Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding Opbrengsten van zes pilotprojecten Tweede tranche 2012 - 2013
INHOUDSOPGAVE
Zes pilotprojecten voor de samenwerking VO en HO
3
Project ‘Sterke LOB-mentor en LOB‑vakdocent’
4
Project ‘Samen verantwoordelijk voor studiesucces’
6
Project ‘Mentoren en ouders, partners in studiekeuze’
8
Project ‘Havo Carrousel’
10
Project ‘LOB Arrangeren’
12
Project ‘Van leerling naar student’
14
Succesfactoren voor samenwerking
17
Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding
ZES PILOTPROJECTEN VOOR DE SAMENWERKING VO EN HO
Een impuls aan loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB)
Jongeren moeten veel keuzes maken. Zeker in een tijd waarin de arbeidsmarkt snel ontwikkelt, mensen snel van baan wisselen, en beroepen niet meer voor een heel werkzaam leven zijn, is het cruciaal dat mensen al jong leren hoe keuzes rondom dit thema gemaakt kunnen worden. Het begeleiden van de leerlingen bij het ontdekken waar zijn/haar passie en kwaliteiten liggen en maken van keuzes die daarbij aansluiten, is daarom belangrijk in het onderwijs. De VO-raad wil graag stimuleren dat de scholen voor voortgezet onderwijs en de instellingen voor vervolgonderwijs samen richting, vorm en inhoud geven aan LOB. Binnen het project ‘Stimulering LOB’ was en is er daarom speciale aandacht voor de samenwerking tussen het VO en het HO. Zes nieuwe VO-HO projecten
In het schooljaar 2012-2013 heeft project Stimulering LOB een zestal VO-HO samen werkingsverbanden ondersteund. Elk samen werkingsverband heeft een pilot uitgevoerd
waarin de deelnemers op basis van een eigen projectidee samengewerkt hebben aan effectieve LOB. Deze zes pilots borduren voort op een eerdere serie van vijf pilot projecten, die in het voorjaar van 2012 zijn afgesloten met een conferentie in Utrecht. Overdraagbaar aan andere instellingen
De projecten hebben nadrukkelijk het doel meegekregen hun ervaringen en opbrengsten overdraagbaar te maken aan andere instellingen. Deze publicatie geeft een overzicht over de projectresultaten die nu vrij beschikbaar zijn en hoe andere onderwijsinstellingen deze in hun eigen context kunnen inzetten. Succesfactoren voor samenwerking
De publicatie eindigt met een artikel over de samenwerking binnen de projecten en wat daarbij de belangrijkste succesfactoren zijn geweest. Andere, toekomstige samenwerkings verbanden kunnen hier hun voordeel mee doen. Project Stimulering LOB Augustus 2013
3
PROJECT ‘STERKE LOB-MENTOR EN LOB‑VAKDOCENT’ Deelnemende onderwijsinstellingen en contactpersonen
Fontys Hogeschool Tilburg Rob Doorleijers NHTV Breda Sylvia Hermans Avans Breda Rogier Gmelich Newman College Breda Minette van den Bemd Mencia Breda Renata Braspenning, Jan van Etten K.S.E. Etten Leur K. Gobbens Markenhage Breda A. Belleter Cambreur College Ton Sprangers
Terugblik op het project
Dit project richtte zich op het betrekken van HBO-docenten bij de LOB-activiteiten op de deelnemende VO-scholen. Er zijn twintig docenten, coaches en schoolleiders van het voortgezet onderwijs en acht vertegen woordigers van het HBO betrokken geweest bij dit project. Zij hebben over de samen werking rondom LOB gesproken en hoe deze versterkt zou kunnen worden. De betrokken heid vanuit het Hbo heeft onder andere geholpen de toepassingen van een bepaald vak in het hbo en het latere beroep te verhelderen. Hierbij is gefocust op het vak economie/ M&O. In de onderlinge uitwisseling is verder ingezoomd op het havo-leerlingprofiel en de herkenbaarheid van de attitude in havobovenbouw en propedeuse. Een tweede element was een trainingssessie voor mentoren van de deelnemende scholen. Onder leiding van twee coaches van het HBO (NHTV en Fontys) is geoefend met gespreks vaardigheden voor LOB-gesprekken. Coachende vaardigheden bleken bij veel mentoren aanwezig, maar desondanks kregen ze nog veel tips die relevant zijn voor de begeleiding van leerlingen in havo-4 en havo5. De mentoren zijn enthousiast van de training teruggekomen naar de scholen.
Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding
5
Beschikbaar voor andere scholen
Een tip uit het draaiboek
Van dit project zijn een projectbrochure en een draaiboek beschikbaar. Met dit “Draai boek voor versterking van LOB-mentoren en vakdocenten” kunnen ook andere samen werkingsverbanden VO-HO hun voordeel doen. Het draaiboek biedt tips, een good practice (en een bad practice!) en is bruikbaar als inspiratie. Voor eigen gebruik moet het draaiboek natuurlijk wel aangepast worden aan de eigen situatie.
Organiseer niet alleen uitwisseling van vak naar vak, maar verzorg bredere informatie over de manier van werken op het hbo. Voor docenten uit het vo is dit vaak een volslagen onbekend terrein. Maak daarbij duidelijk wat de huidige eisen op het hbo vakinhoudelijk en in het algemeen zijn. Deze zijn bij de vodocenten onbekend . Dit zou via een soort ‘stagewerkboek’ kunnen.
Fragment uit het draaiboek:
Zeven elementen van goede samenwerking bij een gemeenschappelijk project van voinstellingen en hbo-instellingen 1. Organiseer samenwerking tussen hboinstelling(en) en school/scholen voor havo. 2. Bepaal de financiële kaders van het project. 3. Formeer een projectgroep met minimaal één persoon per deelnemende school/ instelling. 4. Vermijd ruis door onduidelijkheden over de doelstellingen en hoe deze bereikt kunnen worden. 5. Organiseer voor alle processen een nulmeting en een eindmeting. 6. Ontwikkel instrumenten die behulpzaam zijn om het proces te ondersteunen. 7. Evalueer elke activiteit op korte termijn, zodat bijsturing mogelijk is.
Het complete draaiboek en de projectbrochure zijn beschikbaar via www.lob-vo.nl Hoe gaat het verder?
De projectdeelnemers willen de samenwerking volgend jaar op dezelfde manier voortzetten. Zij willen nu voor alle havo-vakken op zoek gaan naar matches met docenten in het hoger onderwijs. Opnieuw worden ook loopbaan coaches ingezet, met mentoren en/of met de samengestelde matches van docenten havohbo. De samenwerking is komend schooljaar beschikbaar voor het hele netwerk Ho-Vo West-Brabant. Dat betekent dat een flinke regiefunctie nodig zal zijn.
Projectleider Ton Sprangers, Teamleider Havo, Cambreur College
“Door gemeenschappelijk aan een dergelijk project te werken is een grote saamhorigheid ontstaan in de projectgroep. We herkennen dezelfde problematieken op onze scholen, bijvoorbeeld hoe moeilijk het is om echte, diepgaande LOB-coaching te organiseren. Uiteraard bepaalt iedere school zijn eigen beleid, maar de opbrengsten van deze pilot op dit gebied helpen iedere school vooruit. Degenen die aan de pilot hebben deelgenomen, zijn ambassadeurs op hun eigen school en stimuleren collega’s tot dezelfde aanpak.”
PROJECT ‘SAMEN VERANTWOORDELIJK VOOR STUDIESUCCES’ Deelnemende onderwijsinstellingen en contactpersonen
Hogeschool Windesheim Flevoland Claudia Tempels OSG Helen Parkhurst Jasper Hooijmeier Oostvaarderscollege Wendy van Erp Baken Poort Ron Hendriks
Terugblik op het project
Dit project heeft gewerkt aan een fundament voor duurzame samenwerking tussen deel nemende VO-scholen en Windesheim Flevoland, een nieuwe hbo-instelling in de regio, op het gebied van studiekeuze begeleiding. In eerste instantie stond kennis making en uitwisseling centraal, en het definiëren van vijf gemeenschappelijke uitgangspunten met betrekking tot studie keuzebegeleiding. Dit heeft geleid tot een formele samenwerkingsovereenkomst. Vervolgens is er een actieplan met concrete verbeterpunten per school opgesteld. Deze zijn uitgewerkt naar allerlei deelprojecten, waarvoor binnen het project eerste stappen zijn gezet. Zo zijn bijvoorbeeld de hbostudenten ingezet om een betrokken dialoog te voeren met vo-leerlingen over studeren in het hbo (‘studentencafé’). Ook hebben hbostudenten een klein kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de bevinding van leerlingen vo over LOB.
Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Beschikbaar voor andere scholen
Fragment uit het procesverslag
Het project heeft een korte film gemaakt die het project samenvat. De film is te bekijken via www.lob-vo.nl.
Opvallend was dat de betrokken VO scholen elkaar op een hele open en constructief kritische wijze bevroegen op de stand van zaken. Hier is een eerste laagje van het fundament gelegd voor een open en respect volle samenwerking in de projectgroep. Omdat al heel snel duidelijk werd dat de scholen heel verschillend zijn, heeft de groep gesproken over de vraag wat de meerwaarde is van deze samenstelling. Immers, de relatie vo/ hbo moest worden verstevigd, dat betreft dus iedere VO school afzonderlijk in samen werking met Windesheim Flevoland. “Waar hebben we elkaar dan voor nodig? De projectgroep heeft geconstateerd dat de bijeenkomsten inspirerend en verscherpend hebben gewerkt. Daarnaast is de projectgroep een plek om ideeën te toetsen, te klankborden.”
Verder heeft het project een visiedocument, een samenwerkingsovereenkomst, actie plannen en een procesverslag opgeleverd. In het procesverslag is te lezen hoe men in vijf stappen toegewerkt heeft naar een duurzame samenwerking tussen VO-scholen en de hogschool. De vijf uitgangspunten uit het gemeenschappelijke visiedocument VO-HO
Keuzebegeleiding is effectief: 1. in een doorlopende leerlijn 2. als er ruimte is om te experimenten 3. als er een betrokken dialoog wordt gevoerd 4. als er wordt aangesloten bij talenten en ambities van leerlingen 5. als het is ingebed in het totale onderwijsprogramma.
Hoe gaat het verder?
Tijdens de slotbijeenkomst hebben directeur en decaan per school teruggeblikt op het afgelopen jaar en concrete afspraken gemaakt voor het komende jaar. Voorbeelden hiervan zijn dat er een langere termijn plan komt voor het decanaat en dat oud-leerlingen ingezet gaan worden voor LOB. De werkvormen die in de deelprojecten zijn uitgeprobeerd, krijgen een vervolg, en de samenwerkingsovereen komst borgt dat er structurele afstemming plaats blijft vinden.
Projectleider Claudia Tempels, Hogeschool Windesheim Flevoland
‘De film die is gemaakt na een jaar van intensieve samenwerking geeft een goed beeld van het proces wat we met elkaar hebben doorlopen. Er is kennisgemaakt, commitment en medeeigenaarschap ontstaan ten aanzien van het thema “samen verantwoordelijk voor studiesucces”.’
7
PROJECT ‘MENTOREN EN OUDERS, PARTNERS IN STUDIEKEUZE’ Deelnemende onderwijsinstellingen en contactpersonen
Wageningen University Hogeschool van Hall Larenstein Hermien Miltenburg; Ichthus College Veenendaal - Gerrit Oomen, Joop de Leur; Het Streek Ede - Johan ter Keurs Erna van Schuppen; Hendrik Pierson College Zetten - Paul Vlieks; Rembrandt College Veenendaal - Len Bunte. Verenigd in het Food Valley Scholen netwerk.
Terugblik op het project
Het speerpunt van dit project was de deskundigheidsbevordering van mentoren, met specifieke aandacht voor ouder betrokkenheid. Het project heeft een training ontwikkeld voor mentoren van bovenbouw havo-vwo. De training wordt uitgevoerd door de decaan en is gericht op deskundigheidsvergroting op het gebied van studiekeuze en de rol van de mentor hierin. Ook coachingsinstrumenten, handvatten voor gesprekstechnieken en ouder betrokkenheid krijgen aandacht. De training bestaat uit 5 blokken. Elk blok bevat een afgebakend onderwerp en kan separaat aangeboden worden. De training is, uitgesplitst in delen, uitgevoerd op deel nemende VO scholen en werd als (zeer) nuttig ervaren. Daarnaast heeft het project een aantal down loadbare presentaties ontwikkeld voor de ouders van studiekiezers. Deze ‘ouderpresen taties’ zijn door decanen te gebruiken in groot- of kleinschalige bijeenkomsten met ouders. De presentaties zijn in studiejaar 2012/2013 gegeven aan 3400 ouders op ouderavonden van havo en vwo. Op de deel nemende instellingen voor HO zijn 1000 ouders van studiekiezers ontvangen.
Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Beschikbaar voor andere scholen
De mentorentraining is goed bruikbaar voor decanen in het hele land. De training kan in zijn geheel, maar ook gemoduleerd aange boden worden. Per blok is er een power-point beschikbaar, soms aangevuld met Word documenten. Er is ook een handleiding beschikbaar. Fragment uit de mentorentraining, blok 2
Over het verschil tussen advies geven en coachen • Geen coaching: Ik zie dat je minder presteert dan je kunt. Ik adviseer je echt wat meer huiswerk te maken, je haalt echt geen voldoende op deze manier. • Wel coaching: Je bent een intelligente knaap. Toch haal je niet de resultaten die je kunt halen. Hoe komt dat? Fragment uit de presentatie voor ouders
Er zijn diverse typen ouders: • Ambitieuze ouders (hoe hoger hoe beter) • Bange ouders (financieel-schulden maken, heeft mijn kind het niveau?) • Gemiste kansen ouders (ik heb de mogelijkheid niet gehad) • Een-ouder (wat adviseert u? behoefte aan feedback) • Allochtone ouders (andere cultuur) • Ga maar werken (dan kom je er ook)
• Ouders voor hun kind praten (mijn zoon hier heeft altijd last van) • [Etc.] Het ideaal is: • Trotse ouders (fantastisch dat we ons kind deze kans kunnen geven) • Ouders als partners (coach, maatje, spiegel) Daarnaast is een handzame flyer beschikbaar met 10 tips voor studiekiezers, een brochure met achtergrondinformatie over het studie keuzeproces en voorbereiding op het eerste studiejaar, en tenslotte een publicatie met testimonials van ouders van huidige studenten (hoe kijken zij terug op de wijze waarop ze kun zoon/dochter hebben gecoacht in de studiekeuzefase). Alle documenten zijn te vinden op de site www.mentorenstudiekeuze.nl. Hoe gaat het verder?
Bij de meeste deelnemende VO-scholen is de mentorentraining dit schooljaar al uitgevoerd. De overige deelnemende VO-scholen volgen dit najaar. Ook diverse decanen van andere dan de deelnemende scholen hebben aan gegeven delen van de training te willen uitvoeren.
Projectleider Hermien Miltenburg, Wageningen University, Hogeschool van Hall Larenstein
“Decanen hebben twee ‘natuurlijke’ partners in de begeleiding van het studiekeuzeproces: mentoren en ouders van studiekiezers. Bij een goed studiekeuzeproces neemt de studiekiezer de adviezen van mentor en ouder mee. Die moeten zich dan wel bewust zijn van hun rol. Mentoren moeten deskundig zijn op het gebied van coaching en studiekeuze.”
9
PROJECT ‘HAVO CARROUSEL’
Deelnemende onderwijsinstellingen en contactpersonen
Projectbureau vmbo Carrousel Groningen en Drenthe Ellen Rozeman, Jolande Oechies CSG Augustinus College Wolbert van Wageningen, Henk de Vries CSG Wessel Gansfortcollege Jan Westerhof, Eltjo Smit H.N. Werkman College Co Tammeling, Elke Mellema Hanzehogeschool Groningen Roger Groesz, Annemarie SchreuderDoornbosch Calibris Gerda Boersema OTP Debby Tohata Kerngroep vmbo Carrousel Groningen en Drenthe Peter Boon
Terugblik op het project
De pilot havo Carrousel was gebaseerd op het beproefde loopbaanoriëntatie instrument vmbo Carrousel. Het Carrousel-concept is in 2005 bedacht door een aantal vmbo scholen in de provincie Groningen en Drenthe en Calibris. De havo Carrousel houdt in dat leerlingen in havo 4 drie keer per schooljaar in contact gebracht worden met de beroeps praktijk of het vervolgonderwijs. Zij krijgen hiervoor interactieve programma’s aangeboden in de vorm van drie bedrijfsbezoeken. De eerste twee bezoeken gingen vooral in op het creëren van een algemeen beeld van de beroepen binnen het bedrijf of de instelling. Het derde bezoek ging vervolgens dieper in op de opleiding en de daarbij passende beroepen. Een hbo-stagiair van de Hanzehogeschool, die de opleiding volgde en stage liep bij het bedrijf waar de havo-leerlingen op bezoek kwamen, begeleidde dit laatste bezoek. Een bijkomend projectdoel was een robuust, professioneel regionaal netwerk tussen vo, mbo en hbo, bestaande uit meerdere lagen van directie tot uitvoerend niveau. Hiervoor kon de pilot voortborduren op het bestaande samenwerkingsverband van de vmbo Carrousel in de regio Groningen; daarbij is specifiek de samenwerking met de Hanzehogeschool geïntensiveerd. Beschikbaar voor andere scholen
Het project heeft een groot aantal documenten beschikbaar gesteld voor andere Foto genomen tijdens een carrouselbezoek bij GGZ Lentis.
Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding
scholen. Dit is rijk materiaal waarmee scholen goed aan de slag kunnen. Het is wel belangrijk om je te realiseren dat deze pilot heeft voortgeborduurd op een bestaande samen werking waar veel partijen bij betrokken zijn. Een belangrijke randvoorwaarde is daarom dat er een staande organisatie is met voldoende draagvlak, middelen en mogelijkheden in de regio. Een greep uit de documentatie: In het draaiboek en de procesbeschrijving staat uitgestippeld wat er door wie voorbereid moet worden om de carrousel te organiseren en de drie bedrijfsbezoeken goed te laten verlopen. Ook is er een beschrijving van de taken, rollen en verantwoordelijkheden van alle betrokken partijen. Modelbrieven zijn beschikbaar voor onder andere de leerlingen, hun ouders, deelnemende bedrijven en de hogeschool. Fragment uit de voorbereidende flyer voor deelnemende bedrijven en instellingen
Doet uw bedrijf mee aan de havo Carrousel? Dan krijgt u havo-leerlingen op bezoek die zich oriënteren op beroepen en opleidingen. Met de volgende tips maakt u van uw bezoek een succes! Zo maakt u een goed programma: • Laat de leerling een beroepsbeoefenaar interviewen. • Laat de leerling bestaande producten of diensten beoordelen. • Laat de leerling een werkdag beschrijven. • Leerlingen hebben een korte
spanningsboog, varieer daarom in werkvormen. • Koppel de functies binnen uw organisatie aan de profielen in het onderwijs. Fragment uit de procesbeschrijving van het project
Door hbo stagiairs in het kader van een stageopdracht voor hun opleiding een rol te laten spelen bij het ontwikkelen van het carrouselprogramma kan worden gezorgd voor een leerzame ervaring voor zowel de havo leerling als de hbo student. Het voordeel dat dit oplevert is dat hbo stagiaires vanuit hun achtergrond en ervaring een inhoudelijk goed en aansprekend carrouselprogramma kunnen vormgeven. Daarnaast worden de havo leerlingen tijdens het derde Carrouselbezoek zoveel mogelijk in kleine groepjes gekoppeld aan een hbo stagiair(e). Hierbij wordt de drempel tot communicatie tussen de hbostagiair en de havo leerling lager waardoor interactie gemakkelijk tot stand komt. Hoe gaat het verder?
Alle partners hebben zich gecommitteerd aan een tweede pilotjaar (schooljaar 2013-2014). Alle partijen hebben het voornemen uitgesproken om na het tweede pilotjaar het concept regionaal en landelijk uit te rollen. De projectcoördinatie blijft net zoals bij vmbo Carrousel centraal georganiseerd door het projectbureau Carrousel in Groningen en Drenthe.
Projectleider Ellen Rozeman, Projectbureau vmbo Carrousel Groningen en Drenthe
“Door 80% van de carrouselbezoeken te organiseren op basis van arbeidsmarktrelevantie, willen wij het inzicht van havo 4 leerlingen in hieraan gerelateerde beroepen en opleidingen vergroten. Hierdoor willen wij een toekomstperspectief bieden. Dat biedt hopelijk ook meteen een motivatie-impuls, met als resultaat dat de schooluitval in de havo omlaag gaat.”
11
PROJECT ‘LOB ARRANGEREN’
Deelnemende onderwijsinstellingen en contactpersonen
Dongemond College Hanneke de Veer Fontys Lerarenopleiding Tilburg Tom Toebes Lyceum Bisschop Bekkers Carla Upperman Mollerlyceum Maurice van de Lisdonk
Terugblik op het project
In dit project hebben studenten van de Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) in samen werking met vakdocenten van het VO gewerkt aan LOB-arrangementen voor het betreffende schoolvak. Aankomende docenten worden zo gedurende hun opleiding al bewust en vaardig gemaakt om LOB op te nemen als onderdeel van het vak. Huidige docenten uit het VO worden zich bewuster van het feit dat LOB onderdeel is van hun vak en dat zij op een laagdrempelige manier, een praktisch arrangement, hier ook invulling aan kunnen geven vanuit de vakinhoud. Tijdens het project hebben de FLOTstudenten in duo’s gewerkt aan digitale lesarrangementen rondom LOB in de vakles. In samenwerking met de vo-docent hebben zij een LOB-lesarrangement gemaakt dat de inhoud van de vakles koppelt aan studie- en beroepsmogelijkheden van dit vak. Het digitale arrangement omvatte minimaal drie lessen per student. In totaal zijn er twaalf studenten en drie begeleiders van FLOT betrokken geweest, plus zes vakdocenten van de deelnemende VO-scholen. De aanpak van het project ‘LOB-arrangeren’ is een aanbeveling voor alle VO-scholen die: • LOB onderdeel willen maken van de vakken • Stages van studenten een zinvolle invulling willen geven
Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Beschikbaar voor andere scholen
Dit project heeft twee soorten opbrengsten die voor anderen beschikbaar zijn: a) voor VO-scholen: drie inhoudelijke arrangementen De studenten-duo’s van FLOT hebben drie LOB-arrangementen opgeleverd die ook voor andere scholen beschikbaar zijn gesteld: voor biologie (Dongemond College), economie (Lyceum Bisschop Bekkers) en geschiedenis (Lyceum Bisschop Bekkers). Deze arrangementen bieden een beschrijving waarmee andere VO-docenten een duidelijk kader hebben om vanuit hun vak aandacht te besteden aan LOB. Voor deze arrangementen geldt wel dat zij nog niet getest zijn door leerlingen. b) voor lerarenopleidingen: het cursus materiaal waarmee studenten kunnen leren hoe je een LOB arrangement kunt maken. Het totaal van producten kan model staan voor een samenwerkingsverband tussen lerarenopleidingen en VO-scholen. Er is onder andere een businesscase beschrijving beschik baar met aandachtspunten voor adoptie van LOB-arrangeren door andere VO-scholen. Fragment uit de inter view-vragenlijst met de VO-vakdocent
Op basis van een interview met de VO-docent verzamelt de student informatie voor het te ontwikkelen LOB-arrangement van dit vak.
• Wat is de voorkennis van uw leerlingen, wat weten ze al over LOB in relatie tot het vak? • Hoeveel uur moet LOB van uw vak uitmaken? • Welke werkvormen wilt u terug zien? • Is het de bedoeling dat leerlingen er thuis mee aan de slag gaan of wordt er vol doende tijd voor vrij gemaakt in de lessen? • Dienen leerlingen getoetst of beoordeeld te worden? Zo ja, waarop? Uittreksel uit het arrangement ‘Biologie en LOB’, bestemd voor derde jaar havo-vwo
Biologie is een erg leuk vak om in je profiel te kiezen. Om te kijken wat je uiteindelijk met biologie kunt is het belangrijk om te kijken welke beroepen bij biologie aansluiten. Middels deze oefening kun je voor jezelf kijken hoeveel kennis jij al bezit over de verschillende beroepen die aansluiten bij het vak biologie. Noem zoveel mogelijk beroepen waarbij biologie van belang kan zijn. Noem hierbij minimaal 2 eigenschappen die van toepassing kunnen zijn bij dit beroep. Hoe gaat het verder?
De ontwikkelde reader en cursus ‘LOBarrangeren’ zullen komend jaar onderdeel uit gaan maken van het vaste LOB-curriculum van Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT). LOB-arrangeren wordt onderdeel van de stage van studenten binnen het VO.
Projectleider Martijn Spekman, Codename Future
‘De begeleiders van de FLOT-studenten ervaren ‘LOB-arrangeren’ als een toegevoegde waarde voor henzelf en de studenten. De studenten van de lerarenopleiding worden geschoold in het maken van LOB arrangementen die meteen ingezet kunnen worden; dit is tastbaar en stimuleert bij de studenten het bewustzijn rondom LOB.’
13
PROJECT ‘VAN LEERLING NAAR STUDENT’ Deelnemende onderwijsinstellingen en contactpersonen
Quadraamscholen Noord Maarten Delen Liemers College Zevenaar Janny van Meenen Candea College Duiven Marijke Bocken Montessori College Arnhem Caroline Joosten Olympus College Arnhem Marcia Vreman Beekdal Lyceum Arnhem Patricia Leenders Lorentz Lyceum Arnhem Hubert Wittens Hogeschool Arnhem/Nijmegen Steef Woldinga en Frits Roelofs
Terugblik op het project
Het project is bedoeld als basis voor een (minstens) driejarig gezamenlijk programma dat als doel heeft: vergroten studiesucces Quadraamleerlingen aan de HAN en vergroten studieplezier. In het project zijn vijf professionele koppels gevormd van aan sluitingsverantwoordelijken op de havoafdeling van elke Quadraamschool en de opleidingen van de HAN. Deze koppels hebben de regie genomen over de aansluit activiteiten. Zij zijn gestart om per koppel twee interventies voor het vergroten van studiesucces te ontwerpen en te testen. Bij het ontwikkelen betrekken zij leerlingen en studenten. De basis voor de interventies is het ‘7i model’, zie onder. Een regiegroep, samen gesteld uit vertegenwoordigers van de HAN en de directie van de Quadraamscholen, heeft tijdens de looptijd van het project de verbinding gelegd tussen de interventies op de verschillende scholen en de onderzoekslijn gemonitord.
Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Beschikbaar voor andere scholen
Elk van de vijf functionele koppels Quadraam-HAN heeft een aanzet gemaakt tot twee interventies waarmee het studiesucces verbeterd kan worden. Er zijn op dit moment helaas nog geen producten klaar die toepas baar zijn voor andere scholen. Wel is het denkmodel van de ‘7 i-s’ beschikbaar die als basis hebben gediend om tot een keuze van interventies te komen. De 7 i-s
• Issues: wat zijn precies de problemen en de oorzaken daarvan? • Individuen: om wie draait het en bij wie wordt er geïntervenieerd? • Interdependentie: welke onderlinge afhankelijkheden zijn er, bv. tussen Quadraam en HAN? • Interactie: welke vormen van contact zijn er tijdens de overgang en het eerste jaar? • Implicaties: welke uitkomsten/implicaties verwachten we van de interventies? • Institutie: met welke regels en besluitvormingsprocessen hebben we te maken? • Interventies: hoe gaan de interventies er concreet uitzien?
Ook is een interviewguide beschikbaar. Deze is ingezet in gesprekken met leerlingen die in hun keuzeproces niet of weinig tot actie waren overgegaan. Fragment uit de inter viewguide
Interviewvragen over het voorbereidingsproces van de leerling • Zou je iets willen vertellen over wat je nu al doet aan voorbereiding op je studie in het hbo? • Kun je vertellen hoe je omgaat met alle dingen die je tegenkomt op dit gebied? • Hoe komt het volgens jou dat je doet zoals je nu doet? • Wat maakt dat je je prettig / niet prettig voelt? Hoe komt dat volgens jou? • Wie helpt jou bij de voorbereiding op het hbo? Kun je een voorbeeld geven over hoe dat gaat? • Ten aanzien van welke zaken kun je zelf kiezen of beslissen? Hoe gaat het verder?
De werkgroep ziet het afgelopen jaar als de start van een langer durend samenwerkings programma. Het project wordt in het komende schooljaar voortgezet; de functionele koppels gaan hun interventies testen en bijstellen.
Steef Woldinga, Hogeschool Arnhem/Nijmegen
”Leerling en student zijn beginpunt, kern en eindpunt in de keten ‘van leerling naar student’.” Een bijkomend resultaat van dit project is dat alle Quadraam-scholen het studiesucces van hun oud-leerlingen op de HAN als vijfde kwaliteitscriterium hebben opgenomen.
15
Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding
SUCCESFACTOREN VOOR SAMENWERKING
In de zes pilots is in bestaande én nieuwe samenwerkingsverbanden tussen VO-scholen en HOinstellingen gewerkt aan het verstevigen of verbeteren van Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB). Dit artikel gaat in op de vraag hoe zij de samenwerking hebben vormgegeven en wat bij het samenwerken succesfactoren zijn geweest. Andere, toekomstige samenwerkingsverbanden kunnen hier hun voordeel mee doen. Inleiding
In 2011/2012 heeft project Stimulering LOB een eerste tranche van vijf pilotprojecten rondom LOB in VO-HO ondersteund. Het evaluatieonderzoek van onderzoeksbureau Oberon liet zien dat de deelnemende scholen en instellingen met deze relatief kortdurende projecten veel resultaten hebben bereikt. Door de samenwerking werd de band tussen de partners sterker, kregen zij meer zicht op elkaars LOB-praktijk, deelden zij kennis en bouwden zij samen aan een doorlopende LOB-lijn van VO naar HO. Deze conclusies waren voor de VO-Raad onder meer aanleiding voor het starten van de tweede tranche pilotprojecten. Met de zes nieuwe pilotprojecten VO-HO zet de VO-raad nadrukkelijk in op de versterking van de samenwerking tussen de participerende instellingen op het gebied van LOB. Een robuuste samenwerking tussen de betrokkenen van het VO en het HO is bedoeld als basis voor een betere effectiviteit van de LOB-activiteiten. LOB kan zo een goede bijdrage leveren aan het maken van een goede studiekeuze (op korte en middellange termijn) en zo uiteindelijk bijdragen aan een verbeterd doorstroomrendement (lange termijn). Is het gelukt de samenwerking te versterken?
We zijn inmiddels een jaar verder; de zes pilots zijn afgerond. Zoals u heeft kunnen lezen in de vorige hoofdstukken zijn er mooie, concrete producten uit voort gekomen. Maar is het nu ook gelukt om een robuuste(re) samenwerking tot stand te brengen tussen de partners vanuit het VO en HO? Om die vraag te beantwoorden putten we uit gesprekken die de VO-raad tijdens de looptijd van het project heeft gevoerd heeft met de pilotbetrokkenen.
17
De werkgroepleden van zowel de nieuw samengestelde als de reeds bestaande werk groepen waren tijdens de gesprekken heel positief over de samenwerking. De grootste succesfactoren zijn volgens hen een gedeelde ‘drive’ (hart voor de leerling/student), de inzet van een goede projectleider en voldoende tijd tot de beschikking hebben. Alle in de werk groepen vertegenwoordigde instellingen hebben voor volgend jaar afspraken gemaakt over de voortzetting van de samenwerking op het gebied van LOB. Welke elementen maken de samenwerking succesvol?
Op basis van gesprekken met iedere werkgroep, drie plenaire bijeenkomsten en tussentijds contact met de projectleiders van de pilots, kunnen we een aantal elementen benoemen die de samenwerking – en daarmee de pilot – succesvol maken. (Toekomstige) andere samenwerkingsverbanden kunnen onderstaand overzicht gebruiken bij het vormgeven of evalueren van hun eigen samenwerking. Succesfactoren Projectorganisatie:
“[De deelnemers van de pilots] merken op dat het samen werken aan LOB ertoe heeft geleid dat men elkaar beter weet te vinden en dat de samenwerking persoonlijker en hechter is geworden.” Uit het evaluatierapport van onderzoeks bureau Oberon, opgesteld op basis van vragenlijsten en een spiegelbijeenkomst
• De werkgroep bestaat het hele jaar uit dezelfde mensen. • De werkgroep is niet al te groot zodat de werkgroepleden elkaar makkelijk weten te vinden en van elkaar weten wat zij doen. • Er is een duidelijk projectplan waarin staat wat er bereikt moet worden, waarom, hoe, door wie en wanneer. • Het projectplan is mede ontwikkeld door het management/de directie van de in de werkgroep vertegenwoordigde instellingen. • Er is een duidelijke taakverdeling in de werkgroep.
Samenwerkingsprojecten VO-HO rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding
• De taken van de individuen sluiten aan bij hun ervaring, interesse en kwaliteiten. • Er is een kundige, stevige projectleider aangesteld die voor een stevige project structuur zorgt en die de voortgang bewaakt. • De projectleider kan ‘sturend’ optreden en werkgroepleden aanspreken op het werk dat zij leveren. • Het stellen van realistische doelen, het monitoren van de voortgang en het eventueel bijstellen van de planning of taakverdeling is essentieel. Vertraging van het project werkt demotiverend, zeker omdat er vaak strakke onderwijs planningen zijn met pieken, waardoor uitloop of verschuiving moeilijk is. • De werkgroepen van de pilots komen vier tot acht keer bij elkaar voor projectoverleg. • Er is een efficiënte manier van het gezamenlijk nemen van beslissingen: een werkgroeplid doet een voorstel, anderen reageren hierop, en de projectleider (of de inbrenger) hakt de knoop door. • Besluiten en acties worden vastgelegd in een actiepuntenlijst. • De actiepuntenlijst staat bij iedere bijeenkomst op de agenda en is zo nodig tussendoor onderwerp van gesprek tussen werkgroepleden en de projectleider. • Documentatie en informatie staat in een digitale map, bijvoorbeeld in Dropbox. • Werkgroepleden zijn ook buiten de formele overlegmomenten bereid om mee te denken over de taken/vragen van de anderen.
Succesfactoren Doelen en visie:
• De werkgroepleden hebben allemaal een sterke gedrevenheid om LOB te versterken en/of de leerlingen en studenten verder te helpen via LOB. • De werkgroepleden hebben een gemeen schappelijk, concreet doel. • De werkgroepleden werken samen en in groepsverband aan concrete producten waarover zij zelf enthousiast zijn. Succesfactoren Gedrag en cultuur, motivaties:
• De sfeer in de werkgroep is informeel. • De werkgroepleden vinden het leuk om elkaar te zien en hebben behoefte om met elkaar over LOB te praten. • De overlegmomenten hebben naast een formele, inhoudelijke kant ook een informele betekenis. Er is ruimte om ervaringen en ideeën uit te wisselen en om contact met elkaar te maken. Dit vergroot de motivatie van de werkgroepleden. • Iedereen in de werkgroep heeft een eigen rol, taak, positie en deze zijn allemaal gelijkwaardig. • De bijdrage van de werkgroepleden hoeft niet gelijk te zijn; er zijn goede afspraken over de inspanning en resultaten die een ieder levert. • De werkgroepleden geloven dat het project op een zinvolle manier bijdraagt aan het doel. • De werkgroepleden zijn bereid om af en toe een extra inspanning te leveren.
19
Succesfactoren Resultaten:
Tot slot
• Vooraf wordt duidelijk vastgelegd welke resultaten behaald dienen te worden. • De voortgang en (tussen)resultaten van de werkgroepleden worden gemonitord door de projectleider.
Het opbouwen en behouden van goede LOB is een gedeelde verantwoordelijkheid van de VO-scholen en de HO-instellingen. Alleen door in deze ‘keten’ goed samen te werken ontstaat effectieve en efficiënte LOB voor leerlingen en studenten. De werkgroepen die hebben deelgenomen aan het project, hebben laten zien dat het samen werken aan LOB vanuit een gedeelde passie een hefboom is voor succesvolle LOB.
Succesfactoren Rol management:
• Het management/de directie van de in de werkgroep vertegenwoordigde instellingen is betrokken bij het project en de realisatie van de (tussentijdse) resultaten. Dat werkt twee kanten op: vanuit MT/directie is er interesse in het project, wordt het belang van het project onderkend en worden werkgroepleden gefaciliteerd. En vanuit de werkgroep komt er informatie over het project naar het MT/de directie, geeft men aan wat het MT/de directie kan doen om het project succesvol te laten verlopen en wat men daarvoor nodig heeft. • De werkgroep moet mandaat hebben om beslissingen te nemen, of er moeten korte lijntjes zijn waardoor het besluitvormings proces niet onnodig lang duurt.
Rena Punt, projectleider LOB pilots VO-HO namens project Stimulering LOB, VO-raad
COLOFON Redactie Janina van Hees, project Stimulering LOB Rena Punt, CINOP/project Stimulering LOB
Fotografie Ilse Schuurmans Fotografie iStockphoto Jan Buwalda Stichting Forum Utrecht, augustus 2013
VO-RAAD Postbus 8282 / 3503 RG Utrecht T 030 232 48 00 / F 030 232 48 48 www.vo-raad.nl /
[email protected]