom zorgvuldig berekend worden. maar op welke manier kan men deze stijgende kosten stabiel houden of zelfs verlagen? Een veel gekozen manier is het gebruik van goedkopere grondstoffen. Hierdoor kunnen er echter tijdens het productieproces moeilijkheden optreden in de maalmachine zoals het verstoppen van de zeef, incorrecte deeltjesgrootte, langere maalcyclus, ect. … Welke andere manieren zijn er om een kosteneffectief proces te realiseren? Verschillende casestudies hebben aangetoond dat voor een specifieke maal-taak het dimensioneren van de juiste maalmolen/ maalmedium van cruciaal belang is. De Bühler Cenomic horizontale parelmolen is in staat hogere productdebieten te verwerken zonder dat de parels aan de uitloop worden samengedrukt. De machine garandeert een hoge koelingsintensiteit alsook indien noodzakelijk metaal-vrije productie.
40
t (0313) 679530 e
[email protected] i www.bark-verpakkingen.com
De Cenomic staat voor een reductie van de benodigde specifieke energie, een smalle deeltjesgroottedistributie en een hogere productkwaliteit met lagere productiekost. dit is mogelijk door onder andere de volgende kenmerken: 1. EcoMizer schijven die ervoor zorgen dat de parels niet worden samengedrukt 2. Groot zeefoppervlak 3. Separaat-systeem SCS (Superior Centrifugal Seperation) hierdoor worden zelfs kleine parels aan de uitloop gescheiden van het product. De Cenomic parelmolen is de perfecte machine voor de fabricage van topkwaliteit producten zoals protectieve coatings, verven, gravure inkten en veel meer….
BüHLEr BEnELux Bedrijvenlaan 3 2800 Mechelen BElgiuM
t +32 15 28 65 00 e
[email protected] i www.buhlergroup.com
POD I U M
uw partner DIe De ontplooIIng BeVorDert Bekledingen in al hun vormen zijn niet weg te denken uit onze samenleving. Toepassingen duiken op in uiteenlopende domeinen, zoals decoratie, bescherming of functionalisatie. Vandaag nemen mensen niet langer genoegen met het louter aanbrengen van kleur op hun muren. Het tijdperk van de smart coatings is aangebroken.
Geleidelijk komen er steeds meer van dergelijke producten op de markt in sectoren zoals de bouw en de industrie. Om ze te definiëren, kunnen we stellen dat het om verven gaat die naast hun basisfuncties van decoratie en bescherming ook vernieuwende functionaliteiten vertonen. Er zijn meerdere trends te onderscheiden binnen het onderzoek rond deze nieuwe generatie van bekledingen. De innovatie in de verf- en vernissector kan erg ver gaan op voorwaarde dat de twee sleutelspelers inzake innovatie op elkaar zijn afgestemd: de fabrikant die namens zijn visie de grenzen van wat mogelijk is wil verleggen, en de leverancier van grondstoffen die nieuwe marktvoorstellen zal moeten formuleren. Als bron van technologische innovaties en steun aan de ontwikkeling van de bedrijven in de sector van de industriële coatings speelt het CoRI een cruciale rol van “technologische voedingsbodem”. Het CoRI nam verschillende initiatieven om de kmo’s in de industriële sector van de coatings te steunen.
COATInGs REsEARCH InTITuTE Avenue Pierre Holoffe 21 1342 Limelette BeLgium
t (02) 6530986 e
[email protected] I www.cori-coatings.be
reVolutIonarY Dols InternatIonal BV Chemicals and service ... to boost your business Dols International BV is a privately owned distribution company for industrial raw materials. BUT WE GO BEYOND THAT… We invest in new ideas and technologies for our customers focusing on water based systems. We continuously improve the overall quality and at the same time we look for optimization of specific properties. The future of sustainable resourced raw materials is another part of our innovative approach, supporting our customers to better face the future challenges. One of our projects is to explore polymercompositions with a high content of renewable raw materials. These green binders should still show acceptable overall performance yet maximizing the bio-based content. In-depth evaluations are ongoing. Besides, we will maintain the focus on our “DO-IT Purecryl” line. Here we combine different resin technologies in order to optimize the final performance at lowest possible cost. The product range will further develop and the application-field will be broadened. As a first binder our DO-IT Purecryl 6643 is being introduced. DO-IT Purecryl 6643 is a high performance, self-crosslinking, acrylic-urethane copolymer designed for low VOC water based finishes. The copolymer produces tough and clear gloss films with excellent chemical and abrasion resistance. Dols InternatIonal BV Zuidhoven 7N t +31 475 315 554 6042 PB Roermond I www.dols-international.eu 35 - 2015
41
P O D IUM
NETZSCH INTroduCEErT ALPHA PArELmoLEN De firma Netzsch Feinmahltechnik GmbH uit Selb (D) heeft op de European Coatings Show 2015 onder grote belangstelling haar nieuwe parelmolen concept Netzsch Alpha geïntroduceerd. Op de Netzsch stand werden 3 dagen lang diverse live presentaties gegeven omtrent dit revolutionaire nieuwe parelmolen systeem.
Als wereldwijd marktleider in parelmolen systemen heeft de firma Netzsch opnieuw de toon gezet met een parelmolensysteem wat uitblinkt in effectiviteit, kostenbesparing, design en veelzijdigheid. De Netzsch Alpha biedt vele voordelen ten opzichte van de conventionele op de markt beschikbare parelmolens. Zo is veel aandacht besteed aan gebruiksgemak en goede reinigbaarheid hetgeen naast een hoge efficiency zeer belangrijk is voor de gebruiker. Netzsch past nieuwe technieken toe welke in tegenstelling tot andere leveranciers resulteren in veel lagere toerentallen in combinatie met een veel beter resultaat. De hoge toerentallen van de andere, in de markt beschikbare conventionele molens resulteren vaak in overmatige slijtage van vaak kostbare onderdelen zoals b.v. maalkamer, acceleratie rotor, zeef en maalparels. Het nieuwe parelmolen systeem Netzsch Alpha zal dit jaar nog op diverse evenementen geïntroduceerd worden, waaronder binnenkort op de Achema Vakbeurs te Frankfurt. In Nederland is de Netzsch Alpha te zien bij E & R B.V. agent van de firma Netzsch in Nederland.
E & R B.V. Stoomloggerweg 1 3133 KT Vlaardingen
T 010-4601544 E
[email protected] I www.eandr.nl
LogILAbEL LEvErT goEdgEkEurdE PrINTErS voor CHEmISCHE gHS-ETIkETTErINg Vanwege nieuwe GHS-voorschriften wordt het mogelijk een stuk moeilijker en in-efficiënter om zwart-wit etikettenprinters met thermische overdracht te gebruiken voor het vervaardigen van etiketten die aan deze voorschriften voldoen. De industriële inkjettechnologie van Epson is de meest voordelige oplossing om uw bedrijf te laten voldoen aan de nieuwe norm. Logilabel adviseert u graag over deze oplossingen!
Daarnaast levert Logilabel printers om uw etiketten in eigen beheer af te drukken. Met onze printers drukt u snel al uw gewenste gegevens af op het gewenste materiaal.
Logi Label kan etiketten ook voor u bedrukken in plaats van printen. Een bedrukt etiket zorgt voor een duurzame uitstraling van uw producten, het blijft gaaf onder vele omstandigheden en is beter bestand tegen mogelijke weersinvloeden.
Logi Label is uw totaalleverancier voor etiketten en -software, printers, printlinten, slitters/rewinders en toebehoren. Sinds de oprichting ligt onze kracht in kwaliteit, levertijden en prijzen. Een sterke combinatie, waardoor onze klantenkring constant groeit. Stuk voor stuk hechten onze klanten aan ons onafhankelijke advies voor specifieke bedrijfstoepassingen.
Barcodes op zelfklevend polytheen bijvoorbeeld of op niet-klevend karton, papier of polyester. U kunt ook in eigen beheer kleurenetiketten in grote of kleine oplages printen. Door de printer aan te sturen met NiceLabel-software, is elke koppeling met uw database mogelijk.
LogILABEL B.V. Noordeinde 66 3341 LW Hendrik-Ido-Ambacht 42
T +31 (0)78 - 681 61 20 I www.logilabel.com
POD I U M
MOOIE VERPAKKINGEN VERKOPEN VERF Ze vallen gelijk op, mooie verpakkingen, goed verzorgd en altijd up-to-date. Met ons complete COLORCAN concept ontwikkelen wij met u verpakkingen die uw positie in de markt versterken. Heeft u uw ontwerp al kant en klaar en kunnen wij deze vertalen naar een bedrukking op uw blik, of wilt u graag ondersteuning van ons. Wij helpen u graag. Onze studio biedt u begeleiding bij en advisering op het gebied van ontwerpen, druktechnieken en materiaalgebruik. Heeft u wel eens nagedacht over een zilveren uitstraling of een ultra-mat effect? Of juist een volledig transparante uitstraling? Wij kennen de weg om tot een optimaal resultaat te komen. Onze design afdeling is gespecialiseerd in het concretiseren van uw ideeën. Ook kunnen wij u helpen bij het up-to-date houden van de wettelijke tekstregels op uw verpakking, of andere (tekst) wijzigingen in uw label. afhankelijk van kleurgebruik en oplages kunnen wij het blik direct bedrukken of voorzien van een etiket. naast het etiketteren van cilindrische verpakkingen kunnen we nu ook conische en rechthoekige blikverpakkingen etiketteren. de slogan van cOlOrcan is niet voor niets All batches great looks!
CuREVIEw OVEN MET 32 TEMPERATuuRzONEs De Nederlandse fabrikant T QC ontwerpt en produceert veld- en laboratorium testapparatuur voor verfindustrie en oppervlaktebehandeling. eén van de nieuwste en meest innovatieve producten is de cureView; een testpanel gradiënt oven uitgerust met 32 individueel regelbare infrarood verwarmingselementen.
Hildering Packaging B.V. Z andvoortstraat 69 1976 BN IJmuiden The NeTherlaNds
T (0255) 510409 E
[email protected] I www.hildering.com
Temperatuurprofielen gemeten met T Qc’s curveX oven logger systeem in een box-of transportband oven zijn in de cureView te uploaden. Zo kan het productieproces op laboratoriumschaal worden gesimuleerd. Flexibel in temperatuur de flexibiliteit in temperatuurinstellingen maakt het mogelijk om elke vorm van temperatuurverloop variërend van perfect parabolisch gevormde gradiënt, een oplopende of aflopende helling of meerdere temperatuur blokken te programmeren. Het temperatuurbereik ligt hierbij van omgevingstemperatuur tot ca. 350 °c. Breed scala testprocessen Het brede temperatuurbereik in combinatie met flexibele programmering en snelle opwarmtijd maakt de cureView geschikt voor een breed scala testprocessen. dankzij de transparante deksel kan de operator eventuele chemische reacties bij verschillende temperaturen visueel waarnemen. Voor meer informatie over de cureView gradient oven kunt u zich wenden tot productspecialist rené Bode, +31 (0)10 7900100
Productieproces op labschaal Het cureView systeem maakt het mogelijk voor onderzoekers en Qcpersoneel om coatings, grondstoffen en chemicaliën in één keer op verschillende temperatuurniveaus te testen. 35 - 2015
T Qc BV Molenbaan 19 2908 ll Capelle aan den IJssel
T (010) 7900100 E
[email protected] I www.tqc.eu
43
P O D IUM
etiketteren van blik: onze label service De kwaliteit van digitaal bedrukte kunststof etiketten is de afgelopen jaren enorm gestegen. De dekking van de kleuren, de extra effecten (matte look, vensters, metallic look) in combinatie met onze flexibele aantallen en levertijden geven uitstekende mogelijkheden om uw product in de markt te zetten.
• Het handmatig aanbrengen van labels vermijden • Gebruik maken van op maat gemaakte stansmessen • Onderscheidende blikverpakkingen inzetten om uw product nog beter te positioneren • Uw voorraadkosten verlagen • Duurzaam ondernemen verder doorvoeren door te kiezen voor 100% recyclebare blikverpakkingen Digitaal bedrukte etiketten • Full colour bedrukking • Glans of mat afwerking • Zelfklevend etiket van superieure kwaliteit • Vanaf 250 stuks Binnenkort verwachten wij onze 2e machine waarmee efficiency in zowel output, flexibiliteit en leveringsmogelijkheden zal worden geoptimaliseerd.
in 2014 hebben wij een machine ontwikkeld die zelfklevende etiketten kan aanbrengen op ons volledige assortiment verfblikken van 125 ml tot 5 liter (ook met hengsel). De etiketten worden door middel van lasnaaddetectie uiterst nauwkeurig gepositioneerd op het blik. met de label service kunt u: • Kleine, flexibele aantallen blikken en etiketten inkopen bij één partner (inkoop voordeel) • Gedecoreerde blikken inzetten zonder onnodig hoge voorraden van papieren labels aan te houden
MUS VERPaKKiNGEN BV Herfordstraat 9 7418 EX Deventer
t (0570) 629229 e
[email protected] i www.musverpakkingen.nl
Hoge kwaliteit wasmacHines en Destillatie units De technologische vooruitgang in de verf- en inkt industrie en de steeds strikter wordende regels omtrent veiligheid en milieu stellen grote eisen aan de schoonmaaktechnieken voor deze industrie. D.W. Renzmann ontwerpt en produceert sinds 1969 industriële wasmachines en destillatiemachines die voldoen aan deze eisen. Zij is een innovatieve marktleider die bekend staat om hoge kwaliteit en goede service. De ingenieurs van D.W. Renzmann zoeken steeds naar originele en innovatieve ideeën om tot een optimale oplossing voor de klant te komen. Hun machines zijn goed doordacht en met Duitse degelijkheid en precisie geproduceerd. Meestal levert D.W. Renzmann trouwens niet zomaar een machine, maar een totaaloplossing. Ze denkt vanuit het standpunt van de gebruiker van de machine. Zo biedt D.W. Renzmann gedegen advies en praktijkgerichte oplossingen. De Eskens Groep is sinds mei de officiële agent van de Duitse machinefabrikant D.W. Renzmann . Eskens zorgt binnen de verf en inkt producerende industrie voor de commerciële contacten, assistentie bij de installatie en een snelle service na verkoop. Wilt u meer informatie over de oplossingen van D.W. Renzmann? Neem dan contact met ons op. 44
ESKENS PROcESS SOlUtiONS B.V. ESKENS BENElUx N.V. www.eskens.com
+31 172 430 181 +32 15 45 15 00
[email protected]
vvvf verenigingsnieuws
Jaarverslag 2014: tekenen van herstel Verftransport zonder knoeien Het transport van verf-, lijm- of kitproducten is geen gemakkelijke opgave en aan strikte regels gebonden. Er zijn separate regels voor het vervoer over land, over water en door de lucht. Iedereen die met transport van gevaarlijke stoffen te maken heeft, moet zich bewust zijn van de risico’s en verantwoordelijkheden. Voortaan kunnen VVVF-, VLK- en VVVHleden gebruikmaken van de ‘Transport Awareness Training’. De training is bedoeld om personen werkzaam bij deze lidbedrijven te trainen in het snel en veilig vervoeren van gevaarlijke stoffen en verfproducten. De training is dus uitermate geschikt voor bijvoorbeeld een logistiekmedewerker of heftruckchauffeur. De training is net als de Informatiebladen gebaseerd op de ADR-indeling en aangepast aan actuele ontwikkelingen. Nadere informatie: Annet Sluer (Wet- en regelgeving VVVF)
Nieuw cao-boekje beschikbaar Het boekje van de cao voor de ‘Bereide Verfen Drukinktindustrie’ voor de periode 1 juni 2014 tot 31 mei 2015 is uitgebracht. Leden die onder de werkingssfeer van de cao vallen, hebben van het boekje een aantal gedrukte exemplaren ontvangen. Het boekje is tevens digitaal te bekijken via de VVVFledensite.
Uitleg over begrippen milieuregelgeving Milieuregelgeving is lastig. Er komt veel bij kijken. InfoMil heeft nu een webpagina gemaakt met een korte uitleg in eenvoudige taal van enkele van de belangrijkste begrippen uit de milieuregelgeving.
verf&inkt 35 - 2015
De crisis heeft zijn sporen achtergelaten, ook bij de verf- en drukinktindustrie. Sinds 2008 was de binnenlandse verfomzet in 2013 gedaald met acht procent en de export met twintig procent. Ook in 2014 had de verfindustrie nog te maken met een aanhoudende economische crisis. Toch zijn er na zes jaar crisis, her en der weer tekenen van herstel zichtbaar. Aldus het VVVF-jaarverslag 2014. Ten opzichte van 2013 steeg de binnenlandse verfomzet met vier procent, en de export met vijf procent. Drukinkt is geen ander verhaal. De grafimedia- en verpakkingsmarkt zijn sterk in beweging. Deze markten hebben ook rake klappen gekregen in de afgelopen crisisjaren. Ondanks alle tegenslagen heeft de verf- en drukinktindustrie in 2014 veel bereikt. Zo hebben zich meer verfleveranciers aangesloten bij VeiligmetVerf, en heeft de VVVF
actief deelgenomen aan de verschillende werkgroepen om de kosten van REACH voor MKB te onderzoeken. Op sociaal gebied is er een cao-akkoord bereikt. Verder zijn er instructies gegeven voor milieuprestatieberekeningen van verfproducten, en is de communicatie naar leden en stakeholders verbeterd. Het relatief kleine team van VVVF-medewerkers zal zich samen met de leden blijven inzetten voor de toekomst. Er liggen nog forse uitdagingen waar de verf- en drukinktindustrie mee van doen zal krijgen, zoals op het gebied van duurzaamheid, veiligheid, sociale innovatie, technologische innovatie en ketensamenwerking. Daar blijft de verf- en drukinktsector zich de komende jaren op richten. Het jaarverslag wordt in juli uitgebracht in de vorm van een VVVF-map met informatiebladen. De map is aan te vragen bij de VVVF.
Verffabrikanten en Ondernemingsdossier Mark Schouten van het ministerie van Economische Zaken heeft in mei tijdens de vergadering van de Issuegroep Weten Regelgeving een presentatie gegeven over het Ondernemingsdossier. Het Ondernemingsdossier is een instrument om de regeldruk te verminderen en het toezicht door de overheid te vereenvoudigen. Het doel is om door een nieuwe manier
van samenwerken en informatie delen tussen onderneming en overheden het makkelijker te maken om aan de regels te voldoen en ook het toezicht minder tijd te laten kosten. Op dit moment zijn al twee verffabrikanten actief met het Ondernemingsdossier. De issuegroep onderzoekt momenteel of het ook interessant is voor de hele bedrijfstak.
Aanmelden voor ITECH Overweeg een carrière in de verfindustrie. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden voor de nieuwe Europese driejarige masteropleiding in de formulering van verf en inkt bij ITECH. ITECH Lyon biedt onderwijs voor ingenieurs op het gebied van polymeren en hun toepassingen: specifiek op het gebied van verven, inkten, lijmen en cosmetische formulering, kunststoffen, textiel engineering, lederen productie en het gebruik ervan.
ITECH Lyon is een ‘Grande Ecole’ ontwikkeld en ondersteund door professionele verenigingen en bedrijven. Het opleidingsprogramma is in het Engels en geaccrediteerd door CTI (Engineering kwalificatie Commissie). Dit programma is opgezet in nauwe samenwerking met de industrie. Verschillende beurzen zullen toegekend worden onder de inzendingen. Nadere informatie: www.itech.fr/pages/afutureincolour.
VVVF-leden betrokken bij aanpassing PGS15 De afgelopen periode hebben VVVF-leden een bijdrage geleverd aan de aanpassing van de PGS15 en PGS31. Deze richtlijnen bevatten regels voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en opslag in ondergrondse en bovengrondse tankinstallaties. De nieuwe tekst is het resultaat van een lang proces van intensief overleg waarbij de brandweer en het bedrijfsleven betrokken waren. De concept tekst is momenteel via de NEN beschikbaar gesteld voor commentaar.
Modernisering cao in gang gezet De VVVF wil de cao moderniseren om beter te kunnen inspelen op de behoeften op de werkvloer. Er is behoefte aan meer flexibiliteit voor zowel werknemers als werkgevers. Directieleden en HR-managers bij VVVF-lidbedrijven kwamen onlangs bijeen om input te leveren. De vergrijzing is zichtbaar en de toestroom van nieuwe medewerkers is beperkt. De komende jaren wordt het een uitdaging om geschikt en voldoende personeel in de sector te krijgen en te behouden. Door de arbeidsvoorwaarden te vernieuwen is het mogelijk om de arbeidsproductiviteit en de participatie te verhogen.
Nieuw lid van de VVVF: Geostick Per 1 mei is Geostick toegelaten als buitengewoon lid van de VVVF. Geostick is totaalleverancier op het gebied van etiketten en labels. Nadere informatie: www.geostick.nl.
@verfeninkt Volg ons op Twitter
45
vvvf verenigingsnieuws
Verandering centraal bij jaarvergadering CEPE Norm voor brandmeldinstallaties herzien Onlangs heeft de NEN de norm voor beheer, controle en onderhoud van brandmeldinstallaties herzien. Deze herziene uitgave is aangepast aan de inzichten en technologieën van deze tijd. Het Branchebureau heeft de VVVF-, VLK- en VVVHleden hierover geinformeerd. Een brandmeldinstallatie in een gebouw kan alleen effectief blijven functioneren wanneer de betrokken beheerder er voor zorgt dat het beheer, de controle en het onderhoud van de installatie op de juiste wijze plaatsvinden.
Bayer MaterialScience wordt Covestro VVVF-lid Bayer heeft de nieuwe naam van MaterialScience bekendgemaakt: Covestro. Vanaf 1 september 2015 zal de nieuwe naam worden gebruikt. Uiterlijk medio 2016 wordt Covestro door Bayer naar de beurs gebracht.
De CEPE Annual Conference & General Assembly zal plaatsvinden van 30 september tot 2 oktober 2015 in Krakaw (Polen). Het thema is ‘Fit to master the change’. Verandering is een belangrijke factor in het bedrijfsleven en dus ook in de verf- en drukinktindustrie. Veranderingen in o.a.
wetgeving en hogere eisen van de klant vereisen dat bedrijfssystemen aangepast worden. Bedrijven kunnen zich niet langer veroorloven om passief achterover te leunen maar zullen hun businessmodellen moeten aanpassen of technologische transformaties moeten ondergaan.
Mansveld en chemiebedrijven versterken veiligheid sector Op 1 juni lanceerden staatssecretaris Mansveld (Ministerie van I&M) en Anton van Beek (voorzitter van het programma Veiligheid Voorop) zes veiligheidsplannen voor de chemische industrie als onderdeel van het programma Veiligheid Voorop. Via
deze zogeheten Safety Deals investeren bedrijven en de overheid gezamenlijk verder in de veiligheid van de chemieketen. De VVVF is aangesloten bij Veiligheid Voorop, een initiatief van VNO-NCW en de chemische industrie.
Nieuwe Deinking Scorecard beschikbaar voor ontinkten Ontinkten is een belangrijke stap in het recyclingproces van bedrukt grafisch papier. Dit om een heldere pulp te produceren dat geschikt is voor een breed scala van gerecycled papier en karton. De ontinktbaarheid van een gedrukt product
kan worden beoordeeld met behulp van de Deinking Scorecard, ontwikkeld door de European Recovered Paper Council (ERPC), waarvan EuPIA lid is. De ERPC heeft onlangs een herziene versie van de ‘Deinking Scorecard’ gepubliceerd.
Branchenieuws
Nieuw pand Vista Sinds een paar dagen heeft Vista een nieuw pand betrokken in Nootdorp. De sinds 1985 in Voorburg gevestigde onderneming verhuisde naar Nootdorp om meer opslagruimte beschikbaar te krijgen. Daarnaast bieden nieuwe technologieën op het terrein van applicatie en techniek meer mogelijkheden om snel en efficiënt nieuwe innovatieve verfspecialiteiten te ontwikkelen en te introduceren.
46
Voorts bieden uitgebreide faciliteiten voor opleidingen en demo’s het Vistateam en partners de mogelijkheid om het kennisniveau te verhogen en daarmee de eindgebruiker beter van dienst te zijn. Vanuit het nieuwe pand kunnen bestellingen die tot 16.00 uur worden gedaan, de volgende dag vóór 08.00 uur worden bezorgd bij afnemers in de Benelux. Vista is eigenaar van het merk Vista Paint en exclusief leverancier van Südwest, Jansen en Jaeger.
Drywood wint Cross-over Innovation Challenge Verffabrikant Drywood uit Enschede is als partner in een duurzaam project winnaar geworden van de Cross-over Innovation Challenge. Partners waren Lenferink Applicatietechniek en Duurzaam Gebouwdpartner Foreco. Kennispoort Zwolle selecteerde innovatieve ontwikkelingen die ondernemingen een stap in de toekomst laten zetten. De innovatie NobelWood Equal Weathering kwam als winnaar uit de bus. Voor Nobelwood wordt zacht naaldhout via biopolymeren uit suikerrietafval tot een duurzame houtsoort gemaakt. Qua vergrijzing gedraagt het zich als tropisch hardhout: nieuw heeft het een diepbruine hardhoutkleur, maar in de tijd vergrijst het.
EuPIA-richtlijnen geactualiseerd EuPIA heeft onlangs de richtlijnen geactualiseerd. Het betreft de Guideline for printers on the safe use of energy curing printing inks and varnishes en Guideline for printing ink manufacturers on safe handling of UV and EB printing inks and their corresponding raw materials and intermediate products. Beide documenten zijn op de ledensite beschikbaar.
Loodchromaat in verf Loodchromaat kan gevaar opleveren voor de gezondheid en het milieu. Het gebruik en op de markt brengen van deze stof is in de EU verboden tenzij toestemming is verkregen van de Europese Commissie. De Europese Commissie overweegt een autorisatie af te geven voor het gebruik van loodchromaat. CEPE heeft hier protest tegen aangetekend. De VVVF heeft als standpunt dat het hier gaat om een Europese aangelegenheid, en om die reden deelt zij de mening van Europese Koepelorganisatie CEPE. Daarnaast geeft de VVVF aan dat leden individueel verantwoordelijk zijn voor het besluit om al dan niet loodchromaten te blijven gebruiken.
Controles op consumentenproducten met kindveilige sluiting Inspecteurs in vijftien lidstaten zullen de veiligheid van de verpakking van gevaarlijke stoffen en mengsels die consumenten gebruiken controleren. Naast een kinderveilige sluiting, zullen de inspecteurs ook de volledige verpakking controleren. De verf-, inkt-, lijm-, kitfabrikanten maar ook de verfgroothandelaren zijn hiervan op de hoogte gesteld. Voor meer informatie kunnen zij de berichtgeving op de ledensite raadplegen.
Processing Equipment for Coatings & Ink Industry
DYNO ® -MILL ECM-AP High-ef f iciency agitator bead mills
•Hogere productiecapaciteit in kleinere maalkamers. • Eenvoudige kleurwissels met weinig productverlies. • Lage energiekosten en minimale reinigingstijden. • De perfecte oplossing voor kleine en grote batches.
• Mixing • Dispersing • Grinding • Sieving • Filling • All types of grinding media available from stock
E & R B.V. Stoomloggerweg 1 - 3133KT Vlaardingen T 010 4601544 -
[email protected] - www.eandr.nl
PODIUM
Maak eveneens gebruik van dit VVVF podium! Verschijning Editie 3: eind september 2015 Editie 4: begin december 2015 Editie 1: eind maart 2016 Editie 2: half juni 2016 Willy A. Bachofen AG Maschinenfabrik, your expert partner for finest dispersion and wet milling down to nano size particles Willy A.Bachofen AG Maschinenfabrik
ESKENS Process Solutions w w w.e s k e n s .co m
[email protected]
t +31 172 430 181 t +32 15 45 15 00
Informeer voor deelname:
[email protected] • 070 - 323 40 70
Kennis delen en kennis vergaren
2,5 liter - 30 liter
Kleine oplages Premium kwaliteit
Transparant mogelijk
7 kleuren Folie: mat of glans
Colorcan printservices Ze vallen gelijk op, mooie verpakkingen, goed verzorgd en altijd up-to-date. Met ons complete COLORCAN concept ontwikkelen we samen met u verpakkingen die de positie van uw product in de markt versterken. Door blikverpakkingen direct te bedrukken of te etiketteren, krijgt elk product een unieke uitstraling. Ongeacht welke ordergrootte u nodig heeft. Daarom onze belofte:
“All batches. Great looks” Zandvoortstraat 69 T +31 (0)255 510 409
1976 BN IJmuiden F +31 (0)255 512 801
[email protected] www.hildering.com