D I G I T A L E P R E S E N T A T I E S -‐ Gebruik van Streaming Media op de FCJ -‐
Wat ging er vooraf In het kader van het HUtenderproject DLWO 2.0 is in 2008 geëxperimenteerd met het registreren en distribueren van met name studentpresentaties. De resultaten waren erg bemoedigend, en heeft geleid tot een nader onderzoek naar de mogelijkheden van Rich Media voor de Faculteit Communicatie en Journalistiek. Een concept of proof is tijdens DLWO 2.0 uitgebreid en succesvol getest. Gedurende het project DLWO 2.0 kwamen bij verschillende geledingen van de faculteit de behoeften om presentaties van docenten, gastsprekers, lectoren en/of studenten digitaal op video vast te leggen en deze via het internet toegankelijk maken. Deze behoefte werd mede ondersteund door de medewerkers van de mediatheek, het kenniscentrum en diverse opleidingen binnen de FCJ. Ook HUbreed is er veel interesse in deze relatieve nieuwe technologie. Dit heeft geleid tot het oprichten van een Shared Interest Groep binnen de HU. Vanuit de centrale organisatie is voorlopig geen behoefte om regie op deze ontwikkelingen te voeren. Er zijn binnen de HU geen standaarden en geen centrale voorzieningen aanwezig. Er wordt alleen verwezen naar de ondersteuning van SURF. Belangrijk voor de HU is dat er zo veel mogelijk aansluiting wordt gezocht met SURF en de daarbij aangesloten partijen. Binnen de verschillende faculteiten is ervaring met het aanbieden van video via het internet. Echter dit is op een beperkte schaal. Ook vergt het tot stand komen van het videomateriaal veel handwerk. RICH MEDIA Wat is het Bewegend beeld en geluid zijn krachtige middelen om kennis over te dragen en het gebruik van video in het hoger onderwijs is dan ook niet nieuw. Al decennia wordt het achtereenvolgens in de vorm van film, televisie, video en desktop multimedia gebruikt. Rich Media is een vorm van streaming video waarbij gelijk met video-‐opnames ook andere media wordt aangeboden. Zo kan via internet naast de video-‐opname van een docent tevens de bijbehorende PowerPointpresentatie getoond worden. Deze media zijn daarbij aan elkaar gekoppeld. Dat wil zeggen, als men in de video-‐opname naar een ander deel springt, direct de meedraaiende PowerPointpresentatie zich aanpast aan de video. Ook als men in de {owerPointpresentatie een aantal slides doorbladert, heeft dit invloed op het verloop van de meedraaiende video. De techniek is de laatste jaren veel krachtiger geworden waardoor dit simultaan mogelijk is. Daarnaast zijn de ontwikkelingen dusdanig van aard, dat met een geringe inspanning de presentaties kunnen worden vastgelegd deze tijdens de presentatie automatisch naar een server gestreamd kan worden. Direct na de presentatie is de videopresentatie met de daaraan gekoppelde PowerPointslides voor een vooraf vastgestelde groep toegankelijk via het internet. Waarom Bij diverse onderwijsinstellingen worden momenteel weblectures gebruikt voor: • Herhaling van het hoorcollege voor de studenten die ook het hoorcollege konden bijwonen • Herhaling van het hoorcollege specifiek voor studenten met een handicap • Aanbieden van hoorcolleges aan deeltijdstudenten die niet bij het hoorcollege aanwezig konden zijn • Specifiek verwijzen naar onderdelen uit het hoorcollege om dit te herhalen in het werkcollege
Het is bewezen dat deze toepassingen worden gewaardeerd door student en docent en leiden tot een betere beschikbaarheid van de informatie, die behandeld is in het college. Studenten kunnen hierdoor meer tijd besteden aan het bestuderen van de stof die behandeld is in het college. weblectures blijkt een waardevol instrument bij de professionalisering van docenten. Docenten kunnen zichzelf terugzien en beschikken zo over een middel tot reflectie. Indien weblectures breder worden verspreid of hergebruikt, blijken docenten ook kritischer te worden op hun hoorcollege en kunnen zij deze zo nodig, te verbeteren. Naast deze reeds bekende toepassingen blijkt dat docenten, eenmaal geconfronteerd met de mogelijkheden, nieuwsgierig worden en nieuwe toepassingen willen uitproberen.
Voorbeeldles met Mediasite
Er zijn een aantal terreinen waarop weblectures een bijdrage kan leveren: - Verhogen rendement hoorcolleges De studenten krijgen de gelegenheid de stof die is behandeld in een hoorcollege opnieuw te bestuderen en de gemaakte aantekeningen aan te scherpen. Dit leidt tot een hoger rendement van de werkvorm hoorcollege. Studenten die door ziekte een hoorcollege hebben gemist kunnen de stof terug kijken en raken niet achter. - Verhogen participatiegraad in het onderwijs Voor studenten met een handicap blijken weblectures een waardevolle voorziening te vormen. Ze kunnen de stof, behandeld tijdens het hoorcollege, opnieuw bekijken. Ook als ze niet aanwezig waren. Voor studenten met Nederlands als tweede taal biedt weblectures de mogelijkheid om het hoorcollege opnieuw in alle rust terug te kunnen kijken. Ook Nederlandstalige studenten die moeite hebben met een Engelstalig college krijgen zo de kans het opnieuw te bestuderen
-‐
-
-
Vaardigheidsontwikkeling Bij verschillende trainingen (bijvoorbeeld leren presenteren) kunnen de opnames gebruikt worden als reflectiemiddel eventueel in combinatie met hulpmiddelen voor peerreviews . Flexibilisering Opgenomen colleges kunnen worden hergebruikt in het curriculum of worden ingezet in deeltijd of duale leertrajecten. Internationalisering Door een hoorcollege op te laten nemen is het heel eenvoudig om de lesstof uit te wisselen met andere opleidingsinstituten wereldwijd. Deze voorziening kan worden ingezet om internationale samenwerking en uitwisseling te bevorderen of buitenlandse studenten te werven. Hoorcolleges zouden op termijn door middel van weblectures in meerdere talen kunnen worden aangeboden.
-
Brede toegang tot onderzoeksresultaten Lezingen van de lectoraten die interessant zijn voor een breed publiek, kunnen gemakkelijk worden bewaard en beschikbaar gesteld.
-
Binden alumni Geselecteerde lezingen kunnen interessant zijn voor alumni van de FCJ.
-
Profilering Onderwijs en Onderzoek van de FCJ Weblectures is een waardevol middel om de opleidingen van de FCJ naar buiten toe te presenteren.
Naast deze voorbeelden zijn er verschillende andere toepassingen voor Weblectures die waardevol kunnen zijn voor het toekomstig beleid. Wat zijn de toepassingsmogelijkheden voor de FCJ Binnen de FCJ zijn de toepassingsmogelijkheden legio. Binnen de verschillende opleidingen kunnen de hoorcolleges worden opgenomen. Deze hoorcolleges kunnen beschikbaar worden gesteld aan studenten. Studenten kunnen ter voorbereiding van hun tentamens de hoorcolleges nogmaals bekijken en zo de inhoud van het college nogmaals bestuderen. Groot voordeel is dat een college gestopt kan worden en herhaald zodat de student de inhoud om zijn eigen tempo kan verwerken. weblectures kunnen gebruikt worden voor remedial teaching. Studenten met een achterstand kunnen door middel van specifieke onderwerpen die zijn opgenomen in eigen tempo en op een zelf bepaald moment verwerken. Aan deze lessen kunnen tevens instructies worden toegevoegd die studenten op hetzelfde moment of erna moeten uitvoeren. Deze techniek kan tevens worden toegepast bij gastcolleges. Gastsprekers (personen uit het beroepsveld) die een beperkte tijd hebben om hun verhaal aan studenten van de FCJ kunnen vertellen kunnen op deze wijze voor een groter publiek worden ingezet. Ook kan door docenten teruggegrepen worden op de bijdragen van deze gastsprekers. De toepassing van weblectures biedt de mogelijkheid om een bijdragen van oud-‐studenten, die over hun werkervaringen komen vertellen, vast te leggen en deze over meerdere jaren te gebruiken. Op deze wijze kan een mooi en actueel overzicht van beroepsmogelijkheden gegenereerd worden. Studenten voeren tijdens de studie meerdere malen presentaties. Deze presentatie kunnen worden vastgelegd voor reflectie, peerreviews en als bewijsstukken in de portfolio’s. Een bijzonder voorbeeld in deze is de afstudeerpresentatie. Speciale gelegenheden zoals inauguratielezingen van Lectoren kunnen worden vastgelegd. Ook de labtalks en andere bijeenkomsten van de lectoraten behoren tot de mogelijkheden. De opnamen kunnen ook voor andere doelgroepen dan de studenten van de FCJ worden ingezet. Zo kan de techniek ook gebruikt worden om buitenstaanders een beeld te geven van de opleidingen, het aangeboden onderwijs en de onderzoeksactiviteiten. Tot slot profileert de FCJ met het opnemen en verspreiden van weblectures als een faculteit die bij de tijd is.
Systeemeisen De eisen die aan een dergelijk systeem worden gesteld zijn: • het moet video en slides verwerken en de slides gebruiken als index Uit de evaluaties van studenten bleek dat de mogelijkheid om de spreker werkelijk te zien, erg werd gewaardeerd. Daarnaast was de automatische indexering op basis van de slides onmisbaar voor studenten om gemakkelijk door de opname te zoeken. • .het moet betrouwbaar zijn Studenten en docenten blijken snel te vertrouwen op de opnamen en mogen verwachten dat de opnamen slagen. Het is dan ook van groot belang dat de set goede mogelijkheden tot monitoring biedt, zodat fouten in de opname direct kunnen worden opgespoord en verholpen. • .het moet grote hoeveelheden opnamen aankunnen • Als een systeem mee moet kunnen groeien met de vraag is het zaak dat het systeem in staat is grote hoeveelheden opnamen op een overzichtelijke en goed doorzoekbare manier op te slaan. De benodigde centrale opslag maakt efficiënter beheer mogelijk en staat het uitwisselen van opnamen toe. Het systeem moet tevens zodanig zijn ingericht dat in korte tijd een groot aantal opnamen kan worden gemaakt. Het moet het meerdere colleges op een dag aankunnen. Ook in de situatie waarbij studentpresentaties worden opgenomen moet in een beperkte tijd deze kunnen worden vastgelegd. De docent/instructeur heeft slechts beperkte tijd tussen de presentaties. • het moet te koppelen zijn aan andere concernsystemen Met het oog op het grote aantal opnamen is elke automatisering van het inplannen en beschikbaar maken van de opnamen waardevol. Dit maakt dat opnamen met minder mankracht sneller beschikbaar kunnen worden gesteld aan de juiste personen. Denk daarbij aan koppelingen met de ELO, LDAP, roostersysteem, enzovoorts. Het systeem Mediasite van de firma Sonic Foundry kwam in ons onderzoek naar voren als het syteem, dat naast Presentations2Go veruit het best aan deze eisen voldoet. Daarbij komt nog, dat Mediasite een community heeft van gebruikers uit diverse landen. Presentations2go is voornamelijk Nederlands, dit zich langzaam uitbereidt naar Duitsland. Veel instellingen voor hoger en wetenschappelijk onderwijs in Nederland die op dit moment hoorcolleges opnemen, maken gebruik van Mediasite of Presentations2go. Echter internationaal gezien (voornamelijk in de VS) gebruiken veel Universiteiten Mediasite. De aanwezigheid van de internationale community van Mediasite biedt het voordeel dat er koppelingen en ervaringen worden ontwikkeld en uitgewisseld die ook interessant kunnen zijn voor de FCJ. Denk bijvoorbeeld aan indexering door middel van spraak-‐ en tekstherkenning en koppeling met Sharepoint. WAT IS NODIG Het opnemen van weblectures bestaat technisch uit twee componenten. Het eerste component betreft het vastleggen (registratie) van de presentatie. Hierbij dient zowel de videoinputstroom als de PowerPointinput aan elkaar gekoppeld te worden. Ook vindt hier een coderingsslag plaats van de video waardoor deze in een bepaalde compressieformaat aan de server kan worden aangeboden. Het tweede component betreft een videoserver. Deze server ontvangt van de registratieset de gecomprimeerde videostroom met daarbij de informatie van de registratie van de PowerPoint. Deze wordt door de videoserver op verzoek via het internet aangeboden aan de gebruikers. Aanbieders Er zijn in de markt van deze technologie slechts een beperkt aantal serieuze aanbieders. De oplossingen Presenta2Go en Mediasite zijn de twee steeds terugkomende oplossingen om snel en soepel presentaties te registreren en te distribueren.
Mediasite Mediasite is ontworpen door Sonic Foundry en is op Microsoft Windows gebaseerd. Het maakt gebruik van een uitgeklede Windows XP versie samen met Windows Media Encoder. Buiten de genoemde software vereist Mediasite ook eigen hardware, zogenaamde recorders. Sonic Foundry biedt drie verschillende recoders aan, een mobiele recorder, verrijdbare en een vaste recorder.
de functies van de viewer van mediasite Registratie: Mediasite Opnamesets Er zijn drie mogelijke toepassingen van opnamesets: • Vaste opstelling • Verrijdbare set • Mobiele set In eerste instantie zal in hoofdzaak worden ingezet op het verzorgen van opnames met mobiele sets. Binnen de termijn van OASE van twee jaar zal wordt verwacht dat een opnameset voldoende is. In geval van uitbreiding zal opnieuw gekeken moeten worden of dit een mobiele of een vaste opstelling zal zijn. Een vaste opstelling heeft als belangrijke voordeel dat het opbouwen, afstellen en afbouwen van de opnameapparatuur beperkt is.
Vaste opstelling In de vaste opstelling zal een zaal worden voorbereid voor een vaste opnameset. In de zaal zal op één plaats aanwezig moeten zijn: • Mediasite RL recorder • Video switch unit Figure 1: Mediasite RL • Remote camera recorder • Remote Control Unit • Vaste postmix audio XLR aansluiting • Vaste aansluiting VGA, splitter reeds aanwezig • Internet aansluiting in specifiek VLAN • Voeding voor de opnameset De zaal kan het beste worden uitgerust met een ‘Remote Camera’ en een ‘Remote Control Unit’. Op het moment dat een goede volgcamera voorhanden is kan dit camerasysteem worden vervangen door een systeem met een volgcamera. Te verwachten is dat het prijsniveau in dit geval hetzelfde zal zijn. Een vaste opstelling is het minst kwetsbaar en het gemakkelijkst te bedienen. Het loont pas om een zaal te voorzien van een vaste opstelling als er voldoende opnamen worden gemaakt.
Figure 2: Remote camera
Figure 3: Remote Control Unit
Verrijdbare set Aangezien niet elke zaal uitgerust zal worden met een vaste opstelling is het praktisch om een set samen te stellen met de benodigde apparatuur die in één verrijdbare kar geïntegreerd zijn. Deze sets zijn gemakkelijk te bedienen en stevig uitgevoerd zodat ze gemakkelijk in verschillende zalen kunnen worden ingezet. De TU Delft heeft ruime ervaring met de inzet van verrijdbare sets die door studenten worden bediend. Op deze kar zijn aanwezig: • Mediasite recorder • Video switch unit • Remote camera Figure 4: Verrijdbare set zoals ingezet • Remote Control Unit bij TU Delft • Geluidmixer • 30 meter aansluitkabel In elke zaal waar deze set wordt ingezet dient op één plek aanwezig te zijn: • Voeding voor de set • Audiosignaal uit de zaal • Plaats voor de statief met de videocamera Mobiele set Het zal niet mogelijk zijn om alle grote collegezalen direct uit te rusten met een vaste opnameset of deze geschikt te maken voor een verrijdbare set. In
Figure 5: Mobiele opnameset (ML recorder)
dat geval kan worden gewerkt met een mobiele opnameset. Deze kan naar binnen worden gebracht, voorzien van randapparatuur en worden aangesloten. Het nadeel is dat het aansluiten tijdrovend en kwetsbaar is. Als een mobiele set wordt ingezet, dient te worden meegebracht: • Videocamera op statief • Ontvanger zaalaudio • VGA splitter • In de zaal dient in ieder geval voeding en een internetverbinding voor de opnameset aanwezig te zijn. Distributie met Mediasite Voor de distributie van de weblectures maakt Mediasite gebruik van een videoserver. Deze videoserver ontvangt diverse bestanden van de recorders. Dit zijn vaak de video beelden, het geluid en de slides. Daarna verwerkt de server deze bestanden tot 1 geheel en stelt deze dan beschikbaar door middel van een link. Deze link kan geplaatst worden in bijvoorbeeld de SharePoint omgeving. Bovendien word de video beschikbaar gesteld in de videogalerij waar alle video’s en weblectures staan. Presentation2Go Presentations2Go, afgekort P2G, is ontworpen door Can-‐iT aan de Wageningen Universiteit. Het principe van P2G is nagenoeg hetzelfde als die van Mediasite. Echter is Mediasite een hardwareoplossing waar P2G een softwarematige oplossing is. De werking van P2G is P2G is een applicatie die geïnstalleerd dient te worden op een Windows XP omgeving samen met Windows Media Encoder. P2G is nog niet compatible met Windows Vista vanwege de gebrekkige video drivers voor camera’s en webcams. Verder vereist P2G geen specifieke hardware.
figuur 6: de flightcase van Presentations2go
Sinds het derde kwartaal van 2008 biedt Can-‐iT ook een zo geheten Roadkit aan. Dit is een flightcase met daarin alle benodigde hardware om een opname te maken, inclusief camera, microfoon en een mengpaneel. Presentations2Go hanteert diverse vormen van hun software oplossing. Zo wordt een P2Go Lite versie aangeboden. Dit is de goedkoopste oplossing. Hierbij wordt de software op de pc geïnstalleerd en wordt een webcam of videorecorder aangesloten op de pc. De software zorgt ervoor dat je beeld continu word afgevangen. De kwaliteit van deze schermopnames zijn wel wat minder (640x480). Aan het eind van de opname converteert de software alles tot de uiteindelijke versie. Nadeel van de Lite versie is wel dat deze presentaties niet gedeeld kunnen worden via de videoserver. Deze zijn dus vooral geschikt om op USB-‐stick of harde schijf met elkaar te delen. Een uitbereiding op de Lite versie is de Site License Presentations2Go. De werking is identiek aan de Lite versie alleen kan deze versie wel publiceren op de video server. Dit gebeurt handmatig en achteraf. Deze licentie kost € 8500 en is 1 jaar geldig. Zowel de Lite als de Site License kunnen niet live uitzenden en nemen dus hun eigen scherm op als input bron voor de slides. Bovendien werkt het publiceren van de Site License opnames alleen met een eigen P2G Video Server (dus het hosten kan dan niet meer door P2G zelf gedaan worden). Een derde versie die P2G heeft is de Presentations2Go Pro versie. De werking is wederom hetzelfde alleen werkt de Pro versie met een externe framegrabber. Deze framegrabber kan het VGA signaal van een andere pc aftappen. Zo hoeft er dus op de laptop van de spreker niks geïnstalleerd te worden aangezien de framegrabber het VGA signaal van de spreker aftapt en doorsluist naar de pc/laptop waarop wel P2G software geïnstalleerd is. Dit kan zowel een Mac, Linux of Windows platform zijn aangezien de framegrabber alleen het VGA-‐signaal aftapt. Voordeel van de framegrabber is bovendien dat deze live kan uitzenden en de opnames wel op de videoserver kan plaatsen. De kwaliteit van de plaatjes zijn ook nog eens hoger met een framegrabber en P2G bied (weliswaar tegen een aardige meerprijs) ook nog betere versies van framegrabbers aan. Ze hebben een framegrabber van 1280x1024 (prijs € 485) of een 2048x2048 (€ 1650,05).
Voorbeeld van de viewer van Presentations2go
Eigenschappen Mediasite versus Presentations2go
Kosten van de opnamesystemen MEDIASITE RL recorder Easy set up RL support 3 years (1 cam, 1 mic) AV equipment (cam + mic) Total per jaar (afschr. in 3 jaar)
19.960 10.680 7.500 38.140
€ 12.713
PRESENTATIONS2GO mobiele Roadkit
P2GO roadkit onderhoud 3 jaar laptop Totaal per jaar (afschr. in 3 jaar)
940
9.400 2.820 1.000 13.220
€ 4.407 Voor de distributieserver dient rekening te worden gehouden met € 15.000 licentiekosten. HUIDIGE ONTWIKKELINGEN NAPtendervoorstel OASE De FCJ heeft mede het OASEvoostel ingediend in het NAPtendertraject. In april 2009 is het voorstel gehonoreerd met de gevraagde subsidie. Dit houdt in dat per september 2009 gestart wordt met het project. Concreet betekent dit dat er binnen de FCJ twee pilots in het kader van OASE zal worden uitgevoerd. Het OASEproject richt zich op weblectures. Daarmee worden bedoeld registraties van live events, die al dan niet bewerkt via internet kunnen worden geraadpleegd en/of hergebruikt door studenten. Hergebruik kan naast herhaling, gericht zijn aanscherping of verdieping, kan gepaard gaan met opdrachten en kan o.a. het maken van uitsnedes; bewerkingen en het toevoegen van commentaar omvatten. OASE bouwt daarmee voort op Triple-‐L, maar onderscheidt zich daar ook van. Een belangrijk verschil is dat in Triple-‐L naast de basisvariant vooral mogelijkheden tot gebruik van webcolleges door andere docenten binnen en buiten de eigen instelling zijn onderzocht. OASE legt zich met name toe op het ontwikkelen van flexibele onderwijsvormen uitgaande van (bewerkingen van) het eigen materiaal van de docent. Waar bij Triple-‐L de mogelijkheid tot delen van content centraal stond gaat het bij OASE om verhogen van het studiesucces door flexibilisering. Aan het einde van het project hebben 10 instellingen in twee jaar tenminste 20 cursussen pilots uitgevoerd, die met elkaar een samenhangende reeks toepassingsvarianten van weblectures vormen. Per instelling per jaar worden hiermee minimaal 100 studenten direct bereikt. Van elke pilot is het effect bepaald van de toepassingsvariant op een aantal aan studiesucces gekoppelde variabelen. De techniek om deze varianten in de praktijk te kunnen uitvoeren is waar nodig uitgebreid en aangepast en docentvriendelijk gemaakt. De uitkomsten zijn vastgelegd in een canon van weblectures, waarin de succesvolle toepassingsvarianten zijn opgenomen, voorzien van een onderwijskundige onderbouwing, aanbevelingen voor onderwijsvorm en organisatie, en verwijzing naar de te gebruiken technologie. Gevisualiseerde aansprekende good practices maken de canon voor docenten toegankelijk. In een instellingsspecifiek deel zijn de locale faciliteiten en ondersteuning openomen. Alle locale ondersteunende diensten (didactiek, techniek) beschikken over de didactische gegevens en de technologie en geven aan in staat te zijn de toepassing van de in de canon opgenomen weblectures te kunnen ondersteunen. Met een implementatieplan geven zij tevens aan deze ook zelfstandig binnen de instelling verder te kunnen implementeren en op te schalen tot mimimaal een vijfvoudig bereik (docenten, studenten, cursussen) in het eerste post-‐projectjaar. De canon omvat tevens een methodiek voor herhaalde effectmeting en evaluatie Rich Media bij de Universiteit Utrecht De Universiteit Utrecht is een aantal jaren geleden gestart met het opnemen en digitaal verspreiden van colleges. In eerste instantie was dit nog op kleine schaal. Vorig jaar is een onderzoek afgerond naar de ervaringen bij studenten en medewerkers. Deze was dusdanig positief dat een vervolgproject is opgestart en een organisatie is opgebouwd op de opnames in goede banen te leiden. De Universiteit Utrecht heeft na een studie gekozen voor de oplossing van Mediasite en heeft een aantal mobiele sets aangeschaft en een speciale server ingericht. Stand van zaken bij andere faculteiten In het afgelopen studiejaar is bij de FEM een project geweest waar men de hoorcolleges is in de eerste periode van het eerste jaar zijn opgenomen en via het internet beschikbaar zijn gesteld. De technische kant lag voor
een belangrijk deel in de handen van firma Hulskamp. Bij het beëindigen van het project is hierdoor ook de kennis en faciliteiten verdwenen. Naast een aantal technische problemen was de opzet met deze externe partij een vrij kostbare aangelegenheid. Binnen de FEM er is behoefte een vervolg te geven aan het project echter de middelen zijn erg beperkt. Bij de FG is reeds een aantal jaren een eigen AV-‐dienst. Binnen deze dienst worden enkele colleges met een speciale karakter opgenomen . Deze worden nadat ze bewerkt zijn aangeboden aan studenten die in het buitenland de studie volgen. Mediatheek Vanuit de mediatheek van de FCJ is veel interesse in dit project. De mediatheek is op zoek naar mogelijkheden om de opnames toegankelijk te maken, te metadateren (aan de hand van een door de docent beschreven synopsis) en wellicht ook statistieken te monitoren (waar mogelijk). Zoals ze van boeken uitleencijfers hebben zouden zij ook gebruikscijfers hiervan boven water willen halen. Aanbod Mediasite De afgelopen maanden zijn er gesprekken geweest met de aanbieders van Presentation2Go en Mediasite. Beide partijen wilden meedenken als het ging voor het eerste deel van het project. Presentation2Go beperkte zich door een beperkte uitstel van het te betalen bedrag. De aanbieder van Mediasite biedt een mobiele set te huur aan voor een bedrag van € 2.000. Daarnaast kan voor die periode gebruik worden gemaakt van een server bij een partij die reeds gebruik maakt van Mediasite. De verwachting is dat de Universiteit Utrecht deze faciliterende partij is. Mediasite heeft de verwachting dat na een half jaar een evaluatie plaats vindt en in het voorjaar een definitieve keuze zal worden gemaakt door de FCJ. Een opnameset biedt voldoende capaciteit voor het eerste jaar. Dit aanbod biedt daarom de mogelijkheid om snel te starten met een lage investering in het eerste jaar. Ook kan in het eerste jaar ervaringen worden opgedaan waarop een definitieve beslissing kan worden genomen. Samenwerking UU De Universiteit heef t het afgelopen jaar gekozen voor Mediasite en behoorlijk geïnvesteerd in mobiele opname-‐units. Voor de distributie zijn servers ingericht. Voor de opnames is een organisatie opgezet. De Universiteit wil graag de FCJ ondersteunen in de opstartfase. Daarnaast zijn er mogelijkheden om in de nabije toekomst op dit onderwerp intensief samen te werken. Voorstel voor het studiejaar 2008-‐2009 Het voorstel is om rustig te starten en in het eerste jaar op zoek te gaan naar de mogelijkheden van streamingvideo voor de faculteit. Op beperkte plaatsen zal gericht Rich Media worden ingezet. Voor OASE worden daarbij twee pilots uitgevoerd. Een op het gebied van studentenpresentaties bij de opleiding Digitale Communicatie en een pilot bij Communicatie Management / ICM. Bij deze laatste pilot zal in de specifieke fase een aantal lessencycli worden opgenomen en via het internet worden aangeboden. Deze pilots hebben een looptijd van 2 jaar waarbij het belangrijkste deel in het eerste jaar zal plaatsvinden. Om dit mogelijk te maken zijn beperkte opname en distributiefaciliteiten noodzakelijk. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van het aanbod om een Mediasite-‐opname-‐unit te lenen en de distributie via de server van de Universiteit van Utrecht te laten verlopen. Voor deze faciliteiten vraagt Mediasite een vergoeding van €2.000. Naast deze bijdrage dient de faculteit te beschikken over een goede camera, statief en microfoon. In het voorjaar van 2010 zal er een evaluatie plaatsvinden met betrekking tot de ervaringen van het gebruik van de technologische systemen en de didactische mogelijkheden. Naar aanleiding van deze evaluatie zal moeten worden bepaald wat de vervolgstappen zijn. Deze kunnen zijn: stoppen met het gehele project, voortzetten van het OASEproject of het gebruik verder uitbreiden dan alleen voor OASE. De laatste twee opties vereisen een investering in opnameapparatuur en een distributieserver.
Verwachtingen voor 2009-‐2010 en daarna Afhankelijk van de ervaringen van het eerste jaar zal een vervolg worden gegeven voor het studiejaar 2009-‐ 2010. In dit jaar zal nader geïnvesteerd moeten worden in apparatuur (opnamesets) en servers. Naast deze investeringen zal ondersteuning moeten worden geboden door een AV-‐dienst. Tijdens het OASE-‐project kan dit worden gedaan door de projectleden. Na het project zal dit moeten worden overgenomen door de algemene AV-‐dienst of IT-‐support. Na 2009 zijn er 3 scenario’s 1. Investeren in Mediasite De ervaringen zijn dusdanig dat de FCJ verder wil met Mediasite. In dat geval zal de geleende apparatuur moeten vervangen worden. Een opnameset vraagt € 30.000 aan initiële investeringen. Voorlopig wordt er van uitgegaan dat een set voldoende is voor de behoefte binnen de faculteit. De capaciteit van een opnameset wordt geschat op maximaal 500 opname-‐uren op jaarbasis. Naast opnameapparatuur is een videoserver noodzakelijk Voor de videoserver dient eenmalig € 15.000 gereserveerd worden. Er kan een onderhoudscontract met de leverancier afgesloten worden. 2. Samenwerken met UU Er bestaat ook een mogelijk scenario waarbij de dienstverlening wordt aangeboden in samenwerking met de Universiteit Utrecht. Momenteel heeft de UU een aantal mobiele sets aangeschaft. Deze kunnen door de faculteiten van de UU gereserveerd worden. Voor een specifieke opname van een uur wordt € 160 kosten in rekening gebracht. Dit zijn de kosten (inclusief ingehuurde student-‐assistent) om de opname te registreren. De kosten voor apparatuur, server en beheer worden door de UU gefinancierd. 3. Investeren in andere technologie Momenteel is streaming video en Rich Media nog sterk in ontwikkeling. Naast de twee besproken leveranciers zijn ook diverse andere partijen. Momenteel kunnen zij geen acceptabele alternatief bieden. Door de keuze van de technologie een jaar uit te stellen biedt het ons de mogelijkheid deze ontwikkelingen scherp in de gaten te houden en indien er over een jaar betere alternatieven zijn daar op in te spelen. Bijlage: Onderzoeksrapport UU