Samenvatting aanvraag Master Ontwerpen, Innoveren en Valoriseren HKU Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is):
□
Nieuwe opleiding Nieuwe opleiding hbo master Nieuwe opleiding Joint Degree □ Verplaatsing bestaande opleiding □ Nevenvestiging bestaande opleiding □ Samenvoeging/herordening bestaande □ opleidingen Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) x
Naam instelling Contactpersoon/contactpersonen
Désirée Majoor (vice-voorzitter College van Bestuur, HKU) Hanke Leeuw (projectleider Master Ontwerpen, Innoveren en Valoriseren, HKU) HKU Lange Viestraat 2b Postbus 1520 3500 BM Utrecht
Contactgegevens
[email protected] 06 33 93 37 46
[email protected] 06 43 55 16 00
Opleiding Naam (Nederlands en evt. Engels) Graad
Ontwerpen, Innoveren, Valoriseren - hierna ook aangeduid als [OIV]
Master of Science
Inhoud (korte beschrijving programma)
De nieuwe hbo-masteropleiding Ontwerpen, Innoveren, Valoriseren van HKU is bedoeld voor ontwerpers en ontwerpende ondernemers die van idee en concept tot implementatie en realisatie willen komen. In steeds meer sectoren (bijvoorbeeld zorg, erfgoed, dienstverlening) is een groeiende behoefte aan nieuwe creatieve toepassingen die een bijdrage leveren aan maatschappelijke innovatie. Hiervoor is een nieuw type ontwerper, een regisseur, nodig die sturing kan geven en verbindingen kan leggen tussen ontwerpen, gebruikersgroepen, strategie, beleid en bedrijfsvoering. Dus van idee naar concept naar product naar implementatie naar opschaling. De opleiding rust daarmee op twee pijlers: De cross-sectorale benadering van ontwerpvraagstukken binnen de creatieve industrie en de maatschappelijke omgeving (creation of value). Het valoriseren van ontwerpen: Het creëren van sociale, culture en economische waarde met ontwerpen (capture of value). Het onderwijsprogramma Op basis van een eigen gekozen (maatschappelijk) ontwerpvraagstuk of door aan te sluiten bij de ontwerp- en onderzoeksactiviteiten van de lectoraten van HKU stelt de hbo master-student het curriculum op maat samen uit een aantal onderdelen. Studenten leren regisserend te ontwerpen, ontwerpend te onderzoeken, interdisciplinair te innoveren, te valoriseren en te verbinden. HKU biedt daarbij een ecosysteem van onderzoeksgroepen met kennis en ervaring met deze processen in verschillende sectoren. De student krijgt toegang tot netwerken, kennis en kunde, om zijn/haar idee te realiseren, te implementeren en sociaal, cultureel en economisch te valoriseren. In dit ecosysteem functioneert de student in een netwerk met andere studenten die instromen uit verschillende disciplines en contexten. De opleiding is als voltijdse opleiding geprogrammeerd met een studieduur van een jaar. De afgestudeerde De afgestudeerde van de professionele masteropleiding OIV is in staat het gehele ontwerpproces te regisseren en de vaak latente innovatiebehoeftes van externe partijen te vertalen in creatieve oplossingen. Het is derhalve iemand die waarde kan en wil toevoegen en deze waarde kan oogsten. In het ontwerpproces staan de gebruikers en de maatschappelijke omgeving altijd centraal en worden alle stakeholders actief en op maat betrokken. De afgestudeerde master OIV werkt interdisciplinair en leert tijdens de opleiding de taal en codes van alle betrokkenen spreken en begrijpen. In haar verbindende rol doet de afgestudeerde recht aan de belangen van alle stakeholders en wordt het ontwerpproces geregisseerd. De opleiding beoogt de nieuwe leiders van de creatieve industrie op te leiden. Creatieve oplossingen zijn gebaseerd op zinvolle toepassingen van state-of-the-art technologie. Als zelfstandige ondernemer of als werknemer kunnen afgestudeerden werk vinden in een groot aantal sectoren, in het algemeen kan hierbij overigens worden vastgesteld dat de behoefte aan dit type afgestudeerden groeit. De afgestudeerden van de OIV beschikken na afronding over een viertal competenties, nader uitgewerkt in vier clusters (een gedetailleerde uitwerking is bijgevoegd in de beschrijving van het onderwijsprogramma. 1. Regisserend ontwerpen De student is in staat om een situatie of probleem in een toegepaste context te analyseren, te articuleren en te inspireren en op een creatieve, ondernemende en regisserende wijze concepten, prototypes en/of andere oplossingen op de grenzen van het technisch en/of creatief haalbare iteratief te ontwerpen voor de snel veranderende (maatschappelijke) omgeving en creëert daardoor sociale, culture en economische waarde. 2. Ontwerpend onderzoeken De student toont een diepgaand begrip van ontwerponderzoek (onderzoek voor, door en naar ontwerpen) en is in staat onderzoeksactiviteiten te plannen en uit te voeren, te reflecteren en op deze wijze de creatieve processen en projecten te ondersteunen en onderbouwen.
3. Interdisciplinair innoveren De student heeft kennis van het interdisciplinaire innovatieprocessen, -strategieën en modellen en toont strategisch en praktisch leiderschap in het creëren van vitale samenwerkingsverbanden met gebruikers, ontwerpers en strategische (maatschappelijke) partners. 4. Valoriseren en verbinden De student is zich bewust van de sociale, culturele en economische waarde van ontwerpen en is in staat om dit perspectief toe te passen in de verschillende fases van het ontwerpproces (vraagarticulatie, ontwerp, onderzoek, realisatie, implementatie, disseminatie en opschaling) en creëert daarmee een duurzame waarde-keten voor de concepten, prototype en/of andere oplossingen in een toegepaste context met gebruikers, ontwerpers en strategische (maatschappelijke) partners. Inrichting van de Het betreft een flexibel curriculum dat is geprogrammeerd als één-jarig voltijds programma. opleiding Het curriculum bestaat uit een vijftal modules, die gerelateerd zijn aan het competentieprofiel (indicatie van de hbo-masteropleiding OIV. De module “Profileren” geeft de student - door een curriculum per persoonlijke invulling op basis van gestelde leerdoelen - de mogelijkheid zich te jaar) onderscheiden. De student geeft naast het geprogrammeerde aanbod, flexibel invulling aan het programma en alle modules. Module Regisserend Ontwerpen
ECTS
Ontwerpend Onderzoeken
15
Interdisciplnair Innoveren
7
Valoriseren en verbinden
8
Profileren
15
Totaal
60
15
Studielast 60 ECTS Vorm van de Voltijd opleiding (voltijd, deeltijd, duaal) Gemeente waar Utrecht, Hilversum de opleiding wordt HKU heeft locaties in Utrecht, Hilversum en Amersfoort. De leeromgeving van de opleiding gevestigd OIV verspreidt zich over de verschillende locaties in Utrecht en Hilversum. Studenten krijgen daardoor (de wenselijke en noodzakelijke) toegang tot zowel de fysieke leeromgeving (zoals labs en studio’s) als de kennis op de verschillende plekken (via lectoraten, onderzoeksprogramma’s en docenten). Derhalve is er voor gekozen om deze opleiding formeel op zowel de vestigingsplaats Utrecht als Hilversum aan te vragen. Doelgroep van de Instromende studenten beschikken in beginsel over een competentieset bestaande uit opleiding ontwerpende, technische en/of economische kennis en vaardigheden. De opleiding richt zich vooralsnog op instroom vanuit de Nederlandse markt (zie ook een nadere toelichting paragraaf 6.5 van de aanvraag). Gestreefd wordt naar een goede mix tussen instroom vanuit bacheloropleidingen (doorstroom) en professionals uit het werkveld (in het bijzonder uit de creatieve industrie). De opleiding richt zich meer specifiek primair op doorstroom vanuit drie HKU bacheloropleidingen, op bacheloropleidingen in het technische domein (in het bijzonder de opleidingen in het subdomein Creative Technologies), op media en design-opleidingen en op doorstroom vanuit enkele bachelor-opleidingen in het economische domein. Voor een compleet overzicht van bachelor-opleidingen van waaruit instroom wordt verwacht of mogelijk is, wordt verwezen naar de inventarisatie uit het Croho-register (2013) zoals bijgevoegd in Bijlage 2. Onderstaand wordt een selectie van de meest relevante vooropleidingen gepresenteerd. Vooropgesteld dient allereerst te worden dat de nieuwe master-opleiding OIV nauw aansluit bij drie hbo bachelor-opleidingen van HKU te weten: Kunst en Techniek (vanaf 1 september 2015: Creative Media and Game Technologies) [Isat 34713], Vormgeving [Isat 39111] en Kunst en Economie [Isat 34951].
De master-opleiding OIV wordt gepositioneerd in het technische domein (Creative Technologies) en richt zich derhalve vanzelfsprekend op technische instroom vanuit landelijke hbo bachelor-opleidingen. Het betreft bijvoorbeeld: - Kunst en Techniek (Cognitief Ergonomisch Ontwerpen /Interaction design) [Isat 34713]. - Mediatechnologie [Isat 34060]. - Communication & Multimedia Design [Isat 34092]. - Game Architecture and Design [Isat 39279]. - Industrieel Produkt Ontwerpen [Isat 34389]. - Engineering, Design and Innovation [Isat 393240]. De master-opleiding OIV richt zich daarnaast op creatieve instroom vanuit media en design opleidingen: - Vormgeving [Isat 39111]. - Film en Televisie [Isat 34733]. - Audiovisuele Vormgeving [Isat 39124]. Vanuit het economisch domein wordt tenslotte instroom verwacht uit bachelor-opleidingen, zoals: - Bedrijfskunde [Isat 50645]. - Marketing / marketing communicatie / marketing management {Isat 34478/34510/34049]. - Media, informatie en communicatie [Isat 34105]. - Ondernemerschap [Isat 34646]. Voor de master-opleiding OIV worden toelatingseisen gesteld. Kandidaten krijgen het noodzakelijke bewijs van toelichting na een positief oordeel op een portfolio en een assessment (bestaande uit een studieplan, portfolio, cv en toelatingsgesprek). De opleiding verkent het inzetten van schakelprogramma’s om tegemoet te komen aan mogelijke deficiënties in het beoogde instroomprofiel. Croho onderdeel Techniek.
Croho (sub)onderdeel en motivering Door de Vereniging Hogescholen zijn per 1 september 2015 binnen het Croho onderdeel Techniek een zestal stamopleidingen benoemd. Deze opleiding sluit aan bij de stamopleiding (subdomein) Creative Technologies. Wij geven u een drietal gronden voor deze positionering: 1. Het sectorplan Techniek en het subdomein Creative Technologies richten zich bij uitstek op het vormen van cross-overs tussen disciplines bij het werken aan sociale, culturele en maatschappelijke vraagstukken – dat sluit aan bij de nieuwe, multidisciplinaire samenwerkingsvormen in de beroepspraktijk van ontwerp, product- en dienstontwikkeling. Binnen het sector-plan is bovendien toenemende aandacht voor de ondernemende houding. In haar rapport “HBO-techniek in bedrijf’ stelt de Commissie Van Pernis: “Het beroepsprofiel van de ingenieur in den brede is aan een herijking toe. Technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller. Ingenieurs krijgen hierdoor steeds vaker met veranderingen te maken, bijvoorbeeld met veranderingen van functie, sector of land. De toekomst vraagt om ingenieurs die zich hier comfortabel bij voelen en er hun uitdaging uit halen. Om ingenieurs met een ondernemende houding, die behalve lokaal ook nationaal en wereldwijd kunnen opereren. De maatschappelijke vraagstukken die ingenieurs oplossen vergen steeds vaker een integrale benadering. De ingenieur van de toekomst brengt expertises vanuit verschillende disciplines met elkaar in samenhang. Hij legt verbindingen met andere sectoren en brengt mensen met verschillende belangen bij elkaar om samen een evident gemeenschappelijk doel te stellen. De sleutel voor de nieuwe integrale benadering is een gerichtheid op menselijke interactie en op de maatschappelijke context. Dat veronderstelt een grote nieuwsgierigheid, een open blik, de mind set van een interdisciplinair onderzoeker die door dwarsverbanden meerwaarde creëert. Dit zijn de voornaamste ingrediënten van het nieuwe beroepsprofiel van ingenieurs. Voor de hogescholen dient dat nieuwe profiel als leidraad bij het inhoudelijk inrichten van hun onderwijs en onderzoek. Het is aan de hogescholen om dat profiel samen verder uit te werken. Dat moet in nauwe samenspraak met het bedrijfsleven gebeuren. Het is overigens zaak dat techniek hierbij niet te eng wordt gedefinieerd. Techniek raakt namelijk (gelukkig) steeds meer embedded in andere sectoren, zoals de zorg, logistiek en de creatieve industrie (‘techniek is overal’).”
2.
De opleiding sluit naadloos aan bij de doelstellingen van de Topsector Creatieve Industrie. Deze topsector is in belangrijke mate gepositioneerd in het technische domein. Doelstelling is nieuw toptalent in te zetten voor maatschappelijke (cross-over) vraagstukken, met kennis van creatieve processen en kennis en ervaring met het valoriseren van ideeën en ontwerpen, zo wordt ook geformuleerd in de Human Capital Agenda van de Topsector Creatieve Industrie: “De grote maatschappelijke uitdagingen vragen om cross-sectorale samenwerking. Het is hard nodig dat creatieve disciplines onderling - en vooral ook met andere topsectoren - in interdisciplinair verband samenwerken en elkaar versterken. Dat vraagt om nieuwe vormen van opdrachtgeverschap en strategische verbindingen. Dit alles heeft ook effect op de vraag naar menselijk kapitaal. De creatieve industrie heeft behoefte aan talent dat vanuit de creatieve sector in staat is verbinding te maken met relevante toepassingssectoren. Onderwijsinstellingen kunnen hierop inspelen door deze verbinding in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven te faciliteren. Uitwisseling van kennis, kunde en creativiteit mag dan gemeengoed en van alle tijden zijn; de huidige samenwerking en uitwisseling van creatieve concepten gericht op brede maatschappelijke problematiek schetst op zijn minst een nieuw domein (en nieuwe rollen) voor de ontwerper.“
3.
Reeds in de strategische agenda (2011) is aangegeven dat het aanbod hbomasteropleidingen gefaseerd wordt uitgebreid. Voorwaarde hierbij is dat de opleidingen tegemoet komen aan de vraag naar hoogopgeleide professionals op de arbeidsmarkt en dat deze gericht moeten zijn op prioritaire gebieden, zoals de Topsector Creative industrie. De onderhavige opleiding biedt studenten kansen om vanuit hun technische en creatieve vaardigheden een vervolgstap te zetten naar innovatie en valorisatie van ideeën. Daarmee vult deze opleiding ontegenzeggelijk een behoefte die thans nog niet door een opleiding in het subdomein Creative Technologies wordt ingevuld. Door deze opleiding toe te voegen aan het bestaande aanbod wordt een logisch doorlopende leerlijn tot het hoogte niveau (master, EQF/NLQF-niveau 7) mogelijk. 1 september 2015
Geplande startdatum opleiding Indien nadere Voor deze masteropleiding gelden geen nadere vooropleidingseisen zoals bedoeld in artikel vooropleidingseis 7.25 WHW. en worden gesteld; voorstel daartoe; Indien een Voor deze opleiding is geen capaciteitsbeperking ex artikel 7.53 e.v. WHW ingesteld. capaciteitsbeperki ng wordt ingesteld; hoogte en motivering.
Beschrijving arbeidsmarktmogelijkheden (beroepen en branches)
Hobeon heeft in een arbeidsmarktonderzoek geconstateerd dat er in ieder geval een vraagpotentieel binnen de creatieve industrie is van 200 - 350 afgestudeerden per jaar, nog afgezien van het vraagpotentieel in andere sectoren. De opleiding richt zich op innovatieve beroepsprofielen en functies binnen de creatieve industrie, maar nadrukkelijk ook daarbuiten zoals op functies in andere topsectoren, maatschappelijke sectoren (zoals de zorg) en, uiteraard, techniek. In het arbeidsmarktonderzoek is gezocht naar passende termen voor de rollen en functies die de afgestudeerden kunnen vervullen. De realiteit is dat er veel verschillende rollen zijn die deze creatieven kunnen vervullen, als hun talenten daartoe worden herkend en erkend, maar dat de meest bekende voorlopers (zoals Daan Roosegaarde, die zich soms technopoëet noemt, of ontwerper, of kunstenaar) zich niet in een hokje willen laten drukken. Dat onderstreept ook de innovatiekracht die vanuit deze opleiding geboden kan worden: er is een sterke, maar deels ook latente behoefte aan vernieuwende experts die duidelijk niet in de bestaande hokjes gezet kunnen worden. Geconcludeerd wordt dat de afgestudeerde zal functioneren als een spin in het web; het is een ondernemer, een verbinder, een regisseur. Ze kunnen terechtkomen in functies waarin innovatie en research de boventoon voeren. Daar zijn ze de experts in het inzetten van andere experts op de juiste tijd en juiste manier, om samenwerking te versnellen en het proces goed te laten verlopen. “Studenten moeten worden opgeleid voor nieuwe functies en rollen, zoals de rol van connector en aanjager. Deze rol gaat verder dan alleen het maken. Studenten moeten zich bewust zijn dat ze een wezenlijke asset hebben, namelijk die verbeeldingskracht, waardoor ze in staat zijn anderen achter ze aan te krijgen. Die asset biedt een uitgelezen kans om dingen met elkaar te combineren en te verbinden, waardoor nieuwe mogelijkheden ontstaan. Het gaat om zaken als zelfvertrouwen, wereldburgerschap, uit je comfort zone treden en interdisciplinair samenwerken, maar ook de implementatie van ideeën.”