Samen sterker Vrouwenspecial, september 2013
Inhoud
Inhoudsopgave
Colofon ‘Samen sterker’ is een vrouwenspecial bij het kwartaalblad De Arme Krant van Nederland, en is ook los verkrijgbaar. Het is een uitgave van de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA (Economie, Vrouwen en Armoede) van de Raad van Kerken en het arbeidspastoraat DISK (Dienst in de Industriële Samenleving vanwege de Kerken).
VOORWOORD Vrouwenspecial...................................................................................................................... 3
Secretariaatsadres: Werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA Luijbenstraat 17 5211 BR 's-Hertogenbosch Tel. 073 - 6121939 E-mail
[email protected] Internet www.armekant-eva.nl
ERVARINGSVERHALEN Opleidingswensen van Ineke........................................................................................14 Studie afgebroken voor mantelzorg.........................................................................14 Opleidingswensen van Jessica......................................................................................15 Hoop..........................................................................................................................................15
Bijdragen van Ploni Robbers-van Berkel, Norga Simons, Joke Gelderblom, Nel de Boer, Gerda de Vries, Lucia Amaya, Kristel Ashra, Wilhelmien Looymans, Annemiek de Jong, Joan Bulder, Peter de Bie, Werklozenbond Utrecht.
ECONOMIE, VROUWEN EN ARMOEDE Wat heb je met mijn verhaal gedaan?....................................................................... 4 EVA-vrouw ben en blijf je................................................................................................. 6 EVA-groep Etten-Leur........................................................................................................ 7 Economie, Vrouwen en Armoede............................................................................... 8 DE KRACHT VAN VROUWEN Vrouwen en kracht............................................................................................................12
PROJECTEN Kinderen hebben een toekomst als hun moeder er ook één heeft.. 16 Pionieren in Breda......................................................................................... 18 Zorgwacht vakschool.................................................................................... 19 Duurzame reïntegratie................................................................................. 20 The Gift Foundation...................................................................................... 22 INTERVIEW Geen leven zonder maatschappelijke betrokkenheid......................... 24 ACHTERGRONDEN Werklozenkrant 2038................................................................................... 26 Een aantal organisaties die opkomen voor vrouwenbelangen.......... 27
Eindredactie: Nel de Boer. Gironummer: 4802324 ten name van Arme Krant van Nederland te 's-Hertogenbosch.
GA DAN TOCH DOOR................................................................................. 28
Opmaak: Peter de Bie Drukkerij: Accuraat, Breda. Oplage: 2000 exemplaren Papier: MultiArt (FSC mixed credit).
e
Ka
2
/E
Ar m
VA
Foto's: Peter de Bie, tenzij anders vermeld.
nt v
a n N e d er l
an
d
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Voorwoord
Vrouwenspecial Met deze Special heeft u opnieuw een bijzondere uitgave in handen van de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA. De brochure is helemaal gewijd aan de situatie van vrouwen in Nederland, met name vrouwen met een (te) laag inkomen.
Afbrokkelende ondersteuning Twee dingen waren aanleiding om dit speciale nummer te maken. Ten eerste dat we al langere tijd zien hoe op steeds meer plekken de ondersteuning van organisaties die opkomen voor de belangen van mensen met een minimuminkomen minder wordt of helemaal wegvalt. Financiering stopt, arbeidsplaatsen verdwijnen en activiteiten worden afgebouwd. Soms wordt geprobeerd met vrijwilligers nog een deel van het werk overeind te houden. Maar al kan er dan op salariskosten bespaard worden, voor het houden van bijeenkomsten is een plek nodig, een kop koffie, materiaal- en reiskosten. Het zijn vaak maar ‘kleine’ dingen, maar wel van essentieel belang! Ook vrouwen en hun organisaties, waaronder EVA-groepen, ervaren de gevolgen van deze ontwikkeling. De crisis en de enorme bezuinigingen die gemeentes krijgen opgelegd maken de situatie en perspectieven er niet beter op. Overal hoor je dat mensen en organisaties hun ‘eigen kracht’ moeten aanboren. Vaak krijg je het gevoel dat dat betekent ‘zoek het zelf maar uit’. Mensen op het minimum - in het bijzonder vrouwen - zijn al voortdurend bezig hun kracht te (her)vinden om zich staande te houden en om een stap vooruit te komen. Zij proberen weg te komen uit de armoede, op zoek naar een beter toekomstperspectief voor zichzelf en vooral voor hun kinderen. Zij zoeken daarbij elkaar op, om elkaar moed in te spreken, te ondersteunen bij allerlei dingen en om samen te vechten voor verbetering van hun situatie. Meer dan ooit is het in deze tijd nodig dat vrouwen
dat blijven doen: elkaar opzoeken, ervaringen uitwisselen, zich op de hoogte stellen van wat er op andere plekken in het land gebeurt en zo veel mogelijk krachten bundelen. Dat maakt sterker. Dat vergroot je invloed.
Terugblikken en vooruitkijken Over al dit soort zaken gaat deze Special, die min of meer twee delen omvat. In het eerste deel wordt teruggeblikt op het ontstaan en de geschiedenis van EVA: vrouwen met heel verschillende achtergronden die elkaar wilden leren kennen, van elkaar leerden en samen de strijd aanbonden. Wat hebben zij bereikt en hoe actueel is het thema waaraan zij hun naam ontleenden, de samenhang tussen Economie, Vrouwen en Armoede? In het tweede deel gaat het over nieuwe, eigentijdse ontwikkelingen. De bijdragen vloeien voort uit de tweede aanleiding voor het maken van deze Special: ook bij de Arme Kant van Nederland/EVA wordt de ondersteuning van het vrouwenwerk afgebouwd. Ondergetekende gaat met pensioen en er is geen geld voor vervanging. Dat was reden om te kijken hoe wij de situatie van vrouwen met een (te) laag inkomen nog eens onder de aandacht konden brengen door het organiseren van een symposium. We benaderden vrouwen in de achterban van de antiarmoedebeweging en vroegen: “Wat heb jij nodig om een stap vooruit te komen? En wat staat je in de weg om dat voor elkaar te krijgen, tegen wat voor barrières loop je op?”
en regelgeving die eigen initiatieven belemmert 2. Onderwijswensen 3. Het combineren van betaald werk met onbetaalde zorgtaken 4. Gezondheidsproblemen. De eerste drie thema’s hebben we opgepakt om uit te diepen. Ze komen aan bod op het symposium op 27 september 2013 en in een vijftal artikelen in het tweede deel van deze Special. De artikelen bevatten voorbeelden van situaties waarmee vrouwen worstelen, die aanzetten tot het vinden van antwoorden daarop die hen een stap vooruit (kunnen) helpen. Die variëren van gemeentes die in hun beleid rekening gaan houden met het effect van hun maatregelen op armoede bij vrouwen, een experiment met coöperaties waarin (scharrel) ondernemerschap een kans krijgt, een opleidingsmogelijkheid die openstaat voor iedereen, ondersteuning van alleenstaande moeders bij het vergroten van hun kansen op de arbeidsmarkt, tot het oprichten van een organisatie die eerste hulp biedt aan mensen die nergens meer terechtkunnen. Het zijn initiatieven die laten zien dat er meer mogelijk is dan je soms denkt, en die het verdienen ruime aandacht te krijgen. Hopelijk inspireert het vrouwen om in hun omgeving ook te knokken voor vergelijkbare mogelijkheden.
Samen sterker
Belangrijke thema’s
We laten met deze Special zien hoe vrouwen - en gelukkig ook veel mannen - zich inspannen om overeind te blijven en vooruit te komen, en hoe zij daarin steun zoeken en vinden bij elkaar. Maar ook dat zij bondgenoten nodig hebben: mensen, organisaties en instanties die met hen meeleven, meedenken en meestrijden. Want samen sta je sterker!
In de reacties die we ontvingen sprongen vier thema’s eruit: 1. Wet-
Nel de Boer
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
3
Economie, Vrouwen en Armoede
Wat heb je met mijn verhaal gedaan…? In het voorjaar van 1983 komen in drie vormingscentra vrouwen een weekend bij elkaar. Het zijn vrouwen met verschillende posities in kerk en samenleving en met heel verschillende - soms tegenover elkaar staande belangen. Zij zijn uitgenodigd door o.a. de Raad voor de zaken van Overheid en Samenleving van de Nederlandse Hervormde Kerk1 en het Landelijk Steunpunt Vrouwen in de Bijstand om elkaar te ontmoeten, te leren kennen en elkaar beter te leren begrijpen. Centraal staat daarbij de achtergestelde positie van vrouwen in de bijstand.
Beeldvorming en kennismaking In die eerste ontmoetingen wordt duidelijk dat ‘kerkvrouwen’ (vrouwen die op enige manier actief zijn in de kerken) de situatie van vrouwen in de bijstand maar ten dele of helemaal niet kennen. En dat bijstandsvrouwen nauwelijks weten wat zij van vrouwen die actief zijn in de kerken kunnen verwachten. Wil het echt tot een ontmoeting komen, dan zal eerst de tijd genomen moeten worden om de beelden van elkaar te bespreken. Dat is een proces waarin ieder zich kwetsbaar maakt, al was het maar omdat je als kerkvrouw moet toegeven dat je eigenlijk niets weet over wat bijstandsvrouwen en hun kinderen overkomt. Hoe dat er uit ziet wordt extra duidelijk wanneer de aanwezige bijstandsvrouwen hun eigen verhaal vertellen, in aanvulling op de portretten van vier vrouwen op een videoband. Hun verhalen leiden tot heel wat emoties, niet in de laatste plaats bij de kerkvrouwen. Maar er is ook herkenning. Dit kan ons allemaal overkomen: zo ben je nog getrouwd, maar er hoeft maar iets mis te gaan en je bent aangewezen op de bijstand. Met alles wat dat meebrengt: controle, geen mogelijkheid om via een opleiding te werken aan verbetering van je positie, een vaak vernederende bejegening en altijd spanningen met je kinderen, want je moet vaak ‘nee’ verkopen. Wat voor anderen is weggelegd, bevindt zich voor jou als bijstandsvrouw als het ware ‘in de etalage’. Je mag er naar 4
kijken, maar meedoen en aanschaffen is voor jou en je (klein)kinderen niet weggelegd. Lukt het je toch om zó met je kleine beetje geld om te gaan, dat je wel iets leuks kunt doen of kopen, dan weet je dat je je meer dan eens moet verontschuldigen, want jij wordt niet geacht dit te kunnen doen. Maar vooral zijn er de vooroordelen: ‘ze kunnen niet met geld omgaan’, ‘laat mij ze maar helpen met budgetteren’, ‘als ze nou eens die hond wegdeed en stopte met roken’. En ‘ja, had je maar niet bij je man moeten weggaan, je hebt er zelf voor gekozen…’ Niet minder belangrijk: niet alleen ontdekken de vrouwen samen dat dit hun allemaal kan overkomen. In deze en in de latere ontmoetingen wordt duidelijk dat er niet altijd zomaar een streep te trekken is tussen kerkvrouwen en bijstandsvrouwen. Vrouwen die betrokken zijn bij de
Laat weten dat het zo niet langer kan kerk laten, soms voor het eerst, weten dat ook zij na een echtscheiding in deze situatie terecht zijn gekomen. Zij laten weten dat zij dat maar liever verzwijgen - uit schaamte, uit angst voor de vooroordelen, ook en juist in de kerk.
Politici Dit soort uitspraken wordt niet alleen op straat of tijdens de borrel gedaan, ook politici kunnen er wat
van. Zo zegt de minister van financiën van dat moment (Onno Ruding): “Er zijn twee hoofdzonden in de overheidsbegroting: de bijstand en Europa.” Kamerlid Erica Terpstra laat weten dat zij een maand van een minimuminkomen probeerde rond te komen en dat dat haar prima gelukt is. Minister Nelie Smit-Kroes zegt, als het gaat over minimuminkomens en de verhoging van de prijzen in het openbaar vervoer: “Dan stappen ze maar twee haltes eerder uit….”
Huiswerk Kerkvrouwen krijgen in deze eerste ontmoetingen, maar ook in de vele die er overal in het land op volgen, te horen dat zij huiswerk te doen hebben, te beginnen in de eigen kerkelijke kring. Ze moeten werken aan bewustwording van wat er gaande is in politiek en samenleving. En zij moeten daarmee aan de slag gaan, zodat niet alleen de betrokken kerkvrouwen zelf, maar ook hun kerkelijke achterban betrouwbare bondgenoten kunnen worden van wie door politiek en samenleving op achterstand worden gezet. Na het voorjaar van 1983 volgen op veel meer plekken in het land vergelijkbare initiatieven en in de loop van de tijd ontstaat er een netwerk van plaatselijke en regionale groepen kerkvrouwen – bijstandsvrouwen. In die groepen en in het netwerk houden ze elkaar op de hoogte van de plannen die de landelijke en plaatselijke politiek heeft met de uitkeringen. Van de gevolgen daarvan voor vrouwen in de bijstand. Van het gebrek aan erkenning voor de grote bijdrage die ook bijstandsvrouwen leveren aan de samenleving, door de zorg voor hun (voormalige) echtgenoot en hun kinderen. Er wordt gesproken over het gebrek aan erkenning van de bijdrage die oudere vrouwen geleverd hebben
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Economie, Vrouwen en Armoede
Bijstandsvrouwen en kerkvrouwen met elkaar in gesprek aan de wederopbouw van de samenleving na de Tweede Wereldoorlog. Er wordt gepraat over de moeite die bijstandsvrouwen voorzien voor hun kinderen om zich blijvend aan de armoede te ontworstelen. En bij dat alles is er steeds de vraag: “Kijk naar wat er met ons gebeurt, doe mee aan onze acties tegen maatregelen die ons benadelen. Geef het door aan je kerkleiding, aan de Raad van Kerken - díe spreken regelmatig met politici - laat weten dat het zo niet langer kan.”
Lange adem nodig
wat er in de samenleving gaande is en wat dit betekent voor concrete mensen – bijstandsvrouwen die ze nu kennen met een naam en een gezicht. Daarmee bezig zijn, betekent dat van hen een lange adem wordt gevraagd, doorzettingsvermogen en overtuigingskracht. Want nu krijgen ook zij maar al te vaak te maken met ontkenning van armoede in Nederland en van het gegeven dat die armoede vooral vrouwen treft. Boosheid van andere kerkvrouwen: “Mijn man moet wel hard werken om in hun onderhoud te voorzien...”
bondgenoten.” Zo wordt het samen optrekken in de plaatselijke en regionale werkgroepen en in het landelijke netwerk, een belangrijke leer- en werkplaats voor veel kerkvrouwen. Het is een opgave om elkaar te blijven vasthouden ondanks teleurstellingen en boosheid over ontbrekend bondgenootschap, over onbegrepen signalen, over niet door hebben dat veel wat jij vanzelfsprekend vindt, dat in deze samenwerking helemaal niet is. Bijvoorbeeld: dat telefonisch overleg met vrouwen in de bijstand door jou betaald moet worden. Of de goedbedoelde, maar als kwetsend ervaren neiging om als kerkvrouw al te gemakkelijk als woordvoerder op te treden. En nog zoveel meer…. Zo zijn deze ontmoetingen en het netwerk Kerkvrouwen – Bijstandsvrouwen een belangrijke motor geworden voor het ontstaan van de kerkelijke beweging tegen verarming in Nederland. Het is volkomen terecht dat dit netwerk daarin onder de naam EVA (Economie, Vrouwen en Armoede) een geheel eigen zichtbare plek en inbreng heeft gekregen. Helaas kan, 30 jaar na de eerste ontmoetingen in 1983, het verhaal van de bijstandsvrouwen nog steeds niet worden afgesloten.
Omgekeerd bondgenootschap
Ploni Robbers – van Berkel
Terwijl de kerkvrouwen bereid zijn hun bondgenootschap aan te bieden aan de bijstandsvrouwen, zijn het deze laatsten die tegen de kerkvrouwen zeggen: “Het huiswerk dat jullie te doen hebben zal zwaar zijn, wíj zijn jullie
Noot: 1. Begin 1983 vond een conferentie plaats van de vakcentrales FNV en CNV, het Humanistisch Verbond en de Raad van Kerken. Het onderwerp van gesprek was de sociale zekerheid. De deelnemende organisaties spraken zich uit tegen eenzijdige maatregelen t.a.v. uitkeringsgerechtigden, vóór handhaven van het draagkrachtprincipe (de zwaarste lasten op de sterkste schouders) en vroegen bijzondere aandacht voor de mensen met een minimuminkomen.
Werken aan het gevraagde bondgenootschap in de politieke strijd van bijstandsvrouwen blijkt voor kerkvrouwen lang niet eenvoudig. Bewogenheid met hun situatie en bewustwording van wat hen overkomt, vormen een eerste stap. Maar dan komt de vraag: “Wat ga je met mijn verhaal doen, wat heb je al gedaan?” Voor heel wat kerkvrouwen betekent het dat zij zelf de eerste stappen moeten zetten om hun (kerkelijke) omgeving te laten zien
Loop eerst eens een tijdje met me mee, dan ontdekken we onderweg wel wat je voor me kunt doen Aanhoudend appèl Zo is er een aanhoudend appèl aan de kerken om te werken aan gerechtigheid, om te komen tot een samenleving waarin ieder op volwaardige wijze kan deelnemen. ‘Deelnemen en Meedelen’ wordt later één van de thema’s voor de inzet tegen verarming. Er wordt een duidelijk ‘nee’ gevraagd van de kant van de kerken. ‘Nee’ tegen liefdadigheid, ‘nee’ tegen armoede die van generatie op generatie zal doorwerken en ‘nee’ tegen uitsluiting. In de eerste ontmoetingen klinkt bij herhaling de oproep van bijstandsvrouwen: “Sta vanuit de kerk niet direct klaar met je portemonnee, loop eerst eens een tijdje met me mee, dan ontdekken we onderweg wel wat je voor me kunt doen!”
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
5
Economie, Vrouwen en Armoede
EVA-vrouw ben je en blijf je Na de jaarlijkse landelijke EVA-dag in juni dit jaar kreeg ik tot mijn verbijstering van één van de deelneemsters de vraag wat EVA betekent. Nu was mijn verbazing al groot op de dag zelf. Er waren ook dit jaar weer minder vrouwen uit de begintijd. Dat loopt de laatste jaren al terug. Dat heeft volgens mij te maken met het ouder worden. En ik denk dat het ook komt door het verlaten van de strijd waar we ooit voor stonden en de belangen van vrouwen waar we voor opkwamen. Ik zag die dag veel vrouwen die ik niet eerder bij EVA gezien heb, maar die ik wel uit een ander circuit ken. Aan hen de vraag: “Wat heb je met EVA en hoe kom je hier zo?” Nou, “EVA, nooit van gehoord”. Een aantal wist niet waar het voor staat. Dat veroorzaakte mijn verbazing en ik hoorde van sommige vrouwen, dat zij zich niet meer in EVA herkenden. Even voor de goede orde: ik heb geen hekel aan creativiteit en ik heb bewondering voor de werkgroep EVA die de afgelopen jaren vrouwen heeft weten te vinden en bereid gevonden om hun creativiteit met ons te delen. Ook ik heb er van genoten. Juist om een dag in het jaar je te kunnen onttrekken aan zorgen en de strijd om te overleven.
Vuur Om op die strijd terug te komen gebiedt de eerlijkheid mij toch terug te gaan naar rond 2005, toen vrouwen kenbaar maakten niet meer van die zware onderwerpen te willen op de landelijke EVA-dag. Zij vroegen om meer gezelligheid en ontmoeting. Ik herinner me die discussie nog goed. Het ging er heftig aan toe. De strijdlustige vrouwen, waar ik ongetwijfeld zelf achter heb gestaan, stonden recht tegenover de moegestreden (denk ik) vrouwen. Wat doet mij nou zo’n pijn? Ondanks het zien van nog een paar vrouwen van het eerste uur, ondanks het even loslaten van je zorgen door een creatieve bezigheid, mis ik het vuur dat eind jaren tachtig oplaaide. Vrouwen gingen de barricaden op, verenigden zich lokaal, 6
provinciaal en landelijk: Vrouwen en de Bijstand, Vereniging Landelijke Bijstandsvrouwen, Kerkvrouwen – Bijstandsvrouwen. In 1987 de eerste Vrouwensynode en oprichting van ‘De arme kant van Nederland’. Later EVA en het EVA-Dienstbodenkoor, het jaarlijkse smartlappenfestival (meer strijdliederen dan smartelijke klaagzangen), de Womanisten en Salmiak (groep van zwarte en witte vrouwen). Ze hadden als doel aandacht te vragen voor armoede in Nederland in het algemeen, en in het bijzonder voor de positie van armgemaakte vrouwen met en zonder kinderen.
Armoede op de agenda Het lukte om armoede op de kerkelijke, maatschappelijke en vooral politieke agenda’s te krijgen. Daar stond EVA voor. Het bruiste aan alle kanten en overal in het land vormden zich lokaal en provinciaal EVAgroepen om vooral de armoede van vrouwen op de kerkelijke en politieke agenda te krijgen. De maatschappij schudde op haar grondvesten omdat vrouwen in opstand kwamen en niet als tweederangs burgers behandeld wilden worden alsof dat ‘van nature’ en ‘van God gegeven’ was. In de negentiger jaren stonden o.a. op de agenda van de EVA-dag: sociale vernieuwing, zorgarbeid en de huwelijkswetgeving, het ‘Tribunaal Vrouwen tegen de Staat’, ‘Hoe maken we een einde aan de uitsluiting van armgemaakte vrouwen’ en ‘Vrouwen in het centrum van de economie’.
Er verandert iets En dan gaat er nog iets veranderen rond 2005. Door leegloop in de kerken worden subsidies ingetrokken. Ook bij provincies, die veel projecten subsidieerden, wordt armoede van de agenda geschrapt. Er is geen geld meer beschikbaar. Het politieke klimaat van bondgenootschap, lotgenootschap en solidariteit verschuift naar eigen verantwoordelijkheid en individualiteit. Om toch onze stem te laten horen moesten groepen samen gaan met anderen. Zo ontstond de Sociale Alliantie, een bundeling van krachten om het regeringsbeleid onder kritiek te stellen. De landelijke EVA-dag werd en is nog een traditie. Het vuur is er uit, EVA-groepen zijn er bijna niet meer. We zitten nog met een zijden draadje aan elkaar vast. Een uitstervend ras, terwijl de armoede toeneemt. Treurig? Ja en nee. Mijn generatie heeft haar dochters en zonen bewust gemaakt om o.a. de zorgarbeid te verdelen, carrière te maken, hoger onderwijs te volgen enz.
Ongelijkheid niet verdwenen Vrouwen hebben hun plek gevonden op de betaalde arbeidsmarkt, ook in hoge functies in bedrijf en politiek. Ze hebben geleerd dat ze niet ‘van nature’ ondergeschikt zijn. Daar ben ik trots op. Tegelijkertijd is de ongelijkheid tussen man en vrouw nog steeds niet opgelost, zijn het vooral vrouwen en kinderen die nog steeds in armoede leven, neemt de werkloosheid onder jongeren toe en zijn de sociale verworvenheden door de Haagse politiek nu en in de afgelopen jaren verkwanseld. Hoop? Ja. Mijn kleinkinderen komen zeker in opstand. Maar ze zullen het op een andere manier doen dan wij. Norga Simons
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Economie, Vrouwen en Armoede
EVA-groep Etten-Leur In het begin van de vakantie kreeg ik de vraag of ik een stukje wilde schrijven over hoe het komt dat onze groep in Etten-Leur nog steeds draait en ook nog wel nieuwe leden krijgt, terwijl andere groepen vanwege te weinig animo moeten besluiten te stoppen. De EVA groep Etten-Leur bestaat al 19 jaar en in onze beginjaren groeide de groep van 12 uit tot een groep van zo’n 30 vrouwen. Maar ook bij ons is in de loop der jaren de groep geslonken en bestaat nu nog uit 16 vrouwen. Dit komt doordat een aantal vrouwen betaald werk kreeg of andere activiteiten ging doen.
uiteraard de positie van vrouwen met een minimuminkomen verbeteren en dat willen wij doen door het gemeentelijke politieke beleid te beïnvloeden. Al snel merkten we dat er binnen onze EVA-groep verscheidene vrouwen waren die daar niet voor kwamen. Zij kwamen voor de ontmoeting, de informatie en het
Nieuwe leden worden met open armen ontvangen Ook zijn enkelen overleden. Maar er komen toch ook wel weer nieuwe vrouwen, vaak via persoonlijke contacten, soms doorverwezen door maatschappelijk werk of aangetrokken door een artikeltje in de krant.
Waar zit onze kracht? Onze groep is heel gemêleerd. We hebben vanaf het begin allerlei nationaliteiten en naast de grote groep vrouwen met een minimuminkomen hebben we ook een paar bondgenoten. Hoewel we sterk vergrijzen, hebben we toch ook een paar jongere leden. Nieuwe leden worden met open armen ontvangen en het valt me steeds weer op hoe snel iemand opgenomen wordt in de groep. Je wordt geaccepteerd zoals je bent. Nieuwe leden zorgen er ook voor dat we er niet vanuit gaan dat iedereen wel weet hoe alle regelingen in elkaar zitten. Daardoor blijven we alert op moeilijke situaties. Eenmaal in de drie weken komen we op woensdagochtend bij elkaar. De ontmoeting en het uitwisselen van ervaringen staan centraal, maar er wordt ook informatie verschaft over allerlei regelingen die voor vrouwen met een minimuminkomen relevant zijn. Als EVA-groep willen we
uitwisselen van ervaringen. We hebben toen samen met anderen het Platform Minima en Maatschappelijk Welzijn opgericht en daar leveren we via onze inzet een bijdrage aan de beleidsbeïnvloeding van de gemeente. Ook zijn we vertegenwoordigd in de cliëntenraad van de Sociale Dienst en hebben we goede contacten met de beleidsambtenaar. Tijdens de ontmoetingsochtenden wordt hierover wel gerapporteerd.
Positief zijn Onze kracht zit zeker ook in het positief zijn, kijken naar wat we wel hebben en kunnen en niet blijven hangen in wat er allemaal niet kan. Dit overigens zonder de problemen te bagatelliseren. Daarnaast wordt de onderlinge band verstevigd door leuke dingen met elkaar te doen, zoals Foto: Joke Gelderblom bijvoorbeeld
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
het meedoen aan het smartlappenfestival, de kerstavonden, het bezoeken van provinciale en landelijke dagen, zomeractiviteiten en niet te vergeten de jaarlijkse uitjes. Doordat de kar getrokken wordt door een paar vrouwen, kunnen de bijeenkomsten en activiteiten altijd doorgaan. Onderwerpen van gesprek worden in overleg met de hele groep gekozen, maar het komt ook wel eens voor dat een programma van tafel gaat als één van de leden met een probleem zit en dat graag wil bespreken. Hierin zijn we erg flexibel. Blij zijn we met de steun van de protestantse kerk De Baai waar we gratis gebruik kunnen maken van een ruimte en koffie en thee krijgen.
Toekomst Hoe de toekomst er uit ziet weten we niet. We gaan door zolang er behoefte aan de EVA- groep is. Doordat de jongere vrouwen steeds meer na verloop van tijd aan het werk gaan, blijft er een ouder gedeelte over. We hopen dat dit jongere vrouwen niet tegen gaat houden om zich bij ons aan te sluiten, want juist de mix van leeftijden maakt de EVAgroep zo boeiend. Joke Gelderblom
7
Economie, Vrouwen en Armoede
Economie,Vrouwen en Armoede De voorloper van EVA is opgericht in 1989. Toen bundelden veel groepen die sinds 1984 verspreid over het land bijeenkwamen onder de naam ‘kerkvrouwen/bijstandsvrouwen’ hun krachten en gingen verder als project met een landelijk secretariaat en stuurgroep. Halverwege de jaren negentig ging het project verder onder de naam EVA. De keuze voor die naam was niet toevallig. Niet alleen is EVA de naam van een van onze oermoeders, ook geeft de combinatie van letters aan dat de vrouwen een samenhang ervaren tussen de woorden waarvoor die letters staan: economie, vrouwen en armoede. Die samenhang wilden zij benoemen en onderzoeken om hun eigen situatie beter te begrijpen, om hun omgeving ervan bewust te maken en om bouwstenen aan te dragen voor verandering en verbetering. Hoe pakten ze dat aan? Wat is er bereikt? En hoe is het met de actualiteit van dat thema?
EVA-groepen EVA-groepen waren en zijn groepen waar vrouwen die het financieel moeilijk hebben en vrouwen voor
Kinderen hebben ook een vader. Die lijkt veel minder bij te dragen aan zorg en opvoeding. In een gezinssituatie draagt hij financieel bij. Hij
Arm of rijk, als het gaat om het verzorgen van kinderen en anderen die zorg of hulp nodig hebben, wordt er als eerste naar vrouwen gekeken wie dat niet geldt elkaar ontmoeten, ervaringen uitwisselen, elkaar leren kennen en waar nodig elkaar ondersteunen. Naast het verschil in materiële omstandigheden, ontdekken zij ook overeenkomsten in hun positie als vrouw in de samenleving. Arm of rijk, als het gaat om het verzorgen van kinderen en anderen die zorg of hulp nodig hebben, wordt er als eerste naar hen, vrouwen, gekeken. Dat is ‘gewoon’ zo, je weet niet beter. En voor een deel voelt het ook oké, vooral als het om kinderen gaat. Je hebt ze immers zelf op de wereld gezet en ze hebben zorg en aandacht nodig. Maar toch knelt er iets.
werkt buitenshuis en verdient een salaris. Wanneer je er als moeder alleen voor komt te staan, merk je pas goed wat het betekent zorgtaken thuis te combineren met de zorg dat er ook brood op de plank moet zijn, en geld voor de huur en nog een heleboel andere dingen die geld kosten. Het valt op dat veel vaker vrouwen en kinderen met armoede te maken hebben dan mannen. Wat zegt dat over onze samenleving? En, belangrijker, hoe breng je daarin verandering? Door het uitwisselen van hun eigen ervaringen en het uitdiepen daarvan, kwamen de EVA-vrouwen als vanzelf uit bij de politiek. En bij
Een motto dat in de EVA-beweging een belangrijke rol heeft gespeeld: Als je gekomen bent om mij te helpen, dan verspil je je tijd. Maar als je gekomen bent omdat jouw bevrijding met de mijne verbonden is, laten we dan samenwerken. Lila Watson, een Aboriginal vrouw uit Australië
8
vragen die met economie te maken hebben en met opvattingen over ‘mannenwerk’ en ‘vrouwenwerk’. Dat zie je terug in de thema’s van de jaarlijkse landelijke EVA-dagen.
Van ontmoeting naar actie Die landelijke dagen hadden titels als ‘Het huwelijk van de Eeuw’ (1989), met aandacht voor de juridische en economische gevolgen van trouwen. ‘Sociale vernieuwing (politiek) en huwelijkswetgeving (kerkelijk)’ in 1991, ‘Zorgarbeid en huwelijkswetgeving’ (1993). In 1994 was het thema ‘Wat hebben 40-plus-vrouwen met een minimumuitkering te verwachten van de Haagse politiek?’. In 1997 ‘Vrouwen als centrum van de Economie’ en in 2000 de vraag ‘Wie zorgt er voor mij als ik zorg nodig heb?’ De inleidingen en discussies op die dagen worden gebundeld in verslagen die als basis kunnen dienen voor voortgaand gesprek en studie. En actie. Want de woorden, de analyses van hoe de samenleving in elkaar steekt en wat dat betekent voor de positie van vrouwen, geven elan en moedigen aan tot actie: gezamenlijk de schouders eronder om verandering en verbetering te bewerkstelligen. Er worden onderhandelingstrainingen opgezet. Krachten worden gebundeld met andere groepen en organisaties, bijvoorbeeld in de Vrouwenalliantie. Aan de vooravond van verkiezingen worden debatbijeenkomsten georganiseerd met politici. En EVA neemt deel aan Sociale Conferenties, waar vertegenwoordigers van vakbonden, werkgevers, kerken en andere maatschappelijke organisaties actuele thema’s bespraken. Terugkijkend kun je constateren dat de jaren tot aan de eeuwwisseling gekenmerkt werden door een sterk zelfbewustzijn en geloof in het
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Economie, Vrouwen en Armoede
Tekening: Sandra de Haan
nut van politieke strijd. In 2001 is het thema van de jaarlijkse EVA-dag ‘EVA op kleur - over samenwerking en bondgenootschap tussen zwarte en witte vrouwen met een uitkering’. Na de eeuwwisseling lijkt het besef te groeien dat niet alleen de gezamenlijke strijd belangrijk is, maar dat je ook moet en mag opkomen voor je individuele positie en belang. En er lijkt twijfel te ontstaan “of politiek en maatschappij wel luisteren naar (ons) vrouwen die arm (gemaakt) zijn”. Niet voor niets luidt de titel van een boekje dat EVA-Zaanstreek in 2000 uitbrengt ‘Hoor nou maar eens wat ik zeg’. Het thema dat er als een rode draad doorheen loopt is ‘Arbeid en Zorg’.
Betaald en onbetaald werk Dat thema, waarvan de betekenis duidelijker wordt als je het vertaalt in ‘betaald werk en onbetaalde zorgtaken’, is een kernthema dat EVA door de jaren heen heeft beziggehouden. EVA-vrouwen benaderden het vooral vanuit de positie van vrouwen die met armoede geconfronteerd werden, door EVA consequent arm-gemaakte vrou-
onbetaalde zorg(taken)’ altijd centraal gestaan.
Kind van haar tijd Het thema dat EVA aansneed en de manier waarop ze dat deed, kan niet los gezien worden van de tijd waarin
De armoede in Nederland neemt toe en treft nog steeds vrouwen harder dan mannen wen genoemd. Daarmee wilden zij uitdrukken dat armoede niet iets is wat je zomaar overkomt, maar wat te maken heeft met rolopvattingen en rolverdeling tussen mannen en vrouwen, die doorwerken in de economie: in scholingskansen, inkomenspositie en rechten, die voor vrouwen systematisch nadeliger uitpakken dan voor mannen. Vanzelfsprekend raakt dit aan het algemene thema ‘emancipatie’ van mannen en vrouwen. Maar bij EVA heeft die specifieke invalshoek ‘verdeling van (onbetaald) werk en
EVA ontstond. In de jaren tachtig werd steeds duidelijker dat er, ondanks invoering van de Bijstandswet in 1965, nog steeds armoede in Nederland voorkwam. En dat vooral gescheiden vrouwen met kinderen daarmee te maken kregen. Vrouwen kregen tijdens hun opvoeding de boodschap mee dat moederschap en zorg hun belangrijkste taken in het leven waren. Tot in de jaren zeventig moesten vrouwen met een betaalde baan verplicht ontslag nemen als zij gingen trouwen. Maar ook daarna, toen het steeds meer
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
geaccepteerd werd dat vrouwen ook een opleiding volgden en daarmee aan de slag gingen in een betaalde baan, bleef de boodschap die zij bewust en onbewust meekregen dat, als zij moeder werden, het gezin hun eerste verantwoordelijkheid was. Geen wonder dat veel vrouwen bij een echtscheiding ervoor kozen om er ‘voor hun kinderen te zijn’. Bovendien waren velen slecht opgeleid (omdat het voor hen als meisje niet nodig werd gevonden om door te leren) of waren hun opleiding en werkervaring verouderd. De zorgverantwoordelijkheid die zij voelden voor hun gezin - een verantwoordelijkheid die hen ook door de samenleving was toebedeeld - maakte nu dat zij en hun kinderen het financieel steeds moeilijker kregen. EVA trok waar mogelijk samen op met andere emancipatiebewegingen, vooral binnen de anti-armoedebe9
Economie, Vrouwen en Armoede
vrouwen, schiep ook afstand: armoede is geen ‘sexy’ onderwerp in de vrouwenbeweging en het glazen plafond waar de vrouwenbeweging tegen vocht was voor veel EVA-vrouwen een ver-van-mijn-bed-show.
Wat is er bereikt?
weging en de vrouwenbeweging. Zo waren er goede contacten en regelmatige samenwerking met de Vrouwenbond FNV, onder andere rond het thema van aanspraak van vrouwen op pensioenrechten. Daarbij ging het niet alleen om pensioenrechten op basis van eigen arbeid of het delen in het opgebouwde pensioen van de (ex)partner, ook streefde men naar erkenning van (onbetaalde) zorgtaken als basis voor pensioenopbouw. Maar het gegeven dat EVA haar basis had in de ervaring en situatie van arme en arm-gemaakte
10
EVA stond met één been in de kerkelijke anti-armoedebeweging, in een tijd waarin de kerken nog een factor van betekenis waren in de Nederlandse samenleving. In die context heeft EVA een grote bijdrage geleverd aan de bewustwording dat armoede bestaat in Nederland, dat vrouwen daar veel meer door geraakt worden dan mannen en dat ook kerkelijke normen, waarden en regelgeving daar een belangrijke rol
nomen en de vanzelfsprekendheid van die rolverdeling is minder groot. Maar opvattingen over wat ‘mannenwerk’ en wat ‘vrouwenwerk’ is, zijn taai en veranderen niet gemakkelijk. De discussie spitst zich nu toe op ‘economische zelfstandigheid’ van vrouwen. Dat zou de oplossing zijn van veel problemen. Dus moeten vrouwen de (betaalde) arbeidsmarkt op. Daarmee erkent de politiek dat er een samenhang is tussen vrouwen en armoede, maar bagatelliseert tegelijkertijd de betekenis van zorgarbeid. Misschien zelfs nog meer dan voorheen, in de tijd waarin EVA ontstond. Toen werd de zorg voor kinderen en huishouden tenminste nog zo belangrijk gevonden dat vrouwen ervoor moesten thuisblij-
Zorgarbeid thuis wordt nog steeds niet gewaardeerd als een even onmisbaar onderdeel van onze economische infrastructuur als onze dijken en spoorwegen in spelen. Vraag je wat de analyses rond het thema ‘economie, vrouwen en armoede’ hebben opgeleverd aan positieverbetering van vrouwen, dan is het beeld diffuser. De armoede in Nederland neemt toe en treft nog steeds vrouwen harder dan mannen, doordat het nog altijd vooral vrouwen zijn die de zorg voor kinderen en andere kwetsbare mensen op zich nemen. De discussie daarover is wel toege-
ven en hun werk buitenshuis ervoor op moesten geven. Al werd het niet zó belangrijk gevonden dat er ook een salaris tegenover stond. EVA pleitte voor daadwerkelijke waardering van die zorgarbeid binnenshuis, in de dubbele betekenis van het woord waardering: erkenning van het belang ervan en geldelijke beloning. Juist door dat werk, waarvan het vanzelfsprekend werd en wordt gevonden dat je dat - onbetaald doet, kwamen vrouwen in armoede terecht.
Wat is werk? Het verband tussen economie, vrouwen en armoede, zoals EVA dat in haar naam tot uitdrukking bracht, duidt dus feitelijk op een andere samenhang in onze economie, namelijk die tussen zorgarbeid en armoede. Alleen doordat het als min of meer natuurlijk en vanzelfsprekend wordt beschouwd dat
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Economie, Vrouwen en Armoede
vooral vrouwen die zorgarbeid verrichten, kon er voor die naam gekozen worden. Misschien wordt het dus tijd voor een nieuwe naam. En voor een ander taalgebruik. Hoewel de tijd achter ons ligt dat je mannen kon horen zeggen “Mijn vrouw hoeft niet te werken” (sic), wordt het nog steeds niet vreemd gevonden als in een rapport of krantenartikel staat dat “vrouwen méér moeten werken”. In beide gevallen wordt met ‘werken’ betaalde arbeid buitenshuis bedoeld en wordt impliciet datgene wat vrouwen allemaal aan werk binnenshuis (of met vrijwilligersactiviteiten en mantelzorg) verzetten niet als ‘werk’ beschouwd. Wat erger is, vrouwen doen daar zelf aan mee als ze zeggen: “Als ik kinderen krijg, hou ik op met werken of ga ik minder werken.” Ze beseffen dan vaak nog niet wat hen aan werk te wachten staat! Of: “Ik zou wel willen werken, maar ik heb geen diploma’s.” In beide gevallen geven ook zij zelf aan dat zij alleen werk buitenshuis als ‘echt’ werk beschouwen. Daarmee spreken ze tegelijkertijd een onderwaardering uit voor de zorgarbeid die zij thuis (meer) gaan doen en ze drukken er mee uit dat zij alleen werk dat betaald wordt als ‘werk’ beschouwen. Daarbij kun je je afvragen of en hoe er een oorzakelijk verband is tussen ‘onderwaardering’ en ‘betaald
worden’. Wordt zorgarbeid ondergewaardeerd en dáárom niet of slecht betaald? Of wordt zorgarbeid als iets vanzelfsprekends beschouwd, waarvoor - dus - niet betaald hoeft te worden en wordt het daarom ondergewaardeerd? Hoe het zij, zorgarbeid moet de waardering krijgen die ze verdient, namelijk als volwaardig werk en als onmisbare voorwaarde voor het functioneren van onze samenleving en daarmee als basisvoorwaarde voor het functioneren van de economie. Daar moeten we ons allemaal, mannen en vrouwen, verantwoordelijk voor voelen. Pas dan kan op een vruchtbare manier gesproken worden over ‘economische zelfstandigheid’ van vrouwen, omdat die dan even vanzelfsprekend wordt gevonden als economische zelfstandigheid van mannen. Dan zijn er ook geen zinloze discussies meer nodig tussen het kamp dat te vuur en te zwaard verdedigt hoe belangrijk een thuiszijnde moeder is voor het har-
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
monisch opgroeien van kinderen en het kamp dat Nederlandse vrouwen beschouwt als ‘verwende prinsesjes’.
Zorgarbeid is werk Zorgarbeid thuis wordt nog steeds niet gewaardeerd als een even onmisbaar onderdeel van onze economische infrastructuur als onze dijken en spoorwegen. En vooral vrouwen worden nog steeds aangesproken - en laten (!) zich aanspreken - op het verrichten van die zorgtaken. Zolang dat nog zo is, zal armoede iets blijven dat meer vrouwen treft dan mannen. Het blijft dus meer dan ooit nodig om vrouwen het gereedschap te verschaffen waarmee zij hun kwalificaties voor de (betaalde) arbeidsmarkt kunnen verbeteren en te faciliteren in de zorgarbeid die zij verrichten, met name met goede en betaalbare kinderopvang. En laten we ons vooral bewuster worden van ons taalgebruik, zorgvuldiger onze woorden kiezen. Zorgarbeid is werk. Nel de Boer 11
De kracht van vrouwen
Vrouwen en kracht Vrouwen zijn in de voorgaande artikelen vaak in één adem genoemd met armoede. Aandacht daarvoor is nodig. Armoede neemt toe in Nederland en de gevolgen daarvan voor het dagelijks leven van mensen moeten niet gebagatelliseerd worden. Armoede is ontwrichtend voor ieder die ermee te maken krijgt, mannen zowel als vrouwen. Maar vrouwen worden er meer en harder mee geconfronteerd dan mannen. Hoog tijd om eens te kijken hoe vrouwen het toch rooien. Tijd om hen te noemen in een andere woordcombinatie en het te hebben over de kracht van vrouwen. Dat vrouwen meer geconfronteerd worden met armoede komt doordat vrouwen zwanger kunnen worden, kinderen krijgen en als eerstverantwoordelijke voor de verzorging en opvoeding worden gezien. Hoewel het steeds meer vanzelfsprekend wordt dat meisjes en vrouwen een opleiding volgen en een vak leren en zij het zelfs vaak beter doen in het
zich beter te kwalificeren voor de arbeidsmarkt door training en studie en onderzoeken de kansen van zelfstandig ondernemerschap. Dat valt niet altijd mee, vooral niet als je er alleen voorstaat. Dan heb je een duwtje nodig, iets of iemand die jou helpt om - weer - in die eigen kracht en in jezelf te gaan geloven. Want de moed wil je wel eens in de schoenen
De moed wil je wel eens in de schoenen zinken onderwijs dan jongens en mannen, ziet het leven van vrouwen er toch anders uit dan dat van mannen. Dat is onder andere zichtbaar op de arbeidsmarkt, waar vrouwen harder moeten knokken voor hun positie en inkomen. Eenoudergezinnen zijn de grootste risicogroep voor armoede. Ruim 80% van de eenoudergezinnen zijn moedergezinnen (Armoedesignalement 2012).
Eigen kracht Vrouwen, juist als zij in een moeilijke (inkomens)situatie verkeren, en vooral als zij kinderen hebben, hebben er veel voor over om hun leefsituatie te verbeteren; voor zichzelf, maar vooral om hun kinderen perspectief te bieden op een betere toekomst (‘Zij wil vooruit - over jonge vrouwen met een minimuminkomen’, uitgave Arme Kant van Nederland/EVA, 2009). Daarvoor boren zij alle mogelijke kracht in zichzelf aan. Ze proberen 12
zinken, als je onheus bejegend wordt of tegen allerlei bureaucratische regelgeving en bestuurlijke barrières aanloopt. Soms daagt dat uit om de handen ineen te slaan met lotgenoten. Zo ontstaan buurvrouwengroepen die elkaar ondersteunen met een luisterend oor en met allerlei praktische diensten over en weer, of een wijkgroep die vecht voor het behoud van voorzieningen in de
Crisis Maar het zijn barre tijden. Als je van een uitkering moet rondkomen, dan is het een dagelijks gevecht om te overleven. En het aantal mensen dat een beroep moet doen op een WWB-uitkering groeit. Maar ook het aantal werkende armen neemt toe: mensen die wel betaald werk hebben, maar daarmee niet genoeg verdienen om van te kunnen leven. Op toeslagen wordt gekort, terwijl tegelijkertijd allerlei lasten omhoog gaan. Kosten voor kinderopvang rijzen de pan uit en zijn voor mensen met een minimuminkomen helemaal niet te betalen. Als je al een laag inkomen had en ook nog chronisch ziek of gehandicapt bent, dan krijg je het extra zwaar te verduren. “Ook de crisis treft vrouwen en mannen op een verschillende manier, en dat geldt zeker ook voor het overheidsbeleid rond de crisis”, schrijft ATRIA in een rapport ‘Vrouwen en de Crisis’ (ATRIA, Sabine Kraus, mei 2013). Dat komt vooral doordat de overheid er nog niet op is ingesteld beleid te toetsen op ‘gendereffecten’. Een van de conclusies luidt: “Het risico is groot dat de positie van
‘Eigen kracht’ betekent niet ‘ik kan het allemaal zelf wel’ en nog minder ‘zoek het zelf maar uit’ buurt. Ook vrouwencentra leveren een belangrijke bijdrage als ontmoetingsplek en door een aanbod van activiteiten die vrouwen helpen steviger in hun schoenen te staan en nieuwe stappen te durven zetten, in hun persoonlijk leven en vaak ook richting de arbeidsmarkt. Daarmee is meteen duidelijk dat ‘eigen kracht’ niet betekent ‘ik kan het allemaal zelf wel’ en nog minder ‘zoek het zelf maar uit’.
vrouwen de komende tijd verder zal verslechteren, ook relatief t.o.v. mannen. Dat komt door de bezuinigingen op de publieke sector. Deze gaan ten eerste vooral ten koste van werkgelegenheid van vrouwen. Ten tweede zullen vrouwen de bezuinigingen opvangen door meer onbetaalde (zorg)arbeid. Ten derde zijn vrouwen meer afhankelijk van de voorzieningen waarop wordt bezuinigd (zorg, kinderopvang, uitkeringen). Per saldo is de con-
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
De kracht van vrouwen
clusie dat vrouwen vooral worden getroffen door overheidsbeleid, meer dan door de economische crisis op zichzelf.”
Rekenvoorbeeld In het kadertje bij dit artikel geven we een voorbeeld van hoe voorgenomen overheidsbezuinigingen kunnen uitwerken. Vrouwencentra hebben een belangrijk aandeel in het ondersteunen van vrouwen bij het ontdekken en gebruik maken van hun kracht, en daardoor ook vaak op hun (her)intreden op de arbeidsmarkt. Die centra lopen gevaar in de bezuinigingsrondes die momenteel overal plaatsvinden. Een berekening van kosten en baten van het stedelijk emancipatiecentrum Feniks in Tilburg geeft een interessant beeld
van wat de economische betekenis van zo’n centrum kan zijn voor een gemeente. En dan hebben we het nog niet eens over de economische en andere waarde die het heeft voor het leven van veel vrouwen.
Samen sterker De grootschalige overheveling van taken en bevoegdheden van de centrale naar lokale overheden maakt het noodzakelijk dat mensen op lokaal niveau opkomen voor hun belangen. Daar zitten goede kanten aan, maar ook negatieve. Als iedereen zich moet inspannen om in eigen gemeente of regio haar of zijn belangen te verdedigen, dan kost dat energie. Dat is energie die ten koste gaat van het opkomen voor gezamenlijke belangen op landelijk
Directe opbrengsten van een sociaal activeringstraject Directe kosten voor de gemeente van een bijstandsgerectigde (zonder huurtoeslag, bijzondere bijstand, etc.) • Bruto per maand: € 1.200 • Per jaar 12 x 1200 = € 14.400
niveau. Zo lijkt het decentralisatiebeleid een onvoorziene ‘verdeel en heers’ dimensie te krijgen. Wat vrouwen betreft: zij zoeken elkaar op en laten op allerlei manieren zien dat zij over vaak onvermoede talenten en kracht beschikken. Dat is fantastisch en hard nodig. Maar de zaken waarvoor zij vechten - bijvoorbeeld het kunnen volgen van een opleiding, goede en betaalbare kinderopvang, het overeind houden van werkgelegenheid in de zorg of ruimere mogelijkheden voor deeltijd ondernemerschap - overstijgen het lokale niveau. Vrouwen kunnen elkaar versterken door krachten te bundelen, door elkaar te informeren over waar zij in hun eigen omgeving mee bezig zijn en wat zij bereikt hebben. En door samenwerking en krachtenbundeling kunnen zij, indien nodig, een vuist maken om iets voor elkaar te krijgen, niet alleen op lokaal, maar waar nodig ook op nationaal niveau. Nel de Boer
Als iemand van dertig jaar naar duurzaam werk begeleid wordt (dus tot zijn 65ste werkt) scheelt dat de overheid 35 jaar € 14.400. Dat is € 504.000. De gemiddelde kosten van een sociaal activeringstraject van gemiddeld 2 jaar bij Feniks en SEW zijn ongeveer € 8.500,00. Dat zijn de kosten om iemand te begeleiden naar werk of vrijwilligerswerk en hem of haar te helpen het leven weer meer op orde te brengen, er sturing aan te geven enzovoort. Bij een groep van 15 personen bij Feniks gaan binnen 1 jaar 3 personen (het merendeel tussen 27-40 jaar) direct naar betaald werk en binnen 2 jaar (via werkbemiddeling van bijvoorbeeld ‘Tilburg at work’ komen daar gemiddeld 2 personen bij. Dus 5 personen gaan binnen 2 jaar betaald werk verrichten. Als uitvoerende sociaal activeringsorganisaties slecht 1 persoon (ongeveer 30 jaar oud) jaarlijks direct naar betaald werk activeren kunnen van het geld dat de overheid zich bespaart 2 jaar lang 60 WWB’ers geactiveerd worden (60 x 8.500 = 510.000).
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
13
Ervaringsverhalen
Opleidingswensen van Ineke Ik ben Ineke, 43 jaar. Ik ben gescheiden en heb 4 kinderen in de leeftijd van 8 tot 15 jaar. Toen ik jong was, wist ik niet zo goed wat ik wilde Ik heb MEAO gedaan, maar ben zonder diploma van school gegaan. Toen ben ik gaan werken in winkels en
Wat ik aan opleidingen heb gedaan heb ik allemaal zelf bekostigd kreeg relaties en kinderen. Van mijn partner(s) hoefde (en mocht) ik niet buiten de deur werken. Later kreeg ik daar spijt van en wilde graag een opleiding volgen die me in staat zou stellen een inkomen te verdienen met werk waar ik plezier in had en dat me energie gaf. Maar vanuit een bijstandssituatie mocht dat niet. Ik ben toen in weekends de basisopleiding SPSO (Stichting Psycho-Sociale Opleidingen) gaan doen. Die duurt vier jaar, maar het diploma is niet officieel erkend. Ik ben vrijwilligerswerk gaan doen bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Daardoor hoefde ik niet aan een arbeidsmarkttraject van de Sociale Dienst mee te doen (ik was daar bang voor, omdat ik vreesde dat ik aan een lopende band terecht zou komen). Van de gemeente mocht ik alleen een opleiding volgen die korter dan een jaar duurde en 100% baangarantie gaf.
Geheimzinnigheid en angst Er rust onder mensen met een uitkering een taboe op het onderwerp ‘opleiding volgen’. Er hangt een waas van geheimzinnigheid en angst omheen, bijvoorbeeld om te vertellen dat je heimelijk een opleiding bent gaan doen. Zelf ben ik intussen bezig met de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH). Ik moet daarvoor nog een scriptie schrijven en in december examen doen. Wat ik aan opleidingen heb 14
gedaan heb ik allemaal zelf bekostigd – onder andere door mijn sieraden te verkopen - en op ‘eigen kracht’ gedaan. Dat was heel zwaar, onder meer doordat ik niet gebruik kon maken van betaalbare kinderopvang. Mijn oudste dochter heeft heel vaak moeten oppassen. Dat is eigenlijk geen goede situatie.
Waarom zo moeizaam? Waarom moet het zo moeizaam gaan? Waarom mag het niet wat gemakkelijker zijn om je situatie te verbeteren? Waarom krijg je daar geen steun bij, maar eerder juist tegenwerking en word je bijna als
een ‘slecht mens’ beschouwd en behandeld? Als je pech hebt gehad of eerder in je leven ‘misstappen’ hebt begaan, misschien foute keuzes gemaakt, maar je hebt daar spijt van en wilt proberen een nieuwe start te maken, dan zou dat toch gewaardeerd moeten worden?! Je zou daarin gesteund moeten worden. Juist omdat je zelfvertrouwen vaak toch al een flinke knauw heeft gekregen door die eerdere pech en misstappen.
Studie afgebroken voor mantelzorg De Volkskrant publiceerde in de week voor Prinsjesdag 2013 een serie over armoede in Nederland. Op 7 september kwam daarin het verhaal voor van een jonge inwoonster van Pekela, die geholpen wordt door de voedselbank. “Ze had de voor Pekelase begrippen uitzonderlijke stap gezet een hbo-opleiding te volgen in ‘de grote stad’ Groningen. Ze brak haar studie af toen haar vader ernstig ziek werd. Het afgelopen jaar zorgde ze met haar moeder voor hem. Nu het wat beter gaat wil ze de draad van haar studie oppakken, maar financieel kan het niet. Haar ouders kunnen niet meer zoals voorheen bijspringen om studie en huisvesting te helpen bekostigen. Lenen naast de studiefinanciering wil ze niet, uit angst het nooit meer terug te kunnen betalen. Ze staat op het punt weer bij haar ouders in te trekken. Met lege handen.” In de Volkskrant van 14 september blijken veel mensen op de verhalen gereageerd te hebben. De reacties hebben een grote overeenkomst met de aanbevelingen in en reacties op verhalen uit de interviewbundel ‘Zij wil vooruit’ van de werkgroep Arme Kant van Nederland/ EVA en de hartenkreten van het Steunpunt Studerende Moeders. Een alleenstaande moeder met een krappe beurs attendeerde de vrouw uit Pekela op mogelijkheden voor aanvullende studiefinanciering voor jongeren met onbemiddelde ouders, waar zij voor haar twee kinderen gebruik van heeft gemaakt. “Ik vind het zo jammer als jongeren denken hun opleiding niet te kunnen afmaken.” Een andere lezeres schreef: “Ik zou haar willen toeschrééuwen dat ze haar studie moet afmaken.”
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Ervaringsverhalen
Opleidingswensen van Jessica Ik ben Jessica, 32 jaar. Ik ben gescheiden en heb twee kinderen van 6 en 7 jaar. Toen ik jong was heb ik mijn politiediploma gehaald en kreeg een baan bij de politie. Ik ging samenwonen en kreeg een zoon. Al snel ging de relatie tussen mijn vriend en mij achteruit en wij besloten te scheiden. Ik was toen zwanger van mijn tweede kind. We hadden hoge schulden en in de politieorganisatie werd dat beschouwd als potentieel gevaarlijk voor mijn werk (chantabel). Ik raakte mijn baan kwijt en kwam in de Bijstand. Door alle ontwikkelingen (scheiding, baan kwijt, hoge schulden) werd ik depressief.
Ik maakte de post niet meer open en onze woning moest verkocht worden met een groot verlies. Na verloop van tijd werd ik toegelaten tot de WSNP (schuldsaneringstraject), waarbij je onder toezicht wordt gesteld en een klein bedrag aan leefgeld krijgt per maand. Als je dat volhoudt en goed doorloopt, ben je na drie jaar schuldenvrij.
Van de bank af De Sociale Dienst zette mij op het spoor van Feniks, waar ik mee kon doen aan een Sociaal Activeringstraject. Daardoor kwam ik van de bank af. Het traject kende drie fasen. In
Hoop In 1999 keek EVA in de publicatie ‘Als armoede je raakt’ terug op 15 jaar bondgenootschap tussen vrouwen. Ter gelegenheid daarvan schetsten enkele vrouwen hun toekomstvisioen voor 2010. Irene van Staveren had de volgende bijdrage. “Voor het jaar 2010 hoop ik dat vrouwen en mannen de gedeelde verantwoordelijkheid zullen nemen voor de voorziening in de diversiteit van hun levensbehoeften en die van hun kinderen: economische zelfstandigheid, rechtvaardige verdeling en zorgzaamheid. Ik wens de realisering van het combinatiescenario van zorg en betaalde arbeid. Ik hoop van harte dat mannen dan eindelijk de waarde van zorg zullen begrijpen en waarderen en ik ben ontroerd door mijn zoon van acht die zegt dat hij gek is op baby’s, koken en de was vouwen…”
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
de eerste fase komt aan de orde ‘wie ben ik?’, in de tweede ‘wat kan ik?’ en tenslotte ‘wat wil ik?’. Deelname aan dat traject heeft me geholpen mijn kracht te hervinden. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat ik me aanvullend wilde scholen,
Deelname aan dat traject heeft me geholpen mijn kracht te hervinden om weer aan het werk te kunnen en de kost te kunnen verdienen voor mij en m’n kinderen. Ik koos voor MBO Maatschappelijke Dienstverlening. Omdat ik nog net geen 30 was, had ik nog een jaar recht op studiefinanciering. Ik besloot toen dat ik het MBO-diploma, waar eigenlijk vier jaar voor staat, in één jaar wilde halen. Het ROC wilde dat eerst niet, maar uiteindelijk hebben ze me toch toegelaten en heb ik inderdaad in een jaar m’n diploma gehaald. Ik had geen baangarantie, maar ben meteen na het behalen van mijn diploma gaan solliciteren. Ik heb 30 brieven de deur uit gedaan, waarop ik twee uitnodigingen voor een gesprek kreeg en uiteindelijk aan de slag kon als persoonlijk begeleider van een intensieve woongroep.
Kinderopvang onbetaalbaar In mijn baan werk ik 24 uur per week. Drie dagen in de week worden de kinderen na school opgevangen door hun vader. Op andere momenten waarop ik moet werken (onregelmatige diensten), kunnen de kinderen bij mijn vader terecht. Daardoor heb ik gelukkig geen formele kinderopvang nodig, want dat is voor mij niet te betalen.
15
Projecten
Kinderen hebben een toekomst als hun moeder er ook één heeft! “Investeren in vrouwen is investeren in de volgende generatie” was jarenlang het credo van Nederlands ontwikkelingswerk. Maar binnen de eigen landsgrenzen was dit geen vanzelfsprekendheid. Vanaf 1990 begon de erosie: een slimme meid was toch zeker op een mogelijke echtscheiding voorbereid? Het afgelopen decennium blijkt de praktijk aan menig keukentafel weerbarstiger dan onze beleidsmatige opvattingen over emancipatie. “Emancipatie is nooit voltooid en behoeft voortdurend aandacht”, stelde minister Jet Bussemaker terecht afgelopen mei vast, bij de presentatie van haar vernieuwde beleidsnota.
What’s in a name? Uit onderzoek blijkt dat onder minima het aantal vrouwen groter is dan het aantal mannen. Ook langdurige armoede komt het meest onder vrouwen voor. Vanwege de emancipatiemythe is het echter ‘not done’ dat hardop te zeggen. Onderzoeksinstituten schrijven dan ook systematisch over éénoudergezinnen. Dat is een verhullende term, omdat het voor bijna 85% om alleenstaande vrouwen met hun kinderen gaat. Afgelopen juni werd Nederland opgeschrikt door een rapport van de Kinderombudsman. Hieruit blijkt dat inmiddels 1 op de 9 kinderen in Nederland in armoede opgroeit. Minder bekend werd dat een groot aantal van deze kinderen opgroeit in éénoudergezinnen, waaronder een flink deel werkende armen. Veel alleenstaande moeders onder de minima hebben immers betaald deeltijdwerk op minimumloonniveau. SCP en CBS concluderen in hun ‘Armoedesignalement 2012’ dat naast alleenstaanden, niet westerse huishoudens en bijstandsgerechtigden (WBB’ers), de kans op armoede het hoogst is bij éénoudergezinnen. Om vervolgens op pagina 30 te constateren dat “vrouwen dus oververtegenwoordigd zijn in de bevolking met langdurig laag inkomen”. Hun aantal steeg in 2011 met ruim 100.000. In tegenstelling tot de berichten over kinderen in armoede hebben media, politici en beleidsmakers nauwelijks kennis van en aandacht voor wat ook wel de ‘feminisering’ van 16
armoede wordt genoemd. De vraag dringt zich op of armoedebeleid dan wel, zowel landelijk als lokaal, het gewenste effect sorteert. Armoedebeleid moet vanzelfsprekend gelinkt zijn aan participatie, inkomenspolitiek en arbeidsmarktbeleid. Het lijkt wel emancipatie…
moede’ blijkt bijvoorbeeld dat liefst 94% van de éénoudergezinnen met een bijstandsuitkering in Tilburg een alleenstaande moeder aan het hoofd heeft. Zoals bij veel gemeenten was er bestuurlijk, ambtelijk en politiek geen inzicht in statistische gegevens over inkomen en aantallen mannen en vrouwen. Hoewel de informatie wel voorhanden is, beschikken veel gemeenten ook niet over seksespecifieke gegevens m.b.t. voedselbank of schuldhulpverlening. Dat is wel van belang, omdat meer dan de helft van de alleenstaande moeders in de schuldhulpverlening in haar eentje opdraait voor gemaakte schulden
Liefst 94% van de éénoudergezinnen met een bijstandsuitkering in Tilburg heeft een alleenstaande moeder aan het hoofd Emancipatie Effect Toets Tilburg Tilburg is, voor zover bekend, tot nu toe de enige stad die de emancipatie-effecten van haar armoedebeleid heeft onderzocht. Het stedelijk centrum voor emancipatie, Feniks, heeft er een Emancipatie Effect Toets uitgevoerd. Dat is een onderzoeksinstrument dat gemaakt is om ‘m/v-verschillen’ op te sporen in beleid dat niet gericht is op emancipatie. Al bijna 40 jaar ondersteunt Feniks vrouwen in Tilburg die leven op of onder het minimuminkomen. In samenwerking met Stichting Zet werd onderzocht of het Tilburgse armoedebeleid in gelijke mate voor vrouwen en mannen ertoe bijdraagt keuzemogelijkheden te vergroten en de maatschappelijke positie te verbeteren. De conclusie is dat Tilburg een gedegen en ruimhartig armoedebeleid heeft, maar dat de invalshoek emancipatie tot nu toe te weinig aandacht heeft gekregen. In Tilburg is ruim driekwart van de minima vrouw. Uit het onderzoek ‘Het vrouwelijke gezicht van ar-
tijdens het huwelijk. Er wordt niet gekeken wie de schuld gemaakt heeft. Het adres van moeders is voor schuldeisers vaak makkelijker te achterhalen dan dat van gescheiden vaders. Het vergaren en analyseren van gegevens is een must voor iedere gemeente die armoede structureel wil bestrijden en oplossen. Ondanks de oververtegenwoordiging van vrouwen onder de minima verwijst ook Tilburg in haar armoedebeleid niet expliciet naar beoogde effecten voor mannen en vrouwen. Door plannen van vrouwen te respecteren zou belastinggeld effectiever ingezet kunnen worden. Aan een duurzame uitstroom in plaats van een zo snel mogelijke uitstroming naar economische zelfstandigheid kan op lokaal niveau immers een bijdrage geleverd worden, zo stelde de Arme Kant van Nederland/ EVA al in 2009, in de publicatie ‘Zij wil vooruit - over jonge vrouwen met een minimuminkomen’.
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Projecten
Vlieg er eens uit Verborgen armoede onder vrouwen Het armoedebeleid in Tilburg gaat, zoals in alle gemeenten in Nederland en in tegenstelling tot België, uit van huishoudens. Daardoor blijft armoede van vrouwen verborgen. Bij een echtpaar wordt bijvoorbeeld één persoon aangemerkt als de aanvrager van een bijstandsuitkering. Dat is altijd de oudste persoon en vaak de man. De uitsplitsing naar geslacht en leeftijd in de CBS-statieken is gebaseerd op deze persoon. ‘Het vrouwelijke gezicht van armoede’ analyseert meerdere structurele oorzaken en draagt meerdere duurzame
en daardoor ongewenste effecten sorteren. Het landelijk kennisinstituut Atria stelt: “Algemeen beleid waar mogelijk, specifiek beleid waar nodig.” Armoede is een structureel probleem voor meer vrouwen dan voor mannen. Door het rapport van Feniks heeft de Tilburgse gemeenteraad eind augustus besloten dat alleenstaande ouders focusgroep zullen zijn in het nieuwe armoedebeleid dat in januari 2014 wordt ingevoerd. Weinig gemeenten onderkennen de noodzaak van specifiek beleid, zo blijkt ook uit het juist verschenen onderzoek ‘Vrouwen, armoede en sociale uitsluiting in Noord Brabant’
Al bijna 40 jaar ondersteunt Feniks vrouwen in Tilburg die leven op of onder het minimuminkomen oplossingen aan waardoor armoede in Tilburg verminderd en voorkomen kan worden. Voorbeelden zijn: een training financiële zelfredzaamheid voor laaggeschoolde vrouwen vlak voor of na een scheiding en het inzetten van ervaringsdeskundigen bij beleidsvorming en uitvoering en doelgroepgerichte communicatie aan oudere (allochtone) vrouwen. Kleinschalige, lokale vrouwenorganisaties kunnen hierin een belangrijke functie vervullen.
Specifiek beleid waar nodig Het ‘Vrouwelijke gezicht van armoede’ is bij de evaluatie van het Tilburgs armoedebeleid als voorbeeld gesteld om categoraal in te zoomen en zo tot concretere en betere bestrijding van armoede te komen. Hoewel de gemeente doelgroepenbeleid achterhaald vindt, hoeft categoraal beleid niet tegengesteld te zijn aan inclusief beleid. Ondersteuning op maat kan de individuele situatie voor burgers verbeteren. Maar het kan te weinig oog hebben voor maatschappelijke oorzaken
van de Provinciale Vrouwenraad. De komende gemeenteraadsverkiezingen zijn een mogelijkheid om in alle gemeenten armoede en emancipatie met elkaar te verbinden. Uit een interview dat radio 1 met tien bijstandsmoeders hield blijkt dat zij voor hun kinderen wel hoop koesteren maar geen perspectief zien. Stuk voor stuk maken zij de inschatting dat hun kinderen niet alleen zullen opgroeien in armoede, maar hun hele leven in armoede zullen slijten: zij zullen de armoede erven. Het motto van Loesje spant het paard weer waar het hoort, vóór de wagen: ‘Kinderen hebben een toekomst als hun moeder er ook één heeft!‘. Het volledige onderzoeksrapport of een samenvatting van ‘Het vrouwelijke gezicht van armoede’ is via www.fenikstilburg.nl gratis te downloaden. Daarnaast is een rapport ‘Vrouwen, armoede en uitsluiting in Noord-Brabant’ (2013, A. van der Schoot) verkrijgbaar bij de Provinciale Vrouwenraad Noord-Brabant.
De winnende smartlap op het Alternatief Smartlappenfestival 2010, door De Feniksdiva’s, op de melodie van het Smurfenlied. Waarom zijn wij moeders boos? Bijstandswet noemt ons werkloos. Waar halen zij dat toch vandaan? Zorgen is een volle baan. Wie denkt dat dat gemakkelijk is, heeft het toch wel heel erg mis. Machteloosheid en verdriet, daarom zingen wij dit lied. De zorgmoeder begint: La, la, lalalala, la, … En nu de tweede stem! La, la, lalalala, la, … En nu allemaal! La, la, lalalala, la, … Naar de winkel zonder poen, is gewoonweg niet te doen. Hoewel ik daar niet voor koos, ben ik nu altijd geldloos. Folders lezen zonder end, zodat je de koopjes kent, kijk waar je het voordelig haalt en je niet teveel betaalt. Lalalalala … Leren is bij Feniks fijn, daardoor weer jezelf te zijn, in je eigen kracht te staan; lelijk eendje wordt een zwaan. Trots en onafhankelijk zijn, geeft het leven veel meer gein. Daarvan worden we weer sterk, gaan we verder aan het werk. Lalalalala …
Gerda de Vries, directeur Feniks
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
17
Projecten
Pionieren in Breda Termen als ‘eigen kracht’, ‘sociaal ondernemerschap’ en ‘burgerinitiatief’ vliegen je links en rechts om de oren. Vele beleidsmiddagen wijden professionals eraan om deze trends te duiden in relatie tot een zich terugtrekkende en kantelende overheid. Maar hoe geef je hier in de praktijk vorm aan als je toevallig niet hoog opgeleid, welbespraakt en volledig ingevoerd in alle lokale netwerken bent? Wat als je langdurig afhankelijk bent van een uitkering en met enige regelmaat tegen een muur van regels en soms ook onwil aanloopt. Dan stroop je de mouwen op en ga je samen pionieren. Voortbouwend op dat waar je wél goed in bent en vertrouwend op elkaar. Dat gebeurt bij twee coöperaties in oprichting in de Bredase wijken Gerardus Majella en Geeren-Zuid. Een hovenier, ambachtslieden, een naaister. Er staan 13 ondernemers in spé te trappelen om met hun talent als deeltijd ‘scharrelondernemer’ aan de slag te gaan binnen de coöperatie Gerardus Majella. Ze doen dat met behoud van uitkering als vangnet, en met de mogelijkheid iets extra’s te verdienen met hun passie. Daarmee sparen ze, om te investeren in hun eigen ontwikkeling en opleiding. En daarna kunnen ze misschien wel de stap maken naar grotere zelfstandigheid. De coöperatie bekommert zich om het gemeenschappelijke: centrale administratie en inkoop, ondersteuning en huisvesting. Zo kunnen de deelnemers zich richten op dat waar ze goed in zijn, hun ambacht. Met de gemeente Breda wordt gesproken om te komen tot een ‘regelarme zone’ rondom de coöperaties, zodat de coöperatieleden met behoud van de rechten van de WWB de vrijheid krijgen om aan dit initiatief mee te doen.
Laten zien wat we kunnen “We willen de wereld laten zien welke potentie deze mensen hebben, ook al is het soms spannend om aan de slag te gaan”, vertelt Erna Smeekens, één van de initiatiefnemers in Gerardus Majella. “Vanuit de gezamenlijkheid en onderlinge solidariteit binnen de coöperatie, kan men wél een stap nemen.”
18
meepraten én in meedelen, door de coöperatieve vorm. Wanneer de bedrijfjes immers op termijn winst gaan maken, vloeit dit terug naar de coöperatie maar het kan ook uitgekeerd worden aan alle mensen die er grotere of kleinere bedragen in hebben geïnvesteerd.
Talent als basis: niet vrijblijvend! De ambitie is duidelijk: in 2017 moe-
Kijk eens wat een energie er vrijkomt als je mensen zelf de verantwoordelijkheid geeft, maar hen niet individueel in het diepe gooit De coöperatie is van en voor de deelnemers zelf, maar is er ook voor de buurt. In de wijk Geeren is de uitvalsbasis gevestigd van coöperatie Geeren-Zuid, een voormalig buurthuis dat woningcorporatie AlleeWonen ter beschikking stelt. Vanuit de coöperatie zullen lokale diensten worden aangeboden vanuit een vijftal bewonersbedrijven. Zo zullen de veelal allochtone vrouwen van de bestaande vrouwenstudio samen met andere vrouwen een cateringbedrijf starten, komt er een wijkwinkel met naaiatelier, stadslandbouw en laagdrempelige zorgdiensten. Ze beheren zelf het buurthuis. Men kan daar op verschillende niveaus in meedoen: als ondernemer, maar ook in de dagbesteding als dat het hoogst haalbare is. Hiermee vormt het initiatief de bouwsteen voor de ‘samenredzaamheid’ in de wijk.
Iedereen kan meedoen De basis van de twee coöperaties, die nauw samenwerken en uitwisselen met elkaar, is dat mensen die nu vaak buiten spel staan, zelf aan de slag kunnen gaan. Het betreft een gezamenlijke investering, waar iedereen vanuit de wijk - maar ook daarbuiten - in kan investeren met tijd of geld. Iedereen kan er over
ten er twee coöperaties staan die zelfvoorzienend zijn. De initiatiefnemers willen vanuit de onderkant laten zien wat wél werkt, meer dan wanneer een politicus in Den Haag aan de touwtjes trekt. Of, zoals Erna Smeekens het verwoordt: “Kijk eens wat een energie er vrijkomt als je mensen zelf de verantwoordelijkheid geeft, maar hen niet individueel in het diepe gooit. Als we hun talent als uitgangspunt nemen en dat stimuleren en bijeenbrengen, is dat de basis van iets heel moois. Maar het is niet vrijblijvend. We leggen er onze ziel, geest en middelen in en zodoende staan we samen sterk. Op die manier kunnen we een vuist maken tegen lokale regels, beperkingen én vooroordelen. Zo bouwen we aan een duurzaam perspectief, voor deze mensen en voor de samenleving.” De twee Bredase coöperaties worden ondersteund door Cordaid, een internationale ontwikkelingsorganisatie die behalve in ontwikkelingslanden ook in Nederland actief is om armoede en sociale uitsluiting te verminderen. Voor meer info over de activiteiten in Breda: Jos Hendrickx, manager wonen van AlleeWonen, 076-7502000. Kristel Ashra, Cordaid
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Projecten
Zorgwacht vakschool ‘Meer mogelijkheden om een opleiding te volgen’ was één van de drie thema’s die het meest genoemd werden door vrouwen met een minimuminkomen, die wij vroegen waaraan zij behoefte hadden en waarmee zij geholpen zouden zijn als zij hun situatie wilden verbeteren. Op onze zoektocht naar hoe het met die mogelijkheden gesteld was op verschillende plekken in het land, kwamen we o.a. in contact met Zorgwacht in Utrecht. We waren daar enthousiast over. Op ons verzoek vertelt directeur Wilhelmien Looymans wat dit project inhoudt.
Opleiding, begeleiding en toekomst De Zorgwacht vakschool is gevestigd in Overvecht, Utrecht. Het hoofddoel is om bijstandsgerechtigden op te leiden tot Helpende Zorg en Welzijn niveau 2. Kandidaten met een WWB-uitkering kunnen zich aanmelden bij Zorgwacht voor een BBL/opleiding (Beroeps Begeleidende Leerweg). Door het succes van Zorgwacht hebben steeds meer WWB’ers interesse in de opleiding. De kracht van Zorgwacht is de intensieve begeleiding van de leerlingen,
De kracht van Zorgwacht is de intensieve begeleiding van de leerlingen waardoor het slagingspercentage komt op 70%. Door te beginnen met de opleiding gaan WWB’ers vanaf dag één uit de bijstand, direct aan de slag in de praktijk en één dag in de week naar school. Zorgwacht wil deze kandidaten een kans bieden om een startkwalificatie te behalen en de mogelijkheid te bieden door te stromen naar niveau 3 en terug te keren op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd worden hierbij mensen met een hulpvraag geholpen. Zo ontstaat er een win-win-situatie.
Werkzaamheden Deelnemers kunnen direct aan de slag bij een zorginstelling of een thuishulporganisatie. Als Zorgwachter ontmoet je veel verschillende mensen. Ouderen die zo lang
mogelijk zelfstandig willen blijven wonen, maar ook mensen met een lichamelijke beperking of een psychisch probleem. De één moet worden geholpen bij het wassen en aankleden, met het bereiden van een maaltijd of met het ophangen van een lamp. Een ander vraagt om mee te gaan naar een specialist in het ziekenhuis. Hulp bij het invullen van een formulier of uitleggen hoe de afstandbediening van de televisie ook al weer werkt, behoren regelmatig tot de werkzaamheden. Soms ook gaat de vraag niet verder dan gezellig samen een kopje koffie drinken of een wandeling maken. Hoe klein de ‘klus’ soms ook is, het is boeiend en dankbaar werk.
Aanmelden Iedereen die in Nederland een werkvergunning heeft kan zich aanmelden bij Zorgwacht: allochtoon, autochtoon, jong, oud, man, vrouw. Je komt vanaf dag één in loondienst bij Zorgwacht en gaat uit de WWB. Je krijgt een jaarcontract van 32 uur en gaat één dag in de week naar school en vier dagen werken in een zorginstelling of bij een thuishulporganisatie. Kijk voor de volledige beschrijving van de BBL-opleiding op de website www.zorgwacht.nl. Zorgwacht start in september 2013 weer een opleiding.
Zorgwachters aan het woord “Ik had nog nooit eerder aan dit soort werk gedacht, maar het past eigenlijk heel goed bij mij. Ik ben wel
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
een zorgzaam type. Ik heb vroeger altijd voor mijn ouders gezorgd en nu doe ik dat professioneel voor anderen. Ik help mensen die het écht nodig hebben. Inmiddels begeleid ik ook stagiaires. Wat ik vooral probeer in te brengen is respect. Je komt in het privéleven van cliënten en daar moet je zorgvuldig mee omgaan. Ik zou dit werk zeker aanraden, want er zijn véél mensen nodig in de zorg. Je moet wel pit hebben, enthousiast, sociaal, netjes en beleefd zijn. Daarnaast moet je op tijd komen en je niet om de haverklap ziekmelden.” “Als alleenstaande moeder moest ik met een uitkering vier kinderen
Hoe klein de ‘klus’ soms ook is, het is boeiend en dankbaar werk opvoeden. Ik wilde heel graag uit de bijstand. Toen Zorgwacht op mijn pad kwam, heb ik de kans met beide handen aangegrepen. Ik heb altijd in de zorg willen werken, maar zonder diploma’s kom je niet ver. Een reïntegratiebedrijf attendeerde mij op Zorgwacht ik heb gelijk ja gezegd. Ik vind het werk heerlijk om te doen. Het is dankbaar werk. Ik wil nooit meer iets anders.”
Doel Zorgwacht loopt sinds 2007 met veel succes in Overvecht Utrecht. Het doel is dan ook om in de toekomst de opleiding landelijk te introduceren. Wilhelmien Looymans
19
Projecten
Duurzame reïntegratie De stichting Steunpunt Studerende Moeders is opgericht in 2006, gebaseerd op de eigen ervaringen van Annemiek de Jong tijdens haar HBO-studie. Intussen is er veel gebeurd en heeft het steunpunt haar werkterrein verbreed en aangepast aan nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Annemiek vertelt daarover. Als alleenstaande moeder in de bijstand kende ik het klappen van de zweep en ik was vastbesloten om het heft in eigen hand te nemen.
Samen werken aan een betere toekomst voor moeder en kind Het volgen van een studie zag ik als dé sleutel naar een betere toekomst voor mij en mijn dochters. Omdat de weg daar naartoe al een studie op zich vormde en ik nergens terecht kon met mijn specifieke vragen over hoe ik dit allemaal kon combineren, heb ik eerst een informatieve website gemaakt. Die is later uitgegroeid is tot een stichting en inmiddels het expertisecentrum geworden in Nederland voor het combineren van studie en gezin.
Erkenning Een paar jaar geleden kreeg het steunpunt subsidie vanuit het ministerie van OCW. We hebben toen duizenden moeders geholpen te reïntegreren door het realiseren van opleidingsmogelijkheden en diverse werk- leer-combinaties. Hiermee hebben wij een belangrijke bijdrage geleverd aan het voorkómen van vroegtijdige studie-uitval en vertraging, doordat we menig studerende moeder gecoacht en geadviseerd hebben op het gebied van worklife-balance of liever gezegd studywork-life-balance. Ook hebben we diverse ludieke positieve acties opgezet om aandacht te vragen voor de positie van zwangere studenten en de opleidingsmogelijkheden voor alleenstaande moeders. In korte tijd 20
hebben we het onderwerp studerende moeders op de politieke agenda weten te krijgen, wat tot een kleine wetswijziging heeft geleid in de Wet op Hoger Onderwijs. Hierdoor kan er nu ook een financieel beroep gedaan worden op het profileringsfonds van de Hogere onderwijsinstellingen, als een studente studievertraging oploopt vanwege zwangerschap en bevalling. Ook hebben we onderwijsinstellingen door middel van samenwerkingsovereenkomsten ondersteund bij de begeleiding van zwangere studenten en studerende ouders.
Moedermavo In 2010 hebben we de Ton Remmers-prijs bedacht om onderwijsinstellingen bewust te maken van de behoeften van deze kwetsbare maar talentvolle doelgroep. Sommige onderwijsinstellingen zijn al ‘gezinsvriendelijk’ bezig als het gaat om studerende (aanstaande) ouders. Ton Remmers is de grondlegger van
Dan gaat het meestal om de kortste weg naar werk. Het volgen van een opleiding, zelfs als je de talenten en capaciteiten hebt om een hogere opleiding te volgen, is dan vrijwel uitgesloten. Je kunt je afvragen of dat de meest efficiënte weg is… Op deze manier blijven verborgen talenten onbenut: een gemiste kans, voor de hele maatschappij.
Crisis Ook het Steunpunt Studerende Moeders kreeg met de crisis te maken en de subsidies liepen af. De onderwijsinstellingen kwamen onder druk te staan. Dit onderwerp heeft niet meteen de eerste prioriteit voor de onderwijsinstellingen. Zij zien het nog vaak als een privé-aangelegenheid. Voor het steunpunt zag de toekomst er somber uit. Van de giften en donaties die wij als ANBIstichting en goed doel ontvangen kunnen wij niet de hele organisatie draaiende houden. Inmiddels hebben we echter een behoorlijk netwerk ontwikkeld en veel kennis en ervaring opgedaan. Het is zonde als die verloren gaan. Zeker nu, met de komst van de scholingsplicht en de plannen die er zijn om de mogelijk-
In korte tijd hebben we het onderwerp studerende moeders op de politieke agenda weten te krijgen de voormalige moedermavo. Waar wij nu mee bezig zijn, had Ton Remmers toen al gesignaleerd. Het is wel grappig om nu te zien dat, na zo veel jaar inspanning, onlangs een motie in de Tweede Kamer is ingediend om de mogelijkheden te onderzoeken voor het terugbrengen van een soortgelijke moedermavo. Het lijkt alsof er in Nederland veel mogelijkheden zijn qua scholing. Maar voor een alleenstaande moeder ligt dat toch wel even anders. En helemaal als je in de bijstand zit.
heden te onderzoeken een moedermavo terug te brengen. Want waar gaat het dan om? Om kansen voor moeders op het gebied van scholing.
Kansen voor alleenstaande moeders Er zijn mogelijkheden voor alleenstaande moeders waar niet iedereen kennis van heeft en waar zij niet altijd op gewezen worden of naar begeleid worden. Ik ben er van overtuigd dat wij met onze benadering en know how hierin een belangrijke
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Projecten
bijdrage kunnen leveren en van toegevoegde waarde kunnen zijn. Onlangs hebben we ons werkveld verbreed en besloten onze ervaring en expertise in te zetten in het kader van duurzame reïntegratie. Wij denken dat wij met onze aanpak een verschil kunnen maken. Wij kunnen niet alleen activeren en begeleiden naar werk, maar kunnen ook diverse werk en scholingscombinaties helpen realiseren. In het kader van reïntegratie zijn wij een samenwerking aangegaan met het UWV, omdat wij ook benaderd worden door jonge moeders met een licht verstandelijke handicap en moeders die uitgevallen zijn met spanningsklachten of andere psychische klachten. Wij zijn immers een steunpunt voor en door moeders en willen dan ook alle moeders van dienst kunnen zijn.
is gelukt. Onlangs is zij aan de slag gegaan met een CV en sollicitatiebrieven. Zij is zó enthousiast, dat zij spontaan volop aan het solliciteren is. Op die manier kan zij alvast ervaring op doen, zegt zij zelf. Wij weten zeker dat het haar gaat lukken. Daar waren we al zeker van toen we haar ondersteunden bij het vinden van financiering voor de opleiding.
Twee voorbeelden
Twee jaar geleden leerden wij M. kennen. M. is een alleenstaande moeder van twee pubers. Zij was toen net een jaar tevoren gestart met een HBO-deeltijdstudie, waar zij zelf voor had gespaard. Echter, zij moest van Sociale Zaken aan het werk. Men stuurde haar naar een reïntegratiebureau. Maar er kon niet begeleid worden naar werk op HBOniveau. Dat konden wij wel. Jammer genoeg heeft zij hierdoor wel enige studievertraging opgelopen. Maar nu rondt zij wel haar studie af en heeft onlangs te horen gekregen dat zij vast in dienst kan komen.
T. is een alleenstaande moeder en ontvangt een uitkering. Zij heeft fybromyalgie, maar is ontzettend ambitieus. Zij organiseert van alles in de wijk en is daar erg goed in. Ze is echt een verborgen talent. Je moet haar niet in een sociale werkplaats zetten. Daar zou zij niet alleen ongelukkig worden, maar zij zou vermoedelijk met uiteindelijk een burn out toch weer in de uitkering terechtkomen. Wij geloven erin als mensen in hun eigen kracht geholpen kunnen worden en vorm kunnen geven aan hun ambities en talenten. T. wilde heel graag een coachopleiding volgen en zelfstandig coach worden. Dat werk kan zij makkelijker combineren met het alleenstaand ouderschap en haar aandoening, omdat zij haar werktijden zelf kan invullen. Wij hebben haar ondersteund bij het vinden van vrijwilligerswerk om weer in het werkritme te komen. Ook hebben wij geholpen bij het vinden van financiering voor de opleiding en dat
Op deze manier blijven verborgen talenten onbenut: een gemiste kans, voor de hele maatschappij
Samenwerken Wij werken graag samen met andere organisaties, zoals bijvoorbeeld met de stichting Gek Op Werk, een reïntegratiebureau voor mensen met psychische problemen. Op die manier kunnen we krachten bundelen, zodat we de doelgroep nog beter van dienst kunnen zijn. Uiteindelijk is dat een win-win-situatie voor
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
iedereen, zowel voor de moeders als voor gemeenten en UWV. Met onze diensten en ervaringsdeskundige zzp’ers verspreid over het land, kunnen wij moeders helpen een betere toekomst te creëren door het vinden van een combinatie van scholing, werk en privé balans. Immers, iemand die aan de slag is en tegelijkertijd een kansrijk diploma behaalt, heeft meer kansen op de huidige arbeidsmarkt en heeft een beter perspectief op economische zelfstandigheid! Kijk voor meer informatie op www. studerendemoeders.nl. We hopen dat de nieuwe website op het moment dat je deze tekst leest in de lucht is. Anders kun je ook altijd even een mailtje sturen naar info@ studerendemoeders.nl. Annemiek de Jong
21
Projecten
The Gift Foundation Vanuit de Bijstand zelf een baan vinden, dan ziek worden, afgekeurd worden en in de WAO belanden. Toch blijven proberen om weer werk te vinden, te maken krijgen met regelgeving die steeds nieuwe barrières opwerpt, het gevoel krijgen dat je een nummer bent, je vrijheid steeds meer ingeperkt zien worden. Hoe lang hou je dat vol? Hoe krachtig ben je? Dit is de ervaring van Lucia Amaya. Na jaren het gevoel te hebben gehad tegen muren aan te lopen, besloot zij het heft in eigen handen te nemen en op een andere manier naar oplossingen te zoeken. Zo is The Gift Foundation ontstaan. Lucia kwam op ons pad bij de voorbereiding van het symposium ‘Hoe komt zij vooruit?’ Dit is haar verhaal. The Gift Foundation is een organisatie waarin mensen samenwerken en bouwen aan een leefomgeving waarin ieder mens gelijk is en niemand wordt gezien als ‘armoedzaaier’, maar als mens met kwaliteiten en mogelijkheden. We proberen problemen te zien als uitdaging en gaan voor onderlinge verbondenheid, van winkelier tot hulpvrager,
omdat we gezien hebben dat er voor groeperingen al verschillende organisaties zijn die zich inzetten voor hun welzijn, maar juist het individu steeds weer buiten de boot van gepaste zorg valt. Door onze manier van werken ondersteunen we niet alleen mensen maar ook onze planeet: spullen krijgen een tweede en derde leven.
Alles wat wij nodig hebben is al aanwezig, alleen weten we het soms niet te vinden
Hoe The Gift werkt
van bestuur tot sponsors. Het besef dat ieder van ons in een situatie kan komen waarin we financiële tekorten hebben of eenzaam zijn of praktische ondersteuning ontberen, maakt dat we met elkaar ervoor werken om een situatie te creëren waarin ieder de juiste ondersteuning, voldoende voeding, kleding en bovenal liefde krijgt!
Elk mens verdient ondersteuning Ons team richt zich op mensen die economisch zwaar geraakt zijn en met spoed hulp nodig hebben: goederen, voeding en diensten. Wij vinden dat ieder mens ondersteuning verdient, ongeacht ras, cultuur, scholing, verleden. Alles wat wij nodig hebben is al aanwezig, alleen weten we het soms niet te vinden. Hier wil The Gift Foundation in bemiddelen. We richten ons bewust op het individu en niet op groepen, 22
Mensen kunnen zich online (via Facebook, Hyves en Twitter) bij het netwerk aanmelden en direct een wens of een gift plaatsen. Door de diversiteit aan leden volgen snel reacties en tips, en melden zich gegadigden aan. Een match kan snel gemaakt worden. Bijvoorbeeld: meisje van 18, zwanger en onlangs verlaten door haar vriend. Ze woont weer bij haar ouders thuis, die leven van een WAO-uitkering. De ouders hebben weinig middelen om hun dochter te ondersteunen. Het gezin plaatst een oproep op The Gift met een vraag om een babyuitzet. De mensen in het netwerk die dit lezen en willen ondersteunen, sturen een reactie en in korte tijd is een complete babyuitzet bij elkaar gebracht. Door het directe contact tussen leden ontstaat een gevoel van verbondenheid.
Waarin onderscheidt The Gift zich? 1. Alle ondersteuning, zowel met voedsel en goederen als diensten, is 100% gratis.
2. We doen ons best om binnen 24 uur de hulpvraag in behandeling te nemen en aan de hulpvraag te voldoen. 3. The Gift is provinciaal en waar mogelijk lokaal georganiseerd. In elke provincie zijn beheerders werkzaam die bemiddelen tussen wens en gift. 4. The Gift draait volledig op vrijwilligers. Het beantwoorden van hulpvragen is mogelijk door de inzet van betrokken individuen. The Gift lost niet zelf de hulpvraag op, maar bemiddelt tussen vragen en hulp die aanwezig zijn in de samenleving. Daarnaast willen we samenwerken met scholen, politie, maatschappelijk werk, en andere instanties, omdat die een signaleringsfunctie hebben en zo de mensen bij The Gift brengen. 5. The Gift werkt zowel online als in het veld. 6. Wij stimuleren één op één contact tussen een hulpbiedende winkelier en de hulpvrager. Zo ontstaat er meer verbondenheid tussen mensen.
Historie
The Gift Foundation ontstond drie jaar geleden vanuit een gevoel van betrokkenheid bij het groeiend aantal mensen dat onder de armoedegrens zit. Voor deze groep bestaan wel organisaties die ondersteuning bieden, maar de ervaring leert dat er vaak op een eilandje wordt gewerkt. Struikelblok zijn de bureaucratie van overheidsinstellingen waar een hulpvrager tegenaan loopt, wachtlijsten en afwijzingen waardoor mensen in de kou komen te staan. Ons inziens kan het zorgveld versterkt worden wanneer iedereen samen gaat werken. We zijn begonnen met social media groepen provinciaal in te richten, waar vraag en aanbod bij
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Projecten
elkaar komen. In eerste instantie op Hyves en later op Facebook.
De praktijk Op dit moment bestaat de vaste groep uit ruim 15.000 leden die afwisselend wensen en giften plaatsen en vindt elke minuut een match plaats. In verschillende provincies werken in totaal 45 vrijwilligers aan het beantwoorden van de hulpvragen. Dagelijks bemiddelen
oordelen niet over een situatie en sluiten ook geen hulpvragen uit, bijvoorbeeld omdat iemand in de schuldsanering zit.
Wens Onze wens is dat armoede in Nederland uit de taboesfeer komt en dat de mentaliteit van ‘eigen schuld, dikke bult’ verdwijnt. Ons uitgangspunt is dat niemand zich hoeft te schamen. Niemand weet in wat voor
Ons uitgangspunt is dat niemand zich hoeft te schamen 22 beheerders (van de groepen op social media) via Hyves en Facebook tussen wens en gift. In sommige regio’s is de armoede zo groot dat een groep van 4 vrijwilligers 12-16 uur online zit om aan de stroom van spoedoproepen te voldoen. Daarnaast doet het MKB een duit in het zakje. Diverse winkeliers bieden voedselpakketten aan, er zijn boeren waar mensen aardappels mogen rapen en bakkers stellen brood beschikbaar. Kringloopwinkels, verzamelpunten en kledingbanken werken al samen met The Gift. Het netwerk breidt zich dagelijks uit.
situatie hij of zij zelf ooit nog eens komt en dan is het fijn om ondersteuning te krijgen, niemand uitgezonderd. En laten we wel wezen, in onze welvarende staat moesten we ons toch schamen dat er kinderen in de koude winter op de grond slapen of dat er kinderen zijn die geen warme maaltijd krijgen. Wij zetten ons er voor in dat elk gezin in Nederland basisondersteuning krijgt, met net dat beetje extra voor het algeheel welbevinden. En dat begint ermee dat de hulpvrager als mens wordt gezien en niet als iemand die gefaald heeft.
Is hulp alleen voldoende?
The Gift bemiddelt tussen vragers en aanbieders van: 1. Basisvoeding. 2. Basisinboedel. 3. Persoonlijke aandacht om het eigen verhaal te delen. 4. Hulp bij het brengen van structuur in het leven en bij het weer gaan deelnemen aan de maatschappij. 5. Verder helpt The Gift om de financiële situatie van een hulpvrager in kaart te brengen en te bemiddelen tussen instanties en hulpvrager.
Hulp alleen is zeker niet voldoende. Daarom gaat The Gift een stap verder. We vergelijken onze werkwijze wel eens met die van een ambulance. Zoals ambulancemedewerkers bij de mensen thuis eerst de situatie stabiliseren, doen wij dat ook. Dit gebeurt door het organiseren van voedsel, babykleren, e.d. Pas daarna onderzoeken we hoe iemand in deze situatie terecht is gekomen en proberen samen met de hulpvrager een route uit te stippelen om eruit te komen. Vrijwilligers van The Gift
Wat biedt The Gift concreet?
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Toekomst Op dit moment wordt een website gebouwd die het midden houdt tussen sites als Marktplaats en Facebook. Het wordt een plek voor iedereen die ondersteuning nodig heeft en waar mensen samen willen werken aan het versterken van het zorgveld. Op de website is ruimte voor een zorgmarktplaats, een zorgbibliotheek en een chatlounge. Op de zorgmarktplaats kunnen mensen goederen, voeding en diensten wensen en schenken. Binnen de zorgbibliotheek komen alle initiatieven in Nederland die gericht zijn op het gratis ondersteunen van de medemens te staan. Initiatieven worden regionaal vindbaar. In de chatlounge kunnen leden verhalen, tips en ondersteuning uitwisselen. We vinden samenwerking van essentieel belang. Deze werkwijze, waarbij iedereen elkaar kan vinden, maakt het voor een hulpvrager gemakkelijker om snel de juiste ondersteuning te vinden. We willen folders en flyers in alle provincies neerleggen in zorginstellingen, bij politiebureaus, op scholen, in kraamcentra, bij bedrijven en op andere relevante plaatsen, zodat The Gift straks een begrip in onze maatschappij wordt. Ons landelijk overlegteam wil lezingen gaan geven en ludieke acties initiëren om bekendheid te geven aan The Gift en tot samenwerking op te roepen. Want laten we eerlijk zijn: “Het is lastig je eigen situatie helder te zien wanneer er geen lampje brandt in je huis.” Wij proberen, waar nodig, dat lichtje te zijn. Voor vragen en nadere info: info@ society-matters.nl. Lucia Amaya
23
Interview
Geen leven zonder maatschappelijke betrokkenheid Nel de Boer werd in januari 2007 stafmedewerker bij de werkgroep Arme Kant van Nederland/EVA. Ze ging vooral aan de slag met het werk rond economie, vrouwen en armoede. Na bijna zeven intensieve jaren neemt zij eind september afscheid. Ze is dan 65. Of ze van een welverdiende rust gaat genieten, is nog maar de vraag. Joan Bulder en Peter de Bie vroegen haar naar verleden, heden en toekomst. Nel kwam bij de EVA-beweging in een periode die niet makkelijk was. Er waren nogal wat veranderingen gaande, er was interne onrust en het aantal EVA-groepen nam af. Er werd gezocht naar de juiste koers. “Ik had me voorgesteld dat de EVA-beweging groter was, dat er meer variatie in leeftijd zou zijn en dat de beweging politieker georiënteerd zou zijn. Dat blijkt in het veleden ook het geval te zijn geweest, maar ik kwam in een periode dat het terugliep. De laatste tijd heb ik me nog weer eens verdiept in de geschiedenis van de EVA-dagen. Ik ben onder de indruk van het rijke verleden. Als je de ‘wapenfeiten’ leest, zoals geformuleerd bij het 15-jarig bestaan, dan zie je dat er veel is bereikt. Er is heel veel richting politiek gewerkt. En ook binnen de kerken durfde EVA het spreken over echtscheiding, huwelijkswetgeving en de gevolgen daarvan voor vrouwen op de agenda te zetten.”
Werken aan verbreding en verjonging “Omdat ik me realiseerde dat ook veel jonge vrouwen met armoede te maken hadden, heb ik dat aangekaart in de EVA-taakgroep. Een project waarmee we toen zijn begonnen, was het maken van het boek ‘Zij wil vooruit - over jonge vrouwen met een minimuminkomen’. Die publicatie (najaar 2009) bevat cijfers en feiten over armoede onder jongere vrouwen, maar laat vooral ook de verhalen van vrouwen zelf klinken via negen interviews. Hun problemen en oplossingen zijn anders dan die van de oudere EVA-achterban. 24
Nel de Boer neemt afscheid Het was goed die voor het voetlicht te brengen. Dit project bracht ons o.a. in contact met het Steunpunt Studerende Moeders, waarmee we samenwerking hebben gezocht. Ook kwamen we in contact met ‘Tientjes’, een initiatief van drie vrouwen in een uitkeringssituatie die besloten dat zij daar niet ontmoedigd in weg wilden zakken. Vanuit de overtuiging dat ‘ieder mens een talent heeft’ probeerden zij anderen te inspireren en te stimuleren hun eigen talent te ontdekken en te onderzoeken wat ze daarmee willen doen. Het gaat om dingen die uit een persoon zelf komen, zonder dat de activiteiten meteen gericht moeten zijn op uitstroom uit de uitkering.
lijker zijn geweest. Ik heb het gevoel dat de werkgroep AKN/EVA ook een grotere bekendheid zou kunnen hebben met een minder kerkelijke profilering. Ik heb me er vaak over verbaasd hoe gering onze naamsbekendheid is. Dat vind ik jammer, omdat het je draagvlak en potentiële invloed kleiner maakt.”
Wat heeft je het meest geïnspireerd? “Ik heb de samenwerking met veel vrouwen inspirerend gevonden, zowel uit de kring van EVA als daarbuiten. Wijze EVA-vrouw Netty de Louwere heeft me in ‘t begin geholpen om zicht te krijgen op de EVA-beweging. Dini van Velthooven, die terecht erop blijft hameren dat juist de kerken moeten worden aangesproken om op te komen voor sociale gerechtigheid. Annemiek de Jong, onvermoeibaar voorvechtster van Studerende Moeders. En Erna Smeekens van Tientjes. Er is onder vrouwen op het minimum soms bitterheid en boosheid. Dat snap ik volkomen. Ik heb zelf een aantal jaren
Ik heb er grote bewondering voor als mensen ondanks alles toch positief kunnen blijven Kerkelijke signatuur “Ik heb gemerkt dat het bij het bereiken van andere, nieuwe doelgroepen soms een belemmering kan zijn dat AKN/EVA is opgericht vanuit de kerken. Die achtergrond schrikt bepaalde groepen af, terwijl je in feite wel dezelfde dingen nastreeft. Ik heb daarom de kerkelijke achtergrond nooit zo benadrukt. Toch bleek het soms een hindernis voor nauwere samenwerking, bijvoorbeeld met Moedercentra, waar veel vrouwen komen met een islamitische achtergrond. Op een andere plek zou het ontwikkelen van nieuwe activiteiten en contacten misschien gemakke-
van een minimumuitkering geleefd en ken uit eigen ervaring de problemen van geldgebrek, angst voor onverwachte tegenslagen, het gevoel voortdurend beoordeeld te worden door instanties. En de schaamte dat je in die omstandigheden terecht gekomen bent. Ik weet niet hoe ik er in zou staan als die situatie nog jaren had voortgeduurd. Ik heb er bewondering voor als het mensen dan toch lukt positief te blijven. Erna slaagt daarin en weet dat over te brengen op andere vrouwen. Dat blijven geloven in en zoeken naar eigen kracht heeft me enorm geïnspireerd. En het maakt me ook stil. Overigens wordt
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Interview
de term ‘eigen kracht’ tegenwoordig vaak misbruikt door politici en bestuurders. Het lijkt steeds vaker te betekenen ‘zoek het zelf maar uit’. Dat stoort me. Eigen kracht en initiatieven van mensen hebben wel ondersteuning nodig om tot ontplooiing te kunnen komen.” “Ik ben ook blij met de Armoedeon-
Ideeën die vrouwen zelf aandragen stimuleren en faciliteren derzoeken die de kerken doen. Zo laten we aan politiek en samenleving zien wat er op de kerken af komt en hebben we een signaleringsfunctie rond de groeiende armoede. Het is wel eens frustrerend om te moeten constateren dat we ons in de beweging veel inspanningen hebben getroost en dat er toch zo weinig verbetering is opgetreden in de situatie van de arme kant van Nederland. Maar daarbij kun je je afvragen hoe het geweest zou zijn als die tegenbeweging er niet was geweest.”
Toekomst van de belangenbehartiging Nel de Boer zal geen opvolgster krijgen. Daarvoor ontbreken de financiën. Maar stel dat die er wel zou komen, wat zou ze een opvolgster dan mee willen geven? “Om te beginnen is het zaak om de
twee sporen van lokaal én landelijk te blijven volgen. Er wordt steeds meer gedecentraliseerd, waardoor je veel belangen plaatselijk moet behartigen. Maar de kaders en de financiering worden vaak landelijk geregeld, waardoor gemeenten ook ingeperkt zijn. Dat leidt – bewust of onbewust – tot een ‘verdeel- en heerstactiek’. De landelijke wet- en regelgeving moet je daarom ook blijven beïnvloeden.” “Het is belangrijk om van elkaar goed te weten wat er overal gebeurt. Organisaties en groepjes zijn vaak erg met hun eigen initiatieven bezig. Verbindingen leggen en samen een vuist maken is belangrijk bij de behartiging van de belangen van vrouwen op het minimum. Welke (landelijke) organisaties zouden
men. Dat is kortetermijndenken en leidt tot een draaideurbeleid. Als je belemmeringen en regels weghaalt, kunnen vrouwen opbloeien. Leg niet teveel van bovenaf op, maar maak bijvoorbeeld scharrelondernemerschap en opleidingen mogelijk. In de vier grote steden begint er meer oog te komen voor wat vrouwen zelf willen. In Amsterdam en Den Haag wordt beleid ontwikkeld om kansen te creëren voor vrouwen met een minimuminkomen om zich te scholen. In Den Haag is ook het hebben van schulden geen belemmering om een opleiding te volgen. In Breda begint een experiment met scharrelondernemerschap. Dat zijn hoopvolle ontwikkelingen.”
Wat nu? Voor Nel breekt nu een andere periode aan. Hoe ziet ze dat voor zich? “Het lijkt me heerlijk om de dagen in vrijheid in te kunnen indelen. In huis wachten een heleboel achterstallige opruimklussen. Maar dat ik me niet achter de geraniums terug zal trekken is wel zeker. Ik kan me geen leven voorstellen zonder maatschappelijke betrokkenheid. Ik wil me o.a. gaan inzetten voor vrouwen zonder verblijfsvergunning. Het gevoel dat je
Het gevoel dat je er niet mag zijn, is het ergste dat een mens kan overkomen daarin de komende tijd een rol kunnen spelen? FNV Vrouw? Women Inc.? Kenniscentrum Atria? Die organisaties hebben in ieder geval goede netwerken en connecties, ook met allochtone vrouwen.” “Bij de belangenbehartiging gaat het er vooral om te luisteren naar wat vrouwen zelf te zeggen hebben. Bij gemeenten en uitkeringsinstanties werd er tot voor kort vooral naar gestreefd mensen zo snel mogelijk uit de uitkering uit te laten stro-
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
er niet mag zijn, is het ergste wat een mens kan overkomen. Dat gevoel hebben veel mensen aan de arme kant van Nederland. Laatst had ik nog een lang telefoongesprek met een vrouw die veel gezondheidsproblemen heeft. ‘Ik voel me alleen nog een kostenpost’, zei zij. Dat gevoel er niet te mogen zijn, is nog sterker als je geen verblijfspapieren en geen dak boven je hoofd hebt.” Joan Bulder en Peter de Bie 25
Organisaties
Werklozenkrant 2038 Onder de titel ‘Een positieve toekomstdroom‘ publiceerde de Werklozenbond Utrecht in juni 2013 een ‘Werklozenkrant 2038’. Met hun goedvinden nemen wij een aantal mooie berichten hieruit graag over.
Vrouw verdient evenveel als man
Adam en Eva met hun salarisstroken
Nationaal cadeau aan nieuwe koningin Amalia
Mensen met handicap volwaardig ingezet Dit jaar, 2038, zien wij de trend van bedrijven om mensen met een handicap volwaardig in dienst te nemen nog verder toenemen. Nadat eerder ouderen volwaardig zijn aangenomen, is er nu voor arbeidsgehandicapten geen sprake meer van een achterstand op de arbeidsmarkt. “Wij zijn eigenlijk jarenlang veel te bang geweest,” zegt de voorzitter van de Werkgeversvereniging in een interview op het internet. “We moeten toegeven dat onze angst dat deze mensen onze productie en winsten zouden schaden niet waar is geweest. Zij zetten zich juist extra in voor het bedrijf. Wij steken de hand in eigen boezem en zeggen absoluut sorry voor onze werkwijze in de afgelopen decennia.”
Niemand meer in voedselbank Met de inhuldiging van onze nieuwe koningin Amalia later 2038, is er debat geweest over een nationaal cadeau aan onze nieuwe koningin. De regering is er nu uit. “We gaan aan de koningin tijdens haar inhuldiging in de Nieuwe Kerk aanbieden dat geen enkele Nederlander meer gebruik hoeft te maken van de voedselbank”, zegt onze minister-president in het wekelijkse vraaggesprek op Twitter. “Vanaf augustus hoeft geen enkele Nederlander meer gebruik te maken van de voedselbank, daar sta ik voor.” De aanstaande koningin maakte zich als prinses al jarenlang hard voor mensen aan de onderkant van onze samenleving. Ze heeft de regering in haar prinsessenrede uitgedaagd om wetgeving te maken die een einde zou maken aan de noodzaak van voedselbanken. Nu gaat de regering dat dus inderdaad doen.
Bijstandsgerechtigde in Loop-baan krijgt volledig loon De gemeenteraad heeft besloten om vanaf 2038 weer mensen gewoon in dienst te nemen tegen een salaris. De jarenlange praktijk om mensen voor hun uitkering, of met een contract voor nul uren aan te stellen, is hiermee van de baan. “Eind vorige eeuw werkten mensen en kregen hiervoor een salaris”, zegt de wethouder van Sociale Zaken hierover. “Dat was eigenlijk een heel logisch systeem. Daarom voeren we het weer in.”
26
Maximumloon ingevoerd Bonuscultuur eindelijk verdwenen Sinds januari 2038 is na een lang en bitter debat het maximumloon ingevoerd. Topsalarissen mogen sinds die tijd niet hoger meer zijn dan tien keer het minimumloon. De hoge heren hebben alles uit de kast gehaald om deze wet tegen te houden, maar gelukkig heeft gezond verstand gezegevierd. Onze economie is hiermee in rustiger vaarwater gekomen. De Werklozenbond is altijd voor deze wet geweest. Zowel bestuurders als werknemers op de werkvloer zijn belangrijk voor het bedrijf, vinden wij. De beloning van mensen moet dat laten zien. Daardoor krijgen bedrijven veel meer binding met de samenleving.
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Organisaties
Een aantal organisaties die opkomen voor de belangen van vrouwen in Nederland FNV Vrouw
Atria
FNV Vrouw is een netwerkorganisatie binnen de FNV van en voor vrouwen. FNV Vrouw richt zich met name op de sociaal-economische positie van vrouwen. Ze zet zich al 65 jaar actief in voor een samenleving waarin sprake is van volstrekte gelijkwaardigheid en gelijke behandeling in de praktijk. Een samenleving waarin vooroordelen en discriminatie effectief bestreden worden en waarin geen belemmeringen voor vrouwen bestaan om volwaardig deel te nemen aan het maatschappelijk leven. Een samenleving waarin al het werk, onbetaald en betaald, eerlijk is verdeeld, zodat het voor iedereen mogelijk is economisch zelfstandig te zijn. Economische zelfstandigheid vormt daarbij een belangrijke drijfveer. Geloven in en uitgaan van de eigen kracht van vrouwen is een belangrijk uitgangspunt van FNV Vrouw. Wil je meer weten? Vraag dan de folder met informatie aan, het visiedocument of het actiepuntenplan via
[email protected]. FNV Vrouw heeft een scala aan activiteiten voor alle vrouwen: jong en oud, betaald en onbetaald werkend en met verschillende achtergronden. FNV Vrouw maakt als sector deel uit van FNV in Beweging. Zo kunnen ze ervoor zorgen dat er ook in CAO’s aandacht voor vrouwenzaken blijft. Verder geven zij door lobby en acties politieke partijen suggesties om verbeteringen voor vrouwen te realiseren. FNV Vrouw heeft drie speerpunten: inkomen, arbeid en zorg. Meer info op www.fnvvrouw.nl.
Atria is het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis in Nederland. Het instituut is in 2012 ontstaan uit een fusie tussen Aletta, instituut voor vrouwengeschiedenis, en E-Quality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit en heeft korte tijd Aletta E-Quality geheten. Door samenvoeging van beide organisaties heeft het nieuwe instituut brede doelgroepen en levert een overeenkomstig breed scala aan producten en diensten die op het snijvlak liggen van onderzoek, beleid en geschiedenis. Meer info: www.atria-kennisinstituut.nl.
Women Inc.
Regionale en Locale Organisaties
Women Inc. presenteert zich als “een netwerk voor vrouwen die zichzelf en elkaar willen versterken, en de positie van alle vrouwen in Nederland”. “Women Inc. helpt je een doel te stellen, organiseert lef en inspiratie en faciliteert je met het netwerk dat je nodig hebt om de volgende stap te zetten. Weet wat je waard bent!” Al sinds 2004 heeft Women Inc. de missie om de kansen van vrouwen in Nederland te vergroten, door vrouwen zelf aan te spreken en diverse onderwerpen breder maatschappelijk op de agenda te zetten, bij politici, media, bedrijfsleven, instituten, wetenschappers, overheden. Met ingang van 2013 is gekozen voor een duidelijke focus in thema’s, waarvan het belang en de urgentie groot zijn voor vrouwen. Volgens Women Inc. zijn geld en gezondheid de basisvoorwaarden voor elke vrouw om een volgende stap te kunnen zetten. Women Inc. roept vrouwen op hun doel helder te formuleren, prikkelt ze om het lef te hebben om het onbekende tegemoet te treden en biedt het netwerk dat daarbij nodig is voor steun. Elke vrouw die zich aansluit voegt waarde, ervaring en kennis toe, en kan tegelijk putten uit de bron van het netwerk om zichzelf te versterken. Meer info op www.womeninc.nl.
Samen sterker - Vrouwenspecial | september 2013
Naast bovengenoemde landelijk opererende organisaties zijn er een heleboel locale en regionale organisaties die activiteiten van, voor en door vrouwen ontwikkelen en aanbieden, met bijzondere aandacht voor vrouwen met een laag inkomen. Bijvoorbeeld Feniks in Tilburg en Jasmijn in Groningen. In de ene plaats heet het Vrouwencentrum, ergens anders Ontmoetingscentrum of Participatiepunt. Daarnaast zijn er in veel steden Moedercentra, die vooral wijkgericht werken. Meer informatie op www.movisie.nl/moedercentra-0.
27
Ga dan toch door... Als je in mensen geloofd hebt die het af laten weten: ga dan toch door te geloven. Als je op een wonder gehoopt hebt dat niet is gebeurd: ga dan toch door en blijf hopen. Als je een spoor van liefde na wilt laten dat werd vertrapt: ga dan nóg verder met liefde. Als je gedroomd hebt en daarna ontwaakt, droom weer en droom verder tot aan de morgen Uit: Talmoed