O R G A N I S A T I E
E N
P L A N N E N
Na het puinruimen onteigende de gemeente Nijmegen alle percelen ten behoeve van een meer efficiënte verkaveling en een doelmatige wegenstructuur. Zij greep de verwoestingen aan om de dichtgeslibde binnenstad met haar bonte mengeling van functies te transformeren in een beter toegankelijke moderne city met minder maar grotere winkels. Als betaling van schadeloosstelling voor de onteigende percelen kregen de gedupeerden nieuwe bouwpercelen toegewezen in het herbouwplan. Direct na het vergissingsbombardement gaf de gemeente Nijmegen opdracht aan ir. A. Siebers om een plan te maken voor de herbouw van de vernielde stadsdelen. Daartoe formeerde hij een Stedenbouwkundige Dienst, aanvankelijk ondergebracht bij het plaatselijke Bouwbureau van het Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw en na de bevrijding opgenomen in de gemeentelijke organisatie. Bij deze dienst werkten ir. B. Fokkinga als stedenbouwkundige, A.E.M.G. van der Borg als sociaal-econoom en A.M.B.G. van Woerkom als hoofd van een aantal tekenaars aan het herbouwplan. Siebers zelf trad op als extern adviseur. Daarnaast dwong het Rijk ook samenwerking af met hun eigen stedenbouwkundige ir. P. Verhagen. Van de drie betrokken stedenbouwkundigen had alleen Fokkinga een vast dienstverband bij de gemeente. Bij de ontwikkeling van het wederopbouwplan werkte hij vanuit Nijmegen nauw samen met beide externe adviseurs. De bepalende invloed van achtereenvolgens Siebers, Verhagen en Fokkinga op de planvorming leidde tot in hoofdzaak drie plannen. Hun uiteenlopende visies op de wederopbouw bewogen zich tussen de wens tot behoud van het historisch waardevolle enerzijds, en de noodzaak tot stedelijke vernieuwing anderzijds. De opeenvolgende wederopbouwplannen werden in de periode 1945-1947 besproken in de plaatselijke Commissie van Advies voor het Stedebouwkundig Plan. Hierin zaten vertegenwoordigers van betrokken autoriteiten en gedupeerden van de oorlogsschade: rijk, provincie, gemeentebestuur, gemeentelijke diensten en burgerij. Een plan waarover consensus bestond, werd ter beoordeling en goedkeuring voorgelegd aan achtereenvolgens de gemeenteraad, Gedeputeerde Staten van Gelderland en het landelijke College van Algemeene Commissarissen voor den Wederbouw. Bij de set schade-, onteigenings- en herbouwkaarten moest onderscheid gemaakt worden in planonderdelen die spoedig uitvoering vereisten (urgentieklasse 1) en onderdelen die weliswaar wenselijk waren maar geen wederopbouw in de letterlijke betekenis betroffen (urgentieklasse 2). Tegen de zin van Nijmegen werden de aanleg van de spoortunnel en de samering van de benedenstad aangemerkt als tweede urgentie, met als gevolg dat de uitvoering ervan voorlopig op zich liet wachten.
1 3
plan A historiserende reconstructie 28 september 1945, incl. voorstudies april-augustus 1944 (Siebers & Fokkinga)
! !
! !
!
!
! ! !
1 4
traditioneel plan: architectonisch gave en stedenbouwkundig samenhangende ‘stad uit één stuk’ met door straatwanden afgebakende openbare ruimten historische dimensie van de oude stad op enkele punten gecorrigeerd: verlegging (noordzuid-as), onderbreking (oostwest-as) en isolering (Grote Markt) van onderdelen in het oude assenkruis en herinrichting Mariënburgplein met doorbraak naar Hertogplein nieuwe brede oostwest verkeersverbinding ter vervanging van twee parallelle vooroorlogse straten én ter ontlasting van de smalle Lange Hezelstraat nieuwe brede noordzuid verkeersverbinding van de geplande spoortunnel via de Smetiusstraat, de verlegde Bloemerstraat en de sterk naar het oosten afbuigende Augustijnenstraat rechtstreeks naar de ‘Blauwe Steen’ hierdoor moet ook de Broerstraat naar het oosten afgebogen worden, met als gevolg een ondiep bouwblok tussen de Augustijnen- en Broerstraat en de afbraak van 150-200 gespaarde panden alsmede de Broerstraatkerk nieuw zijplein St. Stevenkerk (zgn. ‘Hezelplein’) en bestaande Grote Markt opgevat als geïsoleerde besloten pleinen met een pittoreske kleinschalige sfeer, terwijl nieuwe centrumplein als schakel in de winkelloop de centrale functie van de Grote Markt overneemt gebouwen met bijzondere functies: zwembad in het Kronenburgerpark en nieuwe kerken aan Doddendaal en op het Kelfkensbos de stuwwalrand blijft onbebouwd het in 1942 vastgestelde maar niet ten uitvoer gebrachte saneringsplan voor de benedenstad (zgn. Groene Balkonplan) is in dit plan opgenomen maar wordt uiteindelijk door het Rijk er buiten gehouden
plan A synthetisch stadsbeeld In de voorontwerpen en in Plan A wordt gestreefd naar een architectonisch gaaf en stedenbouwkundig samenhangend geheel, waarin het karakter van de vooroorlogse stad samensmelt met de noodzakelijke ingrepen voor het verkeer, de hygiëne en de cityvorming: continuïteit in opzet, maatvoering en vormgeving. Er is sprake van een fixatie op de vooroorlogse stad, overigens zonder deze te willen bevriezen. De historische dimensie van de stad wordt gecorrigeerd met behoud van het kleinschalige en besloten stadsbeeld. Voorbeeld hiervan is de geïsoleerde historische enclave rondom de St. Stevenkerk, met een nieuw verdiept plein ter plaatse van de Stikke Hezelstraat (zgn. ‘Hezelplein’) en een besloten Grote Markt naast de hoofdstructuur. Daarnaast is in het plan veel aandacht besteed aan de bereikbaarheid van het centrum door onder andere een tunnelverbinding met het stadsdeel Nijmegen West (ook al opgenomen in het vooroorlogse uitbreidingsplan van Siebers).
tekeningen van ir. Fokkinga van het pleintje onder het Stevenskerkhof en het viaduct over de Houtstraat
Met behoud van het oude niveauverschil wordt het tracé Bloemerstraat - Augustijnenstraat met een viaduct over de Houtstraat gevoerd. Dit idee blijft steken in een voorstudie. In plan A wordt de diepe kuil bij de Houtstraat vermeden door het sterk naar het oosten ombuigen van de Augustijnenstraat. De latere plannen gaan uit van een egalisering met een gelijkvloerse kruising Houtstraat - Augustijnenstraat. In plan A zijn enkele belangrijke elementen uit het definitieve wederopbouwplan reeds vervat. Het nieuwe assenkruis – ter vervanging van het oude - met een centrumplein op het snijpunt wordt in de latere plannen verder uitgewerkt.
1 5
plan B modernistische stadsreparatie 5 december 1945, incl. verschillende varianten hierop tot april 1946 (Verhagen & Fokkinga)
! ! ! !
!
! ! ! ! !
1 6
modern plan: ruimtelijke strook met vrijstaande bouwmassa’s als eigentijds element toegevoegd aan de ‘fragmentarische stad’ hoofdstructuur bestaat uit het oude assenkruis en een nieuwe ruimtelijke strook noordzuid en oostwest verbindingen van het vooroorlogse assenkruis blijven intact en worden op onderdelen verbreed en rechtgetrokken; de Grote Markt blijft als stadshart behouden ruimtelijke strook opgevat als een doorlopende pleinenreeks tussen het Kronenburgerpark en het Hertogplein met een strikte zonering in functies: o geestelijk centrum Doddendaal: kerk, klooster, patronaat, scholen o amusementscentrum Centrumplein: horeca, paviljoenwinkels o bestuurs- en cultureel centrum Mariënburg: stadhuis, gemeentelijke diensten, museum o zakencentrum Hertogplein: kantoren, banken de ruimtelijke strook staat als verzamelplaats voor het verkeer in rechtstreekse verbinding met de geplande spoortunnel en de Grote Markt (bajonetaansluiting ter plaatse van het Centrumplein met een zichtas op de Waag); het natuurlijke hoogteverschil op de kruising Houtstraat – Augustijnenstraat wordt geëgaliseerd minder sloop van gespaarde panden nodig dan in plan A Korte Molenstraat in één planvariant opgevat als een met glas overdekte winkelpassage gebouwen met bijzondere functies: diverse in ruimtelijke strook, leeszaal op Kelfkensbos, schouwburg op Belvoir-terrein, horeca en kantoren in de stationsomgeving de stuwwalrand voorzien van een reeks vrijstaande woontorens, hotel, restaurant en enkele villa’s de planvariant uit april 1946 wordt op 8 mei 1946 door de gemeenteraad aanvaard maar stuit op weerstand bij burgerij
plan B dialectisch stadsbeeld De contrasten in het stadsbeeld als gevolg van de tegenstellingen in karakter tussen de bestaande en de nieuw te bouwen stadsdelen worden aanvaard: discontinuïteit in vorm, schaal en ruimtewerking (beslotenheid naast openheid). Het ijkpunt van het plan ligt in de toekomst, waar mogelijk met respect voor het historisch waardevolle. De knelpunten die zich al voor de oorlog in de binnenstad aftekenden, worden bestreden met radicale oplossingen. Cityvorming op basis van een rationele en moderne organisatie van functies en schaalvergroting in de bebouwing vormt het uitgangspunt. De functiescheiding leidt tot winkelstraten met een commerciële functie, een bestuurskern en een zakencentrum met een dienstverlenende functie en een centrumplein met vermaakfuncties. De differentiatie van het wegennet - de scheiding van verkeersstromen - leidt tot ruimtelijke contrasten tussen de verschillende straten. In het open stadsbeeld van de ruimtelijke strook heeft het (auto)verkeer vrij baan. In de besloten winkelstraten is meer ruimte voor de voetganger.
schets van de ‘ruimtelijke strook’ door ir. Fokkinga
In dit plan zijn enkele belangrijke elementen uit het definitieve wederopbouwplan reeds vervat: de uitmonding van de nieuwe noordzuid-as op de Grote Markt recht tegenover de Waag, de introductie van een nieuwe pleinenreeks en de bouw van vrijstaande woontorens op de stuwwalrand als ‘plastische’ markering van de stadsrand.
de stuwwal als plastische markering van de stadsrand (omgeving Batavierenweg)
1 7
plan C traditionalistische stadsreparatie 16 november 1946 - februari 1947 (Fokkinga)
! ! ! ! !
!
!
1 8
compromisplan: pragmatische benadering waarbij de noodzaak tot vernieuwing en de behoefte aan behoud van historische identiteit met elkaar worden verweven in een ‘gelaagde stad’ alleen die delen in oude stadsplattegrond aanpassen die noodzakelijk vernieuwing behoeven hoofdstructuur bestaat uit het oude en een nieuw ruimer assenkruis, t.o.v. elkaar verschoven en samenhangend geprojecteerd noordzuid en oostwest verbindingen van het vooroorlogse assenkruis blijven intact en worden op onderdelen verbreed en rechtgetrokken; de Grote Markt blijft als stadshart behouden centrumplein op het snijpunt van het op de auto afgestemde nieuwe assenkruis: in vergelijking met de ruimtelijke strook uit plan B gemutileerd tot een rechthoekig plein van vertier dat is opgevat als het centrale aanvoerpunt voor publiek dat met auto of openbaar vervoer naar de binnenstad komt cityvorming op basis van sociaal-economisch onderzoek leidt tot verschuivingen in de bestemmingen en minder strikte functiescheiding: o grondgebonden woningen en buurtwinkels voor dagelijkse levensbehoeften verdwijnen uit de binnenstad en worden overgeheveld naar de nieuwe uitbreidingswijken o twee van de vier verwoeste rk-parochiekerken keren terug in de binnenstad o toename grondgebruik voor straten, pleinen, winkels, bijzondere gebouwen, kantoren en horeca o minder ruimte voor pakhuizen, garages, bedrijven en woningen o toename regionale winkelfunctie, afname regionale handelsfunctie (markt) voor agrarische producten o gebouwen met bijzondere functies: sociale diensten, politie en brandweer aan Doddendaal, leeszaal op Kelfkensbos, schouwburg op Belvoir-terrein, horeca en kantoren in de stationsomgeving groene overloop van Kronenburgerpark naar Doddendaal
plan C harmonieus stadsbeeld Mede onder druk van de publieke opinie wordt de behoefte aan behoud van historische identiteit verweven met de noodzaak tot vernieuwing. Geen gezochte nostalgie of geforceerde moderniteit maar overbrugging van ongelijksoortige stadsbeelden in de ‘gelaagde stad’: afstemming in structuur, proporties en verschijningsvorm. Door het oprekken en stroomlijnen van de openbare ruimte wordt plaats ingeruimd voor vernieuwing in de oude structuur.
het Centrumplein in de visie van ir. Fokkinga
De planvariant van februari 1947 wordt op 2 mei 1947 door de raad aanvaard en pas op 6 mei 1950 door het College van Algemeene Commissarissen voor den Wederopbouw vastgesteld, nadat al in 1947 goedkeuring was verleend voor de onderdelen hoek Ziekerstraat-Molenstraat, noordoosthoek BroerstraatPauwelstraat en het bouwblok Van der Stad. Het uiteindelijk vastgestelde wederopbouwplan van 1950 is een bijgestelde versie van plan C.
1 9
2 0
UITVOERING
1950-1965
2 1
2 2
V A S T G E S T E L D
W E D E R O P B O U W P L A N
De Nijmeegse gemeenteraad aanvaardde plan C in mei 1947. Drie jaar later gaf ook de rijksoverheid haar goedkeuring aan een bijgestelde versie, waarna in 1950 de wederopbouw daadwerkelijk kon beginnen. Het plan was gericht op volledige herbouw en liet geen ruimte open voor onvoorziene toekomstige ontwikkelingen. Het gespaarde en herstelbare oude stadsschoon werd ontzien. De belangrijkste historische monumenten (o.a. de St. Stevenkerk en het stadhuis) kwamen voor restauratie in aanmerking. De sanering van de benedenstad maakte definitief geen onderdeel uit van het wederopbouwplan.
het wederopbouwplan met daarin de rode lijn van de brandgrens
De wijziging van de vooroorlogse stadsplattegrond ging gepaard met een radicale herbestemming van het gebied. In vergelijking met de vooroorlogse situatie nam het grondgebruik voor openbare ruimte en winkels fors toe, bleef het aandeel voor bijzondere gebouwen, kantoren en horeca vrijwel gelijk en leverden de functies wonen en bedrijvigheid flink aan ruimte in. Het concept van de binnenstad als een totale eenheid maakte plaats voor een centrum met deeltaken: in functioneel opzicht een centrum van sociaaleconomische activiteit, in organisatorisch opzicht de zetel van het stadsbestuur en in symbolisch opzicht het hart van de steeds verder uitdijende stad. In het vervolg wordt het vastgestelde plan geanalyseerd aan de hand van de thema’s: ruimtelijke structuur, verkaveling en functies. vorige blad: de vooroorlogse stadsplattegrond (zwarte lijnen) en het vastgestelde wederopbouwplan (gele vlakken)
2 3
centrum
ruimtelijke structuur, landmarks en ankerpunten
!
! ! ! ! ! ! !
! !
2 4
de nieuwe en verruimde verkeersstructuur is afgestemd op de verwachte verkeerstoename: hervatting tramlijnen tussen 1945 en 1955, opkomst vervoer per auto en bromfiets vanaf 1950 en introductie trolleybussen in 1952 (het aandeel openbare ruimte in het grondgebruik neemt met bijna tien procent toe ten opzicht van de vooroorlogse situatie) in de hoofdstructuur koppelen het oude en het nieuwe assenkruis de voor- en naoorlogse stadsdelen aan elkaar behoud oude assenkruis met de Grote Markt op het snijpunt (verbreding van de Korte Burchtstraat t.b.v. verkeer) toevoeging nieuw assenkruis met het centrumplein op het snijpunt van brede verkeersverbindingen van het station rechtstreeks naar de Grote Markt en van het Kronenburgerpark naar de Oranjesingel het oude assenkruis wordt gekenmerkt door verspringingen in de rooilijn, trapsgewijze vernauwingen in het straatprofiel en een flauw gebogen beloop; de pleinen vormen verbredingen van het straatprofiel typerend voor het nieuwe assenkruis zijn de brede doorgaande straten voor de auto; de pleinen hebben een los verband en een autonoom karakter de Grote Markt blijft het hart van de stad; het centrumplein wordt in 1950 aangelegd als ‘tweede hart’ voor de wekelijkse groentemarkt en het parkeren van auto’s “Het gehele centrale gedeelte van het plan wordt thans gekenmerkt door een viertal pleinen die de punten markeren van een binnenstadsvierhoek, waarin en waaraan de belangrijkste publieke gebouwen en zakenpanden zijn gelegen. Elk van deze pleinen verkrijgt zijn eigen karakter.” : de Grote Markt een stadshart met een historische uitstraling; het Centrumplein een tweede stadshart met horeca en filmtheaters; het Mariënburgplein een dienstencentrum met kantoren en bankgebouwen; en het Kelfkensbos een open groene ruimte landmarks: streven naar restauratie van de St. Stevenskerk en de Broerstraatkerk, en bouw van nieuwe torens bij het Carmelklooster en aan het centrumplein ankerpunten: ‘stevige’ gebouwen met massa, frontbreedte en/of bovengemiddelde hoogte ter markering van pleinen en op uiteinden van zichtassen: oostelijke en westelijke kopgebouwen van het centrumplein, de Waag op de Grote Markt, de Mariënburgkapel en de geplande leeszaal op het Kelfkensbos
centrum
verkaveling en hoven
! ! !
het gesloten bouwblok blijft als vanouds de belangrijkste bouwsteen in de ruimtelijke compositie van straten en pleinen (efficiëntere blokken en kavels door opschuiven en rechttrekken van straten) de bouwblokken zijn samengesteld uit pandsgewijze herbouw in de winkelstraten en grootschaliger herbouw aan de ruimere verkeersstraten (eenheid in schaal) het vrachtverkeer heeft via diverse poorten toegang tot speciale expeditiehoven en –straten achter de winkels in alle nieuwe bouwblokken: nieuwe stedenbouwkundige typologie met behoud van de geslotenheid van het bouwblok
functies gebouwen
! ! ! ! ! ! ! !
de bestemmingsindeling is herzien naar aanleiding van de wens cityvorming door te voeren in het centrum van Nijmegen cityvorming door schaalvergroting en wijzigingen in de bestemming van de gronden grondgebonden woningen en buurtwinkels voor dagelijkse levensbehoeften verdwijnen uit de binnenstad en worden overgeheveld naar de nieuwe uitbreidingswijken merendeel van de wederopbouwpanden heeft een winkelfunctie op de begane grond en een woonfunctie op de verdiepingen twee van de vier verwoeste rk-parochiekerken keren terug in de binnenstad toename grondgebruik voor straten, pleinen en winkels en in mindere mate voor bijzondere gebouwen, kantoren en horeca minder ruimte voor pakhuizen, garages, bedrijven en woningen beoogde concentratie van horeca aan Plein 1944, later meer verspreid over het centrumgebied gerealiseerd
2 5
stationsgebied
ruimtelijke structuur, landmarks en ankerpunten
! ! !
op het terrein van de gasfabriek wordt na 1961 een tunnel aangelegd die het stadsdeel Nijmegen West rechtstreeks verbindt met het centrum het station keert terug op de oude plek met toren in de zichtlijn van de Van Schaeck Mathonsingel; het nieuwe stationsplein biedt ruimte voor busstations, taxistandplaatsen en parkeerplaatsen bebouwingspatroon van solitaire gebouwen met allure vormt uitgangspunt voor herbouw rondom het Keizer Karelplein
verkaveling en hoven
! !
aan weerszijden van het nieuwe tunneltracé maken de aaneengeschakelde herenhuizen van de vml. Spoorstraat plaats voor vrijstaande gebouwen met kantoren en bijzondere bestemmingen door verlegging van de Spoorstraat ontstaat tegenover het station ruimte voor kantoorbebouwing met een ‘royale frontlengte’
functies gebouwen
! ! !
2 6
de woningbouw rond het station maakt ruimte voor commercieel getinte gebouwen: hotel tegenover het station, kantoren en ‘zakelijke instellingen’ aan de Van Schaeck Mathonsingel de bebouwing rond het Keizer Karelplein wordt gevormd door grote vrijstaande gebouwen met kantoren en bijzondere bestemmingen “de grote allure van het Keizer Karelplein […] moet langs de Van Schaeck Mathonsingel worden gecompleteerd”
batavierenweg e.o.
ruimtelijke structuur, landmarks en ankerpunten
! !
de vooroorlogse Keizer Lodewijkplein wordt - ten koste van het Hunnerpark - vervangen door twee enkelvoudige kruisingen (Trajanusplein) plastisch sterk sprekende stadsbegrenzing met afzonderlijke flatgebouwen op de stuwwalrand (landmarks)
verkaveling en hoven
! !
wederopbouw bestaat grotendeels uit het opvullen van gaten in de gesloten bouwblokken (herstel van incidentele oorlogsschade) in afwijking daarop hebben de flatgebouwen op de stuwwalrand een strookverkaveling die het uitzicht over de Ooypolder veiligstelt
functies gebouwen
! !
vanwege het uitzicht over de omgeving, wordt het heuvelachtige plateau bij uitstek geschikt geacht voor woningbouw en horecazaken het Belvoirterrein is bestemd voor een representatief gebouw (enige tijd wordt gedacht aan de bouw van een nieuwe stadsschouwburg op de locatie)
2 7
W E R K
I N
U I T V O E R I N G
Het landelijke College van Algemeene Commissarissen voor den Wederbouw stelde al op 1 juli 1945 architect W.J. Gerretsen aan als supervisor voor de architectonische uitwerking van het Nijmeegse wederopbouwplan. Als bemiddelaar tussen het stedenbouwkundig ontwerp en de herbouw moest hij zorgdragen voor een bevredigende architectonische uitwerking van het wederopbouwplan. Naar eigen zeggen streefde Gerretsen niet naar de toepassing van één bepaalde architectuurstijl maar uitsluitend naar eenheid in schaal, met tegelijkertijd de grootst mogelijke variëteit in vorm, kleur en materiaal (Bouwkundig Weekblad, 1958, p.210). Om eenheid in schaal te bereiken maakte diens assistent en latere stadsarchitect R. Roukema vanaf 1949 zogenaamde blokkaarten met straatwandtekeningen waarin onder andere de gevelhoogte, het daktype en de breedte van de voorpui vastlagen. In het straatbeeld kwam daardoor nadruk te liggen op de ritmiek en continuïteit van de gevelwand als geheel, meer dan op de uitstraling of verbijzondering van de afzonderlijke panden. Aan de achterzijde van de panden kregen de architecten meer ontwerpvrijheid. Van de circa zeshonderd wederopbouwpanden in het onderzoeksgebied zijn in het bouwarchief gegevens verzameld omtrent adres, functie, bouwtijd, opdrachtgever en architect. Het overzicht is opgenomen in een bijlage van dit rapport. De archiefgegevens zijn verwerkt in drie thematische kaarten die in één oogopslag een overzicht geven van de fasering van de wederopbouw (periodiseringskaart), de betrokken ontwerpers (architectenkaart) en de oorspronkelijke bestemmingen (functiekaart). Bij elke kaart zijn de belangrijkste observaties puntsgewijs aangegeven. Van de vrijstaande beelden en gevelornamentiek uit de wederopbouwperiode is het merendeel van de gegevens ontleend aan de publicatie Beelden in Nijmegen (H. van der Grinten en P. Thoben, Nijmegen 1978). Het overzicht van de kunstwerken is opgenomen in een bijlage van dit rapport. Een aantal van de betrokken kunstenaars was lid van ‘Scheppend Ambacht Gelderland’. Met tentoonstellingen en een tijdschrift bracht deze vereniging vanaf 1949 overheden, particulieren en architecten in contact met beeldend kunstenaars.
2 8
de vroeg naoorlogse Burchtstraat
2 9
periodisering
Plein 1944, noordoost zij de
!
!
! ! !
!
Augustijnenstraat
3 0
de periode tot 1950 staat vooral in het teken van puinruimen, herstelwerkzaamheden, noodvoorzieningen en planvorming; nauwelijks bouwactiviteit, ook door gebrek aan geld en bouwmaterialen (geel) na de vaststelling van het wederopbouwplan in 1950 concentreert de bouwactiviteit zich tot 1955 in de winkelloop Broerstraat - Burchtstraat en het nieuw aangelegde Plein 1944, te samen het commerciële hart van het plangebied: overwegend kleinschalige pandsgewijze aanpak (oranje) de voltooiing van deze eerste herbouwfase wordt in 1956 gevierd met een feestelijke raadszitting na 1955 verschuift de bouwactiviteit naar de winkelpanden aan de verkeersstraten: grootschaliger aanpak mede door handel in herbouwplichten en samenvoegen van kavels (rood) omstreeks 1960 is het verwoeste centrum en de omgeving van de Barbarossastraat grotendeels herbouwd; een opgave gericht op volledige herbouw zonder ruimte te laten voor (onvoorziene) toekomstige ontwikkelingen na 1960 heeft de wederopbouw voornamelijk betrekking op de verspreid gesitueerde gebouwen met bijzondere functies en verplaatst de bouwactiviteit zich naar de omgeving van het station en de buitenwijken (blauw en groen)
3 1
functionaliteit
kruising BroerstraatZiekerstraat
! ! !
! ! ! ! ! !
Plein 1944, noordwand
3 2
een zekere mate van functiezonering is kenmerkend voor de naoorlogse stadsdelen de grondgebonden woningen, de buurtwinkels en de scholen zijn overgeheveld van het centrum naar de buitenwijken de winkelfunctie overheerst in het centrum: het merendeel van de wederopbouwpanden in het centrum heeft een winkel op de begane grond en een bovenwoning op de verdiepingen (veel zaken keerden terug op de plaats waar ze voor de oorlog ook gevestigd waren) de grootschalige warenhuizen zijn geconcentreerd aan de Grote Markt en aan kruisingen van de winkelloop Broerstraat - Burchtstraat de horecazaken zijn verspreid over het gehele plangebied en minder dan gepland geconcentreerd in de directe omgeving van de bioscooptheaters aan Plein 1944 de werkplaatsen en magazijnen zijn in de marge van het centrum gesitueerd, met een concentratie in het oostelijke gedeelte (Derde Walstraat e.o.) de auto(bus) heeft vrij baan door het centrum, waarbij Plein 1944 fungeert als centraal aanvoerpunt en parkeerplaats; in de winkelstraten is meer ruimte gereserveerd voor de voetganger in de omgeving van de Barbarossastraat ligt het accent als vanouds op de woonfunctie (deels in hoogbouw), hier en daar aangevuld met scholen, werkplaatsen en buurtwinkels in het stationsgebied heeft de woonfunctie zich meer dan gepland weten te handhaven; het accent op de kantoorfunctie is vooral na de wederopbouwperiode verder uitgebouwd
3 3
architecten
Broerstraat
! !
! !
!
Station Nijmegen
3 4
in de architectenkaart hebben de ontwerpers met meer dan twaalf wederopbouwprojecten op hun naam een eigen kleur gekregen; de overige architecten zijn in geel weergegeven (zie legenda) de in Nijmegen gevestigde architecten(bureaus) hebben het merendeel van de wederopbouw voor hun rekening genomen, vooral de kleinschalige pandsgewijze herbouw in de periode 1950-1955 (zie ook het overzicht met de archiefgegevens in de bijlage) een belangrijke uitzondering hierop vormt de Nijmeegse architect R.G. Rodenburg, die ook veel grootschalige projecten heeft ontworpen op bovendien stedenbouwkundig prominente locaties grote en/of belangrijke projecten zijn voornamelijk uitgevoerd door architecten met landelijke bekendheid als G.H.M. Holt uit Haarlem, G.A. Heldoorn uit Leeuwarden, E.H. & H.M. Kraaijvanger uit Rotterdam, J.A. Lelieveldt uit Rotterdam, H. Nefkens uit Rotterdam, C. Pouderoyen uit Nijmegen, A. Siebers & W. van Dael uit Breda en H. van Vreeswijk uit Zeist firma’s als de Nederlandse Spoorwegen, de Hema en de Nederlandse Bank maakten gebruik van hun ‘huisarchitecten’, respectievelijk S. van Ravensteijn uit Utrecht, A. Elzas uit Amsterdam en H.T. Zwiers uit Haarlem
3 5
3 6
KENMERKEN ANNO
2002
3 7
C E N T R U M ruimtelijke structuur
De ruimtelijke hoofdstructuur is conform het vastgestelde wederopbouwplan uitgevoerd: een samenhangend stelsel van twee assenkruisen (één vooroorlogs en één naoorlogs), en vier hoofdpleinen die een binnenstadsrechthoek markeren. De wederopbouw was echter nog niet afgerond, of de kritiek erop brak los. Daarin werd de verwelkomde auto paradoxaal het lijdend voorwerp, en spitste de discussie zich in hoge mate toe op Plein 1944. ! de auto veroverde in de jaren zestig het centrum; de verkeersdruk, parkeeroverlast en ruimteclaim van de voetganger leidden aanvankelijk tot de invoering van éénrichtingsverkeer en in de jaren zeventig tot de omvorming van de Broer- en Houtstraat in winkelpromenades ! vanaf de jaren zeventig verschoof met de bouw van de Molenpoort- en Mariënburgpassages het zwaartepunt in het winkelbestand naar het zuidoostelijke deel van de binnenstad ! de politiek gevoelige voorstellen uit de jaren zeventig over bebouwing met een (ondergrondse) parkeergarage op Plein 1944 werden halverwege de jaren tachtig ingeruild voor een herinrichtingsplan, waarbij Plein 1944 onder het motto ‘stedelijk forum’ veranderde van een parkeerplaats voor auto’s in een verdiepte verblijfplaats voor voetgangers (langzaam verkeer herovert het centrum op de auto) ! in het kader van het Centrum 2000-plan zijn in de jaren negentig de belangrijkste hoofdroutes voor de auto vrijwel afgesloten, de nieuwe Mariekestraat annex Mariënburg gerealiseerd en de openbare ruimte heringericht (profilering in rijbanen en stoepen vervangen door een egale en monochrome bestrating tussen de gevelwanden) ! tevens werd de discussie over pleinbebouwing nieuw leven ingeblazen en gekoppeld aan enerzijds het opschuiven van Plein 1944 naar de Broerstraat en anderzijds de mogelijke komst van een kabeltramhalte (niet uitgevoerd) ! in het kader van Koers 2015 (een actualisering van het Centrum 2000-plan) is op 27 augustus 2002 een collegevoorstel gepresenteerd, met een plan van aanpak dat eind 2003 moet resulteren in een breed gedragen keuze voor de verbetering van Plein 1944 ! het vooroorlogse assenkruis annex pleinenreeks is in hoofdzaak voetgangersgebied geworden en heeft zijn vitaliteit behouden; het naoorlogse assenkruis annex pleinenreeks is zijn primaire functie voor het gemotoriseerd verkeer grotendeels kwijt geraakt en heeft een overwegend matige belevingswaarde ondanks de aanplant van bomen (discrepantie tussen de ruime opzet en het gewijzigde gebruik)
3 8
De landmarks in het centrum bestaan uit ranke torens die de ruimtelijke structuur en het stadssilhouet markeren: ! van de vier geplande landmarks zijn de torens van de Stevenskerk (restauratie), de voormalige Carmelkerk en het Van der Werffgebouw gerealiseerd ! de Dominicuskerk in de Broerstraat is in 1951 alsnog gesloopt en als landmark ‘gecompenseerd’ door het tien meter hoger optrekken van de liftkoker van het stadhuis tot een toren ! de Canisiuskerk in de Molenstraat heeft in 1960 alsnog een nieuw front gekregen met een hoge klokkentoren ! de landmarks vormen een carré binnen het stelsel van assenkruisen ! de zichtlijnen in het verlengde van de torens sluiten veelal aan bij de vorm van de (aangrenzende) pleinen
De ankerpunten in het centrum bestaan uit voor- en naoorlogse ‘stevige’ gebouwen die zichtlijnen afsluiten, pleinwanden vormen en/of belangrijke kruisingen markeren: ! de Waag en de gebouwen op het uiteinde van de Burchtstraat sluiten zichtlijnen af en dragen bij aan een besloten stadsbeeld ! ‘stevige’ gebouwen met massa en frontbreedte bakenen de pleinen af (Grote Markt, Kelfkensbos, Plein 1944) ! doosvormige gebouwen met een bovengemiddelde hoogte markeren de hoeken van belangrijke kruisingen in de trapsgewijs vernauwende as Molenstraat – Broerstraat ! rooilijnverspringingen, inspringende hoeken en hoekpaviljoens markeren de hoeken van belangrijke kruisingen in de as Bloemerstraat – Augustijnenstraat
3 9
functies
De bestemmingsindeling is grotendeels conform het vastgestelde wederopbouwplan uitgevoerd: monofunctionele cityvorming met een zonering van functies. De cityvorming kan worden beschouwd als een continue proces met steeds weer wisselende zwaartepunten: ! het accent op het winkelbestand heeft in de jaren zeventig van de 20ste eeuw een nieuwe impuls gekregen met de Molenpoort- en Mariënburgpassages en onlangs met de Mariekestraat: verschuiving zwaartepunt naar het oosten door het nieuwe ‘winkelrondje’ ! de kleinschalig bedrijvigheid aan de oostflank van het centrum heeft zich weten te handhaven, maar manifesteert zich als een geïsoleerde en achtergestelde locatie in de stad ! de (bank)kantoren (Mariënburg) en andere hoogwaardige dienstverlening zijn gedeeltelijk vertrokken naar de singels en hebben plaats gemaakt voor bijzondere functies (cultureel kwartier) ! het beoogde karakter van Plein 1944 als een amusementsplein met een concentratie horeca is uiteindelijk niet aan dit plein gerealiseerd, maar verspreid over het centrum met zwaartepunten in de omgeving van de Grote Markt, Koningsplein en de kop van de Molenstraat (ten koste van het winkeloppervlak aldaar) ! de bewust nagestreefde ontvolking van het centrum heeft zich na de wederopbouw voortgezet a.g.v. functieverlies van de appartementen boven de winkels (stimuleringsbeleid wonen boven winkels keert het tij); aan de westflank van het centrum neemt de woonfunctie voorzichtig aan belang toe (Doddendaal, Hessenberg) ! een aantal gebouwen met bijzondere bestemming is op de daarvoor geplande locatie gerealiseerd (Lindenberg, Kelfkensbos) en later weer gesloopt (Mariënburg, Carmelkerk), vervangen (stadhuisuitbreiding) of herbestemd (Carmelklooster)
4 0
verkaveling
De verkaveling is conform het vastgestelde wederopbouwplan uitgevoerd: een opbouw uit gesloten bouwblokken met expeditiehoven: De verkaveling in gesloten bouwblokken van wisselende omvang vormt als vanouds de belangrijkste bouwsteen in de ruimtelijke compositie van straten en pleinen in het Nijmeegse centrum: ! de bouwblokken zijn samengesteld uit straatwanden met een aaneenschakeling van kleinschalige individuele panden (tot ca. 1955) en grootschalige collectieve panden (vanaf ca. 1955), alle met een enkelzijdige oriëntatie van voorgevels gericht naar de straten ! in het beeld van de bouwblokken ligt meer nadruk op de ritmiek en continuïteit van de straatwanden als geheel (gelijkmatige schaal en opbouw), dan op de uitstraling of verbijzondering van de afzonderlijke panden ! incidentele schaalvergroting aan de hoofdstructuur a.g.v. samenvoeging herbouwplichten ! de aanleg van de Mariekestraat en het vernieuwde Mariënburg vormen de meest ingrijpende latere wijziging in de verkavelingstructuur ! de gesloten straatwanden van de bouwblokken worden doorbroken door een groot aantal poorten en onderdoorgangen naar de (expeditie)hoven De expeditiehof is tijdens de wederopbouw als nieuwe stedenbouwkundige typologie geïntroduceerd: ! poorten en onderdoorgangen naar de hoven laten de geslotenheid van de straatwanden intact ! de hoven worden nagenoeg geheel aan het zicht onttrokken en spelen derhalve in de visuele beleving van het stadsbeeld een ondergeschikte rol ! voor ingewijden vormen de expeditiehoven en –straten een substructuur van informele routes door het centrum ! de gevelwanden aan de hofzijde zijn vormgeven als achterkanten ! de hoven zijn onderhevig aan functieverlies en verloedering (negatieve belevingswaarde)
4 1
gebouwen architectuur
De Nijmeegse wederopbouwarchitectuur wordt in hoofdzaak gekenmerkt door een combinatie en vermenging van pandsgewijze herbouw en schaalvergroting, typologische vernieuwing, architectonische ‘eenheid in verscheidenheid’ in de straatwanden en esthetische rijkdom en zorgvuldige detaillering in de afzonderlijke gebouwen: ! het merendeel van de wederopbouwpanden betreft individuele of collectieve gebouwen waarin wonen en werken zijn gecombineerd: een commerciële of zakelijke functie op de begane grond en bovenwoningen of appartementen op de verdiepingen ! de kleinschalige woon/winkelpanden (winkels met bovenwoningen) hebben de eenvoud en vanzelfsprekendheid van het archetypische stadshuis ! de grootschalige warenhuizen hebben aanvankelijk een representatief uiterlijk dat ontleend is aan historische en/of monumentale vormconcepten (vml. Voss en P&C) en later een modieus uiterlijk dat uitdrukking geeft aan het moderne imago (V&D en Hema) ! horecapanden en in het bijzonder bioscopen ontlenen hun uitstraling aan een eigentijdse allure die tot uitdrukking komt in vrij vormgegeven gevels met veel glas, licht (reclame) en een luxueuze inrichting die een bezoek tot een feestelijke aangelegenheid maken ! de kleinschalige woon/werkpanden (werkplaatsen met bovenwoningen) aan de oostflank hebben een minder voorname uitstraling ! de wederopbouw bood ruimte aan uiteenlopende architecten van verschillende signatuur, met de nadruk op plaatselijke architecten voor de bulk en meer bekende architecten voor de bijzondere gebouwen ! de decoratieve traditionalistische architectuur gaat in de jaren vijftig langzaam over in een gemengde bouwtrant waarin traditionalistische kenmerken en een modern idioom gecombineerd zijn tot een eigentijds geheel: de overeenkomsten tussen beide architectonische uitingen in opbouw en compositie hebben geleid tot een grote mate van eenheid en samenhang in het straatbeeld ! de gemengde bouwtrant maakt vervolgens plaats voor een functioneel heldere architectuur waarin een zakelijk verband bestaat tussen de vorm, de constructie en het materiaalgebruik NB.: digitale foto’s uit 2002 van alle wederopbouwpanden afzonderlijk zijn samengebracht op een cd-rom die als losse bijlage aan dit rapport is toegevoegd.
4 2
gevelopbouw en –compositie
Het merendeel van de wederopbouwpanden wordt gekenmerkt door een ‘klassieke’ drieledige gevelopbouw, bestaande uit een voet (plint, winkelpui-portaal), een midden (woonverdiepingen) en een afsluiting aan de bovenzijde (lijst, schuin dak): ! deze opbouw sluit naadloos aan bij die van de vooroorlogse gebouwen in het centrum ! de drieledige opbouw wordt benadrukt door contrasterend materiaal- en kleurgebruik voor de verschillende onderdelen (beton / baksteen / hout) ! de drieledige gevelopbouw is het duidelijkst waarneembaar bij panden in een traditionalistische of gemengde bouwtrant, en in een afgezwakte vorm bij modernistische gebouwen ! uitzonderlijk is het volledig achterwege laten van een drieledige gevelopbouw bij enkele zakelijk modernistische panden met een zakelijk stramien van betonnen vloerdelen en kolommen ! in de meest eenvoudige vorm bestaat de voet uit een lage plint of stootlijst in beton of natuursteen onderlangs de gevel, terwijl bij de talrijke winkelpanden de voet de omvang heeft van de volledige verbijzonderde begane grond: een open betonconstructie van hoekstijlen, kolommen en balk (puiportaal) ! het gemetselde gevelvlak van de bovenwoning(en) vormt het midden van het gebouw: twee of drie volwaardige bouwlagen met woonvertrekken op de eerste verdieping en slaapvertrekken op de hogere verdieping(en) ! de gevels met een vanaf de straat zichtbare kap worden aan de bovenzijde afgesloten door een traditionele houten bakgoot op klossen of een vereenvoudigde moderne betonnen variant hierop (overwegend in de randzone van het centrum) ! panden met een plat dak hebben een gevelafsluiting in de vorm van een strakke luifel of overstek, een modieus golfmotief, lijst of balustrade die soms op artistieke wijze het hoogteverschil met de hogere buurpanden overbrugt (overwegend in de kern van het centrum) ! bij forse hoekpanden op belangrijke kruisingen wordt het hoogteverschil met de lagere buurpanden overbrugd door een terug gelegen bovenste verdieping
4 3
gevelopbouw en –compositie
Het merendeel van de kleinschalige individuele wederopbouwpanden heeft een gevelcompositie waarbij de horizontale driedeling in de gevelopbouw en de verticale lijnen van de vensterassen elkaar in evenwicht houden: ! de meeste gevels hebben een min of meer gelijkmatige geleding in vensterassen, waarbij de verhouding tussen open en gesloten geveldelen in balans is ! de vensters zijn veelal identiek per verdieping maar verschillend qua hoogte en formaat tussen de verdiepingen onderling: aan de situering, formaten en uitvoering is het gebruik van de achterliggende vertrekken afleesbaar ! verbijzonderingen van dit algemene schema zijn die waarbij een raamwerk van betonnen lijsten alle vensters samenbindt tot één geheel (extra nadruk op het ‘midden’), en die waarbij de vensters van de bovenste verdieping worden samengetrokken tot een reeks of band (extra accent op de ‘afsluiting’) ! gevelcomposities met een ongedwongen strooiing van ongelijksoortige vensters komen vrijwel niet voor gevelopbouw en –compositie
4 4
De meeste grootschalige en/of collectief opgevatte wederopbouwpanden hebben een gevelcompositie waarbij het stramien van het zichtbare betonskelet en de pui-invullingen (eindeloos) worden herhaald: ! deze constructief heldere composities hebben vaak een lineair karakter, veelal met de nadruk op het regelmatige stramien van betonnen vloerbanden, muurdammen en kolommen en de herhaling van identieke pui-invullingen (combinatie van hout, staal, glas) ! in geval van appartementen ligt het accent sterk op het horizontale effect van vloerbanden, borstweringen en vensterstroken (gestapeld wonen); balkons zijn zowel in- als uitpandig uitgevoerd en meestal asymmetrisch in de compositie geplaatst
gevelmateriaal en –onderdelen
Het merendeel van de gevels is opgetrokken in rood/bruine en in mindere mate in gele baksteen, waarbij de vele nuanceringen in de tint zorgen voor een kleurrijk straatbeeld: ! de ambachtelijke uitdrukking van de handvormsteen - generfde textuur en grillig oppervlak - is vooral te vinden panden in een traditionalistische bouwtrant (accent in de randzone van het centrum) ! het voegwerk, het metselverband, de textuur en de materiaaleigen kleur van de baksteen geven levendigheid aan de gevel; het (wit) schilderen van baksteengevels doet dit effect teniet ! enkele blinde zijgevels op zichtlocaties zijn geheel in siermetselwerk uitgevoerd ! het industriële en glanzende karakter van gekleurde en verglaasde baksteen maakt het metselwerk minder zwaar en geeft een luxe uitstraling aan overwegend panden in een gemengde en meer modernistische bouwtrant (accent in de kern van het centrum) gevelmateriaal en –onderdelen
De overige gevels zijn samengesteld uit beton, pleisterwerk of bekleed met natuursteen, waarbij de variëteit in soort en afwerking bijdraagt aan een kleurrijk straatbeeld: ! de betonnen vloerbanden en muurdammen zijn veelal glad afgewerkt, onbehandeld of in een lichte kleur geschilderd ! betonnen onderdelen als kolommen zijn bekleed met tegels, mozaïek of aluminium ! de direct op het betonskelet aansluitende pui-invullingen zijn transparant (glas in hout, staal of aluminium) en voorzien van borstweringen van geprofileerde betonelementen, plaatmateriaal of verglaasde baksteen ! het duurzame en on-Nederlandse karakter van natuursteen in vele soorten zorgt voor een luxe uitstraling (spaarzaam toegepast in de kern van het centrum)
4 5
gevelmateriaal en –onderdelen
Bij de kleinschalige individuele wederopbouwpanden is het venster een in de gevel uitgespaarde opening die contrasteert met het omringende gesloten muurvlak: ! de vensters (kozijn en raamwerk) zijn uitgevoerd in hout of staal of in een combinatie van beide ! de draai-, schuif- en tuimelramen hebben overwegend een traditionele roedenindeling ! de vensteropeningen worden afgesloten door rollagen, strekken of blinde segmentbogen die gemetseld zijn in dezelfde baksteen als het omringende muurvlak ! een modernere variant hierop bestaat uit een ijl uitgevoerd stalen venster in een betonnen omlijsting gevelmateriaal en –onderdelen
Bij de grootschalige en/of collectief opgevatte wederopbouwpanden bestaat het venster veelal uit een compleet en in hoge mate transparant gevelelement: ! de identieke gevelelementen in een combinatie van hout, staal, glas en plaatmateriaal zijn koud tussen de betonnen vloerelementen en wanddelen, zowel afzonderlijk in een reeks als samengetrokken tot een strook ! de gevelelementen zijn dun, in hoge mate transparant en hebben een vrije, soms speelse onderverdeling ! in het gevelelement is meestal een balkon opgenomen dat door een smeedijzeren sierhek en/of prefab betonnen borstwering wordt afgesloten gevelmateriaal en –onderdelen
Veel deuren en originele houten of stalen kozijnen en ramen zijn inmiddels vervangen door kunststof of aluminium exemplaren, waarbij het formaat van de vensteropening veelal intact is gebleven: ! de kunststof ramen uit de eerste renovatiegolf hebben een sterk afwijkende profilering, dimensionering, indeling en kleurstelling, hetgeen afbreuk doet aan de kwaliteit van het oorspronkelijke gevelbeeld ! de kunststof ramen die thans bij renovaties worden gebruikt komen beduidend beter overeen met de exemplaren die ze vervangen
4 6
!
! !
als onderdeel van de renovatiewerkzaamheden worden bakstenen gevels van een gekleurde pleisterlaag voorzien hetgeen tot een drastische wijziging van het gevelbeeld leidt (verlies aan samenhang) de zeldzaam geworden originele deuren zijn door hun verdiepte situering in portieken geen beeldbepalend gevelonderdeel de portiek speelt daarentegen een belangrijke rol in het gevelbeeld, vanwege de plasticiteit of omwille van de betonnen omlijsting cq. luifel
winkelpuien
Winkelpuien en reclame-uitingen uit de wederopbouw zijn ontworpen als integraal onderdeel van de gehele gevelopbouw- en compositie: ! een constructie van gewapend beton, bestaande uit een puibalk op hoekstijlen (portaal) of een reeks vrijstaande kolommen, zorgt voor maximale openheid op de begane grond (in de omgeving van Plein 1944 ook wel tweelaags) ! de betonconstructie is overwegend in een neutrale lichte kleur geschilderd, en voor wat betreft de vrijstaande kolommen bekleed met tegels, mozaïek of aluminium ! deze kenmerkende constructie is weliswaar bij de meeste winkelpanden nog intact, maar in veel gevallen in modieuze kleuren geschilderd, bekleed met een ander materiaal of verstopt achter een luifel of reclame-uiting, waardoor het ‘voetstuk’ onder de bovenbouw wegvalt en daarmee de constructieve helderheid van de gevel (sinds enige tijd is hierin een kentering ten goede te bespeuren) ! de oorspronkelijke winkelpuien, waarvan er in Nijmegen slechts enkele gaaf bewaard zijn gebleven, hebben een grotere mate van plasticiteit en ruimtelijke overgangselementen dan de vlakke moderne inlooppuien die er voor in de plaats zijn gekomen: asymmetrische rangschikking van entrees en etalages, verdiepte situering van de winkeldeur en de ontsluiting van de bovenwoning in een gezamenlijk portiek, etalagekasten met terugwijkende plint en bovenlicht, passages voorlangs het gebouw
4 7
reclame
Winkelpuien en reclame-uitingen uit de wederopbouw zijn ontworpen als integraal onderdeel van de gehele gevelopbouw- en compositie: ! nagenoeg alle reclame-uitingen uit de wederopbouwperiode zijn verwijderd ! aan grote ruimten als Plein 1944 was meer dan nu reclame geplaatst op de dakranden ! de resterende voorbeelden worden gekenmerkt door een losse en open (neon) belettering in kapitalen of schrijfstijl boven op de dankrand, verticaal langs de voorgevel of horizontaal tegen de winkelpuibalk ornamentiek en kunsttoepassingen
Omdat bij vluchtige en oppervlakkige beschouwing de nadruk in het straatbeeld sterk ligt op het gesloten (bakstenen) gevelvlak en de daarmee contrasterende gevelonderdelen, valt niet meteen op dat de wederopbouw van Nijmegen bijzonder rijk is aan ornamentiek en kunsttoepassingen: ! vrijwel elk gebouw heeft een bescheiden detail of ornament dat zich onopvallend in de gevelcompositie voegt: smeedijzeren raamhekken, keramische tegels en natuurstenen accenten in afwijkende kleuren en betonnen lijstwerk of borstweringen met bol-, zigzag- of ruitmotieven ! met eenvoudige middelen als een sierlijk vormgegeven raamhek, een met cirkels geponste betonnen balkonbalustrade, een schuin uit de gevel stekend raam en een golvende dakrand is een aangenaam en gevarieerd gevelbeeld gecreëerd ! de zeldzamere figuratieve kunsttoepassingen zijn vertegenwoordigd in diverse voor de wederopbouw kenmerkende technieken: o.a. gevelsculpturen, sgraffito’s, mozaïeken en reliëfs in brons, beton, keramiek en natuursteen ! qua thematiek appelleren de kunstwerken aan opbouwmentaliteit van de wederopbouw (optimisme, spaarzaam leven, hard werken) ! tijdens de wederopbouwperiode (1940-1965) is de openbare ruimte verrijkt met een tiental vrijstaande sculpturen, zoals het monument voor de in de tweede wereldoorlog gevallen Nederlandse militairen op Plein 1944 (J. Maris, 1951), Marieken van Nieumeghen op de Grote Markt (V. Tummers-Van Hasselt, 1956), het verzetsmonument en het Trajanusbeeld op het Trajanusplein (resp. M. van Beek, 1954 en Ch. Hammes en E. van Teeseling, 1955-1956) en de ruiterbeelden op het Keizer Karelplein en het Stationsplein (resp. A. Termote, 1962 en J. Uiterwaal, 1953-1954) NB.: een overzicht van kunstwerken uit de wederopbouwperiode (vrijstaande beelden en gevelornamentiek) is opgenomen in een bijlage van dit rapport.
4 8
4 9
S T A T I O N S G E B I E D ruimtelijke structuur
De ruimtelijke hoofdstructuur is conform het vastgestelde wederopbouwplan uitgevoerd: een ruim aangelegde tunnelverbinding tussen Nijmegen West en het centrum, in samenhang met de singelstructuur. In deze hoofdstructuur zijn functionele en visueel-ruimtelijke veranderingen doorgevoerd: ! het stationsplein, dat voor de treinreiziger als portaal tot de stad fungeert, is heringericht waarbij de oorspronkelijke driedeling in voor- en nevenpleinen intact is gebleven; als doorgaande verbinding in noord-zuidrichting is het alleen voor bussen nog bruikbaar ! de Quack-fontein is na de oorlog als ‘verkeersobstakel’ verwijderd van het, op de auto afgestemde, tunneltracé naar het centrum en onlangs weer herplaatst; het monument markeert deze pleinvormige kruising en legt het verband tussen het park van het Keizer Karelplein en het Kronenburgerpark (het geruimde Nassausingel-plantsoen wordt hierin als verbindende schakel node gemist) De ranke toren van het station (1954) heeft nadien gezelschap gekregen van enkele omvangrijke landmarks: ! tussen het station en het centrum zijn enkele schijfvormige hoogbouwtorens gebouwd die de ruimtelijke structuur markeren en samenklonteren tot een massief en gesloten silhouet ! de stationstoren staat in de zichtlijn van de Van Schaeck Mathonsingel ! de zichtlijnen in het verlengde van de overige landmarks sluiten veelal aan bij de vorm en oriëntatie van de (aangrenzende) pleinen
Een groot deel van de naoorlogse bebouwing in de stationsomgeving vervult de ‘functie’ van ankerpunt: ! de gebouwen rondom het Stationsplein zijn ‘stevig’, maken een breed front en omarmen het plein als het ware ! de solitaire voor- en naoorlogse gebouwen rond het Keizer Karelplein markeren het sterplein en verlenen het allure (afwisselend in meer of mindere mate)
5 0
functies
De bestemmingsindeling van het vastgestelde wederopbouwplan is op hoofdlijnen uitgevoerd: concentratie van commerciële en zakelijke instellingen tussen het station en het Keizer Karelplein. De transformatie van een chique woonbuurt in een zakelijk commercieel centrum kan worden beschouwd als een langlopend en continue proces: ! de oorspronkelijke woonfunctie heeft ruimte moeten maken voor de vestiging van kantoren en gebouwen met bijzondere bestemmingen, ook aan de achterzijde van het station ! de beoogde monofunctionele zonering aan weerszijden van de Van Schaeck Mathonsingel is niet daar maar aan de Tunnelweg gerealiseerd ! passend bij de allure van het Keizer Karelplein heeft de stadsschouwburg hier in 1961 een plek gekregen, later gevolgd door een concentratie van bankinstellingen (naoorlogse kantoren Raad van Arbeid en Boerenleenbank alweer door nieuwbouw vervangen)
verkaveling
De verkaveling is conform het vastgestelde wederopbouwplan uitgevoerd: een opbouw uit bouwblokken met een bebouwingspatroon van solitaire objecten. De gesloten bouwblokken van weleer hebben in de stationsomgeving een meer open bebouwingspatroon gekregen: ! de nieuw ingevulde bouwblokken zijn samengesteld uit een losse groepering van grootschalige solitaire gebouwen met een alzijdige oriëntatie van de gevels ! in het beeld van de bouwblokken ligt de nadruk op de uitstraling van de afzonderlijke gebouwen, m.u.v. de Van Schaeck Mathonsingel waar het beeld van beide straatwanden wordt bepaald door de ritmiek en continuïteit van de straatwand als geheel (gelijkmatige schaal en opbouw) ! het dichtbouwen van de monding van de Vondelstraat in de Van Schaeck Mathonsingel vormt de enige afwijking op het vastgestelde plan
5 1
gebouwen
De wederopbouwpanden in de stationsomgeving vormen een bonte verzameling van individuele en overwegend omvangrijke gebouwen met een uiteenlopend karakter en een veelheid aan functies: ! de incidentele gaten in de gesloten vooroorlogse bebouwing aan de singels zijn in de jaren vijftig opgevuld met woningen die in versoberde vorm refereren aan en zich voegen tussen de aangrenzende herenhuizen ! aan het Keizer Karelplein en de Van Schaeck Mathonsingel is geëxperimenteerd met portiekflats waarin de woningen ondergeschikt zijn aan de collectieve uitstraling van het gebouw als geheel: een op herhaling en stapeling van identiek vormgegeven elementen gebaseerde zakelijke architectuur in baksteen, beton en natuursteen ! het stationsgebouw, dat met de langgerekte zijvleugels de reizigers als het ware omarmd, is exemplarisch voor de decoratieve en verhullende gevelarchitectuur uit de jaren vijftig ! in de meer functionele en heldere bouwtrant van de later gebouwde kantoren wordt de gevel als ‘huid’ geaccentueerd (bekleding van travertin) of juist ontmanteld (vlies van dunne staalprofielen en vensterglas) ! in vergelijking met de zakelijke kantoorblokken heeft de eveneens functionalistische stadsschouwburg aan het Keizer Karelplein een contrastrijke ‘brutalistische’ architectuur en een expressieve vorm waarin het gebouw en de stad met elkaar verweven zijn NB.: digitale foto’s uit 2002 van alle wederopbouwpanden zijn samengebracht op een cd-rom die als losse bijlage aan dit rapport is toegevoegd.
5 2
B A T A V I E R E N W E G
E . O .
ruimtelijke structuur
De ruimtelijke hoofdstructuur is conform het vastgestelde wederopbouwplan uitgevoerd: d.w.z. handhaving van de bestaande singelstructuur, wijziging van de opzet van het verkeersplein en markering van de stadsrand. In de hoofdstructuur hebben zich sedert de wederopbouw geen wezenlijke veranderingen voorgedaan: ! de Keizer Lodewijkplein (als kleinere pendant van het Keizer Karelplein) is getransformeerd in het veel ruimere Trajanusplein; delen van het Hunnerpark zijn daarbij opgeofferd aan het verkeer ! het nieuwe verkeersplein is opgevat als stadsentree waarbij de nieuwbouw aan weerszijden van de Canisiussingel fungeert als ‘stadspoort’ (ankerpunten)
De van oudsher vrij van bebouwing gelaten stuwwalrand is ingevuld om de stadsbegrenzing sterker te laten spreken: ! de reeks van vijf in omvang toenemende woonflats in strokenverkaveling uit het plan heeft een gevarieerder uitwerking gekregen (blok-, ster- en trapsgewijs klimmende hoofdvormen), die evenwel voldoet aan de uitgangspunten: vrij gesitueerde landmarks en een open silhouet ! in het silhouet spelen de oude Maria Geboortekerk en de nieuwe woontoren aan de Canisiussingel mee
5 3
functies
De bestemmingsindeling van het vastgestelde wederopbouwplan is op hoofdlijnen uitgevoerd: concentratie van woonfunctie in de kern en kantoren aan de hoofdstructuur. Wonen en werken gaan samen: ! de oorspronkelijke woonfunctie van de gesloten bouwblokken is hersteld en behouden (gewilde woonlocatie) ! aan de ruimtelijke hoofdstructuur trekken zakelijke en commerciële instellingen in voormalige woningen en nieuwbouwkantoren ! de functionele zonering van de stadsrand is gewijzigd uitgevoerd: geplande horeca niet in de luwte maar aan het drukke verkeersplein, en een fors kantoorgebouw in plaats van drie woontorens
verkaveling
De verkaveling is niet conform het vastgestelde wederopbouwplan uitgevoerd: losse groepering van solitaire gebouwen i.p.v. een uniforme reeks in strokenverkaveling. De verkaveling in gesloten bouwblokken is aan de stadsrand aangevuld met een open bebouwingspatroon: ! de incidentele oorlogsschade in de bouwblokken is hersteld tot gesloten straatwanden ! de straatwanden zijn samengesteld uit een aaneenschakeling van kleinschalige individuele panden (tot ca. 1955) en grootschaliger collectieve panden (vanaf ca. 1955), alle met een enkelzijdige oriëntatie van voorgevels gericht naar de straten (met tussenkomst van voortuinen) ! in het beeld van de bouwblokken ligt meer nadruk op de ritmiek en continuïteit van de straatwanden als geheel (gelijkmatige schaal en opbouw), dan op de uitstraling of verbijzondering van de afzonderlijke panden (m.u.v. de hoekpanden) ! in aanvulling op de gesloten bouwblokken is aan de Barbarossastraat een open bebouwingspatroon toegevoegd: kleinschalig aan de zuidzijde in de vorm van vrijstaande villa’s en grootschalig aan de noordzijde in de vorm van solitaire hoogbouw (een voor Nijmegen nieuwe vorm van stedelijk wonen in voor die tijd luxe hoogbouwflats) ! in het beeld van de stadsrand ligt de nadruk op de uitstraling van de afzonderlijke, alzijdig georiënteerde hoogbouw ! de rangschikking van de hoogbouw en de plaatsing van het kantoorgebouw op pilotis laten het zicht vrij vanuit de wijk op de Ooypolder
5 4
gebouwen
Het merendeel van de wederopbouwpanden heeft een woonfunctie. In de architectuur is geëxperimenteerd met nieuwe typologieën (portiek-, galerij- en sterflats) en geïndustrialiseerde bouw (prefab elementen): ! de incidentele gaten in de gesloten vooroorlogse bebouwing zijn in de jaren vijftig opgevuld met woningen die in versoberde vorm refereren aan en zich voegen tussen de aangrenzende herenhuizen: voortzetting van de vroeg twintigste eeuwse bouwtraditie met beneden- en bovenwoningen, erkers, balkons, venster- en kroonlijsten, bakstenen tuit- en lijstgevels met vensterassen en pannen daken ! elders was ruimte voor een grootschalige ontwikkeling in aaneengesloten rijen of vrijstaande schijven en torens met woningen die ondergeschikt zijn aan de collectieve uitstraling van het gebouw als geheel: een op herhaling en stapeling van identiek vormgegeven elementen gebaseerde zakelijke architectuur, waarin gemetselde muurvlakken, betonnen prefab elementen (lateien, raamlijsten, vloerbanden, balkons) en transparante vensters (stalen ramen en kozijnen) het gevelbeeld bepalen ! deze architectuur wordt verder gekenmerkt door een afwisseling van open en gesloten geveldelen, een zichtbaar betonskelet met dunne gevelelementen, gevarieerd en contrastrijk materiaalgebruik, ingetogen vormgegeven ornamentiek in beton of siermetselwerk (bij uitzondering een figuratieve kunstuiting naast de entree), platte of flauw hellende daken met weinig nadruk in het gevelbeeld ! in de vrijstaande villabebouwing aan de Barbarossastraat – Ubbergseveldweg is afwisselend een traditionalistisch en modernistisch idioom toegepast ! erfscheidingen in de vorm van laag en sober uitgevoerd bakstenen muurtjes, hekwerken of hagen bakenen de kavels af ! de uit praktische overwegingen later toegepaste kunststof kozijnen en gevelisolatie met stucwerk tasten de karakteristiek van de wederopbouwarchitectuur aan
5 5
5 6
BIJLAGEN
5 7
A R C H I E F G E G E V E N S
O B J E C T E N
opmerkingen bij de bijlage
kolom
gegevens
adres
De adresgegevens van het pand. Sommige panden hebben adressen aan verschillende straten en komen dus meerdere malen in de lijst voor.
functies
De oorspronkelijke functie. De volgende functieomschrijvingen zijn gebruikt: woning; winkel; warenhuis: groter/groot winkelpand; winkelwoning: winkel(s) met (boven)woning(en); bedrijfsruimte: werkplaats, magazijn; bedrijfspand: grote werkplaats, pakhuis; werkwoning: bedrijfsruimte(n) met (boven)woning(en); woon/winkelcomplex: meer/veel winkels en/of (boven)woningen in één ontwerp; horeca: hotel, café, restaurant; bioscoop; kantoorgebouw: (post)kantoor, bankgebouw; stationsgebouw; school; kerk.
bouwperiode
De periode waarin het pand is gebouwd. Deze periode is gebaseerd op de jaartallen van verlening van bouwvergunning, rioleringsvergunning, jaartal van betaling van leges en het jaartal op de definitieve bouwtekening.
architect / plaats
De naam van de architect en de plaats waar deze kantoor hield.
5 8
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
Achter de Carmel 4-6
winkelwoning
1958
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Achter de Carmel 8
horeca+woning
1950-1951
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Achter de Carmel 10
bedrijfspand
1957-1958
C. Blanksma, Arnhem
Achter de Carmel 12
bedrijfspand
1956
Goorhuis-Meihuizen, Nijmegen
Achter de Carmel 14
woning
1950-1951
H. Reuser, Nijmegen
Achter Valburg 2-4
wooncomplex
1957-1958
A. Evers en G.J.M. Sarlemijn, Amsterdam
Augustijnenstr 1-9
winkelwoning
1954-1955
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Augustijnenstr 11-17
winkelwoning
1952-1953
F.J.A. Cousin, Nijmegen, Th.J. van Gendt, Utrecht
Augustijnenstr 19-23
winkelwoning
1954-1955
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Augustijnenstr 25-25a
winkelwoning
1951-1952
M.E. Veugelers, Nijmegen
Augustijnenstr 27-31
winkelwoning
1953-1955
M.E. Veugelers, Nijmegen
Augustijnenstr 33-35a
winkelwoning
1951-1953
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Augustijnenstr 37-41
winkelwoning
1951-1952
B.J. Meerman, Nijmegen
Augustijnenstr 43-75
woon/winkelcomplex
1954-1955
H. Brouwer, Arnhem, F.W. de Vlaming, Amsterdam
Augustijnenstr 2-4
winkel
1955
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Augustijnenstr 6
winkelwoning
1954-1956
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Augustijnenstr 8
winkelwoning
1955-1956
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Augustijnenstr 10
winkelwoning
1955-1956
G.B. Treur, Nijmegen
Augustijnenstr 22-26
winkelwoning
1953-1956
Ad.P.J. Wijte, Nijmegen
Augustijnenstr 28-34
winkelwoning
1954-1955
H.D. ten Velde en E.A.G. Hermsen, Nijmegen
Augustijnenstr 36-38
winkelwoning
1953-1954
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Augustijnenstr 40-40a
winkelwoning
1953-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Barbarossastr 2-16
woningen
1955-1957
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Barbarossastr 58
woning
1953
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Barbarossastr 60
woning
1953
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Barbarossastr 62
woning
1953-1954
F.M. Oswald, Berg en Dal
Barbarossastr 64
woning
1955-1956
J.H. ten Have, Nijmegen
Barbarossastr 66
woning
1955-1956
J.H. ten Have, Nijmegen
Barbarossastr 68
woning
1955-1956
C.J. IJsebrands, Nijmegen
Barbarossastr 70
woning
1955-1956
C.J. IJsebrands, Nijmegen
Barbarossastr 74
woning
1964
Joh.H. van Galen, Nijmegen
Barbarossastr 76
woning
1950-1951
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Batavierenwg 2-68
woningen
1955-1956
H. Nefkens, Rotterdam
Batavierenwg 70-130
woningen
1955-1956
H. Nefkens, Rotterdam
Berg en Dalsewg 2-4
winkelwoning
1951-1952
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Berg en Dalsewg 6
woning
1951-1952
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Berg en Dalsewg 8
woning
1951-1952
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Berg en Dalsewg 10-10a
woning
1953
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Berg en Dalsewg 12-12a
woning
1951
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Berg en Dalsewg 14-14a
woning
1952-1953
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Berg en Dalsewg 16-16a
woning
1951
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Berg en Dalsewg 18-22
winkelwoning
1960-1962
E.M.R. Finken, Nijmegen
Berg en Dalsewg 74-78
woningen+kantoor
1954-1955
D. en P. Benning, Nijmegen
Berg en Dalsewg 35-37
woning
1949-1950
Feberwee-Rauch en Valk, Utrecht
Bernhardstr, Pr 9
werkwoning
1952-1953
J. v.d. Pijll, Nijmegen
Bernhardstr, Pr 12-14
school
1957-1960
C.H.B. Estourgie, Nijmegen
Beijensstr 2-6
winkelwoning
1948-1949
J. Van Eldik en J.H.A. Giesbers, Nijmegen
Achter de Carmel 2
Augustijnenstr 42
Beijensstr 8-12
5 9
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
Bloemerhof 30
bedrijfspand
1963-1965
J.J. Janssen-Daalen, Nijmegen
Bloemerstr 43-47a
winkelwoning
1952-1954
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Bloemerstr 49-63
winkelwoning
1955
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Bloemerstr 65-71
winkelwoning
1955-1956
G.B. Treur, Nijmegen
Bloemerstr 73-79
winkelwoning
1953-1954
J.P.L. Hendriks, L.A. van den Bosch, J. Hendriks, Nijmegen
Bloemerstr 81-95
winkelwoning
1953-1955
J.P. Cornelissen, Nijmegen
Bloemerstr 97-115
winkelwoning
1956-1957
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Bloemerstr 121-123
winkelwoning
1954-1955
D. Egberts, Hilversum
Bloemerstr 125
winkelwoning
1955-1956
J. v.d. Pijll, Nijmegen
Bloemerstr 129-131
horeca+woning
1953-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Bloemerstr 133
bioscoop
1954
B.J. Meerman en J. Jansen, Nijmegen
Bloemerstr 2-46
woon/winkelcomplex
1959
J.H. ten Have, Nijmegen
Bloemerstr 48-50b
winkelwoning
1956-1957
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Bloemerstr 52
winkelwoning
1956
J.P.L. Hendriks, L.A. v.d. Bosch, J. Hendriks, Nijmegen
Bloemerstr 54
winkelwoning
1956
J.P.L. Hendriks, L.A. v.d. Bosch, J. Hendriks, Nijmegen
Bloemerstr 56-60a
winkelwoning
1957
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Bloemerstr 62-62a
horeca+woning
1955-1956
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Bloemerstr 64-78
winkelwoning
1955-1956
D. Egberts, Hilversum
Bloemerstr 80
winkelwoning
1953-1954
J. v.d. Pijll, Nijmegen
Bloemerstr 82-86
winkelwoning
1953-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Bloemerstr 88
winkelwoning
1953-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Bloemerstr 90
winkelwoning
1953-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Bloemerstr 92-108
woon/winkelcomplex
1955-1957
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Brandsmastr, T 2-30
magazijnen
1950
Broeckhuijsenstr, v 2-6
winkelwoning
1948-1949
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Broeckhuijsenstr, v 8-10
winkelwoning
1948-1951
H.M. Zoetmulder, Nijmegen
Broeckhuijsenstr, v 32-34 winkelwoning
1948-1949
L.D. Kuipers, Nijmegen
Broeckhuijsenstr, v 40-42a winkelwoning
1953
L.D. Kuipers, Nijmegen
Broerstr 3
winkelwoning
1950-1952
L.D. Kuipers, Nijmegen
Broerstr 5
winkelwoning
1949-1952
W.Th.Reijnen, Nijmegen
Broerstr 7
winkelwoning
1955
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Broerstr 13
winkelwoning
1954-1955
J.H.W. Jansen jr., Rotterdam
Broerstr 15-17
winkelwoning
1953-1955
E.H. Kraaijvanger en H.M. Kraaijvanger, Rotterdam
Broerstr 19-19a
winkelwoning
1953-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Broerstr 21-21a
winkelwoning
1952-1953
W.Th. Reijnen, Nijmegen
Broerstr 23-23a
winkelwoning
1953-1954
E.F. Estourgie, Nijmegen
Broerstr 25-25c
winkel
1948-1954
J. van Dongen jr., Apeldoorn
Broerstr 27
winkelwoning
1952-1953
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Broerstr 29
winkelwoning
1952-1953
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Broerstr 31
winkel
1948
G.H.M. Holt en M.E. Veugelers, Haarlem-Nijmegen
Broerstr 33-35
winkelwoning
1950
G.H.M. Holt en M.E. Veugelers, Haarlem-Nijmegen
Broerstr 37
winkelwoning
1951-1952
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Broerstr 41
winkelwoning
1951-1953
v.d. Meijden en Klaver, Elst (Gld.)
Broerstr 45-47
winkelwoning
1949-1950
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Broerstr 49
winkelwoning
1954-1955
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Broerstr 51
winkelwoning
1949-1950
J.G. Deur en C. Pouderoyen, Nijmegen
Broerstr 53
winkelwoning
1953-1954
J.H. ten Have, Nijmegen
Broerstr 55
winkelwoning
1949-1950
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Broerstr 57
winkelwoning
1950-1951
G.B. Treur, Nijmegen
Broerstr 59-61
winkels
1948-1949
G.A. Heldoorn, Leeuwarden
Broerstr 14
winkel
1952-1955
D. en P. Benning, Nijmegen
6 0
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
Broerstr 16-20
winkelwoning
1953-1954
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Broerstr 22-24
winkelwoning
1952-1953
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Broerstr 26
winkelwoning
1952-1953
G.B. Treur, Nijmegen
Broerstr 28
winkelwoning
1953-1954
L.D. Kuipers, Nijmegen
Broerstr 32-36
winkelwoning
1951-1953
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Broerstr 38-42c
winkelwoning
1954-1955
Gerh. Jansen, Heemstede
Broerstr 44-50b
winkelwoning
1953-1954
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Broerstr 52-52b
winkelwoning
1951-1952
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Broerstr 54
winkelwoning
1949-1950
G.B. Treur, Nijmegen
Broerstr 56
winkelwoning
1950
G.B. Treur, Nijmegen
Broerstr 58-62
winkelwoning
1949-1951
T. Wilschut, 's Hertogenbosch
Broerstr 64-66
winkelwoning
1951-1954
W.Th. Reijnen, Nijmegen
Broerstr 68
winkelwoning
1949-1951
J.A. Lelieveldt, Rotterdam
Broerstr 70
winkel
1950-1952
J.G. Deur en C. Pouderoyen, Nijmegen
Broerstr 72
winkelwoning
1950-1952
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Broerstr 74-80
winkelwoning
1952
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Broerstr 82
winkelwoning
1952-1953
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Brugghenstr, vd 3
kantoor
1968-1969 (gevel)
Brugmanstr, Ptr 51-53
werkwoning
1962-1964
Brugmanstr, Ptr 55-57
werkwoning
1954-1956
Brugmanstr, Ptr 40-62
woningen
1954-1955
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Brugmanstr, Ptr 64-78
woningen
1950-1952
F.J.A. Cousin, Nijmegen
Brugmanstr, Ptr 80-82
woning
1952-1953
W.Th. Reijnen, Nijmegen
Brugmanstr, Ptr 84-86
woningen
1955-1956
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Brugmanstr, Ptr 88-90
woning
1949-1950
D. en P. Benning, Nijmegen
Brugmanstr, Ptr 92-94
woningen
1955-1956
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Burchtstr 1
winkel
1950-1951
G.A. Heldoorn, Leeuwarden
Burchtstr 3-3b
winkel
1952-1953
W.Th. Reijnen en J.A. Lelieveldt, Nijmegen
Burchtstr 5-7
winkelwoning
1952-1956
J.G. Deur en C. Pouderoyen, Nijmegen
Burchtstr 9-11
winkelwoning
1952
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Burchtstr 13-15
bedrijfspand
1955-1956
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Burchtstr 17
winkelwoning
1955-1956
M.E. Veugelers, Nijmegen
Burchtstr 25-27
winkelwoning
1953
J. v.d. Pijll en J.P. Cornelissen, Nijmegen
Burchtstr 31
werkwoning
1953-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Burchtstr 33-35a
winkelwoning
1954-1955
J. v.d. Pijll, Nijmegen
Burchtstr 37-39
winkelwoning
1955
B.J. Meerman, Nijmegen
Burchtstr 53-53a
winkel
1956-1957
Bouwbureau Albert Heijn NV., Zaandam
Burchtstr 2
winkelwoning
1954-1955
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Burchtstr 6-8
winkelwoning
1949-1951
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Burchtstr 12
winkelwoning
1949-1950
G.B. Treur, Nijmegen
Burchtstr 16
winkelwoning
1951
J.A. Lelieveldt, Nijmegen
Burchtstr 18
winkelwoning
1949-1952
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Burchtstr 20
gemeentehuis
1955
Burchtstr 22
winkelwoning
1953-1954
L.D. Kuipers, Nijmegen
Burchtstr 24-28
winkelwoning
1952-1954
L.D. Kuipers, Nijmegen
Burchtstr 30-34
winkelwoning
1953-1954
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Burchtstr 36-38
winkelwoning
1951-1952
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Burchtstr 40-42b
winkelwoning
1952
B.J. Meerman, Nijmegen
Burchtstr 78-106
winkelwoning
1955
H. van Vreeswijk, Zeist
Burchtstr 108-108a
winkelwoning
1955-1956
R.G. Rodenburg, Nijmegen
G.B. Treur, Nijmegen
Burchtstr 29
6 1
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
Burchtstr 110
winkelwoning
1953-1954
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Burchtstr 112
winkelwoning
1956-1957
C.J. IJsebrands, Nijmegen
Burchtstr 114-124
werkwoning
1953-1954
G. van Veen, Nijmegen
Burchtstr 126-160
woon/winkelcomplex
1957-1959
H. van Vreeswijk, Zeist
Bijleveldsngl 5
woning
1955-1956
C.Th.A. v.d. Wielen, Schijndel
Bijleveldsngl 7
woning+kantoor
1949-1950
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Bijleveldsngl 147-165
klooster
1949-1955
C.H.B. Estourgie, Nijmegen
Canisiussngl, St 3-19
woningen
1955
J.H. ten Have, Nijmegen
Canisiussngl, St 19a-b
kantoor
1952-1953
afd. Openbare Werken, onderafd. Gebouwen
Canisiussngl, St 2-14
kantoor/wooncomplex
1958
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Canisstr, J 1-13
winkelwoning
1960-1962
E.M.R. Finken, Nijmegen
Canisstr, J 33-37a
werkwoning
1955
K.L. van Ommen, Nijmegen
Canisstr, J 39-43
werkwoning
1952
J.H.A. Giesbers, Nijmegen
Canisstr, J 45-51
werkwoning
1953
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Canisstr, J 2-20
woningen
1960-1962
E.M.R. Finken, Nijmegen
Daalsewg 105-113
winkelwoning
1946-1947
L.D. Kuipers, Nijmegen
Doddendaal 1-1c
bioscoop
1954
B.J. Meerman en J. Jansen, Nijmegen
Doddendaal 5 t/m 35
wooncomplex+verzorgingstehuis 1957-1958
Doddendaal 2-18
winkelwoning
1950
Doddendaal 20-124
klooster
1950
J.G. Deur en C. Pouderoyen, Nijmegen
Dominicanenstr 53
gymnastieklokaal
1957-1959
Joh.H. van Galen, Nijmegen
Dominicanenstr 91
bedrijfspand
1954-1957
J.C.W. Carmiggelt, Den Haag
Franckenstr, Mr 1
woning
1955
Bruins en Van der Zoo De Jong, Oosterbeek
Franckenstr, Mr 3-7
woningen
1957
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Franckenstr, Mr 17
woning
1946
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Franckenstr, Mr 2-66
woningen+kantoren
1954-1955
H. Nefkens, Rotterdam
Goyenstr, J v 21
woningen
1954-1955
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Goyenstr, J v 23-25
woning
1949-1950
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Goyenstr, J v 27-29
woningen
1947-1948
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Goyenstr, J v 31-33
woningen
1954-1955
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Goyenstr, J v 35-37
woning
1948-1949
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Goyenstr, J v 39-41
woningen
1954-1955
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Goyenstr, J v 42-44
woning
1956
Ad.P.J. Wijte, Nijmegen
Graafsewg 1
winkelwoning
1950-1952
E.F. Estourgie, Nijmegen
Graafsewg 1a
werkwoning
1954
E.F. Estourgie, Nijmegen
Graafsewg 2
woning
1954-1955
D. Egberts, Hilversum
Grootstr, H d 35-39
werkwoning
1957-1958
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Grootstr, H d 41
school
1955-1956
B.W.A. Goddijn. Nijmegen
Grootstr, H d 43
school
1950-1951
H.A. en G. Pothoven, Amersfoort
Grootstr, H d 112-116
woningen
1957
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Grootstr, H d 118
woning
1953
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Grotestr 4-6
horeca+woning
1953-1955
v.d. Meijden en Klaver, Arnhem
Grotestr 8
horeca+woning
1968-1969
J. van der Pijll, Nijmegen
Grotestr 10-12
winkelwoning
1951-1953
J. v.d. Pijll en J.P. Cornelissen, Nijmegen
Grt Markt 1-3
warenhuis
1952-1955
D. en P. Benning, Nijmegen
Grt Markt 5
warenhuis
1957-1958
A. Elzas, Amsterdam
Hamerstr, Biss 2
winkelwoning
1956-1958
C.B. van der Tak, Amersfoort
Hamerstr, Biss 4
winkelwoning
1956
D. en P. Benning, Nijmegen
Hamerstr, Biss 6-6a
winkelwoning
1952-1953
J.H. ten Have, Nijmegen
Hamerstr, Biss 14-16
winkel
1949-1950
D. en P. Benning, Nijmegen
A. Evers en G.J.M. Sarlemijn, Amsterdam
Grotestr 2
6 2
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
Hamerstr, Biss 14-16
horeca
1955-1956
G.D. Jansen, Breda
Havestr, vd 4-4a
garages
1959
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Havestr, vd 6-6a
bedrijfspand
1953-1954
J. v.d. Pijll, Nijmegen
Havestr, vd 6
bedrijfsruimte+kantoor
1958-1959
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Hendrikstr, Pr 12-14a
winkelwoning
1945-1946
O. Leeuw, D. en P. Benning, Nijmegen
Hendrikstr, Pr 16-18
winkelwoning
1950-1951
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Hendrikstr, Pr 20-20a
werkwoning
1948
B.J. Meerman, Nijmegen
Hendrikstr, Pr 22
winkelwoning
1945-1947
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Hendrikstr, Pr 24-30
winkelwoning
1957-1958
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Hermanstr, Mr 1
winkelwoning
1954
G.B. Treur, Nijmegen
Hermanstr, Mr 3-7
winkelwoning
1952-1954
J.P. Cornelissen, Nijmegen
Hertogpln 1-3
winkel
1947-1948
H. Knijtijzer, Amsterdam
Hertogstr 1
horeca
1953-1955
Th.H. Hendriks en E.J. Meihuizen, Nijmegen
Hertogstr 31
winkelwoning
1956
M.E. Veugelers, Nijmegen
Hertogstr 33-35
winkelwoning
1955-1956
M.E. Veugelers, Nijmegen
Hertogstr 37-39
winkelwoning
1951-1952
J.H.A. Giesbers, Nijmegen
Hertogstr 45-47
horeca+woning
1952-1953
J. Coumans, Nijmegen
Hertogstr 51
werkwoning
1955-1956
G.B. Treur, Nijmegen
Hertogstr 53-55
winkelwoning
1951-1952
J.H.A. Giesbers, Nijmegen
Hertogstr 57-71
winkelwoning
1952
F.J.A. Cousin, Nijmegen
Hertogstr 73-73d
werkwoning
1956
D. Heineke, Loosdrecht
Hertogstr 75
bedrijfspand
1948-1949
Heineke en Kuipers, Amsterdam
Hertogstr 77-79
winkelwoning
1953-1954
F.J.A. Cousin, Nijmegen
Hertogstr 2-40
woon/winkelcomplex
1957-1959
H. van Vreeswijk, Zeist
Hertogstr 42-46
winkelwoning
1950-1951
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Hertogstr 48-50
winkelwoning
1950-1951
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Hertogstr 52-54
winkelwoning
1950-1951
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Hertogstr 56
winkelwoning
1950-1951
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Hertogstr 58-60
winkelwoning
1952
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Hertogstr 62-66
winkelwoning
1951-1953
H. v.d. Boogaard, Nijmegen
Hertogstr 74
winkelwoning
1955-1956
J. v.d. Pijll, Nijmegen
Hertogstr 76-80b
winkelwoning
1952-1955
J.P. Cornelissen, Nijmegen
Hertogstr 82
winkelwoning
Hertogstr 84-86
winkelwoning
1957-1958
C.J. IJsebrands, Nijmegen
Hertogstr 102-114
winkelwoning
1948-1949
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Hertogstr 112
winkelwoning
1948-1949
L.D. Kuipers, Nijmegen
Hertogstr 130
kantoorgebouw
1970-1971
Delsing, Echt
Houthof 45
bedrijfsruimte
1960
B.J. Meerman, Nijmegen
Houthof 46-47
bedrijfsruimte
1960
B.J. Meerman, Nijmegen
Houtstr 1-33
winkel/wooncomplex
1949-1950
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Houtstr 35
winkelwoning
1950-1952
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Houtstr 39-41
winkelwoning
1957-1958
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Houtstr 43-47
horeca+woningen
1950-1951
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Houtstr 49-49e
winkelwoning
1957-1958
C. Blanksma, Arnhem
Houtstr 51-51e
winkelwoning
1956
Goorhuis-Meihuizen, Nijmegen
Houtstr 53-55
winkelwoning
1953-1955
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Houtstr 57
winkelwoning
1953-1955
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Houtstr 59-61
winkelwoning
1950-1954
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Houtstr 63
winkelwoning
1951-1952
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Houtstr 65-73
winkelwoning
1949-1951
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Hendrikstr, Pr 10
6 3
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
Houtstr 75-77
winkelwoning
1949-1950
G.B. Treur, Nijmegen
Houtstr 2
winkelwoning
1955
M.E. Veugelers, Nijmegen
Houtstr 4-6
winkelwoning
1952-1953
L.D. Kuipers, Nijmegen
Houtstr 8
winkelwoning
1951-1952
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Houtstr 10-12a
bioscoop
1957-1958
Bruck en Igesz., Arnhem
Houtstr 14-60
woon/winkelcomplex
1954-1955
H. van Vreeswijk, Zeist
Houtstr 62
horeca+woning
1951-1952
J.H. Fokker, Nijmegen
Houtstr 64-74
woon/winkelcomplex
1954-1955
H. van Vreeswijk, Zeist
In De Betouwstr 1-5b
winkelwoning
1956-1958
C.B. van der Tak, Amersfoort
Jorisstr, St 26-28
winkelwoning
1952-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Jorisstr, St 30-36
winkelwoning
1952-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Jorisstr, St 38-38a
winkelwoning
1952-1953
J. v. Hasselt & de Koning, Nijmegen
Jorisstr, St 40-72
kantoor/wooncomplex
1958
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Karelpln, Kzr 3-18
woningen+kantoren
1954-1955
H. Reuser, Nijmegen
Karelpln, Kzr 20-31
woningen
1954
G. Hamerpagt, Arnhem
Karrengas 23-25
bedrijfspand
1960
Karrengas 33
bedrijfsruimte
1960-1963
B.J. Meerman, Nijmegen
Kelfkensbos 21
winkelwoning
1952-1953
G.B. Treur, Nijmegen
Kelfkensbos 22-23
winkelwoning
1951-1953
G.B. Treur, Nijmegen
Kelfkensbos 24
winkelwoning
1954-1955
J.P.L. Hendriks, L.A. v.d. Bosch, J. Hendriks, Nijmegen
Kelfkensbos 27-28
winkelwoning
1953-1955
Mart. Jansen, Nijmegen
Kelfkensbos 29-30a
werkwoning
1954-1955
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Kelfkensbos 31
winkelwoning
1953-1954
Th.H. Hendriks en E.J. Meihuizen, Nijmegen
Kelfkensbos 32-33
winkelwoning
1955-1956
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Kelfkensbos 34-35
winkelwoning
1952-1953
J. v.d. Pijll en J.P. Cornelissen, Nijmegen
Kelfkensbos 36-37
winkelwoning
1952-1953
J. v.d. Pijll en J.P. Cornelissen, Nijmegen
Kelfkensbos 38
kantoor
1950-1951
F.J.A. Cousin, J.C. Deur, C. Pouderoyen, Nijmegen
Kelfkensbos 40-43
werkwoning
1962-1963
Aug.L. Jansen, Zutphen
Kelfkensbos 44
winkelwoning
1953-1954
Th.H. Hendriks en E.J. Meihuizen, Nijmegen
Kelfkensbos 50-51
winkelwoning
1953-1954
Th.H. Hendriks en E.J. Meihuizen, Nijmegen
Kelfkensbos 52
winkelwoning
1955-1956
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Kelfkensbos 53-55
winkelwoning
1955-1957
K.L. van Ommen, Nijmegen
Kelfkensbos 56
woning
1955-1956
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Kl Marienburg 2-6
winkelwoning
1957-1958
C.J. IJsebrands, Nijmegen
Kl Marienburg 12
winkelwoning
1952-1955
J.P. Cornelissen, Nijmegen
Kl Marienburg 14-20
winkelwoning
1951-1953
W.Th. Reijnen, Nijmegen
Kl Marienburg 22-24
kantoor+woning
1951-1954
H.T. Zwiers, Haarlem
Koningstr 29
winkelwoning
1953-1955
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Koningstr 31-35
winkelwoning
1955
P.S. de Stigter, Nijmegen
Koningstr 2
winkelwoning
1951
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Koningstr 6-6a
winkelwoning
1951-1952
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Koningstr 8-10
winkelwoning
1951-1953
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Koningstr 12-16
winkelwoning
1953-1955
G.B. Treur, Nijmegen
Koningstr 22-24
winkelwoning
1951-1952
G.B. Treur, Nijmegen
Koningstr 26-30
winkelwoning
1955-1956
Mart. Jansen, Nijmegen
Koningsstr 32-34
horeca+woning
1953-1956
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Koningstr 36
winkelwoning
1954-1955
D. Egberts, Hilversum
Koningstr 38-40
horeca+woning
1951-1953
G. van Veen en W. Braam, Nijm.
Krt Nieuwstr 1-5
winkelwoning
1954
Houtstr 78
Kelfkensbos 18
6 4
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
Kronenburgersngl 269
school
1946-1954
C.H.B. Estourgie, Nijmegen
Kronenburgersngl 271
school
1954-1955
C.H.B. Estourgie, Nijmegen
Kroonstr 146
kerk
Kroonstr 148
kapel
1960
P. Dijkema, Nijmegen
L Hezelstr 21
kantoorgebouw
1960
Marienburgsestr 17-47
woon/winkelcomplex
1957-1959
H. van Vreeswijk, Zeist
Marienburgsestr 55-57
werkwoning
1954-1955
Th.H. Hendriks en E.J. Meihuizen, Nijmegen
Marienburgsestr 59-65
werkwoning
1953-1954
J.H. ten Have, Nijmegen
Marienburgsestr 65
werkplaats
1959
Marienburgsestr 73
kantoor+woning
1951-1954
H.T. Zwiers, Haarlem
Marienburgsestr 2-4
werkwoning
1953
G. van Veen, Nijmegen
Marienburgsestr 6
winkelwoning
1954
D. Egberts, Hilversum
Marienburgsestr 8-10
horeca+woning
1953
D. en P. Benning, Nijmegen
Marienburgsestr 12-14
winkelwoning
1953-1954
D. Egberts, Hilversum
Marienburgsestr 16
winkelwoning
1953-1954
B.J. Meerman, Nijmegen
Molenstr 5-7
winkelwoning
1952-1954
F.M. Kramer en J.M. Balabrega, Haarlem
Molenstr 35-39
kerk
1958
Siebers en Van Dael, Breda; J. Coumans, Nijmegen
Molenstr 63
winkel
1958-1960
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Molenstr 24
winkelwoning
1952-1954
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Molenstr 26-28
winkelwoning
1949-1951
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
winkelwoning
1949
J. Coumans, Nijmegen
1955
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Molenstr 46 Molenstr 48-52 Molenstr 52 Molenstr 98
winkelwoning
1956
H. Salomonson, Amsterdam
Museum Kamstr 1-31
woningen
1950-1954
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Museum Kamstr 72
woning
1950
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Museum Kamstr 74
woning
1950
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Museum Kamstr 76
woning
1950
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Museum Kamstr 78
woning
1950
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Nassausngl 1
schouwburg+woning
1959-1961
G.H.M. Holt en B. Bijvoet, Haarlem
Nieuwstr 10-14
winkelwoning
1963-1964
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Nieuwstr 16-16a
werkwoning
1960
Hols, Arnhem
Nieuwstr 18-22
werkwoning
1961-1962
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Nieuwstr 24-26
horeca+woningen
1951-1952
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Nispenstr, v 1-37
woningen
1950-1951
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Nispenstr, v 196
woning
1949-1950
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Nispenstr, v 198-206
woningen
1950-1951
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Nispenstr, v 226-228
woning
1963
Donselaar, Nijmegen (?)
Nispenstr, v 230-232
werkwoning
1958-1959
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Nispenstr, v 234-238
woning
1949-1952
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Noodtstr, G 2-2b
werkwoning
1952-1953
J. v. Hasselt & de Koning, Nijmegen
Noodtstr, G 4-4a
werkwoning
1951-1952
G.B. Treur, Nijmegen
Noodtstr, G 6-10
werkwoning
1957-1958
G.B. Treur, Nijmegen
Noodtstr, G 12-14
werkwoning
1951-1952
Th.H. Hendriks, Nijmegen
Noodtstr, G 16-18
werkwoning
1955-1956
J. v.d. Pijll, Nijmegen
Noodtstr, G 20-24
werkwoning
1953-1954
Th.H. Hendriks en E.J. Meihuizen, Nijmegen
Noodtstr, G 26-30
winkelwoning
1954-1955
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Noodtstr, G 34-38
werkwoning
1952-1953
F.M. Oswald, Nijmegen
Noodtstr, G 40-42
werkwoning
1951-1953
F.M. Oswald, Nijmegen
Noodtstr, G 44-46
werkwoning
1950-1951
G.B. Treur, Nijmegen
Noodtstr, G 48-50
werkwoning
1949-1950
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
6 5
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
Noodtstr, G 52-56
werkwoning
1949-1950
D. en P. Benning, Nijmegen
Noodtstr, G 58-62
werkwoning
1954-1955
D. Heineke, Loosdrecht
Noodtstr, G 64-66
werkwoning
1952-1953
H. Reuser, Nijmegen
Noodtstr, G 68-70
werkwoning
1952-1953
Th.H. Hendriks, Nijmegen
Parkdwarsstr 1-5
werkwoning
1955
K.L. van Ommen, Nijmegen
Parkdwarsstr 9-53
wooncomplex+verzorgingstehuis 1957-1958
A. Evers en G.J.M. Sarlemijn, Amsterdam
Parkdwarsstr 32-34
wooncomplex+verzorgingstehuis 1957-1958
A. Evers en G.J.M. Sarlemijn, Amsterdam
Pauwelstr 1-5
winkelwoning
1955-1956
Mart. Jansen, Nijmegen
Pauwelstr 9
horeca+woning
1951
G.B. Treur, Nijmegen
Pauwelstr 11-13
winkelwoning
1949-1951
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Pauwelstr 15-17
winkelwoning
1953-1954
J.H. ten Have, Nijmegen
Pauwelstr 2-6
winkelwoning
1949-1950
C.H.B. Estourgie, Nijmegen
Pauwelstr 8-16
winkelwoning
1949-1950
J.G. Deur en C. Pouderoyen, Nijmegen
Platenmakersstr 2-6
winkelwoning
1951-1952
J. v.d. Pijll en J.P. Cornelissen, Nijmegen
Platenmakersstr 8-14
werkwoning
1957-1958
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Plein 1944 1
winkelwoning
1952-1954
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Plein 1944 2
winkelwoning
1951-1952
G.B. Treur, Nijmegen
Plein 1944 3-4
winkelwoning
1951
G.B. Treur, Nijmegen
Plein 1944 5-6
winkelwoning
1950-1951
B.W.A. Goddijn. Nijmegen
Plein 1944 7-9
winkelwoning
1954-1955
Joh. Zwanikken, Nijmegen
Plein 1944 10-11
winkelwoning
1955
Joh. Zwanikken, Nijmegen
Plein 1944 16-17
winkelwoning
1952-1953
G.B. Treur, Nijmegen
Plein 1944 18-21
winkelwoning
1951
J.A. Lelieveldt, Rotterdam
Plein 1944 22-24
winkelwoning
1951-1952
G.B. Treur, Nijmegen
Plein 1944 25-27
horeca+woning
1951-1952
G. Van Veen en W. Braam, Nijmegen
Plein 1944 28
bioscoop
1952-1954
H. van Vreeswijk, Zeist
Plein 1944 29-37
woon/winkelcomplex
1955-1957
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Plein 1944 51-73
woon/winkelcomplex
1949-1950
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Plein 1944 119-127
winkelwoning
1955
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Plein 1944 128-128a
horeca+woning
1953-1954
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Plein 1944 129
horeca
1957
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Plein 1944 135
horeca+woning
1950-1952
J.P. Cornelissen, Nijmegen
Plein 1944 136-137
winkelwoning
1950-1952
A. v.d. Kloot, Nijmegen
Plein 1944 138-140
winkelwoning
1950-1952
G.B. Treur, Nijmegen
Plein 1944 141-145
winkelwoning
1950-1951
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Plein 1944 146
winkelwoning
1950-1951
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Plein 1944 147-150
woningen
1949-1951
J.A. Lelieveldt, Rotterdam
Plein 1944 151-151a
winkel
1950-1952
J.G. Deur en C. Pouderoyen, Nijmegen
Plein 1944 152-153
winkel
1950-1952
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Plein 1944 154-155
winkelwoning
1952-1953
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Raadhuisstr 2-6
winkel
1953
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Raadhuisstr 8
winkel
1955-1956
R.G. Rodenburg, Nijmegen
Regulierstr 29
werkwoning
1958-1959
J. v.d. Pijll, Nijmegen
Regulierstr 37-41a
winkelwoning
1956-1957
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Regulierstr 43-45b
werkwoning
1953-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Regulierstr 71-77
werkwoning
1949-1950
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Regulierstr 60-64
werkwoning
1960-1962
Th.H.B. Arens, Nijmegen
Ridderstr 11
winkelwoning
1957
F.J.A. Cousin, Nijmegen
S Hezelstr 1-3
woon/winkelcomplex
1954-1955
H. Brouwer, Arnhem, F.W. de Vlaming, Amsterdam
S Hezelstr 5-41
woon/winkelcomplex
1954-1955
H. van Vreeswijk, Zeist
S Hezelstr 43-93
woon/winkelcomplex
1954-1955
H. van Vreeswijk, Zeist
6 6
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
S Mathonsngl, v 1-43
wooncomplex
1956-1958
J.H. ten Have, Nijmegen
S Mathonsngl, v 45-99
wooncomplex
1956-1958
J.H. ten Have, Nijmegen
S Mathonsngl, v 101a-131 kantoren+woningen
1960-1962
J.W.C. Boks, W.Eijkelenboom, A. Middelhoek, Rotterdam
S Mathonsngl, v 2
schouwburg+woning
1959-1961
G.H.M. Holt en B. Bijvoet, Haarlem
S Mathonsngl, v 14-16
horeca
1948-1949
De Jongh-Taen-Nix, Utrecht/Rotterdam
Smetiusstr 18
winkelwoning
1955-1956
J.J. Janssen-Daalen, Nijmegen
Spoorstr 4-6
kantoorgebouw
1967-1968
Ae.G. en J.D. Postma, Nijmegen
Staringstr 1a-1c
bedrijfsruimten
1969
P.S. de Stigter, Nijmegen
Staringstr 27
klooster
1946
C.H.B. Estourgie, Nijmegen
Staringstr 29
woning
1951-1952
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Staringstr 31
woning
1951-1952
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Staringstr 33
woning
1951-1953
Th.H. Hendriks, Nijmegen
Staringstr 35
woning
1951-1952
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Staringstr 37
woning
1951-1952
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Staringstr 2
woning
1949-1950
G.B. Treur, Nijmegen
Staringstr 6-8
woningen
1953-1955
G.B. Treur, Nijmegen
Staringstr 8a
school
1957-1958
M.H.W.J. van Ooijen, Haarlem
Staringstr 10
woningen
1955-1956
C. Blanksma en C.J. IJsebrands
Stationspln 1-7
station
1952-1953
NV. Spoorwegopbouw, Utrecht
Stationspln 9
kantoorgebouw
1960-1964
S. van Ravensteijn, Utrecht
Stationspln 26
kantoren+woningen
1960-1962
J.W.C. Boks, W.Eijkelenboom, A. Middelhoek, Rotterdam
Ubbergseveldwg 2
woning
1949-1950
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
W Pyrmontsngl 67-69
kerk
1951-1952
F.M. Oswald, Nijmegen
W Pyrmontsngl 40
school
1949-1950
C.H.B. Estourgie, Nijmegen
Walstr, 2e 7
winkelwoning
1948-1955
L.D. Kuijpers, Nijmegen
Walstr, 2e 9-11
winkelwoning
1948-1949
L.D. Kuijpers, Nijmegen
Walstr, 3e 1
winkelwoning
1952-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Walstr, 3e 3-5
werkwoning
1952-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Walstr, 3e 7-9
werkwoning
1952-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Walstr, 3e 11-13
werkwoning
1955
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Walstr, 3e 43-45
werkwoning
1951-1952
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Walstr, 3e 53-57
werkwoning
1953-1954
Th.H. Hendriks en E.J. Meihuizen, Nijmegen
Walstr, 3e 59-63
werkwoning
1954-1955
H.G. v.d. Boogaard, Nijmegen
Walstr, 3e 65-67
werkwoning
1951-1952
E.F. Estourgie, Nijmegen
Walstr, 3e 73
werkwoning
1952-1953
F.M. Oswald, Nijmegen
Walstr, 3e 75-79
werkwoning
1951-1953
F.M. Oswald, Nijmegen
Walstr, 3e 81-85
werkwoning
1950-1951
G.B. Treur, Nijmegen
Walstr, 3e 87-89
werkwoning
1949-1950
G. van Veen en W. Braam, Nijmegen
Walstr, 3e 91-93
bedrijfsruimte
1949-1950
D. en P. Benning, Nijmegen
Walstr, 3e 99
bedrijfsruimte
1954
J.M. Hendriks, Nijmegen
Walstr, 3e 2
winkelwoning
1955-1956
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Walstr, 3e 4-6b
werkwoning
1952-1953
G.B. Treur, Nijmegen
Wilhelminasngl 15
school
1955-1956
C.H.B. Estourgie, Nijmegen
Wintersoord 1-15
woon/winkelcomplex
1957-1959
H. van Vreeswijk, Zeist
Wintersoord 2-4
winkelwoning
1953-1954
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Wintersoord 6-12
winkelwoning
1955-1956
K.L. van Ommen, Nijmegen
Wintersoord 14-18
winkelwoning
1951
L.D. Kuijpers, Nijmegen
Wintersoord 20
winkelwoning
1951-1952
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Wintersoord 22-24
winkelwoning
1950-1952
C. Blanksma en C.J. IJsebrands, Nijmegen
Wintersoord 26-26a
winkelwoning
1951
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Walstr, 3e 96
6 7
adres
functies
bouwperiode
architect / plaats
Zeigelhof 4
winkelwoning
1953-1954
G.B. Treur, Nijmegen
Zeigelhof 6
bedrijfsruimte
1955
G.B. Treur, Nijmegen
Ziekerstr 1-3
winkels
1948-1949
G.A. Heldoorn, Leeuwarden
Ziekerstr 5
winkelwoning
1949-1950
G. van Veen en W. Braam, Nijm.
Ziekerstr 7
winkelwoning
1951-1952
J.D.A. Okhuijsen, Nijmegen
Ziekerstr 81
winkelwoning
Ziekerstr 2
winkelwoning
1952-1954
F.M. Kramer en J.M. Balabrega, Haarlem
Ziekerstr 60-74
winkelwoning
1951-1955
J. Coumans, Nijmegen
Ziekerstr 120
6 8
T I J D T A B E L 1940: 1941: 1942: 1943: 1944:
1945:
1946: 1947:
1948: 1949: 1950: 1951: 1952: 1953: 1954: 1955: 1956: 1957: 1958: 1959: 1960: 1961: 1962: 1963: 1964: 1965: 1966: 1967: 1968: 1969: 1970: 1971:
nieuwe stadhuisvleugel a/d Lange Nieuwstraat (ca. 1980 gesloopt) plaatselijk bestuur vervangen door een NSB-bewind bombardement (22 febr.) eerste herbouwplan (aug.) brandstichtingen door Duitsers (17-20 sept.) burgemeester Hustinx (19 juli) Plan A (28 sept.) Plan B (5 dec.) nieuw gekozen raad in functie (16 okt.) bouw noodwinkels aan Keizer Karelplein, B. Hamerstraat, Mariënburg, Kelfkensbos Plan C (febr.) aanvaarding Plan C door de gemeenteraad (2 mei) eerste herbouwde winkelpand Van der Borg a/d Broerstraat (mei) herbouw o.b.v. partiële vaststelling (Ziekerstr/Molenstr, Broerstr/Pauwelstr, Hertogplein) vaststelling totale wederopbouwplan (6 mei) kanaalhavenarm gereed (14 juli) sloop Broerstraatkerk opheffing trambedrijf en invoering (trolley)bussen (juli) bouw keermuur als onderdeel van Groene Balkonplan restauratie stadhuis en Stevenstoren opening centraal station (1 juni) Nijmegen 1850 jaar stad opheffing laatste tramlijn (7 juni) feestelijke raadszitting voltooiing wederopbouw (17 sept.) plan ‘De vijf heuvelen’ ter vervanging van het Groen Balkonplan trolleybussen vervangen door gewone bussen invoering éénrichtingverkeer (Broerstr, Houtstr, Hezelstr) goedkeuring tunneltraverse opening Stadsschouwburg
auto uit Broerstr en Houtstr (winkelpromenade) reconstructieplannen voor Plein 1944 (niet uitgevoerd)
6 9
W E D E R O P B O U W
A N N O
2 0 0 2
I N
B E E L D
De foto’s van alle wederopbouwpanden en kunstwerken in het onderzoeksgebied zijn op een cd-rom geplaatst, die aan het geschreven rapport is toegevoegd. De foto’s zijn als volgt opslagen:
beelden opgeslagen onder adres
gevelornamentiek opgeslagen onder adres
panden opgeslagen onder adres in alfabetisch bestand
7 0
K U N S T W E R K E N
U I T
D E
W E D E R O P B O U W
vrijstaand ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Plein 1944, monument voor de gevallen Nederlandse militairen in WO II (J. Maris, 1951) Stationsplein, zandstenen ruiterbeeld en drie staande figuren (J. Uiterwaal, 1953-1954) Trajanusplein, bronzen verzetsmonument (M. van Beek, 1954) De Spaarpot, kalkstenen spaarvarkens (Ch. Hammes, 1954) Trajanusplein, bronzen beeld van keizer Trajanus (E. van Teeseling en Ch. Hammes, 1956) Grote Markt, bronzen beeld Marieken van Nieumeghen (V. Tummers-Van Hasselt, 1956) Parkdwarsstraat, bronzen buste W.F.W. van de Wagt (P. d’Hont, 1959) St. Stevenskerkhof, kalkstenen monument voor burgerslachtoffers (M. Andriessen, 1959) Kroonstraat 148 (T. Brandsmakapel), pyloon met bronzen mitrailleur (F. Verhaak, 1960) Keizer Karelplein, bronzen ruiterbeeld van Karel de Grote (A. Termote, 1962) Keizer Karelplein 32h, bronzen beeld ‘Dame met stola’ (P. d’Hont, 1966)
gevelornamentiek ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Molenstraat 122, kalkstenen gedenksteen F. Hamer (B. Fokkinga, 1949) Burchtstraat 20 (Stadhuis), acht kalkstenen keizerbeelden en Mariabeeld (A. Termote, 1950-1953) Plein 1944 nr.72 (hoek Houtstraat), kalkstenen plastiek ‘Mercurius’ (J. Maris, 1951) Burchtstraat 3, zes zandstenen reliëfs (J. Maris, 1953) Stationsplein 6 (toren), drie zandstenen reliëfs (J. Uiterwaal, 1953) Klein Mariënburg 24, ‘Het Geldverkeer’ koper (Ch. Hammes, 1954) Doddendaal 20-124, kalkstenen reliëf boven de ingang (H. Brouwer, 1959) Molenstraat 37, bronzen Christusmonogram en mergelreliëf (J. Vaes, 1959) Kroonstraat 148 (T. Brandsmakapel), mozaïek Moeder Gods (J. van Eijk, 1960) Batavierenweg 2-68, faience ‘Gezin en Vissen’ (P. Schoenmakers, 1960) Batavierenweg 70-136, faience ‘Kinderen en Vogel’ (P. Schoenmakers, 1960) Wedren (school), mozaïek ‘Twee sportbeoefenaars’ (W. Zandvliet, 1960) Kronenburgersingel 269, bronzen ornamenten ‘De mens en de vier elementen’ (P. Starreveld, 1967)
7 1
G E R A A D P L E E G D E
B R O N N E N
directie grondgebied, loket bouwen en wonen !
bouwarchief, dossiers van alle wederopbouwpanden in het onderzoeksgebied
rapporten en typoscripten (gemeentearchief Nijmegen) ! ! ! ! ! !
Commissie van advies voor het stedebouwkundig plan, zonder titel [toelichting planontwikkeling], 1947 Dienst Publieke Werken en Volkshuisvesting, Nijmegen 1945-1962. Structuuronderzoek deel 1, 1963 Gemeente Nijmegen, Rapport betreffende den wederopbouw der gemeente Nijmegen, 21 mei 1947 -, Set van tien kaarten behorende bij het besluit van het College van Algemene Commissarissen voor de Wederopbouw, 6 mei 1950 -, Toelichting op het wederopbouwplan [plan B], 25 april 1946 -, Toelichting op het wederopbouwplan Nijmegen [plan C], februari 1947
boeken ! ! ! !
! ! ! ! ! ! ! ! !
Abma, R., e.a. (red.), Stad aan de Waal. Nijmegen van romeinse tot moderne stad, Nijmegen 1984 Damsté, R.A. en Ch.A. Cocheret, Herrezen Nederland 1945-1955, Den Haag 1955 Fledderus, R.H., Over winkels, Amsterdam 1957 Geest, J. van, ‘Compromis of balans? De wederopbouw van Nijmegen’, in: K. Bosma, C. Wagenaar (red.), Een geruisloze doorbraak. De geschiedenis van architectuur en stedebouw tijdens de bezetting en de wederopbouw van Nederland, Rotterdam 1995 Grinten, H. van der, P. Thoben, Beelden in Nijmegen, Nijmegen 1978 Janssen, P., Nieuw leven in een oude provincie, Arnhem 1955 (uitgave provinciaal bestuur) Meurs, P., De moderne historische stad. Ontwerpen voor vernieuwing en behoud 1883-1940, Rotterdam 2000 Schans, P. van de, Doorbraak en wederopbouw. De Nijmeegse PvdA en haar gemeentepolitiek 19461954, Nijmegen 1983 Schuyt, K. en E. Taverne, 1950 welvaart in zwart-wit, Den Haag 2000 Tummers, T., Architectuur in Nijmegen, Bussum 1994 -, Hier komt … 50 jaar wederopbouw in Nijmegen, Nijmegen 1995 (tentoonstellingsaffiche) -, Nijmegen 1850 jaar stad, Nijmegen 1955 (typoscript afd. Voorlichting en Culturele Zaken gemeente Nijmegen) -, Nijmegen 1945-1950, uitgave afd. Wederopbouw en Voorlichting gemeente Nijmegen (z.j.)
artikelen ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Ekkers, P.D.J. en M.G.J. Ganzefles, ‘De ruimtelijke ontwikkeling van Nijmegen 1900-1999 en verder’, Jaarboek Numaga, Nijmegen 1999 Fokkinga, B., ‘Een onbekend Nijmeegs pleintje’, Numaga, jrg.1 (1954), p.48-54 Fokkinga, B., ‘Herbouw van Nijmegen 1946-1956’, Numaga, jrg.3 (1956), p.95-101 Gerretsen, W.J., ‘De verdeling der opdrachten over de architecten’, Bouw, (1946), p.122-125 Rogier, L.J. ‘Nijmegens opstanding’, Numaga, jrg.3 (1956), p.105-119 Schilt, J., ‘interview met R. Roukema (1921)’, in: Over wederopbouw gesproken, Zeist 2000 (bundel uitgegeven door RdMz en Nai) Verheijen, R., ‘De wederopbouw van Nijmegen na de Tweede Wereldoorlog, deel 1’, Numaga, jrg.29 (1982) nr.2, p.33-55 Verheijen, R., ‘De wederopbouw van Nijmegen na de Tweede Wereldoorlog, deel 2’, Numaga, jrg.29 (1982) nr.3/4, p.82-96 - ‘Nijmegen krijgt nieuw hart’, Katholieke Illustratie, 85 (1951) 11, p.432-434 - ‘Nijmegen 25 jaar later’, De Gelderlander, 10 september 1969 (extra nummer)
Themanummers met diverse artikelen over de Nijmeegse wederopbouw: ! Bouw, jrg.4 (1949) nr. 29, p.498-514 ! Bouwkundig Weekblad, jrg. 75 (1957) nr.18, p.209-212 + jrg. 76 (1958), p.210-232 ! De Bouwrevue, jrg 1 (1954) nr. 5, p.2-96 + jrg.6 (1959) nr. 6, p.2-60 ! Publieke Werken, jrg.14 (1946) nr.7, p.73-83 + jrg.21 (1953) nr.6, p.75-85
7 2