NVvR Jaarplan Samen sterker

NVvR Jaarplan 2015

Samen sterker

Definitieve versie Vastgesteld tijdens de Ledenraadvergadering van 29 september 2014

INHOUDSOPGAVE Strategisch beleidskader

pagina 4

Vereniging & bedrijfsvoering

pagina 16

pagina 20

Bijlagen: Statutaire doelstellingen Begroting 2015

NVvR Jaarplan 2015 | Samen sterker

2

Over de NVvR De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR) is opgericht in 1923 en zetelt in Den Haag. De NVvR is de beroepsvereniging en vakbond voor rechters en officieren van justitie in Nederland. Circa 70% van alle magistraten is lid. De NVvR kent als hoogste orgaan de Ledenraad. Het bestuur is verantwoordelijk voor de koers van de NVvR en voor de dagelijkse gang van zaken. Het verenigingsbureau ondersteunt het bestuur en de leden bij het verwezenlijken van de doelstellingen en ambities. Het bestuur van de NVvR bestaat op dit moment uit 8 leden:  Maria van de Schepop, voorzitter  Roel Dona, vice‐voorzitter  Karien Schaffels, penningmeester (tot 1/10/2014)  Laurens Linssen, bestuurslid (en penningmeester vanaf 1/10/2014)  Rickert Ahling, bestuurslid  Henk van den Heuvel, bestuurslid  Kim van der Kraats, bestuurslid  Leon Nuijten, bestuurslid Het bestuur wordt ondersteund door een verenigingsbureau, onder leiding van Sascha Dalen Gilhuijs (directeur).


3

STRATEGISCH BELEIDSKADER Toelichting op het strategisch beleidskader In dit Jaarplan 2015 verwijst de NVvR veelvuldig naar drie belangrijke bronnen. Dit zijn:  Het rapport ‘Werkdruk bewezen’;  Het rapportage ‘De stem van de magistraat’;  Het onderzoek naar leden en niet‐leden. De conclusies en aanbevelingen uit deze documenten hebben grote invloed op de structuur en de gemaakte keuzes in dit Jaarplan. Toch is het bestuur in dit Jaarplan terughoudend geweest met het presenteren van grote nieuwe projecten. Dat is een bewuste keuze. Deze documenten vormen immers de fundamenten voor het project ‘Toekomst NVvR’ waarin de NVvR haar eigen koers, structuur en waarde opnieuw onder de loep neemt. Dit project wordt eind 2014 afgerond, in nauwe samenwerking met de ledenraad. Het bestuur wil vanzelfsprekend niet vooruitlopen op keuzes die later dit jaar gezamenlijk gemaakt moeten worden. Daarom wordt in dit Jaarplan ruimte vrijgehouden voor projecten die bepalend kunnen zijn voor de signatuur van de NVvR voor de komende jaren. Begin 2015 zullen deze toevoegingen gepresenteerd worden in een aangevuld Jaarplan 2015.


4

Vijf speerpunten De functie van de NVvR als beroepsvereniging en vakbond is misschien wel terug te brengen tot één simpele opdracht: samen doen wat alleen niet lukt. Collectieve belangenbehartiging staat dus centraal. Niet enkel in de klassieke vakbondsbetekenis van het begrip, maar meer overkoepelend: de belangen van onze leden in de breedste zin van het woord, op vakinhoud én als vakbond. Die kernachtige gedachte kwam nadrukkelijk naar voren in de conclusies van het vorig jaar gehouden ledentevredenheidsonderzoek. Het vormt daarom de basis voor de sessies die de NVvR heeft gehouden in het kader van de visieontwikkeling op de toekomst van de vereniging én van dit Jaarplan. Bij het opstellen van dit Jaarplan en bij het formuleren van de meerjarendoelstellingen heeft de NVvR binnen het brede concept van ‘collectieve belangenbehartiging’ vijf speerpunten gedifferentieerd: 1. Collectief vakmanschap 2. Rechterlijk domein 3. Advisering en vertegenwoordiging 4. Arbeidsvoorwaarden en rechtspositie 5. Goed werkklimaat De NVvR heeft de overtuiging dat met het werken aan deze speerpunten de belangen van onze leden worden gediend. Voorts dragen zij bij aan de ontwikkeling van de kwaliteit van de rechtspraak en de positie die de rechtspraak moet innemen in de samenleving. Ten slotte, hoe past de belangrijke individuele belangenbehartiging in deze gedachte? Juist door de bundeling van krachten in het collectief is er tijd, geld en deskundigheid beschikbaar voor bijstand en aandacht op individueel niveau. Dit mogelijk maken is een van de sterkste punten van de collectieve belangenbehartiging. In de volgende vijf hoofdstukken worden de vijf speerpunten op strategisch niveau ingevuld.


5

1. Collectief vakmanschap Wie als rechter of als officier aan de slag gaat, bekleedt vanaf de eerste dag een uniek ambt met grote verantwoordelijkheid en invloed. Pogingen om parallellen te trekken met andere beroepen gaan snel mank op het punt van de rechtsstatelijkheid. Magistraten moeten in onafhankelijkheid hun werk kunnen doen. Het brengt evenwel een dure plicht met zich mee: om deze verantwoordelijkheid te kunnen dragen is uitmuntend vakmanschap noodzakelijk. Vakmanschap van de individuele magistraat én het vakmanschap van het collectief: het verder ontwikkelen van de kwaliteit die rechters en officieren leveren. De NVvR rekent het als beroepsvereniging tot haar taak om het vakmanschap van de leden van de rechterlijke macht steeds te blijven versterken en te innoveren met het oog op de kwaliteit van de rechtspraak.

Rapport ‘Werkdruk bewezen’ (Hogeschool Utrecht)

Kwaliteit eigen werk en werkdruk Rechters en officieren reflecteren graag over hun vak en werken met liefde aan de verbetering ervan. Hun eigen vakmanschap is daarbij leidend. Uit het rapport ‘Werkdruk bewezen’ van de Hogeschool Utrecht (hierna: werkdrukonderzoek) doemt echter een zorgelijk beeld op. Driekwart van de respondenten (74,8%) vreest voor de kwaliteit van de rechtspraak en meer dan de helft (52,7%) geeft aan dat zorgen over mogelijke dwalingen of pijnlijke fouten hen bezighouden. Op de vraag of men concessies doet aan de kwaliteit van het werk om de primaire taken uit te kunnen voeren binnen de tijd die daarvoor staat, antwoordt een kwart van de respondenten (24,8%) “vaak”, bijna de helft (49,8%) “soms” en het resterende kwart (25,4%) “zelden” of “nooit”. De NVvR vindt dit zorgelijke cijfers en wil snel verbetering op dit onderwerp bereiken. Daarom zet zij in op de aanpak van de werkomstandigheden. Daarnaast ziet de NVvR het als de taak van iedere magistraat om de eigen kwaliteit te bewaken en om bij te dragen aan het collectief vakmanschap. Hiervoor zijn gezamenlijke uitgangspunten over kwaliteit een belangrijk hulpmiddel.


6


De ontwikkeling van professionele standaarden door de Landelijke Overleggen Vakinhoud (LOV’s) en de leidraden en codes binnen de rechtspraak zijn hiervan voorbeelden. De NVvR voedt de discussies hierover met bijeenkomsten, lezingen en artikelen in Trema. Welke beginselen delen wij met elkaar, welke kwaliteitseisen ontstaan er vanuit die beginselen en welke randvoorwaarden stellen wij ten aanzien van de organisatie waarin wij werken? Opleiding en ontwikkeling Het kunnen bijhouden van de ontwikkelingen in het vakgebied en/of het rechtsgebied is niet alleen belangrijk, het is ook onze verantwoordelijkheid. Burgers hebben recht op goed geschoolde en uitstekend toegeruste magistraten. Het overgrote deel van de respondenten (87,6%) in het werkdrukonderzoek geeft echter aan dit niet binnen werktijd te kunnen realiseren. Daarom wordt dit nu buiten de werktijd gedaan. De NVvR vreest voor roofbouw op haar leden en wil dat er weer binnen werktijd tijd wordt vrijgemaakt voor het onderhouden en uitbouwen van de deskundigheid. Daarom wordt het onderwerp voortdurend onder de aandacht gebracht bij bestuurlijke overleggen. De NVvR is een klankbord, toetssteen en actief volger van investeringen in opleiding en ontwikkeling, zodat de kwaliteit van de rechtspraak gewaarborgd blijft. Innovatie wordt verwelkomd. In de nieuwe opleiding is voor de ontwikkeling van de magistratelijkheid een belangrijke plaats ingeruimd. De NVvR ziet hierbij voor zichzelf een taak weggelegd. De zorg die de NVvR al eerder uitsprak over de vraag hoe de rechtspraak de aansluiting behoudt met jonge talentvolle juristen blijft bestaan en zal meegenomen worden bij de evaluatie van het nieuwe opleidingshuis. Aan de magistraten in opleiding wordt door de NVvR extra aandacht besteed en gezocht naar mogelijkheden om voor hen een platform te zijn. De NVvR monitort de kwaliteit van de permanente educatie in het belang van de ontwikkeling van rechters en officieren van justitie en hun carrièrepaden. De NVvR fungeert als aanspreekpunt voor leden met ideeën of klachten over het volgen van opleidingen en de persoonlijke opleidingssituatie.


7

2. Rechterlijk domein De NVvR bewaakt de grenzen van het rechterlijk domein in het belang van de samenleving. Deze grenzen zijn in het publieke en politieke debat niet langer vanzelfsprekend. De scherpe vaststaande lijnen van voorheen verworden tegenwoordig maar al te gauw tot stippellijnen. De NVvR verwelkomt het debat over de functie van de rechtspraak en de plek van de rechter en de officier in de maatschappij, maar wijst voortdurend op de noodzaak en de waarde van de autonome en onafhankelijke magistraat in een democratische rechtsstaat. De NVvR neemt daarmee de rol op zich van de bewaker van het rechterlijk domein. “Binnen een democratische rechtsstaat zijn democratie en rechtsstaat niet los verkrijgbaar.” Deze woorden sprak oud‐minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin tijdens het debat over de Staat van de Rechtsstaat, dat begin 2014 werd georganiseerd door de Eerste Kamer. Het verheugt de NVvR dat een dergelijk debat wordt geëntameerd door de politiek zelf en dat de NVvR gevraagd is te spreken tijdens de voorbereidende expertmeeting. Toch valt het op dat het begrip voor de fundamenten van de rechtsstaat niet altijd even luid doorklinkt in de politieke en publieke debatten over onderwerpen die de rechtspraak, veiligheid en rechtsstaat raken. Ook bij de eigen organisaties binnen de rechtspraak moet het belang van het rechterlijk domein onder de aandacht gebracht blijven worden, aangezien organisatorische wensen soms op gespannen voet staan met de autonomie van de magistraat of het domein van de rechter. Bijvoorbeeld door plannen en visiestukken van de organisaties juist op dit punt kritisch te beschouwen. De NVvR neemt haar bewakersrol van het rechterlijk domein serieus en kiest nadrukkelijk voor een positieve toon. De waarde van autonomie en onafhankelijkheid voor de samenleving staat daarbij centraal. We zien het als onze taak om deze begrippen opnieuw te definiëren en duiding te geven in de moderne tijd, passend bij wat de samenleving vraagt en van de rechtspraak mag verwachten. Het simpelweg herhalen van principiële standpunten alleen, is niet voldoende.


8

Rapportage: De stem van de magistraat (Significant/WODC)

Onderzoek: Leden en niet‐leden 2013 (Duo Market Research)

Actief persbeleid Individuele rechters en officieren van justitie mengen zich meestal niet in dergelijke debatten. Namens het collectief van magistraten voert de NVvR deze gesprekken wel. Hiertoe hanteert de NVvR een actief persbeleid, waarbij ook minder gangbare media niet worden geschuwd en waarbij ieder serieus persverzoek een serieus antwoord krijgt. In deze mediamomenten kiest de NVvR er nadrukkelijk voor om niet in te gaan op individuele of lopende rechtszaken. Juist de overkoepelende thema’s zijn voor de NVvR interessant om de kernwaarden van de magistraat onder de aandacht te brengen van het grote publiek. Ook de website van de NVvR is hierop ingericht. Over dit onderwerp meldt het evaluatierapport: “De afgelopen jaren is de NVvR meer en meer zichtbaar geworden in de media. Stakeholders zijn over het algemeen positief over de invulling die de NVvR daaraan geeft. Ook de leden beoordelen de onderwerpen en de wijze waarop de NVvR daarmee in de media komt positief. NVvR kan door haar kleine bureauorganisatie relatief snel reageren op de actualiteit.” Politieke invloed Met gepaste terughoudendheid is de NVvR informeel ook aanwezig in de politieke arena. Het is belangrijk dat bewindslieden en Kamerleden de opinies van rechters en officieren kennen en meenemen bij hun politieke besluitvorming, wanneer het om de (inrichting van de) rechtspraak gaat. Hiertoe gaat de NVvR gesprekken aan met volksvertegenwoordigers en ambtelijke ondersteuning. Meer zichtbaar zijn de standpunten die de NVvR inneemt, of de wetgevingsadviezen via de Wetenschappelijke Commissie. Deze (scherpe) standpunten verwoorden de ‐ door de leden gedragen ‐ zorgen, vragen of bevindingen rondom actuele onderwerpen in het publieke debat. Uit het ledentevredenheidsonderzoek blijkt dat leden deze stellingname zeer waarderen: circa 80% van de leden is het in meer of mindere mate eens met de standpunten die de NVvR inneemt. Internationaal De NVvR participeert actief binnen internationale verbanden van zusterverenigingen en draagt zo actief bij aan de ontwikkeling van de ‘rule of law’ binnen andere landen. De NVvR vertegenwoordigt de Nederlandse magistratuur bij de vergaderingen van de internationale verenigingen van rechters en officieren van justitie en beantwoordt questionnaires uit het internationale werkveld. De voorzitter van de vereniging fungeert daarbij als een zichtbaar, herkenbaar en aanspreekbaar boegbeeld van de Nederlandse magistratuur. Voor de internationale activiteiten is de Commissie Internationaal opgericht. Op projectbasis werkt de NVvR samen met Bulgaarse en Marokkaanse collega’s.


9

3. Advisering en vertegenwoordiging De leden van de NVvR, rechters en officieren van justitie, zijn kundige vakmensen. Zij adviseren vanuit hun vakmanschap met veel kennis en ervaring over wetsvoorstellen betreffende de rechtspleging, de kwaliteit van de rechtspraak en de toegang tot het recht. Voor deze belangrijke adviesrol is de Wetenschappelijke Commissie (WeCo) opgericht. Onder leiding van WeCo‐ voorzitter Miranda de Meijer brengt de commissie jaarlijks tientallen adviezen uit. De NVvR laat daarnaast de stem van de professional horen in tal van bestuurlijke gesprekken.


De inhoudelijke kwaliteit van de adviezen is hoog en wordt door de wetgever gewaardeerd. Dit blijkt onder meer uit de evaluatie van de subsidierelatie in 2013, getiteld: De stem van de magistraat (hierna: evaluatierapport). In het evaluatierapport concludeert het onafhankelijke onderzoeksbureau Significant: “De wetgevingsadviezen van de NVvR zijn inhoudelijk van goede kwaliteit. Het standpunt wordt helder verwoord. De adviezen gaan op het juiste abstractieniveau in op wetstechnische aspecten. De praktische uitvoerbaarheid voor magistraten wordt goed belicht. Indien in een (wets)voorstel aspecten over het hoofd worden gezien, signaleert de NVvR deze in haar advies. De uiteindelijke invloed van de adviezen is niet exact meetbaar. De impact van de adviezen kan vooral worden afgeleid uit het feit dat deze serieus worden genomen door DW (directie wetgeving, red.), bewindslieden en Kamerleden.” En: “Meerdere stakeholders geven aan dat de adviezen van de NVvR impactvol zijn, omdat ze merken dat deze goed worden gelezen door bewindslieden en dat Kamerleden ze regelmatig gebruiken om kritische vragen te stellen. Respondenten van DW (directie wetgeving, red.) stellen daarom een advies van de NVvR nooit ‘weg te schrijven’, omdat ze ervan uit kunnen gaan dat Kamerleden er vragen over zullen stellen.” Hoewel de grote bekendheid met en de waardering voor de advisering van de NVvR bij het departement en in de politiek van groot belang zijn voor het meten van de effectiviteit van deze verenigingsactiviteit, vindt de



NVvR in het onderzoek naar de leden en niet‐leden uit 2013 (hierna: ledentevredenheidsonderzoek) nog wel aanleiding om de bekendheid van de adviezen te vergroten. Uit dit onderzoek blijkt namelijk dat 38% van de leden minder bekend is met de adviezen van de WeCo. Daarom wordt een nieuwe communicatielijn opgezet om toegankelijke samenvattingen van de adviezen aan te kunnen bieden aan leden en, daar waar de adviezen ook extern van waarde kunnen zijn, worden deze samenvattingen aangeboden aan de media. Naast de belangenbehartiging bij rechtspositionele aangelegenheden ziet de NVvR ook bij de wetgevingsadvisering nadrukkelijk de meerwaarde van een krachtig collectief geluid. Het is waardevol voor de kwaliteit van wetgeving in Nederland. Intern krijgen leden via de WeCo de mogelijkheid om in collectief verband mee te denken en te reageren op (concept)wetgeving, waar zij dagelijks mee te maken zullen krijgen. Dat is waardevol voor de individuele magistraat die zo zijn vakmanschap kan inzetten naast de reguliere werkzaamheden als rechter of officier. In de wetgevingsadviezen becommentarieert de WeCo ook, waar nodig, de effecten van wetgeving op de werkdruk voor rechters en officieren en daarmee op de haalbaarheid van de voorgestelde wetgeving in de dagelijkse praktijk. Dit uiteraard naar aanleiding van de conclusies uit het werkdrukonderzoek. Vertegenwoordiging Naast de wetgevingsadviezen vertolkt de NVvR de stem van de professional tijdens gesprekken met bestuurlijk‐ en beleidsverantwoordelijken binnen en buiten de rechtspraak. Zo wil de NVvR ervoor zorgen dat deze tijdig de opinies en standpunten van de leden van de rechterlijke macht kunnen betrekken bij hun besluiten.


11

4. Arbeidsvoorwaarden en rechtspositie De NVvR zet zich als vakbond in voor een sterke rechtspositie en passende arbeidsvoorwaarden voor de leden van de rechterlijke macht. Als enige vakbond voor magistraten spreekt de NVvR met de minister over zaken als salaris en andere arbeidsvoorwaarden, maar ook over gerelateerde onderwerpen als het beoordelingsreglement voor collega’s in opleiding, de disciplinaire tussenstappen voor magistraten en de aanpak van werkdrukproblematiek. Voor deze belangrijke adviesrol is de Commissie Rechtspositie (CRP) opgericht, onder leiding van CRP‐voorzitter Paul Rouwen.


Uit het ledentevredenheidsonderzoek komt helder naar voren dat de inspanningen van de NVvR als vakbond voor veel leden een essentiële waarde vertegenwoordigen voor hun lidmaatschap. De waardering van onze leden voor het werk van de Commissie Rechtspositie op dit gebied is weliswaar voldoende (een 6,7), maar biedt nog genoeg ruimte voor verbetering. Vooral met de mogelijke start van de onderhandelingen voor een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord hoopt de NVvR dat de zichtbaarheid van en waardering voor het werk van de CRP kan worden vergroot. Arbeidsvoorwaardenakkoord De NVvR hoopt in 2015 een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord af te sluiten. De eenzijdig afgekondigde nullijn door de overheid heeft dat de afgelopen jaren onmogelijk gemaakt. Inmiddels is een onderhandelingsteam samengesteld en zijn de eerste aftastende gesprekken gevoerd. Individuele belangenbehartiging Rechters en officieren van justitie blijven meestal hun gehele loopbaan bij de rechterlijke macht. Conflicten op de werkvloer hebben daarom grotere impact op hen en vragen om een duurzame, zorgvuldige aanpak. Daarnaast wordt goed gekeken of het conflict raakvlakken heeft met het rechterlijk domein en de autonome rol van de rechter of officier van justitie. De NVvR steunt haar leden bij individuele rechtspositionele vragen en/of problemen door advisering of bemiddeling en biedt haar leden rechtsbijstand in geval van ernstige arbeidsconflicten.


12


Uit het ledentevredenheidsonderzoek blijkt dat deze individuele belangenbehartiging door 17% van de leden wordt benut en dat diegenen die er gebruik van maken de kwaliteit ervan hogelijk waarderen. Een voorbeeld hiervan is de 8,0 die de NVvR krijgt voor de inzet van de vertrouwenspersoon. Veranderprogramma’s De projecten binnen het programma ‘KEI’ en de structurele wijzigingen binnen het Openbaar Ministerie door ‘OM 2020’ grijpen direct in op het dagelijks werk van onze leden. Ook kunnen zij grote of relatief kleine rechtspositionele gevolgen hebben. Als vakbond bewaakt de NVvR de rechtspositionele belangen van haar leden door de bestudering van de projectdocumenten en via formele overleggen. Vanzelfsprekend steunt de NVvR haar leden die door deze projecten geraakt worden in hun rechtspositie. Hoger beroep bestuursrechtspraak In 2014 maakte het kabinet duidelijk welke plannen zij heeft op de inrichting van het hoger beroep van de bestuursrechtspraak. Dit heeft grote impact op de daar werkzame raadsheren, met name voor de collega’s bij de bijzondere colleges, het CBb en de CRvB. De NVvR wil de stem van haar leden luid en duidelijk laten horen op dit onderwerp. Dat gebeurt via drie trajecten. Naast het wetgevingstraject, dat door een speciale werkgroep van de Wetenschappelijke Commissie wordt behandeld, richt de NVvR een strategisch beraad op, waarin de vereniging haar strategie op dit dossier zal bepalen. Op termijn kunnen er mogelijk rechtspositionele gevolgen zijn voor onze leden. De NVvR zal zich, via de Commissie Rechtspositie, hardmaken voor een uitstekend sociaal flankerend beleid of andere maatregelen die hen helpen bij hun verdere carrière binnen de rechtspraak.


13

5. Goed werkklimaat De NVvR maakt zich sterk voor een hoge kwaliteit van rechtspraak met behoud van een werkbaar klimaat voor haar leden. De NVvR vraagt aandacht bij de bestuurders van OM en ZM voor de gevolgen die de stapeling van de veranderprogramma’s in combinatie met de aangekondigde bezuinigingen hebben voor de leden van de rechterlijke macht en het werk dat zij willen leveren.


Uit het werkdrukonderzoek blijkt duidelijk dat de werkdruk de afgelopen jaren is toegenomen: 77,4% van de respondenten geeft dit aan. Ook blijkt dat de werklast hoger is dan het vermogen om hiermee om te gaan (73,3%); 71,7% van de respondenten kan de primaire taken niet langer uitvoeren binnen de tijd die daarvoor staat. Dit heeft diverse redenen: hoeveelheid zaken/taken (53,5%), complexiteit van de zaken/taken (45,5%) en extra taken (33,8%). De loyaliteit naar het werk is hoog (97,3%). Rechters en officieren van justitie lossen deze problematiek daarom op door over te werken (65,5%). Dit overwerk is structureel geworden en bij met name leidinggevenden is dit excessief te noemen: bijna een kwart van hen (24,4%) werkt meer dan 16 uur per week over. De respondenten geven magere voldoendes wanneer het gaat om de eigen werkomgeving (6,85), de organisatie van dat werk (6,04) en de ICT‐ ondersteuning (5,76). Het belang van goede ondersteuning wordt nadrukkelijk onderschreven; met name juridische ondersteuning (91,4%) en administratieve ondersteuning (89,5%) wordt behoorlijk/zeer belangrijk gevonden. Daarnaast ervaren de respondenten een toename in de bureaucratisering (69,7%). De NVvR beoordeelt deze cijfers als signalen die erop wijzen dat de werkomgeving, de matige technische en de afbrokkelende inhoudelijke ondersteuning (al dan niet in een flexibele schil) belemmerend zijn voor het functioneren. Het structureel overwerken onder leidinggevenden is alarmerend. De NVvR houdt daarom scherp in de gaten of de door de Raad voor de rechtspraak aangekondigde ruimte voor

werkdrukvermindering ook wordt gevolgd door concrete maatregelen van de gerechten om tot werkdrukvermindering te komen. Binnen het OM blijft de werklast en bijbehorende werkdruk voortdurend onderwerp van gesprek met het College van procureurs‐generaal, zeker in combinatie met het programma OM2020. De overheidsbrede inkrimping van kantoorruimte uit financiële overwegingen heeft ook gevolgen voor de rechterlijke macht. Het terugbrengen van de beschikbare vierkante meters voor medewerkers naar 8m2 mag niet leiden tot onwerkbare situaties. Daarnaast meent de NVvR dat de ontwikkeling van de professionele standaarden andere eisen kan gaan stellen aan de werkomgeving. In de standaarden formuleren rechters en raadsheren wat er nodig is om het werk goed te kunnen doen. Dit kan gevolgen hebben voor de eisen aan de werkomgeving. Stapeling veranderprogramma’s Op dit moment zijn binnen de rechtspraak forse verbouwingen aan de organisatie aan de gang. Aan de zijde van het Openbaar Ministerie zien we de bewegingen rondom ZSM en OM2020 en aan de zijde van het rechtsprekende deel heeft het Programma KEI grote invloed op het dagelijks werk van de magistraat. De NVvR stelt zich hierbij op als (positief) kritisch klankbord. De positie die de NVvR inneemt wordt gevoed door de visie die de vereniging heeft op de rol van de rechter en de officier; raken de veranderingen aan het rechterlijk domein? Hoe magistratelijk kan de officier van justitie nog zijn in de beoogde organisatie? Maar ook wordt gelet op de effecten op werkdruk en werkplezier. Daarnaast wordt scherp gekoerst op voldoende opleidings‐ en ontwikkelingsmogelijkheden en zijn loopbaanpaden een belangrijk punt van aandacht. De officier en de rechter moeten ook na de veranderingen van deze grote projecten optimaal en met passende autonomie hun werk kunnen doen. Hierover spreekt de NVvR structureel met de bestuurders binnen de rechtspraak.


15

VERENIGING & BEDRIJFSVOERING


16

Samen doen wat alleen niet lukt

Een vereniging bestaat bij de gratie van haar leden. De NVvR heeft van oudsher een uitzonderlijk hoge organisatiegraad, zeker in vergelijking met andere vakbonden en beroepsverenigingen. Een trend in de afgelopen jaren echter is dat klassieke verbanden zoals politieke partijen, vakbonden en ook andere maatschappelijke organisaties met dalende ledenaantallen worden geconfronteerd. Het ledental van de NVvR lijkt echter op dit moment, na een lichte daling door de uitstroom van pensioengerechtigde leden, weer aan het stabiliseren. Het is van belang dat de NVvR zorgt voor een aantrekkelijk lidmaatschap en voor moderne verenigingsmogelijkheden.

De NVvR stelt zich ten doel om met haar activiteiten en diensten bij de behoeften van haar leden aan te sluiten, zodat de vereniging blijvend meerwaarde biedt. De NVvR reserveert capaciteit om de uitkomsten van het project ‘Toekomst NVvR’ in 2015 vorm en inhoud te geven. De NVvR benut haar informatie‐ en communicatiesystemen (ledenadministratie en ledennet) om met tijdige én gerichte communicatie en activiteiten te voldoen aan de individuele behoeften van haar leden. De NVvR maakt gebruik van alle mogelijkheden om relevante onderwerpen onder de aandacht van haar leden te brengen, waarbij gedacht kan worden aan rondetafelbijeenkomsten, themabijeenkomsten, Trema‐artikelen en Ledennet‐berichten of ‐enquêtes. Financiën Om invulling te geven aan die activiteiten zijn een gezonde financiële uitgangspositie, effectieve en efficiënte processen, adequate communicatie en een goed functionerend bureau van groot belang. In dit hoofdstuk wordt daarom kort ingegaan op de bedrijfsvoering en de verenigingsfinanciën.


17



Het budget van de NVvR kent twee componenten; de subsidiebijdrage en de contributie‐inkomsten.  Met het Ministerie van Veiligheid en Justitie is een subsidierelatie voor onbepaalde tijd aangegaan. De subsidiebijdrage is bedoeld voor de financiering van de activiteiten van de NVvR als beroepsvereniging, waarbij het wetgevingsadvies in het bijzonder is genoemd.  De contributie‐inkomsten vormen een noodzakelijke aanvulling op de subsidiebijdrage, zodat het huidige ambitie‐ en activiteitenniveau bekostigd kan worden. In het bijzonder zijn deze inkomsten benodigd voor de financiering van de activiteiten van de NVvR als vakbond, omdat deze niet bekostigd mogen worden uit de subsidiebijdrage. Eind 2014 kunnen de voorwaarden van de subsidieverstrekking aangepast worden, naar aanleiding van het evaluatierapport. Dit zal volgen uit een technisch overleg met het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In een tweede versie van het Jaarplan zal dat mogelijk tot uitdrukking komen. De begroting 2015 is als bijlage bij dit Jaarplan gevoegd. Handhaving van de huidige gezonde financiële situatie wordt ook dit jaar nagestreefd. Bij grote afwijkingen van de vastgestelde begroting, onvoorziene uitgaven en/of herziening van de begroting naar aanleiding van een beleidswijziging wordt de Ledenraad tijdig geïnformeerd. Contributiestelsel Het contributiestelsel wordt in het kader van het project “Toekomst NVvR” herzien. Dit nieuwe voorstel voor een contributiestelsel wordt voorgelegd aan de ledenraad. De vernieuwing wordt ingegeven door de uitkomsten van het ledentevredenheidsonderzoek, waar bepaalde groepen leden feedback hebben gegeven op de huidige voor hen geldende contributie. Processen op orde De administratieve organisatie van de NVvR is (ook naar het oordeel van de accountant) op orde. Om ook in de toekomst de bedrijfsprocessen op orde te houden en daarmee de risico’s te beheersen, is structurele aandacht voor de bedrijfsvoering noodzakelijk. Uitgangspunt is daarbij dat de continuïteit, volledigheid en juistheid van de bedrijfsvoering gewaarborgd blijft.


18


Personeel Het bureau van de NVvR faciliteert de vereniging en het bestuur door het bieden van hoogwaardige beleidsondersteuning van bestuur, commissies en werkgroepen en professionele projectondersteuning. Daarnaast wordt op het bureau gezorgd voor een efficiënt secretariaat, een adequate ledenadministratie en een zorgvuldig ingerichte bedrijfsvoering, met in het bijzonder aandacht voor het op orde hebben van de financiën. Uit het ledentevredenheidsonderzoek blijkt dat de leden de inspanningen van het bureau hoog waarderen, bijvoorbeeld bij de organisatie van de bijeenkomsten (7,9), de administratievoering (7,6) en de deskundigheid van de medewerkers (7,7). De breedte van het werkveld, de aansprekende onderwerpen, het schakelen tussen inhoud en proces maken het werken voor de NVvR uitdagend. Dit maakt het voor de medewerkers mogelijk om zich in hun functie te ontwikkelen en te groeien. Het beleid van de directeur is erop gericht de medewerkers minimaal drie jaar aan de NVvR te binden om zo de continuïteit en kwaliteit te bewaken. In het project ‘Toekomst NVvR’ zet de NVvR in op veranderingen om de vereniging toekomstbestendig te maken. Dit kan ook andere eisen stellen aan het bureau van de vereniging. In 2015 zal daarom qua personeelsbeleid extra aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van eventuele nieuwe kennis en capaciteiten van de medewerkers.


19

Bijlage 1

Statutaire doelstellingen De NVvR stelt zich het volgende ten doel (‘Statuten’ 2a t/m 2g): 

De bevordering van goede, efficiënte, uniforme en begrijpelijke rechtspleging in Nederland, uitgeoefend door een dienovereenkomstig georganiseerde en toegeruste rechterlijke macht, met behulp van een aan de eisen des tijds aangepast en dienovereenkomstig gehuisvest administratief apparaat;



De bevordering van een goede opleiding van de rechterlijke macht;



De bevordering van een deugdelijke en voldoende voorlichting omtrent de rechtspleging in Nederland;



De wetenschappelijke bestudering van tot de rechtspleging, zowel in als buiten Nederland, betrekkelijke vraagstukken;



De vertegenwoordiging van de Nederlandse rechterlijke macht en van haar onderdelen jegens de overheid alsook in haar internationale contacten;



De behartiging van de belangen van haar leden, zowel in ideëel als in materieel opzicht;



De bevordering van contacten tussen de leden onderling en met zusterorganisaties in het buitenland.


20

NVvR Jaarplan Samen sterker

Recommend Documents