ruimtelijke onderbouwing
Draaiboom, Eersel behorende bij aanvraag omgevingsvergunning
ontwerp 11 maart 2011
ruimtelijke onderbouwing
Draaiboom, Eersel behorende bij aanvraag omgevingsvergunning
ontwerp 11 maart 2011
DOCUMENTATIEPAGINA
Opdrachtgever
Van Santvoort Makelaars B.V.
Contactpersoon
de heer P. van Santvoort
Projectnaam
Draaiboom, Eersel
Documenttitel Projectnummer
06909013A
Referentienummer Versie
Ve
Status
ontwerp
Datum
11 maart 2011
Auteur(s)
M. van Spaandonk
Gecontroleerd door
J. Nijssen
Paraaf Goedgekeurd door Paraaf
J. Nijssen
Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding
3
Hoofdstuk 2 Bestaande situatie
11
Hoofdstuk 3 Beleidskader
19
Hoofdstuk 4 Milieuhygiënische en planologische aspecten
23
Hoofdstuk 5 Planbeschrijving
33
Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid
37
Hoofdstuk 7 Motivering
39
Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1 Bodemonderzoek Bijlage 2 Akoestisch onderzoek Bijlage 3 Archeologisch onderzoek Bijlage 4 Quickscan natuurwaarden Bijlage 5 Waterhuishoudingsplan Bijlage 6 Resultaten HNO-tool Bijlage 7 Bouwplan (schetsontwerp)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
2
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1
Aanleiding
Voorliggend rapport bevat de ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de aanvraag om omgevingsvergunning ex artikel 2.12, eerste lid, sub a, 3o van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Een omgevingsvergunning op basis van genoemd artikel wordt ook wel 'buitenplanse omgevingsvergunning' genoemd. Onderstaande afbeelding geeft de topografische ligging weer.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
3
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
topografische situatie
4
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
De aanleiding voor het volgen van deze procedure vormt het verzoek van P.M.J. van Santvoort aan het college van burgemeester en wethouders tot medewerking aan bovengenoemd initiatief. Het college heeft besloten hieraan in principe medewerking te willen verlenen. 1.2
Plangebied
Onderstaande afbeelding geeft de kadastrale situatie weer. Tevens is de plangrens van voorliggende ruimtelijke onderbouwing ingetekend.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
5
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
kadastrale situatie
6
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
De gronden zijn kadastraal bekend als gemeente Eersel, sectie F, nummers 5063 (gedeeltelijk) en 5079. De oppervlakte van het plangebied bedraagt 1750 m². Perceel F5079 is eigendom van P.M.J. van Santvoort en perceel F5063 is eigendom van de gemeente Eersel. 1.3
Doel
De grond is verworven door de heer P.M.J. van Santvoort met als doel op het perceel een vrijstaande woning met een bijgebouw op te richten. De woning kan niet worden gerealiseerd op basis van het vigerende bestemmingsplan. Reden waarom een de procedure voor een buitenplanse omgevingsvergunning wordt doorlopen. Voorliggend rapport vormt de ruimtelijke onderbouwing bij deze procedure. 1.4
Geldend bestemmingsplan
Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan "Kom Eersel": vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 2 oktober 2007; goedgekeurd door Gedeputeerde Staten d.d. 27 mei 2008. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende plankaart. De ligging van het plangebied is aangegeven.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
7
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
uitsnede plankaart vigerend bestemmingsplan
8
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Het plangebied ligt binnen de bestemming Agrarisch - Landschapswaarden. Deze gronden zijn onder meer bestemd voor agrarische bodemexploitatie. Met een vrijstelling mag gebouwd worden tot een oppervlakte van maximaal 50 m². De goothoogte mag in dat geval maximaal 3 m bedragen en de bouwhoogte maximaal 6 m. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor het behoud van aanwezige landschappelijke, cultuurhistorische en geomorfologische waarden. Mate van afwijking Het project wijkt zowel functioneel (agrarische bestemming) als ruimtelijk (oppervlakte en bouwhoogte) van het vigerende bestemmingsplan af. In paragraaf 4.2 wordt ingegaan op de mogelijk aanwezige waarden. Conclusie Het bouwplan kan niet worden gerealiseerd op basis van het vigerende bestemmingsplan. Reden waarom een procedure voor een buitenplanse omgevingsvergunning wordt doorlopen. 1.5
Leeswijzer
Dit rapport is voorts als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 is een gebiedsanalyse van het plangebied en omgeving opgenomen. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van het beleid waaraan het plan moet voldoen. Hoofdstuk 4 vervolgt met de met het plan samenhangende uitvoeringsaspecten milieu, waarden en water. Daaropvolgend wordt in hoofdstuk 5 het feitelijke (steden)bouwkundig plan beschreven. De financiële aspecten komen in hoofdstuk 6 aan bod. In hoofdstuk 7 tenslotte volgt de motivering van de voorgenomen nieuwbouw.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
9
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
10
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Hoofdstuk 2 Bestaande situatie Dit hoofdstuk geeft een ruimtelijk-functionele analyse van het plangebied. Achtereenvolgens de wijdere omgeving, en directe omgeving en plangebied. 2.1
Wijdere omgeving
Onderstaande afbeelding geeft de ligging van het plangebied in de wijdere omgeving weer.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
11
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
wijdere omgeving
12
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Ontsluiting De ontsluiting van Eersel vindt vooral plaats aan de noordzijde. Hier liggen de rijksweg A67 en de provinciale weg N284. De Postelseweg is een oude dorpsweg met aansluiting op de provinciale weg N284. Doordat de Draaiboom geen doorgaande verbinding op de Postelseweg voor de auto heeft (zie paragraaf 2.2), is het plangebied bereikbaar via de Markt. Ruimtelijk-functioneel Het plangebied ligt tussen het centrum van Eersel met een organische structuur en de meer planmatige uitbreidingen van het dorp. 2.2
Directe omgeving en plangebied
Onderstaande luchtfoto geeft de bestaande toestand van het plangebied en de directe omgeving weer. Op de afbeelding van de directe omgeving is de geplande woningbouwontwikkeling ten zuidwesten van het plangebied te zien.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
13
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
luchtfoto
14
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
directe omgeving
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
15
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
2.2.1 Ontsluiting Het plangebied wordt ontsloten via de Draaiboom. In verband met de verkeersveiligheid is geen rechtstreekse ontsluiting voor autoverkeer op de Postelseweg aanwezig. In het verlengde van de Draaiboom ligt een fietspad dat aansluit op het fietspad langs de Postelseweg. De Draaiboom sluit aan op de Oude Postelseweg, ten zuiden van de Markt.
2.2.2 Bebouwing en functies De bebouwing langs de Draaiboom betreft een recente ontwikkeling van geschakelde woningen bestaande uit één laag met een kap. Ten westen van de Postelseweg ligt een planmatige uitbreiding van Eersel. Deze uitbreiding en het gebied ten zuiden van de Draaiboom bestaan voornamelijk uit woningen. Het gebied ten noorden van de Draaiboom heeft een centrumfunctie met historische bebouwing. Hier is een sterke menging van wonen, winkels, horeca en maatschappelijke functies.
2.2.3 Beplanting Het plangebied vormt de overgang tussen de kern Eersel en het landelijke gebied. Het landelijke gebied ten noorden van het plangebied bestaat uit een aaneenschakeling van kleine weiden en kleine bospercelen. Hierdoor ontstaat een vrij gesloten karakter. Op de ruime percelen aan de Oude Postelseweg (ten zuiden van het plangebied) staan grote bomen. Op de overige woonpercelen staat kleinschaligere erfbeplanting. De Postelseweg heeft een ruim profiel met opgaande beplanting aan beide zijden. Op het plangebied zelf zijn een tweetal bomen aanwezig. Verder bestaat het plangebied voornamelijk uit grasland. Ten westen van het plangebied ligt een smalle waterloop.
plangebied met op de voorgrond de locatie van de vier woningen in ontwikkeling
16
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
2.2.4 Bouwplan in ontwikkeling Op het naastgelegen perceel ten zuidwesten van onderhavig plangebied is thans een bouwplan voor vier woningen in ontwikkeling. Deze woningen worden gebouwd in drie boerderijgebouwen van het langgeveltype die samen een ensemble vormen. De goot- en bouwhoogten van deze gebouwen varieert van respectievelijk 3,5 tot 4,5 m en van 9 m tot 10 m. De woningen zullen gesitueerd worden op ruime percelen. Daarnaast zal aan de zijde van de Postelseweg een 7 m brede houtsingel met inheemse soorten worden aangelegd. Tevens bevindt zich aan de noordzijde van de te ontwikkelen woningen (ten westen van onderhavig plangebied) een ruraal bosje. Om een open zichtrelatie vanaf de Postelseweg te behouden wordt een bloemrijke weide met waterberging gesitueerd. Al met al heeft deze ontwikkeling een groene, landelijke uitstraling.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
17
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
18
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Hoofdstuk 3 Beleidskader In dit hoofdstuk wordt kort het relevante vigerende beleid met betrekking tot onderhavig plan toegelicht. Achtereenvolgens komt aan de orde het: nationaal beleid; provinciaal beleid; gemeentelijk beleid. 3.1
Nationaal beleid
3.1.1 Natura 2000 Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Natura 2000 omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de volgende EU-richtlijnen: Vogelrichtlijn (1979); Habitatrichtlijn (1992). Beide richtlijnen zijn in Nederland opgenomen in de Natuurbeschermingswet. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied (Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux) is gelegen op ca 2,5 km afstand van het plangebied. Conclusie Het plangebied ligt niet binnen de aangewezen Natura 2000-gebieden c.q. in de voor Natura 2000 aangewezen invloedsgebieden.
3.1.2 Nota Ruimte De belangrijkste uitgangspunten voor het nationaal ruimtelijk beleid voor de periode tot 2020 staan in de Nota Ruimte, waarbij de periode 2020-2030 geldt als doorkijk naar de lange termijn. Het beleid in de Nota Ruimte is op vier algemene doelen gericht: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; borging van de veiligheid. Het rijksbeleid is gericht op het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit door de basiskwaliteit te waarborgen en waar mogelijk te vergroten, en door extra aandacht te geven aan de nationale ruimtelijke hoofdstructuur. De concrete uitwerking van de ruimtelijke kwaliteit is een taak voor de provincies en de gemeenten. Conclusie Voor onderhavig plan zijn geen bijzondere doelstellingen van toepassing.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
19
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
3.2
Provinciaal beleid
3.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening in werking getreden. De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijke beleid van het provinciale bestuur op de ontwikkeling van Noord-Brabant. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van van de plankaart van de structuurvisie weer. Onderhavig plangebied is aangeduid.
uitsnede plankaart Structuurvisie RO Het plangebied ligt binnen de aanduiding 'kernen landelijk gebied'. Analyse Het provinciale beleid voor een landelijke kern houdt in: een lokale opvangtaak voor wonen, werken en voorzieningen; zorgvuldig ruimtegebruik; aandacht voor lokale identiteit. Voorliggend plan betreft de bouw van een vrijstaande woning. Conclusies Voorliggend plan past binnen de Structuurvisie RO.
3.2.2 Verordening ruimte Noord-Brabant In het kader van de Wet ruimtelijke ordening heeft de provincie Noord-Brabant de Verordening ruimte vastgesteld. De verordening treedt op 1 maart 2011 in werking. Voor onderhavig plan is artikel 3.2 van toepassing.
20
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Analyse Artikel 3.2 bevat de volgende regel: 'Bestemmingsplannen die voorzien in een stedelijke ontwikkeling zijn uitsluitend gelegen in het bestaand stedelijk gebied'. Onderhavige stedelijke ontwikkelingen omvatten een inbreiding en zijn gelegen binnen de bebouwde kom van Eersel. Conclusie Voorliggend plan is niet in strijd met de Verordening ruimte.
3.3
Gemeentelijk beleid
3.3.1 Woningbouwbeleid Het project past binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
21
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
22
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Hoofdstuk 4 Milieuhygiënische en planologische aspecten In dit hoofdstuk worden de milieuhygiënische en planologische aspecten beschreven. Achtereenvolgens milieu, waarden, water. 4.1
Milieu
4.1.1 Bodemkwaliteit Er moet inzichtelijk worden gemaakt of bodemverontreiniging de voorgenomen bestemmingswijziging in de weg staat. Hiertoe heeft ingenieursbureau Lankelma uit Oirschot een verkennend bodemonderzoek (NEN5740) uitgevoerd: rapport "Verkennend bodemonderzoek locatie aan de Draaiboom te Eersel" (23 juli 2010, nr. 63497). Het onderzoeksrapport is opgenomen als bijlage 1.De conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport zijn hieronder weergegeven. "Daar in het grondwater kobalt de desbetreffende tussenwaarde overschrijdt dient de onderzoekshypothese 'onverdacht' te worden verworpen. Opgemerkt wordt dat het gehalte aan nikkel wel de interventiewaarde overschrijdt, echter niet de vastgestelde achtergrondwaarde voor dit gebied. Formeel gezien is de bodem op de locatie niet geheel vrij van bodemverontreiniging en is een nader bodemonderzoek noodzakelijk naar het voorkomen van met name kobalt in het grondwater. Dit wordt echter niet zinvol geacht en wel om de volgende redenen: In de vaste bodem wordt geen verhoging van de onderzochte stoffen aangetoond. Er zal derhalve geen sprake zijn van een bron op de locatie die in verband kan worden gebracht met de aangetoonde verontreiniging; In de huidige situatie zijn er geen humane risico's; Alhoewel voor kobalt geen achtergrondwaarden zijn vastgesteld blijkt uit de bodemkwaliteitskaart en de onderzoeken die in het verleden in de naaste omgeving zijn verricht, dat er hier in het grondwater (sterk) verhoogde gehalten aan diverse metalen voorkomen. In het algemeen kan worden gesteld dat er in de regio lokaal verhoogde gehalten voorkomen zonder dat er een mogelijke bron in de directe omgeving aanwezig is. Aan de hand van het totaal aan resultaten kan worden geconcludeerd dat er uit bodemkwaliteitsoogpunt geen beperkingen bestaan ten aanzien van de geplande nieuwbouw." Algemene conclusie De bodemkundige situatie vormt geen planologische belemmering voor het plan. Met de conclusies uit het bodemonderzoek heeft de gemeente ingestemd.
4.1.2 Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer over weg, water en spoor en door buisleidingen van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) moet individuele en groepen burgers een basisbeschermingsniveau garanderen tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
23
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Burgers moeten voldoende beschermd zijn tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Het basisbeschermingsniveau is een basisnorm dat de kans uitdrukt dat een omwonende overlijdt door een ongeluk met een gevaarlijke stof. Het is uitgedrukt in een getal: het plaatsgebonden risico (PR). Dat is de kans dat een persoon die een jaar lang permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats aanwezig is, als rechtstreeks gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen overlijdt. Het Bevi legt het plaatsgebonden risico (PR) vast. Daarmee kunnen gemeenten en provincies veiligheidsafstanden rond risicobedrijven bepalen. Daarnaast legt het Bevi een verantwoordingsplicht op voor het groepsrisico (GR). Het groepsrisico geeft de kans aan dat een groep personen door een ongeval bij een risicobedrijf overlijdt. Een gemeente of provincie moet een verantwoording van het groepsrisico afleggen bij veranderingen van het groepsrisico. Het groepsrisico moet verantwoord worden voor het gebied waarbinnen zich de gevolgen van een incident met gevaarlijke stoffen voordoen. Analyse In de directe omgeving bevinden zich geen routes voor vervoer van gevaarlijke stoffen en/of objecten op basis waarvan een gevarencontour geldt. Tevens zijn er geen Bevi-inrichtingen en buisleidingen gevaarlijke stoffen in de directe omgeving zijn gesitueerd. Conclusie Het plan is niet in strijd met het Bevi en is niet gelegen in de directe nabijheid van een transportroute of buisleiding vervoer van gevaarlijke stoffen. Externe veiligheid is derhalve niet relevant voor het beoogde project.
4.1.3 Geurhinder veehouderijen Op basis van de Wet geurhinder en veehouderij moet worden beoordeeld of de bouw van nieuwe woningen of andere geurgevoelige objecten een belemmering vormt voor omliggende agrarische bedrijven. Tevens moet worden beoordeeld of het leefklimaat in het plangebied voldoende is. Analyse Er bevinden zich geen veehouderijen die belemmerd kunnen worden door de ontwikkeling van een woning binnen het plangebied. Om aan te tonen dat er sprake is van een voldoende leefklimaat wat betreft de geurhinder wordt gebruik gemaakt van de achtergrondbelasting. Onder de achtergrondbelasting wordt de geurbelasting als gevolg van de veelheid aan veehouderijen in de omgeving van het geurgevoelig object verstaan. De achtergrondbelasting is door de gemeente Eersel bepaald in de 'Gebiedsvisie verordening geurhinder en veehouderij' zoals deze is vastgesteld op 10 juni 2010. Uit de kaart behorende bij de gebiedsvisie blijkt dat de achtergrondbelasting voor onderhavig plangebied ligt tussen de 0 en 10 Ou/m³ (mogelijke geurhinder 1-10%). Dit houdt in dat het leefklimaat beoordeeld kan worden als redelijk tot zeer goed. Conclusie Aangezien er geen veehouderijen in de directe nabijheid van het plangebied zijn gevestigd is sprake van een goed leefklimaat en is toetsing aan de Wet geurhinder en veehouderij niet vereist.
24
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
4.1.4 Luchtkwaliteit De Wet luchtkwaliteitseisen voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde plannen met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een plan draagt 'niet in betekenende mate' bij aan de luchtverontreiniging als gestelde grenswaarden voor PM10 en NO2 niet worden overschreden. In de "Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)” wordt aangegeven op welke manier snel kan worden vastgesteld of de bijdrage van een nieuwbouwplan op de luchtkwaliteit valt onder de term 'niet in betekenende mate'. De bijlage geeft een harde omschrijving van een aantal gevallen. Zo geldt bij één ontsluitingsweg een aantal van 1500 nieuwe woningen netto (vervanging van bestaande woningen geldt als bijdrageneutraal) of 100.000 m² kantoren. De Wet bevat geen 'omgekeerde werking'. In het kader van een goede ruimtelijke ordening moet toch worden getoetst of een plan gesitueerd is in een gebied met een te hoge fijnstofconcentratie. Toetsing De voorgestane ontwikkelingen omvatten de bouw van één woning. Dit aantal is beduidend lager dan de genoemde 1500 woningen. Geconcludeerd kan worden dat het project 'niet in betekenende mate' van invloed is op de luchtkwaliteit in de omgeving. Het plangebied ligt niet in de nabijheid van autosnelwegen of wegen met een zeer hoge intensiteit. Daarom kan worden aangenomen dat de fijnstofconcentratie van de omgeving voldoende laag is om in een gezond leefklimaat te voorzien. Conclusie Het plan voldoet aan de Wet luchtkwaliteitseisen en de luchtkwaliteit van de omgeving is voldoende om in een gezond leefklimaat te voorzien.
4.1.5 Bedrijven en milieuzonering In de directe omgeving van het plangebied liggen geen bedrijven die een belemmering vormen voor het project of waarvoor het project een belemmering is.
4.1.6 Wegverkeerslawaai Een woning is een geluidgevoelig object zoals genoemd in de Wet geluidhinder (Wgh). De Postelseweg heeft een onderzoekszone van 200 m vanuit de as van de weg. De voorgestane ontwikkeling valt binnen deze onderzoekszone. Een akoestisch onderzoek is dus vereist. Door K+ Adviesgroep uit Echt is een akoestisch onderzoek uitgevoerd: rapport "Akoestisch onderzoek bouwplan aan de Draaiboom te Eersel, gemeente Eersel" (16 september 2010, nr. M10 285.401). Dit rapport is als bijlage 2 opgenomen. Geciteerde delen uit dit onderzoeksrapport zijn in deze paragraaf "schuingedrukt" weergegeven.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
25
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
In de Wet geluidhinder is vastgelegd dat de voorkeursgrenswaarde voor geluidbelasting op de gevel van nog niet geprojecteerde woningen Lden 48 dB bedraagt. Onder voorwaarden kan een hogere waarde worden vastgesteld tot een maximale grenswaarde van Lden 63 dB. De berekening ter bepaling van de gevelbelasting is uitgevoerd conform het rekenmodel SRM II. Berekend is het invallende geluidniveau op de gevels, gemeten op een hoogte van 1,5 m, 4,5 m en 7,5 m. Op onderstaande afbeelding zijn de waarneempunten weergegeven.
waarneempunten akoestisch onderzoek Op basis van de Wet geluidhinder mag een correctie van maximaal 2 dB worden toegepast op de gevelbelasting voor wegen met een snelheid van 70 km/uur of groter en maximaal 5 dB voor de overige wegen. In onderhavig geval is sprake van een overige weg waarvoor derhalve een maximale correctie van 5 dB geldt. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de gevelbelasting te zien.
26
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
berekeningsresultaten "De toetsingswaarden zijn tegen een gekleurde achtergrond weergegeven. De betekenis hiervan is als volgt: Groen: de voorkeursgrenswaarde wordt niet overschreden. In het kader van de Wet geluidhinder worden geen restricties opgelegd. Geel: de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. Aan de hand van door de gemeente vastgestelde beleidsregels kan onder bepaalde voorwaarden ontheffing worden verleend voor een hogere toelaatbare geluidbelasting." Verder kan na evaluatie het volgende gesteld worden: "
In waarneempunt 2 en 3 wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschreden op de verdiepingen. De gevelbelasting bedraagt maximaal 50 dB. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Bij de gemeente Eersel dient een verzoek tot vaststelling van een hogere toelaatbare waarde te worden ingediend. In de voorliggende situatie kan als ontheffingscriterium worden aangedragen dat het bouwplan een open plaats opvult tussen al aanwezige bebouwing. Aan deze ontheffing kan de gemeente aanvullende voorwaarden stellen. Dit kan betekenen dat het bouwplan dient te beschikken over tenminste één geluidluwe gevel. Hieronder wordt veelal verstaan dat de gevelbelasting niet hoger mag zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Het voorliggende plan voldoet hieraan.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
27
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Het treffen van maatregelen om de gevelbelasting terug te brengen tot de voorkeursgrenswaarde van 48 dB door middel van schermmaatregelen stuiten op stedenbouwkundige en financiële bezwaren. De kosten voor het vervangen van de bestaande wegverharding worden geraamd op €71.775,- en stuit op overwegende bezwaren van financiële aard. Indien dit verzoek wordt ingewilligd worden eisen gesteld aan de optredende geluidbelasting binnen. In een aanvullend akoestisch onderzoek dienen de geluidwerende maatregelen bepaald te worden om te kunnen voldoen aan het binnenniveau van 33 dB. Bij dit onderzoek mag geen rekening worden gehouden met de aftrek van artikel 110g Wgh." Conclusie Voor de geplande nieuwbouw dient voor het wegverkeerslawaai een hogere grenswaarde vastgesteld te worden. Overigens voldoet onderhavig project aan de Wet geluidhinder. In een aanvullend onderzoek dienen de te treffen geluidwerende gevelmaatregelen te worden bepaald. Dit onderzoek is voor de te volgen ruimtelijke, planologische procedure niet van belang.
4.2
Waarden
4.2.1 Archeologie en cultuurhistorie Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de Cultuurhistorische Waardenkaart 2005 van de provincie Noord-Brabant weer. Onderhavig plangebied is hierop aangeduid.
uitsnede cultuurhistorische waardenkaart 4.2.1.1
Archeologie
In de Wet op de archeologische monumentenzorg is onder meer opgenomen dat voor bouwwerkzaamheden gelegen binnen een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde én met een oppervlakte van meer dan 100 m² een archeologisch onderzoek uitgevoerd moet worden.
28
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Het plangebied ligt binnen een zone die is aangeduid met de aanduiding hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Het bouwplan heeft voorts een oppervlakte van meer dan 100 m². Een archeologisch onderzoek is derhalve vereist. Door ArcheoPro uit Maastricht is een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd: rapport "De Draaiboom, Eersel, Inventariserend veldonderzoek (IVO-O); bureauonderzoek en karterend booronderzoek" (27 augustus 2010, nr. 10-094). Dit rapport is als bijlage 3 opgenomen. De conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport zijn hieronder weergegeven. "Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied hooguit een middelhoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten daterend laat-paleolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. Dit vloeit voort uit de relatief lage ligging van het plangebied. Door de ligging aan een beek moest met name rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van de resten van dumps en deposities. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied 6 boringen gezet met behulp van een megaboor. Uit het met de megaboor verrichte onderzoek blijkt dat de onder de 25 à 125 cm dikke, matig tot sterk humeuze bouwvoor meteen de C-horizont aanwezig is. Deze C-horizont bestaat uit grof, zwakgrindig zand dat behoort tot de Formatie van Sterksel. In twee boringen is nog dekzand bovenop deze alluviale afzettingen aangetroffen dat behoord tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel. Uit de aanwezigheid van hardgebakken baksteen tot onderin de bouwvoor, blijkt dat de bodemverstoring van relatief recente oorsprong is. Gezien de verstoring van de bodem en het volledig ontbreken van relevante archeologische indicatoren, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeologische resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van de geplande werkzaamheden rekening zou moeten worden gehouden." Conclusie Een archeologisch vervolgonderzoek is niet nodig geacht. De archeologische situatie vormt geen belemmering voor het project. 4.2.1.2
Cultuurhistorie
Binnen onderhavig plangebied zijn geen cultuurhistorisch waardevolle objecten aanwezig. Wel grenst het plangebied aan een gebied dat is aangeduid met een zeer hoge historische stedenbouw. De bouw van een woning binnen het plangebied doet geen afbreuk aan deze waarde. Conclusie Er worden geen cultuurhistorische waarden aangetast.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
29
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
4.2.2 Flora en fauna De wettelijke bescherming van natuurgebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Sinds 1 oktober 2005 is hierin ook het beschermingsregime van de Vogel- en Habitatrichtlijn geïmplementeerd. Vogel- en Habitatrichtlijngebieden worden volgens de gewijzigde wet beschouwd als Beschermd Natuurmonument annex Natura 2000-gebied. Het plangebied sluit aan op het landelijke gebied, maar is aan drie zijden omsloten door stedelijke functies. Het bebouwingspercentage van het project is laag. Het plangebied is thans in gebruik als paardenweide. Door Staro uit Gemert is een quickscan naar de natuurwaarden uitgevoerd: rapport "Quickscan Natuurwaarden, Draaiboom te Eersel" (november 2010, nr. 10-0248). Dit rapport is als bijlage 4 opgenomen. De conclusies en aanbevelingen van het onderzoeksrapport zijn hieronder weergegeven. "In het plangebied komen mogelijk verschillende beschermde soorten voor die vermeld staan op de lijsten van de Flora- en faunawet. Soorten van FFlijst 1 (Mogelijk) voorkomende grondgebonden zoogdieren en een aantal soorten amfibieën staan vermeld op FFlijst 1. Voor deze soorten geldt bij ruimtelijke ingrepen een vrijstelling van de Flora- en faunawet. Soorten van FFlijst 2/3 Mogelijk in het onderzoeksgebied voorkomende vleermuizen staan vermeld op FFlijst 3 en zijn ontheffingsplichtig. Ten aanzien van foerageergebied geldt dat geen negatieve effecten optreden. Verblijfplaatsen zijn niet aanwezig. Soorten FFlijst vogels Mogelijk voorkomende vogelsoorten staan vermeld op FFlijst vogels. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd op de wijze zoals is beschreven in paragraaf 3.4, zullen geen nadelige effecten optreden ten aanzien van de in het plangebied voorkomende vogelsoorten. Concluderend kan worden gesteld dat de aanbevelingen ten aanzien van de vogels in acht genomen dienen te worden zoals beschreven in paragraaf 3.4; de werkzaamheden voor de overige soortgroepen geen overtreding van de natuurwetgeving tot gevolg hebben; altijd rekening moet worden gehouden met de zorgplicht." Er wordt verwezen naar het onderdeel betreffende vogels in paragraaf 3.4 van het rapport "Quickscan Natuurwaarden, Draaiboom te Eersel". Hieronder is het betreffende onderdeel van het rapport weergegeven. "Vogels Voor algemeen voorkomende vogelsoorten geldt dat indien broedende vogels (FFlijst vogels) aanwezig zijn, werkzaamheden, als verwijdering van de bosschages en bomen, niet plaats kunnen vinden zonder hinder te veroorzaken. Wanneer er geen broedende vogels aanwezig zijn kunnen de werkzaamheden wel plaatsvinden. Door beplanting vóór het broedseizoen te verwijderen of het terrein ongeschikt te maken, wordt voorkomen dat vogels er zullen gaan broeden. Indien zo gehandeld wordt treden er geen effecten op ten aanzien van vogels. Wanneer de werkzaamheden in het geheel plaatsvinden buiten het broedseizoen worden geen nadelige effecten verwacht op algemeen voorkomende vogels." 30
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Conclusie Een ontheffing van de Flora en faunawet is niet nodig.
4.3
Waterparagraaf
Het plangebied ligt binnen het beheergebied van Waterschap De Dommel. In het kader van het huidige overheidsbeleid (4e nota Waterhuishouding) moet het waterschap samen met de gemeente invulling geven aan 'duurzaam stedelijk beheer'. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder verbouw- en nieuwbouwplannen hanteert het waterschap een aantal beleidsuitgangspunten ten aanzien van het duurzaam omgaan met water. Door Grasveld civiele techniek uit Beek en Donk is een waterhuishoudingsplan opgesteld: notitie "Woningbouwontwikkelingslocatie Oude Postelseweg en Draaiboom te Eersel, Waterhuishoudingsplan" (10 november 2010, nr. G126/001/2010/1110N01V2). Deze notitie is als bijlage 5 opgenomen. Het waterhuishoudingsplan is opgesteld voor zowel het perceel aan de Draaiboom als voor de buurpercelen aan de Oude Postelseweg. Op basis van de tool hydrologisch neutraal ontwikkelen (HNO-tool) is de berging berekend. Een uitdraai van de HNO-tool is als bijlage 6 opgenomen. De minimaal benodigde capaciteit kan worden gerealiseerd door gebruik te maken van de bestaande watergang ter plaatse van de Postelseweg en de bestaande watergang tussen het projectgebied van de Oude Postelseweg en de Draaiboom. 4.3.1 Algemene conclusie Aan alle beleidsuitgangspunten van het waterschap wordt voldaan. 1. Het vuile water wordt op het gemeentelijke rioolstelsel geloosd. 2. Het hemelwater wordt geborgen op de reeds bestaande waterloop langs het perceel. De capaciteit van deze waterloop is voldoende. Er is sprake van hydrologisch neutraal bouwen. 3. In principe worden geen uitlogende materialen toegepast.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
31
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
32
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Hoofdstuk 5 Planbeschrijving Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan. Achtereenvolgens: randvoorwaarden en uitgangspunten, hoofdstructuur, inrichtingsschets/stedenbouwkundig plan, beeldkwaliteitplan, beheer en ontwikkeling, ruimtebalans, duurzaam bouwen en een toetsing van het plan aan het beleidskader. 5.1
Uitgangspunten
De uitgangspunten zijn gebaseerd op het algemeen geldend beleid (zie hoofdstuk 3), eisen van de initiatiefnemer en de conclusies van de gebiedsanalyse. Uitgangspunten Van toepassing zijn de volgende uitgangspunten: 1. De bouwstijl van de woning komt overeen met die van de, in ontwikkeling zijnde woningen op het buurperceel ten zuidwesten van het plangebied. Daarnaast moeten de architectuur en het kleur- en materiaalgebruik passen bij de landelijke omgeving. 2. Parkeren dient op eigen erf plaats te vinden. 3. Ter afscheiding met de buurpercelen ten oosten van het plangebied, dient een landschappelijke afscherming van 6 m breed te worden aangelegd. 4. Vanuit de woning dient het zicht op het open veld ten noorden van de Draaiboom gewaarborgd te blijven. 5.2
Bouwplan
De situering van het bouwplan is weergegeven op onderstaande afbeelding.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
33
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
situering bouwplan
34
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Het plangebied is thans geheel onbebouwd. Het bouwplan bestaat uit een woning met de uitstraling van een Brabantse langgevelboerderij. De woning wordt voorzien van een zadeldak met wolfseinden die haaks op de weg staat. Op onderstaande afbeelding zijn de gevelaanzichten weergegeven. Het complete schetsontwerp bouwplan is als bijlage 7 opgenomen.
voorgevel
oostelijke zijgevel
De woning heeft een bebouwd oppervlak van ca 190 m². De goot- en bouwhoogte bedragen respectievelijk ca 3 m en 8,5 m. Bij de woning wordt een vrijstaand bijgebouw ten behoeve van een garage/berging opgericht met een bebouwd oppervlak van ca 40 m². De goot- en bouwhoogte bedragen respectievelijk ca 2,6 m en 5,5 m. Aan de voorzijde van dit bijgebouw wordt een carport gesitueerd met een oppervlak van ca 20 m². Aan de achterzijde komt een overkapping van ca 15 m². De carport en de overkapping hebben dezelfde goot- en bouwhoogte als het bijgebouw. De nieuwe bebouwing heeft een gezamenlijke oppervlakte van ca 265 m². Het bebouwingspercentage van het plangebied bedraagt ca 19%. 5.3
Verkeer en parkeren
Voor de ontsluiting van de nieuwe woning dient de weg Draaiboom verlengd te worden tot aan de inrit van het perceel. Langs het perceel langs ligt thans een fietspad dat ten behoeve van de auto-ontsluiting deels wordt verbreed. De Draaiboom blijft een doodlopende weg voor het autoverkeer. Volgens de gangbare kengetallen is sprake van vijf à zes verkeersbewegingen per woning per etmaal. Deze toename op de Draaiboom is verkeerskundig aanvaardbaar. Voor de woning zijn twee parkeerplaatsen nodig. Het woonperceel biedt voldoende ruimte om de benodigde parkeerplaatsen te realiseren. 5.4
Groen en water
Het plangebied is thans voornamelijk begroeid met gras. Het perceel moet een ruimtelijke relatie krijgen met het te ontwikkelen boerderij-ensemble op het naastgelegen perceel. Dit wordt bewerkstelligd door op de erfgrens aan de zijde van de waterloop een beukenhaag te planten die overeenkomt met de hagen zoals gebruikt bij het boerderij-ensemble.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
35
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Aan de zijde van de woningen aan de straat Achter de Postelse Bocht, wordt een 6 m brede houtsingel bestaande uit inheemse soorten geplant als landschappelijke afscherming. Tussen onderhavig plangebied en de percelen aan de Oude Postelseweg ligt een waterloop. Deze dient zowel als landschappelijk element als voor de berging van het hemelwater. 5.5
Duurzaam bouwen
Het heeft de voorkeur te komen tot een duurzame planontwikkeling. Een integrale benadering van het begrip duurzaamheid, door alle lagen van het planproces, is daarbij essentieel. Ook dit bouwplan kan daarin bijdragen. Derhalve is in het ontwerp rekening gehouden met onder andere de volgende aspecten: cultuurhistorie; het is aannemelijk dat een plan dat zich goed voegt in zijn context breed gedragen zal worden; dit bevordert de levensduur van het gerealiseerde. In dit plan wordt de relatie met de cultuurhistorie hoofdzakelijk gelegd middels het behoud van de relatie met de openheid van het landelijke gebied; goed waterbeheer; minimaliseren van verhard oppervlak; er zal efficiënt met energie worden omgegaan.
36
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid Het plan betreft een particulier initiatief, waarvan alle kosten en risico's voor rekening van de initiatiefnemer komen. Dat geldt ook voor mogelijke planschadevergoedingen waaromtrent een verhaalsovereenkomst met de gemeente is gesloten. Het plan wordt economisch uitvoerbaar geacht. De gemeente en de grondeigenaren hebben een (anterieure) overeenkomst gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over het kostenverhaal conform artikel 6.12 Wro. Het kostenverhaal is derhalve 'anderszins' verzekerd. Het opstellen van een exploitatieplan is dus niet vereist.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
37
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
38
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Hoofdstuk 7 Motivering Het verlenen van medewerking aan een omgevingsvergunning ex artikel 2.12, eerste lid, sub a, 3o van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (ook wel buitenplanse omgevingsvergunning) is gebaseerd op de volgende overwegingen. 1. Het plan past binnen de directe omgeving van het plangebied. Deze is reeds grotendeels bebouwd en onderhavige locatie betreft thans een open plek in de bebouwingsstructuur. 2. Het plan past binnen het ruimtelijk beleid, waaronder de Verordening ruimte Noord-Brabant. 3. Het plan vormt geen belemmering voor omliggende bedrijven en functies. 4. Er worden geen waarden aangetast. 5. Het plan is financieel uitvoerbaar.
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
39
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
40
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Bijlagen bij de toelichting
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
41
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Bijlage 1
42
Bodemonderzoek
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Bijlage 2
Akoestisch onderzoek
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
43
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Bijlage 3
44
Archeologisch onderzoek
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Bijlage 4
Quickscan natuurwaarden
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
45
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Bijlage 5
46
Waterhuishoudingsplan
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Bijlage 6
Resultaten HNO-tool
Bureau Verkuylen bv (06909013A)
47
projectbesluit Draaiboom, Eersel (ontwerp)
Bijlage 7
48
Bouwplan (schetsontwerp)
Bureau Verkuylen bv (06909013A)