Werkdocument Intergemeentelijk S t ructuurplan / S t re e k p l a n h e r z i e n i n g Zu i d p l a s Juni 2005
Stuurgroep Zuidplas participanten: Gemeente Moordrecht Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel Gemeente Waddinxveen Gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle Gemeente Gouda Provincie Zuid-Holland Gemeente Rotterdam Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
Denkrichtingen en Thema’s
Stuurgroep Zuidplas driehoek RZG 1
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZU IDPL AS
•
driehoek
Dit is een uitgave van de Stuurgroep Zuidplas driehoek RZG. www.driehoekrzg.nl Vormgeving: Casteren Creatie, Den Haag
Eric van Casteren
Druk: Den Haag Offset, Rijswijk Oplage: 5.000 ex Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.
2
R ZG
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZU IDPL AS
•
driehoek
R ZG
Wa a rom dit document? P ro c e d u re De Stuurgroep Zuidplas driehoek RZG, waarin de gemeenten Nieuwerkerk aan den IJssel, Zevenhuizen-Moerkapelle, Moordrecht, Waddinxveen en Gouda en de provincie Zuid-Holland samenwerken met de gemeente Rotterdam en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard stelt een ruimtelijk toekomstplan voor het gebied van de Zuidplas op. In dit Intergemeentelijk Structuurplan (ISP) wordt voor de komende decennia aangegeven waar extra woningbouw, bedrijventerreinen en glastuinbouw kunnen komen. Dat kan alleen als de wegenstructuur en het openbaar vervoer wordt aangepast. Bij de oplossingen wordt rekening gehouden met de plaatselijke milieueffecten, gezien de actuele discussie over de luchtkwaliteit. De recreatiemogelijkheden worden uitgebreid en de landschappelijk waardevolle gebieden versterkt in combinatie met meer ruimte voor water: het water wordt weer teruggebracht in de polder. Tegelijkertijd verwerkt de provincie dit plan in een partiële herziening van het streekplan Zuid-Holland Oost. Ten behoeve van de besluitvorming over ISP en streekplanherziening wordt ook een Strategische Milieubeoordeling (SMB) opgesteld. Het ISP wordt de volgende stap nadat eind 2004 door 23 publieke en maatschappelijke partijen de Interregionale Structuurvisie (ISV) driehoek RZG is vastgesteld. In deze ISV is in globale zin geschetst hoe de uitbreidingsopgave voor dit deel van de Randstad kan worden uitgevoerd in de periode 2010-2030. Ten behoeve van de debatten tijdens de Week van de Zuidplas (6 tot en met 11 juni 2005) heeft de Stuurgroep Zuidplas dit Werkdocument opgesteld waarin de belangrijkste denkrichtingen en inhoudelijke thema's voor het ISP en de streekplanherziening aan bod komen. Doel hiervan is dat de mondelinge en schriftelijke reacties van burgers en organisaties al in een vroeg stadium worden betrokken bij het opstellen van het ontwerp van het Intergemeentelijk Structuurplan en de streekplanherziening Zuidplas. Deze zullen in oktober 2005 ter visie worden gelegd om een oordeel van burgers en organisaties te vragen. In de raadscommissies van de vijf Zuidplasgemeenten zal het ontwerp van het ISP in september behandeld worden. Besluitvorming over het ISP door de gemeenteraden van de vijf gemeenten in de Zuidplas en de streekplanherziening door de Staten van Zuid-Holland wordt begin 2006 verwacht.
Inhoudsopgave Dit Werkdocument bevat de belangrijkste thema's ten behoeve van het op te stellen ISP en de beoogde streekplanherziening. Nadat begin 2005 door alle gemeenteraden en Provinciale Staten de Interregionale Structuurvisie RZG (Rotterdam-Zoetermeer-Gouda) is vastgesteld, dient het ISP concreter aan te geven welke ruimtelijke functies in welke gebieden horen. Het Intergemeentelijk Structuurplan en de Streekplanherziening Zuidplas nemen qua concreetheid van uitspraken een positie in tussen de hiervoor genoemde Interregionale Structuurvisie (te downloaden via www.driehoekrzg.nl) en de bestemmingsplannen die na 2006 worden opgesteld. Voor burgers en organisaties zijn er, in tegenstelling tot bestemmingsplannen, nog geen juridisch bindende gevolgen aan het ISP verbonden. Het ISP bindt wel de publieke partijen. De herziening van het streekplan zal de provincie het toetsingskader voor de nieuwe bestemmingsplannen gaan bieden.
3
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Mede tegen de achtergrond van de 17 moties die de raden van de gemeenten in de Zuidplas bij de behandeling van de ISV hebben aangenomen, is dit Werkdocument gegroepeerd naar de volgende thema's:
1
Tussen Dorp en Stad
2
Mobiliteit en Bereikbaarheid
3
De Heerlijke Polder
4
Bouwen met Water
5
Financiering en Fasering Omwille van de toegankelijkheid voor de lezer zijn de beschrijvingen van de thema's zo concreet mogelijk verwoord.
Interregionale Structuurvisie: Ruimtelijk kader voor driehoek RZG en de Zuidplas
Om de thema's in de juiste context te zien, is het van belang om de ruimtelijke uitgangspunten van de ISV in herinnering te roepen. De belangrijkste uitgangspunten voor het ruimtelijk beleid voor de Zuidplas in relatie tot de omgeving (Zuidvleugel en driehoek RZG) zijn: Droogmakerijen (zoals de Zuidplas) lenen zich beter voor intensieve verstedelijking 1 dan de veenweidegebieden. Er is in de driehoek RZG geen behoefte aan nieuwe regionale kernen. 2 3 Uitbreiding van de groenstructuur is in de Zuidvleugel nodig. De Rottewig vormt met de Eendragtspolder, de Tweemanspolder en polder de Wilde Venen met het Bentwoud een robuuste groene as. Aan de zuidkant wordt de groenstructuur gecompleteerd met de Krimpenerwaard, de Hollandse IJssel en de veenweidegebieden van Hitland en de Zuidplas. In de B-driehoek is de hoofdfunctie glastuinbouw als onderdeel van de Glas-as. 4 De plannen voor de Eendragtspolder, vanuit de groenopgave, gaan uit van 5 calamiteiten-waterberging en recreatie. Voor de Tweemanspolder en de polder de Wilde Venen blijft akkerbouw vooralsnog 6 de belangrijkste functie. Bereikbaarheid van de driehoek binnen de Zuidvleugel vereist bundeling van 7 infrastructuur, maar ook toevoeging van nieuwe schakels. Dat geldt voor wegen en voor openbaar vervoer. 8 Bereikbaarheid van de driehoek binnen de Zuidvleugel vraagt om investeringen in wegen, waarbij ontvlechting van doorgaand verkeer en regionaal/lokaal verkeer op alle schaalniveaus het meest kosteneffectief is. 9 Bereikbaarheid van de driehoek binnen de Zuidvleugel vraagt om investeringen in het openbaar vervoer, zowel op het Kernnet (Stedenbaan) als in stadsgewestelijke lichte railsystemen. Vervolgens zijn in de ISV ook de inrichtingsprincipes voor de transformatie van de Zuidplas vastgelegd. Deze principes komen voort uit bovenstaande punten, maar ook specifiek vanuit het onderzoek naar de potenties van bodem, water, groen, infrastructuur en de relatie met occupatie (lagenbenadering). In de thema's van dit document komen de inrichtingsprincipes uitvoerig aan bod. De volgorde van de thema's is het spiegelbeeld van de lagenbenadering. De ISV is vertaald in het kaartbeeld op pagina 5, waarin ook de zogeheten bundelingsgebieden voor transformatie zijn beschreven. Het h a r t vo rm i g deel op de kaart is het bundelingsgebied Bedrijventerreinen en Glastuinbouw ten noorden van de A12. Binnen het raamwerk van linten, lanen en tochten wordt de opgave
4
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
voor de glastuinbouw en een deel van de logistieke bedrijvigheid gerealiseerd. Het n i e r vo rm i g deel op de kaart is het bundelingsgebied Wonen-Werken en Voorzieningen. Vooral op de hoger gelegen kreekruggen wordt een groot deel van de woningbouwopgave gerealiseerd. Ook hier geldt het raamwerk van linten, lanen en tochten. Bij op- en afritten van de A20 is plaats voor logistieke bedrijvigheid. Bovendien dient de overgang van het ontwikkelen van het Restveengebied goed te worden vormgegeven. Op de kaart is ook de robuuste groenstructuur Rottewig-Bentwoud zichtbaar, waarbij aangesloten wordt op bestaande initiatieven.
Kaartbeeld ISV driehoek RZG Zuidplaspolder
Moerkapelle
Waddinxveen
Zevenhuizen Gouda
Moordrecht
Nieuwerkerk aan den IJssel
5
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZU IDPL AS
•
driehoek
R ZG
Thema Intergemeentelijk Structuurplan
Kaartbeeld plaatsnamen, wegen en waterwegen
6
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN ZU IDPL AS
•
driehoek
R ZG
Tussen Dorp en Stad
1
Opgave na opgave
De transformatie van de Zuidplaspolder is nu al in volle gang. Het weidse bouwland wordt omgevormd naar een modern agrarisch productielandschap van voornamelijk glastuinbouw. Ook rukken allerlei typische verschijnselen aan de randen van het stedelijk gebied op, zoals maneges, campings, tuincentra en dergelijke. Verder zijn er nieuwe woningbouw-uitbreidingen in voorbereiding, zoals Triangel (Wa d d i n x v e e n ) en Westergouwe (Gouda). Er worden bedrijventerreinlocaties ontwikkeld in het Distripark (Waddinxveen) en het Gouwepark (Moord recht). Voorbeelden van ontwikkelingen die nu al aan de gang zijn en vooruitlopen op de verstedelijkingsopgave voor de periode na 2010. Bij de uitwerking van ISV naar ISP gaat het in de periode tussen 2010 en 2030 om een transformatieopgave van ca. 30.000 woningen, 350 ha netto bedrijventerreinen (300 ha in de Zuidplaspolder en 50 ha in de B-driehoek) en 200 ha netto nieuwe glastuinbouw binnen een robuuste groen-blauwe structuur.
7
Wo n e n
De toename van de woningbehoefte komt vooral voort uit de vraag naar kleine huishoudens (alleenstaanden en eenoudergezinnen). Er is behoefte aan ruimte voor de eigen bevolking (starters, senioren) in het gebied en aan woonmilieus die aanvullend zijn aan die in de bestaande stedelijke structuur. Dat betreft dan naast eengezinswoningen in een dorps milieu (oudbouw of nieuwbouw) ook de mogelijkheid om op eigen kavels een woning te bouwen. Voorts blijft wonen aan het water een zeer gewild woonmilieu. Bestuurlijk uitgangspunt voor de woningbouwopgave is een aandeel van 30% sociale woningbouw.
We r k e n
De Zuidplaspolder heeft grote economische potenties. Door zijn centrale ligging in de Randstad is het gebied een aantrekkelijke vestigingsplaats voor adviesdiensten, groothandel en distributie die de Randstad als afzetgebied hebben. Ruimte voor bedrijventerreinen is onder meer nodig om de grote tekorten die in deze periode in Rijnmond worden verwacht, op te vangen. Om te voorkomen dat het relatief grote aantal jeugdige laagopgeleiden dat zich in de toekomst in Rotterdam op de arbeidsmarkt meldt
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
niet aan een baan kan komen, zal voldoende ruimte voor bedrijventerreinen nabij Rijnmond gereserveerd dienen te worden. Een locatie langs de A20 bij voorkeur nabij Nieuwerkerk a/d IJssel is hiervoor ideaal. Ruimte voor werken is ook nodig om de groei van de regionale bedrijvigheid op te vangen en om voldoende werk te bieden aan de groeiende beroepsbevolking in de Zuidplaspolder. Voor de glastuinbouw komt de behoefte aan ruimte voort uit het topsegment van de Glas-as (Westland-B driehoek-Zuidplaspolder) en bedraagt ca. 200 ha netto nieuwe bedrijven. Ook is er ruimte nodig voor hervestiging van al in de Zuidplas gevestigde bedrijven (ca. 80 ha).
Waar vinden de veranderingen vooral plaats?
Dorpsuitbreidingen Verdere verstedelijking in de Zuidplaspolder zal in eerste instantie plaatsvinden in aansluiting op de bestaande voorzieningenstructuur in de kernen. Nieuwe dorpse milieus zullen als dorpsuitbreidingen worden gerealiseerd aan de noordkant van Nieuwerkerk aan den IJssel, ten zuiden van de kern van Zevenhuizen en aan de oostzijde van de Knibbelweg. Verder aan de zuid- en oostkant van Moerkapelle en aan de westzijde van Waddinxveen, terwijl er ook aan de noordkant van Moordrecht nog enige uitbreidingsruimte beschikbaar is. In de dorpsuitbreidingen en de locaties binnen de bebouwde kom komen woningen voor senioren met de bijbehorende eerstelijnszorgvoorzieningen, zoals afgesproken in het Pact van Savelberg. Vrijkomende woningen in de bestaande kernen zouden vervolgens beschikbaar kunnen komen voor starters. De dorpsuitbreidingen moeten aansluiten bij maat, schaal en karakter van de kern.
Lanen, linten en tochten Van groot belang voor een duurzame ontwikkeling van de Zuidplaspolder is dat nieuwe functies worden gerealiseerd in het ruimtelijk raamwerk van de bestaande wegen, de nieuwe ontsluitingswegen en de groen- en de waterstructuur (ook wel lanen, linten en tochten genoemd). Door nieuwe ontsluitingswegen op enige afstand van de bestaande weg aan te leggen wordt het nieuw te ontwikkelen veld ontsloten. De zone tussen de huidige weg en de nieuwe ontsluitingswegen kan in het gebied waar bedrijven en kassen zijn gepland, worden gebruikt voor bedrijfswoningen, water, groen en voorzieningen. De structuur van lanen, linten en to ch te n moet ook de drager zijn van een goede overgang van de kernen naar het nieuwe landschap. Ook de overgang naar het Bentwoud moet zorgvuldig worden vormgegeven. Voor het gebied ten noorden van de Zesde Tochtweg wordt vooralsnog geen glastuinbouw voorzien. In een later stadium kan daarover worden besloten, afhankelijk van de vorderingen van de realisatie van de 200 ha glastuinbouw. Het patroon van lanen, linten en to ch te n biedt ook de mogelijkheid om stedelijke functies toe te voegen tussen de bestaande bebouwing aan de polderstructuur, waar nieuwe wegen voor een passende ontsluiting zorgen. Deze invulling kan variëren van appartementencomplexen, bedrijfspanden voor adviesbureaus, banken en schone productiebedrijven, woningen tot woonwerk-woningen etc. In wat wel het s l o o t j e s r ij k wordt genoemd, in de Waterparel tussen de Zuidelijke Dwarsweg en de A20, is op diverse plekken ruimte voor individuele woonmilieus onder de voorwaarde dat het oppervlaktewater van uitstekende kwaliteit blijft. Daarbij wordt gedacht aan bijzondere, waterrijke (top)woonmilieus op plaatsen in de kreekrugzone tussen de Zuidelijke Dwarsweg en de A20. Realisering is afhankelijk van gelijktijdig te nemen maatregelen voor de Waterparel. Het M i d d e n gebied van de Zuidplaspolder biedt ruimte voor het maken van een meer stedelijk woonmilieu. Afhankelijk van de marktomstandigheden en de uiteindelijke vormgeving is hier ruimte voor meer dan 10.000 woningen. Deze stedelijke zone is dan uitstekend met openbaar vervoer bereikbaar, door de opening van een halte Doelwijk aan de spoorlijn Gouda-Den Haag. Een hoogwaardig openbaar vervoersysteem (met als opties 8
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
een snelbus, lightrail of de trein) zorgt vervolgens voor een goede verbinding met Gouda en Rotterdam. De halten aan de nieuwe HOV-lijn worden kenmerkende plekken, waar voornamelijk lokale voorzieningen worden gesitueerd. Het gaat hier om scholen, winkels, kinderopvang, sociaal-culturele voorzieningen. Een nieuwe tocht, de Doelwijkse Dwarstocht, dwars op de bestaande tochtenstructuur in de polder, kan die verstedelijking verder ondersteunen en zorgen voor een palet aan verschillende woonmilieus. De O o st kant van de Zuidplaspolder (met name het gebied van de Gouweknoop) bestaat uit een groot aantal doorsnijdingen van bovenregionale infrastructuur (hoofdwegen en spoorlijnen). De goede ligging aan het hoofdwegennet en de nieuwe stations Westergouwe en Doelwijk bieden goede vestigingscondities voor een combinatie van woningbouw, bedrijfspanden, kantoren en voorzieningen. Vanuit de Gouwe Knoop zijn (de centra van) Rotterdam, Den Haag, Leiden en Utrecht snel bereikbaar. Van belang is daarbij dat aandacht wordt geschonken aan de milieuaspecten die samenhangen met de vele infrastructuur. In het No o rd e l ijk deel van de Zuidplaspolder , aan de noordkant van de A12, is ruimte voor het realiseren van een groot deel van het programma voor glastuinbouw en bedrijventerreinen. Hier is vooral plaats voor logistieke functies, en voor woningbouw langs de dorpsranden. Er is ruimte voor verschillende typen glastuinbouw, enerzijds voor het traditionele glastuinbouwbedrijf, anderzijds voor de zeer gespecialiseerde hoogwaardige bedrijven. De ruimtelijke verschijningsvorm daarvan is ook verschillend. In het eerste type is er meer sprake van menging van verschillende functies op een klein oppervlak, waarbij realisering in een directe relatie moet staan tot de uitplaatsing elders in het plangebied. Bij de gespecialiseerde glasbedrijven is er binnen de glaskavel zoveel mogelijk productieruimte, terwijl aan de rand daarvan de andere functies in de linten gesitueerd zijn. Dit gebied is alleen bestemd voor daarvoor geselecteerde bedrijven, waarbij er ook ruimte is voor een aantal vernieuwingsprojecten van de glastuinbouw. Proefprojecten van Kas en Water, van stapeling van glas en bedrijfsgebouwen en van Kas en Energielevering zijn hier mogelijk. Verder is er ruimte voor menging van glastuinbouw met andere functies. Nagegaan wordt of het rendabel is om voor de grote warmtebehoefte van de glastuinbouw een warmtenet (aanvoer door een pijpleiding van het overschot aan warmte uit de Rotterdamse regio) aan te leggen, waarvan ook de woningbouw kan profiteren.
Voorzieningen Tot ca. 2015 kunnen bewoners van de nieuwe dorpsuitbreidingen gebruik maken van de bestaande voorzieningen in de kernen. Daarmee wordt ook een potentiële verschraling van het voorzieningenniveau tegengegaan. In deze periode wordt mogelijk ook een reconstructie van de lokale voorzieningenstructuur ter hand genomen. Overschotten en tekorten aan voorzieningen in de kernen moeten dan ook worden weggewerkt. Voor regionale voorzieningen kan gebruik worden gemaakt van de verschillende voorzieningen in de centra van Gouda, Zoetermeer en Rotterdam Alexander. Op termijn (na 2015) lijkt het bestaande voorzieningenniveau onvoldoende en te versnipperd. Herstructurering van bestaande en toevoeging van nieuwe voorzieningen in het verstedelijkte gebied is dan ook van belang. Wanneer voorzieningen met een meer dan lokaal karakter gerealiseerd worden, moet daarvoor een plek gezocht worden bij de spoorweghalten in de Gouwe Knoop. Als er voorzieningen met een wat ruimer verzorgingsgebied nodig zijn (bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs) dienen die bij voorkeur gesitueerd te worden bij een spoorweghalte van de Gouwe Knoop (ten noorden van Westergouwe of in de toekomst Doelwijk). Uiteraard moet de regionale fietspadenstructuur zorgen voor een goede bereikbaarheid per fiets. Ook voor bijzondere voorzieningen is de Gouwe Knoop de aangewezen locatie. In dit verband wordt wel gedacht aan een internationaal beurs- en congrescentrum. 9
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Infrastructuur s t r u c t u reert de ruimte
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Er zijn tal van voorbeelden dat een goede afstemming tussen infrastructuurbeleid en ruimtelijke inrichting de dynamiek van de ontwikkelingen bepaalt. Een voorbeeld: zodra er een halte aan de spoorlijn Gouda-Rotterdam (ten noorden van Westergouwe) wordt geopend, biedt dit de gelegenheid om ook aan noordkant van Westergouwe (in de railstrook) stedelijke functies een plek te geven. Daarmee krijgt de Gouwe Knoop al een eerste invulling. De voor 2010 geplande verplaatsing van de aansluiting Moordrecht op de A20 zorgt ook voor een betere ontsluiting van dat deel van de polder. Ook op andere manieren wordt gesleuteld aan verbetering van de bereikbaarheid van de Zuidplaspolder. De verkeersoverlast in de kern Zevenhuizen zal verminderen door de aanleg van de nieuwe omleiding van de N219. De bestaande afslagen Waddinxveen en Zevenhuizen gaan dicht. De nieuwe afrit van de A12 kan het visitekaartje van de Zuidplas worden. De omgeving van deze aansluiting krijgt een tot de verbeelding sprekende invulling, samenhangend met het karakter van het noordelijk gebied van de Zuidplas. Onderzoek vindt plaats naar de noodzaak tot aanleg van de Westelijke Randweg ten westen van Waddinxveen en Boskoop tot de N455 in verband met de verbetering van de noord-zuid verbinding, de bereikbaarheid van het Bentwoud, de ontlasting (downgrading) van de N207 en de verbetering van de leefbaarheid in de kernen van genoemde gemeenten. Capaciteitsvergroting van de N219 tussen Zevenhuizen en Nieuwerkerk aan den IJssel zal plaatsvinden door de keuze voor een nieuw tracé ten oosten van het bestaande tracé. De tussenliggende ruimte is erg geschikt voor een mix van functies, zoals sportvoorzieningen, bedrijfsgebouwen en dergelijke. Tussen de Zuidelijke Dwarsweg en de Omleidingsweg Zevenhuizen (N219) is een HOV-tracé gereserveerd. Afhankelijk van de toekomstige woningvraagontwikkeling kunnen hier in hogere dichtheden bij halten van het openbaar vervoer woningen worden gebouwd. Daar kan nog een bijzondere kwaliteit aan worden toegevoegd, door bij de inrichting van het gebied waterelementen te gebruiken. Aan weerszijden van de A20 bij de afslag Nieuwerkerk aan den IJssel is ruimte voor een nieuw bedrijventerrein (ca 75 ha), de Oostpoort van Nieuwerkerk. In de Gouwe Knoop, goed ontsloten vanaf de A20, is ruimte voor een grootschalig werkgebied en bijzondere voorzieningen. Hier kan gestart worden aan de zuidkant. Tempo van de aanleg en uitgifte is mede afhankelijk van de daadwerkelijk optredende behoefte in de regio. Stationslocaties (zoals ten noorden van Westergouwe en in de tweede fase Doelwijk) bieden ruimten voor gestapelde appartementen voor een- en tweeverdieners, gericht op een goede bereikbaarheid per spoor en over de weg (‘netwerkstedelingen’). In eerste instantie kan gebouwd worden in de uitbreidingen van de kernen en bij de halte Gouwe Knoop-Westergouwe. In de linten is plek voor een grote diversiteit aan woon-, werk- en voorzieningenmilieus. Het tempo van benutten hangt af van de fasering van de aanleg van de nieuwe ontsluitingsstructuur.
Identiteit: verbinding tussen mens en plan
Culturele identiteit is vanuit de ontstaansgeschiedenis, het landschap, verhalen en emoties de verbinding tussen verleden, heden en toekomst van het gebied. Belangrijke thema's daarbij zijn dorps en landelijk, de ringva a rt, het grid en het re st ve e n ge b i e d . De sfeer van het dorpse en het landelij ke bestaat nog steeds. Er heerst nog het authentieke dorpsgevoel, met een bloeiend en gevarieerd verenigingsleven dat staat voor de sterke verbondenheid met de eigen gemeenschap. Dat geldt voor zowel de autochtone bevolking als de nieuwkomers. Wel zijn er grote verschillen tussen de dorpen onderling. Elk dorp heeft z'n eigen karakteristiek. Voor die identiteit zijn de oude dorpskern en de straten naar het omliggende landelijk gebied van cruciale betekenis.
10
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
De r i n g va a rt symboliseert de ontwikkelingsgeschiedenis van de polder en verbindt de dorpen van de Zuidplaspolder, waarbij de verschijningsvorm van de ringvaart steeds verandert (hoog- en laaggelegen, smal en breed) met bruggen, gemalen, molenrestanten e.d. De culturele rijkdom en de openheid van de ringvaart biedt kansen voor recreatie en dus ook voor ondernemers om hierop in te spelen. Het Re st ve e n ge b i e d , ten zuiden van de vroegere Veenweg, is de leefomgeving van de veenboeren. Zij leefden en werkten op 'dikwater', waardoor ze het extra moeilijk hadden. Het veen bestaat namelijk grotendeels uit water en het overtollige water uit het noordelijk deel stroomde ook nog eens in hun richting. De gridstructuur, de tochten en de weidse uitzichten zijn als karakteristieken van de ontginning van de polder in het Restveengebied nog het best waar te nemen. De kenmerkende as in de polder is de Middelweg, die de kerktorens van Moerkapelle en Moordrecht verbindt. In voormalige ontginningsassen, zoals de Veenweg en de Moordrechtse Tiendweg kunnen sporen van vroegere (middeleeuwse) bewoning worden gevonden. Verder zijn archeologische vondsten (uit de steentijd) te verwachten in de verzande en met klei opgevulde oude stroomgordels (‘kreekruggen’). Nader archeologisch onderzoek is daar te zijner tijd nodig.
11
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Thema Intergemeentelijk Structuurplan
Kaartbeeld Infrastructuur
12
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
2
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Mobiliteit en Bereikbaarheid
De mobiliteit groeit
De Zuidplaspolder ligt perifeer in de Zuidvleugel, maar centraal in de Randstad Holland. Deze centrale ligging is af te lezen aan de aanwezige nationale mobiliteitscorridors: de autosnelwegen A12 en A20 en de spoorlijnen Gouda-Leiden, Gouda-Den Haag en Gouda-Rotterdam. De groeiende mobiliteit zorgt voor toenemende congestie op de hoofdwegen. Als gevolg hiervan ontstaat ook in de Zuidplas en de omliggende gemeenten sluipverkeer en meer congestie op het regionale wegennet. In het gebied zelf is de infrastructuur over het algemeen krap bemeten. De Zuidplaspolder is ooit ontgonnen als een ‘zuinige’ polder met alleen de strikt noodzakelijke infrastructuur. Ondanks selecte investeringen in de weginfrastructuur heeft deze keuze vandaag de dag zijn sporen nagelaten: gebruikers van het gebied ondervinden hinder van doorgaand vrachtverkeer door oude kernen en van verkeersopstoppingen bij de aansluitingen op het rijkswegennet en op de provinciale wegen. Dit geldt zowel voor de oost-west als de noord-zuid verbindingen. Daarnaast ervaren fietsers overlast door de smalle polderwegen en de barrières van water-, spoor- en rijkswegen. De capaciteit van de wegen komt nog eens verder onder druk te staan door de verkeerseffecten van al geplande autonome ontwikkelingen, zoals de nieuwbouwwijken Westergouwe, Triangel, Nesselande, Esse Zoom, bedrijventerreinen Gouwepark, Goudse Poort, A12 Noord, Distripark Doelwijk en nieuw glas.
Uitgangspunten voor verkeersoplossingen
Er bestaat een sterke wisselwerking tussen infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling. Eén van die uitgangspunten bij de opstelling van de ISV is dat de verschillende infrastructurele netwerken volwaardig en voldoende robuust zijn en in samenhang met elkaar ontwikkeld worden. Om de effecten van het verkeer zoveel mogelijk in goede banen te leiden, wordt bij de planvorming met een aantal uitgangspunten gewerkt: 1
Wonen aansluiten bij bestaande kernen en voorzieningen
De kwaliteiten van de bestaande kernen worden optimaal benut. Nieuwe ontwikkelingen vinden zo veel mogelijk hun plek op fietsafstand van de bestaande lokale voorzieningen. 2
Bedrijvigheid dichtbij rijkswegen
Nieuwe bedrijvigheid vindt een plek nabij de rijkswegen, in het bijzonder bij de A20 / Gouweknoop. Hiermee ontstaan directe lijnen met economische kerngebieden in de Rotterdamse regio. Bovendien voorkomt dit verkeershinder voor andere gebruikers van de Zuidplaspolder.
13
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
3
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Glas gebundeld
Glasgebieden worden gebundeld ontwikkeld nabij de A12. Scheiding van vrachtverkeer en woonfuncties is uitgangspunt. Dit principe vereist onder andere aanleg van nieuwe doorgaande wegen. 4
Zwaartepunt nieuwe woonontwikkelingen rond hoofdstructuur OV
Van begin af aan wordt de concentratie van nieuwe woongebieden zo gekozen dat deze goed met openbaar vervoer bereikbaar zijn. Dat kan door het openen van nieuwe haltes en stations op plekken waar een concentratie van woningen en andere functies zich voordoet.
Wegennet opwaard e re n
Rijkswegennet Vertrekpunt voor een bereikbare Zuidplaspolder is een goed functionerend rijkswegennet. Rond 2010 wordt de capaciteit van de A12 en A20 verbeterd door de realisatie van nieuwe aansluitingen bij Zevenhuizen - Moerkapelle en Moordrecht. Daarnaast worden extra spitsstroken op de A12 tussen Gouwe Knoop en Zoetermeer gerealiseerd en wordt gewerkt aan het vergroten van de capaciteit op de A12 tussen Woerden en Gouwe Knoop tot 4 rijstroken per spitsrichting (noordbaan: extra plusstrook, zuidbaan: verbreding naar 4 stroken. Samen met Rijkswaterstaat wordt nut en noodzaak van de duurzame verbreding van de A20 tussen Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel onderzocht. De verbinding tussen de A12 en de A20 (Moordrechtboog) wordt gerealiseerd door een directe koppeling te leggen tussen de nieuwe aansluiting Moordrecht en een halve aansluiting op de A12 in westelijke richting. Deze nieuwe verbinding ontlast ook de N456, die kan worden ingezet als lokale drager in het plangebied. Verkeer vanuit Gouda-Zuid en de N207-Zuid krijgt een directe verbinding naar de A20 en de A12. Tegelijkertijd ontsluit deze schakel de bedrijventerreinen en de woningbouwlocaties. Verkeer vanaf de A12 in de richting van Gouda wordt eveneens via de nieuwe aansluiting ten westen van de Gouwe en een nieuwe noordelijk van de A12 gelegen oeververbinding over de Gouwe, naar de aansluiting Gouda geleid. Op deze wijze wordt de capaciteit van het Gouweaquaduct verhoogd, omdat niet alleen de omvang van het verkeer minder wordt, maar ook het weven van deze verkeersstroom met verkeer vanaf de A20 richting A12 niet langer nodig is.
Vinden van optimum in functie HWN-boog...
14
... en maximale verwerving regionaal wegennet
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Door de Moordrechtboog op deze wijze vorm te geven ontstaan er dus synergievoordelen voor alle partijen. Het ruimtebeslag en de investeringkosten zijn lager dan het geval zou zijn bij uitvoering van de Moordrechtboog als rijksweg, terwijl de maatregel zowel voor het rijkswegennet als het onderliggende wegennet meer effect sorteert.
Regionaal wegennet Uitgangspunt bij de opzet van het regionale wegennet in de Zuidplaspolder is dat het hoofdwegennet een dubbelfunctie moet vervullen: (a) het moet zodanig van opzet zijn dat de bestaande kernen worden ontlast van doorgaand verkeer; hiervoor zijn ook binnen de kernen aanvullende maatregelen nodig; (b) het regionaal wegennet moet de nieuwe locaties ontsluiten. In de voorgestelde structuur is een opzet herkenbaar van aaneensluitende randwegen voor Waddinxveen, Gouda, Nieuwerkerk aan den IJssel, Zevenhuizen en Moerkapelle. Vanaf de randwegen zijn er afslagen naar de kernen. Samen met de onderdelen op het rijkswegennet ontstaat een samenhangende hoofdstructuur voor de geplande ruimtelijke ontwikkeling in de Zuidplaspolder. Enkele van deze capaciteitswegen moeten met 2 rijstroken per richting en met ruime kruispunten worden uitgevoerd. Het samenhangende stelsel van regionale wegen bestaat uit de volgende onderdelen:
1 Kernen in de Zuidplaspolder. . .
3 ... met tevens een functie als v e rdeelring Zuidplaspolder.
2 ... met randwegen en intern e transformatie...
4 Regionale T-structuur tbv Gouwe Knoopontwikkeling.
De Veilingroute Waddinxveen-Bleiswijk als parallelstructuur A12 vormt als het ware de randweg Moerkapelle. Deze verbinding wordt bij Waddinxveen in noordelijke richting doorgetrokken en vervult als zodanig de rol van Westelijke Randweg, bedoeld om verkeer van en naar Waddinxveen en (vracht-)verkeer in noordelijke richting op te vangen. Aanvullend zijn lokale maatregelen nodig in Moerkapelle en Waddinxveen. 15
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
De T-structuur, zoals opgenomen in de ISV, omvat : - de bovengenoemde verbinding tussen de nieuwe A20-aansluiting Moordrecht en de halve aansluiting op de A12; - de verbinding tussen de halve aansluiting A12 bij Triangel over de Gouwe naar de aansluiting Gouda; - een Randweg Waddinxveen, tussen de Veilingroute WaddinxveenBleiswijk en de halve aansluiting op de A12 bij Triangel. De voorgenomen omlegging van de N219 bij Zevenhuizen, richting de nieuwe aansluiting Zevenhuizen - Waddinxveen vormt feitelijk een nieuwe randweg voor Zevenhuizen. De lokale structuur van Zevenhuizen moet op deze nieuwe situatie worden aangepast. Door de groeiende verkeersstromen is het ook noodzakelijk het zuidelijke deel van de N219 te verleggen en de aansluiting op de A20 bij Nieuwerkerk aan den IJssel op te waarderen. Op deze wijze heeft de N219 ook een functie als randweg ter ontlasting van Nieuwerkerk-Noord. Hiermee wordt de oude N219 in Nieuwerkerk-Noord vrijgemaakt van doorgaand verkeer, zodat hier een verblijfsfunctie voor de hand ligt. De ruimtelijke ontwikkelingen aan de westzijde van Gouda, samen met de ontwikkelingen in de Goudse Poort en de stationszone, maken de versterking van een Westelijke Randweg in Gouda noodzakelijk. Deze randweg bestaat uit de geplande Zuidwestelijke Randweg, de N207-Zuid en de Coenecoopbrug en kan aan de noordzijde worden afgemaakt met een nieuwe schakel tussen de Coenecoopbrug langs Goudse Poort naar de aansluiting Gouda. Hiermee heeft de Coenecoopbrug dus primair een rol voor de lokale Goudse structuur. De capaciteit van de Coenecoopbrug kan verder worden geoptimaliseerd door de aan- en afrijcapaciteit van de op- en afritten te vergroten en de ruimte voor fietspaden binnen het profiel van de brug voor autoverkeer te benutten. De bestaande brug kan ten behoeve van het fietsverkeer worden verbreed. De Westelijke Randweg van Gouda wordt via een verbeterde N456 verbonden met de nieuwe aansluiting Moordrecht. Nut en noodzaak van een eventuele nieuwe verbinding over de Gouwe vanaf de Westelijke Randweg naar de stad moet nader worden onderzocht. Dit is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de verkeersstructuur binnen Gouda, zoals die nu ook in het kader van het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan aan de orde is. De in de ISV beschreven Parkway zou op langere termijn een verbinding kunnen vormen met de Noordrand van Rotterdam om de ruimtelijke samenhang te versterken. Vooralsnog lijkt de verkeersintensiteit op een dergelijke verbinding onvoldoende om doortrekking tot aan de Noordrand te kunnen verantwoorden.
Nieuwe OVvoorzieningen
Naast een goede bereikbaarheid voor autoverkeer is een hoogwaardig OV-aanbod belangrijk voor de gebruikers van de Zuidplaspolder. Hiermee wordt optimale kwaliteit geleverd op verplaatsingen van en naar de Zuidvleugel-centra (handhaven van het percentage OV-reizigers): 1
H o o g w a a rdige busvoorzieningen
De basiskwaliteit voor OV in de Zuidplaspolder wordt geleverd door snelle busvoorzieningen. Hierbij moet worden gedacht aan een assenkruis van buslijnen door de polder waarmee directe verbindingen worden gelegd tussen de verschillende gemeenten in de Zuidplas onderling en met Gouda, Zoetermeer, en Rotterdam. 2
Stedenbaanhaltes
Daarnaast wordt - reeds in de eerste fase - zo goed mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande railassen: een Stedenbaanhalte Westergouwe/Gouweknoop in combinatie met ruimtelijke verdichting biedt OV-kwaliteit op de spoorverbinding Gouda-Rotterdam. Op termijn kan de Zuidplaspolder ook profiteren van een Stedenbaanhalte op de spoorverbinding Gouda-Den Haag; hierbij ligt een nieuwe halte in de omgeving Doelwijk voor de hand. Eventueel is op langere termijn een 16
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
directe koppeling van de halte Westergouwe/Gouweknoop met de spoorlijn Gouda-Den Haag mogelijk. 3
Regiorail Gouda - Rotterd a m
Op langere termijn zijn er drie ontwikkelingen die gezamenlijk van belang zijn voor het draagvlak onder een nieuwe regiorailverbinding tussen Rotterdam en Gouda: - de bestaande spoorwegcapaciteit op het baanvak tussen Rotterdam en Gouda is na 2020 onvoldoende om de reizigers en goederenstromen te kunnen accommoderen; - de herstructurering van de A20-zone in Rotterdam (Veilingterrein) na de aanleg van de A13/ A16 vraagt om een betere ontsluiting per openbaar vervoer; - de ontsluiting van de Zuidplaspolder vraagt, op het moment dat meer dan de helft van de woningbouwopgave rond 2020 is gerealiseerd, om een lightrail verbinding tussen Rotterdam en Gouda. Al deze ontwikkelingen kunnen worden opgevangen met een nieuwe RandstadRail-as tussen Rotterdam en Gouda. Aan Rotterdamse zijde sluit de as direct aan op de noordzuid-metro via de RandstadRail-tunnel, waardoor extra perroncapaciteit op Rotterdam Centraal niet nodig is. In Gouda kan gebruik worden gemaakt van de aanlanding van de RijnGouweLijn. Momenteel vindt een eerste verkenning plaats naar de mogelijkheden en onmogelijkheden van een dergelijke verbinding. Binnen deze verkenning worden 4 varianten uitgewerkt, te weten: a Partiële viersporigheid tussen Rotterdam-Gouda b Idem met een afbuiging van het spoor door de polder naar Gouda met heavyrail c Aanleg RandstadRailas door de Zuidplaspolder en aansluitend op de noord-zuidmetro in Rotterdam met lightrailexploitatie d Doortrekking van de metro Nesselande door de polder naar Doelwijk/Gouda Aangezien in het ontwerp-ISP nog geen definitief voorstel over de beste exploitatiewijze kan worden gedaan, zal worden voorgesteld om alle tracés wel ruimtelijk te reserveren. Gestreefd wordt naar snelle besluitvorming over de meest wenselijke variant.
Dragende regionale fietsstructuur
17
De relatief korte afstanden naar de omliggende kernen en nieuwe knooppunten van openbaar vervoer en in de polder maken dat het gebruik van de fiets grote potenties heeft om onnodig autogebruik zoveel mogelijk te beperken. Om deze kansen te benutten moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: 1 De lokale fietsstructuren in de kernen moeten goed worden aangesloten op de regionale fietsroutes in de polder en vice versa. 2 Doorgaande fietsroutes over de historische polderassen worden als fietsstraten uitgevoerd. Deze hebben zowel een functie voor dagelijks als recreatief gebruik. De auto is daar te gast. 3 Er worden ongelijkvloerse fietspassages over de grote barrières in en rond de Zuidplaspolder aangelegd. Hierbij gaat het zowel om passages met de weg (rijkswegen en opgewaardeerde regionale wegen), als om passages met spoor of water. 4 Haltes van openbaar vervoer zullen uitstekend per fiets bereikbaar zijn. Dat heeft consequenties voor de ligging van de fietsroutes, die bovendien veilig en direct moeten zijn.
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Kaartbeeld Groen en Recre a t i e
18
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Thema Intergemeentelijk Structuurplan
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
3
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
De Heerlijke Polder
Groene structuren en gebieden
Het Bentwoud vormt met het Hitlandgebied, de Rottewig, de Eendragts-, Tweemanspolder en Polder De Wilde Venen een robuuste groenstructuur in het stedelijk netwerk van het zuidelijk deel van de randstad. Bij de transformatie van de Zuidplaspolder kan voortgeborduurd worden op deze groenstructuur door het realiseren van recreatieve en ecologische verbindingen tussen het Bentwoud/Krimpenerwaard en Rottewig/Krimpenerwaard en het aanliggende stedelijk gebied.
Bentwoud en Rottewig Het multifunctionele bos van het Bentwoud en de groenblauwe Rottewig langs de Rottemeren vallen grotendeels buiten de begrenzing van het Intergemeentelijk Structuurplan, maar vervullen een belangrijke rol als recreatie- en natuurgebied voor de bewoners van de Zuidplas en de Rotterdamse regio. Voor de ontsluiting van deze gebieden is, naast bereikbaarheid per auto, ook aansluiting op het regionale fietsnetwerk van groot belang.
Groene verbindingen In het gebied worden twee ecologische verbindingen van het Bentwoud naar de Krimpenerwaard gerealiseerd. Eén verbinding loopt van het Bentwoud, via de Vijfde Tocht, langs Westergouwe naar de Krimpenerwaard. De andere verbinding loopt via de polder De Wilde Venen, langs de Vierde Tocht, door het natuurkerngebied in het middengebied, de Waterparel, en verder door het Restveengebied rondom Moordrecht naar de Krimpenerwaard. Op deze verbinding sluiten de dwarsverbindingen en verbindingen met onder andere de Eendragtspolder aan. De verbindingen krijgen een waterrijke inrichting, met op de bredere plekken rietland en wilgenstruweel. Omdat de verbindingen door sterk verstedelijkt gebied lopen, is van belang dat ze voldoende breed zijn. De verbindingen moeten ook deel uitmaken van het recreatieve netwerk. De exacte inrichting en ligging van deze verbindingen wordt in de komende maanden verder uitgewerkt.
Groenzones Aan de randen van het gebied worden groenzones ontwikkeld, zoals bij Triangel, de ecozone bij Westergouwe en de Groene Zoom tussen de kernen van Nieuwerkerk aan den IJssel en Capelle. De recreatieve fietsverbindingen in deze zones moeten op aantrekkelijke wijze aansluiten op het recreatief fietsnetwerk. De Groene Zoom maakt deel uit van de ecologische hoofdstructuurverbinding naar Hitland en krijgt zowel een natte als droge inrichting.
Restveengebied en Waterparel Het Restveengebied ligt ten zuiden van de A20. Het gebied heeft ruimte voor natuur van formaat, met een brede variatie aan soorten natuur (natuurdoeltypen). Er vindt kleinschalige landschapsontwikkeling plaats en er zijn mogelijkheden voor moerasoevers, waterberging en gebieden met particulier/agrarisch natuurbeheer met ruimte voor een aantal agrarische veehouderijbedrijven. Grote delen van het gebied zijn geschikt voor recreatief gebruik, zoals fietsen, wandelen en kanoën. 19
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Ten noorden van de A20 komt een robuuste natuurkern (100 tot 150 hectare natuurgebied) met veel variatie, zoals beboste kreekruggen, een open slootjesrijk en in het zuidelijke deel de meer kwetsbare bloemrijke graslandgebieden. Deze natuurkern ligt op de plaats van de Waterparel: een gebied met bijzondere waterkwaliteit. Langs de rand van de natuurkern, in de overgang naar het verstedelijkingsgebied, kan wonen in het groen plaatsvinden. De recreatieve mogelijkheden bestaan met name uit wandelen en waterrecreatie (vissen, kanoën). Voor het Restveengebied en de natuurkern worden in de komende maanden de verschillende inrichtingsvarianten verder uitgewerkt.
Rottewig: Eendragtspolder, polder De Wilde Venen en Tweemanspolder De Eendragtspolder sluit aan op de ecologische verbinding van het Bentwoud naar de Krimpenerwaard. De polder wordt ingericht als een waterrijk gebied, dat dienst doet als boezemcalamiteitengebied (voor tijdelijke opvang van een teveel aan water), waarbij recreatie, natuur en waterberging de belangrijkste componenten zijn. De polder De Wilde Venen en mogelijk ook de Tweemanspolder, maken deel uit van een ecologische verbindingszone. Deze gebieden hebben nu een agrarische inrichting, die blijft bestaan. De mogelijkheden om te fietsen en te wandelen in de gebieden worden vergroot. In de Tweemanspolder wordt wellicht ook ruimte geboden voor waterberging en recreatie. De Rottewig maakt in tegenstelling tot de rest van de Zuidplas deel uit van het Nationale Landschap Groene Hart.
R e c reatieve verbindingen
In het recreatieve netwerk wordt rekening gehouden met de behoeften van verschillende doelgroepen, zoals sporters, ouderen, lange-afstandfietsers en wandelaars in de vorm van fietsen, wandelen, skeeleren of te kanoën. De overgangen tussen stad en land moeten aantrekkelijk zijn, net als de beleving langs de routes: beleving van het verleden, een levend watersysteem, variatie in openheid en beslotenheid, een groen karakter en toegankelijkheid van het landschap. De fiets- en wandelpaden worden zoveel mogelijk gescheiden aangelegd.
Fietsnetwerk Ontsluiting vanuit de nieuwe stedelijke gebieden is van groot belang. De uitbreiding van het fietsnetwerk zal de bereikbaarheid van recreatieve voorzieningen, ook van en naar de omliggende dorpen en steden, aanmerkelijk verbeteren. Daarnaast vervult de fiets ook een belangrijk aandeel in het transport van en naar OV-haltes. Het recreatieve fietsnetwerk in de Zuidplas sluit aan op, en complementeert, de regionale en Zuidvleugelroutes. Denk bijvoorbeeld aan een rondje Bentwoud en een aansluiting op de Krimpenerwaard. Voor de stadsrand Gouda-Krimpenerwaard is een aantal alternatieven uitgewerkt. De route langs Triangel richting Westergouwe wordt, in combinatie met de aanleg van de ecologische verbinding, verbeterd. Ook de Ringvaart van de Zuidplaspolder en enkele bestaande polderwegen (lanen en linten) gaan deel uit maken van het netwerk.
Skeelerroutes Skeelers kunnen in principe gebruik maken van het fietspadennetwerk. De fietspaden, die als onderdeel van de skeelerroutes worden aangewezen, zullen hier qua breedte en materiaalgebruik zoveel mogelijk op worden ingericht.
Wa n d e l ro u t e s Naast een aantal al bestaande wandelverbindingen aan de randen van de Zuidplas, wordt een netwerk van wandelpaden en overige paden aangelegd. Bij de padenstructuur wordt rekening gehouden met aspecten als ligging, omgeving en dichtheid van het padennet, zodat alternatieven, afwisseling en sociale veiligheid worden geboden. 20
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Het netwerk van groene linten en lanen vormt een belangrijk deel van de padenstructuur. Daarnaast zijn het Restveengebied en de natuurkern zeer aantrekkelijke gebieden om in of rond te wandelen. Ook de Veenweg vormt vanuit cultuurhistorisch oogpunt een belangrijk onderdeel van het netwerk. Deze Veenweg was de enige begaanbare route in de tijd dat de Zuidplas werd drooggelegd en is nog op verschillende plaatsen in het landschap zichtbaar, onder andere ten noorden van de A20 en in het gebied tussen Moordrecht en Westergouwe (Moordrechtse Tiendweg). Daarnaast leent de aangepaste tochtenstructuur in het gebied zich goed voor het aanleggen van prettige wandelroutes.
Kanoroutes In het gebied worden door de aanleg van nieuwe tochten en het aaneensluiten van bestaande tochten, nieuwe interessante kanoroutes gerealiseerd.
Recreatieve activiteiten en voorzieningen
De Zuidplas zal een palet aan recreatieve mogelijkheden bieden voor: Verblijfsrecreatie (recreatiewoningen) Binnenrecreatie (sporthal, clubgebouw, zwembaden, educatiecentrum) Buitenrecreatie (fiets- en wandelpaden, skeelerroutes, maneges, speelweides) Waterrecreatie (vissen, kanoën, zeilen)
Verblijfs- en binnenre c reatie Voor binnenrecreatie zijn de bewoners van de Zuidplas vooral op bestaande recreatieve voorzieningen in het stedelijke gebied aangewezen. Er wordt wel extra aandacht besteed aan de bereikbaarheid van deze voorzieningen. Op de langere termijn kan de bestaande voorzieningenstructuur niet meer in de behoefte voorzien en worden nieuwe recreatieve voorzieningen gerealiseerd, in combinatie met herstructurering van de bestaande voorzieningen.
Buiten- en waterre c re a t i e De groene gebieden lenen zich voor verschillende soorten recreatieve activiteiten. In de recreatiegebieden de Rottemeren, de Eendragtspolder en de Zevenhuizerplas kan intensievere recreatie plaatsvinden zoals zeilen, surfen en zwemmen. De voorzieningen die hierbij horen zijn speelweides, restaurants, kanoverhuur, parkeergelegenheden, een roeibaan en een jachthaven. Het Restveengebied en de natuurkern bieden ruimte aan meer extensieve recreatie, zoals wandelen, vogelen, vissen en struinen door moerassen. Langs de recreatieve routes, die deze groene en recreatiegebieden met elkaar en het omliggende stedelijk gebied verbinden, worden (bij recreatieve knooppunten) rustpunten met bijbehorende voorzieningen gecreëerd. Daarnaast zijn er verschillende maneges in het gebied aanwezig, die bij het buiten rijden ook gebruik zullen maken van het recreatieve netwerk.
European Lowest Point In het restveengebied, tussen de A20 en de spoorverbinding Rotterdam-Gouda, bevindt zich het laagste punt van de Zuidplaspolder. Deze plek is ook het laagste punt van alle Europese lidstaten. Daarmee is de plek zeer geschikt voor de realisatie van een kennis/educatiecentrum over ‘Bouwen met Water’.
21
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Kaartbeeld Waterkansen Zuidplaspolder
22
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Thema Intergemeentelijk Structuurplan
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
4
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Bouwen met water Water in de Zuidplaspolder
Nu de nota Ruimte in april 2005 door de Tweede Kamer is vastgesteld, vinden de omvangrijke ruimtelijke ontwikkelingen in de Zuidplaspolder plaats buiten de begrenzing van het Groene Hart. Dit laat volgens de vastgestelde ISV de opdracht onverlet om het water terug in de polder te brengen. In overleg met het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is nagegaan hoe het waterbeheer en de waterkeringen kunnen worden meegenomen in de plannen. Dat wordt in dit hoofdstuk uitgelegd.
De Zuidplaspolder is een laag gelegen polder met een maaiveldhoogte tussen de -5,0 meter NAP en het laagste punt van Nederland op -6,76 meter NAP. De Zuidplaspolder bestaat in het noordwesten uit wat drogere, hoger gelegen kleigrond en in het zuidoosten uit zeer natte, lager gelegen veengronden. De ruimtelijke ontwikkelingen in de Zuidplaspolder vormden voor het hoogheemraadschap aanleiding om een waterkansenkaart voor deze polder op te stellen. Het doel van deze kaart is om ervoor te zorgen, dat de ruimtelijke ontwikkelingen zouden bijdragen aan de veerkracht en de duurzaamheid van het waterbeheer en dat de veiligheid gegarandeerd blijft. Het hoogheemraadschap wil kortom op grond van haar taken een advies opstellen voor een optimale inrichting van de polder. De waterkansenkaart zal in de komende maanden definitief worden afgerond. Hier volgen in het kort de voorlopige resultaten. In de eerste plaats wordt de relatie tussen water, bodem en ruimtegebruik behandeld. Daarna komt de veiligheid aan de orde. Tot slot is op de kaart aangegeven welke waterhuishoudkundige maatregelen en randvoorwaarden het hoogheemraadschap noodzakelijk acht.
Wa t e r, bodem en ruimtegebruik
23
Wonen, werken en glas Nieuwe woningen, bedrijventerreinen en glastuinbouw kunnen het beste worden gebouwd in de drogere gebieden. Dit zijn de hoger gelegen kleigronden in het noordwesten van de Zuidplaspolder. In de droogste gebieden kan zonder problemen worden gebouwd. In de wat nattere gebieden is bouwen ook mogelijk, maar is het beter geen kruipruimten onder de gebouwen aan te leggen. Als het peil van de sloten minder dan 1 meter onder het maaiveld ligt, is ophogen van de gronden noodzakelijk. De veengronden in het zuiden van de polder zijn minder geschikt om te bebouwen. Deze
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
gronden zijn niet alleen natter dan de kleigronden, ze zijn ook slapper en hebben last van veel bodemdaling. Bouwen is hier niet onmogelijk, maar vraagt om een groot aantal extra maatregelen. In het zuiden van de polder wordt daarom alleen gedacht aan recreatie, agrarisch natuurbeheer, waterberging, natuur en zones voor landgoederen.
Melkveehouderij, natuur en agrarisch natuurbeheer Het veengebied is dus minder geschikt om te bouwen, maar biedt wel goede mogelijkheden voor andere functies. In de drogere delen van het veengebied zijn nog mogelijkheden voor melkveehouderij. Andere delen zijn daarvoor echter te nat. In deze gebieden zijn er mogelijkheden voor agrarisch natuurbeheer. De natste delen van het veengebied zijn het meest geschikt voor de ontwikkeling van natte natuur. In delen van het gebied is sprake van kwel: grondwater dat door de bodem omhoog komt tot aan het maaiveld. Door de kwel zijn deze gebieden extra geschikt voor natuur. Er bestaat een wens om groene verbindingen met de Krimpenerwaard te realiseren. Deze kunnen het best worden gerealiseerd in de nattere delen waar mogelijkheden zijn voor agrarisch natuurbeheer of natuurontwikkeling.
Wa t e r p a rel In het midden van de Zuidplaspolder liggen bodemtypes, die heel geschikt zijn voor de ontwikkeling van waardevolle oever- en watervegetatie. Het gaat om katteklei en moerige grond. De relatief grote aanvoer van grondwater van hoge kwaliteit naar de sloot (kwel) draagt bij aan de ontwikkeling van deze vegetaties. Deze bijzondere vegetaties kunnen zowel in het landelijk gebied, in de vorm van een natuurgebied, als ook in (nieuw) stedelijk gebied een plek krijgen. Net ten noorden van de A20 ligt de ‘Waterparel’. Dit is het gebied waar de potenties voor de ontwikkeling van natte natuur het grootst zijn. Vanuit de Waterparel kunnen groene verbindingen met bijzondere watervegetaties worden gelegd naar de Eendragtspolder en naar de polder de Noordplas.
Risicobeheersing Al het werk van het hoogheemraadschap is erop gericht om wateroverlast te voorkomen. Garanderen dat er nooit wateroverlast zal zijn, is echter onmogelijk. Wateroverlast kan op twee manieren plaatsvinden: door extreme neerslag of door een kadebreuk. Mocht dat, ondanks alle inspanningen ooit gebeuren, dan zijn er in de polder gebieden die meer risico lopen op wateroverlast, dan andere gebieden. De laag gelegen delen in de polder (Restveengebied en een deel van het Middengebied) lopen risico bij extreme neerslag. Het hoogheemraadschap raadt af om hier zondermeer glastuinbouwbedrijvigheid te plannen. Voor overige functies is in deze gebieden een goed inrichtingsontwerp van belang, waarbij het risico geminimaliseerd wordt. Het gebied ten zuiden van de A20 loopt risico op wateroverlast in het onverhoopte geval van kadebreuk. De hele polder wordt beschermd door kaden en dijken. Zonder deze waterkeringen zou de polder vanwege de lage ligging onderlopen. Ingrepen op en langs de dijken kunnen de stevigheid van de waterkering in gevaar brengen. Daarom mag niet worden gebouwd op en nabij de kaden en dijken. Bovendien moet ruimte worden vrij gehouden voor eventuele dijkverzwaringen in de toekomst. Ten slotte is in het zuidoosten van de polder sprake van een (water)bodeminstabiliteit. De polder ligt daar zo diep en de grondwaterdruk is daar zo hoog, dat de bodem op sommige plaatsen omhoog wordt gedrukt. Dat gebeurt nu nog voornamelijk in de sloten, die kunnen soms worden dichtgedrukt. Daarom is in de ISV afgesproken om het peil in de toekomst niet verder omlaag te brengen (peilfixatie). Hiertoe zal echter pas worden overgegaan als de bestemming van het gebied is aangepast en daadwerkelijk in gebruik is genomen.
24
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Wa t e r h u i s h o u d i n g
25
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Hoe de ruimtelijke ontwikkelingen worden afgestemd op bodem en water is hierboven al beschreven. Het ruimtegebruik kan vervolgens niet zonder een goede waterhuishouding. Wat daarvoor noodzakelijk is leest u op bijgevoegde kaart. Belangrijk onderdeel is het tot stand brengen van de verbinding van het watersysteem onder de A12 en de spoorlijn Gouda-Den Haag. Om schoon en vuil water te scheiden wordt een derde hoofdwaterafvoer naar de ringvaart overwogen. In het veengebied is het gewenst het waterpeil niet verder te verlagen. Daarnaast is bij functiewijziging ook ruimte voor water nodig. Hoeveel is afhankelijk van bodemsoort en terreinhoogte. Bij Moerkapelle gaat het om circa 5-10% van het gebied, voor het Middengebied om circa 10% en in het zuiden van de polder om circa 15%.
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Fase 1
Thema Intergemeentelijk Structuurplan
Fase 2
26
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
5
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Financiering en Fasering In het Intergemeentelijk Structuurplan en de streekplanherziening Zuidplas wordt een zodanige fasering van de ontwikkeling aangegeven, dat per periode van realisering evenwicht kan worden bereikt tussen de publieke uitgaven voor de realisering van de Hoofdplanstructuur en de financiële bijdragen vanuit de private ontwikkeling. Om de werking van evenwicht tussen uitvoeringsbijdragen en uitvoeringskosten mogelijk te maken, wordt in navolging op de Publieke Grondbank Zuidplas een Ontwikkelingsbank gevormd met dezelfde samenstelling, garantstelling en besluitvormingsstructuur.
Totale kwantitatieve opgave
Van het gehele ontwikkelingsgebied van circa 4.600 ha (rechtsgebied van de Grond- en Ontwikkelingsbank) zal in de periode 2010-2030 circa 2600 ha tot ontwikkeling worden gebracht. Het gaat daarbij om: 1.000 ha 1.500 woningen 12.500 woningen 13.000 woningen 3.000 woningen 300 ha netto 300 ha netto 260 ha 50 ha
Eerste fase 2010-2020
In de eerste fase van het ISP en de Streekplanherziening wordt de volgende ontwikkeling vanuit de huidige marktinzichten realistisch geacht: 10.500 woningen 600 woningen 2.000 woningen 3.000 woningen 2.500 woningen 300 ha 125 ha
27
Conservering Rottewig Dun dure woonmilieus en in de Waterparel Dorps woonmilieus Bij halteplaatsen Openbaar Vervoer (hoge dichtheden) Linten Glastuinbouwbedrijflandschap Bedrijventerreinen Ontwikkeling Restveen en Waterparel Infrastructuur
Dorpsuitbreiding (Moerkapelle, Zevenhuizen, Nieuwerkerk aan den IJssel, Moordrecht en Waddinxveen) Dun dure woonmilieus In het groen (lanen en linten) Stedelijk wonen ter hoogte van Westergouwe in de Gouwe Knoop Langs de HOV-verbinding Gouwe Knoop - Nieuwerkerk aan den IJssel - Rotterdam Glastuinbouwbedrijflandschap Bedrijventerreinen Nieuwerkerk, Zevenhuizen, Waddinxveen en Moordrecht
WERKDOCUMENT INTERGEMEENTELIJK STRUCTUURPLAN /
Z U I D P L A S • driehoek
RZG
Voor deze ontwikkeling wordt de uitvoering van de volgende onderdelen van de Hoofdplanstructuur noodzakelijk geacht: uitvoering van de Veilingroute uitvoering van de Westelijke Randweg Waddinxveen tot aan het Bentwoud uitvoering van de Moordrechtboog (met de onderdelen T-structuur A20, en A12 linker deel) uitvoering halteplaats aan de spoorlijn Gouda-Rotterdam verlegging van de N219 in Nieuwerkerk-Oost ontwikkeling Restveen en Waterparel uitvoering van de Noordelijke Dwarstocht en van de Doelwijkse Dwarstocht (PM: A20 in een bak ter hoogte van de Gouwe Knoop) De kosten van de realisering van deze onderdelen van de Hoofdplanstructuur worden geraamd op zo'n 800 - 900 mln euro. Daartegenover staan subsidies uit onder andere het Infrafonds, de Gebundelde Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU), de Ecologische Hoofdstructuur, het Stallingsfonds Glastuinbouw, de TIPP, de NSP en de BIRK. Tevens wordt ervan uitgegaan, dat - evenals dit in het Omslagfonds Stadsregio Rotterdam geldt wordt bijgedragen vanuit het ontwikkelen van wonen en (in de Zuidplas) van bedrijventerreinen en de glastuinbouw. In deze planfase zou tenminste de helft van de woningbouwopgave, de gehele glastuinbouwopgave en een deel van de bedrijventerreinopgave kunnen worden ontwikkeld. Voordat deze fase daadwerkelijk in ontwikkeling wordt gebracht, zal bestuurlijk worden bepaald of deze ontwikkeling met de daaruit te betalen bijdrage aan de Hoofdplanstructuur en de vereiste subsidies voldoende zijn om de hiervoor genoemde onderdelen van de Hoofdplanstructuur daadwerkelijk te realiseren.
Tweede fase 2020-2030
Voor de tweede fase van het ISP en de Streekplanherziening wordt van de volgende ontwikkeling uitgegaan: 1.000 woningen 1.000 woningen 2.000 woningen 1.000 woningen 6.500 woningen 175 ha 25 ha
Stedelijk wonen in de Gouwe Knoop Dun dure woonmilieus Dorps woonmilieus Linten en lanen. Langs de HOV-verbinding Gouwe Knoop - Nieuwerkerk aan den IJssel - Rotterdam Bedrijventerreinen Nieuwerkerk, Zevenhuizen, Waddinxveen en Moordrecht Verstedelijking in de Waterparel
De volgende nog resterende onderdelen van de Hoofdplanstructuur worden in deze fase uitgevoerd als de financiering aan het begin van deze periode is verzekerd. Moordrechtboog (T-structuur A12 rechts) met extra brugverbinding HOV verbinding (Gouwe Knoop- Nieuwerkerk - Rotterdam) Afronden T-structuur Westelijke Randweg - N207 corridor Ecologische relaties Eendragtspolder - Waterparel, Bentwoud, 5de Tocht, Restveengebied. De investeringen van deze onderdelen bedragen zo'n 700 - 800 mln euro. Ook in deze fase geldt, dat pas tot een afronding van de ontwikkeling wordt besloten, wanneer de financiering van de resterende onderdelen van de Hoofdplanstructuur is verzekerd.
28