Vakantie IJsland 4 juli 2011 t/m 23 juli 2011 van dag tot dag. Maandag 4 juli, Amsterdam – Reykjavik (Guesthouse Isafold) We vertrokken om 14.15 uur vanaf Schiphol richting Keflavik. De vluchttijd is ca. 3 uur en we kwamen om 15.35 uur aan. Om 17.00 uur gingen we met de fly-bus naar de Blue Lagoon. Ik heb daar een poosje lekker rond gepoedeld, heerlijk warm en ontspannend, en Ruud heeft in de tussentijd een beetje rondgekeken.
Om 19.00 uur werden we met de flybus naar het centrum Reykjavik gebracht, dicht in de buurt van Guesthouse Isafold. We moesten nog een klein stukje lopen omdat de bus niet bij het guesthouse kon komen. Dat was geen enkel probleem, de chauffeur had uitgelegd hoe we moesten lopen.
’s Avonds hebben we in een pizzeria een pizza gegeten. Dat smaakte prima. Daarna begon het te regenen en zijn we naar het guesthouse teruggelopen.
1
Dinsdag 5 juli, Reykjavik (Guesthouse Isafold) Voor het ontbijt moesten we naar de zolderverdieping van het guesthouse. Dat was heel gezellig ingericht. Het ontbijt was erg goed en uitgebreid. Na het ontbijt zijn we eerst naar de haven gegaan en hebben daar naar de boten gekeken. Daarna zijn we langs de kustlijn over een mooi wandelpad een eind gelopen en vervolgens naar het overdekte winkelcentrum Kringlan gegaan. Daar hebben we koffie gedronken en een beetje rondgekeken. Vervolgens zijn we terug gelopen naar het centrum waar midden in de stad een hele grote vijver is met veel vogels. De vijver heet Tjörnin. Daarna bij Café Paris een sandwich gegeten en in de buurt even wat boodschappen gedaan en naar de hotelkamer gebracht. Na een poosje uitgerust te hebben, zijn we weer naar de haven gewandeld en hebben nog wat winkels bekeken. Daarna hebben we een restaurantje opgezocht om te eten. Het was de hele dag prachtig weer.
2
Woensdag 6 juli, Reykjavik – Grundarfjörður (HI-Hostel Grundarfjörður) gereden afstand: 10.628 km – 10.272 km = 356 km. We hebben al vroeg ontbeten, want om 8.30 uur werd Ruud opgehaald door Herz om de huurauto op te halen. Vanaf dit moment zijn we vrij om te doen wat we willen. Om 9.30 uur vertrokken we. Eerst moesten we Reykjavik uit zien te komen en wennen aan het verkeer en de wegen.
Eerst gingen we naar Thingvellir, een prachtig natuurpark. Daar hebben we wat gelopen, er waren grote aardscheuren zichtbaar. Dit is de splitsing tussen de Euraziatische plaat en de Americaplaat. Erg indrukwekkend om te zien. Ook staat er een kerkje met 5 witte huisjes. Dit is het officiële zomerverblijf van de IJslandse premier. Ook gingen we naar een waterval, de Öxarárfoss. Daarna gingen we over weg 52, een hele lange gravelweg. Dit schoot niet erg op, maximaal 40 km/u. Soms met een hellingspercentage van 14%. Het was wel zeer de moeite waard, een erg ruig gebied. Daarna zijn we naar 2 andere watervallen gegaan die dicht bij elkaar liggen, de Hraunfossar en de Barnafoss. Toen moesten we weer een stukje terug om onze weg te vervolgen naar Snæffelsness. Dit is een schiereiland, een erg vulkanisch gebied. Onderweg kwamen we nog wat watervallen tegen waarvan we geen naam weten, maar ook een hele hoge, de Bjarnarfoss.
3
Daarna kwamen we in een heel mooi gebied met veel klimpartijen, van 10% of 12%. Ook hebben we grote lavavelden gezien. We hadden mooi weer, maar het was wel een lange rit. We hebben 2 overnachtingen in een HI-Hostel, maar zijn ondergebracht in een andere locatie. ’s Avonds hebben we wat gegeten bij Kaffi 59 in Grundarfjördur. Vervolgens hebben we nog even in de haven rondgelopen en nog wat gedronken in het dorp.
4
Donderdag 7 juli, Grundarfjörður (HI-Hostel Grundarfjörður) gereden afstand: 10.767 km – 10.628 km = 139 km. Bij deze overnachting (en morgen) is geen ontbijt inbegrepen. Om 9.00 uur ging de supermarkt open en hebben we warme ham/kaas croissantjes gekocht. Deze hebben we in de haven, in het zonnetje, zonder jas, lekker gegeten. Een flesje vruchtensap er bij en we begonnen deze mooie zonnige dag goed.
We hebben een 463 meter hoge berg gezien bij Grundarfjörður, de Kirkjufell. Dit schijnt een heilige berg te zijn. We hebben ook een mooi stuk zandstrand gezien en daar een stukje gewandeld.
In Arnastapi hebben we koffie gedronken. Er stond een groot stenen beeld van een trol. Ook waren er allemaal vogelrotsen met veel meeuwen (drieteen en noordse) en een koppeltje kuifaalscholvers op nest. Daarna zijn we weer verder gereden langs de kust naar Lóndranger. Daar staan 2 hoge kliffen van 75 en 61 meter hoog.
5
Daarna vervolgden we onze weg naar Öndverdarnes en onderweg hebben we een poolvos gezien in zomervacht. Dat was heel bijzonder. Onderweg hebben we ook een explosiekrater gezien, de Saxhöll, maar ook nog vele andere vulkanen.
Daarna richting Önverdarnes verder gereden. We hebben nog een keer een heel mooi zandstrand, Skarðsvik, met heel helder zeewater gezien. Bij de vuurtoren aangekomen, werden de lavavelden steeds ruiger. Dit was het meest westelijke puntje van Snæffelsness, dat moesten we natuurlijk zien.
6
Daarna zijn we doorgereden naar het hotel. We gingen op tijd eten, want om 20.00 uur gingen we met een boot weg om naar een eilandje te varen waar veel puffins leven en hopen dat we walvissen zouden zien. We zouden ook nog gaan vissen. Het was heel zonnig toen we vertrokken, maar bij het vogeleiland aangekomen, werd het erg mistig. We hebben wel puffins gezien, maar niet goed genoeg om te kunnen fotograferen. We hebben geen walvissen gezien. We gingen ook nog vissen. Ik ving natuurlijk niks, maar Ruud ving 2 grote kabeljauwen, waarvan de laatste wel 5 kg woog.
Onderweg kregen we nog warme chocolademelk met een lekker koekje er bij en om 22.30 uur waren we weer terug.
7
Vrijdag 8 juli, Grundarfjörður – Flatey (Hotel Flatey) gereden afstand: 10.817 km – 10.767 km = 50 km. We hebben weer lekker buiten ontbeten, in de haven. Het was goed weer, wel wat meer wind. Net buiten Grundarfjörður zagen we een waterval, de Grundarfoss. Dit is de 5 e hoogste waterval van het westen. Daarna zijn we doorgereden tot Sykkisholmur. Daar hebben we eerst koffie gedronken en onze voucher omgewisseld voor bootkaartjes. Toen zijn we een hoge bult opgegaan waar de vuurtoren staat. Omdat deze op een bult staat, is de vuurtoren zelf maar ca. 3 meter hoog. Daarna hebben we een poosje van het uitzicht genoten en door het dorp gelopen, maar er viel niet veel te beleven.
Daarna hebben we bij het informatiecentrum een traditionele IJslandse soep gegeten, Kjötsúpa. Deze was erg lekker. De ferry van Stykkisholmur is wel een hele bekende boot, nl. de Oost-Vlieland. Dit is de kleine boot (ca. 200 pers.) die vroeger als extra boot ingezet werd naar Vlieland als het erg druk was. Deze boot ging ook tussen Vlieland en Terschelling. Bijna alles is nog hetzelfde gebleven,, tot aan de Nederlandse bordjes “uitgang”, “verboden toegang” en “zelfbedieningsloket” aan toe.
8
De boottocht naar het eiland Flatey duurde 1,5 uur en we zijn naar het hotel gelopen. Wat een goed verzorgd hotel. Vanuit onze kamer hadden we uitzicht op een baai met een eilandje. In het bijbehorende restaurant hebben we uitgebreid gegeten, een 4-gangen menu. Wat het allemaal was, weet ik niet precies, maar het was wel heel erg lekker.
’s Avonds zijn we nog een aantal uren buiten geweest, vogels kijken en wandelen. Maar het eiland is erg klein, in ca. 3 kwartier heb je alles wel gezien. Al met al hebben we een mooie dag gehad.
9
Zaterdag 9 juli, Flatey – Breyðavik (Iceland Farm Holidays Breyðavik) gereden afstand: 10.937 km – 10.817 km = 120 km. Ruud stond om 4.45 uur al op om te fotograferen. Hij heeft al heel wat soorten kunnen vastleggen. We hadden een uitgebreid ontbijtbuffet. Tijdens het ontbijt hoorden we dat er een kleine eruptie is geweest van de Katla de afgelopen nacht. We moeten de ontwikkelingen goed in de gaten houden, want het kan zijn dat de rondweg niet toegankelijk is. Later deze dag hoorden we dat er een brug is weggeslagen, maar we weten nog niet waar precies. We zullen pas over ca. 1,5 week daar zijn. Het ligt op het laatste stuk van onze route. Om 10.30 uur gingen we met de boot naar Brjanslækur. Dat was ruim 1 uur varen. Daarna gingen we op weg richting Látrabjarg. In totaal 100 km.
De eerste 60 km schoten lekker op, zodat we besloten een extra stukje te rijden naar de rode stranden, ca. 12 km verderop. Dat was nog een heel avontuur. Veel haarspeldbochten op wegen van puin en/of gravel met hellingspercentages van 10%.
Vaak mocht je er maar met 20 km/u doorheen omdat de weg erg smal was en het ravijn bijna nergens voorzien was van vangrails. Het was zeer spectaculair, maar we 10
hebben het rode strand alleen van een afstand gezien. Om dichtbij te komen moesten we ook nog een stuk lopen. Dan maar weer dezelfde weg terug om onze weg weer verder te kunnen vervolgen. Bij Latrabjarg aangekomen moesten we een eind omhoog lopen om bij de rotsen te komen. We stonden aan de bovenkant van de rotsen. Nu kijken waar de puffins zaten. Er zaten er nog niet zo veel, meestal ’s avonds pas, maar we hebben ze goed kunnen zien tot op enkele meters te benaderen.
Daarna zijn we naar het hotel gereden, een boerderijhotel aan een heel mooi goudgeel strand. ’s Avonds hebben we gegeten in het hotel. Er was geen keuze, je kreeg gewoon het dagmenu. Het bestond uit aspergesoep, lam met gekruide gekookte aardappeltjes en doperwten en een soort bosbessenkwark toe. Het was allemaal erg lekker. ’s Avonds ben ik nog even naar het strand gelopen, Ruud was te moe van het intensieve rijden.
Eerst kreeg je een soort van duinen, zand met een soort helmgras. Daarna een heel breed, mooi zandstrand, vervolgens een stuk met grove stenen in het zand en bij het water een dikke laag kleine donkergrijze kiezels. Het was wel een heel mooi strand.
11
Zondag 10 juli, Breyðavik – Isafjörður (Hotel Edda) gereden afstand: 11.154 km – 10.937 km = 217 km. Vanmorgen vertrokken we om 09.00 uur richting Isafjörður. Onderweg in Patrksfjörður hebben we wat broodjes gehaald voor onderweg want we zullen niet veel meer tegenkomen. We gingen weer verder, fjord in en fjord uit. De wegen waren slecht, vooral puin, en gingen maar omhoog en weer naar beneden met stijgingspercentages van 10, 12 of 15% en ook veel scherpe bochten waar we maar met 20 km/u of 30 km/u door mochten.
We zijn ook bij de grootste waterval van IJsland geweest, de Dynjandi. Daar hebben we ook onze broodjes opgegeten.
Daarna zijn we weer verder gegaan langs de fjorden en ook een stuk door de binnenlanden. Het was weer een heel avontuur. Vlak bij Isafjörður moesten we nog een tunnel van 6 km door.
Deze had maar 1 baan en verder wat inhammen om ruimte te geven. Wij reden de richting op die voorrang had, dus tegemoetkomend verkeer moest steeds aan de kant. Maar het was niet druk.
Halverwege de tunnel was er tot onze grote verbazing een afslag, die ook weer als tunnel verder ging. Dat hadden we nog nooit gezien. In Isafjörður blijven we 2 nachten in een Edda Hotel. Dat is een kostschool die ’s zomers gebruikt wordt als hotel. Het ziet er allemaal netjes uit. 12
Daarna hebben we het dorp verkend. Het was overal erg stil, het is natuurlijk ook zondag.
We hadden een mailtje van IJsland Tours over de weggeslagen brug van 128 meter. We moeten nog maar even afwachten of het noodzakelijk is een alternatief plan op te stellen. A.s. vrijdag zullen we nogmaals een mail van ze krijgen om eventuele wijzigingen door te geven. Misschien is er op tijd een noodbrug klaar op de ringweg en misschien is het nodig dat we de auto omruilen voor een 4X4 auto. We wachten het wel af. We hebben vandaag heel veel watervallen gezien en we hebben ook nog steeds mooi weer. Vanavond zochten we een restaurant om te gaan eten, maar die zijn er niet veel. Uiteindelijk hebben we bij de hamburgertent gebakken vis met patat gegeten. Dat was prima te eten.
13
Maandag 11 juli, Isafjörður (Hotel Edda) gereden afstand: 11.197 = 11.154 km = 43 km. Vanmorgen hebben we, na het ontbijt, eerst een excursie voor vanmiddag naar het eiland Vigur besproken. Daarna zijn we naar Bolungarvik gereden. We zijn even gestopt bij de vierkante oranje met rode vuurtoren in Osvör. In Bolungarvik was niet veel te zien, maar we hebben wel een poosje in de haven staan kijken naar de grote burgemeesters. Die vlogen zo de bakken vis in om te kijken of ze nog wat te eten mee konden pikken. Dat was heel vermakelijk om te zien. Daarna zijn we weer teruggereden naar Isafjörður en bij de plaatselijke bakker hebben we koffie gedronken met hele lekkere broodjes er bij.
Daarna zijn we alvast naar de haven gegaan waar de boot naar Vigur zou vertrekken. We raakten aan de praat met een Italiaanse dame met haar moeder en wat later kwam er ook een Noorse vrouw die we op Flatey hadden ontmoet. Ook kwamen er Nederlanders die we bij Latrabjarg ook al hadden gesproken, evenals een ander Nederlands echtpaar. We gingen allemaal naar Vigur voor de puffins. We gingen met een varende taxiboot naar Vigur, waar we onder leiding van een gids het eiland bezochten, maar we konden ook gewoon zelf de boel verkennen. Tijdens het wachten op de boot werd Ruud geïnterviewd door een TV-ploeg van de IJslandse televisie. Ze wilden weten hoe hij het in IJsland vond, wat we gingen doen,hoe lang we bleven, hoe hij het weer vond, etc. Dat was een leuke
14
onderbreking.
Op Vigur hebben we heel, heel veel puffins gezien, maar ook heel veel zwarte zeekoeken en noordse sterns. Maar de puffins waren het leukst. Vooral omdat we ze nu ook met visjes hebben gezien. Ruud heeft zich uitstekend vermaakt met het fotograferen van deze leuke vogels en ik heb me bezig gehouden met het filmen van ze.
15
’s Avonds hebben we niet veel bijzonders meer gedaan. Wel even de stand van zaken met betrekking tot de ringweg/brug bekeken op internet. Ook hebben we de foto’s en video’s van de afgelopen dag beken en vervolgens op tijd naar bed. Morgen is het een lange dag.
16
Dinsdag 12 juli, Isafjörður – Reykir (HI-Hostel Sæberg) gereden afstand: 11.702 – 11.197 km = 505 km. We zijn vroeg opgestaan en hebben eerst uitgebreid ontbeten, want onderweg zullen we niet veel tegenkomen. We hadden onze was afgegeven en die kregen netjes schoon en opgevouwen terug. Om 8.00 uur gingen we al weg, weer met goed weer. We moesten nog diverse fjorden door. Bij de Sköttuffjörður zagen we een hele groep zeehonden. Blijkbaar zijn die hier altijd, want er lagen op een picknicktafel zelfs verrekijkers in een bak en er stond ook een bord om ons op deze dieren te attenderen. Toen we om de Skötuffjörður heen waren, hadden we een mooi uitzicht op Vigur. Dat lag als een mooi groen eiland in de Isafjarðardjúp. Het eerste dorp was pas na 223 km vanaf Isafjörður, het dorpje Holmavik. Daar hebben we koffie gedronken met een soort puddingbroodje van bladerdeeg. Ook hebben we alvast belegde broodjes gekocht voor onderweg.
Na Holmavik hebben ze de afgelopen tijd wat wegen verbeterd en omgenummerd, waardoor de routebeschrijving niet klopte. Eer we daar achter kwamen, waren we al 26 km verder. We hebben toen zelf een alternatieve route bedacht en uiteindelijk weer op de oorspronkelijke route uitgekomen. Het was een hele lange rit, maar wel met goede wegen. In het hotel aangekomen hebben we eerst een poosje gerust en zijn daarna op zoek gegaan naar een restaurant. Maar daar bleek het nog te vroeg voor, dus hebben we een rondje over Vatnsnes gereden, een schiereilandje. Dat bleek zeer de moeite waard. Bij Illugastaðir hebben we weer zeehonden gezien en het was een heel mooi stuk natuur. Op zeker moment hadden we hellingen van 12, 14, 15 en zelfs 18% en dat op gravelwegen. Petje af voor Ruud zijn stuurmanskunsten. 17
Uiteindelijk zijn we 3 uur onderweg geweest en waren we pas om 20.30 uur bij een restaurant. Toen hadden we ook behoorlijke trek en alles smaakte dan ook zeer goed. Na het eten is Ruud nog een poosje wezen fotograferen en ik ben voor het eerst in een hotpot geweest, het hostel had er één achter het pand. Dat was lekker ontspannend in het water van ca. 40 °C.
18
Woensdag 13 juli, Reykir – Akureyri (Hotel Edda) gereden afstand: 12.052 km – 11.702 km = 350 km. Na een eenvoudig ontbijt zijn we iets voor 9.00 uur vertrokken. We gingen via de ring op zoek naar de Kolufoss, maar we hebben de juiste afslag niet gezien, dus de waterval ook niet. Toen zijn we maar doorgereden. We kwamen langs de Tidimyrichurch, een heel klein turfkerkje, één van de oudste van IJsland.
Daarna kwamen we langs Glaumbær. Daar staan een kerkje en een turfboerderij. De turfboerderij bestond uit diverse kleine huisjes die allemaal met elkaar verbonden waren en ingericht als streekmuseum met de oude IJslandse levensstijl in de Sagaen Vikingtijd. Op de zolder van het kaffihús was ook een dergelijk museumpje ingericht, zeer leuk om te zien.
19
Daarna vervolgden we onze weg en hebben in Saudarkrokur koffie gedronken. We kwamen door Holar, waar het oudste stenen kerkje van IJsland staat van rond 1760. Vervolgens gingen we door naar Hofsós, daar hebben we aan de kust mooie basaltformaties gezien.
Na Hofsós gingen we naar Siglufjördur en daarvandaan namen we een tunnel uit oktober 2010 van 11 km lang naar Olafsfjördur. Dat ging lekker snel. Daarna via Dalvik naar het Edda Hotel in Akureyri. ’s Avonds hebben we genoten van een zeer uitgebreid diner-buffet in het hotel. Daarna in de lounge gezeten en bijna de hele avond met een Canadees zitten praten. Hij bleek ook vogels te fotograferen, dus dat schept een band. Het werd een hele gezellige avond.
20
Donderdag 14 juli, Akureyri – Laugar (Guesthouse Narfastaðir) gereden afstand: 12.373 km – 12.052 km = 321 km. De dag begon al met een stralende zon. Om 8.30 uur vertrokken we na een uitgebreid ontbijt. Wat opvalt, is dat het in dit deel van IJsland erg groen is. Er groeien hier zelfs bomen, je zou heb bijna een soort bos kunnen noemen. We zijn bij de Godafoss geweest, wat een hele mooie brede waterval is.
Onderweg naar Husavik zagen we al vele pseudokraters en diverse lavavelden. In Husavik heeft Ruud bij een garage gevraagd of hij een inbussleutel kon gebruiken om zijn statief aan te draaien, die was de afgelopen dagen los geraakt. Dat lukte.
Toen begonnen we aan een mooie route. We gingen eerst naar het noorden en hadden mooi uitzicht op het eilandje Lundey waar heel veel puffins leven. Vervolgens kwamen we langs Tjörnestá, het noordelijkste puntje van het schiereiland Tjörnes. Daarna zijn we doorgereden naar Ásbyrgi Cliffs, Europa’s grootste canyon met spectaculaire kliffen. Aan beide kanten zijn twee 90 meter hoge rotswanden Enorm indrukwekkend. Daarna gingen we naar de Hljódaklettar, een groep van basaltrotsen en rotsformaties. Ook dit was enorm indrukwekkend. 21
Onderweg zagen we ook nog een rode heuvel, dat bleek een pseudokrater te zijn, de Raudhólar. Vervolgens ging de tocht naar de Dettifoss en de Selfoss. De Dettifoss is de grootste en krachtigste waterval van Europa waar ca. 200 ton water per seconde naar beneden klettert. Dit was zeer overweldigend om te zien. De Selfoss bestaat uit een stuk of tien kleinere watervallen.
We vervolgen we onze route naar de Kraflacentrale. Deze centrale wekt elektrische energie op uit geothermische warmte. We zagen er ook een rivier die enorm dampte. Het water bleek heerlijk warm en er baadden ook mensen in. Uiteraard bezochten we daarna de Krafla en de viti. Wat is de vulkaan toch mooi en wat een hoeveelheid aan kleuren. De viti is enorm groot en gevuld met blauwgroen water.
22
Het Krafla-gebied is nog steeds zeer actief en het op één na jongste vulkanische gebied van het land. We zijn nog naar Leirhnjúkur gelopen, wat nog een heel eind was vanaf de parkeerplaats. Maar het was zeer de moeite waard. We hebben blubberende modderpotten gezien en veel sissende spleten e.d. De lava voelde nog warm aan. Dit is gewoon niet te omschrijven. Het hele Krafla-gebied was het meest indrukwekkende wat we tot nu toe gezien hebben.
23
Hierna werd het tijd om ons guesthouse op te zoeken. Daar kwamen we om 20.45 uur aan. Gelukkig konden we nog wel eten, al waren we eigenlijk te laat. Maar het smaakte ons prima.
24
Vrijdag 15 juli, Laugar (Guesthouse Narfastaðir) gereden afstand: 12.534 km – 12.373 km = 161 km. We stonden op en er was alleen maar mist. Na een goed ontbijt zijn we toch maar op weg gegaan naar Myvatn. Gelukkig was de mist daar ineens weg. Jammer genoeg was het wel regenachtig, voor het eerst deze vakantie. We zijn eerst naar het Sigurgeir’s Bird Museum geweest. Daar zijn van alle vogels die op IJsland leven exemplaren opgezet en ook nog wat andere vogels. Het was een erg leuk, klein museum. We hebben er ook nog even koffie gedronken.
Daarna zijn we enkele keren om Myvatn heengereden en steeds een poosje gestopt om te kijken of een stukje te lopen. Gelukkig hebben we toch nog wel het één en ander gezien, waaronder een giervalk en een koppeltje kuifduikers met twee jongen.
Vervolgens zijn we nog doorgereden naar Námaskard, een geothermisch gebied. Hier liggen sulfaatterrassen, dampende zwavelbronnen, stoompotten en kokende modderpoelen. Bijzonder imposant om te zien en omdat de zon er toch nog een beetje doorkwam, ook heel kleurrijk.
25
Daarna zijn we terug naar het guesthouse gereden, het was inmiddels al na zessen. Onderweg nog even wat foto’s geschoten, zoals van de Hverfjal, een enorme explosiekrater in de vorm van een ringwalkrater. De diameter hiervan is ruim 1 km. Deze krater is al 2500 jaar oud. Om 19.00 uur konden we aanschuiven aan het diner-buffet.
26
Zaterdag 16 juli, Laugar (Guesthouse Narfastaðir) gereden afstand: 12.672 km – 12.534 km = 138 km. Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan en hebben om 7.00 uur supersnel een paar boterhammen naar binnen gewerkt. Om 7.45 uur moesten we in Reikjahlíd zijn om om 8.00 uur te kunnen vertrekken met een excursie met een 4x4 bus.
We gingen de binnenlanden in, naar de Askja. Het weer was iets mistig, maar verder redelijk. Wel koud, ca. 5 ºC. We hebben vooral veel lava gezien, uit verschillende perioden. Het jongste lavaveld was 40 jaar oud en de oudste lavavelden waren tot duizenden jaren oud. Ook hebben we heel veel (pseudo)kraters gezien.
De gids, een hele leuke dame, vertelde onderweg heel veel over de verschillen in de lavavelden en over alles wat we onderweg tegenkwamen. We staken diverse keren een rivier door en we hebben een waterval gezien. Hier konden we onze flesjes met water vullen om te drinken, zo zuiver was het. We maakten diverse korte en langere stops, soms gingen we een stukje lopen. Ergens halverwege stopten we bij Herdubreid, een 1682 meter hoge Tafelberg, maar deze was vanwege de mist niet goed te zien. Ook hebben we de Drekagil (drakenkloof) gezien.
27
Bij de Askja aangekomen werd het mistig, heel erg. We moesten ca. 3 kwartier door een dikke laag sneeuw heen ploeteren om op de Askja te komen. Helaas konden we niet naar beneden kijken naar de viti, omdat er totaal geen zicht meer was door de mist. Dat was een tegenvaller. Toen moesten we weer 3 kwartier door de sneeuw ploeteren om terug te komen bij de bus.
Op de terugweg vertelde de gids nog wat IJslandse gewoontes en tradities. Om 18.45 uur waren we weer terug. Inmiddels was het zonnig geworden. We hebben snel wat gegeten en een wandeling langs Myvatn gemaakt. Daar heeft Ruud nog leuke foto’s kunnen maken. Uiteindelijk waren we pas om 22.30 uur bij het guesthouse terug. 28
Zondag 17 juli, Laugar – Egilsstaðir (Hotel Edda Eiðar) gereden afstand: 13.004 km – 12.672 km = 332 km. Vandaag zijn we lekker rustig aan begonnen. We zaten pas na 8.30 uur aan het ontbijt. De dag begint weer goed, het is droog en de zon probeert er door te komen. We zijn eerst even naar Dimmuborgir gereden, waar grote lavaformaties en ruige rotspunten te zien zijn. Het begon alleen iets te regenen, dus we zijn niet lang gebleven.
Daarna zijn we over de ring verder gereden. De F88 zijn we stiekem een stukje achteruit ingereden, daar staat een vulkaan van 10.000 jaar oud, de Hrossaborg, met een lavaveld van 4440 km² de Ödádahraun. Inmiddels was het weer droog geworden.
We volgden de ring verder en kwamen over een brug, de Brú de Jökulsá. Zelfs deze grote brug was “einbreid brú”. We reden door vele lavavelden. Omdat de hele tijd over de ring rijden niet leuk is, hebben we de 901 genomen, dit is een stuk van de oude ringweg, van gravel. Hier konden we ook nog een keer koffie drinken, we zagen weer bekenden. Deze gravelweg ging door een prachtig gebied. 29
Erg doods, er groeide bijna niets, maar met leuke hellingen zoals een keer 12% en wat haarspeldbochten. Uiteindelijk kwam deze weg weer op de ring uit. Deze vervolgden we en zagen onderweg nog een mooie waterval en later nog meer. Bij een grote brug over de rivier Lagarfljót hebben we even uitgerust. We wilden ook naar de Hengifoss (118 meter hoog). Hiervoor moesten we een wandeling van 2,5 km lopen, omhoog. Het was goed uitkijken waar je liep, want de afgrond was diep en het pad glad met stenen. Uiteindelijk zijn we maar tot aan de Litlanessfoss gekomen, maar deze was zeer de moeite waard omdat deze omgeven was door enorme basaltpilaren.
Daarna zijn we via de andere kant van het meer naar Egilsstaðir gereden. We kwamen langs het enige bos wat IJsland rijk is.
In Egilsstaðir aangekomen, gingen we naar Seydisfjördur. Dit was een weg die al slingerend naar boven en vervolgens naar beneden ging tot ca. 1000 meter hoog. Er lag nog veel sneeuw. We kwamen langs vele watervallen, waarvan er twee een naam hadden: de Gufufoss en de Mulafoss. We reden helemaal in de wolken. In Sydisfjördur was niet veel te beleven, maar we hebben wel de plek gezien waar de ferry van Denemarken aankomt. Vlak bij Egilsstaðir zagen weer een waterval, de Fardagafoss. Daarna reden we door naar ons hotel in Eidar. 30
Maandag 18 juli, Egilsstaðir – Höfn (Guesthouse Hvammur) gereden afstand: 13.307 km – 13.004 km = 303 km. We vertrokken na een goed ontbijt richting Reydarfjördur. Ruud reed wat te hard met 8 km/u en werd op de bon geslingerd. Het kostte ISK 7500, omgerekend ca. € 45,--. Dat was even schrikken. Gelukkig ging daarna de zon schijnen en werd het mooi weer en waren we de bekeuring al snel weer vergeten. Tussen Reydarfjördur en Fáskrúdsfjördur gingen we weer door een tunnel, dit keer 5,9 km lang. In Breiddalsvik zagen we een mooi zandstrand, met donker zand.
Op weg naar Djúpivogur kwamen we langs een piramidevormige basaltberg, de 1068 meter hoge Búlandstindur. Vlak voor Djúpivogur stonden restanten van stokvis droogrekken. Een eind verder was een zwart kiezelstrand met rotsen waar de golven heel hoog opspatten.
Daarna vervolgden we onze weg en zijn nog even naar Stokkones gereden. Daar is een voormalig NATO-radarstation. Verder was er niet veel te zien. Wel kwamen we 2 ruiters tegen en de paarden waren erg schichtig. We hebben maar even gewacht tot ze weg waren. Om 15.30 uur waren we in Höfn. Daar hebben we ingecheckt en zijn naar de haven gegaan.
31
We zijn een poosje in de haven gebleven. Ruud bleef nog een tijdje vogels kijken en ik ging ondertussen wat boodschappen doen. Om ca. 18.15 uur gingen we naar een restaurant om wat te eten, vervolgens weer terug naar de haven. In de haven zwom steeds een zeehond. Die kwam behoorlijk dichtbij. Er zaten ook heel voor Noordse stormvogels. Om 21.30 uur gingen we naar het guesthouse.
32
Dinsdag 19 juli, Höfn – Hvoll (HI-Hostel Hvoll) gereden afstand: 13.545 km – 13.307 km = 238 km. Vanmorgen schrokken we om 6.50 uur wakker van het brandalarm dat af ging in het guesthouse. Iedereen schrok zich rot en stoof de gang op. Er bleek gelukkig niets aan de hand te zijn, vals alarm. Later bleek dat de broodrooster de boosdoener was. We waren hierdoor al vroeg op pad en ook al vroeg bij het ijsbergenmeer. Wat is dat ontzettend mooi. De zon scheen en daardoor waren vele tinten blauw te zien.
We zijn ook met een amfibievoertuig het meer op gegaan richting de gletsjer. Heel indrukwekkend. Daarna zijn we nog op het (zwarte) strand wezen kijken, daar lagen vele brokken ijs. Ook zagen we ijsbrokken vanuit het meer richting zee stromen met een enorme snelheid. En hier tussendoor zwommen er weer zeehonden.
Al deze ijsschotsen zijn afkomstig van de grootste gletsjer van Europa, de Vatnajökull. Deze gletsjer is ongeveer zo groot als onze provincies Friesland, Groningen en Drente bij elkaar. De ijsschotsen komen in de gletsjerlagune Jökulsarlon, die ruim 200 meter diep is. Alles bij elkaar is heel sprookjesachtig om te 33
zien. Even later kwamen we langs de gletsjertong Fjallsjökull met een klein ijsbergenmeer. Ook dit was heel mooi om te zien.
Daarna zijn we doorgereden naar Ingólfshöfdi en vervolgens door naar Skaftafell, een groot natuurpark. Daar is ook de meest gefotografeerde waterval, de Svartifoss. We moesten hiervoor 1,9 km klimmen voor we er waren. En wat viel die waterval ons tegen. De basaltkolommen achter de waterval waren mooi, maar de waterval zelf stelde niet veel voor. Bovendien hadden we al veel mooiere basaltformaties en watervallen gezien. Bij de afdaling op de terugweg kwamen we langs een kleinere waterval, de Hundafoss en die was bijna mooier dan de Svartifoss.
Daarna zijn we doorgereden naar Kirkjubæjarklaustur. 34
Woensdag 20 juli, Hvoll (HI-Hostel Hvoll) gereden afstand: 13.811 km – 13.545 km = 266 km. Na het ontbijt gingen we eerst naar Núpsstadir, een oude turfboerderij met een turfkerkje uit de 17e eeuw. Dit is het kleinste kerkje van IJsland met plaats voor 8 personen en de organist en de predikant.
Daarna zijn we bij Dverghamrar geweest, 2 kolomvormige basaltkliffen. Dat was heel mooi om te zien.
Vervolgens zijn we naar de kloof Fjadrárgljúfur gegaan. Dit schijnt één van de mooiste canyons van IJsland te zijn. We hebben hier een wandeling gemaakt. Er waren vele steile rotswanden met uitsteeksels. Het was inderdaad heel erg mooi. De canyon is 100 meter diep en 2 km lang.
35
Daarna zijn we naar Kirkjugólf gegaan. Hier ligt een groot aantal basaltkolommen waarvan de bovenkant gelijk is met de grond. Het lijkt op een oude kerkvloer. We zijn daarna naar Vik doorgereden. Vlak daarvoor moesten we over de noodbrug die inmiddels in gebruik was genomen na het wegslaan van de 128 meter lange brug. We konden heel goed zien waar de weg was weggeslagen door de Katlauitbarsting.
In Vik hebben we koffie gedronken en soep met stokbrood gegeten. Toen gingen we naar Reynisdranger. Dit is een zwart lavastrand met diverse balasten rotsen. Deze waren prachtig om te zien.
We wilden ook nog een stukje verder naar een 120 meter hoge vogelrots Dyrhólaey, het zuidelijkste puntje van het vasteland. Helaas konden we er niet komen omdat ze met de weg bezig waren. We konden er met geen mogelijkheid langs. Dat was wel jammer. Toen zijn we weer terug gegaan naar Kirkjubærjarklaustur en hebben daar lekker gegeten.
36
Donderdag 21 juli, Hvoll – Laugarvatn (Hotel Edda ML) gereden afstand: 14.132 km – 13.811 km = 321 km. Na het ontbijt, dit was in de huiskamer van de beheerder, vertrokken we richting Vik. De eerste stop was bij Laufskálavarda, een veld met allemaal op elkaar gestapelde stukjes lava. Het zou geluk brengen als je de eerste keer dat je hier bent, een steen ergens bovenop stapelt. We waren hier de vorige dag al langs gekomen, maar niet gestopt. We hebben toch ieder maar een steen gestapeld, je weet maar nooit of het geluk brengt of niet. De tweede stop was voor koffie in Vik. Daarna gingen we door naar de Skogafoss, een prachtige waterval in het groen gelegen en is 60 meter hoog.
Even verderop was goed te zien waar de uitbarsting van de Eyjafjallajökul in 2010 is geweest. Er is inmiddels een heel informatiecentrum over deze uitbarsting.
37
Vervolgens ging de rit naar de Seljalandsfoss, een 40 meter hoge waterval waar je achterlangs kunt lopen. De rechterkant was afgesloten, maar via de linkerkant kon je er wel achter komen. Ik heb een poging gewaagd, maar halverwege de klim besloot ik toch maar niet verder te gaan. Het werd me te gevaarlijk. Er waren steeds meer rotsblokken in gladde modder en het werd ook erg nat. Toen ben ik maar terug gegaan. Daarna gingen we naar Hella, waar we een broodje hebben gegeten. Toen zijn we naar Gullfoss gegaan, dat was een heel eind rijden. Gullfoss is een prachtige, hele grote waterval. De zon scheen en hierdoor waren er ook regenbogen te zien.
Daarna, als laatste van de route, nog naar Geysir en Strokkir. Dit is een heel geothermisch gebied, waar water van 80-100 ºC uit de grond komt.
Voor de geiser Strokkir is erg indrukwekkend om te zien. Deze spuit iedere 5 à 10 minuten water ongeveer 30 meter de lucht in. Prachtig gewoon. We waren hiervan erg onder de indruk.
38
Vervolgens zijn we naar het hotel in Laugarvatn gegaan, waar we ’s avonds ook hebben gegeten.
39
Vrijdag 22 juli, Laugarvatn – Keflavik (Guesthouse Keflavik) gereden afstand: 14.362 km – 14.132 km = 231 km. Als eerste gingen we naar Kerid, een 55 meter diepe explosiekrater met heel veel kleuren. Er groeide een grote verscheidenheid aan planten. De krater is gevuld met water. Omdat hij niet zo groot is, kun je om de rand van de krater heen lopen. Daar deden we ongeveer een half uur over. Heel mooi.
In Hveragerdi hebben we bij een bakker koffie gedronken met een lekker broodje er bij. Toen zijn we doorgereden naar Thorlakshöfn, maar dat was erg stil. Op weg naar Grindavik kwamen we langs een klein 190 meter hoog vulkaantje, de Festarfjall en ook langs een leuke rotsformatie. Grindavik zijn we doorgereden en we gingen verder langs de kust, op zoek naar een uitkijkpunt waar je het eiland Eldey kon zien. We kwamen uiteindelijk op een heel ander mooi punt, met pruttelende modderpoeltjes en dampende gaten. Dit bleek achter de geothermische energiecentrale te zijn. Dit was onverwacht erg mooi.
Daarna hebben we toch nog het punt aan zee gevonden met uitzicht op Eldey. Dat was heel mooi met zwarte lava en rotsformaties. Daar hebben we ook Jan van Genten gezien.
40
Vervolgens zijn we naar Keflavik gereden en hebben het hotel opgezocht. Na even uitgerust te hebben, zijn we op zoek gegaan naar een restaurant. Omdat we alleen fastfood restaurants zagen, hebben we besloten toch maar in het hotel te eten. Dat bleek een goede keus. ’s Avonds zijn we vroeg naar bed gegaan, want de volgende morgen moesten we al vroeg op.
41
Zaterdag 23 juli, Keflavik – Amersfoort gereden afstand: 14.370 km – 14,362 km = 8 km. De terugreis. Om 4.30 uur ging de wekker en om 5.00 uur zaten we aan het ontbijt. Om 5.30 uur heeft Ruud mij met de bagage afgezet op het vliegveld en ging hij de auto wegbrengen. Om 5.45 uur was hij terug en om 6.10 uur waren we ingecheckt. Het vliegtuig vertrok om ca. 8.00 uur IJslandse tijd.
Om ongeveer 13.15 uur Nederlandse tijd zijn we geland. We moesten best lang op onze bagage wachten, dus we hadden pas om 14.19 uur de trein naar Amersfoort. Om goed 15.00 uur waren we weer thuis. We kunnen terug kijken op een fantastische vakantie welke onuitwisbare indrukken heeft achtergelaten. Nu komt de grote klus: het uitzoeken van de vele foto’s (ruim 16.000) en het monteren van de video-opnamen.
42