Overeenkomst Rood voor Groen op bestaande landgoederen
ONDERGETEKENDEN 1.
De heer/mevrouw ……………, wonende ……………, te ……………, hierna te noemen ‘de Eigenaar’ of
…………………, gevestigd …………… te ……………, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw ……………, wonende ………………, te ……………, in de functie van ……………, hierna te noemen ‘de Eigenaar’. 2.
De gemeente ……………, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer/mevrouw ……………, burgemeester, die handelt ter uitvoering van het besluit van het College van Burgemeester en wethouders van ………….., nr…………., hierna te noemen ‘Gemeente’.
3.
<weglaten indien waterschap geen partij is bij deze overeenkomst> Waterschap ……….., vertegenwoordigd door ……………., die handelt ter uitvoering van het besluit van het dagelijks bestuur van …………., nr…………..,hierna te noemen: ‘het Waterschap’.
De partijen onder 1 tot en met 3 hierna gezamenlijk te noemen ‘Partijen’
OVERWEGENDE -
dat Provinciale Staten van Overijssel op 31 mei 2005 een Plan van Aanpak Rood voor Groen hebben vastgesteld, gebaseerd op de ‘Startnotitie Rood voor Rood, Rood voor Groen en Vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing’, waarmee Provinciale Staten op 4 februari 2004 hebben ingestemd;
-
dat in de startnotitie en in het plan van aanpak wordt uitgegaan van het scheppen van mogelijkheden voor het beperkt toevoegen van rode functies aan bestaande landgoederen ter (mede)financiering van het herstel en of aanleg en beheer van groene functies op het landgoed, het verbeteren van de waterhuishouding op het landgoed en of het vergroten van de recreatieve betekenis van het landgoed;
-
dat Gedeputeerde Staten van Overijssel op 28 oktober 2008 het Handelingskader Rood voor groen op bestaande landgoederen hebben vastgesteld. Dat zij hierin de werkwijze en de randvoorwaarden hebben omschreven en dat dit kader tot het moment van inwerkingtreding van de Omgevingsvisie richtinggevend zal zijn voor de realisering van Rood voor Groen op bestaande landgoederen;
-
dat na vaststelling van de provinciale Omgevingsvisie (medio 2009) de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving uit deze Omgevingsvisie maatgevend zal zijn.
-
dat de gemeente en de eigenaren van het landgoed nadere afspraken maken over duurzame instandhouding van het landgoed en de inzet van opbrengsten uit het nieuwe rood;
-
dat de aantoonbare eigendom van het landgoed voor de eigenaar de bevoegdheid biedt deze overeenkomst te ondertekenen;
Pagina 1 van 7 Paraaf gemeente
paraaf eigenaar
KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN: Paragraaf 1 Algemene bepalingen ARTIKEL 1
DEFINITIES
1.1
Beheer en onderhoud: het geheel van activiteiten en maatregelen die bedoeld zijn om het landgoed in goede kwalitatieve staat te houden;
1.2
Eigenaar: de in de kop van deze overeenkomst aangeduide persoon of rechtpersoon, die op grond van actuele gegevens van het kadaster aantoonbaar en onherroepelijk het eigendom bezit van het landgoed, waarop deze overeenkomst betrekking heeft. Onder ‘eigenaar’ is tevens begrepen de situatie dat het landgoed in handen is van meerdere eigenaren. Een uittreksel van de eigendomssituatie zoals opgenomen in het Kadaster is als bijlage C bij deze overeenkomst gevoegd.
1.3
Financiële onderbouwing een gedetailleerd overzicht van de kosten en opbrengsten van het geheel aan ingrepen die in het kader van de ontwikkelingsvisie en deze overeenkomst op het landgoed worden getroffen, inclusief de jaarlijkse kosten en inkomsten voor het reguliere beheer en onderhoud van het landgoed.
1.4
Landgoed: een als een economische eenheid beheerd gebied, veelal in handen van een enkele eigenaar, dat wordt gekenmerkt door het voorkomen van een afwisseling van landerijen, bossen, houtige beplantingen, dan wel natuur en/of water, compleet met opstallen welke cultuurhistorisch met het gebruik van het landschap samen gaan, al dan niet voorzien van een hoofdhuis, kasteel of buitenplaats, welke voldoet aan de landschappelijke voorwaarden zoals deze zijn vastgelegd in de Natuurschoonwet dan wel een als zodanig door de gemeente erkende onroerende zaak;
1.5
Landgoedversterkende maatregelen: Het geheel van fysieke en organisatorische maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het landgoed als tegenprestatie voor het toestaan van rode functies, zoals beschreven in de ontwikkelingsvisie;
1.6
Ontwikkelingsvisie: een plan dat inzicht biedt in de toekomstige opzet en kwalitatieve staat van het landgoed, de te treffen landgoedversterkende maatregelen, de daarvoor noodzakelijke toevoeging van rode functies aan het landgoed en het toekomstige beheer en onderhoud van het landgoed, inclusief de financiële onderbouwing van de visie.
1.7
Rode functie(s): Aan het landgoed toe te voegen bebouwing, bestaande uit één of meer wooneenheden of geschikt voor andere functies passend bij het karakter van het landgoed.
1.8
Randvoorwaarden: de door één of meer partijen vanuit hun eigen of een gezamenlijke visie gestelde voorwaarden die bepalend zijn voor het willen en of kunnen realiseren van de beoogde ontwikkeling;
ARTIKEL 2
DOEL VAN DE OVEREENKOMST
2.1
Het doel van deze overeenkomst is het vastleggen van afspraken over de duurzame instandhouding en ontwikkeling van het landgoed. …….,.gelegen …………………… nr. …, in de gemeente ……………, kadastraal bekend gemeente ……………, sectie …, nummer(s) ………………..., aangegeven op kaart die als bijlage B bij deze overeenkomst is opgenomen..
2.2
De duurzame instandhouding en ontwikkeling van het landgoed zal worden gerealiseerd door het treffen van landgoedversterkende maatregelen, die financieel mogelijk worden gemaakt door de ontwikkeling van nieuwe rode functies op het landgoed. Deze overeenkomst biedt hiertoe de randvoorwaarden, alsmede de rechten en plichten van partijen, terzake van de realisatie van de landgoedversterkende maatregelen, de ontwikkeling van rode functie(s) ter (mede)financiering daarvan en het beheer en onderhoud op het landgoed.
Pagina 2 van 7 Paraaf gemeente
paraaf eigenaar
2.3
Partijen verplichten zich op basis van het in deze Overeenkomst bepaalde en voorts binnen de grenzen van de redelijkheid en de billijkheid, zich tot het uiterste in te spannen om de doelstelling van deze Overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 2.1 te realiseren en de in deze Overeenkomst nader gemaakte afspraken na te komen.
Paragraaf 2 Voorbereidende fase ARTIKEL 3
VERPLICHTINGEN EIGENAAR
3.1
De eigenaar draagt zorg voor het opstellen van een ontwikkelingsvisie en zal hiertoe overleg voeren met de gemeente, <waterschap (indien deze partij is bij deze overeenkomst)> en de provincie.
3.2
De eigenaar stelt tevens een gedetailleerde financiële onderbouwing van de plannen op en voegt deze ter instemming bij de ontwikkelingsvisie.
3.3
Keuze tussen 3.3 (variant A) en 4.2 (variant B) is afhankelijk van werkwijze van gemeenten bij opstellen bestemmingsplan(wijzigingen ) Na ondertekening van deze overeenkomst stelt de eigenaar een concept voorontwerp bestemmingsplan op en laat zij in overleg met de gemeente de noodzakelijke deelonderzoeken uitvoeren. (variant A)
3.4
Het concept voorontwerp bestemmingsplan wordt door partijen besproken. Na eventuele aanpassingen van het concept dient de eigenaar bij de gemeente het formele verzoek in het vigerende bestemmingsplan te wijzigen
3.5
De kosten van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.3, zijn voor rekening van de eigenaar.
3..6 De eigenaar verplicht zich om alles te ondernemen dat een snelle en ononderbroken procedure ter realisering van de nieuwe bestemming(en) kan waarborgen of bevorderen. 3.7 De eigenaar verklaart door de wijziging van het bestemmingsplan geen schade te lijden. 3.8 De eigenaar verplicht zich een afzonderlijke overeenkomst (overeenkomstig artikel 6.4a van de Wet ruimtelijke ordening) met de gemeente te sluiten, met als doel eventuele schade voor de gemeente voortvloeiend uit de planprocedure(s) ter zake van de wijziging van de bestemming(en) op het landgoed en de realisatie daarvan te regelen.
ARTIKEL 4
VERPLICHTINGEN GEMEENTE
4.1
De gemeente deelt binnen 8 weken na indiening van de ontwikkelingsvisie en de financiële onderbouwing, als bedoeld in artikel 3.1 en 3.2 aan de eigenaar mede of zij met de stukken al dan niet instemt.
4.2
Alternatief voor 3.3 (keuze is afhankelijk van werkwijze van gemeenten bij opstellen bestemmingsplan(wijzigingen ) Na ondertekening van deze overeenkomst stelt de gemeente een concept voor het voorontwerp bestemmingsplan op (variant B).
Pagina 3 van 7 Paraaf gemeente
paraaf eigenaar
4.3
Na indiening van het daartoe strekkende verzoek, brengt de gemeente de wijziging van het bestemmingsplan onverwijld in procedure. De inhoud van de wijziging is in overeenstemming met de ontwikkelingsvisie waarmee de gemeente heeft ingestemd.
4.3
Met inachtneming van de krachtens de Wet op de Ruimtelijke Ordening op haar rustende verplichtingen, spant de gemeente zich maximaal in om het vigerende bestemmingsplan te wijzigen, tenzij het wettelijke afwegingskader of de algemene beginselen van behoorlijk bestuur hieraan in de weg staan.
4.4 De kosten voor het begeleiden van de procedure voor het wijzigen van de bestemming zijn, behoudens de leges overeenkomstig de gemeentelijke legesverordening, voor rekening van de gemeente. 4.5 De gemeente verplicht zich ten opzichte van de eigenaar om, voor zover dat noodzakelijk is en formeel in haar macht ligt, de vergunningen en bouwaanvragen die voor realisering van de ontwikkelingsvisie nodig zijn, direct na indiening van elke aanvraag in behandeling te nemen en binnen de gestelde wettelijke termijnen af te handelen, dan wel voor correcte doorgeleiding zorg te dragen voor zover behandeling niet tot haar eigen taak behoort. 4.6 Mede gelet op het bepaalde in artikel 4, lid 3, houdt de gemeente bij nakoming van hetgeen in dit artikel is bepaald echter volledig haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van alle procedures (ruimtelijke ordening, woningwet en milieubeheer etc. ). Dit houdt in, dat er van de zijde van de gemeente geen sprake van een toerekenbare tekortkoming zal zijn, indien het handelen naar deze verantwoordelijkheid vereist, dat de gemeente publiekrechtelijke rechtshandelingen verricht die niet in het voordeel zijn van de aard of de strekking van deze overeenkomst of van de voortgang van het project.
ARTIKEL 5
INHOUD ONTWIKKELINGSVISIE EN FINANCIËLE ONDERBOUWING
5.1
De ontwikkelingsvisie beschrijft en verbeeldt de toekomstige situatie van het landgoed door middel van teksten, kaartmateriaal en visualisaties.
5.2
De ontwikkelingsvisie geeft aan welke landgoedversterkende maatregelen op het landgoed worden getroffen als tegenprestatie voor het toevoegen van rode functie(s).
De landgoedversterkende maatregelen bestaan uit: <weglaten wat niet van toepassing; wat wel van toepassing is, concreter en specifieker maken> a. het aanleggen van nieuw groen op het landgoed; b. het toevoegen van nieuwe groene functies aan het landgoed; c. het behoud en herstel van bestaand groen op het landgoed; d. het verbeteren van de waterhuishouding op het landgoed; e. het vergroten van de recreatieve betekenis van het landgoed, in het bijzonder de openstelling en toegankelijkheid van het landgoed voor het publiek; f. het behoud van bijzondere cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische waarden op het landgoed; g. overige investeringen in de kwaliteit van groene en/of blauwe functies; h. of een combinatie van de in dit artikellid genoemde maatregelen.
5.3
In de ontwikkelingsvisie wordt aangegeven welke rode functie wordt, of functies worden, toegevoegd aan het landgoed alsmede de toekomstige eigendomssituatie van de toe te voegen rode functie(s).
Pagina 4 van 7 Paraaf gemeente
paraaf eigenaar
5.4
De gemeente beoordeelt de toe te voegen rode functie(s) op de mate waarin het initiatief past binnen de kenmerken van het gebied waarvoor het wordt ontwikkeld. Hiervoor worden de volgende criteria gehanteerd: a. op welke wijze blijkt uit het plan dat gebouwd wordt passend bij de identiteit van het landgoed? b. op welke wijze past het plan in de tradities van bouwen in de streek qua ordening, bouwvolumes, relatie met het landschap, erfstructuur en erfbegrenzing en de ontsluiting? c. op welke wijze blijkt dat het bouwplan wordt gerealiseerd in de 21ste eeuw? d. op welke wijze is de vormgever er in geslaagd om specifieke karakteristieken van (eigenaar van) het landgoed in het bouwplan tot uitdrukking te brengen?
5.5
De ontwikkelingsvisie geeft aan hoe het toekomstig beheer en onderhoud van het landgoed wordt vormgegeven en welke inspanning hiervoor van de eigenaar nodig is.
Paragraaf 3 Onherroepelijk bestemmingsplan en realisatiefase Artikel 6
Vereiste toestemmingen en vergunningen
6.1
De eigenaar verplicht zich om direct na het onherroepelijk worden van de wijziging van het bestemmingsplan: a. een bouwaanvraag in te dienen voor de te realiseren rode functie(s); b de eventueel vereiste vergunningen aan te vragen voor het realiseren van de landgoedversterkende maatregelen.
6.2
Indien het bestemmingsplan gedeeltelijk onherroepelijk wordt, ontstaat er een nieuwe situatie. Partijen treden in overleg en maken nieuwe afspraken over het vervolg
Artikel 7
Aanleg en beheer
7.1
De eigenaar voert, na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, de landgoedversterkende maatregelen uit, parallel en in evenredigheid met de realisatie van het nieuwe rood, op grond van het bepaalde in de ontwikkelingsvisie waarmee de gemeente overeenkomstig artikel 4.1 heeft ingestemd.
7.2
De eigenaar draagt vanaf het moment van het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan de zorg voor het beheer en onderhoud van het landgoed op grond van het bepaalde in de ontwikkelingsvisie en de financiële onderbouwing waarmee de gemeente overeenkomstig artikel 4.1 heeft ingestemd.
ARTIKEL 8
VERPLICHTINGEN NAAR OPVOLGENDE EIGENAREN
8.1
Het is de eigenaar zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente niet toegestaan rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst over te dragen aan derden; de gemeente is bevoegd aan een mogelijk te geven toestemming nadere voorwaarden te verbinden. De gemeente zal haar toestemming slechts op redelijke en objectieve gronden kunnen onthouden.
8.2
De eigenaar draagt er zorg voor dat de verplichtingen, voor realisatie van landgoedversterkende maatregelen, als omschreven in artikel 7.1, alsmede het toekomstig beheer en onderhoud, zoals beschreven in artikel 7.2, overgaat op al degenen die dit perceel onder bijzondere titel zullen verkrijgen.
8.3
Bij het niet of niet tijdig nakomen van het bepaalde in artikel 8, lid 1 en 2, van deze overeenkomst op een tijdstip voorafgaande aan het daadwerkelijk realiseren van de
Pagina 5 van 7 Paraaf gemeente
paraaf eigenaar
landgoedversterkende maatregelen, verbeurt de eigenaar een boete ter grootte van het budget nodig voor het treffen van de landgoedversterkende maatregelen, gebaseerd op de financiële onderbouwing van de ontwikkelingsvisie als bedoeld in artikel 5, lid 6, van deze overeenkomst. 8.4
Bij het niet of niet tijdig nakomen van het bepaalde in artikel 8, lid 1 en 2, van deze overeenkomst op een tijdstip nadat de landgoedversterkende maatregelen zijn gerealiseerd, verbeurt de eigenaar een boete ter grootte van vijf jaarbedragen voor beheer en onderhoud, gebaseerd op de meest recente begroting van de kosten voor jaarlijks beheer en onderhoud.
Paragraaf 4: Slotbepalingen ARTIKEL 9 9.1
9.2
GESCHILLENREGELING
Partijen verplichten zich om, indien verschil van inzicht ontstaat omtrent de uitleg van de considerans (overwegingen) of de bepalingen van deze overeenkomst, dan wel over de uitvoering van deze overeenkomst met elkaar in overleg te treden, waarbij zal worden geprobeerd om dergelijke geschillen in der minne te beslechten. Partijen wijzen gezamenlijk een deskundige dan wel meer deskundigen aan , die dit geschil bij wege van bindend advies zal c.q. zullen beslechten. Indien gekozen wordt voor de benoeming van drie deskundigen, wijst elk van partijen een deskundige aan, waarna deze deskundigen samen een derde deskundige aan zullen wijzen.
Alle geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst tussen Partijen zullen ontstaan en die door Partijen niet in der minne zijn beslecht, zullen aanhangig worden gemaakt bij de bevoegde rechter in het arrondissement waarbinnen het grondgebied van de gemeente is gelegen.
ARTIKEL 10
BIJLAGEN
De volgende bijlagen maken integraal onderdeel uit van deze overeenkomst of worden dat na gereedkoming. Zij worden daartoe mede door partijen geparafeerd voor zover zij bij het aangaan van de overeenkomst al gereed zijn. A. Gewaarmerkte ontwikkelingsvisie B. Financiële onderbouwing C. Kaart van het landgoed D. Uittreksel eigendomssituatie Kadaster
Artikel 11
Overige bepalingen
11.1
Waar in deze Overeenkomst enige beslissing of handeling van de Gemeente wordt verlangd, is het daartoe aangewezen orgaan het College van burgemeester en wethouders, tenzij in deze Overeenkomst of bij Wet anders is bepaald.
11.2
Op deze Overeenkomst en alle overeenkomsten tussen Partijen die uit deze Overeenkomst voortvloeien is Nederlands recht van toepassing.
11.3
Wijzigingen in of aanvullingen op deze Overeenkomst binden Partijen uitsluitend indien en voor zover die wijzigingen of aanvullingen schriftelijk zijn overeengekomen, onder vermelding van de datum met ingang waarvan de wijzigingen en/of aanvullingen gelden.
Pagina 6 van 7 Paraaf gemeente
paraaf eigenaar
Ondertekening
Pagina 7 van 7 Paraaf gemeente
paraaf eigenaar