J a a r v e r s l a g
2 0 0 7
Samenstelling bestuur, adviesraad, commissie en bureau per 31 december 2007 Bestuur van de Trombosestichting Nederland mw. W.M. Verver-Aartsen, voorzitter mr. H.P.A. Klapwijk, penningmeester prof. dr. H. ten Cate drs. R. Hulst prof. dr. H. Pannekoek prof. dr. A. Sturk mw. D.E.J. Vree-van Dam Wetenschappelijke Adviesraad prof.dr. J Rosing, voorzitter prof. dr. J.W.N. Akkerman prof. dr. A. de Boer prof. dr. H.R. Büller dr. K. Hamulyák prof. dr. V.W.M. van Hinsbergh prof. dr. C. Kluft prof. dr. M. Levi
2
prof. dr. J. van der Meer dr. F.J.M. van der Meer prof. dr. K. Mertens dr. H.P. Muller prof. dr. H. Pannekoek (liaison officer voor het bestuur) Beleggingsadviescommissie C.J. Bijloos G.M. Schimmelpenninck M. Steenman Bureau Trombosestichting Nederland mw. O.D.M. Paauwe-Insinger, directeur mw. F.A.C. Versluijs, secretaresse mw. E.V. Wybrands, beleidsmedewerker (per 1.1.2008)
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Inhoudsopgave Samenstelling bestuur, adviesraad, commissie en bureau
2
Inhoudsopgave
3
Voorwoord
4
Dankwoord
5
Ten geleide
6
Doelstellingen en organisatie
8
Bestuur
8
Wetenschappelijke Adviesraad
8
Beleggingsadviescommissie
8
Bureau
9
Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF)
9
PR en fondsenwerving
9
Voorlichting
10
Patiënteninformatiemarkt
12
Klachtenregister
12
Contacten
12
Contacten met de Nederlandse Vereniging voor Trombose en Hemostase (NVTH)
12
Wetenschap
13
Blik vooruit: strategie en beleid
14
Wetenschap
14
Ambassadeurs
14
Website
14
Voorlichting
14
SOS Talisman
14
Fondsenwerving
14
Lustrum 2009
14
Financieel
15
Jaarrekening 20 07
16
Toelichting bij de jaarrekening over 20 07
19
Accountantsverklaring
26
Begroting 20 08
27
Wetenschappelijk jaarverslag
28
Afgeronde projecten
28
Lopende projecten
38
Aantekeningen
46
Colofon
48
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
3
7
Voorwoord Ruim 37% van de Nederlandse bevolking overlijdt aan trombose. Dit is voor het bestuur van de Trombosestichting Nederland (TSN) reden geweest om extra financiële middelen voor het onderzoek proberen te verkrijgen. Aan het begin van het verslagjaar heeft het bestuur daarom een koerswijziging ingezet in het fondsenwervingtraject. De heer Felix Vriends werd benaderd met de vraag de fondsenwerving voor de Trombosestichting Nederland op zich te nemen en strategieën te ontwikkelen om meer geld voor het onderzoek op het gebied van trombose te genereren. De ingezette koerswijziging bleek succesvol in het verslagjaar. Om die reden werd aan het eind van het verslagjaar besloten om de samenwerking met de heer Felix Vriends, waar inmiddels Delphi Fondsen- en Ledenwerving te Haarlem bij werd betrokken, voort te zetten. Het financieel jaarverslag 2007 is opgenomen vanaf pagina 16 in dit verslag. In het verslagjaar werden vijftien subsidieaanvragen
4
ontvangen. Op basis van het oordeel van ingeschakelde externe reviewers, die de aanvragen inhoudelijk en cijfermatig beoordeelden, werden dertien aanvragen aan de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR) ter bespreking voorgelegd. Twee aanvragen werden door de externe reviewers als onvoldoende beoordeeld en werden derhalve niet aan de WAR voorgelegd. De WAR beoordeelde de dertien besproken aanvragen als ‘subsidiabel’. Het bestuur heeft, het advies van de WAR gehoord hebbende, de drie hoogst scorende subsidieaanvragen gehonoreerd voor een totaalbedrag van € 210.277,--. De benoemingstermijn van prof.dr. J.W.N. Akkerman als bijzonder hoogleraar van de Trombosestichting Nederland is per 1 mei 2007, na de maximale periode van tien jaar, beëindigd. De Patiënteninformatiemarkt, die op 6 oktober 2007 in de Jaarbeurs in Utrecht werd georganiseerd, werd door ruim 1800 geïnteresseerden bezocht en is succesvol verlopen.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
In 2007 werden vier wetenschappelijke onderzoeken
Het bestuur is voornoemde bedrijven dankbaar voor hun
afgerond. De eindverslagen van deze onderzoeken zijn
steun en voor de vruchtbare en plezierige samenwerking.
opgenomen in het wetenschappelijk jaarverslag. De ambassadeurs bleken in het verslagjaar onmisbaar bij Daarnaast geeft het wetenschappelijk jaarverslag een
de organisatie van de patiënteninformatiemarkt en in de
overzicht van de voortgang van de lopende onderzoeken.
voorlichtingsstand van de TSN. Het bestuur is hen dank
Het algemeen, financieel en wetenschappelijk jaarverslag
verschuldigd voor de geleverde inspanningen. Een speciaal
worden ter beschikking gesteld via de website
woord van dank is op zijn plaats voor mevrouw A. Naaijkens
www.trombosestichting.nl. Daarnaast zijn voornoemde
en haar vrijwilligers die in 2007 wederom vele malen met
verslagen beschikbaar bij het Bureau van de Trombosestichting
de voorlichtingsstand van de TSN exposeerden op
Nederland. Op aanvraag wordt het verslag toegestuurd.
verschillende informatiedagen, beurzen en congressen. De vrijwilligers die betrokken zijn bij de stichting en haar
Dankwoord
belangeloos steunen met hun inzet zijn onmisbaar. In dit kader bedankt het bestuur speciaal de leden van de
Dankzij de donaties en de extra donaties van onze dona-
WAR, de leden van de Beleggingsadviescommissie en
teurs voor het wetenschappelijk onderzoek heeft de TSN
de externe referenten, die in het verslagjaar de ontvangen
het jaar 2007 positiever afgesloten dan begroot en kon
subsidieaanvragen op hun wetenschappelijke merites
een goede start in 2008 worden gemaakt.
hebben beoordeeld.
5 Naast de donaties van particulieren is het bestuur de
Het bestuur hecht eraan allen die zich actief hebben inge-
bedrijven/stichtingen Seaways Heavy Lifting ltd, Bayer:
zet voor de fondsenwerving te bedanken voor hun inzet.
Science For A Better Life, Roche Diagnostics Nederland BV, Stichting De Vesting en de Stichting Geurts Dekker dankbaar
Tot slot bedankt het bestuur de medewerkers van het bu-
voor de financiële steun ten behoeve van de doelstellingen
reau voor hun inzet. Het jaarverslag werd opgesteld
van de TSN.
door mevrouw O.D.M. Paauwe-Insinger, directeur.
Bijdragen in natura werden ontvangen van: • Mediaedge:cia te Amsterdam voor communicatieuitingen op televisie en in dag- en nieuwsbladen
W.M. Verver – Aartsen, voorzitter
(waarde € 181.556,--);
Trombosestichting Nederland
• Nieuwe Oogst BV te Amsterdam voor het uitwerken van marketingvraagstukken (waarde € 11.251,--);
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Ten geleide Wat is trombose?
gevolgen soms mee. Is dit echter niet het geval of kan het
Ons systeem van bloedstolling is bedoeld om bloedverlies
stolsel niet tijdig worden opgelost, dan sterft het weefsel
bij verwondingen te voorkomen. Als het systeem in werking
achter de trombose af. Dit komt doordat het weefsel geen
treedt zonder dat sprake is van een bloeding ontstaat in
zuurstof meer krijgt. Er is dan sprake van een infarct.
het bloedvat een bloedstolsel. Dit bloedstolsel noemen we trombose. Trombose heeft tot gevolg dat het bloedvat (een
Een hartinfarct ontstaat door een verstopping van één of
ader of een slagader) ter plaatse of verderop in de bloeds-
meer kransslagaders. Dit zijn de slagaders die in een krans
omloop geheel of ten dele wordt afgesloten. Trombose
om het hart heen lopen. Een gedeelte van de hartspier
ontstaat dus doordat op het verkeerde moment en op de
sterft dan af. Na genezing blijft een litteken achter op de
verkeerde plaats bloedstolling plaatsvindt.
spier.
De bloedsomloop In ons lichaam stroomt het bloed door een uitgebreid stelsel van bloedvaten (de bloedsomloop). Het bloed wordt ‘rondgepompt’ door ons hart. De slagaders (arteriën) vervoeren het bloed van het hart naar de organen via de linkerkamer van het hart. De slagaders vertakken zich in kleinere vaten en uiteindelijk tot heel kleine bloedvaatjes, de haarvaten. Na uitwisseling van zuurstof en koolzuur
6
in de weefsels keert het zuurstofarme bloed via de aders (venen) naar de rechter voorkamer van het hart terug. Uit de rechterkamer vertrekt het zuurstofarme bloed door de longslagaders naar de longen waar een omgekeerde uitwisseling plaatsvindt van koolzuur en zuurstof. Het zuurstofrijke bloed bereikt de linker voorkamer van het hart via de longaders waarna de cyclus opnieuw begint. Trombose in de aders wordt diepveneuze trombose ge-
Wanneer de toevoer van bloed naar de hersenen door
noemd, trombose in de slagaders heet arteriële trombose
een trombose wordt afgesloten, is sprake van een hersen-
(zie verder onder ‘ziektebeelden’). Wanneer een stolsel of
infarct. Afhankelijk van de grootte van de embolie en de
een gedeelte van een stolsel losraakt, wordt meegevoerd
plaats van de afsluiting kunnen verschillende verschijnse-
in de bloedstroom en verderop in een ader of slagader een
len optreden, zoals bewusteloosheid, verlammingen en/of
afsluiting veroorzaakt, spreken we van een embolie.
spraakstoornissen.
Ziektebeelden
Een voorbeeld van trombose in de aders (diepveneuze
Er kunnen verschillende ziektebeelden ontstaan door trom-
trombose) is een trombosebeen. Wanneer een gedeelte
bose. Wanneer een slagader door een trombose verstopt
van het bloedstolsel in het been losraakt en vervolgens
raakt, gaat het om arteriële trombose. De trombose sluit
wordt meegevoerd met de bloedstroom, dan kan dit vastlo-
de toevoer van zuurstof naar een bepaald orgaan af. Als dit
pen in de bloedvaten van de longen. Op dat moment is er
orgaan ook nog van andere slagaders bloed krijgt vallen de
sprake van een longembolie.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Dat wil zeggen dat het longweefsel achter de bloedprop zal
Om herhaling te voorkomen zijn medicijnen nodig (an-
afsterven. De ernst hangt af van de grootte van de embolie.
tistollingsmedicijnen). Deze medicijnen verminderen de
Veel mensen weten niet dat een longembolie levensbedrei-
mogelijkheden van het bloed om te stollen. Het is de taak
gend kan zijn.
van de trombosedienst ervoor te zorgen dat het antistollend effect van de medicijnen in het bloed niet te groot is (risico
De behandeling van trombose
op bloedingen) maar ook niet te klein is (risico op (re)
Bij een trombose kunnen medicijnen er voor zorgen dat het
trombose). Het is hierbij belangrijk dat de adviezen van de
stolsel niet verder groeit. Het opruimen van de trombose
trombosedienst nauwkeurig worden opgevolgd.
doet het lichaam grotendeels zelf maar dit duurt enige tijd.
Drie belangrijke begrippen samengevat Trombose: is een bloedstolsel in een ader of een slagader met als gevolg afsluiting van deze bloedvaten. Infarct: is een stukje weefsel dat door afsluiting van een ader of een slagader geen bloed meer krijgt en daardoor afsterft (hartinfarct, herseninfarct) Embolie: ontstaat wanneer een stukje van een stolsel of een stolsel in zijn geheel van de vaatwand losraakt, wordt meegevoerd met de bloedstroom en elders vastloopt in een ader of een slagader. Het achterliggende weefsel krijgt geen voeding meer uit het bloed en zal afsterven. Een embolie kan afkomstig zijn van een stolsel in een ader maar ook van een stolsel in een slagader.
7
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Doelstellingen en organisatie De TSN stelt zich ten doel het bevorderen en financieren
Het bestuur van de stichting is belast met het algemeen
van het (medisch) wetenschappelijk onderzoek op het
beleid van de stichting.
gebied van trombose, het geven van voorlichting in het
Het bestuur vergaderde in het verslagjaar zesmaal. De
bijzonder aan diegenen die met trombose in aanraking
jaarlijkse vergadering met het bestuur van de Federatie van
komen en het doen geven van postacademisch onderwijs
Nederlandse Trombosediensten vond begin 2007 plaats.
op het gebied van trombose om de kennisverwerving bij jonge onderzoekers te stimuleren (Statuten TSN 1998).
De agenda kenmerkt zich door vaste punten zoals ingekomen stukken, mededelingen, voortgang fondsenwerving
De stichting tracht haar doelstellingen o.a. te bereiken door:
(waarbij opbrengsten in relatie tot de kosten een vast punt van bespreking is), begroting, jaarverslag en jaar-
1. Het verlenen van subsidie aan onderzoekers op het ge-
rekening. Eenmaal per jaar adviseert de voorzitter van de
bied van trombose. Voor het verlenen van subsidie is de
WAR het bestuur over het te financieren wetenschappelijk
jaarlijkse subsidieronde ingericht;
onderzoek. Dit gebeurt in de vergadering die volgt op de vergadering van de WAR die jaarlijks in de tweede week
2. Het kritisch begeleiden van gesubsidieerd onderzoek
van de maand mei plaatsvindt. In het verslagjaar werd extra
door de leden van de Wetenschappelijke Adviesraad
aandacht besteed aan de bestuurdersaansprakelijkheid, de
(WAR). Onderzoekers moeten jaarlijks een wetenschap-
toetsing door CBF met betrekking tot het Keurmerk en de
pelijk verslag over de voortgang van het onderzoek
organisatie van de patiënteninformatiemarkt. De maximale
indienen alsmede een wetenschappelijk eindverslag;
benoemingstermijn van de bijzonder hoogleraar van de
8
Trombosestichting Nederland liep per 1 mei 2007 af. Het 3. Het verwerven van financiële middelen door middel van verschillende fondsenwervende activiteiten; 4. Het financieel steunen van cursussen aan onderzoekers;
betreft hier de afloop van een tweede benoemingstermijn; verlenging was derhalve niet mogelijk. Wetenschappelijke Adviesraad In het verslagjaar heeft prof.dr. R.M. Bertina, voorzitter van
5. Het uitgeven van patiëntenvoorlichtingsbrochures en een jaarlijkse nieuwsbrief;
de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR), zijn functie als voorzitter neergelegd. Prof.dr. J. Rosing, biochemicus en verbonden aan de Universiteit van Maastricht, werd door
6. Al het overige wat bijdraagt aan de doelstellingen van de stichting.
het bestuur benoemd in de ontstane vacature. De WAR is samengesteld uit personen die deskundig zijn op het onderzoeksgebied van trombose. Deze deskundigen
Bestuur
zijn o.a. internisten, biochemici, klinisch epidemiologen en
Medio 2007 nam de heer R.C.W. Boender afscheid van het
farmacologen.
bestuur. Drs. R. Hulst, commercieel directeur bij Telfort, werd bereid gevonden tot het bestuur toe te treden.Mevrouw D.E.J.
Beleggingsadviescommissie
Vree-van Dam, lid van de Gemeenteraad te Wassenaar, werd
De commissie adviseert het bestuur over de beleggings-
bereid gevonden tot het bestuur toe te treden op de in 2006
strategie en beziet of het vastgestelde beleid met betrek-
ontstane vacature van gen.maj.b.d. J.W. Hartman, zenuwarts.
king tot de beleggingen gedurende het jaar juist wordt
Prof.dr. H. Pannekoek en prof.dr. A. Sturk werden conform het
uitgevoerd. Het beleid met betrekking tot de beleggingen is
rooster van aftreden herbenoemd in het bestuur.
als volgt: in beginsel zal 80% worden belegd in vastrentende
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
PR en fondsenwerving waarden, voornamelijk in Nederlandse Staatobligaties en in
In 2007 zijn twee nieuwsbrieven verschenen in een oplage
financiële instellingen. De overige 20% zal worden belegd
van 135.000 exemplaren. De nieuwsbrieven zijn bedoeld
in zakelijke waarden. De penningmeester van het bestuur
voor eenieder die te maken heeft met trombose en voor
en de directeur van het bureau hebben in het verslagjaar
allen die iets over trombose te weten willen komen.
tweemaal overleg gevoerd met de Beleggingsadviescom-
De nieuwsbrieven worden verstuurd naar alle donateurs
missie. In het financieel jaarverslag 2007, dat in dit verslag
en ter beschikking gesteld aan de trombosediensten met
is opgenomen vanaf pagina 16, staat een uitgebreid over-
het verzoek deze aan hun patiënten te doen toekomen.
zicht van de beleggingen vermeld.
Op aanvraag kunnen exemplaren van de nieuwsbrieven bij het bureau kosteloos worden besteld.
Bureau Het door het bestuur vastgestelde beleid, de public relations,
Het hoofdartikel in de voorjaarsnieuwsbrief (mei 2007)
de financiële administratie, het secretariaat, het beheer van
werd gewijd aan de patiënteninformatiemarkt, welke op
het donateurbestand en deels de fondsenwerving worden
6 oktober te Utrecht plaatsvond. Daarnaast kwamen
uitgevoerd door de medewerkers van het Bureau van de
diverse onderwerpen aan de orde, waaronder:
Federatie van Nederlandse Trombosediensten. • een interview met de directeur van de Trombosestichting In 2007 heeft mw. S. Bentveld-de Bruijne, medewerker
Nederland;
afdeling fondsenwerving, haar functie bij de Trombosestichting Nederland om persoonlijke redenen neergelegd. Per 1 januari 2008 is mevrouw E. Wybrands, medewerker
• het persoonlijke verhaal van Stefanie Lesterhuis,
9
die getroffen werd door een ernstige longembolie;
beleidszaken en communicatie, op de ontstane vacature benoemd in een full-time dienstverband. Op 31 december 2007 bestond het bureau uit een directeur
• het medisch dossier inzake trombosebeen en longembolie door prof.dr. J. van der Meer, Groningen;
en een office manager, beiden in deeltijd werkzaam voor de stichting.
• een interview met mevrouw Tea de Jong, ambassadeur voor de Trombosestichting Nederland;
Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) De TSN heeft het CBF-Keurmerk. Het mogen voeren van
• en 16 nuttige tips voor mensen met trombose, die met
het CBF-Keurmerk is verbonden aan de eisen die door
vakantie gaan in binnen- en buitenland. In dit kader
het CBF worden gesteld. Van de verworven fondsen dient
werd speciale aandacht besteed aan de EU-Zorgpas.
ten minste 75% aan de organisatiedoelstelling te worden besteed; de kosten voor fondsenwerving mogen volgens de
In de extra editie van de nieuwsbrief (uitgave december
CBF-regels gemiddeld over drie jaar maximaal 25% bedragen.
2007) werd het hoofdartikel gewijd aan de wetenschap en
Het kostenpercentage over 2007 bedroeg 21,3%.
trombose: een terug- en vooruitblik op het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van trombose en de toonaangevende rol hierin van de Nederlandse wetenschap.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Voorlichting Daarnaast werd aandacht besteed aan:
Het geven van voorlichting behoort tot één van de doelstellingen van de TSN. Voorlichtingsmateriaal in de vorm van
• het persoonlijk verhaal van TSN-ambassadeur Baukje
brochures is te verkrijgen bij het bureau. In samenwerking
Adema-de Wit met betrekking tot haar trombosebeen en
met de Federatie van Nederlandse Trombosediensten
daaruit voortkomend een doorgemaakte longembolie;
geeft de stichting de patiëntenvoorlichtingsfolder uit getiteld “Informatie voor mensen met trombose”.
• het persoonlijk verhaal van Sabrina van der Meer, die
In het verslagjaar werd de voorlichtingsinformatie, welke
€ 1000,-- won bij het televisieprogramma “Heel Holland
reeds in het Duits, Engels en Frans van de website te
Helpt”, te besteden aan het goede doel. Sabrina, zelf cliënt
downloaden is, vertaald in het Turks. De Turkse versie van
bij de trombosedienst, besloot haar prijs aan de Trombo-
de patiëntenvoorlichtingsfolder kon in het verslagjaar nog
sestichting Nederland te geven. Zij wist met medewerking
niet op de website worden geplaatst.
van derden het bedrag te verhogen tot € 3000,--;
De Nederlandse folder en de buitenlandse vertalingen zijn via de website (www.trombosestichting.nl) te downloaden.
• verslag van de patiënteninformatiemarkt te Utrecht; In het verslagjaar werd de website ruim 170.000 keer be• tot slot werd voor de eerste keer in de nieuwsbrief een recept opgenomen voor een verantwoord kerstdiner.
zocht. Dit aantal komt overeen met het aantal uit 2006. Naast informatie over trombose heeft de website een forum waarop bezoekers van de site vragen aan elkaar kunnen
10
Naast de jaarlijkse donatie werden de donateurs verzocht
stellen (lotgenotencontact). Met de zoekfunctie op de site
een extra gift te geven op een omschreven onderzoek. De
kunnen bezoekers de dichtstbijzijnde trombosedienst in
donateurs hebben het omschreven onderzoek gul onder-
hun regio vinden. Voor onderzoekers geeft de website
steund met een extra gift.
informatie over de jaarlijkse subsidieronde en hebben ambassadeurs een eigen ingang naar een alleen voor hen toegankelijk deel. De voorgaande jaarverslagen, algemeen en wetenschappelijk, zijn via de website te downloaden. In het verslagjaar was de Trombosestichting Nederland weer op diverse plaatsen in het land aanwezig. Het overzicht hiernaast laat zien bij welke evenementen de TSN was vertegenwoordigd.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Datum
Evenement
Locatie
16-21 januari
Senioren Expo te Veldhoven
NH Koningshof te Veldhoven
16 januari
Informatieavond Trombosedienst
Trombosedienst Roermond
18 januari
Informatieavond Trombosedienst
Trombosedienst Roermond
23 januari
Informatieavond Trombosedienst
Trombosedienst Roermond
Maand februari
Ziekenhuis Bernhoven
Trombosedienst Oss/Veghel
15 februari
Informatieavond Trombosedienst
Trombosedienst Roermond
27 februari
Informatieavond Trombosedienst
Trombosedienst Roermond
3 maart
Landelijke contactdag jonge hartpatiënten
Hartenark, Bilthoven
25 maart – 2 april
Lentebeurs
MECC, Maastricht
7 april
Landelijke contactdag patiënten Cardiomyopathie/hartfalen
Hartenark, Bilthoven
14 april
Nascholingsdag FNT
Congrescentrum ‘Orpheus’, Apeldoorn
19 – 22 april
Leefbeurs
Rijnhal te Arnhem
8 mei
Informatieavond Trombosedienst
Trombosedienst Roermond
11
15 september Informatiedag Breda
Stichting Regionale Trombosedienst Etten-Leur
19-23 september
50+ Beurs
Jaarbeurs, Utrecht
29-30 september
Beurs Gezond en Wel
Kaatsheuvel
6 oktober
Patiënteninformatiemarkt Trombosestichting Nederland
Jaarbeurs, Utrecht
20 oktober
Informatiedag Breda
Locatie Bergen op Zoom
10 november
Landelijke contactdag patiënten Cardiomyopathie/hartfalen
Hartenark, Bilthoven
17 november
Open dag Dependence Ziekenhuis Roermond
Heijthuizen
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Contacten Patiënteninformatiemarkt
Contacten met de Nederlandse Vereniging
De patiënteninformatiemarkt van 6 oktober werd door ruim
voor Trombose en Hemostase (NVTH)
1800 geïnteresseerden bezocht en verliep succesvol.
De stichting onderhoudt nauwe contacten met de Neder-
Wetenschappers uit de academische centra gaven inzicht
landse Vereniging voor Trombose en Hemostase (NVTH)
in het onderzoek naar het ontstaan en de behandeling van
waarin alle onderzoekers op het gebied van trombose zijn
trombose en trombosegerelateerde onderwerpen, dat zij
verenigd. Op deze wijze blijft het bestuur van de stichting
met steun van de Trombosestichting Nederland kunnen
op de hoogte van de wetenschappelijke ontwikkelingen
uitvoeren. De donateurs van de Trombosestichting
op het onderzoeksgebied.
Nederland dragen betekenisvol aan dit onderzoek bij.
12
In twee aparte zalen in de expositieruimte werd aan de
De NVTH organiseert ieder jaar een wetenschappelijke
bezoekers de mogelijkheid geboden vragen te stellen aan
cursus voor AIO’s voorafgaand aan het jaarlijkse sympo-
specialisten in de vorm van een ‘open spreekuur’. Bezoe-
sium van de NVTH. Het programma van de cursus beslaat
kers hebben hier veel gebruik van gemaakt en konden in
het gehele terrein van de hemostase en trombose in een
alle rust hun vragen stellen. Daarnaast werden door elf
3-jarige cyclus zodat elke promovendus gedurende haar/
trombosediensten stands ingericht ten behoeve van voor-
zijn (over het algemeen) 4-jarige aanstelling een indruk
lichting over specifieke onderwerpen.
krijgt van de verschillende aspecten van het vakgebied.
Het bestuur bedankt het organisatiecomité, de wetenschap-
Sinds 2006 is deelneming beperkt tot AIO’s werkzaam in
pers en specialisten uit de academische ziekenhuizen, de
het veld van trombose en hemostase. Door de kleinschalig-
medewerkers van de trombosediensten, de industrie en de
heid van de cursus is het mogelijk meer interactieve onder-
non-profitorganisaties voor hun medewerking en inzet om
delen aan de cursus toe te voegen, wat de kwaliteit van de
deze markt tot een succes te maken.
cursus sterk ten goede komt. Wanneer de AIO zich inschrijft voor de cursus, wordt verwacht dat zij/hij deze inschrijving
Klachtenregister
vergezeld laat gaan van een korte schriftelijke motivering
De Trombosestichting Nederland heeft in het verslagjaar
en dat de inschrijving wordt geaccordeerd door de werk-
9 schriftelijke klachten ontvangen. De ontvangen klachten
groepleider/afdelingshoofd van de onderzoeksgroep
betreffen voornamelijk klachten over het ontvangen mail-
waar zij/hij werkzaam is.
pack op een verkeerd adres of gericht aan een overleden persoon. De ontvangen klachten werden door de afdeling
Aan de cursus in 2007, gedoceerd in het Golden Tulip Hotel
administratie direct behandeld en verwerkt in het dona-
Westduin te Koudekerke op 15 tot 17 april en voorafgaand
teursbestand en per direct teruggekoppeld aan de ‘klager’.
aan het symposium op dezelfde locatie, hebben uiteindelijk
Bij klachten over mailings voortkomende uit externe
40 cursisten deelgenomen.
bestanden wordt verwezen naar en uitleg gegeven over
In 2007 is de NVTH AIO cursus georganiseerd door Hugo
de Stichting Infofilter. Structureel wordt geïnformeerd of
ten Cate, Tilman Hackeng en Anske van der Bom rond het
‘klager’ tevreden is met de afhandeling en of er behoefte
thema Atherothrombose. Andere docenten waren Ton Lisman,
bestaat aan een schriftelijke bevestiging. Van de laatste
Pieter Reitsma, Ale Algra, Flip de Groot en Frits Rosendaal.
optie wordt nauwelijks gebruik gemaakt.
De cursus was opgebouwd uit een aantal blokken waarin
De procedure loopt naar tevredenheid en heeft in het
onderwerpen met betrekking tot de (patho)fysiologie van
verslagjaar geen aanleiding gegeven tot bijstelling.
atherothrombose, epidemiologie van hart- en vaatziekten, diagnostiek en farmacotherapie werden behandeld.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Verder was er een aantal interactieve onderdelen waarbij
In de subsidieronde van 2007 werden dertien subsidieaan-
de cursisten in kleine groepen werden ingedeeld. Met de
vragen ter bespreking en ter beoordeling voorgelegd aan
tijdens de cursus opgedane kennis moesten de cursisten
de WAR. Het bestuur van de TSN besloot, het advies van
nagaan welke diagnose en management van de patiënt
de WAR gehoord hebbende, drie wetenschappelijke
gesteld zou moeten worden op een aantal voorgelegde
subsidieaanvragen financieel te ondersteunen.
casussen. In een Journal club hebben kleine groepjes AIO’s actuele artikelen voorgesproken aan de hand van
Project 2007.1
vragen in aanwezigheid van tutoren. De ins en outs van
“Regulation of tissue factor expression by platelets”
de artikelen zijn daarna plenair besproken. Een Pro/con
Projectleider: prof. dr. J.W.N. Akkerman, biochemicus
debat is gevoerd waarin de AIO’s in een Pro en een Con
Instituut: Afdeling Hematologie, UMCU, Utrecht
groep zijn verdeeld en tussen deze groepen is gedebatteerd
Subsidiebedrag: € 114.567,--
over de vraag of de samenstelling van het bloed bijdraagt
Looptijd: 2 jaar
aan atherothrombose onder leiding van 2 coaches.
Startdatum: 1 oktober 2007
Het onderdeel “Master class”, waarin groepjes van 8-9 cursisten hun onderzoek bediscussieerden met 2 docenten
Project 2007.2
van de cursus (gerenommeerde onderzoekers op hun
“Thyroid dysfunction and venous thrombosis”
gebied) is weer zeer positief beoordeeld.
Projectleider: dr. S.C. Cannegieter, internist Instituut: Afdeling Klinische Epidemiologie,
Wetenschap
LUMC, Leiden
13
Subsidiebedrag: € 28.780,-Looptijd: 1 jaar
Procedure
Startdatum: 1 maart 2008
Aan externe referenten worden alle bij de stichting ingediende subsidieaanvragen ter beoordeling voorgelegd.
Project 2007.3
De onderzoekers worden in een hoor- en wederhoor-
“De rol van tissue factor pathway inhibitor in het ontstaan
procedure de gelegenheid gesteld te antwoorden op het
en de progressie van ischaemische cerebrale letsels door
commentaar van de externe referenten. De externe referent
cerebrale micro-angiopathie”
geeft daarna een definitief oordeel. Hiermee is het proces
Projectleider: dr. R.J. van Oostenbrugge, neuroloog
van hoor en wederhoor afgerond. Aanvragen die cijferma-
Instituut: Vakgroep Neurologie, Cardiovascular Research Institute Maastricht
tig meer dan voldoende scoren worden, na het hiervoor beschreven proces van hoor en wederhoor, ter beoordeling
Subsidiebedrag: € 66.930,--
voorgelegd aan de WAR. De leden van de raad stellen een
Looptijd: 1 jaar
prioriteitsranking op en adviseren voorts het bestuur over
Startdatum: 1 juni 2008
de ingediende projecten. Het bestuur besluit, het advies van de WAR gehoord hebbende, welke projecten voor
Voor de eindrapportage en voor het voortgangsverslag
subsidie in aanmerking komen. Het reglement van de WAR
van het door de stichting gefinancierd wetenschappelijk
op grond waarvan de beoordeling van subsidieaanvragen
onderzoek verwijzen wij u naar het wetenschappelijk
plaatsvindt, is te downloaden van de website
jaarverslag, toegevoegd aan het algemeen en financieel
www.trombosestichting.nl.
jaarverslag 2007.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Blik vooruit: strategie en beleid Wetenschap
Op de website van de Trombosestichting Nederland zal
In 2008 zal wederom een subsidieronde worden georgani-
vanaf het verschijnen van deze editie een mini-dossier
seerd. Het streven is om meer wetenschappelijk onderzoek
over het onderwerp worden geplaatst.
op het gebied van trombose te financieren. Daarnaast zal getracht worden het resultaat van het door
SOS Talisman
de stichting gefinancierde onderzoek zo goed mogelijk
In overleg met SOS Talisman Holland zal de TSN onver-
voor het grote publiek inzichtelijk te krijgen.
minderd het belang van het dragen van een SOS Talisman bekend maken. Evenals in 2007 ontvangt de TSN van SOS
In 2008 zal nog nauwkeuriger worden gekeken naar het
Talisman een jaardonatie ten behoeve van het wetenschap-
kosten- en batenverloop van fondsenwervende activiteiten.
pelijk onderzoek op het gebied van trombose
Tijdens de vergaderingen van het bestuur zal niet alleen
(in 2007 bedroeg dit € 23.040,--).
de inhoud van nieuwe activiteiten aan de orde komen maar ook de verhouding in de te verwachten kosten en baten per
Fondsenwerving
activiteit. Dit laatste geldt ook voor de jaarlijks terugkerende
De fondsenwerving zal in 2008 wederom krachtig worden
activiteiten op het gebied van fondsenwerving en voorlichting.
ondersteund door een professionele fondsenwerving-
Daarnaast zal het nieuwe jaar wederom in het teken staan
adviseur om de inkomsten van de TSN verder te verhogen.
van het uitbreiden van het donateurbestand.
Ruim 37% van de doodsoorzaken in Nederland is direct of indirect het gevolg van trombose. Wetenschappelijk
14
Ambassadeurs
onderzoek op dit gebied is een absolute noodzaak.
In 2008 zullen twee bijeenkomsten plaatsvinden met
Gerichte fondsenwerving, radio- en televisiecommercials
ambassadeurs om te bespreken welke activiteiten in 2008
en het benaderen van bedrijven om de doelstellingen van
worden gepland en waar ambassadeurs voor welke
de stichting financieel te ondersteunen maken onderdeel
activiteit kunnen worden ingezet.
uit van het plan voor 2008. De financiële cijfers van het eerste halfjaar 2008 laten een positief resultaat zien op
Website
het gebied van de fondsenwerving.
De website van de stichting zal in 2008 worden vernieuwd. Voor patiënten zal het in de loop van 2008 mogelijk zijn
Lustrum 2009
vragen over trombose te stellen, welke beantwoord zullen
In 2009 bestaat de Trombosestichting Nederland 35 jaar.
worden door een professionele redactie.
Het bestuur heeft besloten dit lustrum te vieren met een
In de loop van 2008 zal het voor donateurs c.q. potentiële
wetenschappelijk symposium. Vanaf 2008 zal aan de
donateurs mogelijk zijn om via de website aan te geven of
samenstelling van het programma en de organisatie
prijs wordt gesteld op mailings vanuit de stichting.
van dit wetenschappelijk symposium worden gewerkt. Het symposium zal open staan voor internisten,
Voorlichting
cardiologen, medisch leiders en doseerartsen van
Met ingang van 2008 krijgt de nieuwsbrief van de Trombose-
de Nederlandse trombosediensten en andere
stichting Nederland een andere naam: ‘Trombosenieuws’.
geïnteresseerden.
Trombosenieuws zal in 2008 tweemaal verschijnen en gekoppeld zijn aan een thema. De eerste uitgave in 2008 zal het thema “trombose en erfelijkheid” kennen.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Financieel In 2008 zullen verdere investeringen in de werving van donateurs plaatsvinden en worden de inkomsten uit contributies en donaties geraamd op € 875.000,--. Begin 2008 zal de Trombosestichting Nederland zich aansluiten bij de campagne ‘Nalaten’. Verwacht wordt dat de campagne ‘Nalaten’ in 2010 zijn vruchten zal afwerpen. Voor 2008 is begroot dat de omvang van beschikbare gelden voor projectfinanciering zal kunnen worden verdubbeld ten opzichte van het niveau van 2007. De ruimte hiervoor ontstaat door de gestegen inkomsten uit de ‘eigen fondsenwerving’.
15
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Jaarrekening 2007 BALANS PER 31 DECEMBER 2007
2007 2006 E E E Activa Materiële vaste activa Bedrijfsmiddelen 138 Voorraden
E
870
32.772
31.679
Vorderingen Interest 17.981 21.415 Overige vorderingen en overlopende activa 8.607 52.876
26.588
74.291
Effecten
832.085
1.019.791
Liquide middelen Saldi in rekening-courant 120.242 114.540 Deposito’s 41.280 1.186 Kas 13 13
16
161.535
115.739
1.053.118
1.242.370
Passiva Reserves & Fondsen Reserves Continuïteitsreserve 344.610 201.381 Fondsen Bestemmingsfonds patiëntenvoorlichting 29.755 71.507 Fonds activa bedrijfsvoering 138 870
29.893
72.377
374.503
273.758
Langlopende schulden Toegezegde subsidies researchprojecten 100.688
212.100
Kortlopende schulden Toegezegde subsidies researchprojecten 431.788 621.090 Diverse schulden en te betalen posten 48.541 33.104 F.van Lanschot Bankiers, rekening courant 0 3.022 Federatie Nederlandse Trombosediensten 97.598 99.296
577.927
756.512
1.053.118
1.242.370
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2007 2007 Begroting 2007 2006 E E E Fondsenwerving Baten Baten uit eigen fondsenwerving Contributies en donaties 728.286 400.000 409.640 SOS-actie/Beeldjesactie 23.040 25.000 27.651 Bijdragen in natura 194.083 100.000 69.100 Giften en schenkingen 500 pm 500 Nalatenschappen 131.933 110.000 16.852 Bijdrage patiëntenvoorlichting 54.250 50.000 50.975 Overige baten 9.432 3.153 Totaal baten uit eigen fondsenwerving 1.141.524 685.000 577.871 Resultaat beleggingen 47.540 47.500 53.395 Totaal baten 1.189.064 732.500 631.266 Lasten Besteed aan doelstellingen Wetenschappelijk onderzoek Toegezegde projectsubsidies 210.277 200.000 100.000 Mutatie ( onder - ) / overbesteding 21.510 210.277 200.000 78.490
17
Subsidie bijzonder hoogleraar ter bevordering Wetenschappelijk onderzoek 5.000 5.000 Wetenschappelijke raad 1.557 700 682 Sponsoring AIO-cursus 2.500 Uitgaven projectgebonden kosten voorgaande jaren 1.000 Preventie en voorlichting 509.996 227.500 205.837 Toerekening kosten eigen organisatie 101.833 80.109 61.037 Totaal besteed aan doelstellingen (Transporteren) 829.663 515.809 346.046
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2007 (vervolg)
18
2007 Begroting 2007 2006 E E E Transport 829.663 515.809 346.046 Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten fondsenwerving waarvoor een bijdrage in natura is verkregen 19.948 10.000 6.910 Donateursadministratie inclusief werving 197.144 115.000 91.517 Overige kosten, w.o. advertenties 15.019 19.732 Toerekening kosten eigen organisatie 11.315 8.901 30.518 Totaal kosten eigen fondsenwerving 243.426 133.901 148.677 Kosten beleggingen 2.658 2.500 1.066 Totaal werving baten 246.084 136.401 149.743 Beheer & administratie 12.572 9.890 10.173 Totaal lasten 1.088.319 662.100 505.962 Exploitatiesaldo 100.745 70.400 125.304 Het saldo is onttrokken respectievelijk toegevoegd aan : • bestemmingsreserve patiëntenvoorlichting 41.752- 39.332• fonds activa bedrijfsvoering 732- 732• vrij besteedbaar vermogen 143.229 70.400 165.368 100.745 70.400 125.304
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
TOELICHTING BIJ DE JAARREKENING OVER 2007 Waarderingsgrondslagen Presentatie
Staat van baten en lasten
De jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de Richtlijn
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar
Verslaglegging Fondsenwervende Instellingen herzien in
waarop zij betrekking hebben.
2007. Hoewel deze Richtlijn eerst toegepast hoeft te worden over het verslagjaar 2008, heeft de organisatie er voor
De nalatenschappen worden verantwoord in het jaar
gekozen dit al over het verslagjaar 2007 te doen. Immers
waarin de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
de nieuwe richtlijn biedt meer transparantie en een beter
Ontvangen voorschotten worden in het jaar van ontvangst
inzicht aan het publiek. De cijfers 2006 zijn voor vergelijkings-
verantwoord.
doeleinden aangepast.
Met ingang van het verslagjaar 2007 is de uitvoering van
Balans
fondsenwerving opgedragen aan een externe partij. Dien
De materiële vaste activa worden gewaardeerd op
ten gevolge richt de aandacht van de bureauorganisatie
aanschafwaarde onder aftrek van lineaire afschrijvingen.
zich in belangrijke mate op de besteding van de middelen.
Investeringen tot € 500 worden rechtstreeks als kosten
In lijn daarmee zijn de kosten van de bureauorganisatie,
verantwoord.
na aftrek van de kosten van Beheer & Administratie, voor 90% toegerekend aan de doelstelling. De resterende
De effecten zijn gewaardeerd tegen beurswaarde
10% is verantwoord als kosten werving baten.
per 31 december 2007.
19 De overige activa en passiva worden opgenomen tegen de nominale waarde.
Balans per 31 december 2007 Materiële vaste activa € 138 De activa worden aangehouden voor bedrijfsvoering. Het verloop over 2007 is als volgt :
E
E
Aanschaffingen 2005 Aanschafwaarde computers en toebehoren Aanschafwaarde overige kantoorinventaris Afschrijvingen tot en met 2007 1.326 Afschrijvingen 2007 732 Balans per 31 december 2007
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
1.632 564 2.196
2.058 138
2
0
0
7
Voorraden € 32.772
Overige vorderingen en overlopende
Per 31 december 2007 betrof dit ca. 227.500 brochures
activa € 8.607
patiëntenvoorlichting (aangehouden in het kader van de
Onder deze post is onder andere verantwoord terug te
doelsteling) en 4.800 briefopeners (aangehouden voor
vorderen dividendbelasting tot een bedrag van € 5.406.
bedrijfsvoering - werving baten).
Effecten € 832.085 De effecten worden aangehouden ter belegging en laten zich specificeren als volgt:
Nominaal/aantal
Koers
Balanswaarde E
255.000 120.000 135.000 135.000 100.000
100,10 104,40 103,41 103,31 100,30
115.830 125.280 139.604 139.469 100.300
620.482
Obligaties 5 1/2 % Bank Nederlandse Gemeenten 97-08 fl 5 1/4 % Bank Nederlandse Gemeenten 01-11 € 5 1/2 % Nederland 00-10 € 5 % Nederland 02-12 € 4 1/4 % Nederland 03-13 €
20
Aandelen A. AAB MU/H. income EQ st 900 79,16 71.244 A. ING hoog dividend aandelenfonds st 2.501 27,76 69.428 A. Fortis Obam st 400 177,33 70.931 211.603 Totaal 832.085
Het beleid met betrekking tot de beleggingen in effecten
Liquide middelen € 161.535
is gericht op de lange termijn. Daarbij is bepaald dat in
Hieronder zijn verantwoord direct opeisbare saldi van
beginsel 80% zal worden belegd in vastrentende waarden,
bank- en girorekeningen, deposito’s, alsmede het kassaldo.
voornamelijk obligaties Nederlandse Staat en financiële
De bank-, giro- en kassaldi worden aangehouden voor
instellingen. De overige 20% zal worden belegd in zakelijke
bedrijfsvoering.
waarden. Per ultimo 2007 is de verhouding 74,6% vastren-
De deposito’s ad totaal € 41.280 worden aangehouden
tende waarden en 25,4% zakelijke waarden.
ter belegging en laten zich specificeren als volgt:
Deposito comformrekening bij Van Lanschot Bankiers Termijn deposito bij Van Lanschot Bankiers, looptijd 23/10/2007 23/01/2008, rente 4,3%
J
a
a
r
v
e
r
s
Balanswaarde E 1.280 40.000 41.280
l
a
g
2
0
0
7
Reserves & Fondsen € 374.503
Reserves Continuïteitsreserve € 344.610
Het verloop van deze post is als volgt :
E
Balans per 1 januari 2007 resultaat 2007 Balans per 31 december 2007
201.381 143.229 344.610
De continuïteitsreserve is bedoeld als buffer om bij tegenvallende inkomsten of onverwachte calamiteiten het activiteitenniveau gedurende enige tijd te kunnen handhaven. De omvang is bepaald op minimaal één maal en maximaal 1,5 maal de jaarlijkse uitgaven voor de organisatie, alsmede de kosten voor werving. De per ultimo 2007 beschikbare continuïteitsreserve ad € 344.610 beloopt circa eenmaal de uitgaven voor de organisatie en kosten voor werving en is daarmee op de gestelde ondergrens.
21
Fondsen € 29.893 Bestemmingsfonds patiëntenvoorlichting € 29.755 Voor patiëntenvoorlichting in de vorm van een Nieuwsbrief en/of folders met patiënteninformatie voor trombosepatiënten, wordt door de Federatie van Nederlandse Trombosediensten sedert 1981 een bijdrage van circa 1 eurocent per verrichting aan haar leden berekend. Dit bedrag wordt aan de Trombosestichting Nederland doorbetaald.
Het bestemmingsfonds muteerde in 2007 als volgt :
E
E
Balans per 1 januari 2007 71.507 Bij : Bijdrage FNT 2007 54.250 Af : Verbruik voorlichtingsfolders 96.002- 41.752 Balans per 31 december 2007 29.755
Fonds activa bedrijfsvoering € 138 Deze post betreft het in de vaste activa voor de bedrijfsvoering vastgelegde vermogen en muteert met de aanschaffingen en afschrijvingen van de materiële vaste activa.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Schulden € 678.615 Toegezegde subsidies researchprojecten € 532.476 Het verloop van deze post in 2007 is als volgt :
E
Balans op 1 januari 2007 Bij : in 2007 gehonoreerde subsidieaanvragen Af : in 2007 betaalde declaraties inzake projecten Balans op 31 december 2007
833.190 210.277 1.043.467 510.991 532.476
De samenstelling van deze posten ultimo 2007 luidt als volgt:
22
Niet uitgegeven Af: Saldo niet resp. toegekende gedeclareerde opgenomen Saldo subsidie kosten in subsidie Projectleider 01-01-2007 2007 2007 31-12-2007 E E E E 200401 dr. E.A.L. Biessen & prof. dr. Th.C. van Berkel 105.161 53.164 51.997 200402 dr. A.B. Meijer 54.657 54.657 200403 dr. J. Voorberg 57.793 57.793 200404 dr. H.L. Vos 30.405 27.515 2.890 200405 dr. M.F.B.G. Gebbink 64.100 64.100 200501 prof. dr. T. van der Poll 165.249 49.352 115.897 200502 dr. F.J.M. Van der Meer 89.506 70.008 19.498 200503 dr. H.C.J. Eikenboom 42.513 38.794 3.719 200504 prof. dr. K. Mertens 123.806 52.251 71.555 200601 dr. B. de Laat 41.667 36.710 4.957 200602 dr. J.C.M. Meijers 58.333 6.647 51.686 200701 prof. dr. J.W.N. Akkerman 114.567 114.567 200702 dr. S.C. Cannegieter 28.780 28.780 200703 dr. R.J. van Oostenbrugge 66.930 66.930 833.190 210.277 510.991 532.476
Het saldo ‘niet opgenomen subsidie’ per ultimo 2007 is als volgt verantwoord in de balans: Balanswaarde Toegezegde subsidies lange termijn Toegezegde subsidies korte termijn Totaal
100.688 431.788 532.476
In 2007 werden subsidies toegekend voor de volgende projecten: prof.dr.J.W.N.Akkerman
Regulation of tissue factor expression by platelets
dr.S.C.Cannegieter
Thyroid dysfunction and venous thrombosis
dr.R.J. van Oostenbrugge De rol van tissue factor pathway inhibitor in het ontstaan en de progressie van ischemische cerebrale letsels door cerebrale micro-angiopathie
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
2007 E
2006 E
Diverse schulden en te betalen kosten € 48.541
Hieronder zijn opgenomen : Accountantskosten 3.500 2.200 Statler Consultancy, iz administratiekosten en jaarwerk 5.500 6.112 Centraal Bureau Fondsenwerving 7.570 Uitgaven inzake fondsenwerving 9.648 15.438 Teveel ontvangen Artihove afrekening 2005 6.420 6.420 Advertenties e.d. 2.159 Kantoorkosten via FNT 7.347 Diversen 6.397 2.934 48.541 33.104
Staat van baten en lasten over 2007 Contributies en donaties € 728.286
Naast donaties van particulieren zijn onder deze post ook
Door inschakeling van een externe professionele partij
bijdragen van bedrijven en instellingen verantwoord.
zijn de ontvangsten fors hoger dan begroot voor 2007 en gerealiseerd over 2006.
23
De ontvangsten van € 1.000 of hoger laten zich specificeren als volgt: Seaways Heavy Lifting ltd 20.000 Bayer 2.000 Roche 5.000 Stichting de Vesting 1.000 Stichting Geurts Dekker 1.700 23.000 6.700
Bijdragen in natura € 194.083 Deze post laat zich specificeren als volgt: Mediaedge:cia BV te Amsterdam 181.556 B&M Design BV te Brielle Nieuwe Oogst BV te Amsterdam 11.251 Great Opportunities BV te Amsterdam Diversen 1.276 194.083
17.100 26.730 7.140 14.280 3.850 69.100
De bijdragen hebben o.a. betrekking op de ontwikkeling en productie van communicatiemiddelen, ter beschikkingsstelling van televisiezendtijd en campagneontwikkeling. De middelen hebben een voorlichtend karakter en zijn derhalve voor 90% verantwoord onder de uitgaven voor doelbesteding. De resterende 10% wordt verantwoord onder kosten voor fondsenwerving.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Overige baten € 9.432 In deze post is mede begepen een bedrag groot € 9.349, ontvangen als bijdrage van bedrijven voor de organistie van de patiënten informatiemarkt in 2007.
Resultaat beleggingen € 44.882 Het resultaat beleggingen is als volgt te specificeren:
E
E
Interesten obligaties 28.500 Dividenden beleggingsfondsen aandelen 7.180 Interesten deposito’s 291 35.971 Gerealiseerd koersresultaat obligaties 74 Gerealiseerd koersresultaat beleggingsfondsen aandelen 16.915 Ongerealiseerd koersresultaat obligaties -8.909 Ongerealiseerd koersresultaat beleggingsfondsen aandelen 3.489 11.569 47.540 Af : kosten beleggingen 2.658 44.882
24 Preventie en voorlichting € 509.996 De uitgaven voor preventie en voorlichting zijn hoger dan begroot als resultaat van toegenomen mailingen en extra gesponsorde TV- en radiocommercials en zijn als volgt te specificeren: 2007 2006 E E Uitgaven inzake het geven van voorlichting en het bevorderen van bewustwording waarvoor een bijdrage in natura is verkregen 174.135 62.190 Folder patiëntenvoorlichting 96.002 90.307 Patiënten Informatiemarkt 49.606 Ambassadeurs 1.524 2.990 Standruimte ( incl. transportkosten ) 14.655 17.420 Jaarverslag en overige publicaties 174.074 32.930 509.996 205.837
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Kengetallen 2007 Begroting 2007 2006 % % % Percentage kosten fondsenwerving Kosten eigen fondsenwerving gedeeld door baten eigen fondsenwerving 21,3 19,5 25,7 Bestedingsratio Totaal bestedingen aan doelstelling gedeeld door totale baten 70,0 70,4 54,8
VERDELING LASTEN NAAR BESTEMMING Doelstelling Werving baten Beheer & totaal begroting 2006 adminstratie 2007 2007 Eigen Beleggingen fondsen werving Subsidies en bijdragen 216.277 216.277 207.500 78.490 Wetenschappelijke Raad 1.557 1.557 700 682 Publiciteit en communicatie 509.996 509.996 227.500 205.837 Uitbesteed werk 232.111 2.658 234.769 127.500 119.225 Huisvestingskosten 6.567 730 811 8.108 6.400 10.230 Kantoor- & algemene kosten 94.673 10.519 11.688 116.880 91.800 90.766 Afschrijving en rente 593 66 73 732 700 732 829.663 243.426 2.658 12.572 1.088.319 662.100 505.962
De Stichting heeft geen personeelsleden in dienst. De
De resterende kosten worden toegerekend volgens de
werkzaamheden voor het bureau worden uitgevoerd
verdeelsleutel 90% doelstelling en 10% werving baten.
door medewerkers van de Federatie van Nederlandse
De sleutel is gebaseerd op het tijdsbeslag dat de beide
Trombosediensten (FNT). De hiermee samenhangende
activiteiten leggen op de organisatie.
25
kosten worden door de FNT aan de TSN doorbelast en zijn verantwoord onder kantoorkosten.
Aan bestuurders en toezichthouders wordt geen bezoldiging verstrekt, noch zijn aan hen leningen, voorschotten of
Op basis van tijdsbeslag wordt 10% van de kosten van
garanties verstrekt.
de eigen bureauorganisatie toegerekend als kosten van beheer & administratie.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Accountantsverklaring
26
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Begroting 2008 begroting 2008 trombosestichting nederland
Begroting 2007
Begroting 2008
Prognose 2007
Baten Baten eigen fondsenwerving Contributies en donaties 400.000 715.000 875.000 Bijdragen in natura 100.000 195.000 200.000 Giften schenkingen PM 2.500 PM Nalatenschappen 110.000 110.000 10.000 Bedrijven incl. SOS-actie 25.000 30.000 25.000 Bijdrage patiëntenvoorlichting 50.000 50.000 53.000 Overige baten PM 500 PM Totaal baten eigen fondsenwerving 685.000 1.103.000 1.163.000 Baten uit beleggingen 47.500 47.500 50.000 Som der baten 732.500 1.150.500 1.213.000 Lasten Besteed aan doelstelling Wetenschappelijk onderzoek TSN 200.000 210.500 400.000 Kosten bijzonder hoogleraar 5.000 5.000 5.000 Sponsoring AIO-cursus 2.500 2.500 2.500 Kosten Wetenschappelijke Raad en overige 700 1.600 1.000 Preventie en voorlichting 227.500 397.500 531.500 Toerekening kosten eigen organisatie 80.109 82.539 107.973 Totaal besteed aan de doelstelling 515.809 699.639 1.047.973 Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten fondsenwerving waarvoor een bijdrage in natura is ontvangen 10.000 19.500 20.000 Kosten donateursadministratie e.d. 115.000 220.000 224.000 Toerekening kosten eigen organisatie 8.901 9.171 11.997 Totaal kosten eigen fondsenwerving 133.901 248.671 255.997 Kosten beleggingen 2.500 2.500 2.500 Beheer en administratie Kosten beheer en administratie 9.890 10.190 13.330 Som der lasten 662.100 961.000 1.319.800 Resultaat 70.400 189.500 -106.800
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
27
0
7
Wetenschappelijk jaarverslag De onderwerpen waarover verslag wordt gedaan zijn complex. De wetenschappers hebben er echter naar gestreefd het resultaat zo helder mogelijk weer te geven. Afgeronde projecten Projectnummer: 2004-2 Titel project:
Factor VIII’s escape from LRP-dependent
clearance: Reappraisal of the role of vWF
Projectleider:
A.B. Meijer
Instelling:
Sanquin Research
Vraagstelling onderzoek Factor VIII (FVIII) is belangrijk voor het goed functioneren van het bloedstollingsysteem. Een verhoogde bloedspiegel van FVIII vergroot echter de kans op trombose. Informatie over de mechanismen die het niveau van FVIII in het bloed reguleren is daarom onmisbaar. Een eiwit dat het FVIIIniveau sterk beïnvloedt is von Willebrand factor (vWF). vWF vormt in het bloed een hecht complex met FVIII en
28
voorkomt op deze wijze een snelle verwijdering van FVIII uit de circulatie. Recent hebben wij vastgesteld dat de celreceptoren LRP en LDL-receptor (LDLR) direct betrokken zijn bij dit verwijderingproces. Verder bleek dat vWF de binding van FVIII aan deze receptoren effectief blokkeert. Ondanks deze beschermende werking van vWF, wordt FVIII niettemin via LDLR en LRP verwijderd uit de circulatie. Dit gegeven impliceert het bestaan van een mechanisme dat de beschermende werking van vWF kan opheffen. Of dit zo is, en zo ja, hoe dit plaatsvindt zijn belangrijke vragen binnen ons onderzoek. Welke delen van de vraagstelling zijn beantwoord en op welke wijze? Om de rol van vWF in het verwijderingmechanisme van FVIII te onderzoeken, maken wij gebruik van fluorescerende varianten van FVIII. De opname van FVIII door cellen, waarop LRP of LDLR aanwezig is, kunnen wij hierdoor nauwgezet volgen. In aanwezigheid van vWF bleek de opname van FVIII door de cellen niet plaats te vinden.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Dit is in overeenstemming met onze eerdere vondst dat
Literatuurpublicaties
vWF de binding van FVIII aan LRP en LDLR blokkeert.
1. Effective Factor VIII Endocytosis Is under Conformational
vWF verhinderde echter niet de LRP/LDLR onafhankelijke
Control of von Willebrand Factor. Alexander B. Meijer,
binding van FVIII aan het oppervlak van de cel. Het kunnen
Sigrid D. Roosendaal, Bas de Laat, Maartje van den
opheffen van de bescherming van FVIII door vWF op het
Biggelaar, Vincent Limburg, Carmen van der Zwaan,
celoppervlak is dus mogelijk de sleutel in het verwijdering-
Kees W. Rodenburg, Koen Mertens. Blood (2007) 110,
mechanisme van FVIII. Door anderen is eerder vastgesteld
abstract ASH 1767.
dat vWF veel verschillende vormen (conformaties) kan aannemen in het bloed. Een conformatieverandering van
2. The Factor VIII C1 Domain Contributes To Efficient
gezuiverd vWF kan buiten het lichaam in gang worden
LRP/LDL Receptor Binding. Alexander B. Meijer,
gezet door de niet-lichaamseigen stof ristocetine.
Vincent Limburg, Henriet Meems, Carmen van der Zwaan, Koen Mertens J Thromb Haemost (2007) 5,
In aanwezigheid van ristocetine bleek nu dat vWF niet meer
Supplement 2: abstract ISTH P-M-040.
in staat was de opname van FVIII door cellen te blokkeren. Dit betekent dat de beschermende werking van vWF voor FVIII wordt opgeheven wanneer vWF van conformatie verandert. Een lichaamseigen proces dat een conformatieverandering van vWF kan teweegbrengen lijkt dus de onbrekende schakel in het FVIII verwijderingmechanisme.
29
Mogelijk zijn er gespecialiseerde cellen in het lichaam aanwezig die specifiek voor deze taak zijn toegerust. Welke cellen dit zijn, zal in een vervolgonderzoek moeten worden vastgesteld. Welke aspecten van de kennis over trombose zijn met het onderzoek gediend? Het niveau van FVIII in het bloed dient sterk te worden gereguleerd. Het ontbreken van het eiwit kan bijvoorbeeld leiden tot een ernstige bloedingsneiging. Daar tegenover staat dat een verhoogde FVIII-bloedspiegel is geassocieerd met een verhoogde kans op trombose. Het begrijpen van de mechanismen die het niveau van FVIII in het bloed reguleren, kan daarom van belang zijn bij het bestrijden van trombotische aandoeningen die hun oorzaak vinden in een verhoogde FVIII-bloedspiegel.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Projectnummer: 2004-3
aangetoond dat beide antistoffen de binding van
Titel project:
Functionele analyse van humane
ADAMTS13 aan vWF remmen. Hierdoor kan ADAMTS13
monoclonale antistoffen gericht
de vWF-polymeren niet meer volledig knippen waardoor
tegen ADAMTS13 bij patiënten met
kleine plaatjesrijke stolsels ontstaan bij patiënten met TTP.
trombotische trombocytopenische
purpura
Welke aspecten van de kennis over trombose zijn
Projectleider:
dr. J. Voorberg
met het onderzoek gediend?
Instelling:
Sanquin Research
Het in het kader van dit project uitgevoerde onderzoek heeft aangetoond dat tegen ADAMTS13 gerichte
Vraagstelling onderzoek
antistoffen de binding van ADAMTS13 aan vWF verhinderen.
Trombotische trombocytopenische purpura (TTP) is een levensbedreigende aandoening die veroorzaakt wordt door
Dit mechanisme ligt hoogstwaarschijnlijk ten grondslag aan
overmatige klontering van bloedplaatjes in de haarvaten. Bij
het ontstaan van bloedplaatjesrijke stolsels in de haarvaten
de meeste patiënten met TTP worden antistoffen gericht tegen
van patiënten met TTP. Met de uit dit project voortgekomen
circulerend ADAMTS13 aangetroffen. ADAMTS13 is een eiwit
antistoffen is een assay voor circulerend ADAMTS13
dat betrokken is bij het knippen van Von Willebrand factor
opgezet. Deze assay kan ingezet worden voor het bepalen
(vWF) polymeren. Deze polymeren worden door endotheelcel-
van circulerend ADAMTS13 bij patiënten met TTP en bij
len, die de bekleding van de vaatwand vormen, uitgescheiden
patiënten met andere vasculaire afwijkingen. Door het
en direct daarna in kleinere stukjes geknipt door ADAMTS13.
isoleren van humane monoclonale antistoffen zijn we er
30
achter gekomen dat de tegen ADAMTS13-gerichte Door de aanwezigheid van antistoffen gericht tegen
antistoffen bij verschillende patiënten erg veel op elkaar lijken.
ADAMTS13 circuleren er bij patiënten met TTP zeer lange vWF-polymeren die bijdragen aan de vorming van bloedplaat-
Dit was bij aanvang van dit project nog niet bekend. We willen
jesrijke stolsels in de haarvaten. Doel van dit onderzoek is
dit in de toekomst verder uitzoeken en we hopen dat dit
om te bestuderen op welke wijze de antistoffen gericht tegen
onderzoek nieuwe aanknopingspunten voor de diagnostiek
ADAMTS13 interfereren met het knippen van vWF-polymeren.
en wellicht ook voor de behandeling van patiënten met TTP zal opleveren.
Welke delen van de vraagstelling zijn beantwoord en op welke wijze? Om te kunnen onderzoeken op welke wijze antistoffen gericht tegen ADAMTS13 interfereren met het knippen van vWF-polymeren hebben we allereerst een serie humane monoclonale antistoffen gericht tegen ADAMTS13 geïsoleerd. De eigenschappen van 2 van de 5 humane monoclonale antistoffen die representatief zijn voor antistoffen zoals die voorkomen bij patiënten met TTP zijn uitgebreid bestudeerd. Beide monoclonale antistoffen remmen het knippen van vWF-polymeren door ADAMTS13 onder verschillende experimentele condities. Biochemische analyses hebben
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Literatuurpublicaties
Projectnummer: 2004-4
1. Luken BM, Turenhout EA, Kaijen PH, Greuter MJ, Pos W,
Titel project: Selectie van functionele DNA-variaties met behulp van mini-gen constructen
van Mourik JA, Fijnheer R and Voorberg J. (2006) Amino acid regions 572-579 and 657-666 of the spacer domain
Projectleiders:
dr. Hans L. Vos en
of ADAMTS13 provide a common antigenic core required
dr. Marieke C.H. de Visser
for binding of antibodies in patients with acquired TTP.
Instelling:
subafdeling Trombose en
Thromb Haemost 96, 295-301.
Hemostase, Einthoven Laboratorium voor
Experimentele Vasculaire Geneeskunde,
Leids Universitair Medisch Centrum
2. Luken BM, Kaijen PH, Turenhout EA, Kremer Hovinga JA, van Mourik JA, Fijnheer R, Voorberg J. (2006) Multiple B-cell clones producing antibodies directed to the
Vraagstelling onderzoek
spacer and disintegrin/thrombospondin type-1 repeat 1
Het wordt steeds duidelijker dat de kans op veel zoge-
(TSP1) of ADAMTS13 in a patient with acquired throm-
naamde ouderdomsziekten (reuma, suikerziekte, vaatlijden)
botic thrombocytopenic purpura. J Thromb Haemost 4,
gedeeltelijk door variatie in genen wordt bepaald. Ook voor
2355-2364.
trombose is dat het geval. Wij proberen momenteel nieuwe risicogenen op te sporen binnen de GIFT-studie (Genetica
3. Tjernberg P, Vos HL, Spaargaren-van Riel CC, Luken
In Familiaire Trombose). Binnen een risicogen kunnen
BM, Voorberg J, Bertina RM, Eikenboom JC (2006) Diffe-
echter een aantal gezamenlijk overervende veranderingen
rential effects of the loss of intrachain- versus interchain-
optreden, wat de identificatie van de verantwoordelijke
disulfide bonds in the cystine-knot domain of von Wille-
DNA-variant bemoeilijkt. Doel van het huidige project was
brand factor on the clinical phenotype of von Willebrand
om het gebruik van mini-genen hiervoor te onderzoeken.
disease. Thromb Haemost 96, 717-724.
Mini-genen zijn genfragmenten die bij voorkeur slechts
31
één verandering bevatten en functioneel getest kunnen 4. Riksen NP, Luken BM, Klasen IS, Voorberg J, Crama N,
worden. Door de effecten van een variant te vergelijken
van Deuren M. (2007) Antibodies against the CUB1-2
met het normale DNA kan het effect van de variant op de
domains of ADAMTS13 in a patient with benign
gen-functie onderzocht worden. Als modelveranderingen
monoclonal gammopathy. Haematologica 92, e74-76.
hebben we gekozen voor de zeer milde 19911A/G-variatie in het protrombinegen en voor een ernstige verandering in
5. Pos W, Luken BM, Kremer-Hovinga JA, Turenhout EA,
het Proteïne C-gen.
Scheiflinger F, Dong J-f, Fijnheer R en Voorberg J. Human antibodies with specificity for the spacer domain of
Welke delen van de vraagstelling zijn beantwoord en
ADAMTS13 are derived from VH1-69 germline genes.
op welke wijze?
Ter publicatie aangeboden.
In het verslagjaar hebben we ons vooral geconcentreerd op de DNA-verandering in het Proteïne C-gen. Deze verandering is verantwoordelijk voor een ernstig tekort van het antistollingseiwit Proteïne C in de patiënt, waarschijnlijk door een onvolledige rijping van het boodschapper RNA.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Dit zorgt voor de vertaling van een gen in een eiwit.
Literatuurpublicaties tot en met het jaarverslag
Voor het mini-gen werd een aanzienlijk deel van het
Een samenvatting van het protrombinedeel van ons werk is
Proteïne C-gen gebruikt. Tot onze verrassing bleek dat dit
door middel van een voordracht gepresenteerd op de twee
gedeelte niet normaal kon functioneren, ondanks het feit
jaarlijkse meeting van de International Society of Throm-
dat het een aantal voor de RNA-rijping essentiële gebieden
bosis and Haemostasis (ISTH): The effect of the intronic
van het gen (exons en introns) bevatte. Eén van de drie
prothrombin 19911G allele on 3’ end MRNA processing in
introns kon niet, zoals gebruikelijk is, uit het RNA verwijderd
relation to the 20210G>A polymorphism. H. H. A. G. M. van der
worden. Pas na verdere uitbreiding van het Proteïne C
Putten, C. C. Spaargaren-van Riel, R. M. Bertina, H. L. Vos.
mini-gen kon normale rijping worden waargenomen.
Manuscripten over de protrombine-constructen en de
Dit heeft ons geleerd dat introns, waarvan vaak wordt
Proteïne C-verandering zijn in voorbereiding.
aangenomen dat ze min of meer onafhankelijk functioneren, voor een correcte rijping vaak toch afhankelijk zijn van andere, niet direct flankerende delen van het RNA. Welke aspecten van de kennis over trombose worden met het onderzoek gediend? Het verkregen resultaat heeft ons voorzichtiger gemaakt ten aanzien van het gebruik van mini-genen voor het vinden van ziekteveroorzakende DNA-veranderingen.
32 Dit betekent concreet dat we voor het testen van functionele veranderingen niet op slechts één systeem kunnen vertrouwen, maar verschillende testsystemen moeten gebruiken. We hebben binnen ons laboratorium al een alternatief systeem ontwikkeld, dat gebruikmaakt van zogenaamde luciferase reporter-genen. Deze test is op een iets ander principe gebaseerd, waardoor ze ook in het geval van een onvolledige rijping van het boodschapper-RNA een werkbaar resultaat opleveren. Beide systemen kunnen voor allerlei ziektes worden ingezet en zijn daarmee uiteraard ook geschikt voor het onderzoek van trombose. We hopen met deze systemen in de komende jaren nog diverse DNA-veranderingen te karakteriseren, die het tromboserisico verhogen.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Projectnummer: 2005-2
De groep die de extra vitamine K had gekregen bleek min-
Titel project: De rol van vitamine K in stabiliteit
der schommelingen in de INR te hebben dan de groep die
van stolling
de placebo had gekregen. Patiënten die extra vitamine
Projectleider:
dr. F.J.M. van der Meer
K hadden gebruikt waren 90% van de tijd binnen de INR
Instelling:
Leids Universitair Medisch Centrum
streefwaarden terwijl de mensen in de placebogroep 86% van de tijd binnen de INR-streefwaarden waren. Zowel lage
Vraagstelling onderzoek
als hoge INR uitslagen kwamen iets minder voor bij de
Vitamine K is nodig voor het maken van stollingseiwitten.
vitamine K-gebruikers.
De werking van antistollingsmedicijnen berust op remming van hergebruik van vitamine K in het lichaam. De stollings-
De conclusie van het onderzoek is dus dat het inderdaad
eiwitten in het bloed kunnen nu minder goed gemaakt
mogelijk is de schommelingen in de INR te verminderen
worden en het bloed stolt minder goed. Het gevolg is
door een kleine hoeveelheid extra vitamine K te gebruiken
minder kans op trombose.
tijdens antistollingsbehandeling.
Het antistollingseffect (de INR) kan echter sterk wisselen.
Welke aspecten van de kennis over trombose worden
Bij een te lage INR stolt het bloed nog te veel met meer
met het onderzoek gediend?
kans op trombose. Een te hoge INR verhoogt de kans op
Hoewel al lange tijd bekend is dat de voeding invloed heeft
bloedingen. De hoeveelheid vitamine K die we met de
op de behandeling met antistollingsmedicijnen, ontbreken
voeding opnemen in ons lichaam verschilt van dag tot dag.
tot op heden praktische adviezen aan patiënten. Het geven
Eerder onderzoek heeft aangetoond dat mensen die weinig
van extra vitamine K aan mensen die worden behandeld
vitamine K eten meer schommelingen in hun INR hebben.
met antistollingsmedicijnen lijkt een effectieve manier om
Als er meer vitamine K wordt gegeten zullen deze schom-
de stabiliteit van antistolling te vergroten. De effectiviteit en
melingen dus af kunnen nemen. In deze studie wilden
de veiligheid van de behandeling met antistollingsmedicijnen
wij daarom onderzoeken of de schommelingen in de INR
zullen hierdoor naar alle waarschijnlijkheid toenemen.
33
kunnen verminderen en dus de antistolling stabieler kan worden door mensen die antistollingsmedicijnen gebruiken
Voordat het geven van extra vitamine K daadwerkelijk in de
elke dag extra vitamine K te laten gebruiken.
dagelijkse praktijk kan worden toegepast moet met verder onderzoek aangetoond worden dat niet alleen de schom-
Welke delen van de vraagstelling werden in het
melingen in de INR verminderen maar dat ook het aantal
verslagjaar beantwoord?
tromboses en bloedingen minder wordt.
Twee groepen van elk 100 mensen werden met elkaar vergeleken. Eén groep kreeg naast de antistollingsmedicijnen
Literatuurpublicaties tot en met het jaarverslag
elke dag een capsule met vitamine K. De andere groep
1. Rombouts EK, Rosendaal FR, van der Meer FJM. The
kreeg een capsule die er hetzelfde uitzag, maar geen werk-
effect of vitamin K supplementation on anticoagulant
zame stof bevatte (een placebo). De studiemedicatie werd
treatment. J Thromb Haemost. 2006; 4:691-692.
gedurende een half jaar gebruikt. Hierna werd de stabiliteit van de antistollingsbehandeling (de schommelingen in de INR) tussen de twee groepen vergeleken.
2. R ombouts EK, Rosendaal FR, van der Meer FJM. Daily vitamin K supplementation improves anticoagulant stability. J Thromb Haemost 2007; 5: 2043-2048.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Projectnummer: 2005-3
Tot nu toe is nog niet zoveel bekend over de oorzaken van
Titel project: De rol van Vasopressine 2 Receptor en
die verhoogde hoeveelheden FVIII en vWF in het bloed.
Aquaporine 2 in de regulatie van Von Wil-
Zoals hiervoor beschreven speelt vasopressine zowel een
lebrand factor en factor VIII spiegels en
rol bij onze waterhuishouding en bloeddrukregulatie als bij
de gevolgen voor het risico op trombose
de afgifte van FVIII en vWF in ons lichaam. Verstoring van
Projectleider:
Dr. H.C.J. Eikenboom
de werking van vasopressine zou dus kunnen leiden tot
Instelling:
Leids Universitair Medisch Centrum,
verhoogde hoeveelheden FVIII en vWF in het bloed en
afdeling Hematologie, subafdeling Trombose en Hemostase Vraagstelling onderzoek
zou van belang kunnen zijn voor het risico op trombose. We hadden daarom de volgende onderzoeksvragen: 1. Vasopressine bindt voor zijn effect aan de vasopressine
Vasopressine, een belangrijk hormoon in ons lichaam,
2-receptor (V2R). Wat is het effect van erfelijke variaties
zorgt ervoor dat de nieren de juiste hoeveelheid vocht
in de V2R op de functie van de receptor?
vasthouden, zodat we niet uitdrogen. Vasopressine doet dit door heel precies te regelen hoeveel waterkanaaltjes
34
2. E r zijn patiënten bij wie de V2R of het waterkanaal AQP2
(Aquaporine 2, AQP2) er op ieder moment aanwezig zijn
niet meer werken en daardoor kunnen zij water niet
in de nieren. Via deze waterkanaaltjes wordt water uit de
vasthouden en plassen ze gemiddeld tussen de 10 en 20
urine weer naar het bloed ‘teruggepompt’. Hierdoor is het
liter per dag. Deze ziekte noemen we nefrogene diabetes
lichaam in staat om water vast te houden als we een tijd
insipidus (NDI). Wat is het effect van deze afwijking op de
lang niet drinken, zoals ’s nachts. Hoeveel vasopressine
hoogte van vWF en FVIII in het bloed?
ons lichaam maakt hangt af van de hoeveelheid vocht die we innemen, de hoeveelheid zouten in ons bloed, maar ook van onze bloeddruk.
3. K omen er ook erfelijke variaties voor in het waterkanaal AQP2 die zorgen voor hogere bloedspiegels van vWF en FVIII en wat voor invloed hebben deze variaties op het
Behalve het regelen van onze wateruitscheiding zorgt
tromboserisico?
vasopressine er ook voor dat ons lichaam een aantal stollingsfactoren, zoals factor VIII (FVIII) en de von Willebrand
4. Welke invloed hebben hoge bloeddruk en het gebruik
factor (vWF) afgeeft aan het bloed. Deze stollingsfactoren
van bloeddrukverlagende middelen op vWF en FVIII?
zorgen ervoor dat ons bloed makkelijk kan stollen op het moment dat we ons verwonden. Echter, als we te veel van
Welke delen van de vraagstelling zijn beantwoord en
deze factoren in ons bloed hebben, kan dat er toe leiden
op welke wijze?
dat het bloed te veel gaat stollen, ook als het niet nodig is,
We hebben niercellen met daarin een vasopressine 2
en dat kan leiden tot het verstopt raken van een bloedvat,
receptor (V2R) met een erfelijke verandering gekweekt.
ofwel trombose.
We hebben in dit experiment kunnen aantonen, dat de erfelijke verandering in de V2R, die bij mensen aanleiding
Sommige mensen hebben te veel FVIII en vWF in hun
geeft tot hogere hoeveelheden FVIII en vWF in het bloed,
bloed en lopen daardoor meer risico om trombose te
beter vasopressine kan binden en dus beter op vasopres-
krijgen. We weten dat dit probleem voor kan komen bij
sine reageert dan de gewone receptor. Verder hebben we
meerdere leden van een familie en dat de oorzaken voor
een groot deel van alle Nederlandse families met de ziekte
het probleem dus deels erfelijk bepaald kunnen zijn.
NDI onderzocht. De patiënten en hun familieleden hebben
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
vragenlijsten beantwoord en hun bloed werd onder andere
Literatuurpublicaties
onderzocht op de hoeveelheid FVIII, vWF en vasopressine.
De volgende abstracts zijn ingediend voor het congres van
Het lijkt erop dat dragers van NDI, vooral als het water-
de International Society on Thrombosis and Haemostasis
kanaal AQP2 niet werkt, meer vWF en FVIII hebben dan
(ISTH) in Geneve in juli 2007 over respectievelijk vraagstel-
gezonde mensen. Het waterkanaal AQP2 hebben we
lingen 1, 3 en 4:
verder onderzocht in een grote groep van 474 patiënten met trombose en 474 gezonde mensen. Een aantal variaties in
• Nossent AY, Robben JH, Deen PMT, Rosendaal FR, Ber-
de erfelijke code voor het waterkanaal AQP2 komen voor-
tina RM, Eikenboom HCJ. Functionality of the vasopressin
namelijk voor bij mensen die ook veel vWF en FVIII hebben
2 receptor variation G12E as modifier of von Willebrand
en enkele van die variaties zorgen ervoor dat je twee keer
factor and factor VIII levels.
zoveel kans hebt om trombose te krijgen dan mensen zonder die variaties. Tenslotte hebben we het effect van
• Nossent AY, Eikenboom HCJ, Vos HL, Bertina RM, Ro-
hoge bloeddruk en het gebruik van bloeddrukverlagende
sendaal FR. Aquaporin 2 gene variations, levels of von
medicijnen op het gehalte FVIII in het bloed onderzocht in
Willebrand factor and factor VIII and the risk of venous
twee grote studies. In mensen jonger dan 65 jaar hebben
thrombosis.
degenen met een hoge bloeddruk ook veel FVIII. In ouderen bleek dit niet zo te zijn, mogelijk doordat door de vaak
• Nossent A, Smith NL, Eikenboom HCJ, Bertina RM,
slechtere conditie van de vaten de bloeddruk omlaag en
Rosendaal FR, Psaty BM. Association of blood pressure
FVIII juist omhoog gaat. Echter, bij iedereen die bloeddruk-
and factor VIII in Leiden thrombophilia study (LETS) and
verlagende middelen slikt was FVIII hoger dan bij mensen
cardiovascular health study (CHS).
35
die geen medicijnen slikken. Volledige manuscripten betreffende de drie bovengenoemWelke aspecten van de kennis over trombose zijn
de abstracts en over het onderzoek van vraagstelling 2 zijn
met het onderzoek gediend?
in voorbereiding en zullen naar verwachting alle vier in de
Het onderzoek heeft meer inzicht opgeleverd over de
eerste helft van 2007 worden ingediend.
oorzaken van hoge bloedspiegels van vWF en FVIII. Bovendien heeft het onderzoek aangetoond dat de regulatie van deze stollingsfactoren deels afhangt van de waterhuishouding en de bloeddrukregulatie en dat het gebruik van bloeddrukverlagende middelen samenhangt met bloedspiegels van vWF en FVIII. Omdat vWF en FVIII een belangrijke rol kunnen spelen bij het ontstaan van trombose, heeft het onderzoek bijgedragen aan de kennis over de oorzaken van deze ziekte. Wellicht kunnen de uitkomsten van dit onderzoek in de toekomst helpen een betere individuele risicoschatting te maken en bijdragen aan het voorkomen van een deel van de trombosegevallen.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Projectnummer: 2006-1
voor het maken van de antistoffen. Uit reeds 3 patiënten
Titel project: Zijn trombosegerelateerde antifosfolipiden
is het genetisch materiaal geïsoleerd dat codeert voor
antistoffen ook pathogeen?
de antistoffen. Van 2 patiënten is nu een bank (library)
Projectleider:
Bas de Laat
aangelegd. Na een aantal stappen zijn er antistoffen ge-
Instelling:
Sanquin, afdeling Plasma Eiwitten
produceerd en geselecteerd die heel beta2-glycoproteine I herkennen (ongeacht waar op het eiwit) en antistoffen die
Vraagstelling onderzoek
specifiek domein I (eerste gedeelte, trombosegerelateerd)
Het antifosfolipidensyndroom kenmerkt zich door herhaal-
van beta2-glycoproteine I herkennen. We hebben gevonden
delijke episodes van trombose en (bij vrouwen) herhaalde-
dat binnen 1 patiënt zowel cellen aanwezig zijn die antistoffen
lijke miskramen. Naast deze symptomen moeten er om de
maken die domein I herkennen als andere gedeeltes van
diagnose antifosfolipidensyndroom te kunnen stellen ook
beta2-glycoproteine I. Verder is het interessant dat tot nu
specifieke autoimmuun-antistoffen in het bloed aanwezig zijn.
toe alle beta2-glycoproteine I herkennende antistoffen kunnen
De huidige studie heeft als doel duidelijkheid te verschaffen
worden gedifferentieerd van alle domein I herkennende
in het pathogene karakter van antifosfolipiden antistoffen.
antistoffen gebaseerd op het genetisch materiaal.
Nog steeds is er onduidelijkheid over welke antistoffen wel
Ondanks het beëindigen van de subsidie zal de komende
een risico op trombose met zich meebrengen en welke niet.
maanden dit onderzoek worden voortgezet om ook de
Het polyklonale karakter (meerdere soorten antistoffen in
andere vragen te beantwoorden.
een patiënt) van antifosfolipiden antistoffen is een van de
36
belangrijkste redenen voor het ontbreken van een consen-
Welke aspecten van de kennis over trombose worden
sus wat betreft het ziekmakende vermogen van antifosfo-
met het onderzoek gediend?
lipiden antistoffen. Antifosfolipiden antistoffen herkennen
Door middel van het karakteriseren van verschillende
verschillende plasma-eiwitten. Er wordt nu verondersteld
antilichamen afkomstig van antifosfolipidenpatiënten hebben
dat antistoffen tegen het eerste deel van plasma eiwit
we reeds meer inzicht gekregen in de immunologie van het
beta2-glycoproteine I het beste is geassocieerd met
antifosfolipidensyndroom. We hebben sterke aanwijzing dat
trombose. Maar doordat in 1 patiënt verschillende antistoffen
door middel van het genetisch materiaal (toekomstige)
aanwezig zijn, is dit niet zeker.
patiënten beter kunnen diagnosticeren. Doordat we het onderzoek nog voortzetten kunnen we in de nabije toe-
Door middel van het apart construeren en testen van de
komst het project afsluiten waarna we met zekerheid
verschillende antistoffen afkomstig van 1 patiënt (getest
kunnen zeggen hoe en welke antistoffen trombose kun-
voor meerdere patiënten) zullen we met meer zekerheid
nen veroorzaken. Hierdoor ontstaan er mogelijk nieuwe
kunnen zeggen welke antistoffen het ziekmakende
aanknopingspunten voor onderzoek naar het ontstaan van
vermogen hebben.
antifosfolipiden antistoffen doordat we dan mogelijk weten wat de echte trombosegerelateerde antistoffen zijn.
Welke delen van de vraagstelling zijn beantwoord en op welke wijze?
Verder is er reeds belangstelling getoond door diagnostische
Op basis van de uitkomst in verschillende testen waarmee
bedrijven naar de patiëntenafgeleide monoklonale antistoffen.
de antifosfolipiden antistoffen worden gedetecteerd, hebben
Door deze antistoffen als controle te gebruiken in diagnos-
we enkele patiënten geselecteerd. Uit het bloed van deze
tische testen zal dit de specificiteit voor trombose verhogen,
patiënten zijn de cellen geïsoleerd die verantwoordelijk zijn
en assays van verschillende bedrijven homogeniseren.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
De resultaten van het uitgevoerde onderzoek leveren een bijdrage aan het verbeteren van de diagnostiek van antifosfolipidengerelateerde trombose. Op termijn kan hierdoor mogelijk de behandeling van deze groep patiënten verder geoptimaliseerd worden. Literatuurpublicaties N.v.t.
37
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Lopende projecten Projectnummer: 2004-1 Titel project: Modulatie van de lysofosfatidaat homeostase in het atheroom: een nieuwe strategie ter preventie van trombotische complicaties na plaqueruptuur Projectleider: prof.dr. E.A.L. Biessen en prof.dr. Th.J.C. Van Berkel Vraagstelling onderzoek Scheuring van een vaatwandvernauwing (plaque) kan ertoe leiden dat materiaal vanuit deze plaques in direct contact komt met de bloedsomloop wat de bloedstolling kan activeren met als mogelijk gevolg bloedvatafsluiting en hartinfarct. Met name vetten zoals het lysofosfatidaat (LPA) in deze plaques zijn verantwoordelijk voor het in gang zetten van de bloedstolling. Vooronderzoek heeft aangetoond dat verschillende sleutelfactoren in de aanmaak, afbraak en signaaloverdracht van LPA gedurende de plaqueontwikkeling toe- of afnemen en dat dit gepaard gaat met een netto-ophoping en effect van LPA in de plaque.
38 Door correctie van het verstoorde evenwicht in de LPAhuishouding door gen/drugtherapie kan de accumulatie van dit vet in de plaque worden verminderd, wat het bloedstollingsbevorderende karakter van de plaque en daarmee de kans op complicaties als gevolg van bloedstolling zal verminderen. In dit project zal het therapeutische perspectief van deze benadering worden onderzocht. Welke delen van de vraagstelling zijn beantwoord en op welke wijze? In het afgelopen jaar heeft drs. Bot, AIO op dit project, gewerkt aan vier deellijnen: 1) N u aangetoond is dat het LPA-gehalte van de atherosclerotische plaque zowel in de muis als in de mens toeneemt gedurende het ziekteproces hebben we in 2007 onderzocht wat het effect hiervan zou zijn op het ziekteproces in een muizenmodel voor atherosclerose. LPA werd daarbij toegediend via injectie in de buikholte
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
of ter plekke van de atherosclerotische plaque. De eerste
4) Ten slotte wordt er op dit moment onderzoek verricht aan
strategie resulteerde zoals verwacht in verhoogde LPA-
virale vectoren die sleutelfactoren in de aanmaak van
bloedspiegels en bevorderde daarnaast de ontwikkeling
LPA kunnen stimuleren of onderdrukken. Onze studies
van een instabiele plaque. Lokale toediening van LPA
hebben laten zien dat niet alle factoren die we in (2) ge-
ter plekke van de plaque bleek ook te leiden tot een
ïdentificeerd hadden als relevant, geschikt zijn als target.
verslechtering van de plaquestabiliteit en zelfs tot bloe-
De meest veelbelovende kandidaat voor LPA-interventie
dingen in de plaque. Dit is deels terug te voeren op een
lijkt ons op dit moment phospholipase D (autotaxine),
verhoogde activering van mestcellen in het vaatweefsel,
een LPA-producerend enzym met een breed werkings-
aangezien de effecten niet optraden na toediening van
profiel, dat wordt uitgescheiden door diverse cellen in de
een farmacologische activatieremmer van mestcellen.
plaque en ook in de bloedbaan terecht kan komen.
Dit zou erop kunnen wijzen dat lokale medicamen-
Deze vector is al getest op functionaliteit en wordt op
teuze remming van LPA perspectief zou kunnen bieden
het moment toegepast in beschikbare muizenmodellen
voor verbetering van de stabiliteit van de plaque. Deze
teneinde de rol van het betreffende enzym te bepalen in
resultaten staan beschreven in een manuscript dat ter
de opstapeling van LPA in en de trombogeniciteit van de
beoordeling is uitgestuurd (1).
plaque te bepalen. Voor dit laatste zijn we een samenwerking aangegaan met dr. Van Heemskerk (Maastricht) die
2) Uit eerder onderzoek was al gebleken dat LPA verhoogd
over een model beschikt voor atherotrombose-onderzoek.
aanwezig is in de plaque. In vervolgonderzoek hebben we door middel van lipidomicatechnologie aan weten
Welke aspecten van de kennis over trombose zijn
te tonen dat vooral die varianten van LPA in de plaque
met het onderzoek gediend?
ophopen die een hoge capaciteit bezitten tot plaatjes-
Onze studie naar de effecten van LPA toont aan dat vooral
activatie. Met deze bevinding hebben we dit studiedoel
lokale blootstelling van hoogrisico-weefsels zoals de
inmiddels ook afgerond en een manuscript waarin onze
atherosclerotische plaque aan LPA de gevoeligheid voor
bevindingen beschreven staan is inmiddels opgesteld (2).
plaatjesaggregatie en bloedingen negatief lijkt te beïn-
39
vloeden. Verder blijkt ook dat er in de plaque ophoping 3) Tevens is een studie uitgevoerd naar de effecten van een
plaatsvindt van varianten van LPA die in hoge mate in staat
op LPA gelijkend vetmolecuul, sphingosine 1-phosphate
zijn tot plaatjesactivatie. Daarnaast toont onze studie aan
(S1P). In 2006 hadden we al laten zien dat toediening
dat verandering van het metabolisme van het gerelateerde
van een S1P analoog, FTY720, een gunstig effect sor-
lipide S1P anders dan verwacht hoegenaamd niet tot
teerde op de plaqueontwikkeling, zonder de trombose
veranderingen leidt in plaatjesfunctie, maar wel in
negatief te beïnvloeden (3,4). In 2007 is onderzoek ver-
cholesterolmetabolisme en het immuunsysteem.
richt naar een afbraakenzym voor S1P. Een muizenstam is gegenereerd waarin bloedcellen dit enzym missen.
Literatuurpublicaties
Dit gebrek vertaalde zich in een aanzienlijke verhoging
Full papers:
van de S1P-concentratie; niet alleen in het bloed maar ook in diverse lymfeweefsels. De plaqueontwikkeling in
1. Bot M, Bot I, Lopez-Vales R, Saulnier-Blache JS, Van
de muizen bleek aanzienlijk vertraagd, hetgeen deels te
De Lest CHA, Helms JB, David S, Van Berkel TJC,
wijten was aan een verlaging van de cholesterolconcen-
Biessen EAL. Atherosclerotic Lesion Progression
tratie in het bloed en deels aan een selectieve onder-
Changes Lysophosphatidic Acid Homeostasis to
drukking van het immuunsysteem. De resultaten worden
Favor Its Accumulation. Manuscript in preparation.
momenteel gecompileerd tot een manuscript (5).
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
2.Bot M, Bot I, De Jager SCA, Van Berkel TJC, Biessen
Projectnummer: 2004-5
EAL. Lysophosphatidic Acid: a Two-Faced Key Actor
Titel project:
The role of amyloid in haemostasis
in Atherogenesis. Manuscript in preparation.
Projectleider:
Dr. M.F.B.G. Gebbink
Instelling: Laboratorium voor Klinische Chemie en Haematologie, Universitair Medisch
3.Bot M*, Nofer JR*, Brodde M, Taylor PJ, Salm P,
Centrum Utrecht
Brinkmann V, Van Berkel T, Assmann G, Biessen EAL. FTY720, a synthetic sphingosine 1-phosphate analogue, inhibits development of atherosclerosis in low-density
Vraagstelling onderzoek
lipoprotein receptor-deficient mice. Circulation. 2007;
Trombose is het ongewenst vormen van bloedstolsels,
115(4): 501-508. (*equally contributing authors).
bestaand uit onder andere het eiwit fibrine, die de bloedtoevoer naar vitale organen kunnen verhinderen. Het
4. Bot M, Nofer JR, Van Berkel TJC, Biessen EAL.
ontstaan van deze stolsels is onder andere een slecht
Lysophospholipids: edging up towards atherosclerosis.
verklaard symptoom van infecties en kanker, en kan op
Future Lipidol. 2007; 2(3): 341-356.
zich levensbedreigende gevolgen hebben. Normaal wordt het stolsel opgeruimd door een enzym, tPA genaamd.
40
5. Bot M, Bot I, Westra M, De Jager SCA, Van Berkel TJC,
Dit enzym wordt actief in de aanwezigheid van fibrine.
Van Veldhoven PP, Nofer JR, Biessen EAL. Haema-
Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat tPA ook actief
topoietic Absence of Sphingosine-1-Phosphate Lyase
wordt in de aanwezigheid van veel andere eiwitten. Wij
Decreases Atherosclerotic Lesion Development in
hebben ontdekt dat tPA in het algemeen eiwitten herkent die
LDL-Receptor Deficient Mice. Manuscript in preparation.
moeten worden opgeruimd. Deze eiwitten zijn verouderd en/of misvormd. Dergelijke eiwitten liggen vaak ten grond-
Published abstract:
slag aan ouderdomsziekten, zoals aderverkalking en de ziekte van Alzheimer (dementie). Doel van het onderzoek is
1. Bot M, Bot I, Saulnier-Blache JS, Van Berkel TJC,
om het nieuwe inzicht in het mechanisme van activatie van
Biessen EAL. Atherosclerotic Lesion Progression
tPA en gelijkaardige enzymen te doorgronden. Hierdoor hopen
Changes Lysophosphatidic Acid Homeostasis to Favor
wij bij te kunnen dragen aan de kennis over trombose.
Its Accumulation. Circulation. 2005; 112(17):II-290. (AHA 2005, poster presentation).
Op basis van ons onderzoek kan nieuwe therapie worden ontwikkeld om de kans op trombotische complicaties bij
2. Bot M, Bot I, Saulnier-Blache JS, Van Berkel TJC,
verschillende ziektebeelden te verminderen.
Biessen EAL. Atherosclerotic Lesion Progression Changes Lysophosphatidic Acid Homeostasis to Favor
Welke delen van de vraagstelling zijn beantwoord en
Its Accumulation. Atherosclerosis supplements. 2006;
op welke wijze?
7(3):230. (IAS 2006, poster presentation).
Patiënten met systemische amyloidose, een ziekte waarin verkeerd gevouwen eiwitten zich ophopen, vertonen
3. Bot M, Bot I, De Jager SC,Vvan Berkel TJC, Biessen
onverklaarbare bloedingen. Wij hebben gevonden dat het
EAL. Lysophosphatidic Acid: a Two-Faced Key Actor in
opruimsysteem voor fibrine in deze patiënten constant
Atherogenesis. Circulation. 2006; 114(18):II-341.
actief is. Hierdoor worden vermoedelijk te weinig stolsels
(AHA 2006 oral presentation).
gevormd en hebben de patiënten een bloedingsneiging. J. Thrombosis and Haemostasis (2007), in press.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Wanneer bloed in aanraking komt met bijvoorbeeld glas,
Welke aspecten van de kennis over trombose zijn
gaat het stollen. Dit komt omdat factor XII het vreemde
met het onderzoek gediend?
oppervlak ‘ziet’, maar de manier waarop is onduidelijk.
Het ontstaan van ongewenste bloedstolsels door activiteit
Factor XII lijkt erg veel op tPA en wij hebben gevonden dat
van factor XII.
het ook actief wordt in aanwezigheid van verkeerd gevouwen
Het opruimen van bloedstolsels door tPA en het
eiwitten, die zich onder andere op oppervlakken kunnen
achterliggende fibrinolytisch systeem.
vormen. Deze kennis draagt onder andere bij aan het begrijpen van de trombotische complicaties die zich afspelen
Literatuurpublicaties
in haemodialyse en als gevolg van implantaties. Artikel in
1. A role for protein misfolding in immunogenicity of
voorbereiding. Resultaten gepresenteerd (2 presentaties)
biopharmaceuticals. J Biol Chem. 2007 Jan
op de ISTH meeting in Sydney (2005).
26;282(4):2229-36. Epub 2006 Nov 29. PMID: 17135263 [PubMed - in process]
Omdat wij hebben gevonden dat tPA en factor XII actief worden door verkeerd gevouwen eiwitten, hebben wij
2. Increased PAP Levels Indicate Activation of the
uitgezocht hoe deze enzymen verkeerd gevouwen eiwitten
Fibrinolytic System in Systemic Amyloidoses.
herkennen. Zij doen dit door middel van het zogenaamde
Accepted for publication in the Journal of Thrombosis
finger-domein. Deze nieuwe kennis zou een bijdrage kunnen
and Haemostasis. doi: 10.1111/j.1538-7836.2007.02457.x
leveren aan therapie tegen trombose. Artikel gepland midden-eind 2007.
41 tPA wordt actief in de aanwezigheid van verkeerd gevouwen eiwitten, maar tegelijkertijd ook in de aanwezigheid van fibrine. Hierdoor hebben wij ons gericht op de structuur van fibrine en gevonden dat deze zeer sterke overeenkomsten vertoont met die van verkeerd gevouwen eiwitten (zogenaamde amyloide cross-ß structuur). Wij denken dat deze structuur een zeer oud, maar functioneel, opruimsignaal voor eiwitten omvat. Door dit beter te begrijpen, hopen wij meer invloed te kunnen uitoefenen op het sneller en beter opruimen van ongewenste bloedstolsels. Studie wordt verder uitgewerkt. Verkeerd gevouwen eiwitten, die tPA activeren, kunnen immuunresponsen in muizen oproepen. Dit betekent dat tPA als ‘verklikker’ kan dienen om ongewenste immuunreacties te voorkomen. Artikel in Journal of Biological Chemistry (2006).
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Projectnummer: 2005-1
Welke delen van de vraagstelling zijn beantwoord en
Titel project: The role of the endothelial cell protein C
op welke wijze?
receptor in the regulation of coagulation
We hebben onderzocht of de aanwezigheid van veel of juist
and inflammation
geen EPCR op de bloedvatwand tot verschillende uitkomsten
Projectleider:
prof dr. T. van der Poll en
in longontsteking leidt. Dit lijkt niet het geval te zijn: dieren
prof. dr. M.M. Levi
met veel of geen EPCR hebben evenveel bacteriën in de
Instelling: Academisch Medisch Centrum (AMC);
longen en evenveel ontsteking na 48 uur. Toch heeft het
Center for Infection and inflammation
hebben van geen of juist heel veel EPCR op de bloed-
(CINIMA), Center for Experimental and
vatwand wel invloed op de hoeveelheid stolling in de long
Molecular Medicine(CEMM)
tijdens longontsteking. Dat APC toch een belangrijke rol speelt, maar misschien vooral in de bloedbaan en minder
Vraagstelling onderzoek
in de long, blijkt uit proeven waarin we muizen PC hebben
Bij ernstige ontstekingen zoals een longontsteking of bloed-
weggevangen; muizen met veel minder APC in de long en
vergiftiging wordt de bloedstolling geactiveerd. Hoe meer
in de bloedbaan hebben minder bacteriën in de bloedbaan.
bloedstolling bij een patiënt met een dergelijke ontsteking, hoe groter de kans is om te overlijden.
Omdat het medicijn APC vooral wordt gegeven aan mensen die bij hun longontsteking een bloedvergiftiging hebben en
42
Proteïne C (PC) is een eiwit met een sterk antistollende
omdat de rol van stolling tijdens bloedvergiftiging mogelijk
werking. Hiernaast lijkt het ook direct actief tegen ontstekin-
heel anders is dan tijdens longontsteking, hebben we ook
gen. PC moet om werkzaam te kunnen zijn eerst worden
onderzocht of het hebben van veel EPCR invloed heeft als
geactiveerd. Het geven van geactiveerd proteïne C (APC)
je muizen direct inspuit met bacteriën. In dit model blijkt
als medicijn aan patiënten met een ernstige ontsteking,
EPCR wel degelijk van groot belang; meer EPCR
blijkt de kans om te overlijden te verkleinen. De rol en het
op de bloedvatwand geeft meer uitgroei van de bacteriën,
belang van door het lichaam zelf gemaakt APC is echter
mogelijk omdat de afweerreactie door EPCR teveel wordt
nog niet bekend. Voor de activering van PC is een bepaald
gedempt. Of dit inderdaad de achterliggende oorzaak
eiwit genaamd de endotheliale PC receptor (EPCR) van
wordt momenteel onderzocht. Ook onderzoeken we hoe de
belang. EPCR komt vooral voor op het endotheel (dit is de
bloedstolling zich gedraagt in dit model. Verder gaan we
binnenbekleding van het bloedvat), maar bevindt zich ook
bekijken wat het effect is van veel EPCR los in de bloed-
los in de bloedbaan en op andere lichaamscellen. Ondanks
baan en of dit hetzelfde werkt als of juist tegengesteld aan
het belang van de EPCR voor de vorming van APC is over
veel EPCR op de bloedvatwand. Ook gaan we mogelijk
de rol van EPCR in ontsteking nog weinig bekend.
kijken wat nu het effect is van het toedienen van APC als er heel veel EPCR aanwezig is. Hierover zijn nog geen
Onze onderzoeksgroep heeft al veel onderzoek gedaan
gegevens bekend. Verder wordt het nu interessant te kijken
op het grensgebied van bloedstolling en ontsteking. In
naar de rol van EPCR in bloedvergiftiging die door andere
dit project onderzoeken we hoe ernstige ontstekingen en
soorten bacteriën wordt veroorzaakt.
bloedstolling verlopen, wanneer er heel veel aan de cel gebonden of oplosbaar EPCR of juist helemaal geen EPCR in het lichaam aanwezig is. Dit doen we door muizen te onderzoeken die dusdanig genetisch zijn veranderd dat ze aan deze eigenschappen voldoen.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
In een model van een andere ernstige ontsteking, namelijk
Publicaties:
buikvliesontsteking, bleek de EPCR ondanks een eerste
Schouten M, Wiersinga WJ, Levi M, Van der Poll T. Inflam-
veelbelovend experiment, niet duidelijk van belang te zijn.
mation, endothelium, and coagulation in sepsis. J Leukoc
Momenteel onderzoeken we hoe de bloedstolling zich
Biol. 2008 Mar;83(3):536-45. Epub 2007 Nov 21.
gedraagt in dit model.
Hofstra JJ, Schouten M, Levi M. Thrombophilia and outcome in severe infection and sepsis. Semin Thromb Hemost.
Welke aspecten van de kennis over trombose zijn
2007 Sep;33(6):604-9. Review.
met het onderzoek gediend? De modellen die wij onderzoeken zijn modellen voor ziekten
Abstract & orale presentatie:
die bij de mens gepaard gaan met activering van de
Schouten M, Van ’t Veer C, Esmon CT, Levi M, Van der Poll
bloedstolling. Deze stollingsactivatie kan dermate fors zijn,
T. Protein C depletion reduces bacterial dissemination in
dat de patiënt er zelfs aan overlijdt. Kennis over de samen-
murine pneumococcal pneumonia but aggravates systemic
hang tussen ontsteking en bloedstolling is van belang, niet
pneumococcal disease. Nederlandse Vereniging voor
alleen om stollingsfactoren op het spoor te komen die een
Trombose en Hemostase, Koudekerke, Apr 2008.
rol spelen in ontsteking, maar ook om te begrijpen hoe de bloedstolling op zijn beurt wordt beïnvloed door ontsteking.
Schouten M, Van ’t Veer C, Esmon CT, Levi M, Van der
Het EPCR / PC – systeem speelt een centrale rol op dit
Poll T. Protein C depletion transiently enhances bacterial
snijvlak tussen ontsteking en trombose. Kennis over de
outgrowth and inflammation but does not impact on survival
rol van EPCR in ontsteking en hiermee gepaard gaande
in E. coli peritonitis. Internistendagen, Maastricht, Apr 2008.
43
bloedstolling zou kunnen leiden tot betere therapieën tegen overmatige bloedstolling en overmatige ontsteking
Abstract & posterpresentatie:
in infectieziekten, maar zou ook kunnen leiden tot betere
Schouten M, Van ‘t Veer C, Levi M, Esmon CT, Van der Poll
behandeling van trombose buiten de setting van ontsteking.
T. Endogenous protein C inhibits pulmonary coagulation but facilitates bacterial dissemination in the early phase of
Literatuurpublicaties
pneumococcal pneumonia in mice. International Society on
De meeste genoemde onderzoeken zijn nog niet helemaal ‘af’
Thrombosis and Haemostasis (ISTH), Geneva, Jul 2007.
en derhalve is er nog geen sprake van volledige publicaties met originele data. Wel zijn enkele van de data gepubliceerd als abstract en voor een posterpresentatie of orale presentatie geselecteerd op congressen en wetenschappelijke vergaderingen en zijn van onze hand twee reviews gepubliceerd over de samenhang tussen trombose en ontsteking.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Projectnummer: 2005-4
Onder extreme condities kon het echter wel factor VII in
Titel project: Factor VII activating protease (FSAP):
kleinere fragmenten knippen. Dit leidt niet tot activering,
functional implications of the ‘Marburg-1’
maar juist tot inactivering van factor VII. Evenmin leidde
polymorphism
toevoeging van geactiveerd FSAP aan bloedplasma tot een
Projectleider:
Prof. dr. K. Mertens
versnelling van de vorming van het stollingsenzym trombine.
Instelling:
Stichting Sanquin Bloedvoorziening
Een rol van FSAP in de stollingscascade is daarmee uiterst onzeker geworden. Wel vonden wij aanwijzingen dat FSAP
Vraagstelling onderzoek
de binnenkant van de vaatwand (het endotheel) kan activeren.
Het ‘Factor Seven Activating Protease’ (FSAP) is een in
Ook is een rol in de fibrinolyse nog mogelijk.
bloed voorkomend eiwit dat in 1996 ontdekt is. De functie
44
ervan is onduidelijk. Sommige onderzoekers rapporteerden
De tweede vraag betreft het effect van de Marburg-1
een rol bij het opruimen van stolsels in de bloedbaan
mutatie. Deze variant van FSAP is ook als recombinant
(de fibrinolyse). Anderen vonden een stimulerend effect
eiwit geproduceerd. In overeenstemming met onze werk-
op de bloedstolling, door middel van de activering van
hypothese bleek deze variant van FSAP verminderd actief
stollingsfactor VII. Hierdoor heeft het eiwit de naam FSAP
te zijn. In hoeverre dit implicaties heeft voor de eventuele
gekregen. Sindsdien hebben andere onderzoekers weer
rol van FSAP in de fibrinolyse en als activator van endo-
andere biologische effecten gevonden, zoals een regule-
theel is nog onduidelijk. Dit staat centraal in de laatste fase
rende rol bij vorming van atherosclerotische plaques.
van dit project.
Het ‘Marburg-1’ polymorfisme is een mutatie in het gen dat
Welke aspecten van de kennis over trombose zijn met
voor FSAP codeert. Deze komt bij ongeveer 5-10% van
het onderzoek gediend?
de westerse bevolking voor. In die gevallen circuleert een
Onze bevinding dat FSAP, anders dan de naam sugge-
variant van FSAP in het bloed. Welke consequenties dit
reert, geen relevante factor VII activator lijkt te zijn, is niet
heeft is onduidelijk. Immers, zolang de biologische rol van
alleen verrassend, maar heeft ook belangrijke consequen-
het ‘normale’ FSAP onzeker is, valt niet te voorspellen wat
ties. Immers, daarmee heeft ook de Marburg-1 variant zijn
het belang van de Marburg-1 mutatie kan zijn. Deze vragen
relevantie voor de stollingscascade grotendeels verloren.
vormen het uitgangspunt van dit project.
Dit verklaart ook waarom diverse klinische studies tot nu toe geen verband konden aantonen tussen het Marburg-1
Welke delen van de vraagstelling werden in het verslag-
polymorfisme en het risico op trombose. Het is echter
jaar beantwoord?
nog te vroeg om de concluderen dat FSAP en trombose
De eerste vraag betreft de rol van FSAP. Het is bijzonder
niets met elkaar te maken hebben. Immers, een effect op
lastig FSAP in zuivere vorm uit bloed te isoleren. Daardoor
de fibrinolyse en op de vaatwand kunnen in dit kader ook
bleef onduidelijk of de in de literatuur beschreven effecten
belangrijk zijn. In de resterende fase van het project hopen
wel toegeschreven konden worden aan FSAP zelf, of aan
wij daarover meer te leren.
een verontreiniging ervan. Daarom hebben wij gebruik gemaakt van recombinant FSAP dat in zoogdiercellen ge-
Literatuurpublicaties
produceerd is. Dit FSAP werd volledig gezuiverd en daarna
Stavenuiter F, et al., The Marburg-1 mutation reduces the
omgezet in de geactiveerde vorm ervan. Tot onze verrassing
autocatalytic activity of Factor Seven Activating Protease
bleek geactiveerd recombinant FSAP in het geheel niet in
(FSAP) J. Thromb. Haemostasis 2007, 5 Suppl. 2, Abstract
staat te zijn om gezuiverd factor VII te activeren.
O-W-088.
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Projectnummer: 2006-2
omdat er voor de test een andere verdunning gebruikt
Titel project: Generating and characterization of
moest worden van het te testen plasma. De uiteindelijk
multiplex assays for coagulation and
opgezette multiplex test kon de volgende factoren analyseren:
fibrinolytic parameters
proteïne C, proteïne C inhibitor, totaal proteïne S en vrij
Projectleider:
Dr. J.C.M. Meijers
proteïne S. Deze multiplex test werd gevalideerd en daaruit
Instelling:
Academisch Medisch Centrum
bleek dat de test niet goed reproduceerbaar was. Variaties tot 50% kwamen voor, en dat is onacceptabel voor imple-
Vraagstelling onderzoek
mentatie in de praktijk. Door de compositie van buffers te
Verhoogde niveaus van stollingsfactoren zijn risicofacto-
veranderen en aanpassingen te maken in andere testvaria-
ren voor veneuze en arteriële trombose. Het belang van
belen zal in het resterende deel van het onderzoek getracht
screening van trombosepatiënten voor de verschillende
worden om de testvariatie te reduceren.
stollingsfactoren is echter onduidelijk. Aangezien de stollingsfactoren onderdeel uitmaken van het stollingssysteem
Welke aspecten van de kennis over trombose worden
waarin de componenten elkaars functie kunnen beïn-
met het onderzoek gediend?
vloeden, zijn grote studies nodig die alle factoren kunnen
Met behulp van multiplex testen wordt het mogelijk om
bepalen. Met de huidige testen is dat moeilijk, omdat die
belang en samenhang van bekende risicofactoren te
bewerkelijk zijn en relatief grote hoeveelheden bloed nodig
verduidelijken, en nieuwe risicofactoren voor veneuze en
hebben. Daarom willen we in het huidige onderzoek testen
arteriële trombose te identificeren.
opzetten en karakteriseren om stollingsfactoren te kunnen bepalen in een multiplex opzet. Dat betekent dat er in één
Literatuurpublicaties tot en met het jaarverslag
test meerdere stollingsfactoren tegelijkertijd uit één monster
N.v.t.
45
worden bepaald. Met behulp van deze nieuwe multiplex testen wordt het mogelijk om belang en samenhang van bekende risicofactoren te verduidelijken, en (nieuwe) risicofactoren voor veneuze en arteriële trombose te identificeren. Welke delen van de vraagstelling werden in het verslagjaar beantwoord? In dit jaar (8 maanden onderzoek) werden assays overgezet op het bead-systeem dat gebruikt wordt voor het multiplex systeem. De eerste factoren die getest zouden worden zijn die van het antistollingssysteem en daarvan kwamen de volgende factoren in aanmerking: totaal en vrij proteine S, C4b-bindingseiwit, proteïne C, proteïne C inhibitor, proteïne Z, tissue factor pathway inhibitor en proteïne Z-afhankelijke protease inhibitor. De verschillende testen werden individueel opgezet. Hierna werden de testen in verschillende combinaties bij elkaar gebracht. Hieruit bleek dat een aantal factoren niet met elkaar te combineren viel omdat de antistofcombinaties niet samengingen of
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Aantekeningen
46
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
J
a
a
r
v
e
r
s
l
a
g
2
0
0
7
Colofon Publicatie Trombosestichting Nederland Krimkade 20a, 2251 KA Voorschoten Telefoon: 071 - 561 77 17 Fax: 071 - 561 80 08 E-mail:
[email protected] www.trombosestichting.nl Postbank: 30 20 30 Van Lanschot Bankiers, Den Haag 22 58 23 160 Vormgeving Rob Verhoeven Concept & Illustratie, Rotterdam Productie Samplonius & Samplonius BV Berkel en Rodenrijs