t
~~ ~
r r',
~`~~~~r
~
s
~_ .:s ~. ~I~ ~. ,.~~
~;
jllleli~flll~
of het moment dat `de Hoge Raad daarover(...) uitsluitsel zou geven'.~ De wetgever gaf niet thuis; bij het thans aanhangige wetsvoorstel' heeft de wetgevei• het 'algemeen bewijsbeslag' niet meegenomen, omdat de minister 'de verdere ontwiltkelingen in de pralctijk lvii afwachten:8 De pral
Conservatoir bewijsbeslag in IE-zal<en is Binds 1 mei 2007 mogelijl< op grond van artil<el 1019c Rv. Een dergelijl< beslag in niet IE-zal<en is echter(nog)niet wettelijlc vastgelegd. Door het ontbrelcen van een specifielc daartoe strel<1<ende wettelijke regeling, is in de Nederlandse literatuui~ en lagere rechtspraal<5 de nodige discussie ontstaan over de vraag of de mogelijl
7
7
8
2 3
4
5
382
r
.;
ira daze z~~ ~1< - w~ariai de v~~rzieningettrech~e~~ ~rrejudia~iele va°agen aaai die Hag2 Raad heePt gestelsi~ - ;e~ng .het iii de ]cerr~ oa~~ de viaag of i6iaaken die net ondea~ de ~regeling vin pie a~tilcelera "1019b en 1919e Rv vallen ~ (`niet~-IE-zalc~n'}, oolc aie c~~gelijkheid laes~aat dot het l~gge6~ vin ~c~r►seevatoir k~evVijsbeslag.' De ]Rage Raad ~`heeft d~z~e vi°Zag beaeSCigemc~ be~~~two€er~i. Daaa~.. ~~~ast heef~ de doge R~acl e~ig~ vervolgvaage~► va~~ cde vciorzie9~origea~recht~r Dues• ~- andei~ ra~e~~ - de vvijze vuaarop Pin dergelijls bes&ag die~~t 9:e wordeai uiggevoer~l e~~ a1e claarbij iYa ~ch~ t~ ~~eri~~~z voorsch~wfteca en vvaarborgeii iaeantv~rooe~d.
1,
~,,
Mw. mn A.F. Noija(werkzaam bij Blenheim advocaten to Amsterdam)is als advocaat V ij d eze zaak be trold<en. Thssenbeschikking van de voorzieningeneechter pan de Rb. Amsterdam 4 december 2012, LJN BY6220. Beslag op bescheiden en andere gegevensdragers die zich onder een ander bevinden om deze voor het Joel van bewijslevering to bewaren (niet: to geUruiken). Zie: Asser Proresrecht/Asser3 2013/201. Vele schrijvers hebben zich hieraver uitgelaten. Zonder hier volleclig to willen zijn, noem il< in ieder geval J. EI<elmans,'De exhibitieplicht', Deventer; Kluwer 2070 en J.R. Sijmonsma;'Het inzagerecht. Artikel 843a van het Wetboelc van Biirgerlijlce Rechtsvm•dering', Deventer:[
2.
Feiteai
In deze zaal< grog het om het volgende. Verzoel<ster houdt zich bezig met beleggingen. Zij heeft in een aantal tranches 6
9
10
Aldus het LOVCI< (het Landelijk Overleg Val
Paf1.10 - december 2013
NTBR
ALGEMEEN CONSERVATOIR UEWIJSE3ESLAG DOOR HOLE RFlAD TOEGESTAAN
een bedrag van ruim € 17.000.000,- geinvesteerd in FlBC B.V,
(hierna: 'ABC'). Verzoel<ster bezat 67% van cle aandelen in het I
heeft diarna, met aanhouding van iedere verdet•e beslissing en met instemming van de advocates van beide pZrtijen, op cle voet van ai•tilce1392 lid 1 Rv bij tussenbeschilcicingvri 4 december 2012 een aanial prejudiciele vragen aan de Hoge Raid voorgelegd" 3.2 Hoge Raced Op 5 december 2012 is een afschrift vin de tttssenbeschilcI
3.
3.1 l/oorzteningenrechter Verzoekster heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbznl
4.7 Algemene inleidende opmer►cingen Hoge Raad De Hoge Raad vangt aan met enige algemene opmerltingen over de toelaatbaarheid en de voorwaarden van het bewijsbeslag naar Nederlands recht14 De Hoge Raad onderl<ealY dat het bewijsbeslag een ingrijpend dwangmiddel is, waardoor onder omstandigheden aan de wederpartij of de derdets onder wie het beslag wordt gelegd, aanzienlijl<e schade of andere hinder lean worden toegebracht. Ool< geeft de Hoge Raad aan dat beslaglegging niet steeds nodig is om tegemoet to lcomen aan de belangen van de verzoelcer. Een belangenafweging is derhalve steeds noodzakelijlc. Daarbij verwijst de Hoge Raad naar artil<el 21 Rv (waarheidsplicht): indien een partij voor het bewijs van haar 71 12
Wddl'C~CI'. 73
Vervolgens heef't de voorzieningenrechter, voordat hij een oordeel geeft over de vraag of het verlof definitief wordt verleend, beide partijen en hun raadslieden in de gelegenheid gesteld zich uit to laten over zijn voornemen prejudiciele vragen aan de Hoge Raad to stellen, alsmede over cle inhoud van de to stellen vragen. De voorzieningenrechter
IV'I'~It
~or~arx►~xeta~r
!!e~°laop ~ro~ediXre
14
15
TussenUeschild
f4f1.10 - december 2013
383
ALGEMEEN CONSERVFlTOIR BEW[JSBESLAG DOOR HOGS RAAD TOEGESTAAN
stellingen is aangewezen op de tnedewerl
ool< de afgifte van roerende zaken en DNA 1
19 ZO
~...~
"Een enlcele Iceer hebben de reacties niet tot de gewenste aanpassing aanleiding gegeven. In dot verband mag de suggestie het bewijsbeslag in de wet to regelen niet onvermeld blijven. Volgens de regering goat het om een afzondei•lijl< onderwerp, dot antlers don het recht op afschrift van bescheiden, niet zo vet goat dot daaronder 27
]6 17 18
384
R.o. 3.3,2 van de prejudiciele beslissing van de Hoge Raad van 73 september 2013. R.o. 3,33 van de prejudiciele beslissing van de Hoge Raad van 13 september 2013. Het Wetsvoorstel'AanpassingvanhetWetboel
22
23
ICamerstuld<enll, 2077-2012,33 079, nr. 3, p. 5 en 7-8. Zo ook: J.R. Sijmonsma, 'Het inzagerecht vernieuwd?', in: '[VPP 2070-6, p.184, die opmei9
Af1.10 - december 2013
NTBIt
ALGEMEEN CONSERVATOIR BEWIJSBESLAG DOOR HOGE RAAD TOEGESTAAN
ke grenzen blijven. De hierna to vermelden regels laten de voorzieningenrechter de ruimte daaraan toepassing to geven op een wijze waarop aan de zojuist vermelde strekking recht wordt gedaan..:' Het is een goede zaak dat de Hoge Raad, bij gebreke van een duidelijke (nieuwe) wettelijke regeling en zijn bekendheid met de verdeeldheid in de literatuur en rechtspraak, zich heeft gerealiseerd dat de rechtspraktijk een grote behoefte heeft aan een oordeel van de Hoge Raad over het bewijsbeslag en van deze mogelijkheid gebruik heeft gemaakt en in zijn beslissing de gezochte duidelijkheid heeft gegeven. Hoewel dit voor sommigen toch onverwacht zal zijn geweest.Z4 Na deze inleidende opmerkingen, komt de Hoge Raad toe aan de beantwoording van de gestelde prejudiciele vragen van de voorzieningenrechter:
De Hoge Raad maakt daarbij tevens duidelijk dat het rechterlijke verlof geen verdergaande aanspraken geeft dan de bewaring van de in beslag genomen bescheiden. Noch het verlof, noch de beslaglegging zelf geeft de beslaglegger recht op afgifte,inzage of afschrift. De Hoge Raad benadrukt aldus het conserverende karakter van het bewijsbeslag. Ook heeft de verzoeker niet het recht bij de beslaglegging aanwezig to zijn (artike1702 lid 1 in verbinding met 443 lid 2 Rv). Onder omstandigheden kunnen deze bescheiden, ter plaatse gemaakte kopieen daaronder begrepen, ter gerechtelijke bewaring worden afgegeven, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 709 Rv,zo bevestigt de Hoge Raad. Ook A-G Wesseling-van Gent erkent dat in de praktijk'klaarblijkelijk' de behoefte aan de rechtsfiguur van conservatoir bewijsbeslag in niet-IE-zaken bestaat en merkt daarbij op dat voor het aanvaarden van de mogelijkheid van een bewijsbeslag in niet-IE zaken het karakter van een dergelijke maatregel essentieel is:
4.2
Conservatoir bewijsbeslag ook toegestaan in niet IE-zaken 1. Volgens artikel ]019b lid 7 jo. 1019c lid 1 Wetboek van eurgerlijke Rechtsvordering(Rv)kan bewijsbeslag gelegd worden in zaken met betrekking tot inteltectuele eigendom. eestaat in taken die niet vallen onder deze bepalingen (niet 1E-taken)ook de mogetijkheid voor het leggen van een bewijsbeslag7 Het antwoord op deze vraag is een volmondig `ja': de artikelen 730 en 843a Rv bieden 'voldoende grondslag' voor het leggen van een bewijsbeslag, ook in niet-IE-Zaken. De artikelen 1019a leden 1 en 3,1019b leden 3 en 4 en 1919c Rv (die zien op het treffen van voorlopige maatregelen waaronder conservatoir bewijsbeslag ter bescherming van bewijs in IE-taken)zijn voor zover nodig van overeenkomstige toepassing.zs Dit betekent, volgens de Hoge Raad, dat de beslaglegging slechts kan plaatsvinden onder de in artikel 843a Rv gestelde voorwaarden en dus ool< dat zij slechts betrekking kan hebben op 'bescheiden'in de tin van die bepaling. Hieronder kunnen overigens mede begrepen worden digitale bestanden, met dien verstande dat de mogelijkheid bestaat dat daarvan onder toezicht van de deurwaarder ter plaatse kopieen worden gemaakt, die dan in beslag worden genomen. De beslaglegging kan volgens de Hoge Raad, indien noodzakelijk, tevens de voorwerpen betreffen waarin, of de gegevensdragers waarop,deze bescheiden zich bevinden.26
24
25 26
Zo geeft mr. L.P. Broekveldt in zijn artikel 'Algemeen bewijsbeslag: tekort in huidig recht (art. 730 jo. 843a Rv) en in komend recht' in NTBR 20134 o.m. aan: "... Daarbij zou tevens kunnen worden aangegeven dat het de rechtsvormende taak van de Hoge Raad ver to buiten gaat om dit probleem zelf op to lossen,zodat dit op de weg van de wetgever ligt, temeer nu door hem de herziening van de exhibitieplicht al ter hand is genomen:' R.o. 3.9.1, waarin word[ verwezen Haar r.o. 3.6.1-3.7.4 van de prejudici~le beslissing van de Hoge Raad van 13 September 2013. R.o. 3.6.1 van de prejudiciele beslissing van de Hoge Raad van 73 September 2013.
NTBR
"Bewijsbeslag dient een conserverende maatregel to zijn die de strekking heeft om bewijsmiddelen to bewaren of -in de woorden van de artikelen 1019 b en 1019c Rvte beschermen en geen recht geeft tot inzage, afschrift of uittreksel, dat kan worden gelegd in afwachting van een rechterlijke uitspraak over de vordering waarin alle eventuele bezwaren van de beslagene tegen die inzage, afschrift of uittreksel zijn beoordeeld:'Z' De A-G benadrukt daarbij dat de wetgever de codificatie van het bewijsbeslag in niet-IE-taken nu ter hand moet nemen in verband met de in de praktijk levende uitvoeringsvragen.28 A-G Wesseling-Van Gent geeft daarbij aan de prejudi27
28
Sub 2.20-2.21 van de conclusie van A-G Wesseling-van Gent. De A-G verwijst daarbij Haar Asser Procesrecht/Asser 3 2013201. Vervolgens noemt de A-G ook enige voorwaarden die aan het bewijsbeslag moeten worden gesteld; de A-G verwijst ook Haar art. 730 en S43a Rv en stett een voory stander to zijn van de verplichting voor de beslaglegger om een vrees voor verduistering to stellen. Ten derde dient volgens de A-G door de rechter voor de belangen van de beslagene to worden gewaakt en dient de vertrouwelijkheidvan alle in beslagto nemen gegevens worden gewaarborgd, onder meer door het verlof to combineren met bewaarneming. A-G Wesseling-Van Gent verwijst in sub 2.29-2.30 van haar conclusie Haar de voor deurwaarders ontwikkelde Richtlijn Werkwijze bewijsbeslag en image. Deze richtlijn is voor deurwaarders ontwikkeld en de achtergrond kan als volgt worden omschreven:"Deze werkwijze dient ais richtlijn voor gerechtsdeurwaarders en (IT-)deskundigen. Zij geeft op hoofdlijnen weer hoe men to werk diem to gaan bij de uitvoering van beschikkingen voor bewijsbeslag en vonnissen tot het verstrekken van image. De richtlijn heeft tot doel - bij gebrek aan een ander wettelijk kader - structuur aan to brengen in de uitvoering van de beslaglegging en de image. Daarbij wordt beoogd een effectief bewijsbeslag to verzoenen met de rechten van de beslagene, controle mogelijk to maken op de uitvoering van de beslaglegging en inzichtelijkheid to creeren in de bewijsbeslagpraktijk, Aansluitend heeft het handvatten voor een juiste structuur in de image, waarbij een level playing field wordt gecreeerd voor beide procespartijen (beslaglegger en beslagene). Deze richtlijn is grotendeels gebaseerd op de 'werkwijze NMa analoog en digitaal rechercheren 2010' en in dat kader gegeven reacties bij de consultatie van het concept werkwijze NMa. De richtlijn is toegesneden op de specifieke kenmerken van een bewijsbeslag - een tussen procespartijen bestaand geschil over exhibitie. De werkwijze is mede vastgesteld op grond van de opgedane ervaringen bij de uitvoering van de bewijsbeslagen en de image na vonnis, grotendeels gebaseerd op niet-gepubliceerde en nog lopende rechtszaken:'
Af1.10 - december 2013
385
ALGEMEEN CONSERVATOIR BEWIJSBESLAG DOOR HOGE RAAD TOEGESTAAN
ciele vragen 2,3, 5 en 6 niet to beantwoorden; dit gaat volgens A-G Wesseling-Van Gent de rechtsvormende taalc van de Hoge Raad (ver) to buiten, gelet op 'de complexiteit en diversiteit van de uitvoering van het bewijsbeslag, hetgeen in het huidige (digitale) tijdpei•I< niet eenvoudig zal zijn.'29
van een beslaglegging in een woning, voor de voorzieningenrechter (en vervolgens ool< met name: de deurwaarder) nadere concrete richtlijnen wense]ijlt zijn. Anderzijds ligt het geven van die duidelijl
4.3 ~ijzondere terughoudendheid woonhuizen? 2.1 Indien betivijsbeslag in niet~-IE-taken mogelijk is, moet er dan een bijzonder~e terughoudendheid worden betracht bij het leggen van bewijsbeslag in woonhuizen? En als dit zo is, diem de voorzieningsrechter daarvoor in zijn beslagverlof bijzondere bepalingen op to nemen?
Over de deurwaarder belast met de executie in het bijzonder, merl
De achtergrond van deze vraag is blijkens de tussenbeschilcicing van de voorzieningenrechter het gegeven dat het bewijsbeslag, als het moet worden gelegd, I
Toetsing aan artike!8~3a Rv en overige voorwaarden verzoeltschrift 2.2. Indien bewijsbeslag in een woonhuis mogelijk is, is toetsing aan het bepaaldheidcriterium conform 843a Rv dan vereist bij het verlenen van verlof voor een conservatoir bewijsbeslag? En als dit zo is, mag dan enkel op doze bepaalde bescheiden conservatoir bewijsbeslag worden gelegd?
4.4
Hierover is de Hoge Raad kort: "Vraag 21 moot aldus worden beantwoord dat aan de stelplicht van degene die verlof vraagt om bewijsbeslag to leggen, hoge eisen moeten worden gesteld. Indien het verlof woi•dt verleend, ge1dC wat betreft de omstandigheid dat het beslag in eon woning moot worden gelegd, dat de beginselen van propoi•tionaliteit en subsidiariteit meebrengen dat het priveleven en het familie- en gezinsleven van degene onder wie het beslag wordt gelegd, zo veel mogelijlc worden gerespecteerd..." De Hoge Raad geeft ool< aan dat de voorzieningenrechter op de omstandigheden van het geval toegesneden voorwaarden in zijn uitspraalc I
29
30
~i
386
Sub 2.33 van de conclusievan A-G Weaseling-Van Gent, waarbij de A-G nog verwijst Haar het voorwoord van Van Nispen bij de Richtlijn Werl<wijze bewijsbeslag en inzage. Van Nispen merl
In geval van eon bewijsbeslag diem steeds to worden getoetst aan ai•til<el 843a Rv. Dit geldt ool< in het geval van eon beslaglegging in eon woning. Het beslag mag slechts worden gelegd op de in het vei•zoelcschrift omschreven 'bescheiden' in de tin van die bepaling, waaronder zoals aangegeven onder par. 4.2 00]< wordt veistaan: digitale bestanden. De Hoge Raad maalct hiei•mee duidelijlc dat de in beslag to nemen bescheiden zo precies mogelijlt moeten worden omschi•even als in de gegeven omstandigheden redelijlcerwijs van de verzoel<ers I
32 33
34
R.o.3.7.4 van de prejudiciele beslissing van de Hoge Raad van 13 September 2013, Verwezen wordt Haar de MvT bij art. t019b Rv, ICgmerstul
A~1.10 - clecember 2013
NTSIt
ALGEMEEN CONSERVATOIR BEWIJSBESLAG DOOR HOGE RAAD TOEGESTAAN
Enl<ele van deze vereisten zijn ool< opgenomen in de Beslagsyllabus (versie augustus 2013) van het LOVCI<. De vrees voor verduistering overigens nadrultkelijlc niet35 Oolt A-G Wesseling-van Gent is voorstander van de eis van de vrees voor verduistering: "Hoewel Sijmonsma3~ er terecht op wijst dat een dergelijlce vrees op grond van art. 734 lid 4 Rv niet behoeft to worden gesteld, meen ilc dat het in combinatie met de vereiste omschrijving van de in beslag to nemen bescheiden de streldcing van het beslag onderstreept, to weten: het bewaren van bewijsmiddelen om to voorlcomen dat deze verdwijnen of verloren gaan, waardoor het proces van waarheidsvinding zou woi•den gefi•ustreerd." Uit de beslissing volgt vender dat het verlof zo nodig wordt gegeven zonder dat de wederpartij wordt gehoord, met name indien aannemelijlc is dat uiCstel de verzoelzer onherstelbare schade zal berold<enen of indien er een aantoonbaar gevaar voor verduistering of verlies van Uewijs bestaat. Verwezen wordt naar artil<el 1019b lid 3 Rv. Verlof voor de beslaglegging wordt niet gegeven indien de bescherming van de eventuele vertrouwelijl
Voorzieningenrechtei• niet aanwezig bij beslaglegging 3.1 Dient de voorzieningsrechterbij de beslaglegging(in geval van bewijsbeslag in niet-IE-zaken) aanwezig to zijn? Zo ja, geldt dit altijd of alCeen als hetgaat om beslag in woonhuizen?Zovee,client hijzich clan beschikbaar to houden voor vragen ofproblemen die zich tijdens de beslaglegging voordoen? De Hoge Raad geeft aan dat deze vraag niet in algemene zin 1
De Beslagsyllabus, versie augustus 2013, p. 4-5 en 32; "NB: Vrees voor verduistering behoeft nietto worden gesteld (artil<el 7341id 4 Rv):' J.R. Sijmonsma, p. 224. Conclusie A-G Weaseling-van Gent,sub 2.29. Zo ook El<elmans, p. 271-27Z. EI<elmans betoogt clat van de rechter mag worden vedangd dat hij bij een beslissing tot het leggen van bewijsbeslag waarbij de wederparCij niet wordt gehom•d, waal
NTBR
gen voor de beslagene kwmen in verschillende richtingen worden gezocht, bijvoorbeeld (i) door de Ueslaglegger to verplichten tot zel<erstelling voor de door hem evenYueel verschuldigde schadevergoeding; (ii) door toezicht van de voorzieningeni•echter die het verlof voor de beslaglegging heeft gegeven; (iii) doordat de advocaat van de beslaglegger bij de beslaglegging aanwezig moet zijn en de beslaglegging, nadat conserverende maitregelen zijn genomen, geen voortgang vindt voordat ool< een advocaat of andere vertrouwenspersoon van de beslagene ter plaatse aanwezig is; of(iv) door een combinatie van deze of andere maatregelen.3~ De voorzieningenrechter heeft daarmee - ool< bier zelf de nodige ruimte om andere maatregelen to bedenlcen. Op de vraag van de voorzieningenrechter of deze zich beschiltUaac' dient to houden voor vi•agen of pi•oblemen die zich tijdens de beslaglegging voordoen, merl
39 40
R.o. 3.9.4 van de prejudiciele beslissing van de Hoge Raad van 73 september 7.073, Deze w~aag is gesteld namens de beslagenen, zo blijkt uit de tussenUeschil
At7.10 - december 2073
387
ALGEMCEN CONSERVATOIR BEWIJSBESI.AG DOOR HOGE RAAD TOEGESTAAN
mende taalc" van de Hoge Raad (ver) to buiten gaat:'Z Hoewel il< de rechtsvormende taal< van de Hoge Raad zel<er onderlcen, beschouw il< deze niet als onbeperkt. Het concrete voorstel van de Hoge Raad om een certificeringsstelsel in het Leven to roepen, gaat mij een Urug to ver. Het is aan (enI<el) de wetgever om dergelijl<e middelento bedenl<en. Dat is niet aan de Hoge Raad. Het is goed dat de Hoge Raad benadrulct dat de vertrouwelijlcheid client to woi•den gewaarbotgd. Wel roept dit direct de vraag op wanneer ei• clan spral<e is van een voldoende waai•borgen van de vertrouwelijlcheid en wanneer spral<e is van een specialist die de vereiste vertrouwelijkheid en de belangen van de beslagene voldoende waarborgt. Deze beslissing van de Hoge Raad lijl
Verlof voorlopig verlenen7 Artikel 392 lid 5 Rv bepaale:
"De rechter houdC de beslissing op de eis of het verzoek aan totdat een afschrift van de beslissing van de Hoge Raad is ontvangen." Is met deze bepaling verenigbaar dat als de spoedeisendheid van een verzoek dit vereist, het verzoek voorlopig wordt toegevvezen, waarbij de definitieve beslissing words aangehouden in afwachting van het antwoord van de Hoge Raad op to stellen prejudiciele vraag? De voorzieningenrechter heeft ter toelichting op deze vraag aangegeven dat het voorlopig beslagverlof is verleend, omdat het antlers niet mogelijk zou zijn een prejudiciele vraag aan de Hoge Raad to stellen,zonder dat een onaanvaardbaar
4] 42
388
De Hoge Raad zelf ziet rechtsvorming als een van zijn kerntal<en, mast het bieden van rechtsUescherming enhet Uewal<en van de rechtseenheid. Aldus A-G Weaseling-van Gent in sub 2.33 van de condusie. Ook geeft de A-G in doze paragraaf aan "Celet op de complexiteit en diversiteit van het bewijsbeslag -Van Nispen signafeert in dat verUand terecht dat het ontwerpen van een dergelijke regeling in het huidige (digitate) tijdperk niet eenvoudig zal zijn- is het naar mijn oordeel niet aan de Hoge Raad om zich daaroverthansin het kader van de gestelde prejudiciele vragen 2,3, 5 en 6 uit to laten. 11< 6eantwoord deze vragen clan ook niet en adviseer de wetgever om zich bij de codificatie van het conservatoir bewijsbeslag in niet- [E zaken uitvoerig to laten voorlichten omtrent de diverse aspecten van (digitate) bewijsbeslaglegging door middel van in dat verband to organiseren expert-meetings." Daaruit blijld dat de A-G een beperktere rot voor de Hoge Raad ziet weggelegd clan de Hoge Raad zelf. In de literatuur lcrijgt een dergelijke rechtsvormende taak de nodige areas. Zie bijvom~beeld J.B.M. Vran]<en, Algemeen deel"*, Zwolle, W.E.J.Tjeenlc Willinl< 1995, p. 120(nr.184). Er is ook lu~itielc, vooral van staatsrechtelijl<e zijde. Zo keert prof. C.Fl.J.M. Kortmann zich expliciet tegen de opvatting dat de rechter een rechtsvm•mende taal< heeft en wijst daarbij o.m. op de omstandigheid dat van een dergelijke tank in de Grondwet en in de wet niet blijkt: Prof. C.AJ.M. Kortmann, 'De rechtsvormende tack van de Hoge Raad', Trema 20056, p. 250 e.v.
risico in het leven wordt geroepen dat heY bewijsmateriaal waarop verzocht wordt lleslag to mogen leggen verdwijnt,43 De Hoge Raad is hier Icort over en bevestigt dat het mogelijlt is een verzoelc voorlopig toe to wijzen en de definiTieve beslissing aan to houden in afwachting van de beantwoording van de prejudiciele vrzig door de Hoge Raad: °In een spoedeisend geval als het onderhavige is de door• de voorzieningenrechter gevolgde procedure verenigbaarmet de in de vraag genoemde wetsbe~aling (artil<el 3921id 5 Rv)." A-G Wesseling-van Gent beantwoordt doze vraag overigens ontl<ennend."" 4.8 Twee versies proces-verbanl 5. Is het de deurwaarder toegestaan twee verschillende versies van het proces-verbaal van beslaglegging op to maken? In de ~ral
43 94 45 4G
R.o. 4.6(toelichting onder vraag 4)van de tussenbeschikkingvaa de voorzieningem•editervan de Rb. Amsterdam van 4 december 2072. Sub 2.34-2.44 van de conclusie van A-G Weaseling-Van Gent. R.o. 3.9.7 van de prejudiciele Ueslissing van de Hoge Raad van 13 September 20]3. De I
A~1.10 - decemUer 2013
N'6'~R
ALGEMEEN CONSERVATOIR BEWIJSBESLAG DOOR HOLE RAAD TOEGESTAAN
Mede~werkingsplicht, maargeen verplichting ver•strelclten wachtwoorden bij conservatoir 6ewijsbeslag G. Bestaat voor de beslagene een verplichting om mee to werken aan de beslaglegging in die zin dat hij verplicht is het in het verlofbedoelde bewijsmateriaal toegankelijk to maken voor beslaglegging door het verstr•eklten van gebruikersnamen, wachtwoorden, etc.? Zo ja, bestaat die verplichting reeds in het stadium van de beslaglegging of ontstaat deze vel•plichting pas nadat in het leader van artikel 843a Rv is bepaald in welly deel van het beslagen materiaal image mag worden genomen?"
"De rechterlijlce toestemming tot beslaglegging omvat in dit snort gevallen immers uit hear acrd mede een tot de beslagene of derde gericht bevel om de noocizal<elijl<e medewerlcing to verlenen aan de beslaglegging omdat die toestemming anders zinloos zou zijn."4e
4.9
De in deze prejudiciele vraag genoemde medewerl
4.10 Bewijsbeslag onder een derde de beantwoording Uit van de prejudiciele vragen door de Hoge Raad volgt oolc dat een algemeen bewijsbeslag onder een derde nu uitdrul
48 47
R.o. 3.9.8-3.9.10 van de prejudiciele beslissing van de Hoge Raad van 13 September 2073
NTBR
49
R,o. 3.9.10 van de prejudiciele beslissing van de Hoge Raad van 13 september 2013. O.m. in r.o. 3.5, 3.7.1, 3.9.7, 3.9.9 en 3.9.70 van cfe prejudiciefe beslissing van de Hoge Raad van 73 septemUer 2013.
Afl. 10 - december 2013
389