Samen behalen we het beste resultaat!
schoolondersteuningsplan 2014 – 2018
Datum: 15 oktober 2014 Status : aanpassing counseling Door: L. Swaans
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Inhoud Vooraf Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 Hoofdstuk 4 4.1 4.2 Hoofdstuk 5 5.1 5.2 Hoofdstuk 6 6.1 6.2 6.3 Hoofdstuk 7 7.1 7.2 Hoofdstuk 8 8.1 8.2 8.3 8.4 Hoofdstuk 9
Inleiding Organisatie Onderwijs en Zorg Algemene gegevens Regio Ondersteuningsorganisatie Ondersteuningsstructuur Aandachtsgebieden Uitgangspunten Ondersteuningsfasen Ondersteuningsoverleg Functie en Ondersteuning Intern Ondersteuningsteam (IOT) Functie en samenstelling Ondersteuningsteam (OT) Functie en samenstelling Adviescommissie Toelaatbaarheid (ACT) Ondersteuningsstructuur De algemene visie van de school: waar we voor gaan Doelen en verwachter resultaten Onderwijsondersteuningsprofiel in de school Beschrijving basisondersteuning Beschrijving extra ondersteuning met Plus Beschrijving ondersteuning, wanneer de grenzen van de school worden overschreden Waar sterk in en waar nog ontwikkeling nodig als het om ondersteuning gaat Leerlingenstromen Overzicht leerlingenstromen Conclusie Doorlopende leer- en ondersteuningslijnen Doorlopende leer- en ondersteuningslijnen Overdrachtsprocedure beleid ouders/verzorgers Informatieverstrekking Doorverwijzingafspraken Bezwaar/klachtenprocedure Financiële middelen Speerpunten Bekostiging door SWV Kwaliteitszorg Kwaliteitsnorm Resultaat Audit Jeugdzorg Geschillenregeling
4 5 8 8 12 13 13 20 21 23 23 23 23 25 30 30 31 34 37 38 38 38 40 40 40 41 41 41 43 43 43 43 45 46 46 47 47 47 47 47 48
Pagina 2
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlagen (blz. 50 tm 95) Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14 Bijlage 15 Bijlage 16 Bijlage 17 Bijlage 18 Bijlage 19 Bijlage 20
Verantwoordelijkheid Samenwerkingsverband en Schoolbestuur, uit Toezichtskader Inspectie Overzicht scholen SWV VO en SWV PO, situatie per 1 augustus 2014 Ondersteuningskaart d’Oultremontcollege Taken schoolondersteuningsfunctionarissen IOT Functies van intern zorgteam, zorg en adviesteam en de Adviescommissie Toelaatbaarheid (ACT) Taken externe schoolondersteuningsfunctionarissen OT + overige ondersteuning Aanmeldformulier OT Handleiding OT-bespreking Aantal uren met betrekking tot ondersteuning 2013-2014 d’Oultremontcollege Brief aan ouders m.b.t. passend onderwijs Instroom klas 1 en percentages uitgesplitst naar orthobeeld vanaf 2011-2012 Toelatingsbeleid voor de OMO Scholengroep de Langstraat In- en Doorstroomcijfers (afgelopen 3 jaar) Afstroom naar andere scholen binnen en buiten de regio (inclusief VSO) Aantal besprekingsgevallen in ZAT per leerjaar naar aard van de problematiek en gegeven advies en wel of geen resultaat Aantal aanmeldingen bij ACT/Rebound en aantal toegelaten en afgewezen leerlingen Format Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) Formulier ‘warme overdracht’ PO-VO Verslag resultaten nulmeting aangaande basisondersteuning het d’Oultremontcollege, mei 2014 Lijst met afkortingen
Pagina 3
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Vooraf Als Samenwerkingsverband 30.09 hebben we besloten dat er een format gepresenteerd zal worden dat gebruikt wordt door alle scholen. Dit format kan gelinkt worden aan het ondersteuningsplan van het SWV en biedt het voordeel dat we allen dezelfde taal en gegevens aanleveren aan het SWV. In dit Schoolondersteuningsplan legt de school vast welk ondersteuningsaanbod ze heeft in basis en extra zorg en legt de school vast hoe de expertise is gegarandeerd of behouden blijft ten behoeve van het aanbod. Op basis van dit ondersteuningsplan wordt de vraag naar ondersteuning, financiën en personeel geformuleerd richting de eigen school en SWV. Scholen hebben een inspanningsverplichting om uit eigen middelen in de lumpsum professionalisering en/of scholing van personeel te realiseren. Het SWV heeft met alle schoolbesturen de verplichting om een dekkend ondersteuningsaanbod te realiseren en te financieren. Scholen bepalen zelf met inachtneming van de wettelijke voorschriften wat in het ondersteuningsplan komt. Het format wordt door alle scholen gebruikt wordt en sluit aan op het Ondersteuningsplan SWV 30.09. Een ondersteuningsplan SWV maak je niet op een achternamiddag. Er moeten veel zaken in staan die richtinggevend zijn voor de scholen en hun besturen. We geven een aantal voorbeelden: Welk niveau van basisondersteuning bieden de scholen? Het gaat hier om de definiëring van wat alle scholen in het samenwerkingsverband moeten bieden aan preventieve ondersteuning aan leerlingen met dyslexie, dyscalculie, een meer of minder dan gemiddelde intelligentie, een (meervoudig) lichamelijke handicap, hyperactiviteit en aandachtsproblemen, of met beginnende gedragsproblemen. Hoe realiseren ze (in onderlinge samenwerking met elkaar) een dekkend aanbod voor alle leerlingen in hun regio? Hoe verdelen en besteden ze het geld voor de extra ondersteuning. Het gaat hier onder andere om geld dat aan schoolbesturen verstrekt wordt als zij in hun school (scholen) extra ondersteuning bieden die uitstijgt boven de basisondersteuning. Hoe wijzen ze ondersteuning toe aan leerlingen in het gewone onderwijs (externe begeleiders in de school)? Hoe gaat de verwijzing naar het speciaal onderwijs verlopen? Hoe informeren ze ouders over de manier waarop de ondersteuning voor leerlingen is ingericht. Kortom: vanuit deze voorbeelden ontstaan de kernhoofdstukken van het ondersteuningsplan van de school in kwestie. Met vriendelijke groet, L. van Duijn voorzitter en coördinator
Pagina 4
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 1 – Inleiding Met ingang van 1 augustus 2014 treedt de wet Passend Onderwijs in werking. Een van de onderdelen van deze wet is dat scholen binnen een groep van scholen samen verantwoordelijk zijn voor de opvang van zorgleerlingen, de zogenaamde zorgplicht. Alle scholen beschrijven in het schoolondersteuningsplan hun eigen manier van ondersteuning. Samen met de scholen voor voortgezet onderwijs in het Samenwerkingsverband 30.09 is afgesproken dat er een gezamenlijke format komt voor de beschrijving van het eigen schoolondersteuningsplan. Dit format is gebaseerd op de inhoud van het ondersteuningsplan van het bovenvermelde Samenwerkingsverband. Iedere school beschrijft binnen haar ondersteuningsplan de eigen doelstellingen, werkzaamheden en ambities. Voordat we in de volgende hoofdstukken inhoud gaan geven aan de invulling van het ondersteuningsplan is het noodzaak te beschrijven wat de aanleiding is van deze gezamenlijke aanpak. Aanleiding: passend onderwijs en zorgplicht Kinderen hebben recht op een passende onderwijsplek. Dat kan in het speciaal onderwijs of met extra begeleiding op een gewone school. Vanaf 2014 komt er een nieuw stelsel voor passend onderwijs. Dit verplicht alle scholen een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Zorgplicht betekent dat scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die op hun school zit, of zich bij hun school aanmeldt een passende onderwijsplek binnen het samenwerkingsverband krijgt. Het schoolbestuur moet eerst kijken wat de school zelf kan doen. Als de school zegt dat de leerling het beste naar een andere school kan gaan, moet de school zelf zorgen dat daar ook een goede plek is. Nu moeten ouders nog vaak zelf naar een nieuwe school zoeken wanneer er geen goede school is voor een leerling. Met de invoering van de zorgplicht heeft de school die verantwoordelijkheid. Daarbij is het wel belangrijk dat de school overlegt met de ouders over wat een goede passende school voor hun kind is. Ook moet de school echt goed kijken naar wat een leerling nodig heeft en eerst proberen dit zelf voor elkaar te krijgen. Leerlingen moeten qua kennisniveau wel passen binnen het aanbod van de gewenste school. De school heeft hierbij een trajectplicht en niet per definitie een plaatsingsplicht. Passend onderwijs is uiteraard niet denkbaar zonder ouders. Zij zijn immers eerstverantwoordelijk voor de opvoeding en het welzijn van hun kinderen. Zij hebben veel kennis over de situatie van hun kinderen en hebben daarom een cruciale rol als het gaat om het zoeken naar een passend onderwijsen zorgaanbod voor hun kind. Betrokkenen bij de juiste schoolkeuze dienen rekening te houden met elkaars belangen. Samenwerkingsverbanden in de regio De huidige organisatie van passend onderwijs is complex. Ook is niet altijd duidelijk waar geld voor extra ondersteuning naartoe gaat. Daarom gaan scholen in de regio samenwerken om leerlingen een passende plek in het onderwijs te bieden. Overal in het land zijn Samenwerkingsverbanden ingericht. Zo ook in ons gebied. Het gebied waar het d’Oultremontcollege bij hoort is het gebied van de gemeenten Aalburg, Heusden, Loon op Zand, Waalwijk en Woudrichem.
Pagina 5
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bij de start van passend onderwijs in augustus 2014 is er ook één Samenwerkingsverbanden Primair Onderwijs (fusie ‘Over Maas en Duin’ en ‘Scala Heusden’) in onze regio . Ze behartigen de belangen omtrent passend onderwijs voor ongeveer 60 basisscholen en speciale basisscholen in de genoemde vier gemeenten. Onze school hoort bij het SWV-VO 30.09, samen met het dr. Mollercollege, de Walewyc, het Willem van Oranjecollege, de Overlaat en MET Praktijkonderwijs, allen in Waalwijk. Verder het Prinsentuincollege in Andel, het Willem van Oranjecollege in Wijk en Aalburg en het van Haestrechtcollege in Kaatsheuvel. Ons SWV heeft binnen de omschreven regio geen school voor speciaal voortgezet onderwijs, maar er zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met de VSOvoorzieningen in Tilburg en ’s-Hertogenbosch. Met ingang van 1 augustus 2014 is de heer Gerard van der Wende benoemd als directeur SWV 30.09. Hij is tevens met ingang van deze datum ook directeur van het SWV PO 30.10 Ons SWV ontvangt vanaf 2014 ook de financiële middelen voor de zorgleerlingen. Van daaruit worden de geldstromen verdeeld over de deelnemende scholen. Wie zitten er in het samenwerkingsverband VO Het bestuur van het SWV wordt gevormd door de bestuurders van de genoemde VO-scholen. Onze algemeen-directeur Jan van Pelt is daarbij onze vertegenwoordiger. Daarnaast heeft iedere VO-school ’n directielid afgevaardigd die ‘zorg’ in de portefeuille heeft. Namens onze school neemt Leo Swaans deel aan dit zogenaamde Schoolondersteuningsoverleg (SOO). Christien van Heijst en Leonie van den Munkhof zijn onze vertegenwoordigers in het netwerk van zorgcoördinatoren: Zorgcoördinatorenoverleg (ZOO). Deze drie geledingen (bestuur, coördinatoren en zorgcoördinatoren) bereiden de invoering van Passend Onderwijs voor en zorgen voor gemeenschappelijke afspraken tussen de 9 VO-scholen. In Bijlage 1 is het hoofdstuk uit het Toezichtskader Inspectie bijgevoegd met betrekking tot de verantwoordelijkheid van school, schoolbestuur en samenwerkingsverband. Alle zorgleerlingen een plek in de regio Niet elke reguliere school hoeft alle kinderen op te vangen. Kan een school geen passend onderwijs geven, dan wordt binnen het samenwerkingsverband een andere school gezocht die dit wel biedt. Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspreken wie welke kinderen het beste onderwijs kan bieden. Binnen het Samenwerkingsverband hebben alle scholen een aantal afspraken gemaakt welke ‘orthobeelden’ in het basiszorgprofiel van iedere school horen te zitten. Deze worden later in dit ondersteuningsplan besproken. Ondersteuningsplan samenwerkende scholen De samenwerkende scholen leggen de afspraken minstens eens in de 4 jaar vast in een ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband. Hierin staat onder meer hoe de scholen:
het passend onderwijs in hun regio inrichten; het geld voor extra ondersteuning besteden; leerlingen naar het speciaal onderwijs verwijzen; de rol van de ouders beschrijven.
Pagina 6
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Het ondersteuningsplan is een zogenaamd ‘groeimodel’. Vanuit de gezamenlijke format beschrijven we per school het inhoudelijke doel, namelijk goede basisondersteuning voor alle ingeschreven leerlingen en op bepaalde terreinen extra zorg als ambitie ten aanzien van zorgleerlingen. Alle deelnemende scholen binnen het Samenwerkingsverband hebben in het basisprofiel beschreven welke orthobeelden normaliter behoren tot de basisondersteuning van de school. Met orthobeelden bedoelen we de beschrijving van die leerlingen die een specifieke hulpvraag hebben. Daarnaast hebben wij als d’Oultremontcollege aangegeven waar onze grens ligt als het gaat om ondersteuning aan leerlingen. Voor onze school zijn dat leerlingen die behoren tot de categorieën blind, Downsyndroom, ODD en leerlingen met een verstandelijke handicap. In de pluscategorie proberen we, afhankelijk van de zwaarte, de bij ons aangemelde leerlingen zo optimaal mogelijk te begeleiden. Daar waar extra ondersteuning nodig is, zal hulp worden gevraagd binnen het Samenwerkingsverband. Later in dit Ondersteuningsplan gaan we meer in op de beschrijving van deze orthobeelden. Samen met de andere VO-scholen binnen ons Samenwerkingsverband 30.09 is dit ondersteuningsplan een onderdeel van het dekkend aanbod, waartoe we bij wet verplicht zijn. De functie van het plan, namelijk het in kaart brengen van de basisondersteuning, extra ondersteuning en bovenschoolse opvangmogelijkheden, wordt met de beschrijving hiervan gerealiseerd. De rol van de gemeente is binnen passend onderwijs duidelijk omschreven. De gemeente Heusden regelt voor ons de leerplicht en het Schoolmaatschappelijk Werk (SMV Juvans). Relatie ondersteuningsplan SWV Dit schoolondersteuningsplan kan niet los worden gezien van het ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband 30.09. In het schoolondersteuningsplan wordt met enige regelmaat verwezen naar het plan van het SWV. De inspectie geeft aan dat er een directe verbinding moet zijn tussen beide ondersteuningsplannen. We voldoen hiermee aan een van de inspectie-indicatoren. Vaststelling schoolondersteuningsplan Binnen de gezamenlijke format beschrijven de verantwoordelijke directieleden (met ‘zorg’ in hun portefeuille) het ondersteuningsplan van de school. Binnen het d’Oultremontcollege wordt dit eerst besproken met de beide zorgcoördinatoren. Vervolgens stelt de directie het ondersteuningsplan vast en biedt het ter instemming aan aan de medezeggenschapsraad. Binnen het Samenwerkingsverband zijn tijdafspraken gemaakt, zodat alle scholen gelijktijdig de ondersteuningsplannen gerealiseerd hebben. Evaluatie en bijstelling van dit Ondersteuningsplan zal geschieden binnen de eigen school en binnen het samenwerkingsverband. Daarnaast is het een intern en extern verantwoordingsdocument en een communicatiemiddel. In dit plan worden veel afkortingen gehanteerd. Als laatste bijlage (bijlage 19) is een lijst met afkortingen opgenomen. Leo Swaans directielid ‘Zorg’ d’Oultremontcollege
Pagina 7
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 2 Organisatie Onderwijs en Zorg 2.1
Algemene gegevens
Het d’Oultremontcollege is een scholengemeenschap waar 1277 leerlingen (mei 2014) onderwijs genieten op een van de volgende niveaus: vmbo basisberoepsgerichte leerweg, vmbo kaderberoepsgerichte leerweg, vmbo gemengd-theoretische leerweg, havo (inclusief havotechnasium) en vwo (gymnasium, technasium en atheneum). Vanaf het derde trimester klas 1 bieden wij voor de excellente havo en vwo-leerlingen ook Versterkt Engels aan. Deze leerlingen worden voorbereid op de Cambridge Certificaten in klas 3 en 5. De school kiest als brede scholengemeenschap voor kleinschaligheid binnen het grote geheel. Het grote geheel maakt het mogelijk dat leerlingen zonder problemen kunnen doorstromen naar andere schooltypes en zo het diploma halen dat bij hen past. De kleinschaligheid in onderwijsafdelingen voorkomt dat leerlingen verloren lopen en zorgt voor een flexibele organisatie. Opbouw van de school:
Onze school kent geen leerwegondersteunend onderwijs. Hiervoor kunnen de leerlingen naar onze collega-scholen van SG de Overlaat in Waalwijk, het Prinsentuin College in Andel en het Willem van Oranje College in Wijk en Aalburg. De algehele leiding van het d’Oultremontcollege ligt in handen van de directeur mevrouw Janette Riedstra. Deze wordt bijgestaan door vier adjunct-directeuren: mevrouw Alice van Laarhoven, vmbo klas 1 tm 4 de heer Leo Swaans, klas 1 en 2 havo/vwo mevrouw Claudia Bolluijt, klas 3, 4 en 5 havo de heer Maurice van Helderen, klas 3, 4, 5 en 6 vwo Zij richten zich met name op het onderwijs en het personeel binnen hun afdeling en geven leiding aan de teams. De heer Marijn van Gulik is directeur Beheer & Organisatie. De directe zorg voor de leerlingen is in handen van de leerling-coördinatoren.
Pagina 8
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Organisatiestructuur d’Oultremontcollege
directeur
directeur beheer & organisatie
adjunct-directeur vmbo
leerlingcoordinator
adjunct-directeur havo/vwo onderbouw
adjunct-directeur
adjunct-directeur
havo 3-4-5
vwo 3-4-5-6
leerlingcoordinator leerlingcoordinator
onderbouw
klas 1 h/v
+ bovenbouw
+ klas 2 h/v
mentoren
mentoren
mentoren
mentoren
+ docenten
+ docenten
+ docenten
+ docenten
leerlingcoordinator
NB: met ingang van 1 augustus 2014 wordt een andere organisatiestructuur ingevoerd. De bovenstaande structuur wordt bij invoering hiervan vervangen.
Pagina 9
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Leerlingenaantal d’Oultremontcollege per woonplaats (bron Magister: datum 1-5-2014) WOONPLAATS ANDEL CROMVOIRT DRUNEN EETHEN ELSHOUT GENDEREN HAARSTEEG HEDIKHUIZEN HEESBEEN HELVOIRT HERPT HEUSDEN NIEUWKUIJK OUDHEUSDEN S-HERTOGENBOSCH SPRANG-CAPELLE VEEN VLIJMEN VUGHT WAALWIJK WIJK EN AALBURG WOUDRICHEM
AANTAL 1 1 526 1 55 20 97 2 1 1 24 19 48 48 8 2 3 283 1 59 76 1
% 0,1% 0,1% 41,1% 0,1% 4,3% 1,5% 7,5% 0,2% 0,1% 0,1% 1,9% 1,5% 3,8% 3,8% 0,6% 0,2% 0,2% 22,1% 0,1% 4,6% 6,0% 0,1%
1277
600 500 400 300 200 100 0
Pagina 10
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Leerlingenaantal d’Oultremontcollege per gemeente (bron Magister: teldatum 1-5-2014) GEMEENTE AALBURG HAAREN HEUSDEN S-HERTOGENBOSCH VUGHT WAALWIJK WOUDRICHEM
AANTAL 99 1 1104 8 2 61 2
% 7,7% 0,1% 86,4% 0.6% 0,2% 4,8% 0,2%
1277
1200 1000 800 600 400 200 0
Pagina 11
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
2.2
Regio
Het d’Oultremontcollege staat in regio De Langstraat en behoort tot SWV-VO 30.09 (zie afbeelding hierna). Onze leerlingen wonen voornamelijk in deze regio (zie afbeelding hierna). Van de 1277 leerlingen volgen er 9 VAVO-onderwijs.
Pagina 12
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
SWV-VO 30.09: Gemeenten Aalburg, Heusden, Loon op Zand, Waalwijk, Woudrichem. NB: Het SWV-PO bevat de scholen voor primair onderwijs in de gemeenten Aalburg, Heusden, Loon op Zand en Waalwijk. In Bijlage 2 worden alle samenwerkende scholen voor PO en VO genoemd.
2.3
Ondersteuningsorganisatie
Het d’Oultremontcollege kent een ondersteuningsstructuur waarbij de school is onderverdeeld in twee afdelingen, vmbo enerzijds en havo/vwo anderzijds. De beide zorgcoördinatoren Leonie van den Munkhof (vmbo) en Christien van Heijst (havo/vwo) hebben naast de dagelijkse zorgcoördinatie ook overlappende taken zoals bijvoorbeeld dyslexie, rugzakleerlingen en dergelijke. De begeleiding van de leerlingen is er op gericht dat elke leerling naar zijn mogelijkheden optimaal kan presteren en zich als persoon kan ontwikkelen. In die ontwikkeling staan de gecontroleerde en begeleide zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid van de leerling centraal.
2.3.1
Ondersteuningsstructuur
De ondersteuning bevat het geheel van preventieve en licht curatieve interventies, die binnen de ondersteuningsstructuur van onze school planmatig en volgens overeengekomen kwaliteitsniveau, eventueel in samenwerking met ketenpartners, wordt uitgevoerd. Om de ondersteuning inzichtelijk te maken, presenteren we allereerst een schema waarin de acties met betrekking tot ondersteuning worden aangegeven. Bij het bieden van de juiste ondersteuning aan de leerling worden de volgende fasen doorlopen: 1. Signaleren 2. Diagnosticeren 3. Begeleiden 4. Evalueren
Pagina 13
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoe te handelen na signalering? In het volgende schema worden de acties per niveau beschreven nadat er signalering heeft plaatsgevonden: NR 0 1 2 3 4
SCHOOLINTERN
5 6
7 8 9 10 11 12
SCHOOL EXTERN
13 14 15 16 17 18 19
Hoe te handelen?/Checklist Ondersteuning OMSCHRIJVING Ondersteuningsniveau 1 – Signalering in de klas Docent(docent kan ook als docenten gelezen worden) lost het zelf op. Docent overlegt met collega docent en lost het op. Docent overlegt met de mentor. Mentor neemt actie en lost het op. Mentor legt contact met ouder(s)/verzorger(s)/leerling (deze stap wordt niet gezet als er sprake is van een problematiek die rechtstreeks herleidbaar is tot de ouders – dan volgt altijd contact met de zorg coördinator – of als de vraagstelling docent-gerelateerd is. Mentor en docent lossen het op. Leerling is gekend in de oplossing. Bij blijvend probleem wordt in overleg met ouder(s)/verzorger(s)/leerling (zie de eerdere opmerking over wanneer ouders wel/niet betrokken worden) opgeschaald naar ondersteuningsniveau 2. Ondersteuningsniveau 2 Mentor brengt de leerling in IOT aan de hand van bespreekformulier – er wordt een oplossing gevonden (melding ouders). De mentor betrekt de zorgcoördinator – er wordt een oplossing gevonden. Er vindt een triadegesprek plaats tussen ouder(s)/verzorger(s)/leerling- mentor-zorgcoördinator (formeel karakter). In overleg met ouder(s)/verzorger(s)/leerling wordt er opgeschaald naar niveau 3. Ondersteuningsniveau 3 ZC’er zoekt in eigen netwerk naar oplossing en vindt deze. ZC’er schakelt het OT in en meldt dit bij ouder(s)/verzorger(s)/leerling en bij externe zorgpartners. Er wordt een oplossing gevonden – melding ouder(s)/verzorger(s). Er wordt een casusverantwoordelijke aangewezen Deze vindt een oplossing en meldt dat bij ZC’er en ouder(s)/verzorger(s)/leerling. OT (casusverantwoordelijke) doet melding bij ACT. Ondersteuningsniveau 4 In overleg met ouder(s)/verzorger(s)/leerling komt ACT met een advies m.b.t. een arrangement binnen of buiten de school. ACT meldt advies aan school en aan directeur SWV. Directeur bekrachtigd advies en oplossing. Advies wordt uitgevoerd.
JA
NEE
Ondersteuningsniveau 1 tot en met 3 is dus schoolintern, inclusief de zorgpartners. Ondersteuningsniveau 4 is schoolextern, inclusief zorgpartners Het schema begint bij de signalering in de klas en gaat over zittende leerlingen. Nadat er een leer-, gedrags- of ander probleem gesignaleerd is, wordt er oplossend gehandeld. Wordt er geconstateerd dat er geen oplossing is (dus Nee in de checklist) dan wordt er opgeschaald en gaat de docent in overleg met een collega-docent. Het schema is op twee manieren te gebruiken: als leidraad voor opschaling, maar kan ook gebruikt worden als checklist, d.w.z. wat is waar gebeurd en met welk resultaat. Zo kan er per leerling nagegaan worden waar in de opschaling wel of geen of onvoldoende interventie is gepleegd. Zo is de checklist een toets voor de mate waarin we tijdig en adequaat hebben ingegrepen. De checklist is op die manier te gebruiken als een reflectie op eigen handelen en op het functionerende ondersteuningssysteem.
Pagina 14
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
In de ondersteuning op schoolniveau onderscheiden we basisondersteuning, extra ondersteuning en bovenschoolse ondersteuning: Ondersteuningsniveau 1 De basisondersteuning in de klas (1 t/m 6) De basisondersteuning is het fundament van het continuüm van ondersteuning en betreft het werken in de klas, in de les. De taak van de docenten is hier cruciaal. De docenten zijn op pedagogisch en didactisch gebied in staat om te gaan met diversiteit op groepsniveau. Daarnaast is vroeg signalering en het inspelen als ook het aanpassen hierop een belangrijke kerntaak van de leraren. De vroeg signalering leidt tot een oplossing die door de docent wordt uitgevoerd, zoals ook nu al het geval is. De mentor is de spil in de organisatie van de basisondersteuning. De docenten worden bij bovengenoemde taken ondersteund door mentor en het IOT (intern ondersteuningsteam) onder leiding van de zorgcoördinator.
Ondersteuningsniveau 2 De extra ondersteuning in de klas (7 t/m 10) De vroeg signalering leidt tot de constatering dat de leerling met een gedrags-, leer-, motorisch, sociaal-emotioneel probleem te maken heeft en dat extra ondersteuning nodig is. Bij een herkenbaar orthobeeld als oorzaak van het probleem wordt er gehandeld volgens afspraak. Scholen hebben in hun ondersteuningsplan protocollen opgenomen hoe men in het algemeen omgaat met geconstateerde problemen (Op iedere school zijn zogenaamde handelingswijzers beschikbaar hoe om te gaan bij de diverse problemen. Deze handelingswijzers zijn opgenomen in het d’Oulboek van de school). We merken op dat het omgaan met leerlingen met verschillende orthobeelden door veel docenten nog geleerd moet worden. Dit is een belangrijk ontwikkelpunt, waar het d; Oultremontcollege continue zorg voor heeft in de begeleiding naar docenten. De extra ondersteuning betreft het geheel van preventieve en licht curatieve interventies, dat het niveau van de klas of de groep te boven gaat. We voeren deze ondersteuning uit. Mogelijke activiteiten op het niveau van de extraondersteuning zijn: individuele begeleiding, steunlessen (SL), remedial teaching (RT), Faalangstreductietraining (FAR), Nederlands als tweede taal (NT2), edukinesiologie e.d. Ook het schoolmaatschappelijk werk (SMW), inzet opvoedingsdeskundigen (OD) en de ambulante begeleiding (AB) wordt geplaatst in de extra ondersteuning. Inzet van extra ondersteuning vindt plaats na bespreking/overleg in het IOT. Hier spelen de zorgcoördinator, de leerling-coördinator en de mentor hun rol. Bij de daadwerkelijke ondersteuning in de klas is er de mogelijkheid van inzet van de onderwijsondersteuner (ambulant begeleider, AB’er). Deze biedt hulp aan zowel de leerling als aan het lerarenteam. De onderwijsondersteuner maakt deel uit van het IOT en versterkt zo de expertise van het IOT. Er is melding aan ouders. De onderwijsondersteuners in de school (die de trainingen, de remedial teaching, en andere vormen van extraondersteuning geven) informeren en ondersteunen dus de docenten, zodat die in staat zijn in hun lessen rekening te houden met de behoefte van de leerling en in kunnen spelen op hetgeen de leerling in de extra ondersteuning nodig heeft.
Ondersteuningsniveau 3 De extra ondersteuning buiten de klas en/of school (11 t/m 16) Indien de ondersteuningsbehoefte van de jongere buiten de mogelijkheden van de docent of van de school ligt (hier komt het OT –ondersteuningsteam- in beeld) o.a. als er ook problemen zijn in het gezin of in de vrije tijd, wordt in overleg met de ouders (en de leerling) contact gelegd met instellingen voor jeugd en jeugdzorg. Het gaat hierbij om instellingen als: MEE, Juvans, Bureau Jeugdzorg, CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin), GGD, GGZ, leerplicht, politie, instellingen voor verslavingszorg, e.d. De school kan de expertise van deze instellingen benutten door advies en
Pagina 15
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
consultatie te vragen. Daar waar zowel ondersteuning binnen als buiten de school nodig is, zullen de school en de instelling voor jeugd en jeugdzorg komen tot één plan van aanpak voor de leerling. Een deel van dat plan bevat de onderwijsondersteuning en wordt door de school uitgevoerd. Een ander deel bevat de sociaal-emotionele of andere ondersteuning van de jongere en wordt uitgevoerd door de instelling voor jeugd en jeugdzorg. Er is dan sprake van Integraal HandelingsGericht Diagnosticeren. Inzet extra ondersteuning van buiten vindt plaats via het OT en met inzet van een frontlijnmedewerker. Afstemming, coördinatie en regievoering tussen school en instelling vinden plaats in het OT en tussen de vaste contactpersonen. Een goede samenwerking met de instellingen voor jeugd en jeugdzorg bevat het gezamenlijk vastgestelde plan van aanpak, duidelijkheid over de actieverantwoordelijkheid, regelmatige evaluatie, afstemming en eventueel bijstelling van het plan, en bereikbaarheid middels vaste contactpersonen (zie ook het hoofdstuk over de functies van OT). Tevens hebben de gemeenten besloten om een frontlijnmedewerker aan te stellen die als generalist optreedt en overzicht houdt en regie voert over alle domeinen buiten de school waar het kind en het gezin mee te maken krijgen. De gemeenten hebben hiervoor een beleidsnotitie geschreven die na goedkeuring van het College van B&W definitief zal worden. Overschakeling van basisondersteuning of de extraondersteuning binnen school naar de extra ondersteuning buiten school kan alleen na bespreking in OT onder verantwoordelijkheid van de zorgcoördinator. In het OT ontmoeten de vertegenwoordigers van de school en de instellingen voor jeugd en jeugdzorg elkaar. Daar vindt uitwisseling van informatie plaats, worden besluiten genomen over de aanpak van de ondersteuning. Daar ook wordt afgesproken wie casusverantwoordelijk is en wanneer terugkoppeling en evaluatie plaats vindt.
Ondersteuningsniveau 4 De extra ondersteuning op bovenschools niveau(17 t/m 19) De ondersteuning op het bovenschoolse niveau bevat de ondersteuning, die de mogelijkheden van de school te boven gaan. Leerlingen, die zware extra ondersteuning nodig hebben, die niet of onvoldoende geboden kan worden op een reguliere school, zijn aangewezen op tussenvoorzieningen (Orthopedagogisch Didactisch Centrum) of het VSO. Bij dit niveau is een zware rol toegekend aan de Adviescommissie Toelaatbaarheid (ACT).
Pagina 16
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Ringmodel ondersteuningsniveaus ④ Schoolextern ③ OT MEE
Juvans
CJG ② IOT Zorgcoördinator Orthopedagoog Verzuimcoördinaat ① NT2 RT SMW
OPDC
Overig
Leerling Ouders Mentor Docenten
GGD
FAR SOVA
VSO GGZ
AB Politie
Leerlingcoördinator Pers. begeleider
Leerplicht
Bureau Jeugdzorg
SWV/ACT
Pagina 17
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
In Bijlage 3 (Ondersteuningskaart d’Oultremontcollege) is de beschikbare ondersteuning uitgewerkt. Het betreft onder andere de volgende schoolspecialisten Zorgcoördinatoren Vertrouwenspersoon Remedial teacher Leerling-coördinatoren Mentoren Taalondersteuning Faalangst- en examenvreesreductietrainer Decanen Begeleiders rugzakleerlingen Rouwverwerking Edukinesiologie
De taken van alle functionarissen zijn terug te vinden in de bijlagen. Zie Bijlage 4
Pagina 18
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Schema ondersteuningstraject d’Oultremontcollege
Legenda Eerstelijns ondersteuning
vakdocent
Tweedelijns ondersteuning
Ondersteuningsvraag
Derdelijns ondersteuning
mentor
IOT intern ondersteuningsteam
zorgcoördinator
OT Ondersteuningsteam
School handelingsverlegen?
doorverwijzen naar
oplosbaar binnen school
interscolair overleg
interne ondersteuning
ondersteuning opgelost of hanteerbaar
externe ondersteuning inclusief SWV/ACT
Pagina 19
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
2.3.2
Aandachtsgebieden
De ondersteuningsstructuur richt zich in algemene termen op drie aandachtsgebieden, te weten: 1. Sociaal-emotionele begeleiding (gedrag en welbevinden)/ leren leven Een leerling dient zich veilig te voelen op school. Er is veel aandacht voor pesten, discriminatie, vandalisme in de dagelijkse begeleiding van leerlingen . De regels omtrent deze thema’s staan beschreven in de huisregels en in het leerlingenstatuut. Extra aandacht is hiervoor tijdens projecten in diverse leerjaren. Het algemene welbevinden van de leerling wordt ook in de gaten gehouden door vakdocenten en mentoren. Indien er problemen zijn kan er ook op andere vlakken extra ondersteuning worden ingezet. Voorbeelden van extra ondersteuning : Faalangstreductietraining (FAR), Examenvreesreductietraining. Naast de rapportvergaderingen zijn er ook leerlingbesprekingen waarin deze leerlingen besproken worden. 2. Studiebegeleiding/ leren leren In de mentorlessen en vaklessen wordt al in de eerste klas gestart met het aanleren van studievaardigheden zoals agendagebruik, leren leren, samenvattingen maken, concentreren. Indien er problemen zijn kan er op diverse vlakken extra ondersteuning worden. Voorbeelden van extra ondersteuning: Vakondersteuning, huiswerkmogelijkheid na schooltijd, examentraining, keuzelessen (KWT), NT2 en remedial teaching. 3. Keuzebegeleiding / leren kiezen Een leerling moet in zijn schoolcarrière heel wat studiekeuzes maken. Het gaat hierbij om keuzes ten aanzien van het te volgen niveau, het vakkenpakket en de vervolgopleiding. Hier wordt in de mentorlessen en in individuele gesprekken met de mentor aandacht aan besteed. Extra ondersteuning wordt veelal verzorgd door de decaan in de vorm van individuele gesprekken. Voorbeelden van extra ondersteuning: Oriëntatie op studie en beroep, beroepenavond, stages. De begeleiding is specifiek gericht op: Het voorkomen van problemen bij het leren en het leveren van schoolprestaties. Het bevorderen van de zelfstandigheid van de leerling in het leren omgaan met eventuele (leeren/of gedrags-) problematiek. Dit kan bereikt worden door een combinatie van handelen: accepteren, stimuleren, compenseren, dispenseren en remediëren.
Pagina 20
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
2.3.3
Uitgangspunten
In de begeleiding van leerlingen wordt uitgegaan van pedagogisch en didactisch handelen. De leerling vraagt om een veilige omgeving. Verwachtingen medewerkers Pedagogisch Er wordt van medewerkers gevraagd: open te staan voor “het specifieke” van de leerling; consequent en betrouwbaar te zijn; de leerling bewust te maken van zijn sterke en zwakke kanten; de leerling verantwoordelijkheid te geven voor zijn eigen ontwikkeling; de sterke kanten van de leerling te stimuleren en de zwakke kanten te compenseren; positieve feedback te geven; de leerling succeservaringen te laten opdoen, waarmee tegemoet gekomen wordt aan de ontwikkelingsbehoeften: relatie, competentie en autonomie. Extra gevraagd wordt bij zorgleerlingen: te overleggen met de leerling wat hij nodig heeft; te accepteren dat leerlingen met sommige dingen problemen hebben en zich niet aan kunnen passen; dit is geen onwil maar onkunde. de begeleiding af te stemmen met de mentor. Deze overlegt met eventuele andere begeleiders zoals de coach, ambulant begeleider en de ouders. Didactisch: Er wordt van medewerkers gevraagd: te zorgen voor een goede voorbereiding en gestructureerde organisatie; zicht te krijgen op de door de leerling gebruikte strategie door de leerling te laten vertellen hoe die iets aangepakt heeft; de leerprocessen te structureren; taakgerichte feedback te geven. Extra gevraagd wordt bij zorgleerlingen: ondersteunende en compenserende hulpmiddelen te geven (bijv. laptop, RT-kaart, gesproken proefwerken, daisyspeler, Kurzweil). Binnen de begeleiding van de docenten staan de criteria van ‘de goede les’ steeds centraal. Middels kijkwijzers voor de diverse afdelingen wordt geobserveerd in hoeverre de vakdocent deze kenmerken in de les laat zien. Volgens het Ministerie gelden de volgende kenmerken voor ‘de goede les’: veilig en stimulerend leerklimaat efficiënte lesorganisatie heldere en gestructureerde instructie activeren leerlingen aanleren leerstrategie afstemmen onderwijs + toetsing op niveau (vmbo bk / vmbo gt / havo / vwo) betrokkenheid leerlingen
Pagina 21
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Verwachtingen leerlingen en ouders Van de leerling mag verwacht worden dat hij zich extra inzet en zich nooit verschuilt achter zijn (leer- en/of gedrags-) problematiek. De leerling is medeverantwoordelijk voor de begeleiding. Hij maakt samen met de mentor, vakdocent en/of andere begeleiders afspraken over zijn ondersteuningsbehoeften. Ouder(s)/verzorger(s) zijn er voor verantwoordelijk dat hun kind eventuele extra buitenschoolse hulp krijgt. Vaak is specifieke, structurele hulp noodzakelijk. Kosten voor externe hulpverlening zijn voor rekening van ouder(s)/verzorger(s). Op school bieden we huiswerk maken onder toezicht aan. Tevens is er het project Bovenbouw helpt Onderbouw, waarbij getalenteerde bovenbouw leerlingen kunnen worden ingezet bij de begeleiding na schooltijd van onderbouw leerlingen. Het d’Oultremontcollege werkt samen met de leerling en hun ouders om het beste voor het kind te bereiken. Daarom verwachten we van ouder(s)/verzorger(s) en leerlingen een ondersteunende, positieve en actieve houding. Zij nemen contact op met de mentor of interne begeleider wanneer zij problemen ervaren en hebben een actieve houding bij het oplossen daarvan. Van de ouder(s)/verzorger(s) wordt verwacht dat zij hun kind stimuleren zelf verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leren en zo meedenken aan oplossingen.
Pagina 22
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
2.4
Ondersteuningsoverleg
2.4.1 Functie en samenstelling Intern ondersteuningsteam (IOT) Voor de schakeling van leerlingen van de eerstelijn naar de tweedelijn is het IOT van belang. Het IOT is een intern overleg voor het bespreken van leer-, gedrags- en sociaal-emotionele problemen van leerlingen en komt op initiatief van de zorgcoördinatoren bijeen. Er worden leerlingen besproken waarover meerdere betrokkenen zich zorgen maken. In dit overleg worden de aangemelde leerlingen besproken, wordt er gezamenlijk een aanpak vastgesteld en wordt afgesproken wie welke acties onderneemt. Het gaat hierbij om een georganiseerde bespreking van problemen waarbij in gezamenlijk overleg, ook met de ouders, hulp en begeleiding ingezet kan worden, aanvullend op het handelen van de mentor of leerling-coördinator. De zorgcoördinatoren bepalen welke interne specialisten voor dit overleg worden uitgenodigd. Het IOT bestaat vrijwel uitsluitend uit medewerkers van de school zelf, vandaar dat wij het beschouwen als een professioneel overleg, waarin op een prudente en zorgvuldige wijze wordt omgegaan met informatie. Ouder(s)/verzorger(s) worden op de hoogte gebracht van de bespreking van hun kind. De functies van het IOT worden hierna schematisch weergegeven. Zie bijlage 4 Voorzitter: Leden op afroep:
Zorgcoördinator Leerling-coördinatoren Counselor Remedial teacher Taalondersteuner Faalangstreductietrainer Examenvreesreductietrainer Mentoren Persoonlijke begeleiders LGF-leerlingen Rouwverwerking
De zorgkaart wordt door mentor of leerling-coördinator aangemaakt in Magister, het schooladministratieprogramma. De betreffende zorgcoördinator neemt de zorgvraag vervolgens in behandeling.
2.4.2
Functie en samenstelling Ondersteuningsteam (OT)
Het SWV heeft de functies van IOT, OT en ACT vastgesteld waardoor het OT op alle scholen een vastgestelde procedure volgt. IOT, OT en ACT zijn advies organen in een oplopende reeks van ondersteuningsadvies. Door het OT eerder in stelling te brengen, kan het OT meer een ondersteunende rol spelen en vanuit de diverse disciplines kijken welke ondersteuning de leerlingen nodig hebben. Het OT zorgt ervoor dat alle informatie over de leerling verzameld wordt en kan een platform zijn waarin de experts elkaar positief bevragen naar de mogelijkheden van de leerling. Het OT zal om die reden professioneel geschoold en gecoacht worden. a. Een verdere professionalisering van het OT is cruciaal voor het goed kunnen functioneren van de interne ondersteuningsstructuur van de school, maar ook voor de werkwijze van de ACT. De scholen zullen via scholing en ‘training-on-the-job’ het OT veel meer in stelling moeten brengen. b. Het OT neemt de beslissing zelf om diagnostisch onderzoek uit te laten voeren. Door onderzoek eerder in het traject in te zetten, kan sneller de juiste behoeftes worden vastgesteld en kan de
Pagina 23
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
school gerichter en eerder zelf de juiste ondersteuning aan de leerling bieden. Het OT bepaalt zelf de procedure, de kosten van onderzoek worden betaald uit het schoolbudget. Hier kan de diagnosekracht van de ‘orthopedagogenpool’ een rol spelen. OT brengt de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de individuele leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in beeld. Voor een beperkt deel van de leerlingen zal de onderwijsleeromgeving aangepast dienen te worden. Bij het in beeld brengen hanteert de school/OT het door het SWV voorgestelde format OndersteuningsPerspectiefPlan (OPP) gebaseerd op Indicatiestelling Vanuit Onderwijsbehoefte (IVO). Bij het inzetten van extra ondersteuning aan een leerling, hanteert het OT een IHGD (integraal handelingsgerichte diagnostiek). De focus ligt op de mogelijkheden en de ondersteuningsbehoefte van de leerling in plaats van op de tekorten en problemen. De werkwijze is vraag gestuurd en oplossingsgericht: welke onderwijsleersituatie past het best bij deze leerling en waar kan deze goed worden aangeboden? Door uit te gaan van de mogelijkheden van de leerlingen, worden medische, psychologische of psychiatrische kenmerken alsmede de handelingsverlegenheid van de school wel meegewogen, maar zijn deze niet het vertrekpunt voor de diagnostiek. Ten eerste voorziet IHGD in een goed omschreven, stapsgewijze diagnostiek waardoor een systematische advisering is gewaarborgd. IHGD vraagt om een constructieve samenwerking tussen ouders en leerling, school en hulpverleners. Ten tweede biedt IHGD de school de mogelijkheid de ondersteuningsbehoefte van de leerling in kaart te brengen en de mogelijke invulling van deze behoefte vorm te geven. We hebben gezien dat voor leerlingen waarvoor extra onderwijsondersteuning wordt ingezet, er ook sprake kan zijn van extra jeugdzorgondersteuning. Het OndersteuningsPerspectiefPlan (OPP) biedt handvaten waarmee de docent het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van de leerling. Nu is de primaire taak van de docent onderwijs geven en een goed pedagogisch klimaat realiseren. De rol met betrekking tot jeugdzorgondersteuning is voor hem/haar beperkt, maar wel van wezenlijk belang voor de leerling. De CJG-partners (Centrum voor Jeugd en Gezin) en de al reeds in het gezin aanwezige hulpverleners beslissen nu over de aard van de jeugdzorgondersteuning. De inzet van een frontlijnmedewerker zal de besluitvorming tot ondersteuning en aard van de ondersteuning gaan stroomlijnen. Deze frontlijnmedewerker doet dit in samenspraak met OT en met de ouders en volgt het principe van één kind, één plan, waar (zo nodig en mogelijk) de schoolondersteuning deel van uitmaakt. De integraliteit zit in de afstemming en raakpunten tussen onderwijs en zorgondersteuning. De gehanteerde methodiek IHGD is hierop gericht. Het OT komt eens in de zes weken samen. Ouder(s)/verzorger(s) dienen toestemming te geven voor de bespreking van hun kind. Met het OT willen we bereiken dat: de kwaliteit van besluitvorming over leerlingen met hulpvragen toeneemt. door afstemming van de zorg nog beter maatwerk mogelijk is. geen leerlingen tussen wal en schip raken. er geen onnodige overlap of lacunes zijn in de zorg en er een sluitend netwerk en vangnet is. er snelle inzet van passende hulp gewaarborgd is. de basiszorgstructuur beter in staat is om alle leerlingen de zorg te geven die ze nodig hebben.
Pagina 24
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Ouder(s)/verzorger(s) dienen toestemming te geven voor de bespreking van hun kind. De functies van het OT worden hierna schematisch weergegeven. Zie bijlage 5 Voorzitter: Leden:
adjunct-directeur ‘zorg’ Zorgcoördinatoren Leerling-coördinatoren (op afroep) Leerplicht Ambtenaar Jeugdgezondheidszorg GGD (verdwijnt per 1-8-2015) GGZ Schoolmaatschappelijk werk Politie Bureau Jeugdzorg Contour De Twern
Bijlage 6: Taken externe schoolondersteuningsfunctionarissen OT + overige ondersteuning Bijlage 7 : Aanmeldformulier OT Bijlage 8: Handleiding OT-bespreking Bijlage 9: Een totaaloverzicht van de in te zetten uren met betrekking tot ondersteuning op het d’Oultremontcollege
2.4.3
Functie en samenstelling Adviescommissie Toelaatbaarheid (ACT)
De ACT heeft in ons SWV vier taken: 1. Ten eerste geeft zij de Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af voor leerlingen die naar het VSO moeten. 2. Ten tweede geeft zij advies aan de scholen en de directeur van het SWV met betrekking tot de toelaatbaarheid van een leerling die (tijdelijk) naar een tussenvoorziening moet. 3. Ten derde geeft zij advies aan scholen (op aanvraag van de scholen) bij de toepassing van een onderwijsondersteuningsarrangement op betreffende school of andere school (bij detachering). 4. Ten vierde geeft zij advies aan scholen en de directeur van het SWV bij (niet) toelating van nieuwe leerlingen in klas 1 of hoger wanneer een thuiszitproblematiek dreigt. In deze paragraaf wordt de rol van het OT en ACT besproken. Binnen de rol van het OT is er de rol van het IOT die hier zijdelings aan de orde komt. Er kan sprake zijn van ondersteuningstoewijzing bij binnenkomst van een nieuwe leerling, maar ook toewijzing aan reeds op school zittende leerlingen die vast dreigen te lopen. De school waar de leerling wordt aangemeld of staat ingeschreven verzamelt informatie over de leerling gericht op de ondersteuningsbehoeften van deze leerling. De ondersteuningsbehoeften worden gerelateerd aan de 5 IVO-velden (Indicatiestelling Vanuit Onderwijsbehoefte): 1. aandacht & tijd 2. materialen 3. ruimtelijke omgeving 4. expertise 5. samenwerking met ketenpartners.
Pagina 25
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Motto hierbij is ‘wat heeft de leerling nodig?’. Wanneer de school op grond van haar ondersteuningsprofiel niet (meer) kan voldoen aan de ondersteuningsbehoeften van de leerling gaat de vraag naar het bovenschools niveau: naar de ACT als adviserend orgaan van het bestuur c.q. de directeur van het SWV. De ACT heeft inzicht in alle ondersteuningsprofielen van de scholen van het SWV, inclusief de scholen voor VSO en de bovenschoolse voorzieningen die het SWV heeft ingericht. Alvorens in te gaan op de taak van ACT, geven we hier schematisch weer de rol en taken van het IOT, OT en ACT.
Pagina 26
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Functie Screening en probleemtaxatie Voorbeeld: de school screent alle leerlingen in leerjaar 1 op dyslexie met behulp van instrumentarium conform protocol Dyslexie Hulpvraag formuleren Voorbeeld: IOT geeft als hulpvraag ‘leerling verzuimt veel, heeft net name moeite met het op tijd in de les komen bij het eerste lesuur Hulpvraag (eventueel) herformuleren en vaststellen Voorbeeld: OT geeft als hulpvraag ‘leerling moet thuis eerst voor twee broertjes zorgen, voordat hij zelf naar school gaat want moeder is opgenomen in psychiatrische inrichting en vader werkt. Twee andere kinderen zitten in respectievelijk groep 2 en groep 5 van de basisschool. Leerling grijpt deze zorg ‘graag’ aan om (delen van) lessen te missen. Gezien zijn prestaties kan de leerling niets missen’. Doelen bepalen met betrekking tot leren (alleen onderwijsperspectief) Voorbeeld: de leerling behaalt voor elke toets waarbij spellingvaardigheid wordt gemeten minimaal een 5. Doelen bepalen met betrekking leren + sociaal-emotioneel functioneren (multidisciplinair perspectief) Voorbeeld: de leerling mag per week nog maar 1x een woede uitbarsting laten zien. Hij leert opkomende woede bij zichzelf te signaleren en zichzelf een time out te geven van 5 minuten (Aanvullend) Diagnostisch onderzoek Opmerking: de scholen hebben geen eigen psychodiagnostici in huis; zou via SWV (ACT) kunnen verlopen en vragen advies m.b.t. expertise aanvullende diagnostiek. Voorbeeld: OT geeft aan dat leerling persoonlijkheidsonderzoek nodig heeft omdat een stoornis in het autistisch spectrum wordt vermoed. Als we dit bevestigd zien kunnen we afspraken maken hoe we hier als team mee omgaan en welke acties we uitvoeren. Als het niet bevestigd wordt zullen we moeten heroverwegen waarom deze leerling zo veel conflicten heeft met leeftijdgenoten en waarom de leerling aangeeft zich verloren te voelen op school’. Bieden/activeren ondersteuning leerlingen/docenten/ouders Voorbeeld: docenten worden door zorgcoördinator uitgedaagd de leerling een week lang niet uit de les te verwijderen. Teamleider wordt gevraagd om docenten waarbij leerling nooit uit de les wordt gestuurd hun aanpak te delen met de docenten die de leerling regelmatig uit de les verwijderen. Voorbereiden integrale indicatiestelling Opmerking: betreft ‘voorsorteren’ onderwijsleersituatie + route (extra ondersteuning) Voorbeeld: Leerling is gediagnosticeerd met ADHD en vermoedens ODD; thuissituatie is in het geheel niet ondersteunend (gescheiden
IOT x
OT
ACT
x
x
x
x
X
x
x
Pagina 27
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
ouders; moeder psychiatrisch patiënt; geen brusjes); cognitief vermogen laag gemiddeld, vorderingen blijven achter bij verwachting. Voorsorteren naar project Op de rails. N.B. ACT geeft uiteindelijk advies.
Pagina 28
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Functie Toelichting aan docenten / mentoren / zorgfunctionarissen Voorbeeld: zorgfunctionaris (kan zowel uit IOT als OT zijn) legt in team uit wat de consequenties zijn van het thuismilieu waarin de leerling momenteel verkeert op het functioneren op school; Voorbeeld: jeugdarts legt uit wat de medische beperkingen van een leerling betekenen voor het functioneren op school en in de peer group Coördinatie en opvolging van de ondersteuning en/of jeugdzorg Opmerking: IOT voor intern, OT voor extern Voorbeeld OT : Zorgcoördinator bespreekt met teamleider de doelen en activiteiten die door alle lesgevers en onderwijsondersteuners (pedagogische conciërge!) de komende periode moeten worden uitgevoerd betreffende deze leerling. Voorbeeld OT: Zorgcoördinator stemt af met schoolmaatschappelijk werker, leerplichtambtenaar en jeugdarts over het terugdringen van het verzuim, zoals besproken bij de hulpvraag en de geformuleerde doelen Handelingsactivering docenten / mentoren / ondersteuners / zorgfunctionarissen Voorbeeld: Zorgcoördinator legt in team uit wat ‘de bijsluiter’ van de leerling is in termen van ‘doe dit niet’ en ‘doe dit wel’ Deskundigheidsbevordering schoolfunctionarissen Voorbeeld: schoolmaatschappelijk werker professionaliseert het team in het herkennen van kindermishandeling Voorbeeld: (preventief) ambulant begeleider professionaliseert het team in het omgaan met oppositioneel gedrag Activerende preventie Voorbeeld: Na enkele leerlingen in het IOT te hebben besproken die gepest worden op school wordt een pestproject opgezet Samenwerking en afstemming in de keten Voorbeeld: zorgcoördinator zorgt ervoor dat geestelijke gezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk onderling afstemmen over aanvullende diagnostiek (liever parallel proces dan opvolgend) Evaluatie en monitoring Voorbeeld: Elk gremium genereert data (liefst minimum variant afspreken op niveau SWV). Bij voorbeeld: leeftijd, geslacht, leerjaar, Cito eindscore, IQ, leerachterstanden, diagnoses, presentie (verzuim), incidenten (gedrag),aantal leerlingen per OT, effecten van ingezette interventies (% doel bereikt) Toetsing van gehanteerde verwijsprocedures Voorbeeld: uitvoering dossier onderzoek naar ‘minimale stoffering’, zoals IOT heeft hulpvraag en ondersteuningsbehoeften geformuleerd, school heeft doelen geformuleerd, school heeft interventies ingezet en geëvalueerd, leerling is in OT besproken en ‘voorsortering’ naar passende leeromgeving.
IOT x
OT x
ACT
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Pagina 29
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Advies passende onderwijsleeromgeving Voorbeeld: school en OT hebben voorgesorteerd voor bovenschoolse voorziening X, ACT toetst inhoudelijk en procedureel en ziet dat alle stappen zijn gezet; geeft advies. Directeur geeft op basis van advies ACT formeel een ‘go’ of ‘no go’.
x
De toepassing van dit schema van screening en probleemtaxatie op de scholen heeft laten zien dat de diagnosekracht op meerdere scholen nog onvoldoende is. Er zijn scholen die in parttime dienst een orthopedagoog inzetten, er zijn echter ook scholen die geen orthopedagoog hebben. Het tekort aan expertise op dit punt moet worden weggewerkt, anders ontstaan er verkeerde hulpvragen en verkeerd ‘passend onderwijs’. Het SWV zal zich sterk maken om te komen tot een orthopedagogenpool waarbij alle orthopedagogen onder leiding van een functionaris/de directeur ingezet kunnen worden op meerdere scholen. Ook zal bezien worden of uitbreiding nodig is en of het verzoek om twee schoolpsychologen op te leiden in werking kan worden gezet.
Pagina 30
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 3 – Ondersteuningsstructuur 3.1
De algemene visie van de school: waar we voor gaan
Het OMO omschrijft haar missie als volgt: De belangrijkste taak van OMO en haar scholen is om jonge mensen van 12 tot en met 18 jaar, ongeacht hun talenten en sociale achtergrond, met goed onderwijs voor te bereiden op vervolgonderwijs en in het verlengde daarvan op een plaats in de maatschappij. De visie op onderwijs binnen OMO Scholengroep de Langstraat is gericht op alle leerlingen die zijn toegelaten en laat zich vatten in de vier deelaspecten: Het is ons doel om al onze leerlingen op te leiden tot zelfstandige en verantwoordelijke wereldburgers. Die op hun manier een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving van vandaag én van de toekomst. Daarom onderscheiden we in ons schoolbeleid vier speerpunten: 1. Onderwijs op maat We willen kennis en vaardigheden bijbrengen op een passend niveau. Daarbij vinden we optimale leerprestaties belangrijker dan maximale leerprestaties. Want elke leerling verdient het onderwijs dat het beste past bij zijn of haar intellectuele capaciteiten én karakter. Ons onderwijs houdt daarom rekening met onderlinge verschillen tussen leerlingen. We stellen onszelf daarin steeds drie vragen: wie is deze leerling? Wat kan hij? En, wat wil de leerling? 2. Respectvol samenleven In het verlengde van de opvoeding van de ouders/verzorgers willen we waarden overdragen. In de eerste plaats: respectvol omgaan met elkaar en met elkaars mening. Want leidt een respectvolle samenleving uiteindelijk niet tot een veilige en kansrijke maatschappij? De school wil hierin het voorbeeld zijn. 3. Zorg om onderwijsdoelen te realiseren Soms hebben leerlingen zorg nodig om gestelde onderwijsdoelen te realiseren. Uiteraard biedt de school in die gevallen de benodigde hulp. Voor zorg die geen verband houdt met het leerproces heeft de school een signaalfunctie. In die gevallen zal verwezen worden naar andere instanties. 4. Meer dan goed onderwijs Het vormende aspect van onderwijs zit niet alleen in lessituaties. Activiteiten die buiten het wettelijk vastgestelde leerplan liggen, verrijken leerlingen op maatschappelijk, cultureel, sportief en godsdienstig gebied. We werken planmatig en gericht aan de vorming van jonge mensen tot verantwoordelijke wereldburgers. Visie op onderwijsondersteuning De school wil iedere leerling de mogelijkheid bieden om het maximale uit zichzelf te halen door zijn talenten te benutten en verder te ontwikkelen en door te leren omgaan met zijn beperkingen. Elke
Pagina 31
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
leerling, die belemmeringen ondervindt in zijn ontwikkeling komt in aanmerking voor begeleiding, oplopend van basisondersteuning tot meer specifieke, op behoefte afgestemde, begeleiding. Het uiteindelijke doel is om de leerlingen bij het verlaten van de school een diploma mee te geven, passend bij de gevolgde onderwijsvorm. Mocht dit niet realiseerbaar zijn, dan is een certificaat/getuigschrift beschikbaar. Dit heeft te maken met het gegeven dat gaandeweg het leertraject aanpassingen in het onderwijsaanbod worden gedaan. Oorzaak hiervan moet gezocht worden in school-, docent- of omgevingsfactoren (o.a. rol ouders). Ondersteuning, geboden aan leerlingen is geïntegreerd en in samenhang opgenomen in het onderwijsleerproces van de school, zodat er voor leerlingen de mogelijkheid bestaat het maximale uit zichzelf te halen. De begeleiding is afgestemd op de behoefte van de leerling waar het uitgangspunt is om recht te doen aan verschillen. We willen dit bereiken door het aanbieden van een krachtige leeromgeving. Door het inzetten van het speerpunt ‘de goede les’ (zie schoolplan) zal deze begeleiding (ondersteuning) zoveel mogelijk in de reguliere lessen en in de begeleiding door de mentor worden geboden. Daar waar nodig levert de school ondersteuning en begeleiding buiten de reguliere lessen. Zie hiervoor de vorige hoofdstukken. De school beschikt over een, in het vorige hoofdstuk beschreven, uitgebreid intern ondersteuningsaanbod. De leerling wordt gekend. Docenten en mentoren zijn op de hoogte van de kwaliteiten en belemmeringen van de leerling en zijn directe omgeving. Zij zijn meer en meer bekwaam om maatwerk te leveren in de lessen. Ouders zijn verantwoordelijk en worden als zodanig gekend en betrokken bij de zorg die aan leerlingen wordt geboden. Onderwijs en zorg vloeien in elkaar over. Ouders en school gaan als het ware een partnerschap aan om van beide kanten de ondersteuning te optimaliseren. Het d’Oultremontcollege kenmerkt zich door een sterke basisstructuur en een veilig schoolklimaat. Binnen de schoolcultuur is er sprake van een goede afstemming tussen onderwijs en begeleiding (tweede- en derdelijns ondersteuning), waardoor er sprake is van een vangnet voor kinderen die extra ondersteuning en aandacht behoeven.
3.2
Doelen/Verwachte resultaten
We splitsen onze doelen en verwachtingen uit in verschillende lagen van begeleiding. Wat hoort bij elke laag. Vrij vertaald: basis, extra en zware ondersteuning (eventueel in combinatie met externe instanties.). Ondersteuningsniveau 1 (basisondersteuning) Het doel wat het d’Oultremontcollege haar zelf stelt voor de komende jaren is om de ingeslagen weg op het gebied van ondersteuning aan leerlingen, waar nu sprake van is, te behouden. Vele zaken verlopen goed en moeten we continueren. Docenten, begeleiders, leden van het ondersteuningsteam zijn goed op elkaar ingespeeld. In het kader van passend onderwijs is het van groot belang binnen ons ondersteuningsprofiel onze mogelijkheden en onmogelijkheden duidelijk aan te geven. We willen de capaciteit van de eerstelijns ondersteuning vergroten en verbeteren. Dit is de ondersteuning door mentor en vakdocent.
Pagina 32
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Aandacht voor de leerproblemen, die met name bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde een rol spelen. Tevens dient er aandacht te zijn voor gedragsproblemen, die een juiste werkaanpak belemmeren, zoals problemen met structureren, ordenen, concentratie en motivatie. We streven op het d’Oultremontcollege maatwerk na. De ruimte hiervoor vinden we bij zowel in de mentormomenten als in de reguliere lessen. Binnen de leerlingbespreking worden keuzes gemaakt in de verdere begeleiding van de leerling buiten de les.
De docent is verantwoordelijk voor het aanbieden, begeleiden en controleren van het aangepaste programma. In het kader van ‘de goede les’ worden docenten meer en meer gestuurd aandacht te hebben voor de meer individuele begeleiding van de leerling in de klas. Op verzoek van de docent/mentor kan het intern ondersteuningsteam de docent zelf ondersteunen dan wel de leerling hulp bieden. Hulp van het intern ondersteuningsteam aan de leerling buiten de les is een kortdurend traject. Deze kortdurende hulp aan de leerling door experts (zie hoofdstuk 2) kan indien nodig en mogelijk een vervolg krijgen door een aanvullend of aangepast programma. Ook wordt er van de eerstelijns ondersteuning steeds meer expertise gevraagd op het gebied van specifieke leerproblemen. Taak van docenten is het signaleren van problemen, leerlingen met problemen in de les begeleiden door uitvoeren van het (individuele) handelingsplan, aanpassen van instructie en desgewenst variatie in werkvorm en lesstof. Tevens behoort het tot de taak van docenten veel voorkomende leerproblemen zoals dyslexie , dyscalculie en (daar waar mogelijk) leerlingen met ASS-kenmerken te signaleren. De docenten zijn bekend met de kenmerken van veel voorkomende leerproblemen. In het d’Oulboek zijn de handelingswijzers hiervoor opgenomen. De docenten voor Nederlands, Engels en Wiskunde moeten bekwaam zijn om naar aanleiding van de signalering het probleem in beperkte mate verder te onderzoeken om op grond daarvan een aanpassing te kunnen doen in het programma van de leerling en/of een aanvraag te kunnen doen voor steunles van een expert. De school hanteert hiervoor de toetsen van het CITO-VAS. Als basis voor het optimaal begeleiden van leerlingen dient veel aandacht geschonken te worden aan het pedagogisch didactisch klimaat c.q. een veilige motiverende leeromgeving. Docenten bieden in hun lessituatie de ruimte en mogelijkheid om leerlingen met sociaal-emotionele - en gedragsproblemen te helpen. Zij streven eenheid in de begeleiding na en evalueren dat regelmatig in mentorgesprekken met de leerling coördinator van betrokken leerjaar. De coördinator stuurt in dezen het evaluatieproces. Ondersteuningsniveau 2 (extra ondersteuning) Mentoren en docenten worden in hun begeleiding aan leerlingen, daar waar dit noodzakelijk is, ondersteund door experts voor wat betreft het herkennen van problemen, aanpassing van het programma en begeleiding van een leerling. Voor het signaleren en het herkennen van leerproblemen kunnen de experts zowel een groep docenten als individuele docenten ondersteunen. Dat kan door collegiale consultatie, begeleiden van de eigen vakgroep, verzorgen van studiebijeenkomsten, enz. De specialist kan desgewenst leerstof en materialen aanreiken. De extra hulp zoals taalondersteuning of remedial teaching wordt in de meeste gevallen individueel gegeven door experts gedurende een beperkte tijd. Docenten kunnen voor een leerling extra
Pagina 33
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
ondersteuning aanvragen. Deze ondersteuning is intensief en gericht op de leerstrategie en de werkwijze. Het aantal specialisten dat de school nu in huis heeft is voldoende voor de hulp die nodig is. Een belangrijke taak van de experts is het ondersteunen van de docenten. In onze organisatie is de meest voor de hand liggende manier in dezen de collegiale consultatie. De experts werken professioneel onder leiding van de twee zorgcoördinatoren.
De experts kunnen hun bekwaamheid vergroten door gebruik te maken van de mogelijkheid van nascholing, waarbij in aanmerking genomen dient te worden dat de geboden scholing relevant is voor de dan geldende onderwijs- leersituatie, waarbij de expert deel uitmaakt van de schoolorganisatie. Niet alleen het profiel van de leerling maar ook het schoolprogramma en de werkwijze in de les zijn leidraad bij de opstelling van het handelingsplan. Het d’Oultremontcollege is daarbij in organisatie een reguliere traditionele school. Doordat we geen leerwegondersteuning aanbieden, kunnen we op dit moment volstaan met de reguliere basisondersteuning, aangevuld met meer op het individu gerichte begeleiding. Voor leerlingen met een zeer ernstige en/of gecompliceerde problematiek geeft het ondersteuningsteam advies aan mentor, vakdocenten en ouders. Zij stelt ook het handelingsplan op. Het ondersteuningsteam voert samen met de mentor het handelingsplan uit of begeleidt de docent bij de uitvoering. Dit geldt ook voor hulp op sociaal emotioneel gebied.
Ondersteuningsniveau 3 en 4 (zware ondersteuning) Bij zeer ernstige en gecompliceerde (leer)problemen wordt bekeken welke hulp de school kan bieden. De zorgcoördinatoren kunnen, na consultatie bij het zorgteam, besluiten dat een langer traject van begeleiding door een specialist nodig is. In het beleid van de school is aangegeven wat de grenzen zijn aan de hulp die leerlingen op het gebied van leerproblemen kunnen krijgen. De hulpvraag kan de expertise van de school te boven gaan. Ook kan de hulpvraag een te zwaar beroep doen op de zorgmogelijkheden van de school. Dat laatste kan het geval zijn als voor leerlingen langdurig individuele hulp nodig is, op meer gebieden hulp van een expert nodig is, de hulp van de expert intensief moet zijn of hulp van een expert gedurende zeer lange tijd nodig is. Indien de hulp, die nodig is, niet, of voor een deel niet door de school geboden kan worden, wordt door de zorgcoördinator aan ouders geadviseerd over hulp buiten de school, nadat overleg heeft plaats gevonden met de betrokkenen. Dit gebeurt in de meeste gevallen in het OT (Ondersteuningsteam), maar is niet strikt noodzakelijk. Soms vraagt een hulpvraag om een meer pragmatische (snellere) oplossing. Het betreft hier met name problemen op sociaal emotioneel gebied. We leiden het af van het orthobeeld en kijken naar het gedrag van de leerling. De school geeft aan hoe de afstemming van schoolse en buitenschoolse ondersteuning wordt geregeld. Daartoe is overleg geweest met de ouders en met de buitenschoolse hulpverlener. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, wordt in overleg met de ambulant begeleider en/of zorgcoördinator bekeken welk ondersteuningsarrangement we kunnen aanbieden. Tevens wordt gekeken hoe docenten en mentoren de directe ondersteuning aan de leerling kunnen geven.
Pagina 34
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Daarbij geeft de school haar grenzen van zorg, die zij kan bieden, aan. Ook in geval van een LGF geldt dat in het geval de school en de ambulante begeleider de hulp niet kunnen bieden, de school aan de ouders advies uitbrengt over hulp buiten de school. Toetsing geschiedt door de ACT. Nadat de ondersteuningsbehoefte in beeld is gebracht, wordt gekeken naar de interne en externe kosten. Afspraken hierover worden gemaakt met het Samenwerkingsverband volgens het principe ‘het geld volgt de leerling’.
3.3
Onderwijsondersteuningprofiel in de school
Een belangrijk onderdeel voor de invoering van passend onderwijs is de vaststelling van zogenaamde ondersteuningsprofielen. Dit geldt voor zowel een gezamenlijk ondersteuningsprofiel van het Samenwerkingsverband, als het profiel van de afzonderlijke scholen. Het blijft de wettelijke verantwoordelijkheid van het Samenwerkingsverband een dekkend ondersteuningsaanbod in de eigen regio te hebben. Om schoolprofielen te kunnen vaststellen is eerder gekozen voor de methode ‘Leerling bij de les!’ (AVS). De simulatietool ‘Leerling bij de les!’ werd hierbij als middel gehanteerd. Middels een bottum-up ontwikkeling binnen de diverse teams werden met behulp van een achttiental orthobeelden aspecten van Passend Onderwijs, actuele teameigen visie op leerlingen met specifieke zorgvragen en randvoorwaarden en ontwikkelingsvragen bediscussieerd. Hiermee probeerden de scholen een draagvlak te creëren voor Passend Onderwijs en inzicht te krijgen in de bestaande en gewenste competenties van de teams en de daarbij gewenste randvoorwaarden. De 27 orthobeelden zijn vastgesteld volgens de keuze: basis, plus of grens. Binnen het Samenwerkingsverband zijn de diverse scholen met elkaar vergeleken. Het werd al snel duidelijk dat 10 van de 27 orthobeelden door alle scholen als basisondersteuningsprofiel (kunde) opgenomen konden worden. Het bestuur van het Samenwerkingsverband heeft daarna verzocht nog eenmaal de overige 17 orthobeelden tegen het licht te houden en het definitieve ondersteuningsprofiel van de school vast te stellen binnen de directie en de medezeggenschapsraad. Na instemming van de medezeggenschapsraad zijn de schoolprofielen van de scholen van OMO Scholengroep de Langstraat gezamenlijk aangeboden aan het bestuur van het Samenwerkingsverband.. Procedureel is alles gelijkmatig verlopen binnen de scholen van SG de Langstraat en scholen hebben een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van hun interne mogelijkheden/beperkingen bij de invoering van Passend Onderwijs. De vier scholen van Scholengroep de Langstraat willen binnen passend onderwijs ‘zorgzame school’ scholen zijn, waarbij via overlegmomenten de grenzen en verwachtingen van de leerlingenzorg daar waar mogelijk verlegd worden en daar waar nodig bewaakt worden. Iedere school heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid, gebaseerd op het eigen ondersteuningsplan.
Pagina 35
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Na de vaststelling van het onderwijsondersteuningsprofiel is de school weer aan zet. Met de vaststelling van het schoolprofiel zal de school immers verder gaan met de uitwerking van passend onderwijs. Aandachtspunten ten aanzien hiervan zijn de volgende: De procedure bij het intakegesprek met de leerling moet duidelijk zijn; Ouders/verzorgers en de afleverende school dienen ons bij de aanmelding in kennis e stellen van eventuele ondersteuning die nodig zou zijn bij het behalen van het diploma; De zogenaamde ‘warme overdracht’ is het fundamentele vertrekpunt voor de begeleiding van de leerling op onze school; Er dient rekening gehouden te worden met leerling afhankelijke factoren; Het moet bij de docenten duidelijk zijn wat van hen verwacht mag worden bij het plaatsen van een leerling met een bepaald orthobeeld; De scholen van Scholengroep de Langstraat hebben geen licentie voor leerwegondersteuning. Dit betekent dat er in principe alleen budget is voor leerlingen die een zgn. leerlinggebonden financiering hebben; De school dient proactief te zijn in het professionaliseren van docenten ten aanzien van de basiszorgstructuur; Van iedere docent mag verwacht worden dat deze handelingsbekwaam is ten aanzien van het werken met leerlingen die in het zogenaamde basiszorgprofiel participeren; Indien een leerling met een bepaald orthobeeld geplaatst wordt, dient gekeken te worden naar de klas en de docenten van deze leerling. Van hieruit dient verder geprofessionaliseerd te worden; De aspecten van de goede les, waaronder het omgaan met verschillen in leeraanbod en gedrag, zijn onderdeel van de gesprekcyclus. Scholing en verdere professionalisering zijn vaste gespreksonderwerpen binnen de gesprekscyclus; Communicatie naar het team bij het plaatsen van deze leerlingen is van essentieel belang. Ondersteuningsprofiel d’Oultemontcollege Zorgprofiel d’OULTREMONTCOLLEGE BASIS Gedragstoornis
Extra(lichte ondersteuning)
1 ADHD/ADD
GRENS(zware ondersteuning 11 ODD
Ontwikkelingsstoornis 2 ASS Leerstoornis Angststoornis
Tic-stoornis
Lichamelijke beperking
3 12 NLD* Dyslexie/Dyscalculie 13 PTSS /dissociatie 14 Schoolfobie 15 OCD (dwangneurose) 16 Automutilatie 4 Gilles de la Tourette (leerling afhankelijk) 5 Slechthorend 17 Zeer slecht ziend 6 Epilepsie 19 Hyperventilatie* 7 Astma 20 Slechthorend/spraaktaal 8 Eczeem
18 Blind
Pagina 36
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Overige
9 Lichamelijke handicap (leerling afhankelijk) 10 Faalangst
23 Affectieve verwaarlozing 24 Reactieve hechtingsstoornis 25 Hoogbegaafd/sensitief 26 Hoogbegaafd/ gedragsproblemen 27 Onrust/concentratie (niet ODD)
21 Verstandelijke handicap 22 Downsyndroom
Ten tijde van het vaststellen en het aanbieden van het schoolprofiel (maart 2014) zijn tevens de volgende opmerkingen geplaatst. Opmerkingen t.a.v. de huidige staat en de beperkingen/mogelijkheden 1. ADHD/ADD
2. ASS
3. Dyslexie/Dyscalculie
4. Gilles de la Tourette 5. Slechthorend/auditief gehandicapt 6. Epilepsie
7. Astma 8. Eczeem 9. Lichamelijke handicap
Basiszorgprofiel: 31 leerlingen ADHD (2.4%) en 20 leerlingen ADD (1.6%). Deze leerlingen hebben in de meeste gevallen geen LGF, een enkeling in verband met dubbele diagnose. Begeleiding bestaat uit mentorgesprekken. Op grond van artikel 55 examenreglement tijdverlenging bij examens. Leerlingen hebben een zogenaamde faciliteitenkaart. Basiszorgprofiel: 22 leerlingen (1,7%). Hiervan hebben 17 leerlingen een LGF. De leerlingen met LGF hebben een vaste docent als persoonlijk begeleider. Daarnaast biedt de ambulante begeleider van het REC de nodige zorg. Voor deze leerlingen zijn we niet handelingsverlegen. De 5 leerlingen die geen LGF hebben, levert de begeleiding financiële problemen op. We zijn niet in alle gevallen handelingsverlegen. Indien nodig wordt externe begeleiding geadviseerd. De meeste docenten die persoonlijk begeleider zijn, hebben de cursus gedragsspecialist en/of gedragscoach (EDUX) gevolgd. Basiszorgprofiel: 111 leerlingen dyslexie (8.7%) en 6 leerlingen dyscalculie (0.5%). Eén leerling heeft beide diagnoses. We bieden rt-faciliteiten in het eerste jaar en/of tweede jaar aan. Er is een dyslexieprotocol. De leerlingen hebben verlengde tijd. Basiszorgprofiel: 1 leerling zonder LGF. Rustige leerling met medicatie. Geen beperkingen. Basiszorgprofiel: 3 leerlingen. We hebben ook vanuit vorige jaren ervaring met enkele leerlingen. Geen beperkingen Basiszorgprofiel: 2 leerlingen met medicatie . Vaste docentbegeleider + AB’er. Tijdverlenging, niet handelingsverlegen. Basiszorgprofiel: 12 leerlingen (0-9%)een aantal leerlingen met medicatie. Geen beperkingen. Basiszorgprofiel: Vanuit vorige jaren ervaringen. Niet handelingsverlegen. Basiszorgprofiel: een leerling met couliakie (darm), een leerling met een hartafwijking, een leerling met bloedstollingsafwijking
Pagina 37
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
10. Faalangst
11. ODD 12. NLD
13. PTSS /dissociatie
14. Schoolfobie
15. OCD (dwangneurose)
16. Automutilatie 17. Zeer slecht ziend / oogafwijking 18. Blind 19. Hyperventilatie 20. Slechthorend/spraaktaal
en een leerling met spierdystrofie. Daarnaast nog 2 leerlingen met een allergie. Uit voorgaande jaren een aantal ervaringen in diverse gradaties. School zoekt steeds de beste begeleidingsmogelijkheden. Meestal ook mogelijk in verband met beschikbaarheid PGB. Basiszorgprofiel: 5 Leerlingen. veel ervaring. Expertise met FART (faalangstreductie training) en EVRT (examenvreesreductie training) Grens: te grote impact ten aanzien van veiligheid. School is handelingsverlegen. Plus: 2 leerlingen. School staat hiervoor open. Leerlingafhankelijk worden er keuzes gemaakt ten aanzien van begeleiding en/of externe begeleiding. Plus: Vaak pas diagnose als leerling al ingeschreven is. In overleg met ZAT de beste interne c.q. externe begeleiding bieden. Meestal doorverwijzing naar o.a. Herlaarhof. Plus: Vaak pas diagnose als leerling al ingeschreven is. In overleg met OT de beste interne c.q. externe begeleiding bieden. Plus: enige ervaring met één leerling. Ondanks dat deze leerling veel aandacht vraagt, zijn we op dit moment niet handelingsverlegen.. Plus: redelijke ervaring. Meestal via ZAT doorverwijzing naar 2e-lijns hulp. Plus: 2 Leerlingen. Leerling afhankelijk naar de beste begeleidingsoplossing zoeken. Positieve ervaringen. Grens: in verband met gebouwafhankelijke factoren. We kunnen geen veilige leeromgeving bieden. Plus: Veel ervaring, niet handelingsverlegen.
21. Verstandelijke handicap
Plus: Niet handelingsverlegen. In overleg eventuele aanpassingen realiseren. Grens: deze leerlingen worden in principe niet aangemeld.
22. Downsyndroom
Grens: deze leerlingen worden in principe niet aangemeld.
23. Affectieve verwaarlozing
Plus: redelijke ervaring en expertise opgedaan. Leerlingafhankelijk, maar meestal doorverwijzing naar 2e-lijns hulp. 24. Reactieve hechtingsstoornis Plus: 1 leerling met deze diagnose. Externe hulpverlening is opgestart. 25. Hoogbegaafd/sensitief Plus: leerlingafhankelijk. We hebben nauwelijks ervaring. We streven hierbij naar kindgerichte begeleiding c.q. doorverwijzing. 26. Hoogbegaafd/gedragsproblemen Plus: enige ervaring. Niet handelingsverlegen. 27. Onrust/concentratie
Plus: uiteraard veel ervaring. Niet handelingsverlegen.
NLD*: Wat ons betreft hoort NLD bij de categorie ASS en daardoor binnen het basiszorgprofiel. Hyperventilatie*: Wat ons betreft dient dit geplaatst te worden binnen het basiszorgprofiel.
Pagina 38
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
NB: Het d’Oultremontcollege heeft vijf leerlingen met DCD/dyspractie (Developmental Coordination Disorder). We missen dit orthobeeld in het overzicht van het Samenwerkingsverband.
3.4
Beschrijving basisondersteuning
Onder basisondersteuning verstaan we de basis- en breedteondersteuning die op elke school binnen het Samenwerkingsverband beschikbaar is. Uitgangspunt is at deze basisondersteuning toereikend is voor het behalen van een diploma en dat leerlingen kunnen functioneren zonder da de eigen veiligheid of die van hun omgeving in het geding komt. Het Samenwerkingsverband de Langstraat combineert waar mogelijk expertise vanuit verschillende disciplines, zoals ambulante begeleiding, schoolmaatschappelijk werk en jeugdzorg. Het Samenwerkingsverband wil op die manier een onnodig beroep op zware ondersteuning voorkomen, bijdragen aan het tegengaan van vroegtijdige schooluitval en een sterk ontwikkelingsgerichte leeromgeving voor leerlingen stimuleren. De handelingswijzers, zoals opgenomen in het d’Oulboek van de school geven weer hoe wij omgaan met de ondersteuning.
3.5
Beschrijving extra ondersteuning met Extra
Leerlingen voor wie de basisondersteuning niet voldoende is, komen in aanmerking voor extra ondersteuning. Dit kan in de vorm van bovenschoolse voorzieningen in het Samenwerkingsverband, het vso of de geïndiceerde jeugdhulpverlening. Er zijn veel soorten onderwijsarrangementen en voorzieningen mogelijk, eventueel in combinatie met instellingen voor jeugdzorg en jeugdhulpverlening. Onderwijsarrangementen Extra onderwijsondersteuning lp de reguliere school: scholen geven deze ondersteuning op verschillende manieren vorm, bijvoorbeeld met kleinere klassen, een vaste groepsleerkracht, specifieke ondersteuning van specialisten uit de eigen school of uit het speciaal onderwijs of vanuit hulpverlening. De ondersteuning valt onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de school De handelingswijzers, zoals opgenomen in het d’Oulboek van de school geven weer hoe wij omgaan met de ondersteuning.
3.6
Beschrijving ondersteuning, wanneer de grenzen van de school worden overschreden
Ook binnen passend onderwijs zijn er grenzen. De grenzen zijn ingegeven door de veiligheid en/of de inrichting van de school ontoereikend is. Een grens betekent dat een school handelingsverlegen is en dus de leerling naar elders moet verwijzen. Onze grens, waarbij in aanmerking kan worden genomen dat elke individu afzonderlijk gescreend kan worden ligt bij de volgende orthobeelden: ODD, blind, verstandelijk gehandicapt, syndroom van Down. Bovenschools zijn we gezamenlijk verantwoordelijk als participant in het Samenwerkingsverband. Zie hiervoor ook het Ondersteuningsplan van het SWV.
Pagina 39
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Onze school heeft geen leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) hetgeen betekent dat wij op dat gebied geen ‘extra ondersteuning’ kunnen en mogen bieden.
3.7
Waar sterk in en waar nog ontwikkeling nodig als het om ondersteuning gaat
Zoals eerder in dit hoofdstuk beschreven wil het d’ Oultremontcollege een school zijn waar leerlingen in staat zijn hun diploma te halen, waarbij oog is voor extra (basis)ondersteuning. Omdat wij geen leerwegondersteuning aanbieden, zijn de mogelijkheden voor leerlingen met leerachterstand beperkt. Tijdens de warme overdracht met de basisschool zijn we ons ervan bewust dat scholen met lwoo leerlingen met bewezen leerachterstanden meer gespecialiseerd zijn dan onze school. Dit betekent niet dat we uitdagingen en geloven in kansen uit de weg gaan. De kracht van goed onderwijs ligt in ‘de goede les’ door de vakbekwame docent. Het d’Oultremontcollege is zich ervan bewust dat verdere professionalisering hierin een continue aandacht vraagt van alle betrokkenen. Ontwikkelpunten Het d’Oultremontcollege heeft beter- en hoogbegaafdheid tot speerpunt gemaakt. Ontwikkelingen op dit gebied zijn thans gaande wat herkenbaar is in de samenwerking met Athena en de Radbouduniversiteit in Nijmegen. We streven ernaar de banden met Athena (school voor beter- en hoogbegaafden) in projectvormen te intensiveren. De start van Versterkt Engels in 2012-2013 is succesvol verlopen. Vanaf 2013-2014 is het aantal leerlingen meer dan verdubbeld. De school staat voor een periode waarbij serieus wordt bekeken of we de afdeling vmbo basis en kader in stand kunnen en willen houden. Op dit moment is dit een zeer kleine afdeling. Wanneer we kiezen voor het afstoten van deze afdeling, zullen contacten met andere vmbo-scholen met een afdeling basis en kader geïntensiveerd worden. Nu het d’Oultremontcollege een goede reputatie heeft opgebouwd voor technasium (eerst voor vwo, sinds drie jaar ook voor havo) is de vraag reëel om na te gaan of het vak Denken & Doen een kans van slagen heeft voor de bètagerichte mavoleerling. We starten hiermee in 2014-2015. Willen we Passend Onderwijs een kans van slagen geven, dan is inzet, scholing en reflectie op het eigen handelen een boeiende uitdaging voor de toekomst. Samen met de collega-scholen binnen het Samenwerkingsverband willen we mede richting geven aan de (kwetsbare) groep leerlingen die aan onze zorg is toevertrouwd. Voor ouders die informatie van onze school nodig hebben met betrekking tot onze ondersteuningsmogelijkheden is een informatiebrief op de schoolsite geplaatst. Zie bijlage 10
Pagina 40
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 4 – Leerlingenstromen 4.1
Overzicht leerlingenstromen
Los van de invoering van passend onderwijs is de schoolleiding continu bezig met de leerlingenstromen. De in-, door- en uitstroomgegevens worden derhalve met enige regelmaat besproken. De bijlagen 10 tot en met 15 geven een aardig beeld van de leerlingenstromen van het d’Oultremontcollege. Met de invoering van passend onderwijs bestaat de mogelijkheid dat leerlingenstromen op enig moment veranderen. De verwachting is dat deze verandering van geringe omvang zal zijn. Dit heeft zeker te maken dat het d’Oultremontcollege een brede scholengemeenschap is die leerlingen van vmbo basis tot en met vwo kan plaatsen. Interne mobiliteit (zowel op- als afstroom) binnen de eigen school is met enige regelmaat aan de orde en komt de uitstroom naar elders ten goede. Ook het gegeven dat leerlingen die leerwegondersteuning nodig hebben (LWOO) niet geplaatst kunnen worden op het d’Oultremontcollege. Hieronder zijn opgenomen: a) Instroom klas 1 totalen en in percentages uitgesplitst naar orthobeeld vanaf 2011-2012. Zie Bijlage 11 b) Totaal overzicht aantal leerlingen per leerjaar en orthobeelden per leerjaar in absolute aantallen en percentages. Zie Bijlage 11 c) Toelatingscriteria leerjaar 1. Zie Bijlage 12 voor de toelatingscriteria van OMO Scholengroep de Langstraat d) In- en Doorstroomgegevens (in bijlage opnemen jaaroverzicht van afgelopen 3 jaar) Zie bijlage 13 e) Afstroom naar andere scholen binnen en buiten de regio (inclusief VSO). Zie bijlage 14 f)
Aantal besprekingsgevallen in OT per leerjaar naar aard van de problematiek en gegeven advies en wel of geen resultaat. Zie bijlage 15
g) Aantal aanmeldingen bij Kern PCL/Rebound en aantal toegelaten of afgewezen leerlingen. Zie bijlage 16
4.2
Conclusie
Pagina 41
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Geconcludeerd kan worden dat het d’Oultremontcollege geen grote aantallen met leerlingen heeft die buiten de reguliere ondersteuning vallen. We wijken daarmee niet af met vergelijkbare brede scholengemeenschappen zonder lwoo. Vooralsnog zijn interventies in het huidig beleid niet aan de orde. De implementatie van Passend Onderwijs vraagt derhalve wel accuratesse voor de toekomst.
Hoofdstuk 5 – Doorlopende leer- en ondersteuningslijnen 5.1 Doorlopende leer- en ondersteuningslijnen De enige doorlopende leer- en ondersteuningslijnen zijn die tussen po en vo. De warme overdracht na de aanmelding is hier een goed voorbeeld van. Het streven is dat alle nieuwe leerlingen op de eerste schooldag op de juiste school in de juiste afdeling kunnen starten. Hoewel de procedure zuiver, tijdrovend en voldoet aan de eisen die aan de warme overdracht gesteld kunnen worden, blijft het advies van de basisschool een moeilijke taak bij sommige leerlingen. Het rendement onderbouw voldoet niet voor alle afdelingen aan de gewenste opbrengst. Via de managementmodule van Magister zijn we meer en meer in staat de basisscholen feedback te geven van het moment van advisering in groep 8 tot de plaats van de leerling in het derde leerjaar (rendement onderbouw). Daar waar sprake is van doorlopende ondersteuningsbehoefte wordt dit uitgewerkt in het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Dit geldt ook voor de leerlingen die reeds geplaatst zijn en gedurende hun schoolloopbaan op het d’Oultremontcollege ondersteuning nodig hebben. Samen met de scholen binnen het Samenwerkingsverband is er een Ontwikkelingsperspectiefplan ontworpen. Het OPP-format van het Samenwerkingsverband is bijgevoegd als bijlage 17.
5.2
Overdrachtsprocedure
a) PO/VO
Overdrachtprocedure bij extra zorg
De meeste leerlingen met een meer dan gemiddelde ondersteuningsbehoefte vanuit het primair onderwijs worden aangemeld via het verlengd Aanmeldtraject (VAT). In samenwerking met WSNS Over Maas en Duin heeft het SWV een VAT opgezet. Het VAT is ingesteld om ouders/verzorgers en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben in het VO te begeleiden in hun schoolkeuze. Leerlingen in het VAT zijn vaak per definitie leerlingen waarvoor extra ondersteuning of zelfs zware ondersteuning (VSO) nodig is. Het traject voorziet in een eerdere aanmelding van deze leerlingen op het VO, zodat PO, VO en ouders meer tijd hebben om de ondersteuningsbehoefte in kaart te brengen en af te stemmen over de gewenste ondersteuning. Het is om die reden dat voor alle leerlingen in het VAT geldt dat zij een OPP krijgen. Door ze in groep 7 al op mee te nemen in dit traject, is er de mogelijkheid om te komen tot een goed en tijdig onderzoek bij aanmelding. hebben richting VSO. Voor het d’Oultremontcollege is het verlengd Aanmeldtraject een belangrijke start bij de aanmelding vanuit het PO. De leerlingen met minder zware ondersteuningsbehoefte worden besproken in de
Pagina 42
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
reguliere warme overdracht met het PO. We hanteren hiervoor het formulier ‘warme overdracht’. Zie bijlage 18. Op het inschrijfformulier bij de aanmelding geven ouders aan of de leerling extra begeleiding nodig heeft.
Verlengd Aanmeldtraject (VAT) In samenwerking met het Samenwerkingsverband PO heeft het DWV een verlengd Aanmeldtraject opgezet. Dit zogenaamde VAT is bedoeld voor leerlingen die overstappen van het PO naar het VO en een extra ondersteuningsbehoefte hebben richting VO of VSO. Het traject voorziet in een eerdere aanmeldingen van deze leerlingen op het VO, zodat PO, VO en ouders meer tijd hebben om de ondersteuningsbehoefte in kaart te brengen en af te stemmen over de gewenste ondersteuning. Voor een verdere beschrijving van het Verlengd Aanmeldtraject wordt verwezen naar hoofdstuk 8 van het Ondersteuningsplan SWV 30.09. b) VO/VSO De afgelopen drie jaar zijn er geen leerlingen van het d’Oultremontcollege doorverwezen naar het VSO. Er bestaat dus geen actuele overdrachtsprocedure voor deze leerlingen. c) VMBO/MBO De overdracht van vmbo naar mbo is afhankelijk van het ROC. De leerlingen van het d’Oultremontcollege stromen uit naar diverse ROC’s, waarbij de meeste leerlingen naar het Koning Willem 1 College in ’s-Hertogenbosch gaan. De schooldecanen hebben hun vaste contactpersonen en zorgen voor een goede overgang en terugkoppeling. d) Aansluiting op arbeid In zeer sporadische gevallen begeleiden we leerlingen naar een arbeidsplaats. Meestal gebeurt dit dan via de tussenvoorziening OPDC (Rebound). Meer informatie is vermeld in het ondersteuningsplan samenwerkingsverband 30.09, hoofdstuk 10.3.
Pagina 43
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 6 – Beleid ouders/verzorgers In het kader van passend onderwijs is de positie van de ouders en de leerlingen heel belangrijk, in de procedure hebben we ze al een plaats gegeven. Privacy is geregeld in artikel 17a lid 14 WVO. Ten aanzien van de ondersteuningsbehoeften en het onderwijsarrangement hebben ouders en leerlingen bepaalde wensen. De checklist biedt de mogelijkheid dat de school daar tijdig aandacht aan besteedt. Bij het formuleren van het OPP zijn de ouders mede ondertekenaar van het perspectief. Gedurende het hele proces blijft de school verantwoordelijk voor de communicatie met en de informatievoorziening richting ouders en leerling. De school verwacht ook van ouders een open communicatie en heeft een vraag opgenomen over de gevraagde ondersteuningsbehoefte opgenomen in het aanmeldingsformulier.
6.1 Informatieverstrekking De informatieverstrekking ten aanzien van de ondersteuningsmogelijkheden naar ouders is geborgd in de voorlichtingsbrochures en presentaties. De website van de school heeft een apart hoofdstuk over onze ondersteuningsmogelijkheden en er is een link op de site aanwezig naar de site van het samenwerkingsverband. Tot slot zijn de directieleden, de zorgcoördinatoren en de leerling Coördinatoren nauw betrokken bij de individuele ondersteuningsvragen Medezeggenschap van de ouders is geregeld en geborgd in de uitvoering van de Ondersteuningsplanraad (OPR). De OPR is samengesteld op het niveau van het Samenwerkingsverband. Voor verdere informatie zie www.swvdelangstraat.nl
6.2 Doorverwijzingsafspraken Voor de doorverwijzingsafspraken wordt verwezen naar het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband. Op blz. 38, 40 en 41 zijn de doorstroomschema’s ten aanzien van zware ondersteuning opgenomen. Ook de afspraken met de Landelijke organisatie van Cluster 1 en Cluster 2 zijn opgenomen in bovenvermeld ondersteuningsplan. Zie blz. 68 en 69. De afspraken met betrekking tot het OPDC (Orthopedagogisch en didactisch centrum) staan vermeld op pagina 68.
6.3 Bezwaar/Klachtenprocedure De wet op het voortgezet onderwijs verplicht Ons Middelbaar Onderwijs om een klachtenregeling vast te stellen en een klachtencommissie in te stellen. Volgens de wet kunnen ouders, leerlingen en personeelsleden klachten indienen over gedragingen en beslissingen van het bestuur of het personeel. Hieronder behoren ook de klachten als ouders/verzorgers de uitvoering van de zorgplicht onvoldoende vinden. Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie. Door de klachtenregeling ontvangen het bestuur en de school signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de goede gang van zaken op school. Met de klachtenregeling van Ons Middelbaar Onderwijs streven we daarom naar een zorgvuldige behandeling van klachten. Zo wordt niet alleen het belang van de betrokkenen gediend, maar ook het belang van de school.
Pagina 44
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Het spreekt voor zich dat klachten op een behoorlijke manier worden afgehandeld. Daarbij nemen we ook ten opzichte van de aangeklaagde een behoorlijke afhandeling in acht. Als een klacht die is ingediend onterecht blijkt te zijn, zullen het bestuur en de directie van de school zich inspannen om de betrokkene indien nodig zo goed mogelijk te rehabiliteren. Het d’Oultremontcollege heeft zoals iedere OMO-school een voorfase klachtbehandeling. Deze voorfase biedt de mogelijkheid een klacht op school af te handelen. Pas als daar geen oplossing uit volgt kan de klacht officieel ingediend worden bij de klachtencommissie. De klachtenregeling is integraal geplaatst op de site van de school. In hoofdstuk 7.1.4 van het Ondersteuningsplan Samenwerkingsverband 30.09 is een paragraaf gewijd aan de geschillencommissie. Zie ook www.swvdelangstraat.nl
Pagina 45
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 7 – Financiële middelen Toewijzing van middelen (lichte en zware ondersteuning) vindt plaats volgens een drietal principes. Een bedrag naar de schoolbesturen (schoolbudget). Het bedrag voor leerlingen die als onderinstroom VSO en als zittende VSO-leerling zijn aan te merken – dit bedrag zal door DUO van het normatieve ondersteuningsbudget worden afgetrokken (leerlingbudget). Een bedrag voor bovenschoolse voorzieningen en projecten (expertisebudget). Het principe van verantwoordelijkheid diep in de organisatie heeft ons doen besluiten om het geld met name door te sluizen naar de scholen. De school echter heeft in ons denken een verantwoording af te leggen van de besteding van de gelden, zodat de leerling daar direct baat bij heeft en de ondersteuningsorganisatie optimaal functioneert ten behoeve van docenten en leerlingen. Schoolbudget Elke school krijgt een deel van de middelen voor lichte en zware ondersteuning. Indien een leerling boven het quotum VSO wordt verwezen, wordt deze leerling door die school bekostigd gedurende de verblijfsduur op het VSO (aangezien er sprake is van directe aftrek door DUO voor de deelname aan het VSO zal dit administratief worden uitgewerkt). Indien een school een leerling boven het quotum (zie verderop in dit hoofdstuk) naar het VSO verwijst wordt dit geregistreerd en ontvangt de betreffende school (op T-1 basis) een factuur. De school geeft aan in welke (‘prijs’)categorie (zie de uitreik van OCW voor de bedragen) een leerling hoort en voor welke termijn. De monitorfunctie van het SWV (de ACT) verstrekt vervolgens een verklaring aan de school en in afschrift aan de ouders (WVO artikel 17a lid 15). In het toekomstige budget voor zware ondersteuning zit ook (per 1-8-2014) het schooldeel van de huidige Rugzakken en (per 1-8-2015). In dat schooljaar geldt nog wel een herbestedingsverplichting voor het AB deel) het deel ambulante begeleiding. De verdeelmethodiek naar de scholen impliceert dat iedere school zelf verantwoordelijk is voor het oplossen van – eventueel aanwezige - formatieve problematiek in verband met het verplaatsen van de Rugzakmiddelen van de VO-scholen naar het bestuur van het SWV. Leerlingbudget Er zijn 2 groepen leerlingen die niet in het reguliere VO het onderwijs volgen, die de inzet van de ACT behoeven. Dit zijn: een specifieke groep kinderen. Dit zijn de kinderen die vanuit het SO doorstromen naar het VSO vanwege hun zeer specifieke ondersteuningsvraag. Hierbij kan gedacht worden aan meervoudig gehandicapten met een IQ < 50. Daarnaast moeten de overige leerlingen die vanuit het SO het advies krijgen naar het VSO te gaan langs de ACT (na aanmelding bij een VO of VSO-school). De ACT zal vervolgens, in overleg met een VO-school, indien er sprake kan zijn van een arrangement in het VO, een advies voor regulier VO geven. VSO-leerlingen die een herindicatie behoeven (in ieder geval in de 1e twee schooljaren na 1-8-2014). Ook hier is terugplaatsing een nadrukkelijke optie. Expertisebudget Het expertisenetwerk/plusvoorziening, Veilige route, Schakelroute, Rebound en MET Pro vormen een kennisnetwerk waar de scholen gebruik van kunnen maken, evenals de functies Herstart/Op de Rails en Time Out. Uiteraard zal hier ook de expertise van het VSO een plek krijgen, hierbij moet gedacht worden aan een pool van (een nog te bepalen deel van) de huidige ambulante begeleiders. Zij worden – zoals reeds eerder opgemerkt - in het vervolg aangeduid als onderwijsondersteuner.
Pagina 46
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
7.1 Speerpunten De speerpunten met betrekking tot de ondersteuning voor de komende vier jaar worden per schooljaar uitgewerkt in het activiteitenplan van de school. Uitgangspunt hierbij is de borging van het huidige ondersteuningsaanbod, zoals aangegeven in Bijlage 9 van dit ondersteuningsplan. In de jaarlijkse evaluatie zullen mogelijk aanpassingen uitgewerkt worden.
7.2 Bekostiging door SWV De gelden vanuit het Ministerie ten behoeve van ondersteuning worden beheerd door het bestuur van het Samenwerkingsverband. In hoofdstuk 9 van het Ondersteuningsplan van het SWV wordt uitvoerig ingegaan op de financiële middelen.
Pagina 47
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 8 – Kwaliteitszorg 8.1 Kwaliteitsnorm De Inspectie van het Onderwijs zal na inwerkingtreding van de Wet passend onderwijs toezicht houden op de uitvoering van deze wet. De inspectie ontwikkelde hiervoor het toezichtkader voor het toezicht op de samenwerkingsverbanden in het primair en voortgezet onderwijs . Het toezicht op de samenwerkingsverbanden is integraal toezicht, want het omvat - in samenhang - zowel kwaliteitstoezicht, nalevingstoezicht als financieel toezicht. De procedure van vaststelling, goedkeuring en publicatie van het toezichtkader is vastgelegd in de Wet op het onderwijstoezicht. Het d’Oultremontcollege streeft ernaar de toetsing van de Inspectie te doorstaan, zowel ten aanzien van het reguliere onderwijs als de ondersteuning, zoals vastgelegd in de Wet Passend Onderwijs. Voor de indicatoren wordt verwezen naar de site van de onderwijsinspectie www.onderwijsinspectie.nl
8.2 Resultaat Het d’Oultremontcollege zal in het schooljaar 2014-2015 de indicatoren van de Inspectie toetsen op de dagelijkse praktijk ten aanzien van de geboden ondersteuning. Daar waar aanpassing nodig is, zal dit worden opgenomen in het jaarlijkse activiteitenplan van de school.
8.3 Audit Eenmaal per twee jaar voert het SWV een audit uit dat toezicht houdt op de kwaliteitseisen die het SWV heeft gesteld in relatie tot schoolnormen. Om een goed inzicht te hebben in de kwaliteit van de basisondersteuning bij de start van passend onderwijs heeft het SWV een 0-meting laten uitvoeren. In dit onderzoek werd onderzocht welke deskundigheid, voorzieningen en materialen elke school ter beschikking heeft voor het begeleiden en ondersteunen van haar leerlingen. In deze 0-meting is inzichtelijk gemaakt welke basisondersteuning de school biedt aan leerlingen bij hun leer- en ontwikkelingsproces. Op 4 juni 2014 zijn de resultaten van de 0-meting binnengekomen. In bijlage 19 is de rapportage voor het d’Oultremontcollege integraal opgenomen. De directie van het d’Oultremontcollege herkent de resultaten van het onderzoek. De school scoort alleen zwak bij de toedeling van tijd en middelen aan mentoren. De schoolleiding herkent de conclusie en is zich bewust van de noodzaak om met name mentoren, als spil in de begeleiding van de leerling, naar behoren te faciliteren in tijd en middelen. Op dit moment zijn de financiële middelen hiervoor echter ontoereikend. De directie is zich ervan bewust dat in de toekomst, wanneer de financiële middelen dit toelaten, tijd en middelen richting mentoraat op het juiste niveau zullen moeten worden gebracht 8.4 Jeugdzorg De resultaten van de samenwerking met Jeugdzorg worden in verband met gewijzigde wet- en regelgeving op dit gebied op een later tijdstip aangeleverd door het bestuur van het Samenwerkingsverband.
Pagina 48
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Hoofdstuk 9 – Geschillenregeling Voor de geschillenregeling is gebruik gemaakt van de tekst zoals beschreven in het Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband. Deze tekst is hieronder integraal overgenomen. Voorafgaand aan eventuele bemiddeling door de landelijke geschillencommissie, zal steeds zogenaamde mediation door de eigen ACT gevraagd worden. De expertise om boven een eventueel geschil te staan is immers geborgd in de ACT. Adres landelijke geschillencommissie Stichting Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht Uit Ondersteuningsplan SWV. Tijdelijk geschillencommissie toelating en verwijdering bij geschil tussen ouders en het bevoegd gezag (artikel 27c, lid 2). Scholen zijn aangesloten bij een geschillencommissie en hanteren de daarvoor geldende procedures bij toelating en verwijdering. Op grond van de Wet Passend Onderwijs neemt per 1 augustus 2014 het bestuur van het SWV de beslissingen over de toelaatbaarheid van een leerling tot het SBO of het (V)SO. Tegen die toelaatbaarheidsverklaring van het SWV kunnen de betrokken ouders en het schoolbestuur bezwaar indienen. Op grond van de Wet Passend Onderwijs dient het SWV voor de behandeling van die bezwaren een adviescommissie te hebben. Die adviescommissie brengt aan het bestuur advies uit over het bezwaar tegen de toelaatbaarheidsverklaring. Na dit advies moet het bestuur een beslissing nemen op het bezwaar. De naam van de commissie is: Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO. Met deze commissie zijn we verzekerd van een onafhankelijke en deskundige adviescommissie. Daarnaast zijn we aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) van Onderwijsgeschillen. Aansluiting bij de commissie betekent dat we bij Onderwijsgeschillen één onafhankelijk en professioneel loket hebben, waar de commissies waar het SWV mee te maken kan krijgen, zijn ondergebracht. Dit betreft de volgende commissies: De Landelijke Commissie voor Geschillen WMS, die bevoegd is voor geschillen tussen bestuur en OPR. De Landelijke Arbitragecommissie Samenwerkingsverbanden, die bevoegd is voor geschillen binnen het SWV. De Landelijke Geschillencommissie OOGO die bevoegd is voor geschillen tussen het SWV en de gemeente in het overleg over het OP. De Landelijke Bezwaaradviescommissie Toelaatbaarheidsverklaring SBO/(V)SO, die bevoegd is in bezwaren tegen de toelaatbaarheidsverklaring van het SWV. De Landelijke Klachtencommissie Onderwijs, die bevoegd is in klachten over beslissingen en gedragingen van het bestuur, de bestuurder(s) en de medewerker(s) van het SWV. Voor het kind wordt bij extra ondersteuning een traject gevolgd waarbij binnen zes (uiterlijk tien) weken door school wordt onderzocht welke extra ondersteuning nodig is en of de betreffende school
Pagina 49
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
dat kan bieden. Zo niet, dan moet de school met ouders op zoek naar een andere reguliere school met passend onderwijs of wordt het plaatsing op LWOO of Pro. Uitgangspunten: a. In het traject van extra ondersteuning en proces van aanmelding en toelating geeft de school ruimte voor de visie van de ouders en de leerling. Mogelijke wensen ten aanzien van de invulling van de ondersteuningsbehoefte zullen gemotiveerd in het aanmeldingsdossier opgenomen worden. Indien mogelijk houdt de ACT bij het formuleren van haar advies rekening met de visie en de wens van ouders en de leerling. Als het in het belang van de leerling niet mogelijk is om aan deze wensen te voldoen, dan is het noodzakelijk dat de ACT zorgt voor een goede verslaglegging en een heldere uiteenzetting van haar motivatie. b. ACT stuurt haar advies over het arrangement en eventuele opmerkingen (zienswijze) naar de school (zorgcoördinator) en de school voor VO stuurt het naar de ouders/verzorgers. Ook voor de verdere uitvoering van het arrangement is de school het communicatiekanaal naar ouders. c. Het SWV heeft een bezwaarprocedure met betrekking tot toelaatbaarheid, zodat ouders weten wat zij kunnen doen als ze het niet eens zijn met een beslissing van de school of een advies van de ACT ten aanzien van toelaatbaarheid. d. Er is een uitgewerkte procesgang in het kader van de zorgplicht. De scholen overleggen samen met het VSO ieder jaar eind april over de eventueel nog niet geplaatste leerlingen en om te kijken wie van hen deze leerlingen wel op zich kan nemen. Pas na deze vergadering worden de ouders ingelicht, zodat die meteen een goede motivatie en een goed alternatief aangeboden krijgen. De casemanager die ook verantwoordelijk is voor het VAT kan indien nodig ook een rol spelen in de gesprekken tussen ouders en de school. Uiteindelijk is de school (in het kader van de zorgplicht) waar de leerling is aangemeld, verantwoordelijk voor de communicatie met de ouders. Het OPP wordt vastgelegd en mede ondertekend (wettelijk verplicht) door ouders/verzorgers en opgenomen in een format. Bij een geschil tussen ouders en school van aanmelding, is er een geschillenprocedure waarbij de ouders hun geschillen kunnen voorleggen aan de geschillencommissie.
Pagina 50
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
BIJLAGEN
Pagina 51
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 1: Verantwoordelijkheid Samenwerkingsverband en Schoolbestuur, uit Toezichtkader Inspectie Het samenwerkingsverband heeft de verantwoordelijkheid om binnen de regio tot een samenhangend geheel aan voorzieningen voor extra ondersteuning te komen en de beschikbare financiële middelen zodanig te verdelen, dat optimale ondersteuning binnen het bereik van alle leerlingen komt. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de geboden ondersteuning op zijn school. Als uit het toezicht op de school blijkt dat de kwaliteit van de extra ondersteuning op de school niet aan de basiskwaliteit voldoet, spreekt de inspectie daarop in de eerste plaats het schoolbestuur aan. Indien de inspectie echter concludeert dat het schoolbestuur de vereiste kwaliteit niet kan leveren vanwege het beleid van het samenwerkingsverband, spreekt de inspectie ook het samenwerkingsverband aan. Andersom kan het zo zijn dat het samenwerkingsverband niet tot een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen komt, omdat bepaalde scholen zich niet houden aan gemaakte afspraken. In dat geval spreekt de inspectie het samenwerkingsverband aan, omdat deze de primaire verantwoordelijkheid hiervoor heeft. De inspectie kan in aanvulling hierop echter ook het desbetreffende schoolbestuur aanspreken. In de praktijk zal er regelmatig samenhang zijn tussen de verantwoordelijkheden van beide partijen; de mate waarin een schoolbestuur in staat is de zorgplicht in te vullen, wordt deels beïnvloed door de mate waarin het samenwerkingsverband hiervoor de juiste voorwaarden biedt. Het is goed om daarbij helder voor ogen te houden dat het de schoolbesturen zijn die het samenwerkingsverband vormen; zij maken op het niveau van het samenwerkingsverband afspraken over de inrichting van de voorzieningen voor extra ondersteuning. Interventies door de inspectie vanwege achterblijvende kwaliteit of op het terrein van de naleving van wet- en regelgeving kunnen daarom gericht zijn op het samenwerkingsverband, op het schoolbestuur of op beide.
Pagina 52
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 2: Overzicht scholen SWV VO en SWV PO , situatie per 1 augustus 2014” Gemeente Aalburg Den Biekurf (Babyloniënbroek) Prins Willem Alexander (Eethen) Het Fundament (Genderen) De Ark (Meeuwen) Oranje Nassau (Veen) De Hoeksteen (Wijk en Aalburg) J. Henri Dunant (Wijk en Aalburg) Willem van Oranjecollege (Wijk en Aalburg) Prinsentuincollege (Andel / gem. Woudrichem) Gemeente Heusden • Drunen: de Bolster, Olof Palme, de Duinsprong, JongLeren, de Regenboog • Elshout: Th. J. Rijken • Oudheusden: de Leilinde, de Dromenvanger • Heusden: Johannes Paulus • Nieuwkuijk: ‘t Kompas • Vlijmen: de Bussel, ‘t Palet, Vijfhoeven, Voetius, de Wilgen • Haarsteeg: Lambertus • d’Oultremontcollege / Drunen Gemeente Loon op Zand • Kaatsheuvel: den Bussel, de Hil, de Kinderboom, Klimop, Theresia, de Touwladder, de Vaert • Loon op Zand: de Blokkendoos, de Lage Weijkens, de Vlinderboom • De Moer: de Start • Kaatsheuvel: Van Haestechtcollege Gemeente Waalwijk • Sprang-Capelle: de Bron, de Krullevaar, Prins Willem, Alexander, de Rank, Villa Vlinderhof, De Vrijhoeve • Waspik: de Brug, Jacinta, de Hooght • Waalwijk: Baardwijk, Besoyen, Van der Heijden, de Hoef/Hugo, het Zilverlicht, Juliana van Stolberg, Meerdijk, Pieter Wijten, Pater van der Geld, Teresia • Willem van Oranjecollege, Dr. Mollercollege, Walewyc-mavo, SG de Overlaat, MET PrO.
Pagina 53
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 3: ONDERSTEUNINGSKAART d’OULTREMONTCOLLEGE
Ondersteuningskaart d’Oultremontcollege Voor wie is de ondersteuning/begeleiding bedoeld?
Hoe kunnen leerlingen deze ondersteuning krijgen?
Reguliere Ondersteuning Leren leren In de brugklas begeleidt de mentor bij het aanleren van algemene studievaardigheden: een goede studiehouding, de juiste aanpak en planning van het huiswerk. KWT In de bovenbouw van het havo en vwo staat keuzewerktijd (KWT) ingeroosterd. In die uren vindt vakbegeleiding plaats.
Tijdens de mentorlessen.
Leerlingen kunnen uit eigen beweging gebruik maken van deze steunlessen. Tegenvallende studieresultaten kunnen aanleiding zijn om een leerling daartoe te verplichten.
Bovenbouw helpt onderbouw: huiswerkbegeleiding door bovenbouwleerlingen Leerlingen uit klas 1, 2 en 3 kunnen een beroep doen op een talentvolle bovenbouwleerling voor bijles en studiecoaching.
Bij het leerlingenloket zijn aanmeldingsformulieren te verkrijgen. Voor deze begeleiding vragen de bovenbouwleerlingen een kleine vergoeding. Tijd en plaats in overleg.
Huiswerk maken op school onder toezicht Gedurende het schooljaar krijgen leerlingen de gelegenheid om hun huiswerk op school te maken.
Onder begeleiding van een surveillant kan in een rustige omgeving gewerkt worden. De surveillant houdt toezicht, maar geeft geen bijles.
Interne Ondersteuning RT voor de dyslectische leerling Leerlingen uit klas 1 en 2 die op basis van een orthopedagogisch rapport een dyslexieverklaring hebben kunnen 1 uur per week in groepjes van 4 á 5 RT krijgen.
Twee RT’ers begeleiden en ondersteunen groepjes leerlingen van klas 1 en 2 volgens de aanbevelingen in het genoemde orthopedagogisch rapport. Pagina 54
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Taalondersteuning Sommige leerlingen lopen vast bij zaakvakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis of natuurkunde, omdat hun woordenschat en tekstbegrip ontoereikend zijn om de schooltaal in boeken te kunnen volgen. Zij krijgen speciale taalondersteuning aangeboden
Voor wie is de ondersteuning/begeleiding bedoeld? Faalangstreductietraining(FAR) Bestemd voor klas 1 en klas 2. Faalangst kan de studieresultaten en het zelfvertrouwen van een leerling negatief beïnvloeden.
Examenvreestraining Bestemd voor examenklassen. Faalangst en examenvrees kunnen de studieresultaten en het zelfvertrouwen van een leerling negatief beïnvloeden. Edukinesiologie Leerlingen met een blokkade, in met name hun studieaanpak, kunnen in aanmerking komen voor een behandeling door een van onze edukinesiologen.
Persoonlijke begeleiding (op basis van een ondersteuningsvraag (voormalig LGF)) Leerlingen met een diagnose in het autistisch spectrum of met een lichamelijke handicap kunnen op basis van een extra ondersteuningsbudget persoonlijke begeleiding krijgen.
De zorgcoördinator verwijst de leerling naar de docent taalondersteuning; deze neemt een test af en bepaalt of taalondersteuning gewenst is. Deze docent verzorgt de taalondersteuning.
Hoe kunnen leerlingen deze ondersteuning krijgen?
Op indicatie van de mentor meldt de zorgcoördinator de leerling aan. Er volgt een intake waarin bepaald wordt of FAR wenselijk is. Speciaal opgeleide docenten geven deze training.
Door op school een training te volgen, leert de leerling beter om te gaan met deze angsten. Speciaal opgeleide docenten geven deze cursus.
Op indicatie van de mentor of vakdocent meldt de zorgcoördinator de leerling aan. In samenspraak met de edukinesioloog wordt een behandeling gepland. Speciaal opgeleide docenten verzorgen deze therapie.
Indien een ondersteuningsbudget is toegekend kunnen ouders in overleg met de zorgcoördinator aangeven of persoonlijke begeleiding gewenst is.
Pagina 55
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Externe Ondersteuning Schoolmaatschappelijk werk Bestemd voor leerlingen die individuele begeleiding nodig hebben bij psychosociale problemen. Gesprekkencyclus van 5 gesprekken Schoolarts en -verpleegkundige GGD Voor alle gezondheidsgerelateerde vragen van leerlingen en ouders. Op afspraak op school.
Leerplicht Voor alle leerlingen met groot schoolverzuim.
Politie Voor leerlingen die besproken worden in het zorg-adviesteam waar politie als partner aangesloten is. Jongerenopbouwwerk de Contour deTwern Alle leerlingen. Elke woensdag van 12.00 uur-13.30 uur.
Na overleg in intern zorgteam en met ouders wordt de leerling door de zorgcoördinator doorverwezen naar SMW.
Na overleg in intern zorgteam en met ouders wordt de leerling door de zorgcoördinator doorverwezen naar schoolarts of school- verpleegkundige.
Na overleg in intern zorgteam wordt de leerling aangemeld bij leerplicht. Een eerste contact is een brief en uitnodiging tot gesprek.
Politie adviseert, voert individuele gesprekken of groepsgesprekken etc.
De jongerenopbouwwerker is aanwezig op school om vindplaatsgericht te ontdekken waar de interesses en behoeftes van de leerlingen liggen.
Versie december 2013
Bijlage 4: Taken schoolondersteuningsfunctionarissen IOT: Pagina 56
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Ondersteuning die wordt verleend door speciaal opgeleide docenten. De ondersteuning vindt op school plaats.
Zorgcoördinatoren Vertrouwenspersoon Remedial teacher Leerling-coördinatoren Mentoren Taalondersteuning Faalangst- en examenvreesreductietrainer Decanen Begeleiders rugzakleerlingen Rouwverwerking Edukinesiologie
Zorgcoördinatoren: - Stelt samen met het met zorg belaste directielid het zorgbeleid op. - Blijft op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van zorg. - Zorgt voor de implementatie van ontwikkelingen op het gebied van zorg binnen de school. - Overlegt met het met zorg belaste directielid de gang van zaken rondom zorg. - Coördineert de interne, externe en aanvullende zorg die op school wordt geboden: Overlegt met adjunct sectordirecteuren en hulpverleners over een te volgen traject. Bespreekt, indien de adjunct sectordirecteur dit aangeeft, de aangeboden zorg met de leerling en ouders en zorgt voor de uitnodiging voor het eerste gesprek. Regelt in overleg met de hulpverlener ruimte en tijd waarop de hulp kan plaatsvinden. Zorgt voor terugkoppeling naar de adjunct sectordirecteur en de mentor. Belegt vergaderingen van het interne en externe zorgteam, zit deze voor en zorgt voor verslaglegging en terugkoppeling hiervan naar de adjunct-sectordirecteuren en mentoren. Zorgt voor verslaglegging van de geboden zorg ten behoeve van het leerlingendossier. - Heeft een adviserende rol naar ouders en / of leerlingen met betrekking tot aanvullende zorg. - Is verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van leerling gebonden financiering. - Geeft leiding aan het interne zorgteam. - Geeft leiding aan het ‘rugzakteam’. - Coördineert de voorlichting t.a.v zorg naar leerlingen, docenten, ouders, stagiaires en basisscholen. - Neemt deel aan het overleg zorgcoördinatoren van het Samenwerkingsverband VO-VSO ‘De Langstraat’. - Stelt een begroting op en beheert de financiën van de speciale zorg en de zorg voor gehandicapte leerlingen.. - Coördineert de Periodieke Gezondheidsonderzoeken (PGO) van de GGD - Coördineert de aanmelding van leerlingen bij de Rebound voorziening/ Time-out en de terugkeer in de school. - Coördineert de aanmelding en ondersteuning onderwijs aan zieke leerlingen. - Verzorgt het gehele proces rondom leerling gebonden financiering. - Neemt, bij afwezigheid van het met zorg belaste directielid, deel aan overleg Zorg voor 0-23 jarigen van de gemeente Heusden - Is signaalgever voor ‘Zorg voor jeugd’. - Maakt een jaarverslag ‘zorg’. - Is namens de school contactpersoon voor alle externe en aanvullende zorgverleners. - Is gerechtigd om namens de school een zorgmelding te doen. - Onderhoudt contact met IB-ers van de basisscholen met betrekking tot zorgleerlingen.
Pagina 57
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
-
Adviseert de toelatingscommissie bij aanmelding van een leerling met een mogelijke hulpvraag. Neemt deel aan de rouwcommissie van de school.
Vertrouwenspersoon: Leerlingen kunnen bij een vertrouwenspersoon een melding doen van discriminatie, seksuele intimidatie of racisme voor zover dit op school gebeurt dan wel school gerelateerd is. De vertrouwenspersoon heeft een ‘loketfunctie’. De werkwijze is wettelijk geregeld en wordt in het vademecum van de school omschreven. Remedial Teaching: remediërende ondersteuning: - gericht op ondersteuning binnen het remediërende terrein - wordt gegeven door speciaal opgeleide docenten - in kleine groepjes leerlingen uit het eerste (eventueel tweede) leerjaar die op grond van een dyslexieverklaring hiervoor in aanmerking komen - afgestemd op adviezen uit het orthopedagogisch rapport - één lesuur per week gedurende het hele schooljaar
-
screening: geselecteerde leerlingen klas 1 d.m.v. sreeningsdictee en leestoets
-
pretest: bij leerlingen klas 1 op grond van uitslagen screening verwijzing naar orthopedagoog op grond van pretest pretest dyslexie alle leerjaren
-
faciliteitenkaart: leerlingen met een dyslexieverklaring ontvangen een faciliteitenkaart die geldig is voor alle vakken.
-
dyslexielokaal: tijdens proefwerkweken kunnen leerlingen met een dyslexieverklaring of op grond van een handicap gebruik maken van het dyslexielokaal.
-
Dyslexieprotocol tijdens alle vaklessen en examenonderdelen geldt het dyslexieprotocol van de school voor alle leerlingen met een dyslexieverklaring
Leerling-coördinatoren Taakomschrijving leerling-coördinator d’Oultremontcollege De leerling-coördinator (docent met taak) is integraal verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding en zorg van de leerling op zijn afdeling in samenwerking met het (mentoren)team. Hiernaast coördineert hij/zij de uitvoering van de dagelijkse gang van zaken van het onderwijs op de afdeling. De leerling-coördinator werkt samen met mentoren, de vakdocenten, het verzuimcoördinaat, de leden van het interne zorgteam, de administratie, de roostermaker en de secretaris eindexamen bovenbouw (indien van toepassing). De leerling-coördinator van een afdeling werkt onder verantwoordelijkheid van de adjunct-sectordirecteur van de afdeling waaraan hij/zij verbonden is.
Pagina 58
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Werkzaamheden: 1. Coördineert de ontwikkeling en uitvoering van het beleid voor leerlingenbegeleiding en zorg voor de leerling binnen het (mentoren)team/afdeling door: - overleg te voeren met de verzuimadministratie over verzuim / verwijdering; - sancties op te leggen bij spijbelen of verwijdering uit de les (conform schoolafspraken); - overleg te voeren met mentoren en vakdocenten van het team / afdeling; - overleg te voeren met de adjunct-sectordirecteur van het team/afdeling; - overleg te voeren met de leden van het interne zorgteam en in voorkomende gevallen met leden van het externe zorgteam; - in overleg met de mentoren het begeleidingsplan van leerlingen in de klassen op te stellen; - bij problemen met leerlingen te adviseren en eventueel deskundigen te raadplegen; - het organiseren en uitvoeren van algemene ouderavonden, in samenwerking met de mentoren; - het voorbereiden en (technisch) voorzitten van de rapportvergaderingen; - het bewaken van het tijdig invoeren van de resultaten/cijfers van de leerling in Magister ten behoeve van de leerlingbesprekingen; - zorg te dragen voor het beheren en bijhouden van de dossiers (digitaal LVS Magister ) van de leerlingen, samen met de mentoren. 2. Coördineert de uitvoering van de dagelijkse gang van zaken van het onderwijs in samenwerking met het (mentoren)team door: - het organiseren van passende oplossingen voor ad hoc problemen; - het handelen in de geest van het gewenste pedagogisch-didactisch klimaat van de afdeling; - bemiddeling bij problemen tussen leerlingen onderling of tussen leerlingen en docent(en) en ouders; - het indelen van de klassen (ev. in overleg met de mentoren); - het deelnemen aan teamoverstijgende overlegvormen; - zorg te dragen voor de introductie (en ev. buitenschoolse activiteiten), in samenwerking met de mentoren; - het invoeren van de prognoses in samenwerking met de adjunct-directeuren; * onderbouw: - het mede organiseren van en assisteren bij van de proeflessen, de tafeltjesmiddagen en de kennismakingsmiddag nieuwe brugklassers; - het mede verzorgen van voorlichtingsavonden voor de basisscholen; - het mede zorg dragen voor de warme overdracht op de basisscholen en het onderhouden van contacten met de basisscholen over de leerlingen;
* bovenbouw: - het mede organiseren van het correct verlopen van de schoolexamens en Centraal Examen. Mentoren: - Heeft de speciale zorg voor leerlingen uit een bepaalde klas of mentorgroep. - Bevordert dat de leerling zich thuis voelt op school. - Let op het totale functioneren van de leerling. - Vangt signalen van leerling of vakdocenten op over het welbevinden van de leerling. - Biedt eerstelijnszorg aan de leerling op het gebied van studie en sociaal-emotionele ontwikkeling. - Overlegt als eerst aanspreekbare persoon met leerlingen en ouders.
Pagina 59
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
-
Bespreekt de hulpvraag van een leerling met de adjunct sectordirecteur.
Taalondersteuning: - Gericht op het vergroten van het tekstbegrip en de woordenschat van leerlingen - wordt gegeven door vaste docent - in kleine groepjes - op grond van rapportgegevens en bevindingen van vakdocenten kunnen leerlingen door de adjunct sectordirecteur worden aangemeld - gedurende 1 of meerdere periodes kunnen leerlingen deelnemen aan deze vorm van begeleiding. Faalangst reductietraining (FAR): - gericht op het verminderen van faalangst - wordt gegeven door speciaal opgeleide docenten - in kleine groepjes klas 1 en 2 - volgens vooraf opgesteld cursusprogramma - 8 bijeenkomsten + terugkombijeenkomst + ouderavond Examenvrees reductietraining (E FAR): - voor leerlingen uit de (pre)examenklassen - gericht op vermindering van faalangst bij SE’s en CSE - in kleine groepen - inhoud van de training afhankelijk van hulpvraag Decanen begeleidt groepen en individuele leerlingen tijdens hun schoolloopbaan bij de verschillende keuzeprocessen; verschaft informatie aan groepen en individuele leerlingen alsmede hun ouders/verzorgers en de collega’s; initieert, adviseert en coördineert de werkzaamheden in het kader van de Oriëntatie op Studie en Beroep (OSB) en de Loopbaan Oriëntatie en – Begeleiding (LOB); onderhoudt contacten met instanties/instellingen en personen in het kader van LOB; verricht administratieve werkzaamheden in het kader van LOB; draagt zorg voor het op peil houden van de eigen deskundigheid; Begeleiders rugzakleerlingen - Begeleidt leerlingen individueel volgens het handelingsplan van de leerling. - Overlegt met de ambulante begeleider, ouder en zorgcoördinator. - Zorgt voor begeleidingsverslagen Rouwverwerking: - leerlingen krijgen naast gesprekken op school de mogelijkheid voor aanvullende zorg. - Individuele begeleiding Edukinesiologie - Er kan binnen school een beroep worden gedaan op twee gediplomeerde edukinsiologen - Behandelen op indicatie via de zorgcoördinator leerlingen met een blokkade, met name m.b.t. de studieaanpak. Vakdocent: - Heeft een signalerende functie. Geeft signalen door aan de mentor.
Pagina 60
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Adjunct-sectordirecteur: - Heeft de speciale zorg voor leerlingen van een bepaalde afdeling. - Draagt mede met mentoren en vakdocenten bij aan de veilige sfeer binnen de school. - Bespreekt het functioneren en ontwikkelen van de individuele leerling met de mentor. - Bespreekt met de mentor de hulpvraag van de leerling. - Voert gesprekken met leerling en/of ouders verzorgers. - Meldt een leerling aan voor interne, externe of aanvullende zorg door een zorgkaart bij de zorgcoördinator in te leveren. - Zorgt voor informatie over een leerling naar ouders, mentor en vakdocenten. - Overlegt met de zorgcoördinator over het te volgen hulptraject. - Zorgt voor verwerking van leerlingengegevens in het leerlingendossier. - Heeft kennis van wet- en regelgeving Directielid ‘zorg’: - Stelt samen met de zorgcoördinator het beleidsplan Zorg op. - Blijft op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van zorg. - Zorgt voor de implementatie van ontwikkelingen op het gebied van zorg binnen de school. - Draagt eindverantwoording over de zorg en zorgfunctionarissen op school. - Stelt met de directie de formatie ten behoeve van zorg vast. - Stuurt samen met de zorgcoördinator betrokken docenten, mentoren, adjunct sectordirecteuren en hulpverleners aan. - Overlegt met de zorgcoördinator over de gang van zaken rondom zorg. - Neemt deel aan het overleg van de beleidsgroep 0 tot 23 jarigen van de gemeente Heusden. - Is signaalgever voor ‘Zorg voor jeugd’. - Neemt deel aan de rouwcommissie van de school. - Neemt deel aan het coördinatorenoverleg van het Samenwerkingsverband De Langstraat.
BIJLAGE 5: Functies van intern ondersteuningsteam (IOT), ondersteuningsteam (OT) en de Adviescommissie Toelaatbaarheid (ACT) In oktober en november 2012 zijn twee bijeenkomsten met de coördinatoren besteed aan het toebedelen van functies tussen OT en ACT. Op dezelfde dagen zijn twee bijeenkomsten met de zorgcoördinatoren aan het toedelen van functies tussen IOT (toevoeging vanuit de zorgcoördinatoren), OT en ACT. De resultaten van deze gesprekken zijn onder gebracht in onderstaande tabel. De meningen van beide groepen kwamen sterk overeen. Functie1
IOT
OT
ACT
Pagina 61
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Screening en probleemtaxatie Voorbeeld: de school screent alle leerlingen in leerjaar 1 op dyslexie met behulp van instrumentarium conform protocol Dyslexie Hulpvraag formuleren Voorbeeld: IOT geeft als hulpvraag ‘leerling verzuimt veel, heeft net name moeite met het op tijd in de les komen bij het eerste lesuur Hulpvraag (eventueel) herformuleren en vaststellen Voorbeeld: OT geeft als hulpvraag ‘leerling moet thuis eerst voor twee broertjes zorgen, voordat hij zelf naar school gaat want moeder is opgenomen in psychiatrische inrichting en vader werkt. Twee andere kinderen zitten in respectievelijk groep 2 en groep 5 van de basisschool. Leerling grijpt deze zorg ‘graag’ aan om (delen van) lessen te missen. Gezien zijn prestaties kan de leerling niets missen’. Doelen bepalen met betrekking tot leren (alleen onderwijsperspectief) Voorbeeld: de leerling behaalt voor elke toets waarbij spellingvaardigheid wordt gemeten minimaal een 5. Doelen bepalen met betrekking leren + sociaal-emotioneel functioneren (multidisciplinair perspectief) Voorbeeld: de leerling mag per week nog maar 1x een woede uitbarsting laten zien. Hij leert opkomende woede bij zichzelf te signaleren en zichzelf een time out te geven van 5 minuten (Aanvullend) Diagnostisch onderzoek Opmerking: de scholen hebben geen eigen psychodiagnostici in huis; zou via samenwerkingsverband (ACT) kunnen verlopen Voorbeeld: OT geeft aan dat leerling persoonlijkheidsonderzoek nodig heeft omdat een stoornis in het autistisch spectrum wordt vermoed. Als we dit bevestigd zien kunnen we afspraken maken hoe we hier als team mee omgaan en welke acties we uitvoeren. Als het niet bevestigd wordt zullen we moeten heroverwegen waarom deze leerling zo veel conflicten heeft met leeftijdgenoten en waarom de leerling aangeeft zich verloren te voelen op school’. Bieden/activeren ondersteuning leerlingen / docenten/ ouders Voorbeeld: docenten worden door zorgcoördinator uitgedaagd de leerling een week lang niet uit de les te verwijderen. Teamleider wordt gevraagd om docenten waarbij leerling nooit uit de les wordt gestuurd hun aanpak te delen met de docenten die de leerling regelmatig uit de les verwijderen. Voorbereiden integrale indicatiestelling Opmerking: betreft ‘voorsorteren’ onderwijsleersituatie + route (OnderwijsZorgArrangement) Voorbeeld: Leerling is gediagnosticeerd met ADHD en vermoedens ODD; thuissituatie is in het geheel niet ondersteunend (gescheiden ouders; moeder psychiatrisch patiënt;); cognitief vermogen laag gemiddeld, vorderingen blijven achter bij verwachting. Voorsorteren naar project Op de rails. N.B. ACT geeft uiteindelijk ‘go or no go’. Toelichting aan docenten / mentoren / zorgfunctionarissen Voorbeeld: zorgfunctionaris (kan zowel uit IOT als OT zijn) legt in team uit wat de consequenties zijn van het thuismilieu waarin de leerling momenteel verkeert op het functioneren op school; Voorbeeld: jeugdarts legt uit wat de medische beperkingen van een leerling betekenen voor het functioneren op school en in de peer group Coördinatie en opvolging van de ondersteuning en/of jeugdzorg
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Pagina 62
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Opmerking: IOT voor intern, OT voor extern Voorbeeld IOT : Zorgcoördinator bespreekt met teamleider de doelen en activiteiten die door alle lesgevers en onderwijsondersteuners (pedagogische conciërge!) de komende periode moeten worden uitgevoerd betreffende deze leerling. Voorbeeld OT: Zorgcoördinator stemt af met schoolmaatschappelijk werker, leerplichtambtenaar en jeugdarts over het terugdringen van het verzuim, zoals besproken bij de hulpvraag en de geformuleerde doelen Handelingsactivering docenten / mentoren / ondersteuners / zorgfunctionarissen Voorbeeld: Zorgcoördinator legt in team uit wat ‘de bijsluiter’ van de leerling is in termen van ‘doe dit niet’ en ‘doe dit wel’ Deskundigheidsbevordering schoolfunctionarissen Voorbeeld: schoolmaatschappelijk werker professionaliseert het team in het herkennen van kindermishandeling Voorbeeld: (preventief) ambulant begeleider professionaliseert het team in het omgaan met oppositioneel gedrag Activerende preventie Voorbeeld: Na enkele leerlingen in het IOT te hebben besproken die gepest worden op school wordt een pestproject opgezet Samenwerking en afstemming in de keten Voorbeeld: zorgcoördinator zorgt ervoor dat geestelijke gezondheidszorg en schoolmaatschappelijk werk onderling afstemmen over aanvullende diagnostiek (liever parallel proces dan opvolgend) Evaluatie en monitoring Voorbeeld: Elk gremium genereert data (liefst minimum variant afspreken op niveau samenwerkingsverband). Bij voorbeeld: leeftijd, geslacht, leerjaar, cito eindscore, IQ, leerachterstanden, diagnoses, presentie (verzuim), incidenten (gedrag),aantal leerlingen per OT, effecten van ingezette interventies (% doel bereikt) Toetsing van gehanteerde verwijsprocedures Voorbeeld: uitvoering dossier onderzoek naar ‘minimale stoffering’, zoals IOT heeft hulpvraag en ondersteuningsbehoeften geformuleerd, school heeft doelen geformuleerd, school heeft interventies ingezet en geëvalueerd, leerling is in OT besproken en ‘voorsortering’ naar passende leeromgeving. Formele go or no go besluit passende onderwijsleeromgeving Voorbeeld: school en OT hebben voorgesorteerd voor bovenschoolse voorziening X, ACT toetst procedureel en ziet dat alle stappen zijn gezet; geeft ‘go’ en (zie hieronder) Toewijzen extra ondersteuningsmiddelen binnen vastgesteld kader Voorbeeld: ACT koppelt hieraan een van tevoren overeengekomen bedrag t.b.v. voorziening X
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Pagina 63
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 6: Taken externe schoolondersteuningsfunctionarissen OT + overige ondersteuning: Schoolmaatschappelijk werk: - Individuele begeleiding: - gericht op psychosociale problematiek - wordt gegeven door school maatschappelijk werk(st)er - ongeveer 5 gesprekken Jeugdverpleegkundige / jeugdarts: spreekuur - gericht op gezondheidsgerelateerde vragen van leerlingen en ouders - wordt gegeven door een jeugdverpleegkundige van de GGD - individueel - vindt 1 keer per maand plaats
Pagina 64
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
-
op eigen verzoek van leerlingen
-
onderzoek op verzoek: Bij regelmatig of langdurig schoolverzuim op grond van ziekte kan een onderzoek op verzoek van de school aangevraagd worden bij de schoolarts van de GGD PGO In het tweede leerjaar vinden de Periodieke gezondheidsonderzoeken van de GGD op school plaats.
Leerplicht: - gericht op ongeoorloofd schoolverzuim - leerplichtconsulent van de gemeente Heusden - Leerling en ouders / verzorgers worden in geval van ongeoorloofd schoolverzuim opgeroepen voor een gesprek - verloopt volgens de opzet van het PAOS-project ( zie bijlage 7) Politie: - spreekuur jeugdagent voor: * Het melden van of vragen over incidenten en / of strafbare feiten. * Het doen van aangifte (schoolgerelateerde zaken) * Vragen en informatie aangaande politiegerelateerde zaken - gericht op naleving van de wet. - vaste jeugdagent voor de school van de politie gemeente Heusden - voert afhankelijk van de problematiek gesprekken met individuele leerlingen of groepjes leerlingen. Jeugd preventieplan JPP: - begeleiding voor jongeren die dreigen te ontsporen. - begeleiding vindt buiten school plaats - ouders / verzorgers worden bij de begeleiding betrokken - gericht op leerlingen die op justitiële gronden extra begeleiding nodig hebben - mogelijke verwijzing via jeugdpolitie of leerplichtambtenaar
Aanvullende zorg Zorg door professionele hulpverleners die buiten school wordt gegeven. De zorgcoördinator adviseert ouders en / of leerlingen over mogelijk te volgen trajecten. Indien ouders/ verzorgers naar het oordeel van de school / zorgteam in gebreke blijven ten aanzien van zorg voor hun kind zijn de zorgcoördinator en de directeur belast met zorg, bevoegd om een zorgmelding bij Bureau Jeugdzorg of AMK te doen. Indien aan deze hulpverlening kosten zijn verbonden dan komen deze voor rekening van de ouders. Algemeen Meldpunt kindermishandeling: Indien nodig kan de school een melding doen van kindermishandeling. Algemeen Maatschappelijk Werk Juvans: - zorgt voor een school maatschappelijk werk(st)er - ouders en leerlingen kunnen hierbij rechtstreeks terecht voor hulp - verzorgen sociale vaardigheidstrainingen aan jongeren
Pagina 65
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bureau Jeugdzorg: - ouders en leerlingen kunnen op advies van school of schoolmaatschappelijk werk hierbij rechtstreeks terecht voor hulp - Zorgmelding Indien nodig kan de zorgcoördinator namens de school, bij hoge uitzondering, een zorgmelding doen bij Bureau Jeugdzorg. Een zorgmelding wordt alleen gedaan indien na bespreking van een zorgleerling in het externe zorgteam daar aanleiding toe is. Een zorgmelding kan nimmer worden gedaan door een vakdocent, mentor, adjunct sectordirecteur of interne hulpverlener. De zorgcoördinator doet een zorgmelding alleen met goedvinden van het met zorg belaste directielid. Orthopedagoog: - een orthopedagoog kan onderzoek doen naar leerstoornissen. Psychologische hulp: - gericht op psychische problematiek - psycholoog van GGZ / Herlaarhof / zelfstandig jeugdpsycholoog - wordt via de schoolmaatschappelijk werker, ouders of huisarts ingeschakeld Pubers in de knel: - gericht op sociaal psychiatrische problematiek - voor jongeren met ernstige psychosociale en/of vermoeden van psychiatrische problematiek, die ongemotiveerd zijn voor hulpverlening - sociaal psychiatrisch team van Herlaarhof - wordt via ouders, huisarts of zorgcoördinator ingeschakeld Rebound voorziening / Time-out (OPDC): - Rebound voorziening en Time-out zijn ontstaan door samenwerking van het Samenwerkingsverband VO-VSO De Langstraat, de gemeente en jongerencentrum Tavenu in Waalwijk. Het project richt zich op jongeren die moeilijk of niet meer door het reguliere onderwijs opgevangen kunnen worden. Voor deze jongeren creëert men een nieuwe situatie die hen in staat stelt concrete ervaringen op te doen. Dit motiveert hen om weer te leren, daarover na te denken en te communiceren met volwassenen / begeleiders. Jongeren worden vanuit die nieuwe situatie uitgedaagd om keuzes te maken en toekomstplannen vorm te geven. Deelname aan de Rebound duurt in principe 10 weken en aan de Time-out 3. Deze hulp is op de eerste plaats gericht op terugkeer naar de school van herkomst. Met de zorgcoördinator van de school worden afspraken gemaakt over het bijhouden van de lesstof e.d.. Ondersteuning onderwijs zieke leerlingen: - Vanuit het SOM bestaat de mogelijkheid om langdurig zieke kinderen ambulant te laten begeleiden. Het gaat om kinderen waarvan de verwachting is dat zij langere tijd niet kunnen deelnemen aan de reguliere lessen, hetzij door ziekenhuisopname of thuisverpleging. Leerlingen kunnen hiervoor worden aangemeld door de zorgcoördinator. Sociale vaardigheidstraining: - training die buiten school wordt gegeven door medewerkers van Juvans Stichting Contour de Twern: - Het d’Oultremontcollege werkt nauw samen met het plaatselijke jongerenwerk. - Medewerkers van Contour de twern bezoeken de school als vindplaats voor hulpvragen van jongeren tijdens pauzes. - Er wordt gezocht naar mogelijkheden tot een nauwere samenwerking.
Pagina 66
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Leerling gebonden Financiering - Voor een leerling kan, als deze leerling voldoet aan de daartoe gestelde criteria, in het kader van de wet LGF een ‘rugzakje’ worden aangevraagd. Hierdoor kunnen extra begeleiding en materialen voor een leerling worden ingezet. De zorgcoördinator stelt in overleg met de adjunct sectordirecteur en de ouders het dossier samen voor de aanvraag ( door de ouders) en stelt na een positieve beschikking van de Commissie van Indicatiestelling het handelingsplan op. - Leerlingen worden vanuit de rugzak individueel begeleid door speciaal opgeleide docenten. - Wanneer leerlingen met een ‘rugzak’ worden aangemeld, doet de zorgcoördinator een zorgonderzoek en geeft op grond van de bevindingen een aannameadvies aan de toelatingscommissie. Kernnetwerk jeugdhulpverlening Heusden Namens school neemt de zorgcoördinator deel aan het kernnetwerk van de gemeente Heusden voor alle drie de kernen; Vlijmen, Drunen en Heuden. Het met zorg belaste directie lid neemt deel aan het overleg van de beleidsgroep 0 tot 23 jarigen van de gemeente Heusden. Zorg voor jeugd: Met ingang van schooljaar 2008 2009 is de school signaalgever binnen het digitale signaleringssysteem Zorg voor jeugd van de gemeente Heusden en de provincie Brabant. Effectuering van dit meldingssysteem volgt in een later stadium i.v.m. landelijke implementatie.
BIJLAGE 7: Aanmeldformulier Ondersteuningsteam (OT) Formulier Ondersteuningsteam Logoschool
Aanmelding Op naam, met toestemming ouders/verzorgers Leerling is op de hoogte Anoniem
Gegevens leerling Achternaam leerling: Roepnaam leerling: Geboortedatum: Leeftijd: M/V: Pagina 67
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon leerling: Mailadres leerling: Telefoon thuisadres: Mailadres thuis: Burgerservicenummer: Leerjaar/leerweg/sector/profiel: Beschikking: Aangemeld door: Datum van aanmelding OT:
Naam vader: Naam moeder:
Gegevens ouder(s)/verzorger(s) Nationaliteit: Nationaliteit:
(Indien van toepassing) Naam verzorger(s):
Nationaliteit:
Wettelijke vertegenwoordiger(s):
Correspondentiegegevens wettelijke vertegenwoordiger:
Gezins- en woonsituatie Woonsituatie De leerling woont bij: beide ouders vader moeder Eventuele bijzondere omstandigheden: voogd ouders gescheiden pleeggezin vader overleden in een instelling moeder overleden anders, nl….. broer/zus overleden gezin is onder toezicht gesteld anders: nl, Gezinssamenstelling Het gezin bestaat uit:
(indien van toepassing) Nadere informatie
(in dien van toepassing) Nadere informatie
Pagina 68
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Schoolloopbaan Basisschool
1
1
2
2
Voortgezet onderwijs lj niveau lj niveau
3
3
lj
4
niveau
4
lj
Bezochte school/scholen
5
niveau
5
lj
6
niveau
6
lj
7
niveau
7
8
lj
8
niveau
Reden verandering van school
De leerling was eerder opgevangen bij
Rebound Transferium Anders nl.
van van van
tot tot tot
Pagina 69
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Betrokkenheid en toestemming ouders, betrokkenheid leerling De ouder(s)/verzorger(s) zijn betrokken bij de bespreking in het OT. Zij hebben toestemming verleend voor het gebruik van relevante dossiergegevens. De verklaring is toegevoegd. De ouders(s)/verzorger(s) stemmen in met een bespreking in het OT. Zij hebben toestemming gegeven voor het opvragen van relevante dossiergegevens. De verklaring is toegevoegd. De ouders(s)/verzorger(s) stemmen in met een bespreking in het OT. Zij hebben geen toestemming gegeven voor het opvragen van relevante gegevens. De ouders(s)/verzorger(s) stemmen niet in met een bespreking in het OT. Zij hebben geen toestemming gegeven voor het opvragen van relevante gegevens. Anders: nl, Zienswijze van de ouder(s)/verzorger(s) (niet verplicht in te vullen) De leerling is betrokken bij bespreking in het OT. De leerling is op de hoogte van de bespreking in het OT. De leerling is niet op de hoogte van de bespreking in het OT. Zienswijze van de leerling (niet verplicht in te vullen)
Hulpvraag aan het OT Concrete vraagstelling aan het OT:
Pagina 70
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Probleembeschrijving Het probleem/de problemen zijn bekend sinds:
Het probleem/de problemen doen zich voor: op school thuis op straat Duiden van het probleem/de problemen: diagnose nl: leerachterstand/-problemen zorgwekkend, of ongeoorloofd school verzuim overheersend gedrag t.o.v. anderen agressief gedrag grensoverschrijdend gedrag angstig gedrag sociaal angstig gedrag somber gedrag gezinssituatie/-problemen in aanraking met politie en/of justitie gezondheidsproblemen/ lichamelijke klachten relatieproblemen problemen in de vrije tijd problemen vanwege capaciteiten anders nl. Nadere beschrijving van het probleem/de problemen:
Pagina 71
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Beschrijving van de hulpbehoefte van de leerling
Interventies binnen de school Overleg, dat naar aanleiding van het probleem/de problemen heeft plaats gevonden: met ouders/verzorgers tijdens leerlingenoverleg/teamoverleg/mentoroverleg in intern zorgteam met vertegenwoordiger(s) van een andere school, nl. met externe deskundigen, nl. anders, nl Duiden van de interventies binnen de school: mentorbegeleiding, t.b.v. remediale hulp, t.b.v. training, nl. counseling, t.b.v. schoolmaatschappelijk werk speciale opvang, nl speciale maatregelen, nl inschakelen leerplichtambtenaar onderzoek deskundige, nl zorgmelding melding AMK collegiale consultatie van ambulant begeleider aanvraag preventieve ambulante begeleiding anders, nl Toelichting en nadere beschrijving bij de interventies binnen de school:
Pagina 72
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Beschrijving van het effect de interventies binnen de school:
Interventies buiten de school Interventies buiten de school door: maatschappelijk werk,nl jongerenwerk, nl jeugdzorg, nl bureau jeugdzorg ,nl ggd,nl ggz, nl particulier bureau, nl aanvraag LGF anders, nl Toelichting en nadere beschrijving van de interventies buiten de school:
Beschrijving van het effect van de interventies buiten de school:
Pagina 73
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bespreking Datum: Doel:
Conclusie:
Afspraken:
Actieverantwoordelijke:
Terugkoppeling Datum: Resultaat:
Advies OT Datum: Advies:
Pagina 74
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 8: handleiding OT-bespreking
Handleiding OT bespreking leerlingen 1) Probleembeschrijving inclusief interventies 2) Beschrijving hulpbehoefte leerling 3) Welke deelnemers OT zijn/worden hierbij betrokken? 4) Hulpvraag aan OT 5) Bespreking: a doel b conclusie c afspraken d actieverantwoordelijke, regie
Pagina 75
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 9: Aantal uren met betrekking tot ondersteuning 2013-2014 d’Oultremontcollege
\
Pagina 76
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 10: Brief aan ouders m.b.t. passend onderwijs
SWV 30-09
VO De Langstraat
Partners in Passend Onderwijs zinvol en betekenisvol omgaan met verschillen vanuit gedeelde expertise in inspirerend leren: levensecht en actueel Stichting SWV VO De Langstraat, postbus 259, 5140 AG Waalwijk, Rek.nr. 155.809.237
Coördinator: De heer L. van Duijn Postadres: De Gaard 4 5146 AW Waalwijk Telefoon: 0416-333069 Mail:
[email protected] www.swvdelangstraat.nl
Aan ouders, verzorgers van toekomstige leerlingen Betreft: aanmelding leerling en onderzoek naar mogelijke plaatsing in verband met extra ondersteuning of verwijzing. Geachte ouders/verzorgers, Donderdag 6 februari 2014 kopte dagblad Trouw “Scholen weten niet wat ze aan moeten met zorgkind”. Deze brief geeft u informatie over hoe onze school binnen het Samenwerkingsverband VO De Langstraat 30-09 u wil en kan informeren bij extra ondersteuning of verwijzing. In de aanloop naar de centrale aanmelding voortgezet onderwijs, willen we als voortgezet onderwijs u informeren over ons ondersteuningsaanbod. Als VO-scholen hebben we daar gezamenlijke afspraken over gemaakt zodat u en uw kind weten welke school bij extra ondersteuning in aanmerking komt. 1.
Basis- en extra ondersteuning Onze school heeft voor de schoolsoorten (VMBO, HAVO, VWO –aan te passen-) de volgende basis- en extra ondersteuning: Basisondersteuning Invullen ADHD/ADD ASS Dyslexie/Dyscalculie
Extra ondersteuning Invullen NLD (leerling afhankelijk) PTSS/dissociatie Schoolfobie
Gilles de la Tourette (leerling afhankelijk) Slechthorend Epilepsie Astma Eczeem Lichamelijke handicap (leerling afhankelijk) Faalangst
OCD (dwangneurose)
Grens Invullen ODD Blind Verstandelijke handicap Downsyndroom
LWOO Nee
Automutilatie Zeer slecht ziend Hyperventilatie Slechthorend/spraaktaal Affectieve verwaarlozing Reactieve hechtingsstoornis Hoogbegaafd/sensitief Hoogbegaafd/gedragsproblemen Onrust/concentratie (niet ODD)
Pagina 77
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Ook is aangegeven of we leerwegondersteunend onderwijs bieden (LWOO) en wat voor ons niet mogelijk is (grens), d.w.z. daarin moeten wij met u op zoek naar een andere VO-school of VSO-school. Gezamenlijk hebben we als scholen een dekkend aanbod van zorg. We maken in de aanloop van passend onderwijs nog gebruik van indicaties of orthobeelden, maar zullen steeds meer inzoomen op gedrag en leermogelijkheden van het kind. 2.
Aanmelding en mogelijk onderzoek en ontwikkelingsperspectief Bij aanmelding van uw kind ontvangen wij van de basisschool informatie (onderwijskundig rapport) en ontvangen wij van u informatie (specifieke problemen etc.). De informatie zal onderzocht worden om te bepalen of uw kind met basisondersteuning of met extra ondersteuning op onze school een diploma kan halen. Is het behalen van een diploma met extra ondersteuning toch onmogelijk, dan is toelating niet aan de orde en moeten we met u op zoek naar een andere school wel die extra ondersteuning biedt of VSO.
3.
Het Ontwikkelingsperspectief (OPP) Voor het onderzoek en de inschatting van de kans op een diploma, gebruiken wij een format OPP (ontwikkelingsperspectief). Op basis daarvan wordt bepaald of met extra ondersteuning ontwikkeling mogelijk is c.q. het behalen van een diploma. Het OPP staat op de site www.swvdelangstraat.nl. Het onderzoek kan leiden tot globaal drie besluiten: a. toelating en basisondersteuning is voldoende om diploma te behalen; b. toelating en extra ondersteuning is voldoende om diploma te behalen; c. geen toelating, want het behalen van een diploma is niet mogelijk. Een andere VO school met extra ondersteuning of VSO wordt gezocht. Bij punt c schakelen wij als school de Advies Commissie Toewijzing (ACT) in. U wordt daar door ons als school over geïnformeerd, bij extra onderzoek of tests wordt u namelijk om toestemming gevraagd. Onze school kan ook bij twijfel de ACT om advies vragen, ook dan wordt u geïnformeerd en om toestemming gevraagd. De ACT geeft ook de toelaatbaarheidsverklaring af voor het VSO. Wanneer we extra gegevens nodig hebben of onderzoek nodig is, dan geldt daarvoor een termijn van zes weken eventueel te verlengen met vier weken.
4.
Tot slot “Eind goed, al goed” (of niet…) Wanneer u als ouder/verzorger het niet eens bent met de wel of niet toelating of verwijzing, dan nodigen wij u uit voor een gesprek. Levert ook dat geen overeenstemming op, dan kunt u naar de landelijke geschillencommissie: Stichting Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht.
Wilt u meer inzicht in het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband of over andere voor u relevante onderwerpen, dan verwijzen wij u naar de site www.swvdelangstraat.nl. Wij vertrouwen erop dat wij u hiermee voldoende duidelijk geïnformeerd hebben. Met vriendelijke groet, Namens de directie van het d’Oultremontcollege Leo Swaans Adjunct-directeur havo/vwo onderbouw
Pagina 78
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 11: Instroom klas 1 in totalen en percentages uitgesplitst naar orthobeeld vanaf 2011-2012
Pagina 79
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 12: Toelatingsbeleid voor de OMO scholengroep De Langstraat De toelating van leerlingen tot de eerste klas van de scholen binnen OMO Scholengroep De Langstraat, is als volgt geregeld. Er worden drie criteria gehanteerd: 1. Het advies van het basisonderwijs, gekoppeld aan het leerlingvolgsysteem; 2. De Cito-score; 3. Gegevens over bijzondere omstandigheden. Ad1. Het advies van het basisonderwijs is bepalend. De gegevens vanuit het (Cito-) leerlingvolgsysteem vormen de basis voor dit advies. Het advies wordt uitgedrukt door aan te geven of een leerling geschikt is voor een van de volgende schoolsoorten: vwo, havo, vmbo-gt, vmbo-k, vmbo-b, PrO (praktijkonderwijs). De basisscholen is nadrukkelijk gevraagd een éénduidig advies te geven en geen zogenaamd dubbeladvies. In het Digitaal Overdrachts Dossier (DOD) kunnen basisscholen aanvullingen geven op dit eenduidig advies. Mocht er alsnog een dubbeladvies komen, dan wordt de leerling op het laagste niveau ingeschreven. Wij nemen dan contact op met de basisschool omdat ze maar één schooladvies kunnen geven. Ad2. De Cito-score is een aanvullend gegeven. De behaalde score correspondeert meestal met het advies van de basisschool. Daarbij wordt onderstaande tabel gehanteerd. advies Vwo (incl. gym en tech) Havo (incl. havo-tech) Vmbo-gt Vmbo-kb Vmbo-bb
Cito-score vanaf 544 vanaf 540 vanaf 530 vanaf 525 vanaf 515
Correspondeert de score niet met het advies, dan wordt dit mede besproken wanneer wij alle basisscholen bezoeken in het kader van de zogenaamde ‘warme overdracht’. In deze warme overdracht wordt iedere leerling met de groepsleerkracht van groep 8 doorgesproken. Vooraf hebben wij al kennis genomen van het (digitale) dossier. Is het gesprek met het basisonderwijs overtuigend, dan wordt het advies gevolgd. Is het gesprek onbevredigend dan wordt eventueel een 3e gegeven (onafhankelijke test) gevraagd. Als dit 3e gegeven het advies van de basisschool, of de mening van de ouders, ondersteunt, dan wordt dit advies gevolgd. Zoniet, dan volgt toelating tot het onderwijs dat door Cito-score en 3e gegeven wordt ondersteund. In alle andere gevallen beslist de toelatingscommissie. Mocht een leerlingen in aanmerking komen voor LWOO (leerwegondersteuning) dan mogen we deze leerlingen niet aannemen. Zelfs als we het vermoeden hebben dat een leerling een achterstand heeft, mogen we deze leerling pas aannemen als uit een test blijkt dat deze leerling niet in aanmerking komt voor leerwegondersteunend onderwijs. NB: ter info: Leerwegondersteunend onderwijs: LWOO. Wanneer leerlingen op twee van de vier leergebieden (technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, inzichtelijk rekenen) een leerachterstand hebben van 1,5 jaar krijgt deze leerling toegang tot lwoo-onderwijs. Deze leerachterstand kun je aflezen aan de zogenaamde DLE’s (didactische leeftijd equivalent). Deze is dan lager dan 45. Vaak wordt dit getoetst middels het Drempelonderzoek. In ons samenwerkingsverband hebben alleen SG
Pagina 80
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
de Overlaat in Waalwijk, AOC Prinsentuincollege in Andel en het Willem van Oranjecollege in Wijk en Aalburg een afdeling voor lwoo. Deze scholen ontvangen een hoger bedrag per leerling.
Ad3. Op grond van bijzondere omstandigheden kan een leerling worden afgewezen. Het gaat hierbij om: a) gedragstoornissen die de deskundigheid van de school te boven gaat; b) gedrag waardoor de veiligheid van andere leerlingen in gevaar komt. In verband met de invoering van Passend Onderwijs dienen we open te staan voor alle aanmeldingen. De schoolleiding beslist over eventuele toelating. Doe hierover geen enkele toezegging. Na de ‘warme overdracht’ op de basisscholen spreekt de toelatingscommissie van onze school zich uit over plaatsbaarheid en juiste klas 1. Om de gelijke behandeling van alle leerlingen te waarborgen, vindt er, voordat een definitieve beslissing wordt genomen, overleg plaats tussen de toelatingscommissies van alle scholen over leerlingen die op grond van criterium a of b worden afgewezen. De gezamenlijke toelatingscommissies dragen er zorg voor dat leerlingen binnen het SWV, die op geen enkele school binnen het SWV plaatsbaar zijn, verwezen worden naar specialistisch onderwijs. Deze verantwoording ligt bij de scholen voor VO.
Pagina 81
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 13: In- en Doorstroomgegevens (afgelopen 3 jaar)
Pagina 82
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Pagina 83
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Pagina 84
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 14: Afstroom naar andere scholen binnen en buiten de regio (inclusief VSO). Afstroom andere scholen (incl. VSO) Aantal leerlingen
2011 - 2012
2012 - 2013
2013 - 2014
7
10
7
Pagina 85
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 15: Aantal besprekingsgevallen in OT per leerjaar naar aard van de problematiek en gegeven advies en wel of geen resultaat.
Aantal leerlingen Aardproblematiek: Scheidingsproblemen Mishandeling Eetstoornissen Schoolverzuim a.g.v. persoonlijke omstandigheden Thuissituatie (systeem) Gedrag
2011 - 2012 vmbo h/v Tot. 20 7 27
2012 - 2013 vmbo h/v Tot. 10 7 17
2013 - 2014 vmbo h/v Tot. 11 8 19
5 1 1 3
1 4
5 1 2 7
4 0 1 1
1 1 1
4 1 2 2
4 1 1 1
1 1 4
4 2 2 5
10
1
11
4
4
8
4
2
6
1
1
-
NB: Vermelde getallen betekenen niet automatisch nieuwe besprekingsgevallen. De problematiek is regelmatig over meerdere schooljaren verspreid.
Resultaat op basis van schoolvoortgang: geen gedeeltelijk wel
2011 - 2012
vmbo 3 2 15
h/v 3 1 3
2012 - 2013
Tot. 6 3 18
vmbo 3 2 5
h/v 2 5
2013 - 2014
Tot. 3 4 10
vmbo 2 2 7
h/v
Tot. 2 2 15
8
NB: Totaal 63 resultaten, waarvan 18% geen resultaat, 14% gedeeltelijk resultaat, 68% wel resultaat
Bijlage 16: Aantal aanmeldingen bij Kern PCL/Rebound en aantal toegelaten of afgewezen leerlingen. Aanmeldingen Kern PCL/Rebound Toegelaten Afgewezen
2011 - 2012 vmbo 1
h/v -
2012 - 2013 Tot. 1
vmbo 1 1
h/v -
2013 - 2014 Tot. 1 1
vmbo 2 -
h/v -
Tot. 2
NB: in drie schooljaren 5 aanmeldingen, waarvan 100% vmbo-leerlingen. Pagina 86
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
80% toegelaten, 20% afgewezen.
Bijlage 17: Format Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) Algemene gegevens Naam leerling m/v Wettelijk vertegenwoordiger Adres, Postcode en Woonplaats Telefoonnummer Geboortedatum School Klas Nationaliteit Socio-culturele achtergrond Schoolloopbaan Contactpersoon van de school voor primair onderwijs
Contactpersoon school voortgezet onderwijs
Opsteller van dit OPP
Basisonderwijs Voortgezet onderwijs Naam: Functie: Verantwoordelijk voor*: Telefoonnummer: E-mail adres: Naam: Functie: Verantwoordelijk voor*: Telefoonnummer: E-mail adres: Naam: Functie:
* Bijvoorbeeld: overdracht of intake
Toelaatbaar verklaard voor: Afgegeven op / geldend tot:
Cognitieve gegevens (indien aanwezig) Datum
Gebruikte IQ-test
TIQ
VIQ
PIQ
Verwerkingssnelheid
Onderzoeker/instantie
Opmerking: de gegevens mogen niet ouder zijn dan 2 jaar na dagtekening
Pagina 87
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Pagina 88
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Vastgestelde gedragsdiagnose (indien aanwezig) Datum
Omschrijving
Onderzoeker/ instantie
Hulpmiddel / huidige medicatie
Diagnostisch beeld (ook zonder DSM IV of 5 diagnose) Opmerkingen: bijvoorbeeld bij ‘hulpmiddelen of medicatie’ aangeven door wie voorgeschreven en op welke datum; zicht op therapietrouwheid
Bevorderende & belemmerende factoren Cognitief Bevorderend
Belemmerend
Leerattitude (taak- en werkhouding, concentratie, zelfstandigheid) Bevorderend Belemmerend Sociaal (functioneren in de klas, interactie vrije situaties) Bevorderend Belemmerend Emotioneel functioneren (zelfvertrouwen, zelfbeeld, motivatie) Bevorderend Belemmerend Medisch / fysiek Bevorderend
Belemmerend
Onderwijsleersituatie (leeromgeving, leerstofaanbod, instructie) Bevorderend Belemmerend Thuissituatie / buiten school Bevorderend
Belemmerend
Pagina 89
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Didactische gegevens: Instroomniveau Onderdeel Technisch lezen Begrijpend lezen Spellingvaardigheid Rekenen & Wiskunde Opmerking Onderdeel Taal Rekenen/Wiskunde Studievaardigheden Wereldoriëntatie Totaalscore Opmerking
Onderdeel Taal – Nederlands Rekenen/Wiskunde Engels Studievaardigheden
Vaardigheidsscore (eventueel ook DL/DLE’s) Cito LOVS
Bij voorkeur trendanalyses toevoegen Basisonderwijs: Cito Eindtoets groep 8
Voortgezet onderwijs: niveau toetsen (aangeven instrument, bijvoorbeeld Cito VVO) Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3
Eerder geboden ondersteuning en effecten Eerder geboden ondersteuning
Effect / rendement
Opmerking: bijvoorbeeld ‘wat werkt voor deze leerling in deze situatie’. Opmerking/bespreekpunt: hoe formuleer je dit? Richt je je op internen of externen?
Opmerking: bijvoorbeeld ‘minimale gebruiksaanwijzing met maximaal 2 handvatten’. Opmerking: refereer je aan het beoordelingskader van de Inspectie?
Voortgezet onderwijsniveau (te behalen diploma) De leerling gaat onderwijs volgen op het volgende niveau gericht op verwacht en nagestreefd diploma:
Opmerkingen:
praktijkonderwijs (zie dan IOP PrO) MBO-basisberoepsgericht VMBO-kaderberoepsgericht VMBO-gemengd/theoretisch (MAVO) HAVO VWO anders, namelijk….. leerling komt in aanmerking voor LWOO Pagina 90
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Uitstroomniveau Arbeid MBO niveau 1 MBO niveau 2 MBO niveau 3 MBO niveau 4 HBO WO Opmerkingen:
Doelen lange termijn
Doelen korte termijn (tot 1 schooljaar) Doel Specifiek Meet- of observeerbaar Acceptabel Realistisch Tijdgebonden Inspirerend
1.
2.
3.
Onderwijsbehoeften (Indicatie Vanuit Onderwijsbehoeften) Aandacht/tijd Onderwijsmateriaal Ruimtelijke omgeving Expertise Samenwerking andere organisaties
Pagina 91
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Onderwijsbehoeften (HGW) Deze leerling heeft instructie nodig die Deze leerling heeft feedback nodig die Deze leerling heeft materialen nodig die Deze leerling heeft leeractiviteiten nodig die Deze leerling heeft docenten nodig die Deze leerling heeft klasgenoten nodig die Deze leerling heeft ouders/verzorgers nodig die Deze leerling heeft…………
Handtekeningen Leerling
Wettelijk vertegenwoordiger van de leerling
School
Datum Opsteller OPP
Naam: Functie: Verantwoordelijkheid: Handtekening:
Naam: Handtekening:
Pagina 92
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 18: Formulier ‘warme overdracht’ po-vo Formulier ‘warme overdracht’ PO- VO D’Oultremontcollege vult voorafgaand aan het bezoek de reeds bekende gegevens in die beschreven staan in aanmeldingsformulier en DOD/OKR.
Naam leerling: Datum overdracht: Gesprekspartners:
Basisschool:
Welke aandachtspunten komen uit het onderwijskundig rapport en ‘warme overdracht’?
Capaciteiten (KUNNEN)
Één eenduidig advies: b – k – gt – advies/wens* havo - vwo Advies BAO Wens ouders
Persoonsontwikkeling (WILLEN)
evt. opm. bv. techn/gym
CITO-eindtoets: Proef CITO: Entreetoets: Andere toets:
Scores LVS
niveau
DL
DLE
l-ll-lll-lV-V
afname
Evt.
datum
opmerking
TL BL SP IR WS
vermoeden/verklaring Dyslexie Adhd Add Autisme o PDD-NOS o Asperger o ODD
Medische kenmerken:
LGF (bv cl. 3 of 4, REC, AB’er):
Aandachtspunten uit het LVS:
Positieve kwaliteiten:
Aandachtspunten uit het LVS / globaal:
Positieve kwaliteiten:
Aandachtspunten uit het LVS:
Aandachtspunten uit het LVS:
Positieve kwaliteiten:
Positieve kwaliteiten:
Schoolprestaties (KENNEN)
Schoolgedrag (DOEN)
Pagina 93
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Aandachtspunten bij persoonlijke kenmerken: Kenmerken m.b.t. leren Concentratie Taakgerichtheid Zelfvertrouwen Werktempo Nauwkeurigheid Huiswerkattitude Zelfstandigheid
toelichting
Medische gegevens Gehoor Gezicht Spraak Motoriek
Kenmerken m.b.t. persoonlijkheid Relatie met docenten Relatie met klasgenoten Samenwerken Welbevinden Zelfbeeld Gedrag Pestgedrag Gepest
Aandachtspunten voor zorgcoördinator:
RT (intern of extern) gewenst t.a.v.:
Overige opmerkingen (bv. hobby’s, thuissituatie, e.d.):
Eventuele afspraken met basisschool:
Eventuele afspraken met ouders:
Reeds afgenomen test (bv AOB / WISC) / Advies / Resultaat:
Nog af te nemen test: afspraken / initiatief / termijn / soort test:
Voorlopig advies: Plaatsing in klas: VMBO BKgt VMBO GThavo
HAVO / VWO (incl. O&O)
VWO (incl. Latijn/O&O)
Overige opmerkingen:
Pagina 94
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 19 Verslag resultaten nulmeting aangaande basisondersteuning het d’Oultremontcollege, mei 2014 In juni 2014 is de rapportage van de nulmeting aangaande basisondersteuning op het d’Oultremontcollege verschenen. De resultaten zijn beschikbaar en op te vragen bij de directie van de school.
Pagina 95
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
Bijlage 20: Lijst met afkortingen AB’er ACT ADD ADHD ASS AVS CITO CJG CvI DCD DOD DUO EVRT FART GGD GGZ (G)MR HAVO HBO HGW IDU IHGD IOP IOT IQ IVO KWT LGF LKC LVS LWOO MBO NLD NT2 OCD ODD OKR OMO OOGO OP OP OPDC OPP OPR OT PCL PDD-NOS PO PO
Ambulant Begeleider AdviesCommissie Toelaatbaarheid Attention Deficit Disorder Attention Deficit Hyperactivity Disorder Autisme Spectrum Stoornissen Algemene Vereniging van Schoolleides Centraal Instituut voor ToetsOntwikkeling Centrum voor Jeugd en Gezin Centrum voor Indicatiestelling Developmental Coorination Disorder (dyspractie) Digitaal OverdrachtsDossier Dienst Uitvoering Onderwijs Examenvreesreductietraining Faalangstreductietraining Geneeskundige Gezondheids Dienst Geestelijke Gezondheids Zorg (Gemeenschappelijke)MedezeggenschapsRaad Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Hoger Beroepsonderwijs Handelingsgericht Werken In-, Door- en Uitstroomgegevens Integrale HandelingsGerichte Diagnostiek Individueel OntwikkelingsPlan Intern OndersteuningsTeam Intelligentie Quotiënt Indicatiestelling Vanuit Onderwijsbehoefte Keuzewerktijd LeerlingGebonden Financiering Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Leerlingvolgsysteem LeerWegOndersteunend Onderwijs Middelbaar BeroepsOnderwijs Non-verbal Learning Disabilities Nederlands als Tweede Taal Obsessive-compulsive Disorder Oppositional Defiant Disorder en Conduct Disorder OnderwijsKundig Rapport Ons Middelbaar Onderwijs Op Overeenstemming Gericht Overleg OndersteuningsPlan OndersteuningsProfiel OrthoPedagogisch Didactisch Centrum (Tussenvoorziening) OntwikkelingsPersPectief OndersteuningsPlanRaad OndersteuningsTeam Permanente Commissie Leerlingenzorg Pervasive Developmental Disorder – Not Otherwise Specified Passend Onderwijs Primair Onderwijs
Pagina 96
d’Oultremontcollege Drunen Ondersteuningsplan Passend Onderwijs 2014-2018
PrO PSO POVO PTSS REC RT SBaO SMW SOO SOP SOVA SWV TLV VAT VAVO VMBO VO VSO VWO WO WPO WVO ZAT ZC ZEK ZOO
Praktijkonderwijs Primair Speciaal Onderwijs Overlegplatform Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Post Traumatisch Stress Syndroom Regionaal Expertise Centrum Remedial Teaching Speciaal BasisOnderwijs School Maatschappelijk Werk SchoolOndersteuningsOverleg SchoolOndersteuningsProfiel Sociale Vaardigheids Training Samenwerkingsverband Toelaatbaarheidsverklaring Verlengd AanmeldingsTraject Voortgezet Algemeen Onderwijs voor Volwassenen Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs Voortgezet Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Wetenschappelijk Onderwijs Wet Passend Onderwijs Wet op Voortgezet Onderwijs Zorg Advies Team Zorgcoördinator Zelf Evaluatie Kader Zorgcoördinatorenoverleg
blz. 54: bijlage 3: uit de Ondersteuningskaart d'Oultremontcollege zal het gedeelte met betrekking tot counseling verwijderd worden. blz. 57: bijlage 4: uit de Taken schoolondersteuningsfunctionarissen IOT zal de taakomschrijving van de counselor verwijderd worden.
Pagina 97