EEN BLIK OP DE TOEKOMST: SCENARIO’S MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT VERVOER IN 2040
M.P. van Voorst tot Voorst, Stichting Toekomstbeeld der Techniek
Samenvatting Hoe de toekomst eruit ziet is ongewis. Door de toekomst te verkennen en trends, trendbreuken en onzekerheden te analyseren kunnen we ons wel een beeld vormen van kansen en bedreigingen en hoe we daarop kunnen anticiperen. Voor een toekomstbeeld rond personen- en goederenvervoer is een inschatting van de toekomstige behoeften van de mens tot wonen, werken, recreëren en consumeren cruciaal. Als onderdeel van de STT-toekomstverkenning ‘Superintelligent Vervoer’ zijn daarom vier schetsen van de maatschappelijke context in 2040 opgesteld. Zij dienen als opmaat naar toekomstbeelden rond een superintelligent vervoerssysteem. Deze schetsen zijn tot stand gekomen na desk research en met input van verschillende experts tijdens interviews, workshops en visiegroepbijeenkomsten. De vier scenario’s hebben als titel ‘individuele welvaart’, ‘wereldwijd milieubewustzijn’, ‘krachtige regio’ en ‘zelfvoorzienende eenheid’.
1. Inleiding Door de wisselwerking tussen maatschappelijke vraagstukken en technologische innovaties verandert de wereld voortdurend. Kort vooruitkijken is al moeilijk en omgeven door onzekerheden, en voor een lange termijn geldt dat nog veel meer. Zeker voor een complex domein als mobiliteit. Wat zal in 2040 de vraag naar vervoer zijn en welke impact zal dat hebben op bedrijfsleven, organisaties, burgers en overheid? De STT-toekomstverkenning ‘Superintelligent Vervoer’ richt zich op de vraag hoe personenen goederenvervoer in Nederland er over 30 jaar uit kan zien. ‘Re-inventing mobility’. Dit is meer dan het opnieuw uitvinden van de auto, het gaat om het heruitvinden van het vervoerssysteem: Welke behoefte is er over 30 jaar (nog) aan vervoer? Hoe vervoeren we onze goederen dan? Toekomstverkenningen zijn er in allerlei vormen en kunnen op verschillende wijzen tot stand komen ([2], [3], [6]). De toekomstverkenning ‘Superintelligent Vervoer’ valt onder de categorie foresight studies en kent een participatief en exploratief karakter. Met behulp van scenario-schetsen worden verschillende mogelijke toekomsten onderzocht.
Vervoer is een complex domein en heeft relaties met veel verschillende facetten van de maatschappij. Organisaties en personen, zowel uit het bedrijfsleven, de kennisinstellingen als de overheid, hebben belang bij een beeld van mobiliteit in de toekomst. Daaruit geselecteerde deelnemers werken mee aan een geïntegreerde systeemvisie over vervoerssystemen in de toekomst. De deelnemers beogen een set van mogelijke, prikkelende toekomstbeelden op te leveren die inzage geeft over waarom en hoe wij onszelf en onze goederen over 30 jaar in Nederland superintelligent kunnen vervoeren. Hierbij wordt getracht niet te veel vanuit het hier en nu te redeneren. Daarbij ligt de nadruk op de
mogelijkheid dat zo’n toekomstbeeld ontstaat en niet zo zeer op de wenselijkheid of waarschijnlijkheid van het ontstaan ervan. Het gaat er immers om de toekomst te verkennen, niet te voorspellen. In deze verkenning wordt vervoer gezien als een functie in de samenleving. De term superintelligent dient als uitdaging om verder te denken dan wat nu mogelijk is. Te denken valt aan vervoerssystemen die zichzelf geheel kunnen reguleren, sturen en zelfstandig handelingen kunnen uitvoeren. Zowel in een voertuig, in een infrastructuur of in een logistieke keten. ‘Niet-vervoer’ is ook een mogelijke invulling van superintelligentie. Als uitgangspunt voor het project dient de Nederlandse samenleving met haar eigenheid aan demografie, economie, ruimtelijke ordening en overheid. De doelgroep van deze studie bestaat uit ondernemers, beleidsmakers en politici. Via prikkelende toekomstbeelden worden zij uitgedaagd om verder te kijken dan de meer gebruikelijke tijdshorizon van één tot vier jaar. Door het formuleren van een agenda voor de toekomst krijgen zij ideeën voor aanzetten tot verandering aangereikt. De toekomstbeelden zullen verhalend van karakter zijn en dienen duidelijk en inzichtelijk te zijn. Zij zullen onder andere ingaan op verschillende relaties tussen vervoer en maatschappij, waaronder de invloed op en de kansen en bedreigingen voor de Nederlandse economie. Tevens zal voor elk toekomstbeeld worden geschetst welke technologische en maatschappelijke ontwikkelingen van belang zijn om tot invulling van dat beeld te komen. Aan de hand daarvan kunnen pijnpunten, keuzemomenten, verleidelijke opties en ‘no-regret’ activiteiten worden geïdentificeerd. Organisaties uit bedrijfsleven, wetenschap en overheid kunnen deze gebruiken als input voor hun strategiebepaling, kennisverwerving en risicomanagement. De samengestelde toekomstbeelden zullen samen met de tussentijdse bevindingen en inzichten worden gebundeld in een publicatie. Het boek zal naar verwachting in het najaar van 2012 tijdens een afrondend symposium worden gepresenteerd. Deze verkenning is anno 2011 nog in volle gang. Deze publicatie betreft daarom een tussenstand van de bevindingen tot nu toe. Als eerste wordt ingegaan op de methodologie van het toekomst
verkennen. Vervolgens wordt aan de hand van maatschappelijke trends de context voor de vier toekomstbeelden voor vervoer geschetst.
2. Methodologie van toekomst verkennen Deze verkenning richt zich op hoe vervoerssystemen er over 30 jaar uit zien. Dat lijkt ver weg. Wat houdt verkennen van de toekomst eigenlijk in? Waarom richten wij ons op deze lange termijn?
Wat is toekomst verkennen? Er zijn verschillende methoden om de toekomst te verkennen (zie onder meer [2], [3], [5], [6]). De brede participatieve toekomstverkenningen die Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) verricht, vallen onder de noemer foresight. Hierbij gaat het niet zozeer erom de toekomst te voorspellen, maar om uiteenlopende beelden te schetsen over de toekomst. Een definitie van foresight is “A set of
strategic tools for anticipating the fundamental uncertainty of the future, to become more prepared for diverse challenges with adequate lead time” ([4] p. 3 ). Kenmerken hiervan zijn: •
Bewustwording van en anticipatie op niet één maar op meer, mogelijke toekomsten;
•
Een tijdshorizon van enkele decennia en zodoende los komen van huidige beperkingen;
•
Het
omgaan
met
onzekerheid
en
verscheidenheid.
Derhalve
dienen
verschillende
belanghebbenden betrokken te worden; •
Het belichten van kansen en bedreigingen.
Om de mogelijke toekomstscenario’s te definiëren wordt onder meer gekeken naar trends, trendbreuken, tegenbewegingen, onzekerheden en ambities van betrokkenen. In [2] en [3] worden verschillende categorieën methoden nader beschreven. De uitkomsten van een foresight studie kunnen input zijn voor een kennis- en politieke agenda, voor discussies tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid en maatschappelijke organisaties en voor toekomstig onderzoek.
Waarom een blik in de verre toekomst? Technologische ontwikkelingen, zoals gen- en nanotechnologie, gaan steeds sneller en hebben een steeds grotere impact op de samenleving. Door combinaties van technologieën (converging technologies) ontstaan steeds nieuwe mogelijkheden die van grote invloed zijn op onze maatschappij. Door de snelheid van dit soort ontwikkelingen is een verre blik vooruit nodig om voorbereid te zijn op de toekomst. Ministeries, bedrijfsleven en de maatschappij in den brede hebben er belang bij om trends nader te onderzoeken. Maar een toekomstverkenning kijkt verder dan trends. Juist de
onzekerheden, onverwachte gebeurtenissen en (technologische) doorbraken vormen belangrijke ingrediënten die mede bepalen hoe een maatschappij er in de toekomst uit zal zien. Deze bredere blik op de verre toekomst haalt mensen uit het ‘hier en nu’ en draagt bij aan een grotere bewustwording en beter anticipatievermogen. Zo wordt ruimte gecreëerd om de mogelijkheden en uitdagingen voor beleid duidelijker te maken. Daarnaast hebben handelingsmogelijkheden en afschrijvingstermijnen op het gebied van infrastructuur veelal een lange tijdshorizon. Dus 30 jaar vooruit kijken is relevant en zelfs uiterst noodzakelijk.
3. Maatschappelijke context toekomstbeelden vervoer In deze paragraaf wordt belicht hoe de schetsen voor de maatschappelijke context zijn samengesteld.
Aanpak samenstellen raamwerk Voor het formuleren van toekomstvisies is participatieve input van verschillende typen organisaties en personen gewenst. Een veelheid aan belanghebbenden is bij deze studie betrokken om een zo breed mogelijk scala aan zienswijzen te vergaren en met elkaar te toetsen. Ten behoeve van het samenstellen van het raamwerk van de maatschappelijke context hebben onderstaande activiteiten plaats gevonden: •
Deskresearch naar (verwachte) maatschappelijke en technologische ontwikkelingen, waarbij zowel aandacht is besteed aan breed gedragen verwachte ontwikkelingen als aan ontwikkelingen die momenteel (nog) minder in de spotlights staan.
•
Bezoek aan symposia en conferenties om het beeld van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen te verbreden en aan te scherpen.
•
Interviews met enthousiaste betrokkenen en derden vanuit diverse achtergronden, zoals CEO’s van enkele Nederlandse organisaties, wetenschappers, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, ambtenaren en eigenaren van jonge start-ups. Doel van de interviews was zicht te krijgen op maatschappelijke en technologische ontwikkelingen en input te verkrijgen voor het raamwerk en bijbehorende schetsen van de maatschappij (drijfveren, behoeften en verwachtingen).
•
Interactieve, creatieve (expert)bijeenkomsten, waarbij de genodigden werden uitgenodigd elkaars ideeën rond verwachte maatschappelijke en technologische ontwikkelingen aan te scherpen, verder vorm te geven en zo creativiteit in het denken te stimuleren.
‘De’ maatschappij in 2040 is als vertrekpunt voor toekomstbeelden rond vervoer gekozen, aangezien vervoer in deze verkenning als functie in een samenleving wordt gezien. Derhalve vormen maatschappelijke trends (met hun tegenhangers) de basis voor het raamwerk.
Maatschappelijke trends De vijf maatschappelijke trends die wij als meest relevant voor toekomstige vervoersbehoeften inschatten zijn: •
Verdere verstedelijking: verdichting bestaande steden, diffuse verstedelijking platteland, meervoudig ruimtegebruik. De wijze waarop verstedelijking plaatsvindt kan een groot effect hebben op verplaatsingspatronen van mensen en goederen, zeker in combinatie met de locatie van werkgelegenheid en productie- en consumptielocaties.
•
Bevolkingsontwikkeling: vergrijzing, ontgroening, kleinere beroepsbevolking. De verschillende leeftijdscategorieën en groepen in de samenleving hebben andere tijdsbestedings- en daarmee samenhangende verplaatsingspatronen.
•
Verdere toename individualisering: producten en diensten op maat, gemak. Bij verdere individualisering groeit het voorop stellen van eigen behoeften en eigenbelang, ook binnen vervoer. De vraag is wat collectief blijft of wordt.
•
Verdergaande informatisering: interconnectiviteit, goederen worden diensten, robotisering. Verdere informatisering verandert de soort en aard van goederen en diensten en de afstanden die met het verplaatsen hiervan zijn gemoeid. Hiermee worden andere wijzen van vervoer mogelijk.
•
Verdere internationalisering: meer mondiale goederenstromen, verdere verwevenheid van bedrijven en economieën op wereldschaal. De vraag welk schaalniveau (lokaal / regionaal / nationaal / internationaal) in dominantie toe- of afneemt is van invloed op welke vervoerswijzen ingezet kunnen worden en welke vervoersstromen in de toekomst van belang zijn.
Deze trends en hun mogelijke tegenhangers vormen input voor het raamwerk waarbinnen de vier scenario’s zullen worden ontwikkeld.
Raamwerk maatschappelijke context In het verlengde van bovenstaande trends, en met in achtneming van andere bestaande kaders zoals dat van het CPB [1], hebben wij ons eigen raamwerk ontwikkeld. Hierin staat de mens met zijn behoefte tot wonen, werken, recreëren en consumeren centraal. De twee trends van individualisering en globalisering (en hun mogelijke tegenhangers) worden tegen elkaar afgezet om vier toekomstscenario’s van de maatschappelijke context te definiëren. Andere relevante trends (en mogelijke trendbreuken) zijn gebruikt om de beschrijving van de vier scenario’s aan te vullen.
Figuur 1. Raamwerk maatschappelijke context toekomstbeelden vervoer De mate van individualisering wordt gebruikt als een indicatie voor de focus op de eigen persoon, of breder, op de samenleving. Daarbij kan hij een voorkeur hebben voor individueel of collectief vervoer. Voor goederenvervoer leidt dat tot de wens naar meer op maat gemaakte producten of meer (goedkope) massageproduceerde goederen en daarmee voor mogelijkheden (en beperkingen) in productie, transport en bezorging van goederen en diensten. De mate van globalisering (geografische oriëntatie) bepaalt de afstand die mensen, goederen en diensten moeten afleggen. Met deze twee dimensies in het achterhoofd worden deelnemers uitgenodigd om over twee belangrijke facetten van vervoer na te denken: het aantal te vervoeren eenheden en de af te leggen afstand. Door die twee facetten te variëren geloven wij dat de vier toekomstbeelden voldoende onderscheidend zijn. Zoals aangegeven is dit raamwerk niet op een bestaand model gebaseerd. Daarom is er geen directe relatie met andere bij deelnemers bekende toekomstverkenningen of scenariosets. Derhalve is een duidelijke en inzichtelijke beschrijving van de vier scenario’s nodig.
Scenario set maatschappelijke context vervoer Voor ieder van de vier scenario’s is de maatschappelijke context kort geschetst. Individuele welvaart (Individu – Internationaal) Een individu streeft naar welvaart en luxe en werkt in losse verbanden voor verschillende opdrachtgevers. Zijn bijdrage aan het internationale, virtuele gelegenheidsteam levert hij van huis uit.
Het interesseert hem niet waar de producten en diensten die hij consumeert vandaan komen, als zij er maar op tijd en volledig naar wens zijn. Wereldwijd milieubewustzijn (Collectief – Internationaal) Mensen wonen in de stad. Aangezien taken verregaand zijn opgesplitst, is iedereen een specialist op zijn eigen gebied. Dienstverlening is het dominante werkterrein. Nieuwe technologieën komen tot bloei. Producten en diensten worden daar gemaakt waar de integrale kosten het laagst zijn. Overheden sturen wereldwijd op milieubewustzijn. Zij zien toe op een gezonde leefomgeving en het verstandig omgaan met grondstoffen. Het bedrijfsleven zorgt dat de wereldwijde economie goed blijft draaien. Zelfvoorzienende eenheid (Individu – Lokaal) Door een wereldwijde crisis heeft een omschakeling van de samenleving uit 2011 plaatsgevonden. Kleine gemeenschappen die zo zelfvoorzienend mogelijk zijn, is een noodzaak. Dit heeft geleid tot een trek naar het platteland en herinrichting van stedelijk gebied voor de achterblijvers. Waar het mensen niet lukt alles zelf te produceren of verzorgen, is er een beperkte handel in goederen en diensten. ‘Geld’ om dit te betalen wordt ad hoc verdiend. Krachtige regio (Collectief – Lokaal) Mensen hebben een regionaal netwerk van kennissen en sociale contacten. Economische groei staat als gevolg van strenge milieurestricties niet langer centraal. Intensief hergebruik van grondstoffen en goederen beperkt de handelsstromen tussen regio’s. In de samenleving is het accent verschoven van eigen bezit naar gebruik. De regio biedt de meeste faciliteiten die nodig zijn en dus hoeven inwoners het gebied ook bijna niet uit. Vaak worden scenario’s ook gevisualiseerd. Daarom is ervoor gekozen een word cloud voor ieder van de maatschappelijke contexten te ontwikkelen.
Figuur 2. Word clouds voor ieder van de maatschappelijke contexten. Deze beelden van de maatschappelijke context dienen als basis voor verdere uitwerking van de toekomstbeelden voor vervoer. Per beeld zal worden bepaald wat de behoefte aan vervoer is en welk vervoersconcept hierbij past. De verwachte technologische ontwikkelingen vormen hierbij belangrijke input. Denk alleen al aan de alternatieven van ICT voor vervoer (nu reeds bellen, Skype, videoconferencing en straks wellicht holografische projecties) en aan de impact van lokale 3D-printing op goederenstromen.
4. Conclusie ‘De’ toekomst bestaat niet. Om ons op de kansen en bedreigingen van de toekomst voor te bereiden is een brede, open blik vereist. Om bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid hierin te ondersteunen worden in de STT-toekomstverkenning ‘Superintelligent Vervoer’ toekomstbeelden ontwikkeld over hoe personen- en goederenvervoer er over 30 jaar uit kan zien. Deze beelden nodigen partijen uit om langs de lijnen van verdergaande individualisering en globalisering na te denken over de toekomst. Zo kunnen kansen en bedreigingen voor betrokkenen zichtbaar worden en nodigt de mate van individualisering uit om te bedenken of, en zo ja onder welke omstandigheden, collectief vervoer een aantrekkelijke optie kan zijn voor het invullen van vervoersbehoeften. Wijzigingen in de mate waarin producten lokaal worden geproduceerd of van elders worden geïmporteerd, kan soort, volume en afstand van te vervoeren goederen op zijn kop zetten. De hier gepresenteerde scenarioset van maatschappelijke contexten vormt het uitgangspunt voor een verdere verkenning van de vervoersbehoefte en mogelijke vervoersconcepten in het Nederland van 2040.
Acknowledgements Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT) draagt zorg voor de organisatie van deze verkenning die door een projectleider wordt uitgevoerd met ondersteuning van het STT-bureau. Meer dan 80 vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de overheid geven door deelname aan visiegroepen en bijeenkomsten mede vorm aan deze verkenning. STT is in 1968 opgericht door het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI). Zij organiseert participatieve toekomstverkenningen die 30 tot 40 jaar vooruit kunnen kijken. STT onderzoekt nieuwe trends en ontwikkelt inspirerende visies op de toekomst van techniek en maatschappij. Daartoe creëert zij een vrije ruimte waarin enthousiaste belanghebbenden elkaar ontmoeten en op creatieve wijze toekomstbeelden bouwen. STT streeft ernaar publiciteit voor haar bevindingen te genereren om zo een bijdrage te leveren aan een meer geïntegreerd beeld van de toekomst van de maatschappij in Nederland
en
daarbuiten.
De
resultaten
worden
via
nieuwe
initiatieven,
bijvoorbeeld
onderzoekprogramma’s of publiekprivate samenwerking, verankerd. STT richt zich op de industrie, de overheid, de wetenschap en iedereen die geïnteresseerd is. Meer informatie: www.stt.nl
Referenties [1] Centraal Plan Bureau (CPB) (2010), The Netherlands of 2040, http://www.nl2040.nl (juni 2011) [2] Glenn, J. (1999), Futures research methodology [3] Meulen, B.J.R. van der (2002), Methodiek Verkenningen – Naar een ontwerpbenadering voor het
opzetten van een verkenning, deelrapport voor handboek Verkenner. [4] Smith, Jack E. (2006), Science and Technology Foresight: Provocateur for Innovation Policy?, http://www.techforesight.ca/Publications/S&TForesight-ProvocateurForInnovationPolicy.pdf
(13
januari 2011) [5] Transport & Mobility Leuven (2007), Verkennen van de toekomst met scenario’s [6] Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid (WRR) (2010), Uit zicht: Toekomstverkennen
met beleid
Bronnen gebruikte afbeeldingen http://thumbs.dreamstime.com/thumblarge_254/1207142424ZxXQt2.jpg http://tripwow.tripadvisor.com/slideshow-photo/bit-of-baseball-in-central-park-by-travelpod-membercorinneandluke-new-york-city-united-states.html?sid=10550832&fid=tp-4 http://world3001.wordpress.com/2010/04/13/picture-of-the-future-2/ http://www.deervaringsdeskundige.nl/kennis/2/18/view.aspx http://www.duurzaamthuis.nl/zelfvoorzienend-leven-trend-2011
http://www.gennepnu.nl/20070303%20100%20jarige%20krijgt%20de%20kogel%20van%20de%20g emeente.htm http://www.hbvl.be/nieuws/in-de-rand/aid1025361/vliegend-huis-uit-up-bestaat-echt.aspx http://www.treehugger.com/files/2006/11/rainbow_valley_farm_1.php