S GNAAL SIGNAAL, MEI 2012, NUMMER 2
Signaal is een uitgave van de Stichting Duurzame Energie Koepel en gaat in op de belangrijkste duurzame energie ontwikkelingen in Nederland en Europa waar de Duurzame Energie Koepel bij betrokken is. De nieuwsbrief verschijnt 3 à 4 keer per jaar.
Verkiezingen: nieuwe ronde, nieuwe kansen?
Teun Bokhoven: “Uit de crisis door fors in te zetten op de groene banenmotor!” Verder in deze Signaal: 3 4 6 10 11 12
NVOE heet nu Bodemenergie NL NWEA pleit voor krachtig lange termijnbeleid voor windenergie Solar City 2012 Rotterdam geeft goede voorbeeld met supersnel zonneproject Innovatiecontracten in Topsector Energie geven impuls aan duurzame energie ASN Bank onderzoekt mogelijkheden Green Deal voor isolatiemaatregelen Eén Omgevingswet weer stap dichterbij
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 2
Met de Groene Banenmotor uit de crisis
De duurzame energiecijfers over 2011 zijn inmiddels bekend. Iets meer dan 4% van ons verbruik. Inderdaad weer een beetje groei als “percentage”, maar alleen het gevolg van het lagere energieverbruik door de recessie en de warme winter; niet het gevolg van meer inzet van duurzame energie. We schieten dus niets op in de richting van de 14% van binnen Nederland opgewekte duurzame energie- en de tijd begint te dringen. Er zijn echter oplossingen, maar- zoals dat nu heet- we moeten over onze eigen schaduw heen springen. De contouren die we vanuit de Duurzame Energie Koepel voorzien, zijn onder te verdelen over een paar hoofdthema’s. Allereerst het vaak genoemde “leveranciersverplichtingen” systeem. Deze aanpak is nog weinig succesvol toegepast in Europa en wij zien dat een dergelijk systeem alleen zinnig en effectief voor de opties Biomassa Bij- en Meestook (BMS)en Windenergie op Land (WOL). Voor andere opties zal dit systeem leiden tot aanzienlijke investeringsonzekerheid, vanwege de onzekere certificaatprijzen overmatige administratieve lasten en potentiële windfall profits. Verplichten dus ja: maar alleen voor BMS (die voldoen aan duurzaamheidscriteria) en voor WOL, en alleen voor binnen Nederland opgewekte duurzame energie. Voor wind op zee en andere toepassingen, zoals biomassa vergisting, energie uit water en andere
technieken die nog in de ontwikkelfase zitten, zal een SDE+-achtige constructie noodzakelijk blijven. Daarmee krijgen de meer grootschaliger opties kansen. Voor de decentrale duurzame energievoorziening, waaronder zelflevering en uitgebreide saldering, zal ons energiebelastingstelsel dringend moeten worden aangepast. Het huidige stelsel vormt nu een wezenlijke belemmering voor al die (burger/mkb-) initiatieven, waarbij mensen hun eigen energie duurzaam willen opwekken. Energiebelasting op duurzame energie is ridicuul; je geeft iemand ook geen boete als die door groen licht rijdt. Door alle discussie over de verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening dreigt de aandacht wel eens te verslappen voor de verduurzaming van de warmte-/ koudevoorziening. Met een Warmtewet die (opnieuw) in de Tweede Kamer zal worden behandeld zijn er ook nieuwe kansen. Warmtenetten dienen te worden opgezet met maximale benutting van duurzame warmte (WKO/thermische zonne-energie)- dat kan door de warmtenetten te berekenen op een temperatuur waarop duurzame energie goed kan worden ingezet (50-60° C) en het principe van “voorrang voor duurzaam” voor invoeding van duurzame bronnen. Hiervoor zijn nog wel wat amendementen nodig. Er zijn dus voldoende toekomstgerichte oplossingen. Ze vereisen hervormingen van een centraal ingesteld (fossiel georiënteerd) stelsel naar een systeem gebaseerd op lange termijn vastgelegde Europese duurzame energiedoelen, en (meer decentrale) duurzame energievoorziening. Daar ligt een fantastische kans om Nederland niet alleen tot de top van de mondiale kenniseconomieën op te stuwen, maar ook veel nieuwe economische activiteit te creëren. Uit de crisis door fors in te zetten op de groene banenmotor. Teun Bokhoven Voorzitter Duurzame Energie Koepel
COLUMN
N
a de 1 ½ jaar politieke stagnatie ontstaan er weer nieuwe kansen. Het Vijfpartijen akkoord heeft aangetoond dat verduurzaming van de samenleving als een kans wordt gezien in plaats van een bedreiging. Naast bezuinigen ook hervormen. Prima! De hervormingen die wij voorstaan, gaan vooral over het benutten van de kansen van verduurzaming van de energievoorziening. Voordelen voor zowel de individuele burger, maar zeker ook voor onze economie als geheel. De blik weer op de toekomst in plaats van op het (fossiele) verleden.
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 3
Productie biobrands tof fen vooral administratief ‘op peil gehouden’ De productie van biobrandstoffen is in 2010 gedaald met 6 PJ ten opzichte van 2009. Belangrijkste oorzaak is een wijziging in de regelgeving rond de levering van biobrandstoffen, zo meldt Agentschap NL in het begin deze maand uitgebrachte, jaarlijkse Statusdocument Bio-energie 2011.
Nieuws uit Den Haag
Sommige typen biobrandstoffen mogen door die nieuwe regelgeving dubbel geteld worden voor het behalen van de hernieuwbare energiedoelstellingen in de transportsector (10% in 2020). Brandstofleveranciers mogen overschotten aan geleverde biobrandstoffen administratief opvoeren in het volgende jaar, zo meldt Agentschap NL. “Leveranciers maken hier massaal gebruik van, waardoor de fysieke levering van biobrandstoffen in 2010 met 6 PJ daalde ten opzichte van 2009 3. De administratieve dubbeltelling is van toepassing op de transportdoelstelling (10 %) maar niet op de algemene doelstelling (14 %). Een hoger aandeel dubbeltellende brandstoffen draagt daarmee niet proportioneel bij aan de algemene doelstelling”, aldus Agentschap NL. En dat terwijl energie uit biomassa een belangrijke bijdrage levert aan de productie van hernieuwbare energie, met een aandeel van meer dan 70%. Verder lijkt het aantal toegekende SDE-subsidies zich nog niet te vertalen in een sterke stijging van de hernieuwbare energieproductie, doordat een deel van het nieuwe vermogen nog niet gerealiseerd is. Daarnaast is de bij- en meestook van biomassa in elektriciteitscentrales en de overige verbranding van biomassa in 2011 licht gedaald. Lees hier het gehele statusdocument: www.agentschapnl.nl/ content/statusdocument-bio-energie-2011
Workshop over de economische kansen van PV De Nederlandse partners van het Europese project PV Parity organiseren op 13 juni in De Balie in Amsterdam in samenwerking met de partners van het Nationaal Actieplan Zonnestroom van KEMA een workshop over de actuele en toekomstige concurrentiepositie van PV. Ook komen concrete acties ter bevordering van de uitrol van PV in Nederland aan de orde. Zonnestroom wordt al op korte termijn in grote delen van Europa economisch concurrerend op het niveau van de consumentenprijzen. Niet lang daarna zal PV ook kunnen concurreren in andere marktsegmenten. Dit wordt bevestigd door gedetailleerde analyses in het Europese project ‘PV Parity’, waarbij ook de specifieke situatie in Nederland in kaart gebracht wordt. Tijdens de workshop worden presentaties gegeven over de eco-
nomische positie van PV in Nederland. Deze geven een overzicht over actuele systeemprijzen en opwekkosten en de verwachte ontwikkelingen daarin, innovatieve financieringsmogelijkheden, de regionale waardecreatie door kostenbesparing en nieuwe werkgelegenheid en de mogelijke rol(len) voor gemeentes en provincies bij de uitrol van PV in de regio’s. Bovendien wordt een update gegeven over het actuele beleid met betrekking tot salderen en is er gelegenheid voor discussies tussen beleidsmakers en andere overheidsvertegenwoordigers, financiële instellingen, installateurs, kopers, betrokkenen bij lokale initiatieven en afgevaardigden van brancheorganisaties. Deelname is gratis, maar registratie is niet vrijblijvend. Het aantal deelnemers is beperkt. Geef U daarom snel op! U kunt zich per e-mail aanmelden bij:
[email protected].
NVOE heet nu Bodemenergie NL Tijdens de Algemene Ledenvergadering op 10 mei 2012 heeft de Nederlandse Vereniging voor Ondergrondse Energieopslagsystemen (NVOE) haar nieuwe naam bekend gemaakt: Bodemenergie NL. Met deze naamsverandering met bijbehorend nieuw logo wil de vereniging laten zien dat zij hét aanspreekpunt wil zijn voor alle vragen en kwesties op het gebied van bodemenergie. Zowel voor boor- en installatiebedrijven als voor (energie) adviesbureaus en energiebedrijven. Maar daarnaast ook voor de gebruikers van bodemenergie en leveranciers alsmede de politiek.
Belangrijke aandachtsgebieden voor Bodemenergie NL zijn ondermeer de wet- en regelgeving op het gebied van bodemenergie, het onderwijs alsmede kennisontwikkeling en communicatie. Dit alles met als inzet om te komen tot 20.000 bodemenergiesystemen in 2020, waarmee Bodemenergie NL een belangrijke bijdrage wil leveren aan de overheidsdoelstelling van 20% duurzame energie in 2020. Kijk voor meer informatie op www.BodemenergieNL.nl.
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 4
NWEA pleit voor krachtig lange termijnbeleid voor windenergie Een aantal ontwikkelingen rond het ruimtelijke beleid en de SDE+ is verontrustend voor de toekomstige ontwikkeling van wind op land, constateert NWEA. Bij het ruimtelijke beleid speelt een machtsstrijd tussen Rijk en provincies over de regie over de ruimte en daaraan gekoppeld de discussie over de Rijkscoördinatieregeling. De SDE+ lijkt al voor het tweede achtereenvolgende jaar in de eerste fase vergeven, terwijl wind op land er niet aan te pas komt. Daarbij speelt dat er nog steeds geen gelijk speelveld is voor windenergie binnen de regeling.
D
eze ontwikkelingen leiden tot onzekerheid voor initiatiefnemers en vertraging bij projecten, meent NWEA. Een krachtig lange-termijn nationaal energiebeleid is volgens NWEA essentieel om de ontwikkeling van windenergie de komende jaren mogelijk te maken. NWEA heeft de betrokken ministers en de huidige en toekomstige Tweede Kamer opgeroepen daar werk van te maken. Dat zal NWEA ook doen met het oog op de verkiezingsprogramma's. Het bedrijfsleven heeft belang bij een duidelijk en consistent overheidsbeleid. Dat is ook in het belang van de overheid, want alleen dan kunnen de lange termijn doelstellingen die de overheid zelf stelt, verwezenlijkt worden. De Nederlandse overheid wil 14% duurzame energie in 2020. Daarvoor is onder meer een
forse groei van windenergie op land en op zee nodig. NWEA constateert echter dat dit streven niet bereikt zal worden als er op korte termijn geen duidelijkheid komt over het ruimtelijk beleid, de Rijkscoördinatieregeling voor wind op land wordt ingeperkt en de SDE+ geen kansen biedt voor windenergie. Ruimtelijk De Structuurvisie Windenergie, met name bedoeld voor ‘grootschalige windenergie’ (windparken vanaf 100 megawatt) ligt al geruime tijd stil vanwege een machtsstrijd tussen Rijk en de Provincies. De Provincies blijven in gebreke met het aanwijzen van voldoende gebied voor windenergie. Deze impasse komt mede omdat ze er onderling niet uit zijn: geen provincie wil mogelijk extra gebied aanwijzen, als een andere provincie niet als eerste beweegt. Onduidelijkheid over ruimtelijke keuzes leidt tot stagnatie bij de ontwikkeling van windparken. NWEA pleit voor een duidelijke regie vanuit het Rijk, zolang de Provincies het gesprek tussen de overheden belemmeren. De sector zelf heeft in een analyse geconstateerd dat er in Nederland voldoende mogelijkheden zijn voor 6.000 megawatt. Voor die analyse is een onderzoek gedaan door bureau Bosch en Van Rijn en is een kaart opgesteld. Deze zijn onder meer besproken met de ministeries van I&M en EL&I. Rijkscoördinatieregeling De Rijkscoördinatieregeling (RCR) geldt voor windprojecten groter dan 100 megawatt. De RCR legt de regie voor deze grootschalige windparken bij het Rijk. De regeling werkt goed; het Rijk weegt de verschillende belangen af, ook ruimtelijk. Vanwege de machtsstrijd tussen Rijk en Provincies, willen sommige Provincies de rol van het Rijk beperken. Daardoor zal een groot aantal lopende grote projecten vertraging oplopen of niet doorgaan. De RCR is onmisbaar voor het halen van de Rijksdoelstelling. Wat nodig is, bena-
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
drukt NWEA in de discussies, is een goede ruimtelijke visie eronder – en dat moet de Structuurvisie worden. Daarvoor moeten de Provincies niet langer de discussie over gebieden blokkeren, maar open het gesprek aan gaan, vindt NWEA. SDE+ Windenergie valt dit jaar voor het 2e opeenvolgende jaar buiten de boot bij de stimuleringsregeling SDE+. Dat betekent onzekerheid voor projecten en is – als deze ontwikkeling zich voortzet – op termijn funest voor de groei van de sector. Een van de oorzaken ligt erin dat de SDE+ uitgaat van de laagste prijs per kWh, maar er is geen gelijk speelveld. Windenergie kan niet op gelijke voet concurreren met andere technieken door een andere berekeningswijze (vollasturen), waardoor niet alle geproduceerde kWh meetellen. Snelle invoering van differentiatie voor wind op land is daarvoor noodzakelijk. Een aantal projecten zal dan al in de 1e fase kunnen indienen. Om al in de eerste fase te kunnen indienen is het ook van belang dat de sector nagaat hoe kosten
Winddag 2012 in Groningen... en elders in Nederland Staat vrijdag 15 juni al met stip in uw agenda? Want dan is het weer zover, de jaarlijkse internationale Winddag. De Nederlandse editie van Global Wind Day is vrij toegankelijk. Dit jaar vindt de dag plaats in de provincie Groningen. Een provincie waar de inspanningen voor wind op land en wind op zeer goed zichtbaar zijn. De dag wordt dit jaar georganiseerd door een samenwerkingsverband van NWEA, RWE, Provincie Groningen, Energy Valley, Groningen Seaports en KDE Energy. Op het programma op 15 juni in de Oosterpoort te Groningen staan zowel wind op land als wind op zee thema’s. Aan de orde komen onderwerpen als lokaal draagvlak voor windenergie en defensieradar, waaraan onder meer het ministerie van Defensie en het ministerie van Infrastructuur en Milieu hun medewerking zullen verlenen. Ook de nieuwste ontwikkelingen rond de Green Deal Offshore windenergie en Innovatietafel wind op zee zijn gespreksthema. Meer info op de NWEAwebsite www.nwea.nl/winddag. Tijdens de Winddag biedt NWEA leden en niet-Leden de mogelijkheid om tegen betaling een stand te huren. De Winddag wordt jaarlijks door ruim 350 mensen bezocht uit de windenergie branche en andere geïnteresseerden in windenergie. Meer informatie over het huren van standruimte via de website: www.nwea.nl/winddagstandhuur-2012 Naast een inhoudelijk middagprogramma is er vanaf 8.45 uur ook de mogelijkheid deel te nemen aan een excursie in de Eemshaven, om per bus met een gids en in een snelle boot meer over de windturbines in die omgeving te weten te komen. Voor deze excursie zijn slechts 40 plaatsen beschikbaar.
Pagina 5
voor wind op land verder te reduceren. Overigens speelt ook daarbij dat bepaalde kosten, zoals grondvergoedingen, door overheidsbeleid voor windenergie hoog zijn. Daarnaast is snelle duidelijkheid noodzakelijk over aanvragen voor SDE+, constateert NWEA. Dit jaar was het budget tijdens de 1e fase al ‘volgeboekt’, voor een belangrijk deel door projecten voor geothermie. NWEA heeft de politiek en minister opgeroepen de aanvragen goed en vooral snel te laten toetsen door AgentschapNL, omdat er een reële kans is dat een deel van de aanvragen niet of lager gehonoreerd zullen worden. Totdat dit duidelijk is, is het geld niet beschikbaar voor andere projecten, waaronder windenergie. NWEA zal de mogelijkheden tot kostenverlaging en de vergelijking met andere technieken komende tijd gaan maken. Offshore In de gesprekken met de politiek en bij de inbreng voor de verkiezingsprogramma’s wordt daarnaast ook gewezen op de grote kansen voor het Nederlands offshore bedrijfsleven, die nu niet worden uitgenut. De brede offshore windsector biedt veel economische mogelijkheden, zoals ook erkend is in het Topgebiedenbeleid. De sector heeft een leidende rol in Europa en is betrokken bij alle Europese offshore windparken en zou kunnen vervijfvoudigen ten opzichte van nu (jaarlijkse omzet ruim 1 miljard, 2000 fte), mits een thuismarkt wordt ontwikkeld. Gebeurt dat niet, dan zullen bedrijven uit andere landen de leidende rol overnemen en nieuwe bedrijven zich buiten Nederland vestigen. Een krachtig beleid voor offshore wind, zoals het bouwen van een demonstratiepark voor Nederlandse innovaties en het voorbereiden van een grootschalige uitrol, geven het Nederlandse bedrijfsleven vertrouwen.
Mijnwindkracht campagne van start De publiekscampagne Mijnwindkracht van NWEA is half maart van start gegaan met een fotoshoot op de Beurs Vrouw! in Leeuwarden. De campagne is erop gericht windenergie positief onder de aandacht te brengen bij een breed publiek door te laten zien dat windenergie meer is dan techniek, maar dat het leuk is, schoon en dynamisch. Eén van de onderdelen daarvan is de fotoshoot op een aantal beurzen; bezoekers kunnen zelf of met anderen op de foto met windturbines op de achtergrond. Tijdens de Beurs Vrouw! zijn ruim 400 foto’s gemaakt, zie www.mijnwindkracht.nl. Van 7 tot 13 mei Mijnwindkracht op de Libelle, zomerweek, met na drie dagen al meer dan 430 foto’s: http://www.mijnwindkracht.nl/fotos/
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 6
Solar City 201 2 Rotterdam geef t goede voorbeeld met supersnel zonneproject Met de uitreiking van de Solar City Award 2012 aan Rotterdam zijn afgelopen maandag de Solar Days officieel gestart. Al in het weekend openden bezitters van zonne-energiesystemen, zowel particulieren als bedrijven, hun deuren voor iedereen om trots hun zonneboiler of zonnepanelen te laten zien. Maar tijdens het openingsdebat maandagmiddag in het Elektrisch Vervoer Centrum in Rotterdam Centrum bleek dat bij nog lang niet iedereen in de markt de ‘zon schijnt’. DOOR HARMEN WEIJER
M
et de uitreiking van de Solar City Award 2012 aan Rotterdam zijn afgelopen maandag de Solar Days officieel gestart. Al in het weekend openden bezitters van zonne-energiesystemen, zowel particulieren als bedrijven, hun deuren voor iedereen om trots hun zonneboiler of zonnepanelen te laten zien. Maar tijdens het openingsdebat maandagmiddag in het Elektrisch Vervoer Centrum in Rotterdam Centrum bleek dat bij nog lang niet iedereen in de markt de ‘zon schijnt’. Na Den Haag vorig jaar is nu Rotterdam de gelukkige om zich een jaar lang Solar City te mogen noemen. En dat is niet voor niets, want de stad opende al grote en kleine zonneenergieprojecten. Wethouder Alexandra van Huffelen: “Zoals in Blijdorp, maar ook hier vlak bij op het Centraal Station, waar we flink veel zonnepanelen hebben neergelegd. En binnenkort in Heyplaat op de voormalige RDM-gebouwen. Maar ook willen we actief zijn op onze eigen daken: we hebben 400.000 m2 gemeentelijk dakoppervlak; ik nodig iedereen uit met een goed
voorstel te komen om hier zonne-energie neer te leggen.” En dat Rotterdam het snel kan uitvoeren blijkt uit het afgelopen maandag tevens geopende project van 7 woningen in Hoek van Holland. Doordat TNO-spin off Waifer deze panelen financierde hoefde eigenaar woningcorporatie WVH de investering niet te doen. “WVH huurt de panelen van Waifer en verrekent dit in de huurprijs”, zo legt Van der Klaauw van Waifer dit maandag in het debat uit. De constructie kreeg nogal wat vragen vanuit het publiek, vooral over de financiering. Van der Klaauw laat echter (nu nog) niet het achterste van zijn tong liet zien. “Maar los van de financiering is het proces met de bewoners net zo belangrijk. Het is een arbeidsintensief proces om hen mee te krijgen.” Maar als dat lukt heb je zeer tevreden klanten, weet wethouder Van Huffelen: “De bewoners waren zo trots, ze trokken me mee naar de meterkast en zeiden: “Kijk, de meter loopt terug!” Roering Maar de meeste roering in het debat kwam van actuele, belemmerende zaken als salderen, teruglevering én sinds het nieuwe begrotingsakkoord rept over een onderzoek naar btw-korting op zonnepanelen, de kopersstaking. Om met die laatste te beginnen: de aankondiging van een onderzoek is al snel opgepakt als feit dat de korting er al komt, terwijl het ministerie van Financiën daar nog niet over uit is. Tot die tijd is de markt op slot, want kopers gaan wachten tot de definitieve aankondiging. Dankzij de aanwezigheid van drie Tweede Kamerleden (Groen Links, D66 en CDA) en een fractiemedewerker van ChritstenUnie kon ‘Den Haag’ een woordje meespreken. Belangrijkste vragen: nu het onderzoek naar een btw -korting is aangekondigd, kan het nu snel worden geëffectueerd of is anders een constructie met terugwerkende kracht mogelijk? Stientje van Veldhoven (D66) gaf aan al overleg met het ministerie van Financiën te hebben over de invoering
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
van de btw-korting. Maar op de vraag of terugwerkende kracht mogelijk is, was Van Veldhoven stellig: “Nee, dat kan niet.” Dat ontlokte bij Ernst Vuyk van de Organisatie voor Duurzame Energie (ODE) de uitspraak dat “we dan maar rebels moeten zijn en het toch gaan doen. En dan zien we later wel hoe de instanties hier later op reageren.” Maar of leveranciers bereid zijn de btwkorting voor te schieten is sterk de vraag, zo borrelde het op in het publiek. Zelflevering Een ander heikel en lang lopend punt is zelflevering: waar blijven de acties vanuit Den Haag om het mogelijk te maken dat – ook niet eigen zonnedakenbezitters – geen energiebelasting hoeven te betalen als ze een aandeel in zonneprojecten hebben genomen? Wiert Jan de Raaf van het Rotterdam Climate Initiative (RCI) vulde dat aan: “We hebben afgelopen najaar daarover als RCI zelfs een Green Deal gesloten met minister Verhagen, maar er gebeurt niets.” Belangrijkste reden: het gaat de staat belastinggeld kosten. “Niet zo zeer nu, want er zijn nu ook nog andere
Pagina 7
opbrengsten, denk aan lokale ondersteuning,” zegt Marieke van der Werf (CDA). Maar vanaf 2020 liggen de panelen er en komen er mondjesmaat nieuwe bij, “maar de staat zit nog jaren zonder energiebelastinginkomsten zit”, verduidelijkt kamerfractiemedewerker Wouter Langendoen van ChristenUnie naderhand. Maar de wet zegt dat het al mag, stelt Job Swens, die een zelfleveringsprogramma in Leeuwarden uitvoert. “De gemeente Leeuwarden steunt ons hierin, tegen de wens en wil in van het ministerie van Financiën. De gemeente wil dan ook dat de rechter zich hierover uitspreekt. Nog deze zomer volgt een rechtszaak.” In Nijmegen willen Liander en de gemeente Nijmegen een vergelijkbaar zonneproject starten, waarbij Liander de opbrengst saldeert met de energierekening van de deelnemers alsof ze zelf zonnepanelen op het dak hebben liggen. Als in dat geval ‘Den Haag’ niet snel wil of kan veranderen, dan doen lokale overheden dat dus zelf. Het is slechts een kwestie van tijd dat meer steden en gemeenten zullen volgen.
Honderden zonnige evenementen in Nederland tijdens de Solar Days Het Handboek Zonne-energie Tijdens de Solar Days is op 11 mei bij BDA in Gorinchem het Handboek Zonne-energie en het nieuwe Opleidingenprogramma Zon aan het grote publiek gepresenteerd. Twee jaar lang is er door een grote groep deskundigen hard gewerkt aan de ontwikkeling van het Masterplan Zonne-energie, dat bedoeld is om de kwaliteit van het installatiewerk van zonneenergiesystemen te verbeteren en te borgen. In samenwerking met OTIB, AgentschapNL, SBR en Holland Solar is een Masterplan gemaakt en dit omvat drie elementen:. Het Handboek Zonne-energie, het opleidingsprogramma Zon en er wordt gewerkt aan opzet van een erkenning- c.q. certificeringregeling op dit terrein.
sieve rondleidingen door gebouwen, presentaties en zeer verzorgde organisatie en volop netwerkmogelijkheden. De Solar tours richtte zich op iedereen die meer wil weten over de toepasbaarheid van zonne-energie, professionelen uit de bouwwereld en alle anderen geïnteresseerden. www.solartours2012.nl.
Open Huizen Tijdens de Solar Days tot en met zondag 13 mei zijn door heel Nederland op vele plekken woningen en panden bezocht om zonneenergie te beleven. Het was mogelijk om langs open huizen te fietsen, te varen met de Zonneveer, knutselen met zonnepanelen, bezoeken van informatiebijeenkomsten of een van de vele open huizen te bezoeken van mensen die zelf al gekozen hebben voor zonne-energie en daarover hun eigen verhaal vertellen.
Hoek van Holland Woningbouwvereniging Hoek van Holland (WVH) en partner Waifer Nederland zijn er in een tijdsbestek van slechts vier weken in geslaagd een compleet zonnestroomproject van de grond te tillen. Zeven corporatiewoningen werden voorzien van zonnepanelen, zonder dat woningcorporatie en huurders hierin hebben hoeven investeren. De zonnepanelen, die tweederde van het elektriciteitsgebruik van de bewoners dekken, werden op maandag 7 mei door de Rotterdamse wethouder Alexandra van Huffelen (o.a. Duurzaamheid) op heel toepasselijke wijze in gebruik genomen: vanuit een hoogwerker. (zie foto)
Solar Tours Voor het tweede achtereenvolgende jaar zijn ook de Solar Tours georganiseerd. Een bus reed op 8, 9, 10 of 11 mei langs de meest bijzondere zonne-energie projecten. Met exclu-
Lancering Zonatlas Arnhem Op woensdag 9 mei is in gemeente Arnhem de zonatlas gelanceerd. Het instrument waar alle inwoners en bedrijven van Arnhem in één oogopslag kunnen zien of hun dak geschikt is voor het plaatsen van zonnepanelen en het opwekken van zonne-energie. www.zonatlas.nl/arnhem.
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 8
Ontwikkelingen in Europa van belang voor bio -energie De belangrijkste beleidsontwikkelingen in Brussel voor bio-energie hebben betrekking op duurzaamheidscriteria voor vaste en gasvormige biomassa, een aantal ontwikkelingen vanuit landbouwbeleid, de energiebesparings directive en twee meer lange termijn visies: de Energy Roadmap 2050 en Horizon 2020. Vanuit andere Europese bio-energie associaties is er veel belangstelling voor de revisie van de Energy Taxation Directive. DOOR RIA KALF
I
n het voorstel voor duurzaamheidscriteria voor vaste en gasvormige biomassa is vertraging opgetreden. Er is een tweedeling in de Europese Unie: een aantal staten is sterk voor deze criteria (waaronder Nederland en Engeland) met name de Scandinavische landen, Baltische Staten en Oostenrijk zijn tegen. Van beide kanten wordt voor het eigen standpunt gelobbyd. Het is onduidelijk hoe het verder gaat. Landbouwbeleid Op het gebied van landbouwbeleid (Common Agriculture Policy, CAP) bevindt zich een aantal issues die van belang kunnen zijn voor bio-energie: de shift naar een ‘low carbon economy’ gaat worden ondersteund. Het gebruik van bijproducten en reststromen voor energie wordt verder gefaciliteerd. Ook is 7% van ‘arable land’(definitie is nog onduidelijk) bestemd als ‘ecologisch focus gebied’. Of daar bijvoorbeeld energieteelt onder valt is eveneens nog niet duidelijk. Aebiom volgt de ontwikkelingen op dit dossier. De Energy Roadmap 2050 is afgelopen december gepubliceerd. Opvallend is de focus op elektriciteit en de pessimistische aannames voor duurzame energie. Er is in Brussel een brede warmte/koude-lobby gevormd door de diverse branche organisaties om een meer volwaardige positie van warmte en koude in de Roadmap te krijgen.
Energy Taxation Directive De revisie van de Energy Taxation Directive is beoogd per 2013 van kracht te worden. Deze belasting wordt deels gerelateerd aan CO2 emissies, deels aan energiegebruik. De revisie van deze Directive gaat over energie toepassingen beneden 20 MW (daarboven is al ETS van toepassing). Biobrandstoffen zouden (alleen als ze duurzaam zijn) vrijgesteld zijn van CO2-belasting. Voor het energiegebruiksgedeelte is belasting gebaseerd op de energie-inhoud van toepassing. Biogas (wederom indien duurzaam) zou eveneens vrijgesteld zijn van CO2-belasting. De energiegebruiksbelasting wordt gebaseerd op de netto calorische waarde. Er zitten nog imperfecties in het voorstel. Aebiom heeft daarin de volgende positie ingenomen: ●
●
●
Biogas en bio-olie voor warmte- en elektriciteitsproductie dienen hetzelfde te worden behandeld als vast biomassa (nu buiten de belasting op het energiegebruiksdeel) Biogas voor transport zou hetzelfde dienen te worden behandeld als biogas voor warmte en elektriciteit (nu eveneens buiten de belasting op het energiegebruiksdeel) Om biobrandstoffen gelijke kans te geven in het gebruik voor transport dient het belastingsysteem te worden aan gepast, omdat het gebruik van elektriciteit in transport naar verhouding aanmerkelijk lager wordt belast.
In de laatste situatie zou het nu aantrekkelijker zijn eerst elektriciteit van biogas te maken en die dan in transport toe te passen. Maar over zijn geheel gezien is de voorgenomen aanpassing van de Energy Taxation Directive voor de ontwikkeling van duurzame toepassingen zeker een stimulans.
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 9
Meedoen aan internationale norm voor energie uit water belangrijk voor sector
www.energieuitwater.nl
Om bij de internationale normering van waterenergie-systemen een stevige, Nederlandse stem te krijgen roepen het Nederlandse Normalisatie instituut (NEN) en de branchevereniging Energie uit Water (EWA) zoveel mogelijk bedrijven en kennisinstituten op zitting te nemen in de Nederlandse normalisatiecommissie hiervoor. Voor eind juni moeten er voldoende Nederlandse bedrijven meedoen, om zo die stevige stem in Europa te kunnen heffen.
D
ie oproep werd vrijdag 11 mei gedaan op een startbijeenkomst van EWA en NEN onder voorzitterschap van Peter Scheijgrond (EWA) en Martijn Geertzen (NEN). Bij de bijeenkomst waren al 20 geïnteresseerde partijen betrokken. De meerderheid van de deelnemers overweegt om deel te nemen in de internationale discussie. Het gaat om veel verschillende normen, voor onder andere de fundering en verankering van turbines, maar ook verzekeraars en financiers vragen naar goede kwaliteitsnormen voor veiligheid en toepasbaarheid. Op dit moment lopen VS en China voorop, maar om te voorkomen dat deze landen de normen naar hun hand zetten, dient Europa en Nederland van de partij te zijn. “Zowel EWA als de Duurzame Energie Koepel vinden dit een
zeer waardevolle slag in de verdere professionalisering van de sector”, zegt Monique van Eijkelenburg, directeur strategie van de Duurzame Energie Koepel. “Op het gebied van de technologische ontwikkeling heeft Nederland een unieke positie. Verdere innovatie is van groot belang en daarbij hoort ook dat we invloed houden op deze normen. We zien graag dat Nederland en de EU dit initiatief ondersteunen. Wij nemen dit verder op met Nederlandse overheid.” Voor meer informatie en aanmelding kan men terecht bij: Martijn Geertzen (
[email protected]) Peter Scheijgrond (
[email protected]) Monique van Eijkelenburg (
[email protected])
Diversiteit van bodem energie op Innovatiemiddag Bodemenergie heeft een veel bredere toepassing dan alleen warmte-/koudeopslag. Denk aan opslag voor industriële restwarmte, of de combinatie met bodemsanering. De afgelopen jaren is op enkele plaatsen in Nederland daarnaar praktijkonderzoek gedaan in het kader van het project Meer met Bodemenergie. Ook tijdens de Innovatiemiddag van de NVOE, die nu onder de naam Bodemenergie NL verdergaat, in samenwerking met Stichting Warmtenetwerk kwamen de meerdere functies van bodemenergie aan de orde. In 2009 is gestart met het onderzoeksprogramma Meer Met Bodemenergie (MMB). Het programma is uitgevoerd door Bioclear, Deltares, IF Technology en Wageningen UR in opdracht van Stichting Kennisontwikkeling Kennisoverdracht Bodem (SKB) en 35 participanten. Op dit moment zijn in Nederland circa 1.500 open bodemenergiesystemen gerealiseerd, naast de gesloten systemen, en circa 40.000 bodemlussen aanwezig. De overheid zet in op een groei naar 18.000 systemen in 2020. Bodemenergie NL heeft zelfs als doel te groeien naar 20.000 systemen in 2020. Dat vraagt om meer onderzoek naar het effect, maar ook naar slimme combinaties. Eén daarvan is de koppeling met industriële restwarmte. In de Botlek is daar een quick scan naar gedaan, zo legde
Mike Woning van Deltares uit tijdens de Innovatiemiddag. Voordelen in de Botlek is dat er veel restwarmte aanwezig is, maar de uitdaging is om de industrie mee te krijgen, want restwarmte is voor hen geen hoofdzaak. In combinatie met een warmtenet kan het wellicht wel interessant worden voor de industrie, vertelde Klaas de Jong op de Innovatiemiddag. Met een absorptiewarmtepomp aangesloten op een wko ontstaat een win-winsituatie, want naast warmte kan deze bron ook koude leveren aan het warmte-, en dus ook koudenet. Andere voordelen zijn: de belasting op het warmtenet is constanter (lagere winterpiek en afname warmte in de zomer), bestemming voor restwarmte en duurzame warmte van bio-wkk en zon in de zomer en lager warmteverbruik. Bodemsanering en bodemenergie kunnen ook goed samengaan. Uit het onderzoek Meer met bodemenergie blijkt onder andere dat deze combinatie het beste werkt als met hulpmiddelen worden toegediend, zoals micro-organismen, ethanol, chitine of (geëmulgeerde) plantaardige olie. De presentaties van die middag zijn op de site van de NVOE te raadplegen. Het eindresultaat van Meer met bodemenergie is online op www.meermetbodemenergie.nl te downloaden. Meer info: www.bodemenergieNL.nl (binnenkort online) www.nvoe.nl
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 10
Beschikbare middelen duidelijk minder dan som van ontwikkelde plannen
Innovatiecontracten in Topsector Energie geven impuls aan duurzame energie Op 2 april jongsleden heeft minister Verhagen van EL&I het Topsectoren beleid bekrachtigd. Binnen het Topsectoren-beleid vormt de Topsector Energie één van de belangrijke werkterreinen, waar de komende jaren een extra impuls kan worden verwacht op het gebied van innovatie en industriële activiteit. DOOR TEUN BOKHOVEN
D
e Topsector Energie (aangestuurd door het Topteam energie onder leiding van Michiel Boersma, ex CEO Essent) onderscheid 7 zogenaamde innovatiethema’s, verdeeld over verschillende sectoren van de (duurzame) energievoorziening. Deze innovatiethema’s zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Energiebesparing gebouwde omgeving (inclusief duurzame opwekking) Energiebesparing industrie (in samenwerking met Topsector Chemie) Gas Smart grids Wind op Zee Solar Energy (in samenwerking met Topsector HTSM Bio-energie (in samenwerking met Topsector Chemie)
Voor al deze 7 deelthema’s zijn in de afgelopen maanden innovatiecontracten opgesteld door een intensieve samenwerking van bedrijfsleven, kennisinstituten en overheden. Binnen deze innovatiecontracten zijn keuzes gemaakt voor innovaties waar
Nederlandse partijen tot de top van de wereldmarkt (kunnen gaan) behoren. Naast gelden vanuit de grotere technologische instituten en de wetenschappelijke wereld (NWO/STW) heeft het ministerie voor deze innovatiecontracten voor dit jaar 70 miljoen Michiel Boersma, voormalig CEO van euro gereserveerd, Essent en voorzitter Topteam Energie aangevuld met 50 miljoen vanuit de SDE regeling. Deze middelen kunnen dit jaar worden gecommitteerd voor de verschillende innovatiethema’s. De kern van deze innovatiecontracten is dat er naast de publieke middelen voor minimaal 40% commitment vanuit het bedrijfsleven wordt ingebracht (“in cash” en/ of “in kind”) voor de verschillende thema’s. Aan deze eis is voldaan en het toont daarmee ook aan welk groot belang het bedrijfsleven hecht aan dit innovatieproces. Helaas bleken de beschikbare middelen voor dit jaar duidelijk minder dan de som van de ontwikkelde plannen. Het budget 2013 zal echter tegen het eind van 2012 beschikbaar worden gesteld voor nieuwe projecten of projecten die in de eerste ronde niet worden gehonoreerd. Het ligt in de bedoeling dat dit een proces is voor de komende jaren. De Duurzame Energie Koepel zal zich sterk maken dat ook in het nieuwe kabinet het belang hiervan wordt onderschreven en continuïteit wordt geboden. TKI’s Met de bekrachtiging door de minister op 2 april van deze innovatiecontracten is inmiddels de verdere uitwerking gestart per thema. Hiervoor worden zogenaamde TKI’s (Topconsortium Kennis en Innovatie) opgericht en wordt gestart met de uitvoering van de innovatiecontracten. Concreet betekent dit dat bedrijven, kennisinstellingen en overheden zich aan kunnen sluiten bij de verschillende thema’s en de werkprogramma’s daarbinnen. Zoals het er nu naar uitziet, zullen na de zomer de eerste innovatieprogramma’s gaan starten. Zie ook: www.top-sectoren.nl/energie
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 11
ASN Bank onderzoekt mogelijkheden Green Deal voor isolatiemaatregelen Financiering van duurzame energieprojecten in de gebouwde omgeving loopt steeds vaker via zogeheten Energy Service Company’s, kortweg ESCO’s. Het gaat hierbij vaak om projecten voor warmte-/ koude-opslag. Maar er is veel meer te halen door bestaande woningen en kantoren beter te isoleren, energiebesparing dus. Juist op dat gebied lopen financiers, projectontwikkelaars en vooral eigenaren tegen belemmeringen op. Een Green Deal biedt mogelijk uitkomst, zegt Anouk Blum van de ASN Bank, een van de deelnemers van de Duurzame Energie Koepel. DOOR HARMEN WEIJER
E
SCO’s zijn niet nieuw in Nederland, al komen ze ook nog niet veelvuldig voor. ESCO’s zijn bedrijven die de aanleg en het onderhoud en beheer van de (klimaat-)installaties van gebouwen overnemen. Zij leveren een gegarandeerde energiebesparing, inclusief de financiering ervan. Gebouweigenaren hoeven dus niet de investeringskosten op zich te nemen. Een van de meeste bekende en grootste ESCO’s in Nederland is in Rotterdam, die de gemeentelijke gebouwen (zoals als eerste de zwembaden) energiezuinig en duurzaam aanpakken en exploiteren. Ook Aardwarmte Den Haag is zo’n voorbeeld, al betreft het hier een v.o.f. waarin ook de gemeente Den Haag participeert.
Zekerheid Voor financiers is het van belang dat er zekerheid is bij een eventuele financiële strop. “Dat is wel mogelijk bij WKO’s, maar veel minder makkelijk bij isolatiemaatregelen”, zegt Anouk Blum. “Want isolatie zit in het huis en kan daardoor niet als onderpand dienen. Daar moet dan een nieuwe hypotheek op het pand voor
worden afgesloten. Of er moeten andere mogelijkheden voor worden verzonnen. Kortom: er zijn nogal wat juridische haken en ogen aan het financieren van energiebesparingsmaatregelen via een ESCO.” Dat terwijl juist in veel bestaande huizen en gebouwen isolatiemaatregelen hard nodig zijn en op een snelle manier voor een lagere energierekening kan zorgen. Woningcorporaties, projectontwikkelaars maar ook particulieren eigenaren lopen nog niet direct warm voor de hoge investering die –zeker bij grote projecten – nodig is. Een alternatieve financiering kan een ESCOconstructie zijn. Mits de belemmeringen worden weggenomen. Daarom is men bij de ASN Bank de mogelijkheden aan het onderzoeken voor een Green Deal met de overheid, vertelt Blum. “Deze haken en ogen willen we proberen te ondervangen in een Green Deal, zodat ook grote partijen flinke woonblokken kunnen aanpakken. Wij willen dan ook die grote partijen in de bouwkolom wakker schudden door met ons om de tafel te gaan zitten en met een concreet plan aan de slag te gaan. Alleen dan is de overheid bereid een Green Deal te sluiten.” Grote volumes Die grote partijen zijn ook nodig, omdat bij deze relatief kleine maatregelen vooral volumes moeten worden bereikt. “Er bestaat al de Blok-voor-Blok aanpak van de overheid, maar dit gaat verder en breder en geldt niet alleen voor de aangewezen 13 projecten.” De ASN Bank wil graag dit soort energiebesparingsprojecten financieren. “Maar heikele issues, op juridisch en financieel gebied, zijn nu nog niet geregeld, en dat zou wel goed zijn om het echt van de grond te krijgen.” Blum kijkt ook naar gemeenten of provincies die duurzame energiefondsen hebben opgericht, zoals in Utrecht en Overijssel. “Deze overheden kunnen bijvoorbeeld garant staan voor een deel van de financiering. Dat wordt in Utrecht met het Garantiefonds Energie al gedaan, maar hier gaat dus ook om energiebesparing.” Zie meer op: www.rotterdam.nl/groene_gebouwen www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/escos www.aardwarmtedenhaag.nl
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 12
Eén Omgevingswet weer stap dichterbij Hoe kunnen we de regels en verordeningen op het gebied van de omgeving eenvoudiger maken, terwijl tegelijkertijd het milieu, burgers en bedrijven niet de dupe raken? Voor die opdracht staat minister Melanie Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu. Nadat al eerder de Wabo (wet algemene bepalingen omgevingsrecht) is ingevoerd en daarmee 26 vergunningen in één Omgevingsvergunning is gebundeld, heeft de minister heeft begin maart een nieuwe stap gezet naar één alomvattend Omgevingswet. DOOR HARMEN WEIJER
D
e minister stuurde begin maart de lang verwachte notitie over de stelselwijziging voor het omgevingsrecht naar de Tweede Kamer. In de notitie doet Schultz van Haegen uit de doeken hoe zij de regels op omgevingsgebied wil veranderen. Kern van haar wijzigingen is het stroomlijnen van allerlei omgevingsregels en –wetten, zowel landelijk als provinciaal en lokaal. Daarvoor heeft zij zes zogeheten rechtsfiguren van de vele rechtsfiguren laten bestaan, die vorm en structuur moeten geven aan normstelling, planontwikkeling en besluitvorming in de omgeving. Het gaat om: omgevingsvisie, het programma, de algemene regels, de omgevingsverordening, de omgevingsvergunning en het projectbesluit. Die laatste rechtsfiguur is van groot belang bij de grootschalige opwekking van duurzame energie en het verbeteren van de netwerken (gas en stroom). Het projectbesluit moet namelijk de opvolger worden van onder meer de rijkscoördinatieregeling. Het is dus een generieke regeling voor besluitvorming over publieke projecten, zoals de aanleg van infrastructuur en waterstaatswerken en voor de energie- en grondstoffenvoorziening. Milieueffectrapportage Daarnaast stelt de minister voor het onderzoek ter onderbouwing van besluiten sneller en doelmatiger te maken. Belangrijkste daarbij is dat de procedure voor de milieueffectrapportage nu gaat vallen onder de procedure voor het projectbesluit. Eveneens van groot belang is dat Schultz van Haegen voorstelt dat overheden meer ruimte krijgen voor een actieve inzet op de leefomgevingskwaliteit. Dat houdt in dat er meer ruimte ontstaat voor regionale en lokale initiatieven. Zo kan beter worden ingespeeld op behoeften van burgers en bedrijven. Eerdere besluiten zoals de Crisis- en Herstelwet (CHw), zijn afgestemd op de nieuwe Omgevingswet, zegt Schultz van Haegen in de brief. Als voorbeeld van positieve ervaringen met de CHw noemt de minister expliciet enkele duurzame projecten. Zo kan bij de toepassing van warmte-/koude-opslag de gevalsgerichte benadering, zoals de Wet bodembescherming die voorschrijft, belemmerend werken. “Een gebiedsgerichte benadering kan in die gevallen meer zinvol zijn. Een aantal innovatieve experimenten aangewezen bij AMvB experimenteert met de gebiedsgerichte benadering, waardoor WKO in gebieden met bodemverontreiniging mogelijk wordt gemaakt. Voorbeelden zijn Spoorzone Tilburg, stationsgebied Utrecht, Strijp-S in Eindhoven en Zwolle”, aldus de minister in de brief. Ook noemt zij als goed voorbeeld het experimenteren met
Grondwerkzaamheden bij stationsgebied Utrecht. (Foto: Flickr) autarkische woningen die zelf in energie-, water- en afvalverwerking voorzien in Leeuwarden. Reacties De eerste reacties op de stelselwijzigingen zijn over het algemeen positief. Maar op punten hebben de verschillende partijen nog wel opmerkingen. Zo zou VNO-NCW nog graag willen zien “dat bij de uitwerking en het gebruik van deze instrumenten wel soberheid moet worden betracht. Zo kan veel winst worden geboekt door niet onnodig allerlei activiteiten aan een omgevingsvergunning te binden of daarvoor gedetailleerde algemene regels te stellen.” Tweede Kamerlid Paulus Jansen heeft op zijn site ook al een eerste reactie geplaatst. Hij wijst op de handhaving: “Veel minder zaken worden vergunningplichtig, dus ook de legeskosten van de gemeenten zullen sterk dalen. De meest waarschijnlijke reactie van gemeenten daarop zal zijn: het verminderen van de handhaving. De controle op de naleving van alle ruimtelijke en milieuwetten zal dan nog slapper worden dan hij nu al is. Het zou voor de hand liggen om in de wet heldere uitgangspunten over het minimale niveau van handhaving op te nemen en ook de financiering van de handhaving te regelen.” De Tweede Kamer gaat zich buigen over deze brief. Bij akkoord kan het wetgevingstraject verder ingezet worden. Uiteindelijk streeft minister Schultz van Haegen ernaar om de wet per 1 januari 2014 in werking te laten treden.
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 13
KO RT NI EUWS ***KORT NI EUWS ***KO RT NI EU Kennis duurzame energie MBO en HBO studenten onvoldoende
Nieuwe website Duurzame Energie Koepel vanaf half mei in de lucht
Een van de doelstellingen van de Human Capital Agenda is de beschikbaarheid van goed opgeleid personeel. Dit wordt als cruciaal gezien om de Topsectorambities waar te maken. Op landelijk niveau wordt namelijk de arbeidsmarkt binnen de Topsector Energie voor technisch opgeleiden en hoogopgeleide technici krap.
Zoals in de vorige Signaal al aangekondigd: de website van de Duurzame Energie Koepel wordt geheel vernieuwd. Zoals het er nu naar uitziet gaat de website half mei ‘in de lucht’
De kwalificatieprofielen voor het MBO en HBO geven helaas op het moment onvoldoende sturing aan de inhoud van het onderwijs betreffende duurzame energie. Er zijn hierdoor landelijk grote verschillen betreffende de kennis die docenten op studenten in het MBO en HBO overdragen. Ook lijkt het erop dat een veel van de docenten onvoldoende kennis van de verschillende soorten duurzame energie en de actuele innovaties daarin hebben. Diverse branches onder de Duurzame Energie Koepel hebben inmiddels nascholingsprogramma’s voor techneuten ontwikkeld of werken hieraan. Het zou interessant kunnen zijn om een vertaalslag naar het huidige beroepsonderwijs te maken. De Duurzame Energie Koepel overweegt een Green Deal op dit onderwerp aan de overheid en roept geïnteresseerden om hun belangstelling te laten blijken. U kunt dit doen door uw visie over dit onderwerp naar ons te sturen. Dat kan door middel van het sturen van een e-mail naar
[email protected] onder vermelding van Kennis MBO/HBO.
Met de nieuwe website kan de Duurzame Energie Koepel makkelijker en meer nieuws voor en van leden van de Duurzame Energie Koepel publiceren. Ook kan via de website de duurzame agenda goed gevolgd worden. Vanuit een besloten deel, die voor ieder lid van de Duurzame Energie Koepel na registratie is te raadplegen worden de achtergronddocumenten rondom consultaties, Tweede Kamerbesluiten en –moties gedeeld.
Nieuwe norm energieprestatie nieuwbouw: NEN 7120 Vanaf 1 juli worden de bestaande energieprestatienormen voor nieuwbouwwoningen (NEN 5128) en utiliteitsbouw (NEN 2916) vervangen voor één nieuwe norm, de NEN 7120. Voorheen gebeurde de bepaling van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) voor woningen en utiliteitsbouw met aparte bepalingsmethoden. Daarnaast waren ook de bepalingen van de EPC voor nieuwbouw en de Energie Index (EI) voor het energielabel voor bestaande bouw (ISSO 82 en ISSO 75) in aparte documenten vastgelegd. De nieuwe norm NEN 7120 is toegerust om voor al deze bouwcategorieën te gebruiken. Naar verwachting zal deze norm de huidige bepalingsmethodes vervangen; voor de nieuwbouw op 1 juli, voor de bestaande bouw op een later tijdstip. Dit heeft vooral te maken met de herziening van de Energy performance of Buildings Directive (EPBD). Het wetsvoorstel ligt op dit moment bij de Tweede Kamer; of het controversieel zal worden verklaard is nog niet duidelijk. Bron: Agentschap NL/ NEN
Daarnaast gaat de Duurzame Energie Koepel nog meer gebruik maken van sociale media: Twitter, Facebook en LinkedIn. Op dit moment twittert strategisch directeur van Duurzame Energie Koepel, Monique van Eijkelenburg al volop via @mjvaneijkelenbu. Daarnaast worden straks via een slimme twitterfeed al nieuwsitems op de site van de Duurzame Energie Koepel direct op Twitter gezet.
Cloud computing niet altijd duurzaam Onderzoek van TNO toont aan dat het energiezuinige imago van cloud computing niet in alle gevallen standhoudt. Cloudoplossingen kunnen namelijk aanzienlijk variëren in hun energieefficiëntie. In het rapport ‘Cloud computing: grijs of groen?’ beschrijft TNO de kenmerken waaraan een cloudprovider moet voldoen om ‘groen’ te kunnen zijn. Ook biedt het rapport houvast voor organisaties die energiezuinig gebruik willen maken van cloud computing. Energieverbruik van een cloud is hoofdzakelijk afhankelijk van de efficiëntie van de ICT-middelen. Alleen al het gebruik van cloud computing betekent vaak een efficiëntieslag. Daarnaast is de effectiviteit van de verbruikte energie van belang, bij een groene cloud gaat zoveel mogelijk energie naar servers en zo min mogelijk naar ondersteunende apparatuur. Een andere factor om rekening mee te houden is de uitstoot door het energieverbruik. Uitstoot verminderen kan door gebruik van duurzame energie en te kijken naar de CO2 -uitstoot van de producten in de gehele keten. Meer info: www.surf.nl/nl/publicaties/Documents/Cloud Computing - Grijs of Groen def.pdf
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 14
KO RT NI EUWS ***KORT NI EUWS ***KO RT NI EU Meer groene energie door Meerwind Windenergievereniging Meerwind tekende eind april een overeenkomst waarmee zij twee nieuwe windturbines kan bouwen. Eén van de windturbines komt op de grond te staan van de familie Wink te Burgerveen. Met de bouw zet Meerwind een belangrijke stap in het beschikbaar maken van meer groene energie. Het ondertekenen van de overeenkomst is belangrijk voor de vereniging. Één van de huidige windturbines; de Polderjongen, is sterk verouderd en toe aan vervanging. Daarnaast is het met de nieuwste technische ontwikkelingen mogelijk om per windturbine meer groene stroom op te wekken. Naar verwachting kunnen de twee nieuwe turbines 2500 huishoudens voorzien van groene energie. Roel Slomp, projectlid: "De afgelopen jaren hebben we veel tijd gestoken in het verkrijgen van de juiste vergunningen. Dat dit nu leidt tot de bouw van twee windturbines is fantastisch. De komende maanden gaan we de plannen verder uitwerken; de financiering rond maken, opdracht geven aan de leverancier, aanleggen van de wegen enz. In het laatste kwartaal van 2012 hopen we te starten met de aanleg van de funderingen". Geïnteresseerden die op de hoogte gehouden willen worden van de bouw van de turbines, en mogelijk ook financieel willen participeren kunnen lid worden van de vereniging. Meer informatie is te lezen op www.meerwind.nl.
Lancering MVO-wegwijzer ISO 26000 op jaarcongres NEN Ondernemers die op een structurele manier aan de slag willen met MVO volgens ISO 26000 kunnen vanaf 26 april 2012 terecht op www.mvo-wegwijzer-iso26000.nl. Op deze website ontdekken ondernemers wat maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) voor hun bedrijf betekent en hoe zij MVO in hun bedrijfsvoering kunnen opnemen volgens de internationale richtlijn ISO 26000. De wegwijzer is ontwikkeld door MVO Nederland, NEN en Agentschap NL. Willem Lageweg, directeur van MVO Nederland: "Het aantal publicaties en onderzoeken dat aantoont dat de MVO-businesscase loont, is niet meer te tellen. Eind vorig jaar kwam ook Harvard met overtuigende cijfers. MVO Nederland en Agentschap NL stimuleren ondernemers om MVO structureel te integreren in alle bedrijfsprocessen, maar we merken ook dat dit best ingewikkeld kan zijn. Daarom hebben wij samen met NEN een wegwijzer ontwikkeld die de richtlijn ISO 26000 leesbaar en bruikbaar maakt voor MKB-ondernemers, met veel praktische tips."
Avans Hogeschool zoekt praktijkprojecten duurzame energie Bezoekmogelijkheden voor praktijkprojecten duurzame energie gevraagd voor een groep studenten van Avans Hogeschool. Gevraagde inspanning: ca. één dagdeel rond week 23 en bij voorkeur in de regio midden-/west Brabant vanwege reistijd. Een groep eerste jaars studenten van Avans Hogeschool in Breda is op zoek naar mogelijkheden om in de praktijk kennis op te doen van praktijkprojecten op het gebied van duurzame energie. Het gaat om een onderwijsmodule voor eerstejaars studenten over duurzame energie in Nederland. In de periode van 16 april tot 29 juni zijn studenten Chemische Technologie en Chemie aan de Avans Hogeschool bezig met een project over verduurzaming van Nederland met de focus op energie. De thema's die aan de orde komen zijn zonne-energie, energie uit biomassa, windenergie, energie uit water en mobiliteit. In totaal gaat het om 45 studenten. Momenteel zijn de studenten bezig zich in te lezen op de materie. Die studie moet leiden tot een inzicht over wat de dagelijkse energiebehoefte van de gemiddelde Nederlander is (vraagkant) en wat het energieaanbod op basis van bovengenoemde technologieën zou kunnen zijn. Dat is de theoretische kant, maar de Hogeschool is ook op zoek naar praktijksituaties omdat die aansluiten bij de belevingswereld van HBO-studenten. Avans Hogeschool heeft vanuit haar ligging in een regio met veel agro-industrie, biobased/ duurzaamheid hoog in het vaandel staan en de doelstelling van dit onderwijsblok is om de studenten hiervoor nog meer te enthousiasmeren. Meer informatie is te verkrijgen bij: Kees Kooijman, docent Chemische technologie/Stage-afstudeer coördinator Avans Hogeschool, tel.: 076-5250614, 06-50838100, e-mail:
[email protected].
De wegwijzer werd gelanceerd op het jaarcongres ISO 26000 van NEN, het kennisnetwerk voor normalisatie en eenduidige afspraken. Ingeborg Boon, secretaris van de normcommissie ISO 26000, licht toe: "ISO 26000 is hét hulpmiddel om MVO in de praktijk te brengen. De wegwijzer legt uit wat ISO 26000 op hoofdlijnen van bedrijven verwacht en hoe ondernemers hieraan invulling kunnen geven. Organisaties die MVO implementeren volgens ISO 26000 kunnen een zelfverklaring plaatsen op het Publicatieplatform om hun MVO-activiteiten en resultaten zichtbaar te maken." Verhuisorganisatie Mondial Movers behoort tot de eerste tien bedrijven die sinds november 2011 geregistreerd zijn op het Publicatieplatform ISO 26000. Directeur Tom Stuij: "Al in 2009 hebben wij ISO 26000 geïmplementeerd. De richtlijn is een waardevol instrument om MVO door te voeren in de kernprocessen van het bedrijf. Ik raad alle ondernemers van harte aan om de website MVO-wegwijzer ISO 26000 te gebruiken bij het opstellen en uitvoeren van hun MVO-beleid." Bron: Agentschap NL
Pagina 15
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
In totaal voor 2,337 miljard euro aan duurzame energie-subsidie aangevraagd
Warmteprojecten in trek bij eers te fase SDE+ 201 2 Vooral warmteprojecten hebben in de eerste fase van de nieuwe SDE+-regeling van dit jaar subsidie aangevraagd. Qua aangevraagd subsidiebedrag zijn geothermische projecten koploper: de 30 projecten vragen 1,078 miljard euro subsidie aan. Dat is ruim een derde van het totale subsidiebedrag dat is aangevraagd voor de eerste fase van de SDE+ 2012, 2,337 miljard.
D
at maakte uitvoeringsorganisatie Agentschap NL bekend. De nieuwe regeling ging open op 13 maart. Al na de eerste dag was met 489 nieuwe projecten en 2,3 miljard euro de eerste fase overtekend, want voor de gehele regeling (dus ook nog voor de drie volgende fasen) is 1,7 miljard euro beschikbaar gesteld. Dat er nu al voor veel meer aan subsidie is aangevraagd wil volgens Agentschap NL overigens niet zeggen. De aanvragen worden nu inhoudelijk beoordeeld, aldus Agentschap NL. Deze beoordeling kan ertoe leiden dat de budgetclaim wordt bijgesteld, onder andere als gevolg van afwijzingen. Er zijn nog geen beschikkingen verstuurd. Zodra er beschikkingen zijn verstuurd, worden het aantal gehonoreerde aanvragen en het deel van het budget dat aan projecten is toegekend in het overzicht weergegeven. Voorrang In 2012 krijgen producenten voorrang als ze genoegen nemen met een subsidie van maximaal 7 eurocent/kWh voor elektrici-
teit, 48,3 eurocent/Nm3 voor groen gas en 19,4 euro/GJ voor warmte. In 2012 komen voor het eerst ook warmteprojecten in aanmerking voor de stimuleringsregeling. Warmte heeft veel potentieel om goedkoop duurzame energie op te wekken, net als elektriciteit die wordt geproduceerd en gebruikt in het eigen bedrijf. Ook het gebruik van energie op het eigen bedrijf komt in 2012 in aanmerking voor de SDE+. Biomassa-installaties Naast de geothermische categorie is ook voor de categorie Thermische conversie verlengde levensduur veel SDE+-subsidie aangevraagd: 470 miljoen euro. Het betreft hier biomassainstallaties (het zijn er slechts 5) waarvan de MEP-subsidie die ze de afgelopen tien jaar hebben ontvangen, is afgelopen. Verhagen vindt echter dat de kosten van biomassa nog “dermate hoog zijn dat de installaties nog niet concurrerend zijn.” Verhagen: “Het is goedkoper deze projecten onder de SDE+ door te laten draaien dan een nieuwe installatie neer te zetten. De looptijd voor deze categorieën wordt 12 jaar. Dit biedt producenten langdurige zekerheid. Ik geef deze producenten de kans met hun bestaande WKK-installatie hernieuwbare elektriciteit en warmte te produceren of om zich aan te sluiten bij een groengashub. Daarmee voorkom ik dat installaties worden afgebroken die kunnen bijdragen aan het produceren van goedkope duurzame energie. Dat zou immers neerkomen op kapitaalvernietiging”, aldus minister Maxime Verhagen in zijn brief aan de Tweede Kamer in november vorig jaar.
De meeste aanvragen voor SDE+-subsidie in de eerste fase zijn gedaan in de zon-pv categorie: 380.
Zon-pv meeste aanvragen Qua aantal projecten zijn in de zon-pv categorie de meeste aanvragen gedaan: 380 voor een totaal subsidiebedrag van 15 miljoen. Voor zon-thermisch daarentegen is veel minder dan vorig jaar in de eerste fase subsidie aangevraagd: 1 miljoen euro voor 6 projecten. Verder is opmerkelijk dat voor de nieuwe categorie groen gas hub er maar 1 aanvraag is gedaan; het gaat wel om een grote aanvraag van 40 miljoen euro.
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 16
Es tafetteColumn Ner veus? DOOR RIA KALF
H
et is snel schakelen: uiteindelijk is toch nog onverwacht het Kabinet gevallen en is er vervolgens in recordtijd het Stabiliteitsprogramma Nederland uit de snelkookpan geserveerd door de Kunduz-coalitie. Dit Stabiliteitsprogramma is de basis voor de Begroting 2013. Daarin wordt een fiscaal vergroeningspakket voorgesteld, onder meer om het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken door het zwaarder belasten van energieproducten. Het gaat dan om onder meer de aardgasheffing, kolenbelasting en rode diesel. In combinatie met een aantal andere maatregelen wordt een totale opbrengst van € 890 miljoen begroot. Daarnaast komt er € 200 miljoen extra vrij voor stimulering in verduurzaming van de economie, onder meer voor woningisolatie en duurzaam bouwen en komt er een onderzoek naar het onderbrengen van zonnepanelen onder het lage BTW-tarief. Dit zijn geluiden die de duurzame energie sector onder dit Kabinet niet meer voor mogelijk had gehouden. Maar wat is de betekenis? De begrotingshoofdlijn voor 2013 is in ieder geval groener georiënteerd dan het kabinetsbeleid tot nu toe. Dat is positief. De vraag is hoe snel tot daadkracht kan worden gekomen. Tot er een nieuw Kabinet is zullen controversiële onderwerpen niet meer worden behandeld. Uiterlijk 24 mei moeten de Vaste commissies van de Tweede Kamer met een lijst komen van onderwerpen die voorstellen controversieel willen verklaren.
De voorstellen van alle commissies tezamen zullen op 29 mei tijdens een plenaire vergadering in stemming worden gebracht. Op dat moment zal duidelijk worden welke onderwerpen nog door het demissionaire Kabinet en de huidige leden van de Tweede Kamer bij de kop kunnen worden gepakt. Baanbrekende beslissingen mogen dan ook in de tussentijd niet worden verwacht. Maar voorlopig waait de wind nu vanuit een gunstigere hoek. Na de verkiezingen zal blijken welke coalitie dit land verder gaat leiden. Dan zal duidelijk worden of de zon voor duurzame energie daadwerkelijk gaat doorbreken. Het lijkt verstandig ons nu te richten op de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen, waarbij beleidsaanbevelingen voor de jaren na 2013 meer impact zullen kunnen hebben omdat de beweegruimte voor 2013 niet groot zal zijn. En voor de korte termijn ons eigen lijstje met niet-controversiële onderwerpen die voor de ontwikkeling van duurzame energie van belang zijn onder de aandacht brengen. Dit alles in de hoop dat de nervositeit bij een Kabinet over de 14% duurzame energie in 2020 net zo groot wordt als die over de 3% begrotingstekort. Ria Kalf is lid van het Platform BioEnergie
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
KORT NIEUWS ***KOR FedEC-congres over financiering duurzame projecten in gebouwde omgeving Bij duurzame energie en energiebesparingsprojecten in de gebouwde omgeving is de financiering vaak de bottleneck. Projecten gaan niet door of besparen veel minder energie dan haalbaar. Bij het congres van FedEC op 13 juni te Hilversum worden de belangrijkste financieringsvormen behandeld door deskundige sprekers van onder andere ECN, Ecofys, RaboBank, Strukton, Cofely, e2cleantech en AgentschapNL. De vraag naar financiering voor duurzame energie en energiebesparing heeft altijd al hoog op de agenda gestaan. Zeker in deze tijden is dit hét onderwerp van gesprek. Dit is ook terug te zien bij de Green Deals, het nieuwste overheidsinstrument om samen met de markt te werken aan duurzame initiatieven. Zo zijn er onder andere deals voor het realiseren van meer decentrale energieopwekking en hebben banken (Beraad Groenfondsen) en bouw-, installatie- en energiebedrijven een Green Building Deal voor groenfondsen ingediend. Naast voordelen voor het klimaat en besparing op directe energiekosten zijn er meer voordelen. Zo is door ondermeer Van Troostwijk, Zadelhoff en Universiteit van Maastricht inmiddels aangetoond dat de waarde van vastgoed toeneemt als het gebouw energiezuinig en duurzaam is. Dit congres start met overheidsbeleid en financiële regelingen. Uitvoerig zal worden stil gestaan bij komende veranderingen zoals door de greendeals. ECN presenteert de resultaten van hun onderzoek naar het (beperkte) aanbod van financiële regelingen. De studie is gebaseerd op onderzoek naar en gesprekken met financieringspartijen. ECN pleit voor een gerichter overheidsbeleid, voor garantieregelingen, fiscale maatregelen, investeringsfondsen en wettelijke aanpassingen. Verschillende financieringsvormen zoals reguliere subsidies, leningen, private equityfunds, Esco-vormen en hybride financieringen komen uitvoerig aan de orde. Sprekers zijn vertegenwoordigers uit alle sectoren van financiering met zowel theoretische kennis als ervaring in de praktijk. Het congres is ontwikkeld voor betrokkenen uit de gebouwde omgeving zoals de facilitair en vastgoedmanagers en energie -inkoper. Het congres is ook interessant voor beleidsmedewerkers van overheden, ondernemers en financieel adviseurs. Het congres vindt plaats op 13 juni 2012 bij het F&B Training Center te Hilversum. De kosten voor deelname bedragen EUR 495,- exclusief BTW. Hierbij inbegrepen zijn de kosten voor digitale syllabus, lunch en consumpties. FedEC-leden ontvangen 10% korting. Voor meer info: http://www.fedec.nl/agenda_75.php
Signaal lezers zijn uitgenodigd om te reageren op de ontwikkelingen in de duurzame energiesector via de LinkedIn groep Duurzame Energie Koepel
Pagina 13
Naast de brancheverenigingen zijn de volgende bedrijven deelnemer van de Duurzame Energie Koepel
SIGNAAL, JAAR 2012 UITGAVE 2
Pagina 18
OVER STICHTING DUURZAME ENERGIE KOEPEL De Duurzame Energie Koepel is in 2002 opgericht en heeft tot doel de toepassing van duurzame energie in Nederland te bevorderen en te stimuleren. De stichting richt zich met name op het vergroten van de invloed op de politiek en de beleidsmakers ten gunste van duurzame energie en houdt zich bezig met directe (generieke) belangenbehartiging van de duurzame energiesector. In eerste instantie ligt het accent op Nederland, maar daarnaast, mede via EREF en EREC, ook op Europa. Het uitgangspunt hierbij is dat alle vormen van duurzame energie noodzakelijk zijn om de (inter)nationale doelstellingen ten aanzien van het gebruik van duurzame energie, het beperken van de uitstoot van CO2 en het beperken van de milieubelasting ten gevolge van de energievoorziening te realiseren. De deelnemende brancheorganisaties vertegenwoordigen ruim 400 bedrijven en instellingen op het gebied van duurzame energie en vormen daarmee een krachtige vertegenwoordiging van de sector. De voorzitters van de aangesloten brancheverenigingen vormen het bestuur van de stichting. Daarnaast kent de Duurzame Energie Koepel een visievormende deelnemersraad waarin bedrijven en organisaties zitting hebben. De verschillende brancheverenigingen voor duurzame energietechnologieën die zijn vertegenwoordigd in de Duurzame Energie Koepel zijn:
Zonne-energie Vereniging Holland Solar
Windenergie Vereniging Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA)
Bio-energie
Warmtepompen
Stichting Platform Bio-Energie (PBE)
Dutch Heat Pump Association (DHPA)
Koude en warmte opslag Nederlandse Vereniging voor Ondergrondse Energieopslagsystemen (NVOE)
Energie uit Water Vereniging Energie uit Water EWA)
DEELNEMER DUURZAME ENERGIE KOEPEL WORDEN? Herkent u de filosofie van uw bedrijf of organisatie in onderstaande doelen van de Duurzame Energie Koepel? Wilt u bij politici en beslissers in Europa en in Nederland het geluid over hernieuwbare energie (inclusief decentrale opwekking) laten horen? En wilt u dat de belangen behartigd worden vanuit een positie waarin geen enkele afhankelijkheid bestaat van overheidsgelden? Vraag dan een gesprek met het bestuur aan over de mogelijkheden om toe te treden tot het selecte visievormende deelnemersberaad van de Duurzame Energie Koepel. Mail naar
[email protected] of bel 030-2340503. Het doel van de stichting is het bevorderen van de toepassing van duurzame energie en alles wat hiermee (in)direct verband houdt.
COLOFON
Duurzame Energie Koepel
Definitie duurzame energie
Korte Elisabethstraat 6
3511 JG UTRECHT
geen negatief effect of schade voor toekomstige generaties; de bron is onuitputtelijk of hernieuwbaar; de conversieprocessen passen binnen de maatschappelijk aanvaarde milieunormen.
Doelstellingen Duurzame Energie Koepel
creëren van een maatschappelijke omgeving waar duurzame energieproducten en -diensten kunnen worden afgezet die de continuïteit van de branche verzekert en zorgt voor groei; evenwichtig beïnvloeden van de beleidsmakers; integreren van duurzame energie in landelijke, stedelijke en offshore omgeving.
Potentiële deelnemers koepelorganisaties die een collectief belang behartigen voor duurzame energietechnologieën; bedrijfsmatig betrokken rechtspersonen.
contact: 030 234 05 03
[email protected] www.dekoepel.org Redactie:
Monique van Eijkelenburg (Directeur Strategie)
[email protected] Twitter: @mjvaneijkelenbu
Harmen Weijer, www.weijercommunicatie.nl Irene Hebbes,
[email protected]